De 8 rijken van levende organismen - UGenttdeprez/Practicum/Theorie... · A small individual (0.5...

Post on 25-Dec-2019

0 views 0 download

Transcript of De 8 rijken van levende organismen - UGenttdeprez/Practicum/Theorie... · A small individual (0.5...

De 8 rijken van levende organismen :

1. (EU)BACTERIA : de echte bacteria2. ARCHAEBACTERIA : relictgroep3. ARCHEZOA : oudste Eucaryota4. PROTISTA : artificiële groep5. CHROMISTA : o.a. kiezelwieren & bruinwieren6. PLANTAE7. FUNGI : schimmels & paddenstoelen8. ANIMALIA

ARCHEZOA

ü oudste Eucaryota (> 2 miljard jaar)ü geen mitochondria, ER., Golgi-apparaat, peroxisomenü ribosomen lijken op deze van bacteriën

ü 400 soorten, 3 phyla : üARCHAEAMOEBAE : vb: Pelomyxa (Chaos) :

in slijk van zoetwaterü METAMONADA : veel parasieten, o.a. Giardia

(veroorzaakt enteritis bij mens) ü MICROSPORIDIA : alle parasieten; bijv. Nosema : N. apis bij bijen (andere soorten soms bij de mens)

A small individual (0.5 mm.) of Pelomyxa gives a good view on the many nuclei

Pelomyxa : meestal enkele mm groot, met vele nuclei.

2 ind. van Pelomyxa palustris (> 3 mm : ‘reuze-amoeben’)

ARCHEZOA

ü oudste Eucaryota (> 2 miljard jaar)ü geen mitochondria, ER., Golgi-apparaat, peroxisomenü ribosomen lijken op deze van bacteriën

ü 400 soorten, 3 phyla : üARCHAEAMOEBAE : vb: Pelomyxa (Chaos) :

in slijk van zoetwater

ü METAMONADA : veel parasieten, o.a. Giardia intestinalis en G. lamblia (veroorzaakt enteritis bij mens)

ü MICROSPORIDIA : alle parasieten; bijv. Nosema : Nosema apis bij bijen (andere soorten soms bij de mens)

Nosema apis bij een stuifmeelkorrel

PROTISTA – Onderrijk “Protozoa”“Dierlijke”, meestal heterotrofe, soms mixotrofe ééncelligen.

Phylum I : SARCOMASTIGOPHORA + flagellen of pseudopodia of beide; één soort kern;vb: flagellaten (zweepdiertjes) en amoeben

Phylum II : APICOMPLEXAparasieten met apicaal perforatie-complex; geen ciliabijv. Coccidia (Plasmodium= malaria-verwekker)

Phylum III : MICROSPORA

Phylum IV : CILIOPHPORA+ cilia (althans in één stadium van de levenscyclus)bijv. Paramecium (pantoffeldiertje)

Phylum I : SARCOMASTIGOPHORASubphylum 1 : Mastigophora(mastix = zweep; pherein = dragen)Flagellaten of geseldiertjes

• 1 of meer flagellen

Klasse Phytomastigophorea : plantaardige flagellaten

Klasse Zoomastigophora = dierlijke flagellaten• geen chloroplasten (heterotroof)•Veel commensalen, symbionten en parasieten• bijv. Orde Kinetoplastida

Orde TrichomonadidaOrde HypermastigidaOrde Choanoflagellata

astiden

ramylum

Euglena : met oogvlek en ‘kristallijne’ structuren in de cel

Haematococcus : 2 flagellen zichtbaar

Volvox : een kolonie van wiertjes met 2 flagellen per cel

VOLVOX :

Dinoflagellaat

Florida Red Tide Bloom ofGymnodinium breve

Dinoflagellata

Phylum I : SARCOMASTIGOPHORASubphylum : Mastigophora(mastix = zweep; pherein = dragen)Flagellaten of geseldiertjes

• 1 of meer flagellen

Klasse Phytomastigophorea : plantaardige flagellaten

Klasse Zoomastigophora = dierlijke flagellaten• geen chloroplasten (heterotroof)•Veel commensalen, symbionten en parasieten• bijv. Orde Kinetoplastida

Orde TrichomonadidaOrde HypermastigidaOrde Choanoflagellata

Orde Kinetoplastida (kinein :bewegen)

Hebben een kinetosoom (basaal lichaam) en een kinetoplast (organel,dichtbij kinetosoom dat DNA bevat). Bijv. Trypanosomen (parasieten met 1 flagel; soms zonder flagel)• bij invertebraten : in de darm• bij vertebraten : in bloed en weefselvochten, soms intracellulair• ongeslachtelijke X : door lengtedeling

•vertonen polymorfisme : zie volgend schema

Leptomonas CrithidiaTrypanosoma

LeischmaniaKinetosoom + flagelKinetoplast

Leischmania : meestal intracellulaire parasieten van zoogdieren, o.a.Mens. Na malaria, de ergste Protozoa ziekte !

• cutane leischmaniasis (leischmaniose) veroorzaakt door L. tropica,Builenpest : erge huidverzweringen in Nabije Oosten, delen van Azië enAfrika

• viscerale leischmaniasis : kala azar; veroorzaakt door L. donovaniZwarte koorts – aantasting van milt en lever, dikwijls fataal (meer verspreid dan de cutane vorm, tropen en subtropen)Vector (overbrenger) : bloedzuigende zandvliegen, waar ze in de darm leven, maar bij het steken, met speeksel in mens of dier terechtkomen.Reservoir : honden en ratten.

Trypanosoma : veel parasiten van gewervelden, o.a. mensElk jaar 20.000 nieuwe gevallen van trypanosomiasis.

Afrikaanse trypanosomiasis veroorzaakt door T. bruceiT. brucei gambiense : centraal en West-Afrika

vector : tsétsévlieg : Glossina palpalisreservoir : mens, varkens, vee, schapen

T. brucei rhodesiense : centraal en Oost-Afrikavector : tsétsévlieg : Glossina morsitansreservoir : wilde zoorgdieren

Cyclus : zie plaatT. brucei brucei : West-, cenrtaal en Oost-Afrika

vector : Glossina morsitansreservoir : wilde herkauwers & paardachtigenziekte : nagan-pest bij vee, kamelen en paarden

Amerikaanse trypanosomiasis veroorzaakt door T. cruziVnl. in Zuid-Amerika : Chagas’ziekte

vector : bloedzuigende wantsenreservoir : honden, katten, wild zoogdieren

Parasiet vnl. in spieren, ergst bij kinderen, dikwijls fataal

Trypanosoma cruzi in bloeduitstrijkje

Trypanosoma tussen rode bloedcellen

Trypanosomen hebben eiwitten aan hun oppervlak : glycoproteïnendie werken als antigenen (A).

Het immuunsysteem (IS) van de gastheer produceert antistoffen tegen die antigenen : anti-A.

MAAR : tegen de tijd dat IS anti-A gemaakt heeft, hebben sommige parasieten nieuwe oppervlakte-glycoproteïnen gevormd (A’) dieniet aangetast worden door anti-A. De A’parasieten vormen eennieuwe generatie als reactie van de gastheer tegen A’; dan andereparasieten die A’’ vormen enz....

Dus A, A’, A’’, A’’’, enz... = variabele oppervlakte-glycoproteïnen

1 individu kan dus 1000 VOG (Variabele Oppervlakte Glycoproteïnen)maken die spontaan tot expressie komen en door de gastheer geselecteerd worden. Hierdoor ontsnapt steeds een deel van deTrypanosomen aan eliminatie door het immuunsysteem.

Er is nog GEEN vaccin, wel een chemotherapie.

Orde Trichomonadida

• parasieten met 4 tot 5 flagellen•+ kinetosomen (basaal lichaam)•+ parabasaal lichaam = groot Golgi-apparaat• structuur zie plaat• bijv. Trichomonas vaginalis : in vagina, soms urethra

Parabasaal lichaamaxostyl

paracostale lichaampjes

costa

Undulerende membraan

basaal lichaam

Orde Hypermastigida (Hypermastigophora)

• o.a. symbionten van termieten • met zeer veel flagellen• termieten eten hout, maar kunnen zelf geen celluloseverteren. Trichonympha leeft in darm van termietenen zet cellulose om in oplosbare koolhydraten

Orde Choanoflagellata

• met trechter aan vooreinde die bestaat uit lange fijnecytoplasma-uitlopers; in de trechter bevindt zich eenflagel• meestal vastzittend in zout of zoet water• cf. Cellen bij sponzen

Phylum I : SARCOMASTIGOPHORA

Subphylum 2 : Sarcodina(sarx : vlees; sarcodes : vlezig)

• ‘amoeben’ = cellen met pseudopodia (= tijdelijke cytoplasmatische uitlopers) voor voortbeweging en voedselopname

• met of zonder schaal

•Zonder schaal = naakte amoeben zoals Naegleria, Entamoeba + vrijlevende amoeba’s

• met schaal = geschaalde amoeben (Amoebina testacea) zoals Arcella (schaal van organisch materiaal) en Difflugia (schaal met zandkorrels en kiezelwierschaaltjes. In zoetwater, in de bodem en tussen de mossen.

Amoeba proteus

Amoeba die een kleineciliaat ‘opeet’

Een ‘verstoorde’ amoeba

Vampyrella : een amoeba met draadvormige ‘filamenteuse’ pseudopodia

Arcella gibbosa : geschaalde amoeben

Difflugia :een geschaalde amoeba

Naakte amoeben :

Naegleria gruberi : occasioneel pathogeen; bijv. in overbevolktezwembaden, veroorzaakt meningo-encephalitis (ontsteking vanhersenvliezen en hersenen).

Entamoeba histolytica : 10% van de wereldbevolking besmet, maar meestal zonder symptonen. Ongeveer 100.000 doden per jaar door amoebiasis.Ziekte : dysenterie met invasie van darmslijmvlies, dan verspreiding in lichaam, vnl. naar de lever : leverabsces.Ontregeling van immuunsysteem.

(4-kernig)

Foraminifera :

• zeer omvangrijke groep : ongeveer de helft van alle gekende Protozoa !• bezitten een schaal opgebouwd uit organisch materiaal, dikwijls metzand-of kalksubstraat >> veel fossielen !• Belangrijk als gidsfossiel (herkenning van bepaalde lagen) bijv. in depetroleumindustrie• Belangrijk voor de sedimentvorming : cf. Krijtrotsen van Dover, koraalriffen,..• Schaal één- of meerkamerig (met één of veel kleine openingen)• voorkomen in de zee en brakwater

Perforate foraminifera

Peneroplis planatus

Spiroloculina

Actinopodea :

• sferische, vlottende vormen + radiërende pseudopodia (o.m. ook axopodia : Heliozoa en Radiolaria.

•Heliozoa : zonnediertjes – in zoetwater; hebben axopodia; 1 of meerdere kernen; ectoplasma met grote vacuolen

•Radiolaria : straaldiertjes - in zee; inwendig skelet (SiO2, SrSO4) en membraneus centraal kapsel. Ectoplasma met schuimstructuur (cf. drijven). Symbiose met zooxanthellen.

Heliozoa : Actinosphaerium sp.

Heliozoa

Radiolaria