Tips en tricks voor de bestrijding van trips...5. Curatieve bestrijding met biologische bestrijders...

Post on 27-Jun-2020

3 views 0 download

Transcript of Tips en tricks voor de bestrijding van trips...5. Curatieve bestrijding met biologische bestrijders...

Tips en tricks voor de bestrijding van trips

Plantgezondheidsdag 4 december 2013

Gerben Messelink, Anton van der Linden, Amir Grosman,

Wageningen UR Glastuinbouw

Peter Korsten, Mark Geuijen, Botany

Hans de Ruiter, SerfaPlus

trips adulten

eieren

L1

L2

plant

bodem

prepoppen en poppen van trips

Bestrijdingsmogelijkheden van

verschillende stadia trips stadium Biologisch middel/ natuurlijke vijand

ei Geen (Orius?)

Jonge tripslarven Roofmijten (cucumeris, swirskii, limonicus, montdorensis)

Oude tripslarven Roofmijten limonicus, roofwantsen (beperkt aaltjes, schimmels)

Tripspoppen (in bodem) Bodemroofmijten (Hypoaspis, Macrocheles), aaltjes (beperkt schimmels), roofvlieglarven, roofkevers

Volwassen trips Roofwantsen, schimmels (beperkt aaltjes)

Een stappenplan voor tripsbestrijding

1. Hygiëne (beperking verspreiding, overblijven populaties etc.)

2. Weerbare planten (veredeling, inducers, bemesting)

3. Een “standing army” van natuurlijke vijanden (generalisten, bankerplanten, alternatief voedsel, mulchlagen etc)

4. Detectie en “scouten (scoutbox, Lurem etc.)

5. Curatieve bestrijding met biologische bestrijders (overkill

roofmijten, roofwantsen, insectenpathogene aaltjes)

6. Curatieve bestrijding met biologische middelen (entomopathogenen, snel afbrekende middelen als Spruzit, etc..)

7. Chemische correctie (selectieve middelen zoals “Match” of

“Nocturn”)

gewas- en klimaatgeschikte

bestrijdersalternatief voedsel

habitatverrijking semiochemicals

standing army

Een voorbeeld: Selectie van de beste

roofmijtsoort in chrysant

1000 roofmijten / veldje ± 7 m2

Iedere planting 3 x bemonsteren

Resultaten van 6 plantingen: roofmijtvestiging

0

5

10

15

20

25

30

35

40

2 6 10 2 6 10 2 6 10 2 6 10 2 6 10 2 6 10 2 6 10 2 6 10

onbehandeld N. barkeri N. cucumeris A. andersoni N. reductus A. limonicus A. swirskii A. montdorensis

Ro

ofm

ijtd

ich

thei

d (

gem

idd

eld

e p

er 3

tak

ken

)

roofmijten uitzet

a

d

a a

abbc

d cd

PT project 14803 2013

Project bestaat uit 6 onderdelen

Onderdeel A, toplagen voor tripspredatoren (WUR-Glas)

Onderdeel B, selectie en instandhouding roofwantsen (WUR-Glas)

Onderdeel C, Lure & Infect (WUR-Glas + PRI), start na de zomer na positieve resultaten project EZ

Onderdeel D, GNO’s (Botany + Surfaplus)

Onderdeel E, Best practices geïntegreerde bestrijding in potplanten: praktijkproef (Fytoconsult)

Onderdeel F, communicatie (LTO-Groeiservice + andere partners)

Onderdeel A: Roofmijt-stimulerende toplagen

Toplaagsamenstelling

Toename “voermijten” in toplagen

9 toplagen

2 “voermijten”:

● Acarus siro

● Carpoglyphus lactis

0 10,000 20,000

Soil

Bark

Yeast

Biotop®

Biotop® + yeast

Bran

Bran + yeast

Bran + oats

Wheat

Barely

Mite density (number / 100 ml substrate)

C. lactis

A. siro

0 10,000 20,000 30,000 40,000

Week 4Week 2

Opzet toplaagtest in alstroemeria

Voermijten

0

2000

4000

6000

8000

10000

2 4 6 8

Aanta

l /

10

0 m

l to

pla

ag

Weken na inzet

Carpoglyphus lactis

Tyrophagus putrescentiae

Roofmijten op de grond (alle soorten)

0

20

40

60

80

100

120

140

2 4 6 8

Aanta

l /

10

0 m

l to

pla

ag

Weken na inzet

A. swirskii

A. swirskii + toplaag (C. lactis)

A. cucumeris

A. cucumeris + toplaag (T. putrescentiae)

Roofkevers (Atheta sp.)

0

20

40

60

2 4 6 8

Aanta

l /

10

0 m

l to

pla

ag

Weken na inzet

A. swirskii

A. swirskii + toplaag (C. lactis)

A. cucumeris

A. cucumeris + toplaag (T. putrescentiae)

Effect roofmijten en plaagdruk: A. cucumeris

0

2

4

6

8

10

12

0%

20%

40%

60%

80%

100%

2 4 6 8

Zonder toplaagTrips & wittevlieg

Roofmijten

0

2

4

6

8

10

12

0%

20%

40%

60%

80%

100%

2 4 6 8

Aanta

l /

m s

teng

el

% b

esm

ett

e s

teng

els

Weken na inzet

Met toplaag

Effect op plagen: A. swirskii

0

1

2

3

4

0%

20%

40%

60%

80%

100%

2 4 6 8

Aanta

l /

m s

teng

el

% b

esm

ett

e s

teng

els

Weken na inzet

Met toplaag

0

1

2

3

4

0%

20%

40%

60%

80%

100%

2 4 6 8

Weken na inzet

Zonder toplaag

Trips & wittevlieg

Roofmijten

Openkweekunits in

roos

Effect op roofmijten (A. swirskii)

0

2

4

6

8

0 2 4 6 8

Pre

dat

ory

mit

es (

nu

mb

er/l

eaf)

Time (weeks after introduction)

- Top-layer

+ Top-layer

Onderdeel B: instandhouding roofwantsen

met bankerplanten

Testen van ovipositie-/bankerplanten voor Orius (vooral voor roos)

● Selectie 10 plantsoorten op geschiktheid als a) eilegsubstraat voor Orius, b) gevoeligheid voor trips en c) geschiktheid om tussen of onder een teeltgewas te plaatsen (lichtbehoeften etc.)

● Testen van plant + prooi-combinaties: eileg + ontwikkeling roofwants.

● praktijktest op een rozenbedrijf en potplantenbedrijf

Mogelijk geschikte bankerplanten voor

Orius laevigatus

Amaranthus cruentes (rode amaranthus)

Sierpeper: Capsicum ‘Black Pearl’

korenbloem

Aardbei + aardbeiwittevlieg (niet voor roos, wel voor potplanten)

Bestrijding met entomopathogene

schimmels

Vooral effectief tegen volwassen tripsen

● Is er reproductie na infectie?

● Hoe is infectie te optimaliseren?

Nakomelingen na infectie

0

2

4

6

8

10

12

14

16

18

20

15 °C 20 °C 25 °C

Aan

tal n

ako

mel

inge

n p

er t

rip

svro

uw

tje

onbehandeld

Beauveria bassiana

Metarhizium anisopliae

a

abc

ab

bcdbcdecde

de e

e

Project “Lure & Infect”

Hulpstoffen verbeteren effectiviteit

biologische tripsmiddelen

Fase 1 (2013): potentie van reeks hulpstoffen onder

diverse omstandigheden is vastgesteld.

Behaalde resultaten:

● Meerdere hulpstoffen zijn geschikt om de werking

van biologische middelen te versterken

● Maximaal haalbare effectiviteitsverbetering van de

werking van biologische middelen: 50%

● Betere consistentie van werking onder variabele

omstandigheden realistische verwachting

VO

OR

D

ES

KU

ND

IG

HE

ID

I

N P

RO

DU

CT

ON

TW

IK

KE

LI

NG

Bewijsvoering in teeltsituatie (voorjaar 2014)

VO

OR

D

ES

KU

ND

IG

HE

ID

I

N P

RO

DU

CT

ON

TW

IK

KE

LI

NG

Doel: resultaten onder praktijkomstandigheden verifiëren

Beste hulpstoffen uit laboratoriumproef wordt getest onder

praktijkomstandigheden.

Bovenstaande doelen worden op trips in chrysant getest

Middel Oplossingen in de teelt

GNO + hulpstof 1 Verbetert hitkans trips op blad

GNO + hulpstof 2 Verbetert hitkans verscholen tripsen

GNO + hulpstof 3 Verbetert kieming parasitaire schimmels

GNO + hulpstof 4 Verbetert overleving parasitaire schimmels

GNO + hulpstof 5 Verbetert overleving parasitaire schimmels

Tips & Tricks

Selecteer de juiste roofmijten voor uw gewas

Zet roofmijten en roofwantsen preventief in

Probeer populaties roofmijten en roofwantsen instand te houden met mulchlagen, bankerplanten, of het verblazen van stuifmeel

Kijk uit met stuifmeel voor echinothrips

Maak gebruik van nieuwe mogelijkheden voor inzet van entomopathogene schimmels

Space for partner logo’s

(place a white shape behind the logo’s to hide this text and border)

Bedankt voor

uw aandacht

Vragen?