1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en...

25

Transcript of 1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en...

Page 1: 1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en overspelig is), gelijk de HERE de Israëlieten bemint,
Page 2: 1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en overspelig is), gelijk de HERE de Israëlieten bemint,

1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en overspelig is), gelijk de HERE de Israëlieten bemint, die zich tot andere goden wenden en minnaars zijn van druivenkoeken. 2 Toen kocht ik haar voor vijftien zilverstukken en anderhalve homer gerst. 3 En ik zeide tot haar: Vele dagen zult gij blijven zitten; gij zult geen ontucht bedrijven, geen man toebehoren; en ook ik zal tot u niet komen.

Page 3: 1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en overspelig is), gelijk de HERE de Israëlieten bemint,

4 Want vele dagen zullen de Israëlieten blijven zitten zonder koning en zonder vorst, zonder offer en zonder gewijde steen, zonder efod of terafim. 5 Daarna zullen de Israëlieten zich bekeren, en de HERE, hun God, zoeken, en David, hun koning, en bevende komen tot de HERE en tot zijn heil – in de dagen der toekomst.

Page 4: 1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en overspelig is), gelijk de HERE de Israëlieten bemint,

1 De HERE zeide tot mij: Ga wederweder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en overspelig is)...

Hosea 1

2 De HERE zeide tot Hosea: Ga heen, neem u een ontuchtige vrouw en kinderen uit een ontuchtige geboren, want het land wendt zich in schandelijke ontucht van de HERE af. 3 Toen ging hij heen en huwde Gomer, de dochter van Diblaim, en zij werd zwanger en baarde hem een zoon.

Page 5: 1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en overspelig is), gelijk de HERE de Israëlieten bemint,

1 ... gelijk de HERE de Israelieten bemint, die zich tot andere goden wendenzich tot andere goden wenden en minnaars zijn van druivenkoeken.

Jeremia 3

20 ... zoals een vrouw ontrouw wordt aan haar vriend, zo zijt gij Mij ontrouw geworden, huis Israels, luidt het woord des HEREN.

Page 6: 1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en overspelig is), gelijk de HERE de Israëlieten bemint,

1 ... gelijk de HERE de Israelieten bemint, die zich tot andere goden wenden en minnaars zijn van druivenkoekenminnaars zijn van druivenkoeken.

Hosea 2

8 Zij echter beseft niet, dat Ik het ben, die haar het koren, de most en de olie heb gegeven, die haar het zilver rijkelijk geschonken heb en het goud, dat zij voor de Baal gebruikt hebben.

Page 7: 1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en overspelig is), gelijk de HERE de Israëlieten bemint,

2 Toen kocht ikik haar voor vijftien zilverstukken en anderhalve homer gerst.

Numeri 13

16 Dit zijn de namen der mannen, die Mozes uitzond om het land te verspieden; en Mozes noemde Hosea, de zoon van Nun, Jozua.

Page 8: 1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en overspelig is), gelijk de HERE de Israëlieten bemint,

2 Toen kocht ik haar voor vijftien zilverstukkenzilverstukken en anderhalve homer gerst.

1Petrus 1

18 wetende, dat gij niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, zijt vrijgekocht van uw ijdele wandel (...)19 maar met het kostbare bloed van Christus, als van een onberispelijk en vlekkeloos lam.

Page 9: 1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en overspelig is), gelijk de HERE de Israëlieten bemint,

gerst => het lege graf

> begin gersteoogst

2 Toen kocht ik haar voor vijftien zilverstukken en anderhalve homer gerstgerst.

Page 10: 1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en overspelig is), gelijk de HERE de Israëlieten bemint,

Matteüs 13

44 Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een schat, verborgen in een akker, die een mens ontdekte en verborg, en in zijn blijdschap erover gaat hij heen en verkoopt al wat hij heeft en koopt die AKKER.

38 ... de akker is de wereld...

2 Toen kocht ik haarkocht ik haar voor vijftien zilverstukken en anderhalve homer gerst.

Page 11: 1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en overspelig is), gelijk de HERE de Israëlieten bemint,

3 En ik zeide tot haar: Vele dagen zult gij blijven zitten; gij zult geen ontucht bedrijven, geen man toebehoren; en ook ik zal tot u niet komen.

