Wat weet u nog over - mirabeullens10.files.wordpress.com · •Over-aangepast gedrag . ONVEILIG...

Post on 26-Feb-2019

215 views 0 download

Transcript of Wat weet u nog over - mirabeullens10.files.wordpress.com · •Over-aangepast gedrag . ONVEILIG...

Wat weet u nog over …

HECHTING

John Bowlby 1907-1990

Hechtingstheorie

HECHTING

BOWLBY : Attachment theory :

Hechting :

• is een duurzame emotionele binding tussen het kind en zijn verzorgers

• intern schema = mentale representatie

intern werkmodel

• is een primair gedragspatroon

• biedt een evolutionair voordeel

• wordt zichtbaar in een situatie van stress

Mary Ainsworth 1913-1999

Strange Situation

Patterns of attachment

Hechting

AINSWORTH : ‘strange situation’

Cirkel van veiligheid

Cooper e.a

VEILIGE HECHTING

• Positief zelfbeeld

• Passend uiting geven aan impulsen

• Omgaan met stress

• Optimale hersenontwikkeling

• Logisch denken

• Zicht op andermans en eigen gevoelens

• Ontwikkeling van geweten

• Relatie opbouwen met zichzelf en anderen

ONVEILIGE HECHTING

• Angst en onveiligheid

• Geen grip op eigen gevoelens

• Moeite met logisch ordenen

• Leggen van verkeerde verbanden

• Faalangst

• Negatief zelfbeeld

• Stress

Cirkel van veiligheid

Cooper e.a

ONVEILIG VERMIJDEND

ONVEILIG VERMIJDEND

ONVEILIG VERMIJDEND

• Geen vertrouwen in de beschikbaarheid

van de gehechtheidsfiguur.

• Contact wordt vermeden zelfs als het kind

stress ervaart.

• Doet alsof het wil ontdekken en/of afstand

nodig heeft.

• Over-aangepast gedrag

ONVEILIG AMBIVALENT

ONVEILIG AMBIVALENT

ONVEILIG AMBIVALENT

• Onzeker, ambivalent, over de

beschikbaarheid van de

gehechtheidsfiguur.

• Gehechtheidsfiguur wordt voortdurend in

de gaten gehouden.

• Vraag om troost + afwijzing

• Fel en schreeuwerig gedrag

GEDESORGANISEERD

GEDESORGANISEERD

• Gehechtheidsfiguur wordt beleefd als

veilige haven EN bron van angst

• Chaotisch, angstig gedrag

• Oudere kinderen eventueel rolomkering

HECHTINGSRELATIES

B. Veilig gehecht 65%

evenwicht tussen exploratie en nabijheid

A. Onveilig-vermijdend gehecht 25%

Vertonen (te) veel exploratie en te weinig nabijheid bij terugkomst moeder, laten weinig gevoelens blijken

C. Onveilig-ambivalent gehecht 10% vertonen (te) weinig exploratie,

ambivalentie tussen troost en afweer

D. Gedesorganiseerd gehecht (Main en Solomon)

ernstige verstoring van gehechtheid, doelloos en tegenstrijdig gedrag, dezelfde persoon is bron van angst en veiligheid

Reactie Wesley en Manon (handboek p25) ?

HECHTING

HECHTING

Veilige

Onveilig

Vermijdend

Ambivalent

Gedesorganiseerd

OPVOEDINGSSTIJL EN HECHTING

BEVORDERENDE FACTOREN

Sensitiviteit en responsiviteit

van de ouders

beïnvloed door:

- zelf een goede hechting doorgemaakt, Intern werkmodel

- sociaal netwerk

- sociaal-economische omstandigheden

- tevredenheid over het eigen bestaan

BELANG VAN HECHTING

Veilige hechtingsrelaties zijn een basis voor:

- het bouwen aan relaties met anderen

- zelfvertrouwen

- gevoel van eigenwaarde

Verstrekkende invloed op de verdere sociale en emotionele ontwikkeling…

HECHTING = • Duurzame emotionele binding

• Start als een biologisch proces

• Interactief proces

• Intern werkmodel

• Invloed op de lichamelijke

• cognitieve

• persoonlijkheids- en

• sociale ontwikkeling

• Sensitieve en responsieve ouders

HECHTINGSSTIJLEN

TOT WELK TYPE BEHOOR IK?

TYPE 1

• Ik voel me op mijn gemak in mijn relatie. Ik vertrouw mijn partner en vind het prettig als hij/zij mij vertrouwt en op me rekent. Ik maak me geen zorgen over alleen zijn en ook niet over de vraag of mijn partner me wel of niet accepteert zoals ik ben.

TYPE 2

• Ik geef mezelf niet gauw bloot aan mijn partner. Ik ben niet graag alleen, maar ik heb er ook moeite mee om mijn partner volledig te vertrouwen of me afhankelijk op te stellen. Ik ben bang om gekwetst te worden als ik te vertrouwelijk word met mijn partner.

TYPE 3

• Ik kan me goed redden zonder nauwe emotionele banden. Het is voor mij erg belangrijk om onafhankelijk te zijn en het gevoel te hebben dat ik mijn partner niet per se nodig heb. Ik stel me niet afhankelijk op en heb ook liever niet dat mijn partner zich afhankelijk van mij opstelt.

TYPE 4

• Ik zou het liefste al mijn gevoelens met mijn partner delen, maar ik merk vaak dat mijn partner meer afstand wil houden dan ik prettig vind. Persoonlijk en vertrouwelijk contact vind ik belangrijk en plezierig, maar ik vraag me soms af of mijn partner mij wel net zo waardeert als ik hem/haar waardeer.

INTERPRETATIE

Is dat type 1, dan bent u veilig gehecht. U bent zeker van uzelf én zonder twijfels over anderen. Mensen met een veilige hechting hebben meestal stabiele relaties en zijn tevreden met hun relaties. Ze durven hun gevoelens te tonen en zijn niet bang voor intimiteit en niet bang om alleen te zijn. Ze hebben een evenwicht gevonden tussen zelfstandigheid en afhankelijkheid. De onzekere hechtingsstijlen: Bij deze hechtingsstijlen is de balans tussen onafhankelijkheid en afhankelijkheid uit evenwicht.

INTERPRETATIE

Is dat type 2, dan bent u angstig-vermijdend gehecht. Bij u slaat de balans door naar de onafhankelijke kant. U wilt zich wel graag emotioneel binden, maar u durft niet. U heeft last van bindingsangst. U vindt het moeilijk om zich kwetsbaar op te stellen, om te praten over gevoelens en/of om seksueel intiem te zijn.

Is dat type 3, dan bent u afwijzend-vermijdend gehecht. Bij u slaat de balans nog sterker door naar de onafhankelijke kant. U heeft heel weinig behoefte aan intimiteit en binding. Het staat u tegen om gevoelens en gedachten te delen en u vindt het vervelend om afhankelijk te zijn of als er iemand afhankelijk van u is. U bent liever alleen dan samen. U wilt zich liever niet binden.

INTERPRETATIE

Is dat type 4, dan bent u angstig-obsessief gehecht. Bij u slaat de balans door naar de afhankelijke kant. U voelt zich onzeker over uzelf en uw partner. U hangt erg aan uw partner en wil het liefst al uw emoties en gedachten met hem/haar delen. U heeft snel last van verlatingsangst en onredelijke jaloezie. Let op: Hechtingsstijlen kunnen elkaar overlappen.

Herkent u zichzelf even sterk in meerdere types, dan kan het zijn dat u een mengeling hebt van verschillende hechtingsstijlen.

Een beetje bijkomende literatuur

Een mogelijke verklaring

ERIKSON PSYCHOSOCIALE ONTWIKKELING

Elke levensfase wordt gekenmerkt door een

ontwikkelingscrisis: kernconflict

- baby: basisvertrouwen vs. wantrouwen

- peuter: autonomie vs. schaamte en twijfel

- kleuter: initiatief vs schuldgevoel

- schoolkind: vlijt vs. minderwaardigheid

- adolescent: identiteit vs. rolverwarring

- jongvolwassene: intimiteit vs. isolement

- volwassenheid: generativiteit vs. stagnatie

- rijpheid: integriteit vs. wanhoop

SOMS GAAT HET ANDERS

OUDERS

Verwachtingen (lectuur, verhalen, eigen ervaringen = intern schema /mentale

representatie, persoonlijke problemen, ouderlijke vaardigheden, intern werkmodel

KENMERKEN v/d BABY

prematuur, langdurige ziekenhuisopname, temperament, beperking, adoptie

ontwikkelingsstoornis

Hechtingsstoornissen

Reactieve hechtingsstoornis (in DSM) = RAD (reactive attachment disorder) http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/videozone/archief/programmas/koppen/2.15558/2.15559/1.1017328

eerste vijf levensjaren:

abnormale onveiligheid: tegengestelde sociale reacties niet of zeer moeilijk troostbaar emotionele stoornis: geremde en ontremde type

problematisch gedrag in de puberteit: weglopen neiging tot zelfbeschadiging (automutilatie) agressief en ontremd gedrag

Reactieve hechtingsstoornis Geremde type

Er aanhoudend niet in slagen de aanzet te geven tot, of te reageren

op de meeste sociale interacties op een bij de ontwikkeling passende

manier, zoals blijkt uit :

buitensporige geremdheid,

overmatige waakzaamheid of

sterk ambivalente en tegenstrijdige reacties;

Bv. het kind reageert op verzorgers met een mengeling van

toenadering, afstand, weigert getroost te worden, of is

krampachtig op zijn hoede (DSM-IV).

Reactieve hechtingsstoornis Ontremde type

Oppervlakkige hechtingen zoals blijkt uit :

kritiekloze vriendelijkheid,

met een duidelijk onvermogen om passende selectieve

hechtingen te tonen;

Bv. Het kind is buitensporig vrijpostig ten opzichte van

betrekkelijk vreemden of vertoont een gebrek aan selectiviteit

in de keuze van hechtingsfiguren (DSM-IV).

Hechtingsstoornissen

Oorzaken : • Niet vervullen van de primaire behoeften

• emotioneel • lichamelijk

• Herhaalde wisselingen van verzorgers

SEPARATIEANGSTSTOORNIS

Separatieangststoornis (in DSM-IV)

niet bij de ontwikkeling passende, overdreven angst gescheiden te worden van hechtingsfiguren.

http://www.leraar24.nl/video/1976

symptomen:

- weigering te gaan slapen zonder ouders in de buurt

- nachtmerries of angstige fantasieën over scheiding of verlies van ouders

SIGNALEN VOOR PROBLEMEN

Kindertijd:

• vertoont weinig onderzoekend gedrag

• toont zich teruggetrokken in groep

• zoekt geen troost of op ongebruikelijke wijze

• vraagt geen hulp of is overdreven afhankelijk

• toont weinig genegenheid en warmte

• uit zich overdreven naar onbekenden

• kan geen stabiele vriendschappen aangaan of onderhouden

• moeilijkheden in contacten met andere kinderen, groepsleiders, leerkrachten

SIGNALEN VOOR PROBLEMEN

Puberteit:

• agressie ten aanzien van anderen

• agressie ten aanzien van zichzelf (automutilatie)

• onvermogen om stabiele vriendschappen en relaties aan te gaan

• moeilijkheden in contacten met anderen

• eenzaamheid / depressie

Signalen zijn niet eenduidig !!!

DIAGNOSTICEREN

• Boris en Zeanah

• SOAK = spelobservatie

• Interviews

• SEO = sociaal-emotionele ontwikkelingslijst

• ESSEON = experimentele schaal voor de beoordeling van het sociaal emotionele ontwikkelingsniveau

• SIT= Sociale Interpretatie Test …

INTERVENTIE EN BEHANDELING

• Veilige omgeving

• Stabiliteit en voorspelbaarheid

• Positieve interacties

• Eerst connectie dan correctie

• Sensitiviteit en responsiviteit bevorderen

• Psychotherapie ouders

• Ingrijpen komt nooit te vroeg en is op voorhand ook nooit te laat

INTERVENTIE EN BEHANDELING