Transcript of • Er zijn diverse natuurlijke lichtbronnen • Sterren/zon en bliksem • Er zijn ook door de mens...
- Dia 1
- Dia 2
- Er zijn diverse natuurlijke lichtbronnen Sterren/zon en bliksem
Er zijn ook door de mens gemaakte lichtbronnen Kaars, kampvuur,
gloeilamp, gasontladingsbuis, LED lamp Laser en stroboscoop worden
vooral bij natuurkunde gebruikt
- Dia 3
- -steeds breder wordt Een lichtbundel die: -steeds smaller wordt
-niet breder en niet smaller wordt - niet breder en niet smaller
wordt en zeer dun is Divergerende lichtbundel Convergerende
lichtbundel Evenwijdige lichtbundel Lichtstraal (= evenwijdige
lichtbundel)
- Dia 4
- F F 2 de soort Om beelden te tekenen (construeren) die bolle
(positieve) lenzen kunnen vormen heeft men z.g. Constructiestralen
nodig 1 ste soort F F MAAR OOK F F 3 de soort MAAR OOK
- Dia 5
- Van de bovenkant van de A komen lichtstralen We weten echter
niet hoe deze gebroken worden 1 ste soort 2 de soort 3 de soort
Waar komt het midden van de letter A ? Het beeld komt als volgt uit
te zien Origineel (voorwerp) beeld F F Echter weten we wel hoe de 3
constructiestralen gaan Positie scherm
- Dia 6
- diaprojector filmprojector beamer overheadprojector origineel
(voorwerp) beeld origineel (voorwerp) beeld origineel (voorwerp)
beeld origineel (voorwerp) beeld
- Dia 7
- L FF F condensorlens Diahouder projectielens Voorwerp afstand
Beeld afstand scherm 3D sketchUp projector (klik hier)
- Dia 8
- Echter weten we wel hoe de 3 constructiestralen gaan F F Van de
bovenkant van de boom komen lichtstralen We weten echter niet hoe
deze gebroken worden 1 ste soort 2 de soort 3 de soort Waar komt
een ander punt van de boom ? Het beeld komt als volgt uit te zien
Origineel (voorwerp) beeld Positie licht- gevoellige laag
- Dia 9
- beeld origineel (voorwerp)
- Dia 10
- F F F F
- Dia 11
- Teken de 3 constructiestralen gaan F F 1 ste soort 2 de soort 3
de soort Het beeld komt als volgt uit te zien
- Dia 12
- Teken de 3 constructiestralen F F 1 ste soort 2 de soort 3 de
soort De stralen hebben geen reel snijpunt !!!! Als je van rechts
in de lens kijkt lijken alle Stralen uit een virtueel snijpunt te
komen Het virtuele beeld komt er als volgt uit te zien
- Dia 13
- F F 1 ste soort 2 de soort Evenwijdige lijnen dus geen beeld
!!!!
- Dia 14
- F F F F F F F F F F beeld 2F
- Dia 15
- Constructie van een willekeurige straal 1. Teken bijas:
evenwijdig aan de straal en door O 3. Straal gaat verder door
bijbrandpunt F 2. Teken brandvlak: loodrecht op hoofas en door
hoofdbrandpunt F 3. Teken bijbrandpunt F FF F F +
- Dia 16
- F F F F F F F F F F beeld 2F
- Dia 17
- Constructie bij een positieve (bolle) lens Het construeren van
het vervolg van een willekeurige lichtstraal
- Dia 18
- +
- Dia 19
- + willekeurige lichtstraal
- Dia 20
- +
- Dia 21
- + beeldpunt
- Dia 22
- +
- Dia 23
- + Vervolg lichtstraal
- Dia 24
- Constructie bij een positieve (bolle) lens Het construeren van
de gehele lichtbundel uit een punt van het voorwerp
- Dia 25
- +
- Dia 26
- + Lichtbundel uit top
- Dia 27
- +
- Dia 28
- + Beeldpunt d.m.v. 2 constructiestralen
- Dia 29
- +
- Dia 30
- + Vervolg lichtbundel
- Dia 31
- V groter dan 2f ; verkleining V is 2f ; even groot V kleiner
dan 2f, maar groter dan f ; vergroot V kleiner dan f; vergroot maar
virtueel, hoe dichter bij de lens des te kleiner het (vergrootte)
virtueel beeld, het beeld is niet omgekeerd
- Dia 32
- - f v
- Dia 33
- - negatieve lens F f v brandpuntsafstand voorwerpsafstand
brandpunt
- Dia 34
- -
- Dia 35
- - 1e constructiestraal
- Dia 36
- -
- Dia 37
- - 2e constructiestraal
- Dia 38
- - b
- Dia 39
- - b (virtueel) beeld beeldafstand (negatief)
- Dia 40
- -
- Dia 41
- - 3e constructiestraal (controle)
- Dia 42
- Bij het oog is niet de brandpuntsafstand (f) constant, zoals
bij een vaste lens, maar het beeldpunt (b). Door aanpassing van de
lens (accommoderen), is de brandpuntsafstand (f) variabel. Een
lichtstraal die in een oog valt, wordt op zijn weg naar het
netvlies een aantal malen gebroken. Brekingsindices (n):
hoornvlies:1,38 vocht in oogkamer:1,34 ooglens:1,41 glasachtig
lichaam:1,34 De brekende werking van het oog wordt dus voornamelijk
bepaald door....................
- Dia 43
- Afbeelding (BB) van een voorwerp (LL) op het netvlies van het
oog.
- Dia 44
- Om een voorwerp scherp te kunnen zien, moet het oog sterker
accommoderen als dat voorwerp zich dichter bij het oog bevindt. Als
het oog sterker accommodeert, wordt de lens boller en daardoor zal
de brandpuntsafstand (f) kleiner worden (F gaat dichter naar de
lens toe). Opmerking: Met de groene gestippelde constructiestraal,
kunnen we F bepalen. Merk op dat deze lichtstraal niet door de
ooglens heen gaat.
- Dia 45
- Het accommoderen van het oog speelt zich af tussen twee
grenzen: het oog is ongeaccommodeerd (minst bol) het oog is
maximaal geaccommodeerd (maximaal bol) Het oog ziet alleen scherp
tussen zijn vertepunt V 0 (zonder accommodatie) en zijn
nabijheidspunt N 0 (met maximale accommodatie): Voor een normaal
oog geldt dat het vertepunt in het oneindige ligt (V 0 = ):
- Dia 46
- Bijziend: V 0 < als oog ongeaccommodeerd. Alleen een bril
nodig op grote afstand. Verziend: V 0 < 0 (achter het oog). Een
bril nodig voor korte afstand, als wel voor grote afstand (oog niet
ongeaccommodeerd). Opmerking: voorwerpen die op het rode gedeelte
van de hoofdas geplaatst worden, kunnen (zonder bril) scherp gezien
worden.
- Dia 47
- Ongeaccommodeerd: Lichtstralen van voorwerp op grote afstand,
zonder bril: Lichtstralen van voorwerp op grote afstand, met
bril:
- Dia 48
- Ongeaccommodeerd: Lichtstralen van voorwerp op grote afstand,
zonder bril (oog ongeaccommodeerd): Lichtstralen van voorwerp op
grote afstand, met bril:
- Dia 49
- Maximaal geaccommodeerd:
- Dia 50
- Kenmerk: een oudziend oog heeft het nabijheidspunt (N 0 ) te
ver weg liggen. M.a.w.: bij een oudziend oog heeft in maximaal
geaccommodeerde toestand een te zwakke convergerende werking. Dit
is te corrigeren met een positieve (+) lens (alleen nodig op korte
afstand).
- Dia 51
- Vraag: Het nabijheidspunt van een oudziend oog ligt op 75 cm
van dat oog. Bereken hoe sterk een brillenglas moet zijn om met dat
oog de krant op 30 cm afstand goed te kunnen lezen. Oplossing:
Eerst tekening maken! Dan pas rekenen. 30 cm -75 cm (N b ) (N 0 )
50 cm = 0,50 m 2,0 dpt Tekening bestuderen: - Het voorwerp (N b )
ligt 30 cm voor de lens. - Na breking, zullen de lichtstralen de
weg volgens alsof ze vanuit N 0 komen. - Er wordt dus een virtueel
beeld gevormd op 75 cm (N 0 ) vr de lens.
- Dia 52
- Je ziet een voorwerp duidelijker als het dichter bij het oog
staat. Je ziet het voorwerp dan onder een hoek : de gezichtshoek is
dan groter. Daardoor is ook het beeld op het netvlies groter:
- Dia 53
- Gezichtshoek zonder loep (oog maximaal geaccommodeerd):
Gezichtshoek met loep (oog ongeaccommodeerd): Angulaire
vergroting:
- Dia 54
- Vergroting met loep (oog geaccommodeerd): (oog denkt BB te
zien) Vergroting: