Hij zal zeker komen

Post on 12-Jul-2015

196 views 4 download

Transcript of Hij zal zeker komen

Welkom op de tweede

advent zondag.

Voorganger ds Sijtsma –

van Oeveren

Organist Johannes de Vries

Thema: “Hij zal zeker komen.”

VDD G 118

Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen.

Gez. 118 : 1

Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen.

Verlos mij van mijn bange pijn!

Zie, heel mijn hart staat voor U open

en wil, o Heer, uw tempel zijn.

O Gij, wien aard' en hemel zingen,

verkwik mij met uw heilge gloed.

Kom met uw zachte glans

doordringen,

o zon van liefde, mijn gemoed!

Gez. 118 : 2

Vervul, o Heiland, het verlangen,

waarmee mijn hart uw komst

verbeidt!

Ik wil in ootmoed U ontvangen,

mijn ziel en zinnen zijn bereid.

Blijf in uw liefde mij bewaren,

waar om mij heen de wereld woedt.

O, mocht ik uwe troost ervaren:

doe intocht, Heer, in mijn gemoed!

Welkom op de tweede

advent zondag.

Voorganger ds Sijtsma –

van Oeveren

Organist Johannes de Vries

Thema: “Hij zal zeker komen.”

P 33 – 2, 8

Zingt al wie leeft van Gods genade,

Ps. 33 : 2

Zingt al wie leeft van Gods genade,

want waarheid is al wat Hij zegt.

Op trouw gegrondvest zijn zijn

daden,

op liefde rust zijn heilig recht.

Die zich openbaarde /

overal op aarde,

alles spreekt van Hem.

Heemlen hoog verheven, /

vol van blinkend leven,

schiep Hij door zijn stem.

Ps. 33 : 8

Wij wachten stil op Gods

ontferming,

ons hart heeft zich in Hem

verheugd.

Hij komt te hulp en geeft

bescherming,

zijn heilge naam is onze vreugd.

Laat te allen tijde / uwe liefd' ons

leiden,

uw barmhartigheid.

God, op wien wij wachten, / geef

ons moed en krachten

nu en voor altijd.

Stil gebed

Votum en groet

Verootmoedigingsgebed

daarna P 86 - 2

Ps. 86 : 2

Ja tot U hef ik mijn leven,

Gij zijt mild om te vergeven,

rijk in goedertierenheid

voor een hart dat tot U schreit.

HEER, neem mijn gebed ter ore,

wil mijn luide smeken horen.

In het bitterste getij

roep ik en Gij antwoordt mij.

Genadeverkondiging

daarna ELB 203 – 2, 3

Elb. 203 : 2

Genade, die mij heeft geleerd

te vrezen voor het kwaad.

Maar ook, als ik mij tot Hem keer,

dat God mij nooit verlaat.

Elb. 203 : 3

Want Jezus droeg mijn zondelast

en tranen aan het kruis.

Hij houdt mij door genade vast

en brengt mij veilig thuis.

Wetslezing

daarna P 119 - 1

Ps. 119 : 1

Welzalig wie de rechte wegen gaan,

wie in de regels van Gods wijsheid

treden.

Zalig wie zijn getuigenis verstaan,

van ganser harte zoeken naar zijn

vrede.

Geen onrecht en geen dwaling lokt

hen aan.

De weg der zondaars wordt door

hen gemeden.

Gebed om verlichting met de

Heilige Geest.

De kinderen van de kindernevendienst komen naar voren.

Spoor van Kerstproject 2011

Licht

Ik volg Uw spoor

1.

De engel mag beloven:

Jij krijgt toch nog een zoon.

„ „k Ben oud, kan niet

geloven.‟

Lang zwijgen is zijn loon.

Refrein:

God heeft ons niet verlaten,

zijn liefde gaat steeds door.

Gods Zoon zal zeker komen.

Hij leidt ons op zijn spoor.

2.

Maria krijgt te horen:

„Gods Zoon daalt tot ons

neer

Uit jou wordt Hij geboren‟.

Ik wil U dienen, Heer!

Refrein:

God heeft ons niet verlaten,

zijn liefde gaat steeds door.

Gods Zoon zal zeker komen.

Hij leidt ons op zijn spoor.

Wij gaan,

tot straks.

Lezen Maleachi 3 : 1 t/m 5

en 3 :13 t/m 4 :3

1 Zie, Ik zend Mijn engel,

die voor Mij de weg bereiden zal.

Plotseling zal naar Zijn tempel komen

die Heere Die u aan het zoeken bent,

de Engel van het verbond,

in Wie u uw vreugde vindt.

Zie, Hij komt,

zegt de HEERE van de legermachten.

2 Maar wie zal de dag van Zijn komst verdragen?

Wie zal bij Zijn verschijning standhouden?

Want Hij is als vuur van een edelsmid,

en als zeep van de blekers.

3 Hij zal zitten als iemand die zilver smelt en reinigt: Hij zal de Levieten reinigen en hen zuiveren als goud en zilver. Dan zullen zij de HEERE een graanoffer brengen in gerechtigheid.

4 Dan zal het graanoffer van Juda en

Jeruzalem voor de HEERE aangenaam

zijn, zoals in de dagen van oude tijden

af, zoals in vroegere jaren.

5 Ik zal naar u toe komen voor het

oordeel.

Ik zal een snelle Getuige zijn

tegen de tovenaars, tegen de

overspelers,

tegen hen die valse eden afleggen

en tegen hen die het loon van een

dagloner met geweld inhouden,

die het recht van weduwe, wees en

vreemdeling ombuigen,

en Mij niet vrezen,

zegt de HEERE van de

legermachten.

13 Uw woorden tegen Mij waren te hard, zegt de HEERE. Maar u zegt:

Wat hebben wij onder elkaar tegen U gesproken?

14 U zegt: God dienen is nutteloos!

Wat voor nut heeft het dat wij onze taak ten behoeve van Hem vervullen

en dat wij in het zwart gaan

voor het aangezicht van de HEERE van de legermachten?

15 Welnu, wij prijzen de hoog-

moedigen gelukkig: niet alleen

worden zij die goddeloosheid doen,

opgebouwd, zelfs als zij God beproe-

ven, ontkomen zij. 16 Dan spreken zij

die de HEERE vrezen, ieder tot zijn

naaste: De HEERE slaat er acht op en

luistert. Er is een gedenkboek

geschreven voor Zijn aangezicht,

voor wie de HEERE vrezen en wie

Zijn Naam hoogachten.

17 En zij zullen voor Mij, zegt de

HEERE van de legermachten, op de

dag die Ik maken zal, een persoonlijk

eigendom zijn. Ik zal hen

sparen, zoals een man zijn zoon

spaart die hem dient. 18 Dan zult u

opnieuw het onderscheid zien tussen

een rechtvaardige en een goddeloze,

tussen wie God dient en wie Hem

niet dient.

1 Want zie, die dag komt, brandend

als een oven. Dan zullen alle

hoogmoedigen en allen die

goddeloosheid doen, stoppels

worden. En de dag die komt, zal ze

in vlam zetten, zegt de HEERE van

de legermachten, Die van hen

wortel noch tak zal overlaten.

2 Maar voor u die Mijn Naam vreest,

zal de Zon der gerechtigheid

opgaan en onder Zijn vleugels zal

genezing zijn;

en u zult naar buiten gaan en

dartelen

als kalveren uit de stal.

3 U zult de goddelozen vertrappen.

Voorzeker, stof zullen zij worden

onder uw voetzolen

op die dag die Ik bereiden zal,

zegt de HEERE van de

legermachten.

G 67 – 1, 2

God zij geloofd uit alle macht,

Gez. 67 : 1

God zij geloofd uit alle macht,

Hij komt zijn volk bevrijden

en heeft aan Israël gebracht

verlossing in zijn lijden.

Hij heeft zijn teken opgericht:

verheffing van het aangezicht

voor heel het huis van David,

zoals voorlang geschreven stond

heeft Hij gedacht aan zijn verbond,

zo doet Hij ons herleven.

Gez. 67 : 2

Bevrijding uit de vijandschap

de hand van die ons haten,

gelijk Hij eens gezworen had

Abraham onze vader,

opdat wij in rechtvaardigheid

de Here God zijn toegewijd

ons leven lang op aarde,

Zo zult gij voor de Heer uitgaan,

een stem die Hem de toegang

baant:

bereidt Hem alle wegen!

de Engel van het verbond, in Wie u

uw vreugde vindt. Zie, Hij komt, zegt de HEERE van de legermachten. 2 Maar wie zal de dag van Zijn komst verdragen? Wie zal bij Zijn verschijning standhouden?

“Hij zal zeker komen”

G 121 -1, 3, 4

God lof! Nu is gekomen

Gez. 121 : 1

God lof! Nu is gekomen

Gods aangename tijd:

de Koning onzer dromen,

de Heer der heerlijkheid

treedt, zonder praal en pracht,

in onze wereld binnen,

om hier te overwinnen

de duivel en zijn macht.

Gez. 121 : 3

Gij machtigen der aarde,

't is uit met Gods geduld,

zo gij Hem niet aanvaarden,

Hem niet aanbidden zult.

Wie in hun trots en waan

zich tegen Hem verheffen,

die zal zijn gramschap treffen,

die doet Hij ondergaan.

Gez. 121 : 4

Gij armen en verdrukten,

w r gij op aarde zijt,

gebeukten en gebukten

in deze boze tijd,

houdt moed, Hij nadert al!

Gij moogt uw Held ontvangen,

de Vorst van uw verlangen,

met liedren zonder tal!

Dankgebed en voorbeden.

Collecte

1ste kerktelefoon

2de eigen gemeente

G 126 -1, 2, 3

Verwacht de komst des Heren,

o mens, bereid u voor:

Gez. 126 : 1

Verwacht de komst des Heren,

o mens, bereid u voor:

reeds breekt in deze wereld

het licht des hemels door.

Nu komt de Vorst op aard,

die God zijn volk zou geven;

ons heil, ons eigen leven

vraagt toegang tot ons hart.

Gez. 126 : 2

Bereid dan voor zijn voeten

de weg die Hij zal gaan;

wilt gij uw Heer ontmoeten,

zo maak voor Hem ruim baan.

Hij komt, bekeer u nu,

verhoog de dalen, effen

de hoogten die zich heffen

tussen uw Heer en u.

Gez. 126 : 3

Een hart dat wacht in ootmoed

is lieflijk voor de Heer,

maar op een hart vol hoogmoed

ziet Hij in gramschap neer.

Wie vraagt naar zijn gebod

en bidden blijft en waken,

in hem wil woning maken

het heil, de Zoon van God.

Zegen

Amen, amen, amen!

Dat wij niet beschamen

Jezus Christus onze Heer,

amen, God, uw naam ter eer!