Visie op Sectoren 2013 food

33
sectorupdate 2013 Interviews Trends & ontwikkelingen Sectorvisie visie op food

description

abnamro.nl/food Het sectorrapport Visie op Food biedt naast een macro-economische visie op Nederland, de visie van ABN AMRO en omschrijving van de branches die onderdeel uitmaken van de food sector. Daarmee kunt u uw onderneming spiegelen aan de trends en ontwikkelingen en de actuele branchecijfers.

Transcript of Visie op Sectoren 2013 food

Page 1: Visie op Sectoren 2013 food

sectorupdate 2013 ▶ Interviews ▶ Trends & ontwikkelingen ▶ Sectorvisie

visie opfood

Page 2: Visie op Sectoren 2013 food
Page 3: Visie op Sectoren 2013 food

Geachte relatie,

Voor u ligt Visie op Sectoren (VOS), de jaarlijkse dwarsdoorsnede van het

Nederlandse bedrijfsleven. Om uw bedrijf en business model echt te kunnen

begrijpen, verdiept ABN AMRO zich in uw sector. Het rapport geeft een schets

van de stand van zaken en de vooruitzichten van een groot aantal branches.

Zo kunt u een kijkje nemen achter de veelomvattende en daardoor soms

verhullende macro-economische cijfers. Bovendien biedt het de mogelijkheid

om na te gaan hoe uw onderneming het doet in vergelijking met

branchegenoten.

Die macro-economische cijfers laten zien dat Nederland te maken heeft met een periode van

conjuncturele zwakte. De eurozone heeft de afgelopen jaren onder vuur gelegen. En de Nederlandse

economie is in 2012 gekrompen. Het lijkt er niet op dat die krimp dit jaar zal plaatsmaken voor groei.

De sombere consument houdt zijn hand op de knip. Daarmee doet de Nederlandse economie het

slechter dan die van de ons omringende landen.

Gelukkig is dit niet het hele verhaal over de conjunctuur. De mondiale economische vooruitzichten

zijn beter dan een jaar geleden. Binnen de eurozone tekent zich een keer ten goede af. Dat is vooral

te danken aan ingrepen van de Europese Centrale Bank. De periode van hoge nood lijkt voorbij, al

blijft er reden voor bezorgdheid. Deze verbetering is goed nieuws, want vrijwel geen land is zo sterk

op het buitenland gericht als Nederland.

Bovendien zijn er meer lichtpunten in de Nederlandse economie. Onze economie wordt gevormd

door een bonte verzameling van marktpartijen: bedrijven, consumenten, overheden, et cetera. In

veel branches binnen de bedrijvensector zal de stemming onder ondernemers volgens dit rapport

verbeteren. Exporterende ondernemingen profiteren van de aantrekkende wereldhandel. In het

kielzog daarvan zullen bedrijfstakken als de transportsector en de groothandel herstel laten zien.

Andere sectoren, vooral de bouwsector, hebben in 2013 echter te maken met tegenwind.

In deze turbulente tijd is de food sector als vanouds een stabiele factor. De directe volumes worden

nauwelijks geraakt, maar margedruk is wel een groot thema. Grondstofprijsontwikkeling enerzijds en

een fel concurrerende food retail creëren grote druk op u en uw collega’s. Hoe hierin alert te onder-

nemen? Het verbinden van de eigen belangen met die van de afnemer is een antwoord. Hoe? Zeer

gecommitteerde samenwerking tussen foodbedrijven en afnemers kan een unieke waardepropositie

opleveren voor de eindconsument.

Deze publicatie is geschreven voor u, ondernemers. Hoe Nederland presteert, hangt nauw samen

met hoe u presteert. Ondernemers staan vaak wat optimistischer in het leven dan de gemiddelde

Nederlander. Dat optimisme heeft Nederland nodig om op een bestendiger groeipad te komen. Met

kennis van uw sector helpen wij u graag uw plannen te realiseren.

Goede zaken gewenst!

Joop Wijn Lid Raad van Bestuur ABN AMRO

1visie op food

Page 4: Visie op Sectoren 2013 food

visie op foodsectorupdate 2013

2

Page 5: Visie op Sectoren 2013 food

4 6

10 12 14 16 18 20 22 24

26 28 30

Nederlandse economie

interviews

dranken

foodservice

groothandel in bloemen en planten

handel in en bewerking van vis

handel in en bewerking van groente en fruit

koek, snacks en zoetwaren

mengvoederindustrie

slachterijen en vleesverwerking

zuivelindustrie

leeswijzer

colofon

3visie op food

Page 6: Visie op Sectoren 2013 food

Nederlandse economie: licht herstel in loop van 2013

De Nederlandse economie is vorig jaar 1% procent gekrompen. Dat kan geheel worden toegeschreven aan lagere binnenlandse bestedingen. De uitvoer is verder toegenomen en heeft een sterkere terugval van de economie voorkomen. Ook voor 2013 wordt een krimp van de economie voorzien – met 0,5 tot 1%. En naar verwachting zijn wéér de binnenlandse bestedingen daar debet aan, terwijl de uitvoer verder groeit. We denken dat de economie in de loop van dit jaar weer voorzichtig wat groei zal laten zien. Dat herstel zet vermoedelijk door in 2014, waardoor de economische groei richting 1% kan gaan.

De economie is afgelopen jaar gekrompen. Het bruto binnenlands

product (bbp) nam af met gemiddeld 1,0%. In de eerste twee

kwartalen van het jaar liet de economie een heel lichte groei zien

ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Daarmee leek een eind

gekomen aan de recessie die was begonnen in het voorjaar van

2011. Maar in het tweede halfjaar kromp de economie opnieuw - en

sterk.

Economie in tweede helft 2012 weer gekrompen

-6

-3

0

3

6

1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 201160

75

90

105

120

bbp (% j-o-j; l.as)Economisch-sentimentindicator (r.as)

%

Bron: Thomson Reuters Datastream

Binnenlandse bestedingen nog onder drukDe binnenlandse bestedingen hebben de bbp-groei in de rode cij-

fers geduwd. De investeringen zijn (eind 2012) al zeven kwartalen

op rij gedaald en de particuliere consumptie zelfs al acht kwartalen.

Nadat de particuliere consumptieve bestedingen 1% waren ge-

daald in 2011, namen ze vorig jaar nog eens 1,4% af. De ‘hoofd-

schuldige’ aan deze daling is het reëel beschikbaar gezinsinkomen,

dat vorig jaar fors afnam - nog aanzienlijk méér dan de consumptie-

ve bestedingen. Deze stevige daling werd veroorzaakt door diverse

factoren. Zo stegen de lonen vorig jaar fors minder dan de prijzen:

reëel gingen de lonen omlaag. Verder drukten de bezuinigingen van

de overheid en hogere pensioenpremies de koopkracht. En ten

slotte daalde de werkgelegenheid. De consumptie werd bovendien

ontmoedigd door het lage consumentenvertrouwen en de zwakke

huizenmarkt.

Voor 2013 is het beeld nog niet veel beter. Het reëel beschikbaar

inkomen daalt opnieuw, door dezelfde factoren als in 2012. Wel lijkt

de daling van het reële loon wat lager uit te vallen. We verwachten

dat in de nog af te sluiten cao’s zal worden geprobeerd de btw-

verhoging deels te compenseren. Als gevolg van de (verdere)

inkomensdaling zal de consument opnieuw minder uitgeven. Maar

als het vertrouwen van de consument later in het jaar wat zou

herstellen, dankzij de voorzichtige verbetering van het internationale

economisch klimaat, kan de daling van de consumptie iets lager

uitvallen dan vorig jaar.

Ook de investeringen daalden vorig jaar. Dat is niet verrassend als

de productie van het bedrijfsleven krimpt. Die krimp zien we terug

in de mate waarin het machinepark in de industrie wordt benut: de

bezettingsgraad lag in het tweede halfjaar zo’n 2% lager dan in de

tweede helft van 2011. Dat is geen impuls om te investeren, zeker

niet bij de nog altijd onzekere vooruitzichten. Met het voorzichtige

herstel dat wij voorzien, zijn er aanvankelijk nog weinig prikkels om

te gaan investeren, al worden de perspectieven voor de export-

sector wel beter. Bovendien kan de verbetering van het internatio-

nale economisch beeld ook het vertrouwen van ‘binnenlandse’

ondernemers schragen. Aan de krimp van de bedrijfsinvesteringen

kan dan ook dit jaar een einde komen.

Uitvoer is en blijft groeimotor voor de economieDe uitvoer van goederen en diensten is vorig jaar gestegen met

3,3%. Na twee sterke kwartalen kwam de uitvoer in de zomer

weliswaar in een dip, maar daarna tekende zich weer herstel af. Dat

er een terugval optrad mag geen verrassing heten, wanneer wordt

bedacht dat maar liefst driekwart van de goederenuitvoer binnen de

4

Page 7: Visie op Sectoren 2013 food

EU blijft - een regio die vorig jaar een economische krimp kende van

0,3%. Tegen die achtergrond valt de Nederlandse exportprestatie

mee.

Wel merken we op dat de stijging van de uitvoer wordt geflatteerd

door de wederuitvoer (producten die worden ingevoerd door een

Nederlandse partij en weer worden uitgevoerd zonder dat ze een

noemenswaardige bewerking hebben ondergaan). De uitvoer van

binnenslands gefabriceerde goederen deed het vorig jaar minder

goed. Deze nam toe met een schamele 0,5%, terwijl de weder-

uitvoer met 7% steeg.

Dit jaar kan dat beeld dankzij de aantrekkende wereldhandel ver-

beteren: de binnenslands geproduceerde uitvoer kan weer wat

meer toenemen. Enkele indicatoren wezen in de eerste maanden

van 2013 op een aanhoudende groei van de uitvoer. Bovendien blijkt

uit diverse internationale ranglijsten dat de Nederlandse concurren-

tiepositie goed is. Dat betekent dat ons land goed in staat zou

moeten zijn om te profiteren van de aantrekkende wereldhandel.

We voorzien daarom een oplopende exportgroei.

Huizenmarkt beweegt nog nietDe woningmarkt heeft opnieuw een mager jaar achter de rug. Het

aantal transacties daalde in 2012 voor het zesde jaar op rij. Aanvan-

kelijk zal het transactievolume nog verder afnemen, onder invloed

van de minder gunstige fiscale behandeling van de eigen woning.

Ook de krappere hypotheeknormen van het Nibud spelen een rol.

Bovendien zijn de banken terughoudend bij de kredietverlening.

Een belangrijke factor voor een herstel van de woningmarkt vormt

de betaalbaarheid. Die verbetert door de lage rente en vooral door

de daling van de huizenprijzen. De betaalbaarheid beweegt door de

gedaalde prijzen geleidelijk weer richting het historisch gemiddelde.

De voorzichtige kredietverlening, de nog fragiele economie en de

minder gunstige fiscale voorwaarden voor eigen woningbezit

houden voorlopig een rem op de markt voor koopwoningen. Maar

de bodem komt in zicht door de verbeterde betaalbaarheid. Een

andere reden dat de markt kan stabiliseren, is de ontwikkeling van

de woningvoorraad. Die wordt door de achterblijvende woningbouw

steeds krapper. In 2014 verwachten wij daarom een lichte stijging

van het aantal transacties.

Gemiddelde groei in 2013 nog negatief - volgend jaar weer positiefAl met al krimpt de economie dit jaar gemiddeld opnieuw - met

naar schatting 0,5 tot 1%. Dit negatieve cijfer is overigens groten-

deels toe te schrijven aan de negatieve doorwerking van de forse

krimp in de tweede helft van 2012. In de loop van 2013 kan dankzij

de uitvoer herstel optreden. Dat wordt echter afgeremd door de

omvangrijke ombuigingen van de overheid. De economie heeft dus

twee gezichten: de binnenlandse bestedingen krimpen, de uitvoer

groeit. Sectoren die meer op het buitenland georiënteerd zijn,

zullen beter presteren dan sectoren die (vooral) op de binnenlandse

markt actief zijn.

Dankzij de voorzichtige conjuncturele opleving kan de economie

met wat meer vaart 2014 binnengaan. In dat jaar kan de groei rich-

ting 1% gaan. De werkloosheid, die doorgaans naijlt bij de ontwik-

keling van de productie, zal echter nog enige tijd blijven oplopen.

Uitvoer groeit verder

-20

-10

0

10

20

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 201230

40

50

60

70

Uitvoer goederen (% j-o-j; l.as)PMI exportorders (index; r.as)

%

Bron: CBS, Markit NEVI

Inflatie kan licht dalenDe inflatie liep eind 2012 snel op richting 3%, door de verhoging

van de btw in oktober. Begin 2013 liep de inflatie nog iets verder

op, door onder meer de verhoging van enkele andere belasting-

tarieven. Zonder het effect van die belastingverhogingen was het

inflatiecijfer in de eerste maanden slechts 1,6%. In de loop van

het jaar kan de inflatie wat afnemen, doordat het opwaartse effect

van de eerdere energieprijsstijgingen afneemt en door de zwakke

conjunctuur. Bovendien valt in het najaar het effect van de

btw-stijging weg uit het inflatiecijfer.

Risico’sWat zijn nu de risico’s bij ons scenario? De kans op tegenvallers lijkt

wat groter dan die op meevallers. Wij gaan ervan uit dat de

(systeem-)risico’s rond de staatsschuldencrisis, dankzij diverse

maatregelen, zoveel zijn verminderd dat nieuwe, serieuze onrust op

de financiële markten kan uitblijven en het vertrouwen in de

economie geleidelijk kan verbeteren. Maar echt beteugeld is de

crisis niet. Dat bleek in maart met Cyprus. De gevolgen van het

‘geval Cyprus’ lijken mee te vallen. Maar dat betrof slechts een klein

land. Verder moet het economisch herstel in de eurozone, dat wij in

de loop van dit jaar voorzien, op gang komen door de aantrekkende

wereldeconomie. Als die opleving echter stagneert, blijft ook het

herstel hier dit jaar uit. Ook is denkbaar dat het drukkend effect dat

de ombuigingen van de overheid hebben op de groei, forser uitvalt.

Aan de andere kant moet ook worden gezegd dat als het mondiale

herstel daad-werkelijk doorzet, dit (tijdelijk) wat sneller kan gaan dan

verwacht. Op- en neergaande bewegingen na omslagen van de

conjunctuur worden nogal eens onderschat.

5visie op Nederland

Page 8: Visie op Sectoren 2013 food

Murk Boerstra,adjunct-directeur FNLI:

‘Bezint eer gij begint’

Murk Boerstra: ‘Voor echt succes is het belangrijk dat de retailer en

foodfabrikant een enigszins gelijkwaardige verhouding tot elkaar

hebben, dat je elkaar iets bijzonders kunt bieden. Blijkens recent

onderzoek dat de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie

samen met GfK heeft gedaan, Top Topics 2013, hecht de retailer

relatief minder waarde aan de relatie dan de foodfabrikant. Dat is

misschien ook wel verklaarbaar: de foodindustrie kent hier en daar

overcapaciteit en de onderlinge concurrentie is zeer groot.

Het is cruciaal om je positie te bepalen als voedselproducent. Wie

wil ik zijn? Waar wil ik bij horen? Er zijn grofweg twee

hoofdcategorieën mogelijk. Eén. De producenten die meer het

accent leggen op grote volumes tegen lage prijzen, een tak van

sport die steeds meer geïnternationaliseerd is. Hieronder vallen

veel private labelaars. Die fabrikanten willen geen exclusieve relatie

met één retailer, dat maakt ze te kwetsbaar.

Twee. Producenten die meer service en toegevoegde waarde

leveren, veelal door onder een sterk merk te leveren. Dat kunnen

de grote jongens zijn, zoals Unilever. Maar deze A-merkfabrikanten

zullen hun producten natuurlijk in álle schappen willen zien liggen,

daar is hun kostbare marketing ook op afgestemd. Al heb je ook

hier een enkele uitzondering die de regel bevestigt. Unilever bakt

bijvoorbeeld het Blue Band Goede Start Witbrood, met

toegevoegde vezels, exclusief voor Albert Heijn.

Er zijn producenten die nog niet duidelijk genoeg positie hebben

gekozen. Die hangen tussen de verschillende categorieën in. Als je

niet duidelijk hebt hoe je je wilt onderscheiden, dan moet je je zes

keer achter de oren krabben, voordat je een exclusieve relatie

aangaat met één retailer. En sowieso geldt: als het kan, zorg voor

risicospreiding, bijvoorbeeld door te exporteren of ook andere

afzetkanalen te bedienen, zoals foodservice of horeca.’

retail als exclusieve partner?

6

Vier korte interviews over exclusieve relaties met retailers. Dat kán een kansrijke strategie zijn voor ondernemers. Murk Boerstra, adjunct-directeur FNLI: ‘Je moet óf flinke marktkracht hebben, of op een andere manier een bijzondere propositie hebben.’ Robert van Ballegooijen, lid van de directie A-ware Food Group: ‘Onze risicospreiding is gegarandeerd – want A-ware Food levert ook aan buitenlandse retailers.’ Nick Visser, directeur DGS Group: ‘In de categorie ‘vleeswaren vers’ is een exclusieve relatie voor retailers meestal niet interessant.’ Niels Dijkman, Sector Banker Food bij ABN AMRO: ‘Nauw samenwerken is geen sinecure, maar wel een model dat meer en meer te zien zal zijn. Graag bespreek ik de voors en tegens in uw specifieke geval. Ik heb diepgaande kennis over - en kennissen in de sector.‘

Page 9: Visie op Sectoren 2013 food

Robert van Ballegooijen, lid van de directie A-ware Food Group:

‘Door strategische samenwerking ligt accent niet alleen op prijs’

Robert van Ballegooijen: ‘Wij rijpen, snijden en verpakken al dertig

jaar alle kaas voor Albert Heijn. De hele kazen komen niet via ons,

die koopt Albert Heijn rechtstreeks van de fabrikant. Andere

retailers in Nederland beleveren we niet, die beschouwen we als

onze concurrent. Bouter Cheese, onderdeel van A-ware Food

Group, heeft een strategisch partnerschap met de grootste

Nederlandse retailer. In 2014 starten wij een eigen kaasfabriek. Of

deze ook voor AH gaat produceren, wordt later apart bekeken.

Andere ondernemers vragen me wel eens: beperken jullie jezelf

niet door maar voor één klant te werken? Nee, waarom? We maken

een duidelijke keuze, AH is een uitstekende partner en we kunnen

veel aan ze leveren. En onze risicospreiding is gegarandeerd – want

A-ware Food levert ook aan buitenlandse retailers: in heel Europa

en Rusland. Ook dáár werken we met exclusieve klantrelaties; onze

klanten zitten niet in elkaars vaarwater. Onze jaaromzet is EUR 1,1

miljard, het grootste deel daarvan realiseren we in het buitenland.

Als je als bedrijf overweegt een exclusieve klantrelatie met een

retailer aan te gaan, zou ik adviseren goed te analyseren of het een

houdbaar model is. Ben ik groot genoeg? Kan ik voldoende volume

leveren? Genoeg onderscheidend vermogen en innovatie leveren?

En als je eraan begint, dan moet je er vól voor gaan en er niet van

alles bij doen. Je moet de consequenties van je keuze ervaren, en

je moet de performance leveren die van je verwacht wordt, alleen

dán ben je niet inwisselbaar. Kijk of je het concept schaalbaar kan

maken. Minder grote bedrijven zijn er vaak huiverig voor, maar

wees niet bang om aan buitenlandse retailers te leveren. Ze zijn

dichterbij dan je denkt. Samenwerking maakt export sneller

haalbaar.

Exclusieve klantrelaties hebben een groot voordeel: het gaat niet

alleen over de laagste prijs. Maar veel meer over de

langetermijndrivers van de categorie: duurzaamheid, innovatie,

nieuwe product-marktcombinaties.

Dáár weten we heel veel van. Met onze kennis van kaas en

logistiek, zorgen we dat Albert Heijn, met al hun kaas, Nederlandse

én buitenlandse soorten, concurrerend is en blijft. Samen met de

klant bouwen we verder aan het succes. Dat is de win-winsituatie

waar een strategisch partnership om draait.’

7interviews

Page 10: Visie op Sectoren 2013 food

Nick Visser,directeur DGS Group:

‘We werken intensief samenmet bijna alle supermarkten’

Nick Visser: ‘In de categorie vleeswaren vers is het voor retailers

meestal niet interessant om een exclusieve relatie met één pro-

ducent aan te gaan. De voornaamste reden om dat te doen -

ervan verzekerd zijn dat producten geleverd kunnen blijven

worden - is afwezig. Er is namelijk overcapaciteit.

DGS Group bestaat uit Dutch Grill Specialities in Tilburg en The

Filet Company in Eersel. We produceren gegrilde vleeswaren, ro-

tisserie producten en filet américain. Als we vanuit het niets lek-

kere en gezonde producten zouden ontwikkelen, en die dan ver-

volgens gingen verkopen aan retailers, dan zouden we vele malen

minder succesvol zijn dan nu het geval is. We kijken heel goed

naar de markt, de trends, voorkeuren van consumenten en de

werkwijze van een retailer,; uiteraard in de categorie waarin wij

actief zijn: verse vleeswaren en bewerkte vleesproducten.

En dan gaan we praten over onze inzichten, bij de inkooporganisa-

ties van retailers. We komen niet met een worst onder de arm.

Vaak blijkt dat de category manager en wij het eens zijn over de

minder sterke kanten in het schap en hoe die beter ingevuld

kunnen worden. Zodat de omzet daar weer interessanter wordt.

Dat lukt natuurlijk alleen als je je werk méér dan uitmuntend doet,

want category managers van supermarkten kun je echt niets op

de mouw spelden.

In 1997 ben ik met mijn compagnon een slagerij in Tilburg begon-

nen. Nu zijn we een bedrijf met een miljoenenomzet. En winnen

we prijzen. De Industributie Trofee 2013, bijvoorbeeld, en op Sla-

vakto 2012 wonnen we een prijs met gehaktballetjes waarin we

vlees hebben vervangen door natuurlijke eiwitten, omdat vlees

schaars gaat worden. Daarmee spelen we in op de trend dat een

deel van de consumenten minder vlees wil eten.

Bij onze werkwijze hoort ook opleiding en training van het perso-

neel in de supermarkten, dat deel verzorgen wij ook. Bij grillpro-

ducten is het cruciaal dat ze professioneel aan de man gebracht

worden. We maken ook ons eigen reclamemateriaal en demo’s

en etiketten. We proberen zó onderscheidend te zijn, dat retailers

een samenwerkingsmodel met ons aan willen gaan dat niet is ge-

baseerd op jaarlijks tenderen, maar meer op wederzijds respect

en elkaar helpen beter te worden.’

8

Page 11: Visie op Sectoren 2013 food

Niels Dijkman, Sector Banker Food:

‘Exclusief samenwerken metretailer kan goed model zijn’

Niels Dijkman: ‘Toeleveranciers in de voedingsindustrie met slechts

één grote supermarktketen als klant, dat zag je tien jaar terug amper.

Liever koos men voor een zo groot mogelijk klantenbestand, om het

risico te spreiden. Anno 2013 zie je die heel nauwe zakelijke relaties

met maar één of enkele retailers, steeds vaker. Een intieme,

exclusieve samenwerking waarin veel informatie digitaal gedeeld

wordt, kan beide partijen ten goede komen. Een retailer krijgt

optimale dienstverlening tegen scherpe prijzen. En de leverancier

een voorspelbare, grotere vraag.

Wel of niet voor zo’n exclusief partnership kiezen, wat is wijsheid?

Een leverancier realiseert zich dat de retailer zeer machtig is. En moet

daarom realistisch zijn over zichzelf: wat kan ik, wat wil ik? Kan ik een

retailer brengen wat hij zoekt? Qua prijs, kwaliteit, qua logistieke

ontzorging en vernieuwing? Verder: passen de waarden en culturen

van de bedrijven bij elkaar? De basis is een uitstekende operationele

prestatie, een hard gegeven. Er is echter ook de ‘zachte kant’. Een

exclusief partnership heeft uiteindelijk veel weg van een relatie

tussen twee mensen. Het gaat om vertrouwen, intuïtie, het gevoel

dat het goed zit. Contracten moeten er uiteraard zijn om risico’s

juridisch af te dekken, maar ze geven bovendien een mooie kans om

tijdens voorafgaande besprekingen de houding van de ander te

peilen.

Als de kogel door de kerk is, zal een leverancier, om de retailer zo

goed mogelijk van dienst te kunnen zijn, klantspecifieke

investeringen doen om productielijnen, ICT en logistiek aan te

passen. Tegelijkertijd moeten oude klanten nog bediend worden, of

moet er afscheid van hen worden genomen. Het is een

transitieperiode, gekenmerkt door onzekerheden. Gaat het wel

lukken, verdienen we de investeringen terug? Krijgen we een

langetermijnrelatie? Daarbij komt het aan op het juist inschatten van

de sectordynamiek, ondernemerschap en wederzijds commitment.

Zo nauw samenwerken is geen sinecure, maar wel een model dat

meer en meer te zien zal zijn, naar mijn mening. Ik ben graag bereid

om met ondernemers in gesprek te gaan over de voors en tegens

van dit model in hun specifieke situatie.’

9interviews

Page 12: Visie op Sectoren 2013 food

In 2012 omzetstijging voor zowel groothandel als industrie

Groei moet gezocht worden in de export, beste kansen buiten de EU

Industrie meer mogelijkheden tot expansie dan groothandel

Branchebeschrijving

Trends en ontwikkelingen

Onze visie

Kerngegevens Websites

De branche bestaat uit de drankenindustrie en de groothandel in

dranken. De drankenindustrie produceert, vermarkt en distribueert

alcoholische dranken, zoals bier, gedistilleerd, wijn en likeur, maar ook

non-alcoholische dranken. Hiertoe behoren frisdranken, waters en

sappen. Zuivel wordt niet tot de branche gerekend. De groothandel in

de branche levert dranken aan de horeca, detailhandel, catering,

bedrijfs- en sportkantines en tankstations. Ook zijn er groothandels die

zich specifiek op export richten.

De drankenindustrie is onderdeel van de voedings- en genotmiddelen-

sector in Nederland, en heeft daarin een bijdrage aan de toegevoegde

waarde van circa 10-15%. Hiermee levert de sector ongeveer een

zelfde bijdrage aan de Nederlandse economie als bijvoorbeeld de

farmaceutische industrie. De productie is vrij grootschalig en gecon-

centreerd. Zo zijn er in Nederland 55 tot 60 actieve bierbrouwerijen,

waarvan de grootste acht meer dan 99% van de productie leveren.

Binnen het segment non-alcoholische dranken (circa 25 spelers) zijn

de activiteiten ook grootschalig. Voor de distilleerderijen geldt dat ook,

hoewel hier iets meer sprake is van diversiteit. Het buitenland is een

belangrijk afzetkanaal. Ongeveer tweederde van de exportwaarde

betreft alcoholhoudende dranken, waarbij bier het grootse export-

product is. Opvallend is, dat van de alcoholische dranken ongeveer

tweederde niet-EU landen als bestemming heeft. Voor non-

alcoholische dranken is dit nog geen kwart. Met de achterblijvende

groei van de bestedingen in de EU, bepalen deze verschillen in

oriëntatie voor een belangrijk deel de financiële prestaties van

bedrijven.

De groothandel in dranken levert vooral aan de horeca en verschillende

detailhandelskanalen. Bier wordt meestal direct door de brouwer

geleverd. Bij de groothandel draait het erom waarde aan de keten toe

te voegen. Dat kan zijn door efficiëntie, snelheid van leveren of

assortiment. Naarmate het serviceniveau hoger is, speelt de prijs een

minder belangrijke rol.

De consumptie van alcoholische dranken in Nederland staat onder druk.

Sinds 2007 daalt de consumptie in volume met ruim 1% per jaar. Dat

heeft onder andere te maken met verminderd horecabezoek. Dit wordt

als duur ervaren, terwijl het inkomen daalt. De consumptie van non-

alcoholische dranken vertoont nog steeds een lichte jaarlijkse groei in

volume en omzet. De groei in de consumptie van frisdranken en

mineraalwater lijkt daarbij tot stilstand gekomen. Wel een opvallende

opkomende concurrent is leidingwater. Er is inmiddels een heel scala

aan designflessen waarmee een toenemend aantal consumenten zijn

eigen water tapt, bijvoorbeeld op kantoor of op school. Voor de

komende jaren verwacht ABN AMRO een stabilisatie van omzet en

volume. In sommige segmenten (zoals gedistilleerd) zal er een kleine

krimp zijn van de binnenlandse vraag. Bedrijfsresultaten kunnen jaarlijks

flink fluctueren. Dat komt zowel van de kostenkant (volatiliteit van

grondstofprijzen) als van de vraagkant (voornamelijk het weer).

De beste kansen liggen er voor de export, en dan met name buiten de

EU. De groei in emerging markets zal beduidend hoger liggen dan die in

de EU. Daarbij komt er bij een toenemend welvaartsniveau meer vraag

naar exclusieve producten, ook op het gebied van voedsel en drank.

Het is niet zo dat daardoor het succes voor het oprapen ligt, maar door

samenwerking met lokale partijen en de juiste marketing en distributie

zijn er goede mogelijkheden voor internationale expansie.

Aantal bedrijven in de branche:

▶ bierbrouwerijen: 55-60

▶ frisdrankindustrie: 25

▶ distilleerderijen: 35-40

▶ wijngaarden (> 1 hectare): ca. 75

▶ groothandel in dranken: 1.555

www.gdh.nl www.productschapdranken.nlwww.commissiebier.nlwww.pd-cg.nl

dranken

Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’

10

Page 13: Visie op Sectoren 2013 food

-20

-15

-10

-5

0

5

10

15

20

2009 2010 2011 2012

groe

i in

% j-

o-j

Totaal Binnenland Buitenland

-14

-9

-4

1

6

11

2010 2011 2012

groe

i in

% j-

o-j

0% 5% 10% 15% 20% 25% 30%

Cola regular

Cola light

IJsthee

Koolzuurvrij regular

Sinas regular

Koolzuurvrij light

Cassis regular

Bitter Lemon

7uo/sprite regular

Sinas light

0

0

0

0

0

0

0

2008 2009 2010 2011 2012

groe

i in

% j-

o-j

alcoholvrije dranken alcoholhoudende dranken

Vrij goed jaar 2012 voor de drankenindustrie

Hotels, restaurants en export dragen bij aan omzetstijging

Uitvoer neemt gestaag toe

Cola op afstand de meest gedronken frisdrank

Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau

Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau

Bron: CBS

Bron: FWS, Ruigrok Netpanel

▶ De omzet van de drankenindustrie heeft zich in 2012 goed

ontwikkeld, met een plus van bijna 5%. Ook rekening houdend

met kostenstijgingen, bleef er sprake van een reële groei die

gunstig afsteekt tegen de meeste andere branches.

▶ Opvallend was dat de export van de drankenindustrie in 2012

terugviel tot een groei van nog geen procent. De binnenlandse

omzet trok de kar. Dit was afgelopen jaren precies andersom.

▶ De omzet van de groothandel nam in 2012 met bijna 5% toe. In

2012 wisten hotels en restaurants toenemende omzetcijfers te

realiseren. Hiervan heeft de groothandel licht kunnen profiteren.

▶ Naast een kleine impuls van de horeca, heeft de groothandel

kunnen profiteren van de toename van de export van dranken,

vooral alcoholische. De uitvoer daarvan nam met meer dan 10%

toe in 2012. De export van non-alcoholische dranken nam slechts

licht toe in 2012.

▶ Sinds 2010 groeit de uitvoer van dranken gestaag. Met name de

uitvoer van alcoholische dranken doet het erg goed; in 2012 werd

de groei zelfs met dubbele cijfers geschreven.

▶ De totale export van dranken bedraagt in 2012 ruim EUR 3,5

miljard. Daarvan betreft ongeveer tweederde de uitvoer van

alcoholische dranken. De afgelopen tien jaar nam de uitvoer van

dranken met gemiddeld 3,5% per jaar toe.

▶ In de afgelopen jaren zijn Nederlanders gemiddeld steeds minder

bier en gedistilleerde dranken gaan drinken. Per capita wordt er

meer dan 100 liter frisdrank per jaar gedronken.

▶ Nederlanders drinken 25% meer frisdrank dan in 2000. Cola is op

afstand de meest gedronken frisdrank. Cola regular is daarbij nog

net wat populairder dan de lightversie.

▶ Opvallend is dat bij andere frisdranken dan cola, de lightversie

weinig populair is onder de frisdrankdrinkers.

11drankenindustrie en -groothandel

Page 14: Visie op Sectoren 2013 food

Consumentenbestedingen aan foodservice daalden in 2012 met 1,1%

Totale foodmarkt kende juist lichte groei van 0,2%

Supermarkten blijven hun aandeel in foodmarkt vergroten

Branchebeschrijving

Trends en ontwikkelingen

Onze visie

Kerngegevens Websites

Bij foodservicegroothandels onderscheiden we drie typen. Het eerste

type bevoorraadt de foodretailmarkt, zoals supermarkten. Het tweede

type foodservicegroothandel levert primair aan foodservicebedrijven,

zoals horeca, bedrijfsrestaurants, zorginstellingen en cateraars. Het

derde type bedient beide markten. Alle soorten groothandels kennen

zowel bezorgservices als cash-and-carry formules. Groothandels die

foodservicebedrijven beleveren, staan in deze Visie op Sectoren

centraal. De concentratie in deze branche is hoog. Grote partijen zijn

Deli XL, Sligro, Metro en Hanos.

Volgens het FoodService Instituut Nederland (FSIN) stegen de uit-

gaven van Nederlandse consumenten aan voedings- en genot-

middelen in 2012 met 0,2% tot EUR 56,6 miljard. Vooral de ‘At Home’

kanalen (supermarkten, speciaalzaken) profiteerden hiervan. De ‘Out

of Home’ kanalen (horeca, catering) zagen hun omzetten juist iets

afnemen, met 1,1%. De nadruk die supermarkten leggen op hun

versaanbod en de verbeteringen die zij in de presentatie hiervan

doorvoeren, zal ook invloed hebben gehad op de bestedingen.

Hetzelfde geldt voor het toenemende aandeel convenience food in

supermarkten. Het aandeel van supermarkten in de foodservice-

bestedingen door consumenten, steeg in 2012 dan ook tot 49,8%.

Supers winnen niet alleen marktaandeel ten opzichte van horeca en

catering, maar vooral ook van andere At Home branches: speciaal-aken

en ambulante handel. Zij zagen hun aandeel dalen met respectievelijk

2,3% en 2,9%. Sinds 2009 heeft de foodservice, onder invloed van de

economische crisis, EUR 1 miljard aan omzet verloren. In tegenstelling

tot 2011, zat er in 2012 geen enkele groeier tussen de foodservice-

kanalen. Allemaal verloren ze terrein. Zelfs de fastservice, dankzij

prijsconcurrentie in 2011 nog een groeier, zag nu de omzet teruglopen.

Consumenten zijn, dankzij de economische tegenwind, enorm

prijsbewust geworden. Binnen de foodmarkt zijn supermarkten, die

hun logistieke processen enorm hebben geoptimaliseerd en elkaar al

jaren op prijs beconcurreren, hierin toonaangevend.

In 2013 zullen aanhoudende economische onzekerheid en op

bezuiniging gerichte overheidsmaatregelen de consumenten-

bestedingen drukken. Ook toenemende werkloosheid zal de private

consumptie negatief beïnvloeden, waardoor bestedingen in de food-

service lager zullen uitkomen. De focus op prijs die 2012 zo lijkt te

hebben bepaald, houdt volgens ABN AMRO in 2013 aan. Hierdoor zal de

Out of Home foodservice meer terrein inleveren, vooral ten opzichte

van supermarkten. Dit wordt versterkt doordat foodretailers meer naar

foodservice toe bewegen, met een sterke focus op convenience food of

zelfs restauratiemogelijkheden in de winkel. En dit zonder hun

traditionele, prijsgevoelige publiek uit het oog te verliezen. Door

margeverkrapping, vanwege druk op de afzet in vooral het horecakanaal,

zal de focus op kostenbesparing voorlopig blijven. Groothandels zullen

de aanhoudende focus op prijs zeker merken in hun onderhandelingen

met grote afnemers, die steeds vaker extra korting zullen bedingen. Er

is een stijgende vraag naar duurzame, lokale en gezonde producten

vanuit de consument. Foodservice kan hierop inspelen door het

aanbieden van nieuwe producten, bijvoorbeeld streekgerechten. Om

deze producten snel en tegen een goede prijs te kunnen bieden, is

samenwerking in de keten essentieel. Ook samenwerking met andere

groothandels op het gebied van inkoop en logistiek, kan helpen de

kosten te beheersen.

Totale voedingsconsumptie: EUR 56,6 mrd

▶ Consumptie bij foodretail: EUR 38,6 mrd

▶ Consumptie bij foodservice: EUR 17,9 mrd

Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’

www.fsin.nlwww.foodholland.nlwww.distrifood.nl

foodservice

12

Page 15: Visie op Sectoren 2013 food

0

10

20

30

40

50

60

Foodservice kanalen Supermarkten Foodretail overig Totaal Food

x EU

R 1

mrd

2009 2010 2011 2012

Overige kosten

Bedrijfs-resultaat

Inkoopwaarde van de omzet

Arbeidskosten

Afschrijvingen 1% 5%

81%

8%

6%

Horeca

Catering

Supermakten

Speciaalzaken

Markten en overige retail

10,0%

49,8%

5,9%

15,8%

Gemak

5,3%

13,2% Retail 68,3%

Diverse brouwerijen

HANOS/ISPC

Sligro

Deli-XL

Metro

19,9%

3,8%

6,4%

Overig

9,6%

Lekkerland

Kruidenier

14,8%

10,8% 14,0%

20,7%

Bestedingen aan eten en drinken stabiliseerden in 2012

Marges onder druk

Marktaandeel blijft dalen

Meeste groothandels aangesloten bij inkoopcombinatie

Bron: FSIN

Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau

Bron: FSIN

Bron: Sligro

▶ In 2012 stegen de consumptieve bestedingen aan voedings- en

genotmiddelen marginaal, met 0,2% tot een totaalbedrag van

EUR 56,6 miljard.

▶ Supermarkten vormden het enige segment in de foodmarkt dat

hiervan kon profiteren en een omzetgroei boekte.

▶ Als gevolg van de daling in de consumentenbestedingen, is er

geen ruimte voor omzetgroei in de foodservice in 2013.

▶ De bruto marge van foodretailgroothandels is gemiddeld lager dan

de marge van foodservicegroothandels. In de grafiek is een

gemiddelde te zien van de verschillende groothandels.

▶ De marges kwamen in 2012 onder druk te staan door de hogere

voedselprijzen en een sterkere focus op prijs bij afnemers.

▶ De marges op huismerken zijn doorgaans hoger dan op A-merken.

▶ Het marktaandeel van foodservice daalde van 32% in 2011, naar

31,7% in 2012. Foodservice bestaat uit de segmenten horeca,

catering en gemak.

▶ Het marktaandeel van supermarkten groeide van 49% in 2011

naar 49,8% in 2012. Deze groei ontstond voornamelijk door

kannibalisering van het aandeel van speciaalzaken, eveneens

een retailkanaal.

▶ Aan de inkoopkant hebben vier grote grossiercombinaties meer

dan 75% van de markt in handen.

▶ Aan de omzetkant is de markt meer versnipperd. Zo zijn er groot-

handels die zich hebben gespecialiseerd in een bepaald klant-

segment, bijvoorbeeld een bepaald type horeca of zorginstellingen.

▶ Het marktaandeel van marktleider Sligro groeide van 18,7% in 2011

naar 19,9% in 2012.

13foodservice

Page 16: Visie op Sectoren 2013 food

Consolidatie en samenwerking zetten versneld door

Export van bloemen en planten groeit in 2012 ondanks eurocrisis

Op langere termijn veel mogelijkheden voor verdere groei

Branchebeschrijving

Trends en ontwikkelingen

Onze visie

Kerngegevens Websites

De groothandel in bloemen en planten bestaat uit de binnenlandse en

de exporterende groothandel. In het binnenland worden de activiteiten

zowel door cash & carry bedrijven als door lijnrijders uitgevoerd.

Op buitenlandse markten zijn verzendexporteurs, lijnrijders en

gespecialiseerde plantenexporteurs actief. De groothandel koopt

in op de veiling, bij bemiddelingsbureaus en rechtstreeks bij telers-

verenigingen of kwekers. De handel buiten de veiling om neemt sterk

toe. Door de import van bloemen en planten kan de branche jaarrond

beschikken over een breed assortiment.

De structuur van de groothandel in bloemen en planten wordt

gekenmerkt door enkele grote bedrijven en een groot aantal kleine

bedrijven. De 32 grootste exporteurs, elk met een omzet van meer

dan EUR 40 miljoen, realiseerden in 2012 gezamenlijk 47% van de

exportwaarde. Schaalvergroting, marktspecialisatie en een grotere

professionalisering zetten onverminderd door. Alle marktsegmenten

kunnen door de mix aan bedrijven optimaal worden beleverd. De

concurrentie tussen de bedrijven is moordend. Er worden grote

volumes afgezet tegen krappe marges, terwijl de debiteurentermijnen

oplopen. Goed creditmanagement is van groot belang. De branche is

sterk afhankelijk van de ontwikkeling van de export. Circa 86% van de

export wordt binnen de EU afgezet, maar het belang van niet-EU

landen zoals Rusland, neemt toe. In 2012 is de export, ondanks de

economische tegenwind met 3% gestegen. De exportstijging is

geheel in het eerste halfjaar gerealiseerd; in het tweede halfjaar liep

de export met 1% terug. Op de lange termijn laat de export een groei

zien. De export wordt bevorderd door het brede en diepe assortiment

dat beschikbaar is, de goede kwaliteit van het product, het grote aantal

noviteiten, de ontwikkeling van nieuwe markten, nieuwe distributie-

kanalen op bestaande markten (bijvoorbeeld bouwmarkten, super-

markten en woonwarenhuizen) en de efficiënte logistiek. Verder wordt

de export beïnvloed door economische en valutaire ontwikkelingen op

de afzetmarkten, de weersomstandigheden en de spreiding van de

bloemengeefdagen.

ABN AMRO verwacht dat de consolidatie in de branche, door

margedruk de komende jaren versneld doorzet. De marktontwikkelingen

worden in 2013 bepaald door de economische ontwikkelingen in de

afzetlanden, de euro- en dollarkoers en de weersomstandigheden. Op

de langere termijn kan de marktomvang verder toenemen. Er liggen nog

veel groeimogelijkheden in Oost-Europa vanwege de grote bevolking,

een groeiende middenklasse en grote belangstelling voor bloemen en

planten. De groothandel ondervindt meer concurrentie van recht-

streekse import uit Afrika en van lokaal geproduceerde producten. De

groothandel kan haar marktpositie versterken door meer samenwerking

op gebied van productie, logistiek en verkoop. Nieuwe verkoop-

concepten, inspelen op nieuwe distributiekanalen en het voeren van

een ketenstrategie, waarbij wordt samengewerkt met lokale partners,

kunnen daarbij helpen. Er ontstaan meer gesloten verticale ketens,

waarbij product- en marktinformatie worden gedeeld en er afspraken

worden gemaakt op basis van exclusiviteit. Kwekers, handelaren en de

retail krijgen hierdoor inzicht in productinformatie, verkoopcijfers,

marges en derving. De potentie van deze ontwikkeling is erg groot:

meer omzet, hogere marges en lagere dervingskosten. Kwaliteit,

assortiment, service, creditmanagement en een goede logistiek blijven

de komende jaren de kritische succesfactoren voor de groothandel.

Aantal exporterende bedrijven: 686

Aantal bedrijven met omzet > EUR 5 mln: 175

Aantal bedrijven met omzet > EUR 40 mln: 32

Export snijbloemen: EUR 3.314 mln

Export potplanten: EUR 2.076 mln

Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’

www.hbagbloemen.nlwww.tuinbouw.nlwww.vgb.nlwww.floraholland.com

groothandel in bloemen en planten

14

Page 17: Visie op Sectoren 2013 food

3.37

4

3.24

3

2.99

1

3.15

1

3.20

4

3.31

4

1.85

9

1.85

4

1.88

8

1.99

3

2.03

9

2.07

6

0

500

1.000

1.500

2.000

2.500

3.000

3.500

4.000

2007 2008 2009 2010 2011 2012

x EU

R 1

mln

Snijbloemen Pot- en tuinplanten

Rusland

Duitsland

Frankrijk

Italië

30%

5% 4%

Overig

6% Verenigd Koninkrijk

België 15% 12%

28% 2.

477

2.19

4

2.33

0

2.35

3

2.42

2

1.37

7

1.40

2

1.44

5

1.46

7

1.48

7

316 355 355 338 366 0

400

800

1.200

1.600

2.000

2.400

2.800

2008 2009 2010 2011 2012 x EU

R 1

mln

Snijbloemen Potplanten Tuinplanten

1.173 1.285

1.174 1.170 1.230 1.274

70

270

470

670

870

1.070

1.270

1.470

2007 2008 2009 2010 2011 2012

x EU

R 1

mln

Exportgroei bloemen en planten ondanks economische crisis

Rusland in top-5 van Nederlandse exportbestemmingen

Groei veilingomzet

Import siergewassen in stijgende lijn

Bron: HBAG Bloemen en Planten

Bron: HBAG Bloemen en Planten

Bron: VBN, vanaf 2010 FloraHolland

Bron: Eurostat/Productschap Tuinbouw

▶ De export van bloemen en planten is in 2012 met bijna 3%

gegroeid tot een recordbedrag van EUR 5,4 miljard. Voor een

belangrijk deel kan de exportstijging worden verklaard door hogere

prijsniveaus.

▶ De export van snijbloemen is met 3,4% gestegen. De

exportstijging vond in het eerste halfjaar van 2012 plaats; in het

tweede halfjaar is de export gekrompen.

▶ De export van potplanten heeft een beperkte groei van 1,8% laten

zien.

▶ De export naar Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Rusland

hebben naar waarde in 2012 de grootste groei laten zien. Er is naar

deze landen voor EUR 150 miljoen meer aan snijbloemen afgezet.

▶ De export naar Zuid-Europese bestemmingen zoals Italië, Spanje

en Griekenland staat door de economische crisis onder druk.

Orders worden kleiner en betalingstermijnen lopen op.

▶ De export naar Oost-Europa laat een tweedeling zien: de export

naar Rusland groeide met ruim 26%, terwijl de export naar andere

Oost-Europese landen is teruggelopen.

▶ De veilingomzet van snijbloemen is in 2012 met 2,9% gegroeid.

De gemiddelde prijs lag op een hoger niveau, terwijl het volume

een kleine daling liet zien van 1,4%.

▶ De aanvoer van kamerplanten is met 0,7% gedaald. Door het

hogere gemiddelde prijsniveau is de veilingomzet met 2%

gestegen.

▶ Via de veilingen worden zowel producten van Nederlandse bodem

als importproducten verhandeld.

▶ De import van siergewassen is in 2012 met bijna 4% gegroeid.

▶ Kenia is de belangrijkste leverancier van siergewassen aan

Nederland, met een marktaandeel van 23%. In 2012 is de

productie in Kenia nauwelijks gestegen door minder goede

weersomstandigheden.

▶ Er worden steeds meer bloemen door de groothandel in Nederland

geïmporteerd, die buiten de veiling om worden verhandeld

15groothandel in bloemen en planten

Page 18: Visie op Sectoren 2013 food

Bestedingen aan vis, schaal- en schelpdieren voor thuisconsumptie liepen in 2012 terug

Export van vis en visproducten groeide in 2012 met 4%

Veel mogelijkheden om afzet van vis en visproducten te vergroten

Branchebeschrijving

Trends en ontwikkelingen

Onze visie

Kerngegevens Websites

Onder de handel in en bewerking van vis (groothandel in vis en

visverwerkende industrie) valt een brede schakering aan bedrijven. Dit

betreft de groothandel, de bewerking en verwerking van rond- en

platvis, haring en andere pelagische vis, de verwerking van

schelpdieren en garnalen en het roken van vis. Veelvuldig worden

bedrijfsactiviteiten door de bedrijven gecombineerd. De bedrijven

handelen in vis en verwerken vis, die op de visafslagen is aangevoerd

of uit import afkomstig is. De distributie vindt plaats naar detailhandel,

horeca en foodservice in binnen- en buitenland.

Het aantal bedrijven in de visverwerkende industrie en de groothandel

in vis is redelijk stabiel. De aanvoer van vis op de visafslagen is

gelimiteerd door de vangstquotering. Voor de grondstofvoorziening

van de bedrijven is de import van gekweekte en wild gevangen vis van

groot belang. Aanvullende importen bieden ook mogelijkheden voor

een verbreding en een verdieping van het assortiment met nieuwe

exotische vissoorten. De import neemt toe door een verdere

commercialisering van relatief goedkope vissoorten, zoals pangasius

en tilapia en door het grotere aanbod van vis uit viskwekerijen in Azië

en Afrika. Bedrijven werken in verschillende vormen meer samen met

toeleveranciers om de grondstofvoorziening op langere termijn veilig

te stellen. Soms vindt er ketenverkorting plaats, waarbij de retail

rechtstreeks zaken doet met kwekers in het buitenland. In 2012 is de

afzet van vis en visproducten voor thuisconsumptie teruggelopen. Dit

wordt veroorzaakt door de gemakstrend in de

voedingsmiddelenconsumptie; verse vis wordt door de consument

niet als een gemakkelijk te bereiden product ervaren. Verder wijkt de

consument door de economische crisis en het lage

consumentenvertrouwen, vaker uit naar goedkopere vissoorten of –

producten (bijvoorbeeld vissticks). Er vindt een ‘trading down’ plaats

bij de visconsumptie. Het salmonella-incident met gerookte zalm in

2012, heeft slechts een tijdelijke invloed gehad op de afzet van

gerookte zalm. De export van vis en visproducten bevindt zich in een

stijgende trend.

De binnenlandse consumptie van vis en visproducten neemt de

komende jaren verder toe. Daarbij spelen de volgende factoren een rol:

vis heeft een gezond imago, er is meer vis verkrijgbaar tegen een

aantrekkelijke prijs, het assortiment wordt groter en er is meer vis

laagdrempelig in de supermarkt verkrijgbaar. De consument heeft veel

aandacht voor duurzaam en verantwoord gevangen vis. In de gehele

keten, van voerleverancier tot consument, wordt er veel aandacht

besteed aan duurzaamheid en certificering door middel van het MSC-

en ASC-label. Op de korte termijn heeft de consument meer

belangstelling voor goedkopere vissoorten, door minder goede

economische ontwikkelingen. ABN AMRO verwacht dat de

bedrijfsstructuur in de branche de komende jaren zal worden versterkt

door schaalvergroting, specialisatie en meer samenwerking. De

bedrijven gaan zich meer specialiseren in bepaalde marktsegmenten of

in bepaalde distributiekanalen. Deze ontwikkelingen bieden ook

mogelijkheden om de marktmacht van de afnemers te pareren. De

marktpositie van de bedrijven wordt versterkt door een keuze te maken

ten aanzien van de marktpositionering. Productontwikkeling,

verpakkingen en service kunnen de marktpositie van de bedrijven

verder versterken. Een breed assortiment en allerlei nieuwe producten

kunnen niet alleen bestaande klanten, maar ook nieuwe klanten

aanzetten tot het kopen van vis.

Aantal visverwerkende bedrijven: 120

Aantal groothandels in vis: 470

Bestedingen vis, schaal- en schelpdieren:

EUR 526 mln

Export vis en visproducten: EUR 2.606 mln

Import vis en visproducten: EUR 2.227 mln

Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’

www.pvis.nlwww.visbureau.nlwww.dutchfish.nlwww.visserijnieuws.nl

handel in en bewerking van vis

16

Page 19: Visie op Sectoren 2013 food

480 493 495 514 520 530 526

0

100

200

300

400

500

600

2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012

x EU

R 1

mln

417

385 42

1 443 46

8

373

363 38

3

435

440

306

278 291

285

274

281

287 32

0 330

329

147

117

122 133

123

0

100

200

300

400

500

2008 2009 2010 2011 2012

x EU

R 1

mln

België/Luxemburg Duitsland Italië Frankrijk Spanje

262 28

7

269

330 35

9

155 18

4

180 19

6

194

160

134

128

126 14

9

100 97 11

7 138

139

0

100

200

300

2008 2009 2010 2011 2012

x EU

R 1

mln

Duitsland België/Luxemburg Denemarken Verenigd Koninkrijk

334 335 295

273 295 287

308

0

100

200

300

400

500

2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012

x EU

R 1

mln

Bestedingen voor het eerst in lange tijd gedaald

Export neemt verder toe

Import van vis en visproducten met 1% gegroeid

Omzet visafslagen gestegen

Bron: GfK, Nederlands Visbureau

Bron: CBS

Bron: CBS

Bron: LEI, ABN AMRO Economisch Bureau

▶ De bestedingen aan vis, schaal- en schelpdieren voor thuisverbruik

zijn in 2012 fractioneel gedaald, tot EUR 526 miljoen. Verse vis

wordt veel buitenshuis gegeten.

▶ De consument koos in 2012 voor goedkopere vissoorten en zette

minder vis op tafel. De consumptie per hoofd van de bevolking

daalde met 3,7%. Economische ontwikkelingen hebben invloed op

de visconsumptie.

▶ Tonijn in blik is de meest gegeten visconserve. Pangasius en zalm

zijn de grootste volumemakers in diepvriesvis.

▶ De export van vis en visproducten is in 2012 met 4% gestegen, tot

EUR 2.606 miljoen.

▶ De vijf grootste afzetlanden in de EU nemen gezamenlijk circa

63% van de Nederlandse export van vis en visproducten voor hun

rekening. Elk land heeft zijn eigen kenmerken qua gevraagde

producten. De scholexport naar Italië is bijvoorbeeld erg groot.

▶ Pelagische vis wordt naar landen in West-Afrika geëxporteerd.

Steeds meer wederuitvoer van vis en visproducten vindt via

Nederlandse zeehavens plaats.

▶ De import van vis en visproducten is in 2012 licht gegroeid. Er

werden vooral meer vis en visproducten geïmporteerd uit

Duitsland en Denemarken.

▶ Er werden veel exotische vissoorten, zoals pangasius, tilapia en

nijlbaars, uit Azië en Afrika geïmporteerd.

▶ Hollandse garnalen worden na de vangst geëxporteerd, in het

buitenland gepeld en weer geïmporteerd.

▶ De omzetstijging van de Nederlandse visafslagen kan in 2012

geheel worden toegeschreven aan de sterke stijging van de

garnalenprijs.

▶ De omzet aan vis (exclusief garnalen) daalde, ondanks quotum-

stijgingen en een grotere aanvoer van tong en schol door een

lagere gemiddelde visprijs.

▶ De inkoop van platvis vindt voor een belangrijk deel op de

visafslagen plaats.

17handel in en bewerking van vis

Page 20: Visie op Sectoren 2013 food

Op de internationale groentemarkt neemt Nederland een sterke positie in

In het voorjaar sterke concurrentie van Spanje

Groeimogelijkheden buiten de eurozone en in Oost-Europa

Branchebeschrijving

Trends en ontwikkelingen

Onze visie

Kerngegevens Websites

De diversiteit aan bedrijven in de handel in en de bewerking van

groente en fruit is groot. De volgende segmenten kunnen worden

onderscheiden: groothandel (exporterend, importerend en

binnenlandse), tussenhandel (inclusief sorteer- en pakstations),

groentebewerkingsbedrijven en groente- en fruitverwerkende

industrie. De bedrijven kopen in op veilingen of rechtstreeks bij

kwekers, telersverenigingen, akkerbouwers of handelaren in binnen-

en buitenland. Veel bedrijven handelen ook in importproducten, zoals

citrusfruit en bananen. Uien worden in deze beschrijving buiten

beschouwing gelaten.

In de branche is een mix van bedrijven actief. Er zijn veel kleinschalige

bedrijven en een beperkt aantal grote bedrijven. De grotere bedrijven

richten zich op supermarkten, terwijl de kleinere bedrijven werkzaam

zijn op de foodservicemarkt of een regionale scope hebben. De

branche wordt gekenmerkt door een sterke concurrentie, mede

doordat telersverenigingen steeds vaker rechtstreeks aan de retail

afzetten. Er worden grote volumes afgezet tegen krappe marges. De

branche is sterk afhankelijk van de export, waarbij de wederuitvoer aan

belang wint. Bedrijven kunnen hierdoor naast exotische producten ook

producten waarvan de binnenlandse productie klein is, in het assor-

timent opnemen. Bijna 90% van de export wordt binnen de EU

afgezet. Buiten de EU is de export naar Rusland van groot belang. In

2012 is de export iets teruggelopen. De exportdaling kan worden

verklaard door het minder gunstige voorjaarsweer, waardoor de

productie en de export trager op gang zijn gekomen dan in 2011, en

door de grotere concurrentie van groenten uit Spanje, de economische

tegenspoed op belangrijke exportmarkten en de grotere lokale

productie. Het Nederlandse productenpakket heeft een sterke positie

door het brede assortiment, de goede en uniforme kwaliteit, de

aandacht voor voedselveiligheid, het gebrek aan residuen van

gewasbeschermingsmiddelen en een efficiënte logistiek. Bedrijven

leggen de grondstofvoorziening op langere termijn vast, door het

aangaan van contracten of door samenwerking met leveranciers.

De komende jaren zetten schaalvergoting, samenwerking en meer

specialisatie door. Samenwerking zal steeds vaker optreden met telers,

telersverenigingen, retail en foodservicebedrijven, maar ook tussen

handelsbedrijven onderling. Bedrijven gaan zich meer specialiseren in

bepaalde marktsegmenten of bepaalde distributiekanalen. Er ontstaan

meer gesloten verticale ketens, waarbij product- en marktinformatie

wordt gedeeld. Kwekers en handelaren krijgen hierdoor inzicht in

productinformatie, verkoopcijfers, marges en derving. De potentie

hiervan is groot: meer omzet, hogere marges en lagere dervingskosten.

De export van verse groenten en fruit naar West-Europa zal komende

jaren weinig groei laten zien. Op Oost-Europese markten zijn

daarentegen nog groeimogelijkheden. Het is van belang het

onderscheidend vermogen van het product te vergroten en de afzet

marktgerichter te organiseren. Kwaliteit leveren tegen een goede prijs is

niet meer voldoende. Investeringen die de verkooppositie versterken:

nieuwe producten, verkoopconcepten, duurzaamheid, verpakkingen,

service, logistieke concepten voor optimalisatie van tracking & tracing,

onlinediensten en social media. Op de internationale groente- en

fruitmarkt met een sterke internationale concurrentie ziet ABN AMRO

nog ruimte voor leveranciers met een goede sourcing en een netwerk

van goede afzetkanalen, die een breed en diep assortiment voeren.

Aantal groothandelaren in AGF: 1.045

Aantal groente- en fruitverwerkers: 100

Aantal groentesnijderijen: 88

Export groente, Nederlands product:

1,71 mln ton

Export fruit, Nederlands product: 0,30 mln ton

Import groente en fruit : EUR 6.692 mln

Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’

www.gfactueel.nlwww.frugiventa.nlwww.tuinbouw.nlwww.vigef.nl

handel in en bewerking van groente en fruit

18

Page 21: Visie op Sectoren 2013 food

1.689 1.747 1.814 1.821 1.729 1.709

352 320 279 343 317 304 0

400

800

1.200

1.600

2.000

2.400

2007 2008 2009 2010 2011 2012

x 1.

000

ton

Verse groente, excl. uien Vers fruit

1.550 1.450

1.435 1.637 1.638 1.628

4.011

4.655 4.310

4.717 5.057 5.064

0

600

1.200

1.800

2.400

3.000

3.600

4.200

4.800

2007 2008 2009 2010 2011 2012

x EU

R 1

mln

Groente Fruit

240 247 270 242 209 237

148 145 143 137

147 122

48 34 37 33

33 30

58 68 58 48

44 46

0

100

200

300

400

500

600

2006 2007 2008 2009 2010 2011

x 1.

000

ton

Gesteriliseerd Diepgevroren Tafelzuren Overige verwerking

423

488 509 520 525 514

0

100

200

300

400

500

600

2006 2007 2008 2009 2010 2011

x EU

R 1

mln

Omzet

Export licht onder druk

Import van groente en fruit stabiliseert

Industriële verwerking van verse groenten

Groentebewerkingsbedrijven

Bron: Productschap Tuinbouw, KCB

Bron: Eurostat/Productschap Tuinbouw

Bron: VIGEF/Productschap Tuinbouw

Bron: HBAG Groenten en Fruit

▶ De export van groenten is in 2012 in volume licht gedaald (-1%); de

fruitexport nam met 4% af.

▶ De EU neemt een dominante positie in als afzetmarkt van

Nederlandse groenten en fruit, met een marktaandeel van 88%.

Ruim 54% van de Nederlandse export gaat naar Duitsland en het

Verenigd Koninkrijk.

▶ De belangrijkste exportbestemming buiten de EU is Rusland. De

export naar dit land is in 2012 licht teruggelopen.

▶ De importwaarde van fruit is in 2012 stabiel gebleven. De belang-

rijkste herkomstlanden zijn Brazilië (14%), Zuid-Afrika (12%) en

Chili (8%).

▶ De import van groente is fractioneel gedaald. De EU-lidstaten zijn

de belangrijkste leveranciers. Er wordt ook veel geïmporteerd uit

China, Israël en Peru.

▶ Bedrijven kunnen zich op een massamarkt onderscheiden met een

goede sourcing van producten, waarbij kwaliteit, herkomst,

duurzaamheid en prijzen met de leveranciers worden vastgelegd.

▶ De industriële verwerking van verse groenten daalt sinds 2008,

waarbij in 2011 een licht herstel optrad.

▶ Ruim 36% van de industrieel verwerkte groenten betreft

champignons. De verwerking van champignons fluctueert jaarlijks.

▶ De grondstofvoorziening voor de verwerkende industrie is

afhankelijk van het areaal van de contractteelt, aankopen op de vrije

markt en de import. Het areaal van de contractteelt in Nederland

bevindt zich in een dalende lijn; er wordt een groter areaal in het

buitenland gecontracteerd.

▶ De binnenlandse omzet van de groentebewerkingsbedrijven is in

2011 met 2% gedaald. De export is voor groentebewerkings-

bedrijven van ondergeschikt belang.

▶ De afzet van voorverpakte en bewerkte groente wordt bevorderd

door de belangstelling voor gemak van de consument. De retail

neemt deze producten met een hogere marge, graag in het

assortiment op.

▶ Supermarkten, foodservicebedrijven, horeca en bedrijven die de

producten verwerken tot eindproducten zijn de belangrijkste

afnemers van groentebewerkingsbedrijven.

19handel in en bewerking van groente en fruit

Page 22: Visie op Sectoren 2013 food

Hoge grondstofkosten en druk vanuit de grote handelspartners drukken de marges

Schaalvergroting in de branche cruciaal om margedruk tegen te gaan

Aanpassing Europees suikerbeleid nodig om kostprijs te verlagen

Branchebeschrijving

Trends en ontwikkelingen

Onze visie

Kerngegevens Websites

Fabrikanten van koek, snacks en zoetwaren produceren een breed

scala aan producten. Dit loopt uiteen van chocoladeproducten,

suikerwerk, biscuit, banket en snijkoek tot hartige versnaperingen. Het

zijn alle zoete en hartige etenswaren die industrieel zijn vervaardigd en

buiten de maaltijden om worden genuttigd. De afzet vindt via een

groot aantal verkooppunten plaats, variërend van supermarkten tot het

grijze kanaal (benzinestations, markten, drogisterijen en dergelijke).

Nederland, en dan in het bijzonder de Amsterdamse haven, is groot in

import van cacao en verwerking.

De consumptie van koek, snacks en zoetwaren nam in 2012 met 1,6%

in waarde toe. Vooral de hartige versnaperingen liet met 5,2% een

aanzienlijke stijging zien. Deze stijging was vooral te danken aan

scherpe prijsstijgingen op de grondstoffenmarkt. Het volume van de

koek, snacks- en zoetwarenmarkt bleef nagenoeg gelijk ten opzichte

van 2011. Een bekend verschijnsel voor de productcategorie koek,

snacks en zoetwaren is second placement, waarbij je het product op

meer plekken in de winkel terugziet. Deze categorie is binnen de food

de meest gefragmenteerde branche, met relatief veel kleinschalige

bedrijven. Toch zet de trend van concentratie binnen de snoepmarkt

door. Grotere producenten zoeken elkaar op, terwijl kleine fabrikanten

failliet gaan en worden overgenomen. Schaalvergroting en samen-

werking zijn van strategisch belang in de branche, aangezien afnemers

het productenpakket bij voorkeur op grootschalige wijze inkopen bij

een beperkt aantal ondernemingen. De marges staan onder druk door

de hoge suikerprijzen aan de ene kant, en de druk van grote afnemers

– goed voor 73% van de totale omzet van koek, snacks en zoetwaren -

aan de andere kant. De opmars van stevia als alternatief voor suiker,

zet door met de introductie van diverse stevia-snoepjes. Stevia

beantwoordt deels de vraag naar natuurlijke ingrediënten en calorie-

arme producten. Toch blijft suiker het belangrijkste ingrediënt voor de

branche. Cruciaal voor de suikerprijs in Europa is het suikerbeleid van

de EU, dat deze zomer aangepast gaat worden.

Grote fabrikanten hebben nu ongeveer driekwart van de markt in

handen. De overige 25% bestaat uit kleine bedrijven. De tendens van

schaalvergroting zal volgens ABN AMRO moeten doorzetten om een

breder productenpakket aan te kunnen bieden, beter de grondstofprijs-

schommelingen op te vangen en een sterkere vuist richting de retail te

kunnen maken. Daarnaast zijn consumenten in deze tijd meer gefocust

op de prijs-kwaliteit verhouding. De klant wil luxe producten, maar

tegen een schappelijke prijs. Dit zal de winstverwachtingen bij zoet-

warenproducenten onder grote druk blijven houden. Door het Europese

suikerquotabeleid en de garantieprijzen aan boeren, is er een suiker-

tekort in Europa en is suiker structureel te duur. Voor het seizoen

2012/13 is er een tekort van 3,0 miljoen ton suiker bovenop de quota

van 13,8 miljoen ton. Het Europese Parlement wil - met steun van

Duitsland en Frankrijk - de suikerquota verlengen tot 2020, om de

suikerbietentelers te beschermen. De Europese Commissie stelt juist

voor de quota af te schaffen in 2015. De Europese Raad van Ministers

kwam met een tussenoplossing: september 2017. Een beslissing wordt

verwacht in de zomer van 2013. Feit is, dat door de invoerheffingen de

Europese suikerprijs in 2013 en 2014 aanzienlijk hoger zal liggen dan de -

overigens erg volatiele - wereldmarktprijs. Deze marktprijs blijft volgens

ABN AMRO volatiel, maar wel rond het huidige niveau schommelen.

Aantal producenten van banket en koek: 130

Aantal producenten chocolade/suikerwerk: 125

Supermarktomzet suikerwerk: EUR 464 mln

Supermarktomzet chocolade: EUR 430 mln

Supermarktomzet koek en banket: EUR 802 mln

Omzetaandeel zoetwaren in supermarkt: 73%

Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’

www.ssz.nlwww.vbz.nlwww.consudel.nlwww.caobisco.eu

koek, snacks en zoetwaren

20

Page 23: Visie op Sectoren 2013 food

20 tot 50 werkzame personen

50 en meer werkzame personen

1 tot 5 werkzame personen

5 tot 20 werkzame personen 19% 63%

9% 9%

621 72

4 763

736

748

76079

6 836

840

830

838

821

1.03

5 1.11

0

1.12

4

1.08

6

1.09

2

1.09

3

690 73

8 807 847 85

2

945

0

200

400

600

800

1000

1200

2007 2008 2009 2010 2011 2012

x EU

R 1

mln

Chocolade Suikerwerk Biscuit, banket, snijkoek Hartige versnaperingen

80

81 88

84

85

85 10

5

109

109

108

108

108

236 25

0 256

248

246

243

125

124 131

138

137

137

0

100

200

300

2007 2008 2009 2010 2011 2012

x 1

mln

kg

Chocolade Suikerwerk Biscuit, banket, snijkoek Hartige versnaperingen

0

5

10

15

20

25

30

35

2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

Bedrijfsgrootte vervaardiging van chocolade en suikerwerk

Consumptie snacks en zoetwaren gestegen

Totale afzet snacks en zoetwaren neemt verder af

Suikerprijzen op wereldmarkt dalen

Bron: CBS

Bron: SSZ

Bron: Studiecentrum Snacks en Zoetwaren Benelux

Bron: Thomson Reuters Datastream

▶ Er zijn in Nederland 130 producenten van koek en banket en 125

fabrieken die chocolade en suikerwerk produceren.

▶ Meer dan de helft van de bedrijven in chocolade en suikerwerk

heeft minder dan vijf werkzame personen in dienst. Nog geen 20%

van de bedrijven heeft meer dan twintig werkzame personen in

dienst.

▶ Opvallend is dat grotere bedrijven vaak bekendere merken hebben.

Daarnaast is er in deze branche meer aandacht voor dooront-

wikkeling van producten (zoals nieuwe verpakkingen) dan voor

echte productinnovatie.

▶ In 2012 is de consumptie van snacks en zoetwaren met 1,6% in

waarde gestegen. In 2011 bedroeg de omzet op de koek, snacks

en zoetwarenmarkt bijna EUR 3,6 miljard. In 2012 nam de waarde

toe met EUR 57 miljoen.

▶ Alle productgroepen laten in 2012 een groei zien. Vooral de

waardegroei binnen de snacksmarkt is met 5,2% opvallend te

noemen.

▶ Biscuit, banket en snijkoek vormt de grootste productgroep.

Gedurende de afgelopen vijf jaar is de omzet van deze product-

groep nagenoeg gelijk gebleven op ongeveer EUR 1,1 miljard.

▶ In volume is de totale vraag naar snacks en zoetwaren in 2012 met

0,5% gedaald. Hiermee zet de dalende trend, die startte in 2009,

door.

▶ Voor biscuit, banket en snijkoek daalde het volume met 1,2%. De

afzet in de suikerwerkmarkt daalde met 0,5%. De chocolademarkt

en snacksmarkt lieten wel een kleine volumestijging zien, van

respectievelijk 0,2% en 0,6%.

▶ De suikerprijs op de wereldmarkt blijft binnen een dalende trend

sinds de top in 2011. De verwachting is dat de suikerprijs volatiel

blijft rondom het huidige niveau.

▶ De suikerprijs is in Europa aanzienlijk hoger dan op de wereld-

markt, als gevolg van de suikerquota van 13,8 miljoen ton en de

hoge invoerheffing op de prijs van geïmporteerde suiker.

▶ Bedrijven kunnen de steeds stijgende grondstofkosten slechts voor

een klein deel doorberekenen. Hierdoor komen de marges verder

en verder onder druk te staan.

21koek, snacks en zoetwaren

Page 24: Visie op Sectoren 2013 food

mengvoederindustrie Fusies en overnames houden aan

Hoge prijzen van agrarische grondstoffen veranderen dynamiek in keten

Branche ontwikkelt zich van leverancier tot probleemoplosser

Branchebeschrijving

Trends en ontwikkelingen

Onze visie

Kerngegevens Websites

De mengvoederindustrie produceert voer voor landbouwhuisdieren. In

de loop der tijd is de concentratie door fusies en overnames toege-

nomen. Het aantal spelers is vrij klein met enkele grote internationaal

georiënteerde ondernemingen met een fors marktaandeel en dunne

marges. Daarnaast is er een aantal middelgrote bedrijven met

voerspecialiteiten en regionale marktfocus en kleine bedrijven met

lokale binding. Zowel de coöperatieve als de private eigendoms-

structuur komt voor. Nevedi vertegenwoordigt de Nederlandse

producenten en leveranciers van mengvoeders, premixen en vochtrijke

diervoeders.

De mengvoederindustrie opereert onder uitdagende omstandigheden.

Zo staat de omvang van de Nederlandse veestapel door regelgeving

rondom dierenwelzijn en milieu onder druk. Dit betekent dat er geen

ruimte is voor groei van veevoervolumes in Nederland. Daarnaast is er

sprake van een opwaartse druk op de grondstofprijzen als gevolg van

de aanhoudende groei van de mondiale vraag naar agrarische grond-

stoffen. Omdat de voerkosten 55 tot 75% van de kostprijs in beslag

nemen, is het effect op de resultaten van de veehouders groot. Bij de

veehouders zelf neemt de schaalgrootte steeds verder toe. Vooral de

grotere bedrijven voorzien steeds meer in hun eigen voerproductie

door zelf voeders op te slaan, te bewerken en te mengen. De hiervoor

beschreven marktomstandigheden beïnvloeden de branche op twee

manieren. In de eerste plaats neemt ook bij de voerproducenten zelf

de concentratie toe via fusies en overnames. Vergroting van efficiency

is hierbij een belangrijke drijfveer, waar ook de veehouder via de

voerprijs uiteindelijk van profiteert. Daarnaast spelen een rol: groter

draagvlak voor investeringen; ook in R&D, grotere inkoopmacht,

vergroting van het marktgebied en verbreding van het assortiment. In

de tweede plaats wordt de voerproducent steeds meer een partner

van de veehouder. Via innovatieve producten, voerconcepten en advies

ondersteunt hij de veehouder bij het verhogen van de kwaliteit van

de eindproducten, het verlagen van de kostprijs, het bevorderen

van diergezondheid en dierenwelzijn en het reduceren van de

milieubelasting.

Behoudens extreme weersomstandigheden verwacht ABN AMRO dat

de grondstofprijzen in de loop van de tweede helft van 2013 dalen. Op

termijn moet echter met structureel hoge niveaus van grondstofprijzen

rekening worden gehouden. Daarbij zorgen productiedalingen door

weersinvloeden, bij lage voorraden en groeiende vraag, voor een hoge

prijsvolatiliteit. Dit stelt hoge eisen aan de kwaliteit van markt-

verwachting, inkoop en risicomanagement. Door deze ontwikkeling

gaan ook veehouders op zoek naar strategieën om minder kwetsbaar te

worden voor ongunstige grondstofprijzen. Eigen inkoop en verwerking

van enkelvoudige droge en natte bijproducten groeit. Daardoor groeit de

behoefte aan markt- en grondstofkennis. ABN AMRO verwacht dat de

voerproducent, naast mengvoerleverancier, meer een makelaar wordt

van voer-, markt- en grondstoffenkennis. Het proces van schaal-

vergroting door middel van fusies en overnames houdt naar

verwachting aan. Hierbij houden de grote spelers ook markten buiten

Nederland in de gaten. Wij verwachten relatief veel fusie- en

overnamebewegingen bij de middelgrote spelers. Deze zijn niet groot

genoeg om dezelfde schaalvoordelen te behalen als het grootbedrijf,

maar ook weer te groot om de voordelen van het kleinbedrijf (local

heroe, zeer gespecialiseerd, korte lijnen, super flexibel, sterke binding

met afnemers) volledig uit te buiten.

Aandeel productie 106 leden Nevedi: 96%

Marktaandeel top-3 in Nederland: 60%

Afzet veevoer in Nederland: 18 mln ton

Aandeel varkensvoeders in mengvoerafzet: 44%

Aandeel rundveevoeders in mengvoerafzet: 24%

Aandeel pluimveevoeders in mengvoerafzet: 27%

Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’

www.pdv.nlwww.nevedi.comwww.lei.wur.nlwww.fefac.org

22

Page 25: Visie op Sectoren 2013 food

90

94

98

102

0

5

10

15

2007 2008 2009 2010 2011 2012

x 1

mln

x 1

mln

per 1 april

Rundvee (l.as) Varkens (l.as) Kippen (r.as)

0

2.000

4.000

6.000

8.000

10.000

12.000

14.000

16.000

2006 2007 2008 2009 2010 2011

prod

uctie

, x 1

.000

ton

Varkensvoer Rundveevoer Pluimveevoer Overig

50

100

150

200

250

300

150

200

250

300

350

400

450

500

550

jan-

11

apr jul

okt

jan-

12

apr jul

okt EU

R/to

n

EUR/

ton

Sojaschroot ZA, l.as Tarwe EU, r.as

10

20

30

40

50

jan-

11

apr jul

okt

jan-

12

apr jul

okt EU

R/10

0 kg

Vleesvarkensbrok,1.08 Standaardbrok A Vleeskuikenkorrel mac

Daling varkensstapel valt mee

Voerproductie voor Nederlandse markt gedaald

Sojaprijs enorm gestegen

Voerprijzen stegen met vertraging in 2012

Bron: CBS

Bron: FEFAC

Bron: LEI

Bron: LEI

▶ Sinds een paar jaar staat de veestapel onder druk als gevolg van

regelgeving rond verduurzaming van vlees.. De daling van de

kippenstapel in 2012 was grotendeels het gevolg van minder

leghennen (inclusief fokhennen).

▶ Gezien de regelgeving voor groepshuisvesting valt de lichte daling

van de varkensstapel in 2012 mee. In de rest van Europa nam de

varkensstapel duidelijker af, vooral in Oost- en Zuid-Europa.

▶ Na een herstel in 2010, daalde de totale Nederlandse veevoer-

productie weer in 2011. De productie van rundvee- en pluimveevoer

groeide nog wel iets in dat jaar. De productie van varkensvoer

daalde echter met 2,2% en die van het overige veevoer zelfs met

6,7%.

▶ Gezien de krimp van de veestapel in 2012 en de neiging van

boeren om steeds meer te voorzien in de eigen veevoerproductie,

gaat ABN AMRO voor 2012 uit van een daling van de

veevoerproductie voor de Nederlandse markt.

▶ Belangrijke grondstoffen voor mengvoer zijn tarwe, maïs, soja en

tapioca. De prijzen hiervan worden op de mondiale markt bepaald.

Tot ver in 2012 bewogen de wereldmarktprijzen van granen en

sojabonen zich in een opgaande lijn.

▶ Uiteindelijk nam de gemiddelde prijs van sojaschroot toe met bijna

37% in 2012 en de tarweprijs met ongeveer 7,5%.

▶ Voerproducenten kopen een deel van de grondstoffen op termijn

in, wat mede leidt tot een vertraagd doorberekenen van prijs-

mutaties op de grondstoffenmarkt. Daarnaast laat het prijsverloop

van mengvoer een veel minder volatiel patroon zien dan het

prijsverloop van agrarische grondstoffen.

▶ Niettemin was een toename van de veevoerprijzen onvermijdelijk

in 2012. Uiteindelijk stegen de prijzen van vleesvarkensbrok,

standaardbrok en vleeskuikenkorrel met respectievelijk 9%, 8,5%

en 7%. Dit bovenop de al forse prijsstijgingen in 2011.

23mengvoederindustrie

Page 26: Visie op Sectoren 2013 food

Productie en export namen toe in 2012

Opkomende markten moeten zorgen voor marktgroei

Opwaartse druk op veeprijzen niet volledig doorgegeven aan retail

Branchebeschrijving

Trends en ontwikkelingen

Onze visie

Kerngegevens Websites

De slachterijbranche bestaat voornamelijk uit varkens- en pluimvee-

slachterijen. De slachterij neemt de dieren af van de veehouder of

veehandelaar en slacht de dieren. Soms worden de deelstukken

verkocht aan uitsnijderijen of aan vleesveredelaars. Het vlees wordt

vervolgens verwerkt tot halffabrikaten en eindproducten. Ook het zelf

verpakken van vleesproducten komt voor. Er zijn ongeveer 60 grote en

middelgrote slachterijen. De vleesverwerkende industrie kent enkele

grote ondernemingen. Het merendeel van de bedrijven betreft

gespecialiseerde, ambachtelijke bedrijven met een meer regionale

functie.

De Nederlandse vleesproductie is in 2012 iets toegenomen, vooral

door de pluimveevleesproductie. Export van vlees is belangrijk en

vindt vooral plaats naar landen binnen West-Europa. In 2012 nam de

nominale export verder toe, waarbij de export naar landen buiten

West-Europa een bovengemiddelde groei vertoonde. De export naar

deze regio´s is van essentieel belang voor de branche, omdat de West-

Europese markt kampt met verzadigingsverschijnselen. Daarbij komt

dat de druk op de koopkracht in deze regio groot is als gevolg van

overheidsmaatregelen om de begroting op orde te krijgen. Met de

groeiende mondiale vraag naar agrarische grondstoffen komen

veevoerprijzen op een historisch gezien structureel hoger niveau. Dit

mondt uiteindelijk uit in structureel hogere inkoopkosten van vee.

Rond dat hogere prijsniveau zorgen fluctuaties in de aanbod- en

vraagverhouding van vee voor een hoge mate van prijsvolatiliteit. De

Nederlandse slachters kunnen de veeprijs praktisch niet beïnvloeden

en hebben aan de afzetkant te maken met machtige retailorganisaties.

Deze moeilijke omstandigheden hebben ertoe geleid dat de branche

een proces van schaalvergroting doormaakt via sanering, fusies en

overnames. Doelen zijn: efficiencyverhoging, een groter draagvlak

voor investeringen in productie en productontwikkeling, product- en

regioverbreding, verzekering van veeaanvoer en waarborgen van

afzetkanalen. Inmiddels zijn er in de meeste segmenten dominante

spelers in Nederland ontstaan. Op Europees niveau is de markt echter

nog gefragmenteerd.

De vleesconsumptie in West-Europa blijft onder druk staan als gevolg

van de matige koopkrachtontwikkeling. Ook eten mensen in deze regio

steeds vaker uit overtuiging minder vlees. Afzetgroei moet komen uit de

opkomende markten waar de vraag naar vlees toeneemt, zoals

Centraal- en Oost-Europa. Hier heeft men wel te maken met geduchte

concurrenten uit de VS en Zuid-Amerika. Specifieke aandacht vragen de

varkensslachterijen. In Europa, vooral in Duitsland, is sprake van over-

capaciteit en een strijd om de levering van varkens. Gecombineerd met

de verwachte daling van het Europese varkensaanbod ontstaat er een

opwaartse druk op de varkensprijzen. Onder deze omstandigheden

moet gezocht worden naar verbeteringen van ketenefficiency, mogelijk

met een verhoogde fusie- en overnameactiviteit. Volgens ABN AMRO

is een verdere verhoging van consumentenprijzen uiteindelijk onont-

koombaar. De branche werkt aan een betere verwaarding van vlees.

Bijvoorbeeld door in te zetten op duurzamer vlees via het bevorderen

van dierenwelzijn, reductie van antibioticagebruik en het verlagen van de

milieu-impact. Positief is dat retailers lijken te bewegen richting een

betere waardering van kwaliteitsvlees, al dan niet in concepten.

Tenslotte zal de gehele vleesketen de handen ineen moeten slaan om

vleesschandalen te voorkomen en maatschappelijke acceptatie van het

houden van vee te bevorderen.

Productie uit slachtingen: 2,9 mln ton

▶ waarvan varkensvlees: 1,8 mln ton

▶ waarvan pluimveevlees: 0,7 mln ton

Aantal varkensslachterijen met > 100.000

slachtingen: 9

Aantal vleeskuikenslachterijen met > 10.000 ton

geslacht gewicht: 13

Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’

www.cov.nlwww.pve.nlwww.agriholland.nlwww.nepluvi.nl

slachterijen en vleesverwerking

24

Page 27: Visie op Sectoren 2013 food

0

1

2

3

2009 2010 2011 2012

x 1m

ln to

n

Slachtingen Invoer Uitvoer Verbruik

0

400

800

1.200

1.600

2005 2010 2011 2012

x 1

.000

ton

Rundvlees Kalfsvlees Varkensvlees Pluimveevlees

0%

20%

40%

60%

80%

100%

2000 2005 2010 2011 2012

Expo

rt vl

ees

Rest wereld Rest W-E Italië

FrankrijkVerenigd KoninkrijkDuitsland

19,2 19,2 19,2 18,8 18,4

43,6 41,9 41,8 41,4 41,0

21,6 22,1 22,8 22,3 22,2

2,7 2,4 2,5 2,5 2,6

0

20

40

60

80

100

2000 2005 2010 2011 2012

in k

g pe

r cap

ita

Ander vlees Pluimveevlees Varkensvlees Rund-/kalfsvlees

Binnenlands vleesverbruik daalde in 2012

Marginale toename productie uit slachtingen

Exportaandeel West-Europa daalde in 2012

Nederlandse vleesconsumptie verzadigd

Bron: PVE

Bron: PVE

Bron: CBS

Bron: PVE

▶ De productie uit slacht en de vleesexport groeiden licht in 2012. De

invoer van vlees, inclusief de producten die zonder bewerking weer

worden uitgevoerd, daalde met 1%. Per saldo is de Nederlandse

consumptie van vlees (slachtingen minus uitvoer plus invoer) met

ongeveer 0,5% gedaald.

▶ De invoer van vlees en vleesproducten kwam in 2012 voor 75% uit

de EU met Duitsland (25% aandeel) als koploper, gevolgd door

België (18% aandeel). Daarbuiten is Brazilië de belangrijkste

leverancier met een aandeel van 13%.

▶ De totale productie van vlees nam in 2012 licht toe. Terwijl de

productie van kippenvlees toenam, liet de productie van de overige

vleessoorten een daling zien.

▶ Pluimveevlees profiteert duidelijk van de druk op het reëel beschik-

baar inkomen van de Europese consument. Het aandeel van deze

vleessoort in de vleesproductie nam daardoor toe.

▶ De vleesexport in waarde nam in 2012 toe. De export naar

gebieden buiten West-Europa nam veel sterker toe dan de export

binnen West-Europa. Hierdoor boette West-Europa aan belang in.

▶ De belangrijkste exportlanden zijn Duitsland, het Verenigd Koninkrijk,

Frankrijk en Italië. Duitsland vormt de grootste exportmarkt. Naar

het Verenigd Koninkrijk wordt primair bacon uitgevoerd. Italië is de

grootste afnemer van kalfsvlees. De moeizame economische

ontwikkeling in dit land drukt de vraag naar deze vleessoort.

▶ De Nederlandse vleesconsumptie is duidelijk verzadigd en groeit

nauwelijks meer. In 2012 nam het verbruik per hoofd van de

bevolking met bijna 1% af tot iets meer dan 84 kilo.

▶ De vier belangrijkste vleessoorten vertoonden een daling van de

consumptie per capita. Hierbij nam het verbruik van pluimveevlees

het minst af, waardoor het aandeel van deze relatief goedkope

vleessoort in 2012 steeg.

25slachterijen en vleesverwerking

Page 28: Visie op Sectoren 2013 food

zuivelindustrie Volop dynamiek in aanloop naar verdwijnen melkquota

Verwerken van extra melkaanbod is een uitdaging

Innovatie en marktgebieden buiten Europa sleutels tot succes

Branchebeschrijving

Trends en ontwikkelingen

Onze visie

Kerngegevens Websites

De zuivelindustrie produceert een breed assortiment

basiszuivelproducten, waarvan de belangrijkste kaas, melkpoeder,

gecondenseerde melk en boter zijn. Daarnaast worden er

consumptiemelkproducten in allerlei varianten geproduceerd, zoals

melk, karnemelk, yoghurt en vla. De concentratiegraad is hoog. Naast

een aantal grote spelers met een uitgebreid assortiment is er een

groep kleinere bedrijven met een smaller productenpakket. Ook zeer

kleine nichespelers komen voor. Een groot deel van de Nederlandse

zuivel wordt in het buitenland afgezet.

Steeds meer worden productie, verwerking en handel door een

cluster van bedrijven gedaan, waarbij de clusters onderling met elkaar

concurreren. De moeizame ontwikkeling van de Europese economie

zette druk op de verzadigde Europese markt, vooral bij bulk. Autonome

productiegroei wordt gerealiseerd door betreding van marktgebieden

buiten Europa. Ook het ontwikkelen van innovatieve producten,

appellerend aan gezondheid en duurzaamheid, stimuleren de

productie. In 2012 nam de zuivelproductie met 2% toe. Het grootste

deel van de Nederlandse zuivelproductie wordt uitgevoerd, vooral

binnen West-Europa. Het exportvolume groeide beperkt in 2012, maar

de uitvoer in waarde nam af. Vooral de prijs van boter en boterolie

daalde sterk. De prijs van zuivelproducten wordt bepaald door

mondiale vraag- en aanbodverhoudingen met sterk fluctuerende

prijzen tot gevolg. De branche is volop in beweging door de opheffing

van de markt- en prijssteun voor melk en het einde van quotering in

Europa in 2015. Een aantal Nederlandse spelers sorteert al voor op

een groter aanbod van melk vanaf dat tijdstip. Op belangrijke markten

wordt nu al een positie ingenomen, door vestiging ter plaatse of door

overnames. Ook worden productievestigingen onder de loep genomen

en worden nieuwe fabrieken gebouwd. Tenslotte wordt de verhouding

tot melkveehouders tegen het licht gehouden. Hierbij komen zaken

aan de orde als prijssystemen, leveringsrechten en de rolverdeling

tussen coöperatie en privaat bedrijf.

De markt in West-Europa blijft nog onder druk staan vanwege overheids-

maatregelen om de begroting op orde te krijgen. Substantiële groei

moet uit gebieden daarbuiten komen. De buitenlandse interesse, uit

vooral het Midden Oosten en Azië, voor Nederlandse zuivel (producten

en bedrijven) groeit vanwege de kwaliteitsperceptie. Als gevolg van het

wegvallen van de quotering in 2015 neemt het melkaanbod toe.

Schattingen van het extra aanbod variëren tussen de 10 en 20% in

2020. ABN AMRO verwacht dat de impact van de Europese productie-

toename op wereldzuivelprijzen wordt gedempt door de groeiende

vraag naar zuivel in opkomende markten. Prijsvolatiliteit heeft echter zijn

intrede gedaan en zal niet meer verdwijnen. De zuivelindustrie blijft voor

de uitdaging staan het extra aanbod tot waarde te brengen. Een groot

deel van de extra melkaanvoer zal tot melkpoeder worden verwerkt.

Daarnaast moeten de verkoopinspanningen op de wereldmarkt worden

opgeschroefd. Aan de innovatieve kwaliteiten worden hoge eisen

gesteld. Hieronder valt volgens ABN AMRO het inspelen op duurzaam-

heid (biologisch melk), gezondheid en regionale afkomst van producten.

Ook het vinden van basismateriaal voor bijvoorbeeld babymelk, lactose-

vrije melk, sportdranken en dergelijke behoort daartoe. Hierdoor

ontstaan aantrekkelijke, innovatieve productsegmenten die een hogere

toegevoegde waarde genereren.

Aantal grote ondernemingen: 20

Aantal fabrieken van grote ondernemingen: 50

▶ waarvan coöperatieve fabrieken: 31

▶ waarvan particuliere fabrieken: 19

Aantal werknemers: 9.800

Verwerkte melk: 11.770 mln kg

Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’

www.prodzuivel.nlwww.agriholland.nlwww.CBS.nlwww.lei.wur.nl

26

Page 29: Visie op Sectoren 2013 food

5.294 4.877

5.880 6.410

3.534 3.816

5.052 5.369

1.945 2.022 2.062 2.276

0

1.000

2.000

3.000

4.000

5.000

6.000

7.000

2000 2005 2010 2011

x EU

R 1

mln

Productiewaarde Uitvoer Invoer

0

200

400

600

800

1.000

1.200

1.400

1.600

2008 2009 2010 2011 2012

prod

uctie

, mln

kg

Fabriekskaas Gecondenseerde melk Melkpoeder Boter

0

500

1.000

1.500

2.000

2.500

3.000

3.500

2010 2011 2012

expo

rt, m

ln e

uro

Melkprodukten Boter en boterolie Kaas

75%

80%

85%

90%

95%

100%

2000 2005 2010 2011 2012

aand

eel r

egio

´s

Europa Amerika Azië en Oceanië Afrika

Binnenlands verbruik nam toe in 2011

Productie van melkpoeder daalt derde jaar op rij

Nominale uitvoer zuivelproducten daalde in 2012

Exportaandeel Afrika groeit

Bron: Productschap Zuivel

Bron: CBS

Bron: CBS

Bron: CBS

▶ In 2011 namen productie, uitvoer en invoer toe. Per saldo nam de

binnenlandse marktvoorziening (productiewaarde plus invoer minus

uitvoer) verder toe.

▶ De uitvoer van zuivelproducten is voor bijna 95% van Nederlandse

herkomst. De totale uitvoer omvat daarnaast ook geïmporteerde

producten die,eventueel na een kleine bewerking, weer worden

geëxporteerd.

▶ De zuivelproductie bestaat voor meer dan de helft uit kaas.

Gecondenseerde melk neemt met ongeveer 25% de tweede

positie in.

▶ Na een zeer lichte daling in 2011, nam de totale zuivelproductie in

2012 toe met 2%. De grootste productiestijging werd genoteerd bij

gecondenseerde melk: bijna 5%. Alleen de productie van melk-

poeder daalde en wel met meer dan 2,5%. Ook in 2010 en 2011

daalde de melkpoederproductie.

▶ In 2012 daalde de totale zuivelexport in waarde met ongeveer 3%.

Bijna de helft van de zuiveluitvoer bestaat uit kaas. Terwijl de kaas-

export in kilo’s steeg, bleef de nominale uitvoer praktisch gelijk in

2012. De uitvoer van boter en boterolie nam in volume fors toe,

maar nam in waarde fors af.

▶ Bij mager melkpoeder was er zowel in volume als in waarde sprake

van een zeer sterke daling van de uitvoer. Alleen bij gecondenseerde

melk kon een stijging van zowel het exportvolume als de export-

waarde worden genoteerd.

▶ Het belang van Europa in de kaasexport neemt – zij het zeer

geleidelijk - sinds 2000 af. Deze regio vormt echter nog steeds de

belangrijkste exportbestemming voor kaas. De Westeuropese

landen Duitsland, Frankrijk en België namen in 2012 gezamenlijk

57% van de kaasexport voor hun rekening. In het Oosteuropese

marktgebied neemt Rusland de koppositie in met een exportaandeel

van 5%.

▶ Buiten Europa is vooral de opkomst van Afrika opvallend. Het

exportaandeel van dit continent is inmiddels gegroeid van 2% in

2000 naar 4% in 2012.

27zuivelindustrie

Page 30: Visie op Sectoren 2013 food

leeswijzer

Deze leeswijzer geeft u inzicht in de opbouw van de branche-

analyses en geeft bovendien een verklaring van enkele veel

gebruikte termen.

De brancheanalyses bestaan uit twee volledige pagina’s. Op de

eerste pagina staan achtereenvolgens de volgende onderdelen:

De eerste pagina van de brancheanalyse

▶ Drie bullets

De drie bullets bovenaan de pagina geven de kern van de analyse

weer. In drie korte zinnen wordt een kernachtige samenvatting

van de brancheanalyse weergegeven.

▶ Het blok ‘Branchebeschrijving’

Het blok ‘Branchebeschrijving’ geeft een beknopte omschrijving

en definitie van de branche. De belangrijkste karakteristieken van

de branche worden hierin beschreven.

▶ Het blok ‘Trends en ontwikkelingen’

Het blok ‘Trends en ontwikkelingen’ gaat in op de huidige

ontwikkelingen in de branche. De tijdspanne van dit blok ligt in

veel gevallen tussen maart 2012 en maart 2013. In dit blok wordt

in sommige gevallen ook enkele jaren teruggekeken om de

huidige ontwikkelingen en trends beter te kunnen begrijpen.

▶ Het blok ‘Onze visie’

Het blok ‘Onze visie’ geeft de visie over de branche weer van de

sector economen van ABN AMRO Economisch Bureau. De

analyse heeft betrekking op het huidige jaar (2013) en in sommige

gevallen het komende jaar (2014).

▶ Het blok ‘Kerngegevens’

Het blok ‘Kerngegevens’ geeft een overzicht van de meest

relevante (economische) indicatoren die kenmerkend zijn voor de

branche. De gegevens hebben betrekking op 2012, tenzij anders

vermeld. Bij het zoeken naar de gegevens voor dit blok is gebruik

gemaakt van een veelheid van bronnen. Er is vooral gebruik

gemaakt van de gegevens van het CBS, maar tevens zijn andere

bronnen geraadpleegd, zoals brancheorganisaties, onderzoek- en

adviesbureaus, kranten, tijdschriften, internet en overheids-

instanties (waaronder product- en bedrijfschappen, ministeries).

De tweede pagina van de brancheanalyseOp de tweede pagina van de brancheanalyse staan vier

verschillende figuren. In de balk boven de figuren staat de titel van

de figuur in het betreffende blok, inclusief een bronvermelding. In

veel gevallen heeft ABN AMRO Economisch Bureau eigen

bewerkingen en ramingen gemaakt met behulp van de gegevens

van de genoemde dataleverancier. Indien een dergelijke

bewerking heeft plaatsgevonden, dan staat dit vermeld in de balk.

De figuren op pagina 2 hebben betrekking op economische

ontwikkelingen. Onderwerpen die hier onder andere kunnen

worden behandeld zijn: omzetontwikkeling, kostenontwikkeling,

exploitatiebeeld, exportontwikkeling, aantal bedrijven,

werkgelegenheid, marktaandelen, en dergelijke.

Waar staan de letters ‘r’ en ‘v’ voor in de figuren?In de figuren treft u in sommige gevallen een letter ‘r’ of ‘v’ achter

het jaartal aan. In deze gevallen staat de ‘r’ voor een raming (op

basis van beschikbare gegevens t/m bijvoorbeeld november 2011

is een inschatting gemaakt voor de rest van het jaar). De ‘v’ staat

voor voorspelling en betreft de verwachting van de betreffende

sector econoom van ABN AMRO Economisch Bureau.

28

Page 31: Visie op Sectoren 2013 food

Veel gebruikte termen, inclusief definitiesTot slot van deze leeswijzer een opsomming van enkele veel

gebruikte termen in deze publicatie, inclusief de definitie volgens

ABN AMRO.

▶ Definitie ZZP

ZZP staat voor ‘Zelfstandigen Zonder Personeel’. Ondernemers

die geen personeel in dienst hebben. Het begrip verwijst ook naar

de term ‘freelancer’.

▶ Definitie MKB

MKB staat voor Midden- en KleinBedrijf. In deze publicatie

hanteren we als definitie voor MKB de volgende veel gebruikte

tabel:

Categorie onderneming Werknemers Jaaromzet of jaarlijks

balanstotaal

middelgroot < 250 ≤ € 50 mln. ≤ € 43 mln.

klein < 50 ≤ € 10 mln. ≤ € 10 mln.

micro < 10 ≤ € 2 mln. ≤ € 2 mln.

▶ Definitie FTE

FTE staat voor ‘full-time-equivalent’. Eén fte staat voor een

volledige werkweek van 38 uur.

▶ Definitie BBP

Bruto Binnenlands Product is de totale waarde van alle in een land

geproduceerde goederen en diensten in een bepaalde periode.

29leeswijzer

Page 32: Visie op Sectoren 2013 food

colofon

De Visie Op Food is een uitgave van ABN AMRO. Het rapport is

geschreven door ABN AMRO Economisch Bureau op verzoek van

ABN AMRO Sector Advisory.

Sectoranalyse Thijs Pons ([email protected])

Senior Sector Econoom

ABN AMRO Economisch Bureau

Macro economische analyseNico Klene ([email protected])

Senior Econoom

ABN AMRO Economisch Bureau

InterviewsJoep Auwerda

Journalist/tekstschrijver

Fotografie interviewsHannie Verhoeven

Commercieel contactNiels Dijkman ([email protected], 020-3439935)

Sector Banker Food

ABN AMRO Sector Advisory

DistributieWebsite: www.abnamro.nl/food

Telefoon: 0900-0024 (e 0,10 per minuut)

Disclaimer

De in deze publicatie neergelegde opvattingen zijn gebaseerd op door

ABN AMRO betrouwbaar geachte gegevens en informatie, die op zorg-

vuldige wijze in onze analyses en prognoses zijn verwerkt. Noch

ABN AMRO, noch functionarissen van de bank kunnen aansprakelijk

worden gesteld voor in deze publicatie eventueel aanwezige onjuist-

heden. De weergegeven opvattingen en prognoses houden niet meer in

dan onze eigen visie en kunnen zonder nadere aankondiging worden

gewijzigd.

© ABN AMRO, mei 2013

Deze publicatie is alleen bedoeld voor eigen gebruik. Het gebruik van

tekstdelen en/of cijfers is toegestaan mits de bron duidelijk wordt ver-

meld. Verveelvoudiging en/of openbaarmaking van deze publicatie is niet

toegestaan, behalve indien hiervoor schriftelijk toestemming is gekregen

van ABN AMRO. Teksten zijn afgesloten op 15 april 2013.

30

Page 33: Visie op Sectoren 2013 food

AA

65

85

G ©

05

-13

0900 - 0024 (E 0,10 per minuut)abnamro.nl/sectoren