RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de...

32
Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 1 1 2 3 4 5 RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE 6 MOND 7 8 9 10

Transcript of RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de...

Page 1: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 1

1

2

3

4

5

RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE 6

MOND 7

8

9 10

Page 2: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 2

Colofon 11

De eerste versie van de richtlijn klachten van de mond werd in 1994 geschreven als onderdeel 12

van de richtlijnen palliatieve zorg van het Integraal Kankercentrum Midden Nederland. De 13

richtlijn werd in 2005 herschreven door E.J.M. de Nijs en E.H. Verhagen en opgenomen in de 14

eerste druk van het richtlijnenboek van de Vereniging van Integrale Kankercentra. 15

De huidige versie werd in 2010 gereviseerd door: 16

A.P. Mank, verpleegkundig onderzoeker AMC Amsterdam 17

J.E. Raber-Durlacher, tandarts, Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam 18

A. de Zinger, oncologie verpleegkundige AMC Amsterdam 19

M. Smit, mondhygiëniste, AMC Amsterdam 20

J.M.P.van Bommel, huisarts te Vught 21

22

Commentaar werd geleverd 23

C. de Baat 24

K. de Lugt-Lustig, mondhygiënist 25 26

Page 3: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 3

ALGEMEEN 27

28 29

INLEIDING 30

Klachten van de mond bij patiënten in de palliatieve fase kunnen oorzaak zijn van een 31

vermindering van de kwaliteit van leven. Deze kwetsbare groep patiënten heeft ten gevolge 32

van ziekte en behandeling vaak te maken met veranderingen in de mond, die niet alleen direct 33

van invloed zijn op het welbevinden, maar ook kunnen leiden tot extra klachten en problemen. 34

Zo kan de door radiotherapie ontstane droge mond erg onplezierig zijn, maar ook ten 35

grondslag liggen aan een lokale infectie, een verslechterde voedingstoestand of aan problemen 36

op het gebied van intimiteit en sociale contacten. 37

Patiënten in deze fase hebben vaak meerdere klachten van de mond tegelijkertijd. Gelet op het 38

feit dat deze klachten grote effecten kunnen hebben op de fysieke en psychische gesteldheid 39

van de patiënt is het van belang de verzorging van de mond serieus te nemen en zo nodig hulp 40

te bieden of de mondverzorging van de patiënt over te nemen. 41

In deze richtlijn wordt aandacht besteed aan de (patho)fysiologie van de mond, de diagnostiek 42

en aan algemene preventieve maatregelen. Vervolgens wordt ingegaan op enkele veel 43

voorkomende klachten van de mond en de behandeling daarvan. De volgende aandoeningen 44

en klachten zullen besproken worden: 45

droge mond 46

stomatitis 47

infecties van de mondholte 48

pijn in de mond 49

smaakstoornissen 50

halitose (slechte adem) 51

52

(PATHO)FYSIOLOGIE 53

De mond heeft verschillende functies. In Tabel 1 worden de onderdelen van de mond benoemd, 54

met hun functie, de normale verschijningsvorm en enkele veel voorkomende afwijkingen. 55

56

Tabel 1 Normale en afwijkende functionele anatomie van de mond. 57

Functie Normale toestand Veel voorkomende afwijkingen

Lippen en

mondhoeken

Ondersteuning bij het

kauwen en spreken

Intact, niet rood of

gezwollen

Oedeem, roodheid, droogheid,

scheurtjes, wondjes, blaasjes

Gebitselementen Snijden, vermalen en

mengen van het

voedsel.

Spelen een rol bij

slikken.

Intact, geen scherpe

randen

Niet goed doorgebroken,

afzetting van tandplaque en

tandsteen, loszitten, cariës,

wortelpunt-ontstekingen, scherpe

randen, inadequate vullingen

Tandvlees

(gingiva)

Gingiva en

parodontale vezels

zorgen ervoor dat

gebitselementen stevig

verankerd zijn in de

kaak.

Roze, bloedt niet

spontaan of bij aanraken

gingivitis: ontsteking

veroorzaakt door bacteriën in

tandplaque, gekenmerkt door

roodheid, zwelling en bloeding

parodontitis: tevens

pocketvorming en botverlies

Page 4: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 4

Slijmvliezen

(binnenzijde

wangen en

lippen, harde en

zachte

gehemelte,

onderkant tong

en mondbodem)

barrière tegen

micro-organismen

speekselproductie

door kleine

speekselkliertjes

gevoelsfunctie

Vochtig, roze en intact

Bleekheid of juist roodheid,

oedeem, erosies en/of ulcera,

blaasjes, beslag, droogheid,

bloedingen

Tong mengt speeksel en

voedsel

transporteert

voedsel naar de

keel

smaak

spreken

Roze van kleur, soms

iets wittige waas

roodheid, glad en pijnlijk

erosies, blaasjes, en/of ulcera

kartelige, rode en pijnlijke

randen

beslag

droogheid

Speekselklieren Productie van speeksel

(500-600 ml/dag):

houdt

mondslijmvlies

vochtig en schoon

houdt mondflora in

evenwicht

vergemakkelijkt

spreken

bevat enzymen

nodig voor

vertering voedsel

beschermt de

gebitselementen en

slijmvliezen

Niet gezwollen, niet

pijnlijk

Slijmvliezen zijn

vochtig

weinig of geen

speekselproductie

droge slijmvliezen

teveel productie of problemen

met wegslikken van speeksel

(kwijlen)

taai, draderig speeksel

gezwollen en pijnlijke

speekselklieren

58

Reiniging van de mondslijmvliezen vindt van nature plaats door de tong, het speeksel en de 59

snelle vervanging van epitheelcellen. Bij ziekte en behandeling (bijv. radiotherapie of 60

chemotherapie) vermindert deze functie. Door verminderde speekselproductie of ademen met 61

open mond wordt het mondslijmvlies droog en treedt kolonisatie met micro-organismen op. Op 62

deze manier kunnen infecties en pijnklachten ontstaan. Beschadigde slijmvliezen kunnen een 63

porte d’entrée vormen waardoor bacteriën en andere micro-organismen in de bloedbaan 64

terechtkomen. Gingivitis of parodontitis kunnen ook een bron van een systemische infectie zijn 65

en kunnen leiden tot tandvleesbloedingen. Parodontitis is zelden pijnlijk en vaak een ’verborgen’ 66

infectie, waarbij diagnostiek niet mogelijk is door alleen in de mond te kijken. Het is van belang 67

de mondslijmvliezen en het gebit goed schoon te houden om gingivitis, parodontitis, 68

ontstekingen van de mondslijmvliezen, cariës en de gevolgen daarvan (pijn, zenuwontsteking en 69

wortelpuntontstekingen) en een slechte adem te voorkomen. Door al deze problemen kunnen 70

klachten met betrekking tot smaak, kauwen, slikken en spreken ontstaan. 71

72

73

DIAGNOSTIEK 74

De diagnostiek van mondafwijkingen bestaat uit het afnemen van een anamnese en de inspectie 75

en eventueel palpatie van de mondholte en het gebied daarom heen. Als hulpmiddel kan men 76

Page 5: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 5

een mondstatusscorelijst (zie bijlage) gebruiken om de situatie systematisch te beoordelen en 77

ook te vervolgen in de tijd. 78

79

Anamnese 80

De volgende aspecten worden geïnventariseerd: 81

Algemeen: 82

o ziektegeschiedenis: diagnose en behandeling 83

o medicatie 84

o gebruik van zuurstof 85

o roken en alcoholgebruik 86

o voeding (hoeveelheid, consistentie, andere problemen), aanwezigheid van een 87

maagsonde, vochtinname 88

o algehele conditie 89

o gebrek aan eetlust, gewichtsverlies 90

o koorts 91

Klachten van de mond: 92

o droge mond of taai speeksel 93

o pijn of branderig gevoel van de lippen, mond en/of keel 94

o wondjes in de mond, lippen of in de mondhoeken 95

o bloedingen (spontaan of bij eten, poetsen) 96

o problemen met kauwen, slikken of spreken 97

o smaakverandering of smaakverlies 98

o slecht kunnen verdragen van koud, warm of sterk gekruid voedsel 99

o slechte adem 100

o kwijlen 101

Mondverzorging: 102

o regelmatige controles bij tandarts/mondhygiënist 103

o verzorging van de mond (methode van poetsen, interdentale reiniging, frequentie) 104

o mondverzorging zelfstandig mogelijk of hulp nodig 105

o eigen gebit of prothese, gedeeltelijke prothese, frame of implantaten 106

o problemen met prothese (drukpunten, ontbrekende delen, scherpe randen, niet meer 107

passen, aanwezigheid tandsteen) 108

109

Mondinspectie 110

Regelmatige mondinspectie is noodzakelijk om vroegtijdig mondproblemen op te sporen, de 111

mondhygiëne te beoordelen, problemen goed te kunnen vervolgen en interventies te evalueren. 112

Voor de mondinspectie is het van belang de patiënt op zijn gemak te stellen. Bedenk dat de 113

mond een intiem gebied is. Laat de patiënt een comfortabele positie innemen, waarbij voor de 114

hulpverlener een goede inspectie van de mond mogelijk is, bij voorkeur liggend op bed. 115

Benodigdheden voor het mondonderzoek: 116

goed licht (halogeen zaklampje) 117

handschoenen (niet steriel) 118

(tong)spatels of gaasjes 119

De tongspatels of gaasjes worden onder de kraan nat gemaakt om verkleving met het 120

mondslijmvlies te voorkomen. Door de spatels langs de kiezen tot achter in de mond te plaatsen 121

aan de buitenkant van de tandenboog en de wangen voorzichtig wat opzij te trekken is het 122

mogelijk de mond te inspecteren. Om een braakreflex te voorkomen worden de spatels niet 123

achter in de keel geplaatst. Het opzij trekken van de wangen en de lippen kan ook met een of 124

meerdere vingers (handschoenen!) plaatsvinden. De achterkant, zijkanten van de tong en de 125

mondbodem zijn goed te inspecteren door de tong met een gaasje vast te pakken en de patiënt te 126

Page 6: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6

vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen. Prothesen worden verwijderd. 127

Systematisch worden geïnspecteerd op afwijkingen (zie ook bijlage): 128

de lippen (binnen en buitenzijde) 129

de wangslijmvliezen 130

onder-, boven- en zijkanten van de tong 131

mondbodem 132

gehemelte en farynxboog 133

tandvlees 134

gebitselementen 135

Verder wordt er gelet op het bestaan van een foetor ex ore. 136

De bevindingen kunnen genoteerd worden op een mondstatusscorelijst (zie bijlage). 137

De toestand van de mond en de mondhygiëne worden liefst dagelijks, maar minimaal 2 maal 138

per week geëvalueerd. 139

140

Aanvullend onderzoek 141

Soms is aanvullend onderzoek (bijvoorbeeld microbiologisch onderzoek) nodig. Een aantal 142

aandoeningen, zoals parodontitis, cariës, zenuwontstekingen en wortelpuntontstekingen en niet 143

volledig doorgebroken gebitselementen zijn niet door mondinspectie alleen te diagnosticeren en 144

behoeven aanvullend onderzoek door een tandheelkundige professional. 145

146

147

BELEID 148

149

Integrale benadering 150

151

Voorlichting 152

Geef informatie over het belang van goede mondzorg. 153

Geef informatie over mondproblemen (droge mond, pijn, wondjes, problemen met eten en 154

drinken, problemen bij mondzorg, bloedend tandvlees, onaangename geur, 155

smaakveranderingen) en moedig patiënten aan deze te melden. 156

Geef uitleg wat de patiënt zelf kan doen ten aanzien van mondverzorging en voeding. 157

Betrek de naasten in de voorlichting, met name in de terminale fase. 158

Maak zo nodig gebruik van folder met nuttige tips: ‘Voeding bij kanker', uitgave van de 159

afdeling voorlichting van de Nederlandse Kankerbestrijding/KWF, gratis te verkrijgen bij 160

het KWF: www.kwfkankerbestrijding.nl; Richtlijn Mondzorg voor zorgafhankelijke cliënten 161

in verpleegtehuizen: www.gerodontologie.nl en nvva.artsennet.nl. 162

163

Ondersteunende zorg 164

Schakel zo nodig de tandarts of mondhygiënist in bij mondklachten of problemen met 165

betrekking tot de mondverzorging. 166

Schakel de diëtiste in als de voeding aangepast moet worden in verband met de 167

mondproblemen of als de inname van voedsel en vocht verminderd is. 168

169

Mondverzorging 170

Het doel van de mondverzorging is om: 171

het gebit en het tandvlees schoon (plaquevrij) te houden 172

de mondslijmvliezen schoon, vochtig en intact te houden 173

korstvorming (door taai speeksel of bloedingen) tegen te gaan 174

lokale en systemische infecties te voorkomen 175

Page 7: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 7

mucositis te verminderen 176

pijn en ongemak te voorkomen of te verminderen 177

de lippen en mondhoeken soepel te houden 178

de voedselinname te vergemakkelijken 179

foetor ex ore te voorkomen 180

algemeen welbevinden te verhogen 181

Afhankelijk van de mondstatus wordt de patiënt voorgelicht over de handelingen die dagelijks 182

uitgevoerd moeten worden: 183

verzorging van de lippen 184

mondspoelen 185

poetsen van tanden en kiezen 186

interdentaal reinigen 187

reinigen van de tong 188

Bij prothesedragers: 189

schoonhouden van mondslijmvliezen en kaakwallen 190

onderhoud van gebitsprothese 191

Het gebruik van lemon swabs wordt afgeraden. Citroenzuur kan het tandglazuur ontkalken en 192

glycerine kan leiden tot uitdroging van het mondslijmvlies. Bovendien kunnen de swabs 193

pijnklachten in de mond verergeren. 194

195

Mondverzorging bij een zelfstandige patiënt 196

Voor een adequate mondverzorging is het noodzakelijk een eventuele (gedeeltelijke) 197

gebitsprothese uit te doen. 198

199

Lippenverzorging 200

De lippen en mondhoeken invetten met vaseline (alleen te gebruiken voor de lippenverzorging) 201

of lippencrème (bijv. vaseline, Labellostift of cacaoboter). 202

203

Mondspoelen 204

Spoelen (4 tot 10 maal daags) met fysiologisch zout (NaCl 0,9%) of water houdt de slijmvliezen 205

vochtig en vermindert de kolonisatie van micro-organismen. Bereiding thuis: een afgestreken 206

theelepel zout op een flinke beker lauw kraanwater. 207

208

Poetsen van tanden en kiezen 209

Gebruik een schone, (ultra) zachte tandenborstel (rechte stevige steel, nylon haren, multi-210

tufted) en een milde fluoridehoudende tandpasta (fluoride reduceert het ontstaan van cariës en 211

gevoelige tandhalzen). Spoel de tandenborstel na gebruik grondig af met stromend water en 212

bewaar deze droog in een beker met de borstelkop naar boven. Vervang de borstel regelmatig. 213

Aanbevolen wordt de tanden minimaal 2 maal daags te poetsen. 214

De poetsmethode volgens Bass (zie Figuur 1) reinigt de gebitselementen en de overgang naar het 215

tandvlees. De haren van de tandenborstel worden schuin onder een hoek van 45 graden tegen de 216

tandvleesrand aangezet, zowel aan de tong/verhemelte - als wangzijde. Vervolgens worden 217

korte, heen en weer gaande horizontale bewegingen gemaakt, waarbij de borstel als het ware een 218

pas op de plaats maakt. De kauwvlakken van de kiezen worden met korte schrobbende be-219

wegingen van voren naar achteren gereinigd. Aan de achterzijde van de voortanden wordt de 220

borstel verticaal gehouden en worden kleine op- en neergaande bewegingen gemaakt. 221

Het gebruik van een elektrische tandenborstel is aan te bevelen als de patiënt dit prettig vindt. 222

Hierbij wordt iedere tand apart gepoetst met een zacht opzetborsteltje. Indien tandenpoetsen niet 223

lukt, is plaqueverwijdering door middel van spoelen of sprayen (2 maal daags) met een 224

alcoholvrije chloorhexidine-oplossing (0.12%, 15 ml of volgens voorschrift tandarts of 225

Page 8: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 8

mondhygiënist) aangewezen. 226

227

228

229

230

231

232

233

234

235

236

237

Figuur 1. De Bass methode. Uit: Mondhygiëne, waarom en hoe? Nederlandse Vereniging voor 238

Parodontologie, 1992. 239

240

Reinigen van implantaten 241

Implantaten worden twee keer daags gereinigd met een zachte tandenborstel. Vaak is 242

aanvullende reiniging met een rager of gaas noodzakelijk. Rondom implantaten wordt één maal 243

daags een fluoridegel of spray gebruikt. Dezelfde aanbevelingen gelden voor afgeslepen 244

gebitselementen onder een overkappingprothese. 245

246

Interdentaal reinigen 247

Dagelijkse interdentale reiniging (met tandenstokers, ragers of dental floss/tape, afhankelijk van 248

de persoonlijke voorkeur) is aan te raden teneinde de ruimte tussen de gebitselementen te 249

reinigen en zo ontsteking van het tandvlees te voorkomen. Ragers worden na gebruik afgespoeld 250

en gedroogd. 251

252

Poetsen van de tong 253

Gebruik een schone, zachte tandenborstel. Ga voorzichtig van achter naar voren over de boven- 254

en zijkant van de tong. Eventueel kan een tongschraper worden gebruikt. Er moet opgelet 255

worden dat er geen wondjes gemaakt worden. 256

257

Verzorging van een gebitsprothese 258

Spoel de gebitsprothese na iedere maaltijd met water af. Daarnaast wordt de prothese gereinigd 259

met een speciale protheseborstel, eventueel met een milde zeep. 260

's Nachts wordt de prothese droog of in een chloorhexidine-oplossing bewaard. Zo kunnen de 261

kaakwallen herstellen. Bij ulceraties ook overdag de prothese geheel of zoveel mogelijk uitlaten. 262

De voordelen van het uitlaten van de prothese moeten afgewogen worden tegen de soms door de 263

patiënt ervaren cosmetische en sociale bezwaren ervan. 264

265

Mondverzorging bij een niet-zelfstandige patiënt 266

Afhankelijk van de toestand van de patiënt kan de mondverzorging gedeeltelijk of geheel 267

worden overgenomen. Aandachtspunten zijn: 268

Draag handschoenen. 269

Verwijder een eventuele (gedeeltelijke) gebitsprothese. 270

Spoel of spray (4 tot 10 maal daags) met fysiologisch zout (NaCl 0,9%) of water. 271

Poets voorzichtig, voor zover mogelijk, de tanden met een schone, zachte tandenborstel met 272

weinig tandpasta; 2 maal daags. 273

Overweeg het gebruik van een elektrische tandenborstel. 274

Soms kan de patiënt nog wel zelfstandig poetsen mits hij zijn hand en arm kan steunen. 275

Page 9: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 9

Ondersteun de onderkaak bij een verzwakte patiënt. 276

Maak voorzichtige en rustige poetsbewegingen met tijdige spoelpauzes. Als de patiënt niet 277

goed kan spoelen, dan het hoofd schuin naar voren houden, naar rechts en naar links gericht, 278

waardoor het weglopend vocht uit de mond kan worden opgevangen. 279

Help bij interdentale reiniging. 280

Overweeg plaqueverwijdering door middel van spoelen of sprayen (2 maal daags) met een 281

alcoholvrije chloorhexidineoplossing (0.12%, 15 ml of volgens voorschrift tandarts of 282

mondhygiënist als tandenpoetsen (en/of interdentaal reinigen) niet mogelijk is. Daarna 30 283

minuten niet eten, drinken of spoelen. 284

Week zonodig korsten op de lippen los met vaseline. 285

Vet de lippen in met vaseline of lippencrème. 286

Gebruik een fluoridespoeling (0,1% 1 maal per week of 0,025% dagelijks) bij patiënten die 287

bestraald zijn in het hoofdhalsgebied en een hoog cariësrisico hebben. 288

Indien de patiënt niet aanspreekbaar is en niets per os neemt, gelden bovendien de volgende 289

aandachtpunten: 290

Wees bij niet aanspreekbare terminale patiënten niet rigide met de frequentie van de 291

mondzorg; het hoofddoel is patiënten zo comfortabel mogelijk te houden. 292

Maak het tandvlees, de wangzakken en het gehemelte schoon met een zacht vochtig gaas om 293

de wijsvinger, zo vaak als nodig, minimaal zesmaal daags als de patiënt niets per os tot zich 294

neemt. Hier kan eventueel ook een wattenstok met grote tip of een dentaswab voor gebruikt 295

worden. 296

Maak de tong schoon met de tandenborstel waar een vochtig gaas om heen gaat, minimaal 297

zesmaal daags. In drie etappes steeds met een schoon gaas de tong reinigen, te beginnen bij 298

de tongpunt, vervolgens het middengedeelte, eindigend bij de tongwortel. De tongpunt wordt 299

met een gaas vastgepakt zodat deze niet ‘wegglipt’. 300

Maak voor mondspoelen met fysiologisch zout gebruik van een disposable kaakspoelspuit of 301

elektrische monddouche, als de mond onvoldoende geopend kan worden (pas op voor 302

aspiratie). 303

Overweeg het gebruik van een luchtbevochtiger bij een patiënt die ademt met open mond en 304

overweeg bijvoorbeeld Oral Balance gel (zie hoofdstuk droge mond). 305

Spoel of spray bij patiënten bij wie tandenpoetsen niet meer mogelijk is 2 maal daags met 306

chloorhexidine (0,12%, 15 ml). 307

Als dat niet lukt, breng chloorhexidinegel met behulp van gaasjes aan op de gebitselementen 308

en mondslijmvliezen. 309

310

Page 10: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 10

Droge mond 311

312

INLEIDING 313

Xerostomie is het gevoel van een droge mond, meestal (maar niet altijd) veroorzaakt door een 314

afname van de speekselproductie. Een volwassene produceert per dag ongeveer 500 ml speeksel. 315

Bij hyposialie (objectief verminderde speekselproductie) is de productie afgenomen tot minder 316

dan 150 ml per dag en is de samenstelling van het speeksel veranderd. 317

Speeksel beschermt de slijmvliezen en de gebitselementen. Verder levert het een bijdrage aan 318

kauwen en slikken, de voedselvertering, proeven en spreken. Bij een hyposialie is de 319

afweerfunctie tegen infecties verstoord. 320

Een droge mond gaat vaak gepaard met taai, draderig speeksel, smaakstoornissen, pijnklachten, 321

problemen met kauwen en slikken, infecties van de mondslijmvliezen, cariës en tanderosie of 322

problemen met de gebitsprothese. Als gevolg hiervan kan de voedselinname sterk afnemen. Ook 323

kan het leiden tot een slechte adem en belemmeringen bij spreken. 324

325

326

VOORKOMEN 327

Een droge mond komt voor bij 40% van de patiënten met kanker in de palliatieve fase en is 328

daarmee het meest frequente mondprobleem. 329

330

331

OORZAKEN 332

Bij het ontstaan van een droge mond kunnen één of meer van de volgende factoren een rol 333

spelen: 334

algemene factoren: 335

o ademen met open mond bij verstopte neus (bij bv neussonde) of bij slechte algemene 336

conditie 337

o niet eten of drinken 338

o dehydratie 339

o psychische factoren (depressie, angst) 340

ziekten en aandoeningen: 341

o ziekte van Sjögren 342

o diabetes mellitus 343

o aids 344

o graft-versus-host-disease 345

o parotitis 346

o infiltratie van speekselklier door tumor 347

o hypothyreoïdie 348

gevolgen van behandeling: 349

o medicamenteus, o.a.: 350

- middelen met anticholinerge (bij)werking, o.a. neuroleptica, antiparkinsonmiddelen, 351

antidepressiva, antihistaminica, spasmolytica 352

- opioïden 353

- NSAID’s 354

- anxiolytica (m.n. alprazolam) 355

- anti-epileptica (carbamazepine) 356

- diuretica 357

- ACE-remmers (m.n. captopril) 358

- protonpompremmers 359

Page 11: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 11

- spierrelaxantia (o.a. baclofen) 360

o toediening van zuurstof 361

o regelmatig uitzuigen van de mond- en keelholte 362

o na chirurgische verwijdering van speekselklieren 363

o radiotherapie in het gebied van de speekselklieren 364

o chemotherapie (o.a. met 5-fluorouracil, methotrexaat, adriamycine, epirubicine, 365

paclitaxel, docetaxel, etoposide) 366

367

368

DIAGNOSTIEK 369

370

Anamnese en lichamelijk onderzoek 371

Een droge mond kan gepaard gaan met de volgende klachten: 372

taai speeksel 373

vaak moeten drinken 374

problemen met kauwen 375

loszittende gebitsprothese 376

moeite met slikken en spreken 377

slechte adem 378

brandend en tintelend gevoel van de slijmvliezen 379

gevoelige tanden 380

Een droge mond kan gepaard gaan met de volgende zichtbare afwijkingen bij onderzoek van de 381

mond: 382

droge slijmvliezen 383

weinig en taai, draderig speeksel 384

afwezigheid van speeksel in de mondbodem 385

gezwollen speekselklieren 386

tekenen van een schimmelinfectie (zie Infecties van de mondholte) 387

scherpe randen aan gebitselementen door erosie 388

389

390

BELEID 391

392

Behandeling van de onderliggende oorzaak 393

Indien mogelijk wordt de oorzaak van een droge mond behandeld. Mogelijke opties zijn: 394

behandelen van de onderliggende ziekte 395

wijziging of staken van medicatie 396

In veel gevallen is dit echter niet mogelijk en moeten de klachten symptomatisch bestreden 397

worden. 398

399

Niet-medicamenteuze symptomatische behandeling 400

401

Mondverzorging 402

Zie algemeen deel. 403

Spoel bij langdurige verminderde speekselproductie met een fluoridemondspoeling (0,1% 1 404

maal per week of 0,025% dagelijks) ter voorkoming van cariës. Maak bij het poetsen van de 405

tanden bij voorkeur gebruik een tandpasta zonder natriumlaurylsulfaat (bv. Biotene, 406

Zendium, Elmex of Colgate base). 407

Vermijd mondspoelingen met alcohol en/of glycerine; dit geeft extra uitdroging van de 408

Page 12: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 12

slijmvliezen. 409

410

Aanpassing van de voeding: 411

Vermijd sterk gekruide, droge en harde voeding. 412

Neem samen met voedsel ook vocht. 413

Maak eventueel de voeding vochtig met jus of vruchtenmoes. 414

Overweeg consult van een diëtist. 415

416

Stimulatie van de speekselproductie 417

De speekselproductie kan worden gestimuleerd door: 418

organische zuren, bijv. 419

o harde (suikervrije) zuurtjes of kauwgom 420

o zuigen op een vitamine C (ascorbinezuur) tablet 421

o V6 en Freedent kauwgom 422

o ananasblokjes, bij voorkeur vers 423

mondspoelen bijvoorbeeld met Biotene of Zendium 424

koolzuurhoudende dranken 425

acupunctuur en elektrostimulatie 426

427

Het gebruik van lemon swabs wordt afgeraden. Citroenzuur kan het tandglazuur ontkalken en

glycerine kan leiden tot uitdroging van het mondslijmvlies. Bovendien kunnen lemon swabs

aanleiding geven tot pijnklachten in de mond.

428

Speekselsubstituten 429

water: 430

o kleine slokjes drinken of mondspoeling of mondspray met zoutoplossing (zie inleiding) 431

of water 432

o ijssnippers of ijsblokjes 433

mucinebevattende kunstspeeksels (hebben de voorkeur boven substituten zonder mucine of 434

met carboxymethylcellulose): 435

o Saliva Orthana® is een vorm van kunstspeeksel die kortdurend werkt (ca. 18 minuten) 436

o Biotene Oral Balance® heeft ook een antimicrobiële werking. De gelvorm wordt 437

aangebracht op de slijmvliezen. De werkingsduur bedraagt ca. 8 uur. Het mag echter 438

vaker dan 3 maal per dag gebruikt worden 439

o Caphosol®

heeft mogelijk een gunstige werking bij een droge mond en werkt 440

remineraliserend 441

Tot nu toe is de vergoeding door de ziektekostenverzekering onduidelijk 442

443

Medicamenteuze symptomatische behandeling 444

De speekselproductie kan worden gestimuleerd door middel van pilocarpine 3 dd 5 mg p.o., in 445

te nemen bij de maaltijd met een glas water. Bij onvoldoende effect kan het na 4 weken 446

opgehoogd worden tot 3 dd 10 mg. 447

Pilocarpine is met name geschikt voor droge mond veroorzaakt door radiotherapie of ziekte van 448

de speekselklieren; hierbij treedt effect op in ca. 50% van de gevallen. Het werkt alleen als er 449

nog enige restfunctie van de speekselklieren is. 450

Bijwerkingen: misselijkheid en braken, zweten, hoofdpijn, frequente mictie, vasodilatatie, 451

duizeligheid. 452

Contra-indicaties: glaucoom, hart- en longproblemen, ernstige leverstoornissen, 453

454

455

Page 13: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 13

Niveaus van bewijsvoering 456

457

Behandeling Niveau van

bewijsvoering

Referentie(s)

Voeding en mondverzorging 4 Nieuw Amerongen 2003

Organische zuren, kauwgom,

mondspoelingen, water

3-4 Davies 1997 en 2000, Holmes 1998, Nieuw

Amerongen 2003, Sweeney 1997

Speekselsubstituten 3-4 Alves 2004, Davies 2000, Epstein 1999,

Regelink 1998, Shiboski, 2007, Sweeney

1997, Vissink 1983

Pilocarpine bij xerostomie na

radiotherapie

1 Sbanotto 2001, Shiboski, 2007

Pilocarpine bij patiënten met

kanker in de palliatieve fase

3 Davies 1998, Stone 1999,

458

Niveau 1 = gebaseerd op systematische review of ten minste twee gerandomiseerde 459

onderzoeken van goede kwaliteit. 460

Niveau 2 = gebaseerd op ten minste twee vergelijkende klinisch onderzoeken van matige 461

kwaliteit of onvoldoende omvang of andere vergelijkende onderzoeken. 462

Niveau 3 = gebaseerd op 1 vergelijkend onderzoek of op niet-vergelijkend onderzoek. 463

Niveau 4 = gebaseerd op mening van deskundigen. 464

465

466

Page 14: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 14

Stomatitis 467

468

INLEIDING 469

Stomatitis is een verzamelnaam waarmee alle orale en peri-orale ontstekingsprocessen 470

worden aangeduid. Het omvat ontstekingen en infecties van de mondslijmvliezen, de lippen, 471

gingivitis, parodontitis en dentale infecties. 472

Stomatitis aphthosa is een ziektebeeld, gekenmerkt door het optreden van multipele aften: 473

uitgeponste, vaak zeer pijnlijke slijmvlieslaesies (doorsnede 1-15 mm) in de mond met wit-474

grijs centrum omgeven door een erythemateuze wal. Stomatitis aphtosa heeft de neiging te 475

recidiveren. 476

Stomatitis veroorzaakt groot ongemak en pijn voor de patiënt en kan de kwaliteit van leven 477

negatief beïnvloeden De pijn en smaakveranderingen als gevolg van de stomatitis kunnen 478

leiden tot verminderde inneming van voeding en zelfs vocht, wat gewichtsverlies en eventueel 479

dehydratie tot gevolg kan hebben. 480

Stomatitis kan aanleiding geven tot secundaire schimmel- of virusinfecties van de mondholte. 481

