gabriellecopini.files.wordpress.com  · Web view1.k.1. Toont kennis van communicatievormen binnen...

26
Competentie 1 Interpersoonlijk Tijdens de voorbereiding en tijdens de excursie heb ik net als de voorgaande keren aandacht geschonken aan een veiligheid en ben ik gesprekken aangegaan met mijn studenten over allerlei onderwerpen. Eerder was ik degene die steeds de leiding had en de gehele organisatie van de excursie voor haar rekening nam. Dit keer heb ik m.b.v. de FC-Sprint-methode de studenten in hun kracht gezet, omdat ze van mij de ruimte kregen om hun eigen programma vorm te geven. Voorheen gedroeg ik me meer als gastvrouw en entertainer die wat meer op de voorgrond was. Ik heb geleerd dat dit vaak niet nodig is voor een goed klimaat. Hierdoor ben ik niet steeds het bindmiddel tussen de studenten, en ontstaat er meer interactie tussen de studenten onderling. Tijdens de excursie heeft deze benadering om te kiezen voor ‘docent op afstand’ meer rust en ontspanning opgeleverd. Op het moment dat de studenten vragen hadden over politiek of duidelijkheid wensten over bijvoorbeeld het lunchmoment, dan wisten ze me wel te vinden. Met het bedenken, voorbereiden en het begeleiden van de excursie naar Politiek Den Haag heb ik laten zien dat ik een kader kan bieden waarbinnen studenten hun eigen leerproces kunnen vormgeven, m.b.v. FC Sprint2. 1.k.1. Toont kennis van communicatievormen binnen de leefwereld van zijn studenten en binnen hun toekomstige beroepspraktijk. 1.k.2. Toont kennis van communicatietheorie, groepsdynamica en interculturele communicatie en de implicaties daarvan voor zijn eigen gedrag. 1.v.1. Maakt contact met studenten en zorgt dat zij contact maken met hem. 1.v.2. Laat zien dat hij een kader biedt waarbinnen de studenten hun eigen leerproces kunnen vormgeven en helpt hen daarbij. 1.v.3. Schept een goed klimaat voor samenwerking met de studenten en tussen hen onderling. 1.v.4. Laat zien dat hij kan omgaan met heterogene groepen, rekening houdend met verschillen in niveau, zelfbeeld, cultuur, belangstelling, leerstijl en voorkennis.

Transcript of gabriellecopini.files.wordpress.com  · Web view1.k.1. Toont kennis van communicatievormen binnen...

Page 1: gabriellecopini.files.wordpress.com  · Web view1.k.1. Toont kennis van communicatievormen binnen de leefwereld van zijn studenten en binnen hun toekomstige beroepspraktijk. 1.k.2.

Competentie 1 Interpersoonlijk

Tijdens de voorbereiding en tijdens de excursie heb ik net als de voorgaande keren aandacht geschonken aan een veiligheid en ben ik gesprekken aangegaan met mijn studenten over allerlei onderwerpen. Eerder was ik degene die steeds de leiding had en de gehele organisatie van de excursie voor haar rekening nam. Dit keer heb ik m.b.v. de FC-Sprint-methode de studenten in hun kracht gezet, omdat ze van mij de ruimte kregen om hun eigen programma vorm te geven. Voorheen gedroeg ik me meer als gastvrouw en entertainer die wat meer op de voorgrond was. Ik heb geleerd dat dit vaak niet nodig is voor een goed klimaat. Hierdoor ben ik niet steeds het bindmiddel tussen de studenten, en ontstaat er meer interactie tussen de studenten onderling. Tijdens de excursie heeft deze benadering om te kiezen voor ‘docent op afstand’ meer rust en ontspanning opgeleverd. Op het moment dat de studenten vragen hadden over politiek of duidelijkheid wensten over bijvoorbeeld het lunchmoment, dan wisten ze me wel te vinden. Met het bedenken, voorbereiden en het begeleiden van de excursie naar Politiek Den Haag heb ik laten zien dat ik een kader kan bieden waarbinnen studenten hun eigen leerproces kunnen vormgeven, m.b.v. FC Sprint2.

1.k.1. Toont kennis van communicatievormen binnen de leefwereld van zijn studenten en binnen hun toekomstige beroepspraktijk.

1.k.2. Toont kennis van communicatietheorie, groepsdynamica en interculturele communicatie en de implicaties daarvan voor zijn eigen gedrag.

1.v.1. Maakt contact met studenten en zorgt dat zij contact maken met hem.

