1 mh voorzetsels en lidwoorden
-
Upload
edmondvincent -
Category
Documents
-
view
43 -
download
0
Transcript of 1 mh voorzetsels en lidwoorden
Voorzetsels & lidwoorden
Frans 1M (HRR)
Voorzetsels
Jullie kennen inmiddels al twee belangrijke voorzetsels in het Frans:
•de = van
•à = in, naar
Lidwoorden
Jullie kennen ook al de lidwoorden in het Frans:
•de/het: le/la/l’/les
•een: un/une
Voorzetsels + lidwoorden
• De keuken van het huis
‘van’ = voorzetsel, ‘het’ = bepaald lidw.
• Ik ga naar de bioscoop.
‘naar’ = voorzetsel, ‘de’ = bep. lidw.
>> Het gaat dus om de combinatie van een voorzetsel een bepaald lidwoord.
van + de/het = de + le/la/l’/les
Mannelijk EV: de + le > du (!)
Vrouwelijk EV: de + la = de la
EV met klinker: de + l’ = de l’
Meervoud: de + les > des (!)
VoorbeeldenLa cantine du collège (mannelijk).= De kantine van de middelbare school.
La caisse de la cantine (vrouwelijk). = De kassa van de kantine.
Le restaurant de l’ école / hôtel (ev met klinker/stomme h).= Het restaurant van de school / het hotel.
Les contrôles des élèves. (meervoud)= De toetsen van de leerlingen.
in/naar + de/het = à + le/la/l’/les
Mannelijk EV: à + le > au (!)
Vrouwelijk EV: à + la = à la
EV met klinker: à + l’ = à l’
Meervoud: à + les > aux (!)
VoorbeeldenJe vais au collège (mannelijk).= Ik ga naar de middelbare school.
On mange à la cantine (vrouwelijk). = We eten in de kantine.
Je vais à l’ adresse / hôtel (ev met klinker/stomme h).= Ik ga naar het adres / het hotel.
Elle va aux matchs de foot.= Zij gaat naar de voetbalwedstrijden.
Stappenplan:
Stappenplan: