MO*magazine 108

34

description

Het oktobernummer van MO*magazine 2013

Transcript of MO*magazine 108

Page 1: MO*magazine 108
Page 2: MO*magazine 108

inhoud

‘De nucleaire wapens inEuropa dienen niet langer

een militair doel. Dus kunnen ze weg.

Zo eenvoudig is het.’ QHans Kristensen, interview pagina 20

OKTOBER 2013

6 � de wereld kortIsraël-EU, Baku, Afghanistan,Quintana, CO2 besparen

10 � baanbrekerDuurzaam bouwen in Brussel

12 � de nieuwe zijderouteTussen Istanboel en Ürümçi

14 � leegstandGezocht: huis te kraak

nieuws

6-15tendensen

16-45mensen en verhalen

46-5416 � in beeld: madagaskar

Sprinkhanenplaag

18 � interview hans kristensenAtoomwapens in Kleine Brogel

22� reportage: nigerStratego in de sahel

28 � fair trade‘Wij kunnen lawaai maken’

30� dossier: jonge allochtonenIk ben 20 in 2013

36� libanonHet hart van Hezbollahs volksleger

42� voorpublicatieSpionagedoelwit Brussel

46 � in beeld: boliviaHet leven is mooi

48 � europalia 2013India in vijf regels

52 � portret: bahman ghobadiGelukkig zijn met het kleine

3MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

56 � mo*debat 58 � recensies62 � agenda65 � mo*lezing66 � column bruksel

moQservice

56-66

36

© X

ande

r Sto

ckm

ans

MO*magazine is beschikbaar op iPad. Abonnees kunnen de iPad-versie gratis downloaden en lezen. Niet-abonnees kunnen via deApple-nieuwskiosk een los nummer of een jaarabonnement kopen.Download de MO*-app via de QR-code of via www.mo.be/ipad.

42

© H

isto

rishe

col

lect

ie V

eilig

hid

van

de s

taat

52

© D

iete

r Tel

eman

Page 3: MO*magazine 108

� De atoomwapens in Kleine Brogel worden de komen-de jaren gemoderniseerd, niet verwijderd. Die informatiekrijgen de Belgen niet van de regering of het parlement,maar van nucleair wetenschapper Hans Kristensen in eeninterview dat MO* op 13 september al online bracht en datin dit nummer volledig afgedrukt wordt. Kristensen voegtdaar onder andere aan toe dat die kernwapens geen enkelmilitair doel meer dienen, maar dat ze natuurlijk wel altijdeen veiligheidsrisico vormen voor de omwonenden. Endan heeft hij het niet enkel over de buren uit Kaulille ofErperheide. We spreken tenslotte over kernwapens. De bijna achteloze manier waarop minister van DefensieDe Crem de vragen over die nieuwe informatie afdeed methet klassieke “wij kunnen niet bevestigen of ontkennen dater nucleaire wapens zijn in Kleine Brogel”, is stuitend.

Kristensen zegt daarover: ‘Overheden doen aan volksver-lakkerij... Dat geheimhoudingsspelletje wordt gebruikt omhet publieke debat te bevriezen.’ Erger nog is de medede-ling van de minister van Defensie dat er voor de geplandemodernisering –en dus de verlenging van de aanwezigheidvan die nucleaire wapens– nooit een formeel of informeelakkoord van de regering gevraagd is. En dat die toestem-ming ook niet nodig is. Er zijn stukken van ons grondgebied en belangrijke onder-delen van het nationale beleid die blijbaar niet meer onderde soevereiniteit van de natie en zeker niet onder de soeve-reiniteit van het volk vallen. Wie daar vragen bij heeft, kandaarvoor niet terecht in het politieke halfrond, want parle-ment noch regering wordt hierover geraadpleegd. De ver-antwoordelijke minister verwijst het volk in wiens naamhij bestuurt naar de tapkast waar het gesprek tot in de vroe-ge uurtjes verdergezet kan worden, zonder impact op het

beleid. De Belgische regering bezondigt zich daarmee aande arrogantie van de onmacht. Er heeft in dit land altijd een ruime consensus bestaan overhet belang en het nut van de Navo. Zelfs tijdens de anti-atoomwapenbetogingen van begin jaren tachtig werd deroep om het Navo-lidmaatschap op te zeggen niet breedgedeeld. Dertig jaar later is de militaire alliantie eringeslaagd zichzelf overeind te houden, ondanks het ver-dwijnen van de “vijand” waartegen ze ons moest bescher-men. Bovendien past het grootste militaire bondgenoot-schap ter wereld op zichzelf een soort stealth-aanpak toe,waardoor het meestal onder de radar blijft. Twee dagen nade onthullingen van Kristensen was er in de media meeraandacht voor de boeddhistische plannen van Giel danvoor de nucleaire plannen van Evere.

Tientallen organisaties en prominen-ten roepen op om de dertigste verjaar-dag van de vredesbetoging van 23 okto-ber 1983, die 400.000 Belgen op debeen bracht, te herdenken met het ver-wijderen van alle atoomwapens uitBelgië. Door de manier waarmee de

Navo met vragen over en kritiek op haar nucleaire strategieomgaat, wordt het moeilijk de oproep Time to Go! niet ookop de alliantie zelf toe te passen. Gilles Dorronsoro, een Franse veiligheids- enAfghanistanexpert, stelde in een interview dat de Navo na1991 in leven gehouden werd omdat de Verenigde Statenonder geen beding hun greep op de Europese defensie wil-den verliezen. ‘Daarom werd de opdracht van de Navogeherformuleerd: van defensief bondgenootschap naaroffensieve alliantie, die de democratische en humanitairewaarden van het Westen zou verdedigen waar nodig.’ Datleidde tot een interventionisme dat de wereld het voorbijedecennium biljoenen euro’s en tienduizenden levensgekost heeft. En in plaats van te ‘ontwapenen om te ont-wikkelen’, zoals een van de slogans in 1983 klonk, bespa-ren we op interne en internationale sociale uitgaven, om defactuur van de Navo te kunnen blijven betalen.

