173_23 a-grafiek Voor Boutverbindingen in 1 Formule (BmS, Aug 2003) 3s

3
trekzone Voor veel programmeurs kost de numerieke vertaling van de zogeheten α-grafiek – figuur 39 in NEN 6772 – de nodige hoofdbrekens (afb. 2). Om de grafiek goed af te lezen, moet namelijk dubbel worden geïnterpoleerd waar- voor veel tussenwaarden nauwkeurig moeten worden afgelezen én ingevoerd. Maar ook voor de ‘gewone’ constructeur is de grafiek niet gebruiksvriendelijk, vooral omdat de afstand tussen de opeenvolgende krommen voor α niet lineair verloopt. Daar komt nog bij dat de grafiek voor α = 6 lange tijd niet goed in de norm was weergegeven. Hierdoor konden er bij de interpolatie of bij het aflezen behoorlijke afwijkingen ontstaan. Inmiddels is deze omissie in wijzigingsblad NEN 6772/A1 gecorrigeerd. Kortom: voor alle gebruikers is een numerieke vertaling in een set formules van de grafiek uit figuur 39 in NEN 6772 de beste oplossing. Dit artikel beschrijft de theoretische aanpak om tot een numerieke oplossing te komen. Bepaling overgangspunten De waarde van α in de grafiek hangt af van de geometrie van de verbinding, uitgedrukt in de parameters λ 1 en λ 2 : In de grafiek lopen de getekende krommen vanaf een bepaalde waarde van λ 2 verticaal. Ter plaatse van deze verticale lijnen hangt λ 1 = m 1 m 1 +e en λ 2 = m 2 m 1 +e 23 AUGUSTUS 2003 BOUWEN MET STAAL 173 Verbindingen Bij een geboute aansluiting van een ligger aan een kolom moet onder meer de capaciteit van de trekzone worden getoetst. Soms worden de flenzen van de kolom daarbij verstijfd door het inlassen van horizontale schotjes (afb. 1). Voor deze situatie moet de trekzone worden beschouwd als een reeks van vervangende T-stukken met elk een effectieve lengte l ef . NEN 6772 geeft in art. A.3.4.3.2 een set formules voor de effectieve lengte voor elke boutrij naast de verstijving. In deze formules komt een factor α voor, afhankelijk van de geometrie van de verbinding, waarvan de waarde moeten worden afgelezen uit figuur 39 van NEN 6772. Die figuur is op basis van proeven bepaald. Voor programmeurs was deze figuur lastig in numerieke waarden te vertalen. De auteur beschrijft in dit artikel een methode waarmee dat nu wel mogelijk is met een wiskundige formule. α-Grafiek voor boutverbindingen omgezet in één formule ir. S. van Gemerden Siem van Gemerden werkt als constructie-adviseur bij Royal Haskoning in Rotterdam. 1. Boutverbinding met een gedeeltelijk schot in de trekzone. 2. Oorspronkelijke figuur 39 uit NEN 6772.

description

BmS

Transcript of 173_23 a-grafiek Voor Boutverbindingen in 1 Formule (BmS, Aug 2003) 3s

  • trekzone

    Voor veel programmeurs kost de numerieke

    vertaling van de zogeheten -grafiek figuur

    39 in NEN 6772 de nodige hoofdbrekens

    (afb. 2). Om de grafiek goed af te lezen, moet

    namelijk dubbel worden genterpoleerd waar-

    voor veel tussenwaarden nauwkeurig moeten

    worden afgelezen n ingevoerd. Maar ook

    voor de gewone constructeur is de grafiek niet

    gebruiksvriendelijk, vooral omdat de afstand

    tussen de opeenvolgende krommen voor

    niet lineair verloopt. Daar komt nog bij dat de

    grafiek voor = 6 lange tijd niet goed in de

    norm was weergegeven. Hierdoor konden er

    bij de interpolatie of bij het aflezen behoorlijke

    afwijkingen ontstaan. Inmiddels is deze omissie

    in wijzigingsblad NEN 6772/A1 gecorrigeerd.

    Kortom: voor alle gebruikers is een numerieke

    vertaling in een set formules van de grafiek

    uit figuur 39 in NEN 6772 de beste oplossing.

    Dit artikel beschrijft de theoretische aanpak

    om tot een numerieke oplossing te komen.

    Bepaling overgangspuntenDe waarde van in de grafiek hangt af van

    de geometrie van de verbinding, uitgedrukt

    in de parameters 1 en 2:

    In de grafiek lopen de getekende krommen

    vanaf een bepaalde waarde van 2 verticaal.Ter plaatse van deze verticale lijnen hangt

    1 =m1

    m1 + een 2 =

    m2m1 + e

    23AUGUSTUS 2003 BOUWEN MET STAAL 173

    Verbindingen

    Bij een geboute aansluiting van een ligger aan een kolom moet onder meer de capaciteit van de trekzone worden

    getoetst. Soms worden de flenzen van de kolom daarbij verstijfd door het inlassen van horizontale schotjes (afb. 1).

    Voor deze situatie moet de trekzone worden beschouwd als een reeks van vervangende T-stukken met elk een effectieve

    lengte lef. NEN 6772 geeft in art. A.3.4.3.2 een set formules voor de effectieve lengte voor elke boutrij naast de

    verstijving. In deze formules komt een factor voor, afhankelijk van de geometrie van de verbinding, waarvan de

    waarde moeten worden afgelezen uit figuur 39 van NEN 6772. Die figuur is op basis van proeven bepaald.

    Voor programmeurs was deze figuur lastig in numerieke waarden te vertalen. De auteur beschrijft in dit artikel een

    methode waarmee dat nu wel mogelijk is met een wiskundige formule.

    -Grafiek voor boutverbindingenomgezet in n formule

    ir. S. van GemerdenSiem van Gemerden werkt als

    constructie-adviseur bij Royal

    Haskoning in Rotterdam.

    1. Boutverbinding met een

    gedeeltelijk schot in de trekzone.

    2. Oorspronkelijke

    figuur 39 uit NEN 6772.

  • draaid dat de 2-as overeenkomt met de (hori-zontale) x-as en de 1-as met de (verticale) y-as. Vervolgens tekenen we een willekeurige -

    grafiek met de limietwaarde y (= 1) = 1 eneen horizontale tak voor grote waarden voor

    x (= 2) (afb. 3). De x- en y-waarden horen bijde functie voor een willekeurig gekozen waarde

    voor , terwijl 1 en 2 de uit de geometrieberekende waarden zijn. Bij de lijn y = 1 = 1hoort e = 0 en uit formule (2) volgt dan = 4.

    Dat betekent dat een kleinere waarde voor

    niet mogelijk is!

    Voor de willekeurige -grafiek in x = 0 geldt y

    = 1. En in het overgangspunt x = a geldt: y = b

    en y = 0 (begin horizontale lijn). Volgens for-

    mules (3) en (4) geldt dan:

    De hierboven beschreven (willekeurige) -gra-

    fiek is met de volgende wiskundige formuleset

    te omschrijven:

    Uit de formule voor de gekromde tak volgt,

    na herschrijven:

    y = b + (1 b) 1 x

    a

    f()

    voor x a

    y = b voor x > a

    b =1,25

    2,75(5)

    a = 0,5b (6)

    Voor de verticale tak geldt dan:

    De overgangspunten van de kromme naar

    verticale tak in de -grafiek liggen dan hier-

    mee vast. Uit formule (2) volgt:

    Combineren van formule (1) met formule (3)

    levert de waarde voor 2 op:

    Wiskundige -grafiekOm de wiskundige grafiek te bepalen, wordt

    de grafiek uit NEN 6772 zo gespiegeld en ge-

    2 = 1,3751 + 0,625

    22 = 2,751 + 1,25 =1

    2 = 0,51 (4)

    1 = 2,751 + 1,25

    1 =1,25

    2,75(3)

    lef

    =m1 = 4m1 + 1,25e

    m1 = (2,75m1 + 1,25m1) + 1,25e

    = 2,75m1 + 1,25(m1 + e)

    = 2,75 + 1,25(m1 + e)

    m1= 2,75 +

    1,251

    (2)

    24 BOUWEN MET STAAL 173 AUGUSTUS 2003

    0,0

    yb

    ax = 2x-as ( 2-as)

    1

    y-as

    (1-

    as)

    1,0

    3. Bepaling van de wiskundige grafiek

    voor een willekeurige waarde voor .

    4. Gecorrigeerde figuur 39 uit

    NEN 6772 volgens wijzigingsblad A1.

    De grafiek is tevens verlengd

    naar de maximale waarde 1 = 1,0.

    de waarde van dan uitsluitend af van 1.Bij verstijfde verbindingen (met schotjes)

    bepaalt de waarde van de effectieve lengte

    lef van het vervangende T-stuk. Maar wanneer

    de afstand tussen de verstijving en de bout

    voldoende groot is, heeft de verstijving geen

    invloed meer op de effectieve lengte.

    De normale effectieve lengte voor een enkele,

    onverstijfde boutrij volgt uit NEN 6772, for-

    mule A.3-5b:

    lef = 4m1 + 1,25e

    waarbij tevens geldt lef 2m2. Een ver-stijving heeft geen invloed meer op de

    effectieve lengte voor m2 >0,5lef . Daarom

    geldt voor het overgangspunt van de

    gebogen tak naar de rechte tak:

    0,5lef

    = m2 = 2m1 + 0,625e

    m2 = (1,375m1 + 0,625m1) + 0,625e

    = 1,375m1 + 0,625(m1 + e)

    m2m1 + e

    = 1,375m1

    m1 + e+ 0,625

    (m1 + e)

    m1 + e

    2 = 1,3751 + 0,625 (1)

  • SpreadsheetMet formule (8) en (9)

    worden de krommen van

    figuur 36 in NEN 6772

    wiskundig beschreven. Om

    hiermee voor een bepaalde

    verbindingsgeometrie de

    exacte waarde voor te

    bepalen, moet een iteratie-

    proces worden uitgevoerd,

    zoals in NEN 6772 om-

    schreven. De auteur stelt

    hiervoor een (eenvoudig)

    programma in Excel gratis

    ter beschikking via de site

    www.bouwenmetstaal.nl.

    Klik op de startpagina op

    download en vervolgens

    op -Grafiek voor bout-

    verbindingen (BmS-173).

    25AUGUSTUS 2003 BOUWEN MET STAAL 173

    Met de formules (5), (6) en (7) is vervolgens

    een curve fitting gedaan met de grafiek van

    figuur 39 van NEN 6772 op basis van de

    krommen voor = 2, = 4,50 en = 4,45,

    die elk een aantal duidelijk afleesbare steun-

    punten (de snijpunten van rasterlijnen) hebben

    (zie tabel 1).

    Het blijkt dat de verhouding f()/ nagenoeg

    constant is (de lezer kan dat zelf controleren

    voor andere punten). Voor elke waarde van

    luidt dan de formuleset:

    Opvallend is dat bij = 6 uit formule (5) volgt

    dat b = 0,3846. De grafiek in NEN 6772 was

    oorspronkelijk echter getekend op b = 0,4.

    Op basis van de afgeleide formules werd daar-

    om geconcludeerd dat de kromme voor = 6

    in NEN 6772 foutief was afgebeeld. Alle andere

    verticale takken in figuur 39 kwamen namelijk

    wel overeen met de theorethisch bepaalde

    waarden voor b (en dus voor 1).De theoretische waarden voor volgens for-

    mule (8) en (9) komen perfect overeen met

    y = b + (1 b) 1 x

    a

    0,7

    voor x a (8)

    y = b voor x > a (9)

    f() =

    lny b

    1 b

    ln 1 x

    a

    (7)

    Tabel 2. Resultaten van een iteratieve berekening van .

    b a y 4,000 1,0000 2,0000 1,0000 0,5000

    5,250 0,5000 1,3125 0,5858 0,0858

    5,509 0,4531 1,2480 0,5290 0,0290

    5,641 0,4323 1,2194 0,5030 0,0030

    5,656 0,4301 1,2163 0,5001 0,0001

    5,657 0,4300 1,2162 0,5000 0,0000

    Tabel 1. Curve fitting van de theoretische waarden met de getekende grafiek.

    b a y = 1 x = 2 f() f()/2 0,3538 1,1115 0,4 0,5 4,4143 0,703

    4,50 0,7143 1,6071 0,8 0,5 3,2306 0,718

    4,45 0,7353 1,6360 0,8 0,6 3,0835 0,693

    Ligger-

    kolomverbinding.

    de getekende krommen en de gecorrigeerde

    kromme voor = 6 in de gecorrigeerde figuur

    39 van NEN 6772 (afb. 4).

    Bepalen bij gegeven 1 en 2Met de theoretische formules voor de grafiek

    voor een willekeurige waarde van is het

    vervolgens mogelijk te bepalen welke waarde

    van hoort bij een gegeven 1 en 2. Om datiteratief te kunnen doen, wordt een nieuwe

    term ingevoerd: = y 1 (zie afb. 3).

    Neem nu als startwaarde = 4: kleiner kan

    deze waarde namelijk niet zijn. Vervolgens

    wordt hiermee b berekend met formule (5),

    a met formule (6) en y met formule (8) of (9).

    De bijbehorende waarde van is dan bekend.Voor de tweede stap berekenen we uit for-

    mule (2). Wanneer de verstijving geen invloed

    meer heeft, wordt dan direct de goede waarde

    van gevonden, omdat dan geldt = 0. Indeze tweede stap worden weer b, a, y en bepaald. Voor de derde stap gebruiken we

    regula falsi:

    Vanaf de derde waarde wordt het proces

    herhaald totdat = 0. In tabel 2 staan deresultaten van een berekening voor een

    boutverbinding met m1 = m2 = e = 50 mm

    en 1 = 2 = 0,500.

    3 =12 212 1