Hebreeen 15

Post on 10-Jul-2015

407 views 0 download

Transcript of Hebreeen 15

1

16 jan. 2013Rijnsburg

2

de vorige keer:

"de hoofdsom van het gezegde" (8:1)

de aankondiging van een nieuw verbond(8:8)

3

Hebreeën 8

9 niet zoals het verbond, dat Ik met hun vaderen maakte ten dage, dat Ik hen bij de hand nam om hen uit het land Egypte te leiden, (...)

4

Hebreeën 8

9 niet zoals het verbond, dat Ik met hun vaderen maakte ten dage, dat Ik hen BIJ DE HAND NAMom hen uit het land Egypte te leiden, (...)

5

Hebreeën 8

9 (...)want zij hebben zich niet gehoudenaan mijn verbond en Ik heb Mij niet meer om hen bekommerd, spreekt de Here.

6

Hebreeën 8

9 (...)want zij hebben zich niet gehouden aan mijn verbonden Ik heb Mij niet meer om hen bekommerd, spreekt de Here.

7

Hebreeën 8

10 Want dit is het verbond, waarmede Ik Mij verbinden zal aan het huis Israels na die dagen, spreekt de Here: (...)

8

Hebreeën 8

10 Want dit is het verbond, waarmede Ik Mij verbinden zal aan het huis Israels na die dagen, spreekt de Here: (...)

9

Hebreeën 8

10 (...) IK ZAL mijn wetten in hun verstand leggen, en Ik zal die in hun harten schrijven, en Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn.

10

1. IK ZAL een nieuw verbond sluiten2. IK ZAL het verbond maken3. IK ZAL mijn wetten in hun verstand geven4. IK ZAL ze in hun harten schrijven5. IK ZAL hun tot een God zijn6. IK ZAL jegens hun ongerechtigheden

genadig zijn7. IK ZAL hun zonden geenszins meer

gedenken

11

Hebreeën 8

10 (...) Ik zal mijn wetten in hun verstand leggen,en Ik zal die in hun harten schrijven,en Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn.

12

Hebreeën 8

11 En niet langer zullen zij een ieder zijn medeburger,en een ieder zijn broeder leren, zeggende: Ken de Here, want allen zullen zij Mij kennen, van de kleinste tot de grootste onder hen.

13

Hebreeën 8

11 En niet langer zullen zij een ieder zijn medeburger, en een ieder zijn broeder leren, zeggende: Ken de Here, want allen zullen zij Mij kennen, van de kleinste tot de grootste onder hen.

14

Hebreeën 8

11 En niet langer zullen zij een ieder zijn medeburger, en een ieder zijn broeder leren, zeggende:Ken de Here, want allen zullen zij Mij kennen, van de kleinste tot de grootste onder hen.

15

10 Want bergen zullen wijken, en heuvelen wankelen; maar Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken, en HET VERBOND MIJNS VREDES zal niet wankelen, zegt de HEERE, uw Ontfermer. (...)13 En al uw kinderen zullen van den HEERE geleerd zijn, en de vrede uwer kinderen zal groot zijn.

-Jesaja 54- (St.Vert.)

16

Hebreeën 8

11 En niet langer zullen zij een ieder zijn medeburger, en een ieder zijn broeder leren, zeggende: Ken de Here, want allen zullen zij Mij kennen,van de kleinste tot de grootste onder hen.

17

Hebreeën 8

12 Want Ik zal genadig zijn over hun ongerechtigheden, en hun zonden zal Ik niet meer gedenken.

18

Hebreeën 8

12 Want Ik zal genadig zijn over hun ongerechtigheden,en hun zonden zal Ik niet meer gedenken.

19

Hebreeën 8

13 Als Hij spreekt van een nieuw verbond, heeft Hij daarmede het eerste voor verouderd verklaard. En wat veroudert en verjaart, is niet ver van verdwijning.

20

Hebreeën 8

13 Als Hij spreekt van een nieuw verbond, heeft Hij daarmede het eerste voor verouderd verklaard. En wat veroudert en verjaart, is niet ver van verdwijning.

21

Hebreeën 9

1 Nu had ook wel het eerste verbond bepalingen voor de eredienst en een heiligdom voor deze wereld.

22

Hebreeën 9

1 Nu had ook wel het eerste verbond bepalingen voor de eredienst en een heiligdom voor deze wereld.

23

eerste (=oude) verbond

Levitisch priesterschap

wereldlijk heiligdom

tweede(=nieuwe) verbond

Koning-Priester naar Melchizedek

hemelsheiligdom

24

Hebreeën 9

2 Want er was een tent ingericht, de voorste, waarin de kandelaaren de tafel met de toonbroden stonden; deze werd het heilige genoemd;

25

Hebreeën 9

2 Want er was een tent ingericht, de voorste,waarin de kandelaaren de tafel met de toonbroden stonden; deze werd het heilige genoemd;

Ex.25:31-40

26

Hebreeën 9

2 Want er was een tent ingericht, de voorste, waarin de kandelaar en de tafel met de toonbroden stonden; deze werd het heilige genoemd;

Ex.25:23-30Ex.40:4Lev.24:5,6

27

Hebreeën 9

2 Want er was een tent ingericht, de voorste, waarin de kandelaar en de tafel met de toonbroden stonden;deze werd het heilige genoemd;

28

Hebreeën 9

3 en achter het tweede voorhangsel was een tent, genaamd het heilige der heiligen,

29

Hebreeën 9

4 met een gouden reukofferaltaaren de ark des verbonds, rondom met goud overtrokken (...)

30

12 Hij (=Aäron) zal ook een WIEROOKVAT vol vurige kolen nemen van het altaar, van voor het aangezicht des HEEREN, en zijn handen vol reukwerk van welriekende specerijen, klein gestoten; en hij zal het binnen den voorhangdragen.

Leviticus 16 (St.Vert.)

31

Hebreeën 9

4 met een gouden reukofferaltaar en de ark des verbonds, rondom met goud overtrokken (...)

32

Hebreeën 9

4 (...) waarin zich bevonden een gouden kruik met het manna,de staf van Aaron, die gebloeid had, en de tafelen des verbonds;

33

Hebreeën 9

4 (...) waarin zich bevondeneen gouden kruik met het manna, de staf van Aaron, die gebloeid had, en de tafelen des verbonds;

Ex.16:33,34

34

Hebreeën 9

4 (...) waarin zich bevonden een gouden kruik met het manna,de staf van Aaron, die gebloeid had, en de tafelen des verbonds;

Num.17:8-10

35

Hebreeën 9

4 (...) waarin zich bevonden een gouden kruik met het manna, de staf van Aaron, die gebloeid had,en de tafelen des verbonds;

Ex.25:16Deut.10:3-5:het tweede stel

36

Hebreeën 9

5 daarboven waren de cherubs der heerlijkheid, die het verzoendeksel overschaduwen; hierover kunnen wij nu niet in bijzonderheden treden.

Ex.25:18-22

37

20 En de cherubim zullen hun beide vleugelen omhoog uitbreiden, bedekkende met hun vleugelen het verzoendeksel; en hun aangezichten zullen tegenover elkander zijn; de aangezichten der cherubim zullen naar het verzoendeksel zijn. 21 En gij zult het verzoendeksel boven op de ark zetten, nadat gij in de ark de getuigenis, die Ik u geven zal, zult gelegd hebben.

Exodus 25 (St. Vert.)

38

Hebreeën 9

5 daarboven waren de cherubs der heerlijkheid, die het verzoendeksel overschaduwen; hierover kunnen wij nu niet in bijzonderheden treden.