1.v.2. Laat zien dat hij een kader biedt waarbinnen de studenten hun eigen leerproces kunnen vormgeven en helpt hen daarbij.

1.v.3. Schept een goed klimaat voor samenwerking met de studenten en tussen hen onderling.

1.v.4. Laat zien dat hij kan omgaan met heterogene groepen, rekening houdend met verschillen in niveau, zelfbeeld, cultuur, belangstelling, leerstijl en voorkennis.

Page 2: gabriellecopini.files.wordpress.com  · Web view1.k.1. Toont kennis van communicatievormen binnen de leefwereld van zijn studenten en binnen hun toekomstige beroepspraktijk. 1.k.2.

1

Competentie 2 Pedagogisch

Ik heb met de FC Sprint-methode onze studenten hun eigen excursieprogramma laten bedenken. Deze methode van mijn ROC zet studenten in hun kracht door de student ‘autonomie’ te geven. Zowel tijdens de voorbereidingen van de excursies als op de dag zelf heb ik de studenten meer vrijheid gegeven, meer dan voorheen. Ik heb geleerd door zelf een meer ontspannen houding aan te nemen, er ook een meer ontspannen sfeer is met de studenten. Ook weet ik nu dat ik vooraf meer moet stil staan bij wat ik wenselijk gedrag vind en dat ik nog meer nadenk over de consequenties wanneer ik onwenselijk gedrag waarneem. In elk geval ben ik er nu meer van overtuigd dat ik direct dien te handelen als ik voor mij onwenselijk gedrag zie of hoor.

x 2.k.1.Toont kennis van ontwikkelings- en opvoedingstheorieën en (culturele bepaaldheid van) verschillende opvoedingspraktijken en de implicaties daarvan voor het onderwijs en voor zijn eigen doen en laten als mbo-docent.

x 2.v.1. Laat zien dat hij in zijn onderwijs planmatig werkt aan de begeleiding van studenten naar een veilig en harmonisch leef- en werkklimaat en de bevordering van hun sociaal-emotionele en morele ontwikkeling in de richting van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid.

Page 3: gabriellecopini.files.wordpress.com  · Web view1.k.1. Toont kennis van communicatievormen binnen de leefwereld van zijn studenten en binnen hun toekomstige beroepspraktijk. 1.k.2.

2

Competentie 3 Vakinhoudelijk en didactisch

Mijn collega en ik hebben ons gehele lesprogramma staatsrecht ontwikkeld en goed weten te koppelen aan de excursie; van voorbereiding tot uitvoering. We hebben ontwikkelingen in het werkveld gekoppeld aan wat de relevantie van de leerstof voor de beroepspraktijk is. Voorheen was ik de docent die alle vragen van de student wilde beantwoorden. Nu vind ik het geen probleem meer om te zeggen dat ik iets niet weet, en dat we samen op zoek kunnen naar het antwoord.

3.k.1.Toont kennis van de toepassingsmogelijkheden van verschillende onderwijs- en leertheorieën binnen onderwijsarrangementen voor het bve, waaronder actuele vormen van beroepsgerichte didactiek.

3.k.2. Laat zien dat hij de gevraagde leerstof (kennis en vaardigheden) beheerst, inclusief de theoretische en praktische achtergronden daarvan, en de relevantie daarvan voor de beroepspraktijk op zijn studenten kan overbrengen.

3.v.1. Laat zien dat hij aansluitend bij niveau en aanpak van zijn studenten gevarieerde leeractiviteiten ontwerpt (ook met inzet van ict) die uitvoerbaar zijn, keuzes bieden en aanzetten tot zelfwerkzaamheid.

3.v.2. Voert die leeractiviteiten samen met zijn studenten uit, evalueert ze, signaleert eventuele leerproblemen en -belemmeringen en stelt, zo nodig samen met collega’s, een passend plan van aanpak op.

3.v.3. Stemt leermiddelen af op het beoogde taal- en rekenniveau.

Haveman, Gerwin, 26-04-18,
Een goede ontwikkeling!
Page 4: gabriellecopini.files.wordpress.com  · Web view1.k.1. Toont kennis van communicatievormen binnen de leefwereld van zijn studenten en binnen hun toekomstige beroepspraktijk. 1.k.2.

3

Competentie 4 Organisatorisch

In de voorbereiding en op de dag zelf heb ik laten zien dat ik ruim voldoende organisatievaardigheden heb en durf te experimenteren met een andere methode en dat ik voldoende kennis heb van de relevantie aspecten van groeps- of klassenmanagement.

