OER - AMC Centre

OER - Middenkader Engineering Technicus Crebo: 94421.

OPLEIDING:

MIDDENKADER ENGINEERING TECHNICUS

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING

COHORT 2011

BBL – niveau 4. RIJN IJssel Techniek V1.1 - Blad: 2 / 39.

KWALIFICATIEDOSSIER:

MIDDENKADER ENGINEERING TECHNICUS

Versie kwalificatiedossier: 2011.

Crebonummer: 94421

Kwalificatie: 94421; Middenkader Engineering Technicus

Leerweg: Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL)

Niveau: 4

Studieduur: 4 jaar

Domein: Techniek en Onderzoek

Kenniscentrum: Kenteq

Ingangsdatum: Dit OER geldt voor de deelnemers die vanaf

1 aug 2009 bij Rijn IJssel zijn ingeschreven.

Vastgesteld door het bevoegd gezag

van Rijn IJssel

Arnhem, 1-8-2011

INHOUDSOPGAVE

1. INLEIDING .................................................................................................................. 4

2. KWALIFICATIE EN BEROEPSBEELD ............................................................................ 5

2.1 KWALIFICATIE ........................................................................................................................ 5

2.2 BEROEPSBEELD ....................................................................................................................... 6

2.2.1 Wat doet een Middenkader Engineering Technicus? ............................................................ 6

2.2.2 Waar werkt een Middenkader Engineering Technicus? ........................................................ 7

2.2.3 Welke taken verricht een Middenkader Engineering Technicus? ........................................... 7

2.2.4 Welke eigenschappen heeft een Middenkader Engineering Technicus? ................................. 7

3. ONDERWIJSVISIE EN UITGANGSPUNTEN .................................................................. 8

3.1 ONDERWIJSVISIE EN UITGANGSPUNTEN ......................................................................................... 8

3.2 COMPETENTIEGERICHT ONDERWIJS (CGO) ................................................................................... 8

3.3 TAAL, REKENEN, LEREN LOOPBAAN EN BURGERSCHAP ........................................................................ 9

3.4 BEROEPSPRAKTIJKVORMING (BPV) .............................................................................................. 9

3.5 ONDERWIJSTIJD ....................................................................................................................10

3.6 INHOUD EN INRICHTING VAN HET ONDERWIJS. ...............................................................................10

3.7 INHOUD EN INRICHTING VAN DE BEROEPSPRAKTIJKVORMING .............................................................12

4. EXAMINERING EN DIPLOMERING ............................................................................ 15

4.1 VOORTGANGSBEOORDELING EN EXAMINERING ................................................................................15

4.2 EXAMEN...............................................................................................................................15

4.2.1 Examenplan ....................................................................................................................15

4.2.2 Kerntaken .......................................................................................................................16

4.2.3 Beroepspraktijk (BPV) .....................................................................................................17

4.2.4 Leren Loopbaan ..............................................................................................................17

4.2.5 Burgerschap ...................................................................................................................17

4.2.6 Nederlands en Rekenen ...................................................................................................18

4.2.7 Moderne vreemde talen (Engels)......................................................................................19

4.3 BEOORDELING EN BEKENDMAKING VAN DE UITSLAG .........................................................................22

4.3.1 Beoordelaars ..................................................................................................................22

4.3.2 Centrale examens ...........................................................................................................22

4.3.3 Instellingsexamens ..........................................................................................................22

5. EXAMENREGLEMENT ................................................................................................. 23

6. UITWERKING ONDERWIJSPROGRAMMERING. ........................................................ 24

7. VOORBEHOUD: .......................................................................................................... 26

8. BIJLAGE 1: OVERZICHT KERNTAAK-WERKPROCES-COMPETENTIE-MATRICES ........ 27

KERNTAAK 1: ONTWERPT PRODUCTEN OF SYSTEMEN .................................................................................27

KERNTAAK 2: BEREIDT PRODUCTIEWERK VOOR. .......................................................................................31

KERNTAAK 3: BEGELEIDT PRODUCTIEWERK. ............................................................................................34

KERNTAAK 4: ONDERHOUDT PRODUCTEN EN SYSTEMEN. .............................................................................38

1. INLEIDING

De onderwijs- en examenregeling (OER) is een document waarin je informatie kan vinden over jouw

opleiding en de exameneisen.

Deze OER heeft betrekking op de opleiding Middenkader Engineering Technicus.

Gedurende je schoolcarrière kunnen er redenen zijn om de OER aan te passen. Als dit het geval is,

informeren we je hier uiteraard tijdig over. Op NATschool (1) kun je altijd de laatste bijgewerkte versie

van jouw OER vinden.

In hoofdstuk 2 van deze OER vind je informatie over jouw opleiding en het beroep. In hoofdstuk 3

wordt er ingegaan op het onderwijs. Hoofdstuk 4 gaat over examinering. In hoofdstuk 5 vind je enige

informatie over het examenreglement.

Als je nadere informatie nodig hebt, kun je altijd contact opnemen met je studieloopbaanbegeleider of

je opleidingsteam.

Voor informatie over examinering kun je contact opnemen met je studieloopbaan begeleider of het

examenbureau. Het examenbureau plaatst alle belangrijke en actuele documenten m.b.t. examinering

NATschool.

We wensen je veel succes met je studie!

Onderzocht moet worden of (en zo ja: HOE) BBL Maatwerk gebruik maakt van Rijn IJssel applicaties!

1 NATschool is de standaard elektronische werkomgeving voor studenten binnen Rijn IJssel. De actuele

documenten waarnaar dit document verwijst zijn óók beschikbaar via je studieloopbaan begeleider (SLB).

2. KWALIFICATIE EN BEROEPSBEELD

2.1 KWALIFICATIE

Kwalificatiedossier: Middenkader Engineering

Middenkader Engineering Technicus

Crebo:

Cohort:

Leerweg: BOL

deeltijd BOL

Niveau: Assistent niveau 1

Basis beroepsopleiding niveau 2

Vakman/vakvrouw niveau 3

Middenkaderfunctionaris niveau 4

Certificeerbare eenheden:

Kenniscentrum:

Kenteq

Wettelijke beroepsvereisten:

Instroomeisen:

Minimaal vereist is een VMBO-KB/TL diploma met goede cijfers voor wiskunde en natuurkunde, of

een diploma van een vergelijkbare opleiding of een overgangsbewijs met vergelijkbaar gewicht.

Een intake gesprek maakt onderdeel uit van de toelatingsprocedure. Plaatsing is afhankelijk van:

Vooropleiding en werkervaring op voldoende niveau om de opleiding te kunnen voltooien;

(Uitzicht op) een relevante functie in de technische dienst van de werkgever;

Certificatie van de werkgever door Kenteq als erkend leerbedrijf voor deze opleiding;

Eigen motivatie om de BBL opleiding te volgen en voltooien;

Medewerking en ondersteuning van het bedrijf om de BBL opleiding te volgen.

Voor kandidaten die kunnen worden geplaatst en aanzienlijke relevante vooropleiding en/of ervaring

kunnen aantonen, kan na onderzoek de kandidaat passend binnen de opleiding worden geplaatst.

Het onderzoek zal mogelijk een "verlengde intake" vergen en er kunnen kosten aan zijn verbonden.

Uitkomst van het onderzoek kan zijn dat de kandidaat de studie in een kortere tijd kan afronden.

Doorstroommogelijkheden:

Het diploma geeft toegangsmogelijkheden tot verwant HBO en specialistische vakgerichte trainingen.

Het middelbaar beroepsonderwijs (MBO) heeft 4 opleidingsniveaus. De functies behorend bij elk

niveau hebben ieder hun eigen rol, verantwoordelijkheid en complexiteit in het werkveld.

Middenkader Engineering Technicus is een niveau 4 opleiding.

Niveau 1

De opleidingen op niveau 1 zijn over het algemeen gericht op praktische werkzaamheden waarbij je

anderen assisteert. Een aantal opleidingen op niveau 1 heeft tevens tot doel oriëntatie op de

arbeidsmarkt.

Niveau 2

Als beroepsbeoefenaar heb je een ondersteunende rol. Je bent verantwoordelijk voor je eigen werk.

Je werkzaamheden zijn van routinematige aard. Bij onverwachte of wisselende omstandigheden vraag

je advies aan je meerdere.

Niveau 3

Als beroepsbeoefenaar heb je zowel een uitvoerende als een corrigerende en een aansturende rol. Je

bent verantwoordelijk voor je eigen werk en dat van jouw team. Je speelt in op wisselende en

onverwachte omstandigheden. Je verricht werk waarvoor standaardwerkwijzen gelden, maar verricht

ook werk dat je naar eigen inzicht moet uitvoeren. Je beschikt over specialistische kennis en

vaardigheden, die voor de uitoefening van je beroep nodig zijn. Tevens beschik je over algemene

kennis en vaardigheden voor de bedrijfsvoering.

Niveau 4

In je beroep vervul je veel verschillende rollen, van uitvoerend tot leidinggevend, van coördinerend tot

beleidsbepalend en van begeleidend tot innoverend. Je bent verantwoordelijk voor je eigen werk en

voor de resultaten van teams/projecten/afdelingen in de organisatie. Je werkt zelfstandig, zonder

tussentijds, verantwoording af te leggen aan een leidinggevende en je kan meerdere opdrachten

naast elkaar uitvoeren. Je verricht werk waarvoor standaardwerkwijzen gelden, maar ook werk dat

naar eigen inzicht wordt uitgevoerd en waarbij verschillende standaardwerkzaamheden gecombineerd

moeten worden. Je beschikt over specialistische kennis en vaardigheden, die voor de uitoefening van

het beroep nodig zijn. Daarnaast beschikt je ook over theoretische kennis van het werkveld en

specialistische kennis en vaardigheden voor de bedrijfsvoering.

2.2 BEROEPSBEELD

2.2.1 Wat doet een Middenkader Engineering Technicus?

Er komt veel kijken bij het ontwerpen, maken, onderhouden en verkopen van producten en systemen.

De ondersteuning van een Middenkader Engineering Technicus zorgt ervoor dat de Product Life Cycle

een stuk soepeler verloopt. De ondersteunde werkzaamheden die hij verricht zijn daarbij onmisbaar.

Als Middenkader Engineering Technicus ben je bezig met een breed pakket aan taken variërend van

de ontwikkeling tot en met het onderhoud van producten en systemen. Daarbij hoort ook het

voorbereiden en begeleiden van productiewerk. Het kan werk betreffen op een of meer van de

werkgebieden: werktuigbouwkunde, elektrotechniek, mechatronica, procestechniek en

installatietechniek. Met je diploma op zak kun je afhankelijk van je werkervaring meteen aan de slag

en je verder ontwikkelen als ontwerper, werkvoorbereider, tekenaar, projectleider of specialistische

onderhoudsmedewerker.

2.2.2 Waar werkt een Middenkader Engineering Technicus?

De Midden Kader Engineering Technicus opleiding in de variant BBL niveau 4 richt zich op kandidaten

die werkzaam zijn in een passende functie binnen een technische dienst van een bedrijf of instelling,

bijvoorbeeld als (aankomend) technisch specialist, werkvoorbereider of projectmedewerker.

2.2.3 Welke taken verricht een Middenkader Engineering Technicus?

Voor de kandidaten is het van belang is dat zij door hun bedrijf worden gestimuleerd en ook begeleid

om zich verder in het vakgebied Engineering te verdiepen middels een formele opleiding. Kandidaten

kwalificeren zich binnen hun bedrijf middels hun studie voor de huidige of volgende functie binnen het

technisch bedrijf. De opleiding bereidt voor op functies als: o Technisch Tekenaar/Constructeur;

o Calculator/Planner/Werkvoorbereider; o Projectmedewerker/projectleider;

o Technische specialist; o Medewerker specialistisch onderhoud;

o Inspecteur Technische Installaties of

o Combinatiefuncties Werkvoorbereiding/uitvoering/specialistisch onderhoud binnen het domein van de technische dienst van een onderneming of instelling.

2.2.4 Welke eigenschappen heeft een Middenkader Engineering Technicus?

Voor de Technicus zijn de volgende houdingsaspecten van belang: procesmatig inzicht; conceptueel

denken; kostenbewustzijn; klantgerichtheid; kwaliteitsbewustzijn; signalerend en oplossend

vermogen; communicatieve en sociale vaardigheden.

Voor de succesvolle afronding van de opleiding is het behalen van een voldoende resultaat voor de

vakinhoudelijk modules heel belangrijk. Zij dragen bij aan het vakmatig deskundig zijn.

Daarnaast is het van groot belang om de juiste beroepshouding te ontwikkelen. Voor de BBL opleiding

werken de opleiding en het leerbedrijf samen om daarvoor de juiste omstandigheden te bieden.

Tegelijkertijd gaat het om meer dan competent te zijn in de specifieke beroepssituatie op het moment

van afstuderen. De student ontwikkeld ook competenties om zelf de verantwoordelijkheid te nemen

voor zijn studie en voor de competentie ontwikkeling.

Een competentieontwikkeling die in het licht van snelle en doorgaande veranderingen in de techniek

en in de organisatie van het werk moet doorgaan ook na het behalen van het diploma.

De student van nu zal in de loop van zijn werkzame leven een aantal keren moeten omschakelen naar

nieuwe technieken of naar andere functies om zo zijn waarde voor het bedrijf te houden en daarmee

uitzicht op een stabiele werkrelatie en daaraan gekoppeld inkomen.

3. ONDERWIJSVISIE EN UITGANGSPUNTEN

3.1 ONDERWIJSVISIE EN UITGANGSPUNTEN

Voor alle opleidingen is binnen het Rijn IJssel de visie op onderwijs als volgt geformuleerd:

We willen de student een aantrekkelijke en betekenisvolle opleiding bieden met perspectief op

een baan en/of doorstroommogelijkheden naar een hoger niveau. Het onderwijsaanbod sluit

aan bij de wensen en kwaliteitseisen die de student, de omgeving en de overheid stellen.

Het onderwijs is flexibel door zowel binnen de school als buiten de school te werken, meer

beroepspraktijkervaring (BPV) en praktijkscholing in te zetten en veel verschillende vormen

van leren in diverse omgevingen te ontwikkelen.

De visie van Rijn IJssel is nader uitgewerkt in het handboek Leren en Waarderen. Het handboek is te

raadplegen op NATschool.

3.2 COMPETENTIEGERICHT ONDERWIJS (CGO)

De basis van je opleiding vormt het kwalificatiedossier dat door de minister van Onderwijs, Cultuur en

Wetenschap vastgesteld is. Een kwalificatiedossier beschrijft voor een beroep of beroepsgroep:

o de inhoud van het beroep;

o de benodigde competenties voor een beginnende beroepsbeoefenaar;

o de benodigde kennis en vaardigheden voor een beginnende beroepsbeoefenaar;

o taal- en rekeneisen van het beroep.

Tijdens je opleiding krijg je veel te maken met onderstaande begrippen uit het kwalificatiedossier.

Kerntaak

Een kerntaak bestaat uit een geheel van inhoudelijk met elkaar samenhangende werkprocessen,

kenmerkend voor de beroepsuitoefening.

Alle kerntaken samen beschrijven de essentie van de beroepsuitoefening van de betreffende

beroepengroep. Kerntaken, werkprocessen en competenties vormen samen het hart van de

beroepsbeschrijving in een kwalificatiedossier.

Werkproces

Een werkproces is een afgebakend geheel van beroepshandelingen binnen een kerntaak. Het

werkproces kent een begin en een eind, heeft een resultaat en wordt als kenmerkend herkend in de

beroepspraktijk. Een werkproces bestaat dus nooit uit één handeling of gedraging.

Competentie

Het vermogen om op basis van kennis, vaardigheden en houding adequaat te kunnen handelen. Om

goed te kunnen functioneren in een beroep heb je bepaalde competenties nodig.

3.3 TAAL, REKENEN, LEREN LOOPBAAN EN BURGERSCHAP

Naast de kerntaken uit het kwalificatiedossier zijn er landelijke exameneisen vastgesteld voor

Nederlands, Moderne vreemde talen (Engels; Duits), Rekenen, Leren Loopbaan en Burgerschap.

Om goed in onze samenleving mee te kunnen doen, is alleen een voorbereiding op een beroep niet

voldoende. Leren, Loopbaan en Burgerschap spelen daar op in. Bij Leren en Loopbaan leer je om zelf

sturing te geven aan jouw eigen ontwikkeling. Burgerschap gaat in op deelname aan de maatschappij.

Denk aan het maken van politieke keuzes, op tijd op het werk komen, als kritisch consument kunnen

functioneren etc. Alle studenten in het MBO moeten competent zijn op het gebied van Leren,

Loopbaan en Burgerschap.

3.4 BEROEPSPRAKTIJKVORMING (BPV)

In de Beroeps Begeleidende Leerweg ga je over het algemeen één dag per week naar school en werk

je vier dagen per week bij je werkgever. Minimaal 60% van de opleiding bestaat uit

beroepspraktijkvorming (BPV). Het Kenniscentrum Beroepsonderwijs beoordeelt of een bedrijf

geschikt is om als leerbedrijf te fungeren voor de opleiding die je volgt.

BPV overeenkomst

De grondslag voor beroepspraktijkvorming is de BPV overeenkomst, waarin de rechten en plichten zijn

vastgelegd van alle betrokkenen bij BPV: de student, het leerbedrijf en de onderwijsinstelling. De

onderwijsinstelling moet ervoor zorgen, dat er een BPV-overeenkomst komt.

In de BPV-overeenkomst zijn in elk geval vastgelegd:

o de aanvangsdatum en einddatum van de beroepspraktijkvorming, evenals het aantal te volgen

praktijkuren per kalenderjaar;

o wie de BPV-opleider (begeleider vanuit het leerbedrijf) is en wat hij doet;

o de gevallen waarin en de wijze waarop de overeenkomst voortijdig kan worden ontbonden (de

onderwijsinstelling zorgt in dit geval voor een toereikende vervangende voorziening).

Voor de BPV-overeenkomst geldt verder dat deze ondertekend moet worden door de student, het

leerbedrijf, het kenniscentrum en de onderwijsinstelling. Indien je nog geen 18 bent, moet de BPV-

overeenkomst getekend worden door de ouders of verzorgers.

De BPV moet altijd met een voldoende of goed worden afgesloten. De BPV-begeleider (begeleider Rijn

IJssel) bekijkt of je voldoende BPV-uren hebt gemaakt aan de hand van de urenregistratie die jij moet

invullen en die ondertekend moeten worden door je leerbedrijf. Tevens beoordeelt de BPV begeleider

na afloop van de BPV of je in het leerbedrijf inderdaad de competenties hebt ontwikkeld die je er

moest ontwikkelen. De BPV-begeleider betrekt daarbij het oordeel van het leerbedrijf.

3.5 ONDERWIJSTIJD

Zoals je hierboven al hebt kunnen lezen werk je op vele manieren aan het verwerven van kennis,

vaardigheden en een goede werkhouding (je competenties) om uiteindelijk de kerntaken en daarmee

je toekomstige beroep goed uit te kunnen voeren.

Jaarlijks besteed je 41 weken aan je opleiding, in totaal circa 1600 uur. Het cursusjaar is opgedeeld in

4 periodes. Een deel van deze 1600 uur werk je op school aan opdrachten en volg je er presentaties,

instructies, workshops etc. Daarnaast werk je aan opdrachten tijdens je beroepspraktijkvorming en

huiswerkopdrachten.

Binnen het onderwijs kan een activiteiten week worden opgenomen. Het programma voor een

activiteitenweek wordt ruim van te voren aangekondigd en deels door het opleidingsteam ingevuld.

In zo'n activiteitenweek kunnen bijvoorbeeld practicumdagen of een excursie worden gepland.

Hieronder kun je zien hoeveel uren per schooljaar besteed wordt aan begeleid en onbegeleid leren.

Hierbij gaan wij uit van een gemiddeld studietempo. Hoeveel uur je exact aan de opleiding besteedt

kan variëren per individu.

3.6 INHOUD EN INRICHTING VAN HET ONDERWIJS.

Het BBL onderwijs omvat het deel dat binnen het werken bij de werkgever valt plus het deel dat wordt

verzorgd door en vanuit de opleiding. Beide delen staan nauw met elkaar in verbinding en

ondersteunen en versterken elkaar. Het onderwijs is ingericht als Competentie Gericht Onderwijs. Dat

betekent dat deelnemers een ontwikkeling doormaken vanuit een startpositie van een relatief geringe

inhoudelijke kennis, beperkte vaardigheden en zelfstandigheid, naar de benodigde inhoudelijke kennis,

de vaardigheden en de zelfstandigheid, die behoren bij de gediplomeerde beroepsbeoefenaar.

De deelnemer is vanaf de start van de opleiding primair zelf verantwoordelijk voor zijn ontwikkeling en

wordt daarbij vanuit de opleiding door de Studie Loopbaan Begeleider (SLB) begeleidt. Bij de start van

de opleiding is sprake van een intensievere begeleiding. Die begeleiding neemt in de loop van de

opleiding af om zo ruimte te geven aan de toenemende zelfstandigheid van de deelnemer.

De onderwijsmodulen Techniek zijn gebaseerd op de leerstof ontwikkeld binnen de opleiding PBNA.

Voor LLB wordt gebruik gemaakt van een specifiek voor het Marinebedrijf ontwikkelde methode.

De programma's voor Talen en Rekenen zijn op de lesmethoden van Deviant gebaseerd .

De studiebelasting per studiejaar vanuit de opleiding is 520 uur. Dat omvat de begeleide studie tijd

van 1 lesdag per week gedurende 40 lesweken en het thuiswerk plus het uitwerken van BPV

opdrachten. Een overzicht van het studieprogramma is weergegeven in hoofdstuk 6.

In het algemeen is deelname aan modules uit hogere studiejaren eerst mogelijk wanneer het

programma van het lopende studiejaar met succes is afgerond.

De opleiding kan toestemmen hiervan af te wijken.

Brede vorming tot Middenkader Engineering Technicus.

Voor de Technicus zijn vooral de volgende houdingsaspecten van belang: procesmatig inzicht;

conceptueel denken; kostenbewustzijn; klantgerichtheid; kwaliteitsbewustzijn; signalerend en

oplossend vermogen; communicatieve en sociale vaardigheden.

Voor de succesvolle afronding van de opleiding is het behalen van een voldoende resultaat voor de

vakinhoudelijk modules heel belangrijk. Zij dragen bij aan het vakmatig deskundig zijn.

Daarnaast is het van groot belang om de juiste beroepshouding te ontwikkelen. Voor de BBL opleiding

werken de opleiding en het leerbedrijf samen om daarvoor de juiste omstandigheden te bieden.

In de opleiding wordt in elk jaar een BPV project gedaan. Dit project vraagt van de student om binnen

de werksituatie gericht aandacht te besteden aan de ontwikkeling als zich ontwikkelende vakman in

de beroepscontext. De student ontwikkeld zijn competenties om in die echte praktijk goed te

functioneren. Uiteindelijk is het bereiken van een juiste graad van vakbekwaamheid op de kerntaken,

uitgevoerd in de beroepssituatie, doorslaggevend voor het kunnen behalen van het diploma.

Tegelijkertijd gaat het om meer dan competent te zijn in de specifieke beroepssituatie op het moment

van afstuderen. De student ontwikkeld ook competenties om zelf de verantwoordelijkheid te nemen

voor zijn studie en voor de competentie ontwikkeling.

Een competentieontwikkeling die in het licht van snelle en doorgaande veranderingen in de techniek

en in de organisatie van het werk, moet doorgaan ook na het behalen van het diploma.

De student van nu zal in de loop van zijn werkzame leven een aantal keren moeten omschakelen naar

nieuwe technieken of naar andere functies om zo zijn waarde voor het bedrijf te houden en daarmee

uitzicht op een stabiele werkrelatie en daaraan gekoppeld inkomen.

Rol en verantwoordelijkheden

De Technicus heeft een voorbereidende en begeleidende rol in het organiseren van mensen en

middelen. Hij werkt zelfstandig en is verantwoordelijk voor de uitvoering van zijn eigen takenpakket:

het ontwerpen van producten, het voorbereiden en begeleiden van productiewerk en het

onderhouden van producten. Hij ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan zijn direct

leidinggevende.

Complexiteit

De Technicus heeft een diversiteit aan werkzaamheden. Hij heeft algemene kennis van en

vaardigheden voor uitoefening van het beroep en theoretische kennis van het werkveld.

De complexiteit wordt met name bepaald door de volgende factoren: o omvang, grootte en samenstelling en vorm van de producten en systemen; o het vereiste inzicht in het ontwerpproces;

o het vereiste inzicht in productietechnieken en het productieproces;

o de breedte en diversiteit van het takenpakket; o de communicatie met medewerkers van verschillende afdelingen en niveaus.

Deze rollen en verantwoordelijkheden in een complexe omgeving houden in dat de Middenkader

Engineering Technicus een bepaalde taalbeheersing moet hebben en ook op een voldoende niveau

rekenvaardigheden bezit. Deze vaardigheden worden in aparte vakken en geïntegreerd in de opleiding

aangeboden.

Binnen de doelstelling van brede vorming valt ook de ontwikkeling van competenties die horen bij het

daadwerkelijk kunnen opnemen van de eigen verantwoordelijkheid voor studie en loopbaan, plus de

competenties die nodig zijn voor een zelfstandig en betrokken burgerschap.

Het ontwikkelen van de competenties voor Leren en Loopbaan wordt geïntegreerd in de vakopleiding

aangeboden. Competenties behorende bij Burgerschap komen aan de orde in de modulen LLB.

3.7 INHOUD EN INRICHTING VAN DE BEROEPSPRAKTIJKVORMING

De Beroepspraktijkvorming (BPV) is binnen de opleiding Middenkader Engineering Technicus in de BBL

variant van het allergrootste belang. Immers de tijd beschikbaar voor kennisoverdracht en begeleiding

binnen school is beperkt in vergelijking met de tijd beschikbaar voor werken en leren binnen de

bedrijfsomgeving van het leerbedrijf. Deze structuur leidt ertoe dat de tijd binnen de opleiding vooral

wordt gebruikt voor het overdragen en oefenen van kennis (binnen de technische modulen), het

ontwikkelen van basisvaardigheden . op gebied van talen LLB (Leren, Loopbaan en Burgerschap).

Binnen de opleiding wordt de basis gelegd en daarvoor wordt een mix aan onderwijswerkvormen

gebruikt. Voor de technische vakken gaat het o.a. om klassikale instructie, kennisoverdracht,

zelfstudie, praktijkoefeningen en werken in projectgroepen. De toepassing in de praktijk binnen de

werkomgeving brengt dan de ontwikkeling van de echte operationele vaardigheid. Daarbij doorloopt

de deelnemer een ontwikkelpad van uit een betrekkelijk onbekendheid met de materie en beperkte

zelfstandigheid, naar uiteindelijke bekendheid met de materie, vaardigheid in de praktische toepassing

en een passend niveau van zelfstandigheid.

Voor de talen en de LLB wordt naast een klassikale instructie en kennisoverdracht ook gewerkt in

workshops, discussiegroepen en projectteams. Met name het werken in groepen is belangrijk om voor

de opleiding belangrijke vaardigheden te leren die zich richten op samenwerken, nemen van initiatief

en verantwoordelijkheid. Immers de Middenkader Engineering Technicus heeft in zijn functie te maken

met gebruikers, collega's, toeleveranciers, afnemers, etc.. Kortom, in het werk is samenwerken met

anderen een voorwaarde. Het is binnen de opleiding een van de belangrijkste te ontwikkelen

competenties. Deze vaardigheden komen binnen de BPV nadrukkelijk aan de orde.

In de opleiding wordt voor de ontwikkeling van vaardigheden in de BPV gebruik gemaakt van de

systematiek zoals die is ontwikkeld binnen het Consortium BO.

Elk jaar staat in het teken van een specifiek BPV project. De precieze details van het BPV project

hangen af van de mogelijkheden van het leerbedrijf en worden in overleg tussen opleiding en

leerbedrijf bepaald.

Leerjaar: Omschrijving: Toelichting:

1 t/m 4 Basis principes

MK Engineering Technicus

Werken aan een methodische competentie ontwikkeling

binnen de opleiding en vooral binnen de BPV

1 Onderzoeker. PW-4 Functioneren als werknemer in een arbeidsorganisatie

2 Trainee. PW-6 Werkvoorbereiding, oplevering en LLB.

3 Naar de eindstreep. PW-9 De complete maakcyclus krijgt een plaats in het project.

4 The finishing touch. PW-12c In het project komen alle competenties aan de orde.

Tijdens de opleiding is er intensief contact tussen de opleiding en het leerbedrijf. Binnen het

leerbedrijf is een praktijkbegeleider je eerste aanspreekpunt. In principe wordt twee maal per jaar een

driegesprek gehouden waarin de deelnemer, zijn begeleider van school en de praktijkbegeleider

samen de studievoortgang en de competentie ontwikkeling bespreken. Daarbij komt ook het

functioneren van de deelnemer binnen het leerbedrijf in algemene zin aan de orde.

In de periode oktober/november wordt teruggekeken op het afgelopen schooljaar en een planning

gemaakt over de uitvoering van het BPV project dat schooljaar.

In de periode april/mei wordt de voortgang binnen de studie en de resultaten in het BPV-project

besproken. Voor de resterende maanden van het schooljaar worden afspraken gemaakt.

Wanneer daarvoor aanleiding is kan worden afgesproken om 6-8 weken na een bespreking een extra

overleg te houden om te bezien of afgesproken resultaten (alsnog) volgens plan zijn behaald.

Daarnaast krijgt de praktijkbegeleider van het leerbedrijf bericht van alle school resultaten en aan het

einde van het schooljaar een overzicht van de behaalde resultaten tot dan toe.

Wanneer de studieresultaten achterblijven of ernstig onvoldoende uitvallen, of wanneer de resultaten

binnen BPV en/of in de werksituatie onvoldoende zijn is dat aanleiding tot overleg tussen opleiding,

deelnemer en praktijkbegeleider. Wanneer een plan tot verbetering binnen de afgesproken tijd niet

leidt tot verbetering van de resultaten, zal een bindend negatief studieadvies worden gegeven. In dat

geval wordt de deelnemer door het leerbedrijf uit de opleiding teruggetrokken.

INTAKE EN VOORTGANG Middenkader Engineering Technicus Crebo: 94421

Onderwijsvorm: BBL – niveau 4. Kenniscentrum: Kenteq V1.1 - Blad: 14 / 39.

Vakgebied: Onderwijsinhoud: Weging: Beoordelingschaal: P 1-4 P 5-8 P 9-12 P 13-16

Vakkennis Onderwijsmodulen volgens studieprogramma (zie HS. 6) 1 1 - 10 X X X X

Kerntaken Ontwerpt producten of systemen 1 D / A / G X X X X

Bereidt productiewerk voor 1 D / A / G X X X X

Begeleidt productiewerk 1 D / A / G X X X X

Onderhoudt producten en systemen 1 D / A / G X X X X

Leren, Loopbaan Geïntegreerd binnen het BPV project. 1 O / V / G X X X X

Burgerschap Methode Marinebedrijf + integratie in BPV project. 1 O / V / G X X X

Nederlands luisteren 3F 1 1 - 10 X X X

lezen 3F 1 1 - 10 X X X

gesprekken voeren 3F 1 1 - 10 X X X

spreken 3F 1 1 - 10 X X X

schrijven 3F 1 1 - 10 X X X

Rekenen Getallen,verhoudingen, meten/meetkunde, verbanden. 1 1 - 10 X X X

Engels Luisteren - A2 1 1 - 10 X X X

Lezen - A2 1 1 - 10 X X X

Gesprekken voeren - A2 1 1 - 10 X X X

Spreken - A2 1 1 - 10 X X X

Schrijven - A2 1 1 - 10 X X X

OER - Middenkader Engineering Technicus Crebo: 94421. Crebo: 94421

4. EXAMINERING EN DIPLOMERING

In dit hoofdstuk wordt beschreven wat de voorwaarden zijn om het diploma Middenkader Engineering

Technicus te halen. Als je vragen hebt over examinering, dan kun je altijd contact opnemen met je

studie loopbaanbegeleider (SLB) of het examenbureau. In de studiegids vind je alle contactgegevens.

4.1 VOORTGANGSBEOORDELING EN EXAMINERING

In het onderwijs kun je op twee manieren beoordeeld worden.

Voortgangsbeoordeling

Gedurende het eerste deel van je opleiding zul je vooral diagnostisch beoordeeld worden. Je maakt

verschillende opdrachten en toetsen die bedoeld zijn om je voortgang te meten en zo nodig om je

leerproces bij te stellen. Door het maken van deze diagnostische opdrachten weet je of je klaar bent

om examen te doen, of dat je juist nog extra aandacht moet besteden aan bepaalde kennis,

competenties of vaardigheden. Je bespreekt de resultaten van deze opdrachten met je

studieloopbaanbegeleider en hij zal dan ook, in overleg met het opleidingsteam, aangeven wanneer jij

klaar bent om examens of examenopdrachten te gaan maken.

Examinering

Om in aanmerking te komen voor een diploma voor jouw opleiding moet je laten zien dat je alle

benodigde competenties, kennis en vaardigheden die horen bij je beroep, beheerst. Dit doe je door

het maken van examens of examenopdrachten.

Examens kunnen zowel op school (simulatie van de praktijk) als in de beroepspraktijk (BPV) worden

afgenomen. In het examenplan staat voor jouw opleiding beschreven welke examens je moet maken

en aan welke voorwaarden je moet voldoen om in aanmerking te komen voor het diploma.

4.2 EXAMEN

4.2.1 Examenplan

Het examenplan is opgedeeld in de volgende onderdelen:

o Kerntaken

o Leren loopbaan

o Burgerschap

o Nederlands en Rekenen

o Moderne vreemde talen (Engels en Duits)

In de hoofdstukken 4.2.2 t/m 4.2.7 wordt meer per examenonderdeel uitleg gegeven over de manier

van examineren en de examens.

4.2.2 Kerntaken

De kerntaken van het beroep worden afgetoetst middels examens of examenopdrachten die specifiek

betrekking hebben op het beroep waarvoor je wordt opgeleid.

De kerntaken en werkprocessen voor de MK Engineering Technicus staan vermeld in de tabel en

verder uitgewerkt vermeld in Hoofdstuk 8; bijlage 1:

Kerntaak Werkproces

Kerntaak 1:

Ontwerpt producten of systemen

1.1 Verzamelen en verwerken van ontwerpgegevens.

1.2 Uitwerken van ontwerpen.

1.3 Kiezen materialen en onderdelen.

1.4 Maken van een kostenberekening.

Kerntaak 2:

Bereidt productiewerk voor

2.1 Verzamelen en verwerken van productiegegevens.

2.2 Maken van een tekening(pakket).

2.3 Organiseren van mensen en middelen.

Kerntaak 3:

Begeleidt productiewerk

3.1 Begeleiden productieproces.

3.2 Bewaken begroting.

3.3 Uitvoeren kwaliteitscontroles.

3.4 Opleveren van werk.

Kerntaak 4:

Onderhoudt producten en systemen

4.1 Inspecteren en testen van producten en systemen.

4.2 Optimaliseren van producten en systemen.

De kerntaken worden afgetoetst binnen de BPV. Er wordt gebruikt gemaakt van een examenproduct

ontwikkelt door het Consortium BO. De student werkt in het laatste studiejaar aan een project en

gebruikt Projectwijzer 12C als methodische drager voor het vastleggen van voortgang en de

resultaten. Dit dossier vormt het portfolio dat door de student ter beoordeling wordt ingebracht.

Beoordeling vindt plaats op basis van de bij de Projectwijzer 12C behorende methodieken.

Het gaat dan om een mix van tenminste twee instrumenten: observatie, productbeoordeling, reflectie

verslag, beoordelingsgesprek of een presentatie. De normale gang van zaken is dat de student een

presentatie geeft om de voortgang en resultaten van het BPV-project te laten zien.

Het BPV-project wordt ook op zichzelf beoordeeld. (zie paragraaf 4.2.3.)

Om de kerntaken goed uit te kunnen voeren is nodig dat de kandidaat voldoende ook theoretische

vakkennis bezit. Om te borgen dat die kennis in de opleiding is verworven worden zes (6)

onderwijsmodules expliciet in het examen betrokken. Daarbij gaat het om vier (4) basismodules en

twee (2) Verplichte Keuze modules. Welke modules worden gekozen hangt af van de studierichting

(Werktuigbouwkunde of Elektrotechniek) en de specialisatie van de kandidaat in zijn werkzaamheden

binnen het bedrijf. De uiteindelijke keuze wordt vastgelegd aan het begin van het derde studiejaar in

overleg tussen opleiding, student en bedrijf.

4.2.3 Beroepspraktijk (BPV)

Zoals je in hoofdstuk 3.3 hebt kunnen lezen, vormt de BPV een belangrijk onderdeel van je opleiding.

Dit geldt ook voor examinering. De beoordeling van de beroepspraktijk moet voldoende zijn om in

aanmerking te kunnen komen voor je diploma.

Beoordeling vindt plaats aan de hand van de monitoren die behoren bij het BPV-project in elk

studiejaar. Elk jaar is er een afsluitend beoordelingsgesprek waarin de praktijkbegeleider van het

leerbedrijf, de begeleidend docent vanuit de opleiding en de student de BPV periode evalueren.

Elke BPV-periode moet als voldoende worden beoordeeld. Wanneer een BPV-periode onvoldoende

wordt beoordeeld, maghet éénmaal worden overgedaan. Is de BPV-periode opnieuw onvoldoende dan

wordt de deelnemer door zijn werkgever uit de opleiding teruggetrokken.

4.2.4 Leren Loopbaan

Leren Loopbaan wordt beoordeeld middels voortgangsgesprekken en reflectiegesprekken tijdens de

BPV perioden. Bij Leren Loopbaan leer je om je eigen loopbaan te sturen. Gedurende je studieperiode

kan je dan ook aantonen dat je groei hebt doorgemaakt, bijvoorbeeld middels reflectieverslagen en

persoonlijk ontwikkelplannen.

Elke deelnemer in deze opleiding is werknemer in de arbeidsorganisatie van het leerbedrijf. Jij bent

onderworpen aan een HRM methodiek van personeelsbeoordeling bij je werkgever. Uit deze

beoordelingen in combinatie met de beoordeling van een reflectieverslag in het laatste studiejaar blijkt

de persoonlijke ontwikkeling.

4.2.5 Burgerschap

Burgerschap kent 5 kerntaken met werkprocessen.

De opleiding maakt voor Burgerschap gebruik van studiestof ontwikkeld t.b.v. het Marine Bedrijf.

Tijdens de opleiding komen alle vijf de aandachtgebieden aan de orde. Daarbij worden verschillende

werkvormen gebruikt als groepswerk, kringgesprekken, rollenspel, etc. Deze onderwijswerkvormen

worden geïnitieerd, begeleidt en beoordeelt (via observatie) door de begeleidende docent.

Deelnemers maken per onderwerp een reflectieverslag dat wordt beoordeeld. De uitkomsten hiervan

tellen mee in de eindbeoordeling. De beoordeling moet tenminste drie uit vijf voldoende zijn.

4.2.6 Nederlands en Rekenen

Het moment waarop het examen plaats vindt, bepaald welke methode van examineren wordt

toegepast. Voor kandidaten die hun opleiding afsluiten in het schooljaar 2012/2013 of eerder geldt

dat het Nederlandse Taal en het Rekenonderwijs er op is gericht dat de studenten het eindniveau 3F

behalen. De examinering vindt plaats via een instellings (=school) examen.

In 2013-2014 start de centrale examinering voor Nederlands en Rekenen. Hiervoor geldt:

Nederlands

o Het centraal examen Nederlands betreft de domeinen lezen en luisteren;

o De overige 4 domeinen (gespreksvaardigheid, spreekvaardigheid, schrijfvaardigheid en

taalverzorging en de begrippenlijst) worden middels instellingsexamens afgetoetst (Rijn IJssel

examen);

o Het centraal examen telt voor 50% mee in je eindcijfer;

Je mag een 5 halen voor Nederlands als je een voldoende haalt voor Rekenen.

Lager dan een 5 is niet toegestaan.

Rekenen

Voor Rekenen wordt vanaf schooljaar 2013/2014 alleen geëxamineerd middels een centraal examen.

In dit centraal examen worden alle 4 domeinen getoetst, namelijk: Getallen, Verhoudingen, Meten en

meetkunde en Verbanden.

Je mag een 5 halen voor Rekenen als je een voldoende haalt voor Nederlands.

Lager dan een 5 is niet toegestaan.

4.2.7 Moderne vreemde talen (Engels)

De moderne vreemde talen worden geëxamineerd volgens het Europees referentiekader. Volgens het

Europees referentiekader wordt de taal opgedeeld in vijf vaardigheden: Luisteren, Lezen, Gesprekken

voeren, Spreken en Schrijven. In het kwalificatiedossier van jouw opleiding staat beschreven welke

moderne vreemde taal je moet afsluiten en op welk niveau.

Om een te voldoen aan de voorwaarden voor diplomering, moet je tenminste 3 van de 5 vaardigheden

afsluiten op het juiste niveau. De resultaten worden op de resultatenlijst weergegeven volgens de

niveaus van het Europees referentiekader.

Voor de taal Engels worden voor het niveau A2 de onderstaande vaardigheden verwacht:

BEGRIJPEN

Luisteren

Ik kan zinnen en de meest frequente woorden begrijpen die betrekking hebben op gebieden die voornamelijk van direct

persoonlijk belang zijn (bijv. basisinformatie over mijzelf en familie, winkelen, plaatselijke geografie, werk).

Ik kan de belangrijkste punten in korte, duidelijke eenvoudige boodschappen en aankondigingen volgen.

BEGRIJPEN

Ik kan korte eenvoudige teksten lezen. Ik kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse

teksten zoals advertenties, menu’s en dienstregelingen en ik kan korte, eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen.

SPREKEN

Gesproken Interactie

Ik kan communiceren over eenvoudige en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie

over vertrouwde onderwerpen en activiteiten betreffen. Ik kan zeer korte sociale gesprekken hanteren, zelfs terwijl ik

gewoonlijk niet voldoende begrijp om het gesprek zelfstandig gaande te houden.

SPREKEN

Gesproken Productie

Ik kan een reeks uitdrukkingen en zinnen gebruiken om in eenvoudige bewoordingen mijn familie en andere mensen,

leefomstandigheden, mijn opleiding en mijn huidige of meest recente baan te beschrijven.

SCHRIJVEN

Schrijven

Ik kan korte, eenvoudige notities en boodschappen die betrekking hebben op directe behoeften opschrijven. Ik kan een

zeer eenvoudige persoonlijke brief schrijven, bijvoorbeeld om iemand voor iets te bedanken.

Leermiddelen: voor Taal en Rekenen en Engels wordt gewerkt met de methode Deviant. De

methode bestaat uit boeken en een digitaal gedeelte. Er wordt onderzocht welke toegangsmethode

voor het digitaal deel zal worden gebruikt.

Overzicht Examens opleiding Middenkader Engineering Technicus – BBL-4

Afname periode Examens

Vakkennis Verplichte onderwijsmodule-1 volgens leerplan. 1 1-10 ** X

Verplichte onderwijsmodule-2 volgens leerplan. 1 1-10 ** X

Keuze onderwijsmodule-5 volgens leerplan. 1 1-10 ** X

Keuze onderwijsmodule-6 volgens leerplan. 1 1-10 ** X

Kerntaken Ontwerpt producten of systemen 1 Deels/Aangetoond/Goed X

Bereidt productiewerk voor 1 Deels/ Aangetoond/Goed X

Begeleidt productiewerk 1 Deels/ Aangetoond/Goed X

Onderhoudt producten en systemen 1 Deels/ Aangetoond/Goed X

Leren,

Loopbaan

Geïntegreerd binnen het BPV project. 1 O / V / G X X

Burgerschap Methode Marinebedrijf + integratie in BPV project

in het 3e studiejaar.

1 O / V / G X

Nederlands luisteren - 3F 0,25* 1-10 X

lezen - 3F 0,25* 1-10 X

gesprekken voeren - 3F 0,1666* 1-10 X

spreken - 3F 0,1666* 1-10 X

schrijven - 3F 0,1666* 1-10 X

Afname periode Examens

Rekenen Getallen,verhoudingen, meten/meetkunde,

verbanden.

1* 1-10 X

Engels Luisteren - A2 3 van 5 vaardigheden op niveau X

Lezen - A2 3 van 5 vaardigheden op niveau X

Gesprekken voeren - A2 3 van 5 vaardigheden op niveau X

Spreken - A2 3 van 5 vaardigheden op niveau X

Schrijven - A2 3 van 5 vaardigheden op niveau X

* Minimaal eindcijfer 5 voor Nederlands en 6 voor Rekenen of eindcijfer 6 voor Nederlands en 5 voor Rekenen. ** Het rekenkundig gemiddelde van de resultaten voor de vakkennis examens (op 1 decimaal) moet >= 6 zijn.

Op de lijst mag maximaal éénmaal het cijfer 5 voorkomen. De keuze voor de verplichte vakken en de verplichte keuze vakken wordt bij de start van het derde studiejaar gemaakt in overleg tussen opleiding – student – werkgever. De examens vinden plaats in het derde en/of het vierde studiejaar. Examenzittingen worden met enige regelmaat georganiseerd vanuit de opleiding. Die examenmomenten worden ruimschoots van te voren bekend gemaakt. Het tijdstip dat een student aan een bepaald examen mee doet wordt vastgesteld in overleg tussen opleiding en student.

4.3 BEOORDELING EN BEKENDMAKING VAN DE UITSLAG

4.3.1 Beoordelaars

Examens worden beoordeeld door beoordelaars. Bij elk examen zijn er vastgestelde criteria waarop je

wordt beoordeeld (beoordelingscriteria). De beoordelaar bepaalt de voorlopige uitslag van een

examenonderdeel binnen 10 werkdagen nadat je het examen hebt gedaan. De voorlopige uitslag

wordt binnen 10 dagen na je examen bekend gemaakt.

Om de kwaliteit van de beoordeling te borgen, kan er tevens gebruik gemaakt worden van

beoordelaars uit het bedrijfsleven.

4.3.2 Centrale examens

Zowel voor Nederlands (Lezen en Luisteren) als voor Rekenen neem je vanaf het schooljaar

2013/2014 deel aan centrale examens. Hoe de examinering exact plaatsvindt is op dit moment nog

niet bekend. Zodra hierover meer bekend is, word je nader geïnformeerd. Natuurlijk kun je hierover

ook navraag doen bij je docent Nederlands of je docent Rekenen.

De uitslag van de centrale taal- en rekenexamens hoor je schriftelijk en zes weken nadat je examen

hebt gedaan.

4.3.3 Instellingsexamens

De instellingsexamens Nederlands, Rekenen en Moderne Vreemde Talen (Engels en/of Duits) worden

op school afgenomen. Hiervoor geldt dat de beoordelaar de voorlopige uitslag van een

examenonderdeel binnen 10 werkdagen nadat je het examen hebt gedaan bepaalt. De voorlopige

uitslag wordt binnen 10 dagen na je examen bekend gemaakt.

5. EXAMENREGLEMENT

Rijn IJssel heeft een Centraal examenreglement voor alle MBO opleidingen opgesteld. Hierin is de

examenorganisatie omschreven. Verder zijn hierin alle regels opgenomen waaraan de betrokkenen bij

de examinering zich moeten houden. Je vindt hierin tevens nadere informatie over inzage, het

aanvragen van vrijstellingen en herkansingen, aangepaste examens, bezwaar en beroep.

In het examenreglement is een begrippenlijst opgenomen.

Het op dit moment geldende examenreglement is te raadplegen op NATschool.

6. UITWERKING ONDERWIJSPROGRAMMERING.

Studieprogramma: Module: TYPE Wtb Elt Norm: Beoordeling: Toelichting: P1 –

P5 –

P9 –

P13 –

Vakkentabel: SBU SBU SBU SBU

Wiskunde I 6110 V X X >= 6 1 – 10 Voor de studiejaren 1- 3 geldt:

(Dus voor elk studiejaar op zich!)

- Gemiddelde >= 6.

- Max. één maal cijfer 5.

- Cijfer <= 4; moet over.

- Na herkansing blijft het hoogste

cijfer staan.

Voor het examenjaar gelden

specifiek de diploma eisen.

Afsluitende toetsen in

3e of 4e studiejaar voor:

LLB, Talen en Rekenen.

Bij een onvoldoende BPV periode:

maximaal 1 * overdoen.

Gonio. en Logaritmen 6106 V X X >= 6 1 – 10 60

Natuurkunde/mechanica 6063 V X X >= 6 1 – 10 120

Elektriciteitsleer I 3053 V X X >= 6 1 – 10 120

Natuurkunde: 6060 V X X >= 6 1 – 10 100

Fabricagetechniek 3056 V X >= 6 1 – 10 80

Sterkteleer 3117 V X >= 6 1 – 10 100

Werktuigonderdelen: 3124 V X >= 6 1 – 10 120

Materialen: 3073 V X >= 6 1 – 10 100

Elektriciteitsleer II 3034 V X >= 6 1 – 10 120

Wisselstroomtheorie 3127 V X >= 6 1 – 10 120

Elektronica ALC/HTO V X >= 6 1 – 10 100

Elektr. Meettechniek 3042 V X >= 6 1 – 10 60

Werktuigbouw Tekenen 3119 V X >= 6 1 – 10 100

Digitale Inf.verwerking ALC/HTO V X >= 6 1 – 10 100

Keuze vakken (uit lijst) ALC/HTO V X X >= 6 1 – 10 240

Nederlands Deviant V X X >= 6 1 – 10 40 40

Engels Deviant V X X >= 6 1 – 10 60

Rekenen Deviant V X X >= 6 1 – 10 40

LL & Burgerschap ALC/HTO V X X V / G O / V / G 60

BPV-project 1 / 2 / 3 / 4 P.Wijzer V X X V / G O / V / G 80 160 120 180

Totaal: 520 520 520 520

Studieprogramma Keuzevakken: Module: TYPE Wtb Elt Norm: Beoordeling: Toelichting: SBU: P9 –P16

Energietechniek (14.42 les 23-31) VK X >= 6 1 – 10 De keuze vakken

komen aan de orde in

het 3e en 4e studiejaar,

nadat de basisvakken

met succes zijn

afgerond.

Voor het examen kiest

elke kandidaat uit deze

lijst vakken met totaal

ten minste een SBU

van 240 uur.

Materialenkennis: elektrotechniek VK X >= 6 1 – 10 60

Elektrische machines VK X >= 6 1 – 10 120

Elektrotechnische meettechniek VK X >= 6 1 – 10 60

Schakelschema’s VK X >= 6 1 – 10 120

Elektrotechnische installaties VK X >= 6 1 – 10 60

Vermogens elektronica VK X >= 6 1 – 10 60

Natuurkunde, licht en geluid 6061 VK X >= 6 1 – 10 100

Componenten; passieve en actieve 3017 VK X >= 6 1 – 10 120

Analoge schakelingen 3005 VK X >= 6 1 – 10 120

Elektronische meettechniek 1043 VK X >= 6 1 – 10 60

Statistiek 1 6088 VK X >= 6 1 – 10 60

Digitale besturingen 3024 VK X >= 6 1 – 10 60

Micro elektronica 1086 VK X >= 6 1 – 10 60

Elektro-pneumatiek 3044 VK X >= 6 1 – 10 60

Besturingstechniek 3013 VK X >= 6 1 – 10 120

PLC techniek 3089 VK X >= 6 1 – 10 120

Procesbeheersing (Meet en Regeltechniek) 2051 VK X >= 6 1 – 10 120

Numerieke besturingen 3086 VK X >= 6 1 – 10 120

Hydrauliek 3090 VK X >= 6 1 – 10 60

Pneumatiek 3062 VK X >= 6 1 – 10 60

Algemene productie voorbereiding 3003 VK X >= 6 1 – 10 60

Calculatie: elementair 1132 VK X >= 6 1 – 10 60

Werkvoorbereiding: elementair 1157 VK X >= 6 1 – 10 60

Werktuigonderdelen: aandrijftechniek 3123 VK X >= 6 1 – 10 120

Computer ondersteund tekenen 4016 VK X >= 6 1 – 10 60

Werktuigbouwkundige sterkteberekeningen 3121 VK X >= 6 1 – 10 120

Productie technieken 3094 VK X >= 6 1 – 10 120

Flexibele productie automatisering 3057 VK X >= 6 1 – 10 120

Natuurkunde, licht, trillingen en geluid 6061 VK X >= 6 1 – 10 120

7. VOORBEHOUD:

De tekst in dit document is met grote zorgvuldigheid opgesteld. Het document is bedoeld om alle betrokkenen bij de opleiding Middenkader Engineering

Technicus (Crebo: 94421); BBL niveau 4, goed te informeren over de regels, procedures en afspraken met betrekking tot de inrichting van het onderwijs en

de organisatie en uitvoering van het examen.

Wanneer onverhoopt mocht blijken dat de tekst zo kan worden gelezen dat zij mogelijk in strijd is met het zich ontwikkelende beleid van Rijn IJssel of in strijd

met de vigerende en/of zich ontwikkelende Wet en Regelgeving ter zake, behoudt Rijn IJssel zich het recht voor om de tekst en de onderliggende regels,

procedures en afspraken zodanig te herformuleren, dat deze in lijn worden gebracht met het Rijn IJssel beleid dan wel met de betreffende van toepassing

zijnde Wet en Regelgeving.

De Minister van OCW heeft in het voorjaar 2011 nieuwe wetgeving aangekondigd die ingrijpt in het hele MBO en specifiek ook gevolgen heeft voor

opleidingen in deeltijd gericht op volwassenen in de leeftijd van 30 jaar en ouder. Zodra de consequenties tengevolge van de invoering van gewijzigde weten

regelgeving duidelijk zijn, zal Rijn IJssel de regels, procedures en afspraken zoals verwoord in dit document zodanig aanpassen dat (opnieuw) wordt voldaan

aan de Wet en Regelgeving.

Zodra aanpassing van dit document aan de orde is zal dit door Rijn IJssel ten spoedigste aan alle betrokkenen bij de opleiding Middenkader Engineering

Technicus worden gecommuniceerd.

8. BIJLAGE 1: OVERZICHT KERNTAAK-WERKPROCES-COMPETENTIE-MATRICES

KERNTAAK 1: ONTWERPT PRODUCTEN OF SYSTEMEN

1.1 werkproces: Verzamelen en verwerken van ontwerpgegevens

Omschrijving: De Technicus onderzoekt de behoeften van de doelgroep zelf of schakelt deskundigen in. Hij verzamelt ontwerpgegevens

(zoals bijvoorbeeld een programma van eisen) en controleert of de ontwerpgegevens toereikend zijn.

Hij verwerkt en registreert de gegevens volgens geldende bedrijfsvoorschriften. Hij stemt met de klant en leidinggevende

af of de vastgelegde ontwerpgegevens compleet en juist zijn.

Gewenst

resultaat:

Complete en juiste ontwerpgegevens vastgelegd volgens bedrijfsvoorschriften.

Competentie: Component(en) Prestatie-indicator Vakkennis en vaardigheden

Analyseren. o Conclusies trekken o Informatie genereren

uit gegevens. o Informatie

uiteenrafelen.

De technicus verzamelt de beschikbare ontwerp-

gegevens en analyseert die grondig, zoekt uit wat de

betekenis is van gegevens en combineert verschil-

lende soorten gegevens uit verschillende bronnen

zodat complete en relevante ontwerpgegevens

beschikbaar zijn.

o hanteren van kwaliteitseisen van het eigen bedrijf.

o kennis van vakjargon binnen de branche. o lezen van Engelstalige instructies. o lezen van technische tekeningen en

schema's.

Instructies en

procedures

opvolgen.

o Werken conform voorgeschreven procedures.

De Technicus verwerkt en registreert de

ontwerpgegevens volgens de geldende

bedrijfsvoorschriften, zodat deze snel

vindbaar en beschikbaar zijn voor anderen.

Op de behoeften en

verwachtingen van de

"klant" richten.

o Behoeften en verwachtingen achterhalen.

De Technicus inventariseert de behoefte van de klant

in relatie tot de mogelijkheden zodat de realistische

klantwens in kaart wordt gebracht.

Kerntaak 1 Ontwerpt producten of systemen 1.2 werkproces: Uitwerken van ontwerpen

Omschrijving: De Technicus werkt volgens bedrijfsvoorschriften en wettelijke eisen ontwerpgegevens uit tot (deel)ontwerpen en

productideeën. Bij het uitwerken gebruikt hij zo nodig (CAD) computerprogramma’s.

Hij signaleert (on)mogelijkheden en overlegt met interne en/ of externe medewerkers.

Gewenst

resultaat:

Tekeningen van producten of systemen.

Instructies en

procedures

opvolgen.

o Werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen.

De Technicus maakt een ontwerp volgens beproefde

methoden en richtlijnen zodat er een vakkundig en veilig

ontwerp wordt gemaakt.

o kennis van het kwaliteitssysteem en de kwaliteitseisen van het eigen bedrijf.

o kennis van producten en diensten van organisatie (bedrijf).

o lezen van technische tekeningen en schema's. o tekenvaardigheden. o Werkgebiedgerelateerde vakkennis en

vaardigheden. Samenwerken en

Overleggen.

o Afstemmen. De Technicus stemt de (on)mogelijheden van het

ontwerp tijdig en regelmatig af met interne en/of externe

medewerkers zodat ontwerpmogelijkheden worden

benut en problemen worden voorkomen.

Vakdeskundigheid

toepassen.

o Gevoel voor ruimte en richting tonen.

o Vakspecifieke mentale vermogens aanwenden.

De Technicus neemt informatie betreffende

vakspecifieke-, ruimtelijke- en ontwerpeisen in zich op,

begrijpt constructies en toont technisch inzicht bij het

ontwerpen zodat dit resulteert in een vakkundig ontwerp

van een product of systeem.

Kerntaak 1 Ontwerpt producten of systemen 1.3 werkproces: Kiezen materialen en onderdelen

Omschrijving: De Technicus kiest de benodigde materialen en onderdelen en stelt zo nodig alternatieven voor. Voor dat doel inventariseert

hij eisen, mogelijkheden en wensen betreffende de benodigde materialen en onderdelen voor het ontwerp.

Gewenst

resultaat:

Materiaal- en onderdelenlijsten.

Materialen en

middelen inzetten.

o Geschikte materialen en middelen kiezen.

De Technicus maakt op basis van het ontwerp een

juiste keuze voor materialen en onderdelen zodat ze

voldoen aan de gestelde eisen betreffende

prijs/kwaliteit verhouding en beschikbaarheid.

o hanteren van moderne communicatiemiddelen.

o kennis van de materialen en middelen die bij het werk worden toegepast.

o lezen van technische tekeningen en schema's. o werkgebiedgerelateerde vakkennis en

vaardigheden.

Kerntaak 1 Ontwerpt producten of systemen 1.4 werkproces: Maken van een kostenberekening

Omschrijving: De Technicus maakt een voorcalculatie van de realisatiekosten, die als referentie voor offerte dient. Hij maakt de kosten in

totaal en per post inzichtelijk. Hij overlegt over de voorcalculatie met andere afdelingen en zijn leidinggevende. Hij legt

afspraken betreffende realisatiekosten vast.

Gewenst

resultaat:

Kostenberekening van de realisatie van het product of systeem.

Afspraken betreffende realisatie.

Formuleren en

Rapporteren.

o Nauwkeurig en volledig rapporteren.

De Technicus legt kostenberekeningen en afspraken

betreffende productrealisatie volledig en nauwkeurig

vast zodat deze accurate gegevens beschikbaar zijn

voor de offerte en de evaluatie van de

productrealisatie.

o kennis van producten en diensten van organisatie (bedrijf).

o relevante instructies en procedures en situaties waarbij hij deze moet hanteren.

Samenwerken en

Overleggen.

o Afstemmen. o Anderen raadplegen

en betrekken.

De Technicus raadpleegt afdeling(en) die het product of

systeem gaan realiseren en overlegt met zijn

leidinggevende zodat haalbare afspraken worden

gemaakt over de realisatiekosten.

KERNTAAK 2: BEREIDT PRODUCTIEWERK VOOR.

2.1 werkproces: Verzamelen en verwerken van productiegegevens

Omschrijving: De Technicus werkt de verzamelde productiegegevens uit in een compleet tekeningpakket bestaande uit werktekeningen

en materiaallijsten. Hij raadpleegt daarvoor het ontwerp en projectspecificaties. Hij overlegt met leidinggevende en/ of

uitvoering voor wat betreft inhoud van de werktekening en mate van detaillering.

Gewenst

resultaat:

Tekeningpakket.

Analyseren. o Informatie genereren uit gegevens.

o Informatie uiteenrafelen.

De technicus analyseert de beschikbare

productiegegevens grondig, zoekt uit wat de betekenis

is van gegevens en combineert verschillende soorten

gegevens uit verschillende bronnen zodat complete

en relevante ontwerpgegevens beschikbaar zijn.

o hanteren van kwaliteitseisen van het o eigen bedrijf. o kennis van de materialen en middelen die bij

het werk worden toegepast. o lezen van Engelstalige instructies. o lezen van technische tekeningen en schema's

Instructies en

procedures

opvolgen.

De Technicus verwerkt en registreert de

productiegegevens volgens de geldende

bedrijfsvoorschriften, zodat deze snel

vindbaar en beschikbaar zijn voor anderen.

Samenwerken en

Overleggen.

o Afstemmen. De Technicus stemt betreffende de productiegegevens

tijdig en regelmatig af met deskundigen,

leidinggevende en klant zodat zodat er complete en

betrouwbare productiegegevens beschikbaar komen.

Kerntaak 2: Bereidt productiewerk voor. 2.2 werkproces: Maken van een tekening(pakket).

Omschrijving: De Technicus onderzoekt welke gegevens beschikbaar moeten zijn zoals bijvoorbeeld materiaallijsten en realisatie

afspraken. Hij verzamelt deze zelf of schakelt deskundigen in. Hij verwerkt en registreert de gegevens volgens geldende

bedrijfsvoorschriften. Hij stemt met de klant en leidinggevende af of de vastgelegde productiegegevens compleet en juist

Gewenst

resultaat:

Complete en juiste productiegegevens.

Instructies en

procedures

opvolgen.

o Werken conform voor geschreven procedures.

o Werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen.

De Technicus maakt een tekening(pakket) volgens

beproefde methoden en richtlijnen zodat er een

vakkundig en correct tekening (pakket) wordt gemaakt.

o kennis van relevante weten regelgeving.

o lezen van technische tekeningen en schema's.

o relevante instructies en procedures en situaties waarbij hij deze moet hanteren.

o Werkgebiedgerelateerde vakkennis en vaardigheden.

Samenwerken en

Overleggen.

o Afstemmen. De Technicus stemt de inhoud en mate van

detaillering af met leidinggevende en/of uitvoering zodat

de tekening(pakket) voor wat betreft inhoud en mate van

detaillering correct is.

Vakdeskundigheid

toepassen

o Gevoel voor ruimte en richting tonen.

o Vakspecifieke manuele vaardigheden aanwenden.

De Technicus neemt informatie betreffende

vakspecifieke-, ruimtelijke- en ontwerpeisen in zich op,

begrijpt constructies, en toont technisch inzicht bij het

tekenen zodat dit resulteert in een vakkundig tekening

(pakket) van een product of systeem.

Kerntaak 2: Bereidt productiewerk voor. 2.3 werkproces: Organiseren van mensen en middelen.

Omschrijving: De Technicus stelt de hoeveelheden vast van aantallen manuren, materialen, onderdelen en middelen die nodig zijn om

het product te realiseren. Hij rubriceert de hoeveelheden in aantallen en eenheden met waar nodig specificatie.

Hij bepaalt in overleg de fasering, uitvoeringsvolgorde, inzet en afroep van materieel, materiaal, mensen en middelen en

legt dit volgens de geldende bedrijfsregels vast in een werkplanning. De resultaten rapporteert hij aan zijn leidinggevende.

Gewenst

resultaat:

Planning van mensen, materialen en middelen.

Formuleren en

rapporteren.

De Technicus verwerkt en registreert planning gegevens

van mensen materialen en middelen accuraat zodat een

volledige en nauwkeurige rapportage ontstaat.

o hanteren van moderne communicatiemiddelen.

o hanteren van relevante arbo-, veiligheid-, milieu en bedrijfsvoorschriften.

o lezen van Engelstalige instructies. o Planningsvaardigheden. o vaardigheden om te begeleiden. o Werkgebiedgerelateerde vakkennis

en vaardigheden

Plannen en

organiseren.

o Activiteiten plannen. o Mensen en middelen

organiseren. o Tijd indelen.

De Technicus brengt werkzaamheden en de benodigde

mensen, materialen en middelen tijdig in kaart en plant

ze, zorgt er voor dat werkzaamheden op elkaar en op

omstandigheden zijn afgestemd zodat een realistische

planning van de werk uitvoering ontstaat en de realisatie

van het product optimaal kan verlopen.

Samenwerken en

overleggen.

o Afstemmen.

De Technicus overlegt tijdig en maakt afspraken met de

bij het werk betrokken partijen zodat het realistisch is dat

het werk volgens planning kan worden uitgevoerd.

KERNTAAK 3: BEGELEIDT PRODUCTIEWERK.

3.1 werkproces: Begeleiden productieproces.

Omschrijving: De Technicus houdt tijdens de productie de actuele status van het werk bij en vergelijkt die met de planning. Afwijkingen

van de planning legt hij vast en beoordeelt hij op gevolg. Hij zoekt waar mogelijk naar alternatieven of oplossingen.

De aangepaste planning bespreekt hij met zijn leidinggevende en de consequenties communiceert hij naar betrokkenen.

Gewenst

resultaat:

Actuele planning.

Voorstellen voor het oplossen van planningsproblemen.

Betrokkenen zijn op de hoogte van de planning.

Aansturen. o Instructies en aanwijzingen geven.

De Technicus geeft helder en duidelijk aan hoe

planningsproblemen moeten worden opgelost zodat

betrokkenen precies weten wat er van hen wordt

verwacht om de (bijgestelde) planning te halen.

o planningsvaardigheden. o vaardigheden om te begeleiden. o Werkgebiedgerelateerde vakkennis

en vaardigheden.

Formuleren en

rapporteren.

De Technicus zorgt voor volledige, nauwkeurige en

actuele planningsrapportages zodat de voortgang van het

werk helder is.

Plannen en

organiseren.

o Voortgang bewaken. De Technicus onderneemt actie als de realisatie van de

planning begint af te wijken zodat deze afwijkingen van

de planning zo klein mogelijk blijven.

Kerntaak 3: Begeleidt productiewerk. 3.2 werkproces: Bewaken begroting.

Omschrijving: De Technicus verwerkt facturen en rekeningen van leveranciers aan een project. Hij controleert bedragen, prestaties en

leveranties. Hij inventariseert meer- en minderwerk en verrekenbare hoeveelheden. Hij overlegt bij kostenoverschrijdingen

en onvolkomenheden met de leidinggevende of werkvoorbereiding.

Hij doet voorstellen over te nemen acties.

Gewenst

resultaat:

Rapportage financiële voortgang van het werk.

Geregistreerd meer- en minderwerk.

Voorstellen om kosten te beheersen.

Formuleren en

rapporteren.

De Technicus zorgt voor volledige, nauwkeurige en

actuele rapportages van de financiële situatie van

het werk zodat de financiële voortgang van het

werk helder is.

o kennis van de materialen en middelen die bij het werk worden toegepast,

o leidinggevende vaardigheden. o Presentatievaardigheden.

Samenwerken en

overleggen.

o Afstemmen. De Technicus stemt meer- en minderwerk af met de

leidinggevende of werkvoorbereiding zodat de klant en de

onderneming niet voor (financiële) verassingen komt te staan.

Kerntaak 3: Begeleidt productiewerk. 3.3 werkproces: Uitvoeren kwaliteitscontroles.

Omschrijving: De Technicus ziet er op toe dat bij de realisatie van een project volgens het kwaliteitssysteem van het bedrijf gewerkt

wordt. Hij stuurt aan als daarvan afgeweken wordt.

Daarnaast registreert hij dat aan normen, regelgeving en kwaliteitseisen is voldaan en legt dat vast volgens het

kwaliteitssysteem van het bedrijf.

Gewenst

resultaat:

Het werk wordt bijgestuurd op kwaliteit.

Registratie dat aan normen, regelgeving en kwaliteitseisen is voldaan.

Aansturen. o Functioneren van mensen controleren.

o Instructies en aanwijzingen geven.

De Technicus geeft aan anderen helder en duidelijk aan hoe

het werk binnen de geldende regelgeving, procedures en

afspraken moet worden uitgevoerd en onderneemt actie als

mensen niet aan de gestelde verwachtingen voldoen of

dreigen te voldoen zodat mensen het werk volgens de

geldende eisen uitvoeren.

o kennis van relevante wet en regelgeving.

o leidinggevende vaardigheden. o Werkgebiedgerelateerde vakkennis

en vaardigheden.

Formuleren en

rapporteren.

De Technicus registreert volledig en nauwkeurig op welke

wijze er aan normen, regelgeving en kwaliteitseisen is voldaan

zodat duidelijke kwaliteitsgegevens voor latere

verantwoording ter beschikking staan.

Kerntaak 3: Begeleidt productiewerk. 3.4 werkproces: Opleveren van werk.

Omschrijving: De Technicus ondersteunt het opleveren van werk aan de klant door samen met zijn leidinggevende het werk over te

dragen aan de klant. Hij legt vast dat het werk volgens specificaties is uitgevoerd zodat het werk kan worden afgerond.

Gewenst

resultaat:

Vastgelegde acceptatie van het werk door de klant.

Formuleren en

rapporteren.

De Technicus legt de acceptatie van het werk door de klant

vast zodat er een volledige en nauwkeurige rapportage

ontstaat.

o kennis van de branche en producten en diensten van de organisatie (bedrijf).

o kennis van organisatie/bedrijfsculturen.

o werkgebiedgerelateerde vakkennis en vaardigheden.

Op de behoeften en

verwachtingen van

de "klant" richten.

o "Klant"- tevredenheid in de gaten houden.

De Technicus controleert of er aan de verwachtingen en

wensen van de klant is voldaan, neemt klachten van klanten

serieus en onderneemt zo nodig actie zodat de kans groter

wordt dat de klant in de toekomst terugkomt met een

opdracht.

KERNTAAK 4: ONDERHOUDT PRODUCTEN EN SYSTEMEN.

4.1 werkproces: Inspecteren en testen van producten en systemen.

Omschrijving: De Technicus inspecteert en test producten en systemen of laat testen en controles uitvoeren om de kwaliteit van

producten en systemen vast te stellen. Het gaat hier om testen ten behoeve van zowel preventief als correctief

onderhoud. Hij overlegd met de klant zodat het onderhoud naar tevredenheid wordt uitgevoerd.

Hij rapporteert resultaten, voorstellen en/of adviezen.

Gewenst

resultaat:

Rapportage status van onderhoud van producten en systemen. Voorstellen en adviezen over onderhoud en

beheer.

Aansturen. o Taken delegeren.

De Technicus wijst testen inspectietaken toe aan

anderen zodat er een goede werkverdeling ontstaat.

o kennis van meet- en controlegereedschappen.

o leidinggevende vaardigheden. o lezen van technische tekeningen en

schema's. o werkgebiedgerelateerde vakkennis

en vaardigheden.

Formuleren en

rapporteren.

De Technicus rapporteert over de status van

onderhoud van systemen zodat voorstellen en

adviezen betreffende onderhoud nauwkeurig en

volledig in beeld zijn.

Instructies en

procedures

opvolgen.

De Technicus houdt zich bij het inspecteren en testen van

producten en systemen aan de geldende regels en

voorschriften zodat de inspecties en testen op de juiste wijze

worden uitgevoerd.

Op de behoeften en

verwachtingen van

de "klant" richten.

o "Klant"- tevredenheid in de gaten houden.

o Aansluiten bij behoeften en verwachtingen.

De Technicus bespreekt mogelijke overlast ten gevolge van

werkzaamheden, geeft prioriteit aan zorgen/problemen van

klanten, neemt klachten van klanten serieus en onderneemt

zo nodig actie zodat het werk naar tevredenheid van klanten

wordt uitgevoerd.

Kerntaak 4: Onderhoudt producten en systemen. 4.2 werkproces: Optimaliseren van producten en systemen.

Omschrijving: De Technicus voert op basis van een onderhoudsopdracht (zo nodig tijdelijke) reparaties uit aan producten en systemen.

Hij analyseert en lokaliseert daarvoor storingen aan de hand van informatie en geconstateerde afwijkingen. Op basis van

modificatiebeschrijvingen voert hij modificaties uit. Hij test en controleert het uitgevoerde werk.

Hij bespreekt de mogelijke overlast ten gevolge van zijn werkzaamheden met de klant.

Gewenst

resultaat:

Gemodificeerde en gerepareerde producten en systemen.

Minimale overlast voor de klant.

Kwaliteit leveren. o Kwaliteit- en productiviteitsniveaus bewaken.

o Systematisch werken.

De Technicus bewaakt de kwaliteit en productiviteit aan

de hand van de gestelde kwaliteitseisen, signaleert en

rapporteert afwijkingen tijdig zodat de kwaliteit van het

afgeleverde werk aan de verwachtingen voldoet.

o hanteren van kwaliteitseisen van het eigen bedrijf l hanteren van relevante arbo-, veiligheid-, milieu en bedrijfsvoorschriften.

o kennis van meet- en controlegereedschappen.

o kennis van persoonlijke beschermingsmiddelen.

o lezen van technische tekeningen en schema's.

o werkgebiedgerelateerde vakkennis en vaardigheden.

Materialen en

middelen inzetten.

o Goed zorgdragen voor materialen en middelen.

o Materialen en middelen doelmatig gebruiken.

De Technicus gebruikt controle- en meetapparatuur en

persoonlijke beschermingsmiddelen effectief en efficiënt

en draagt er zorg voor, zodat deze gedurende de

verwachte levensduur te gebruiken zijn en het werk veilig

wordt uitgevoerd.

Vakdeskundigheid

toepassen.

o Vakspecifieke manuele vaardigheden aanwenden.

De Technicus herstelt, verwijdert en monteert

componenten accuraat zodat producten en systemen

weer optimaal functioneren.

OER - AMC Centre

Documents

Transcript of OER - AMC Centre

Onderwijs AMC - Coschap in Afrika

OER debate

BASES AMC N° 002

Oer Materialenboek

MicrostripPatchAntennaBandwidthEnhancementUsing AMC ...

AMC Magazine Mei 2008

Stork amc iso55000

Amc 112015

AMC renovatie energiecentrale

Wegwijs in het AMC

E. coli R AMC. E. coli R AMC 2 E. coli AMC R E. coli AMC R.

AMC Magazine juni 2011

Bases Amc 81

OER Africa

AMC gairai02

Presentatie AMC 8 november 2012

AMC Motion

AMC Magazine januari 2012

CAT boekje - AMC

Programmaboekje AMC