...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

40
Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016 Zorg voor data

Transcript of ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Page 1: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

RapportKostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

Zorg voor data

Page 2: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

Page 3: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

Voorwoord

Met veel genoegen presenteren we u de

vijfde editie van het rapport over de kosten-

ontwikkeling in de Nederlandse ziekenhuizen.

De informatie in dit rapport, door DHD samen-

gesteld in opdracht van de NVZ en NFU, biedt

een goed inzicht in de omvang van de kosten-

ontwikkeling en in de achterliggende factoren.

Thema’s die aan bod komen zijn onder andere

de vergrijzing en de kosten van dure genees-

middelen.

Het rapport is gebaseerd op de medische en

financiële data uit de Landelijke Basisregistratie

Ziekenhuiszorg (LBZ). De afgelopen jaren is veel

energie gestoken in het completeren en actueel

houden van de informatie in de LBZ. De inspan-

ningen van de brancheorganisaties, DHD en

niet in de laatste plaats van de instellingen zelf,

werpen hun vruchten af.

Alle instellingen hebben gegevens over 2015 en

2016 aangeleverd aan het medische deel van de

LBZ. Daarnaast leveren ruim zestig instellingen

op dit moment financiële data aan de LBZ. Dat

zijn er vijftien meer dan vorig jaar. De overige

instellingen zullen naar verwachting in de nabije

toekomst ook aanleveren, na de overstap naar

een nieuw ZIS/EPD of het oplossen van techni-

sche belemmeringen.

De enquête die DHD jaarlijks afneemt en waarin

instellingen wordt gevraagd naar hun verwach-

tingen ten aanzien van de omzet en contractaf-

spraken, kent inmiddels een stabiele respons-

ratio van 75%. Op basis van de gegevens van

ruim zestig instellingen zijn de effecten van de

contracten met de zorgverzekeraars inzichtelijk

gemaakt.

Wij bedanken iedereen die een bijdrage heeft

geleverd aan dit rapport.

Met vriendelijke groet,

mede namens de NVZ en NFU,

Gert-Jan van Boven

Directeur DHD

Page 4: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

4

Voorwoord 3

Samenvatting 5

1 Omzetontwikkeling 6

1.1 Bruto omzet 6

1.2 Effecten contractafspraken 7

1.3 Type contracten 9

2 Ontwikkeling patiënten, verleende zorg en DBC-kosten 10

2.1 Aantal patiënten 10

2.2 Verleende zorg 11

2.3 DBC-kosten 13

2.3.1 DBC-kosten per patiënt 13

2.3.2 Totale DBC-kosten 14

2.4 Ontwikkeling per type instelling 15

3 Vergrijzing 18

3.1 Inleiding 18

3.2 Aantal patiënten van 65 jaar en ouder 19

3.3 Verleende zorg aan patiënten van 65 jaar en ouder 20

3.4 DBC-kosten voor patiënten van 65 jaar en ouder 22

3.4.1 DBC-kosten per patiënt 22

3.4.2 Totale DBC-kosten 23

3.5 Regionale verschillen 23

4 Dure geneesmiddelen 25

4.1 Kosten per type instelling 25

4.2 Kosten per type geneesmiddel 27

4.2.1 Oncolytica 28

4.2.2 TNF-alfaremmers 29

4.2.3 Stollingsfactoren 30

4.2.4 Overige dure geneesmiddelen 30

5 Verantwoording 32

Bijlage: Deelnemende ziekenhuizen 34

Inhoud

Page 5: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

5Samenvatting

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

De bruto omzet van de Nederlandse ziekenhuizen

is in 2016 gegroeid met 1,6% (omzet conform

schadelastmethode, exclusief correctie loon- en

prijsbijstelling). De reële netto omzet (omzet na

toepassing contractafspraken en correctie loon-

en prijsbijstelling) groeide sinds 2014 met gemid-

deld 0,95% per jaar.

Daarmee bleef de groei in 2016 binnen de doelstel-

lingen van het Bestuurlijk hoofdlijnenakkoord dat

de ziekenhuizen, verzekeraars en overheid met

elkaar gesloten hebben om de groei van de zorg-

kosten te beperken.

In 2016 groeide het aantal patiënten met 1,7%.

Het aantal patiënten van 65 jaar en ouder groeide

harder: 2,9%. Met name het aantal patiënten met

een chronische of oncologische aandoening nam

toe. De behandeling die patiënten in het ziekenhuis

ontvingen was gemiddeld zwaarder en daarmee

ook duurder dan in 2015.

De vergrijzing van de patiëntenpopulatie zette in

2016 door en is nog niet voorbij. Nederlanders van

65 jaar en ouder komen steeds vaker in het zieken-

huis en worden behandeld voor zwaardere en

duurdere aandoeningen. Dit zorgde er in 2016 voor

dat de 65-plussers, die circa 18% van de Nederlandse

bevolking uitmaakten, 29% van de patiënten-

populatie besloegen en ongeveer 40% van de DBC-

gerelateerde omzet voor hun rekening namen.

Gelet op de toenemende vergrijzing van de bevol-

king zal het aandeel in de kosten naar verwachting

verder toenemen. De DBC-kosten per hoofd van

de bevolking waren in 2016 voor Nederlanders van

65 jaar en ouder drie keer zo hoog als voor Neder-

landers tot 65 jaar.

De kosten voor dure geneesmiddelen stegen in

2016 met 103 miljoen euro (+6,0%) naar 1,8 miljard

euro. De kosten groeiden daarmee harder dan de

afgesproken groei van 1,0% uit het Bestuurlijk

hoofdlijnenakkoord. De bovengemiddelde kosten-

groei van de dure geneesmiddelen kan leiden tot

verdringing van zorg: de extra kosten voor dure

geneesmiddelen gaan dan ten koste van andere

zorgactiviteiten. De groei werd hoofdzakelijk

veroorzaakt doordat steeds meer patiënten een

duur geneesmiddel gebruikten. Toenemende

marktwerking door de introductie van goedkopere

biosimilars leidt voor een bepaald type genees-

middel, de TNF-alfaremmers, tot lagere prijzen.

De hoogte van de contracten die ziekenhuizen

afsluiten met de zorgverzekeraars komen steeds

dichter in de buurt te liggen van de kosten van de

werkelijk geleverde zorg. Voor het derde jaar op rij

werd het gat tussen de waarde van de geleverde zorg

en het bedrag dat gedeclareerd kon worden, kleiner.

In 2016 bedroeg het verschil 0,5 miljard euro.

Page 6: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

6 1. Omzetontwikkeling

Op basis van productiegegevens uit de Landelijke

Basisregistratie Ziekenhuiszorg (LBZ) is de ontwik-

keling van de bruto omzet van de Nederlandse

ziekenhuizen bepaald. De bruto omzet laat in 2016

een stijging zien van 1,6%.1 Dit is de omzet volgens

de schadelastmethode, inclusief los-declarabele

productie en voor het toepassen van de contract-

afspraken met de zorgverzekeraars. De bruto

omzet groeide van 19,3 miljard euro in 2015 naar

19,6 miljard euro in 2016 (zie figuur 1). Dit is een

toename van 0,3 miljard euro. Zie het kader voor

een toelichting op de gehanteerde definities.

De bruto omzet bestaat uit de omzet in DBC-produc-

ten en de omzet in los declarabele zorgactiviteiten.

De bruto omzet in DBC-producten groeide met 0,3

miljard euro (+2,0%). Deze groei werd veroorzaakt

door een groei van het aantal patiënten (+1,7%)

en een hogere DBC-omzet per patiënt (+0,3%).

In hoofdstuk 2 wordt de ontwikkeling van de DBC-

omzet nader toegelicht.

De los-declarabele omzet bleef stabiel. Dit type

omzet bestond in 2016 voor ongeveer de helft uit

de omzet van dure geneesmiddelen. Deze groeide

met 100 miljoen euro; van 1,7 miljard euro in

2015 naar 1,8 miljard euro in 2016. De groei werd

hoofdzakelijk veroorzaakt doordat meer patiënten

een duur geneesmiddel kregen. De overige los

declarabele omzet daalde met 100 miljoen euro.

In hoofdstuk 4 wordt uitgebreid ingegaan op de

ontwikkeling van de omzet van de dure genees-

middelen.

Figuur 1:

Bruto omzet 2015 en 2016.

Exclusief omzet ZBC’s.

