Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die...

40
Krabben (Brachyura) zijn een infraorde van kreeftachtigen die leven in water of in de directe nabijheid van water. Zeekrabben komen alleen voor in kuststreken, terwijl landkrabben, boskrabben en mangrovekrabben in zoet water leven. Voor de voortplanting echter zijn vrijwel alle krabben afhankelijk van oppervlaktewater. Slechts enkele soorten leven in woestijnen en houden zich in leven met dauwdruppels. Er zijn 6793 beschreven soorten, waarvan er 38 in Nederland voorkomen, zie ook het hoofdartikel Krabben in België en Nederland . De bekendste soort, de Chinese wolhandkrab , wordt als enige regelmatig op het land aangetroffen en leeft in de nabijheid van rivieren en meren. Het is echter een exoot die oorspronkelijk niet in Europa voorkomt. Anatomie Krabben behoren tot de decapoda , de tienpotigen. Krabben hebben vier paar looppoten en één paar scharen. De samengestelde ogen van krabben staan op steeltjes en kunnen worden ingeklapt in gleuven op de kop. Krabben hebben een stevig, enkelvoudig rugpantser (carapax ) en een gesegmenteerd buikpantser. De vrouwtjes zijn te onderscheiden van de mannetjes door de driehoekige gesegmenteerde plaat aan de achteronderzijde bij de anus; vrouwtjes hebben meer segmenten. Ooit was dit buikpantser naar achteren geklapt, en vormde het achterlijf, zoals bij kreeften nog steeds het geval is. Krabben eten zeer elegant: met de grootste schaar, de kraakschaar, wordt de prooi vastgehouden en met de kleine, de grijpschaar, worden hier stukjes van afgenomen en naar de monddelen gebracht, waar maar liefst zes paar gelede individueel gestuurde 'pootjes' (de mandibels , maxillen en maxillipedes ) het voedsel verkleinen en de mond in werken. Niet alle krabben hebben verschillende scharen, zoals bijvoorbeeld de zwemkrab . Op de schildrand naast de ogen hebben krabben twee voelsprieten, die meestal niet groot worden; ze spelen een rol bij het aftasten van de directe omgeving, zoals rotsspleten. Veel krabben blijven klein maar er zijn uitzonderingen, zoals de reuzenkrab. Ook de noordzeekrab kan flink worden: tot 70 cm spanwijdte van de scharen. Krabben halen adem met hun kieuwen . Deze zitten in het rugschild aan de achterzijde, en functioneren zolang ze nat blijven. Een krab moet dus regelmatig met water in aanraking komen om niet te stikken.

Transcript of Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die...

Page 1: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

Krabben (Brachyura)

zijn een infraorde van kreeftachtigen die leven in water of in de directe nabijheid van water. Zeekrabben komen alleen voor in kuststreken, terwijl landkrabben, boskrabben en mangrovekrabben in zoet water leven. Voor de voortplanting echter zijn vrijwel alle krabben afhankelijk van oppervlaktewater. Slechts enkele soorten leven in woestijnen en houden zich in leven met dauwdruppels. Er zijn 6793 beschreven soorten, waarvan er 38 in Nederland voorkomen, zie ook het hoofdartikel Krabben in België en Nederland. De bekendste soort, de Chinese wolhandkrab, wordt als enige regelmatig op het land aangetroffen en leeft in de nabijheid van rivieren en meren. Het is echter een exoot die oorspronkelijk niet in Europa voorkomt.

Anatomie

Krabben behoren tot de decapoda, de tienpotigen. Krabben hebben vier paar looppoten en één paar scharen. De samengestelde ogen van krabben staan op steeltjes en kunnen worden ingeklapt in gleuven op de kop. Krabben hebben een stevig, enkelvoudig rugpantser (carapax) en een gesegmenteerd buikpantser. De vrouwtjes zijn te onderscheiden van de mannetjes door de driehoekige gesegmenteerde plaat aan de achteronderzijde bij de anus; vrouwtjes hebben meer segmenten. Ooit was dit buikpantser naar achteren geklapt, en vormde het achterlijf, zoals bij kreeften nog steeds het geval is. Krabben eten zeer elegant: met de grootste schaar, de kraakschaar, wordt de prooi vastgehouden en met de kleine, de grijpschaar, worden hier stukjes van afgenomen en naar de monddelen gebracht, waar maar liefst zes paar gelede individueel gestuurde 'pootjes' (de mandibels, maxillen en maxillipedes) het voedsel verkleinen en de mond in werken. Niet alle krabben hebben verschillende scharen, zoals bijvoorbeeld de zwemkrab. Op de schildrand naast de ogen hebben krabben twee voelsprieten, die meestal niet groot worden; ze spelen een rol bij het aftasten van de directe omgeving, zoals rotsspleten. Veel krabben blijven klein maar er zijn uitzonderingen, zoals de reuzenkrab. Ook de noordzeekrab kan flink worden: tot 70 cm spanwijdte van de scharen.

Krabben halen adem met hun kieuwen. Deze zitten in het rugschild aan de achterzijde, en functioneren zolang ze nat blijven. Een krab moet dus regelmatig met water in aanraking komen om niet te stikken.

Reuzenkrabben[1] worden qua schildlengte vaak niet groter dan de noordzeekrab (40 cm), maar de enorme, hooiwagen-achtige poten maken dat de dieren er vervaarlijk uitzien. De scharen zijn vaak zeer krachtig.

start > geleedpotigen > kreeftachtigen > krabben

Page 2: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

Krabben zijn familie van de kreeft. Zeekrabben komen alleen voor aan de kust. Maar er bestaan ook landkrabben en boskrabben. Als ze willen paren, moet er wel altijd water in de buurt zijn. Krabben hebben 10 poten. Ze hebben 8 looppoten en 2 scharen. De ogen van krabben staan op steeltjes en kunnen worden ingeklapt in gleuven op de kop. Ze hebben een stevig pantser op hun buik en rug. Vrouwtjes kan je herkennen omdat zij aan hun kop een driehoekig plaatje hebben zitten. Ze zijn ook iets groter.

Krabben eten zeer mooi. Met hun grote schaar kraken ze hun prooi en met hun grijpschaar worden er stukjes afgenomen en naar de mond gebracht. Het lijkt wel of ze met mes en vork eten. Op de schildrand naast de ogen hebben krabben twee voelsprieten, die meestal niet groot worden. Als ze rondstappen, tasten ze hiermee hun omgeving af. Veel krabben blijven klein maar er zijn uitzonderingen, zoals de reuzenkrab.

Krabben halen adem met hun kieuwen. Deze zitten in het rugschild aan de achterzijde en werken alleen als ze nat zijn. Een krab moet dus regelmatig het water in om niet te stikken.

Het zijn trage dieren die langzaam over de bodem van de zee lopen. De eieren noemen we kuit. Als de eitjes gelegd zijn, dan draagt het vrouwtje ze onder haar buikschild mee. Soms wel een miljoen eitjes ! Uit de eitjes komen kleine larven. De larven eten algjes en zijn piepklein. Met het blote oog zijn ze soms moeilijk te zien. Het lijken kleine garnalen. Veel soorten krabben zijn aaseters. Dat wil zeggen dat ze liever de restjes opeten die andere dieren achterlaten. Ze lusten echt wel alles. Soms eten ze zelfs elkaar op. De meeste zeekrabben lusten aas, planten, kleine kreeftjes en wormen. Ze zuigen het zand op en zoeken ertussen naar heel fijn voedsel. De restjes die ze niet meer lusten vervormen ze tot kleine balletjes. Dus na een tijdje kan het strand vol balletjes liggen.

Krabben vervellen regelmatig. Dat wil zeggen dat ze uit hun schild kruipen. Daaronder hebben ze al een nieuw schild gemaakt, maar dat is nog heel zacht. Het wordt vanzelf hard na een tijdje. Het dier moet zich dan enkele uurtjes stilhouden onder een steen zodat de vijand hem niet kan zien.

Krabben leven in de zee, tussen rotsblokken en wieren, of ingegraven in het zand. Veel soorten bedekken zich door wieren en zeepokken. Ze kunnen vooruit en achteruit lopen, maar ook opzij. De vijanden van krabben zijn meeuwen, roofvissen, inktvissen, zeehonden en de mens

Liocarcinus marmoreus // Potamon fluviatile //

Page 3: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

Crabe madagascar // Kometsukigani

soorten krabben :

wolkrab kleine kiezelkrab gladde kiezelkrab ruwe kiezelkrab wratoogkrab gestekelde sponspootkrab Columbuskrab Chinese wolhandkrab blaasjeskrab gewone zwemkrab

gladde sponspootkrab gewone hooiwagenkrab kleine hooiwagenkrab sikkelhooiwagenkrab grote hooiwagenkrab krombekhooiwagenkrab penseelkrab erwtenkrabbetje zuiderzeekrabbetje

gewone spinkrab rode spinkrab gebochelde spinkrab paddenstoelkrab grote spinkrab helmkrab ruig krabbetje blauwe zwemkrab

Page 4: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

fluwelen zwemkrab kleine zwemkrab cirkelronde krab

nagelkrabbetje gezaagde krab Noordzeekrab breedpootkrab strandkrab blauwpootzwemkrab grijze zwemkrab gewimperde zwemkrab gemarmerde zwemkrab

http://www.ecomare.nl/ecomare-encyclopedie/organismen/dieren/ongewervelde-dieren/geleedpotigen/kreeftachtigen/tienpotigen/krabben/

Page 5: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

Krabben In de Noordzee leven tientallen soorten krabben, kreeften en heremietkreeften. Ook in zoet water komen krabben en kreeften voor.

Op Texel: Op het Texelse strand zie je vaak breedpootkrabben, strandkrabbetjes, gewone zwemkrabben, heremietkreeften en kleine heremietkreeften (boksertjes). Nu en dan kom je in een poel van een strekdam een joekel van een noordzeekrab tegen. De blaasjeskrab is een exotisch krabje dat aan de waddenkant op dijkvoeten leeft, samen met de strandkrabben. De fluwelen zwemkrab, de Chinese wolhandkrab, de helmkrab, de hooiwagenkrab en het nagelkrabje zijn zeldzaam rond Texel.

