1 de boezemvriend2 de stakker3 vluchten4 de ramp5 de stam6 de bekende

1 hooikoorts2 zakdoek3 voetbal4 kaartspel5 stripboek 1 ab cd ef2 gh ij kl3 mn op qr4 st uvw xyz 1 d2 g3 e4 a5 c6 f7 b 1 Eva vaart.2 Papa vist.3 Boris zwemt.4 Kiki ligt.5 Jelle springt. de vis: de schol, de baars,de tong, de haai 1 tasje 2 treintje 3 (vis)netje 4 visje 5 raampje

Scholten, gesmolten Dam, kwam hitte, zitten 1 kruk – u 2 klok – o 3 lat – a 4 luik – ui 5 raam – aa 1 a 2 d 3 b 4 c 1 De schaar knipt.2 De boor boort.3 De kwast verft.4 Het varken knort.5 De klok tikt. 1 het recept2 bakmeel3 kneden4 het deeg5 rijzen6 taart 1 a2 b3 a 1 c2 d3 a4 b 1 a 2 b 3 a4 b5 a

antwoorden instapspel taalgroep 4

Taal actief • antwoorden instapspel taal • groep 4 • © Malmberg ’s-Hertogenbosch

20

44

22

46

56

52

60

80

86

88

94

96

114

112

10

Taal actief • antwoorden instapspel taal • groep 4 • © Malmberg ’s-Hertogenbosch

1 De peuter bouwt.2 De jongen speelt.3 De man fietst.4 Meike leest een strip (boek).5 Jan bakt een taart. 1 gisteravond2 vandaag3 morgenochtend4 morgenmiddag 1 Hier kun je fietsen./Dit is een fietspad. 2 Dit is het treinstation. 3 Hier kun je eten./Dit is een restaurant. 4 Honden aan de lijn!/Hier mag je je hond uitlaten. 5 WC voor mannen en vrouwen. 1 blauw2 zwart3 blauw4 blauw5 zwart

116

120

124

136

antwoorden instapspel taalgroep 4