voorzetsels - prepositions
Future: will or be going to - Toekomst: zullen, gaan/van plan zijn
Past perfect - voltooid verleden tijd
Past Simple - onvoltooid verleden tijd
voegwoorden - conjunctions (linking words)
imperative - gebiedende wijs
if, when - als/indien, toen/wanneer
Gerund and full verb + to - werkwoord als zelfstandig naamwoord
Question tags - aangeplakte vragen
passive - de lijdende vorm
Adverbs and adjectives - bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden
Present Perfect - voltooid tegenwoordige tijd
Some and any - onbepaalde voornaamwoorden
what / which - hoe / waar / welke / wat