2002 - Nummer 245 - december 2002

52

description

dan contact op met Marjolein van Noppen. tel. 020 -549 75 70 of van Ernst & Young leren kennen? Neem You See Is What You Get. We hebben het hier niet over stapels boe- nodig hebt om je verder te ontwikkelen. kijk op www.ey.nl. What ken, maar over uitdagingen. Wil je de wereld Bij Ernst & Young krijg je alles wat je

Transcript of 2002 - Nummer 245 - december 2002

Page 1: 2002 - Nummer 245 - december 2002
Page 2: 2002 - Nummer 245 - december 2002

W.Y.S.I.W.Y.

What

You See Is What You Get.

Bij Ernst & Young krijg je alles wat je

nodig hebt om je verder te ontwikkelen.

We hebben het hier niet over stapels boe­

ken , maar over uitdagingen. Wil je de wereld

van Ern st & Young leren kennen? Neem

dan contact op met Marjolein van

Noppen. tel. 020 - 549 75 70 of

kijk op www.ey.nl.

ACCOUNTANTS au ERNST & YOUNG FROM THOUGHT TO FINISH.'M

Page 3: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Business Etiquette

Column Heertje

Fiscaal

Teacher or a policeman?

Bezuinigingen in het Hoger Onderwijs

Enlargement EU

Duurzaam ondernemen

Sefa-front

Amsterdamse Carriere Dagen

Sponsorschap

Waarden en normen

Verklaringen voor de interesse in een eigen bedrijf

Studieverenigingen

Vakkenevaluaties

Colofon

Beste Lezer,

4

5

6

12

14

18

22

24

28

29

31

32

34

36

50

In Europa zijn fundamentele veranderingen opkomst. Veranderingen die grote gevolgen gaan hebben voor aile burgers van de Europese Unie. De Europese uitbreiding naar het Oosten. Vanuit verschillende perspectie­ven zaJ aandacht worden gegeven aan de uitbreiding van de Europese Unie.

De Amsterdamsche Carriere Dagen komen eraan! De unieke kans om in contact te komen met bedrijven en jezelf alvast te orienteren op de arbeidsmarkt. Het zijn krappe tijden, grijp deze kans om jezelfte orien­teren en te profileren bij het bedrijfsleven.

Verder zaJ ook aandacht worden gegeven aan waarden en normen in de meest breedste zin des woords. Van de clash tussen de Westerse en Islamitische culturen. Tot de waarden en normen in zakelijke relaties, de

Rostra245

8 The clash of values and norms in Western

and Islamic Societies

10 Klaar voor de uitbreiding?

16 Studentenstaking

Voorwoord zogenaamde business etiquette. Hiermee samenhangend een artikel over idealisme en het nobele streven van een studiegenoot.

Ook zal aandacht gegeven worden aan het duurzaam ondernemen. En o.a. een onderzoek naar de ondernemersdrang onder studenten .

Ten slotte ... Ging de Rostra Economica het veld in, om de belangen van de economie studenten te behartigen. Een verslagvan de stlldentenmanifestatievan 12

noverber ji.

Als bijlage treft II de vakkenevalllatie van het tweede en derde trimester van het collegejaar 2001-2002.

Robert Picauly Hqofd redacteur

Rostra Economica 3

Page 4: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Business Etiquette

• You can take care of business and

do fine.

• You can take care of business and

people and do better.

• Business Etiquette is not a qualifi­

cation. It is a practical skill. Deep

down most people think they do bus­

iness in a rational and logical way. In

fact, they do just the opposite -- rely­

ing on intuition and subjective

(human!) qualities to make a busin­

ess decision. Bei.ng aware of this fact,

and acting on it, is what Business

Etiquette is all about.

4 Rostra Economica

In her best known book "Etiquette', Emily Post says: "Etiquette would not seem to play an important part in business, and yet no man can ever tell when its knowledge may be of advan­tage, or the lack of it may turn the scale against him."

It might be interesting, therefore, to know that official policy in Chinese business culture for­bids giving gifts; this gesture is cons idered bri­bery, an illegal act in this country. Consequently, your gift may be declined. In many organizations, however, attitudes sur­rounding gifts are beginning to relax. The Chinese will decline a gift three times before finally accepting it, so as not to appear greedy. You will have to contin ue to insist. Once the gift is accepted, express gratitude. You will be expected to go through the same routine if you are offered a gift. Furthermore, you should be aware that business is not discussed during business lunches.

During a meal, as many as 20 courses can be served, so try not to eat too much at once. The best policy is to lightly sample each dish. One important part of Chinese business entertai­ning is a tea drinking ritual known as "yum cha." It is used to establish rapport before a meeting or during meals. Forming a personal relationship ("guanxi" in Chinese) in your bus­iness dealings is very important. Part of this involves participating in the strong drinking culture that exists here. Generally, the Chinese regard with suspicion anyone who does not participate in the inevitable drinking that takes place during almost all business dinners. And it is at these kinds of social occasions that most negotiating breakthroughs are made. Sometimes, the Ch inese enjoy testing the abili­ty of a foreigner ("Iowai") to handle his or her alcohol, especially "er gua toe", a potent clear alcohol that one might compare to airline fue l. A good practice would be to eat something beforehand.

During meetings, you'll find it beneficial to bring your own interpreter, if possible, to help you understand the subtleties of everything being said during the meetings. The Chinese are very keen about exchanging business cards, so be sure to bring a plentiful supply. Ensure that one side is in English and the other is in Chinese, preferably in the local dialect. It is an

text: Anastassia Tcherneva

asset to have your business cards printed in gold ink. In Chinese business culture gold is the color of prestige and prosperity. Since there is such a strong emphasis on hierarchy in the Chinese business culture, ensure that you bring a senior member of your organization to lead the negotiations on your behalf. The Chinese will do the same.

However, being aware of Chinese business customs is not enough for businesses dealing with firms from Europe. If your Dutch busin­ess partner invited you to his or her home for mid-morning coffee, )'OU will be typically ser­ved one cup of coffee with milk as well as a bis­cuit. Another serving of coffee and a biscuit will fo.llow. When finished with these, you will be expected to leave . There is no need to feel insulted if you do not get invited out to lunch . The Dutch lunch period is frequently brief and hurried, leaving time for only simple and quick bite such as sandwich. However, if you are invited to dinner at a Dutch home, it is recom­mended that you bring a bouquet of unwrap­ped flowers or potted plant for the hostess. Another gesture that will be appreciated is to send a bouquet or potted plant the following day.

You want to make a deal with your Dutch bus­iness partner? Get to the point. It is unneces­sary to have your business card translated, si nce most Dutch businesspeople are fluent in English. Furthermore, Dutch will not spend a lot of time socializing before a meeting or other business discussion. As soon as the necessary introductions are made, they will proceed with the business at hand. Honesty and straightforwardness are an essential part of doing business in the Netherlands. Consequently, when you really want to say "no", tentative answers such as "I'll consider it", "We' ll see", or "perhaps" are not acceptable to the Dutch. Even if you find it difficult to say "no" , you'll find that your Dutch counterparts will prefer and appreciate a candid reply.

As I said before , business etiquette is a practi­cal skill and is essential for successful business relations . The way people think and do busin­ess differs among different couIltries and cul­tures. Being able to understand these differen­ces therefore is what really makes business happen.

Page 5: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Onlangs kreeg ik bezoekvan een van mijn studentes van het keuzevak. Er ontspon zich een belangwekkend gesprek. Zij startte haar hart uit over het lage niveau van de opleiding en de absurde regelgeving. In het bij­zonder de bedrijfseconomische opleiding moest het ontgelden. Tot mijn niet geringe verbazing bJeek dat studenten, die de bedrijfseconomische richting kiezen vrijwel volJedig verstaken zijn van enige algemeen eco­nomische kennis. Zo kan het gebeuren dat vierdejaars economiestuden­ten in Amsterdam nog nooit gehoord hebben van Samuelson, Arrow, Siglitz, Selten en Rubinstein om enkele levende tappers te noemen. Namen uit het verleden zoals Joan Robinson, Sraffa , Hicks, Robertson, Perroux en Quitton zeggen ze niets. Nauwelijks kennen ze de namen van Marx, Keynes, Schumpeter en Smith. Wat de regelgeving betreftvertelde de studente mij dat het haar de grootste moeite kost een programma te volgen dat een beetje afWijkt van de standaard. Ik zal haar naam niet noemen, want er ontstaat langzamerhand een sfeer waarin mensen die met onaangename boodschappen komen worden bedreigd. Als ik vertel op welke scholen slecht onderwijs in frans, economie en scheikunde wordt gegeven, stuurt de leiding van de school een advocaat op mij af. In onze faculteit doen op allerlei niveau's mensen erg hun best. Toch lijkt er iets te schorten aan het eindproduct dat wij met elkaar afleveren. AIs stu­denten niets weten komt dat niet door de studenten, maar door de docenten. Ik vrees ook inderdaad dat de meeste van de door mij genoem­de namen ook bij de docenten niet bekend zijn. Regelmatig valt mij de enorme arrogantie van collega's op. Ik vertrek liever van het uitgangs­punt dat onze kennis van het yak vrijwel nihil is . Oat er duizenden bui­tenlandse economen genoemd kunnen worden , die over meer kennis beschikken en ook grotere bijdragen tot het vak hebben geleverd. Iemand als Teulings schrijft rustig een rapport over het economie-onder­wijs, waarin hij zichzelf opwerpt als een geleerde die aan de grenzen van het vak opereert. In feite, maakt men zich daardoor belachelijk, want er wordt gesolliciteerd naar een Nobelprijs voor economie. Kortom, ik meen dat ons grote bescheidenheid past. Bovendien lijkt het mij niet verkeerd als er eens in de faculteit een dis­cussie op gang wordt gebracht tussen een tiental goede studenten en de leiding van de faculteit. Laten wij onbevangen luisteren naar de gezonde kritiek van studenten. Zij voelen beel goed aan welke lacunes hun oplei­ding vertaont. Studenten die een eigenzinnige weg willen volgen, heb­ben bet extra moeilijk. Zij zouden onder applaus moeten worden aange­moedigd. De eenzijdige nadruk op de bedrijfseconomie levert eenzijdige economen op. Er is derhalve voldoende staf voor discussie. Als ouderejaars studenten van de PABO's niet in staat zijn een half en een derde bij elkaar op te rellen, zodat ze deze stafvoor de kinderen van de basisschool niet beheersen, komt dat door de docenten van de PABO. Die bebeersen die staf ook niet. Het klinkt absurd, maar het is de keiharde waarheid. Bij de lerarenopleidingen voor bet voortgezet onderwijs is het niet anders. Het ligt nooit aan de studenten, maar altijd aan de docenten. Op de universiteiten is het niet anders . Het wordt tijd ook in onze facul­teit de hand in eigen boezem te steken . Zodoende wordt geen afbreuk gedaan aan de goede namen, die onze faculteit sieren en door publicaties die onze faculteit ook internationaal op de kaart zetten. Helaas merkt de gemiddelde afgestudeerde student daar niets van. Daar ligt het pro­bleem.

Arnold Heertje.

Heertje

Rostra Economica januari 2003 5

Page 6: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Fiscaal

Onlangs hebben fiscaal economen en fiscaal juristen het

vak BJ oftewel practicum procesrecht gevolgd. In dit vak

moet je een casus spelproces voeren. Een student treedt

op als belastingadviseur, de andere als inspecteur.

Bedoeling van dit vak is dat je leert om in een bepaald

deelgebied van belastingen (bijv. inkol11stenbelasting)

alles op te zoeken en daar ook alles van te weten. De

adviseur schrijft een beroepsschrift en de inspecteur een

verweerschrift. Datgene wat je hebt uitgezocht en te

weten bent gekomen omtrent een bepaald onderwerp,

komt in deze geschriften tot uitdrukking.

Wanneer beiden hun geschriften hebben opgestuurd

naar het Hof, komt er nog een eventuele mondelinge

toelichting. In principe wijkt deze niet veel af van wat er

al op papier is geschreven, want er mogen geen nieuwe

feiten aangedragen worden. Na het proces doet het Hof

uitspraak. In dit geval echter delen ze mee wat voor cij­

fer je gehaald hebt.

6 Rostra Economica januari 2003

lek st: Bernard Bak

Beleggingsmaatschappij Vastgoed BV belegt in Grote kantorencom­plexen.

Complex Aquarius is in 1985 verworven voor ce 45.000.000. De BV heeft ten behoeve van de fiscale winstbepaling een vervangingsreserve van ce 25 . 000.000 op de boekwaarde in mindering gebracht. De BV en de Inspecteur waren het er in 1985 over eens, dat de waarde van de grond ce 5.000.000 was. Er resteerde daarom een af te schrijven bedrag van ce 15.000.000. De afschrijving vindt lineair plaats in 30 jaar, derhalve ce 500.000 per jaar.

Deze gedragslijn is steeds in de aangifte gevolgd en bij de aanslagrege­ling gevolgd.Ook in het jaar 2000 heeft de BV ce 500.000 als afschrijving ten laste van de fiscale winst gebracht.

Voor de aanslagregeling over 2000 heeft de belastingdienst een onder­zoek ingesteld naar de waarde van de onroerende zaken. De conclusie was, dat de waarde van de ondergrond van het gebouw in 2000 zeker ce 12.500.000 was. Daar de boekwaarde van het complex op I januari 2000

reeds ce 12.500.000 bedroeg, is er naar de mening van de inspecteur geen ruimte meer voor afschrijving op het complex.

De directie van de BV heeft een makelaar ingeschakeld om de stelling van de inspecteur te beoordelen . De makelaar heeft aangegeven, dat de grondprijzen zich de laatste 15 jaar zich inderdaad zodanig hebben ont­wikkeld, dat de waarde van de grond zeker ce 12 .500.000 is.

Bij de aanslagregeling heeft de inspecteur de afschrijving van ce 500.000

dus niet toegestaan en de winst ce 500 .000 hoger vastgesteld dan het aangegeven bed rag.

De BV heeft hier bezwaar tegen gemaakt met de stelling, dat goed koop­mansgebruik toelaat om de afschrijving te baseren op de waarde van de grond bij de verwerving van de onroerende zaak.

De inspecteur heeft in een uitspraak op het bezwaarschrift d.d. 23

augustus 2002 de aanslag gehandhaafd met het argument, dat sprake is van een bedrijfsmiddel en dat na de afschrijvingen tot en met 1999 de restwaarde is bereikt en daarom geen verdere afschrijving wordt toege­staan.

De directie van Beleggingsmaatschappij Vastgoed BV verzoekt u tijdig in beroep te gaan tegen bovengenoemde uitspraak op het bezwaarschrift.

Page 7: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Als je de casus doorleest vallen er een aantaJ vragen op; hoe moet ik grond en opstallen beschouwen? Is dat wei een bedrijfsmiddel? Is het gerechtvaardigd dat de inspecteur dit jaar geen afschrijvingen meer toe­laat?

Het is de bedoeling dat je gefundeerd een standpunt in neemt. Dit kan bijvoorbeeJd op basis van uitspraken gedaan door de Hoge Raad in het verleden. Echter de vakliteratuur wil ook vaak uitkomst bieden.

Daarnaast bestaat er voor ons fiscalisten ook nog de studievereniging voor fiscalis ten. 1uist, Porta Adriani. Het bestuur heeft goe{j geantici­peerd op dit yak en een bedrijfsbezoek geregeld waarbij deze casulstiek uitgebreid aan de orde kwam. Op 7 november konden onder andere de mensen die B1 deden, naar Ernst & Young Amsterdam komen om daar een casusvergadering bij te wonen die werd geleid door dr. J. Doornebal. Deze casusvergadering ging over de beperking van afschrijving van beleggingsvastgoed. Met name belangrijke arresten werden genoemd. Met betrekking tot afschrijven op verschiUende delen van een pand het zogenaamde 'pui-arrest' (BNB 1997/162). Het niet rekening hoeven hou­den met gestegen grondwaarde indien er herbouw plaatsvindt ( BNE 1963/61963/266 MB).

Zoals al in de casus in uitdrukking komt heeft de inspecteur voor het jaar geen verdere afschrijving toegelaten. Hij is van mening dat er geen ruim­te meer is voor verdere afschrijving op het gebouw nu de grondwaarde gestegen is. Op zich is dit economisch gezien juist, want de inspecteur handelt in principe volgens het goed koopmansgebruik. In het goed koopmansgebruik is het matchingbeginsel bijgesloten. Het niet verder toelaten van afschrijving op het complex zou dus ook in overeenstem­ming zijn met het matchingbegi.nsel. Echter, in de juridische sfeer

Belasting

bestaat er nog het vertrouwensbeginsel. Wat geflatteerd weergegeven zegt: als je gedurende 15 jaar afschrijvingen wei toelaat, dan mag je niet opeens zeggen dat de afschrijvingen moeten worden stopgezet. In prin­cipe is dit een sterk verweerpunt en kan bij het voorbereiden van het pro­ces voor nodige hoofdbrekens zorgen.

Naast het feit dat dit een casus betrefi: voor een yak op de UvA, is het ook heel recent aan de orde geweest in de Tweede Kamer. De wetgever heefi: gelijksoortige gevallen al eens voor de kiezen gehad. Ze wilde met name hier een einde aan maken en duidelijkheid scheppen. Het huidige art.

3.30 Wet IE 2001 is de wettelijke grondsJag voor afschrijvingen. De wet­gever wilde nu art 2.29A aan de Wet IB 200I toevoegen. In dit artikel zou het afschrijven op vastgoed verboden worden voor beleggingsmaat­schappijen. De casus zoals die nu bij BJ gehouden is, zou dan niet meer aan de orde zijn.

Echter dit voorstel zou inmiddels alweer van de baan zijn, omdat het de onroerend goed markt in de problem en zou brengen. In het NRC Handelsblad van 14 november stond:

"De 70 miUoen die de walitiepartijen CDA. WD en LPF winnen met de accijnsver­ho,gin,g op de alcohol, zetten zij in om de willekruri,ge ajSchrijvin,g van onroerend ,goed in stand Ie houden. Van Eijek had voor,gesteld om die ajSchrijvin,g te schrappen als duidelijk was dat bedriffipanden puur als beleg,ging worden aangehouden . Dergelijke beleg.gin,gen lOuden vol,gen5 Van Eijck net zo behandeld moeten worden als aandelen."

Wat ik hieruit kan concluderen is dat de coalitiepartijen het voorgestelde art. 2.29A van de tafel vegen. Daarnaast moet de schatkist toch gespekt worden, dus nu mag de drinkende Nederlander deze taak gaan vervuIIen.

Rostra Economica januari 2003 7

Page 8: 2002 - Nummer 245 - december 2002

The clash of values and norms in Western and Islamic Societies What is terrorism? Consensus has been elusive. The term has been applied promiscuously to all forms of violence. However, to get beyond propaganda, terrorism must be defined according to the quality of the act itself, not the identity of the perpetrators or the nature of their cause. An act is not terrorism simply because one opposes the cause, or becau­se someone labelled "terrorist" carries it out. Nor is an act not terrorism because a cause is deemed noble. Ends do not justity means. All terrorist acts involve violence or the threat of violence. A terrorist act ordinarily would be considered a crime - murder, kidnapping, and arson. Most ter­rorist acts would also violate the rules of war. Ordinal)' criminals may territy, but they are not terrorists . A single per­petrator pursu ing his own cause may be a terrorist, but lone wolves often turn out to be lonely crackpots . The Unabomber was not a terrorist. Wars may involve acts of terror, but not every act of extreme violence is terrorism. The Nazi's "final solution," the London Blitz, the atomic bombs on Hiroshima and Nagasaki fall in the categories of genocide, war crimes, or simply elements of brutal , total war, but are not necessa­rily terrorism. Hitler wanted to physically eliminate all Jews, not terrori­ze them. Aerial bombardment, until recently, was imprecise. Do collate­ral casualties constitute terrorism if not the product of deliberate strate­gy? Probably nor. But to say that an act fits better in the category of war crimes than terrorism does not lessen our need to condemn it. What sets terrorism apart from other violence is this: terrorism consists of acts carried out in a dramatic way to attract publicity and create an atmosphere of alarm that goes far beyond the actual victims. Indeed, the identity of the victims is often secondary or irrelevant to the terrorists who aim their violence at tlle people watching. This distinction between actual victims and a target audience is the hallmark of terrorism and separates it from other modes of armed conflict. Terrorism is theatre. World leaders may struggle to define terrorism, but at least by identity­ing and outlawing specific tactics and targets, countries can cooperate to limit the tools terrorists use. However, what is more important than the definition of the terrorism is the birth of it , the genesis of the evil.

One of the most provocative theories was put forward by Har:vard politi­cal scientist Samuel P. Huntington , who in his 1993 Foreign Affairs essay "The Clash of Civilizations?" predicted increasing conflict between the world' s Western and Muslim civilizations. The modern history contains quite many examples of this. As Mr. Huntington put it, "The fund amental source of conflict in this new world will not be primarily ideological or primarily economic. The great divisions amo ng humankind and the dominating source of confl ict will be cultural. The principal conflicts of global politics will occur bet­ween nations and groups of different civilizations. The clash of civiliza­tions will dominate global politics. The fault lines between civilizations will be the battle lines of the future." It is impossible to ignore hypothe­s ises that Huntington proposes, as everyday we become witnesses of horritying terror that destroys everything on its way. West dominates the world and persuades "the Rest" to try to make their countries part of it, be "normal", but in its mission it faces major obstacles, which unfortu-

8 Rostra Economica

nately result in terror and death. Maybe all that West needs is to develop a more profound understanding of the basic religious and philosophical assumptions underlying other civilizations and the ways in which people in those civiliza tions see their interests. Our world is a world of different civilizations, each have its own norms

and values, we as people that represent the globe must learn to accept these differences and will have to learn to coexist with the others.

The clash of civilizations is just a hypothesis, but if one will take a world map, and trace the conflicts in the recent history, he will undoubtedly notice the tendency of most of them to lie within the borders of the sig­nificant Muslim populations.

The article is not meant for stamping "wrongs" and " rights" on anyone; I will try not to give any opinions and criticise anything or anyone. What is meant by this article is to try to give people additional information to understand more the world we live in nowadays. This is the evidence of horrors in our struggling for peace community that we can can see and hear almost every day through the media. What will follow are just few of the examples of ethnical and religious clashes that affected of innocent and led to an awake of terrorism.

Conflict: I'ormer Yugoslavia, 1989-2001

Ever since being defeated be the Turks in 1389 at the battle of Kosovo, Serbs have felt themselves to be victims of Muslim domination and Europe's frontline soldiers in the clash with Islamic civilisation. Serbian leader Siobodan Milosevic consolidated his power in the early 90"s by exploiting Serbian nationalism and this centuries-old sense of grievance. He awoke the religious , national, and regional enthusiasms that had been curbed by a strong central government under Communism.

When Bosnia-Herzegovina, with its Muslim majority, declared indepen­dence from Yugoslavia in 1992, Milosevic went to war. Serbian leaders said they were once more defending Europe. Bosnian leaders said they fought in the name of multi -ethnic democracy, but they accepted arms and fighters from Muslim countries. They allied with Catholic-domina­ted Croat.ia, which warred with own Orthodox Christian Serb minority. Milosevic cracked down in the province ofKosovo as well when Muslim Albanians rebelled. Only NATO intervention there in 1998 ended the repression and massacres.

Conflict: Chechn~'a, Russia, 1991-prcsent

At first glance, Chechnya looks like a simple secessionist conflict. After the Soviet break-up in 1991, the Chechen Republic sought independence. The I993 Russian Constitution forbade secession, however, and Russian leaders have fought an intermittent campaign against stubborn Chechen fighters ever since. Russia claims the conflict is a fight against Islamic radicalism and terro-

Page 9: 2002 - Nummer 245 - december 2002

rism, though no doubt Chechnya's vast oil reserves have helped spur Russian interest in this tiny part of the Caucasus. From the Chechen per­spective, the fight for independence is an ethnic/national struggle, which has taken on a pronounced Islamic aspect. The Chechen military effort is increasingly cloaked in religious terms. Before the latest fighting began in 1999, Chechnya introdu ced shariat (Islamic law) and declared a jihad. This fundamentalism has attracted a id from other Musl.imcountries, increasing the extent to which the Chechen conflict can be seen as a clash of civilisations.

Conflict: Cyprus , Greece and Turkey, 1992-2001

Greeks and Turks have competed over the eastern Mediterranean since Homeric times. This enduring enmity has lest the island of Cyprus pola­rized, with a UN buffer zone. Until 1960, when the is land gained inde­pendence from Britain, Greek Cypriots (who are Orthodox Christian) and Turkish Cypriots (who are Muslim) lived peacefully in mixed com­munities - even showing some elements of religious fusion . The 1959 constitution emphasized community differences, however, and it was not long before violence broke out. Troops from mainland Greece and Turkey soon became involved. The Greeks sent a division to bolster the Greek community's national guard, and in 1974, this militia attempted a coup - ordered by a military junta in Athens - as a means to join Cyprus to Greece. In response, Turkey inva­ded Cyprus and took over 40 percent of the island . The fighting divided Turkish and Greek Cypriot into separate ethnic, religious, and political realms . More recently, economic incentives have compelled all sides to negotiate : both Turkey and Greek Cyprus want to join the European Union.

Conflict: Xinjiang Province, China, 1990-present

The Uighurs are Turkic Muslims, and are the majority population in China's remote northwest province of Xinjiang. Since 1990, some Uighurs have waged a low-level insurgency against the People's Republic of China. While a few militants have planted bombs, most Uighurs are peaceful yet disgruntled . They are unhappy with the massive settlement of non-Uighur Chinese in Xinjiang, nuclear testing in their backyard , religious restrictions, and economic discrimination . China has relied on police actions, propaganda, and settlers to maintain its grip on the region, which sits on a wealth of natural resources. But there are still some Uighurs who dream of regaining independence for East Turkestan - a short-lived Uighur republic that existed before Mao Zedong's rise to power. West Turkestan is another name for the five for­mer Soviet republics of Central Asia. Their independence has increased their communication of nationalist and Islamic ideas with the Uighurs . Some Uighurs fought in Afghanistan in support of the Taliban and may be importing radical Islam to their homeland.

Conflict: Philippines, 1996-present

Geographical diversity has made the Philippines both difficult for colo­nialists to complete.ly conquer and hard for its own people to unite. The northern Philippines today is largely Catholic, urban, and industrialized, while Muslims in the agrarian, rural south maintain a more indigenous culture. Tension between the two cultures blossomed into a Muslim separatist movement in the late 1960s and is represented tod ay by three groups: the Moro National Liberation Front (MNLF), the Moro Islamic Liberation Front (MILF), and the militant Abu Sayyaf. The 1996 peace agreement between the Christian-oriented Philippine government and the MNLF has failed, spurring new fighting. Though the Arab world supports the MNLF, separatists are bound not by

Values and Normes

Islam so much as anti-Philippine sentiment rooted in anticolonialism and claims of unfair treatment by the northern-oriented government. It is not clear that rebel leaders desire to implement shariat, but the)' have ralJied indigenous people around a common cultural and religious iden­tity.

Conflict: Maluku provinces, Indonesia , 1998-present

Indonesia is the most populous Muslim nation in the world. But with a wide variety of religions and ethnicities sharing a sprawling Pacific archipelago, the country is vulnerable to ethnic strife. As it has moved from an authoritarian government to a developing democracy, Indonesia has experienced increas ing conflict. Clashes initiated by Muslim mili­tants have increased since the 1998 fall of the Suharto regime. The lea­ders of its two largest Muslim militant groups fought alongside the mujahideen in Afghanistan , gaining ties to the cutting edge of Muslim militancy. Christianity is a key target of the much of the current violence there. And it flows both ways - Christian Dayaks have burned mosques and killed Muslims. The groups also target moderate Muslims such as traditional Javanese Muslim who pray to ancestors and ancient seers. Indonesia's radical Islamists frown on mixing "pure" Islam with native beliefs.