De omzet in 2015 is

gerelateerd aan het aantal

patiënten i.p.v. aan het

aantal geopende DBC-

zorgtrajecten. Het effect

van de schadelastdip valt

hierdoor weg.

(bron: LBZ, extrapolatie

op basis van resp.

59 ziekenhuizen (2015) en

63 ziekenhuizen (2016))

1.1 Bruto omzet

1) Na correctie voor loon- en prijsstijgingen in 2016 bedroeg de reële groei 0,35% (loon en prijsbijstelling 2016 is 1,25%, bron: NVZ).

Page 7: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

7

De LBZ bevat informatie over de bruto waarde van

de productie, vóór het toepassen van de contract-

afspraken met de zorgverzekeraars. Om ook inzicht

te krijgen in het effect van de contractafspraken en

de netto omzet is een enquête gehouden onder de

ziekenhuizen. Daarin is gevraagd naar de (verwach-

te) bruto en netto omzet en de contractafspraken

per verzekeraar. Figuur 3 toont de omzetontwikke-

ling op basis van de extrapolatie van de enquête-

gegevens van 56 ziekenhuizen. De opgave van de

ziekenhuizen over de bruto omzet wijkt in 2016

af van de bruto omzet zoals die uit de LBZ naar

voren komt (19,6 miljard in figuur 1 tegen 20,1

miljard in figuur 3). Het verschil in 2015 in de bruto

omzet (19,3 miljard in figuur 1 tegen 19,1 miljard in

figuur 3) is het gevolg van de schadelastdip (zie het

kader), waarvoor in de enquête niet is gecorrigeerd.

Uit de enquêtegegevens blijkt dat de netto omzet in

alle jaren lager is dan de bruto omzet. Het verschil

neemt sinds 2014 af. In 2014 was de netto omzet

nog 5,4% lager dan de bruto omzet. Dit komt over-

een met een bedrag van circa 1,1 miljard euro. In

2016 was het verschil nog 0,5 miljard euro (2,4%).

Ziekenhuizen kregen een groter deel van hun

geproduceerde omzet vergoed; het toegenomen

gebruik van contracten op basis van nacalculatie

droeg hieraan bij (zie paragraaf 1.3).

1.2 Effecten contractafspraken

Definitie omzet en schadelast

Bruto omzet is de bruto productie-

waarde van alle DBC-zorgproducten

met een openingsdatum in het

betreffende jaar (schadelast-

methode), plus de los declarabele

verrichtingen van dat jaar. Het

betreft de omzet voor het toe-

passen van de contractafspraken

met de zorgverzekeraars.

Netto omzet is de productiewaarde

ná toepassing voor de contract-

afspraken (schadelastmethode).

Dit staat gelijk aan de vergoeding

die de ziekenhuizen ontvangen van

de zorgverzekeraars.

Schadelastdip

De omzet volgens de schadelast-

methode van 2015 werd beïnvloed

door de verkorting van de door-

looptijd van DBC’s per 1 januari

2015. DBC’s uit 2014 stonden langer

open. Hierdoor kende het aantal

DBC’s in 2015 een eenmalige

dip (zie figuur 2). De omzet die

werd toegerekend aan 2015 is

daardoor kleiner: dit noemen we

de ‘schadelastdip’.

Figuur 2:

Gemiddeld aantal

DBC’s per maand

per instelling

(bron: LBZ, n = 65

ziekenhuizen)

Page 8: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

8

De afspraken in het Bestuurlijk hoofdlijnenakkoord

hebben betrekking op de reële omzetontwikkeling,

na correctie voor loon- en prijseffecten. Voor 2015

en 2016 was een maximale groei van 1,0% afge-

sproken.2 In figuur 4 is de reële ontwikkeling van

de netto omzet weergegeven.3 De daling in 2015

was het gevolg van de schadelastdip (zie kader op

pagina 7). Tussen 2014 en 2016 bedroeg de reële

groei van de netto omzet 1,9%; gemiddeld 0,95% per

jaar. Daarmee bleef de groei binnen de afspraken

van het Bestuurlijk hoofdlijnenakkoord.

Figuur 4:

Reële ontwikkeling netto

omzet (bron: enquête DHD,

n = 56 ziekenhuizen)

2) Bron: Akkoord medisch-specialistische zorg juli 2013.

3) De reële ontwikkeling is bepaald door de netto schadelast te corrigeren voor de loon- en prijsbijstellingen zoals deze jaarlijks

door de NVZ worden afgegeven (zie www.nvz-ziekenhuizen.nl/onderwerpen/prijsindexcijfers).

Figuur 3:

Bruto omzet en netto

omzet (bron: enquête

DHD, extrapolatie o.b.v.

n = 56 ziekenhuizen)

Page 9: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

9

Figuur 5:

Verdeling gehanteerde

afspraaktypen

(bron: enquête DHD,

n = 63 ziekenhuizen)

Ziekenhuizen en zorgverzekeraars maken bij het

opstellen van een contract gebruik van drie typen

afspraken: plafondafspraken, aanneemsommen

en afspraken op basis van nacalculatie (‘PxQ’).

In figuur 5 is weergegeven welke afspraaktypen

het meest worden gehanteerd.4 Plafondafspraken

komen het meest voor: in 2016 was dit met bijna

80% het meest gebruikte afspraaktype. Binnen

de plafondafspraken wordt steeds vaker gebruikt

gemaakt van staffels over het (gedeeltelijk) ver-

goeden van de omzet boven het afgesproken

plafond. Het aandeel van plafondafspraken nam

iets af ten opzichte van 2015 doordat het gebruik

van met name afspraken op basis van nacalculatie

toenam. Deze toename hing samen met de groei

van de dure geneesmiddelen, waarvoor veelal

afspraken op basis van nacalculatie werden

gemaakt.

1.3 Type contracten

4) Binnen één contract kunnen meerdere type afspraken voorkomen. In deze uitsplitsing is gekeken naar het afspraaktype met

de grootste omzet.

Page 10: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

10 2. Ontwikkeling patiënten, verleende zorg en DBC-kosten

De belangrijkste verklarende factor voor de kosten-

ontwikkeling in de ziekenhuizen is het aantal

patiënten. Dit hoofdstuk gaat dieper in op de ont-

wikkeling van het aantal patiënten, de verleende

zorg per patiënt en de DBC-kosten.

Ouderen vormen een belangrijk groep binnen

de patiëntenpopulatie van de ziekenhuizen.

In het volgende hoofdstuk wordt nader ingegaan

op de omvang van de vergrijzing en de gevolgen

daarvan op de kosten van de ziekenhuizen.

In 2016 groeide het aantal unieke patiënten per

ziekenhuis met 1,7%5: van 9,5 miljoen in 2015 naar

9,6 miljoen in 2016 (zie figuur 6).

Het aantal patiënten groeide in 2016 harder dan

de Nederlandse bevolking, die in dezelfde periode

toenam met 0,5.6 Dit betekent dat Nederlanders

in 2016 gemiddeld vaker een ziekenhuis bezochten

dan in 2015.

2.1 Aantal patiënten

5) De definitie van ‘unieke patiënt per ziekenhuis’: een patiënt die in een kalenderjaar tenminste één verrichting in het ziekenhuis heeft

gehad in het kader van een polibezoek, dagopname, klinische opname en/of ambulant contact. Patiënten waarbij alleen sprake was van een

laboratoriumonderzoek (inclusief pathologie) zijn buiten beschouwing gelaten, omdat dit veelal gebeurt op verzoek van eerstelijnsartsen en

de patiënt het ziekenhuis niet daadwerkelijk bezoekt. Patiënten die gedurende het jaar hetzelfde ziekenhuis meermaals hebben bezocht,

tellen één keer mee. Patiënten die meerdere ziekenhuizen hebben bezocht, tellen in elk ziekenhuis één keer mee.

6) Bron: CBS.

Figuur 6:

Aantal patiënten 2015

en 2016 (bron: LBZ,

n= 85 ziekenhuizen)

Page 11: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

11

7) Voor ongeveer 80% van de patiënten werd een DBC-zorgtraject gestart. Voor de overige 20% werden wel verrichtingen uitgevoerd,

meer deze zijn (nog) niet gekoppeld aan een DBC-zorgtraject. Het betreft bijvoorbeeld patiënten kaakchirurgie en patiënten met enkel

een verrichting radiologie waarvan de vergoeding los declarabel is. Deze 20% valt buiten de analyse.

8) Samenloop van aandoeningen van hetzelfde type komt het vaakst voor bij patiënten met chronische ziekten. Zij hebben vaak meerdere

chronische aandoeningen tegelijkertijd. Patiënten met een chronische ziekte werden in 2016 gemiddeld behandeld voor 1,4 verschillende

chronische aandoeningen. Bij de andere aandoeningen is dat gemiddeld 1,1 aandoening per patiënt.

Om een indruk te krijgen van de zwaarte van de

verleende zorg is gekeken naar het aantal patiënten

per type aandoening (zie figuur 7 en 8). Het betreft

hierbij patiënten waarvoor een DBC-zorgtraject is

gestart.7 Op basis van de CCS-classificatie is een

indeling gemaakt naar vier type aandoeningen:

acuut, chronisch, electief en oncologisch.

Behandelingen voor chronische aandoeningen

kwamen het vaakst voor. In 2016 werden er 4,5

miljoen patiënten behandeld voor één of meerdere

chronische aandoeningen. Dit aantal groeide met

3,2% ten opzichte van 2015. Het aantal patiënten

dat werd behandeld voor een acute aandoening

nam af en daalde met 2,2% naar 1,8 miljoen.

Het aantal patiënten dat voor een oncologische

aandoening werd behandeld groeide met 13,0%

relatief het meest.

Een patiënt kan gedurende een jaar voor meer dan

één type aandoening behandeld zijn, bijvoorbeeld

voor een gebroken been (acute aandoening) en

voor diabetes (chronische aandoening). In dat geval

telt de patiënt twee keer mee. Patiënten die voor

meerdere aandoeningen van hetzelfde type werden

behandeld, zijn één keer meegeteld. Gemiddeld werd

een patiënt voor 1,3 verschillende aandoeningen

behandeld.8

2.2 Verleende zorg

Figuur 7:

Aantal behandelde

patiënten per type

aandoening

(bron: LBZ, bewerking DHD,

n = 65 ziekenhuizen)

Aantallen x 1 mln Aantal behandelende patiënten per type aandoening

Aandoening 2015 2016 Verschil

Acuut 1,86 1,82 -2,2%

Chronisch 4,41 4,55 3,2%

Electief 2,60 2,65 2,1%

Oncologisch 0,82 0,92 13,0%

Overig 0,31 0,30 -0,5%

Totaal aantal behandelde patiënten 10,00 10,25 2,6%

Aantal unieke patiënten 7,58 7,71

Aantal behandelde aandoeningen per patiënt 1,32 1,33

Page 12: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

12

Figuur 8:

Aantal behandelde

patiënten per type

aandoening

(bron: LBZ, bewerking DHD,

n = 65 ziekenhuizen)

Figuur 9:

Ontwikkeling aantal behandelde patiënten per oncologische aandoening 2015 - 2016 (bron: LBZ, bewerking DHD, n = 65 ziekenhuizen)

In figuur 9 wordt de groei binnen oncologie nader

toegelicht. De meeste oncologische patiënten

zijn in 2016 behandeld voor een vorm van huid-

kanker; het betrof een aantal van 339.400. Dit

aantal groeide zowel relatief (+19%) als absoluut

(+55.000 personen) ook het meest. Huidkanker

komt relatief veel voor bij mensen van 65 jaar en

ouder. Deze groei hangt samen met de vergrijzing

van de patiëntenpopulatie (zie hoofdstuk 3). Ook de

relatief sterke toename van het aantal personen

met een vorm van kanker van het mannelijke

geslachtsorgaan (prostaatkanker) hangt samen

met de vergrijzing.

Page 13: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

13

2.3.1 DBC-kosten per patiënt

Figuur 10 geeft de gemiddelde DBC-kosten per

behandelde patiënt per type aandoening weer.

Het betreft alleen de kosten die gedeclareerd

kunnen worden via een DBC-zorgtraject. Los

declarabele kosten, zoals dure geneesmiddelen,

vallen hier dus buiten. Als patiënten voor meer

dan één aandoening van hetzelfde type zijn

behandeld, zoals het geval is bij veel chronische

patiënten, is dat verwerkt in de gemiddelde

DBC-kosten.

De gemiddelde DBC-kosten per patiënt zijn met

0,3% gegroeid van 2.063 euro in 2015 naar 2.069

euro in 2016 (zie figuur 10). Verandering van de

DBC-kosten per patiënt kan meerdere oorzaken

hebben:

• Veranderingvandecasemixvandebehandelde

patiënten (andere aandoeningen).

• Nieuweofgewijzigdebehandelmethoden.

• Prijseffecten:hetduurderofgoedkoperworden

van dezelfde behandeling.

De DBC-kosten per behandelde patiënt waren het

hoogst bij de oncologische aandoeningen: 2.834

euro. Tevens is dit het bedrag dat in 2016 het meest

is gedaald. Dit hangt samen met een verandering

van de casemix. In de vorige paragraaf is gebleken

dat de behandeling van huidkanker sterk is

gegroeid. De DBC-kosten per behandelde patiënt

waren bij deze oncologische aandoening relatief

laag (circa 715 euro), waardoor het gemiddelde

over alle oncologische aandoeningen lager werd.

De DBC-kosten van de meest voorkomende aan-

doening, de chronische aandoening, bleven stabiel.

De daling van de DBC-kosten per behandelde

patiënt met een electieve aandoening is mogelijk

het gevolg van het (nog) beter plannen en organise-

ren van de behandeling van dit type aandoeningen.

2.3 DBC-kosten

Figuur 10:

DBC-kosten per patiënt

(bron: LBZ, bewerking

DHD, n = 65 ziekenhuizen)

DBC-kosten per patiënt

Aandoening 2015 2016 Verschil

Acuut 1.444 1.469 1,8%

Chronisch 1.570 1.567 -0,1%

Electief 1.177 1.168 -0,8%

Oncologisch 3.126 2.834 -9,3%

Overig 1.358 1.423 4,8%

Totaal aantal behandelde patiënten 2.063 2.069 0,3%

Page 14: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

14

Figuur 11:

DBC-kosten per patiënt

(bron: LBZ, bewerking

DHD, n = 65 ziekenhuizen)

Bedragen x 1 mld Totale DBC-kosten per type aandoening

Aandoening 2015 2016 Verschil

Acuut 2,69 2,68 -0,5%

Chronisch 6,92 7,13 3,0%

Electief 3,06 3,10 1,3%

Oncologisch 2,55 2,62 2,5%

Overig 0,41 0,43 4,3%

Totaal 15,63 15,95 2,0%

2.3.2 Totale DBC-kosten

De totale DBC-kosten van de verleende zorg zijn

als gevolg van de stijging van het aantal patiënten

(+1,7%) en de gemiddeld hogere DBC-kosten per

patiënt (+0,3%) met 2,0% gestegen; van 15,6 miljard

euro in 2015 naar 15,9 miljard euro in 2016 (zie

figuur 11 en 12). Het betreft de DBC-kosten voor

effectuering van de contractafspraken met de

zorgverzekeraars. Welk deel van de DBC-kosten

gedeclareerd is bij de zorgverzekeraars, hangt af

van het type contract en de gemaakte afspraken.

De meeste DBC-kosten werden gemaakt voor

patiënten met een chronische aandoening.

De DBC-kosten van deze aandoeningen betroffen

7,1 miljard euro, wat neerkomt op 45% van het

totaal. De kosten groeiden door de toename

van het aantal behandelde patiënten (+3,2%).

De gemiddelde DBC-kosten per patiënt bleven

stabiel (-0,1%).

De groei van het aantal behandelde patiënten

met een oncologische aandoening zorgde voor

een stijging van de kosten met 2,5%. De groei

van het aantal patiënten werd gedempt door

een lagere DBC-omzet per patiënt als gevolg

van de sterke toename van het aantal patiënten

met huidkanker. Als deze patiëntengroep buiten

beschouwing wordt gelaten, groeide de DBC-

omzet met 0,6%.

Bij de acute aandoeningen was sprake van

enerzijds een afname van het aantal patiënten

en anderzijds een stijging van de gemiddelde

DBC-kosten per patiënt. Per saldo veranderden

de DBC-kosten daardoor nauwelijks.

De DBC-kosten van de electieve aandoeningen

stegen met 1,3%. Tegenover de groei van het

aantal patiënten (+2,1%) stond een daling van

de gemiddelde kosten per patiënt (-0,8%).