VOORWOORD

door Gie Goris

De arrogantie van de onmacht

5MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

COMMENTAAR

�Onze steden zijn superdivers. Tegelijk lijken de jongeren van aller-lei afkomst het grotendeels  eens te zijn over de manier waarop ze zelfwillen omgaan met hun identiteit: ze omarmen de Belgische samen-leving maar blijven gehecht aan hun afkomst. Ze idealiseren diekomaf ook. Voor het dossier in dit nummer deden we vijf diepte-inter-views met Mechelse twintigers. Vier van hen zeggen dat religie heelbelangrijk is in hun leven en dat ze het geloof trouw zullen doorgevenaan hun kinderen.Het zou boeiend zijn na te gaan hoeveel procent van de lezers op heteinde van de vorige paragraaf dachten aan moslims en hun veron-dersteld gespannen verhouding met onze seculiere samenleving.Nochtans waren drie van de vijf jongeren christen. Met overtuiging.Maar als het gaat over jonge allochtonen en hun identiteit, verschuiftde focus haast automatisch naar de jonge moslim.Het benadrukken van één aspect van de identiteit hoeft geen pro-bleem te zijn. In het geval van moslims betekent dat echter meteenhet benadrukken van de negatieve associaties die de dominantesamenleving met islam verbindt. Dat wekt frustraties op, zegt één vande experts die in het dossier aan bod komen. En het zet jongeren aanom meer te willen weten over dat aspect van hun identiteit. Voor som-migen die zonder begeleiding de jungle van de internetinformatieintrekken, leidt dat tot een radicalisering die hen vervreemdt van deomgeving waarin ze leven: de samenleving, maar ook hun eigenfamilie en geloofsgemeenschap.Die radicalisering kreeg de voorbije maanden een gezicht of ten min-ste een naam: de Syriëstrijders. Het fenomeen van de Syriëstrijderswordt bijna uitsluitend voorgesteld als een resultaat van een radicali-serende generatie die zich uitgesloten voelt en zich daarom afzet tegende waarden, instellingen en belangen van “het Westen”. Dat is geenonzinnige uitleg, maar hij gaat wel voorbij aan het feit dat het conflictin Syrië sowieso geïnternationaliseerd is en dat er elders in de wereldronselcampagnes gevoerd zijn. Het beleid doet intussen vooral aanontmijning en bekijkt de allochtone jongeren nog te veel als probleemof oorzaak van problemen. Het benadert hen te weinig als volwaardigonderdeel van deze samenleving en als bouwstenen voor de toekomstvan het land, de economie en de gemeenschappen die hier samen-wonen. Dat twintigers vandaag aan mensen die meer dan dubbel zooud zijn, willen uitleggen dat ze het goed menen met België, spreektboekdelen. Het wordt tijd dat we die boodschap eens goed gaan lezen.

door Samira Bendadi

De jeugd is de toekomst� Eind juni bracht Al Jazeera een driedelige reeks over Frankrijkin Afrika: The French Factor. De serie, die ook online te zien is, gaatover Frankrijks verleden in West-Afrika naar aanleiding van derecente Franse interventie in Mali en het aangekondigde einde vanla Françafrique, de symbiotische relatie tussen politici en geheimagenten aan de beide kanten van de Sahara en de Sahel. The FrenchFactor focust op inmenging, samenzweringen en kortetermijnge-win ten koste van de West-Afrikaanse bevolking. Zo was er hetgeval van Sekou Touré, Guinea’s postkoloniale linkse leider dieFrankrijk niet erg gunstig gezind was en de Franc CFA weigerdevoor zijn land. Frankrijk kelderde zijn economische plannen doorhet land te overspoelen met vals geld. Deze daad van sabotage werdniet aangeklaagd door een of andere verbitterde Afrikaan maar los-jes verhaald voor de camera door een voormalig hooggeplaatste inhet Franse establishment. Dat Touré tegen de Franse belangen inging, bleek voldoende verklaring te zijn.Dat was toen. Vandaag geloven we al te graag dat een van de Europese lidstaten en het Westen in het algemeen heel wat ethischer te werk gaan. Nochtans zijn er weinig concrete aan-wijzingen om in een fundamentele verandering te geloven.Militaire interventie om de Malinezen te redden van de jiha-disten, om de Ivorianen te redden van een president die geenplaats wil ruimen, om de Libiërs te redden van een gekke dic-tator, om Idriss Déby van Tsjaad in het zadel te houden. Metveel toeters en bellen of discreet in de wandelgangen, het lijst-je is eindeloos en is behoorlijk choquerend als we onze wishfulthinking roze bril afzetten. Wie de welwillendheid van het Westen in vraag stelt of teenthousiast een link legt tussen de verschillende gebeurtenissenop het internationale toneel wordt er algauw van beschuldigd incomplottheorieën te geloven. Veel Nigerezen zijn er nietteminrustig van overtuigd dat Frankrijk mee de plak zwaait in hunland en een hand had in de vele staatsgrepen die hen ten beurtvielen. Ondertussen ziet de bevolking amper iets van de winstenvan ‘s lands bodemrijkdommen, maar krijgt ze niettemin westers geld toegestopt om te werken aan democratie en om reli-gieuze radicalisering te bevechten voor ons. Het is allicht gemak-kelijker om afkeurend naar het verleden te kijken dan te gelovendat de reflexen uit het verleden doorsijpelen naar het heden.

Samenzweringdoor Olivia Rutazibwa

4 MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

De Navo werd na 1991 in leven gehouden omdat Washington zijn greep op Europa niet wilde verliezen

Page 4: MO*magazine 108

� Afghanistan heeft geld nodig, zeker als de westerselanden zich volgend jaar militair terugtrekken en de

voornaamste bron van inkomsten voor zowel de staat als

de inwoners dreigt op te drogen. In gespecialiseerde

publicaties werd de voorbije jaren steeds nadrukkelijker

gewezen naar het enorme potentieel van de Afghaanse

ondergrond om een echte en autonome economie op te

baseren. Volgens Afghaanse bronnen is de strijd om de

eigendomsrechten op vermoedelijke mijnsites stilaan

een grotere bron van conflicten in Afghanistan dan de

ideologische strijd van de taliban.

Minister van Mijnbouw en Petroleum, Wahidullah

Shahrani, zei enkele maanden geleden nog dat de mijn-

bouw tegen eind 2014 ruim drie miljard euro in de

schatkist zou moeten brengen. Dat is gebaseerd op de

meest optimistische verwachtingen voor de exploitatie

van de grondstoffen, die volgens eveneens optimistische

schattingen zo’n 2,6 biljoen euro waard zouden zijn. In

een rapport van begin 2011 schatte de Wereldbank de te

verwachten jaarlijkse opbrengst voor Afghanistan van

de twee grootste mijnbouwprojecten alleen al op een

jaarlijkse 565miljoen euro.

Het probleem is dat die twee megaprojecten twee jaar later nog steeds

niets opleveren. De Aynak kopermijn, die uitgebaat zou worden door het

Chinese MCC, is vijf jaar na het verlenen van de concessie nog steeds niet

operationeel. MCC is nog niet begonnen aan de bouw van de spoorlijn en

elektriciteitscentrale die deel uitmaakten van het gunningscontract. SAIL

(Steel Authority of India Limited) verwierf voor 8,4 miljard euro het con-

tract voor de uitbating van de Hajigak ijzerertssite. De onveiligheid is

uiteraard de voornaamste reden van de stilstand in de veelbelovende sec-

tor. Het koper van Aynak ligt bovendien onder een historisch belangrijk

boeddhistisch klooster, dat eerst archeologisch onderzocht moet worden.

Jawad Noorani van Integrity Watch Afghanistan stelt dat bij de betrokken

bedrijven ook twijfel rijst over de mogelijke winst die de koper- en ijzer-

mijnen kunnen opleveren.

Toch bericht de Deutsche Welle dat Duitsland zich opwerpt als een eerste-

klassekandidaat om de Afghaanse grondstoffen te ontginnen. Met name

lithium en zeldzame aardmetalen interesseren de Duitsers, omdat ze

noodzakelijk zijn voor de productie van windturbines. Ook de Britse over-

heid investeert in de Afghaanse mijnsector, al is 11 miljoen euro op drie

jaar niet echt van die aard om de Chinezen, Indiërs, Amerikanen of

Canadezen aan de kant te schuiven. Intussen wacht iedereen op de nieu-

we mijnwetgeving, die vorig jaar op de internationale donorconferentie in

Tokio beloofd werd. Die wet moet investeerders rechtszekerheid bieden,

de alomtegenwoordige corruptie bestrijden én lokale gemeenschappen

beschermen tegen vervuiling en verdrijving. (Gie Goris)

7MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

de wereld kort

6 MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

� In juli maakte Europa de nieuwe richtlij-nen bekend voor de samenwerking met Israël,

in het kader van Horizon 2020. In dat nieuwe

Europese zevenjarenprogramma voor onder-

zoek en innovatie, dat in januari 2014 van start

gaat, is Israël het enige niet-Europese land dat

volwaardig partnerschap geniet. Voor het eerst

stelt Europa zeer duidelijk dat fondsen, lenin-

gen en toelages niet langer kunnen worden

gebruikt om Israëlische entiteiten of activitei-

ten met duidelijke banden in de bezette gebie-

den te financieren. Palestijnse overheden en

organisaties juichen die richtlijnen toe als een

eerste concrete stap van Europa tegen de conti-

nue bouw van de Israëlische nederzettingen.

Israël van zijn kant liet al eerder weten zich

terug te trekken uit het samenwerkingspro-

gramma als de territorialiteitsclausule niet

wordt aangepast. ‘Daarmee dreigen Europese

onderzoeksinstituten en –bedrijven hun toe-

gang tot Israëlisch grensverleggend onder-

zoek en innovatie te verliezen’, luidde de offi-

ciële Israëlische reactie.

De Amerikaanse minister van Buitenlandse

Zaken John Kerry riep begin september, tij-

dens een topontmoeting met de Europese bui-

tenlandministers in Vilnius, op om de imple-

mentatie van de richtlijnen uit te stellen.

Volgens Kerry bemoeilijken de nieuwe

Europese voorwaarden immers de huidige vre-

desonderhandelingen tussen Israël en de

Palestijnen. Volgens het persagentschap

Reuters kon Kerry op veel begrip rekenen bij de

Europese ministers. De nieuwssite EUobserver

berichtte eerder al dat de Europese dienst voor

Extern Optreden had laten weten dat de richtlij-

nen afgezwakt zouden worden. ‘Waar ze dat

vandaan hebben, weet ik niet maar zoals

Catherine Ashton (de hoge vertegenwoordiger

voor het Europese Buitenlands Beleid, td) al zei,

is de EU niet van plan om de richtlijnen aan te

passen’, reageert Maja Kocijancic, een van

Asthons woordvoerders. ‘Wel doen we er alles

aan om dit met de grootste omzichtigheid te

behandelen, want we willen de band met onze

trouwe partner Israël niet kwijt. Maar de richtlij-

nen zijn volledig in lijn van de positie die Europa

ook bij het vorige samenwerkingsprogramma

innam. Het verschil is dat alles nu op papier

staat.’ In de voorbije zeven jaar is, ondanks die

Europese positie, toch 0,3procent van de

Europese financiële middelen voor onderzoek

gegaan naar Israëlische instituten met banden

in nederzettingen. ‘Dat moet nu nul procent

worden’, aldus Kocijancic. (Tine Danckaers)

© R

eute

rs / B

az R

atne

r

De schone schijn van Baku� Azerbeidzjan maakt zich op voor zijn zesde presidents-verkiezingen sinds de onafhankelijkheid. Na het uiteenval-

len van de Sovjet-Unie belandde het land in een chaos gete-

kend door bloedige inter-etnische en territoriale conflicten.

Het pijnlijkst was de militaire vernedering van Nagorno-

Karabach, waar een minderheid Armenen zich losvocht

van de Azerbeidzjaanse staat. Sinds dat conflict bezet

Armenië ook zeven nabijgelegen regio’s van Azerbeidzjan.

Toch lijkt het er twintig jaar later op dat de zuidelijke

Kaukasusrepubliek haar zelfvertrouwen herwonnen heeft,

voornamelijk dankzij de nationale olie- en gasvoorraden.