Samen met mijn collega heb er voor gezorgd dat we voldoende leermiddelen en leermaterialen hadden die de leeractiviteiten ondersteunden. We hebben een planning aangehouden die vooraf bij de studenten bekend was.

4.k.1. Toont kennis van relevante aspecten van groeps- of klassenmanagement.

4.k.2. Toont kennis van de organisatorische aspecten van verschillende soorten leeromgevingen in de school en in het leerbedrijf.

4.v.1. Hanteert op een consequente manier concrete, functionele en door de studenten gedragen procedures en afspraken.

4.v.2. Biedt organisatievormen, leermiddelen en leermaterialen aan (ook met inzet van ict) die leerdoelen en leeractiviteiten ondersteunen.

4.v.3. Houdt voor zijn onderwijs een planning aan die bij de studenten bekend is en waar zij hun eigen planning op kunnen afstemmen, en hij gaat adequaat om met tijd.

Haveman, Gerwin, 26-04-18,
In dit verband vond ik het videofragment over Teitler erg nuttig waarin je ‘straffen’ beschreef.
Page 5: gabriellecopini.files.wordpress.com  · Web view1.k.1. Toont kennis van communicatievormen binnen de leefwereld van zijn studenten en binnen hun toekomstige beroepspraktijk. 1.k.2.

4

Competentie 5 Samenwerking met collega’s

Tijdens het gehele proces heb ik goed samengewerkt met mijn collega; dit blijkt uit de feedback van mijn collega, vermeld op mijn website. We hebben alle relevante informatie met elkaar gedeeld, en ik heb steeds gezorgd voor een constructieve bijdrage aan verschillende vormen van overleg. Dit blijkt ook uit de ontvangen feedback van mijn collega, vermeld op mijn website. Door te leren van ervaringen uit het verleden, ga ik nu steeds meer ontspannen op pad met studenten; hoe meer duidelijkheid vooraf, hoe meer de student aan zet, hoe meer er wordt geleerd en hoe meer de student zich verantwoordelijk voelt.

5.v.1. Wisselt voor de voortgang van het werk relevante informatie uit met collega’s (zo nodig met gebruik van digitale middelen)

5.v.3. Levert een constructieve bijdrage aan verschillende vormen van overleg en samenwerken op school.

5.a.2. Positieve houding naar collega’s toe (enthousiast en open)

Page 6: gabriellecopini.files.wordpress.com  · Web view1.k.1. Toont kennis van communicatievormen binnen de leefwereld van zijn studenten en binnen hun toekomstige beroepspraktijk. 1.k.2.

5

Competentie 6 Samenwerken met de omgeving

In de voorbereiding de excursie toe, heb ik steeds professioneel gecommuniceerd, ook met de ouders. Met de excursie naar het Huis van Europa heb ik ook genetwerkt; hierdoor kunnen we in juni 2018 naar Brussel met 50 personen. Ik heb ook echt geleerd dat een kleine samenwerking met een organisatie heel veel leerplezier kan opleveren voor de studenten en voor de docenten. Voorheen ging ik slechts 1 keer naar dezelfde locatie, sinds 2015 onderhoud ik beter contacten met mijn omgeving: jaarlijks bezoek ik met studenten Prodemos, de organisatie die voor allerlei educatieve programma’s zorgt in Den Haag. Dit bevalt goed.

6.k.1. Toont kennis van de leefwereld van ouders of verzorgers en de culturele achtergronden van de studenten en de implicaties daarvan voor zijn handelen als mbo-docent.

6.k.2. Toont zorg voor afstemming tussen het binnen- en buitenschoolse leren en de interne en externe begeleiding van zijn studenten.

6.k.3. Toont kennis van de cultuur en de actuele gang van zaken in het bedrijfsleven waarin zijn studenten participeren en de implicaties daarvan voor zijn handelen als mbo-docent.

6.v.1. Verantwoordt zijn professionele opvattingen en werkwijze m.b.t. een student aan ouders en andere belanghebbenden en past in overleg zo nodig zijn werk met die student aan.

6.v.2. Zorgt in overleg met de student en andere betrokkenen voor afstemming tussen het leren in en buiten de school en voor duidelijkheid over ieders verantwoordelijkheid en bijdrage hierin.

6.v.3. Neemt op een constructieve manier deel aan verschillende vormen van overleg met mensen en instellingen buiten de school.

