1435 Onterechte Borstamputatie

2
kwaliteitsbeleid 118 10-2006 > zorg & financiering pleegkundig specialist straks in specifieke ge- vallen de regierol krijgt toebedeeld. De minister wil de bevoegdheid van de verpleeg- kundig specialist kennelijk volledig los zien van die van de arts en van de in acht te nemen medi- sche context en overwegingen. In een brief aan de Eerste Kamer uit de KNMG haar zorgen hier- over. De KNMG vraagt zich af of dit wel te ver- enigen valt met het (wettelijke) vereiste van verantwoorde zorg in de zin van kwaliteit en continuïteit. Bron: KNMG, 2 november 2006< > tuchtrecht en aansprakelijkheid 1434 tuchtrecht van toepassing op verpleegkundige die als shiatsu-therapeute handelde Een verpleegkundige behandelt in 2002 in haar shiatsu-praktijk een vrouw voor vermoeid- heidsklachten. De vrouw dient een tuchtklacht in tegen de verpleegkundige. De verpleegkundi- ge stelt dat ze niet als verpleegkundige maar als shiatsu-therapeute heeft gehandeld en dat het tuchtrecht dus niet van toepassing is. Het Regionaal Tuchtcollege (RTC) Eindhoven stelt vast dat het tuchtrecht wél van toepassing is. De verpleegkundige heeft als verpleegkundi- ge gehandeld en het beroepsprofiel van de shiat- su-therapeut vertoont overlap met het deskun- digheidsgebied van de verpleegkundige. Boven- dien was voor de verpleegkundige haar kennis en ervaring als verpleegkundige een belangrijke onderdeel van haar shiatsu-activiteiten en droeg ze dat ook uit. Inhoudelijk vindt het RTC de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege voor de gezondheids- zorg (CTG) volgt een iets andere redenering wat betreft de toepassing van het tuchtrecht. Het CTG stelt vast dat de verpleegkundige is inge- schreven in het BIG-register en dat ze met het geven van shiatsu-therapie handelingen verricht op het gebied van de individuele gezondheids- zorg. Het tuchtrecht is om die reden van toepas- sing. Evenals het RTC vindt het CTG de klacht ongegrond; het door de klaagster ingestelde hoger beroep wordt daarom verworpen. Bron: Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging (LEVV), 12 november 2006< 1435 onterechte borstamputatie Bij een vrouw vindt een mammografie plaats, gevolgd door een biopsie vanwege een verdach- te plek in haar borst. De patholoog die het weef- sel onderzoekt, stelt vast dat sprake is van een kwaadaardig gezwel. De chirurg die deze uit- slag met de vrouw bespreekt, deelt haar mee dat het gezwel operatief dient te worden verwijderd en hij adviseert haar te kiezen voor een volledi- ge borstamputatie in plaats van een borstbespa- rende operatie. De vrouw volgt dit advies. Na de amputatie blijkt dat sprake is van een goed- aardig gezwel. De vrouw stelt het ziekenhuis aansprakelijk voor de gevolgen van de onnodi- ge amputatie. De rechtbank gelast een deskundigenonderzoek door een patholoog en een chirurg-oncoloog. Op basis van hun rapporten oordeelt de recht- bank dat de behandelend patholoog bij de dia- gnosticering niet heeft gehandeld zoals een redelijk bekwame en redelijk handelende vakge- noot onder gelijke omstandigheden zou hebben gedaan en voorts dat de behandelend chirurg is tekortgeschoten in zijn informatieplicht jegens

Transcript of 1435 Onterechte Borstamputatie

kwaliteitsbeleid

118 10-2006 > zorg & financiering

pleegkundig specialist straks in specifieke ge-vallen de regierol krijgt toebedeeld.De minister wil de bevoegdheid van de verpleeg-kundig specialist kennelijk volledig los zien vandie van de arts en van de in acht te nemen medi-sche context en overwegingen. In een brief aan

de Eerste Kamer uit de KNMG haar zorgen hier-over. De KNMG vraagt zich af of dit wel te ver-enigen valt met het (wettelijke) vereiste van verantwoorde zorg in de zin van kwaliteit encontinuïteit.Bron: KNMG, 2 november 2006<

> tuchtrecht en aansprakelijkheid

1434 tuchtrecht van toepassing op verpleegkundige die als shiatsu-therapeute handelde

Een verpleegkundige behandelt in 2002 in haarshiatsu-praktijk een vrouw voor vermoeid-heidsklachten. De vrouw dient een tuchtklachtin tegen de verpleegkundige. De verpleegkundi-ge stelt dat ze niet als verpleegkundige maar alsshiatsu-therapeute heeft gehandeld en dat hettuchtrecht dus niet van toepassing is.

Het Regionaal Tuchtcollege (RTC) Eindhovenstelt vast dat het tuchtrecht wél van toepassingis. De verpleegkundige heeft als verpleegkundi-ge gehandeld en het beroepsprofiel van de shiat-su-therapeut vertoont overlap met het deskun-digheidsgebied van de verpleegkundige. Boven-dien was voor de verpleegkundige haar kennisen ervaring als verpleegkundige een belangrijke

onderdeel van haar shiatsu-activiteiten en droegze dat ook uit. Inhoudelijk vindt het RTC deklacht ongegrond.Het Centraal Tuchtcollege voor de gezondheids-zorg (CTG) volgt een iets andere redenering watbetreft de toepassing van het tuchtrecht. HetCTG stelt vast dat de verpleegkundige is inge-schreven in het BIG-register en dat ze met hetgeven van shiatsu-therapie handelingen verrichtop het gebied van de individuele gezondheids-zorg. Het tuchtrecht is om die reden van toepas-sing. Evenals het RTC vindt het CTG de klachtongegrond; het door de klaagster ingesteldehoger beroep wordt daarom verworpen.Bron: Landelijk Expertisecentrum Verpleging &Verzorging (LEVV), 12 november 2006<

1435 onterechte borstamputatie

Bij een vrouw vindt een mammografie plaats,gevolgd door een biopsie vanwege een verdach-te plek in haar borst. De patholoog die het weef-sel onderzoekt, stelt vast dat sprake is van eenkwaadaardig gezwel. De chirurg die deze uit-slag met de vrouw bespreekt, deelt haar mee dathet gezwel operatief dient te worden verwijderden hij adviseert haar te kiezen voor een volledi-ge borstamputatie in plaats van een borstbespa-rende operatie. De vrouw volgt dit advies. Na deamputatie blijkt dat sprake is van een goed-aardig gezwel. De vrouw stelt het ziekenhuis

aansprakelijk voor de gevolgen van de onnodi-ge amputatie.

De rechtbank gelast een deskundigenonderzoekdoor een patholoog en een chirurg-oncoloog.Op basis van hun rapporten oordeelt de recht-bank dat de behandelend patholoog bij de dia-gnosticering niet heeft gehandeld zoals eenredelijk bekwame en redelijk handelende vakge-noot onder gelijke omstandigheden zou hebbengedaan en voorts dat de behandelend chirurg istekortgeschoten in zijn informatieplicht jegens

ZenF-1006 cyaan.qxd 13-12-2006 11:33 Pagina 118

tuchtrecht en aansprakelijkheid/diversen

119zorg & financiering > 10-2006

de vrouw, doordat hij heeft nagelaten een borst-besparende behandeling als gelijkwaardig alter-natief voor een amputatie aan de vrouw te pre-senteren.De rechtbank neemt voorts causaal verband aantussen de fouten van beide artsen en de schadevan de vrouw. De rechtbank acht het ziekenhuis

aansprakelijk en wijst een voorschot op de scha-devergoeding toe. Bronnen: Rechtbank Utrecht, 20 oktober 2004 en 6 juli2005, Nieuwsbrief Personenschade, maart 2006, p. 17t/m 21, samengevat in Assurantie Magazine, 3 novem-ber 2006<

> diversen

1436 igz: permanente rimpelvullers niet zonder risico

Patiënten lopen risico’s op complicaties bij hetgebruik van permanente rimpelvullers. DeInspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) ont-raadt mensen dan ook zich met deze rimpelvul-lers te laten behandelen. Vooral een onjuisteinjectietechniek of een verkeerde plaats vantoediening kan tot ongewenste bijwerkingenleiden.

Ook is weinig bekend over de effecten van per-manente rimpelvullers op lange termijn. Daar-om moeten artsen én patiënten vooraf een afwe-ging maken of de voordelen van de behandelingopwegen tegen de risico’s. Deze moeten ze voorde ingreep goed met elkaar bespreken. Dat blijktuit het onderzoek dat het Rijksinstituut voorVolksgezondheid en Milieu (RIVM) in opdrachtvan de Inspectie voor de Gezondheidszorg uit-voerde naar het gebruik van permanente rimpel-vullers.

Voorzichtigheid geboden

Het RIVM bevestigt het eerder ingenomen in-spectiestandpunt dat voorzichtigheid is gebo-den met het gebruik van permanente rimpelvul-lers. De Nederlandse Vereniging voor Plastische

Chirurgie deelt deze visie. De risico’s voor depatiënt nemen vooral toe als de arts te weinigkennis heeft van de specifieke injecteertechniekof afwijkt van de geschikte plaatsen voor toedie-ning voor de verschillende rimpelvullers. Maarook als de arts wel veel ervaring heeft, kunnenongewenste bijwerkingen optreden, zoals zwel-ling en – in een later stadium – ongewenste ver-dikkingen in het geïnjecteerde gebied.De inspectie wil dat fabrikanten nauwkeurig deinjecteertechniek vermelden op de gebruiksaan-wijzing van hun product. Ook vindt de inspectiedat de fabrikant de arts erop moet wijzen datvoor het toepassen van de rimpelvullers scho-ling én ervaring van de arts noodzakelijk zijn.

Aanleiding tot het onderzoek was het gebrekaan objectieve informatie over mogelijke risi-co’s. De studie van het RIVM doet geen uit-spraak over de kwaliteit van behandelingen metinjecteerbare permanente rimpelvullers inNederland. Het onderzoek beperkte zich tot eenliteratuurstudie. De inspectie heeft besloteneind dit jaar een onderzoek te starten naar dekwaliteit van de rimpelbehandelingen in onsland.Bron: IGZ, 1 november 2006<

ZenF-1006 cyaan.qxd 13-12-2006 11:33 Pagina 119