Mannetje of vrouwtje //Krabben zijn krachtig gebouwd en hebben een zwaar skelet. Het schild is afgeplat en het achterlijf is onder het lichaam geklapt. Als je een krab omdraait is dat goed te zien. Bij alle soorten krabben is aan het vooruitgeslagen achterlijf te zien of het een mannetje of een vrouwtje is. Als het breed en rond is, dan is de krab een vrouwtje. Het lijkt een beetje op een bijenkorf. Daar houdt ze de eieren onder. Een krab met een smal, spits, driehoekig achterlijf, in de

Page 6: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

vorm van een vuurtoren, is een mannetje. Die heeft daar twee piemels onder zitten, eentje links en eentje rechts. Eigenlijk zijn het omgebouwde pootjes

Copyright Ecomare WWW Info

o Meer informatie over krabben in Nederland // http://www.krabben.net/

Strandkrab Breedpootkrab Gewone zwemkrab Noordzeekrab

Penseelkrab Blaasjeskrab Gewimperde zwemkrab Fluwelen zwemkrab

Page 7: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

Gewone hooiwagenkrab Helmkrab Erwtenkrabbetje Zoekkaart Krabben

o Blaasjeskrab o Blauwe zwemkrab o Breedpootkrab o Callianassa o Chinese wolhandkrab o Ecomare o Erwtekrabbetje o Fluwelen zwemkrab o Gewone zwemkrab o Helmkrab o Heremietkreeft

o de hoekige krabo Hooiwagenkrab o Introductie nieuwe soorten o Japanse oester o Kleine heremietkreeft o Nagelkrabje o Noordzee o Noordzeekrab

http://www.natuurinformatie.nl/get?site=nnm.dossiers&view=natuurdatabase.nl&id=i002794&searchString=nieuwe%20krabben

%20aan%20onze%20kust&q= nieuwe+krabben+aan+onze+ku st

In 1999 en 2000 doken er in de Oosterschelde plotseling twee soorten krabben op die oorspronkelijk langs de oostkust van Azië en in Japan thuishoren. Het zijn de blaasjeskrab, Hemigrapsus sanguineus en de Penseelkrab, Hemigrapsus penicillatus. Beide behoren tot de familie Grapsidae. Vanwege de vierkante vorm van het rugschild worden ze ook wel Vierkantkrabben genoemd.

Page 8: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

Blaasjeskrab. Foto Bas Kokshoorn, Naturalis. Penseelkrab. Foto Joop Verkuil, NOB.

Kenmerken

Beide soorten worden maximaal 3 cm groot. De blaasjeskrab is wijnrood gemarmerd, de penseelkrab heeft een bruin- tot groengrijze kleur. Bij de mannetjes zijn de scharen groter dan bij de wijfjes. De penseelkrab is behalve door de kleur gemakkelijk van de blaasjeskrab te onderscheiden door het dotje haren op de scharnieren van de schaar: hieraan ontleent het dier ook zijn naam.

Zowel de blaasjeskrab als de penseelkrab heeft een vierkant rugschild, zonder uitstekende tandjes tussen de ogen. Aan dit schild zijn ze direct te herkennen en niet te verwarren met andere krabben.

Penseelkrab op zand. Foto Joop Verkuil, NOB.

Concurrentie voor inheemse soort

De dieren leven in het getijdengebied en zijn bij laag water te vinden door stenen om te keren. Aangezien ze in dezelfde biotoop leven als onze inheemse strandkrab Carcinus maenas vormen ze waarschijnlijk een geduchte concurrent voor deze soort of kunnen ze hem op termijn zelfs geheel gaan verdringen. Omdat ze vijf keer per jaar eieren kunnen leggen hebben de blaasjeskrab en de penseelkrab veel nakomelingen, in tegenstelling tot de strandkrab die in de regel maar één keer per jaar eieren legt.

Ook al buiten Zeeland

Page 9: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

Tot 2003 waren de blaasjeskrab en de penseelkrab in de Nederlandse wateren uitsluitend bekend van Zeeland, maar in het voorjaar van 2004 blijken beide soorten algemeen voor te komen op het havenhoofd bij Hoek van Holland. Gezien de snelheid waarmee ze zich voortplanten is het niet ondenkbaar dat ze nog deze zomer in Scheveningen, Katwijk, IJmuiden of nog noordelijker gesignaleerd worden.

Hoe zijn de krabben hier gekomen?

In 1990 is de penseelkrab voor het eerst gevonden in de baai van Biscaye. In 1994 dook de penseelkrab op in La Rochelle aan Franse zuid-west kust, sindsdien heeft hij zijn areaal zowel naar het noorden als naar het zuiden uitgebreid. De zuidelijkste vindplaats is bij Santander aan de Spaanse kust, de noordelijkste is tot op heden Hoek van Holland. De blaasjeskrab is gesignaleerd in de wateren voor Le Havre in Frankrijk en voor de Nederlandse kust. Hoe beide soorten in West Europa verzeild zijn geraakt is onbekend. De mogelijkheid bestaat dat de larven in ballastwater van zeeschepen zijn meegereisd, maar ze kunnen ook hier terecht gekomen zijn met ingevoerde Japanse oesters (Crassostrea gigas).