Het land haalde het Eurovisiefestival voor 2012 binnen en

stelde zich kandidaat voor de organisatie van de

Olympische Spelen van 2020. In hoofdstad Baku staat de

historische binnenstad in schril contrast met de hypermo-

derne nieuwbouwprojecten, het ene nog ambitieuzer dan

het andere. Het Azeri nationalisme viert hoogtij.

Architect van dat alles is de Aliyev-clan. Heydar Aliyev

stond meer dan drie decennia aan het hoofd van de

Sovjetrepubliek en vervolgens ook van het onafhankelijke

Azerbeidzjan, afgezien van een kort intermezzo begin

jaren negentig. In 2003 werd hij opgevolgd door zijn zoon,

huidig president Ilham Aliyev. Die gaf zijn land niet alleen

een glanzend nieuwe façade, maar bestendigde ook een

Gouden bergen in AfghanistanEuropese nultolerantie voor Israëlische nederzettingen

© R

eute

rs / S

TR N

ew

© R

eute

rs / A

hmad

Mas

ood

Lees de volledige reportageover kaviaardiplomatie en

het lot van de Lezghin min-derheid in Azerbeidzjan op

MO.be.

Zoutmijn ten noord -oosten van Kaboel. De

Afghaanse grondstoffenzijn naar schatting

2,6 biljoen euro waard.

Wetenschappelijkonderzoek in Israël. DeEU sponsort niet langerr&d met banden in de

bezette gebieden.

Ilham Aliyev, presidentvan Azerbeidzjan, wilzichzelf graag opvolgen.

corrupte en dictatoriale politiestaat met enorme inkomensver-

schillen. Bij de verkiezingen van oktober gaat hij voor een

derde ambtstermijn – de grondwettelijke beperking tot twee

termijnen werd in 2009 opgeheven.

Dat het nieuwe Azerbeidzjan niet voor iedereen rozengeur en

maneschijn is, blijkt wanneer we praten met onderzoeksjour-

naliste Khadiya Ismayilova. ‘Het is niet eenvoudig om in

Azerbeidzjan te leven. En als je een vrouw bent, is het dubbel

zo moeilijk. Hetzelfde als je tot een etnische minderheid

behoort.’ Sinds ze een reeks stukken bracht over corruptie in

de hoogste regionen van de overheid, is Ismayilova het onder-

werp van een lastercampagne. Die kende een voorlopig hoog-

tepunt toen deze zomer een sekstape verspreid werd die zon-

der haar medeweten opgenomen was in haar slaapkamer.

Ismayilova zit niet verlegen om een boude uitspraak. ‘Kijk, in

sommige landen is het nog erger – Noord-Korea, bijvoor-

beeld. We hebben de bodem nog niet bereikt, maar lang gaat

het niet meer duren.’ (Julie Reniers)

Page 5: MO*magazine 108

� Hydrofluorkoolwaterstoffen (HFK’s) dedenhun intrede om ozon-vijandige koelstoffen

zoals cfk’s te vervangen. De nieuwe koelvloei-

stoffen blijken echter meer dan duizendmaal

schadelijker voor het klimaat dan CO2.

Daarom besloten tal van landen om het

gebruik van die superbroeikasgassen af te bou-

wen. Begin september lanceerde de Klimaat-

en Schonelucht-coalitie om klimaatvervuiling

tegen te gaan (CCAC) een nieuw initiatief om

het gebruik van de HFK’s af te bouwen. Ze

moedigt haar leden aan om alternatieven te

zoeken voor de schadelijke stoffen, aan de hand

van strenge internationale standaarden.

De CCAC is een partnerschap van regeringen,

vertegenwoordigers van de privésector, de

milieubeweging en het middenveld, én inter-

gouvernementele organisaties waaronder het

Milieuprogramma van de Verenigde Naties, de

Wereldbank en de Wereldgezondheidsorgani-

satie. ‘De CCAC-landen zullen een eigen bin-

nenlands beleid voeren om alternatieven voor

de koelvloeistoffen aan te bieden’, staat in het

akkoord.

De coalitie opereert onder de koepel van het

Montrealprotocol tegen ozonschadelijke gas-

sen, wereldwijd gezien als het meest succesvol-

le globale milieuakkoord. Durwood Zaelke,

voorzitter van het Instituut voor Beleid en

Duurzame Ontwikkeling (IGSD) noemt het

Montrealprotocol het belangrijkste instrument

dat de wereld momenteel heeft om klimaatver-

andering aan te pakken. Volgens hem is dit

akkoord dan ook een belangrijke stap op weg

naar de onderhandelingen voor de grote kli-

maatconferentie in 2015.

Mark Roberts van het Onderzoeksagentschap

voor het milieu (EIA) stelt dat indien er niets

tegen het gebruik van HFK’s gedaan wordt, hun

impact tegen 2050 even groot zou zijn als alle

CO2-maatregelen die wereldwijd intussen

beloofd zijn. Anderzijds, zegt hij, ‘indien we het

gebruik ervan vandaag kunnen stoppen, zouden

we in die periode evenveel uitstoot van broeikas-

gassen besparen als wanneer er een gigaton CO2

bespaard zou worden.’ Dat is niet onbelangrijk

want volgens Roberts zijn de huidige plannen

ruimschoots onvoldoende om de opwarming

onder de 2°C te houden. ‘Tegen 2020moet alvast

8 tot 10 miljard ton CO2meer bespaard worden

dan op dit moment voorzien is.’ (IPS)

8 MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

de wereld kort

Europese democratie en Amerikaans imperialisme� In een exclusief interview met MO* stelt Juan

Ramón Quintana, de eerste minister van Bolivia, dat ten

gevolge van de Snowden-affaire de banden tussen link-

se regimes in Latijns-Amerika opnieuw zijn aangehaald.

Quintana: ‘Het imago van Europa heeft daardoor een

ernstige deuk gekregen en de figuur van Evo Morales

heeft zijn politieke positie kunnen versterken.’