Behind many of the terrorists' attacks at the moment stands, as the world believes, just one man - Osama bin Laden, with support of his Taliban allies. His war is as much against Islam as it is against the West. Islam is a multivocal religion; from its start, it has debated within itself the nature of its identity. Among all its varied tradition s, one thing remains clear: The acts of the terrorists in New York and Washington, the killing of Germans in Tunisia and the French in Karachi, the bombing of the giant French tanker in Yemen , the killing of Marines in Failaka and the British and Australians in the Bali explosions, the recent operation in Moscow and the justification of them by Osama bin Laden, replicate in modern guise a violent faction, the Kharaji tes, that Islam found totally anathema to the faith early in its history. This form of extremism has been inspired by the writings of influ ential modernist radicals, who believe that virtually all Islam is in a state of unbelief and needs to be reconquered. Thus, in its modern form, bin Laden's breed of extremism has much more in common with Stalin, Hitler, and Mao than it does with Islamic tradition. Like those state terrorists, bin Laden is at war with his own people . "Why should fear, killing, destruction, displacement, orphaning and widowing continue to be our lot, while security, stability and happiness be your lot? This is unfair. It is time we get even. You will be killed just as you kill, and will be bombed just as you bomb .... " - this is an excerpt of the November 12 audiotape by Osama bin Laden. Bin Laden and his extremists are evil and simple, and Islam is not. There is one great spiritual and political truth, which reverberates through our present discontents: that all persons are equal in the eyes of God, and that equality, if made manifest, can secure peace, freedom , and repre­sentative government. By recognizing bin Laden's evil for what it is, Muslims have the opportu­nity for self-reflection on what their religion truly means . And by recog­nizing bin Laden's evil for what it is, we can better recognize what is good in our own society, as well as in other societies, and begin to nur-ture it.

Sources: S.P. Huntington "The Clash of Civilisations) The next Pattern of Conflict" Bernard Lewis "The Roots of Muslim Rage" David F. Forte "Studies in Islamic Law: Class ical and Contemporary Applications." Faye Bowers and Peter Ford "Bin Laden is back , now as defender oflrag"

Rostra Economica

<:<:

9

Page 10: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Klaar vaar de uitbreiding?

Euhm ... Wie eigenlijk wei? leks!: Erwin van Dam

--------------------~

Nu de leren in de herkansing v66r het Verdrag van Nice hebben gestemd (de eerste keer

stemden de leren nog met 54 procent tegen), lijkt niets meer in de weg te staan van de uit­

breiding van de Europese Unie met tien nieuwe lidstaten, afgezien van Malta en Cyprus alle­

maal voormalige Oostbloklanden. Nederland speelt een twijfelachtige 'bij-nader-inzien-mis­

schien-toch-maar-liever-niet' -rol op het Europese toneel, met felle kritiek op een aantal kan­

didaat-Ianden. De demissionaire status van het kabinet versterkt de positie van Nederland

natuurlijk niet. Toch blijft de vraag of uitbreiding verstandig is. Want afgezien van het feit dat

er in sommige kandidaat-Ianden nog veel moet gebeuren op economisch, politiek en bestuur­

lijk gebied, ligt het grootste probleem bij de EU zelf. De vraag is of de EU wei klaar is voor

een uitbreiding met tien nieuwe lidstaten in 2004 en nog eens twee in 2007.

De EU heeft begin oktober rapport uitgebracht over de voortgang van de kandidaat-landen. Tien landen (EstJand, LetJand, Litouwen, Polen, Tsjechie, Slowakije, Slovenie, Hongarije, Cyprus en Malta) worden geschikt geaeht om in 2004 toe te tteden. Hun voortgang op econo­misch, politiek, bestuurlijk en sociaal terrein is voldoende of geeft in ieder geval genoeg verttouwen om een suceesvolle toetteding te waar­borgen. Roemenie en Bulgarije zijn nog even in de wacht gezet en zullen niet eerder kunnen toetteden dan 2007. Over Turkije oordeelt de Unie dat de tijd nog niet rijp is om besprekingen te starten. Bij deze landen zal het waarschijnlijk niet blijven. Ook de overige Balkan-Ianden en voormaJige Sovjet-republieken zijn kandidaten voor toetteding, zij het op een vee 1 langere termijn. Toetteding van Rusland en Marokko is niet aan de orde. In december dit jaar zullen de laatste onderhandelingen beginnen tussen de kandidaat-lidstaten en de Unie. De regeringsleiders zullen op een Europese top in Kopenhagen beslissen welke landen mogen toetteden. Us en weder dienende zullen dan in 2003 de toettedingsverdragen wor­den geratificeerd. In vee I kandidaat-landen zal de bevolking zich middels een referendum kunnen uitspreken over toetreding, de parlementen van de huidige 15 lidstaten mogen omdelen en tenslotte kan ook het Europees Parlement nog roet in het eten gooien. Zover zal het naar aile waarschijnlijkheid niet komen. Er staat voor aUe partijen simpelweg te

10 Rostra Economica

veel op het spel. Niet aileen zou jaren werk naar de pruUenmand verwe­zen worden, ook de geloofWaardigheid van alle partijen zou een enorme deuk oplopen.

Een goede buur ... Het belangrijkste argument vaar de uitbreiding is politiek-historisch. Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog zijn de Europese landen steeds meer en nauwer met elkaar gaan samenwerken. De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, de voorloper van de huidige EU, begon in 1958 met 6 landen: (West-) Duitsland, Frankrijk, Italie en de Benelux. Later volgde uitbreiding met aehtereenvolgens het Verenigd Koninkrijk, lerland en Denemarken (1973), Griekenland (1981), Spanje en Portugal (1986) en Zweden, Finland en Oostenrijk (1995) tot het hui­dige aantal van IS . De val van de BerIijnse Muur en daarmee de ineen­storting van de Sovjet Unie met haar satellietstaten in Oost-Europa luid­de een periode in van demoeratisering en bekering tot de vrijemarkteco­nomie aan de oostgrens van de Unie. Vroegere vijanden werden goede buren. Europa was (en is) bet moreel verplicht deze landen op elke mogelijke manier te ondersteunen om een geslaagde ttansitie te garan­deren.

Page 11: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Een succesvolle overgang is ook in het be lang van de Unie zelf. De oor­log in het voormalige Joegoslavie heeft nog maar weer eens aangetoond wat een oorlog in de buurt tot gevolgen kan hebben. En potentiele con­flicten zijn er genoeg in Midden- en Oost-Europa. De EU heeft bewezen dat verregaande integratie op bestllurJijk en economisch vlak oude won­den kan genezen: bedenk dat het nog maar 60 jaar gel.eden is dat de Europese as, Frankrijk en Duitsland, elkaar bevochten. Als de uitbrei­ding van de EU tot gevolg heeft dat Oost-Europa veiliger wordt, dan wordt het dat in West-Europa ook. Sail/ant detail wat dat betreft is de zaak-Cyprus. Griekenland en Turkije, de een lidstaat en de ander kandi­daat, hebben een diepgeworteld conflict over de status van het eiland. Met de toetreding van het Griekse dee I van het eiland, de enige officieel erkende helft, haalt de EU een netelige kwestie binnen haar grenzen. Ook economische motieven spelen, uiteraard, een rol. Er valt geld te ver­dienen! Als alles naar verwachting verIoopt wordt de Europese interne markt in 2004 in een keer met 75 miljoen consumenten vergroot. Wel.iswaar hebben deze 'niellwe' consumenten op dit moment nog wei­nig te besteden, maar Spanje, Portugal en Ierland laten zien wat toetre­ding voor positieve gevolgen kan hebben: Ierland, het armste land bij toetreding in 1973, staat op het punt om een nettobetaler aan de Unie te worden.

De toetredende landen zullen niet direct de euro overnemen als wettig betaalmiddel. WeI zijn ze verplicht te streven naar de criteria voor toetre­ding tot de Economische en Monetaire Unie (EMU), zoals vastgelegd in het Verdrag van Maastricht. Een van de voorwaarden is dat de munt mini­maal twee jaar stabiel mee heeft gedaan in het Europees Monetair Stelsel. De vroegst mogelijke datum voor invoering van de euro is de nieuwe lan­den is dus ergens in 2006.

Criteria In het Verdrag van Kopenhagen (1993) zijn de eisen waaraan nieuwe lid­staten moeten voldoen vastgelegd. Volgens deze Kopenhagen-criteria moeten de kandidaat-Ianden (I) stabiele democratieen zijn die mensen­rechten eerbiedigen en minderheden beschermen, (2) werkende markt­economieen hebben, en (3) over voldoende juridische en ambtelijke capaciteit beschikken om de EU-regels te handhaven. De eerste twee cri­teria zijn 'hard', over deze valt niet te onderhandelen. Met het laatste cri­terium ligt dat anders. Uitstel is op sommige onderdelen mogelijk en er wordt op dit moment gewerkt en onderhandeld over overgangsregelin­gen. Deze regelingen werken twee kanten op. Een voorbeeld zijn interne grenscontroles. Er is op dit moment nog weinig vertrouwen in, bijvoor­beeld, de Poolse douane die straks de oostgrens van de Unie moet gaan bewaken. Grenscontroles tussen Polen en Duitsland zullen dan ook nog niet direct gaan verdwijnen. In een aantal kandidaat-landen moet nog flink wat gebeuren. Met name Polen en Slowakije zullen nog hard moeten werken om in 2004 helemaal klaar te zijn voor een succesvolle toetreding. Beide landen hebben nog steeds corruptie en een zwak ambtelijk apparaat. Het wordt een lastige klus om voor de toetreding tienduizenden pagina's aan Europese regel­geving om te zetten of te implementeren in nationale wetten . Maar het grootste probleem ligt niet bij Polen ofSlowakije. Het grootste probleem ligt binnen de EU zelf.

UjtbrejdjngEU

Hervormingen noodzaak De EU is namelijk helemaal niet kJaar voor uitbreiding. De EU dreigt een op drift geraakt schip te worden waarvan niemand weet waar het zal stranden. Hoe kan een Unie van 25 lidstaten opereren waneer de besluit­vormingsprocessen zijn gebaseerd op een Unie van zes lidstaten? De uit­breiding is weliswaar vastgelegd in het Verdrag van Nice (het verdrag waar de Ieren in een tweede kans toch maar 'ja' tegen zeiden) , maar dat wordt algemeen beschouwd als een noodoplossing. Ieder land mag bij­voorbeeld een commissaris voor de Ellropese Commissie blijven leveren, maar niemand weet waar je 25 commissarissen in hemelsnaam zinvol mee bezig moet laten houden . Of denk aan het aantal vertalers en tolken dat straks in Brussel (en eens in de zoveel tijd ook nog in Straatsburg) moet rondlopen. Bovendien is het democratisch gehalte van het instituut waar nu al meer dan de helft van al onze wetten vandaan komen zeer twij­felachtig, met slechts beperkte middelen voor het Europees Parlement. Toegegeven, er wordt op dit moment gewerkt aan verbetering. Een com­missie onder leiding van de Franse oud-president Valery Giscard d'Estaing, de zogenoemde Europese Conventie, is bezig met een nieuwe Europese grondwet. Maar veel verder dan een discussie over de naamge­ving van de Unie (Europese Gemeenschap, Europese Unie, Verenigd Europa ofVerenigde Staten van Europa) en duaal burgerschap (nationaal en Europees) lijkt het op dit moment nog niet te gaan.

En dan is er nog het probleem van het krankzinnige en achterhaalde Europese gemeenschappelijke landbouwbeleid. De EU 'ondersteunt' de Europese boeren elk jaar met 40 miljard euro aan directe subsidies, meer dan de helft van de hele Europese begroting. Het gevolg is boterbergen, hoge voedselprijzen voor Europese consumenten, schade aan het milieu en benadeling van boeren in de derde wereld. Maar de voorstanders van het gemeenschappelijke beleid , met name de Fransen, gesteund (opmer­kelijk genoeg) door de Duitsers, hebben hervormingen weten uit te stel­len tot in ieder geval 2006. Nederland is daar niet blij mee, en terecht. Schattingen wijzen uit dat uitgaven aan landbouw na de uitbreiding nog eens met 20 miljard euro per jaar zullen toenemen. Nederland staat niet helemaal aIleen (ook de Engelsen vinden het niet echt een prettig voor­uitzicht), maar vee I valt er niet aan te doen.

Nederland staat (ineens) kritisch tegenover uitbreiding van de EU. Sinds 1990 kost het lidmaatschap van de Unie meer geld dan het oplevert. Voor andere landen geldt dat inmiddels ook, maar relatief is Nederland de grootste nettobetaler. Het verschil tussen ontvangsten en uitgaven zal door de uitbreiding zeker niet kleiner worden. Dat is op zich niet erg. Veiligheid heeft een prijs. En Nederland profiteert, zij het minimaal, eco­nomisch gezien ook van de uitbreiding. Wellicht dat de krapte op de arbeidsmarkt deels kan worden geholpen met arbeidskrachten uit het Oosten. Natuurlijk hebben verregaande hervormingen van de gemeen­schappelijke landbouwpolitiek en verbetering van het democratisch gehaJte van Europa prioriteit. Het uitstellen van uitbreiding nu zou ech­ter dramatische gevolgen hebben. Politieke chaos, economische instabi­liteit, maatschappelijke ontwrichting en, niet onbelangrijk, gezichtsver­lies. Maar bovenal zou Oost-Europa het gevoel hebben weer in de steek gelaten te worden door het rijke Westen, iets wat het al eens eerder mee­maakte. En dat heeft het, na aIle inspanningen, niet verdiend.

Rostra Economica 11

Page 12: 2002 - Nummer 245 - december 2002

One of the most dreadful memories of our childhood is the

family gatherings every now and then. All those fat aunts

A tea c her and uncles, smelling (stinking??) of really horrible perfu­

mes, kissing (strangling???) you, and saying:"Ooh, look at

ora policeman?

her!!! Hasn't she grown? Oh my god, what grade are you

in already? Oh my god, 3rd?Time flies ... " And then they

would wonder off to their dreamland, starting with "Ooh,

wasn't that lovely, when we were kids. Everything was so

Then comes the unexpected attack. "So, what do you want to be when you grow up?" Silence in the room. Now, the thing is, they 'd put it in such a n innocent way, as if they were really interested in your pers onal plans for the rest of your life .. . And you are a child , and you believe them .You don 't see that behind all this, there is this whole strategy of assessing a nd measuring you. You, your parents, your chances of beco­ming a normal adult, your background , your future, your possible future wife etc. So you, being so young and na'ive don't understa nd all this. And you give them an innocent answer. Hopefully, you pick between the 3 classic ones: "a teacher", "a policeman" or "a fireman". But what if you are not that smart when you are a kid ?

My parents, with no doubt, had lots of social trouble with having a daughter who since she

12 Rostra Economica

lext Katrin Malin easy ... bla bla bla" ... The only good thing about this bla

bla was that they'd forget about you, and leave you alone.

For a while. Till ... they finally get bored.

was four, wanted to be a radio operator on a ship (And I am still thinking of it, every time the exams are on). But as a child, how on earth are you supposed to know what's the right ans­wer? So all you can do is wait to get older and have an easy life, to become an adult, a human being with basic human rights (like having a choice of staying away from family dinners and being able not to answer s rupid questions). But then you grow up. And it hits you : that litt­le question was a piece of cake. You could give the right answer and everyone would be proud of you, no matter whether you meant it or not, whether you were going to actually do it or not. But now .. . Hmmm, you are at a point where you need to make the real choice. For yo u. For what you are going to be happy with. And by the way- no, the pressure from all the aunties is not gone. The only difference is that you care less about what

they think (or at least yo u pretend to)- because now you more occupied with what you want. Your real life. And so you sit in the library before the exams, and you study, and in addition to all the other qu estions that you can 't answer there is the one: What am I doing this all for? What do I ac tually want to do after graduation? Maybe I should stick to the policeman-choice- th ey don ' t have study all this rubbish ... But then you decide that you are going to get a reall y good job. A REALLY good one. With lots of money. And prestige. And, the main thing­one that will make your aunties all shut up. Forever. Congratulations. You are half the way there. The only thing now is to pick the right job. And pass the interviews. And actually sta rt working. And then try to keep the job (at leas t till the next family dinner).

Page 13: 2002 - Nummer 245 - december 2002

nis-niveau van de studenten Fiscale Economie is de coiirdinerend docent meegevallen . De studenten vonden met name de stof die in de eerste helft van het yak behandeld is moeilijk. De manier van denken die daar gevraagd werd van de studenten was nieuw voor hen. Ze hebben nog niet eerder een vak met een dergelijke case-benadering gehad. Ze vonden de eerste helft van het vak bovendien abstract en vrij vaag. Het was hen niet duidelijk wat ze aan het eind van dat eerste deel zouden moeten kunnen . Men heeft weI inzicht gekregen in de materie, maar het toepassen ervan bleek dan toch erg moeilijk te zijn. De studenten zijn matig tevreden over de beschikbare informatie over dit yak. De studenten hebben gemiddeld zo'n ISO uur besteed aan het vak, exclusief de tijd die besteed is aan ten­tamenvoorbereiding en het afleggen van het tentamen. Dat is ruim de helft van de tijd die in totaliteit voor het yak staat (7-puntsvak = 280 stu­dieuren). De docenten hebben ervaren dat de tijdsbesteding van de stu­denten, evenals hun motivatie, erg wisselend is. Zij geven aan dat je dit yak aileen kunt leren als je er vee I tijd in steekt. Ondanks de door de stu­denten als hoog ervaren tijdsbesteding kan er meer van studenten gevraagd worden, gezien de verhouding tussen normtijd en bestede tijd. De colleges werden gemiddeld genomen redelijk voorbereid. Er werd niet expliciet gevraagd om de hoorcolleges voor te bereiden. De hoorcol­leges - met name in het eerste deel - waren echter weI beter te volgen indien vooraf de literatuur globaal was doorgenomen . Tijdens de colle­ges waren de studenten (zeer) oplettend, en deden naar hun eigen zeg­gen ook actief mee. De studenten vinden dat ze in dit yak gestimuleerd zijn om actief met de stof aan de slag te gaan . Ze zijn van mening dat ze ook tamelijk goed gestimuleerd werden om de stof vanuit een kritische instelling te benaderen. De studenten zijn niet tevreden over de hoorcol­leges in de eerste helft van het yak (deze waren gezamenlijk met studen­ten Bedrijfseconomie). Veel studenten vinden dat de stofin de hoorcolle­ges minder diepgaand behandeld zou moeten worden. De klankbord­groepstudenten geven ze aan dat de hoorcolleges vrij theoretisch zijn en dat het naar hun idee goed zou zijn als cijfermatige interpretaties van de theorie (toepassingen) al eerder aan bod zouden komen. Ook speelt een rol bij het lage oordeel dat de het eerste deel van het yak als vrij vaag erva­ren is door de studenten. Verder geven ze aan dat het tempo in de hoor­colleges te hoog was om het echt te kunnen volgen als de literatuur niet voorafbekeken was . Als dat weI gebeurd zou zijn, zouden de hoorcolle­ges waarschijnlijk hoger gewaardeerd zijn. De studenten zijn zeer tevre­den over de hoorcolleges in het tweede deel van het vak. Deze hoorcolle­ges waren goed te volgen waren: er werd goed aangesloten bij de kennis die de studenten al hadden, ze waren goed gestructureerd, en er was ruimte om vragen te stellen. De studenten geven de werkcolleges in het eerste deel van het yak een krappe voldoende. Het niet al te hoge cijfer voor de werkcolleges heeft waarschijnlijk veel te maken met het feit dat de cases zo moeilijk waren. Doordat er niet een goed antwoord was kwam men er tijdens de werkcolleges niet precies achter wat men fout gedaan had. De studenten zijn zeer positief over de werkcolleges in het tweede deel van het yak. Het belangrijkste kritiekpunt van de klankbord­groepstudenten op het boek 'Business Analysis and Valuation' is dat de stof moeilijker is dan dit boek doet vermoeden. Het boek van Ernst & Young vinden de klankbordgroepstudenten inhoudelijk goed, maar erg theoretisch. De artikelen in de reader vindt men erg moeilijk. De klank­bordgroepstudent die het tentamen gedaan heeft yond het een pittig, maar weI een goed, representatieftentamen, wat aan zijn verwachtingen voldeed. De coiirdinerend docent is van mening dat het tentamen veel­omvattend was.

In de eerste collegeweek wordt voortaan duidelijker het belang van het yak aangegeven naar studenten toe: wat is de plaats van het yak binnen hun studie en welke verbanden zijn er met de latere praktijk waarin de afgestudeerde gaat functioneren? De noodzakelijke voorkennis van stu­denten zal duidelijker gecommuniceerd worden, en er zal per week aan-

40 Rostra Economica

gegeven worden wat de student moet kennen en welke vaardigheden eigen dienen te worden gemaakt. Ook zal expliciet worden vermeld dat met name de stof van de eerste zeven collegeweken een wat abstracter karakter kent en daarmee samenhangend ook een relatief grote ins pan­ning vergt van studenten. Studenten zullen beter geattendeerd worden op een juiste voorbereiding op het hoorcollege in de eerste zeven colle­geweken. Bij de hoorcolleges in de eerste zeven collegeweken kan door middel van enkele concrete cijfervoorbeelden de duidelijkheid en begrij­pelijkheid van de collegestof voor studenten belangrijk toenemen. De cases moeten enkele dagen voorafgaand aan het werkcollege ingeleverd worden, zodat tijdens het werkcollege door de docent meer feedback op de uitwerkingen van studenten gegeven kan worden en niet slechts een oplossingsrichting wordt besproken. De artikelen die in de eerste zeven collegeweken bestudeerd moeten worden, worden voor de fiscaal econo­men in aantal gereduceerd.

InJeiding Leven 2 (w/40IO) ( 'Basisactuariaat 2' )

Rtspons eindura,llmlijst: 26 studenten (70% uan het aantal uan 37 onderwijsinschrijuin,llm) Eind .... preking kJankbordgroep, doc<n~ drie sruden .. n

gemeen oordeel over het vak Algemeen oordeel over het lesgeven van de docent

1gemeen oordeel over de literatuur Algemeen oordeel over het tentamen

7,7 6,8 7,0

De studenten zijn positief over het yak als geheel. De klankbordgroep­studenten geven aan dat ze met name de huiswerkopdrachten die vrijwel wekelijks ingeleverd moesten (konden) worden erg prettig vonden, omdat zij daardoor gestimuleerd werden met de stof aan de slag te gaan. Ook waren zij te spreken over de opzet en invulling van de colleges. Ze hadden een duidelijke meerwaarde ten opzichte van de literatuur. Ook de docent is tevreden over hoe het vak verlopen is. Hij heeft dit jaar voor het eerst met dit type huiswerkopdrachten gewerkt, en dat is goed bevallen. De studenten vinden het beginniveau van het vak goed. Naar de mening van de docent zijn zowel Inleiding Leven I als enige statistische kennis uit Kansrekening en Statistiek I noodzakelijk om Inleiding Leven 2 te kunnen volgen. De studenten vinden de moeilijkheid van de stof goed. De studenten zijn zeer tevreden over de informatie die ze gekregen heb­ben over dit yak. Ook de informatie via Blackboard was goed. De stud en­ten besteedden in hun totaliteit gemiddeld zo'n 70-75 uur aan dit yak. Dat is 46% van de tijd die voor het yak staat (4 studiepunten = 160 uur) . De klankbordgroepstudenten geven aan dat je om de opdrachten te kun­nen maken de stof moet begrijpen, maar dat het verder vooral een kwestie is van oefenen: als je het begreep, was het niet nodig om nog veel te leren. De colleges werden over het algemeen matig voorbereid. Het was volgens de studenten niet noodzakelijk om het college voor te berei­den om het te kunnen volgen, en dat vinden ze prettig. De stof wordt toch weI bijgehouden door het maken van de opgaven. Er worden diver­se suggesties gedaan om studenten te stimuleren meer te doen. Feit is in elk geval dat er meer van de studenten gevraagd kan worden dan op dit moment, en dat in elk geval een deel van de studenten (de niet-geslaag­den) dat nodig lijkt te hebben. Tijdens de colleges werd goed opgelet, en er werd redelijk actief meegedaan. De studenten vinden dat ze in dit yak redelijk gestimuleerd zijn om actief met de stof aan de slag te gaan en enigszins om de stof vanuit een kritische instelling te benaderen. De stu­denten zijn positief over het college als geheel. Ze waarderen met name de opbouw van de colleges, het aangeven van de structuur van het yak en de grote lijnen in de stof en het zonodig nog eens uitleggen van moeilijke onderwerpen. Wat minder positief zijn ze over het aangeven van de ver­eiste voorkennis en van de relatie met andere vakken in de opleiding. Wat de klankbordgroepstudenten met name goed von den aan de colleges

Page 14: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Bezuinigen

Hoger

Onderwijs:

contradictio in

terminis

ekst: Linda van Beek, Voorzitter ISO

Nu twee maanden later is men in Den Haag nog niets wijzer geworden. Universiteiten, hogescholen en studenten voeren overleg met de staats­secretaris, Annette Nijs. De bezuinigingen lopen in 2006 op tot 358 mil­joen Euro. De manier hoe deze bezuinigingen opgevangen gaan worden is onbekend. Grote tegenstellingen hangen in de lucht. De Ene dag roept de staatssecretaris dat een tweede en derde studie niet meer bekostigd mag worden, de andere dag wordt ze teruggefloten door de minister, van der Hoeven en had ze het nooit lo gemeend. De Ene dag stelt de staatssecretaris de bekostiging van de master ter dis­cussie, de andere dag belooft ze dat zoJang zij er zit de master bekostigd zal blijven.

De duurdere collegegelden die door collegegelddifferentiatie gevraagd zouden worden, zouden door de overheid voor de student gecompen­seerd worden middels een bems. Vervolgens zegt de staatssecretaris toe dat het collegegeld niet verhoogd za l worden. Proefballonnetjes reiken tot aan de heme!. Zo ook de kritiek die de in stel­lingen en de studenten 12 november hebben laten horen.

De uitspraken van de staatssecretaris moesten worden gezien als een bij­drage aan de discussie, niet meer en niet minder. Is hier wei sprake van een proefballon? Of gaat het om ondoordachte plannen of een slechte co mmunicatie tusse n de bewindslieden op het departement onderwij s? Wat nog staat zijn de bezuinigingen. ls hier ook niet sprake van een proefballonnetje dat per ongeluk formeel is vastgelegd in de begroting? Tijdens de opening van het academisch jaar was een klaagzang vanuit de

14 Rostra Economica

-

Het regeerakkoord voorspelde weinig goeds voor het

Hoger Onderwijs. De claim vanuit universiteiten, hoge­

scholen, studenten en vakbonden, om Hoger Onderwijs

op de beleidsagenda van het rijk te zetten, was gehoord.

Maar op een andere manier dan bedoeld: Bezuinigingen

van 143 miljoen Euro werden in het vooruitzicht gesteld.

Tevens was de zinsnede "mogelijkheid tot collegegelddif­

ferentiatie en selectie voor opleidingen met een evidente

meerwaarde" in het regeerakkoord opgenomen.

universiteiten te horen. De bezuinigingen gingen te ver, men was allang door de ondergrens heen gezakt. Men zou afbreuk moeten doen aan het personeelsbestand of de boekencollectie. Ook op de hogeschoJen was de kritiek groot. Het collegegeld zou ver­hoogd moeten worden ofhet bindend studieadvies lOU zwaarder gehan­teerd moeten worden. Nijs pretendeerde goed overleg te hebben gevoerd met de universiteiten en hogescholen . Dit verhaal was echter niet te rijmen met het feit dat de instellingen op 12 november voorop liepen. De staatssecretaris beloofde dat de toegankelijkheid en kwaliteit niet lOuden verminderen door de bezuinigingen. Tevens zou de student het niet in zi jn portemonnee voeJen. De ambities om tot de top van de kenniseconomie te behoren zijn groot, maar bezuinigingen passen daar toch niet bij? Welke mogelijkheden tot bezuinigingen zijn er nog? Universiteiten en hogescholen kunnen de bezuinigingen niet dragen, het collegegeld mag niet verhoogd voelen, want dan is de student weI de dupe van de bezui­nigingen en uit onderzoek blijkt dat het bedrijfsleven niet geneigd is het Hoger Ondenvijs te sponsoren.

Ook na de behandeling van de onderwijsbegroting is de manier waarop er bezuinigd kan worden nog onduidelijk . Had men niet beter eerst kun­nen kijken waarop er bezuinigd kan worden , voordat men de bezuini­gingen formeeJ in ee n begroting vast legt? Momenteel barst het Hoger Ondetwijs van de tegenstellingen en kan Nijs bestempeld worden als de staatssecretaris van de controdictio in ter­minis. Hieruit valt een conclusie te trekken: "zint, v~~r gij begint!".

Page 15: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Eigen bedrijf

Ondernemen?

Waarom start ik geen eigen bedrijf? Een vraag die velen zich nog maar enkele jaren geleden stelden. De dot-com hype was op z'n hoogtepunt, geld was in grote hoeveelheden voorradig, 2S-jarigen stapten uit hun Porsche hun kan­toor aan de gracht binnen, in crea- rooms zaten medewerkers de halve dag TMF te kijken om ideeen op te doen en iedereen dacht dat zelfs de struiken tot in de hemel groeiden. De bubbel knapte en de rest is bekend. Te veel managers die dachten voor ondernemer te kunnen spelen, keerden zo weer terug bij hun ouwe vertrouwde werkgever. Een ervaring rijker, een illusie armer.

Juist nul

Oat het starten van een Internetbedrijf niet meer het walhalla is en de kapitaalmarkt een forse toon lager zingt betekent echter niet dat het ondernemerschap ten onder is gegaan. Sterker nog, juist in deze tijden van economische tegenspoed is onder­nemerschap van levensbelang. Bedrijven zijn naar binnen gekeerd, huren advocaten in om hun perso­neelsbestand van wat vetranden te ontdoen en reorganiseren zich rot. Kansen in de markt benutten? Even in de koelkast. Innoveren? Nu even niet.

Dit scenario biedt perspectieven voor startende ondernemers. Voor mensen die naar de markt luisteren en niet aileen naar negatieve nieuws­berichten. Ene meneer Gates stante ooit zijn bedrijfje Microsoft onder vergelijkbare economische omstandigheden en ook Cisco en HP zagen het daglicht bij zwaar weer. Zij maakten handig gebruik van de lacunes die in de markt vielen en pikten in sommige gevallen de kruimels op die grote bedrijven Jaten liggen . Kruimels die later gouden eieren bleken te zijn.

ProbJeem is vaak dat ideeen blijven liggen in het achterhoofd van vele mensen. En als ze dan eens geopenbaard worden volgen vaak ontmoedi­gende reacties. Zeker in Nederland met zijn calvinistische inborst. Zo'n reactie is meestal al genoeg om het idee voor altijd te verbannen. Nu is deze houding weI wat veranderd gedurende de afgelopen jaren. Tal van initiatieven zijn ontstaan om juist dit soort ideeen door goede sluizen te leiden om tot wasdom te komen. Zo begeleidt New Venture initiatief-

rijke deelnemers op vele manieren gratis met het schrijven van het bus­inessplan en starten van het innovatieve bedrijf. Zo worden aspirant ondernemers gedwongen hun ideeen eens op papier uit te werken (met deadlines!) en kunnen ze hun idee eens tegen het licht houden bij pro­fessionals. En met resultaat: New Venture bracht in zijn 4 jarig bestaan al honderden nieuwe bedrijven voort. Dat de BV Nederland daar ook blij mee is, staat buiten kijf. De vraag, juist nu, om ondernemers die onze concurrentiepositie weer kunnen herstellen en voor werkgelegenheid kunnen zorgen is nijpend.

En als je nou zelfniet zo crea bent? am te ondernemen is meer nodig dan aileen een goed idee. Het vergt daadkracht, overtuigingskracht, doorzet­tingsvermogen, planning, coordinatie, etc. Kortom genoeg competen­ties die vaak niet in een persoon verenigd zijn. Ondernemen doe je dan ook in een team waar aile kwaliteiten in vertegenwoordigd zijn. Zoek elkaar op en vul elkaar aan!

Natuurlijk droomt het gros van de studenten nog steeds van het ManagementTraineeship bij een internationale reus. Een veilige keus die niet zelden leidt tot een leuke carriere. Voor dat je echter behoort tot de vele mensen die dromen van een eigen bedrijf is ondernemerschap als keuze het overwegen waard.

Arnoud Verhage Programma Manager de Baak, Management Centrum VNO-NCW «

Page 16: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Afgelopen November, om precies te zijn 12 november, was er een grootse studenten­

manifestatie op het Museum Plein. Om ook de belangen van de economiestudent te

behartigen was de Rostra Economica daarbij. Een kort relaas . ..

De dag ...

De manifestatie begon goed. De eerste spandoeken boden hoop: de leuk­ste was weI deze, " geen gemier, gratis bier! ". NatuurIijk waren er ook serieuzere span­doeken , maar de sfeer was goed. Er heerste een hele jolige sfeer. Maar weI een waarin een duidelijke boodschap was naar het demissionair kabinet in Den Haag. Met ons valt niet te sollen, blijkend ook uit de men­sen, nier aileen studenten, maar ook leraren , anarchisren en andere belanghebbenden die Amsterdam en Nederland rijk die in grote getalen kwamen opdagen.

Sraarssecretaris Nijs (Demissionair* nota bene!) was weI zo sportief om op te komen dagen. Wat ze precies te verrellen had was nier helemaa l duidelijk re horen, aangezien haar demissionaire stemme~e her verbale studentengeweld niet aankon. Om her Amsterdamsche volk bewust te rna ken van de onnozele maatregelen van de staa rssecreraris , hielden de aanwezige studenten een optocht door de stad.

Ondertussen ging de Rostra Economica met een gez onde dosis Amsterdamse bluf richting de perstenr en voelde demiss ionair staatsse­cretaris Nijs aan de tand:

Rostra Economica: "Staatssemtaris Nijs, kan dat weI, zo'n proljballon terwijl het kabinet en ook u demissionair bent?" Nijs: "Haagsche blabla." Rostra Economica: 'Tja, die Haagsche taal is niet ech t veranderd, dat was zekm die nieuwe politiek."

16 Rostra Economica

Later op de manifestatie was er een lijsttrekkersdebat. De aanwezige lijsttrekkers waren Thorn de Graaf (066), inmiddels ex-lijsnrekker Paul Rosenmolier (Groen-links). De VVD was afi"vezig aangezien Gerrit Zalm vond dat met staatssecretaris Nijs de VVD al vertegenwoordigd was, het was ook niet erg politiek opportuun om daar aanwezig te zijn. De Pvda had haar woordvoerder onderwijs, op dat moment wist de partij haar lei­der nog niet. Op die dag was namelijk hun partijcongres waar Wouter Bos tot de definitieve Jijsttrekker werd gekozen. Het CDA was ook ver­tegenwoordigd met haar woordvoerder onderwijs. Het zou natuurlijk erg hilarisch zijn voor het studentenpubliek als de staatssecretaris van onderwijs Nijs (VVD) iets oppen, terwijl even later de minister van onder­wijs Van der Hoeven (CDA) iets anders zou zeggen . Inhoudelijk waren de lijsttrekkers het over eens dat snijden in het hoger onderwijs funest is VOOf de ontwikkeling en de toekomst van Nederland. Gezegd dient de worden dat het niet echt een debat was. Je moetwel heel erg sterk in je schoenen staan, wil je tegen al die studenten die tegen je zijn een debat aandurven .. .

Slot ...

In dezelfde week bleek in de tweede kamer dat de voorstelien van staats­secretaris Nijs slechts proefbalionnen waren. Er bleek niet genoeg draagvlak in de kamer te zijn om haar plannen door te zetten. Dit krijg je a ls nieuwelingen de politieke mores van het spel niet kennen ... Inzetten voor de goede zaak helpt!

*Demiss io na i" Onts!ag aangeboden heb bend. Demissionair kabinet e.q. mini ster: kabinet e.g. minister die na onlslag te hebben ingediend , de lopende zaken nog behandelt, maar vraagstukken waarover de politieke meningen verdeeld kunnen zij n, niet meer aansnijdr. Bron: Jurist,n woordenboek

Page 17: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Staking

In het kort waarom de manifestatie:

• In 4 jaar 358 miljoen euro bezuinigen

op het hoger onderwijs

• Collegegelddifferentiatie, wat bete­

kent dat opleidingen zelf hun college­

geld mogen bepalen

• Meer geld vanuit het bedrijfsleven om

opleidingen te financieren

Wat vinden de studenten hiervan?

Pauline (22) studeert Economie aa n de VU in Amsterdam, en doet daarnaast ook nog een tweede studie : Italiaans aan de UvA. Omdat daar de toffe mensen zinen. Haar voornaamste reden om te demon­steren is het besluit van s taatssecretaris Nij s dat een tweede studie in het vervolg zelf betaa ld moet worden. Dit zou voor haar het einde van haar studie ftaliaans betekenen. 'BelacheJijk', vindt zij. Verder vindt ze dat er niet meer bezuinigd mag worden op onderwijs. Edward (24),

ook student Economie, is het roerend met haar eens : 'Goed onderwijs moet voor iedereen toegankeJijk zijn, en dus niet gekoppeld aan inko­men. Nederland is een sociaal land , waa r iedereen recht heeft op onderwijs. Het is natuurlijk ook goed voor de economie als mensen goed opgeleid zijn. Op deze manier snijden we onszeJf eigenlijk in de vingers. Het feit dat hij zelf 7e jaars student is speeJt ook mee: 'Oat kan dus over een tijdje niet meer' .

Bob (25) is net afgestudeerd aan de TU in Enschede. Toch vindt hij het beJangrijk om nu nog te komen demonsteren.Yolgens hem zal door de voorges telde bezuinigingen de belangrijkste en sterkste eigenschap van een student verdwijnen: innovativiteit. 'Bedrijven zijn gei·nteres­seerd in studenten die vernieuwend zijn . Ais universiteiten niet meer onafhankelijk zijn maar door het bedrijfsleven gefinancierd worden, zullen studenten precies zo opgeleid worden als de bedrijven ze willen hebben . Verder is bezuinigen op onderwijs funest voor de economie. De studenten zijn tenslotte degenen die de economie uiteindelijk in stand moeten houden.' Of deze demonstratie daadwerkelijk zin heeft weet hij niet, maar ' het is weI belangrijk dat er een signaal wordt afge­geven en wie weet volgen er besprekingen ' <

Rostra Economica 17

Page 18: 2002 - Nummer 245 - december 2002

EnlargementEU

The enlargement of the European Union leksl: Robert Picauly

In this article the pros and cons of the European enlargement will be dis­

cussed from a more general point of view. First, the pros will be discussed

and then the cons.

The pros of enlarging the European Union:

First, the European Union has a historical chance to enlarge itself with more territory. What dictators and other cronies tried (Napoleon, Kaiser Wilhelm, Hitler, and many many others who tried with force and failed it such a grand way) is now thrown into our hands by the former commu­nist states of eastern europe, who are looking for membership.

Second, the European Union has had a great success in reuniting a con­tinent shattered by the Second World War. Member states get clear bene­fits from joining the European Union. Trade and travel among member states have increased and prosperity among member states have increa­sed also. All these are clear benefits who should also be extended to other states who want to join the European Union.

Third, the world is dividing into major trading blocks. NAFTA and Mercosur are growing and a Free Trade Area of the Americas is propo­sed, as are developments within ASEAN. The enlargement of the European Union will make the trade zone larger and will strenghten the European Union for future competition with these other trade blocks.

Fourth, generosity must be shown in welcoming former communist sta­tes into the European Union. Our future security depends upon it, since welcoming these states to the European Union will avoid possible future resentment.

The cons of enlarging the European Union:

Although in the past the European Union may have achieve these bene­fits as peace, stability and prosperity as mentioned above. The benefits of the enlargement for the the current member states are doubtful. Let'S face it the states looking for membership are relatively poor in com per­ison to the current member states. Enlargement of the European Union will create social unrest cheap labour from new member states will flow into the Union,cutting labour prices and creating social unrest between new commers and the present workers. The benefits versus the costs of enlargement are not clear and very doubtful, due to lack of information.

Second, as we have seen member states act in their own interests, will enlargement just benefit a few member states or all member states. What are the true motives of enlargement? As we have seen France has her own

18 Rostra Economica

agenda in international affairs are they the same as the European? Great­Britain is more in touch with our transatlantic friends, what is her agen­da? All doubtful agenda's. Do we all have the same goal? Third, the time is not ripe yet for the enlargement of the European Union. Huge changes have been made, a single currency, looking towards and forming a European Defence Force. And the Schengen trea­ty which makes it possible of free movement of goods and people within treaty countries. All huge changes who need time to consolidate. Taking an enlargement as this could end in disaster. It is going too fast.

The citizens of the Union don't have a clear saying in this proces it is a more top-down approach rather than a buttom-up. Does the enlarge­ment have enough support? Are the citizens of present member states behind this idea of enlargement) Are democratic institution safeguarded with enlargement and are they also clear to the citizens? Too many questions and so few answers. Too many doubts and too few assurences.

The enlargement has also a geopolitical danger. Does Russia see this enlargement as a threat to her borders? Russia will be very suspicious. Tanting Russia is in nobodies interest.

Conclusion*

Alhough, the enlargement has benefits there are also a lot of questions. A clear benefits versus costs analysis is not available. Due to the lack of information there is a lot uncertainty.

However, this is a great historic opportunity, how many times in history will a country voluntary give up parts of it sovereinity. But also for the future to avoid resentment between the have not, coun­tries seeking membership and the have, EU countries. Avoiding resent­ment is also avoiding possible future conflict. Enlargement, with safe­guarding of democratic institutions and citizens involvement, should be encourged.

~This conclusion is based upon the assumption that EU farmer subsidies will be cut.

Page 19: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Wil iii ie wei orienteren op de arbeidsmarkt?

ureus

BIG ' .. CUlT.,raY,.,"f.'''.

"D.IJ"KU.DI

ColI~it lui d~ Disp"/~ring/te \I-.4;",r,·.~", I . ir, '-iit .. iI ... ~., ...

QViib:>

Page 20: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Junkmail of gerichte informatie? . Genoeg van al die junkmail, maar wei ge'interesseerd in informatie over bedrijven en alles wat ze aanbieden? De huidige arbeidsmarkt biedt studenten Bedrijfskunde en Economie veel kansen. Direct Future biedt jou de mogelijkheid je goed te orienteren op deze arbeidsmarkt, zodat jij geen kansen mist. Zo bepaal jii zelf de gebieden waarover ie informatie wilt ontvangen. Hierdoor word je op de hoogte gehouden over ontwik­kelingen en activiteiten op jouw toekomstig werkgebied.

Wat moet ie doen? Geef op het inschriifformulier je interesses aan en lever het in bij je studievereniging of stuur het Ope Met nog geen twee minuten werk verzeker je jezelf van de juiste infor­matie.

Wat kriig ie hiervoor terug? Vanaf het moment dat je in ons bestand wordt opgenomen, ontvang je gerichte infor­matie over activiteiten van bedrijven, zoals events, in-house dagen, (internationale) stages, vacatures, business courses en workshops. Daarnaast word je op de hoogte gel10uden van ontwikkelinge~ binnen jouw interessegebied. ~it alles <?m de stop van studentenleven naar de arbeldsmarkt zo soepel en eenvoudl9 mogehlk te laten ver­lopen. Aile gewenste informatie automatisch op je deurmat, zonder direct je cv of moti­vatieformulier in te hoeven leveren .

. Tussentijds wijzigen?

Mochten je gegevens of interesses wiizigen, geef dit dan door aan ie studievereniging, door middel van dit formulier of op www.directfuture.nl. Dit garandeert een juiste infor­matievoorziening.

Deelnemende Deelverenigingen Direct Future is een samenwerkingsverband van acht stud ie- of faculteitsverenigingen verspreid over heel Nederland. Gezamenlijk vertegenwoordigt Direct Future ruim 16.000 Economie- en Bedrijfskund~studenten aan de Rijksuniversiteit Groningen, Erasmus Universiteit RotterCiam, Vrije Universiteit Amsterdam, Universiteit Van Amsterdam, Technische Universiteit Eindhoven, Katholieke Universiteit Nijmegen, Universiteit Twente en de Universiteit Nyenrode.

Sefa De Sefa, de studievereniging van de Faculteit der Economische Wetenschappen en Econometrie,l is het contactpunt namens Direct Future op de UvA. Wil jij meer over Direct Future of onze andere activiteiten weten, dan kun je altijd contact met ons opnemen:

Sefa Roetersstraat 11, Kamer EO.02, 1018 WB AMSTERDAM, Telefoon: 020 - 627 96 53 Internet: www.sefa.nl , E-mail: [email protected]

Jouw persoonliike gegevens worden vertrouweliik behandeld Jouw persoonlijke gegevens worden vertrouwelijk Ilehandeld en blijven te allen tijde in handen van de deelnemende studieverenigingen. Ons bestand is aangemeld !;ij de Registratiekamer. Meer informatie is te verl(rijgen bij de betrokken verenigingen.

Page 21: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Startdatum studie:

& Control

Page 22: 2002 - Nummer 245 - december 2002

De hollywoodsterren houden hun koopverslaving in

bedwang door yoga; normen en waarden zijn met name

door Jan Peter in de mode in de politiek; bedrijfsethiek is

populair na het Enronschandaal. De hebzucht van de

Duurzaam ondernemen tekst: Marileen Kan

jaren negentig lijkt plaats te maken voor bezinning. Met

de wereldeconomie in het slop en groeiend gevoel van

onveiligheid is men bezorgd over de toekomst. De tijd

lijkt nu rijp om zich op duurzaamheid te richten, een

begrip dat alles omvat van het tegengaan van kinderar­

beid in ontwikkelingslanden tot ouderschapsverlof.

Duurzaam ondernemen houdt een bedrijfsvoering in waarbij naast de winst ook een positief personeelsbeleid en milieuvriendelijkheid wereld­wijd in een hoog vaandel staat. Een meer populaire term is het Triple P­principe, kort voor People, Planet, Profit. Dit door Shell geintroduceerde begrip houdt iedereen die met een bedrijf te maken heeft tevreden , van milieuactivist tot grootaandeelhouder, tevreden . Bovendien beweren duurzaamheidsvoorstanders dat de opbrengsten van duurzame beleg­gingsfondsen een hoger rendement behalen dan de 'gewone ' markt.

Dit lijkt aannemelijk gezien de kosten die een bedrijf bespaart met het Planet-aspect. Een duurzaam ondernemend bedrijfziet bijvoorbeeld niet zo snel Greenpeace aan de verbrandingsoven geketend; iets wat naast negative publiciteit ook de kosten van stillegging van de productie met zich meebrengt. Bovendien, het voorkomen van schadeclaims en boetes van NGO's, overheid en slachtoffers door veilig en schoon ondernemen heeft een positieve invloed op het bedrijfsresultaat. Het mileuaspect heeft nog meer voordelen; recycling van papier, of Ii ever nog een papier­vrij kantoor waarin naast papier ook ook print- en kopieerkosten worden bespaard. Ook de grond die een bedrijfbezit schoonhouden is voordelig; de grond za l minder snel in waarde dalen. Zelfs iets triviaals als een waterbesparend toilet is positief voor milieu en bedrijfsresultaat.

Waarom is dan niet elk bedrijf onmiddellijk overgestapt op een maat­schappeJijk verantwoorde bedrijfsvoering? Allereerst zijn er een hoop investeringen, onderzoek naar milieuvriendelijke innovaties en verande­ringen in de manier van bedrijfsvoering nodig. Hoe veelbelovend duur-

22 Rostra Economica

zaam ondernemen voor de toekomst ook is, een verandering in de manier van den ken over wat een bedrijfkan en moet doen voor de maat­schappij is gemakkelijker gezegd dan gedaan.

Bovendien is een duurzame bedrijfsvoering op veel aspecten weI duur. Neem liefdadigheid; donaties aan goede doelen, zelf projecten opzetten en oak medewerkers vrijwilligerswerk laten doen 'in de baas zijn tijd' zijn kostbare aa ngelegenheden ten behoeve van een maatschappelijk ver­antwoord beleid . Dit is echter een kleine kostenpost in vergelijking met het People-aspect. Adequate salariering en secundai re arbeidsvoor­waardenr.oals kinderopvang en ouderschapsverlofin zowel ontwikkelde als ontwikkelingslanden brengen hoge vaste kosten met zich mee. Ook de veiligheid va n de werk plek vereist wat; BP gaat hierin overigens wei ver door kantoorpersoneel te verplichten om ve iligheidsrapporten te schrijven over stapels papier op de vloer, niet goed opgeborden snoeren etc.

Het voordeel van al deze personeelskosten is dat een gene reus beleid een goede manier is om personeel aan een bedrijf te binden. Helaas is dit argument in deze economisch minder voorspoedige tijd van minder belang. Nu werknemers minder geneigd zijn om (buiten het eigen bedrijf) naar een andere functie uit te kijken, hebben werkgevers meer ruimte om in het personeelsbeleid te korten. Ter indicatie: een groot IT bedrijf besteedde in zijn jaarverslag in 2000 twee maal zoveel ruimte om haar personeelsbeleid aan te prijzen als na het barsten van de internet­bubble in 2001.

Page 23: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Het aanprijzen van de duurzame bedrijfsvoering is al een yak apart: het is zaak de we reid ervan op de hoogte te brengen van die maatschappelijke betrokkenheid. Dit betekent dat er geinvesteerd moet worden in com­municatie. Shell is een schoolvoorbeeld van hoe PR een draai van 180

graden kan veroorzaken van het duurzaamheidsimago. Hinderlijk is wei dat bedrijven die in praktijk minder duurzaam ondernemen, maar wei een goed communicatieapparaat hebben, zich effectiever kunnen pro­moten als zijnde duurzaam. Alhoewel, het duurzaamheidsimago is kwetsbaar, want zodra Shell weer in een schandaal betrokken raakt, blijft er weinig over van dat imago.

Kortom, dllurzaamheid vereist nogal wat. Toch kan het opgebouwde blijvende positieve imago zich terugbetaJen. De analogie volgend van een imago van hoge kwaliteit, is het mogelijk om een hogere prijs te vragen voor de producten om zo de hogere kosten te dekken . Dit geeft duur­zaamheid perspectief in economisch zwaar weer. Er zal altijd een groep afnemers zijn die de prijs niet als het belangrijkste criterium ziet. Een vergelijking met sllpermarkten; alhoewel de klanten van de Albert Heijn ook boodschappen doen bij de Dirk van den Broek, zullen de meesten bij de AH blijven komen.

Deze redenering geld ook andersom; in economische voorspoed zullen de klanten ook bij de Dirk blijven kopen. Dit geeft een additionele ver­I<laring waarom niet aile bedrijven op duurzaam ondernemen zijn over­gestapt: voor producten die weJiswaar minder vriendelijk geproduceerd zijn maar wei goedkoper zijn zal altijd een markt blijven bestaan. De

Milieu

afnemer speelt dus ook een rol ... ZoJang er nog voldoende consumenten zijn die hun ogen sluiten en die geen kritische houding hebben tegeno­ver bedrijven die niet maatschappelijk verantwoord ondernemen zullen niet aile bedrijven duurzaam zijn.

Van bedrijven wordt met duurzaam ondernemen vee I gevraagd . Echter, een echte kans van slagen heeft duurzaamheid aileen als de afnemers ook moeite doen. Kritiek op bedrijven is nodig, maar het belonen van bedrijven die het wei goed doen is essentieel. Door niet te kopen bij deze bedrijven en de ogen te sluiten, wordt een signaal afgegeven aan het bedrijfsleven. Als het de consument aileen om het geld gaat, waarom zou dat voor bedrijven anders zijn?

Rostra Economica 23

Page 24: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Seta

Beste student,

Er zijn nieuwe openingstijden van de Sefa-Boeken-Balie:

De nieuwe openingstijden zijn: Maandag: Woensdag: Vrijdag: Maandag en donderdag avond

12:00-14:00

12:00-14:00

12:00-14: 00

18: 30 tot 19: 30

Hieronder vind je nadere informatie over de boekenverkoop van blok 3 en 4.

Boekenverkoop Blok 3 en 4 (semester 2) 2002-2003

Afgelopen blokken was het zo dat boeken moesten worden besteld via het internet. Veel studenten deden dit niet. Omdat dit erg vervelend is geldt voor blok 3 en 4 het volgende:

Boeken hoeven niet meer te worden besteld, maar ...

• Wei zullen wij op het internet aangeven welke boeken wij zullen verkopen voor welk yak. • De prijzen die wij hiervoor in rekening brengen (vergelijk ze gerust met anderen wij zijn goedkoper!!!l • De hoeveelheden die wij hebben besteld naar aanleiding van de gegevens die docenten ons doorgeven en op basis van de verkoopcijfers van afgelopen jaren. • Ga dus zeker een keer kijken op de website www.scfa.nl en kom de boeken meteen aan het begin van het derde blok bij ons kopen want

... Op is op

Als een vak niet op de website staat is dit omdat • De docent geen boek of informatie heeft doorgegeven of omdat • er voor dit yak geen boek nodig is maar aileen een syllabus. Deze zullen wij dan verkopen. De docenten moeten syllabi zelf maken en aan ons leveren. Zodra zij ze leveren verkopen wij ze. Als zij te laat leveren kunnen wij ze ook niet eerder verkopen.

Verder begint de boekenverkoop voor blok 3 de eerste collegeweek van blok 3. Eerder worden geen boeken van blok 3 ofbijbehorende syllabi/readers verkocht. Als je meteen de eerste week komt is je kans zeer groot dat je boeken aanwezig zijn.

Mocht je vragen hebben dan kun jemailennaar balic(1i)sefa.nl

Met vriendelijke groet,

Namens de Sefa-Boeken-Balie,

van Bockel, Pleun van Bon, Judith Groen , Robert Koster en Marije Siebenga

r

Rostra Economica

Page 25: 2002 - Nummer 245 - december 2002

De studievereniging Faculteit der Economische wetenschappen en Econometrie aan de Universiteit van Amsterdam,

kortweg Sefa, stelt zich ten doe I de belangen te behartigen van de studenten aan de Faculteit der Economische

Wetenschappen en Econometrie (FEE) aan de UvA, in de ruimste zin des woords. In haar ambitie tot professionalise­

ring, zoekt de Sefa naar:

Account managers

Een account manager is verantwoordelijk voor tien bedrijven en/of overheidsinstellin­gen in zijn/haar portefeuille. En neemt plaats in de acquisitie commissie, dat onder voor­zitterschap staat van het bestuurslid Commerciele zaken.

Taken: o Het onderhouden van contacten met bedrijven en overheidsinstellingen voor de acquisitie voor Sefa activiteiten. o Het bezoeken van bedrijven/overheidsin­stellingen ter promotie van Sefa activiteiten.

Gevraagd: o Commercieel talent o lntegriteit o Drive o Commitment

Tijdsbesteding: o 2-4 uur per week

Beloning: o Een voorspong op de arbeidsmarkt o Werken aan uw nevenactiviteiten o De kick van een binnengehaalde deal oDe kans om jezelfte bewijzen!

Voor meer informatie, of een afspraak voor een orienterend ges prek, mail naar: [email protected] , of bel naar tel. 020-5254024 en vraag naar het bestuurslid Commerciele zaken, Robert Picauly.

ICT'ers

Een ICT'er is verantwoordelijk voor de elec­tronische infrastructuur. En neemt plaats in de lCT/internet commissie.

Taken: o Het onderhouden en uitbreiden van data­bases. o Verantwoordelijk voor de electronische infrastructllur van de Sefa

Gevraagd: o Nallwkeurigheid o lntegriteit o Drive o Commitment

Tijdsbesteding: o Tot 2 uur per week

Beloning: o Een voorspong op de arbeidsmarkt, neve­nactiviteiten op C.v. o Geweldige interne activiteiten , feesten, weekenden etc.

Voor meer informatie, of een afspraak voor een orienterend gesprek, mai l naar: [email protected] , of bel naa r te l. 020-5254024 en vraag naar het bestuurslid Interne zaken, Lidllina Hammer.

CHAIN

Chain is een commissie die een studiereis, afstudeerproject of onderzoek naar China zal organiseren. Voor deze commissie zijn stll­diebeurzen beschikbaar.

Taken: lle Ais commissielid krijg je je eigen taken en verantwoordelijkheden afhankelijk van hoe de commissie die zelfverdeeld. TIe De commissie kent een voorzitter, secre­taris , penningmeester en een bestuurslid acquisitie, die over sponsors gaat.

Gevraagd: o Ondernemend o Teamplayer o Drive o Commitment

Tijdsbesteding: o I dag(deel) per week

Beloning: o Studiebeurs o Relevante nevenactiviteit o Reis

Voor meer informatie, of een an praak voor een orienterend gesprek, mail naar: [email protected] of bel 020-5254024 en vraag naar her bestuurslid interne zaken, Liduina Hammer.

Rostra Economica 25

Page 26: 2002 - Nummer 245 - december 2002
Page 27: 2002 - Nummer 245 - december 2002
Page 28: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Amsterdamse Carriere Dagen 2003 Na het succes van afgelopen jaar organiseren Aureus (VU) en Sefa (UvA) dit jaar opnieuw de Amsterdamse Carriere Dagen.

De dagen zullen plaatsvinden van 20 tot en met 22 januari op Roeterseiland bij de Economische Faculteit van de UvA.

