Les 9 tekstblok lingua latina

Post on 26-Jun-2015

635 views 2 download

description

by e. mos-burgers

Transcript of Les 9 tekstblok lingua latina

Tekstblok les 9

POL-METHODE

POL (MO)-methode

1. Zoek eerst de persoonsvormMaak deze geel/oranje of omcirkel deze.

2. Zoek daarna het onderwerp (als deze niet is uitgedrukt in de pers.vorm)Maak deze rood of onderkringel de vorm.

3. Zoek vervolgens het lijdend voorwerpMaak deze blauw of zet er onderbroken streepjes onder.

Dit is de kapstok waar je de rest van de zin aan op kunt hangen.

Vervolgens kijk je of er eventueel een meewerkend voorwerp in de zin zit.Deze maak je groen of je verzint een ander streepje of kringeltje, bijvoorbeeld

OVERIG (paars of wit)woordgroepen met voorzetsels; cum, pro….(onderstreept)

Ablativi (schuingedrukt)

r. 1

‘... per Suburam1 ambulabam et Afram ubique quaerebam, nam Afra saepe in Subura est.

… ‘ ik wandelde door de Subura en zocht Afra overal, want Afra is vaak in de Subura.

? Subura = wijk in Rome

r. 3

Quot clamores ibi audiebam, quot homines videbam!

Wat hoorde ik daar veel geschreeuw, wat zag ik daar veel mensen!

r. 4-5

Modo tabernas2 mercatorum intrabam, modo apud fabros stabam, modo ante tabernas2 pretia legebam – iam enim legere possum, ut scis.

Nu eens ging ik de winkels van de kooplui binnen, dan weer bleef ik bij de handwerkers staan, dan weer las ik voor de winkels de prijzen - ik kan namelijk al lezen, zoals je weet.

r. 6

Subito vocem Galli, amici mei, audivi.

Plotseling hoorde ik de stem van Gallus, mijn vriend.

Homines enim rogabat, quod dominum quaerebat – neque tamen dominus in Subura erat.

Hij vroeg namelijk de mensen, omdat hij zijn meester zocht- en toch was zijn meester niet in de subura.

r. 9-11

Ego Gallum magno cum gaudio salutavi; tum ambo3 per vias et vicos vadebamus et quaerebamus, ego Afram, dominum Gallus ...’

Ik begroette Gallus met grote vreugde; toen liepen we beiden door de straten en stegen en zochten, ik Afra, Gallus zijn meester...’

r. 12-14

‘Narra cito!’ inquit Marcus: ‘Habetne Afra litteras meas?’

‘Vertel snel!’ zegt Marcus: ‘Heeft Afra mijn brieven?’

‘Habet; officium meum bene explevi.

Die heeft ze; ik heb mijn taak goed uitgevoerd.

Tum statim ad te redire4 properavi.’

Vervolgens heb ik me gehaast om meteen naar je terug te keren.

r. 15

Non adeo properavisti, nam multas horas te exspectavi.

‘Zo erg heb je je niet gehaast, want ik heb vele uren op je gewacht.

Nonne tu et Gallus in popina5 fuistis?’

Zijn jij en Gallus niet in de kroeg geweest?

-ne: vraagwoordje, zie les 7, p. 115.

Herhaling –ne en nonne

1. -ne is een vraagwoordje in een open vraag

Antwoord kan ja of nee zijn.

-ne staat achter het eerste woord van de zin, aan elkaar! Dus ‘habetne’ in regel 12.

2. Nonne (r. 16): wordt gebruikt als het antwoord ‘ja’ wordt verwacht.Was jij niet in de kroeg? Ja.

3. (Num: als het antwoord ‘nee’ wordt verwacht)

r. 16-17

Non fuimus, nam Gallus me deseruit, quod iram domini timebat;

Wij zijn daar niet geweest, want Gallus heeft mij verlaten, omdat hij bang was voor de toorn van zijn meester.

solus igitur in Subura eram. Sed audi:

Ik was dus alleen in de Subura, maar luister:

r. 19-20

Modo per Argiletum6 vadebam, per vicum obscurum7, cum subito magnum clamorem audivi:

Juist ging ik door de Argiletum, door een donker straatje, toen ik plotseling een groot geschreeuw hoorde.

r. 21-23

«Quo tu, furcifer8? Ubique te quaesivi.»

‘Waar (ga je) heen, schurk? Ik heb je overal gezocht!’

Iamque me vir firmus tenuit; ego autem valde timui, nam in Argileto homines mali sunt.

En een sterke man/kerel hield mij vast; maar ik was erg bang,want in de Argiletum zijn slechte mensen/ zijn de mensen slecht.

r. 24-25 Iam multos servos miseros tenuerunt et in

agros abduxerunt ...’ ‘Tu autem evasisti, ut video.’

Al veel ongelukkige slaven hebben ze vastgehouden/gegrepen en weggevoerd naar de velden..’‘Maar jij bent ontsnapt, zoals ik zie.’

‘Sic est, nam dei vota mea audiverunt. Homo malus me in carcere clausit;

‘Zo is het, want de goden hebben mijn gebeden verhoord. De slechte man heeft mij in een kerker opgesloten.

sed post nonnullas horas evasi et discessi.

Maar na enkele uren ben ik ontsnapt en er vandoor gegaan.

r. 29-30

Nonne Fortunae filius sum?’ Fortasse Sisyphi9 filius es.’

Ben ik niet een zoon van Fortuna?Misschien ben je een zoon van Sisyphus.

Sisyphus:Een schurk, die als straf in deonderwereld een rotsbloktegen een steile berg moest oprollen.Als hij bijna boven was, Rolde de steen weer naar beneden.