Page 15: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

15

Figuur 12: Ontwikkeling per type aandoening (bron: LBZ, bewerking DHD, n = 65 ziekenhuizen)

In figuur 13 zijn de ontwikkeling van het aantal

patiënten en de DBC-kosten per type instelling

weergegeven. In alle ziekenhuizen stegen het

aantal patiënten en de totale DBC-kosten.

2.4 Ontwikkeling per type instelling

Behandelde patiënten DBC-kosten per patiënt DBC-kosten (aantallen x 1 mln) (bedragen x 1 mld)

2015 2016 Verschil 2015 2016 Verschil 2015 2016 Verschil

Algemene ziekenhuizen 3,11 3,16 1,6% 1.779 1.774 -0,3% 5,54 5,61 1,3%

Topklinische ziekenhuizen 3,48 3,52 1,2% 2.038 2.078 1,9% 7,09 7,32 3,2%

UMC’s 0,98 1,02 4,0% 3.045 2.950 -3,1% 3,00 3,02 0,7%

Figuur 13: Ontwikkeling per type instelling (bron: LBZ, bewerking DHD, n = 65 ziekenhuizen)

Page 16: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

16

Figuur 14a: Ontwikkeling algemene ziekenhuizen (bron: LBZ, bewerking DHD, n = 36 ziekenhuizen)

Figuur 14b: Ontwikkeling topklinische ziekenhuizen (bron: LBZ, bewerking DHD, n = 22 ziekenhuizen)

De topklinische ziekenhuizen behandelden

ongeveer 3,5 miljoen patiënten. De gemiddelde

DBC-kosten per patiënt waren hoger dan die

van de algemene ziekenhuizen. De gemiddelde

kosten namen toe met 1,9%. De totale DBC-kosten

groeiden met 0,2 miljard euro. Net als in de

algemene ziekenhuizen groeide ook hier het aantal

oncologische patiënten, maar de gemiddelde

DBC-kosten per patiënt namen af. Het aantal acute

patiënten daalde met 4,6% (zie figuur 14b).

In de algemene ziekenhuizen ging de groei van

het aantal patiënten (+1,6%) gepaard met een

lichte daling van de DBC-kosten per patiënt (-0,3%).

De groei van de totale DBC-kosten kwam uit op

1,3%. Uit figuur 14a blijkt dat de groei zich vooral

voordeed bij oncologische patiënten. Voor die groep

daalden de gemiddelde kosten per patiënt ook

het meest. De chronische en electieve patiënten

lieten een groei zien in het aantal patiënten en een

daling van de gemiddelde DBC-kosten per patiënt.

De totale DBC-kosten namen bij beide patiënt-

groepen toe met 0,6%.

Page 17: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

17

Figuur 14c: Ontwikkeling UMC’s (bron: LBZ, bewerking DHD, n = 7 ziekenhuizen)

Het aantal patiënten in de UMC’s steeg met 4,0%.

Het verschil in de gemiddelde DBC-kosten per

patiënt weerspiegelt het verschil in complexiteit

van de behandeling van de patiënten. De DBC-

kosten per patiënt daalden met 3,1%. Het aantal

oncologische patiënten steeg minder hard dan in

de andere ziekenhuizen. Daarentegen was de groei

van het aantal electieve en chronische patiënten

relatief hoger (zie figuur 14c).

Page 18: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

18 3. Vergrijzing

De vergrijzing van de Nederlandse bevolking is al

jaren een belangrijk thema in de ontwikkeling van

de zorgkosten en dit zal de komende twintig jaar

ook zo blijven. Figuur 15 laat zien dat het aantal

Nederlanders van 65 jaar en ouder tot 2040 stijgt:

van 3,2 miljoen in 2017 tot 4,8 miljoen in 2040.9

Dit hoofdstuk laat zien op welke manier de ver-

grijzing van de Nederlandse bevolking de kosten-

ontwikkeling van de ziekenhuizen beïnvloedt.

Gevolgen van de vergrijzing zijn in de ziekenhuizen

goed merkbaar. Dit komt omdat een groot deel van

de 65-plussers jaarlijks een ziekenhuis bezoekt.

Meer ouderen in de bevolking leidt direct tot meer

patiënten in het ziekenhuis. Bovendien groeit het

ziekenhuisbezoek onder 65-plussers. Ze komen

vaker en worden voor meer aandoeningen behan-

deld. Het betreft veelal chronische of oncologische

aandoeningen waarvan de behandelingen relatief

duur zijn en waarvan de kosten ook nog eens

stijgen door uitbreiding van de behandelmogelijk-

heden. Dit zorgt ervoor dat de 65-plussers, die

in 2016 circa 18% van de Nederlandse bevolking

uitmaakten, 29% van de patiëntenpopulatie

besloegen en ongeveer 40% van de DBC-

kosten voor hun rekening namen.

Al deze factoren bij elkaar zorgden ervoor dat

in 2016 de kosten per hoofd van de bevolking

voor Nederlanders van 65 jaar en ouder, drie keer

hoger waren dan voor Nederlanders tot 65 jaar.

Vergrijzing treedt op in heel Nederland en binnen

elke type ziekenhuis, maar er zijn wel duidelijk

regionale verschillen te zien.

Figuur 15:

Aantal Nederlanders

van 65 jaar en ouder

(bron: CBS)

3.1 Inleiding

9) Bron: CBS.

Page 19: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

19

Figuur 17:

Procentuele groei

bevolking en patiënten

2015 - 2016 per

leeftijdscategorie

(bron: CBS, LBZ, bewerking

DHD)

Figuur 16:

Vergrijzing in de

ziekenhuizen in 2016

(bron: CBS, LBZ,

bewerking DHD)

De patiëntenpopulatie van de ziekenhuizen

vergrijst sneller dan de Nederlandse bevolking.

Het aantal patiënten van 65 jaar en ouder groeide

in 2016 met 2,9%, terwijl de bevolkingsgroei

2,7% bedroeg. Voor elke leeftijdscategorie

boven de 65 jaar lag het groeipercentage van

de patiënten boven dat van de Nederlandse

bevolking (zie figuur 17).

Personen van 65 jaar en ouder bezochten vaker

een ziekenhuis dan personen jonger dan 65 jaar.

In figuur 18 is per leeftijdscategorie weergegeven

welk deel van de Nederlandse bevolking in 2016

ten minste één keer een ziekenhuis heeft bezocht.

Uit de grafiek blijkt dat van alle 65-plussers gemid-

deld 75% ten minste één keer het ziekenhuis heeft

bezocht. Voor de groep van 75 tot 84 jaar is dat

zelfs 80%. Een gemiddelde van 75% wil zeggen dat

gemiddeld drie op de vier personen van 65 jaar

of ouder ten minste één keer een ziekenhuis

heeft bezocht. Dat is ongeveer 2,5 keer vaker dan

kinderen en jongvolwassenen (5 tot 24 jaar). Van

hen bezocht een op de drie ten minste een keer

een ziekenhuis in 2016.

3.2 Aantal patiënten van 65 jaar en ouder

Page 20: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

20

Omdat personen van 65 jaar en ouder gemiddeld

vaker een ziekenhuis bezochten, maakten ze een

groot aandeel uit van de patiëntenpopulatie van

de ziekenhuizen. In figuur 19 is te zien dat 28,9%

van de patiënten 65 jaar of ouder was in 2016. Het

aandeel van 65-plussers in de Nederlandse bevol-

king was 10 procentpunten lager en lag op 18,2%.

Figuur 18:

Deel van de bevolking

dat in 2016 ten minste

één keer een ziekenhuis

bezocht (bron: CBS, LBZ,

bewerking DHD)

Figuur 19:

Leeftijdsopbouw patiënten

en bevolking 2016 (bron:

CBS, LBZ, bewerking DHD)

De vergrijzing van de ziekenhuiszorg kwam niet

alleen tot uitdrukking in de bovengemiddelde groei

van het aantal patiënten van 65 jaar en ouder.

Naast een volume-effect was er in 2016 ook sprake

van zorgverzwaring. Het gemiddelde aantal aan-

doeningen van patiënten van 65 jaar en ouder was

groter dan dat van patiënten jonger dan 65 jaar.

Het gemiddelde aantal aandoeningen per patiënt

van 65 jaar en ouder is in 2016 toegenomen van

1,47 naar 1,49 (+1,4%).

3.3 Verleende zorg aan patiënten van 65 jaar en ouder

Page 21: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

21

Gecombineerd met het volume-effect betekent

dit dat er in 2016 140.00 personen van 65 jaar en

ouder meer zijn behandeld voor een aandoening

dan in 2015; een toename van 4,4% (zie figuur 21).

De toename was het grootst bij de oncologische

aandoeningen. Daar nam het aantal patiënten toe

met 59.000, een groei van bijna 13%. Het aantal

ouderen dat behandeld werd voor één of meerdere

chronische aandoeningen groeide met 51.000 (+3,6%).

Figuur 20:

Gemiddeld aantal

aandoeningen per patiënt

(Bron: LBZ, bewerking

DHD, n = 65 ziekenhuizen)

Figuur 21:

Aantal behandelde

patiënten 65 jaar en

ouder per type aandoening

(bron: LBZ, bewerking DHD,

n = 65 ziekenhuizen)

Aantallen x 1 mln Behandelende patiënten 65+ per type aandoening

Aandoening 2015 2016 Verschil

Acuut 0,44 0,44 0,2%

Chronisch 1,40 1,45 3,6%

Electief 0,79 0,82 3,8%

Oncologisch 0,46 0,52 12,8%

Overig 0,88 0,86 -1,4%

Totaal aantal behandelde patiënten 65+ 3,18 3,32 4,4%

Aantal unieke patiënten 65+ 2,16 72.23 2,9%

Aantal aandoeningen per patiënt 65+ 1,47 1,49

Page 22: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

22

Figuur 22:

DBC-kosten per patiënt

(bron: LBZ, bewerking DHD,

n = 65 ziekenhuizen)

3.4.1 DBC-kosten per patiënt

De zorgverzwaring voor patiënten van 65 jaar

en ouder uitte zich ook in gemiddeld hogere

DBC-kosten per patiënt. De DBC-kosten voor

een behandeling van een patiënt van 65 jaar en

ouder bedroegen gemiddeld 2.900 euro. Dat is

40% hoger dan de gemiddelde DBC-kosten over

alle patiënten (zie figuur 22).

De DBC-kosten verschilden per type behandeling.

Voor acute en chronische aandoeningen waren de

DBC-kosten van patiënten van 65 jaar en ouder

gemiddeld 35% tot 45% hoger. Acute aandoeningen

van patiënten van 65 jaar en ouder zijn over

het algemeen complexer dan die van jongere

patiënten. De hogere DBC-kosten bij chronische

aandoeningen ontstaan omdat ouderen vaak te

maken hebben met meerdere chronische aan-

doeningen tegelijkertijd.

De DBC-kosten van patiënten van 65 jaar en ouder

voor oncologische aandoeningen waren lager

dan het gemiddelde. De kosten zijn in 2016 ook

afgenomen ten opzichte van 2015. Meerdere

factoren spelen hierbij een rol. De toestroom van

extra patiënten maakte het mogelijk om de zorg

efficiënter te organiseren en hierdoor konden de

kosten per patiënt omlaag. Daarnaast groeide

vooral de behandeling van patiënten met huid-

kanker (zie eerdere paragraaf); van deze aan-

doening zijn de DBC-kosten een stuk lager dan

van andere oncologische aandoeningen.

3.4 DBC-kosten voor patiënten van 65 jaar en ouder

Page 23: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

233.4.2 Totale DBC-kosten

Het relatief grote aantal patiënten van 65 jaar

en ouder en de hogere gemiddelde kosten zorgden

ervoor dat een groot deel van de DBC-omzet

bepaald werd door de zorg aan 65-plussers.

Door de vergrijzing en de toegenomen zorgzwaarte

per patiënt zijn de kosten met 1,7% toegenomen

(figuur 23). De DBC-kosten van patiënten van 65 jaar

en ouder bedroegen 40% van de totale DBC-kosten.

Door de totale DBC-kosten uit te drukken in kosten

per hoofd van de bevolking, wordt extra duidelijk

wat de invloed van de vergrijzing is op de zorg-

kosten in de ziekenhuizen. De DBC-kosten per

hoofd van de bevolking waren in 2016 voor

Nederlanders van 65 jaar en ouder drie keer

zo hoog als voor Nederlanders tot 65 jaar

(zie figuur 24).

Figuur 23:

Totale DBC-kosten

patiënten 65 jaar en ouder

(bron: LBZ, bewerking

DHD, n = 65 ziekenhuizen)

Figuur 24:

DBC-kosten per hoofd

van de bevolking

(bron: CBS, LBZ, bewerking

DHD, n = 65 ziekenhuizen)

Bedragen x 1 mld Totale DBC-kosten patiënten 65+

Aandoening 2015 2016 verschil

Acuut 0,94 0,93 -1,2%

Chronisch 3,01 3,07 2,2%

Electief 1,09 1,05 1,9%

Oncologisch 1,25 1,28 2,0%

Overig 0,15 0,15 4,6%

Totaal 6,38 6,49 1,7%

2016 DBC-kosten Bevolking DBC-kosten (bedragen x 1 mld) (aantallen x 1 mln) per hoofd van de bevolking

0 - 64 jaar 9,46 13,9 700

65 jaar en ouder 6,49 3,1 2.100

Vergrijzing van de ziekenhuispopulatie doet zich

voor in heel Nederland. In 2016 lag het aandeel

patiënten van 65 jaar en ouder in alle provincies

ruim boven het aandeel in de bevolking. Er zijn

wel duidelijke regionale verschillen. In Zeeland

en Limburg was bijna één op de drie patiënten in

2016 65 jaar of ouder. Ook in Drenthe en Friesland

lag het aandeel patiënten ouder dan 65 jaar boven

de 30%. In Flevoland kwamen in 2016 relatief

de minste ouderen voor; daar was een op de vijf

patiënten ouder dan 65 jaar.

3.5 Regionale verschillen

Page 24: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

24

Figuur 25:

Vergrijzing bevolking

en patiëntenpopulatie

per provincie

(bron: CBS, LBZ,

bewerking DHD)

Figuur 26:

Percentage patiënten

65 jaar en ouder

per gemeente 2016

(bron: CBS, LBZ,

bewerking DHD)

Page 25: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

254. Dure geneesmiddelen

De kosten van dure geneesmiddelen bedroegen

1,8 miljard euro in 2016. Dure geneesmiddelen zijn

add-on geneesmiddelen en ozp-stollingsfactoren

die vanwege de hoge kosten buiten de DBC-

systematiek gedeclareerd worden. De kosten zijn

gebaseerd op de contractprijzen per geneesmiddel

die ziekenhuizen overeengekomen zijn met de

zorgverzekeraars.10

In 2016 waren de kosten 103 miljoen euro hoger

dan in 2015, wat overeenkomt met een toename

van 6,0%. De kosten voor dure geneesmiddelen

groeiden daarmee harder dan de afgesproken groei

van 1,0% uit het Bestuurlijk hoofdlijnenakkoord.

De bovengemiddelde kostengroei van de dure

geneesmiddelen kan leiden tot verdringing van

zorg; de extra kosten voor dure geneesmiddelen

gaan dan ten koste van andere zorgactiviteiten.

De kostenstijging verschilde per type instelling.

In UMC’s stegen de kosten met 9,6% naar 622

miljoen euro. In de topklinische ziekenhuizen

namen de kosten met 6,1% toe naar 695 miljoen

euro. Algemene ziekenhuizen zagen de kosten

met gemiddeld 1,3% toenemen naar 501 miljoen

euro.

4.1 Kosten per type instelling

10) Het betreft de contractprijzen zoals door de ziekenhuizen aangeleverd aan de LBZ.

11) In 2016 was geen sprake van overheveling van dure geneesmiddelen.

12) Het betreft het aantal unieke patiënten per jaar, dat ten minste één duur geneesmiddel verstrekt heeft gekregen.

Een patiënt die gedurende het jaar meerdere dure geneesmiddelen heeft gebruikt, telt voor één.

Bedragen x 1 mln euro Kosten dure Verschil geneesmiddelen

2015 2016 In euro’s In %

Algemene ziekenhuizen 495 501 6 1,3%

Topklinische ziekenhuizen 656 695 39 6,1%

UMC’s 567 622 55 9,6%

Totaal 1.715 1.818 103 6,0%

Figuur 27:

Kosten dure genees-

middelen per type

instelling

(bron: LBZ, bewerking DHD,

n = 65 ziekenhuizen)

De belangrijkste oorzaak voor de toename van de

kosten van dure geneesmiddelen is de groei van

het aantal patiënten dat een duur geneesmiddel

gebruikte.11 Het aantal patiënten groeide met 8,7%;

van 207.900 in 2015 naar 226.000 in 2016 (zie figuur

28).12

Page 26: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

26

Tegelijkertijd daalden de kosten per patiënt met

gemiddeld 2,5%. Van 8.250 euro in 2016 naar

8.050 euro in 2016 (zie figuur 29). De groei van het

aantal patiënten werd gedempt door een lagere

gemiddelde omzet per patiënt. De totale kosten

kwamen daardoor 6,0% hoger uit (zie figuur 30).

Kosten per patiënt Verschil

2015 2016 In euro’s In %

Algemene ziekenhuizen 6.810 6.290 -520 -7,7%

Topklinische ziekenhuizen 7.130 6.890 -240 -3,3%

UMC’s 13.100 13.690 590 4,6%

Gemiddeld 8.250 8.050 -200 -2,5%

Figuur 29:

Kosten dure genees-

middelen per patiënt

per type instelling

(bron: LBZ, bewerking DHD,

n = 65 ziekenhuizen)

Figuur 30: Ontwikkeling dure geneesmiddelen per type instelling 2015 - 2016 (bron: LBZ, bewerking DHD, n = 65 ziekenhuizen)

Aantal patiënten dure Verschil geneesmiddelen

2015 2016 In aantallen In %

Algemene ziekenhuizen 72.600 79.700 7.100 9,8%

Topklinische ziekenhuizen 92.000 100.900 8.900 9,7%

UMC’s 43.300 45.400 2.100 4,9%

Totaal 207.900 226.000 18.100 8,7%

Figuur 28:

Aantal patiënten dure

geneesmiddelen per

type instelling

(bron: LBZ, bewerking DHD,

n = 65 ziekenhuizen)

Page 27: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

27Veranderingen in de kosten per patiënt zijn het

gevolg van een combinatie van factoren:

• Veranderingvandecontractprijzenpergenees-

middel tussen ziekenhuizen en zorgverzekeraars.

Contractprijzen van geneesmiddelen kunnen van

jaar op jaar en per zorgverzekeraar verschillen.

• Veranderingenindesamenstellingvande

patiëntenpopulatie.

• Substitutie-effectentussengeneesmiddelen.

Er komen bijvoorbeeld goedkopere alternatieven

op de markt door de introductie van nieuwe,

verbeterde geneesmiddelen en het toelaten van

biosimilars.

• Wijzigingenindegedefinieerdedagdosisper

geneesmiddel.

De invloed van de factoren verschilt per type

geneesmiddel. Zo zijn (nog) niet voor alle genees-

middelen biosimilars beschikbaar. In de volgende

paragraaf wordt de ontwikkeling per type duur

geneesmiddel nader toegelicht. Dat geeft inzicht

in de factoren die per type geneesmiddel een rol

spelen en daarmee in de totale veranderingen van

de kosten van dure geneesmiddelen.

Het grootste gedeelte van de kosten van dure

geneesmiddelen werd in 2016 besteed aan

oncologische geneesmiddelen. Het percentage

bedroeg 43%, wat overeenkomt met een bedrag

van 778,8 miljoen euro. Een kwart van de kosten,

467,1 miljoen euro, ging naar de TNF-alfaremmers.

Ongeveer 7% werd besteed aan stollingsfactoren

(129,5 miljoen euro).

4.2 Kosten per type geneesmiddel

Bedragen x 1 mln euro Kosten dure Verschil geneesmiddelen

2015 2016 In euro’s In %

Oncolytica 705 779 74 10,5%

TNF-alfaremmers 497 467 -30 -6,0%

Stollingsfactoren 121 130 9 7,3%

Overigen 388 442 54 14,1%

Totaal 1.715 1.818 103 6,0%

Aantal patiënten Verschil dure geneesmiddelen

2015 2016 In aantallen In %

Oncolytica 97.300 105.100 7.800 8,1%

TNF-alfaremmers 43.300 46.100 2.800 6,4%

Stollingsfactoren 4.600 4.700 100 0,6%

Overigen 66.700 76.500 9.800 14,6%

Totaal 207.900 226.000 18.100 8,7%

Figuur 31:

Kosten per type

duur geneesmiddel

(bron: LBZ, bewerking DHD,

n = 65 ziekenhuizen)

Figuur 32:

Aantal patiënten per

type duur geneesmiddel

(bron: LBZ, bewerking DHD,

n = 65 ziekenhuizen)

Page 28: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

28 Kosten per patiënt Verschil dure geneesmiddelen

2015 2016 In aantallen In %

Oncolytica 7.240 7.410 170 2,2%

TNF-alfaremmers 11.480 10.130 -1.350 -11,7%

Stollingsfactoren 26.010 27.760 1.750 6,7%

Overigen 5.810 5.790 -20 -0,5%

Totaal 8.250 8.050 -200 -2,5%

Figuur 33:

Kosten per patiënt per

type duur geneesmiddel

(bron: LBZ, bewerking DHD,

n = 65 ziekenhuizen)

Figuur 34: Ontwikkeling per type duur geneesmiddel (bron: LBZ, bewerking DHD, n = 65 ziekenhuizen)

4.2.1 Oncolytica

De kosten van de oncolytica stegen in 2016 met

74,3 miljoen euro, een toename van 10,5%.

De kostengroei is het gevolg van een toename van

het aantal patiënten met een duur, oncologisch

geneesmiddel. Dit aantal groeide in 2016 met 8,1%.

De omzet per patiënt steeg met 2,2% (zie figuur

31-34).

Binnen de oncolytica springt de ontwikkeling van

een aantal geneesmiddelen eruit. In figuur 35

staat de top drie van geneesmiddelen waarvan de

kosten het meest toenamen. Deze geneesmiddelen

zorgden samen voor een kostengroei van 61,4 miljoen

euro. Nivolumab en pembrolizumab (middelen met

indicatie longkanker) waren al in 2015 beschikbaar,

maar het gebruik nam in 2016 sterk toe. Nivolumab

is vanaf maart 2016 in het verzekerde pakket

opgenomen. Het gebruik van pembrolizumab nam

toe omdat het effectiever is dan de tot dan toe

gebruikelijke middelen, waaronder ipilimumab

(hiervan daalden de kosten in 2016 het meest: -12,1

miljoen euro). De hoge kosten voor pembrolizumab

waren voor de minister aanleiding om de kosten-

effectiviteit van het middel nader te onderzoeken.

Het middel is in 2016 tijdelijk ‘in de sluis’ geplaatst.

Enzalutamide is een succesvol middel tegen

prostaatkanker. De groei van 2015 zette zich

onverminderd door in 2016. Het aantal patiënten

steeg in 2016 met ruim een derde naar bijna 3.000.

Page 29: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

29Bedragen x 1 mln euro Kosten top drie Verschil oncolytica

2015 2016 euro’s

Nivolumab 0,6 26,4 25,8

Enzalutamide 33,4 52,1 18,8

Pembrolizumab 0,8 17,7 16,9

Totaal 34,8 96,2 61,4

% van totaal oncolytica 4,9 12,4

TNF-alfaremmers Gemiddelde daling contractprijs 2016 t.o.v. 2015

Adalimumab -2,9%

Certolizumab pegol -2,2%

Etanercept -4,5%

Golimumab -2,3%

Infliximab -17,9%

Figuur 35:

Kostenontwikkeling top

drie dure oncolytica

(bron: LBZ, bewerking DHD,

n = 65 ziekenhuizen)

Figuur 36:

Daling contractprijzen

TNF-alfaremmers

(bron: LBZ, bewerking DHD,

n = 65 ziekenhuizen)

4.2.2 TNF-alfaremmers

De kosten van TNF-alfaremmers namen in 2016 per

saldo af met 30 miljoen euro (-6,0%). Het aantal

patiënten dat een TNF-alfaremmer ontving, steeg

met bijna 7%, maar tegelijkertijd daalden de kosten

per patiënt met 12% (zie figuur 31-34).

De kostendaling is het gevolg van een daling van de

gemiddelde contractprijzen tussen ziekenhuizen

en zorgverzekeraars. Bij alle TNF-alfaremmers was

in 2016 sprake van een daling van de gemiddelde

contractprijs ten opzichte van 2015 (zie figuur 36).

