!!!!!! î á ï...3!! î á ï!...
Transcript of !!!!!! î á ï...3!! î á ï!...
Verslag Themadag 24 maart 2012
2
Inhoudsopgave
............................................................. 3
Programma themadag 24 maart 2012 ................................................................................................................................... 4
De Buitenplaats centraal ............................................................................................................................................................. 5
De historische buitenplaats: een rijke historie ................................................................................................................... 8
Een erfenis voor de toekomst: Kansen en bedreigingen voor de historische buitenplaats .............................. 10
De buitenplaats en het Nederlandse landschap ............................................................................................................... 14
De Vanenburg: opkomst, ondergang, herstel en toekomst van de buitenplaats .................................................. 17
De weelde van tuin en park: de horticultuur van De Vanenburg ............................................................................... 18
Groene parels in een veranderend landschap .................................................................................................................. 19
Groen manifest ............................................................................................................................................................................ 20
Artikel Tuinjournaal .................................................................................................................................................................. 24
Persbericht ................................................................................................................................................................................... 26
3
Op 24 maart 2012 vond de themadag over het groen rond de buitenplaats plaats, georganiseerd door de Nederlandse Tuinenstichting en Erfgoedvereniging Heemschut.
Op veler verzoek treft u hierbij een verslag van die dag aan. Een succesvolle bijeenkomst, waar 220 mensen aan deelnamen. Zowel Erfgoedvereniging Heemschut als de Nederlandse Tuinenstichting hopen dat deze dag heeft meegewerkt aan een bewustwording van het waardevolle bestaan van de tuinen rondom de buitenplaatsen en daarmee een draagvlak heeft gecreëerd om deze plekken in stand te houden!
De vond plaats op buitenplaats en Kasteel De Vanenburg te Putten. Kasteel De Vanenburg kent een lange en rijke geschiedenis die teruggaat tot de 17e eeuw. Zowel het huis als de tuin-‐ en parkaanleg zijn in 2010 aangewezen als Rijksmonument.
Deskundige sprekers en betrokken buitenplaatseigenaren vertelden over de waarde, het behoud en de toekomst van de historische buitenplaatsen in ons land.
Naast interessante lezingen over dit onderwerp waren er ook rondleidingen door de tuin, het park en het buitengebied met boerderij. Ook het huis met haar veelzijdige kunstcollectie van Hollandse meesters uit de 17e eeuw kwam aan de orde. En er was een rondleiding over de architectuur, restauratie en behoud van het monument.
De themadag is mede mogelijk gemaakt door het Prins Bernhard Cultuurfonds en Kasteel De Vanenburg.
4
Programma themadag 24 maart 2012 10.00 Ontvangst met koffie en thee
10.30 Welkom Beline Geertsema, voorzitter van de Nederlandse Tuinenstichting
10.45 De buitenplaats centraal René Dessing, kunsthistoricus, voorzitter Stichting Themajaar Historische Buitenplaatsen 2012 en bewoner van Huis te Manpad
11.15 De historische buitenplaats: een rijke historie Johan Carel Bierens de Haan, kunsthistoricus en adjunct directeur Nationaal Museum Paleis Het Loo
11.45 Een erfenis voor de toekomst: Kansen en bedreigingen voor de historische buitenplaats Catharina Groeninx van Zoelen, eigenaresse en directeur van Huys ten Donck in Ridderkerk
12.30 Lunch
13.30 De buitenplaats en het Nederlandse landschap Marina Laméris, architectuu
14.00 De Vanenburg: opkomst, ondergang, herstel en toekomst van de buitenplaats Dirk Corsèl, General manager van Kasteel De Vanenburg
14.20 De weelde van tuin en park: de horticultuur van De Vanenburg Marco van Buiten, tuinbaas van Kasteel De Vanenburg
14.50 Manifest Groen Erfgoed Karel Loeff, directeur Erfgoedvereniging Heemschut
15.00 Rondleidingen
1. De Vanenburg van buiten (rondleiding tuin en park) 2. De Vanenburg van buiten (buitengebied, boerderij, deel tuin) 3. De Vanenburg van binnen (bezichtiging hoofdgebouw en kunstcollectie) 4. De Vanenburg architectuur, restauratie en behoud van het monument
16.00 Afsluiting
5
De Buitenplaats centraal René Dessing, kunsthistoricus, voorzitter Stichting Themajaar Historische Buitenplaatsen 2012 en bewoner van Huis te Manpad
Eind maart 2012 gaat het nationale themajaar van de historische buitenplaats van start. Er zijn genoeg positieve maar ook minder positieve aanleidingen voor dit jaar. Meest positieve reden zijn de historische buitenplaatsen zelf. Hun geschiedenis en schoonheid spreken voor zichzelf. Zij behoeven enkel beter en meer bekend te worden gemaakt bij een groter publiek. De laatste tijd geef ik veel lezingen over de Nederlandse buitenplaatsen. Telkens doet het mij dan plezier te merken hoe makkelijk toehoorders te enthousiasmeren zijn voor de schoonheid van deze historische
buitenplaatsvirus. Zelf leid ik behoorlijk aan dit euvel. Dat velen van buitenplaatsen gecharmeerd raken, is begrijpelijk want daar harmoniëren natuur en cultuur op volmaakte wijze. Eeuwenoude huizen, die omgeven zijn door markant groen op leeftijd, missen hun uitwerking niet op mensen die deze vorm van totaalkunst leren kennen. In dit kader moet ik opmerken dat op veel buitenplaatsen bijzondere en zeldzame flora en fauna voorkomen. Veel planten en dieren haalden op buitenplaatsen en landgoederen ongestoord onze tijd. Veel buitenplaatsnatuur is dankzij de afspraken in de Natuurschoonwet op geregelde tijden toegankelijk. Het zijn natuurgebieden waar rust heerst en groen met zorg gekoesterd wordt. Het is dan ook goed dat in dit Themajaar bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Richtlijnen voor Tuinhistorisch Onderzoek zullen verschijnen. Dit is van belang bij het zorgvuldig bewaren van deze specifieke natuurvorm. Andere, meer formele, aanleidingen vormen de drooglegging van Beemster nu 400 jaar geleden. Ooit stonden daar vijftig buitenplaatsen en hofstedes, die allen verdwenen zijn. Verder gedenkt Niftarlake dit jaar haar 100 jarig bestaan. Deze organisatie, die nationaal tot onze oudste historische verenigingen behoort, spant zich al een eeuw lang in voor het behoud van de buitenplaatsen langs de Vecht. Samen met andere organisaties in de Vechtstreek draagt Niftarlake er toe bij dat de Vecht haar buitenplaatsen zo goed wist te bewaren. De gemeente Stichtse Vecht grijpt dit themajaar aan met tal van activiteiten en gaat daar komende zaterdag mee van start. Andere aanleidingen zijn het 25-‐jarig jubileum van Tuinhistorisch genootschap Cascade, jubilerende buitenplaatsen zoals het Poptaslot in Marsum en Wester-‐Amstel te Amstelveen, de dit jaar gereed komende renovatie van Kasteel Groeneveld en de daarmee
Amsterdammers en hun buitenplaatsen: Kasteel Groeneveld te
Maar er zijn helaas ook zorgen die tot het themajaar hebben geleid. Hiervan zijn de twee belangrijkste; de toenemende financiële zorg die uiteenlopende groepen eigenaren voelen bij de vaak ingewikkelde instandhouding van historische buitenplaatsen. Dit feit en het gegeven dat buitenplaatsen vrijwel onbekend zijn in ons land, kan een fatale mix vormen, die kan leiden tot meer teloorgang van dit type erfgoed. In de afgelopen eeuwen verloor ons land al het overgrote deel van deze groen/rode monumenten.
doordat zij van generatie op generatie zijn gekoesterd, verzorgd en onderhouden.
6
Soms werden zij net op tijd van de ondergang gered of voorkwam juridisch procederen blijvend letsel. De snelweg die de buitenplaats Hofwijck jaren geleden over zich heen gebouwd kreeg, is voor sommige buitenplaatsen nog altijd een reëel gevaar. De duizenden buitenplaatsen die verdwenen, vielen ten prooi aan:
- sloop en het opdelen van de parken in landbouwgebied, - stedelijke uitbreidingen, - de aanleg van begraafplaatsen of stadsparken, - wegen-‐ en waterbouw, - de herinrichting tot bedrijfsterreinen en andere elementen die samengaan met economische
vooruitgang en bevolkingsaanwas. Tot slot, maar niet in de laatste plaats moet ik zeggen dat het bezit van een buitenplaats niet eenvoudig is. Dit geldt voor zowel particulieren als in toenemende mate ook voor institutionele eigenaren zoals Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, de provinciale landschappen, de Rijksgebouwendienst en andere organisaties. Bij de particuliere eigenaren spelen meerdere problemen. Deze groep betrokkenen is niet altijd goed in staat om adequaat aandacht te vragen voor instandhoudingproblematiek of mee te gaan bij het inslaan van nieuwe wegen. Daarnaast speelt de vaak ingewikkelde overdracht op een nieuwe generatie eigenaren een rol. Ook heeft men te maken met een laag kennisniveau bij locale overheden, vandalisme in natuurgebieden, verdwenen rijkssteun of te magere subsidies. Subsidies die bovendien niet altijd op heldere cultuurhistorische afwegingen lijken te worden verstrekt. Institutionele beheerders hebben te maken met teruglopende aantallen en vergrijzende leden, inkrimpende en bezuinigende overheden en negatieve maatschappelijke discussies over natuurbehoud en beheer. Voor alle betrokken partijen geldt een zich gehinderd voelen om brede of nieuwe vormen van samenwerking te zoeken. Hierbij komt nog dat de landelijke overheid moeite heeft met het erkennen van de zorgen die heersen op buitenplaatsen en daarbij, naar mijn idee, te weinig stimuleert in het gesprek over hun instandhouding. Zodra een monument een last wordt, vergaat de lust, die het zou moeten zijn. Gelukkig is op provinciaal niveau meer aandacht voor buitenplaatsen. Het stemde ons dan ook blij dat alle Commissarissen van de Koningin van begin af aan ons Comité van Aanbeveling wilden zijn. Echter, aan
buitenplaatsen het in de ene provincie beter hebben dan in de andere. Ik pleit dan ook voor goed interprovinciaal overleg inzake buitenplaatsen en landgoederen. Collectieve visie en beleid waarborgen hun toekomst.
ontsnapt uit ons collectieve geheugen. Dit lijkt verband te houden met wat de dichter/schrijver Willem van Toorn opmerkte in een dankrede, nadat hij in 2010 de Groeneveldprijs kreeg. Hij zei dat veel mensen
streek van herkomst. In die jaren raakte delen van ons land door de ruilverkaveling veel van haar oorspronkelijk karakter kwijt. Dit verliest bewerkstelligde ook het verdwijnen van gevoelsbanden met een landschap. Later hoort u meer over de rol die buitenplaatsen en landgoederen hadden in de wijze waarop onze Nederlandse landschappen tot stand zijn gekomen. Met elkaar vormen bestaande en verdwenen buitenplaatsen en landgoederen letterlijk en figuurlijk een omvangrijk onderwerp in onze nationale geschiedenis. Zij raken veel aspecten van historische en sociaalgeografische disciplines. Het is dan ook terecht dat de buitenplaatsen, zij het weliswaar onder de
buitenhuizenNederlandse geschiedenis. Op de avond van de start van het Themajaar besteedt het tv-‐programma Klokhuis
7
Dit sluit goed aan bij de doelstelling van ons themajaar. Wij proberen door het creëren van meer bekendheid over de buitenplaatsen, gesprek, aandacht en betrokkenheid te generen voor de buitenplaatsen die er nog zijn. Hierbij spelen bestaande buitenplaatsen een belangrijke rol maar ook de geschiedenis van verdwenen buitenplaatsen is een interessant gegeven in het begrip van het ons omringende landschap. Onze stichting organiseert de landelijke start samen met de Provincie Utrecht. Utrecht telt samen met de provincie Gelderland talrijke buitenplaatsen. Blij zijn wij ook dat onze Stichting samen met de provincie Gelderland en de gemeente Rheden als gastheer mag optreden bij een symposium dat op 31 mei plaatsvindt op Kasteel Middachten onder de titel De Buitenplaats in bedrijf. Verder zijn wij ook verantwoordelijk voor de organisatie van meerdere ronde tafelconferenties. Deze zullen alle betrekking hebben op de ingewikkelde instandhoudingproblematiek rond buitenplaatsen. Met de ronde
et Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen. Samen met provincie Noord-‐Brabant organiseren wij op 30 november een afrondende bijeenkomst van dit Themajaar. Dan zullen wij onze aanbevelingen die voortkomen uit onze ronde tafel conferenties overhandigen aan de Commissaris van de Koningin in Noord-‐Brabant, de heer Van der Donck. Trots zijn wij op de uitgave van ons boek De Buitenplaats en het Nederlands Landschap. Dit boek kwam tot stand doordat mij opviel dat het er niet was. Veel op het gebied van de Nederlandse buitenplaatsen ontbreekt. De Stichting was blij om Marina Laméris en fotograaf Roel van Norel opdracht te kunnen geven om een beschrijving te kunnen maken van de buitenplaats en haar rol in onze nationale landschappen. Het boek is geslaagd, met verbluffend mooie fotografie. Een stand van wetenschap inzake dit onderwerp is binnen bereik gekomen. Veel energie en tijd van onze vrijwilligers zit in het actueel houden van onze website www.buitenplaatsen2012.nl waarop nu al meer dan 300 honderd buitenplaatsactiviteiten zijn te vinden. Daarnaast zijn wij ook actief met andere sociale media zoals twitter, facebook en Linkedin. Landelijk bekende musea en buitenplaatsmusea hebben exposities aangemeld, talrijke particuliere buitenplaatsen houden dit jaar open huis, stal, tuin, park of bos. Gelderse buitenplaatsen organiseren dit jaar een zogenaamde estafetteopenstelling. Op buitenplaats Akerendam te Beverwijk opent eind mei de unieke tuinexpositie rond vijf monumentaal aangelegde bloemperken, waarvoor wordt samen gewerkt met vier omringende buitenplaatsen. In heel Nederland zijn historische verenigingen actief met het organiseren van exposities, excursies, boot-‐ en fietstochten of lezingen. Ongeacht de particuliere of institutionele betrokkenheid, overal is men bezig. Geweldig is het dat de Open Monumentendag
De kunst zal er in bestaan om deze golf van aandacht en belangstelling op zinvolle wijze vast te houden voor de toekomst. Dat is een uitdaging waar wij als Stichtingbestuur samen met de historische buitenplaatsen voor staan en waarbij dit fraaie erfgoed enkel baat bij kan hebben. Van harte wens ik u allen een geweldig jaar toe waarin volop te genieten valt van relatief veel onbekend erfgoed. Ik draag ze graag voor in uw aandacht.
8
De historische buitenplaats: een rijke historie Johan Carel Bierens de Haan, kunsthistoricus en adjunct directeur Nationaal Museum Paleis Het Loo
buitenplaats in ons land. Deze heropleving is nog maar van relatief korte duur. Tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw waren de bedreigingen talrijk: afgenomen belangstelling, begrip en kennis, sterk gestegen onderhoudskosten en gebrek aan middelen met kwaliteitsverlies en zelfs verwaarlozing als gevolg, stad-‐ en dorpsuitbreidingen, ontoereikende wettelijke bescherming, tekort aan subsidies en fiscale compensaties. Het herstel van de waardering en instandhouding van de Nederlandse buitenplaats werd veertig jar geleden ingezet met het monumentenjaar 1975, het rapport bescherming der Nederlandse buitenplaatsen (1973) van de KNOB en door nieuwe initiatieven bij de toenmalige RDMZ, de erfgoedkoepel NCM, de stichting PHB, de acties van Bond Heemschut en de oprichting van de NTS en natuurlijk de particuliere eigenaren van dit belangrijke erfgoed.
Wat is een buitenplaats eigenlijk, waar was deze voor bedoeld? In eerste instantie diende een buitenplaats als afwisseling op het wonen in de stad. De bewoner eigenaar of huurder wilde in warme zomerdagen het stadsleven ontvluchten en zocht de ontspanning daarbuiten om er te genieten van de rust, de gezonde lucht, zich over te geven aan vermaak, tuinieren, zijn boeken en zijn gedachten. Het fenomeen bestond al in de klassieke Oudheid.
kastelen, die voor permanente bewoning en verdediging waren gebouwd, zich ook tot buitenplaats
beide begrippen elkaar vaak en is er geen scherp onderscheid mogelijk.
De buitenplaats vatten we tegenwoordig op als een samenstel van delen, waartoe een ingericht en bewoonbaar hoofdhuis, bijgebouwen, tuin, park en waterpartijen behoren. Er bestaat een onderscheid met het grotere geheel van een landgoed, waarvan de buitenplaats deel kan uitmaken. Landerijen, bossen, pachters, landbouw en veeteelt zijn onderdelen van een landgoed dat daardoor in zijn exploitatie kostendekkend moet kunnen zijn. Buitenplaatsen kosten echter geld en werden en worden vooral uit andere bronnen gefinancierd.
Stilstaand of stromend water speelde door de eeuwen heen een cruciale rol bij de aanleg van elke buitenplaats. Op de verdedigbare kastelen begon het met een beschermende functie, later gevolgd door een nutsfunctie: in de vlakke delen van het land als waterwegen t.b.v. transport en in geaccidenteerde streken leverde het stromend water energie (opgewekt door watermolens) en bovendien een levendig element in de tuinaanleg. In alle gevallen was water onmisbaar: voor het bestaan van vijvers en grachten en uiteraard om plant en boom te laten groeien en bloeien.
In de tuinkunst van de 17de en 18de eeuw werd de betekenis van het water geïllustreerd door de toepassing van schelpen en mineralen, grotten en beeldhouwwerken. Godinnen, waternimfen en stroomgoden kregen hun plaats in het beeldprogramma van de aanleg. Kastelen en buitenhuizen waren niet alleen bedoeld om te bewonen en te gebruiken, maar ook om de maatschappelijke status van de familie uit te dragen en de naam en de eer van de familie te vereeuwigen; zij fung
9
wapenafbeeldingen en opschriften . Een toonbeeld van verheerlijking en vereeuwiging vinden we in de Oranjezaal van Huis ten Bosch, waar Amalia van Solms de herinnering aan haar echtgenoot Frederik Hendrik heeft laten afbeelden. In de koepel is het opschrift Nomen laudesque manebunt opgenomen.
Toen Frederik Johan van Isendoorn à Blois en zijn vrouw Anna Margaretha van Renesse van Elderen rond 1750 de Cannenburch op de Veluwe moderniseerden, brachten zij op een centrale plaats in de benedenzaal een portret aan van de bouwheer van het huis Marten van Rossem aan, met het bijschrift: domus huius fundator (de stichter van dit huis) geflankeerd door de portretten van hun eigen voorouders. Zijn vader Johan Hendrik van Isendoorn had hem al voorgehouden: te conserveren de luister van het oude stamhuis en familie. Het voortbestaan van het huis en van zijn bewoners waren dus nauw met elkaar verbonden.
Buitenplaatsen zijn ook de toonbeelden van ensembles van huis, interieur en tuinaanleg. Deze samenhang van huis en tuin dateert al uit de 17de eeuw. De lijfarts van Willem en Mary, Walter Harris, publiceerde in 1699 een gedetailleerde beschrijving van huis en tuinen van Het Loo; hij merkte over de paleizen en tuinen van de Koning-‐stadhouder op: For buildings of themselves, how so ever Noble and Great, do appear very deficient without the Ornament and Conveniencies of a Garden.
Arent van Wassenaer en zijn vrouw Margriet Bentinck streefden bij de vernieuwingen van huis en tuinen van hun buiten Duivenvoorde bij Voorschoten naar de grootst mogelijke symmetrie voor het geheel. Abraham de Haen heeft het resultaat in 1739 in beeld gebracht, waarbij vooral de symmetrische samenhang van huis en tuin opvalt.
De tekeningen van De Haen drukken als gestolde momentopname het ideaalbeeld van het buitenverblijf uit: vazen op sokkels, parterres, piramidevormig geschoren taxussen, hagen als groene muren; zelfs de bomen stonden op Duivenvoorde keurig in het gelid.
De Tegenwoordige Staat (1746) verduidelijkt de essentie van deze versmelting van oud en nieuw: tegenwoordig zeer pragtig hertimmerd met eene bevallige regelmatigheid, voor zo veel de samenstellinge
er beide in doorstraalt.
Veranderingen en transformaties van de Nederlandse buitenplaats zijn van alle tijden geweest, ook van het heden en ongetwijfeld ook van de toekomst.
or het voortbestaan van de buitenplaats. Ook in de toekomst zullen wij geconfronteerd worden met nieuwe veranderingen, die wij nu nog niet kunnen voorzien.
De Schotse dichter Ian Hamilon Finlay heeft die gedachte in zijn tuin Litle Sparta verwerkt, naar een woord van de Franse 18de-‐eeuwse filosoof St Just.
the present order is the disorder of the future
10
De erfenis voor de toekomst: kansen en bedreigingen voor de historische buitenplaats Catharina Groeninx van Zoelen, Stichting Het Huys ten Donck
Erfenis & raamwerk (complex) historische Buitenplaats
- Een (complex) historische buitenplaats is aangelegd - Kan deel uitmaken van een landgoed - Historisch of architectonisch met elkaar verbonden door opzet of ontwerp en het (utilitair) - Gebruik van de samenstellende delen - Een ensemble vormend -‐ één onlosmakelijk geheel - Cultuurhistorie - Utiliteiten - Belevingswaarde - Maar niet vergeten: TIJDSGEEST & OMGEVINGSFACTOREN
Om de context te bepalen is het belangrijk om te weten waar we het precies over hebben
- Aangelegd ergens tussen 1600-‐1800 of uit oude fortificaties die zich soms ontwikkelden tot landgoederen
- Een monumentaal huis, vaak met bijgebouwen,dat een harmonieus en onlosmakelijk geheel vormt met de omliggende tuin of park
- In eerste instantie waren het vaak rijke stedelingen die in het omringende buitengebied de ongezonde, vieze, stinkende stad wilden ontkomen, en eigen gemaakt buitenoases creëerden om te recreëren, en te genieten van literatuur, poëzie, muziek, planten en bloemen. Vandaag zou dit een second home heten, en hebben veelal mensen ook voor het buitenland en de zon hiervoor gekozen. Bij dit alles speelden de 17de en 18de eeuwse regenten en kooplieden een toonaangevende rol en maakten bijvoorbeeld van Amsterdam een waar metropol met al hun buitenplaatsen. In de meer uitgestrekte landerijen, soms ook een dagelijkse bezigheid
- Onlosmakelijk geheel gevormd door een hoofdgebouw met bijgebouwen, omgeven door tuinen en/of park met vaak onderdelen een ensemble vormend van terreinen (met beplantingen), lanen, waterpartijen en waterlopen, gebouwen, bouwwerken en tuinornamenten zijn door opzet of ontwerp van een tuin en park en het (utilitair) gebruik historisch en architectonisch met elkaar verbonden en vormen zo één onlosmakelijk geheel zoals: grachten, waterpartijen, lanen, boomgroepen, parkbossen, (sier)weiden, moestuinen en ornamenten. Onderdeel van een complex historische buitenplaats vormen die gebouwen, bouwwerken en tuinornamenten, die compositorisch deel uitmaken van het ontwerp en de opzet en inrichting van de tuin-‐ en/of parkaanleg dan wel dienen voor gebruik in samenhang met de oorspronkelijke bestemming.
11
Het Huys ten Donck (1746) te Ridderkerk Locatie
- Onder de rook van Rotterdam in Ridderkerk, Zuid-‐Holland: 1,15 uur van Amsterdam per auto/trein, 1 uur van Schiphol Airport, 1,5 uur van Antwerpen/Brussel
- am Airport - Een van de laatste nog geheel oorspronkelijke buitenplaatsen in Zuid-‐Holland, de laatste in de
Stadsregio Rotterdam Structuur
- Familie = bloot eigenaar - Stichting = vruchtgebruiksrecht
Organisatie
- Stichtingsbestuur - 1 directeur/ eigenaar - 1 tuinman (fulltime) - 3 parttime project managers - Leerwerktrajecten - Uitbesteed: catering, financiële administratie, juridisch beheer (rentmeester)
Inkomsten
- Hoofdhuis: 50% - Bijgebouwen: 30% - Park & voorterrein: 20% - (vooral subsidies)
Kosten
- Hoofdhuis: 40% - Bijgebouwen: 20% - Park & voorterrein: 40% - Overhead incl. personeel = 25% van begroting, verdeeld over alle onderdelen
Kernkwaliteiten
- Toonbeeld van Hollands Glorie & vakmanschap - 266 jaar een ontvangsthuis - Niet alleen een locatie maar een beleving - Uniek Rococo interieur - Een van de oudste Engelse Landschapsparken in NL - Verbinding met de familie Groeninx van Zoelen - Persoonlijkheid, sfeer - Authenticiteit - Habitat voor flora & fauna
12
Waar gaan we heen, waarom, en hoe? - Toekomst Het Huys ten Donck - Bedreigingen en kansen - Plannen, plannen, en nog meer plannen - Verandering rol eigenaar/directie
Ontwikkelingsplanologie - , .
Veel meer gaat het bij ontwikkelingsplanologie om het op slimme wijze leggen van een koppeling tussen: - Partijen; ontwikkelingsplanologie staat of valt met partijen die iets willen bereiken. Voortgang
vereist samenwerking tussen overheden, private partijen, maatschappelijke organisaties en burgers
- Plannen; plannen geven richting en (juridische) zekerheid. Een aantal plannen is publiekrechtelijk ook verplicht voordat met de realisatie kan worden gestart. Bij ontwikkelingsplanologie is een plan echter vooral de resultante van een proces; het plan als drager van gezamenlijke afspraken
- Pecunia; en de wijze waarop partijen in staat zijn ook harde elementen als macht en geld in het proces te incorporeren, bepaalt of plannen ook daadwerkelijk kunnen worden gerealiseerd. Het op een slimme wijze leggen van een koppeling tussen Partijen, Plannen en Pecunia kan alleen in een gezamenlijk Proces, de vierde P van ontwikkelingsplanologie
- Sense of urgency of Driver. Veelal in de vorm van een gezamenlijk probleem c.q. ruimtelijk noodzakelijke opgave, of in de vorm van een gekoesterd (ontwikkelings) perspectief in termen van bijvoorbeeld een na te streven ruimtelijke kwaliteitsslag
De in beeld gebrachte best practices van ontwikkelingsplanologie laten zien dat de essentie voor het op een slimme wijze leggen van een koppeling tussen de vier P s van ontwikkelingsplanologie is gelegen in:
- Belangen/vertrouwen, tussen Partijen en Plannen; de belangen van partijen dienen centraal te staan om vertrouwen op te bouwen tussen de partijen onderling in het plan
- Markt, tussen Plannen en Pecunia; of plannen ten uitvoer kunnen worden gebracht wordt
- overzien, zal de financiering van een plan voor zijn rekening nemen
Het belang van groen & erfgoed
zullen doen in het bepalen van de toekomst van de gebouwde omgeving en de ontwikkeling van hun Directeur RCE
Positieve ontwikkelingen
- Erfgoed wordt erkend - Nieuwe maatschappelijke en ruimtelijk -‐economische context - Tegenwoordig heeft erfgoed niet alleen een historisch belang, maar ook een economisch belang
13
- Erfgoedbehoud = behoefte om de toekomst een verleden te geven - Landgoedbiotoop - Decentralisatie / Structuurvisies - (Lokale) betrokkenheid - Erfgoed wordt erkend - Andere maatschappelijke en ruimtelijk -‐economische context dan die waarin de
monumentenzorg is ontstaan - Basis voor creatieve vormgeving van onze ruimte -‐ tegenwoordig heeft erfgoed niet alleen een
historisch belang, maar ook een economisch belang - Erfgoedbehoud komt niet alleen voort uit een waardering voor het verleden, maar ook uit de
behoefte de toekomst een verleden te geven - Landgoedbiotoop -‐ naast natuur, staat cultuurhistorie nu ook vastgepind in het Besluit
ruimtelijke ordening als verplichte afwegingsfactor in ruimtelijke plannen - Decentralisatie -‐ beslissingen over een monument vragen om kennis van zaken
Het is van belang dat de inwoners bekend zijn met de cultuurhistorische waarden van hun omgeving en dat zij zich realiseren wat daar de betekenis van is. Het is belangrijk dat ze hun verleden kunnen en willen respecteren en dat ze het mee willen geven aan toekomstige generaties
Economische dragers - op zoek naar best practices Toekomst: Unique Selling Points
- ONS cultuurhistorisch ERFGOED -‐ samenhang architectuur, natuur, cultuurhistorie, traditie, utiliteiten, ambachten = KWALITEIT
- GEZONDe leefomgeving, (bereikbare) ruimte om te bewegen & te recreëren - Catalysator voor PARTICIPATIE, culturele integratie/sociale cohesie, MILIEU - Reële toegevoegde (economische) WAARDE - Sterke SOCIALE OMGEVING - IDENTITEIT - De historische buitenplaats verdient een BELANGRIJKE plek in de maatschappij
Mijn lessen (voor de toekomst)
- Er is niet 1 aanpak -‐ iedere situatie is anders, met name door ruimtelijke ontwikkelingen - Veranderingen in de tijd & context: korte & lange termijn visie - Investeer in kwaliteit - Kijk naar best practices, maar vooral ook naar je eigen geschiedenis, streefbeeld, identiteit/
toegevoegde waarde, en omgevingsfactoren -‐ zoek de aanknopingspunten & interactie op - Wees proactief, laat je visie horen, dan komen mogelijkheden soms ook naar je toe - Doe wat je leuk vindt & betrek anderen! - Als iedereen doet waar hij/zij het beste in is, en krachten bundelt, krijg je het beste resultaat - Blijf altijd ernaar streven om je dromen waar te maken
Uw betrokkenheid is belangrijk!! De historische buitenplaats verdient beter!
