Post on 02-Jan-2016
description
1
Vragen, Opmerkingen, …
2
Variatie in betekenisLexicaal en grammaticaal aspect
3
Opwarmertje
4
Van points naar intervals
Reichenbach
Prior
P Pp Er bestaat een moment t’ dat ligt voor het spreekmoment t en p is waar op t’.
5
Van points naar intervals> Zowel Reichenbach als Prior zien tijd als een
opeenvolging van punten en nemen aan dat events kunnen gelinkt worden aan punten.
> Zij volgen hier het concept van tijd als een getallenlijn dat sinds Galilei en Newton populair is binnen de theoretische fysica.
> Vraag is echter of dat een getallenlijn een structuur biedt die complex genoeg is om alle talige verschijnselen te analyseren.
6
Van points naar intervals
Gisteren, tussen twaalf en twee was ik aan het slapen; ik werd wakker toen je me opbelde;
eigenlijk werd ik wakker op het moment dat de telefoon voor de eerste keer overging;
om helemaal precies werd ik wakker op het moment dat de telefoon voor de eerste keer begon over te gaan.
> Blijkbaar kunnen we ‘punten’ altijd verder blijven opsplitsen. Dit zou niet mogen kunnen aangezien punten geen afmetingen hebben.
7
Van points naar intervalsVoorstel:
In plaats van met punten te werken, werken we met intervallen (verzamelingen van opéénvolgende punten).
> toen je me opbelde moet dan niet langer gezien worden als één punt op de tijdsas en kan dan ook verder opgesplitst worden
8
Van intervals naar eventsHij veranderde in een kikker.
Hoe kunnen we deze verandering analyseren met intervallen?
Interval 1: nog geen kikker
Interval 2: kikkerDit is geen analyse van ‘veranderen in
een kikker’!
> Blijkbaar is een interval structuur voor de tijdsas nog niet complex genoeg om alle talige verschijnselen te analyseren.
9
Van intervals naar eventsevents
> We hebben geprobeerd om events te herleiden tot punten en intervallen.
> … zonder succes…
> We zullen dus moeten aannemen dat events niet herleidbaar zijn en dus de bouwstenen zijn van onze tijdsas.
10
Vendler
Een eerste verkenning van lexicaal aspect
11
Lexicaal aspect
Lexicaal Aspect, Situation Aspect, Inner Aspect
12
Lexicaal aspect
13
Lexicaal aspect
Process going on in time + -Test: progressive form or not
1 2
1 Voorbeelden: to run, to write2 Voorbeelden: to know
14
Lexicaal aspect
15
Lexicaal aspect
16
Lexicaal aspect
Process going on in time + -Test: progressive form or not
1 2
Taking a definite time +3
-4
1 Voorbeelden: to run, to write2 Voorbeelden: to know3 Voorbeelden: to write a letter4 Voorbeelden: to push a cart
Test: How long did it take to/For how long |in/for-adverbials
17
Lexicaal aspect
18
Lexicaal aspect
Process going on in time + -Test: progressive form or not
1 2
Taking a definite time +3
-4
1 Voorbeelden: to run, to write2 Voorbeelden: to know3 Voorbeelden: to write a letter4 Voorbeelden: to push a cart
Test: How long did it take to/For how long |in/for-adverbials
activity
accomplishm
ent
19
Lexicaal aspect
20
Lexicaal aspect
21
Lexicaal aspect
Process going on in time + -Test: progressive form or not
1 2
Taking a definite time +3
-4
1 Voorbeelden: to run, to write2 Voorbeelden: to know3 Voorbeelden: to write a letter4 Voorbeelden: to push a cart
Test: How long did it take to/For how long |in/for-adverbials
activity
accomplishm
ent
+5
-6
state
achievent
5 Voorbeelden: to reach the top6 Voorbeelden: to love
| At what time?
22
Lexicaal aspect
23
Lexicaal aspectintervallen momenten
Eender welk interval waarop gelopen wordt
Het interval waarop de cirkel in kwestie getekend wordt.
Eender welk moment
Het moment waarop de race in kwestie gewonnen wordt
24
Samenvatting VendlerAspectuele klassen:
ActivitiesStatesAccomplishmentsAchievements
Relevante parameters:
Process going on in time + taking definite timeGedefinieerd op definiet/indefiniet moment/interval
Criteria:
ProgressiveIn/for
25
Een probleem voor Vendler
26
Een slordigheidje?
Is dit een onschuldig slordigheidje?
27
Een slordigheidje?schrijven
Hij heeft urenlang geschreven.
Hij heeft in een uur geschreven.*
een brief schrijven
Hij heeft urenlang een brief geschreven.
Hij heeft in een uur een brief geschreven.
*
brieven schrijven
Hij heeft urenlang brieven geschreven.
Hij heeft in een uur brieven geschreven.*
28
Een slordigheidje?
een cirkel tekenen
Hij heeft urenlang een cirkel getekend.
In een uur had hij een cirkel getekend.
*
cirkels tekenen
Hij heeft urenlang cirkels getekend.
In een uur had hij cirkels getekend.*
Blijkbaar speelt het object een cruciale rol…
29
De rol van het object
Henk Verkuyl was de eerste die systematisch de rol van objecten heeft bestudeerd.
Hij merkte op dat achievements en accomplishments kunnen omgezet worden naar activities van zodra we het object veranderen.
een top bereikenACHIEVEMENT
toppen bereikenACTIVITY
een cirkel tekenenACCOMPLISHMENT
cirkels tekenenACTIVITY
30
De rol van het object
Henk Verkuyl was de eerste die systematisch de rol van objecten heeft bestudeerd.
Hij merkte op dat achievements en accomplishments kunnen omgezet worden naar activities van zodra we het object veranderen.
Hij merkte ook op dat activities op dezelfde wijze ook naar achievements of accomplishments kunnen omgezet worden.
Tot slot merkte hij ook op dat states ongevoelig waren voor het object.
31
De rol van het object
een top bereikenACHIEVEMENT
toppen bereikenACTIVITY
een cirkel tekenenACCOMPLISHMENT
cirkels tekenenACTIVITY
houden van een hondSTATE
houden van hondenSTATE
32
De rol van het objectLaten we dit proberen te systematiseren…
STATES- ongevoelig voor het type object
- enkel de lexicale semantiek van het werkwoord speelt een rol
ACTIVITIES VS. ACC/ACH- gevoelig voor het type object
- de lexicale semantiek van het werkwoord en de semantiek van het object spelen een rol- de semantiek van het object speelt een rol in het bepalen of een werkwoordgroep een activity dan wel een acc/ach is
- de lexicale semantiek van het werkwoord beslist of iets – in combinatie met het juiste type object – een accomplishment of achievement is
33
De rol van het object
ACCOMPLISHMENT ACHIEVEMENT
ACTIVITY [LEXICALE SEMANTIEK]
[SEMANTIEK VAN HET OBJECT]STATE
[LEXICALE SEMANTIEK]
34
De rol van het object
ACCOMPLISHMENT ACHIEVEMENT
ACTIVITY [LEXICALE SEMANTIEK]
[SEMANTIEK VAN HET OBJECT]
DYNAMISCH of STATISCH? [+/-ADDTO]
STATE
35
De rol van het object
een top bereikenACHIEVEMENT
toppen bereikenACTIVITY
een cirkel tekenenACCOMPLISHMENT
cirkels tekenenACTIVITY
> Wat is het verschil tussen een top en toppen en tussen een cirkel en cirkels?
Een top = +SQA
Een top = -SQA
36
De rol van het object
ACCOMPLISHMENT ACHIEVEMENT
ACTIVITY [LEXICALE SEMANTIEK]
[+/-SQA]STATE
DYNAMISCH of STATISCH? [+/-ADDTO]Voor semantici die geïnteresseerd zijn in hoe de verschillende onderdelen van een zin interageren zijn dit de enige relevante factoren.
Als we enkel deze factoren in acht nemen hebben we niet 4 aspectuele klassen maar 3.
EVENTS
37
> Tijdens het werkcollege komen we hier op terug en kijken we ook naar de lexicale klassen van het Russisch.
38
Grammaticaal aspectOok: viewpoint aspect, extern
aspect, …
39
Grammaticaal aspect
Grammaticale elementen die ‘iets doen met’ of ‘iets toevoegen aan’ lexicaal aspect.
40
In/for adverbials
Jan bereikte de top in twee uur.
2 uur
Jan klopte twee uur lang op de deur.
2 uur
41
Progressives
Jan is de race aan het winnen.
Jan is op de deur aan het kloppen.
42
Passé simple / Imparfait
C’est à ce moment-là que Jeanne le sut.
Jeanne écrivait une lettre.
43
> Tijdens het werkcollege komen we hier op terug en kijken we ook naar het onderscheid tussen perfectief en imperfectief in het Russisch.
> Één van de problemen waarop we inzoomen is hoe allerlei aspectuele informatie wordt samengevoegd.
44
Voorsmaakje
écrire activity
écrire une lettre accomplishment
écrire une lettre pendant deux heures
accomplishment
écrivait une lettre pendant deux heures
activity