De prijsdalingen gaan samen met de introductie

van biosimilars voor dit type geneesmiddel. De

marktwerking zorgt voor lagere verkoopprijzen bij

de farmaceuten. De lagere verkoopprijzen maken

op hun beurt een daling van de contractprijzen

tussen ziekenhuizen en zorgverzekeraars mogelijk.

Op die manier wordt het prijsvoordeel van de

biosimilars door de ziekenhuizen doorgegeven

aan de patiënten.

De grootste prijsdaling deed zich voor bij infliximab

(-17,9%), een middel waarvan het patent in februari

2015 verliep en waarop de concurrentie is toe-

genomen door het toelaten van verschillende

biosimilars. In mei 2016 is de laatste biosimilar

voor infliximab toegelaten. De contractprijzen

van entanercept daalden met gemiddeld 4,5% in

2016. Voor entanercept is vanaf januari 2016 een

biosimilar op de markt.

Page 30: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

30

Geneesmiddelen tegen kosten 2016 Aantal Kostenstofwisselingsziekten (bedragen x 1 mln) patiënten per patiënt

Agalsidase alfa 5,0 28 178.970

Agalsidase beta 9,3 60 155.230

Alglucosidase alfa 56,0 124 451.500

Elosulfase alfa 1,6 11 149.140

Galsulfase 9,2 18 508.920

Idursulfase 8,4 15 562.730

Laronidase 5,3 16 329.540

Totaal 94,8 266 356.490

Figuur 37:

Ontwikkeling dure

geneesmiddelen

stofwisselingsziekten

(bron: LBZ, bewerking DHD,

n = 65 ziekenhuizen)

4.2.4 Overige dure geneesmiddelen

Binnen de dure geneesmiddelen vormen de mid-

delen tegen stofwisselingsziekten een bijzondere

groep. In 2016 kregen circa 250 personen deze

middelen toegediend, waarbij de totale kosten

uitkwamen op 95 miljoen euro (ongeveer een kwart

van de totale kosten van de categorie overige dure

geneesmiddelen). De kosten per patiënt bedroegen

gemiddeld 356.000 euro per jaar. Omdat het aantal

patiënten met een derde toenam, vormt dit een

belangrijke verklaring voor de groei van de kosten

van deze geneesmiddelen.

4.2.3 Stollingsfactoren

De stollingsfactoren zijn een relatief kleine cate-

gorie dure geneesmiddelen, die door een selecte

groep ziekenhuizen mogen worden voorgeschreven.

Het aantal patiënten is beperkt (4.500 in 2015),

maar steeg wel (naar 4.670 in 2016, +3,8%).

De kosten per patiënt waren relatief hoog: 27.760

euro per patiënt. Dit was 3,4% hoger dan in 2015.

De omzet van de categorie stollingsfactoren komt

voor 50% voor rekening van het middel octocog alfa.

De gemiddelde kosten per patiënt liggen rond de

90.000 euro per patiënt. Het aantal patiënten met

dit middel steeg met ongeveer 4%.

Page 31: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

31

Page 32: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

Voor dit rapport is gebruikgemaakt van informatie

uit twee bronnen: de Landelijke Basisregistratie

Ziekenhuiszorg (LBZ) en de uitkomsten van een

enquête onder de ziekenhuizen waarin gevraagd

werd naar de verwachting ten aanzien van omzet

en contractafspraken.

Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg

Inhoud

De LBZ is de registratie van medische, administra-

tieve en financiële gegevens van patiënten die

een klinische opname, dagopname of langdurige

observatie achter de rug hebben of poliklinisch

behandeld werden. In opdracht van de NVZ en NFU

verzamelt en beheert DHD de informatie in de LBZ.

De LBZ bestaat uit een medisch en een financieel

deel. Het medische deel bevat per ziekenhuis en

per patiënt medische informatie over opname(n)

en uitgevoerde verrichtingen. Het financiële deel

van de LBZ bevat alle financiële informatie over de

DBC’s en los declarabele verrichtingen.

Dekking

Alle algemene ziekenhuizen en UMC’s hebben

gegevens over 2015 en 2016 aangeleverd aan het

medische deel van de LBZ. De aanleveringen

hebben gespreid plaatsgevonden en zijn gevali-

deerd en afgesloten door middel van een jaar-

afsluiting in het voorjaar van 2016 (data over 2015)

en 2017 (data over 2016).

Aan het financiële deel van de LBZ hebben 69

ziekenhuizen gegevens over 2015 en 2016 aan-

geleverd. 63 van de ziekenhuizen hebben de data op

de reguliere wijze aangeleverd door maandelijkse

aanleveringen en heraanleveringen. Dat zijn er

vijftien meer dan vorig jaar. Zes ziekenhuizen, die

nog niet in staat waren om financiële informatie

direct aan te leveren, hebben dat gedaan door een

eenmalige losse aanlevering. Dat betekent dat

80% van de ziekenhuizen in het financiële deel

van de LBZ vertegenwoordigd is.

De dekkingsgraden van respectievelijk 100% voor

het medische en 80% voor het financiële deel,

maken het dit jaar voor het eerst mogelijk om op

alle onderdelen van het rapport een verantwoorde

extrapolatie naar nationaal niveau te maken.

Per deelanalyse is beoordeeld van welke zieken-

huizen de gegevens kwalitatief voldoende waren

om mee te nemen in de analyse. Dat heeft ertoe

geleid dat het aantal ziekenhuizen per deelanalyse

varieert.

Validatie van gegevens

De gegevens in de LBZ zijn technisch en inhoudelijk

gevalideerd en er zijn referentiële controles uit-

gevoerd (naar niet-bestaande of ongeldige codes).

Bevindingen zijn teruggekoppeld aan de zieken-

huizen, zodat eventuele problemen hersteld konden

worden door correcties of heraanleveringen.

Bewerking en extrapolatie

Ten behoeve van dit rapport zijn diverse bewer-

kingen uitgevoerd op de data en zijn de gegevens

geëxtrapoleerd naar nationaal niveau:

• Hetaantaluniekepatiëntenperziekenhuis

(zie onder andere hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2)

is bepaald op basis van het patiëntennummer

en/of het gepseudonimiseerd-BSN. Patiënten

(met hetzelfde patiëntnummer) die gedurende

het jaar het ziekenhuis meermaals bezocht

hebben, tellen één keer mee. Patiënten die

gedurende het jaar meer dan één ziekenhuis

hebben bezocht, tellen bij elk ziekenhuis

één keer mee. Patiënten waarbij gedurende

een kalenderjaar alleen sprake was van een

laboratoriumonderzoek zijn daarbij buiten

beschouwing gelaten.

32 5. Verantwoording

Page 33: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Rapport Kostenontwikkeling Ziekenhuiszorg 2016

• Ompertypeaandoeningeenonderscheidte

kunnen maken naar het aantal patiënten, de

verleende zorg en DBC-kosten (zie hoofdstuk 2),

zijn de DBC-zorgtrajecten ingedeeld naar de

CCS-classificatie. De CCS-classificatie is afkom-

stig uit het Healthcare Cost and Utilization

Project van de Agency for Healthcare Research

and Quality (Verenigde Staten). Het is een

classificatie van ruim 250 klinisch herkenbare

groepen, gebaseerd op de ICD-10 diagnosen.

De groepen zijn geclusterd in vier hoofd-

categorieën (acuut, chronisch, electief en

oncologisch) en een restcategorie. De CCS-

classificatie wordt door DHD onder andere toe-

gepast bij de berekening van de HSMR. Zieken-

huizen gebruiken de indeling steeds vaker bij

de onderhandelingen met zorgverzekeraars.

• In(deel)analyseswaarbijgeengebruikgemaakt

kon worden van de gegevens van alle zieken-

huizen, is geëxtrapoleerd naar landelijk niveau.

Extrapolatie naar landelijk niveau heeft plaats-

gevonden op basis van het aantal patiënten, met

een weging naar type ziekenhuis (algemeen,

topklinisch, UMC).

Enquête contractafspraken en omzetprognose

Door middel van een schriftelijke enquête zijn

ziekenhuizen gevraagd naar de (verwachte)

hoogte van de gefactureerde omzet, voor en na

het toepassen van de contractafspraken met

de zorgverzekeraars. Daarbij is gevraagd om

onderscheid te maken tussen de omzet van DBC-

zorgproducten en de omzet van los declarabele

zorgproducten, alsmede de omzet en afspraken

per zorgverzekeraar.

Aanlevering heeft plaatsgevonden in twee rondes.

In april 2017 hebben ziekenhuizen hun eerste

prognoses ingestuurd. In september 2017 konden

ziekenhuizen hun eerder opgave aanpassen en

vervolledigen.

In totaal hebben 63 instellingen de enquête

aangeleverd. Dat komt overeen met een respons-

ratio van 75%. Dit is vergelijkbaar met voorgaande

jaren.

33

Page 34: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

BijlageDeelnemende ziekenhuizen

AGB-code Zorginstelling Type instelling Omzet- LBZ LBZ Losse prognose/ Medisch Financieel aan- contract- 2015 en/of 2015 en/of levering afspraken 2016 2016

06010107 Martini Ziekenhuis Topklinisch X X

06010110 Ommelander Ziekenhuis Groningen Algemeen X X X

06010202 Ziekenhuis Nij Smellinghe Algemeen X X X

06010205 Ziekenhuis De Tjongerschans Algemeen X X X

06010209 Antonius Ziekenhuis Algemeen X X X

06010210 Medisch Centrum Leeuwarden Topklinisch X X X

06010301 Wilhelmina Ziekenhuis Assen Algemeen x x x

06010304 Treant Ziekenhuiszorg Algemeen X X X

06010305 Isala Diaconessenhuis Algmeen X X

06010417 Deventer Ziekenhuis Topklinisch X X X

06010418 Röpcke-Zweers Ziekenhuis Algemeen X X X

06010419 Medisch Spectrum Twente Topklinisch X X

06010420 Isala Algemeen X X

06010421 Ziekenhuisgroep Twente Algemeen X X

06010509 Slingeland Ziekenhuis Algemeen X X X

06010518 Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Algemeen X

06010520 Ziekenhuis Rivierenland Algemeen X X X

06010530 Streekziekenhuis Koningin Beatrix Algemeen X

06010533 Ziekenhuis St. Jansdal Algemeen X X

06010534 Ziekenhuis Gelderse Vallei Algemeen X X X

06010535 Ziekenhuis Rijnstate Topklinisch X X X

06010536 Gelre Ziekenhuizen Topklinisch X X X

06010618 Diakonessenhuis Algemeen X X X

06010619 Meander Medisch Centrum Topklinisch X X X

06010620 St. Antonius Ziekenhuis Algemeen X X

06010702 Noordwest Ziekenhuisgroep Topklinisch X X X

06010704 Ziekenhuis Amstelland Algemeen X

34

Page 35: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

AGB-code Zorginstelling Type instelling Omzet- LBZ LBZ Losse prognose/ Medisch Financieel aan- contract- 2015 en/of 2015 en/of levering afspraken 2016 2016

06010713 OLVG Algemeen X

06010742 Zaans Medisch Centrum Algemeen X X

06010748 MC Slotervaart Algemeen X X

06010751 Waterlandziekenhuis Algemeen X

06010752 Westfries Gasthuis Algemeen X X X

06010753 BovenIJ Ziekenhuis Algemeen X X X

06010754 Spaarne Gasthuis Topklinisch X X

06010755 Rode Kruis Ziekenhuis Algemeen X X

06010758 Tergooi Algemeen X

06010805 Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis Algemeen X X

06010830 Havenziekenhuis Algemeen X

06010831 Ikazia Ziekenhuis Algemeen X

06010832 Sint Franciscus Gasthuis Topklinisch X X

06010841 Zuwe Hofpoort Ziekenhuis Algemeen X X

06010848 Rivas Zorggroep Algemeen X X X

06010850 LangeLand Ziekenhuis Algemeen X X X

06010852 IJsselland Ziekenhuis Algemeen X X X

06010855 Groene Hart Ziekenhuis Algemeen X X X

06010857 Reinier de Graaf Groep Topklinisch X X X

06010858 Medisch Centrum Haaglanden Topklinisch X

06010859 Albert Schweitzer Ziekenhuis Topklinisch X X X

06010860 Vlietland Ziekenhuis Algemeen X X X

06010861 Maasstad Ziekenhuis Topklinisch X X X

06010862 HagaZiekenhuis Topklinisch X X X

06010863 Spijkenisse Medisch Centrum Algemeen X X X

06010865 Alrijne Zorggroep Algemeen X X

06010866 Haaglanden Medisch Centrum Topklinisch X X x

06010901 Admiraal De Ruyter Ziekenhuis Algemeen X X X

06010913 ZorgSaam Ziekenhuis Algemeen X X X

06011002 Maasziekenhuis Pantein Algemeen X X X

06011009 Catharina Ziekenhuis Topklinisch X X

35

Page 36: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

36 AGB-code Zorginstelling Type instelling Omzet- LBZ LBZ Losse prognose/ Medisch Financieel aan- contract- 2015 en/of 2015 en/of levering afspraken 2016 2016

06011011 St. Anna Ziekenhuis Algemeen X X X

06011026 Elkerliek Ziekenhuis Algemeen X X

06011032 Bernhoven Algemeen X

06011033 Amphia Topklinisch X X X

06011034 Jeroen Bosch Ziekenhuis Topklinisch X X X

06011035 Máxima Medisch Centrum Topklinisch X X X

06011036 Bravis Ziekenhuis Algemeen X X

06011037 Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis STZ X X X

06011108 Laurentius Ziekenhuis Roermond Algemeen X X X

06011113 Sint Jans Gasthuis Algemeen X X X

06011115 VieCuri Medisch Centrum voor Topklinisch X X X

Noord-Limburg

06011118 Zuyderland Medisch Centrum Topklinisch X X

06011201 MC IJsselmeerziekenhuizen Algemeen X

06011202 Flevoziekenhuis Algemeen X X X

06020101 Universitair Medisch Centrum Groningen UMC X X

06020502 Radboudumc UMC X X X

06020602 UMC Utrecht UMC X X X

06020701 VUmc UMC X X X

06020702 Academisch Medisch Centrum UMC X X X

06020801 Leids Universitair Medisch Centrum UMC X X X

06020806 Erasmus MC UMC X X

06021101 Maastricht UMC+ UMC X X X

06080701 Nederlands Kanker Instituut - Algemeen X X X

Antoni Van Leeuwenhoek1

06080801 Prinses Máxima Centrum Algemeen X X

06130802 Het Oogziekenhuis Rotterdam Algemeen X X X

06170501 Centrum voor Chronische Ziekten Algemeen X

Dekkerswald

22220365 Zorg bij Uitstek Algemeen X

06140801 Orthopedie Rijnmond Algemeen X X

Page 37: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

37AGB-code Zorginstelling Type instelling Omzet- LBZ LBZ Losse prognose/ Medisch Financieel aan- contract- 2015 en/of 2015 en/of levering afspraken 2016 2016

22220029 Medinova Kliniek Klein Rosendael Algemeen X X

22220030 Medinova Kliniek Zestienhoven Algemeen X X

22220075 Zorggroep Zonnestraal Algemeen X X

22220168 Orthopedium Algemeen X X

22220276 NedSpine Algemeen X X

22220402 Dermicis Algemeen X X

22220410 Medinova Kliniek Breda Algemeen X X

1) Vanwege het specialistische karakter van dit ziekenhuis is het in de analyses opgenomen in de groep UMC’s.

Page 38: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

Colofon

Het rapport Kostenontwikkeling ziekenhuiszorg

2016 is door DHD opgesteld in opdracht van de

NVZ en NFU. Aan dit rapport hebben meegewerkt:

Keiko Driest, Evelyn van Lochem, Cees Moerman,

Harm Nico Plomp, Emile Strijbos en Moniek van

der Zanden.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen

met Harm Nico Plomp via 030 273 97 00 of via

[email protected]. Digitale exemplaren kunt u down-

loaden op www.dhd.nl.

Over DHD

DHD verzamelt, beheert en bewerkt data van

ziekenhuizen en UMC’s. Wij geven die data

vervolgens terug in de vorm van informatie.

Wij zijn van en voor de ziekenhuizen en UMC’s in

Nederland. DHD is opgericht door de NVZ en NFU.

©DHD, december 2017

Page 39: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM
Page 40: ...Created Date: 11/30/2017 10:39:42 AM

DHD

Oudlaan 4 - 3515 GA Utrecht

Postbus 9696 - 3506 GR Utrecht

SERVICEDESK

030 273 97 00

www.dhd.nl - [email protected]

VORMGEVING

Marker Ontwerp

DRUK

Proud Press

DEC

EMB

ER 20

17