Met de enigszins terughoudende arbeidsmarkt is de noodzaak om goed voorbereid aan je carriere te beginnen groter geworden. Het vinden van een leuke baan of een interessante stage kost steeds meer tijd en moeite. am toch te vinden wat je zoekt moet er op verschillende manieren con­tact gezocht worden met bedrijven. De Amsterdamse Carriere Dagen zijn de ideale mogelijkheid om je goed te orienteren op de start van je carrie­re en om in contact te komen met recruiters van interessante bedrijven en insteIlingen. Het is een unieke gelegenheid om kennis te rna ken met (de activiteiten van) verschillende bedrijven, maar ook om jezelfte presente­reno De dagen zijn bedoeld voor aIle studenten economie, bedrijfkunde en econometrie.

welke eigenschappen ze op zoek zijn in hun potentiele werknemers . De individuele gesprekken met de recruiters van de verschillende bedrijven bieden je de mogelijkheid jezelfte presenteren en hier kun je mogelijk je eerste stage ofbaan regelen. Elke dag is er een lunch en aan het eind van de dag een borrel in cafe de Krater. 20 wordt de mogeIijkheid geboden om ook op een informele manier met recruiters in contact te komen. Aan het eind van elke dag is er de mogelijkheid om te dineren met recruiters van bedrijven. Zie voor meer informatie over de inhoud van presentaties, workshops, individuele gesprekken en diner de website www.acd.nu.

Er komen dit jaar een dertigtal bedrijven en naar verwachting zo 'n drie­honderdvijfi:ig studenten. Het aanbod van deelnemende organisaties is heel divers. Zo zullen er naast grote en middelgrote bedrijven ook over­heidsinsteIlingen meedoen, waaronder verschillende ministeries. Ook werving- en selectiebureaus zuIlen aanwezig zijn om sollicitatietrainin­gen en assessments te verzorgen.

lnschrijven kan vanafbegin december met de flyer bij Aureus in kamer 2a-II op de Vu of bij Sefa in kamer EO.02 op de UvA. Inschrijven is ook mogelijk via de website: www.acd.nu.

Namens de commissie en mijzelf nodig ik je van harte uit tot deelname aan Amsterdamse Carriere Dagen op 20 tot en met 22 januari 2003. Bij deze wens ik iedereen alvast een informatieve en succesvolle deelname toe.

Stijn van den Heuvel Tijdens deze drie dagen kun je door middel van bedrijfspresentaties en interactieve workshops een beeld krijgen van wat een bedrijf doet en naar Voorzitter Comm issie Amsterda mse Carriere Dagen 2003.

Maandag 20 januari Dinsdag 21 januari Woensdag 22 januari

09:00 - 09:25 Koffie & thee Koffie & thee Koffie & thee

09:30 - 10:30 Loopbaan Advies Centrum, Gesprekstraining BOO Accountants & Adviseurs, Sollicitatietraining KPMG, Presentatie ronde 1 PricewaterhouseCoopers, Presentatie First level Young Executives, Presentatie Centraal Planbureau, Presentatie

Deloitte & Touche, Presentatie NMa, Presentatie DSM, Presentatie Akzo Nobel. Presentatie Ministerie van Financien, Presentatie

10:40 - 11 :40 Loopbaan Advies Centrum, Gesprekstraining BDO Accountants & Adviseurs, Sollicitatietraining KPMG, Workshop ronde 2 PricewaterhouseCoopers, Workshop First level Young Executives, Workshop Centraal Planbureau, Workshop

Deloitte & Touche, Workshop NMa, Workshop Exxon Mobil, Presentatie

11 :50 -12:50 PricewaterhouseCoopers, Workshop First level Young Executives, Workshop KPMG, Workshop ronde 3 Deloitte & Touche, Workshop NMa, Workshop Centraal Planbureau, Workshop

TPG, Presentatie Atos KPMG Consulting, Presentatie Proctor & Gamble, Presentatie Ernst & Young, Presentatie Principal Consult, Presentatie Bain & Company, Presentatie

13:00 - 14:00 Lunch lunch Lunch

14:05 - 14:40 Spreker Intermezzo Intermezzo

14:50 - 15:50 Loopbaan Advies Centrum, lelfanalyse Nestle, Presentatie lNG, Presentatie ronde 4 Ministerie van Economische laken, Presentatie De Nederlandsche Bank, Presentatie Stork, Presentatie

Essent, Presentatie Principal Consult, Workshop

16:00 - 17:00 Loopbaan Advies Centrum, lelfanalyse Ministerie van Buitenlandse Zaken, Presentatie Henkel, Presentatie ronde 5 The Boston Consulting Group, Presentatie Autoriteit Financiele Markten, Presentatie Shell, Presentatie

Delta Lloyd, Presentatie Principal Consult, Workshop

28 Rostra Economica januari 2003

Page 29: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Idealisme een verloren deugd? leks! Robert Picauly

Idealisme een veri oren deugd ... In deze tijden van ik ik ik en ik. Tijden van ieder voor zichzelf en god(?) voor ons allen,

zijn idealen slechts verloren kreten uit veri oren tijden. Pragmatisme en eigen belang vieren hoogtij. Onze generatie

wordt gekenmerkt door het alles willen, kinderen, carriere maken, huisje in de Province of slechter Marbella, ach de

Quote generatie. Daar is opzich niets mis mee. Aileen jammer dat er geen ruimte is voor diepgang. De fijnere dingen

des levens. Accountant bij PWC kunnen we altijd nog worden. Of dat het meest spannende wat het leven te bieden

heeft, is natuurlijk zeer triviaal.

Maar wat is dat nou idealisme? I

De dikke van Dale zegt het volgende:

Ideal.isme: 0.1 geloofin zedelijk ideaal 0.2 (kunst) voorstelling waa rbij de ideeen als inspirerende krachtworden aanvaard 0.3 stelsel waarin de ide­een of grondbegrippen als de ware werkelijkheid worden beschouwd

Punt 0.1 geloof in zedelijk ideaal zullen we het in dit artikel niet over hebben. Zedelijk ideaal is uw eigen keus.

Punt 0.2 (kunst) voorstelling waarbij ideeen als inspirerende kracht wor­den aanvaard. Juist, een kunstvoorstelling! Idealisme is een kunst en ook nog een inspi­rerende kracht. Dit is natuurlijk geheel anders dan de inspirerende kracht van een optie regeling, ook minder helder. Maar des te sterker! Extremisten worden er door gevoed, bijvoorbeeld de Taliban enerzijds . Maar ook de non-violance beweging van Gandhi anderzijds . Mensen worden natuurlijk niet altijd geleidt door geld, individuele nutsmaxima­lisatie geschiedt op vele manieren .

Punt 0.3 stelsel waarin de ideeen als de ware werkelijkheid worden beschouwd. Religies voldoen vaak aan dit criterium.

Tot zover de dikke van Dale .. .

Idealisme is echter ook dichter bij huis en ook minder abstract. Daarom was dit bestuurslid enorm verheugd toen een commissieJid ver­telde dat hij naar Kenya ging om in een weeshuis, wezen de "basics of economics" te onderwijzen. Dit is natuurlijk zeer bewonderingswaardig l

Initiatieven als deze dienen gestimuleerd te worden! Vandaar dat het Sefa bestuur, op voorstel van ondergetekende, het initiatief heeft genomen om het weeshuis te sponsoren voor het komende jaar. En een optie op een niet nader te noemen aantal jaren. Dit voorstel onstond toen een stu­diegenote klaagde over het gebrek aan passie en idealisme in onze colle­gebanken. Passie en idealisme is dus wei zeker aanwezig.

Maar genoeg initiatief en sponsorschap van de Sefa. Een nadere kennis­making met deze idealist:

Naam? Wouter van Bockel Leeftijd? 20 jaar I loeveelste jaars Economie? 2e jaars Hoe ben je met dit in itiatief gekomen? Ik wilde even een jaar niet studeren, en besloot om er tussen uit te gaan . Ik wilde niet gaan backpacken in Australie of naar een College in de VS. Ik kwam op het idee om vrijwilligerswerk te gaan doen in Afrika. Ben je een idealist? Als ik kijk naar de betekenissen die de Dikke van Dale geeft ben ik het niet, alhoewel, het idee dat iedereen recht heeft op fatsoenlijk onderwijs kan ik wei uitputten als een inspirerende kracht voor mij om juist goed onderwijs te leveren aan mensen die daar de grootste behoehe aan heb­ben. Maar mijn ideeen verkondig ik niet als de waarheid. Waar in Kenya ga je onderwijzen? Ik zit in de hoofdstad van Kenya , Nairobi. War hoop je daar in dat weeshuis te kunnen veranderen? Het besef van de kinderen weg te hal en dat ze kansloos zijn in hun maat­schappij. Het idee proberen te kweken bij hen dat zij juist WEL wat voor stellen, en dat zij de toekomst zijn voor hun land. Maar ik hou in mijn achterhoofd wei dat waarschijnlijk het weeshuis mij ook zal veranderen . I foe lang blijfje weg? Minstens 6 maanden Waarom doen andere studiegenoten dit niet? Ik zeg altijd: "het zit van binnen in" Als je dat niet hebt, zal je ook nooit aan dit soort dingen wagen. De studenten zijn denk ik vee I te veel bezig met het uitstippelen van hun toekomst. Denk een keer niet op de langere termijn, maar doe even heel wat anders. Economie is een studie dat enorm veel maatschappelijke draagvlakken heeh, kijk eens een andere richting op. Misschien brengt dit artikel de studenten op een idee ... War vind je vall de rol vall de Sefa in dit geheeP Het is goed van de Sefa om het weeshuis te willen sponsoren. Zo creeren ze een win-win situatie. De kinderen in het weeshuis zijn bJij omdat ze papier/pennen en t-shirts krijgen. En de Sefa Iaat zo weer zien dat ze toch nog dicht bij de student staat. Ten slottc ... ls idealisme een veri oren dcugd? Nee, absoluut niet. Maar je moet het weI weten te vinden, en er zelf voor open staan. Als je er voor open staat za l je het veel meer tegenkomen.

Wouter van Bockel zal ons periodiek verslaan over zijn ervaringen in de Rostra Economica, voor meer informatiemail [email protected]. ...

Rostra Economica 29

Page 30: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Supermensen zijn we niet. maar ons werk stelt wei abnormaal hoge eisen. Hoe kan 't anders, als je het toezicht hebt op de andere

Nederlandse banken . Ais je de overheid adviseert over het economisc h beleid, micro en macro. Ais je de geldcirculatie reguleert en

het gehele interbancaire girale betalingsverkeer door je computers ziet goon . Ais je de Nederlandse deviezenreserves beheert en

belegt . Ais je, samen met je Euro-partners , medeverantwoordelijk bent voor het beleid van de Europese Centrale Bank. Ais je v66r

moet blijven op de nieuwste financiele en monetaire ontwikkelingen. Een heel unieke positie, voor mensen die verder heel gewoon

zijn . Maar zich als professional nu juist voelen aangesproken door onze bijzondere werkomgeving. Aan de ene kant innovatief.

actueel en dynamisch. Aan de andere kant een eeuwenoude traditie van doordachtheid , betrouwbaarheid en stabiliteit .

Werkomstandigheden en ontplooiingsperspectieven waarin je als econoom , jurist. HEAO 'er, accountant of ICl 'er alles kwijt kunt: kennis ,

ervaring, talenten en ambities. In een sfeer die meer casual is dan krijtstreep . Kijk eens op www.dnb.nl en laat ons weten wat je zoekt.

Page 31: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Waarden en normen lekst: Robert Picauly

Het item van dit moment: waarden en normen. Of liever een gebrek aan waarden en norm en in de maatschappij waar­

in wij leven. In dit artikel zullen mogelijke oorzaken van het waarden- en normenverval worden besproken met betrek­

king tot de overheid in relatie tot de burger.

Een mogelijke oorzaak van het verval van waarden en normen is de bui­ten proporties gegroeide sociale voorzieningen. Door de toename van sociale voorzieningen van de staat voor de burger, is het land lOa Is de Angelsaksen noemen een welfare state geworden.

De overheid is doorgeslagen met regelgeving en voorzieningen voor de burger. Met als gevolg dat de burger te afhankelijk is geworden van de overheid. De individuele verantwoordelijkheid is komen te vervallen, de verantwoordelijkheid van de burger ten opzichte van een andere burger is veranderd in de verantwoordelijkheid van de overheid tot de burger en vice versa. Met andere woorden, de overheid regelt het weI, zij is nu immers verantwoordelijk.

Het gevolg is dat individuele burgers maar voor zichzelf gaan leven wn­der rekening te houden met andere burgers. De overheid regelt het immers weI. Dit is op zichzelf natuurlijk niet slecht, het is immel'S vol­strekt logisch dat een burger voor zichzelf leeft en zo probeert haar nut te maximaJiseren. Maar de omgeving moet weI zo zijn ingericht, dat als burgers hun eigen nut of welzijn, op wat voor manier dan ook, maxima­liseren, dit tot door de maatschappij als positief wordt ervaren. Met andere woorden, dat de maatschappij zo is ingericht dat zij burgers prik­kelt om zo te handel en dat hun handelingen door de maatschappij als positief wordt ervaren . Een goed voorbeeld is dat in de VS burgers , vaak nieuwe rijken, hun rijkdom gebruiken om nobele doe len te ondersteu­nen. Een voorbeeld hiervan is oa Stanford University, een universiteit opgericht door een railroad tycoon. Een ander voorbeeld is dat in de board of trustees van bijvoorbeeld The Metropolitan Museum of Art in NYC, veel vermogende lieden zitten die zo de schone kunsten ondersteu­nen, gelijk een maecenas uit de klassieke oudheid. Deze mensen doen dit vaak om geaccepteerd te worden in het establishment en om zo hun aanzien te vergroten. De burger vaart er wei bij, want zij kan gratis naar het museum om zo kunstschatten uit de hele wereld te zien. Om een voorbeeld te geven, een paar jaar geleden was deze redacteur in NYC en trof zowaar een Mondriaan naast het toilet. Dit is natuurlijk iets overdre­yen, maar geeft weI de range van het aantal kunstschatten aan. Een recenter voorbeeld is een miljardengift van de Microsoft tycoon Bill Gates aan de VN en de WHO. In de VS is er blijkbaar een prikkel, al dan niet overheidswege, door beiastingvrijstellingen , om dit gedrag te sti­muleren

De absurde toename van socia Ie voorzieningen in het verleden en de negatieve gedragsprikkels in de samenleving hebben geleid tot asociaal gedrag. Waarom immers werken als je toch door de staat wordt onderhouden? Werknemers enwerkgevers hebben in het verJeden hier enorm misbruik van gemaakt. Omdat de overheid bij het implementeren en uitvoeren van regelgeving en beleid onvoldoende heeft gekeken naar het gedrag van de burger als gevolg van regelgeving en beleid.

Nu mogen sociale voorzieningen wei bestaan maar dan wei in afge­slankte vorm. Zodat diegenen die het echt nodig hebben het ook ontvan-

gen. De samenleving is verantwoordelijk voor al haar burgers, maar de burgers zijn ook verantwoordeIijk voor de samenleving. Elke individuele burger maakt samen met andere individuele burgers immers de samen­leving.

De overheid dient in de toekomst beter te kijken bij het aannemen en implementeren van wetgeving en beleid naar wat de gevolgen zullen zijn van het handelen van burgers en andere actoren in de samenleving.

Een andere oorzaak is het verval van traditionele instituties. Daar waar in het verleden de kerk of een ander instituut een bindende factor was, is die compleet weggevallen. In welke mate dit erg is zal deze redacteur niet zeggen, elk individu dient natuurlijk vrij zijn eigen leven in te richten om zo zijn of haar welvaart of nut te maximaliseren. Een ander traditioneel instituut is natuurlijk het gezin. Het CDA riep immel'S een paar jaar gele­den "het gezin is de hoeksteen van de samenleving". Daar werd toender­tijd wat lacherig over gedaan , maar er schuilt wei enige waarheid in. Het gezin, de familie, is een stabiliserende factor, een sociaal vangnet. Die taak is door de overheid met de welfare state overgenomen. Dit is tradi­tioneel toch het terrein van het gezin in enge zin en de familie in ruime zin. De welfare state was eigenlijk niet nodig, slechts een experiment van linkse dodo's in de waan van een maakbare samenleving, op zoek naar het paradijs van Marx . Weer zo'n laos doel, het parad ijs of maximale wel zijn of nut, verschilt immers van individu tot individu. Zoiets groot­schaligs en abstracts is het terrein van extremisten, dromers oftheoreti­ct.

Een derde oorzaak is het gedoogbeleid dat tot veel irritatie heeft geleid . Als de wet zegt da t het niet mag dan mag het niet.En niet ' het mag eigen­Iijk niet maar vanwege blabla kijken wij de andere kant op'. Hoor eens , de wet is de wet en daar dient men zich aan te houden. De overheid dient de wet ook te hand haven, doet zij dit niet dan ondermijnt de overheid haar eigen gezag. Wat zijn dan immers de grenzen van het gedogen? Die zijn grijs, heel erg grijs. Beter helder beleid dan vaag beleid. Een wet moet je aileen opstellen als je die kan handhaven, anders is de wet waardeloos. Een wet moet ook het beoogde effect hebben, heeft die dat niet dan is die nog waardelozer. Is de wetgeving achterhaald of onpraktisc h, vervang die dan . Maar hand­haaf de wet anders ondermijnt de overheid haar gezag. Om maar te zwij­gen van wets handhavers (o. a. politie) met lang haa r en oorbellen en dan heb ik het niet over vrouwen, maar dit ter zijde.

Conclusie, door het goed bedoelde maar niet goed doordachte optreden van de overheid met betrekking tot socia Ie voorziening, wetgeving heeft zij negatieve prikkels in het handelen van burgers in de hand gewerkt. Dit heeft tot een verval geleid van waarden en norm en. Het gaat te ver hiervoor de vOlledige schuld bij de overheid te leggen, maar als de over­heid verkeerde prikkels geeft in de samenleving, zal dit tot negatiefhan­delen van de burgers leiden. De waarden en normen problematiek is te groot en te breed om in dit artikel een alomvattende oplossing te geven, maar de mening is helder ...

Rostra Economica 31

Page 32: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Eigen bedrijf

Verklaringen voor de interesse in een eigen bedrijf tekst Maarten Hogenes en Marco van Gelderen

In de laatste tien jaar is onder grote groepen beleidsmakers en eeonomen het inzieht gegroeid dat het vooral kleine

en nieuwe bedrijven zijn die lOrgen voor groei, innovatie en werkgelegenheid. Tegelijkertijd is in de afgelopen tien

jaar de belangstelling van mensen om een eigen bedrijf te beginnen sterk toegenomen. Voor startende bedrijven

gunstige omstandigheden lOals de ontwikkeling naar een diensteneeonomie, iet ontwikkelingen en het gunstige eco­

nomisehe klimaat lOrgden ervoor dat deze belangstelling zieh vertaalde in een sterke stijging van het aantal starten­

de bedrijven. Ondernemersehap, hier belieht als het opzetten van een eigen bedrijf, lijkt een fenomeen te zijn met

grote individuele en maatsehappelijke opbrengsten. Dit was de reden voor Maarten Hogenes om eens onderzoek te

doen naar de belangstelling voor een eigen bedrijf onder studenten. Hoe groot is de interesse in het opzetten van

een eigen bedrijf, en waarin versehillen de studenten die wei zijn ge'I'nteresseerd van degenen die minder interesse

hebben? Met de antwoorden op deze vragen kan worden afgeleid of en hoe ondernemersehap verder kan worden

gestimuleerd in het onderwijs.

Als onderzoeksmodel is gebruik gemaakt van het in de sociale weten­schappen veelvuldig gebruikte Ajzen model, dat intenties verklaart uit drie antecedenten: attitude, waargenomen controle, en sociale normen. Een attitude is een waardering van een object of concept, oftewel de mate waarin iets positief of negatief wordt gewaardeerd. Toegepast op het beginnen van een eigen bedrijf, gaat bet bij de attitude om wat daar leuk of aantrekkelijk aan is. Waargenomen controle staat voor het gemak of juist de moeilijkheid om een eigen bedrijf op te zetten. Sociale normen zijn gedefinieerd als de waargenomen druk vanuit de omgeving om wei of geen onderneming te starten. In simpeler termen staan de drie termen voor: wil ik, kan ik, en mag ik. Bij attitude is nodig twee aspecten te onderzoeken: welke karakteristieken worden met een eigen bedrijf geas­socieerd, en hoeveel belang wordt aan die aspecten toegekend. Op basis van de literaruur en van een eerder onderzoek aan de YU hebben we vijf kenmerken geselecteerd die worden geassocieerd met een eigen bedrijf: autonomie, veel geld verdienen, uitdaging, werkdruk, en financiele onzekerheid. Waargenomen controle hebben we vertaald als "self-effi­cacy" : de mate waa rin iemand verwacht in staat te zijn een bedrijf op te zetten . Bij socia Ie narmen hebben we gevraagd hoe ouders, vrienden, en belangrijke anderen er tegenover zouden staan als je voor jezelf zou beginnen, en in hoeverre je je daar iets van aan zou trekken. Vervolgens zijn er nog twee elementen toegevoegd aan het Ajzen model (z ie figuur I). Allereerst is het voor een eigen bedrijf nodig om een idee te hebben

van wat je wilt gaan doen. Daarom hebben we gevraagd in hoeverre je op ideeen komt voor producten of diensten. Yoorts is bekend dat mensen die vertrouwd zijn met zelfstandig ondernemen eerder een eigen bedrijf beginnen, bijvoorbeeld aJs je ouders een bedrijf hadden. Op basis van eerder onderzoek veronderstelden we dat deze variabele, die we "bloot­stelling" noemen, de interesse om te ondernemen niet direct beYnvloedt maar via de attitude, de waargenomen controle, de sociale narmen en het zien van mogelijkheden.

Yervolgens zijn 179 doctoraalstudenten bedrijfseconomie geenqueteerd naar bun interesse in het opstarten van een eigen bedrijf, en naar aIle ver­klarende varia belen uit ons onderzoeksmodel. De interesse in onderne­merschap is gemeten door middel van vijfvragen (tabel I) :

De resultaten laten zien dat een eigen bedrijf voor vee I srudenten een aantrekkelijke keuze is. Dit blijkt uit de antwoorden op de eerste drie vra­gen. Maar liefst de helft van de srudenten zou voor een eigen bedrijfkie­zen als de omstandigheden ideaal waren. Tegelijkertijd geven de ant­woorden op vragen 4 en 5 aan, dat de meerderheid van degenen die eigenlijk voor zichzelf zouden willen beginnen, dat in de praktijk niet verwachten te gaan doen. Helaas is er een groot verschil russen wat een aantal studenten graag zou willen doen, en wat zij verwachten in werke­lijkheid te gaan doen. Slechts achttien procent van de ondernemende

Page 33: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Figuur 1 Onderzoeksmodel

label 1

Blootstelling (Rolmodellen)

Interesse in ondernemerschap

Attitude

Waargenomen controle

~

Interesse in ondernemerschap

1. Denk je dat je ooit een eigen bedrijf zal gaan beginnen? Ja 75 (45%) Nee 92 (55%)

2. Heb je ooit overwogen een eigen bedrijf te beginnen? Ja 86 (50%) Nee 87 (50%)

3. Ais de mogelijkheid zich voordeed, en je was volledig vrij in het bepalen Organisatie 82 (50%) van wat voor werk je wilt gaan doen, wat zou je dan kiezen? Eigen bedrijf 82 (50%)

4. En als je deze keuze realistisch bekijkt, waarbij je feitelijke Organisatie 137 (82%) omstandigheden en beperkingen (bijv. gebrek aan kapitaal) in Eigen bedrijf 30 (18%) aanmerking neemt, wat zou je dan waarschijnlijk kiezen?

5. Hoe groot acht je de kans dat je binnen vijf jaar een eigen bedrijf Gemiddelde: 23% gaat beginnen?

studenten verwacht daadwerkelijk voor zichzelf te beginnen. Uiteraard zullen de antwoorden van veel studenten nogal voorlopig en vrijblijvend zijn, omdat veel studenten nog geen vastomlijnde ideeen hebben over wat ze na hun studie gaan doen. Toch ligt hier vom de faculteit een taak om te proberen de oorzaken op te sporen die deze discrepantie verkla­ren, en daar vervolgens in het onderwijs iets mee te doen. Vervolgens is bekeken waarin de in een eigen bedrijf gelnteresseerde stu­denten verschillen van de studenten die daar minder belangstelling voor hebben. Voor de interesse in een eigen bedrijf is de gemiddelde (gestandaardiseerde) score op de vragen uit tabel r genomen. Vijf facto­ren blijken met name van belang. De belangrijkste verklarende variabele is het vermogen om mogeJijkheden te zien of om op ideeen te komen voor nieuwe producten of diensten. Wil men hier in het onderwijs op inspelen, dan gaat het om het stimuleren van vaardigheden als creati­viteit, brainstormen, probleem oplossend vermogen, en het vertalen van macro gebeurtenissen in micro oplossingen. De tweede variabele is de behoefte aan financiele zekerheid. Studenten die hechten aan een vaste baan en een vast inkomen hebben weinig belangstelling vom een eigen bedrijf. Helaas voor hen beweegt de arbeidsmarkt zich in een richting waarbij een vaste baan en een vast inkomen steeds moeilijker te verkrij­gen zijn. De derde variabele is autonomie, het belang dat gehecht wordt aan het zelfkunnen bepalen van hetwat, hoe en wanneer op het werle De vierde variabele is blootstelling. Deze variabele blijkt interesse in onder-

nemerschap zowel direct als indirect te belnvloeden (figuur I). Om blootsteJling te stimuleren moet de student in contact worden gebracht met ondernemerschap. Dit kan door ondernemerschap in de faculteit te brengen, bijvoorbeeld door ondernemers gastcoJleges te laten geven. Het kan door studenten naar de ondernemingen te brengen, bijvoor­beeld in de vorm van stages in het MKB, of door bedrijfsbezoeken aan ondernemende regio's of bedrijven. De vijfde belangrijke verklarende variabele zijn sociale normen. Ook hier kan de faculteit een rol spelen. De faculteit kan laten zien dat zij het waardeert als studenten hun baan zelf creeren, in plaats van op zoek te gaan naar een baan. Zij kan dit laten zien door zich bijvoorbeeld in brochures en in voordrachten hiervoor uit te spreken, en door te investeren in vakken die ondernemerschap stimu­leren. Dit be'invloedt dan geJijk weer de medestudenten, een andere belangrijke bron van sociale normen. Samenvattend laat ons onderzoek zien dat er grote belangstelling bestaat van studenten voor een eigen bedrijf, maar dat echter weinigen verwach­ten daadwerkelijk voor zichzelf te beginnen. De varia belen die het ver­schil verklaren tussen de studenten die meer of minder zijn ge'interes­seerd in een eigen bedrijfbieden een aanknopingspunt voor de vormge­ving van het ondernemerschaps-onderwijs.

Rostra Economica 33

Page 34: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Facultaire zaken: de FSR is nieuwsgierig leksl: Emiel Afman, Voorzitter

De Facultaire Studenten Raad (FSR) is na een inwerkperiode door de vorige raad nu operationeel. In de vorige Rostra

hebben we ons voorgesteld. In het navolgende een kort overzicht van waar wij ons op dit moment mee bezig hou­

den en wat we in de nabije toekomst van plan zijn. Voor de kwaliteit van onze werkzaamheden is een goede input

belangrijk. We nodigen je uit om mee te denken.

semesterindeling Op het eerste overleg met de decaan is onder meer gesproken over de nieuwe semesterindeling. De onderwijsdirecteur verwacht dat minder tentamens gehaaJd zullen worden, maar dat de cijfers hoger zullen zijn. Dit lijkt ons aile reden om deze indeJing nog eens onder de loep te nemen. Hoe is het jaar op andere universiteiten ingedeeld? Wordt daar het eerste semester weI over de kerst getrokken? Is dat nu weI of niet wenselijk?

Deze indeling is een belangrijk thema waar de FSR zich dit jaar mee bezig wil houden, of het tot resultaat zal leiden is onbekend, maar wij zulJen ons best doen! Belangrijk is hierbij dat een zo groot mogelijk aan­tal studenten hierin de kans krijgt zijn mening te ventileren. Ook is het duidelijk dat we alJeen op basis van goede argumenten een suggestie aan het faculteitsbestuur kunnen doen. Heb je een waardevolJe toevoeging? Wij staan ervoor open!

ingangseisen Ook zijn er meer praktische punten aan bod gekomen. Het nieuwe inschrijf-systeem voor colJeges en tentamens heeft in sommige gevallen tot problemen geleid. Vaak had dit met de ingangseisen te maken. Een belangrijke toezegging is nu door de onderwijsdirecteur gedaan:

Vakken uit bioi< 1 mogen niet als ingangseis voor vai<i<en uit blok 2 gelden, en vak­ken uit bioi< 3 niet als ingangseis voor vakken uit bioi< 4.

Als dit zich desondanks voordoet, Iaat het de FSR weten. Wij communi­ceren dit aan de onderwijsdirecteur en de inschrijvingseis zal dan komen te vervallen. Je kunt het desbetreffende yak gaan volgen.