Geef waarnemingen door

Naturalis houdt zich aanbevolen voor waarnemingen van deze soort. Mocht u ze buiten de Oosterschelde of langs de Hollandse kust aantreffen, geef uw waarneming dan door aan het Natuur Informatie Centrum van het museum: [email protected]

De Noordzeekrab, een algemene krabbensoort

o Noorse kreeft o de penseelkrabo Spinkrab De allergrootste krab is de Japanse reuzen- of spinkrab (Macrocheira

kaempferi), die in de Grote Oceaan rond Japan voorkomt tot dieptes van 300 meter. De krabben hebben een spanwijdte van vier meter, zijn met maximaal 35 cm schildbreedte kleiner dan de koningskrab, maar met anderhalve meter 'schofthoogte' niet minder indrukwekkend. Het zijn slome dieren die langzaam over de modder- of zandbodems lopen. Omdat de smaak van het vlees van de dieren minder is dan die van de rode koningskrab, worden ze wel bevist, maar vooral voor de souveniers die ervan gemaakt worden.

Page 10: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

"Grote spinkrab".

Foto: (c) Wiebe Nijland

o Strandkrab

Page 11: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

Carcinus maenas (LInnaeus, 1758) - Fossiel - Hoek van Holland – 1999 //een fossiele strandkrab ….Op de Maasvlakte komen wel vaker fossiele krabben voor, zij het zeldzaam.

Cranium, jaargang 27, nummer 2 (november 2010) Sander Schouten beschrijft in een zeer lezenswaardig artikel de vondst zo’n strand-“ steentje “dat bij nader inzien een krab blijkt te zijn. Sander liet het er niet bij zitten en wilde kost wat kost de naam van dit fossiel achterhalen. Na een zoektocht langs Naturalis en het Oertijdmuseum in Boxtel, was het raadsel nog niet opgelost. Uiteindelijk kwam hij terecht bij de Engelse paleontholoog Joe Collins van het British Museum (Natural History) in Londen. Mr. Collins determineerde het fossiel als Carcinus maenas (Linnaeus, 1758), de gewone strandkrab, die ook nu nog volop langs de Nederlandse kust voorkomt. Maar… de strandkrab mag dan nog algemeen voorkomen; fossielen ervan zijn uiterst zeldzaam. De fossiele krabben van de Maasvlakte

Page 12: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

hebben volgens Collins dezelfde ouderdom als vondsten uit Antwerpen, namelijk Pleistoceen. Dat wil zeggen tenminste 10.000 jaar oud en mogelijk tot 2.000.000 jaar oud.

o Zeekreeft

KRABBEGANG omdat ze niet anders kunnen en omdat het een voordeel bied .

De knieën van een krab buigen niet naar voren, maar naar de zijkant. Dat komt van pas als de beesten zich in een klein holte verstoppen, bijvoorbeeld om te ontsnappen aan dieren die hen willen opeten. Als ze er vervolgens weer uit willen kruipen, hoeven ze niet achterwaarts te bewegen. Dat zou gevaarlijk zijn omdat ze dan niet kunnen zien of het al veilig is. Door zijwaarts erin en eruit te lopen, houdt de krab de omgeving altijd goed in de gaten.

Page 13: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

Bereich Krebs, ein Süßwasser-Krabben Art sein, in Thailand hat, wird frisches Wasser Krabben, Tier, dass keine

Rückgrat haben, gibt es nur einen Panzer der Körper bedeckt ist, wird das Männchen schwanger kleinen schlanken

ähneln, aber [T Brief] , linke Seite Klaue w

Krabben kunnen zeer waarschijnlijk pijn voelen

17 januari 2013 Caroline Kraaijvanger 10

Wetenschappers hebben ontdekt dat het zeer waarschijnlijk is dat krabben pijn kunnen voelen. Het onderzoek heeft implicaties voor de voedselindustrie die dieren zoals krabben en kreeften behandelt alsof ze geen pijn kunnen voelen.

Page 14: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

Dat schrijven onderzoekers in het blad Journal of Experimental Biology. Ze borduren met hun studie voort op eerder onderzoek waaruit al voorzichtig bleek dat garnalen en heremietkreeften pijn konden voelen. Het nieuwe onderzoek stelt nu dat ook de strandkrab pijn kan voelen.

Pijn: een lastige kwestieAchterhalen of een krab pijn voelt, is nog niet zo gemakkelijk. Krabben kunnen het ons niet vertellen en dus moeten we afgaan op de reactie die ze op pijnprikkels geven. Onderzoekers moeten heel goed opletten wanneer ze die reactie identificeren: is het pijn? Of is het een reflex dat ook wel bekend staat als nociceptie (pijnzin)? “De functie van pijn is dat het ons helpt om de bron van die pijn in de toekomst te vermijden,” legt Elwood uit. “Terwijl nociceptie een reflex-reactie is die dieren direct beschermt, maar geen bewustzijn of veranderingen in het gedrag op lange termijn teweegbrengt.”

De schuilplaatsOm er zeker van te zijn dat de krabben pijn voelden en dat er geen sprake was van een reflex, zetten de onderzoekers hun experiment heel zorgvuldig op. “Krabben hechten waarde aan een donkere schuilplek onder stenen, waar ze zich kunnen verbergen voor roofdieren. Tijdens ons onderzoek testten we of krabben pijn hadden door te achterhalen of ze konden leren om een kostbare schuilplaats op te geven om zo een milde elektrische schok te vermijden.”

Het experimentDe onderzoekers zetten negentig krabben in een tank met twee schuilplaatsen. De krabben konden kiezen tussen schuilplaats A en schuilplaats B. Sommige krabben kregen op het moment dat ze in één van de schuilplaatsen plaatsnamen een schok. Na enige tijd werden de krabben weer in het midden van de tank gezet en moesten ze opnieuw een schuilplaats kiezen. De meeste krabben kozen daarop voor de schuilplaats waar ze eerder in gezeten hadden, ongeacht of ze in die schuilplaats nu aan schokken waren blootgesteld of niet. De onderzoekers zetten de krabben daarop voor een derde keer in het midden van de tank en lieten ze weer kiezen. Nu koos de meerderheid van de krabben die schokken hadden gekregen voor de andere schuilplaats, terwijl de krabben die niet aan elektrische schokken waren blootgesteld gewoon naar de ‘oude’ schuilplaats gingen.

Conclusies“Na twee rondes schokken hebben de krabben geleerd om de schuilplaats waar ze de schok ervoeren, te vermijden. Ze zijn bereid om hun schuilplaats op te geven om de bron van hun vermoedelijke pijn te vermijden.” Het woordje ‘vermoedelijk’ is in deze zin geen overbodige luxe, zo benadrukt Elwood. “Filosofisch gezien is het onmogelijk om met absolute zekerheid te demonstreren dat een dier pijn voelt.” De onderzoeker wijst er echter op dat wetenschappers verschillende criteria hebben opgesteld die een beeld schetsen van wat we mogen verwachten als een dier pijn ervaart. Tijdens dit onderzoek zijn die criteria getoetst. “En de gegevens zijn consistent met het idee van pijn. Dus concluderen we dat er een grote kans is dat deze dieren pijn voelen.”

Page 15: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

Het onderzoek laat zien dat meer studies hard nodig zijn. Onderzoekers zouden zich met name moeten richten op schelpdieren die veel in de voedselindustrie worden gebruikt. “Miljarden kreeftachtigen worden gevangen of gekweekt voor de voedselindustrie. In tegenstelling tot zoogdieren worden deze kreeftachtigen amper of helemaal niet beschermd, omdat men aanneemt dat ze geen pijn kunnen voelen. Ons onderzoek suggereert iets anders.” Een goede reden om de behandeling van deze dieren eens onder de loep te nemen, vinden de onderzoekers.

Onderzoekers ontdekken pimpelpaarse krab

19 april 2012 Caroline Kraaijvanger 4

Page 16: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

Paarser kan niet: de nieuwe krab Insulamon palawanese is echt pimpelpaars. Het dier woont op een Filipijns eilandje.

http://en.wikipedia.org/wiki/Insulamon_palawanense

Class: Malacostraca

Order: Decapoda

Infraorder: Brachyura

Family: Potamidae

Genus: Insulamon

Species: I. palawanense

De wetenschappers beschrijven hun vondst in het blad The Raffles Bulletin of Zoology. De nieuwe krab maakt deel uit van het geslacht Insulamon. Voor de vondst van I. palawanese telde dit geslacht slechts één soort: Insulamon unicorn.

Nog meerMaar bij nader inzien blijken er nog veel meer soorten in het geslacht thuis te horen. De pimpelpaarse I. palawanese bijvoorbeeld (zie de foto hierboven). Maar er is nog meer: onderzoekers vonden nog drie nieuwe soorten die tot dit geslacht behoren. I. magnum bijvoorbeeld. Ook deze krab is paars. En dan is er nog I. johannchristiani. De vrouwtjes van deze soort zijn eveneens paars. De mannetjes meer oranje. En dan is er nog I. porculum.

Page 17: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

Links: I. magnum (boven een mannetje, onder een vrouwtje). Rechts: I. johannchristiani (boven een vrouwtje, onder een mannetje). Foto's: The Raffles Bulletin of Zoology.

VariatieInsulamon palawanense komt het meest veelvuldig op het eiland Palawan voor. Het is dan ook waarschijnlijk dat variaties binnen deze soort groter zijn dan binnen de andere nieuwe soorten. De overige nieuwe soorten hebben namelijk een veel beperkter leefgebied.

De krabben leven in kleine stroompjes, maar brengen soms ook enige tijd op het droge door. Ze verbergen zich graag onder keien en zijn voornamelijk ‘s nachts actief.

Nieuwe soort ontdekt voor kust van Spanje19 juni 2012 Caroline Kraaijvanger 4

Page 18: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

Het oranje dier is ongeveer zes centimeter lang en zeer verlegen. Het beestje leeft tussen bergen op de bodem van de zee, op een diepte van ongeveer 1400 meter.

De onderzoekers hebben het dier de naam Uroptychus cartesi gegeven, zo is in het blad Zootaxa te lezen. De beestjes zijn tussen de vijf en zeven centimeter groot. Ze onderscheiden zich van andere Europese soorten. Onder meer vanwege hun vorm en het aantal stekels op hun schelp.

Het dier leeft voornamelijk in gebieden waar weinig mensen komen en waar dus ook weinig gevist wordt. Dat komt ook doordat het dier graag in de omgeving van koraal rondhangt. En koraal heeft sterk te lijden onder de visserij.