:

Page 7: gabriellecopini.files.wordpress.com  · Web view1.k.1. Toont kennis van communicatievormen binnen de leefwereld van zijn studenten en binnen hun toekomstige beroepspraktijk. 1.k.2.

6

Competentie 7 Reflectie en persoonlijke ontwikkeling

Ik heb geleerd om een kader (randvoorwaarden excursie) duidelijker uit te zetten, voor mezelf en voor mijn studenten. Hierdoor maakte ik het ook gemakkelijker voor studenten om aan de slag te gaan met ‘hun’ excursie (m.b.v. de FC Sprint-methode). Door niet steeds als docent op de voorgrond te (willen) staan, was ik meer ontspannen en meer trots op mijn studenten en zij op zichzelf. De studenten hebben de excursie ook als leerzaam en gezellig ervaren.

7.k.1. Houdt de ontwikkelingen in het onderwijs en in het werkveld van de studenten bij en zijn eigen vak- c.q. beroepsinhoudelijke ontwikkeling.

7.k.2. Toont gedragspsychologische kennis in het begrip en de analyse van zijn eigen gedrag en dat van anderen.

7.v.3. Gebruikt bij zijn ontwikkeling feedback/informatie van studenten en collega’s, in school en bedrijf, en ook collegiale hulp in de vorm van bijvoorbeeld intervisie en supervisie.

7.v.4. Toont aan dat hij een relevant netwerk in het beroepenveld kan opbouwen en onderhouden.

Page 8: gabriellecopini.files.wordpress.com  · Web view1.k.1. Toont kennis van communicatievormen binnen de leefwereld van zijn studenten en binnen hun toekomstige beroepspraktijk. 1.k.2.

7

Leerdoelen Competenties IndicatorenBasis op orde

Samenwerken

Interpersoonlijk 1.k.1. Toont kennis van communicatievormen binnen de leefwereld van zijn studenten en binnen hun toekomstige beroepspraktijk1.k.2. Toont kennis van communicatietheorie, groepsdynamica en interculturele communicatie en de implicaties daarvan voor zijn eigen gedrag, 1.v.1. Maakt contact met studenten en zorgt dat zij contact maken met hem, 1.v.2. Laat zien dat hij een kader biedt waarbinnen de studenten hun eigen leerproces kunnen vormgeven en helpt hen daarbij, 1.v.3. Schept een goed klimaat voor samenwerking met de studenten en tussen hen onderling,1.v.4. Laat zien dat hij kan omgaan met heterogene groepen, rekening houdend met verschillen in niveau, zelfbeeld, cultuur, belangstelling, leerstijl en voorkennis

Pedagogisch 2.k.1.Toont kennis van ontwikkelings- en opvoedingstheorieën en (culturele bepaaldheid van) verschillende opvoedingspraktijken en de implicaties daarvan voor het onderwijs en voor zijn eigen doen en laten als mbo-docent,2.v.1. Laat zien dat hij in zijn onderwijs planmatig werkt aan de begeleiding van studenten naar een veilig en harmonisch leef- en werkklimaat en de bevordering van hun sociaal-emotionele en morele ontwikkeling in de richting van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid

Vakinhoudelijk en didactisch

3.k.1.Toont kennis van de toepassingsmogelijkheden van verschillende onderwijs- en leertheorieën binnen onderwijsarrangementen voor het bve, waaronder actuele vormen van beroepsgerichte didactiek, 3.k.2. Laat zien dat hij de gevraagde leerstof (kennis en vaardigheden) beheerst, inclusief de theoretische en praktische achtergronden daarvan, en de relevantie daarvan voor de beroepspraktijk op zijn studenten kan overbrengen, 3.v.1. Laat zien dat hij aansluitend bij niveau en aanpak van zijn studenten gevarieerde leeractiviteiten ontwerpt (ook met inzet van ict) die uitvoerbaar zijn, keuzes bieden en aanzetten tot zelfwerkzaamheid, 3.v.2. Voert die leeractiviteiten samen met zijn studenten uit, evalueert ze, signaleert eventuele leerproblemen en -belemmeringen en stelt, zo nodig samen met collega’s, een passend plan van aanpak op, 3.v.3. Stemt leermiddelen af op het beoogde taal- en rekenniveau

Organisatorisch 4.k.1. Toont kennis van relevante aspecten van groeps- of klassenmanagement, 4.k.2. Toont kennis van de organisatorische aspecten van verschillende soorten leeromgevingen in de school en in het leerbedrijf, 4.v.2. Biedt organisatievormen, leermiddelen en leermaterialen aan (ook met inzet van ict) die leerdoelen en leeractiviteiten ondersteunen, 4.v.3. Houdt voor zijn

Page 9: gabriellecopini.files.wordpress.com  · Web view1.k.1. Toont kennis van communicatievormen binnen de leefwereld van zijn studenten en binnen hun toekomstige beroepspraktijk. 1.k.2.