14
De buitenplaats en het Nederlandse landschap
Marina Laméris, TasT projecten voor tastbaar erfgoed
Marina Laméris is architectuurhistorica, mede-‐eigenaar van TasT projecten voor tastbaar erfgoed, en samensteller en auteur van het boek De buitenplaats en het Nederlandse landschap dat eind maart is verschenen in het kader van het Jaar van de Historische Buitenplaats 2012.
In het boek De buitenplaats en het Nederlandse landschap staat de vraag centraal: waaruit bestaat het belang van deze bijzondere oorden voor het Nederlandse landschap in verleden, heden en toekomst? Hoe groot is de invloed van buitenplaatsen op onze leefomgeving en ons huidig en toekomstig gebruik van het landschap?
Het boek behandelt in drie delen natuur, landschap en cultuur en twintig verhalen een groot aantal aspecten rond de relatie tussen buitenplaats en landschap. Tijdens de voordracht is een aantal aspecten toegelicht, zoals de staat van onderhoud en wijze van beheer, de portemonneeloze entree, de ondeelbaarheid van natuur en cultuur, de belangrijke rol van buitenplaatsen voor biodiversiteit, de universele kwaliteiten van het ontwerp van de buitenplaats en het belang van zorgvuldige omgang met de overgangen in het landschap.
Overgangen
De overgangen tussen buitenplaatslandschap en niet-‐buitenplaatslandschap bepalen in hoge mate de kwaliteit van het landschap. Er is in landschappelijke zin geen scherpe grens tussen binnen en buiten de buitenplaats. Er is altijd sprake van een geleidelijke overgang: langzaamaan verandert het landschap, de vegetatie, de manier van wegaanleg en bestrating. Randen zijn van groot belang. Het uitzicht van binnen naar buiten, vanaf de buitenplaats naar het landschap en vanuit het landschap naar de buitenplaats bepalen in hoge mate de kwaliteit van het landschap als totaal. Maar aan de randen wordt veel vaker en ook ingrijpender geknabbeld, geknaagd of zelfs verwoest dan aan de kern. Door het denken over binnen en buiten, over binnen het beschermde gebied en buiten de officiële grens wordt het buitenplaatslandschap bedreigd. De graduele overgangen zijn namelijk een van de kernkwaliteiten van het buitenplaatslandschap.
Het is daarom heel belangrijk om na te denken over de omgang met de biotoop van de buitenplaats, de zogenaamde leefomgeving van de buitenplaats, zoals verschillende overheidsinstellingen nu doen. Maar als dit leidt tot een opgerekte, maar opnieuw harde grens tussen binnen en buiten, dan heeft dit geen zin. Het gaat om de kwaliteit van de tussenruimte, om de overgangen in het landschap en hoe je die beheert of een gebied zijn schoonheid kan behouden.
Conclusie Buitenplaatsen zijn onlosmakelijk met het Nederlandse landschap verbonden. Ze zijn niet alleen ruimtelijk gezien diep geworteld in het landschap, maar ook in meer overdrachtelijke zin zijn ze diepgeworteld in onze cultuur en in lokale gemeenschappen.
Het buitenplaatslandschap is een historisch landschap dat al eeuwenlang gekoesterd wordt en in vergelijking tot andere landschappen behoorlijk ongeschonden door alle eeuwen en door alle wanen van de
15
dag zijn heen gekomen. Er zijn er minder in aantal dan vroeger en het totale oppervlak is afgenomen, maar de hoeveelheid en het ruimtebeslag is toch overweldigend, zeker in verhouding tot de beperkte omvang van Nederland. Ze zijn niet behouden door wetten en regels maar door families, door de zorg van mensen die al hun tijd en geld spendeerden aan de instandhouding. Niet omdat het moest, maar uit liefde voor de buitenplaats. Niet dat er nooit iets is veranderd, maar dat wat er veranderde paste binnen het basisuitgangspunten, binnen het model van de buitenplaats. Die stevige, universele basis vormt de kracht van deze plekken en bepaalt niet alleen waarom ze er al honderden jaren zijn, maar ook waarom ze toekomstwaarde hebben.
De voorkant van het boek De buitenplaats en het Nederlandse landschap (Marina Lameris en Roel van Norel, TasT projecten voor tastbaar erfgoed)
16
Stania State in Oenkerk, Friesland. Foto Roel van Norel, TasT projecten voor tastbaar erfgoed
Weldom in Markelo, Overijssel. Foto Roel van Norel, TasT projecten voor tastbaar erfgoed
17
De Vanenburg: opkomst, ondergang, herstel en toekomst van de buitenplaats
Dirk Corsèl, General manager van Kasteel De Vanenburg
op Kasteel De Vanenburg te Putten. Ongeveer 200 mensen hadden zich ingeschreven om diverse lezingen bij te wonen. De lezingen, gegeven door verschillende personen, gaven de aanwezigen meer inzicht in het begrip Historische buitenplaats . Ook was er na afloop de mogelijkheid om de tuinen van Kasteel De Vanenburg en het kasteel zelf te bekijken.
General Manager Dirk Corsèl gaf inzicht in de opkomst, ondergang, herstel en toekomst van De Vanenburg als buitenplaats. Allereerst is de rijke historie belicht die al stamt vanaf de 11e eeuw en uiteindelijk in de 17e eeuw geresulteerd heeft in een Kasteel op de plek van het huidige gebouw. Dit kasteel is in 1870 door barones Van Pallandt vervangen door een statig herenhuis met bijgebouwen. De historische tuinstructuur is hierbij bewaard gebleven. Doordat barones Van Pallandt een tuinenliefhebster was en een enorme verzameling kuipplanten had werd de oorspronkelijke Oranjerie al
exploitatie. Na het overlijden van barones Van Pallandt is de buitenplaats in handen gekomen van een neef die geleidelijk de bezittingen verkocht en opsoupeerde. Diverse gebruikers zijn er daarna geweest; een rusthuis, een opleidingscentrum voor Bescherming Bevolking en de familie Kamphorst die er een hotel-‐restaurant functie aan hebben gegeven.
gebouwen gerenoveerd en gemoderniseerd zijn enerzijds, terwijl waar mogelijk de historische betekenis is gebruikt of teruggebracht anderzijds. Dit heeft geresulteerd in een historische buitenplaats die op een moderne wijze geëxploiteerd wordt als hotel-‐restaurant-‐congrescentrum, waardoor het mogelijk is om naast het verwennen van gasten ook de gehele buitenplaats in stand te houden. Een levende buitenplaats is daar te vinden waar mensen op een eigentijdse wijze met plezier gebruik kunnen maken van de kracht van de buitenplaats.
18
De weelde van tuin en park: de horticultuur van De Vanenburg
Marco van Buiten, tuinbaas van Kasteel De Vanenburg Voor mij als tuinbaas was de themadag een uitgelezen kans om juist aan geïnteresseerden te laten zien wat voor een buitenplaats Kasteel De Vanenburg is.
Door middel van een presentatie heb ik geprobeerd de aanwezigen duidelijk te maken wat de historie van
renoveren en in stand te houden. Hopelijk heb ik kunnen overbrengen dat enthousiasme, vakkennis, een goed team en liefde voor het vak, een vereiste zijn om een buitenplaats naar waarde te kunnen onderhouden.
Er moet een verband zijn tussen de historie van de tuin en het heden. Wij kijken graag terug naar de periode dat barones Van Pallandt hier in de periode 1860-‐1917 woonde. Haar liefde voor De Vanenburg en de natuur proberen wij te verwerken in de werkzaamheden van nu.
Wat ik als zeer prettig ervaren heb zijn de vele reacties tijdens en na de rondleiding. Complimenten,
spannend om anderen mee te laten kijken in je eigen tuin. Uiteindelijk zullen alle aangegeven punten toch
dingen die anders zouden moeten.
te genieten. En ja, blijven dromen over wat er was en nog kan komen is belangrijk!
Huize en Kasteel De Vanenburg, Putten
19
Groene parels in een veranderend landschap Karel Loeff, directeur Heemschut
Het jaar 2012 wordt een belangrijk jaar voor de toekomst van de Ruimtelijke Ordening in Nederland.
inisterie van Infrastructuur en Milieu zo ongeveer iedere wet tegen het licht gehouden. Wat willen de ministers Schulz en (tot voor kort) Donner hiermee bereiken? Is het kabinet op zoek naar symboolpolitiek, net als bij het wetsvoorstel voor de 130 kilometer op de snelweg? Of kan ons ruimtelijke ordeningsstelsel echt eenvoudiger? Feit is dat ambtenaren, politici en burgers de nieuwe wetgeving nu al amper meer kunnen bijbenen. Wat is er bij monumenten straks vergunningvrij en wat niet? Hoe werkt de omgevingsvergunning? Welke formulieren print ik uit, dien ik in bij een bouwaanvraag? Het leven wordt er niet eenvoudiger op. En zeker niet voor eigenaren die over langere tijd de waarden van historische gebouwen en groen in stand willen houden. Gelukkig zijn er nog steeds een paar zekerheden als het gaat om behoud van ons cultureel erfgoed. Eén daarvan is de complex
rijksmonumentale onderdelen op een historische buitenplaats. En die zijn dikwijls heel divers. Van hoofdgebouw tot hekwerken en van kassen tot bruggetjes. Bomenlanen en tuinvazen, follies en tuinmanswoningen. De beschrijving van de complex historische buitenplaats kan dit allemaal omvatten. Met dit project, dat de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed inmiddels heeft voltooid, zijn veel gegevens
inmiddels een bekend begrip. Binnen de bolletjeslijn is de bescherming van rode en groene waarden goed geregeld. Net als bij een beschermd gezicht geldt dat er weliswaar enige verandering kan plaats vinden, maar dat dat altijd recht moet doen aan de cultuurhistorische uitgangspunten. Buiten de bolletjeslijn is het echter vaak oorlog. Daar vochten tot kort voor de crisis ontwikkelaars om ieder mooi stukje groen voor de bouw van woningen of appartementencomplexen. Gelukkig waren de eigenaren, die landerijen rond hun buitenplaats bezitten. Hun zekerheid was niet zozeer gebouwd op ontwikkelingskansen, maar wel op het behoud van de kwaliteiten van de omgeving. Talrijk zijn de voorbeelden van ontwikkelingen
zichtbaar wordt. De ontwikkeling van appartementengebouwen rond Huijs ten Donck, nieuwbouw in Arcen, een rondweg bij Zutphen, het zijn slechts enkele voorbeelden van projecten waar burgers terecht tegen in actie kwamen. De vrijwilligers van de bijna 100-‐jarige Erfgoedvereniging Heemschut willen daar bij helpen. Zoals ik vaak zeg: onze vrijwilligers kunnen niet alles, maar samen met lokale actegroepen kunnen we meer. Met 6.000 leden kunnen we lokale politici massa bieden tegen ongewenste ontwikkelingen. Kunnen we nog meer doen om plaatselijke groene parels te behouden? Jawel: vriendenstichtingen dragen bij aan begrip. De particuliere eigenaar kan het niet meer alleen. En dan hoeft ook niet. Met de inzet van betrokken burgers uit de omgeving kunnen we allemaal ons steentje bijdragen. In het belang van de buitenplaats als uniek cultureel erfgoed.
20
Manifest Groen Erfgoed Groen Erfgoed Manifest!
Karel Loeff, directeur Heemschut Beline Geertsema, voorzitter Nederlandse Tuinenstichting In het Jaar van de Historische Buitenplaats 2012 hebben de Nederlandse Tuinenstichting en Erfgoedvereniging Heemschut samenwerking gezocht bij het organiseren van een symposium. Bond Heemschut is sinds 1911 actief in het zorgen van goede wet-‐ en regelgeving voor het behoud van monumenten. Zij zet zich met de steun van 6.000 leden en 150 vrijwilligers in voor de bescherming van waardevolle monumenten en cultuurlandschappen. De Nederlandse Tuinenstichting bestaat sinds 1980 en telt 3100 donateurs. De monumentencommissie van de stichting zet zich in voor de instandhouding van waardevolle tuinen en parken in Nederland.
Vanuit de gezamenlijke zorg voor ons groene erfgoed hebben partijen, samen met de Stichting In Arcadië, het Manifest Groen Erfgoed opgesteld. Het manifest is bedoeld om aandacht te vragen bij beleidsmakers, bestuurders, eigenaren en publiek voor de zorg voor groen erfgoed, in het bijzonder op en rond historische buitenplaatsen. Anno 2012 lijkt er geen reden tot zorg. Honderden buitenplaatsen openen de parken en tuinen, er zijn talloze activiteiten en er zal een aantal bijzondere publicaties verschijnen. Met dit manifest beogen de drie initiatiefnemers echter de zorg voor het groene erfgoed manifest te maken en te houden: het is nu zaak om te zorgen voor een betere verankering van groen erfgoed in het beleid van overheden.
In een steeds drukker Nederland worden de groene parels aan de keten meer en meer bedreigd. Bouwplannen knagen aan de grenzen van beschermde complexen, (rond)wegen verstoren de natuurlijke overgangen tussen huis en omliggend landschap. Een gebrek aan kennis zorgt voor verdergaande erosie van historische componenten van het groene erfgoed. Een gebrek aan geld maakt dat de bestaande elementen soms uiterst moeizaam kunnen worden onderhouden, laat staan dat vervallen elementen kunnen worden hersteld.
Toch zijn juist de tuinen en parken rond buitenplaatsen van groot belang voor onze samenleving. Al dan niet geheel of gedeeltelijk opengesteld voor bezoekers, vormen zij de groene longen voor onze directe omgeving. De cultuurhistorische waarden van parken en tuinen vormen een unieke kwaliteit samen met het gebouwde erfgoed: het rood, en het water dat erdoor stroomt: het blauw. Samen zijn onze historische buitenplaatsen onvervangbaar: we hebben goud in handen!
Met de ondertekening van het manifest door meerdere partijen willen de initiatiefnemers de aandacht voor dit onderwerp breed op de agenda zetten. Op de websites van Heemschut en de Tuinenstichting is het manifest te vinden en te downloaden. Ook is er een mogelijkheid om adhesie te betuigen. Later in 2012 zal het manifest worden aangeboden aan de initiatiefnemers van het Jaar van de Historische Buitenplaats 2012, om zo input te bieden voor de beleidsagenda voor de toekomst. Met een bredere bewustwording onder in alle politieke lagen van de maatschappij kan dit erfgoed beter worden veiliggesteld.
21
Groen manifest In het kader van het Themajaar 2012 van de Historische Buitenplaatsen en Groen van Toen
Erfgoedvereniging Bond Heemschut, Nederlandse Tuinenstichting, Stichting in Arcadië, NVTL, Groene Monumentenwacht, Nederlandse Dendrologische V Tezamen met vertegenwoordigers van het groene monumentenbelang binnen de erfgoedsector,
Overwegen dat:
- Groen erfgoed op historische buitenplaatsen een unieke en onvervangbare plaats inneemt binnen ons cultureel erfgoed;
- Groen erfgoed door de combinatie van cultuurhistorische en natuurwaarden een essentiële plaats inneemt in de kwaliteit van ons landschap en onze geschiedenis;
- Groen erfgoed op buitenplaatsen een ontwikkeling doormaakt van gesloten park voor weinigen naar een open recreatieplek voor velen;
- Groen erfgoed op buitenplaatsen door gebrek aan kennis en waardering bedreigd wordt door infrastructuur, nieuwbouw en instandhouding wordt belemmerd door te weinig financiële middelen.
Pleiten voor:
1. Groen erfgoed beter verankeren in de ruimtelijke kwaliteit
Door de modernisering van de monumentenzorg moet vanaf 1 januari 2012 het erfgoedbelang bij ruimtelijke ontwikkelingen onderzocht en gewogen worden. Dat geldt ook voor groen erfgoed, maar bij de totstandkoming van bestemmingsplannen wordt dit nog onvoldoende onderkend. Daarbij moet er
meer beslaat dan de grenzen van de rijksbescherming.
2. Meer financiële middelen voor de instandhouding van groen erfgoed
Groen erfgoed is levend erfgoed: het is de enige erfgoedsoort die letterlijk groeit en bloeit en daarom intensief onderhouden moet worden. Dit kost veel geld en de bestaande subsidieregelingen zijn niet toereikend . Er moet dus extra budget komen, bestaand budget moet slimmer verdeeld worden en er moet gezocht naar fiscale oplossingen.
3. Meer onderzoek en educatie rond dit bijzondere type erfgoed
Kennis is de basis voor waardering. Meer onderzoek is nodig naar de historie, omvang en aard van groen erfgoed en buitenplaatsen. Veel karakteristieken van groen erfgoed zijn nog onbekend en worden daarmee over het hoofd gezien. Educatie en publieksvoorlichting zorgt voor een bredere bewustwording bij een groter publiek, en daarmee voor behoud en gewetensvolle ontwikkeling.
22
4. Meer waardering en vertrouwen geven aan het particulier initiatief en vrijwilligers
Groen erfgoed is niet alleen de zorg van alleen de eigenaar. De bijzondere maatschappelijke waarde noodzaakt een bijdrage van velen. Een grotere betrokkenheid bij het publiek kan worden gecreëerd door het stimuleren van vrijwilligerswerk, zowel door overheden als eigenaren. Meer vertrouwen en bewegingsvrijheid voor de particuliere eigenaar is gewenst.
Roepen op:
Wij roepen een ieder, en overheden in het bijzonder, op om actief aan de slag te gaan met de waarden van groen erfgoed op buitenplaatsen en nodigen een ieder uit dit manifest te ondertekenen die het eens is met bovengenoemde uitgangspunten.
Wij bieden aan het einde van het themajaar 2012 dit manifest aan locale, provinciale en landelijke overheid aan als oproep om met ons te werken aan de instandhouding van groen erfgoed op buitenplaatsen.
Getekend op 24 maart 2012 te Putten tijdens de Themadag Verleden, Heden en Toekomst van de Historische Buitenplaats,
Dhr. K. Loeff, directeur Vereniging Bond Heemschut Mevr. B. Geertsema, voorzitter Nederlandse Tuinenstichting Mevr. L. Kusters, directeur Stichting In Arcadië Mevr. Th. Lindenbergh, voorzitter Groene Monumentenwacht Mevr. A. van Veen, programmaleider landschap van Staatsbosbeheer Dhr. L. den Dulk, voorzitter Cascade 1987 Mevr. A. Wielinga, directeur Nederlandse Kastelenstichting Dhr. A.C.J. Viersen, secretaris Stichting Vrienden Particuliere Historische Buitenplaatsen
23
Op zaterdag 24 maart 2012 vond tijdens de Themadag Verleden, Heden en Toekomst van de Historische Buitenplaats op Kasteel De Vanenburg te Putten de startmanifestatie voor de ondertekening van het Manifest Groen Erfgoed plaats. In het manifest wordt aandacht gevraagd voor het groene erfgoed op de historische buitenplaatsen. Wij wijzen u er op dat iedereen, ook uw buren of vrienden, individueel kan ondertekenen.
Onderstaande organisaties en personen ondertekenden al het manifest:
Erfgoedvereniging Bond Heemschut Nederlandse Tuinenstichting Stichting in Arcadië Nederlandse Vereniging voor Tuin-‐ en Landschapsarchitecten Groene Monumentenwacht Nederlandse Dendrologische Vereniging Cascade 1987 Nederlandse Kastelenstichting Staatsbosbeheer Stichting Vrienden Particuliere Historische Buitenplaatsen Federatie Particulier Grondbezit Landschapsbeheer Nederland M.D. (Marieke) Mak Dekema State te Jelsum Ronald van Immerseel Borgman Beheer Advies B.V. te Schalkhaar Copijn Utrecht Stichting Gasthuis Vredenhof te Dronryp Amber Luttmer, landschapshistoricus ErfgoedLeeft/ Marianne Poorthuis Marcel A.P. Meijer Hof Dr. Joop de Jong Josefine G. van Leen Vakgroep Groen Erfgoed: -‐Ir Eric Blok -‐Ir Anneke Nauta -‐Dr Lucia Albers Frits Prillevitz, voorzitter van de Algemene Vereniging voor Natuurbescherming HCM Aeneae Venema te Haren Pim en Fenneken Anneveld-‐van Wesel Landgoed Huis Schouwenburg Jetse Hartmans Namens Stichting IJsselhoeven René Dieleman
24
Veel meer dan een huis met een tuin Artikel Tuinjournaal (voorjaar 2012), Marion Kruisbrink
Zes geïnspireerde en deskundige sprekers, de ondertekening van het Manifest Groen Erfgoed, passende ambiance, uitstekende organisatie, ruim tweehonderd aanwezigen, diverse rondleidingen en mooi weer. Dat waren de ingrediënten voor de boeiende themadag over verleden, heden en toekomst van de buitenplaats die plaatsvond op 24 maart op Kasteel De Vanenburg bij Putten.
De dag werd georganiseerd door de Nederlandse Tuinenstichting samen met de Erfgoedvereniging Heemschut. Sprekers waren achtereenvolgens René Dessing, voorzitter Stichting Themajaar Historische Buitenplaatsen 2012, Johan Carel Bierens de Haan, adjunct-‐directeur Nationaal Museum Paleis Het Loo, Catharina Groeninx van Zoelen, eigenaresse en directeur van Huys ten Donck in Ridderkerk, Marina Laméris, auteur van het boek De buitenplaats en het Nederlandse landschap, Dirk Corsèl, general manager van Kasteel De Vanenburg, Marco van Buiten, tuinbaas van De Vanenburg en Karel Loeff, directeur van Erfgoedvereniging Heemschut. Een impressie van een aantal lezingen.
Aandacht voor behoud
NTs-‐voorzitter Beline Geertsema opende de themadag en benadrukte dat het prachtig is dat twee organisaties zich zo inzetten voor de buitenplaats en deze dag in goede samenwerking hebben georganiseerd. Het jaar dat 29 maart van start is gegaan, is bedoeld om iedereen, ook overheden, beter
subsidieregelingen zijn namelijk ingrijpend gewijzigd en de Stichting tot Behoud van Particuliere Historische Buitenplaatsen bestaat niet meer. En bij buitenplaatsen gaat het immers om meer dan een huis en een tuin, maar om het onlosmakelijke ensemble van gebouwen en de groene ruimte. Buitenplaatsen maken onderdeel uit van ons cultureel erfgoed, waar we volgens Dessing wel wat trotser op mogen zijn. Maar dat betekent niet dat er niks mag veranderen. Transformaties zijn van alle tijden, aldus kunsthistoricus Johan Carel
Interactie met het heden
aresse en een directeur met passie. Met een bedrijfsmatige aanpak, langetermijnvisie, continuïteit, interactie met het heden en met vakmanschap wil ze Huys ten Donck veilig stellen voor de toekomst. Het beheer van het groen is bij buitenplaatsen de grootste kostenpost. Wie als vrijwilliger aan de slag wil, is op veel buitenplaatsen welkom.
Tuin en park van Kasteel De Vanenburg worden uitstekend onderhouden door tuinbaas Marco van Buiten r buitenplaatseigenaren is om bij
verbouwingen altijd de tuinbaas bij de bouwplannen te betrekken. Wijzigingen aan het huis hebben namelijk meestal ook gevolgen voor de tuin.
25
Wie nog twijfelt over zijn vakantiebestemming kan met het boek van Marina Laméris De buitenplaats en het Nederlandse landschap in eigen land op reis en genieten van de nog ongeveer zeshonderd bestaande buitenplaatsen. Over het algemeen vrij toegankelijk of met een wandelkaart, goed onderhouden en ware paradijzen. Maar wie zorgt, en dit geldt zeker voor particuliere buitenplaatsen, dat dit zo blijft?
Na de lezingen ondertekenden tien organisaties, waaronder de Nederlandse Tuinenstichting en de Erfgoedvereniging Heemschut het Manifest Groen Erfgoed. De initiatiefnemers van het Manifest Groen Erfgoed zijn van mening dat een betere borging in de ruimtelijke ordening, meer financiële middelen voor de instandhouding, meer onderzoek en educatie en meer waardering voor het particuliere initiatief en vrijwilligers de ingrediënten zijn om te kunnen blijven genieten van het unieke historische groen rond buitenplaatsen. Het manifest wordt eind dit jaar aangeboden aan de overheid. Tekent u mee? Zie het bericht in de rubriek NTs-‐Nieuws op pagina 6 en 7 van dit Tuinjournaal.
De initiatiefnemers van het Manifest Groen Erfgoed zijn Erfgoedvereniging Bond Heemschut, Stichting In Arcadië en de Nederlandse Tuinenstichting.
26
Persbericht 16 maart 2012
Themadag zet de historische buitenplaats en haar groene erfgoed in de kijker! In het kader van het Jaar van de Historische Buitenplaats organiseren Erfgoedvereniging Heemschut en de Nederlandse Tuinenstichting op 24 maart 2012 een themadag over verleden, heden en toekomst van de historische buitenplaats en de groene omgeving. Eén van de hoogtepunten op deze themadag vormt de bekendmaking en ondertekening van het Groen Manifest. Het Groen Manifest wil aandacht en bewustwording bij de politiek en het grotere
. De themadag die zal plaatsvinden op de historische buitenplaats De Vanenburg te Putten gaat over de
Aandacht is er niet alleen voor de verhalen over de bewoners, de architectuur en vormgeving van de gebouwen en tuinen en over het beheer en behoud van de buitenplaats, maar ook voor het functioneren van de historische buitenplaats in zijn omgeving als een plek om te bezoeken en of te verblijven. Gezamenlijk vormen de geschiedenissen van de bewoners, de architectuur en het landschap en het
Eén van de onderdelen van de themadag vormt de startmanifestatie voor de ondertekening van het Groen Manifest. Hierin roepen onder andere Erfgoedvereniging Heemschut, de Nederlandse Tuinenstichting en de Stichting in Arcadië een ieder op om het manifest te ondertekenen en om actief aan de slag te gaan met de waarden van groen erfgoed op historische buitenplaatsen. Te weinig worden deze unieke waarde van het groen onderkend. Ze staan onder druk door de verstedelijking, recreatie, verrommeling van het landschap en de natuurbouw, terwijl de financiële middelen om de historische buitenplaatsen en het gr De initiatiefnemers voor het Groen Manifest denken dat een betere borging in de ruimtelijke ordening, meer financiële middelen voor de instandhouding, meer onderzoek en educatie en meer waardering en vertrouwen geven aan het particulier initiatief en vrijwilligers de ingrediënten zijn om te kunnen blijven genieten van het unieke historische groen rond de buitenplaatsen. Aan het einde van het Jaar van de Historische Buitenplaats zal het manifest aangeboden worden aan de landelijke, regionale en lokale overheden om gezamenlijk te gaan werken aan de instandhouding van het groene erfgoed op de buitenplaats.