De soort is nauw verwant aan de soort Uroptychus armatus. Deze leeft in de Caribische Zee. “Dat deze (de nieuwe soort, red.) nauw verwant is aan de soorten uit het Caribisch gebied is logisch,” legt onderzoeker Enrique Macpherson uit. “Alle soorten uit het noorden van de Atlantische Oceaan vertonen overeenkomsten en zijn afkomstig van voorouders die een paar miljoen jaar geleden vanuit de Stille en Indische Oceaan naar de Atlantische Oceaan kwamen.”

http://www.alphagalileo.org/ViewItem.aspx?ItemId=120976&CultureCode=en

Subphylum: Crustacea

Class: Malacostraca

Page 19: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

Order: Decapoda

Infraorder: Anomura

Family: Chirostylidae

Genus:UroptychusHenderson, 1888

Uroptychus is a genus of squat lobsters in the family Chirostylidae found across the Indo-Pacific.[1] The genus Uroptychus contains the following species:[2]

Uroptychus acostalis Baba, 1988 Uroptychus aguayoi Chace, 1939 Uroptychus alcocki Ahyong & Poore, 2004 Uroptychus alius Baba, 2005 Uroptychus altus Baba, 2005 Uroptychus amabilis Baba, 1979 Uroptychus anacaena Baba & Lin, 2008 Uroptychus anatonus Baba & Lin, 2008 Uroptychus armatus (A. Milne-Edwards, 1880) Uroptychus australis (Henderson, 1885) Uroptychus babai Ahyong & Poore, 2004 Uroptychus bacillimanus Alcock & Anderson, 1899 Uroptychus bellus Faxon, 1893 Uroptychus belos Ahyong & Poore, 2004 Uroptychus bicavus Baba & de Saint Laurent, 1992 Uroptychus bispinatus Baba, 1988 Uroptychus bouvieri Caullery, 1896 Uroptychus brachydactylus Tirmizi, 1964 Uroptychus brevipes Baba, 1990 Uroptychus brevirostris Van Dam, 1933 Uroptychus brevis Benedict, 1902 Uroptychus brevisquamatus Baba, 1988 Uroptychus brucei Baba, 1986 Uroptychus calcar Ahyong & Poore, 2004 Uroptychus capillatus Benedict, 1902 Uroptychus cardus Ahyong & Poore, 2004 Uroptychus cartesi Baba & Macpherson, 2012 Uroptychus cavirostris Alcock & Anderson, 1899 Uroptychus chacei (Baba, 1986) Uroptychus ciliatus (Van Dam, 1933) Uroptychus comptus Baba, 1988 Uroptychus concolor (A. Milne-Edwards & Bouvier, 1894) Uroptychus convexus Baba, 1988

Page 20: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

Uroptychus crassior Baba, 1990 Uroptychus crassipes Van Dam, 1939 Uroptychus crosnieri Baba, 1990 Uroptychus cyrano Poore & Andreakis, 2011 Uroptychus dentatus Balss, 1913 Uroptychus edisonicus Baba & Williams, 1998 Uroptychus empheres Ahyong & Poore, 2004 Uroptychus ensirostris Parisi, 1917 Uroptychus flindersi Ahyong & Poore, 2004 Uroptychus fornicatus Chace, 1942 Uroptychus foulisi Kensley, 1977 Uroptychus fusimanus Alcock & Anderson, 1899 Uroptychus glaber Baba, 1981 Uroptychus gordonae Tirmizi, 1964 Uroptychus gracilimanus (Henderson, 1885) Uroptychus granulatus Benedict, 1902 Uroptychus hamatus Khodkina, 1981 Uroptychus hesperius Ahyong & Poore, 2004 Uroptychus inclinis Baba, 2005 Uroptychus indicus Alcock, 1901 Uroptychus insignis (Henderson, 1885) Uroptychus intermedius (A. Milne-Edwards, 1880) Uroptychus jamaicensis Benedict, 1902 Uroptychus japonicus Ortmann, 1892 Uroptychus joloensis Van Dam, 1939 Uroptychus kaitara Schnabel, 2009 Uroptychus laperousazi Ahyong & Poore, 2004 Uroptychus latirostris Yokoya, 1933 Uroptychus latus Ahyong & Poore, 2004 Uroptychus levicrustus Baba, 1988 Uroptychus litosus Ahyong & Poore, 2004 Uroptychus longicheles Ahyong & Poore, 2004 Uroptychus longioculus Baba, 1990 Uroptychus longior Baba, 2005 Uroptychus longvae Ahyong & Poore, 2004 Uroptychus magnispinatus Baba, 1977 Uroptychus maori Borradaile, 1916 Uroptychus maroccanus Türkay, 1976 Uroptychus mauritius Baba, 2005 Uroptychus minutus Benedict, 1902 Uroptychus multispinosus Ahyong & Poore, 2004 Uroptychus murrayi Tirmizi, 1964 Uroptychus nanophyes McArdle, 1901 Uroptychus naso Van Dam, 1933 Uroptychus nigricapillis Alcock, 1901 Uroptychus nitidus (A. Milne-Edwards, 1880) Uroptychus novaezealandiae Borradaile, 1916 Uroptychus occidentalis Faxon, 1893 Uroptychus occultispinatus Baba, 1988 Uroptychus onychodactylus Tirmizi, 1964

Page 21: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

Uroptychus orientalis Baba & Lin, 2008 Uroptychus oxymerus Ahyong & Baba, 2004 Uroptychus paenultimus Baba, 2005 Uroptychus paku Schnabel, 2009 Uroptychus paracrassior Ahyong & Poore, 2004 Uroptychus parilis Cabezas, Lin & Chan, 2012 Uroptychus parvulus (Henderson, 1885) Uroptychus patulus Ahyong & Poore, 2004 Uroptychus pilosus Baba, 1981 Uroptychus pinocchio Poore & Andreakis, 2011 Uroptychus politus (Henderson, 1885) Uroptychus princeps Benedict, 1902 Uroptychus pronus Baba, 2005 Uroptychus pubescens Faxon, 1893 Uroptychus raymondi Baba, 2000 Uroptychus remotispinatus Baba & Tirmizi, 1979 Uroptychus rubrovittatus (A. Milne-Edwards, 1881) Uroptychus rugosus (A. Milne-Edwards, 1880) Uroptychus rutua Schnabel, 2009 Uroptychus sagamiae Baba, 2005 Uroptychus scambus Benedict, 1902 Uroptychus scandens Benedict, 1902 Uroptychus setosidigitalis Baba, 1977 Uroptychus setosipes Baba, 1981 Uroptychus sexspinosus Balss, 1913 Uroptychus sibogae Van Dam, 1933 Uroptychus simiae Kensley, 1977 Uroptychus similis Baba, 1977 Uroptychus singularis Baba & Lin, 2008 Uroptychus siraji Tirmizi, 1964 Uroptychus soyomaruae Baba, 1981 Uroptychus spiniger Benedict, 1902 Uroptychus spinimanus Tirmizi, 1964 Uroptychus spinirostris (Ahyong & Poore, 2004) Uroptychus spinosus (A. Milne-Edwards & Bouvier, 1894) Uroptychus sternospinosus Tirmizi, 1964 Uroptychus subsolanus Ahyong & Poore, 2004 Uroptychus suluensis Van Dam, 1933 Uroptychus thermalis Baba & de Saint Laurent, 1992 Uroptychus toka Schnabel, 2009 Uroptychus tomentosus Baba, 1974 Uroptychus triangularis Miyake & Baba, 1967 Uroptychus tridentatus (Henderson, 1885) Uroptychus uncifer (A. Milne-Edwards, 1880) Uroptychus undecimspinosus Kensley, 1977 Uroptychus valdiviae Balss, 1913 Uroptychus vandamae Baba, 1988 Uroptychus webberi Schnabel, 2009 Uroptychus wolffi Baba, 2005 Uroptychus xipholepis Van Dam, 1933

Page 22: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

Uroptychus yaldwyni Schnabel, 2009 Uroptychus yokoyai Ahyong & Poore, 2004 Uroptychus zeidleri Ahyong & Poore, 2004 Uroptychus zezuensis Kim, 1972

Sally Lightfoot krabben, Isla San Salvador, Puerto Egas Galapagos

Page 23: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen
Page 24: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

Het spektakel van de rode krabben

Door Eric Struyf, 06 September 2008, http://weetlogs.scilogs.be/index.php?op=ViewArticle&articleId=99&blogId=3

http://www.youtube.com/watch?v=yvabv7a6m7E&feature=player_embedded

Page 25: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

© Frieder Salm

Nach acht Tagen Dauerlauf erfrischen sich die tellergroßen Krabben an der Küste mit einer Dusche salziger Gischt. Auf den Erholungsstopp folgt der nächste Stress: Paarungshöhlen ausbaggern und diese vor Rivalen verteidigen

Page 26: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

© Roland Gockel

Die Roten Krebse sind geschickte Hindernisläufer. Brettwurzeln erklimmen sie mit zehn rundum beweglichen Gliedmaßen ebenso souverän wie Felswände und Hausmauern. Umwege sind ihnen fremd

Page 27: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

© Roland Gockel

Früher kam mancherorts jeder sechste Panzerträger bei seinem Paarungslauf unter die Räder. Inzwischen werden Autos temporär ausgesperrt, doch nicht überall: Noch immer gibt es Zehntausende von Verkehrstoten

Page 28: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

De jaarlijkse migratie van de rode krabben van Kersteiland is een van de meest spectaculaire migraties van de hele planeet. Met 150 miljoen zijn ze, de felrode krabben die ieder jaar in oktober of november als een gesynchroniseerde massa naar zee trekken om er te paren. Zodra het startsein voor de marathon gegeven is, wordt de bodem van het bos één groot rood tapijt. Zelfs de straten die door het regenwoud lopen ontsnappen er niet aan. De rode krabben zitten zo dicht op elkaar dat het fenomeen zelfs vanuit de lucht zichtbaar is.

Page 29: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

Wanneer tegen het einde van het regenseizoen de getijden gunstig zijn, beginnen de rode krabben aan hun vijfdaagse heldentocht van 5 kilometer. Ze verlaten hun solitaire burchten in het regenwoud en marcheren als een georganiseerd leger naar zee. Drukke wegen, golfterreinen, tuintjes, scholen of andere gebouwen kunnen deze doelbewuste krabben niet tegenhouden. Zelfs steile en vulkanische rotsen worden met schijnbaar gemak bedwongen.

Wanneer de brede colonne na hun vijfdaagse marathon aan het strand aankomt, gaan de mannetjeskrabben zich in zee hydrateren om zich daarna terug te trekken in de lagere terrassen van het strand om er te graven en/of vechten voor een burcht. Spoedig loopt de grotere massa vrouwtjeskrabben ook naar de terrassen en vindt de paring plaats. Meestal in de privacy van de burcht waar het mannetje zo hard voor moeten graven en/of vechten heeft.

Het zijn de mannetjeskrabben die als eerste terug naar het regenwoud trekken. De vrouwtjeskrabben blijven 12 tot 13 dagen in hun vochtige burchten om er tot 100.000 eitjes per krab te broeden. Wanneer de maan in zijn laatste kwartier is, lopen de vrouwtjeskrabben naar de kustlijn om hun eieren aan de zee toe te vertrouwen. Bij contact met het water worden de eieren larven die in een maand zullen uitgroeien. Nadat de verschillende larvale stadia doorlopen zijn, verlaten de jonge krabben van amper 5 millimeter groot het water en marcheren ze in circa 9 dagen ook richting het regenwoud.

Page 30: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

Eenmaal in het binnenland verdwijnen de rode krabben als sneeuw voor de zon. Ze kruipen onder omgevallen bomen, in rotsspleten en zelfs in tuinen. Ze leven van een dieet van hoofdzakelijk fruit, bladeren en rottende vegetatie. De krabben groeien vrij traag, maar kunnen tot 16 centimeter groot worden.

Page 31: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

De vraag is natuurlijk hoe deze rode krabben tijdens de migratie een kilometer per dag kunnen afleggen terwijl ze doorgaans maar 5 minuten kunnen rondkruipen. Nog maar vrij recent ontdekten wetenschappers dat de rode krabben hun energie voor de grote marathon uit een plots suikerboostend hormoon halen.

Volgens de laatste ramingen zijn de rode krabben op het Kersteiland met 150 miljoen, maar hun overdonderend aantal staat onder bedreiging. Het zal u niet verbazen dat wij een van de grootste boosdoeners zijn. Zo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen. Er zijn wegen die tijdens de grote migratie van de krabben tijdelijk gesloten worden voor alle verkeer, er worden wegomleidingen voorzien en er zijn oversteektunnels voor de krabben onder de wegen. Deze krabvriendelijke maatregelen verhinderen niet dat toch nog circa 2 miljoen krabben per jaar verpletterd worden door het verkeer.

De meest dodelijke bedreiging voor de krabben doet zich voor in de vorm van een verraderlijke invasie van de gekke gele mier (Anoplolepis gracilipesgele). Deze roofmier uit Afrika kwam per ongeluk op het Kersteiland terecht en maakt de rode krabben tot zijn prooi door ze eerst met gif te besproeien. De superkolonie van gekke gele mieren hebben zo al naar schatting 15 tot 20 miljoen krabben naar de hemel gestuurd en hun aantal blijft explosief stijgen. De klimaatverandering zorgt er dan weer voor dat de moesson later aankomt, wat ook nefast is voor de krabben.

Page 32: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

Wie nog meer informatie wil bemachtigen over de migratie van de rode krabben kan een kijkje gaan nemen op de website van de Christmas Island Tourism Association.

Pseudosesarma moeschi

Page 34: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

Vechtende krabben

Vechtjassen

Page 35: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

Parende krabben

Page 36: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

Vijf nieuwe soorten schaaldieren ontdekt18 februari 2013 Caroline Kraaijvanger 0

Wetenschappers hebben nabij Madagaskar en Frans-Polynesië vijf nieuwe soorten schaaldieren ontdekt. Ook stuitten ze er op een schaaldier dat tot een heel nieuw geslacht behoort.

Dat schrijven de onderzoekers in het blad Zootaxa. Eén van de vijf nieuwe soorten ziet u hierboven: Lauriea teresae. De vijf nieuwe soorten lijken qua uiterlijk sterk op elkaar, maar zijn genetisch heel anders. Ze behoren allemaal tot het geslacht Lauriea.

Ook troffen de onderzoekers een schaaldier aan dat tot een heel nieuw geslacht behoort. “Triodonthea is een nieuw geslacht dat genetisch heel anders is dan Lauriea,” vertelt onderzoeker Enrique Macpherson. De beslissing om het ontdekte schaaldier in een ander geslacht onder te brengen, werd genomen nadat bleek dat dit schaaldier eigenschappen bezat die nabije soorten niet bezitten.

Page 37: Web viewZo lopen de krabben het gevaar om uit te drogen wanneer ze gedwongen worden om gebieden die vrij zijn van vegetatie te doorkruisen

De ontdekte soorten zijn terug te vinden in de Indische en Stille Oceaan. “Ze leven over het algemeen in ondiep water, nabij koraalriffen,” vertelt Macpherson. “Sommige soorten leven enkel in een bepaalde archipel of in een heel specifiek gebied, terwijl anderen zich tussen Madagaskar en Frans-Polynesië verspreiden.”