8

onderwijs een planning aan die bij de studenten bekend is en waar zij hun eigen planning op kunnen afstemmen, en hij gaat adequaat om met tijd

Samenwerking met collega's

5.v.1. Wisselt voor de voortgang van het werk relevante informatie uit met collega’s (zo nodig met gebruik van digitale middelen), 5.v.3. Levert een constructieve bijdrage aan verschillende vormen van overleg en samenwerken op school, 5.a.2. Positieve houding naar collega’s toe (enthousiast en open)

Samenwerking met omgeving

6.k.1. Toont kennis van de leefwereld van ouders of verzorgers en de culturele achtergronden van de studenten en de implicaties daarvan voor zijn handelen als mbo-docent.6.k.2. Toont zorg voor afstemming tussen het binnen- en buitenschoolse leren en de interne en externe begeleiding van zijn studenten.6.k.3. Toont kennis van de cultuur en de actuele gang van zaken in het bedrijfsleven waarin zijn studenten participeren en de implicaties daarvan voor zijn handelen als mbo-docent, 6.v.1. Verantwoordt zijn professionele opvattingen en werkwijze m.b.t. een student aan ouders en andere belanghebbenden en past in overleg zo nodig zijn werk met die student aan, 6.v.2. Zorgt in overleg met de student en andere betrokkenen voor afstemming tussen het leren in en buiten de school en voor duidelijkheid over ieders verantwoordelijkheid en bijdrage hierin, 6.v.3. Neemt op een constructieve manier deel aan verschillende vormen van overleg met mensen en instellingen buiten de school

Reflectie en persoonlijke ontwikkeling

7.k.1. Houdt de ontwikkelingen in het onderwijs en in het werkveld van de studenten bij en zijn eigen vak- c.q. beroepsinhoudelijke ontwikkeling, 7.k.2,Toont gedragspsychologische kennis in het begrip en de analyse van zijn eigen gedrag en dat van anderen,7.v.3. Gebruikt bij zijn ontwikkeling feedback/informatie van studenten en collega’s, in school en bedrijf, en ook collegiale hulp in de vorm van bijvoorbeeld intervisie en supervisie, 7.v.4. Toont aan dat hij een relevant netwerk in het beroepenveld kan opbouwen en onderhouden

Page 10: gabriellecopini.files.wordpress.com  · Web view1.k.1. Toont kennis van communicatievormen binnen de leefwereld van zijn studenten en binnen hun toekomstige beroepspraktijk. 1.k.2.

9

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Naam deelnemer:

Gabriëlle Copini

ROC/AOC:

Friesland College

Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven x op pad/excursie aan de slag/workshop toetsen en beoordelen naar keuze diepte in/praktijkonderzoek in digitale vorm /ict-didactiekportfolio

Beoordelaar: Paraaf beoordelaar: Datum:

Beoordeling van het eindproduct:

VOLDAAN NOG NIET VOLDAAN

Als er een criterium met ‘nog niet voldaan’ beoordeeld wordt, volgt er overleg tussen student en begeleider hoe dit criterium alsnog wordt aangetoond. Deelnemer maakt een verslag van deze afspraken en laat deze ondertekenen door begeleider.

Voorwaarde-lijke eisen

Het eindproduct ja nee Toelichting als er ‘nee’ aangekruist is

(bij het niet voldoen aan deze voorwaarden kan het eindproduct niet beoordeeld worden)

is authentiek

is tijdens het PDG-traject uitgevoerd of tijdens PDG-traject verder ontwikkeld

Gabriëlle Copini, notitie: Meerdere malen heb ik excursies naar Politiek Den Haag georganiseerd. Mijn ontwikkeling is dat ik sinds 2017 de student meer de ruimte geef, ook in de organisatie van events. Om mijn ontwikkeling duidelijk naar voren te brengen heb ik mijn documentaties van 2015 en 2016 als uitgangspunt genomen. Door de toevoeging

Page 11: gabriellecopini.files.wordpress.com  · Web view1.k.1. Toont kennis van communicatievormen binnen de leefwereld van zijn studenten en binnen hun toekomstige beroepspraktijk. 1.k.2.

10

excursie Huis van Europa van oktober 2017 wordt mijn ontwikkeling meer zichtbaar.

heeft een eigen passende vorm, voorzien van naam, datum, werkplek, PDG-begeleider

heeft een rapportage in schriftelijke, audiovisuele en/of digitale vorm volgens de richtlijnen

voldoet voor 90% aan de APA-norm wat betreft bronnenlijst en literatuurverwijzingen. Criterium: bronnen zijn herleidbaar

Page 12: gabriellecopini.files.wordpress.com  · Web view1.k.1. Toont kennis van communicatievormen binnen de leefwereld van zijn studenten en binnen hun toekomstige beroepspraktijk. 1.k.2.

11

Competentie 1: Interpersoonlijk competent

Geselec-teerd voor beoordeling INDICATOREN COMPETENTIE 1 BEOORDELING

nee ja Hij/zij: voldaan nog niet voldaan

x 1.k.1. Toont kennis van communicatievormen binnen de leefwereld van zijn studenten en binnen hun toekomstige beroepspraktijk.

x 1.k.2. Toont kennis van communicatietheorie, groepsdynamica en interculturele communicatie en de implicaties daarvan voor zijn eigen gedrag.

x 1.v.1. Maakt contact met studenten en zorgt dat zij contact maken met hem.

x 1.v.2. Laat zien dat hij een kader biedt waarbinnen de studenten hun eigen leerproces kunnen vormgeven en helpt hen daarbij.

x 1.v.3. Schept een goed klimaat voor samenwerking met de studenten en tussen hen onderling.

x 1.v.4. Laat zien dat hij kan omgaan met heterogene groepen, rekening houdend met verschillen in niveau, zelfbeeld, cultuur, belangstelling, leerstijl en voorkennis.

1.a.1. Initiatief nemen

1.a.2. Positieve houding naar de studenten toe (studenten) toe (enthousiast en open)

1.a.3. Duidelijke verbale en non-verbale communicatie

Toelichting op de gegeven boordeling(en):

Feedback op houding:

Eventueel advies:

Page 13: gabriellecopini.files.wordpress.com  · Web view1.k.1. Toont kennis van communicatievormen binnen de leefwereld van zijn studenten en binnen hun toekomstige beroepspraktijk. 1.k.2.

12

Competentie 2: Pedagogisch competent

Geselec-teerd voor beoordeling INDICATOREN COMPETENTIE 2 BEOORDELING

nee ja Hij/zij: voldaan nog niet voldaan

x 2.k.1.Toont kennis van ontwikkelings- en opvoedingstheorieën en (culturele bepaaldheid van) verschillende opvoedingspraktijken en de implicaties daarvan voor het onderwijs en voor zijn eigen doen en laten als mbo-docent.

2.k.2.Toont kennis van de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van zijn studenten, kan mogelijke problemen in die ontwikkeling in de praktijk signaleren en daarmee omgaan.

2.k.3. Toont kennis van (de culturele bepaaldheid van) processen van identiteitsvorming, zingeving en waardenontwikkeling bij zijn studenten en de implicaties daarvan voor zijn eigen handelen.

x 2.v.1. Laat zien dat hij in zijn onderwijs planmatig werkt aan de begeleiding van studenten naar een veilig en harmonisch leef- en werkklimaat en de bevordering van hun sociaal-emotionele en morele ontwikkeling in de richting van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid.

2.v.2. Begeleidt de loopbaan van studenten op methodische wijze, aansluitend bij de visie van zijn instelling.

2 a.1. Initiatief nemen

2 a.2. Positieve houding naar studenten en collega’s toe (enthousiast en open)

2.a.3. Duidelijke verbale en non-verbale communicatie

Toelichting op de gegeven boordeling(en):

Feedback op houding:

Eventueel advies:

Page 14: gabriellecopini.files.wordpress.com  · Web view1.k.1. Toont kennis van communicatievormen binnen de leefwereld van zijn studenten en binnen hun toekomstige beroepspraktijk. 1.k.2.

13

Competentie 3: Vakinhoudelijk en didactisch competent

Geselec-teerd voor beoordeling INDICATOREN COMPETENTIE 3 BEOORDELING

nee ja Hij/zij: voldaan nog niet voldaan

x 3.k.1.Toont kennis van de toepassingsmogelijkheden van verschillende onderwijs- en leertheorieën binnen onderwijsarrangementen voor het bve, waaronder actuele vormen van beroepsgerichte didactiek.

x 3.k.2. Laat zien dat hij de gevraagde leerstof (kennis en vaardigheden) beheerst, inclusief de theoretische en praktische achtergronden daarvan, en de relevantie daarvan voor de beroepspraktijk op zijn studenten kan overbrengen.

3.k.3. Toont globale kennis van de leerinhoud van andere vakken of beroepen waarmee hij binnen zijn school of opleiding samenwerkt (taal en rekenen, doorlopende leerlijnen).

3.k.4. Toont kennis van, (ook) onderzoeksmatig, ontwerpen van onderwijs, didactiek en didactische leermiddelen, waaronder informatie- en communicatietechnologie.

3.k.5. Toont kennis van de relevante literatuur m.b.t. examineren en beoordelen en de toepassing van methodieken in zijn instelling.

x 3.v.1. Laat zien dat hij aansluitend bij niveau en aanpak van zijn studenten gevarieerde leeractiviteiten ontwerpt (ook met inzet van ict) die uitvoerbaar zijn, keuzes bieden en aanzetten tot zelfwerkzaamheid.

x 3.v.2. Voert die leeractiviteiten samen met zijn studenten uit, evalueert ze, signaleert eventuele leerproblemen en -belemmeringen en stelt, zo nodig samen met collega’s, een passend plan van aanpak op.

x 3.v.3. Stemt leermiddelen af op het beoogde taal- en rekenniveau.

3.v.4. Construeert en evalueert ontwikkelingsgerichte toetsen.

3.a.1. Initiatief nemen

3.a.2. Positieve houding naar studenten en collega’s toe (enthousiast en open)

3.a.3. Duidelijke verbale en non-verbale communicatie

Toelichting op de gegeven boordeling(en):

Feedback op houding:

Eventueel advies:

Page 15: gabriellecopini.files.wordpress.com  · Web view1.k.1. Toont kennis van communicatievormen binnen de leefwereld van zijn studenten en binnen hun toekomstige beroepspraktijk. 1.k.2.

14

Competentie 4: Organisatorisch competent

Geselec-teerd voor beoordeling INDICATOREN COMPETENTIE 4 BEOORDELING

nee ja Hij/zij: voldaan nog niet voldaan

x 4.k.1. Toont kennis van relevante aspecten van groeps- of klassenmanagement.

x 4.k.2. Toont kennis van de organisatorische aspecten van verschillende soorten leeromgevingen in de school en in het leerbedrijf.

4.v.1. Hanteert op een consequente manier concrete, functionele en door de studenten gedragen procedures en afspraken.

x 4.v.2. Biedt organisatievormen, leermiddelen en leermaterialen aan (ook met inzet van ict) die leerdoelen en leeractiviteiten ondersteunen.

x 4.v.3. Houdt voor zijn onderwijs een planning aan die bij de studenten bekend is en waar zij hun eigen planning op kunnen afstemmen, en hij gaat adequaat om met tijd.

4.a.1. Initiatief nemen

4.a.2. Positieve houding naar studenten en collega’s toe (enthousiast en open)

4.a.3. Duidelijke verbale en non-verbale communicatie

Toelichting op de gegeven boordeling(en):

Feedback op houding:

Eventueel advies:

Page 16: gabriellecopini.files.wordpress.com  · Web view1.k.1. Toont kennis van communicatievormen binnen de leefwereld van zijn studenten en binnen hun toekomstige beroepspraktijk. 1.k.2.

15

Competentie 5: Competent in samenwerking met collega’s

Geselec-teerd voor beoordeling INDICATOREN COMPETENTIE 5 BEOORDELING

nee ja Hij/zij: voldaan nog niet voldaan

5.k.1. Toont bekendheid met het beleid van zijn instelling, de teamafspraken en de wettelijke kaders waarbinnen moet worden gewerkt.

5.k.2. Administreert inzichtelijk (met gebruik van digitale middelen).

5.k.3. Toont kennis van modellen voor kwaliteitszorg en methodieken voor onderwijsverbetering en schoolontwikkeling (waaronder praktijkonderzoek).

