Strategie&Accenten Strategie

16
... voor het beheer van uw persoonlijk en familiaal vermogen & Strategie Accenten Maandelijkse uitgave van KBC Bank & Verzekering Nr. 9 - 6 oktober 2011 Omzetting van vruchtgebruik De wereld is onveili- ger geworden, maar de aarde draait door Span de kroon in obligaties van niet- EUR munten Bescherm uw spaargeld tegen de inflatie Oost-Europa is een goedkope groei- regio Financiële gezond- heid ondernemingen is sterke troef voor bedrijfsobligaties 14 12 11 10 4 2

description

Strategie&Accenten Strategie is een maandelijkse uitgave van KBC Bank & Verzekering.

Transcript of Strategie&Accenten Strategie

Page 1: Strategie&Accenten Strategie

... voor het beheer van uw persoonlijk en familiaal vermogen&Strategie Accenten

Maandelijkse uitgave van KBC Bank & Verzekering

Nr. 9 - 6 oktober 2011

Omzetting van vruchtgebruik

De wereld is onveili-ger geworden, maar de aarde draait door

Span de kroon in obligaties van niet-EUR munten

Bescherm uw spaargeld tegen de inflatie

Oost-Europa is een goedkope groei- regio

Financiële gezond-heid ondernemingen is sterke troef voor bedrijfsobligaties

14

12

11

10

4

2

Page 2: Strategie&Accenten Strategie

Door het omzettingsrecht heeft de langstlevende echtgenoot of de blote eigenaar het recht te eisen dat het vruchtgebruik wordt omgezet in volle eigendom, in een geldsom of in een gewaarborgde en geïndexeerde rente.De omzetting in volle eigendom heeft in eerste instantie tot gevolg dat de waarde van het vruchtgebruik wordt geschat. Ten belope van de geschatte waarde worden bepaalde goederen in volle eigendom afgestaan aan de vruchtgebruiker. Door de omzetting in een geldsom wordt het vruchtgebruik van (eventueel een deel van) de goederen door de blote eigenaar afgekocht tegen een eenmalige geldsom. De blote eigenaar kan ook betalen met een gewaarborgde en geïndexeerde rente, die op gere-gelde tijdstippen moet betaald worden.

Door de omzetting verkrijgen de blote eigenaars en de vruchtgebruiker dus goederen of gelden in volle eigendom. In ons voorbeeld zou dit kunnen betekenen dat de kinderen vol-le eigenaar worden van het appartement aan zee en de moeder een jaarlijkse rente of een éénmalige geldsom ontvangt. In het specifieke geval dat de blote eigendom toebehoort aan andere dan afstammelingen, geadopteerde kinderen of hun afstammelingen, heeft de langstlevende echtgenoot bovendien het recht van toewijzing van de volle eigendom, dus de afkoop van de blote eigendom. Dit recht slaat enkel op de zogenaamde ‘preferen- tiële goederen’, zijnde de gezinswoning op het moment van overlijden.

Een nalatenschap wordt in vele gevallen opgesplitst in vruchtgebruik voor de langstlevende en in blote eigendom voor de kinderen. Deze situatie wordt vaak als hinderlijk ervaren. Stel je bijvoorbeeld de situatie voor waar de kinderen (blote eigenaars) het appartement aan zee van hun overleden vader wensen te verkopen, maar moeder (vruchtgebruiker) wil dit niet. De verkoop kan niet doorgaan want zowel de vruchtgebruiker als de blote eigenaars moeten in beginsel akkoord zijn.Om die reden heeft de wetgever een regeling voorzien om een einde te kunnen stellen aan het vruchtgebruik in hoofde van de langstlevende echtgenoot.

Omzetting van vruchtgebruik

K l e m t o n e n :

•Ook van toepassing op wettelijk

samenwonenden

•Voor preferentiële goederen beschikt

langstlevende over vetorecht

Strategie & Accenten 2

Thema

Page 3: Strategie&Accenten Strategie

De omzettingsregeling kan de hinder-lijke gevolgen van een opsplitsing tus-sen vruchtgebruik en blote eigendom wegwerken maar biedt ook nadelen. We gaan terug naar ons voorbeeld. De kinderen van de overledene, blote eigenaars, moeten hun omzettings-recht niet binnen een bepaalde termijn uitoefenen. De moeder blijft dan in de onzekerheid of ze op lange termijn het vruchtgebruik en dus het genot van dit appartement zal hebben. De over- ledene kan om die reden, om zijn echtgenote te beschermen, onder bepaalde voorwaarden, dit omzet-tingsrecht uitsluiten of beperken in een huwelijkscontract of testament.

Wie kan een omzetting vragen?Wanneer de blote eigendom behoort aan de afstammelingen van de voor-overleden echtgenoot, zijn geadop-teerde kinderen of hun afstamme-lingen, kan de omzetting gevraagd worden zowel door de langstlevende echtgenoot als door een of meerdere blote eigenaars. Het recht om de om-zetting te vorderen is niet aan een ter-mijn onderworpen.

Wanneer de blote eigendom behoort aan andere personen dan de afstam-

melingen van de overleden echtge-noot, behoort het omzettingsrecht enkel toe aan de langstlevende echt-genoot. Hij moet de omzetting vorde-ren binnen vijf jaar na het openvallen van de nalatenschap.

Hoeveel is het vrucht-gebruik waard?Het vruchtgebruik wordt berekend volgens de waarde op de dag van de omzetting. Er wordt rekening gehou-den met de waarde en de opbrengst van de goederen, de eraan verbonden schulden en lasten en de vermoede-lijke levensduur van de vruchtgebrui-ker. De manier waarop het vruchtge-bruik moet gewaardeerd worden is niet wettelijk vastgelegd, maar wordt berekend en regelmatig bijgewerkt in sterftetabellen die onder meer door het notariaat worden gehanteerd.

Vetorecht van de langst-levende echtgenootWanneer de blote eigendom toebe-hoort aan de afstammelingen van de vooroverleden echtgenoot, aan zijn geadopteerde kinderen of hun afstam-melingen, kunnen deze afstammelin-gen de omzetting van het vruchtge-

bruik op de zogenaamde preferentiële goederen (bijvoorbeeld de gezinswo-ning) niet vorderen tegen de wil in van de langstlevende echtgenoot. Hij moet zijn toestemming geven.

Hoe zit het bij wettelijk samenwonenden? Door de wet van 28 maart 2007 heeft de langstlevende wettelijk samenwo-nende een beperkt erfrecht gekregen. Hij krijgt namelijk het vruchtgebruik op de gezinswoning en de huisraad.

Alle bovenstaande punten gelden in principe ook voor de langstlevende wettelijk samenwonende, maar het vetorecht van de langstlevende wet-telijk samenwonende inzake de om-zetting van het vruchtgebruik op de gezinswoning is wel betwist. Het vetorecht wordt namelijk beschouwd als een onderdeel van de reserve en de langstlevende wettelijk samenwo-nende is geen reservatair erfgenaam. Dit betekent dat de langstlevende wettelijk samenwonende volledig kan worden onterfd zodat het omzettings-recht van de langstlevende wettelijk samenwonende volledig kan worden ontnomen door de erflater.

Strategie & Accenten 3

Page 4: Strategie&Accenten Strategie

In de voorbije weken nam de vrees voor een nieuwe conjunctuurinzinking toe, bereikte de eurocrisis een nieuw diepte/hoogtepunt en werd de kapi-taalbasis van de (Europese) financiële sector in vraag gesteld.

•We geloven niet dat het tot een nieuwe conjunctuurinzinking komt, maar we zullen in het westen allicht wel rekening moeten houden met een structureel lagere groei.

•Bijna twee jaar geleden brak de Griekse schuldencrisis uit. We gaan nu door een periode waarin het institutioneel kader van de Europese Muntunie fundamenteel verandert. Voor de financiële markten gaat dat proces – dat via democratische weg verloopt – te traag. De debatten leiden meer tot verwarring dan tot verduidelijking.

•Als de eurocrisis zou escaleren, dreigen de kapitaalbuffers van de (Europese) banken vlug ontoerei-kend te zijn. In dat geval zijn kapi-taalverhogingen noodzakelijk. Die zullen onvermijdelijk voor een forse verwatering van de bestaande aan-deelhouders zorgen.

Leren leven met trage groeiHet conjunctuuroptimisme van het voorjaar is de voorbije maanden hele-maal omgeslagen. De groeiverwach-tingen werden fors neerwaarts bijge-steld.

•Het indicatorenbeeld in de VS is in ieder geval niet bemoedigend.

•Er komen elke maand nieuwe banen bij, maar onvoldoende om de werkloosheid echt te doen dalen. Koopkracht en consumptie kunnen dan evenmin sterk groeien.

•Na een aantal sterke kwartalen ver-traagde de economische groei ook in de eurozone.

Maar er zijn ook positieve signalen.

•Het producentenvertrouwen blijft op een relatief hoog niveau.

•De overheden blijven een stimule-rend beleid voeren.

•De centrale banken doen er alles aan om de rente zo laag mogelijk te houden. Goedkoop geld zou de economie zuurstof moeten geven.

•Begin september lanceerde Obama zijn nieuwe banenplan. In Europa is er geen budgettaire ruimte voor nieuwe stimuli.

•Een stabiele of dalende olieprijs kan zuurstof geven aan de koopkracht van de gezinnen. Het communice-rende (olie)vat: als de olieprijs fors zou dalen omdat de markt een con-junctuurinzinking verwacht, stijgt de koopkracht van de gezinnen nog meer.

Voor de rest van 2011 en voor 2012 rekenen we op positieve groeicijfers in Europa en de VS.

•Concreet: groeicijfers van 1 tot 1,5% in Europa en 1,5 à 2% in de VS.

•De financiële markten hebben het duidelijk moeilijk om te wennen aan een omgeving van structureel lagere groei. In tegenstelling tot het recente verleden zal de econo-mische groei niet meer met krediet opgepept kunnen worden.

•Kwartalen met een (licht) negatieve groei zullen ook vaker voorkomen.

In de belangrijkste opkomende eco-nomieën blijft de economische groei stevig. Zij zorgen ervoor dat de we-reldeconomie in 2011 en 2012 met zo’n 3,5% zal kunnen groeien.

•Een mooi groeicijfer in historisch perspectief, maar niet uitzonderlijk.

Waardering als buffer

In de voorbije zeven kwartalen stegen de bedrijfswinsten heel sterk.

•Zeven kwartalen, dat zijn eenen-twintig maanden! Het mag duidelijk zijn dat de economie niet sterk hoeft te groeien om winst te maken.

•In het tweede kwartaal van 2011 steeg de gemiddelde bedrijfs-winst in de VS met +17,4% bij een omzetstijging van +13,1%. Vooral de cyclische sectoren presteerden

De wereld is onveiliger geworden, maar de aarde draait door

K l e m t o n e n :

•Structureel lagere, maar toch posi-

tieve groei in het Westen

•Groei blijft stevig in opkomende

markten

Magere groei in het westen

geeft een gevoel van onveiligheid

Strategie

Strategie & Accenten 4

Page 5: Strategie&Accenten Strategie

In�atie EMU en VS

-3

-2

-1

0

1

2

3

4

5

6

-3

-2

-1

0

1

2

3

4

5

6

2001 02 03 04 05 06 07 08 09 10 EMU (linkerschaal) VS (rechterschaal)

heel sterk.

•Europese bedrijven verrasten met een 6% lagere winst, ondanks een meer dan behoorlijke omzetstijging. Allicht een gevolg van een aantal bedrijfsspecifieke tegenvallers.

•In de volgende maanden zal de winstgroei vertragen en aansluiting vinden bij de omzetgroei. Die schat-ten we op zo’n 6%, mogelijk iets meer.

Een winststijging vertaalt zich altijd ooit in een koersstijging.

•Die verwachte trendgroei van de bedrijfswinsten komt stilaan in lijn met de verwachte return van een aandelenbelegging: een koersstij-ging van zo’n 6% per jaar plus het dividend.

•Ooit: de beurzen kunnen de winst-stijging wat sneller oppikken of inte-gendeel de vertaling van de winst naar koers wat uitstellen.

•Als we vandaag naar de waardering kijken, merken we dat veel van de intrinsieke waarde nog niet in de koersen weerspiegeld is. Maar men kan ook stellen dat de huidige aandelenkoersen weinig vertrouwen in de duurzaamheid van een sterke winstpositie uitstralen.

De inflatie trekt aan

In augustus kwam de inflatie in de eurozone uit op +2,5%, in de VS zelfs op +3,8%.

•De kerninflatie (de inflatie gezui-verd voor de effecten van energie- en voedingsprijzen) blijft evenwel beperkt. Als de olie- en grondstof-fenprijzen niet verder stijgen, zal de algemene inflatie snel afkoelen richting kerninflatie.

De neerwaartse risico’s voor de eco-nomische groei lijken vandaag groter dan de opwaartse inflatierisico’s. De magere groei in het westen geeft een permanent gevoel van onveiligheid.

•De economische cycli kunnen kor-ter worden, negatieve groeicijfers kunnen vaker voorkomen dan vroe-ger (en zullen in de media onge-twijfeld uitvergroot worden – u bent gewaarschuwd), de marktschom-melingen worden groter, …

•Wie vandaag niet belegt, zal het morgen ook niet doen. Ondertussen tikt de klok en vreet de tijd de koop-kracht aan.

Inflatie: een onderschat risico op lange termijn

Strategie & Accenten 5

Page 6: Strategie&Accenten Strategie

40%

40%

10%1%

2% 7%

23%

40%

27%

2%2% 6%

35%

47,5%

3,5%2%5,5% 6,5%

20%

33%

47%

In de zeer defensieve doelportefeuille beleggen we 10% in aandelen. We vullen de aan-delenpositie volledig in met beleggingsvormen met kapitaalbescherming (20%). Het aande-lenrisico van deze afgeschermde beleggingsinstrumenten bedraagt 50%. De obligatiepositie maakt 43% van de portefeuille uit, inclusief het vastrentende gedeelte van de aandelen-beleggingen met kapitaalbescherming. Dat maakt 10% van de portefeuille uit (dat is 50% van 20%, zie hoger). We beleggen 33% rechtstreeks in obligaties.Liquiditeiten maken 47% van de portefeuille uit. De vermelde accenten die slaan op beleg-gingen in andere munten dan euro passen maar in heel beperkte mate in een zeer defensieve portefeuille.

In de defensieve doelportefeuille beleggen we 24% in aandelen. Beleggingsformules zon-der kapitaalbescherming maken 6,5% van de portefeuille uit. Beleggingsvormen met kapi-taalbescherming krijgen een gewicht van 35%. Het aandelenrisico van deze afgeschermde beleggingsinstrumenten bedraagt 50%. De obligatiepositie maakt 65% van de portefeuille uit tegenover onze langetermijnnorm van 63%. In het obligatierisico moet ook rekening ge-houden worden met het vastrentende gedeelte van de aandelenbeleggingen met kapitaal-bescherming. Dat maakt 17,5% van de portefeuille uit (dat is 50% van 35%, zie hoger). We beleggen 47,5% van de portefeuille rechtstreeks in obligaties. De liquiditeiten (5,5% van de portefeuille) worden belegd in euro. De vermelde accenten die slaan op beleggingen in andere munten dan euro passen maar in beperkte mate in een de-fensieve portefeuille.

In de dynamische doelportefeuille beleggen we 43% in aandelen. Beleggingsformules zon-der kapitaalbescherming maken 23% van de portefeuille uit. Beleggingsvormen met kapi-taalbescherming krijgen een gewicht van 40%. Het aandelenrisico van deze afgeschermde beleggingsinstrumenten bedraagt 50%. De obligatiepositie maakt 47% van de portefeuille uit (langetermijnnorm: 43%). In het obligatierisico moet ook rekening gehouden worden met het vastrentende gedeelte van de aandelenbeleggingen met kapitaalbescherming. Dat maakt 20% van de portefeuille uit (dat is 50% van 40%, zie hoger). We beleggen 27% van de porte-feuille rechtstreeks in obligaties met een relatief korte restlooptijd (4 à 5 jaar).We houden in een beleggingsportefeuille nu iets meer liquiditeiten aan (6%). Alle vermelde accenten komen in aanmerking voor een dynamische portefeuille.

In de zeer dynamische doelportefeuille beleggen we 60% in aandelen. Beleggingsformules zonder kapitaalbescherming maken 40% van de portefeuille uit. Beleggingsvormen met ka-pitaalbescherming krijgen een gewicht van 40%. Het aandelenrisico van deze afgeschermde beleggingsinstrumenten bedraagt 50%. De obligatiepositie maakt 30% van de portefeuille uit (langetermijnnorm: 25%). In het obligatierisico moet ook rekening gehouden worden met het vastrentende gedeelte van de aandelenbeleggingen met kapitaalbescherming. Dat maakt 20% van de portefeuille uit (dat is 50% van 40%, zie hoger). We beleggen 10% van de porte-feuille rechtstreeks in obligaties met een relatief korte restlooptijd (4 à 5 jaar).We houden in een beleggingsportefeuille nu iets meer liquiditeiten aan (7%). Alle vermelde accenten komen in aanmerking voor een zeer dynamische portefeuille.

Strategie

Strategie & Accenten 6

Samenstelling van de portefeuille

Aandelen zonder kapitaalbescherming

Aandelen met kapitaalbescherming

Obligaties

Vastgoed

Alternatieve beleggingen

Liquiditeiten

Page 7: Strategie&Accenten Strategie

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

EUR

OBLIGATIEPORTEFEUILLE(zeer) dynamisch pro�el

Defensief pro�el(zeer) dynamisch pro�el

AndereUSD

EUR

OBLIGATIEPORTEFEUILLEDefensief profiel

Defensief profiel(zeer) dynamisch profiel

AndereUSD0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

EUR

OBLIGATIEPORTEFEUILLEZeer defensief profiel

Defensief profiel(zeer) dynamisch profiel

AndereUSD0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Een vals gevoel van veiligheid

Liquide middelen brengen nauwelijks iets op, de in-flatie ligt hoger. Ook de rendementen voor Duitse en Amerikaanse overheidsobligaties liggen vandaag la-ger dan de inflatie. Wie durft zijn vermogen aan der-gelijke rendementen voor tien jaar vast te zetten? Ondanks de malaise van de voorbije weken pleiten nog altijd heel wat argumenten voor het opnemen van een belangrijk aandelengehalte in de portefeuille:

•Bedrijven hebben wel kunnen profiteren van het economisch herstel. De bedrijfswinsten zijn zeven kwartalen op rij met meer dan 20% gestegen.

•Een gemiddeld Europees bedrijf boekt een ren-dement van 15,5% op het eigen vermogen. Ten opzichte van een “risicoloze” rente van 2,5 à 4% is dat een premie voor ondernemerschap van meer dan 10%.

•Aandelen zijn in alle opzichten goedkoop, zeker in vergelijking met dure obligaties.

•Amerikaanse en Europese aandelen noteren gemiddeld aan een koers-winstverhouding van respectievelijk 11,8 en 8,4 op basis van de ver-wachte winst voor de volgende twaalf maanden.

•Een gemiddeld Europees aandeel keert een divi-dend uit van 3,7%. Dat dividend stijgt in principe elk jaar met 5 à 6%.

•Dat dividendrendement is dan nog maar een marktgemiddelde. In bepaalde sectoren ligt het gemiddelde dividendrendement nog veel hoger.

Maar de risico’s en de onzekerheid over de toekomst zijn groot. Daarom besteden we in onze portefeuilles veel aandacht aan het afdekken van het neerwaartse risico.

Obligatieportefeuille

Bedrijfsobligaties hebben in de voorbije tweeënhalf jaar bijzonder sterk gepresteerd. Het huidige rente-verschil tussen een Europese bedrijfsobligatie en een Duitse staatsobligatie zou redelijk zijn als er over een periode van vijf jaar 5% (AAA-uitgiften) tot 19% (BBB-debiteuren) van de bedrijven zouden gecon-fronteerd worden met betalingsmoeilijkheden. Dat is zeker niet het geval. Er is dus nog potentieel voor ver-dere vermindering van het renteverschil zelfs als er rekening wordt gehouden met een toename van het aantal faillissementen. Daarom blijven bedrijfsobliga-ties de kern van onze obligatieportefeuille.

Ook al vrezen we op korte termijn geen forse stijging van de obligatierente – en beseffen we dat langere looptijden meer rente bieden dan kortere – geven we toch de voorkeur aan obligaties met een relatief korte restlooptijd van maximaal drie jaar. Ooit moeten de abnormale economische omstandigheden van lage groei veranderen. De obligatierente zal daarop reage-ren door verder te stijgen. We willen dan tijdig kunnen herbeleggen aan die hogere rendementen.

Strategie & Accenten 7

Overheidsobligaties

Bedrijfsobligaties

Converteerbare obligaties

Geïndexeerde obligaties

Obligaties opkomende markten

Euro- en Dollarsatellieten, PLN

Page 8: Strategie&Accenten Strategie

Hoogrentende obligatiesDe schuldencrisis is een Japans/ Europees/Amerikaans/Brits probleem. Opkomende markten kampten in het verleden dikwijls met uit de hand ge-lopen overheids- (en privé) schulden. Vandaag bedraagt de gemiddelde schuldgraad van de overheid er maar de helft van die in de klassieke landen. Een relatief sterkere economische groei maakt het kwaliteitsverschil nog groter.

Toch liggen de renteniveaus in de opkomende markten aanzienlijk ho-ger. Een gespreide portefeuille van vastrentend papier uit de opkomende markten biedt al gauw een rendement van 5% voor een looptijd van iets min-der dan drie jaar.

Heel wat munten uit opkomende markten zijn bovendien nog flink on-dergewaardeerd tegenover de euro. Als ze verder verstevigen, kunnen ze voor bijkomend rendement zorgen.

We verkiezen een korf met grondstof-fengerelateerde munten, munten met een dollarbinding en de Scandina-vische en Centraal-Europese munten.

Oost-Europese aandelenBeleggingen in Turkije, Polen, Honga-rije en Tsjechië worden aangevuld met een grote positie in de Russische aan-delenmarkt.

•De belangrijkste sectoren Olie (31%), Banken (21%) en basisma-terialen (15%) zorgen voor een pro-cyclisch accent in de portefeuille.

•Aantrekkelijke waardering: de koers-winstverhouding van ‘Emerging Europe’ is minder dan 7.

Wereldleiders

De Nieuwe Wereld in het algemeen en Azië in het bijzonder zijn de groeipolen van de wereldeconomie. De klassieke economieën zullen de komende jaren maatregelen moeten nemen om de overheidsfinanciën weer in evenwicht te brengen en reserves aanleggen om de vergrijzing van de bevolking te financieren. Het groeiverschil tussen de opkomende en de klassieke landen zal alleen maar verder oplopen.

Daarom beleggen we in westerse be-drijven die een belangrijk deel van hun omzet in de Nieuwe Wereld realiseren. De omzetgroei en de winstmarges lig-gen er hoger.

We kiezen voor bedrijven die markt-leider zijn in hun domein of niche. Ze beschikken daardoor over een grote prijszettingsmacht.

Telecom

De telecomsector is een defensieve sector. Telecombedrijven kennen wel-iswaar een magere omzetgroei, maar die is wel stabiel. Ze genereren ste-vige kasstromen en bieden hoge (en veilige) dividenden.

Het gemiddelde dividendrendement bedraagt 5% wereldwijd en zelfs 7,2% in Europa.

Strategie

Strategie & Accenten 8

Accenten in de portefeuille

Page 9: Strategie&Accenten Strategie

Economische vooruitzichten30-09-2011 EMU VK VS JapanEconomische groei (%)

2010 1,7 1,4 3,0 4,02011 1,5 1,1 1,4 -0,32012 0,9 1,5 1,1 3,0

Inflatie (%)2010 1,6 3,3 1,7 -0,72011 2,4 4,2 2,9 0,22012 1,4 2,2 1,4 0,3

Beleidsrente (%) (*)30-09-2001 1,50 0,50 0,25 0,10December 2011

Maart 2012Tienjaarsrente (%) (*)

30-09-2001 1,95 2,41 2,22 1,04December 2011Maart 2012

Wisselkoers (**) 1 EUR = GBP 1 EUR = USD 1 EUR = JPY30-09-2001 1 0,87 1,36 104,46December 2011 -Maart 2012 -(*) : stijging van ongeveer 25 basispunten vanaf huidig niveau; : stijging van ongeveer 50 basispunten vanaf huidig niveuau; enz;( * * ) : appreciatie van ongeveer 2,5% t.o.v. de euro vanaf huidig niveau : appreciatie van ongeveer 5% t.o.v. de euro vanaf huidig niveau; enz.

Strategie & Accenten 9

0% 5% 10% 15% 20% 25%

Energie

Basismaterialen

Industriële sectoren

Cycl. consumentensectoren

Niet-cycl. consumentensectoren

Gezondheidszorg

Financiële sectoren

Informatietechnologie

Telecomoperatoren

Nutsbedrijven

Sectorspreiding aandelenportefeuille

Neutrale spreidingHuidige spreiding

Page 10: Strategie&Accenten Strategie

Emissieperiode: van 3 oktober 2011 tot en met 28 oktober 2011 met valuta 3 november 2011. Toetredingskosten: 2,50% tijdens de emissieperiode, 4,50% nadien (waarvan 2% voor het compartiment). Uittredingskosten: op de eindvervaldag: geen, vóór de eindvervaldag: 2% (orders vanaf 1,25 miljoen euro: 0,50%). Bedrag tot ontmoediging van een uittreding die volgt binnen één maand na intrede: max. 5%. Beursbelasting: kapitalisatiedeelbewijzen: 0,5% bij uittreding voor de eindvervaldag (max. 750 euro), distributie-deelbewijzen: geen. Voor kapitalisatiedeelbewijzen: meerwaarde vrij van roerende voorheffing . Voor dividendgerechtigde aandelen: 15% op de coupons. Financiële dienst: KBC Bank, Centea en CBC Banque. (Vereenvoudigd) prospectus en laatste periodiek verslag in alle kantoren van KBC Bank, Centea en CBC Banque. Diverse voorbeelden zijn beschikbaar in het vereenvoudigd prospectus. Initiële inschrijvingsprijs:1000 EUR.

De opkomende landen beschikken over gezonde economische funda-menten. De renteniveaus in opko-mende landen als Brazilië, Turkije, Indonesië en Polen liggen beduidend hoger dan in de oude industrielanden. Ook de Scandinavische landen, en meer bepaald Noorwegen en Zweden, hebben een economie met sterke fun-damenten. Bovendien is de Zweedse Kroon ondergewaardeerd.

KBC Participation High Interest and Scandina-vian Currencies Bonds Opportunities 1

Rekening houdend met bovenstaande argumenten stelt KBC u, als promotor, High Interest and Scandinavian Cur-rencies Bonds Opportunities 1 voor, een compartiment van de Belgische bevek (1) KBC Participation. De regels bij samenstelling van een High Interest portefeuille zijn erg streng: voldoende risicospreiding

over verschillende landen, munten en debiteuren is een vereiste. Obligaties van over-heden (Mexico en Polen), supranationale instellingen en overheidsagentschappen (uitgedrukt in Noorse kronen, Zweedse kronen, Brazili-aanse real, Turkse lira of In-donesische roepia) krijgen de voorkeur. Emittenten moeten minimaal een BBB- kredietbe-oordeling (Standard&Poor’s) hebben. Het fonds (2) is uitgedrukt in Euro, maar de onderliggen-

de obligaties zijn belegd in niet-euro munten. Het fonds kreeg een afwijking om tot 100% van zijn activa te beleggen in verschillende uitgiften en geldmarkt-instrumenten die worden uitgegeven of gewaarborgd door een lidstaat van de Europese Economische Ruimte, haar plaatselijke besturen, een staat die geen lidstaat is van de Europese Economische Ruimte of internationale publiekrechtelijke instellingen waarin één of meer lidstaten van de Europese Economische Ruimte deelnemen. Het fonds kan meer dan 35% van zijn ac-tiva beleggen in effecten of geldmarkt-instrumenten van hogervermelde su-pranationale instellingen.Het fonds kan maximaal 10% kan be-leggen in andere fondsen en zal ge-spreid beleggen in minimaal 8 uitgif-ten, die elk afzonderlijk maximaal 30% van de portefeuille zullen uitmaken. Bij start worden minstens 55% supranati-onale instellingen en overheidsagent-schappen opgenomen en wordt er voor maximaal 30% belegd in 1 munt.

(1) Zie voetnoot 1 op de laatste blad-zijde.(2) Waar u de term ‘fonds’ leest, betreft het een compartiment van de Belgische bevek KBC Participation.

Span de kroon in obligaties van niet-EUR munten

K l e m t o n e n

•Groei opkomende markten blijft sterk

•Kredietwaardigheid van emittenten

en risicospreiding zijn belangrijk

Strategie & Accenten 10

In de kijker

Strategie & Accenten 10

In de kijker

Page 11: Strategie&Accenten Strategie

Voorwaarden: Emissieperiode van 03.10.2011 tot 28.10.2011 (behoudens vervroegde afsluiting). Betaaldatum: 08.11.2011. Initiële inventariswaarde: 1000 EUR. Minimum beginstorting 2 500 EUR.Instapkosten: 3% per storting, afgetrokken van het intekenbedrag. Verzekeringstaks op stortingen: 1,1%. Uitstapkosten vóór de einddatum: 1%, op de einddatum: 0%. Minimaal opgevraagd bedrag:1 250 EUR. Bij een gedeeltelijke opvraging moet minimum 1 250 EUR belegd blijven.

Inflatie wordt traditioneel geassocieerd met een (te) hoge economische groei. Op zo’n moment groeit de vraag naar goederen en diensten zo sterk dat de producenten die groei nauwelijks kun-nen bijbenen. Door die schaarste stij-gen de prijzen. We spreken pas over inflatie als de prijsstijgingen zich niet beperken tot een product of dienst, maar wanneer de prijzen over heel de lijn toenemen. Deze verklaring schiet evenwel te kort om de inflatie te verklaren die vele westerse economieën vandaag opte-kenen. West-Europa worstelt name-lijk met een groei die op de terugweg is, na een periode van matig herstel. Daarom moeten we de oorzaak van de relatief hoge inflatie elders gaan zoeken. De stijging van het algemeen prijspeil wordt namelijk ook beïnvloed door de prijsstijgingen van producten waarvan de prijs op de internationale grondstoffenmarkten tot stand komt. Die prijsstijgingen worden eenvoudig gesteld “geïmporteerd”. Zo ondergin-gen de goederen en diensten binnen onze economie een flinke prijsstijging door de import van ruwe olie. Beleggers houden niet van inflatie, omdat die de koopkracht van hun spaargeld aantast. Een deel van het

bruto rendement wordt na-melijk opgeëist om dat ver-lies aan koopkracht goed te maken. En een belegger gaat natuurlijk op zoek naar beleg-gingen die, behalve een mi-nimum gewaarborgd rende-ment, ook nog bescherming bieden tegen mogelijk stijgen-de inflatie.

KBC-Life Multin-vest Inflation 1 (1)

Omdat dit in de huidige situ-atie niet vanzelfsprekend is, lanceert KBC, als verzeke-raar, Inflation 1, een compar-timent onder de Tak 23-be-leggingsverzekering KBC-Life Multinvest. Het beleggingsresultaat is gekoppeld aan de evolutie van de Geharmoniseerde Index van Con-sumptieprijzen exclusief Tabak van de eurozone. Bovenop een vaste rente van 1,5%, wordt jaarlijks de stijging van deze in-dex voor 100% vastgeklikt . Een even-tuele daling van de inflatie-index wordt niet in rekening gebracht. Bij een ne-gatief jaarlijks inflatiecijfer, wordt het

vaste 1,5% vastgeklikt voor die deel-periode. Op vervaldag ontvangt u als belegger een meerwaarde gelijk aan de som van de 8 kliks.Voor het bepalen van de jaarlijkse klik gaan we uit van het jaarlijkse inflatie-cijfer van augustus.

(1) Zie voetnoot 3 op de laatste pagina.

Bescherm uw spaargeld tegen de inflatie

K l e m t o n e n :

•Minimum rendement gewaarborgd

•Bescherming tegen mogelijk stijgen-

de inflatie is belangrijk

Strategie & Accenten 11

In de kijker

Strategie & Accenten 11

In de kijker

Page 12: Strategie&Accenten Strategie

De wereldeconomie stevent ook in 2011 af op behoorlijke groeicijfers. De eurozone en de VS kampen mo-menteel wel met een stevige groei-vertraging. De grootste bijdrage zal bijgevolg opnieuw van de opkomende markten komen, met Azië op kop. Maar ook de Oost-Europese landen kennen een robuuste economische groei. Bovendien is de waardering van de aandelenbeurzen er heel aantrek-kelijk.

Rusland is het zwaargewicht in deze regio. Maar ook Turkije en de Centraal-Europese landen zoals Polen, Honga-rije en Tsjechië bieden mogelijkheden.

Beleggen in Oost-Europese aandelen is ook een manier om in te spelen op de nog altijd hoge olieprijzen. Rusland, een belangrijke olie-exporteur, heeft in de regio namelijk een groot gewicht. Energie , Banken en Basismaterialen zijn de belangrijkste sectoren. Dat brengt een accent in de portefeuille, dat meer gericht is op cyclische, con-junctuurgevoelige sectoren.

Zwaargewicht Rusland

Olie-inkomsten:Hoge grondstoffen- en olieprijzen zijn een zegen voor Rusland. Door de hoge prijzen van het zwarte goud

maken de oliebedrijven expo-nentieel meer winst. De Rus-sische overheid heeft zelf par-ticipaties in oliebedrijven en int belastingen op de olieont-ginning. Zo geniet ze mee van deze hoge olieprijs. De groei van de wereldeconomie en de bijbehorende vraag naar olie staat garant voor blijvend hoge prijzen.Binnenlandse groei:Dankzij deze olie-inkomsten beschikt Rusland over finan-ciële middelen om de binnen-landse groei te ondersteunen:

•We verwachten dat de sociale uitkeringen zullen stij-gen vanaf de tweede helft van 2011, in de aanloop naar de verkiezingen. Dat zal de con-

sumptie stimuleren.

•Infrastructuurwerken, onder meer voor de Olympische Winterspelen in Sochi in 2014, moeten bijdragen tot het moderniseren van de economie.

Aantrekkelijke waardering:Ondanks de hoge winstgroei zijn Rus-sische aandelen heel goedkoop. Rus-sische energiewaarden noteren met een korting van 50% tegenover de waardering van West-Europese olie-waarden. We geven toe dat de politie-ke invloed nooit ver weg is in het oude tsarenland. Maar de huidige korting is wel een erg hoge premie voor het po-litieke risico.

Florerend Turkije

Turkije tekent voor de sterkste bin-nenlandse groei in de Oost-Europese regio. Om oververhitting en een uit de hand lopende inflatie te voorko-men, trad de Turkse centrale bank al meermaals op. Zo werden bijkomende kredietbeperkingen opgelegd aan de banken. Maar de financiële markten waren onaangenaam verrast toen de centrale bank tegelijkertijd de rente verlaagde in plaats van ze te verho-gen. In haar commentaar verschuilde de Turkse centrale bank zich achter de problemen in de eurozone en de afne-mende groeidynamiek om haar beslis-sing te rechtvaardigen.De Turkse aandelenmarkt is helemaal niet duur. Hij noteert zelfs goedkoper

Oost-Europa is een goedkope groeiregio

K l e m t o n e n :

•Sterke groeiregio met goedkope

waardering

•Inspelen op hoge olieprijs via Rus-

land

Strategie & Accenten 12

In focus aandelenmarkt

Page 13: Strategie&Accenten Strategie

dan de wereldaandelenindex, maar de Turkse economie groeit wel een stuk sneller dan het wereldgemiddelde.

Centraal-Europa

We staan positief tegenover Centraal-Europese aandelen in vergelijking met deze uit de mature Europese markten en de eurozone. De overheidsfinan-ciën zien er een stuk beter uit. De

begrotingstekorten zijn er doorgaans kleiner dan in de eurozone en de over-heidsschuld uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands product is er lager. De waarderingen op de aan-delenmarkten zijn sterk vergelijkbaar met die in de rest van Europa maar de economische groei ligt er aanzienlijk hoger. Dit blijkt duidelijk uit de bijge-voegde tabel.Bovendien is de kans er groter dat de gerealiseerde winstgroei de analisten

zal weten te bekoren. De gestegen competitiviteit maakt het namelijk ge-makkelijker om de winstmarges te ver-ruimen of minstens te behouden.

De hogere Beta van de regio maakt dit wel een accent die gevoelig is voor het verloop van de wereldeconomie. De recessievrees die alle aandelenmark-ten in de ban hield de voorbije weken zorgde voor zware verkoopsdruk op deze landen.

De olieprijs scheert nog altijd hoge toppen en daar vaart Rusland wel bij

2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 20100

20

40

60

80

100

120

140

160

Crude Oil-Brent Dated FOB U$/BBL

Source: Thomson Datastream

De Centraal- en Oost-Europese landen scoren op diverse vlakken beter dan de eurozone

BBP-groei (in %)Begrotingstekort

(in % van het BBP)Schuld

(in % van het BBP)Inflatie(in %)

2011 2012 2011 2012 2011 2012 2011 2012

Polen 4.0 3.5 -5.8 -3.7 56.6 57.2 4.0 3.0

Hongarije 1.9 1.8 2.6 -3.3 76.6 76.8 3.6 3.2

Tsjechië 2.1 2.5 -3.8 -2.8 41.6 43.3 2.0 2.5

Rusland 3.8 3.6 -1.5 -2.5 8.5 8.8 8.2 7.5

Turkije 5.2 4.0 -1.5 -1.2 39.4 37.5 6.2 6.0

Gemiddelde(niet gewogen) 3.4 3.1 -2.0 -2.7 44.5 44.7 4.8 4.4

Eurozone 1.5 0.9 -4.1 -3.3 87.7 88.5 2.4 1.4

Strategie & Accenten 13

Bent u geïnteresseerd

in aandelenbesprekingen?

Vraag aan uw

KBC-bankkantoor

om u ook de publicatie

Strategie & Accenten AANDELEN

te bezorgen.

Page 14: Strategie&Accenten Strategie

In de eerste helft van 2011 hebben bedrijfsobligaties een mooi resultaat neergezet. Zowel in perioden van toe-nemende onzekerheid als in perioden van stijgende rente wisten ze goed stand te houden. Begin mei 2011 be-gonnen ook bij bedrijfsobligaties te-kenen van risicoafkeer op te duiken. Maar sinds het midden van de vakan-tiemaanden was het hek van de dam. Het renteverschil tussen bedrijfsobli-gaties en Duitse staatsobligaties be-reikte terug het niveau van twee jaar geleden.

Groot renteverschil met staatsobligatiesIn de voorbije maanden van 2011 waren er grote verschillen binnen de bedrijfsobligaties. Obligaties van ban-ken deden het in de eerste helft van 2011 beter dan die van niet-financiële ondernemingen. Banken boden een hoger rendement en zagen hun risico-premie sterker afnemen. Sinds mei doet zich de omgekeerde beweging voor: de schuldenproblematiek in de eurozone staat weer in de schijnwer-

pers en vooral obligaties van banken worden dan minder geliefd. Ook de eeuwigdurende obligaties van banken staan zwaar onder druk.

De spread, het rentever-schil tussen bedrijfs-obligaties en Duitse staatsobligaties, is de vergoeding voor het ho-gere risico van bedrijfs-obligaties. Dat rentever-schil bedraagt gemiddeld 320 basispunten. Dit ren-teverschil betekent dat de beleggers er nog altijd rekening mee houden dat meer dan 20% van alle kwaliteitsvolle bedrij-

ven zal falen in de komende vijf jaar. De risico’s op bedrijfsobligaties (ten opzichte van Duitse staatsobligaties) worden alsmaar beter vergoed.

Bedrijfsobligaties geven een lopend rendement van ongeveer 4,5%. Dat is aanzienlijk hoger dan kwaliteits-volle staatsobligaties. We verwachten dat het beleggingsklimaat en de be-drijfsresultaten de komende maan-den weer ondersteunend zullen zijn voor bedrijfsobligaties. De verwachte stijgende rente op staatsobligaties zal gecompenseerd worden door het afbrokkelen van de renteverschillen. Beleggers moeten ook weinig schrik hebben voor faillissementen. De meeste bedrijven verkeren in goede financiële gezondheid. Bedrijfsobli-gaties blijven daardoor onze voorkeur genieten boven staatsobligaties.

Converteerbare obligatiesConverteerbare obligaties zijn be-drijfsobligaties die een lage coupon combineren met een aandelenoptie. Ze hebben daardoor een aantrekke-lijk risico-rendementsprofiel: een on-beperkt opwaarts potentieel dankzij het optiegedeelte, gekoppeld aan een beperkt neerwaarts risico dankzij het

K l e m t o n e n :

•Renteverschil tussen bedrijfsobli-

gaties en (Duits) overheidspapier is

weer fors opgelopen

•Risico’s op bedrijfsobligaties worden

voldoende vergoed

•Converteerbare obligaties momen-

teel minder interessant dan gewone

bedrijfsobligaties

Financiële gezondheid ondernemingen: een sterke troef voor bedrijfsobligaties

Strategie & Accenten 14

In focus obligatiemarkt

Page 15: Strategie&Accenten Strategie

Renteverschil tussen bedrijfsobligaties en overheidsoblighaties loopt weer �ink op

-1

0

1

2

3

4

5

6

-1

0

1

2

3

4

5

6

2001 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11

Alle ratings AAA bedrijfsobligaties BBB bedrijfsobligaties

obligatiegedeelte.

Cruciaal voor beleggers is de mate waarin converteerbare obligaties de aandelenmarkten volgen. Deze vol-gingsgraad ten opzichte van aandelen is momenteel 30%, wat betekent dat converteerbare obligaties minder dan de helft van de stijgingen in aandelen-markten zullen meepikken. Positief is dat de volgingsgraad toeneemt naar-mate aandelenkoersen stijgen en af-neemt naarmate de koersen dalen.

De beperkte rentegevoeligheid is een positief punt voor converteerbare obligaties. Dat betekent dat conver-teerbare obligaties maar weinig hinder zullen ondervinden van een stijgende rente. Hoewel we de kans op een forse rente opstoot veeleer beperkt vinden, gaan we er toch vanuit dat de rente langzaam zal toenemen over het komende jaar.

Converteerbare obligaties lijken op dit moment niet echt de te verkiezen

obligatieklasse. Binnen het obligatie-universum hebben we v een voorkeur voor gewone bedrijfsobligaties.

Onze obligatieselectie(2)

Munt Lening Uitgifteprijsof indicatievekoers

Coupon Rating Rendement(in %)

Tegenwaardein EUR (*)

Secundaire markt

EUR General Capital Eurofunding3,75% 2011/2016

101,150 04/04 AA 3,466 1011,50

EUR Rabobank Nederland3,375% 2010/2017

102,850 21/04 AAA 2,811 1043,48

USD Province of Ontario3,000% 2011/2018

105,450 17/03 AAA 2,130 785,69

NOK EIB4,250% 2008/2017

105,850 19/05 AAA 3,100 1361,69

SEK Total Capital Canada Ltd3,625% 2011/2016

105,900 13/07 AA 2,300 114,39

(*) Tegenwaarde in EUR van de minimumcoupure inclusief verlopen rente. Indicatieve wisselkoers: 30-09-2011.

(2) zie voetnoot op laatste bladzijde.

Strategie & Accenten 15

Page 16: Strategie&Accenten Strategie

Geeft de olieprijs extra zuurstof aan de economie?De vrees dat de wereldeconomie in een trager tempo zal groeien en er minder vraag naar olie zal zijn heeft vooralsnog geen invloed gehad op de olieprijs. Want zelfs bij een lage economische groei zal de oliemarkt relatief krap blijven. Dit maakt dat hij kwetsbaar blijft voor een eventueel opnieuw opflakkerende onrust in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. We denken dat de oliemarkt daarom een risicopremie zal blijven verrekenen.Het is een heikele onderneming de olieprijzen te voorspellen. Maar de huidige niveaus van zo’n 100 à 115 USD per vat Brentolie lijken houdbaar. In dat geval daalt de inflatie in de VS tot ongeveer  2% tegen mid-den 2012 en in Europa tot ongeveer 1,5%. Dat alleen al geeft zuurstof aan de koopkracht van de gezinnen. Want de inflatie zorgt voor een nominale stijging van de lonen terwijl de brandstofuitgaven stabiel blijven. Mocht de olieprijs fors dalen door de vrees voor een conjunctuurinzinking dan stijgt de koopkracht van de gezinnen nog meer.

Volgend nummer verschijnt op 3 november 2011

WWWMeer info op: www.kbc.be/beleggers

Beeldspraak

(1) Een bevek is een Instelling voor Collectieve Belegging (ICB). Een ICB wordt doorgaans opgericht door een financiële instelling, maar vormt een onafhankelijke juridische entiteit. Een deelbewijs gekocht in een ICB geeft recht op een deel van het resultaat in functie van het belegde bedrag. Het belegde kapitaal kan evenwel in waarde verminderen. De belegging in een ICB laat toe om het beleggingsrisico te spreiden en de toegang tot de beurzen en buitenlandse markten te vergemakkelijken. Beleggingen in ICB’s worden gedekt door het beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten. Dit betekent dat een tegemoetkoming kan bekomen worden bij het beschermingsfonds ten belope van maximaal 20.000 EUR als een kredietinstelling of een beursvennootschap rechten van deelneming van ICB’s aanhoudt voor rekening van haar cliënten en deze niet kan leveren of teruggeven aan de rechtmatige eigenaars. Er wordt opgemerkt dat het eventuele verlies aan waarde van een ICB ten opzichte van zijn aanschaffingsprijs niet wordt gedekt door het Beschermingsfonds.

(2) Een obligatie is een schuldtitel uitgegeven door een onderneming, een overheidsinstelling of een staat, terugbetaalbaar op een datum en voor een bedrag dat op voorhand werd vastgelegd en dat een interest opbrengt.

(3) KBC-Life MI Inflation 1 is een beleggingsfonds onder KBC-Life Multinvest, een tak 23-levensverzekering aangeboden door KBC Verzekeringen. Men kiest zelf de begunstigde die bij overlijden het opgebouwde vermogen ontvangt. Bovendien blijft het vermogen tussentijds beschikbaar. Men kan altijd de volledige som of een deel ervan opvragen. De waarde van de fondsen en hun eenheden is niet gewaarborgd door de verzekeringsonderneming en kan schommelen in de tijd. Het financiële risico wordt gedragen door de verzekeringnemer. Meer gegevens vindt u in het beheersreglement en in de financiële infofiche bij uw KBC- tussenpersonen. Zetel van de vennoots-chap: KBC Verzekeringen NV – Professor Roger Van Overstraetenplein 2 – 3000 Leuven – België. BTW BE 0403.552.563 – RPR Leuven – Bankrekening 730-0042006-01 – CBFA 038571 A – IBAN BE43 7300 0420 0601– BIC KREDBEBB. Onderneming toegelaten voor alle takken onder code 0014 (KB 4 juli 1979, BS 14 juli 1979). KBC Bank NV, CBFA 026 256 A

Briefwisseling aan:KBC BANK NV, KBC Asset Management, Havenlaan 6, 1080 Brussel

Strategie & Accenten is een publicatie van KBC Asset Management NV (KBC AM). Voor de gegevens die dienen als uitgangspunt voor de projecties, scenario’s, prognoses en richtkoersen wordt een beroep gedaan op betrouwbare bronnen en eigen onderzoek. Deze aanbeveling valt niet onder de noemer ‘onderzoek op beleggingsgebied’ zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 3 juni 2007 dat de voorschriften bevat ter bevordering van de onafhan-kelijkheid van onderzoek op beleggingsgebied en valt bijgevolg onder de wettelijke omschrijving van publicitaire mededeling. De fondsbeheerders van KBC AM kunnen vóór de verspreiding van deze aanbeveling handelen in de besproken aandelen. De artikelen in de publicatie vormen op zich geen gepersonaliseerd beleggingsadvies. De belegger dient zelf nog, best in samenspraak met zijn adviseur Sparen en Beleggen of relatiebeheerder, na te gaan of de besproken activa passen bij zijn persoonlijk risicoprofiel en zijn concrete beleggingsportefeuille. KBC AM noch enige andere vennootschap van de KBC-groep kan aansprakelijk worden gesteld voor de eventuele onjuistheid of onvolledigheid van de gegevens. Verantwoordelijke uitgever / hoofdredacteur:Alex Wolfers, Product & knowledge management KBC AM / Christiaan De MoorFeiten versus andere informatie met betrekking tot beursgenoteerde bedrijven:Voor de beursgenoteerde bedrijven die in deze publicatie vermeld worden, publiceert KBC AM een aandelenfiche op zijn website. Deze aandelenfiche bestaat enerzijds uit puur feitelijke informatie en anderzijds uit de mening van de analist over dat bedrijf. Die laatste tekstgedeelten hebben een gekleurde achtergrond.Frequentie van de advieswijzigingenDe analisten van KBC Asset Management volgen de gebeurtenissen in de financiële wereld op de voet. Het aandelenadvies is een conclusie van een zorgvuldige afweging van drie dimensies: het aandeel zelf, de sector waartoe het bedrijf behoort en de regio waarin het gevestigd is. Elke wijziging in één van die drie componenten kan aanleiding geven tot een advieswijziging.De adviesmethodiekEen uitvoerig omschrijving van onze adviesmethodiek staat in de editie van Strategie & Accenten nummer A10 van 5 maart 2008. Deze editie is raadpleegbaar op www.kbcam.be/aandelen/adviesmethodiek. Een exemplaar van deze brochure is ook verkrijgbaar in elk KBC-kantoor.Voor een aantal essentiële elementen van deze beleggingsaanbeveling, die wegens plaatsgebrek niet in deze fiche zijn opgenomen, kunt u de “Algemene richtlijnen m.b.t. de beleggingsaanbevelingen van KBC Asset Management” raadplegen op www.kbcam.be/aandelen.Gebruikte foto’s: www.shutterstock.com