Bovendien kunnen de slijmvliesbeschadigingen een porte d’entrée zijn voor bacteriëmie en 482

sepsis. 483

484

VOORKOMEN 485

Ongeveer 40% van de patiënten die met cytostatica behandeld wordt, krijgt last van stomatitis. 486

Patiënten met een hematologische maligniteit hebben 2 tot 3 keer zoveel kans op het krijgen 487

van stomatitis vergeleken met patiënten die een solide tumor. 488

Nagenoeg alle patiënten die bestraald worden op het hoofd-halsgebied ontwikkelen een 489

stomatitis. Meestal geneest stomatitis relatief snel na de behandeling. 490

491

492

ETIOLOGIE 493

Stomatitis kan worden veroorzaakt door één of meer van de volgende factoren: 494

Algemene factoren: 495

o slechte mondverzorging 496

o slecht passend gebit, cariës 497

o droge mond 498

o slechte algemeen lichamelijke conditie c.q. voedingstoestand 499

Stomatitis aphtosa: 500

o stress, trauma, menstruatie 501

o vitamine B12- of foliumzuurdeficiëntie 502

o mogelijk rol van herpesvirus 503

Ziekten: 504

o infecties (Candida, viraal, bacterieel,) 505

o ontsteking tandvlees (gingivitis/parodontitis) 506

o ziekte van Sjögren 507

o stomatitis aphthosa 508

Gevolgen van behandeling: 509

o chemotherapie, o.a. 5-fluorouracil, methotrexaat, adriamycine, epirubicine, paclitaxel, 510

Page 15: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 15

docetaxel en etoposide 511

o ‘targeted therapy’ (o.a. tyrosine kinase-remmers) 512

o radiotherapie in het mondgebied 513

514

DIAGNOSTIEK 515

Anamnese en mondinspectie 516

Stomatitis kan aanleiding geven tot de volgende klachten: 517

koorts 518

pijn of branderig gevoel in de mond of keel, die kan verergeren bij eten, drinken en spreken 519

toegenomen gevoeligheid voor de temperatuur van eten en drinken 520

toegenomen gevoeligheid bij het eten en/of drinken van zure of gekruide spijzen en dranken 521

slechte adem 522

Soms zijn deze klachten al aanwezig voordat er zichtbare afwijkingen zijn. 523

Bij de inspectie van de mond kan er sprake zijn van: 524

rode slijmvliezen 525

zwelling van de slijmvliezen 526

erosies en ulceraties 527

gemakkelijk bloedend slijmvlies 528

bij verdenking op een infectie microbiologisch 529

530

531

BELEID 532

533

Behandeling van de onderliggende oorzaak 534

behandeling van primaire of secundaire infecties van de mondholte (zie ‘Infecties van de 535

mondholte’”) 536

aanpassing van dosering of toedieningschema van chemotherapie of radiotherapie 537

538

Niet-medicamenteuze symptomatische behandeling 539

Mondverzorging (zie algemeen deel) 540

Low level laser therapie kan preventief en ter behandeling van stomatitis worden toegepast 541

542

Medicamenteuze symptomatische behandeling 543

Pijnbestrijding (zie verder) 544

Bij stomatitis aphtosa: 545

o lokale corticosteroïden; bij ernstige vormen is behandeling met systemische 546

corticosteroïden geïndiceerd 547

o tetracycline mondspoelingen (behandeling bacteriële superinfectie, bevordert 548

genezing) 549

o zilvernitraat (applicatie pijnlijk) 550

551

552

553

Page 16: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 16

Niveaus van bewijsvoering 554

555

Behandeling Niveau van

bewijsvoering

Referentie(s)

Mondverzorging 3 Shieh 1997, Borowski 1994, McGuire et al,

2006

Low level laser therapy 3 Keefe 2007

Bij stomatitis aphtosa:

Lokale cortocosteroiden

Tetracycline mondspoelingen

Zilvernitraat

4

4

3

Burges 1990, Scully 2008

Burges 1990

Alidaee 2005

556

557

Page 17: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 17

INFECTIES VAN DE MOND 558

559

INLEIDING 560

Orale infecties treden op door lokale veranderingen in de mondholte of door systemische 561

factoren, zoals een verminderde afweer of gebruik van bepaalde medicamenten. Bij infecties 562

in de mond wordt onderscheid gemaakt tussen infecties door schimmels, bacteriën of 563

virussen. 564

565

VÓÓRKOMEN 566

Schimmelinfecties van de mondholte komen vaak voor bij patiënten met kanker (16% van de 567

patiënten met een leukemie en 7% van de patiënten met een solide tumor). In de palliatieve 568

fase zouden deze bij ongeveer 30% van de patiënten optreden. Ook bij patiënten met 569

HIV/AIDS komen frequent schimmelinfecties voor, hoewel de prevalentie is afgenomen door 570

het gebruik van HAART therapie. 571

Virale infecties treden op bij 11-65% van de patiënten die behandeld worden met 572

chemotherapie. 573

Over de prevalentie van bacteriële orale infecties in de palliatieve fase is weinig bekend. Uit 574

studies bij andere categorieën immuungecompromiteerde patiënten blijkt dat een slechte 575

mondhygiëne en parodontitis kunnen leiden tot aspiratiepneumonie. De prevalentie van 576

actieve cariës, hetgeen ook een infectieziekte is, bij patiënten in de palliatieve fase ligt tussen 577

de 20-35%. 578

579

ONTSTAANSWIJZE 580

Schimmelinfecties worden meestal veroorzaakt door Candida albicans. Bij bijna de helft van 581

de bevolking is deze schimmel als commensaal aanwezig, maar ernstig zieke patiënten zijn 582

vaker gekoloniseerd. Bij een slechte weerstand kan dit leiden tot infectie. Bij infectie van de 583

mondholte door Candida albicans kunnen verschillende beelden ontstaan, die soms 584

gelijktijdig kunnen voorkomen. Systemische disseminatie is een zeldzame, maar vaak fatale 585

complicatie. Orale infecties met andere schimmels nemen toe, deze zijn vaak resistent voor 586

therapie. 587

Virale infecties worden meestal veroorzaakt door het herpes simplex type 1 virus. Herpes 588

simplex virussen kunnen een primaire infectie veroorzaken bij diegenen die niet eerder aan 589

het virus zijn blootgesteld, maar meestal is er sprake van reactivatie van het latente virus. Er 590

kunnen zich dan pijnlijke ulceraties van de lippen (herpes labialis) of intraoraal ontwikkelen. 591

Bacteriën zoals streptokokken of stafylokokken kunnen pijnlijke slijmvliesinfecties 592

veroorzaken en zich uitbreiden naar de bloedbaan of de longen. Enterokokken kunnen bij 593

patiënten met een verminderde afweer leiden tot infecties en treden vooral op in samenhang 594

met Candida infecties. Ook kunnen orale infecties veroorzaakt worden door gram-negatieve 595

aerobe bacteriën. Gingivitis en parodontitis kunnen acuut en pijnlijk opvlammen, maar 596

meestal zijn deze infecties chronisch en worden gemakkelijk over het hoofd gezien. 597

Anaerobe bacteriën spelen een rol in de etiologie van parodontitis, maar parodontale infecties 598

zijn vaak polimicrobieel. Slechte mondhygiëne, gingivitis en parodontitis bevorderen 599

orofaryngeale kolonisatie met respiratoire bacteriën, die kunnen leiden tot pneumonie. Ook 600

vormen parodontale pockets een porte d’entrée voor systemische infectie. Cariës kan leiden 601

Page 18: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 18

tot infectie van de tandzenuw, abcessen aan de wortelpunt en fistelvorming. Bacteriële 602

infecties van de speekselklieren kunnen zich vooral bij een gereduceerde speekselvloed 603

ontwikkelen. 604

605

606

OORZAKEN 607

Het optreden van infecties van de mondholte kan worden veroorzaakt of bevorderd door: 608

Algemene factoren: 609

o droge mond 610

o dragen van een prothese 611

o slechte mondverzorging 612

o roken 613

o stress 614

o dieet met veel koolhydraten 615

Ziekten: 616

o tumoren in de mond 617

o diabetes mellitus 618

o slechte voedingstoestand 619

o slechte weerstand 620

Gevolgen van behandeling: 621

o na chirurgie van de mondholte 622

o radiotherapie 623

o chemotherapie (o.a. methotrexaat, 5-fluoro-uracil, cytarabine) 624

o medicijngebruik (m.n. corticosteroïden en antibiotica) 625

626

DIAGNOSTIEK 627

628

Anamnese en mondinspectie 629

De diagnose wordt meestal gesteld op het klinisch beeld. Eventueel kan aanvullend 630

microbiologisch onderzoek worden verricht. 631

Infecties met Candida albicans kunnen aanleiding geven tot de volgende klachten en 632

verschijnselen: 633

pseudo-membraneuze candidiasis: 634

o wit beslag op slijmvliezen dat weg te schrapen is, er blijft dan een rode plek over 635

o soms: pijn, branderig gevoel, erytheem, ulceratie, smaakveranderingen, pijn bij het 636

slikken 637

hyperplastische candidiasis: 638

o witte verkleuring die niet weg te schrapen is 639

erythemateuze candidiasis: 640

o pijnlijke erosies van het mondslijmvlies 641

o roodheid van het mondslijmvlies 642

o soms gerelateerd aan (boven)prothese 643

o gladde, rode tong 644

angulaire cheilitis (soms gemengde infectie met bacteriën): 645

o kapotte mondhoeken 646

o soms gerelateerd aan prothese 647

Infecties met herpes simplex virus kunnen aanleiding geven tot de volgende klachten en 648

verschijnselen: 649

pijnlijke ulceraties op de tong, tandvlees, wangslijmvlies, verhemelte, farynxboog en lippen. 650

Page 19: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 19

algemene malaiseklachten en koorts 651

gezwollen lymfeklieren 652

secundaire infectie met bacteriën komt vaak voor 653

Bacteriële infecties kunnen aanleiding geven tot de volgende klachten en verschijnselen: 654

pijnlijke rode slijmvliezen en slikklachten 655

pijnlijke gezwollen speekselklieren 656

gezwollen, pijnlijk of bloedend tandvlees 657

658

659

BELEID 660

661

Behandeling van de oorzaak 662

behandeling van droge mond 663

bij schimmelinfecties gerelateerd aan prothese: prothese uitlaten en/of prothese 664

desinfecteren (in chloorhexidineoplossing gedurende de nacht) 665

verbeteren van de voedingstoestand 666

verbeteren van de mondhygiëne en daarmee van de parodontale gezondheid 667

inschakelen tandarts bij verdenking parodontale of odontogene infecties 668

aanpassing van medicatie 669

670

Schimmelinfecties 671

De eerste keuze voor behandeling is fluconazol 1 dd 50-100 mg p.o. gedurende 7 dagen. Bij ver-672

denking op uitbreiding naar de slokdarm wordt de dosis verhoogd tot 1 dd 150 mg p.o. 673

gedurende 14 dagen. Resistentie tegen fluconazol is beschreven. Er is interactie met andere 674

medicamenten vanwege cytochroom P 450 enzymatische omzettingen bijv phenytoine maar ook 675

midazolam! 676

Bij onvoldoende reactie na 1 week kan ketoconazol 1 dd 200 mg p.o. gedurende 7 dagen 677

worden overwogen; Bij uitbreiding naar de slokdarm wordt 1 dd 400 mg gedurende 14 dagen 678

gegeven. 679

Opmerking over amfotericine, nystatine en clotrimazol weggelaten 680

681

Virusinfecties 682

Bij herpes stomatitis: aciclovir 5 dd 200 mg p.o. of valaciclovir 3 dd 1000 mg p.o. gedurende 7 683

dagen. 684

685

Bacteriële infecties 686

Bij aerobe infecties wordt op de verwekker gerichte antibiotische therapie gegeven. 687

Bij (verdenking) op anaerobe infecties metronidazol 3 dd 500 mg p.o. of clindamycine 4 dd 150 688

mg p.o. overwegen. 689

Chloorhexidine mondspoeling (alcoholvrije oplossing 0.12%, 15 ml 2 maal daags) dient te 690

worden overwogen bij een slechte mondhygiëne en/of een slechte parodontale gezondheid. 691

692

693

Niet medicamenteuze symptomatische behandeling 694

695

Mondverzorging 696

Zie algemeen deel. 697

698

699

Page 20: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 20

Niveaus van bewijsvoering 700

701

Behandeling

schimmelinfecties

Niveau van

bewijsvoering

Referentie(s)

Amfotericine B, nystatine

3 Saramanayake 2010

Fluconazol, ketonazol,

itraconazol

1 Cha 2004, Worthington 2007

Chloorhexidine gel of spoeling 4 Saramanayake 2010

702

Behandeling virale infecties Niveau van

bewijsvoering

Referentie(s)

Aciclovir/valacyclovir Nolan 2009

703

Behandeling bacteriele

infecties

Niveau van

bewijsvoering

Referentie(s)

Aerobe infecties:

Metronidazol bij anaerobe

infecties

704 705

706

Page 21: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 21

Pijn in de mond 707

708

INLEIDING 709

Pijn, maar ook andere onaangename sensaties, zoals een branderig gevoel van de 710

mondslijmvliezen worden veelvuldig gerapporteerd in de palliatieve fase. Deze klachten hebben 711

gevolgen voor de inname van voedsel, mondverzorging en de kwaliteit van leven. Deze 712

klachten kunnen constant aanwezig zijn of optreden bij eten, drinken, tanden poetsen e.d. Het 713

kan leiden tot belemmeringen om te slapen, te eten, te drinken en te praten. 714

715

VÓÓRKOMEN 716

Zestien tot 55 % van de patiënten in de palliatieve fase heeft pijnklachten of een branderig 717

gevoel in de mond. De ernst van de pijn kan sterk variëren. 718

719

OORZAKEN 720

Pijn of een branderig gevoel in de mond kan onder andere ontstaan door: 721

Algemeen: 722

o slecht passend gebit met drukplekken 723

o scherpe randen aan tanden of kiezen of tandrestauraties 724

o slechte mondverzorging 725

o droge mond 726

Aandoeningen van de mondholte: 727

o tumoringroei in de mondholte 728

o infecties van de mondslijmvliezen 729

o cariës, tandzenuwontstekingen en wortelpuntontstekingen 730

o acute vormen van gingivitis/parodontitis 731

o speekselklierpathologie 732

Gevolgen van behandeling: 733

o stomatitis ten gevolge van radiotherapie, chemotherapie of andere kankertherapie 734

o neuropathie ten gevolge van chemotherapie (oxaliplatin) of immuunsuppressiva 735

o osteonecrose van de onderkaak ten gevolge van radiotherapie of behandeling met 736

bisfosfonaten 737

738

739

BELEID 740

741

Behandeling van de onderliggende oorzaak 742

Indien mogelijk wordt de oorzaak behandeld en/of weggenomen. 743

744

Niet-medicamenteuze symptomatische behandeling 745

De niet-medicamenteuze symptomatische behandeling bestaat uit: 746

mondverzorging (zie algemeen deel) 747

aanpassing van de voeding 748

749

Medicamenteuze symptomatische behandeling 750

systemische pijnstilling: paracetamol en/of opioïden (zie Richtlijn pijn) 751

plaatselijke pijnstilling: 752

o xylocaïne 2% viskeus, 3 dd 10 ml zorgvuldig in mond verspreiden en bij pijnlijke keel 753

doorslikken of xylocaïne 10% spray, 6 dd een verstuiving (=10 mg). Attentie: kans op 754

aspiratie door verdoving van de keelholte en op bijten op de tong door gevoelloosheid 755

Page 22: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 22

o mondspoeling met morfine 2o/oo 15 ml gedurende 2 minuten, om de 3 uur. 756

o coating agents (bijvoorbeeld Aloclair gel of spray) zou pijn veroorzaakt door ulceraties 757

verminderen, maar gecontroleerde studies ontbreken. Hetzelfde geldt voor een 758

oververzadigde calciumfosfaatoplossing (Caphosol). 759

760

Niveaus van bewijsvoering 761

762

Behandeling Niveau van

bewijsvoering

Referentie(s)

Xylocaïne 4

Morfine 2o/oo mondspoeling 3 Cerchietti 2002 en 2003

Opioïden systemisch 3 Ehrnroot 2001, Pillteri 1998, Strupp 2000,

Worthington 2004

763

Niveau 1 = gebaseerd op systematische review of ten minste twee gerandomiseerde 764

onderzoeken van goede kwaliteit. 765

Niveau 2 = gebaseerd op ten minste twee vergelijkende klinisch onderzoeken van matige 766

kwaliteit of onvoldoende omvang of andere vergelijkende onderzoeken. 767

Niveau 3 = gebaseerd op 1 vergelijkend onderzoek of op niet-vergelijkend onderzoek. 768

Niveau 4 = gebaseerd op mening van deskundigen. 769

770

Page 23: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 23

Smaakstoornissen 771

772

INLEIDING 773

Onder smaak verstaat men alle gewaarwordingen die met het proeven samenhangen. 774

Een smaaksensatie is primair het gevolg van prikkeling van de smaaksensoren. Andere factoren, 775

zoals het tastgevoel van de tong en het mondslijmvlies, de temperatuur van het eten en vooral de 776

geur spelen ook een belangrijke rol. 777

De smaaksensoren bevinden zich op de tong, het zachte gehemelte en de gehemelteboog, delen 778

van de keelwand en de punt van het strotklepje. 779

Smaak geeft informatie over de kwaliteit van voedsel, zet aan tot eten en drinken en het 780

stimuleert de secretie van speeksel en maagsappen en daarmee de spijsvertering. Smaak is 781

essentieel voor het kunnen genieten van voedsel. Met betrekking tot smaak kan men vijf 782

basiskwaliteiten onderscheiden: zout, zuur, zoet en bitter en unami. Deze laatste kwaliteit heeft 783

te maken met het genot van de smaak en wordt opgewekt door L-glutamaat.. Alle andere 784

smaakkwaliteiten berusten hoofdzakelijk op reukgewaarwordingen, doordat vluchtige stoffen 785

via de keelholte in de neusholte komen. 786

Bij smaakstoornissen moet onderscheid gemaakt worden tussen: 787

verandering van de smaak en/of verhoogde gevoeligheid voor bepaalde smaken (dysgeusie); 788

een metaalsmaak of bittere smaak komen het meeste voor 789

een vermindering van de normale smaak (hypogeusie) of totale afwezigheid van smaak 790

(ageusie) 791

Smaakveranderingen kunnen leiden tot verminderde voedingsintake met gewichtsverlies en 792

verminderde kwaliteit van leven als gevolg. Ook kan het leiden tot een aversie tegen 793

mondverzorgingsproducten en lokale medicatie. 794

795

796

VOORKOMEN 797

Van de patiënten met kanker heeft 25-50% last van smaakstoornissen. Deze kunnen een tijdelijk 798

karakter hebben, maar ook lang voortduren. Patiënten klagen niet snel spontaan over dit 799

verschijnsel. Het kan een reden zijn waarom een patiënt weinig of niet eet, of zegt weinig trek te 800

hebben. 801

Hypo- of ageusie is aanwezig bij 88% van de patiënten met kanker in het hoofd-halsgebied, bij 802

24% van de patiënten met longkanker en 21% van de patiënten met borstkanker. 803

Dysgeusie (m.n. een metaalsmaak) wordt in verschillende studies gerapporteerd door 16-32% 804

van patiënten met kanker, met name ten gevolge van behandeling (radiotherapie in het hoofd-805

hals gebied of chemotherapie). 85% van de patiënten met een tumor in het hoofd-halsgebied, die 806

bestraald worden en 77% van de patiënten die behandeld worden met chemotherapie met 807

cisplatine hebben dysgeusie. Bij 24% van de patiënten met borst- of longkanker en bij 14% van 808

de patiënten met kanker in het hoofd-halsgebied is er al sprake van dysgeusie voor het starten 809

van de behandeling. 810

811

812

OORZAKEN 813

De oorzaak van smaakstoornissen is moeilijk vast te stellen, maar één of meer van de volgende 814

factoren kunnen een rol spelen: 815

Algemene factoren: 816

o genetische predispositie 817

o roken 818

o slechte mondverzorging 819

Page 24: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 24

o droge mond 820

o neusverstopping 821

o zinkdeficiëntie 822

Ziekten en aandoeningen: 823

o tumoren (centrale zenuwsysteem, longkanker, hoofdhalstumoren) 824

o ernstige anemie 825

o orale infecties 826

o aandoeningen van de craniale zenuwen die bij reuk en smaak betrokken zijn 827

o aandoeningen van het centrale zenuwsysteem 828

o diabetes mellitus 829

o leverfalen 830

o nierinsufficiëntie 831

Gevolgen van behandeling: 832

o medicatie: o.a. protonpompremmers, ACE-remmers (o.a. captopril), propanolol, 833

terbinafine, chloorhexidine, metronidazol (metaalsmaak), flecaïnide, penicillamine 834

(metaalsmaak), fenytoïne, flurazepam, lithium, levodopa 835

o chemotherapie (cisplatine, methotrexaat, 5-fluorouracil, taxanen, anthracyclines, 836

bleomycine, cyclofosfamide) 837

o radiotherapie 838

o chirurgie: 839

o verwijdering van het gehemelte of tongresectie 840

o beschadiging van de reuk- en smaakzenuwen 841

o verwijderen van geurcomponent van smaak na een laryngectomie 842

843

844

DIAGNOSTIEK 845

846

Anamnese en lichamelijk onderzoek 847

Smaakstoornissen kunnen gepaard gaan met de volgende klachten: 848

verminderde of afwezige smaak 849

alles heeft een bijsmaak (metaalsmaak, bitter, zuur, pepermuntsmaak) of heeft geen smaak 850

(‘karton’) 851

veranderde drempel voor zoet en bitter 852

overgevoeligheid voor bepaalde smaken, geuren, warmte en koude 853

vermindering van eetlust 854

verminderde voedselinname 855

Bij het lichamelijk onderzoek wordt met name aandacht besteed aan het mondonderzoek 856

(mondhygiëne, infecties, droge mond), tekenen van sinusitis en neurologische afwijkingen/ 857

Aanvullend onderzoek: 858

microbiologisch onderzoek 859

gericht op vaststellen anemie, diabetes mellitus, nier, en leverfunctie 860

861

862

BELEID 863

864

Behandeling van de onderliggende oorzaak: 865

verandering van medicatie 866

behandeling van infecties van de mondholte 867

behandeling van droge mond 868

behandeling van anemie en systemische aandoeningen die een relatie hebben met 869

Page 25: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 25

smaakstoornissen 870

871

Niet-medicamenteuze symptomatische behandeling: 872

mondverzorging (zie algemeen deel) 873

stimulatie speekselsecretie met suikervrije kauwgom 874

staken van roken 875

verwijderen van als onaangenaam ervaren etensgeuren, sterk ruikende planten en bloemen, 876

koffie, parfum, sigaren- en sigarettenrook. 877

consult logopedie voor reukrevalidatie 878

voedingsadviezen: 879

vermijd metalen bestek als er sprake is van een metaalsmaak 880

vermijd voedingsproducten die aanleiding geven tot een bittere of metaalsmaak 881

dien het eten eventueel lauw of koud op 882

besteed extra aandacht aan de geur en de smaak van de voeding, zonodig de smaak van het 883

eten versterken door bijvoorbeeld extra kruiden. Draag er zorg voor dat de voeding er 884

smakelijk uit ziet 885

consult van de diëtist 886

consult tandarts, mondhygiënist of KNO arts 887

888

Medicamenteuze symptomatische behandeling 889

Behandeling met zinksulfaatdrank FNA 3 dd 20 ml = 3 dd 200 mg p.o. kan worden overwogen, 890

met name bij smaakstoornissen t.g.v. radiotherapie of chemotherapie. Onderzoek laat 891

tegenstrijdige resultaten zien. 892

Clonazepam geeft reductie van klachten betreffende smaak-en reukvermogen. Er zijn geen 893

studies verricht bij (kanker)patiënten in de palliatieve fase.. 894

895

Niveaus van bewijsvoering 896

897

Behandeling Niveau van

bewijsvoering

Referentie(s)

Zinksulfaat bij smaakstoornissen

na radiotherapie

Tegenstrijdige

resultaten

Halyard 2007, Henkin 1972 en 1976,

Ripamonti 1998

898

Niveau 1 = gebaseerd op systematische review of ten minste twee gerandomiseerde 899

onderzoeken van goede kwaliteit. 900

Niveau 2 = gebaseerd op ten minste twee vergelijkende klinisch onderzoeken van matige 901

kwaliteit of onvoldoende omvang of andere vergelijkende onderzoeken. 902

Niveau 3 = gebaseerd op 1 vergelijkend onderzoek of op niet-vergelijkend onderzoek. 903

Niveau 4 = gebaseerd op mening van deskundigen. 904

905

906

907

Page 26: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 26

Halitose 908

909

INLEIDING 910

Onder halitose of foetor ex ore wordt een slechte adem verstaan. Halitose wordt soms niet 911

door de patiënt zelf, maar door de omgeving opgemerkt. Halitose kan leiden tot onzekerheid 912

en problemen met intimiteit en sociale contacten. 913

914

915

VOORKOMEN 916

Er zijn geen epidemiologische gegevens beschikbaar over het voorkomen van halitose bij 917

kankerpatiënten. Halitose wordt in bijna 80% van de gevallen veroorzaakt door afwijkingen in 918

de mondholte, voornamelijk van de tong. 919

920

921

OORZAKEN 922

Halitose wordt vrijwel altijd veroorzaakt door degradatie van organische substraten in de mond 923

door micro-organismen. Vluchtige zwavelbevattende stoffen die hierbij gevormd worden 924

veroorzaken meestal de onaangename geur. 925

De volgende factoren kunnen hierbij een rol spelen: 926

Algemene factoren: 927

o slechte mondhygiëne, cariës en parodontitis 928

o droge mond 929

o roken en alcohol 930

o bepaalde voedingsmiddelen (zoals knoflook, uien, bepaald vlees-, vis- en kaassoorten. 931

Deze worden in de bloedbaan opgenomen en via de longen uitgeademd) 932

o stress 933

Ziekten en aandoeningen: 934

o infecties van mond, neus,- en keelholte (m.n. door Candida albicans en anaërobe 935

bacteriën) en longen 936

o obstructie in oesophagus, maag en dunne darm waardoor stase van voedsel met rotting 937

en bacteriële overgroei 938

o metabole processen (hongeren, diabetes, nier- of leverinsufficiëntie) 939

o necrotiserende tumor in de mond- of keelholte 940

Gevolgen van behandeling: 941

o medicamenten (o.a. isosorbidedinitraat, isorbidemononitraat, dimethylsulfoxide, 942

penicillamine, broomhexine, disulfiram, valeriaan, jodium bevattende geneesmiddelen 943

(amiodaron, kaliumjodide), clomipramine, lithium, vitamine B-preparaten) 944

945

946

DIAGNOSTIEK 947

948

Anamnese 949

aanwezigheid van onplezierig of ruikende adem 950

aanwezigheid van slijmerig speeksel 951

aanwezigheid van tandplaque of tandsteen 952

slechte gebitstoestand en/of parodontitis 953

gevolgen van de halitose: smaakveranderingen, beperkingen van sociale contacten, 954

veranderingen intimiteit 955

aanwezigheid van ulceraties in de mond 956

Page 27: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 27

medicijngebruik 957

roken 958

voeding 959

alcoholgebruik 960

stress 961

sinusitisklachten 962

klachten van de longen en/of luchtwegen 963

klachten van oprispingen, opboeren 964

965

966

BELEID 967

968

Behandeling van de onderliggende oorzaak 969

staken van het gebruik van oorzakelijke medicamenten, voedingsmiddelen, alcohol en/of 970

tabak 971

behandeling van infecties, abcessen en fistels (verwijzing tandarts) 972

bij necrotiserende tumoringroei en secundaire anaërobe infectie behandeling met 973

metronidazol 3 dd 500 mg p.o. of clindamycine 4 dd 150 mg p.o. 974

indien mogelijk obstructie maagdarmkanaal opheffen 975

bij stase van de maag: metoclopramide 3-4 dd 10-20 mg p.o. of domperidon 3-4 dd 10-20 976

mg p.o. 977

bij opboeren, oprispingen zo nodig een maagsonde 978

979

Niet-medicamenteuze symptomatische behandeling 980

mondverzorging (zie algemeen deel) 981

veelvuldig water drinken 982

reinigen van de tong met een tongschraper (bijvoorbeeld Scrapy tongreiniger) 983

gorgelmiddel of mondspray met chloorhexidine, cetylpridiniumchloride en zinklactaat 984

(Halita®) overwegen. 985

kauwgom om de speekselproductie te stimuleren 986

maskerende producten zoals pepermuntjes etc zijn niet effectief 987

988

Niveaus van bewijsvoering 989

990

Behandeling Niveau van

bewijsvoering

Referentie(s)

Mondverzorging en eliminatie

orale infecties

3 Soder 2000, van den Broek 2008

Mondspoeling (chloorhexidine

en speciale halitose producten)

2 Carvalho 2004, Roldan 2005, Winkel 2003

991

Niveau 1 = gebaseerd op systematische review of ten minste twee gerandomiseerde 992

onderzoeken van goede kwaliteit. 993

Niveau 2 = gebaseerd op ten minste twee vergelijkende klinisch onderzoeken van matige 994

kwaliteit of onvoldoende omvang of andere vergelijkende onderzoeken. 995

Niveau 3 = gebaseerd op 1 vergelijkend onderzoek of op niet-vergelijkend onderzoek. 996

Niveau 4 = gebaseerd op mening van deskundigen. 997

998

999

1000

Page 28: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 28

Literatuur 1001

Algemeen/ Mondzorg 1002 1 Freer SK. Use of an oral assessment tool to improve practice. Professional Nurse 2000; 15: 635-637. 1003 2 Gillam JL, Gillam DG. The assessment and implementation of mouth care in palliative care: a review. 1004

Journal of the Royal Society of Promotion Health 2006; 126: 33-37. 1005 3 Lotfi-Jam K, Carey M, Jefford M, Schofield P, Charleson C, Aranda S. Nonpharmacologic strategies for 1006

managing common chemotherapy adverse effects: a systematic review. Journal of Clinical Oncology 2008; 1007 26: 5618-5629. 1008

4 Milligan S, McGill M, Sweeney MP, Malarkey C. Oral care for people with advanced cancer: an evidence-1009 based protocol. International Journal of Palliative Nursing 2001; 7: 418-426. 1010

5 Miller M, Kearney N. Oral care for patients with cancer: a review of the literature. Cancer Nursing 2001; 24: 1011 241-254. 1012

6 Potting CM, Mank A, Blijlevens NM, Donnelly JP, van Achterberg T. Providing oral care in haematological 1013 oncology patients: nurses' knowledge and skills. European Journal of Oncology Nursing. 2008; 12: 291-298. 1014

7 Sbanotto A. Oral complications of cancer. In: Ripamonti C, Bruera E. Gastrointestinal symptoms in 1015 advanced cancer patients. Oxford: Oxford University Press, 2002, pp. 81-113. 1016

8 Stone R, Potting CM, Clare S, Uhlenhopp M, Davies M, Mank A, Quinn B; Research Subgroup of European 1017 Group for Blood and Marrow Management of oral mucositis at European transplantation centres. European 1018 Journal of Oncology Nursing 2007; 11 (Suppl 1): S3-S9. 1019

9 Swart EL, van der Waal I, Wilhelm AJ. Orale bijwerkingen van geneesmiddelen. Geneesmiddelenbulletin 2001; 1020 35: 133-137. 1021

10 Velthuizen L, de Lugt-Lustig K, Nieweg R. Vijf protocollen voor mondverzorging. TvZ/vakblad voor 1022 verpleegkundigen 1993: 21: 720-724. 1023

11 Vissink A, Burlage FR, Spijkervet FK, Jansma J, Coppes RP. Prevention and treatment of the consequences 1024 of head and neck radiotherapy. Critical Review of Oral and Biological Medicine 2003; 14: 213-225. 1025

12 Vissink A, Spijkervet FKL, Stegenga B. Geneesmiddelen bij aandoeningen van mond, gebit en kaak. 1026 Geneesmiddelenbulletin 2001; 35: 119-126. 1027

1028

Droge mond 1029 13 Alves MB, Motta AC, Messina WC, Migliari DA. Saliva substitute in xerostomic patients with primary 1030

Sjogren’s syndrome: a single-blind trial. Quintessence International 2004; 35: 392-396. 1031 14 Barber C, Powell R, Ellis A, Hewett J. Comparing pain control and ability to eat and drink with standard 1032

therapy vs Gelclair: a preliminary, double centre, randomised controlled trial on patients with radiotherapy-1033 induced oral mucositis. Support Care Cancer. 2007;15(4):427-40. 1034

15 Björnström M, Axell T, Birkhed D. Comparison between saliva stimulants and saliva substitutes in patients 1035 with symptoms related to dry mouth. A multi-centre study. Swedish Dental Journal 1990; 14: 153-161. 1036

16 Davies AN. Management of xerostomia: a review. European Journal of Cancer Care 1997; 6: 209-214. 1037 17 Davies AN, Daniels C, Pugh R, Sharma K. A comparison of artificial saliva and pilocarpine in the management 1038

of xerostomia in patients with advanced cancer. Palliative Medicine 1998; 12: 105-111. 1039 18 Davies AN. A comparison of artificial saliva and chewing gum in the management of xerostomia in patients 1040

with advanced cancer. Palliatieve Medicine 2000; 14: 197-203. 1041 19 Davies AN, Broadley K, Beighton D. Xerostomia in patients with advanced cancer. Journal of Pain and 1042

Symptom Management 2001; 22: 820-825. 1043 20 Epstein JB, Emerton S, Le ND, Stevenson-Moore P. A double-blind crossover of Oral Balance gel and Biotene 1044

toothpaste versus placebo in patients with xerostomia following radiation therapy. Oral Oncology 1999; 35: 1045 132-137. 1046

21 Guchelaar HJ, Vermes A, Meerwalt JH. Radiation-induced xerostomia: pathophysiology, clinical course and 1047 supportive treatment. Supportive Care in Cancer 1997; 5; 281-288. 1048

22 Hawthorne M, Sullivan K. Pilocarpine for radiation-induced xerostomia in head and neck cancer. International 1049 Journal of Palliative Nursing 2000; l: 228-232. 1050

23 Holmes S. Xerostomia: etiology and management in cancer patients. Supportive Care in Cancer 1998; 6: 348-1051 355. 1052

24 Jobbins J. A clinical trial of chlorhexidine oral spray in terminally ill cancer patients. Palliative medicine 1992; 1053 6: 299-307. 1054

25 Nieuw Amerongen AV, Veerman ECI. Current therapies for xerostomia and salivary gland hypofunction 1055 associated with cancer therapies. Supportive Care in Cancer 2003; 11: 226-231. 1056

26 Oneschuk D, Hanson J, Bruera E. A survey of mouth pain and dryness in patients with advanced cancer. 1057 Supportive Care in Cancer 2000; 8: 372-376. 1058

Page 29: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 29

27 Regelink G, Vissink A, Reintsema H, Nauta JM. Efficacy of a synthetic polymer saliva substitute in reducing 1059 oral complaints of patients suffering from irradiation-induced xerostomia. Quintessence International 1998; 1060 29: 383-386. 1061

28 Shiboshi CH, Hodgson T, Ship JA, Schiodt M, Management of salivary hypofunction during and after 1062 radiotherapy Oral Surg Oral Med Oral Pathol Oral Radiol Endod 2007; (suppl 1): S66.e1-S66.e19. 1063

29 Sreebny LM, Valdini A, Yu A. Xerostomia. Part I: relationship to other oral symptoms and salivary gland 1064 hypofunction. Oral Surgery, Oral Medicine and Oral Pathology 1988; 66: 451-458. 1065

30 Stone P, A’Hern R. Artificial saliva versus pilocarpine for xerostomia. Palliative Medicine 1999; 13: 81-82. 1066 31 Sweeney MP, Bagg J, Baxter WP et al. Clinical trial of a mucin-containing oral spray for treatment of 1067

xerostomia in cancer patients. Palliative Medicine 1997; 11: 225-232. 1068 32 Vissink A, ‘s-Gravenmade EJ, Panders AK et al. A clinical comparison between commercially available 1069

mucin- and CMC-containing saliva substitutes. International Journal of Oral Surgery 1983; 12: 232-238. 1070 1071 Stomatitis 1072 33 Alidaee MR, Taheri A, Mansoori P, Ghodsi SZ Siver nitrate cautery in aphtous stomatitis: a randomized 1073

contolled trial British Journal of Dermatology 2005; 153: 521-525. 1074 34 Avritscher EB et al. Scope and epidemiology of cancer therapy-induced oral and gastrointestinal mucositis. 1075

Seminars in Oncology Nursing 2004; 20: 3-10. 1076 35 Borowski B, Benhamou E, Pico Jl. Prevention of oral mucositis in patients treated with high-dose 1077

chemotherapy and bone marrow transplantation: a randomized controlled trial comparing two protocols of 1078 dental care. Oral Oncology, European Journal of Cancer 1994; 30: 93-97. 1079

36 Brown CG & Wingard J. Clinical consequences of oral mucositis. Seminars in Oncology Nursing 2004; 20: 1080 16-21. 1081

37 Burgess JA, Johnson BD, Sommers E. Pharmacological management of recurrent oral mucosal ulceration. 1082 Drugs 1990;39:54-65. 1083

38 Clarkson JE, Worthington HV, Eden OB. Interventions for preventing oral mucositis for patients with cancer 1084 receiving treatment. Cochrane Database of Systematic reviews 2003, issue 3. 1085

39 Sonis ST, Elting LS, Keefe D, Peterson DE, Schubert M, Hauer-Jensen M, Bekele BN, Raber-Durlacher J, 1086 Donnelly JP, Rubenstein EB. Perspectives on cancer therapy-induced mucosal injury: pathogenesis, 1087 measurement, epidemiology, and consequences for patients. Cancer 2004; 100(9 Suppl): 1995-2025. 1088

40 Dodd MJ, Larson PJ, Dibble SL et al. Randomized clinical trial of chlorhexidine versus placebo for prevention 1089 of oral mucositis in patients receiving chemotherapy. Oncology Nursing Forum 1996; 23: 921-927. 1090

41 Eilers J & Epstein JB. Assessment and measurement of oral mucositis. Seminars in Oncology Nursing 2004; 1091 20: 22-29. 1092

42 Harris DJ, Eilers J, Harriman A, Cashavelly BJ, Maxwell C. Putting evidence into practice: evidence-based 1093 interventions for the management of oral mucositis. Clinical Journal of Oncology Nursing 2008; 12: 141-1094 152. 1095

43 Karis K, Kwong F. Prevention and treatment of oropharyngal mucositis following cancer therapy. Cancer 1096 Nursing 2004; 27: 183-205. 1097

44 Keefe DM, Schubert MM, Elting LS, Sonis ST, Epstein JB, Raber-Durlacher JE, et al. Updated clinical 1098 practice guidelines for the prevention and treatment of mucositis. Cancer 2007; 109: 820-831. 1099

45 Kozlak ST, Walsh SJ, Lalla RV Reduced dietary intake of vitamin B12 and folate in patients with recurrent 1100 aphthous stomatitis. Journal of Oral Pathology and Medicine 2010; Feb 7 (Epub ahead of print). 1101

46 McCarthy GM, Awde JD, Ghandi H, Vincent M, Kocha WI. Risk factors associated with mucositis in cancer 1102 patients receiving 5-fluorouracil. Oral Oncology 1998; 34: 484-490. 1103

47 Meredith R, Saklter M, Kim R et al. Sucralfate for radiation mucositis: results of a double-blind randomized 1104 trial. International Journal of Radiation Oncology Biology Physics 1997; 37: 275-279. 1105

48 Potting CM, Uitterhoeve R, Op Reimer WS, Van Achterberg T. The effectiveness of commonly used 1106 mouthwashes for the prevention of chemotherapy-induced oral mucositis: a systematic review. European 1107 Journal of Cancer Care 2006; 15: 431-439. 1108

49 Potting CMJ & Van Achterberg T. Het meten van orale mucositis. Een literatuuronderzoek naar 1109 meetinstrumenten. Verpleegkunde 2004; 19: 300-313. 1110

50 Barasch A, Elad S, Altman A, Damato K, Epstein J. Antimicrobials, mucosal coating agents, anesthetics, 1111 analgesics, and nutritional supplements for alimentary tract mucositis. Supportive Care in Cancer 2006; 14: 1112 528-532. 1113

51 McGuire DB, Correa ME, Johnson J, Wienandts P. The role of basic oral care and good clinical practice 1114 principles in the management of oral mucositis. Support ive Care in Cancer 2006; 14: 541-547. 1115

Page 30: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 30

52 Raber-Durlacher JE, Barasch A, Peterson DE, Lalla RV, Schubert MM, Fibbe W et al. Oral complications 1116 and management considerations in patients treated with high-dose chemotherapy. Supportive Cancer 1117 Therapy 2004; 1: 219-229. 1118

53 Scully C, Porter S Oral mucosal disease: recurrent aphthous stomatitis. British Journal of Oral and 1119 Maxillofacial Surgery 2008; 46: 198-206. 1120

54 Shieh SH, Wang ST, Tsai ST, Tseng CC. Mouth care for nasopharyngeal cancer patients undergoing 1121 radiotherapy. Oral Oncology 1997; 33: 93-97. 1122

55 Stokman MA. Focusonderzoek en mondverzorging bij patiënten met kanker. Nederlands Tijdschrift voor 1123 Tandheelkunde 2008; 115: 203-210. 1124

56 Trotti A, Bellm LA, Epstein JB et al. Mucositis incidence, severity and associated outcomes in patients with 1125 head and neck cancer receiving radiotherapy with or without chemotherapy: a systematic literature review. 1126 Radiotherapy and Oncology 2003; 66: 253-262. 1127

57 Worthington HV, Clarson JE, Eden OB. Interventions for preventing oral mucositis for patients with cancer 1128 receiving treatment. Cochrane Database of Systematic Reviews 2007; 4: CD000978. 1129

58 Worthington HV, Clarson JE, Eden OB. Interventions for treating oral mucositis for patients with cancer 1130 receiving treatment. Cochrane Database of Systematic Reviews 2007; 2: CD001973. 1131

59 Uitterhoeve RJ. Richtlijn verhoogd risico op beschadigd mondslijmvlies; Richtlijn beschadigd mondslijmvlies. 1132 Landelijke Oncologische Verpleegkundige Richtlijnen, patroon 2.4, 2000. 1133

60 Vissink A, Burlage FR, Spijkervet FKL et al. Prevention and treatment of the consequences of head and 1134 neck radiotherapy. Critical Review of Oral Biology Medicine 2003; 14: 213-255. 1135

61 Worthington H, Clarkson JE, Eden OB. Interventions treating oral mucositis for patients with cancer 1136 receiving treatment (review). Cochrane library. 2005; issue 1. 1137

1138

Infecties 1139 62 Davies A, Brailsford S, Broadley k, Beighton B. Resistance amongst yeasts isolated from the oral cavities of 1140

patients with advanced cancer. Palliative Med.icine 2002; 16 : 527-531 1141 63 Cha R, Sobel JD. Fluconazole for the treatment of candidiasis: 15 year experience. Expert Review of Anti-1142

infective Therapy 2004; 2: 357-366. 1143 64 Clarkson JE, Worthington HV, Eden OB. Interventions for preventing oral candidiasis for patients with 1144

cancer receiving treatment. Cochrane Library Cochrane Database Syst Rev. 2007 24;(1) 1145 65 Migliorati CA, Schubert MM, Peterson DE, Seneda LM. Bisphosphonate-associated osteonecrosis of the 1146

mandibular and maxillary bone; an emerging oral complication of supportive cancer therapy. Cancer 2005; 1147 140: 83-93. 1148

66 Nolan A. Interventions for prevention and treatment of herpes simplex virus in cancer patients. Evid Based 1149 Dent 2009; 10: 116 1150

67 Schubert MM. Oral manifestations of viral infections in immunocompromised patients. Current Opinion in 1151 Dentistry 1991; 1: 384-397. 1152

68 Raber-Durlacher JE, Epstein JB, Raber J, et al. Periodontal infection in cancer patients treated with high-1153 dose chemotherapy. Supp Care Cancer 2002; 10:466-473. 1154

69 Samaranayake L, Sitheeque M. Oral fungal infections In: Oral complications of cancer and its management 1155 Oxford University Press Oxford, New York Eds: Davies AN and Epstein JB. 2010: pp 171-183. 1156

70 Scannapieco F, Bush R, Paju S. Associations between periodontal disease and risk for nososocomial 1157 bacterial pneumonia and chronic obstructive pulmonary disease. A systematic review. Annals of 1158 Periodontology 2003; 8: 54-56. 1159

71 Worthington HV, Eden OB, Clarkson JE Interventions for treating oral candidiasis for patients with cancer 1160 receiving treatment. Cochrane Database of Systematic Reviews 2007: (2) 1161

1162

Pijn in de mond 1163 72 Cerchietti LCA, Navigante AH, Bonomi MR et al. Effect of topical morphine for mucositis-associated pain 1164

following concomitant chemotherapy for head and neck carcinoma. Cancer 2002; 95: 2230-2236. 1165 73 Cerchietti LCA, Navigante AH, Korte W et al. Potential utility of the peripheral analgesic properties of 1166

morphine in stomatitis-related pain : a pilot study. Pain 2003; 105: 265-273. 1167 74 Davies A in: Oral care in advanced disease Eds Davies A, Finlay I Oxford University Press 2005 Oxford, 1168

New York pp 1-6 1169 75 Epstein JB, Elad S, Eliav E, Jurevic R, Benoliel R. Orofacial pain in cancer patients: part II-clinical 1170

perspectives and management. Journal of Dental Research 2007; 86: 506-18. 1171 76 Ehrnrooth E, Grau C, Zachariae R, Andersen J. Randomized trial of opioids versus tryciclic antidepressants 1172

for radiation-induced mucositis pain in head and neck cancer. Acta Oncologica 2001; 40: 745-750. 1173

Page 31: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 31

77 Futran ND, Trooti A, Gwede C. Pentoxifylline in the treatment of radiation-related soft tissue injury: 1174 prelimary observations. Laryngoscope 1997; 107: 391-395. 1175

78 Haris DJ, Knobf MT. Assessing and managing chemotherapy-induced mucositis pain. Clinical Journal of 1176 Oncology Nursing 2004; 8: 622-628. 1177

79 Laverty D. Treating cancer-related breakthrough pain: the oral transmucosal route. International Journal of 1178 Palliative Nurs. 2007; 13: 326-331. 1179

80 Oneschuk D, Hanson J, Bruera E. A survey of mouth pain and dryness in patients with advanced cancer. 1180 Supportive Care in Cancer 2000; 8: 372-376. 1181

81 Shiboshi C, Hodgson TA, Ship J, Schiodt M. Management of salivary hypofunction during and after 1182 radiotherapy. Oral Surg Oral Med Oral Pathol Oral Radiol Endod 2007; 103 Suppl:S66:1-19.. 1183

82 Pilltteri LC, Clarke RE. Comparison of a patient-controlled analgesia system with continuous infusion for 1184 administration of diamorphine for mucositis. Bone Marrow Transplantation 1998; 22: 495-498. 1185

83 Strupp C, Sudhoff T, Germing U et al. Transdermal fentanyl during high-dose chemotherapy and autologous 1186 stem cell support. Oncology Reports 2000; 7: 659-661. 1187

1188 Smaakveranderingen 1189 84 Epstein JB, Barasch A Taste disorders in cancer patients: Pathogenesis, and approach to assessment and 1190

management Oral Oncology 2010; 46: 77-81. 1191 85 Halyard `MY, Jatoi A, Sloan JA et al, Does zinc sulfate prevent therapy-induced taste alterations in head and 1192

neck cancer patients? Results of a phase III double-blind, placebo-controlled trial from the North Central 1193 Cancer Treatment Group (NO1C4) Int J Radiat Oncol Biol Phys 2007: 67: 1318-1322. 1194

86 Henkin RI. Prevention and treatment of hypogeusia due to head and neck irradiation. Journal of the 1195 American Medical Association 1972; 220: 870-871. 1196

87 Henkin RI, Schecter PJ, Friedewald WT et al. A double blind study on the effects of zinc sulfate on taste and 1197 smell dysfunction. American Journal of Medical Science 1976; 272: 285-299. 1198

88 Hong JH, Omur-Ozbek P, Stanek BT et al. Taste and odor abnormalities in cancer patients. The Journal of 1199 Supportive Oncology 2009; 7: 58-65. 1200

89 Ripamonti C, Zecca E, Bruelli C et al. A randomized, controlled clinical trial to evaluate the effect of zinc 1201 sulfate on cancer patients with taste alterations caused by head and neck irradiation. Cancer 1998;82:1938-1202 1945. 1203

1204 Halitosis 1205 89 Broek van den AMWT, Feenstra L, de Baat C. A review of the current literature on management of halitosis. 1206

Oral Diseases 2008; 14: 30-39. 1207 90 Carvalho MD, Tabchoury CM, Cury JA, Toledo S, Nogueira-Filho G. Impact of mouth rinses on morning 1208

bad breath in healthy subjects. Journal of Clinical Periodontology 2004; 21: 85-90. 1209 91 Louis J, Moyer J, Angelini J et al. Metronidazole oral rinse helps to alleviate odor associated with oral 1210

lesions. Oncology Nursing Forum 1997; 24: 1331. 1211 92 Roldan S, Herrera D, O’Connor A, Gonzales I, Sanz M. A combined therapeutic appproach to manage 1212

halitosis: a 3 months prospective case series J Periodont 2005; 76; 1025-1033. 1213 93 Scully C, Porter S, Greenman J. What to do about halitosis. British Medical Journal 1994; 308: 217-218. 1214 94 Soder B, Johansson B, Soder PO. The relation between foetor ex ore, oral hygiene and periodontal disease 1215

Swedish Dental Journal 2000; 24: 73-82. 1216 95 Winkel EG, Roldan S, van Winkelhoff AJ et al. Clinical effects of a new mouthrinse containing 1217

chlorhexidine, cetylpyridinium chloride and zinc-lactate on oral halitosis. A dual-center, double-blind 1218 placebo-controlled study. Journal of Clinical Periodontology 2003; 30: 300-306. 1219

1220

Page 32: RICHTLIJN KLACHTEN VAN DE MOND - Pallialine van de mond...Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 6 127 vragen de tong naar voren, opzij en omhoog te bewegen.

Herziening Richtlijn Klachten van de Mond/Versie 5/21-5-2010 Pagina 32

BIJLAGE: MONDSTATUSSCORE LIJST 1221

1222 1223 Categorie Score Criteria Datum

Vragen aan de patiënt

Pijn 0

1

2

3

Geen pijn

Branderig gevoel

Bij eten of drinken

Continu

Droge mond 0

1

Nee

Ja

Problemen met

eten en drinken

0

1

Nee

Ja

Smaak-

verandering

0

1

Nee

Ja

Prothese

0

1

2

Geen

Gedeeltelijk

Volledig

Mondinspectie (eventuele prothese verwijderen) Lippen

binnenzijde

0

1

2

Normaal

Rood

Ulceraties

Lippen

buitenzijde

0

1

2

Normaal

Ruw, rood

Kapot, gebarsten

Linker- en

rechterwang

0

1

2

3

Normaal

Rood

Eén slijmvliesdefect

Meerdere slijmvliesdefecten

Tong en

mondbodem

0

1

2

3

Normaal

Rood

Eén slijmvliesdefect

Meerdere slijmvliesdefecten

Gehemelte en

farynxboog

0

1

2

3

Normaal

Rood

Eén slijmvliesdefect

Meerdere slijmvliesdefecten

Tandvlees 0

1

2

Normaal

Rood, gezwollen

Laesies/ulceraties

Tandplaque 1

2

Afwezig (tanden schoon en glad)

Aanwezig

Bloeding

tandvlees

0

1

2

Geen bloeding

Bij poetsen of eten

Spontaan

Beslag

slijmvliezen

0

1

Geen beslag

Beslag

Speekselvloed 0

1

2

3

Normaal

Droog

Plakkerig, taai

Overdadig

Foetor ex ore

(Slechte adem)

0

1

Afwezig

Aanwezig

1224 Naar: Richtlijn Orale Mucositis bij Patiënten met Kanker LEVV Utrecht 2007 1225