Page 12: 1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en overspelig is), gelijk de HERE de Israëlieten bemint,

4 Want vele dagen zullen de Israelieten blijven zitten zonder koning en zonder vorst...

1. geen eigen regering

Page 13: 1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en overspelig is), gelijk de HERE de Israëlieten bemint,

4 ... zonder offer

1. geen eigen regering

2. geen offerdienst

Page 14: 1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en overspelig is), gelijk de HERE de Israëlieten bemint,

1. geen eigen regering

2. geen offerdienst

3. geen tempelgebouw

4 ... zonder gewijde steen

Page 15: 1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en overspelig is), gelijk de HERE de Israëlieten bemint,

4 ... zonder efod

1. geen eigen regering

2. geen offerdienst

3. geen tempelgebouw

4. geen hogepriester

Page 16: 1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en overspelig is), gelijk de HERE de Israëlieten bemint,

4 ... of terafim.

1. geen eigen regering

2. geen offerdienst

3. geen tempelgebouw

4. geen hogepriester

5. geen afgodsbeelden

Page 17: 1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en overspelig is), gelijk de HERE de Israëlieten bemint,

5 DaarnaDaarna zullen de Israelieten zich bekeren (=terugkeren), en de HERE, hun de HERE, hun God, zoekenGod, zoeken en David, hun koning en bevende komen tot de HERE en tot zijn heil (=goedheid) in de dagen der toekomst (= in het laatst der dagen).

Page 18: 1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en overspelig is), gelijk de HERE de Israëlieten bemint,

Hosea 5 en 6

515 ... Ik zal heengaan, Ik wil wederkeren naar mijn plaats, totdat zij zich schuldig gevoelen en mijn aangezicht zoekenmijn aangezicht zoeken...

5 Daarna zullen de Israelieten zich bekeren, en de HERE, hun God, zoekende HERE, hun God, zoeken en David, hun koning en bevende komen tot de HERE en tot zijn heil (=goedheid) in de dagen der toekomst.

Page 19: 1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en overspelig is), gelijk de HERE de Israëlieten bemint,

515 ...wanneer het hun bang te moede is, zullen zij verlangend naar Mij uitzien.

5 Daarna zullen de Israelieten zich bekeren, en de HERE, hun God, zoeken en David, hun koning en bevende komenen bevende komen tot de HERE en tot zijn heil (=goedheid) in de dagen der toekomst.

Page 20: 1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en overspelig is), gelijk de HERE de Israëlieten bemint,

61 Komt, laat ons wederkerenwederkeren tot de HERE! Want Hij heeft verscheurd, en zal ons helen; Hij heeft geslagen, en zal ons verbinden.

5 Daarna zullen de Israelieten zich bekerenbekeren, en de HERE, hun God, zoeken en David, hun koning en bevende komenen bevende komen tot de HERE en tot zijn heil (=goedheid) in de dagen der toekomst.

Page 21: 1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en overspelig is), gelijk de HERE de Israëlieten bemint,

2 Hij zal ons na twee dagenna twee dagen doen herleven, ten derden dageten derden dage zal Hij ons oprichten, en wij zullen leven voor zijn aangezicht.

5 DaarnaDaarna zullen de Israelieten zich bekeren, en de HERE, hun God, zoeken en David, hun koning en bevende komen tot de HERE en tot zijn heil (=goedheid) in de dagen der toekomst.

Page 22: 1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en overspelig is), gelijk de HERE de Israëlieten bemint,

3 Ja, wij willen de HERE kennen, ernaar jagen Hem te kennen. Zo zeker als de dageraad is zijn opgang. Dan komt Hij Dan komt Hij tot tot onsons als de regen, als de late regen, die het land besproeit.

5 DaarnaDaarna zullen de Israelieten zich bekeren, en de HERE, hun God, zoeken en David, hun koning en bevende komen tot de HERE en tot zijn heil (=goedheid) in de dagen der toekomst.

Page 23: 1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en overspelig is), gelijk de HERE de Israëlieten bemint,

2Petrus 3

8 Doch dit ene mag u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Here is als duizend jaar en duizend jaar als één dag.9 De Here talmt niet met de belofte (nl. van Zijn komst), al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u...

Page 24: 1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en overspelig is), gelijk de HERE de Israëlieten bemint,

twee dagen van duizend jaar

Israël is

* gekocht

* afgezonderd

* zonder koning

* zonder offer

* zonder monument

* zonder hogepriester

* zonder afgoderij

Page 25: 1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, (die zich door een ander laat beminnen en overspelig is), gelijk de HERE de Israëlieten bemint,

5 Daarna zullen de Israelieten zich bekeren, en de HERE, hun God, zoekende HERE, hun God, zoeken en David, hun koning en bevende komen tot de HERE en tot zijn heil (=goedheid) in de dagen der toekomst.