5.k.4. Past methodieken voor samenwerking en intervisie toe, zowel binnen als buiten de eigen instelling.

x 5.v.1. Wisselt voor de voortgang van het werk relevante informatie uit met collega’s (zo nodig met gebruik van digitale middelen)

5.v.2. Draagt bij aan taal- en rekenontwikkeling en aan de verwerving van taal- en rekenvaardigheid in beroepsgerichte situaties

x 5.v.3. Levert een constructieve bijdrage aan verschillende vormen van overleg en samenwerken op school.

5.v.4. Geeft en ontvangt collegiale consultatie en intervisie.

5.v.5. Werkt met collega’s, (zo mogelijk) onderzoeksmatig, samen aan de ontwikkeling en verbetering van zijn school.

5.a.1. Initiatief nemen

x 5.a.2. Positieve houding naar collega’s toe (enthousiast en open)

5.a.3. Duidelijke verbale en non-verbale communicatie

Toelichting op de gegeven boordeling(en):

Feedback op houding:

Eventueel advies:

Page 17: gabriellecopini.files.wordpress.com  · Web view1.k.1. Toont kennis van communicatievormen binnen de leefwereld van zijn studenten en binnen hun toekomstige beroepspraktijk. 1.k.2.

16

Competentie 6: Competent in samenwerking met de omgeving

Geselec-teerd voor beoordeling INDICATOREN COMPETENTIE 6 BEOORDELING

nee ja Hij/zij: voldaan nog niet voldaan

x 6.k.1. Toont kennis van de leefwereld van ouders of verzorgers en de culturele achtergronden van de studenten en de implicaties daarvan voor zijn handelen als mbo-docent.

x 6.k.2. Toont zorg voor afstemming tussen het binnen- en buitenschoolse leren en de interne en externe begeleiding van zijn studenten.

x 6.k.3. Toont kennis van de cultuur en de actuele gang van zaken in het bedrijfsleven waarin zijn studenten participeren en de implicaties daarvan voor zijn handelen als mbo-docent.

x 6.v.1. Verantwoordt zijn professionele opvattingen en werkwijze m.b.t. een student aan ouders en andere belanghebbenden en past in overleg zo nodig zijn werk met die student aan.

x 6.v.2. Zorgt in overleg met de student en andere betrokkenen voor afstemming tussen het leren in en buiten de school en voor duidelijkheid over ieders verantwoordelijkheid en bijdrage hierin.

x 6.v.3. Neemt op een constructieve manier deel aan verschillende vormen van overleg met mensen en instellingen buiten de school.

6.a.1. Initiatief nemen

6.a.2. Positieve houding partners collega’s toe (enthousiast en open)

6.a.3. Duidelijke verbale en non-verbale communicatie

Toelichting op de gegeven boordeling(en):

Feedback op houding:

Eventueel advies:

Page 18: gabriellecopini.files.wordpress.com  · Web view1.k.1. Toont kennis van communicatievormen binnen de leefwereld van zijn studenten en binnen hun toekomstige beroepspraktijk. 1.k.2.

17

Competentie 7: Competent in reflectie en persoonlijke ontwikkeling

Geselec-teerd voor beoordeling INDICATOREN COMPETENTIE 7 BEOORDELING

nee ja Hij/zij: voldaan nog niet voldaan

x 7.k.1. Houdt de ontwikkelingen in het onderwijs en in het werkveld van de studenten bij en zijn eigen vak- c.q. beroepsinhoudelijke ontwikkeling.

x 7.k.2. Toont gedragspsychologische kennis in het begrip en de analyse van zijn eigen gedrag en dat van anderen.

7.v.1. Werkt planmatig (ook onderzoeksmatig) aan de ontwikkeling van zijn bekwaamheid, op basis van een goede analyse van zijn competenties.

7.v.2. Stemt de ontwikkeling van zijn bekwaamheid af op het beleid van de school en de ontwikkeling en afspraken binnen het team.

x 7.v.3. Gebruikt bij zijn ontwikkeling feedback/informatie van studenten en collega’s, in school en bedrijf, en ook collegiale hulp in de vorm van bijvoorbeeld intervisie en supervisie.

x 7.v.4. Toont aan dat hij een relevant netwerk in het beroepenveld kan opbouwen en onderhouden.

7.v.5. Laat zien dat hij vernieuwingen in zijn onderwijs initieert.

7.a.1. Initiatief nemen

7.a.2. Positieve houding naar workshopdeelnemers en teamleden toe (enthousiast en open)

7.a.3. Duidelijke verbale en non-verbale communicatie

Toelichting op de gegeven boordeling(en):

Feedback op houding:

Eventueel advies: