Lesdag 3 charles taylor michel foucault

Post on 07-Jul-2015

852 views 0 download

Transcript of Lesdag 3 charles taylor michel foucault

Charles Taylor

Het subject en zijn gemeenschap

Taylor (1931- )

In de lijn van Descartes: het subject-zijn van de mens

Voorbij Descartes: andere visie op identiteit, nl. tegen het geïsoleerde subject

Ambivalentie van de Moderniteit Model van de ‘onthechte rede’:

- kloof tussen denkend subject en de geestloze natuur. - mens: onafhankelijk van anderen, maatschappij en eigen lichaam.

Voorbeelden - cogito - neutraliteit van procedurele ethiek- waardevrijheid van ethiek en wetenschap

Ambivalentie van moderniteit

Anderzijds: vanaf het begin kritiek op tweedeling. (Herder)

Deze tweedeling blijft tot vandaag : - efficiëntie in publieke sfeer

(instrumenteel)- zelfexpressie in de privé-sfeer

Vooronderstellingen van wetenschappelijk onderzoek

object is in ‘absolute zin’ op te vatten, dus niet in zijn betekenis voor ons of voor een ander object, maar zoals het is op zichzelf

het object bestaat onafhankelijk van beschrijvingen of interpretaties

het object kan in principe gevat worden in een expliciete beschrijving

het object kan in principe beschreven worden zonder verwijzing naar wat er rondom is.

Personen daarentegen… zijn zelf-interpeterende ‘dieren’(tegen stelling

1 en 2). Het zelfverstaan is wezenlijk. kunnen nooit volledig expliciet beschreven

worden. De taal is deel van het te bestuderen onderwerp (tegen stelling 3).

zijn altijd te midden van andere personen (tegen stelling 4).

Taylor en de moderniteit Moderniteit: - mens ontwikkelt uit zichzelf levensplannen en

-doelen- kiest relaties die hij wenst en hem voldoening

geven Taylor persoon-zijn kan niet op geïsoleerde wijze,

maar slechts in netwerken van conversatie

Identiteit moreel-spirituele dimensie gemeenschapsdimensie

Ideaal van authenticiteit

De malaise van de moderniteit Individualisme/verlies van zin

Oude betekenispatronen komen op de helling

Primaat instrumentele rede/ondergang van doelenAlles wordt grondstof voor menselijke projecten

De malaise van de moderniteit Verlies van vrijheid door

- teveel aan nuttigheidsdenken

- teveel aan behoeftebevrediging

Michel Foucault

De genealoog van het moderne subject

Michel Foucault (1926-1984)

Centrale vragen: - Wie zijn wij?- Hoe zijn wij geworden wie we zijn?

= vraag naar de historische mogelijkheids- voorwaarden van het hedendaagse subject

Problematiseringen

Vroegere perioden als vreemde werelden op-voeren

Krankzinnigheid Seksualiteit Criminaliteit Inzicht in radicale contingentie van onze

eigen cultuur!

Het moderne subject Het moderne subject is product van

disciplinerende onderwerping

Het gedisciplineerde subject is zelf ook een productieve factor, drager van moderne praktijken

Discipline is geïnterioriseerde onderwerping.

Disciplineringsprocessen Disciplineringsprocessen ontstaan door het

samengaan van weten en macht.

Traditioneel: ‘kennis is macht’ of macht is een hinderpaal voor kennis

Foucault: macht produceert weten punten van machtsuitoefening zijn plaatsen waar

weten ontstaat. Macht brengt onderscheidingen aan. Dan ontstaat een weten omtrent die onderscheidingen. Dat weten versterkt opnieuw de macht. Dit gebeurt vooral in menswetenschappen.

Voorbeeld: de waanzin Renaissance: waanzin is het andere van de

rede – narrenschepen – lachspiegel Klassieke periode (17de en 18de eeuw):

waanzin is het andere dan de rede (gekken zijn redelozen) – de grote opsluiting (maar ook getoond.

Moderne periode (eind 18de – 19de eeuw): humanisering van de waanzin – lichaam wordt bevrijd, de geest onderworpen – verantwoordelijkheid – schuldbesef – nog later psychiatrie.

Macht produceert bijgevolg weten Macht brengt onderscheidingen aan en stelt

machtsposities in Vanuit de onderscheidingen en machtsrelaties

ontstaat een wetenschappelijk discours Uit dit vertoog ontstaan opnieuw

onderscheidingen die door de macht zijn ingesteld.

Conclusie: wetenschap versterkt de door de macht ingestelde machtsposities

Genealogische geschiedschrijving

Foucault diept Nietzsche uit. Nietzsche maakte onderscheid tussen

Traditionele geschiedschrijving: zoeken naar de oorsprong

- geschiedenis kent continue ontwikkeling- een subject is drager van die geschiedenis

= teleologisch= essentialistisch

Genealogische geschiedschrijving

Nietzsche’s genealogische geschiedschrijving: zoeken naar de herkomst. Men vindt

- geen identiteit- disparaatheid- ressentiment- het belachelijke= perspectivisch= ordeningen en vertogen uit het verleden zijn effecten

van de wil tot macht

Foucault: macht wordt tastbaar in sociale praktijken van elke dag en letterlijk ingeschreven in het lichaam

Onderzoek naar verandering in strafregime: ‘Surveiller et punir’ (1975)

Surveiller et punir 1757: publieke terechtstelling Damiend

straf als boetedoening

Rond 1830: lijfstraf zo goed als verdwenen. Doodstraf zo pijnloos mogelijk doorvoeren. Straf als correctie via disciplinering- temporeel- spatieel- moreel

Cruciale rol van arbeid!

Permanente observatie Jeremy Bentham (1748-1832)

panopticum

De verandering in de richting van disciplinering gebeurt ook in

- onderwijs- ambtenarij- werkhuizen/fabrieken- ziekenhuizen