17 september 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan ... · Brenda Casteleyn, PhD Page 2 1....

24
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Wiskunde: integralen en afgeleiden 17 september 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan: Atheneum van Veurne Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating)

Transcript of 17 september 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan ... · Brenda Casteleyn, PhD Page 2 1....

Page 1: 17 september 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan ... · Brenda Casteleyn, PhD Page 2 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht is opgebouwd vanuit de vragen van de vorige examens,

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts

Wiskunde: integralen en afgeleiden

17 september 2019

Brenda Casteleyn, PhD

Met dank aan: Atheneum van Veurne

Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating)

Page 2: 17 september 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan ... · Brenda Casteleyn, PhD Page 2 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht is opgebouwd vanuit de vragen van de vorige examens,

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 2

1. Inleiding

Dit oefeningenoverzicht is opgebouwd vanuit de vragen van de vorige examens, gerangschikt per thema.

De vragen komen van diverse sites. Vooral de site van Leen Goyens was handig en het atheneum van Veurne heeft een prachtige website met uitgewerkte antwoorden en extra oefeningen.

2. Oefeningen over integralen

1997 – juli Vraag 7

Bereken de waarde van de volgende bepaalde integraal:∫ 푒 푑푥 − ∫ 푑푥

<A> -1 <B> 0 <C> 1 <D> 2

1997 – Juli Vraag 8

Beschouw de volgende functie: 61( ) . .(6. ( ) 1)36

y x x Ln x C

Deze functie is het resultaat van:

<A>

5. xx e dx

<B>

5. ( )x Ln x dx

<C>

7 . xx e dx

<D> 5( )Ln x dx

1997 – Augustus Vraag 4

Eerste bewering: ∫ 푥푒 푑푥 = 푥푒 − ∫ e + 퐶

Page 3: 17 september 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan ... · Brenda Casteleyn, PhD Page 2 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht is opgebouwd vanuit de vragen van de vorige examens,

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 3

Tweede bewering: als u(x) ebn v(x) afleidbare functies zijn, dan geldt:

푢(푥)푑푣(푥) = 푢(푥)푣(푥)− 푣(푥)푑푢(푥)

<A> Alleen de eerste bewering is juist <B> Alleen de tweede bewering is juist <C> Beide beweringen zijn juist <D> Beide beweringen zijn onjuist

1997 – Augustus Vraag 10

De waarde van ∫ 푑푥 is

<A> ln 4 <B> ½ ln4 <C> 2 ln24 <D> 2ln22

2000 – Juli Vraag 3

De waarde van ∫ 푥푒 푑푥/ is:

<A> e/3 <B> 1/3 <C> 1/4 <D> 1/5

2001 – Augustus Vraag 7

De waarde van ∫ 푑푥 is:

<A> e-5 <B> e-3 <C> 0 <D> e-1

2002 – Juli Vraag 9

∫ x. sin 푥 푑푥 =

<A> –π <B> –π/2 <C> π/2 <D> π

Page 4: 17 september 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan ... · Brenda Casteleyn, PhD Page 2 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht is opgebouwd vanuit de vragen van de vorige examens,

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 4

2007 – Augustus Vraag 1

Stel dat de functies F(x) en G(x) primitieve functies zijn van de functie f(x). Welke van onderstaande beweringen is dan juist?

<A> De functies F(x) en G(x) zijn gelijkwardig <B> Er bestaat een reëel getal r zodat F(x) = rG(x) <C> De functies F(x) en G(x) kunnen hoogstens in een constante verschillen <D> F(x) en G(x) kunnen alleen rationale functies zijn

2007 – Augustus Vraag 7

Gegeven is ∫ = ln x en ∫ cos푥푑푥 = sin 푥

Welke bewerig is dan juist

<A> ∫ = ln sin x

<B> ∫ = sin ln x

<C> ∫ = ln x +

<D> ∫ is niet te berekenen alleen op grond van de gegevens

2008 -Augustus Vraag 2

Voor partiële integratie geldt: ( ). '( ) ( ). ( ) ( ). '( )f x g x dx g x f x g x f x dx

Bepaal de volgende bepaalde integraal:

0

.(sin( ) cos( ))x x x dx

<A> /2 <B> -/2 <C> π + 2 <D> π - 2

2010 – Augustus Vraag 7

Be beschouwen twee uitdrukkingen:

Uitdrukking 1: ln( ) ln( ) tex dx x x c

Page 5: 17 september 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan ... · Brenda Casteleyn, PhD Page 2 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht is opgebouwd vanuit de vragen van de vorige examens,

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 5

Uitdrukking 2:

2 1 1(2 ) (4 )2 8

teSin x dx x Cos x c

Welke uitdrukkingen zijn wiskundig juist?

<A> Uitdrukkingen 1 en 2 zijn juist. <B> Uitdrukkingen 1 en 2 zijn fout. <C> Uitdrukkingen 1 is juist en uitdrukking 2 is verkeerd. <D> Uitdrukkingen 1 is verkeerd en uitdrukking 2 is juist.

2012 – Juli Vraag 6 versie 1

Bereken de volgende onbepaalde integraal:

232.ex

x e dx

<A>

23 .23 .

2

e xtee e c

<B>

23 .23 . .

e xtee x e c

<C>

232

3

ex

tee ce

<D>

232.

3

ex

tex e ce

2010 – Juli Vraag 6 versie 2

Bereken de volgende onbepaalde integraal:

223.

xx e dx

<A>

2234

3x tee c

<B>

2233

4x

e k

<C>

2232

3x

e k

Page 6: 17 september 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan ... · Brenda Casteleyn, PhD Page 2 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht is opgebouwd vanuit de vragen van de vorige examens,

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 6

<D>

2233

2x

e k

2012 – Augustus Vraag 6

Bereken de volgende onbepaalde integraal: 5 2 .

2xSin dx

<A>

2 5 25 2

xCos C

<B> 2 5 25 2

xCos C

<C> 5 5 22 2

xCos C

<D> 5 5 22 2

xCos C

2014 – Juli – Vraag 2

Werk de volgende onbepaalde integraal uit:

<A>

14. ( ) 4.

xI x Ln x x e C

<B>

14

. ( )4

xeI x Ln x x C

<C>

14

. ( )4

xeI x Ln x C

<D>

14. ( ) 4.

xI x Ln x e C

14( )

xI Ln x e dx

Page 7: 17 september 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan ... · Brenda Casteleyn, PhD Page 2 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht is opgebouwd vanuit de vragen van de vorige examens,

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 7

2014 – Augustus – Vraag 2

Gegeven zijn twee uitwerkingen van een onbepaalde integraal:

I1 = ∫ 푥. cos(푥)푑푥 = 푥. sin(푥) + cos(푥) + 푐

I2 = ∫ 푒 .푑푥 = 2푥. 푒 + 푐

Welke van deze twee uitwerkingen zijn correct?

<A> I1 en I2 zijn correct <B> I1 en I2 zijn verkeerd <C> I1 is verkeerd en I2 is correct <D> I2is verkeerd en I1 is correct

2015 - Juli Vraag 1

Gegeven de volgende gelijkheid

푥 푑푥 + (푥 − 1) 푑푥 + (푥 − 2) 푑푥 + … (푥 − 푛 + 1) 푑푥 = 280

Welke waarde heeft n in deze vergelijking?

<A> 100 <B> 93,3 <C> 120 <D> 200

2015 - Juli Vraag 12

Bereken de volgende bepaalde integraal:

sin(푥) cos(푥)푑푥/

<A> 3/2 <B> 3/4 <C> 3/8 <D> 3

2015 – Augustus Vraag 6

Voor welke waarde van x geldt dat

(3푡 − 1) 푑푡 = 21

Page 8: 17 september 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan ... · Brenda Casteleyn, PhD Page 2 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht is opgebouwd vanuit de vragen van de vorige examens,

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 8

<A> x = 6 <B> x = 5 <C> x = 3 <D> x = 2

2015 – Augustus Vraag 14

Bepaal n waarvoor

∫ 푥 푑푥 + 2 ∫ (푥 − 1) 푑푥 + 3 ∫ (푥 − 2)푑푥… + 푛 ∫ (푥 − 푛 + 1)푑푥 = 18

<A> n = 14 <B> n = 10 <C> n = 8 <D> n = 7

2016 – Juli geel Vraag 2

Gegeven is de functie f met als voorschrift f(x) =

Wat is het voorschrift van de afgeleide functie f’?

<A> f’(x) = ( )

<B> f’(x) = ( )

<C> f’(x) =

<D> f’(x) =

2016 – Juli geel Vraag 3

De afgeleide van een functie f, gedefinieerd op 0, + is gegeven door

f’(x) = ln x. Bovendien is f (e ) = e2. Dan is f (e2) gelijk aan:

<A> e2 <B> 2e2 <C> 2 + e2 <D> e4

2016 – Augustus geel Vraag 12

Page 9: 17 september 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan ... · Brenda Casteleyn, PhD Page 2 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht is opgebouwd vanuit de vragen van de vorige examens,

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 9

Gegeven is de functie f met voorschrift f(x) =

. De afgeleide functie f’ heeft als

voorschrift

<A> f’x) =

<B> f’(x) =

<C> f’(x) = −

<D> f’(x) =-

2017 – Juli geel Vraag 3

Bereken ∫ dx + ∫ dx + ∫ dx

<A> 7 ln4 <B> 9 ln4 <C> 14 ln4 <D> 16 ln4

2017 – Augustus geel Vraag 3

De functie f wordt gegeven door het functievoorschrift f(x) = Aeωx. Hierbij zijn A en ω constanten. Er is gegeven dat f(0) =2 en f’(0) = 1

Bepaal ∫ 푓(푥) 푑푥

<A> 4(√푒 +1)

<B> √

– 4

<C> 4√푒 <D> 4(√푒 -1)

2017 – Augustus geel Vraag 13

Bereken de integraal ∫ 푥. 푒 푑푥 ( )

<A> ln √2 <B> 1 + ln √2 <C> ln √2푒 <D> 1 + ln √2푒

2018 – Arts geel Vraag 5

Bepaal de afgeleide van de functie f met voorschrift

f(x) = (x – 1)tan(x2)

Page 10: 17 september 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan ... · Brenda Casteleyn, PhD Page 2 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht is opgebouwd vanuit de vragen van de vorige examens,

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 10

voor x = √휋

<A> 2√휋 <B> √휋 1 − √휋 <C> 2√휋 (√휋 − 1) <D> 2√휋(√휋 + 1)

2019 – Arts geel Vraag 1

Als t een reëel getal is waarvoor

∫ 푥 + 푑푥 = -2

Dan is

<A> t3 + t – 6 = 0 <B> t3 + t – 2 = 0 <C> t3 + t + 2 = 0 <D> t3 + t + 6 = 0

Page 11: 17 september 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan ... · Brenda Casteleyn, PhD Page 2 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht is opgebouwd vanuit de vragen van de vorige examens,

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 11

3. Oplossingen oefeningen

1997 – juli Vraag 7

푒 푑푥 − 1

1 + 푥 푑푥

e0 – e-∞ - ∫ 푑푦 (waarbij y = 1+x en dy = dx; ennieuwe grenzen:

voor x = 0 y=1 en voor x = e-1 y =e))

1 – 0 - (ln(e) – ln(1))

1 – (1-0) = 0

Antwoord B

1997 – Juli Vraag 8

Gegeven:

61( ) . .(6. ( ) 1)36

y x x Ln x C

Gevraagd: van welke integratie is deze functie het resultaat

Oplossing: vanprimitieve terug naar integraal = afleiden:

Y’(x) = [6x5(6lnx – 1) + x6 ]

= [36x5lnx –6x5 + 6x5]

= x5lnx

Antwoord B

1997 – Augustus Vraag 4

Gegeven: Eerste bewering:∫ 푥푒 푑푥 = 푥푒 − ∫ e + 퐶

Tweede bewering: als u(x) en v(x) afleidbare functies zijn, dan geldt:

푢(푥)푑푣(푥) = 푢(푥)푣(푥)− 푣(푥)푑푢(푥)

Gevraagd: welke beweringen juist?

Page 12: 17 september 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan ... · Brenda Casteleyn, PhD Page 2 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht is opgebouwd vanuit de vragen van de vorige examens,

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 12

Oplossing:

De eerste bewering is een toepassing van de tweede bewering. Ze zijn allebei juist:

Antwoord C

1997 – Augustus Vraag 10

De waarde van ∫ 푑푥 is

Oplossing:

Gebruik substitutie: y = ln x dan is dy = 1/x dx

Vervanging in de integraal geeft: ∫ 푦 푑푦

Primitieve: = ln(x)2/2

Invulling van waarden: = ( ) – ( )

= ( ) – 0 (want ln 1 = 0)

Pas eigenschappen log toe: logaxn = n logax

= ( )

= 2푙푛 2

Antwoord D

2000 – Juli Vraag 3

De waarde van ∫ 푥푒 푑푥/ is:

Gebruik substitutie en partiëel integratie:

Y = 2x, dus dy = 2dx

Vervanging in integraal geeft: ∫ 푦푒 푑푦 /

= (푦푒 − 푒 )

= (2푥푒 − 푒 )

= 2 푒 − 푒 – (0− 1)

Page 13: 17 september 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan ... · Brenda Casteleyn, PhD Page 2 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht is opgebouwd vanuit de vragen van de vorige examens,

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 13

= (푒 − 푒) +

= ¼

Antwoord C

2001 – Augustus Vraag 7

De waarde van ∫ 푑푥 is:

Oplossing: ∫ 푑푥 (in teller 2 optellen en terug aftrekken)

= ∫ 1 − 푑푥

= x – 2ln(x+1) Ι0e-1

= (e-1-2lne) – (0-2ln1)

= e-1-2 (ln1 = 0)

= e-3

Antwoord B

2002 – Juli Vraag 9

x. sin 푥 푑푥

Gebruik partieel integratie:

∫ x. sin 푥 푑푥= (-cos x)x – ∫(− cos푥) 푑푥

= -x cos x + sin x

Waarden invullen: (-πcos π + sin π) – ((-0.cos(0) + sin(0)) = -π(-1)+0 =π

Antwoord D

2007 – Augustus Vraag 1

Stel dat de functies F(x) en G(x) primitieve functies zijn van de functie f(x). Welke van onderstaande beweringen is dan juist?

De functies F(x) en G(x) kunnen hoogstens in een constante verschillen

Antwoord C

2007 – Augustus Vraag 7

Page 14: 17 september 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan ... · Brenda Casteleyn, PhD Page 2 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht is opgebouwd vanuit de vragen van de vorige examens,

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 14

Gegeven is ∫ = ln x en ∫ cos푥푑푥 = sin 푥

Welke bewering is dan juist

∫ = ln sin x

∫ = sin ln x

∫ = ln x +

∫ is niet te berekenen alleen op grond van de gegevens

Gemakkelijkste manier is uitkomst van elke oplossing afleiden:

Bij A: (ln sinx)’ = ( ) = (gebruik: (ln f)' = f'/f )

Bij B: (sin ln x)’ = cos lnx . (lnx)’ = cos 푙푛푥

Bij C: (ln x + )’ = −

A, B en C zijn alledrie onjuist

Antwoord D

Om de integraal op te lossen: gebruik ∫ = ln

∓ + Cte

∫ = ∫ = ∫ ( ) = ln + Cte

2008 -Augustus Vraag 2

Voor partiële integratie geldt: ( ). '( ) ( ). ( ) ( ). '( )f x g x dx g x f x g x f x dx

Bepaal de volgende bepaalde integraal:

0

.(sin( ) cos( ))x x x dx

Oplossing:

∫ 푥. (sin 푥 + cos푥)푑푥 = ∫ 푥. sin 푥 푑푥 + ∫ 푥. cos 푥 푑푥

= −cos x. x—∫−cos x 푑푥 + sin x .x – ∫ sin 푥 푑푥

= -cos x.x + sinx + sin x.x + cos x

Page 15: 17 september 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan ... · Brenda Casteleyn, PhD Page 2 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht is opgebouwd vanuit de vragen van de vorige examens,

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 15

Waarden invullen:

= (-cosπ.π + sinπ + sin π.π + cosπ)- (-cos(0).0 + sin(0) + sin (0).0 + cos (0))

= (-(-1)π + 0 + 0.π + (-1)) - (-1.0 + + 0 + 1)

= π – 1 -1

= π -2

Antwoord D

2010 – Augustus Vraag 7

Be beschouwen twee uitdrukkingen:

Uitdrukking 1: ln( ) ln( ) tex dx x x c

Uitdrukking 2:

2 1 1(2 ) (4 )2 8

teSin x dx x Cos x c

Welke uitdrukkingen zijn wiskundig juist?

Oplossing:

Uitdrukking 1: gebruik partiële integratie toegepast op ∫1. ln 푥 푑푥

∫ ln푥푑푥 = 푥 ln 푥 −∫푥 푑푥 = 푥푙푛푥 − 푥 + 퐶푡푒, dus uitdrukking 1 is fout

Uitdrukking 2: zet het kwadraat om door gebruik te maken van machtsreductieregel:

푠푖푛 푥 = ( )

De integraal uit uitdrukking 2 wordt dan

∫ ( )푑푥 = ∫ - ∫ cos(4푥)푑푥 =

= x - ∫ cos(푢) 푑푢 (met u = 4x en du = 4dx)

= x - sin 푢 + 퐶푡푒

= x - sin 4푥 + 퐶푡푒

Ook uitdrukking 2 is fout Antwoord B

2012 – Juli Vraag 6 versie 1

Page 16: 17 september 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan ... · Brenda Casteleyn, PhD Page 2 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht is opgebouwd vanuit de vragen van de vorige examens,

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 16

Bereken de volgende onbepaalde integraal:

232.ex

x e dx

Oplossing:

Gebruik substitutie: = 푢

du = = 푒. (푥 )′ = 3 ex dx dx =

De integraal wordt dan: ∫ 푒 푑푢 = ∫ 푒 푑푢 = 푒 = 푒

Antwoord C

2010 – Juli Vraag 6 versie 2

Bereken de volgende onbepaalde integraal: 22

3.x

x e dx

Oplossing:

Gebruik subsitutie: e = u

du = (e )′ = e . ( x )′ = e . ( x)dx

dx = du/e . x

De integraal wordt dan: ∫ .

푑푢 = ∫푑푢 = 푢 = e + Cte

Antwoord B

2012 – Augustus Vraag 6

Bereken de volgende onbepaalde integraal:

5 2 .2

xSin dx

Oplossing:

Gebruik substitutie: = 푢

Page 17: 17 september 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan ... · Brenda Casteleyn, PhD Page 2 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht is opgebouwd vanuit de vragen van de vorige examens,

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 17

du = 5/2 dx, dus: dx = 2/5 du

De integraal wordt dan: ∫ sin 푢 푑푢 = − cos푢 = − cos + Cte

Antwoord B

2014 – Juli – Vraag 2

Gevraagd: bereken = ∫ 퐿푛(푥) + 푒 푑푥

Oplossing: splits de somI = ∫ 퐿푛(푥)푑푥 + ∫ 푒 푑푥

Bereken de eerste term van de som dmv partiële integratie:

∫ 퐿푛(푥)1푑푥 = 푥푙푛(푥)− ∫ 푥 푑(ln(푥))= x.ln(x) - ∫푥. 푑푥 = x.ln(x) – x

Bereken de tweede term dmv substitutie:

¼ x = t, dus dt = d(1/4x) = ¼ dx en dus is dx = 4.dt

Vervang: ∫ 푒 푑푥 = ∫4. 푒 푑푡 = 4.푒 = 4. 푒

Dus I = x.ln(x) – x + 4. 푒 +C

Antwoord A

2014 – Augustus – Vraag 2

Gegeven zijn twee uitwerkingen van een onbepaalde integraal:

I1 = ∫ 푥. cos(푥)푑푥 = 푥. sin(푥) + cos(푥) + 푐

I2 = ∫ 푒 .푑푥 = 2푥. 푒 + 푐

Welke van deze twee uitwerkingen zijn correct?

Oplossing:

2 manieren: ofwel integraal uitwerken. Ofwel oplossing terug afleiden.

I1 : via integraal:

I1 = ∫ 푥. cos(푥)푑푥 =

= sin(x).x - ∫ sin (푥).1. 푑푥 (gebruik partiëel integratie waarbij x = u en cos x = v’)

= 푥. sin(푥) + cos(푥) + 푐

Page 18: 17 september 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan ... · Brenda Casteleyn, PhD Page 2 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht is opgebouwd vanuit de vragen van de vorige examens,

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 18

Via afleiding:

(푥. sin(푥) + cos(푥))′ = (xsin(x)’ + (cos(x))’

= sin(x) + x.cos(x) – sin(x)

= x.cos(x)

I1 is juist

I2 via integraal:

I2 = ∫ 푒 .푑푥 = formule voor normaalverdeling, heeft geen primitieve functie.

Via afleiding

2푥. 푒 = 2. 푒 + 2푥. 푒 . 2푥

= 2. 푒 + 4푥 . 푒

I2 is fout Antwoord D

2015 - Juli Vraag 1

Gegeven de volgende gelijkheid

푥 푑푥 + (푥 − 1) 푑푥 + (푥 − 2) 푑푥 + … (푥 − 푛 + 1) 푑푥 = 280

Gevraagd: Welke waarde heeft n in deze vergelijking?

Elke term in deze som heeft dezelfde algemene vorm: nl. ∫ (푥 − 푛 + 1) 푑푥 waarbij n gaat na 1 tot n.

Bereken de waarde van de eerste term met n = 1:

∫ 푥 푑푥 = + C = 8/3 - 1/3 = 7/3

Vermits elke term dezelfde vorm heeft is dit ook de uitkomst van elke term.

Het aantal termen is gelijk aan n want we vertrekken van 1 en eindigen bij n.

Wanneer we dan delen door 7/3 weten we n: 120

Antwoord C

2015 - Juli Vraag 12

Page 19: 17 september 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan ... · Brenda Casteleyn, PhD Page 2 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht is opgebouwd vanuit de vragen van de vorige examens,

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 19

Bereken de volgende bepaalde integraal:

sin(푥) cos(푥)푑푥/

Oplossing:

Gebruik substitutie: stel sin(x) = u dan is du = cos (x), dus cos (x) = du

De integraal wordt dan ∫푢 푑푢 = + 퐶 = ( ) + C

Invullen grenzen: ( / ) - ( ) = - 0 = / = 3/8

Antwoord C

2015 – Augustus Vraag 6

Voor welke waarde van x geldt dat

(3푡 − 1) 푑푡 = 21

Oplossing:

(3푡 − 1) 푑푡 = 21

9 푡 + 1 − 6푡) 푑푡 = 21

+ 푡 − 6. = 21

Voor x = 2: . + 2 – 6. - (-3 -1 – 3) = 24 + 2 -12 +3 +1 +3 = 21

Antwoord D

2015 – Augustus Vraag 14

Bepaal n waarvoor

∫ 푥 푑푥 + 2 ∫ (푥 − 1) 푑푥 + 3 ∫ (푥 − 2)푑푥… + 푛 ∫ (푥 − 푛 + 1)푑푥 = 18

Oplossing:

Zoek de oplossing van de algemene term n∫ (푥 − 푛 + 1) 푑푥

Substitutie: x-n+ 1 = t d(t) = d(x-n+1) = dx

Page 20: 17 september 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan ... · Brenda Casteleyn, PhD Page 2 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht is opgebouwd vanuit de vragen van de vorige examens,

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 20

n∫ (푡) 푑푡 = 푛 = 푛 ( ) = n(1/2 – 0) = ½ n

Dus voor n = 1 geldt: 1∫ (푥) 푑푥 = ( ) = ½ - 0 = 1.1/2

Voor n = 2 geldt: 2∫ (푥 − 1) 푑푥 = 2 ( ) = 2.(½ - 0 )= 2.1/2

We krijgen dan voor heel de reeks S = ½ + 2/2 + 3/2 + … + (n-1)/2 + n/2

De vraag is nu voor welke n deze som gelijk wordt aan 18?

Zet ½ buiten de haakjes:

S = ½ (1 + 2 + 3 + … (n-1) + n) = 18 of (1+2+3+ … (n-1) + n = 36

Tel op tot je aan 36 komt: 1+2+3+4+5+6+7+8 = 36

n = 8

Antwoord C

2016 – Juli Vraag 2

Gegeven is de functie f met als voorschrift f(x) =

Wat is het voorschrift van de afgeleide functie f’?

Oplossing:

(1/f’) = -f’/f2

’ = =

. =( )(

. ) =

=

( )

Antwoord A

2016 – Juli Vraag 3

De afgeleide van een functie f, gedefinieerd op 0, + is gegeven door

f’(x) = ln x. Bovendien is f (e ) = e2. Dan is f (e2) gelijk aan:

Oplossing:

푓( 푥) = ln푥 푑푥 = 푥 푙푛푥 − 푥 + 퐶

f( e) = e ln e – e + c = e.1 – e + c = c

Page 21: 17 september 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan ... · Brenda Casteleyn, PhD Page 2 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht is opgebouwd vanuit de vragen van de vorige examens,

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 21

maar we weten ook dat f (e ) = e2 dus c = e2

f(x) = x lnx – x + e2

f(e2) = e2.ln e2 – e2 + e2 = e2 ln e2 = e2. 2.ln e = 2.e2

Antwoord B

2016 – Augustus Vraag 12

Gegeven is de functie f met voorschrift f(x) =

. De afgeleide functie f’ heeft als

voorschrift

A. f’x) =

B. f’(x) =

C. f’(x) = −

D. f’(x) =-

Oplossing:

=

= 1/sin x

f’ = (1/sin x)’ = ( ) = ( ) = −

Antwoord C

2017 – Juli geel Vraag 3

Bereken ∫ dx + ∫ dx + ∫ dx

Oplossing:

2∫ dx + 4∫ dx + 8∫ dx

= 2[ln푥] + 4[ln푥] + 8[ln푥]

= 2(ln2 – ln1) + 4(ln4 – ln2) + 8(ln8 – ln4)

= 2 (ln2) + 4(ln2) = 8(ln2)

= 14 (ln2)

= 7.2 ln2

= 7 ln22

= 7 ln4

Page 22: 17 september 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan ... · Brenda Casteleyn, PhD Page 2 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht is opgebouwd vanuit de vragen van de vorige examens,

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 22

Antwoord A

2017 – Augustus geel Vraag 3

De functie f wordt gegeven door het functievoorschrift f(x) = Aeωx. Hierbij zijn A en ω constanten. Er is gegeven dat f(0)=2 en f’(0) = 1

Bepaal ∫ 푓(푥) 푑푥

Oplossing: vermits f(0) en f’(0) = 1 weten we dat A = 2 en ω = ½

Immers: Aeω0 = 2 als A =2 en

(Aeω0)’ = 1 als (A.eω0.ω) = 1 of A.ω = 1 en vermits A = 2, is ω = 1/2

Ae 푑푥

Substitutie: stel 1/2x = t

d(1/2x) = dt

d(x) = dt/1/2 = 2.dt

2.2 e 푑푡

= 4 푒 /

= 4(e1/2 – e0)

= 4(√푒 -1)

Antwoord D

2017 – Augustus geel Vraag 13

Bereken de integraal ∫ 푥. 푒 푑푥 ( )

Oplossing:

Gebruik partiële integratie:

∫ 푥. 푒 = x.ex - ∫ 푒

De berekening wordt dan: [푥. 푒 − 푒 ] ( )

= (e – e) – (ln ½ eln1/2 – eln1/2)

Page 23: 17 september 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan ... · Brenda Casteleyn, PhD Page 2 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht is opgebouwd vanuit de vragen van de vorige examens,

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 23

= -ln1/2. (1/2) + ½

= ½ (-ln ½ + 1)

Noteer dan ln ½ = ln1 – ln 2 = -ln2 en dat 1 = ln e en vervang

= ½ (ln2 + lne)

= ½ (ln 2e )

= ln (2e)1/2

= ln √2푒

Antwoord C

2018 – Arts geel Vraag 5

f(x) = (x-1)tan(x2)

f’(x) = (x-1)’tan(x2)+ (x-1)((tan(x2))’

= (tan(x2) + (x-1)( ( ) ( )

= (tan(x2) + (x-1)( ( )

= (tan(√휋2) + (√휋-1)( √ (√ )

= 0 + (√휋-1) √( )

= + (√휋-1) 2√휋

Antwoord C 2019 – Arts geel Vraag 1

∫ 푥 + 푑푥 =-2

+ 1/3푥 =( + t) – 0 = -2

t3 + t = -6

t3 + t +6 = 0

Page 24: 17 september 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan ... · Brenda Casteleyn, PhD Page 2 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht is opgebouwd vanuit de vragen van de vorige examens,

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 24

Antwoord A