INNOVEREN

INZICHT IN VERNIEUWINGSPROCESSEN

Bij wie hoor jij?

Innovatoren (innovators) (2,5%)Deze groep mensen zijn de eersten die het product willen hebben. Ze zijn op zoek naar het nieuwste van het nieuwste.

Pioniers (early adopters) (13,5%) Net na de innovators bestaat de groep van early adopters uit mensen die ook uit zijn op nieuwe dingen. Deze fase wordt gekenmerkt door een sterke groei in de verkoop.

Voorlopers (early majority) (34%) Dit is de eerste grote groep mensen die het product gaat kopen. Het product wordt door de massa opgenomen en bereikt zijn volwassenheidsfase.

Achterlopers (late majority) (34%) Het product is volwassen, het overgrote deel van de markt is bekend met het product en koopt het. De verkopen zullen langzaam afnemen in deze fase.

Achterblijvers (laggards) (16%) De laatste fase van het product. Het product gaat eigenlijk de markt uit en een laatste groep mensen koopt het product vanwege (bijvoorbeeld) een goede aanbieding. De verkopen zullen afnemen in deze fase.

Opdracht

• Vorm een groep (3 a 4 personen)• Bespreek de volgende drie punten

– wat is het meest vernieuwende waarmee je hebt geëxperimenteerd in je rol als leraar

– welke vernieuwing staat momenteel centraal op jouw school– van welke vernieuwing wil jij deel uitmaken in de nabije

toekomst (ca. 5 jaar)• Noteer plus- en minpunten: wat maakt(e) dat deze

vernieuwing succesvol is?• Kom als groep tot één set succesfactoren: “een innovatie

slaagt wanneer…”

Waarom is onderwijsinnovatie belangrijk?

• Toekomst, onderwijssystemen nog vaak ‘oud denken’. (statement Peter Senge)

Wat zijn de issues die op ons afkomen?

• Maatschappelijke problemen (Global challenges)

• 21th Century Skills• Focus op ‘alles’

Waarom is het belangrijk dat jij daar als toekomstig docent een rol in gaat

spelen?

• Rol HBO in beroepsinnovatie• Rol docent in de klas t.o.v. beleidmakers• Rol van jullie als docenten de komende 50 jaar

Succesfactoren in innovatie:innovaties slagen wanneer sprake is van…

CompatibilityProfitability ComplexityObservabilityTrialability

Compatibility

Past het bij je?

Profitability

Heb je er een voordeel bij?

Complexity

Begrijp je het?

Observability

Kun je het ergens bekijken?

Trialability

Kun je ermee experimenteren?

INNOVERENINZICHT IN VERNIEUWINGSPROCESSEN

Wat betekenen deze inzichten voor jou als (toekomstig)

specialist Kind, Leren en Media?

AchtergrondinformatieBronnenLevine, A. (1980). Why Innovation Fails: The Institutionalization andTermination of Innovation in Higher Education, SUNY Press.Frambach, R T and Schillewaert, N. (2002). Organizational innovationadoption: a multi-level framework of determinants and opportunitiesfor future research. Journal of Business Research,55(2):163-176Rogers, E.M. (2003). Diffusion of innovations (5th ed.). New York:Free Press.Voor een korte samenvatting van Rogers (2003) zie Wikipedia: Nederlandse versie of Engelse versie.

Foto’s:http://wallpaperswide.com/black_and_white-desktopwallpapers.html

Auteur oorspronkelijke powerpoint/e-bookDanielle de Boer // opleidingscoördinator Master Leadership inEducation (MLE) // MLE-docent ‘Praktijkgericht Onderzoek’ // docent‘Uitdagend Ontwerpen van Onderwijs’ en ‘Initiëren en Begeleidenvan Onderwijsvernieuwing’ in de Master Leren en Innoveren (MLI).Linkedin of email

Stelling 1

• Er wordt teveel aandacht besteed aan innovatie terwijl het reguliere onderwijsproces nog niet eens op orde is.

Stelling 2

• Bij innovaties in het onderwijs gaat het teveel over technologie, dit gaat ten koste van de inhoud en daardoor ten koste van de onderwijskwaliteit.

Stelling 3

• Technologie zorgt ervoor dat het onderwijsproces anders moet worden ingericht, we kunnen niet op dezelfde manier blijven doorgaan.

Stelling 4

• Iemand die volgens Rogers behoort tot de ‘late majority’ of ‘laggards’ hoort niet thuis in het onderwijs.