In een andere context kun je je afVragen wat de ingangseisen van de ver­schillende Masters aan onze faculteit gaan worden. Zou het mogelijk moeten zijn om na een bedrijfseconomische Bachelor, door te stromen naar een algemeen economische Master of omgekeerd? Beleid dat voor een belangrijk deel nog gevormd moet gaan worden. De FSR denkt mee en wil de wensen van studenten hierin kenbaar maken. bindend studieadvies

De propedeuse kent nu een bindend studieadvies. Het is als een twee jaar durende pilot geimplementeerd, waar uiteindelijk het College van Bestuur - op advies van een externe commissie - over beslist. Daarnaast is het in de Onderwijs- en Examenregeling vastgelegd, waar de FSR instemmingsrecht op heeft. Met de studentenraad als muze is een inter­ne visitatie commissie in het leven geroepen, die dit experiment gaat

34 Rostra Economica

begeleiden. De FSR heeft hier ook zitting in. Zij let op, is waakzaam en praat mee. Ben je eerstejaars en voorzie je problemen die haar oorzaak in de facultaire organis<Itie vinden? Laat het dan weten! Onze hotline: studraad@}fee.uva.nl

suggestieregeling Onze website is nog niet geI<Inceerd, m<I<Ir deze z<I1 er komen. WeI is er de afgelopen tijd vee I a<In het FEE-web geklust. Boeiend zijn bijvoorbeeld de nieuwe portals als www.student.uva.nl en hetvernieuwde blackboard. Daarnaast heeft ook de suggestieregeling 'Vertel me waar het goed gaat, ver­tel me waar het fout gaat' een elektronische evenknie gekregen. Op ww\v.fee.u\'a.nl/suggestie kun je haar vinden.

Ais het ergens aan de faculteit in jou beleving fout gaat, dan willen we dat -net als de decaan- graag weten. Nu wil het zo zijn, dat de FSR inzage heeft in de suggesties. Het schrijven van een kaartje (fysiek of elektro­nisch) is dus een prima plan!

8aMa en srudiebegeleiding We kunnen er niet omheen: de BaMa heeft haar intrede gedaan. De mogelijkheden voor studenten om een individueel studiepad te kiezen zijn toegenomen. Je kunt meer keuzes maken, en dat roept vragen op. Bestaat er behoefte aan een meer inhoudelijke studiebegeleiding in een latere fase van de studie?

Hetacademisch landschap is op dit moment weinig transparant, het ont­wikkelt zich in vogelvlucht. Welke mogelijkheden zijn er? Wat lrun je met een Bachelor? De bela sting op de studieadvisering is sinds augustus bui­ten proportioneel, maar de wachttijden zijn nu afnemend. Er gaat in de nabije toekomst ruimte ontstaan voor dingen waar nog niet eerder aan begonnen kon worden. Welke rol is voor de studieadvisering hierin weg­gelegd? De FSR is aan het brainstormen en verwelkomt goede ideeen.

De raad is nu een paar maanden na de introductie van de nieuwe struc­tuur ook nieuwsgierig. Hoe heb je de BaM a introductie ervaren? Tevreden, of zijn er nog veel kinderziektes?

Je kunt ons bereiken:

Facultaire Studentenraad Kamer E 1:31

Tel 020 525 4384 studraad@}fee.uva.nl

Page 35: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Marketing Associatie <f> Amsterdam

De Marketing Associatie Amsterdam is de studievereniging voor aile in marketing gei'nteresseerde studenten.

Wij willen jou, als student, op diverse manieren in contact brengen met het bedrijfsJeven. Om dit te realiseren organiseren wij gedurende het heJe jaar de meest uiteenlopende activiteiten op het gebied van marke-

M&O Linking Pin is de studievereniging voor Management & Organisatie aan de Faculteit der Economische wetenschappen en Econometrie van de Universiteit van Amsterdam. Wij maken dee I uit van de stichting M&O Nederland waarbij 4 universiteiten zijn aangesloten . Met dit samenwerkingsverband organiseren wij een trainingsweekend in Management Centrum De Baak in Noordwijk, het Landelijk Internet Management Game en brengen wij het semi-wetenschappelijke tijd­schrift Manager's Clout uit.

Ieder collegejaar organiseert M&O Linking Pin een aantal interessante activiteiten op het gebied van bedrijfskunde, management en organisa­tie. Dit jaar organiseren wij de net als vorig jaar een studiereis, de Consultancy Contest, de Strategy Course en bovendien staan er voor komend jaar een aantal leuke nieuwe activiteiten in planning, zoafs het Managament Cafe en de LAC-zelfanalysedag.

ting! Zo zaJ er in het voorjaar een stedentrip georganiseerd worden, vindt er het symposium plaats, de SAWA reel en natuurlijk de inhouse-dagen bij bedrijven.

Wil je op de hoogte blijven van deze activiteiten , het blad inforMAAtie ontvangen en in contact staan met het bedrijfsleven, wordtdan nu lid van de MAA voor maar J:eI2,- per jaar!

Voor inschrijving en meer informatie ga naar www.maa.to

Als lid van M&O Linking Pin krijg je voorrang bij deelname aan onze activiteiten, bovendien krijg je drie maal per jaar de Manager's Clout in de bus. Wil je meer) En lijkt het je leuk om samen met een gezellige groep stu­denten op een andere manier met je studie bezig te zijn? Wordt dan nu actief lid van M&O Linking Pin!

Voor meer informatie: Kijk op www.linkingpin.org. ma il naar info@llin­kingpin.org of bel 020 525 4297. Je kunt ook altijd even langskomen op onze kamer E 0.06 in het gebouw van de Economische Faculteit en vragen naar iemand van het bestuur.

M&O Linking Pin

Fjnancjijle

Studjeverenjgjng

Amsterdam

!!!!!De FSA zoekt per direct actieve leden!!!!!

Heb je interesse om een uitdagend project te organiseren, heel veel te leren en in contact te komen met een verscheidenheid aan bedrijven. Ga dan naar www.fsa.nl en schrijfje gratis in!

Rostra Economica 35

Page 36: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Vakkenevaluaties lekst: Anca Nies en Bert ten Boske

bij de FEE in het tweede en derde trimester van het studiejaar 2001/2002

In dit nummer van Rostra Economica doen we verslag

van de resultaten van de evaluaties die in het tweede en

derde trimester van het afgelopen studiejaar zijn uitge­

voerd. In het tweede trimester zijn 14 vakken op uitge­

breide wijze geevalueerd, en is voor een vak op verzoek

een enquete onder studenten afgenomen. In het derde

trimester zijn 9 vakken geevalueerd*. De direct bij de

evaluatie betrokken studenten (klankbordgroepleden)

hebben reeds een uitgebreide terugkoppeling gehad.

Langs deze weg willen we iedereen die door het invullen

van een enquete zijn of haar medewerking heeft ver­

leend informeren over de resultaten van de evaluaties en

de conclusies die eruit getrokken zijn.

• Van een yak hebben de medewerkers kwaliteitszorg voor het verstrijken van de deadline voor Rostra nog geen reactie op de vraag voor toestemming voor publicatie van de betrokken docent kunnen krijgen. Na verlening van deze toestemming zal het yak in de volgende Rostra alsnog opgenomen worden.

36 Rostra Economica

Tweede trimester

Econometrie I (bv/400S)

Respons eindvragenlijst: 4 7 studenttn (56% van her aantal inschrijvingen voor her onderwijs) Eindbespnoking klankbordgro~p: do(.'Cn(, 4 srudenh~'n

Algemeen oordeel over her vak

Aigemeen oordeel over het lesgeven van de docent

Aigemeen oordeel over de lireratuur (gemiddelde over boek, syllabus, handleiding Eviews)

Algemeen oordeel over het tentamen

7, 7,2

6,~

6,6

De studenten zijn positief over het yak als geheel. Ze vinden het een inte­ressant yak. De vele oefententamens werden gewaardeerd. Het belang­rijkste kritiekpunt van de klankbordgroepstudenten betreft de PC-toets. Deze sloot niet goed aan bij het practicum (minder gedetajlleerde aan­wijzingen), en de tijd om die toets te maken was te kort. Het belangrijk­ste algemene punt dat voor de docent uit deze evaluatie duidelijk naar voren is gekomen, is dat de sUldenten te weinig activiteiten ondernemen om het yak goed bij te houden. Het beginniveau van het yak wordt als goed ervaren. AIleen het yak Orientatie Econometrie is volgens de stu­denten no dig om dit yak te kunnen volgen, en niet de aanbevolen vakken Kansrekenning en Statistiek 3 en Wiskunde 3. Wei is kennis van toet­singstheorie nodig, terwiji de studenten die kennis op het moment dat het yak loopt nog onvoldoende hebben. De studenten vinden de moei­lijkheid van de stof goed. Doordat het yak echter een andere insteek kent dan Econometrie 2, wordt Econometrie 2 nu weI ais erg Iastig ervaren. De studenten zijn tevreden over de beschikbare informatie over dit yak. Ook de informatie op Blackboard yond men duidelijk. De studenten heb­ben gemiddeld zo'n 80 uur besteed aan het yak. Oat is de helft van de tijd die voor het yak staat. Slechts de helft van de studenten is van mening dat ze voldoende tijd in het vak gestoken hebben. De studenten zijn van mening dat het tentamen te halen is door de colleges te volgen en de sheets te bestuderen zonder het boek te Iezen, terwijl andersom Calleen boek, geen colleges) ook mogeIijk is. Hoewel dat erop lijkt te duiden dat het yak in minder dan 160 uur gehaald kan worden, wijzen de siagings­percentages uit dat voor de meeste srudenten toch een hogere tijdsbeste­ding nodig is om het yak te kunnen halen. De colleges werden gemiddeld genomen slecht voorbereid. Voorbereiding bleek echter ook niet echt nodig om de colleges te kunnen volgen en de opgaven te kunnen maken tijdens het werkcollege. De oplettendheid en actieve participatie van de studenten tijdens de colleges is over het geheel genomen voor verbete­ring vatbaar. De studenten vinden dat ze in dit vak matig gestimuleerd zijn om actief met de stof aan de slag te gaan en om de stofvanuit een kri­tische instelling te benaderen. De studenten zijn tevreden over de colle­ges. Ze vinden met name dat goed duidelijk is gemaakt wat ze aan het eind van het yak moeten weten/kunnen, dat de structuur van het yak en de grote lijnen in de stof goed zijn aangegeven, dat de colleges goed zijn opgebouwd, en dat er voldoende mogelijkheden geboden zijn om met de stofte oefenen. Ook over de computerpractica zijn de srudenten positief. Het was hen duideIijk wat er bij de practicumopdrachten van hen ver­wacht werd. Het zou weI goed zijn als de aanwijzingen bij de practicum­opdrachten gedurende het yak zouden afnemen, zodat het verschil met

Page 37: 2002 - Nummer 245 - december 2002

de PC-toets minder groot is. De studenten zijn positief over het tentamen in zijn algemeenheid. Het sloot naar de mening van de studenten goed aan op de stof, en vol deed redelijk aan hun verwachtingen. Niettemin zijn er ook enkele studenten die het tentamen moeilijker vonden dan ze verwacht hadden. Het was de studenten duidelijk hoe het tentamen beoordeeld zou worden, evenals de inzageprocedure. De omstandighe­den waarin het tentamen gemaakt moest worden waren goed, maar de beschikbare tijd was voor een aantal sUldenten aan de krappe kant. De studenten geven de PC-toets gemiddeld genomen net een voldoende. Ze vinden de toets tamelijk representatief voor de stof, en het was hen dui­delijk hoe de toets beoordeeld zou worden. De inzageprocedure was voor veel studenten niet zo duidelijk. De omstandigheden waarin de toets gemaakt moest worden waren voldoende, maar de beschikbare tijd was te kort.

Voor het komend jaar zal er in plaats van de PC-toets een verplicht prac­ticum georganiseerd worden met computeropgaven, waarvan de uitwer­kingen voor 30% meetellen in het eindcijfer van het vak. Hierdoor moe­ten studenten al eerder in hetvak actiefmet de stof aan de slag, waardoor zij bij tegenvallende resultaten in de eerste fase van het practicum nog de gelegenheid hebben tot intensivering van hun studie. Door deze opzet zal het studenten eerder duidelijk worden als zij de stof onderschatten. Het vak zal wat meer gewicht krijgen door enkele onderwerpen toe te voegen en de moeilijkheidsgraag te verhogen, mogelijk door het overhe­velen van een deel van de stof van Econometrie 2 naar Econometrie I

waardoor het niveauverschil tussen beide vakken kleiner wordt. De mate van detaillering in de practicumopdrachten zal geleidelijk afnemen , zodat studenten beter voorbereid worden op het zelfstandig werken met de computer en op de practicumopdrachten die meetellen voor het eind­cijfer. Er zal in het hoorcollege meer nadruk gelegd worden op de grote lijn , de samenhang tussen de onderwerpen en de moeilijkste onderde­len , wat betekent dat studenten thuis het boek moeten lezen. Er zal een studiewijzer gemaakt worden met daarin in elk geval opgenomen: con­crete leerdoelen, specificering van de benodigde voorkennis, en een overzicht van wanneer studenten wat moeten doen ter voorbereiding als houvast voor hun zelfstudie. Eventueel zal Blackboard verder benut gaan worden.

ntemationaIe Eronomische Betrekkingen: Monetaire Stelsels 2 (bvI6oI7)

Respons eindvragenlijst: 68 studenten (53 %) Eindbespreking kJ:lIIkbnrdgrOC'p:.2 doctnten. I srudelU

Algemeen oordeel over het vak

Algemeen oordeel over het lesgeven van de docenten

1gemeen oordeel over de literatllllr (gemiddelde over het boek 'International Finance')

Algemeen oordeel over het tentamen 6,6

De studenten geven een ruime voldoende voor het vak al geheel, wat naar de mening van de student uit de KBG veel te laag is. De studenten vinden het beginniveau van het vak en de moeilijkheid van de stof goed. Het onderdeel logaritmen wordt door sommige studenten (waaronder de student van de KBG) moeilijk gevonden. In dat verband lijkt het een docent goed om ook in het eerste jaar aan studenten duidelijk te maken

waarom ze logaritmes leren. Het is echt basiskennis en hoort in wiskun­de thuis. De stlldenten zijn zeer tevreden over de informatie die over het vak is verstrekt en vinden het een interessant vak. De studenten besteden gemiddeld zo'n 95 uur aan dit vale Dat is ongeveer 59% van de tijd die voor hetvak staat (4 studiepunten = 160 uur). De studenten bereidden de colleges matig voor. Ze vinden de geYnvesteerde tijd in dit vak wei de moeite waard , gezien hetgeen men ervan geleerd heeft. Vanuit de KBG geeft een docent aan de tijdsbesteding veel te laag te vinden. In de pro­pedeuse moet harder worden gewerkt zodat de studenten er wat meer aan gewend zijn. Oppassen dat het zo niet naar beneden glijdt. }e past ook je tentamenvragen erop aan; moeilijk proces. De studenten geven een ruime voldoende voor de hoorcolleges als geheel. Ze zijn positief over aIle aspecten van de colleges. T.a.v. de hoorcolleges merkt de KBG student op dat er aan het begin weinig duidelijk is, je weet vaak niet pre­cies wat er in de studiegids staat en ook niet wat je aan het eind van het vak moet kunnen. Een docent geeft aan dat aan de formuleringen van leerdoelen gewerkt gaat worden. Ook aan duidelijkheid over de samen­hang met andere vakken zal aandacht besteed worden. De stlldenten geven een ruime voldoende I goed voor de werkcolleges als geheel. Ze zijn positief over aile aspecten t.a.v. de colleges . De studenten geven een voldoende voor het boek 'International Finance' . De KBG stu­dent vond het een prettig boek maar hij denkt weI dat het studieboek laag scoort doordat de fouten in het boek nogal werden benadrukt, wat een bepaalde sfeer creeert. Ook de docenten geven aan her een prettig boek re vinden , ook goed bruikbaar voor zelfsrudie. Verder is via de website d.m.v. links actuele relevante literaruur aangeboden . Het tentamen als geheel wordt op een ruime voldoende beoordeeld. Het tentamen vol­deed in het algemeen aan de verwachtingen van de studenten . Het was de studenten redelijk dllidelijk hoe het tentamen beoordeeld zouden wor­den .

De formuleringen van de eindrermen zlllIen verder worden aangepast, zodanig dar de stlldenten duidelijk is welk gedrag beoogd wordt; war ze met de leerstofkunnen doen; op welke inholld of categorie van inhouden moet de student de beschreven acriviteiten kunnen toepassen. De ver­eiste voorkennis voor het vak zal concreet worden aangegeven . (B.v. logaritmen). De samenhang met andere vakken zal aandachr krijgen in de studie-informatie die voorafgaand aan de colleges de studenren wordt verschaft , maar ook meer dan in het veri eden in het hoorcollege. Voor de punten 1-3 zal met name de studiewijzer worden gebruikt met zonodig een aparte categorie in deze (digitale) studiewijzer. In het hoorcollege werd aandachr besteed aan een [verdereJ uitbreiding van de onderwer­pen (stof) ten opzichte van het studieboek. Deze stof zal nu worden opgenomen in de reader. Hierdoor ontstaat er ru imte voor meer toege­spitste uitleg alsmede ruim ere mogelijkheden voor inreractie. De elekrronische leeromgeving Bb zal vee I minder gebruikt worden voor aanvuJlend materiaal. (zie ook vorige punt) . Bekeken zal echter worden op welke wijze een meer dynamisch gebruik van Bb mogelijk en zinvol kan zijn voor het vak.

Rostra Economica 37

Page 38: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Arbeidseconomie (vvI7UO) (Intermediate Labor Economics)

Respons: 12 students Ev~uationm~eting .sounding board group (SBG): 1 teacher. 2 srudenr.s

General opinion on the course

General opinion on the quality of the lectures

General opinion on the literature (reader)

General opinon on the exam

6,2

6,4 6,2

'" there are no questions on the exam in this qul'Stionnaire

The students give a sufficient for the course as a whole. The SSG thinks about the paper that it's good to stimulate free activity and an active approach to the subject matter. Disadvantage might be that the student is too much fixed on his I her own 'things' . There is a rather large diffe­rence in level between the students. The obliged presentation with PowerPoint works out well. The students learn to structure. They think the starting level of the course rather low. The subject matter level of the course is to their opinion all right. The students think the information on the course is also sufficient. They found the course was interesting. To the opinion of the SSG students it was not very clear to the students from outside the faculty, whfch of the two courses was most proper for the minor students. For these students it might help to give a clearer outline of the course. The students invested about 112-II5 hours on the course in total. This is about 41% of the 'studiebelasting' for this course. (7 cre­dits=280 hours). Addition of the SSG: In this student group there has been a talk of inactivity. The students did not pick up the offered chal­lenges. One of the reasons might be the difference in level, but also: there could be (some) more control on the student learning process during the course. The students give a wide sufficient for the lectures as a whole. Most critical are the students about the aspect: 'The lectures made it easier for me to study the literature on this course subject'. The students appreciated the aspect: 'Clearly explained what the require­ments for the exam were'. The SSG thinks the course is isolated between the other courses. The teacher points out that there is a connection with Microeconomics, but this is not (made) clear to the students. In case the study book is used the students will notice the relationship. The structu­re of the course is all right, but could be made more clear to the students. The students give a sufficient for the seminars as a whole. They appreci­ated very much the given opportunities to the students to interact with the teacher and with each other. The students give a sufficient for the rea­der as a whole.

This course, which was based on recent articles from the 'Journal of Labor Economics', has been changed into using e textbook. The reason is that the teacher judged that most students were not ready for research articles.

38 Rostra Economica

Strategie, Organisatie en Arbeid (vvI7119)

Respons eindvragenlijst: 76 studenten (78% van her aantal inschrijvin9en voor her ondenvijs) Eindbespreking klankbordgroep:: twee docentcn, vieT studenten

Aigemeen oordeel over het vak 7,5

Algemeen oordeel over het lesgeven van de beide docenten 7,6

A1gemeen oordeel over de Iiteratuur 6,1

Algemeen oordeel over het tentamen '" Er zijn geen tentamenvragen opgenomen in de enqune

De studenten zijn positief over het vak als geheel. Ze vinden het een inte­ressant vak. De klankbord-groepstudenten geven aan dat ze in korte tijd veel geleerd hebben door de goede opzet van het vak. Als sterke punten van het vak noemen de studenten verder de zinvolle en leuke werkcolle­ges (aanpak met opdrachten), en het boek van De Wit & Meyer. Als alge­mene kritiekpunten noemen de studenten de hoorcolleges (vond niet iedereen even zinvol), en het boek van Van der Zwaan (moeilijk) . De docenten hebben het vak dit jaar overgenomen van een andere docent, waardoor het erg wennen was . Het beginniveau van het vak is als goed ervaren. De aansluiting bij het basisvak Strategisch Management is goed. Het boek van Van der Zwaan bevatte echter een aantal HRM-termen die niet bekend waren. Ook de moeilijkheid van de stofwordt als goed erva­reno De studenten zijn tevreden over de beschikbare informatie over dit vak. Aile belangrijke informatie is tijdens het eerste college verstrekt. Oat er niets op papier stond had te maken met tijdgebrek bij de docenten, die het vak op het laatste moment moesten overnemen. De studenten heb­ben gemiddeld zo'n 160 uur besteed aan het vak, exclusief de tentamen­voorbereiding. Oat is ongeveer 57% van de tijd die voor het vak staat (7 studiepunten = 280 uur). De colleges werden goed voorbereid, zowel door de literatuur grondig door te nemen als door de opdrachten te maken. De reden daarvoor was dat de opdrachten verplicht waren , en om ze goed te kunnen maken, moest de literatuur goed bestudeerd zijn. Tijdens de colleges waren de studenten oplettend en actief. Ook de docenten zijn tevreden over de participatie van de studenten tijdens de colleges. De studenten vinden dat ze in dit vak gestimuleerd werden om actief met de stof aan de slag te gaan en om de stof vanuit een kritische instelling te benaderen . De studenten zijn tevreden over de hoorcolleges. Ze zijn met name zeer te spreken over de voorbeelden en praktijktoepas­singen die gegeven zijn, maar ook over aile andere aspecten zijn de stu­denten positief. Sommige klankbordgroepstudenten vonden het prettig dat tijdens het hoorcollege een onderwerp globaal werd neergezet; een andere student had liever gehad dat in de hoorcolleges specifieker op de stof werd ingegaan. Oat zau wellicht meer motiveren om de stof vooraf te bestuderen. Daartoe zau eventueel ook bij de hoorcolleges een opdracht verstrekt zau kunnen worden. Een docent geeft aan dat er bij de inrichting van een vak altijd een soort spanningsveld bestaat tussen dat je studenten enerzijds achtergrond, een visie, een academische invals­hoek wilt meegeven, en dat je hen anderzijds goed wilt voorbereiden op het tentamen . Er is voor gekozen beide te doen, ook al vindt een aantal studenten daardoor de hoorcolleges niet zinvol. De studenten zijn (zeer) positief over de werkcolleges van beide docenten. Het meest tevreden zijn de studenten over het feit dat moeilijke onderwerpen zanodig nog eens extra uitgelegd werden, en over de gelegenheid voor interactie. De klankbordgroepstudenten geven aan dat de opdrachten voldoende wer­den nabesproken. De tijd tijdens de werkcolleges was soms wat krap. Oat heeft te maken met de keuze voor een maximale groepsgrootte van 16 studenten. De keuze voor kleinere groepen ten koste van collegetijd is zowel docenten als de klankbordgroepstudenten goed bevallen. Er zijn echter ook diverse studenten die graag meer contacturen gehad zauden hebben. De studenten zijn positief over het boek 'Strategie: Process, Content, Context' van De Wit & Meyer, en behoorlijk negatief over het

Page 39: 2002 - Nummer 245 - december 2002

boek 'Organising workprocesses' van Van der Zwaan .. De reader krijgt van de studenten een ruime voldoende. Voor twee klankbordgroepstu­denten voldeed het tentamen aan hun verwachtingen (voor zover ze die hadden), voor de twee andere studenten niet. Het was duidelijk hoe het tentamen beoordeeld zou worden , namelijk in de aard van de tijdens de colleges gevoerde discussies.

In een hoorcollege zal dit jaar expliciet aandacht worden gegeven aa n de voorkennis die nodig is voor een vruchtbare bestudering van het boek van Van der Zwaan. Ook zal in dat verband extra Iiteratuur worden opge­geven.

Exteme Verslaggeving 1 (vvI7106)

Respons eindvragenlijst: 61 studenten (66% van het aantal inschrijvin9en VOOT het onderwijs) Eindbe-spreking klankbordgroep; t'wet docenten, drie shldenten

Aigemeen oordeel over hetvak 7,3

A1gemeen oordeel over het lesgeven van de docenten 7,4 (gemiddeld over beide docenten en over hoor- en werkcolleges)

Aigemeen oordeel over de literatuur 6,5

Aigemeen oordeel over het tentamen ;: Er zijn geen tentamenvra9en op9enomen in de enquete

De studenten zijn positief over het vak ais geheel. Ze vinden het een inte­ressant yak. De kiankbordgroep-studenten vinden met name de cases erg goed en leuk, hoewel deze wei vee I tijd kostten. De docenten zijn tevreden over het verloop van het vak. De studenten waren overwegend actief en goed voorbereid . De coiirdinerend docent is ook tevreden over het uiteindelijke slagingspercentage, maar tekent daa rbij wei aan dat er in de loop van het vak redelijk wat studenten zijn afgevallen. Het maken van de cases was namelijk een voorwaarde voor tentamendeelname, wat vooral in de avondgroep tat behoorlijk wat uitval heeft geleid. Het vak is juist gei"ntensiveerd en er is meer begeleiding dan gebruikelijk om het slagingspercentage omhoog te krijgen. De studenten vinden het begin­niveau van het yak goed. Basiskennis boekhouden en jaarversJaggeving (CEV) is nodig om dit yak te kunnen volgen. De docenten zijn van mening dat de vereiste voorkennis overwegend aanwezig was. De stu­denten vinden de moeilijkheid van de stof goed. De cases en ook hoofd­stuk 12 uit het boek zijn wei moei lij k. Een student zou het wei prettig vin­den als de hoorcolleges wat meer richting zouden geven. De coiirdine­rend docent geefi: aan dat hetjuist de bedoeling is dat studenten eerst zelf met de staf aan de slag gaan door de cases te maken. Uit het feit dat de meeste studenten actief meedoen met de cases leidt de docent af dat de klooftussen wat studenten al weten/kunnen en wat ze in de cases moe­ten doen niet te groot is. De docent geeft aan dat het bij de uitwerkingen van de cases gaat om inzicht, en op basis daarva n kan een uitwerking diverse kanten op gaan. Hoewel vanaf het begin duidelijk is gemaakt dat het in dit vak om inzicht ging, hebben tach niet aile studenten dat opge­pikt. De studenten zijn tevreden over de beschikbare informatie over dit vak. De studenten hebben gemiddeld 150-160 uur besteed aan het vak, exclusief de tijd die besteed is aan tentamenvoorbereiding. Oat is ruim de heIfi: van de tijd die in tata liteit voor het vak staat (7-puntsvak = 280 stu­dieuren). De coiirdinerend docent schat in dat voor tentamenvoorberei­ding ca. 80 uur nodig is. Uitgaande van 80 uur tentamenvoorbereiding zou er nog 40 uur over zijn . De colleges werden gemiddeld genomen redelijk goed voorbereid. Tijdens de colleges waren de studenten oplet­tend, en deden naar hun eigen zeggen ook actief mee. De studenten vin­den dat ze in dit vak gestimuleerd zijn om aetief met de staf aan de slag te gaan , en ook om de staf va nuit een kritisehe instelling te benaderen. De studenten zijn tevreden over de hoorcolleges. Het enige aspect waar­op verbetering wenselijk zou zijn is het aangeven van de relatie met ande-

re vakken in de opleiding. De klankbordgroepstudenten zijn van mening dat de taepassingen en de praktijkvoorbeelden de hoorcolleges leuk maakten . Zij vonden ook het tempo van de hooreolleges goed. De stu­denten zijn (zeer) positief over de werkcoJleges. Het meest positief zijn ze over de gelegenheid die er was voor interactie tussen de docent en de studenten. Het eerste uur van de werkcolleges, waarin de artikelen behandeld werden, kwam volgens de klankbordgroepstudenten echter niet zo goed uit de verf. De swdenten zijn niet blij met de roostering van hoor- en werkcolleges . Ze zouden graag meer tijd zien tussen beide, omdat de case bij voorkeur tussen het hoor- en werkcollege gemaakt moet worden. De studenten zijn positief over het boek 'Business Analysis and Valuation'. Doordat het boek de staf zo helder uiteenzet, kan het welleiden tot een onderschatting van de moeilijkheid van de staf: het zelf kunnen toepassen is lastig. Ook het boek 'Comparative International Accounting' en de reader krijgen gemiddeld genomen een voldoende. Het niet al te hoge oordeel over de reader heefi: waarschijnlijk te maken met de moeilijkheidsgraad van de artikelen. De coiirdinerend docent geefi: aan dat men dat weI zo wil houden, omdat men een bepaald niveau nastreeft. De klankbordgroepstudenten zijn positief over het ten­tamen. Het voldeed aan hun verwachtingen. Wei was het vrij moeilijk. Enkele studenten vinden dat de cases zwaarder zouden mogen meewe­gen in het eindcijfer.

De stof zal dit jaar enkel nog fin ancie le anal}'se bevatten. Dit biedt meer mogelijkheden om de moeilijke aspecten zoals artikelen in detail te behandelen . De staf wordt geclustered op 7 kernonderwerpen waarbij er een geheel is tussen boek, hoorcolleges, werkcolleges, cases en artike­len . De reader bevat aansluitend op het vorige punt een omschrijving per blok van twee weken. Er wordt duidelijk aangegeven wat er aan voorbe­reiding van de hoor- en werkcolleges wordt verwacht. Door de verhou­ding hoor-/werkcollege 1:2 wordt het probleem van de korte afstand tus­sen hoorcollege en werkcollege deels gemitigeerd. Daarnaast geeft deze indeling meer mogelijkheden tot het oefenen van de cases. Helaas is het onderdeel valuation nog weI in het midden in plaats van aan het eind van de cyclus omdat dit aansluiting moet geven voor de fiscale variant die maar voor de eerste helfi: meeloopt.

Financiele Verslaggeving (vvI7oo4) Respon5 eindvragenlijst: 16 studenten (43% van het aantal van 37 onderwijsinschrijvingen) EindbesprelClng kl:lnkbordgrot'p: 2 docentcn. 2: .s.rudenren

Algemeen oordeel over het vak

Algemeen oordeel over het Iesgeven van de docenten

Aigemeen oordeel over de Iiteratuur (gemiddelde over de boeken en reader)

Algemeen oordeel over het tentamen

6,0

6,6

5,8

;: Er zijn geen tentamenvTagen opgenomen in de enquete

De studenten zijn gematigd positief over het vak als geheel. De klan k­bordgroepstudenten vinden het een nuttig vak, dat goed inzicht geeft in financiele verslaggeving. Ook vinden ze het een prettig en goed gegeven vak, en er was vee I en goed materiaal beschikbaar. De aanwezige docen­ten zijn redelijk tevreden over hoe het vak, dat nu voor de eerste keer gegeven is, is verlopen. De studenten vinden het beginniveau van het vak te hoog. De klankbordgroepstudenten zijn van mening dat aile benodig­de voorkennis in principe aanwezig was, maar dat die voor een groot deel weer weggezakt was. Er worden volgens de studenten onderdelen uit de vakken CEV, Financiering, Management Accounting en Wiskunde ver­ondersteld. Achteraf gezien was het prettig geweest als vooraf voor de studenten bekend zou zijn welke onderwerpen bekend verondersteld werden, zodat die indien nodig opgefrist konden worden. Het voorken-

Rostra Economica 39

Page 40: 2002 - Nummer 245 - december 2002

nis-niveau van de studenten Fiscale Economie is de coiirdinerend docent meegevallen . De studenten vonden met name de stof die in de eerste helft van het yak behandeld is moeilijk. De manier van denken die daar gevraagd werd van de studenten was nieuw voor hen. Ze hebben nog niet eerder een vak met een dergelijke case-benadering gehad. Ze vonden de eerste helft van het vak bovendien abstract en vrij vaag. Het was hen niet duidelijk wat ze aan het eind van dat eerste deel zouden moeten kunnen . Men heeft weI inzicht gekregen in de materie, maar het toepassen ervan bleek dan toch erg moeilijk te zijn. De studenten zijn matig tevreden over de beschikbare informatie over dit yak. De studenten hebben gemiddeld zo'n ISO uur besteed aan het vak, exclusief de tijd die besteed is aan ten­tamenvoorbereiding en het afleggen van het tentamen. Dat is ruim de helft van de tijd die in totaliteit voor het yak staat (7-puntsvak = 280 stu­dieuren). De docenten hebben ervaren dat de tijdsbesteding van de stu­denten, evenals hun motivatie, erg wisselend is. Zij geven aan dat je dit yak aileen kunt leren als je er vee I tijd in steekt. Ondanks de door de stu­denten als hoog ervaren tijdsbesteding kan er meer van studenten gevraagd worden, gezien de verhouding tussen normtijd en bestede tijd. De colleges werden gemiddeld genomen redelijk voorbereid. Er werd niet expliciet gevraagd om de hoorcolleges voor te bereiden. De hoorcol­leges - met name in het eerste deel - waren echter weI beter te volgen indien vooraf de literatuur globaal was doorgenomen . Tijdens de colle­ges waren de studenten (zeer) oplettend, en deden naar hun eigen zeg­gen ook actief mee. De studenten vinden dat ze in dit yak gestimuleerd zijn om actief met de stof aan de slag te gaan . Ze zijn van mening dat ze ook tamelijk goed gestimuleerd werden om de stof vanuit een kritische instelling te benaderen. De studenten zijn niet tevreden over de hoorcol­leges in de eerste helft van het yak (deze waren gezamenlijk met studen­ten Bedrijfseconomie). Veel studenten vinden dat de stofin de hoorcolle­ges minder diepgaand behandeld zou moeten worden. De klankbord­groepstudenten geven ze aan dat de hoorcolleges vrij theoretisch zijn en dat het naar hun idee goed zou zijn als cijfermatige interpretaties van de theorie (toepassingen) al eerder aan bod zouden komen. Ook speelt een rol bij het lage oordeel dat de het eerste deel van het yak als vrij vaag erva­ren is door de studenten. Verder geven ze aan dat het tempo in de hoor­colleges te hoog was om het echt te kunnen volgen als de literatuur niet voorafbekeken was . Als dat weI gebeurd zou zijn, zouden de hoorcolle­ges waarschijnlijk hoger gewaardeerd zijn. De studenten zijn zeer tevre­den over de hoorcolleges in het tweede deel van het vak. Deze hoorcolle­ges waren goed te volgen waren: er werd goed aangesloten bij de kennis die de studenten al hadden, ze waren goed gestructureerd, en er was ruimte om vragen te stellen. De studenten geven de werkcolleges in het eerste deel van het yak een krappe voldoende. Het niet al te hoge cijfer voor de werkcolleges heeft waarschijnlijk veel te maken met het feit dat de cases zo moeilijk waren. Doordat er niet een goed antwoord was kwam men er tijdens de werkcolleges niet precies achter wat men fout gedaan had. De studenten zijn zeer positief over de werkcolleges in het tweede deel van het yak. Het belangrijkste kritiekpunt van de klankbord­groepstudenten op het boek 'Business Analysis and Valuation' is dat de stof moeilijker is dan dit boek doet vermoeden. Het boek van Ernst & Young vinden de klankbordgroepstudenten inhoudelijk goed, maar erg theoretisch. De artikelen in de reader vindt men erg moeilijk. De klank­bordgroepstudent die het tentamen gedaan heeft yond het een pittig, maar weI een goed, representatieftentamen, wat aan zijn verwachtingen voldeed. De coiirdinerend docent is van mening dat het tentamen veel­omvattend was.

In de eerste collegeweek wordt voortaan duidelijker het belang van het yak aangegeven naar studenten toe: wat is de plaats van het yak binnen hun studie en welke verbanden zijn er met de latere praktijk waarin de afgestudeerde gaat functioneren? De noodzakelijke voorkennis van stu­denten zal duidelijker gecommuniceerd worden, en er zal per week aan-

40 Rostra Economica

gegeven worden wat de student moet kennen en welke vaardigheden eigen dienen te worden gemaakt. Ook zal expliciet worden vermeld dat met name de stof van de eerste zeven collegeweken een wat abstracter karakter kent en daarmee samenhangend ook een relatief grote ins pan­ning vergt van studenten. Studenten zullen beter geattendeerd worden op een juiste voorbereiding op het hoorcollege in de eerste zeven colle­geweken. Bij de hoorcolleges in de eerste zeven collegeweken kan door middel van enkele concrete cijfervoorbeelden de duidelijkheid en begrij­pelijkheid van de collegestof voor studenten belangrijk toenemen. De cases moeten enkele dagen voorafgaand aan het werkcollege ingeleverd worden, zodat tijdens het werkcollege door de docent meer feedback op de uitwerkingen van studenten gegeven kan worden en niet slechts een oplossingsrichting wordt besproken. De artikelen die in de eerste zeven collegeweken bestudeerd moeten worden, worden voor de fiscaal econo­men in aantal gereduceerd.

InJeiding Leven 2 (w/40IO) ( 'Basisactuariaat 2' )

Rtspons eindura,llmlijst: 26 studenten (70% uan het aantal uan 37 onderwijsinschrijuin,llm) Eind .... preking kJankbordgroep, doc<n~ drie sruden .. n

gemeen oordeel over het vak Algemeen oordeel over het lesgeven van de docent

1gemeen oordeel over de literatuur Algemeen oordeel over het tentamen

7,7 6,8 7,0

De studenten zijn positief over het yak als geheel. De klankbordgroep­studenten geven aan dat ze met name de huiswerkopdrachten die vrijwel wekelijks ingeleverd moesten (konden) worden erg prettig vonden, omdat zij daardoor gestimuleerd werden met de stof aan de slag te gaan. Ook waren zij te spreken over de opzet en invulling van de colleges. Ze hadden een duidelijke meerwaarde ten opzichte van de literatuur. Ook de docent is tevreden over hoe het vak verlopen is. Hij heeft dit jaar voor het eerst met dit type huiswerkopdrachten gewerkt, en dat is goed bevallen. De studenten vinden het beginniveau van het vak goed. Naar de mening van de docent zijn zowel Inleiding Leven I als enige statistische kennis uit Kansrekening en Statistiek I noodzakelijk om Inleiding Leven 2 te kunnen volgen. De studenten vinden de moeilijkheid van de stof goed. De studenten zijn zeer tevreden over de informatie die ze gekregen heb­ben over dit yak. Ook de informatie via Blackboard was goed. De stud en­ten besteedden in hun totaliteit gemiddeld zo'n 70-75 uur aan dit yak. Dat is 46% van de tijd die voor het yak staat (4 studiepunten = 160 uur) . De klankbordgroepstudenten geven aan dat je om de opdrachten te kun­nen maken de stof moet begrijpen, maar dat het verder vooral een kwestie is van oefenen: als je het begreep, was het niet nodig om nog veel te leren. De colleges werden over het algemeen matig voorbereid. Het was volgens de studenten niet noodzakelijk om het college voor te berei­den om het te kunnen volgen, en dat vinden ze prettig. De stof wordt toch weI bijgehouden door het maken van de opgaven. Er worden diver­se suggesties gedaan om studenten te stimuleren meer te doen. Feit is in elk geval dat er meer van de studenten gevraagd kan worden dan op dit moment, en dat in elk geval een deel van de studenten (de niet-geslaag­den) dat nodig lijkt te hebben. Tijdens de colleges werd goed opgelet, en er werd redelijk actief meegedaan. De studenten vinden dat ze in dit yak redelijk gestimuleerd zijn om actief met de stof aan de slag te gaan en enigszins om de stof vanuit een kritische instelling te benaderen. De stu­denten zijn positief over het college als geheel. Ze waarderen met name de opbouw van de colleges, het aangeven van de structuur van het yak en de grote lijnen in de stof en het zonodig nog eens uitleggen van moeilijke onderwerpen. Wat minder positief zijn ze over het aangeven van de ver­eiste voorkennis en van de relatie met andere vakken in de opleiding. Wat de klankbordgroepstudenten met name goed von den aan de colleges

Page 41: 2002 - Nummer 245 - december 2002

was de begeleiding tijdens het maken van de opgaven, en de kleine rust­pauzes die de docent inlaste am te bekijken ofiedereen het nag volgde. De klankbordgroepstudenten zijn zeer positief over de opgaven. Om die opgaven te kunnen maken was inzicht in de staf vereist, waardoor de opgaven een goede manier waren om de stof te bestuderen en het vak daardoor goed bij te houden. De Excell-opgaven hebben de studenten als minder relevant ervaren voor dit vak. De studenten beoordelen het boek 'Levensverzekeringswiskunde deel r' op een ruime voldoende . De kJank­bordgroepstudenten vinden het een goed boek met veel voorbeelden. Het onderdeel 'Boekhouden' zou er naar hun mening iets duidelijker in mogen staan. Ze vinden het boek weI vrij 'droog' . De docent erkent dat het boek weI wat encyclopedisch is. De opgavenbundel krijgt een vol­doende van de studenten. De studenten zijn positief over het tentamen. Het voldeed aan de verwachtingen van de studenten en het was duidelijk hoe het tentamen beoordeeld zou worden. De studenten zijn kritisch over de omstandigheden waarin het tentamen moest worden gemaakt (Borchland) .

Er wordt een studiewijzer ontwikkeld, met daarin concrete leerdoelen (ook per week), een specificering van de vereiste voorkennis, een tae­lichting op de literatuur (welke delen van het boek zijn belangrijk), de organisatie van de colleges en richtlijnen voor de tijdsbesteding per week. Verder zal er bij de huiswerkopdrachten meer relevante informatie gegeven worden. Om studenten tot meer inspanningen te stimuleren (wat noodzakelijk gebleken is gezien de beperkt bestede tijd en de onder de maat zijnde slagingspercentages) wardt overwogen de opdrachten verplicht te stellen en zwaarder mee te laten wegen in het eindcijfer, om hen een actieve rol te geven bij het nabespreken van de opdrachten, en om het college zo in te richten dat de te behandelen literatuur voor het college doorgenomen moet zijn (bijvoorbeeld door vooraf vragen mee te geven over dat hoofdstuk die tijdens college in discussievorm besproken kunnen worden of door tijdens college middels discussiegroepjes vragen te laten formuleren door studenten). Het gebruik van Blackboard zal hiertae ge"intensiveerd worden .

Schade: Risicotheorie (VVI7409) ('Schade Actuariaat 2' )

Respons eindvra.genlijst: 36 (61% van de 59 studenttn die de eerste of de twetde ten­tamenkans benut hebben) Eindbcs"prtlO1\9 klanJcbordgrccp: doccnt. drir nudcnfln

Algemeen oordeel over het vak

Aigemeen oordeel over het lesgeven van de docent

Algemeen oordeel over de Iiteratuur

Aigemeen oordeel over het tenramen

6,9

7,5

6,9

6,5

De studenten zijn positief over het vak als geheel. De klankbordgroep­studenten zijn met name zeer te spreken over de college-opzet, de wijze van lesgeven van de docent en het boek. Een student doet de suggestie om te werken met vrijwillige huiswerkopgaven waaraan een beoordeling gekoppeld wordr, als stimulans om her vak beter bij re houden. De docent geeft aan dar zijn concept voor dit vak is dat studenten het ook moeten kunnen hal en zonder de colleges re volgen, omdat 60% van de srudenten die het vak volgen een volle baan hebben. Dit jaar waren de sla­gingspercentages iets lager dan andere jaren. De docent heeft de indruk dat de belangrijkste oorzaak daarvoor ligt in onvoldoende voarbereiding door de studenten. Het beginniveau van het yak wordr als goed ervaren. De vakinhoudelijke voorkennis om dit vak te kunnen volgen komt aan de orde in het vak Inleiding Schade, en is over het algemeen voldoende aan­wezig. WeI ontbreekt het bij veel studenten aan de benodigde statistische voorkennis. De stofin het vak zelfwordt door een aantal s tudenten wei als redelijk moeilijk ervaren. De studenten zijn redelijk tevreden over de beschikbare informatie over dit vak. De informatie op Blackboard vond

men duidelijk. De studenten hebben gemiddeld zo'n 85 uur besteed aan het vak. Dat is 71% van de tijd die in tataliteit voor het vak staat (3 stu­diepunten = 120 uur). Zowel de indruk van de klankbordgroepstudenten als van de docent is dat de meeste studenten te weinig tijd besteed heb­ben aan het vak. De colleges werden gemiddeld genomen slecht voorbe­reid . Toch zien noch de KBG-studenten noch de docent iets in een ande­re opzetvan de colleges of in hetzoeken naar een vorm waarin het rna ken van opdrachten (thuis, via Blackboard, oftijdens de colleges) een min of meer verplicht karakter krijgt als stimulans voor studenten om zich beter voor te bereiden. De oplettendheid van de studenten tijdens de colleges was redelijk goed. Slechts een kwart van de shldenten vond zichzelf tamelijk actief tijdens de colleges. De studenten vinden dat ze in dit vak niet sterk gestimuleerd zijn am actief met de stof aan de slag te gaan en om de stof vanuit een kri­tische instelling te benaderen .De studenten zijn in zijn algemeenheid tevreden over de colleges . De studenten vinden met name dat er vol­doende mogelijkheden geboden zijn om met de staf te oefenen, maar ook vele andere aspecten scoren goed, o .a . het aangeven van de vereiste voorkennis en van de structuur van het vak en de grote lijnen in de staf. Wat naar de mening van de studenten niet zo goed is aangegeven is het be lang van het yak en de relatie met andere vakken in de opleiding. De klankbordgroepstudenten zijn zeer positief over de colleges: de docent bakende het vak goed af, gaf duidelijk de leerdoelen aan, maakte de kern van de staf goed duidelijk, en heefi: een goed beeld van de voorkennis van de studenten. De studenten zijn positief over het boek 'lnleiding Risicotheorie' en over de syllabus. De docent geeft aan dat het boek ver­vangen wordt door een Engelstalige versie. Inhoudelijk is het boek niet veranderd ten opzichte van de huidige Nederlandstalige versie. De stu­denten zijn tamelijk positief over het tentamen in zijn algemeenheid. Het voldeed voor een aantal studenten weI, voor anderen minder aan hun ver­wachtingen. De meeste kritiek met betrekking tot het tentamen heeft te maken met de omstandigheden en de loeatie waar het tentamen gemaakt moest worden.

Voor dit jaar zaJ in een vooraf te publiceren studiewijzer of soortgelijk document geconcretiseerd worden welke Ieerdoelen het yak heeft, welke opgaven er van centraal bela ng zijn, hoe deze opgaven beheerst moeten worden (niet passief, maar actief), welke voorkennis op het gebied van Kansrekening en Statistiek, en Calculus nodig is, en welke voorkennis uit het voorafgaande college Schade actuariaat I gebruikt wordt. Ook zal de Blackboard-ondersteuning intensiever worden, met specifieker welke stof behandeld is en gaat worden, en welke sommen per se, en welke eigenlijk ook gemaakt en beheerst moeten worden.

Ondernemingsrecht (stv/3005)

Respons eindvragenlijst: 119 studenten Geen eindbespreking kl3nkbordgroep.

Gem. C'iJfcr!!irudC'nrcm Scdnjrseconomie

gem. djf~r sllldenten Fisc-ale Eronomie

Algemeen oordeel over het vak

Algemeen oordeeI Over het lesgeven van de docenten

Algemeen oordeel over de literatuur (gemiddelde over boek syllabus + wettenbundel)

Algemeen oordeel over het ten ramen

7,1 6,7 6,6 6,5

6,3 6,0

De studenten vinden het beginniveau van het vak en de moeilijkheid van de stof goed. Ze vinden het een interessant vale De groep 'fiscale studen­ten' is kritisch over de informatie die ze gekregen hebben over het yak. De groep 'overige studenten' is hier juist tevreden over. De colleges wer­den door de studenten matig voorbereid. WeI werd er tijdens de colleges

Rostra Economica 41

Page 42: 2002 - Nummer 245 - december 2002

goed opgelet en met name de groep 'overige studenten' deden tijdens de colleges actiefmee. Beide studentgroepen vinden dat ze matig gestimu­leerd zijn om actief met de stof aan de slag te gaan. De studenten geven een ruime voldoende zowel voor de hoor- als voor de werkcolleges. De groep overige studenten geeft een hogere waardering voor de colleges dan de groep fiscale studenten. De studenten besteden gemiddeld zo'n 45 -50 uur aan dit vak .. Oat is ongeveer 40 % van de tijd die voor het yak staat (3 studiepunten = 120 uur). De studenten beoordelen het studie­boek 'Van de BV en de NV' op een matig. De wettenbundel en de syllabus worden door de studenten beoordeeld op een ruime voldoende. Met name de syllabus wordt door de Fiscale studenten gewaardeerd (gemiddeld 8). De studenten vinden dat de bonustoets ze heeft gestimuleerd om vanaf de aanvang van het yak de stof te bestuderen . De studenten geven een ruime voldoende voor het tentamen als geheel. De studenten fiscale eco­nomie vonden dat het tentamen niet geheel aan hun verwachtingen vol­deed. Beide groepen studenten vonden dat ze te weinig tijd hadden om het tentamen te maken. De beoordelings- en inzageprocedure was de studenten duidelijk.

Er wordt bekeken ofhet mogelijk is een ander studieboek te gaan hante­reno Dit boek zal moeten voldoen aan gestelde criteria t.a.v. taeganke­Iijkheid, niveau en leesbaarheid . Blackboard wordt ingezet voor actuele informatie, vakinformatie en behandelschema's. Tevens zal IX per week een casus op de site worden geplaatst. De syllabus zal worden aangepast. Het openboek tentamen zal, met uit­zondering van het wetboek en wetteksten, worden vervangen door een gesloten boektentamen. De bonustoets zal worden gehandhaafd. Voor de differentiatie 'Arbeidsrecht' is te weinig belangstelling om deze vari­ant blijven aanbieden.

Wiskunde 3 (stv/3010)

Respons eindura,genlijst: 33 studenten (57 %uan her aantal uan 58 onderwijsinschrij vin,gen) Eindbespreking kb nkbordgroep: I docent. 1 studenten

Algemeen oordeel over het vak

Aigemeen oordeel over het lesgeven van de docent

1gemeen oordeel over de literatuur (gemiddelde over de 3 syllabi)

Algemeen oordeel over het tentamen " Er zijn ,geen tentamenura,gen opgenomen in de enquhe

De studenten geven een ruime voldoende voor het yak als geheel. Ook de leden van de klankbordgroep (KBG) kunnen zich vinden in het cijfer voor het algemeen oordeel over het yak. Ze vinden dat er goed I duidelijk is les gegeven. De studenten vinden het een interessant yak en vinden het beginniveau van het yak en de moeilijkheid van de stof goed. De KBG leden vinden het yak perfect aansluiten op wiskunde I en 2. De docent geeft aan te 'schipperen' tussen wat ze voor andere vakken moe­ten kennen en het startniveau. Hierover vind ook overleg plaats. De stu­denten zijn zeer tevreden over de informatie die ze hebben gekregen over het yak. Volgens de KEG heeft het gebruik van Blackboard (Bb) hier een belangrijke rol in gespeeld: alles stand erop. De studenten geven aan de colleges matig voor te bereiden. Volgens de docent is voorbereiding weI aan te bevelen, maar is het van meer be lang dat de studenten elke week het huiswerk maken. Er was weinig interactie, wat door de docent bevestigd wordt. Vragen kunnen echter altijd gesteld worden, maar discussie is niet mogelijk bij wiskunde. Het is geen doelstelling van het yak om standpunten uit te wisselen. De tijdsbesteding zal bij een yak als wiskunde tussen studenten onderling altijd uiteenlopen: de een is nu eenmaal beter in wiskunde dan

42 Rostra Economica

de ander. Interactie tllssen studenten tijdens de colleges wordt zowel door de KBG als de docent zinvol geacht als stimulans, is echter voor een yak als wiskunde moeilijk te realiseren . De docent heeft bij wijze van experiment deze keer Mathematica practica georganiseerd, die na vol­tooiing van de bijbehorende opdrachten een bonus voor het tentamen opleverden. Het oplossen van dynamische modellen met de hand is zeer tijdrovend en aileen mogelijk bij een zeer beperkt aantal varia belen. De doelstelling van de practica was om studenten te laten zien, hoe ze met een softwarepakket lineaire dynamische modellen kunnen oplossen, dan kunnen in principe ook modellen van 100 en meer varia belen worden opgelost. Nevendoelstelling was daarbij om de studenten een stimulans te geven en 'bij de les te houden'. De mathematica opdrachten waren vrij uitgebreid. De docent heeft weI gekeken of ze voldoende waren maar niet systematisch aile fouten aangegeven. De bedoeling was dat de studenten actief met de stof aan de slag gingen . De KBG leden vonden de syllabi goed, ze hebben geen zaken gemist. De computerpractica worden door de studenten als een goede aanvulling op de colleges beschouwd. 73% van de studenten vind dat de practica georganiseerd moeten blijven wor­den . 64% antwoord tevens bevestigend op de enquetevraag of de huidige vorm goed is. De KBG vind dat er een goede stimulans van uit gaat om ermee aan de slag te gaan. De docent brengt naar voren dat I docent te weinig is voor het practicum. Hij ziet de practica meer als workshops. Bijspringen door de student-assistenten was niet mogelijk doordat ze sterk belast werden door wiskunde 2 alsmede om roostertechnische redenen.

In september 2002 is het yak voor het eerst in de Engelstalige opleiding gegeven. De onderwerpen voor het tentamen zijn daarbij niet gewijzigd. De bestaande syllabi zijn vertaald, waarbij de micro economie syllabus volledig is herschreven en de macro economie syllabus hier en daar is aangepast. De voornaamste aanpassingen hierbij zijn dat in beide syllabi bewijsvoeringen zijn overgeheveld naar een appendix, waardoor de hoofdtekst aIleen staf bevat, die op het tentamen actief moet worden beheerst en er in de micro economie syllabus meer uitleg wordt gegeven bij de wiskundige afleidingen en er bovendien meer oefenmateriaal in is opgenomen.

Statistiek H2 (stv/3006H)

Respons eindvrogenlijst: 47 studenten (44%) Eindb~pteking klankbordgroep: docent. [Wee srudenten

Algemeen oordeel over het vak

gem . djrer smdemen Bedrijfseconomie

gem. cljfer srudenten Fi:s~ le Econom ie

Algemeen oordeel over het lesgeven van de docenten

Algemeen oordeel over de literatuur (gemiddelde over boek, syllabus + formules/tabellen)

Aigemeen oordeel over het tentamen

De studenten zijn positief over het yak. De klankbordgroepstudenten noemden als sterkste punt de goede structuur van de colleges. Met name de heldere toelichting op het waarom van de formule-keuze vond men erg belangrijk en goed. Dit gaf hen veel houvast voor het tentamen. De docent geeft aan dat hij het geven van de colleges zwaar vond, omdat hij er aan twijfelde of hetgeen hij vertelde weI bij iedereen overkwam. De studenten vinden het beginniveau van het vak goed: er is sprake van een goede aansluiting op Statistiek HI. De studenten vinden de herhaling van de basisprincipes van statistiek in het begin van het vak aan de hand van onderwerpen van Statistiek H2 erg prettig. Ook de moeilijkheid van de stofwordt als goed ervaren. De studenten zijn tevreden over de infor­matie die ze gekregen hebben over dit vak.De studenten besteedden in

Page 43: 2002 - Nummer 245 - december 2002

hun totaliteit gemiddeld zo'n IOS-lIO uur aan dit yak. Dat is ongeveer tweederde van de tijd die voor het yak staat (4 studiepunten = 160 uur). De studenten Bedrijfseconomie hebben beduidend meer uren aan het yak besteed dan de studenten Fiscale Economie. De docent twijfelt erover of de studenten voldoende tijd in het yak investeren. De colleges werden over het algemeen matig voorbereid. De docent heeft expliciet gevraagd om de literatuur bij te houden en de thuisopgaven elke week te maken. De klankbordgroepstudenten gaven aan dat de hoorcolleges goed op de theorie aansloten, en dat ze beter te volgen waren als de Iiteratuur voor­afbekeken was. Om de theorie goed te kunnen begrijpen was het nodig om de thuisopgaven te maken, wat door de meeste studenten te weinig gebeurde. De klankbordgroepstudenten vinden overigens dat de opga­yen uit het boek niet zo duidelijk waren. De docent geeft echter aan dat om die reden extra informatie over de opgaven gegeven is in de syllabus, en dat de antwoorden op Blackboard vermeld zijn. Tijdens de colleges werd er volgens de studenten over het algemeen wei goed opgelet en ook deden de studenten naar eigen zeggen actief mee. Naar de mening van de docent kan dat echter beter. Het hoorcollege had in feite het karakter van een ge'integreerd hoor-/werkcollege, waarin getracht werd interactief te werken. Daarvoor is meer participatie van meer studenten nodig. Een kleine zaal met een opstelling die interactie bevordert is daarbij ook van belaog.De studenten vinden dat ze in dit yak redelijk gestimuleerd zijn om actief met de stof aan de slag te gaan en enigszios om de stof vanuit een kritische instelling te benaderen. De studenten zijn positief over de colleges. Ze waarderen met name de opbouw van de colleges en het op boeiende en heldere wijze behandelen van de stof alsmede het geven van voldoende voorbeelden of (praktijk)toepassingen. Kritisch zijo de stu­denten over het aangeven van de relatie met andere vakken in de oplei­ding. De studenten zijn positief over het boek: 'Statistics for Management and Economics' van Keller & Warrack. De studenten Fiscale Economie lijken iets positiever over dit boek dan de studenten Bedrijfseconomie. De docent is niet helemaal tevreden over het boek, en men is binnen de afdeling aan het zoeken naar een alternatief. De sylla­bus krijgt van de studenten een voldoende. Ook hier zijn de Fiscaal Ecooomen positiever dan de Bedrijfseconomen. Het formules- en tabel­lenboek krijgt een mime voldoende. De studenten Fiscale Economie lij­ken iets positiever over het tentamen dan de studenten Bedrijfseconomie. Het tentamen voldeed redelijk aan de verwachtingen van de studenten, en het was duidelijk hoe het tentamen beoordeeld zou worden en ingezien kon worden. Voor een aantal studenten was de beschikbare tijd om het tentamen te maken te kort.

Er zal onderzocht worden of er dit jaar meer gebmik gemaakt kan wor­den van de interactieve mogelijkheden van Blackboard. In elk geval zul­len de leerdoelen van het yak op Blackboard vermeld wordeo. De rele­vantie van bet Yak, en in bet bijzonder de relatie met andere vakken, zal duidelijker aangegeven worden.

Financit!le Rekenkunde en Levensverzekeringswiskunde (stvl3002)

Rtspons tindvragmlijst: 39 studmtm (54 %) g<m. cijfersrudent<1l Bedrijfseconomie

Eiodbcspreking klankbordgroep: 2. docenlm , I srudencen gmt. djfer sruden[e.n FisaJe ECODomie

Algemeen oordeel over het yak

Algemeen oordeel over het lesgeven van de docenten

Algemeen oordeeJ over de Iiteratuur (gemiddelde over boek, syllabus + formules/tabellen>

Algemeen oordeel over het tentamen

6,6 6,5

6,7 6,6

6, 6,6

6,2 6,3

De studenten geven een mime voldoende voor het yak als geheel, wat door de klankbordgroepstudent als te laag wordt ervaren. M.b.t. de inhoud van het yak komt in de bespreking met de KBG naar voren dat het belang van LVW ligt in de registratie als registeraccountant. Het wordt echter zeer rekentechnisch benaderd, een manier die verouderd is, aldus een docent. De studenten vinden het beginniveau van het yak en de moeilijkheids­graad van de stof goed. Volgens de student is het yak niet moeilijk als je wiskunde I en 2 hebt gehad. Een docent geeft aan niet het idee te hebben gehad dat de studenten wiskundige kennis missen. De studenten geven een mime voldoende voor de colleges als geheel. Ze zijn positief over alle aspecten t.a.v de colleges. Wei zijn er grote verschillen in beoordeling tussen de groep fiscaal studenten en overige studenten. De student denkt dat het verschil in beoordeling tussen fiscaal en niet fiscaal studenten te maken heeft met de interesse voor het yak. Ook de docent kan niet goed plaatsen waardoor het verschil ontstaat, maar veronderstelt dat de stu­denten fiscale economie meer op werk I praktijk gericht zijn. Voor het onderdeel LVW geeft de student aan 3 avonden te weinig te vinden. De studenten geven een mime voldoende I goed voor de computerpractica en zijn positief over aile aspecten t.a.v. de practica. Met name de as pec­ten 'voldoende mogelijkheden geboden om met de stof te oefenen' en 'het geven van gelegenheid voor interactie tussen docent en studenten' worden door de studenten gewaardeerd. Uit de tussentijdse enquete komt naar voren dat het practicum zeer positief door de studenten gewaardeerd wordt. De studenten geven een krappe voldoende voor het boek 'Levensverzekeringswiskunde en pensioencalculaties. De menin­gen van de studenten lopen echter behoorlijk uiteen. De aanvullende documenten worden door de studenteo gewaardeerd op een ruime vol­doende.Het tentamen als geheel wordt op een voldoende beoordeeld. Het tentamen voldeed in het algemeen redelijk aan de verwachtingen van de studenten. Het was de studenten duidelijk hoe het tentameo beoor­deeld zouden worden. Ook de inzageprocedure voor het tentamen was voor de studenten voldoende duidelijk. De studenten fiscale economie hadden meer moeite om uit te komen met de tijd dan de groep overige studenten.

Mede naar aanleiding van de transitie van trimester naar semester zijn de nodige aanpassingen gedaan. Vooral het geringere aantal weken heeft gevolgen voor de verschillende sessies. Financiele rekenkunde wordt in haar geheel compacter en er zaJ iets meer aan zelfstudie van de studen­ten gevraagd worden. Bij het onderdeellevensverzekeringswiskunde ver­vallen enkele minder relevante onderwerpen en wordt een nieuwe case ingebracht.

Rostra Economica 43

Page 44: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Internationaal Management (kv/6550)

Respons eindvraaenlijst: 10 studtnten (40 'rovan het aantal van 25 onderwijsins{hrijvinaen) EindbespR'king klankbordgroep: 2 docenten. 2 srudenttn

J\lgemeen oordeel over het vak

Aigemeen oordeel over het lesgeven van de beide docenten

Algemeen oordeel over de Iiteratuur (gemiddelde over het boek)

Algemeen oordeel over het tentamen " Er zijn aeen tentamenllraaen opaenomen in de enquite

De sUidenten geven een ruime voldoende voor het yak als geheel. Ze vin­den het een zeer interessant yak. Ook de KBG sUidenten zijn zeer te spre­ken over de docenten. Ze vonden de ondelWerpen interessant en gingen met plezier naar de colleges. De praktijkvoorbeelden werden zeer gewaardeerd. De studenten vinden het beginniveau van het yak en de moeilijkheid van de stof goed. Ze zijn tevreden over de informatie die ze gekregen hebben over het yak . T.a.v. de voorkennis geeft een docent aan dat bij sommige studenten bepaalde voorkennis ontbreekt. Dit heeft te maken met de verschillende studierichtingen waaruit de studenten komen. De studenten bereiden de colleges matig voor. Ze vinden wei dat ze in het yak gestimuleerd zijn om actiefmet de staf aan de slag te gaan en de staf vanuit een kritische instelling te benaderen. De studenten besteden gemiddeld zo'n 170-175 uur aan dit yak. Dat is ongeveer 63 % van de tijd die voor hetvak (7 studiepunten = 280 uur). De sUidenten vin­den de ge"investeerde tijd in dit yak de moeite waard, gezien hetgeen men ervan geleerd heeft. Een docent geeft aan het boek niet per hoofdstuk te behandelen maar er kris kras doorheen te gaan. Bij de presentatie blijkt of de sUidenten het boek daadwerkelijk hebben gelezen . Studenten heb­ben met name moeite met analyseren. Bij dit yak worden de sUidenten uitdrukkelijk uitgenodigd zelf na te denken. De sUidenten geven een goed voor de colleges als geheel. De docent ervaart het als prettig om niet alles voor het college vast te leggen. Oat beperkt de vrijheid tijdens het college. De studenten geven ook een ruime voldoende voor de werkcol­leges als geheel. Beide docenten hebben veel aandacht besteed aan het geven van feedback. Oefenen was het maken van het werkstuk. Het tus­sentijds inleveren van een opzet door de studenten ging moeizaam. Een sUident uit de KBG geeft aan dat alles heel duidelijk was aangegeven, maar doordat het ondelWerp niet concreet was en de studenten moesten analyseren, vonden sommige studenten het heel lastig. Een docent merkt op dat de studenten tach de academische basisvaardigheden mis­sen . De studenten geven een ruime voldoende voor het boek 'International Business'. Het studieboek is op Amerikaanse leest geschoeid. Het boek is volgens een docent als een soort raamwerk geschreven en blijft up ta date.

44 Rostra Economica

Industriele Organisatie (vv/7In) (aileen enqu~te)

Respons eindvraatnlijst: 30 studtnten (86% van het aantal lIan 35 inschrijvinatn voor het onderwijs)

Algemeen oordeel over het vak

Algemeen oordeel over het lesgeven van aile docenten

Algemeen oordeel over de literaruur (gemiddelde over het boek en reader)

Algemeen oordeel over het tentamen " Er zijn aeen tentamenVTaaen op,gtnomen in de enquite

De srudenten geven een ruime voldoende voor het vak als geheel. De stu­denten vinden het een interessant yak en zijn tevreden over de informa­tie die ze gekregen hebben over dit yak. Ze vinden het beginniveau van het yak en de moeilijkheid van de staf goed. De colleges werden over het algemeen door de studenten goed voorbereid en er werd tijdens de colleges in het algemeen goed opgelet. De sUidenten vinden dat ze in dit yak goed gestimuleerd zijn om actief met de stof aan de slag te gaan en de stof met een kritische instelling te benaderen. De studenten besteden +/- 39% van de tijd die voor het yak staat aan het yak. Ze vinden de geYnvesteerde tijd i behoorlijk de moeite waard, gezien hetgeen ze ervan geleerd hebben. De studenten geven een ruime voldoende / goed voor zowel de hoor- als de werkcolleges. De stu­denten geven een ruime voldoende voor het boek: 'Industrial Organisation: A European perspective'.

Voor het nieuwe sUldiejaar zullen waarschijnlijk meer toepassingen in de geest van het boek van Shy worden ingevoerd.

Derde trimester

Economie van de Publieke Sector (bvl6013)

Respons eindvra,genlijst: 34 studenten (7z%van het aantal van 47 onderwijsinschrijvingen) Eindbesprcking k[ilDkbordgroep: 1 docemen, 4 srudemen

A1gemeen oordeel over het vak 7,5

Algemeen oordeel over het Ie geven van de beide docenten 7,8

A1gemeen oordeel over de Iiteratuur 6,3 (gemiddelde over het boek en de reader)

Algemeen oordeel over het tentamen 7,2

De studenten zijn positief over het yak als geheel . Ze vinden het een inte­ressant yak. De klankbordgroep-studenten zijn met name positief over de hoor- en werkcolleges (presentatie, interactie). De docenten zijn ook zeer positief over interactie met de studenten, omdat zij het als waarde­vol ervaren feedback te krijgen op hun colleges. De studenten opperden om meer praktijkvoorbeelden te geven. De docenten erkennen het belang van praktische ondelWerpen, maar zouden graag zien dat ook de studenten zelf dergelijke praktijkvoorbeelden aan de orde stellen. Het belangrijkste kritiekpunt van de studenten betreft de moeilijkheid van de artikelen in de reader. De docenten wijzen op het verschil in moeilijkheid tussen het boek en de artikelen . Het boek is aan de eenvoudige kant, waardoor de artikelen moeilijker lijken, maar ze zijn wei nodig om de studenten een goed begrip te geven van de relevante ondelWerpen van het yak. De docenten vinden het lastig om om te gaan met studenten die wegblijven , en ze vinden het jammer dat ze studenten moeten dwingen zich voor te bereiden. De studenten vinden het beginniveau van het yak goed, hoewel een kwart het aan de eenvoudige kant vindt. Het vak over­lapt gedeeltelijk met het basisvak Micro-economie. Voor de studenten die dat yak gevolgd hebben (de meerderheid) is die overlap vervelend. Voor de docenten is evenwel het probleem dat veel studenten tach moei-

Page 45: 2002 - Nummer 245 - december 2002

te blijken te hebben met de micro-economische stof. De studenten zijn tevreden over de informatie die over het vak is verstrekt. De studenten hebben gemiddeld zo'n 120 uur aan dit vak besteed . Dat is ongeveer 43% van de tijd die voor het vak staat (7 studiepunten = 280 uur). De studen­ten bereidden de colleges matig v~~r. De klankbordgroepstudenten gaven daarvoor diverse redenen. Ze denken dat ze zich beter zouden voorbereiden als de artikelen in de reader beter geYntroduceerd zouden worden, als er tijdens de colleges meer tijd besteed zou worden aan de artikelen in plaats van aan het boek, als er een artikel per week behandeld zou worden, en als er minder opdrachten zouden zijn die weI allemaal besproken zouden worden. Tijdens de colleges waren de studenten naar eigen zeggen oplettend. Een aantal studenten vond zichzelf oak actieftij­dens de colleges, anderen niet. De studenten vinden dat ze in dit vak gestimuleerd werden om actief met de stof aan de slag te gaan en om de stofvanuit een kritische instelling te benaderen. De studenten zijn posi­tief over de hoorcolleges van beide docenten. Ook de inhoud en begelei­ding van de werkcolleges van beide docenten worden positief beoor­deeld. Met name de gelegenheid tot interactie met de docenten werd hoog gewaardeerd. De studenten zijn positief over het boek. Ze vinden de moeilijkheidsgraad daarvan goed. De reader vinden ze echter te moei­lijk. De docenten geven aan het vreemd te vinden dat studenten over de moeilijkheid van de reader Idagen, terwijl ze gcmiddeld minder dan de helft van de tijd die voor het vak staat daadwerkelijk aan het vak besteed hebben. De studenten zijn tevreden over het tentamen, hoewel het niet aan de verwachtingen van aIle studenten voldeed. De tentamenomstan­digheden en beschikbare tijd waren goed. Het was de meeste studenten duidelijk hoe het tentamen beoordeeld zouden worden, de inzageproce­dure was voor meer dan de helfi: van de studenten niet duidelijk.

Dit jaar zal met meer nadruk gewezen worden op de moeilijkheidsgraad van de reader. Aan de reader zal verder meer tijd worden besteed tijdens de colleges. Met behulp van een aantal experimenten tijdens de colleges zal de praktische betekenis van de stof verder worden toegelicht. Door groepsopdrachten en werken in groepsverband zal geprobeerd worden om de werkcolleges 'levendiger' te maken en de studenten sterker bij de opdrachten te betrekken.

Inleiding Pensioenen (bv/4013) ('Pensioenactuariaat I')

Respons eindvragenlij.lt: 39 studenten (71% van het aantal van 55 onderwijsinschrijuingen) Eindbesprckin8 kl:mkbordgroep: 1 docent. I srudem

Algemeen oordeel over het vak

Algemeen oordeel over het lesgeven van de beide docenten

J\lgemeen oordeel over de literatuur

Algemeen oordeel over het tentamen

6,7 6,6

6,4

6,6

De studenten zijn positief over het vak als geheel. Ook de klankbord­groepstudenten geven aan het een interessant vak te vinden met een overzichtelijke stof en een goede opbouw. AIleen over de hoorcolleges zijn de klankbordgroepstudenten minder te spreken. De docent is tevre­den over de relatie die in het vak gelegd is met de actualiteit. Als grootste knelpunt heeft hij de onbalans ervaren tussen de beschikbare tijd voor de theorie/inhoud van het dictaat (hoorcollege) en de tijd voor de opdrach ­ten (werkcoUege) . Het beginniveau van het vak wordt als goed ervaren. De rekenkundige kennis die nodig is voor dit vak is voldoende aanwezig. Ook de vereiste voorkennis van actuariele mod ell en was aanwezig. Modellen voor verzekeringen op meerdere levens werden behandeld in het paral\ellopende vak Inleiding Leven 3, wat door de klankbordgroep­student als erg prettig is ervaren. lnzicht in de basis van financiele mark­ten is volgens de klankbordgroepstudent niet nodig. De studenten erva­ren de moeilijkheid van de stof in dit vak ook als goed. De studenten zijn

tevreden over de beschikbare informatie over dit vak. Alles wat belangrijk was stond op Blackboard. De klanbordgroepstudent vond de benutting van de 'external links' erg goed. Als belangrijkste meerwaarde van Blackboard wordt genoemd dat aIle informatie daar te vinden was, de beschikbaarheid van de opgaven en uitwerkingen, de beschikbaarheid van de sheets/stof, en het feit dat Blackboard het mogelijk maakt het vak op afstand te volgen.Voor driekwart van de studenten is van Blackboard een stimulerende werking uitgegaan om zelfstandig aan het vak te wer­ken. Goede punten van Blackboard vinden de studenten: de overzichte­lijkheid, de bereikbaarheid/toeganke-lijkheid, de informatievoorziening, het gebruiksgemak en de snelheid. Het belangrijkste punt dat de studen­ten niet goed vinden aan Blackboard is dat de sheets slechts enkele weken op Blackboard staan. De studenten hebben gemiddeld ongeveer 75 uur besteed aan het vak. Dat is 47% van de tijd die voor het vak staat (4 studiepunten = 160 uur). De tijdsbestedingen zijn weI zeer uiteenlo­pend. De docent betwijfelt of de studenten voldoende tijd in het vak ge'in­vesteerd hebben. De colleges werden gemiddeld genomen niet zo goed voorbereid. Voorbereiding voor het hoorcollege was niet nodig, omdat aIle stofbehandeld werd. V~~r de werkcolleges was het ook niet noodza­kelijk de sommen vooraf gemaakt te hebben, maar weI prettig omdat de behandeling daarvan anders wei erg snel ging. Tijdens de colleges liet de oplettendheid en actieve participatie bij veel studenten te wensen over. De studenten vinden dat ze in dit vak enigszins gestimuleerd werden om actief met de staf aan de slag te gaan en om de stof vanuit een kritische instelling te benaderen. De studenten die meer dan de helft van de hoor­colleges gevolgd hebben geven deze een krappe voldoende. Met name over de opbouw van de colleges zijn deze studenten positief. Op veel andere aspecten zijn verbeteringen nodig. De docent heeft als knelpunt ervaren dat er te veel tijd beschikbaar was voor de hoorcolleges. Het vak kent weinig tbeorie, die snel te behandeJen was, en die zich in feite goed voor zelfstl.ldie leent. Dat maakte het lastig om de hoorcolleges een goede invulling te geven. V~~r het komende jaar wil de docent de hoor­colleges meer verdieping geven door aan de hand van artikelen het inzicht in de theorie bij de studenten te vergroten. De klankbordgroep­studenten zijn ook van mening dat er te veel sheets gebruiktwerden in de hoorcolleges. De studenten zijn positief over de werkcolleges. De stu­denten zijn met name zeer te spreken over de mogelijkheden die gebo­den zijn om met de stof te oefenen, en over de gelegenheid die er was voor interactie tussen docent en studenten. De klankbordgroepstuden­ten vonden de werkcolleges goed te volgen, en hebben het op een inter­actieve manier maken van de sommen als prettig ervaren. WeI was er wat weinig tijd beschikbaar voor de sommen, en aan de verdiepingsvragen­/achtergrondvragen kwam men helemaal niet toe. De studenten zijn tamelijk positief over de syllabus en over de bijbehorende opdrachten. De studenten zijn positief over het tentamen in zijn algemeenheid. De beschikbare tijd om het tentamen te maken was echter voor meer dan de helft van de studenten te krap. Het tentamen vol deed v~~r een dee I van de studenten aan hun verwachtingen, voor een klein deel van de studen­ten niet. De omstandigheden waarin het tentamen gemaakt moest 1V0r­

den waren de meerderheid van de studenten goed. Ook was het de meeste studenten duidelijk hoe het tentamen beoordeeld zou worden en voor de helft van hen was de inzageprocedure duidelijk. De klankbord­groepstudenten vonden dat het tentamen relatief veel theorievragen bevatte, en dat het in zijn geheel vrij omvangrijk was .

V~~r dit jaar is een studiewijzer opgesteld waarin een weekoverzicht is opgenomen, met daarin duidelijk geformuleerd wat per week de beno­digde activiteiten van de student zijn en een inschatting van de tijd die die activiteiten kosten. Ook wordt van elk college en van elke opdracht het doe I vermeld. Er wordt in de studiewijzer aangegeven dat ervan wordt uitgegaan dat de studenten zelfstandig de kennis van dit vak verwerven, dat inzicht verwerven het doel wordt van de hoorcolleges. en vaardigheid

Rostra Economica 45

Page 46: 2002 - Nummer 245 - december 2002

verwerven het doel van de werkcolleges. Hoorcolleges krijgen dus meer verdieping door vermindering van kennisoverdracht en meer aandacht voor inzicht. 5tudenten dienen zelf de stof te bestuderen en op de colle­ges zal meer aandacht worden besteed aan verdiepende en actuele litera­tuur. Hiertoe is een reader met artikelen samengesteld. Op grond van de eerste ronde ervaring in dit yak zijn diverse inhoudelijke verbeteringen aangebracht in de syllabus, en zijn de opdrachten geintegreerd met de hoofdstukken Het aantal inleveropdrachten is uitgebreid van twee (PC­opdrachten ) naar vier; er zijn een essay-opdracht en een paneldiscussie­opdracht toegevoegd. Daarmee wordt het 'werken met' de theorie meer zwaarte gegeven. Het aantal opgaven bij sommige hoofdstukken is wat verminderd. De puntentelling en weging voor de inleveropdrachten wordt veranderd: in totaal tellen de opdrachten nu mee voor 30% (was 20%), maar zowel tentamen als opdrachten moet voldoende zijn. De PC­opdrachten dienen in groepjes van maximaal twee in plaats van vier stu­denten gemaakt te worden. De 'afstandstudenten' zullen in principe geen uitbreiding van de service via Blackboard krijgen; het was al goed mogelijk om op afstand het yak te volgen. Het inleveren van opdrachten zal via Blackboard georganiseerd worden, zodat collegebezoek niet ver­plicht is. AIleen de discussie-opdracht kan niet worden uitgevoerd zon­der aanwezig te zijn.

pPeratiooele Research IS (bv/40171

RtspOI15: 33 studrntrn (110% van htt aantal van 30 ondmuijsil15chrijvingrn. 67'lb van het aantal van 49 trntamrninschrijvingrn) Eindbcspreking kLankbordgrnep, I docent, I student

gemeeo oordeel over hetvak 7,3

Algemeen oordeel over het lesgeven van de beide docenten 7,4

gemeen oordeel over de Iiteratuur 6,2

Algemeen oordeel over het tentamen 6,9

De studenten geven een ruime voldoende voor het yak als geheel. De KBG student geefi: aan dat de opmerkingen die vanuit de KBG gemaakt zijn tijdens de tussenbespreking meteen zijn meegenomen. Tentamenoefeningen en opgaven werden verstrekt toen er om gevraagd werd. De studenten vinden het beginniveau van het yak en de moeilijk­heid van de stof goed. De docent geefi: aan dat als een student niets van kansrekening heefi: gehad dit problema tisch is: kansrekening is bij som­mige studenten wei erg ver weggezakt. Om die reden besteed de docent nogal wat aandacht aan het even ophalen van zaken. De studenten vin­den het een interessant yak. De KBG student vindt de gegeven voorbeel­den heel nuttig, de toepassingen op de werkelijkheid zijn leerzaam. De studenten zijn tevreden over de informatie die ze gekregen hebben over ditvak. De docent geefi: aan een duidelijke planning van de opdrachten te hebben gegeven alsmede hoe het eindcijfer tot stand komt. De studenten besteden gemiddeld w'n 130-135 uur aan dit yak. Dat is ongeveer 83% van de tijd die voor het yak staat(4 studiepunten =160 uur). De studen­ten vinden de geinvesteerde tijd in dit yak behoorlijk de moeite waard, gezien hetgeen men ervan geleerd heefi:. De colleges werden door de stu­denten matig I slecht voorbereid . De docent gaat ervan uit dat de voorbe­reiding voor de colleges door de studenten mager, maar ook niet echt noodzakelijk is en past de colleges daarop aan. Vooruit werken is voor dit yak niet heel handig. Er werd tijdens de colleges goed opgelet en door de studenten over het algemeen actief meegedaan. de studenten vinden dat ze in dit yak gestimuleerd zijn om actief met de stof aan de slag te gaan en de stof met een kritische instelling te benaderen. De opdrachten zor­gen voor een verdieping van de kennis waardoor de stofbeter blijfi: han­gen. Veel tijd wordt ook besteed aan het weken van fouten. De tweede opdracht was naar de mening van de docent aan de moeilijke kant; er werd door studenten veel tijd aan besteed maar de opdracht werd toch niet goed uitgevoerd. De docent zal proberen dit in de toekomst te voor-

46 Rostra Economica

komen; er worden steeds nieuwe opdrachten opgesteld. De studenten geven een ruime voldoende voor de colleges als geheel. De docent yond de opkomst tijdens de colleges goed. De studenten geven een voldoende voor het dictaat. De docent geefi: aan dat er meer voorbeelden met uit­werkingen en meer oefeningen op te nemen in de syllabus. Het tentamen wordt op een ruime voldoende beoordeeld en voldeed aan de verwach­tingen van de studenten. Het was de studenten echter onvoldoende dui­delijk over hoe het tentamen beoordeeld zou worden. Voor de docent is het tentamen de toets waarbij de dingen die nog niet in de opdrachten aan bod zijn gekomen getoetst worden. T.a.v. beoordeling wordt bij de opdrachten geen cijfer gegeven maar wordt de beoordeling aangegeven in termen: matig, voldoende, etc. T.a.v. het tentamen is inderdaad niet expliciet aangegeven dat het aantal punten voor iedere vraag hetzelfde is.

~tionele Ilesearch: Cases I (vv/7.f08)

Rtspons tindvragrnlijst: 8 studrntrn (57% van het aantal van 14 ondmuijsil15chrijvingrn) G= eindbcsprdcing kLankbordgrnep

A1gemeen oordeel over het vak 7,5

Algemeen oordeel over het lesgeven van de beide docenten 7.3

A.lgemeen oordeel over de literatuur 8,0 (uitgeIdeelde cases eo artikeleo)

A1gemeen oordeel over het teotamen 8,0

De studenten geven een ruime voldoende I goed voor het yak als geheel. Ze vinden het een zeer interessant yak. Ze vinden het beginniveau van het yak en de moeilijkheid van de stof goed. De studenten zijn tevreden over de informatie die ze gekregen hebben over dit yak De colleges werden door de studenten goed voorbereid. Ze waren tijdens de colleges oplettend en deden over het algemeen goed actief mee. De studenten vinden dat ze in dit yak zeer goed gestimuleerd zijn om actief met de stof aan de slag te gaan. Ook vinden dat ze in dit yak goed gestimuleerd zijn om de stof vanuit een kritische ins telling te benaderen. De studenten besteedden gemiddeld zo'n 75-80 uur aan dit vak.. Dat is ongeveer 48% van de tijd die voor het yak staat(4 studiepun­ten = 160 uur). De studenten vinden de geinvesteerde tijd in dit yak behoorlijk de moeite waard, gezien hetgeen men ervan geleerd heefi:. De studenten geven een ruime voldoende I goed voor de colleges als geheel. De studenten zijn positief tot zeer positief over aile aspecten t.a.v. het col­lege. Met name het geven van gelegenheid voor interactie tussen docent en studenten en studenten onderling en het aangeven wat van de studen­ten verwacht werd bij de eindopdracht wordt door de studenten zeer gewaardeerd. T.a.v. de literatuur zijn de studenten zeer te spreken over de uitgereikte cases en artikelen: deze waarderen ze met een goed. De eind­opdrachtvoldeed in hetalgemeen goed aan de verwachtingen van de stu­denten. De opdracht zelfwordt in zijn geheel op een goed beoordeeld. De studenten vonden dat ze ruimschoots de tijd hadden om de eindop­dracht te maken. De inzageprocedure voor de eindopdracht was de stu­denten voldoende duidelijk.

Page 47: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Instirutionele Economie (vv/7IIo)

Respons eindura9tnlijst: 11 studenten (lOo%uan het aantal uan 11 onderwijsinschrijuin9tn) Eindbespreking kl.3nkbordgroep: de docent, tw~e s rudf'men

Algemeen ootdeel over het vak

Algemeen oordeel over het lesgeven van de docent

Algemeen oordeel over de literatuur

Algemeen oordeel over het tentamen

De smdenten zijn zeer positief over het vak als geheel. Ze vinden het een erg interessant vak. Ook de klankbordgroepstudenten geven aan de stof in dit vak origineel en interessant te vinden. Het biedt een totaal andere blik op de economie dan de andere vakken. Het schrijven van de weke­lijkse papers wordt gewaardeerd. Algemene kritiekpunten van de klank­bordgroepstudenten richten zich op het ontbreken van een duidelijke strucmur in hetvak en de colleges , te veel herhaling in de colleges, en het niet echt van de grond komen van discussies. De docent is van mening dat het vak in zijn algemeenheid goed verJopen is. WeI heeft hij verno­men dat het voor smdenten onduidelijk was waar de cijfers voor de papers op gebaseerd waren. Zelfheeft hij in het vak een aantal dilemma­'s ervaren die te maken hebben met het a:ll1brengen van structuur, het herhalen van stof tijdens colleges , het stimuleren van discussies en de tijdrovendheid van het nakijken van papers. Het beginniveau van het vak wordt als goed ervaren. De benodigde voorkennis ligt op het terrein van de Micro-economie. De reguliere studenten bleken voldoende voorken­nis te hebben , maar bij de buitenlandse studenten was dat niet het geval. De klankbordgroepstudenten vonden het instapniveau van het vak bij sommige onderwerpen aan de lage kant. Het vak zou volgens hen weI iets moeilijker mogen zijn. Uit de enquete kwarn naar voren dat de meeste studenten de moeilijkheid van de stof goed vonden . De studenten zijn redelijk tevreden over de beschikbare informatie over dit vak. Een klankbordgroepstudent had graag bij de start van het vak een overzicht gekregen van de Iiteramur en van het programma. De smdenten hebben gemiddeld ongeveer r20 uur besteed aan het yak. Dat is 43% van de tijd die voor het yak staat (7 studiepunten = 280 uur). De klankbordgroep­studenten vinden dat ze voldoende tijd in het vak gestoken hebben. Ze hebben de colleges goed voorbereid, de papers geschreven, en naar hun eigen indruk de leerdoelen van het vak bereikt. Er kan dus meer van stu­denten gevraagd worden, wat betekent dat er ruimte is om het vak meer diepgang te geven. Tijdens de colleges waren de smdenten naar eigen zeggen oplettend en redelijk actief. De docent geeft aan dat er geen vra­gen uit de groep kwamen naar aanleiding van de bestudeerde stof, waardoor ook de discussie niet goed op gang k"vam. Er wordt aanbevo­len andere rnanieren te zoeken om de discussie te stimuleren. De stu­denten vinden dat ze in dit vak goed gestimuleerd werden om actief met de stof aan de slag te gaan en om de stof vanuit een kritische instelling te benaderen. De studenten zijn positief over de hoorcolleges. Ze zijn met name zeer te spreken over het feit dat de docent hun interesse gewekt heeft in de leerstof, en over de hoeveelheid voorbeelden en (praktijkltoe­passingen die gegeven zijn. De studenten zijn zowel positief over de inhoud van de werkcolleges als over de begeleiding ervan. Ze zijn met name zeer te spreken over de interesse die tijdens de werkcolleges gewekt is in de leerstof, over het feit dat moeilijke onderdelen zonodig nog eens extra uitgelegd werden, en over de mogelijkheden voor oefe­ning met de stof. Het enige aspect dat onvoldoende scoort is het geven van concrete feedback op opdrachten. Enige aandachtverdient verder de opbouw/structurering van het werkcollege. De studenten zijn positief over het gebruikte boek van Hodgson. De studenten zijn positief over het tentamen in zijn algemeenheid. Het voldeed v~~r een meerderheid van de studenten aan hun verwachtingen. De beschikbare tijd en de omstan­digheden tijdens de afilame waren goed. Ook was de beoordelingspro-

cedure voor de studenten duideJijk. De inzageprocedure was voor een aantal smdenten niet duidelijk. Voor wat betreft de beoordeling van de referaten, is er kritiek op de beoordeling: het is studenten niet altijd dui­delijk waarom soms niet aile punten gescoord worden.

Programmeren B (stv/3507)

Respons eindurDgenlijst: 9 studenten (45%van het aantal uan 20 onderwijsinschrijvingen) Eindbespreking kbnkbordgroep: c:en docent, drie studemen

Aigemeen oordeel over hetvak 7,7

Algemeen oordeel over het lesgeven van de docenten 7,8 (gemiddeld over beide docenten en over college/practicum)

Algemeen oordeel over de literaruur 6,6 (gemiddelde over het boek en de reader)

Aigemeen oordeel over de toetsing (series opdrachten) 7,2

De studenten zijn positief over het vak als geheel. Ze vinden het een inte­ressant vak. Ook de docent is tevreden over het verloop van het vak. De klankbordgroepsmdenten zijn met Ilame zeer te spreken over de bege­leiding bij het maken van de series opdrachten, zowel tijdens de practica als ook daarbuiten. De eerste twee opdrachten vond men erg eenvoudig. Het beginniveau van het vak wordt als goed ervaren. De enige voorken­nis die nodig is voor dit vak zijn zaken met betrekking tot de lay-out van programma 's. Dat is bij Programmeren A aan de orde geweest. De eerste twee opdrachten hebben daarop betrekking. De docent is van mening dat deze opdrachten als opfrisactiviteit wei zinvol zijn, omdat een goede opbouw en leesbaarheid van een programma zo belangrijk is. De moei­lijkheid van de stof wordt als goed ervaren. Ook de docent is tevreden over het niveau van de ingeleverde opdrachten . De studenten zijn tevre­den over de beschikbare informatie over dit val<. De studenten hebben gemiddeld ongeveer roo uur besteed aan het vak. Dat is 63% van de tijd die voor bet vak staat (4 studiepunten = r60 uur). De klankbordgroep­studenten zijn van mening dat zij voldoende tijd in het vak geYnvesteerd hebben. Als er meer tijd aan het vak besteed zou moeten worden, zou men dat het liefst doen aan de onderwerpen van de laatste twee series. De co.lleges werden gemiddeld genomen matig voorbereid. De hoorcolleges hoefden niet voorbereid te worden, de practica weI. Om studenten te sti­muleren het vak bij te houden, zou er per serie opdrachten wekelijks een deadline gesteld kunnen worden in plaats van een deadline aan het eind van het vak voor aile opdrachten . Docent en studenten voeJen daar ech­ter niet voor. Gezien het feit dat de series opdrachten separate onderwer­pen betreffen, lopen studenten die een bepaalde serie niet hebben afge­rond niet vast bij een volgende serie, dus de noodzaak het yak bij te hou­den is kleiner. Hoewel redelijk wat smdenten aan het eind vee I series opdrachten inleveren, heeft dat niet ge\eid tot het niet halen van het vak. Tijdens de colleges waren de studenten weI oplettend en deden redelijk actief mee. De studenten vinden dat ze in dit vak zeer goed gestimuleerd werden om actief met de stof aan de slag te gaan en redelijk goed om de stofvanuit een kritische instelling te benaderen. De studenten zijn posi­tief over de hoorcolleges. Het meest zijn de studenten te spreken over de goede opbouw van de colleges en over het feit dat duidelijk is aangege­ven wat er bij de series opdrachten van de swdenten verwacht werd. Een klankbordgroepstudent twijfelt over de toegevoegde waarde van het hoorcollege. De docent geeft aan dat het hoorcollege besteed werd aan uitJeg van de moeilijke aspecten van de theorie met voorbeelden , en aan terugkoppeling op de opdrachten naar aanleiding van veelgemaakte fou­ten. De studenten vinden het tweede aspect het zinvolste. De uitJeg van de theorie is wei prettig maar niet noodzakelijk. Die zou men zich, met behulp van de literamur en de gelegenheid die er tijdens de practica is om vragen te stellen, ook zelf eigen kunnen maken . De docent geeft aan het waardevol te vinden een aantal dingen collectief te kunnen melden. De

Rostra Economica 47

Page 48: 2002 - Nummer 245 - december 2002

VakkenEvaluaties

studenten zijn positief over de computerpractica. De studenten zijn met name zeer te spreken over de gelegenheid die er was voor interactie tus­sen docent en studenten en tussen studenten onderling. Ook de klank­bordgroepstudenten vonden de begeleiding erg goed. De student­assistent zag precies wanneer er wat misging, en gaf dan goede aanwij­zingen waarbij hij de studenten wei zelf liet puzzelen. De studenten geven het Pascal-Ieerboek een voldoende. De meeste studenten hebben het boek gebruikt dat ze voor Programmeren A aangeschaft hadden. Dat voldeed op zich goed, aileen is het Delphi/grafisch gericht. De studenten vinden het prettig dat de syllabus beknopt is , maar de lay-out is zeer rom­melig en zou ook ge-update kunnen worden . De studenten zijn positief over de series opdrachten. De beschikbare tijd om de series opdrachten te maken was voor de meeste studenten voldoende. De series opdrachten voldeden redeIijk aan de verwachtingen van de studenten. De omstan­digheden waarin de series opdrachten gemaakt moesten worden waren voor de meeste studenten goed . Ook was het de meeste studenten duide­lijk hoe ze beoordeeld zouden worden en hoe ze ingezien konden wor­den.

Voor dit jaar zal de syllabus ge-update worden. Ook zaJ er een studiewij­zer verstrekt worden met daarin de leerdoelen van het yak, de veronder­steJde voorkennis uit Programmeren A en de beoordelingscriteria voor het ingeleverde werk. Ook zullen de series opdrachten aangepast wor­den. Serie I en 2 worden eventueel samengevoegd tot een serie, er komt een nieuwe serie met aandachtvoor specifieke OR-toepassing en gebruik van Iijsten (pointer en records), en er wordt nog nagedacht over een eventuele eindopdracht voor iedereen welke gebruikt kan worden voor simulatie.

Scbriftelijke vaardigbeden (stv/8001)

Respons eindvragenJijst: 15 studenten (18% lIan de onderwijsinschrijvingen) Eindbespreking klankbord@roep: een doc~n t , een s rudent

Algemeen oordeel over het yak

gemiddeld r3pportciifer

gem. cijfer )cudenten Fisc-ale E.conomic:

gem. cijfer overige studenren

6,7 7,3 6,5

Algemeen oordeel over her lesgeven van de beide docenten 7 A

deerd. De studenten besteden gemiddeld zo'n 140-150 uur aan dit vak .. Dat is ongeveer 120% van de tijd die voor het vak staat (3 studiepunten =120 uur). In de BaMa-structuur is geprobeerd de studielast evenwichti­ger te verdelen door te werken met wekelijkse en met kortere opdrach­ten. De studenten vinden de gei:nvesreerde tijd in dit yak wei de moeite waard , gezien hetgeen men ervan geleerd heeft. De studenten geven een ruime voldoende voor de colleges. Ze zijn posi­tief over aile aspecten t.a.v. de colleges. Wei zijn er sams grote verschiJ­len in waardering op een aantal punten tussen de groep Fiscale studen­ten en overige studenten: de laatste groep waardeert de colleges in het algemeen hoger. De KBG student veronderstelt dat de groep FiscaJe stu­denten een wat passievere groep studenten is ter verklaring van de ver­schillen in waardering. De coordinator geeft aan dat de eisen hoog en kleinere groepen enthousiaster zijn. Overweging kan zijn een apart tra­ject voor de studentengroep Fiscale Economie. Hiervoor moet echter eerst duidelijker zijn dat voor deze groep studenten een aparte aanpak noodzakelijk en zinvol is. Dit zal bij voJgende evaJuaties een speciaaJ aan­dachtspunt zijn . De student geven een ruime voJdoende I goed voor het boek 'Schrijfgids voor economen'. Ook de KBG student is tevreden over het boek. VerschiJ in waardering tussen de groep FiscaJe studenten en de groep overige studenten (deze waarderen hoger) kan zijn dat de FiscaJe studenten meer anaJytisch zijn ingesteJd en op een aantal punten meer diepgang zouden willen. De eindopdracht aJs geheeJ wordt op een ruime voJdoende beoordeeJd . De eindopdracht voJdeed in het algemeen aan de verwachtingen van de studenten. Het was de studenten redelijk duideIijk over hoe de eindop­dracht beoordeeJd zou worden . Ook de KBG student vindt dat de eind­opdracht voJdeed aan de verwachtingen. In de BaM a structuur zijn de opdrachten veranderd, omdat er nu maar zeven weken in pJaats van tien weken college is. Zeven weken lijkt te kort om een goed werkstuk te lrun­nen schrijven . Daarom wordt nu gewerkt met kortere opdrachten , die verspreid door de college reeks moeten worden gemaakt. Er is geen apar­te eindopdracht meer. De student heeft de vormgeving en organisatie als prettig erva ren . Het was even wennen, maar de verplichting vaak te moeten komen (verpJicht 8 van de IO colleges bijgewoond hebben) heeft zeker stimuJerend gewerkt.

FinanciE!le Tijdreeksanalyse (stv/3003)

Algemeen oordee1 over de literatuur (gemidde1de over het boeken en de syllabus)

7,5 Respons eindllragenJijst: 22 studenten 7,0 (39%van het aantaJ van 56 onderwijsinschrijllingen) 7,8 Eilldbespreking kl.nkbordgroep, een docenr" . geen .tuden,tn

Algemeen oordeel over de eindopdracht 7,0 Algemeen oordee1 over het vak 6,2

6,2 7,0 Algemeen oordee1 over her lesgeven van de docenren 7,0 (gemiddeld over beide docenten en over college/practica)

De studenten geven een ruime voldoende voor het yak als geheel. Ook de KBG studente vindr het een prima yak, wat schooJs door de opkomst­plicht, maar daar is niet echt aan te ontkomen. De studenten vinden het beginniveau van het yak vrij laag, wat beaamd wordt door de KBG student. De moeilijkheid van de stof wordt goed gevonden. De docent geeft aan dat de studenten na de eerste twee colle­ges aan het schrijven gaan . Vaak blijkt dan ook dat de studenten weinig ervaring hebben met schrijven. Met de BaMa wordt e.e.a. veranderd: de 2

inleidende weken zouden kunnen worden geconcentreerd en de in lei­ding kan in zijn geheel op Blackboard worden geplaatst, i.v.m. tijdwinst noodzakeJijk geworden door de nieuwe structuur van 7 weken . De studenten zijn tevreden over de informatie die ze gekregen hebben over dit yak. Ze vinden het een interessant yak. De studenten bereidden de colleges matig voor. Er was echter ook geen specifieke voorbereiding voor de colleges noodzakelijk. Hiervoor is bewust gekozen: de studenten zijn al met het werkstuk bezig. Het boek moet weJ thuis worden bestu-

48 Rostra Economica

Algemeen oordeel over de Iiteratuur (gemiddelde over het boek en de syllabus)

Algemeen oordeel over het tentamen

• 0. co6r<IiMmId d_DI wu .. nw<lt ziin sabbatical lea ••• ni., bii de .indevalualit btllOkk.n.

6,2

6,8

De studenten zijn gematigd positief over het vak als geheel. De docent heeft geen specifieke knelpunten ervaren. WeI vindt hij het jammer dat er tijdens de colleges zo weinig vragen gesteld werden, waardoor het lastig was er achter te komen of studenten de stof begrepen. Er zal besproken worden of de computer-assignments volgend jaar verpJicht gesteld zul­len worden.Het beginniveau van het yak en de moeilijkheid van de staf worden aJs goed ervaren. De docent is tevreden over het niveau van het vak. De studenten zijn tamelijk tevreden over de beschikbare informatie over dit yak. De studenten hebben gemiddeld ruim 90 uur besteed aan het yak. Oat is 75% van de tijd die voor het vak staat (3 studiepunten = 120 uur). De

Page 49: 2002 - Nummer 245 - december 2002

docent heeft de indruk dat studenten voldoende tijd aan het vak besteed hebben. De colleges werden gemiddeld genomen door de studenten naar eigen zeggen niet zo goed voorbereid, maar tijdens de colleges waren ze wei oplettend en actief. De docent heeft dit ook zo ervaren. De colleges waren zo ingericht dat ze ook zinvol waren als ze niet waren voorbereid. De studenten vinden, gemiddeJd genomen, dat ze in dit vak niet sterk gestimuleerd werden om actief met de stof aan de slag te gaan en om de stof vanuit een kritische instelling te benaderen. De studenten die minimaal 60% van de colleges gevolgd hebben geven die colleges een ruime voldoende. Ze zijn met name positief over het feit dat goed is aan­gegeven welke voorkennis nodig was en dat goed duidelijk is gemaa kt wat zij aan het eind van het vak moeten weten/kunnen. De mening van de docenten over de begeleiding tijdens de practicumbijeenkomsten ver­schilt per docent. De meningen over de gebruikte literatuur lopen behoorlijk uiteen . Gemiddeld genomen krijgt het boek 'Applied Econometric Time Series' een krappe voldoende, en de syllabus een ruime voldoende. De docent is van mening dat het een goed, praktisch boek is . De studenten zijn positief over het tentamen in zijn algemeen­heid. Het voldeed voor een meerderheid van de studenten aan hun ver­wachtingen. Een vijfde deel van de studenten vond de beschikbare tijd onvoldoende. De omstandigheden tijdens de afname waren goed. Ook was de beoordelings- en de inzageprocedure voor de studenten duidelijk.

Dit jaar zal met een meer activerende college-opzet gewerkt worden, waarbij Blackboard ingezet gaat worden . Ook zal het algemene leerdoel van het vak geherformuleerd worden in enkele concrete leerdoelen.

Wetenschapsleer Bedrijfseconomie (sty/30n)

Respons eindllto,genlijst: 218 studenten g<middeld r,pportcijler

(90% lIan de onderwijsinschrijllin,gen) gem. cijfer ".demen FisC1le Ecanami.

KhmkbonJgroep: een doc~nt (coordinator), ~ studenttn gem. cijfer overige srudenten

Algemeen oordeel over het vak 6,7

Aigemeen oordeel over het lesgeven van de docenten (gemiddeld over aile docenten)

Algemeen oordeel over de literatuur (gemiddelde over de syllabus en de reader)

Algemeen oordeel over het tentamen

6,9 6,6 7,2 6,9 7,3 6,1 6,1 6,0 6,7 6,8 6.7

De studenten geven een ruime voldoende voor het vak als geheel. Gemiddeld geven de studenten fiscaJe economie een iets hogere waarde­ring dan de overige studenten. 001< de studenten uit de KBG vinden het vak Jeuk en interessant en de opzet van het vak goed. De studenten vinden het beginniveau van het vak en de moeilijkheid van de stof goed. Ze vinden het een interessant vak en zijn tevreden over de informatie die ze gekre­gen hebben over dit vak. De studenten besteden gemiddeld zo'n 72-82 uur aan dit vak. Dat is ongeveer 73% van de tijd die voor het vak staat. De studenten vinden de geinvesteerde tijd de moeite waard, gezien hetgeen men ervan geleerd heeft. Er werd tijdens de colleges door de studenten goed opgelet en actief meegedaan. De studenten vinden dat ze in het vak gestimuleerd zijn om actief met de stof aan de slag te gaan alsmede om de stof vanuit een kritische instelling te benaderen. De studenten geven een ruime voldoende I goed voor de colleges als geheel. De KBG studen­ten vinden dat de colleges een duidelijk meerwaarde hebben t.o.v. de zelfstudie. Het hoorcollege is het algemene verhaal, het werkcoJlege gaat in op de stofvan het Compendium en de reader. Ook over de werkcolle-

ges oordelen de studenten positief. Naar de mening van de KBG studen­ten hebben ook de werkcolleges een meerwaarde. De studenten hebben de coJleges als duidelijk en concreet ervaren. De studenten geven een ruime voldoende voor de syllabus 'Compendium Wetenschapsleer Economie'. De reader Wetenschapsleer Economie wordt beoordeeld op een onvoldoende. De reader was veel te laat beschikbaar wat naar de mening van de KBG de score heeft beinvloed. Tevens was de studenten niet altijd duidelijk wat ze weI en wat ze niet moesten kennen .Het tenta­men wordt op een ruime voldoende beoordeeld en voldeed in het alge­meen aan de verwachtingen van de studenten. Hoe het tentamen beoor­deeld zou worden alsmede de inzageprocedure was de studenten duide­lijk. De studenten vinden dar het formuleren van de stellingen beeft bij­gedragen aan het verwerken van de stof. De KBG leden beamen dit; Je neemt de stof intensiever door en kijkt er op een andere manier naar. De studenten vinden dat ook het moeten verdedigen van de stellingen heeft bijgedragen aan het verwerken van de stof. De KBG leden menen dat dit minder het geval was; je wilt per se dat je stelling stand houd bij de ver­dediging. Naar de mening van de docent werkte het presenteren van de stellingen nog niet zoals gewenst. De studenten vinden het nuttig om de stellingen in groepjes te moeten formuleren en verdedigen.

Er zal naar worden gestreefd de inhoud en plaats van de reader in het vak te verbeteren. Belangrijk onderdeel van de aanpak binnen het vak is om geen standaard tekstboek te hanteren ; deze is er ook niet voor dit vak. Artikelen hebben het nadeel dat ze niet geschreven zijn met het oog op didactiek. Verbetering zal dan in eerste instantie moeten komen van een betere kellze van artikelen en van een betere uitleg inde reader zelf wat de docenten met de teksten willen bereil<en en hoe verwacht wordt dat de studenten de teksten bestllderen. Het vak wordt ondersteund met het curs us management systeem Blackboard. Bekeken wordt ofhet zinvol is het gebruik ervan uit te brei­den b.v. discussionboard voor de voorbereiding en verdediging van de stellingen.

De volgende versla,gen hebben betrekking op vakken aangeboden in de in het studie­jaar 2001 gestarte 3-jarige Engelstatige opleidingsvariant 'BSc programme in Economics and Business.' De verslagen zUn in het Engels, zodat de betr@nde stu­denten ze kunnen lezen.

Introduction to International Economics

Respon.s: 25 students

General opinion on the course

General opinion on the quality of the lectures

General opinion on the literature (reader)

General opinion on the texts on Blackboard

General opinon on the exam

The students give a sufficient for the course as a whole. There is however ratller much diversity of opinion. The students found the course inte­resting. They think the starting level of the course is all right. The subject matter level of the course is to their opinion of the right level. The stu­dents are satisfied with the information on the course. The students generally prepared themselves rather poor for the lectures. They listened attentively during the lectures. Most students found themselves a rather active participant during the lectures. The students invested about 65-70 hours on average on the course as a whole. This is about 56% of the 'stu­diebelasting' for this course. (3 credits=I2o hours). The students give a wide sufficient for the lectures as a whole. They are positive about the lectures in general, as they are also on most aspects in relation to the lec­tures. Exception is the aspect' Clearly told what I should know I what abilities I should have after completing the course'. Students are critical

Rostra Economica 49

Page 50: 2002 - Nummer 245 - december 2002

about this point (score, 2,7 I 2,9). The students give an insufficient for the reader as a whole. However they give a wide sufficient for the texts on Blackboard. The students are rather positive about the exam in general and it did respond tolerable to their expectations. There was enough time for them to complete the exam and the sUldents thought the condi­tions in which they had to make the exam were OK.

Planned improvements: better quality and timely availability of the litera­ture.

Macro-Economics

Respons: 11 students

General opinion on the course

General opinion on the quality of the lectures

Students, 60% or more of the lectures attended

General opinion on the literature (textbook)

General opinon on the exam

6,7

7,7

8,5 8,8

8,6

The students give a wide sufficient I good for the course as a whole. There is however rather much diversity of opinion. The s tudents found the course very interesting. The students think the starting level of th e course is all right. The subject matter level of the course is to their opi­nion of the right level. The students are satisfied with the information they 've got on the course . The students generally prepared themselves well for the lectures. They listened very attentively during the lectures. Most students found themselves a rather active participant during the lectures . The students find they were stimulated to take an active appro­ach to the subject matter, and to approach the subject matter critically.

The students invested on average about 135-140 hours on the course in total. This is about 86% of the 'studiebelasting' for this course. (4 cre­dits=16o hours). The students are positive I very positive about the lectu­res in general. They are also positive about all the individual aspects. However, there is on all aspects a rather big difference between the opi­nion of the total group of students and the students who attended 60% or more of the lectures . Three students who criticised negatively about the lectures bring this result about. The students give a good I very good for the lectures as a whole . They are also very positive about all the indi­vidual aspects. There is hardly a difference between the opinion of the total group of students and the students who attended 60% or more of the lectures. The students are very positive about the textbook that has been used during the course. The students rate the exam in general at good I very good. They are content with all aspects of the exam.

Tot slot

In een van de volgende nummers van Rostra Economica za l gerappor­teerd worden over de evaluaties in het eerste semester van het huidige studiejaar. We zijn dit jaar begonnen met digitaal enqueteren via Blackboard in plaats van schriftelijk enqueteren na afloop van het tenta­men. We verwachten dat dat ook voo r jullie prettiger is, en hopen dus op een goede respons! Iedereen die meerwil weten over de vakkenevaluaties of over de kwaliteitszorg van het onderwijs bij de FEE in het algemeen , kan contact opnemen met de medewerkers kwaliteitszorg onderwijs (5254156; [email protected] .nl, [email protected]).

Anca N ies, Bert ten Boske Beleidsmedewerkers f(waliteitszo r,lJ Onderwijs

Hoofdredacteur Robert Picauly

Plv. Hoofdredacteur Erwin van Dam

Eindredacteur Niels van Tamelen

Redactie David Koekoek

Bernard Bak Irina Fetisova Marileen Kan Katrin Malin

Anastassia T cherneva

Lay-out Yvin Hei

Adreswijzigingen Studentenadministratie Binnengasthuisstraat 9

1 012 ZA Amsterdam

Jaarabonnement 5 nummers voor 15 euro

Niets uit deze uitgave mag zonder toe­stemming van de redactie of de externe

auteur overgenomen worden. De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud

van ingezonden stukken en behoudt zich het recht voor deze in te korten.

Oplage 3500

Advertenties: KPMG

Ernst & Young DNB

Dexia Bank Niehe lancee

Voor reacties en open sollicitaties is de redactie te bereiken op:

Tarieven op aanvraag verkrijgbaar Opdrachten schriftelijk ter attentie van

acquisiteur Sefa: Robert Picauly. tel 020-5254025

e-mail: [email protected]

50 Rostra Economica

Kamer E002 Roetersstraat 11

1018 WB Amsterdam telefoon 020-5254024

E-mail adres:[email protected] let- en drukwerk

Grafiplan Nederland B.V., Enkhuizen

Page 51: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Crossing Bridges?

Niehe Lancee is een accountants- en belas­

tingadviesorganisatie met een sterke regio­

nale verbondenheid. Wij richten ons op mid­

delgrote en grote ondernemingen die hier te

lande zijn gevestigd . Ontwikkelingen als

internationalisering en globalisering waar

onze clienten en INij dus ook mee te maken

krijgen , zijn door ons tijdig onderkend.

Internationale samenwerking is noodzaak;

Wij zijn voortdurend op zoek naar jonge men­

sen, die passen binnen de informele Niehe

Lancee cultuur waar vakbekwaamheid en

collegialiteit hoog in het vaandel staan

geschreven, maar die ook verder kijken dan

de grenzen van hun vak en van Nederland.

Natuurlijk hoort hierbij het onderhouden van

internationale contacten en uitwisseling en

plaatsing bij internationale collega-kanto-

meer kansen voor buitenlandse bedrijven in reno Dus: de voordelen van een grote interna­

Nederland en voor Nederlandse bedrijven "all tionale organisatie en professionaliteit en

over the globe". Internationaal werken wij collegialiteit van gedreven en gemotiveerde

sam en met RSM International, een wereldwijd collega's. Zo zijn wij, in een wereld waarin

netwerk van zelfstandige accountants- en steeds meer eisen aan snelheid en kwaliteit

belastingadvieskantoren. Binnen RSM Niehe worden gesteld, meer dan de optelsom van

Lancee werken wij met dit netwerk samen om poppetjes en getallen.

onze klanten steeds beter te kunnen bedie-

nen. Maar ook voor onze medewerkers vinden

wij deze samenwerking van groot belang .

Spreekt onze organisatie je aan, neem dan

contact op met Ellen Hoogendijk, personeels­

manager, telefoon 023-5300425 of mail naar

[email protected].

We praten graag verder over jouw carriere­

mogelijkheden bij ons kantoor.

Niehe Lancee

RSM Niehe Lancee B.V.

Postbus 5037

2000 CA Haarlem

www.niehelancee.nl

Page 52: 2002 - Nummer 245 - december 2002

Carriere in Investment Banking

Dexia Securities is de Investment Bank van Dexia Bank Nederland, ontstaan uit de fusie

tussen Kempen & Co en Labouchere. In Nederland behoren wij tot de toonaangevende

partijen op het gebied van Corporate Finance en Equities & Derivatives.

Wij onderscheiden ons door een platte en informele organisatiestructuur, die vanaf d e

eerste dag veel ruimte laat voor eigen initiatief en individuele verantwoordelijkheid . Onze

cultuur is sterk resultaatgericht, waarbij ondernemerschap en daadkracht sleutelwoorden

zijn . Wij zijn zeer ambitieus en kritisch op de kwaliteit van ons werk. Teamspririt, drive,

analytische vaardigheden en het vermogen om buiten de geijkte kaders te denken zijn

onmisbare eigenschappen voor de professionals die bij ons werken .

Door mee te werken aan transacties, het volgen van specifieke trainingen en persoonlijke

coaching zorgen we samen met jou voor een gerichte persoonlijke ontwikkeling.