De dood van boegbeeld Hugo Chávez in maart 2013

betekende een zware aderlating voor de ALBA

(Alternativa Boliviana), het linkse front van Latijns-

Amerikaanse landen (Cuba, Venezuela, Bolivia,

Ecuador en Nicaragua). Maar de gijzelingsaffaire van

Evo Morales in Europa begin juli heeft het

linkse bondgenootschap opnieuw

gesterkt in zijn politieke opstelling.

Portugal, Spanje, Italië en

Frankrijk weigerden het presiden-

tiële vliegtuig van Morales toen

toestemming om te landen, omdat

klokkenluider Edward Snowden

mogelijk aan boord zou zijn. Morales kwam terug van

Moskou waar hij had deelgenomen aan een internatio-

nale gasconferentie. Zowel op de ALBA-top van 30 juli

in Guayaquil (Ecuador), als op de speciaal bijeengeroe-

pen Top tegen het Imperialisme en het Kolonialisme

in Cochabamba (Bolivia) op 1 en 2 augustus, werd de

slaafse opstelling van Europa ten aanzien van de VS

zwaar op de korrel genomen.

‘Voor ons was dit voorval een aanleiding om eens een

grondige analyse te maken van de kwaliteit van de

Europese democratie en de imperialistische macht van

de VS’, zegt Quintana. ‘Terwijl landen in Latijns-

Amerika volop proberen hun dekolonisering door te

zetten en de afhankelijkheid van de VS verder te door-

breken, richten de VS zich steeds meer als een koloni-

ale macht op de Europese Unie om die politiek en eco-

nomisch in hun greep te krijgen.’ We zijn terechtgeko-

men in een nieuwe geostrategische indeling van de

wereld, aldus Quintana, waarbij verwoede pogingen

gedaan worden om de totale ineenstorting van het

kapitalistische systeem te vermijden. Toegang

tot markten is daarbij de toverformule. ‘Met

nog meer impulsen dan in het verleden probe-

ren de VS en het IMF het neoliberale markt-

model op te dringen en de soevereiniteit van

landen af te bouwen ten voordele van multina-

tionals, die in naam van de markt vrij spel

moeten krijgen.’

Quintana was in Brussel voor overleg met

Europarlementsleden over mogelijke instru-

menten om die multinationals aan een grote-

re transparantie en duidelijkere spelregels te

onderwerpen. Voor Bolivia gaat het dan speci-

fiek over olie- en gasontginning en mijnbouw.

Europese multinationals zijn in verschillende

landen van Latijns-Amerika in volle expansie,

gezien de handelsverdragen tussen Europa en

Peru en Colombia enerzijds en Europa en

Centraal-Amerika anderzijds. Ook met

Mercosur, het economisch samenwerkings-

verband van zes Zuid-Amerikaanse landen,

zijn de besprekingen volop aan de gang.

(Alma De Walsche)

100 miljard ton CO2 besparen

Lees het volledige interview

met Juan Ramón Quintana op

MO.be.

© A

lma De W

alsc

he

Ramón Quintana,premier vanBolivia: ‘Het imagovan Europa heefteen flinke deukgekregen door deSnowden-affaire.’

Water washt schoonHoe jij kan helpen? Surf naarwww.allemaalwash.be

Voor ons vanzelfsprekend, maar voor miljoenen mensen niet. PROTOS zet zich in voor beter waterbeheer in het Zuiden. Want water doet leven: je drinkt het, je wast je ermee en spoelt er zelfs het toilet mee door. Water, sanitair en hygiëne zijn een mensenrecht, een noodzaak. WASH voor iedereen... allemaal WASH!

Water, sanitair en hygiëne. WASH.

Page 6: MO*magazine 108

euro per m², en voorts nog andere premies, fiscale voordelen en tech-nische ondersteuning.De zesde oproep loopt inmiddels en met de toekenning van de 37renovatie- en nieuwbouwprojecten van 2012 inbegrepen, telt hetBrussels Gewest nu 193 voorbeeldgebouwen, voor een totale vloerop-pervlakte van 520.000m².

meer dan energie Op de Léon Monnoyerkaai in Schaarbeek staat het kantoorgebouwvan hoogspanningsproducent Elia in de steigers. Het is een voorbeeld-gebouw van de projectoproep 2011, het gaat om passiefbouw van eenkleine 10.000m² voor kantoren en vergaderruimten.Het gebouwencomplex komt op de plaats waar voorheen een luciferfa-briek stond en de ondergrond is er zwaar vervuild. Om infiltratie vanhet regenwater te vermijden en te voorkomen dat het grondwater ver-ontreinigd wordt, heeft Brussel Leefmilieu Elia gevraagd om het heleoppervlak met een betonnen “hoes” te bedekken. Het regenwater, datniet meer in de grond kan dringen, wordt opgevangen in cisternen engebruikt om toiletten door te spoelen. Omdat er in de buurt nauwelijksriolering ligt, moet de bouwheer het afvalwater zelf zuiveren. Eerstwordt het opgevangen in een septische put, dan wordt het gefilterd engezuiverd in een rietveld om dan terecht te komen in een waterreser-voir in de buurt van het gebouw, met een overloop die uitmondt in deZenne.‘En daar komt het schoner in dan het overige Zenne-water’, aldusBram Demeester van het studiebureau Arcadis, die ons rondleidt. Hetgebouw beantwoordt niet alleen aan de passiefnormen, maar wil ookeen BREEAM-certificaat krijgen. Dat staat voor Building ResearchEstablishment Environmental Assessment Method en is het Britse labelvoor duurzame gebouwen, een label dat niet alleen met energie- maarook met andere milieuaspecten rekening houdt.Een ander voorbeeldgebouw in de afwerkingsfase is de Emile-Bockstaelschool, in de schaduw van het Atomium, in Laken. Het iseen nieuwbouwkleuterschool van 3400m² met tien klassen van 25kleuters. Het gebouw is opgetrokken uit hout, onbehandelde lariks uitOostenrijk, die in 28 vrachtwagentrucks is aangevoerd.Het concept is een compacte, op het zuiden georiënteerde blokken-structuur, met binnen op elk verdieping uitzicht op een groene patio.De warmtevoorziening is geothermisch, opgewekt met een warmte-pomp. Warm water komt van zonnepanelen en regenwater wordtopgevangen. Spaarlampen en zonnepanelen zorgen voor een zuinigelektriciteitsverbruik. Het gebouw is ook voorzien van een groendak.Qua bouwkosten is dit project 10 tot 15 procent duurder dan een con-ventioneel niet-passiefgebouw, maar die extra kosten zullen terugver-diend worden door de lagere energierekeningen.Vanaf 2015moeten alle nieuwe gebouwen in Brussel passiefbouwzijn. Dat is zo beslist om voorbereid te zijn op de Europese richtlijndie voor nieuwbouw vanaf 2020 alleen nog BEN (BijnaEnergieNeutrale)-gebouwen toestaat.

11MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

Tegen 2025 wil Brussel zijn CO2-uitstoot met 30 procent verminderen. Het leeuwendeel van de klimaatwinst wordt momenteel behaald in gebou-wen, met renovatie en nieuwbouw. Vanaf 2015 is(bijna-)passiefbouw de standaard voor nieuwbouw.

� Brussel greep deze zomer net naast de titel van GroeneHoofdstad 2015 – het moest het afleggen tegen het Britse Bristol,nadat Nantes de titel kreeg dit jaar en Kopenhagen volgend jaar.Wie Brussel zegt, denkt ook niet meteen aan de hippe, groene flairvan steden als Malmö of Freiburg. De problemen zijn enorm: deruimtelijke ordening van de negentien gemeenten wordt ontsierddoor verkrotting en vervallen buurten, en door de files is de lucht-kwaliteit in de hoofdstedelijke regio zorgwekkend. En de waterzui-vering is een permanente bron van problemen voor ministerEvelyne Huytebroeck (Ecolo).Maar achter de schermen en, steeds meer, in het straatbeeld, bou-wen ontelbare projecten stap voor stap aan een metamorfose vanhet Hoofdstedelijk Gewest.

voorbeeldgebouwenIn het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is 72procent van de CO2-uitstoot afkomstig van gebouwen, terwijl de industrie niet meerdan vier procent van de uitstoot voor haar rekening neemt, en hettransport 23 procent. Het Brussels ministerie van Leefmilieu heeftzich de afgelopen jaren dan ook geheel geconcentreerd op hetduurzamer maken van de gebouwen.

Nieuwbouw en renovatie in oude steden slorpen echter handen volgeld op. Toch kan dit terrein niet zomaar worden overgelaten aande vrije markt van projectontwikkelaars en kapitaalkrachtige groe-pen. Om enerzijds architecten te stimuleren zich aan ecologischbouwen te wagen en anderzijds alle sociale groepen van hetHoofdstedelijk Gewest daarbij te betrekken, heeft LeefmilieuBrussel gekozen voor een aanpak met “voorbeeldgebouwen”, eenspoor dat inspirerend kan werken voor andere steden die klimaat-neutraal willen worden.Sinds 2007 kunnen architecten en bouwheren hun project inschrij-ven bij de projectoproep “voorbeeldgebouwen”. Een voorbeeldge-bouw wordt beoordeeld op grond van vier criteria: energie-efficiën-tie (energiezuinig en gebruik van hernieuwbare energie), milieu-impact (materiaalkeuze, impact op biodiversiteit, bouwafval…), dehaalbaarheid en reproduceerbaarheid (voorbeeldfunctie), en dearchitectonische kwaliteit en de integratie in de buurt.De opdrachtgever kan een individueel gezin zijn, maar het kan ookgaan om een collectief woonproject voor gezinnen, kantoorgebou-wen, handelspanden, scholen, crèches, rusthuizen, een cultuurcen-trum of een moskee. De geselecteerde projecten krijgen van hetBrussels Hoofdstedelijk Gewest een eenmalige subsidie van 100

door Alma De Walsche

10 MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

U was verbonden met de onafhankelijke islamistische presidents-kandidaat Aboel Fotoeh en u bent oprichter van The Third Square,een groep van liberale, linkse én islamistische activisten die zoweltegen de Moslimbroeders als tegen de militaire staatsgreep zijn.Wat is jullie doel?Tariq Ismaïel: ‘Het leger wil terug naar de situatie van voor de revo-lutie: kleine groepen makkelijk te intimideren demonstranten, eneen bevolking die zich louter om het dagelijkse leven bekommert.De generaals willen leden van de Moslimbroederschap doden enhun leiders arresteren om zo hervormingsgezinde islamisten te ver-zwakken en extremisten te versterken. Met die “oorlog tegen hetterrorisme” zullen ze de terugkeer van de politiestaat maskeren.Onze plaats in de media verliezen we aan gepolitiseerde bewegin-gen als Tamarrod, de straten verliezen we aan de Moslimbroeders.Iedereen die tussen hen in staat, wordt door beide gedemoniseerd.Wij willen echte democratie.’

En via welke strategie?‘De komende maanden zullen draaien om de strijd voor hetbewustzijn van de Egyptenaar. Je zal horen over “de revolutie van30 juni”, maar in werkelijkheid was die staatsgreep het begin vanhet einde van de revolutie. De menselijkheid die we herwonnen op25 januari 2011, en waar martelaars hun leven voor gaven, verlorenwe in de zomer van 2013. Daarom bereiden we 25 januari 2014voor. Het gemak waarmee gewone mensen misdaden van het eigenkamp goedpraten en die van het andere kamp veroordelen, isbeangstigend.’

Hoe ziet u de toekomst van Egypte?‘De belangrijkste reden voor het protest tegen Morsi zal zich tegenhet leger keren: de rampzalige economische situatie van miljoenenEgyptenaren. De bom van verwaarlozing, corruptie en armoede zalontploffen. Het is uitgesloten dat de huidige politieke generatieEgypte op het juiste spoor zal zetten. Een hele generatie moet wor-den vervangen. Onze revolutie was geen tsunami. Door dat besefzijn we sterker geworden. De golf zal pas jaren later aan vernieti-gende kracht winnen. Dan zullen leiders het oude regime hervor-men in het belang van Egypte, in plaats van het in hun pas te doenlopen.’ (Pieter Stockmans)

Lees het volledige interview en de reportages van Pieter Stockmansuit Caïro op www.mo.be/wereldblog/tussen-vrijheid-en-geluk

3vragen aan...

Tariq Ismaïel

BAANBREKERn i e u w s

EGYPTE‘DE BOM ZAL BARSTEN’

© W

anne

s Nim

megeers

Duurzaam bouwen in Brussel

© Yvan Glavie / Architecten

A2M

© Yvan Glavie / 02

Société d’Architectes

© Yvan Glavie / Bxleco 1 bvba, FHW Architecten

ocmw-kantoren in Vorst crèche in Sint-Joost-ten-Node appartementsblok in haren

Page 7: MO*magazine 108

Bagdad

Ürümçi

Kasjgar

Isfahan

Istanboel

KAZAKHSTAN

KIRGIZSTAN

IRAN

CHINA

IRAK

OEZBEKISTAN

AFGHANISTAN

TURKMENISTAN

Z w aw a r t e Ze e

P e r zP e r zP e r zP e r zP i s c hc hhhi s c hi e G G oe Ge G l f

AA r a b i s c h e Ze e eeK

aspp

i s chchhe e Z Ze e

e

Ro

de

Ro

Ro

de Zee

s es e Ze e es es Ze e e s eM iMM iMM i d d e l l a n d sd si d d e l l a n dl d ssd d s

de zuidgrens van de Sovjet-Unie – de socia-listische superstaat die de Russische imperi-ale ruimte overnam – in juni 1936 raaktende kernlanden van Centraal-Azië tot 1991afgesneden van de ruimere Zijderoutesfeer.

de zijderoute vandaagHet oude gebied van de Zijderoute strektzich vandaag uit van Turkije in het westentot en met Ürümçi en Kasjgar in de volksre-publiek China in het oosten, in vogelvluchtzo’n 5000 kilometer. In het zuiden wordthet begrensd door Iran en de Perzisch-Arabische Golf, en in het noorden door desteppe van Kazachstan. Pal midden in dielandmassa met zijn 430miljoen inwonersliggen de vijf ‘Stans’ die het meest met deZijderoute worden geassocieerd. Van hettransport- en uitwisselingssysteem van wel-eer is al lang geen sprake meer.

De Zijderoute bestaat vandaag vooral in detoeristische verbeelding en in het politiekediscours. Verschillende Centraal-Aziatischemachthebbers en regimes verwijzen sindshun onafhankelijkheid van de USSR nietzelden naar de erfenis en grootsheid van deZijderoute. Het idee van een vernieuwde,moderne Zijderoute drijft sinds de jaren1990, toen de staten van Centraal-Azië nahet verdwijnen van de Sovjet-Unie weerdirect contact konden hebben met de buur-landen in de wijdere regio, een aantal pogin-gen om economische integratie in Centraal-Azië te bevorderen.

Een van de eerste internationale structurendie in 1993 concrete projecten voorsteldenom de verschillende transport- en telecom-municatienetwerken van de staten in deoude Zijderoutesfeer met elkaar te verbin-den, was de in Iran gebaseerde en feitelijkdoor Iran geleide Organisatie voor Economi-sche Samenwerking (ECO). De ECO is eenZuid-Zuidsamenwerkingsverband, opge-richt in 1985, en in 1992 uitgebreid met zesvoormalige deelstaten van de USSR. Sinds-dien kwamen ook de EU (TRACECA) en deVS met eigen Zijderoute-programma’s. Diepassen in wat de Franse politicoloog PierreHillard bestempelt als een manier om poli-tieke en economische controle over staten ensamenlevingen te verwerven door het helpencreëren en sturen van regionale economi-sche blokken. Het promoten van zuid- enwestwaarts gericht handelsverkeer moet denog steeds cruciale positie van Rusland in

Centraal-Azië en de rest van de oude Sovjet-Unie verzwakken.

‘zijderoute-identiteit’?Niet dat de doorsnee Centraal-Aziaat nuecht het gevoel heeft een ‘Zijderoute-iden-titeit’ te hebben. Er bestaat historisch eencultureel erfgoed dat wel degelijkgevormd werd door en binnen hetZijderoutesysteem. Maar dat is niet, ofalthans niet bewust of zichtbaar, aanwe-zig in het dagelijkse leven in de huidigesamenlevingen. Een Tadzjiek uit eenbergdorp in de westelijke Pamir zal zichniet verwant voelen met, pakweg, eenIraniër uit Tabriz of een Oeigoer uitÜrümçi omdat hun respectieve woonge-bieden ooit deel uitmaakten van ‘deZijderoute’. Andere identiteiten primerenvandaag, zoals de nationale identiteit,regionale afkomst en religie. Bovendienhebben drie generaties van gesovjetiseerdleven een diepgaande sociale en cultureleinvloed op Centraal-Azië gehad. De mees-te Centraal-Aziaten kijken bijvoorbeeldvoor arbeidsmigratie en politieke inspira-tie nog steeds meer richting Rusland danzuidwaarts. Dat betekent niet dat er onder plaatselijkeondernemers en in de informele sectorhelemaal geen economische activiteitenbestaan die op de een of andere manierweer aanknopen met handelsverkeer uithet verleden. Bazaars, winkelcentra enimportfirma’s met namen en uithangbor-den die in verschillende talen naar deZijderoute verwijzen zie je in de ‘Stans’overal. Meestal zijn het plaatsen waar,behalve plaatselijke landbouwproducten,massaconsumptiegoederen van veelalChinese en Turkse makelij worden ver-kocht. Sommige producten, zoals elektro-nica en terreinwagens, vinden vandaaghun weg naar Centraal-Azië via Dubai,het Iraanse eiland Kisj en andere knoop-punten aan de Perzisch-Arabische Golf.De oost-westhandel die nog het meestgebruik maakt van de oude Zijderoute isde drugssmokkel.

13MOQ • oktober 2013 • www.mo.be12 MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

DE NIEUWE WERELDN I E U W S

door Bruno De Cordier

De nieuwe Zijderoute is een oud verhaal

� Heeft de Zijderoute ooit echt bestaan?Zeker, maar niet als één route of wegver-binding. Het was een uitgestrekt netwerkvan karavaanroutes en handelswegen diegrofweg van de Oudheid tot een eind in demiddeleeuwen de economische centra inChina, het oude Perzië en het Oost-Romeinse Rijk met elkaar verbonden. Deregio die wij vandaag kennen als Centraal-Azië en die meestal met de route wordt ver-eenzelvigd, vormde daarin veeleer een door-gangsgebied en een kruispunt dan eenkern. Een eerste transcontinentaal wegennetwerkdoor Centraal-Azië ontstond toen er vanaf138 v.C. regelmatig handelsverkeer op gangkwam tussen China en Perzië. Politieke on -rust in China legde dat intercontinentale ver-keer drie eeuwen later lam. Een tweede bloeikende de Zijderoute van 460 tot 560, dank-zij een nieuwe economische dynamiek inChina en de actieve rol van de Sogdischestadsstaten in Iran en handelsnederzettingenin Centraal-Azië. Maar ook die periode ver-liep, door het stagneren van de Sogdischestaten en de opkomst en concurrentie van deArabische zeehandel met India en het huidi-ge Indonesië. In het Centraal-Aziati schedoorgangsgebied was wel een echte logistie-ke sector ontstaan met opslagplaatsen, last-dieren, pleisterplaatsen en logies, geldschie-ters, bemiddelaars en tolken en gewapendeescortes. Sommige steden en regio’s brach-ten ook ambachtslieden en producten voortwaar heinde en ver vraag naar bestond. De benaming ‘Zijderoute’ werd pas in 1872bedacht door de Pruisische geograafFerdinand von Richthofen. Er werd veelmeer getransporteerd en verhandeld dan

het tot de verbeelding sprekende Chineseluxeproduct dat zijde was. Ook dagelijksegebruiksvoorwerpen, voedsel, paarden enandere lastdieren, slaven en, niet onbelang-rijk, ambachtelijke kennis en religieuze enpolitieke opvattingen vonden via de routehun weg naar afnemers. De levensvatbaar-heid van de Zijderoute stond of viel metpolitieke stabiliteit en integratie. Het trans-continentale verkeer kreeg nog een nieuwelan met de opname van Centraal-Azië, ofdelen ervan, in grote politiek-economischeruimten zoals die onder de Abassidischekaliefen van Bagdad (754-840), met hungouddinar en westelijke afzetmarkten, enonder de Mongoolse khans (1240-1330),

met hun gecentraliseerd tolheffings- enbeveiligingssysteem. Na een nieuwe periode van neergang na dedesintegratie van het Mongoolse rijk, kwamhet definitieve einde toen Vasco da Gamaen andere Portugese zeevaarders vanaf delate vijftiende eeuw scheepvaartverbindin-gen tussen Europa, India en China in kaartbrachten en een eigen netwerk van havensen handelsposten opzetten. In de Centraal-Aziatische regio bleven de oude karavaan-wegen met transport per kameel wel nogeeuwen in gebruik, tot Rusland, dat tussen1800 en 1880 het grootste deel vanCentraal-Azië had geannexeerd, spoorwe-gen ging aanleggen. Met de verzegeling van

Hillary Clinton nam een Zijderoute-initiatief. Hewlett-Packardverzendt zijn computers uit China over een Zijderoute-

spoorlijn. De Organisatie voor Economische Samenwerkingsponsort de aanleg van een Centraal-Aziatische spoorweg. En de EU promoot een transportcorridor tussen Europa, deKaukasus en Centraal-Azië. Allemaal refereren ze aan deheropening van de Zijderoute. Bruno De Cordier licht de

realiteit achter een legende en een merk toe.

Tussen Istanboel en Ürümçi

© R

epor

ters

/ T

hom

as L

inke

l/lai

f

Bazaar inBoechara,Oezbekistan.

Page 8: MO*magazine 108

ningen. Sans-papiers, daklozen, verslaaf-den... voor hen is huisvesting allerminsteen evidentie. Kraken wordt dan eenmanier om te overleven.De moeder zucht ervan. Maandag is de eer-ste schooldag en dus moeten alle kleren vande kinderen in de was. Die kinderen, datzijn er twaalf. Sinds vier jaar wonen ze inBelgië, weg uit Slowakije. Eerst liep allesgoed, tot ze hun huis verloren. Geen adresbetekent ook geen papieren en geen hulp.Een goed jaar lang zwierven ze door destad. Nu eens in de nachtopvang, soms bijvrienden, soms buiten. Met wat hulp luktehet om dit pand te kraken. De eigenaarkijkt er niet meer naar om, de sloop wacht.Het huis oogt afgeleefd. Een laag verf zouwonderen doen, maar de wasserette en etenvoor morgen zijn dringender. Maar het iseen dak boven het hoofd, een jaar al, en eris genoeg ruimte, een noodzaak voor zo’ngroot gezin. Het probleem is dat domicilië-ring in gekraakte panden geweigerd wordt,vertaalt de zoon wat de vader vertelt.Zonder adres geen papieren, zonder papie-ren geen werk. Zonder werk geen geld voorde huur. Hoeveel mensen er op die manier van pand

naar pand zwerven, daar heeft niemand eenzicht op. Maar het gebeurt meer dangedacht, volgens Werner Van Mieghem,coördinator van Brusselse Bond voor hetRecht op Wonen (BBRoW). ‘Dat kan nietanders. Er is zo’n grote instroom in de ste-den, er zijn nog altijd veel sans-papiers... Dekrakers uit overtuiging, dat is maar een klei-ne groep. De meesten zijn mensen die nietmeer weten hoe rond te komen en ergensin een leegstaand pand kruipen.’

tegenstrijdige rechtenKraken is niet verboden in België. Juridischgezien bevindt ‘het bezetten van een goedzonder recht of titel’ zoals dat heet zich ineen grijze zone. Niet toegestaan, maar ookniet echt verboden. Het bezetten van leeg-staande panden legt een rechtenconflictbloot, namelijk de tegenspraak tussen heteigendomsrecht en het recht op wonen. Het recht op een woonst staat verankerd inartikel 23 van de grondwet, een passagewaarmee bezetters soms voor de rechtergelijk trachten te halen. In realiteit heerst ereen duidelijke hiërarchie tussen beide rech-ten, weet Werner Van Mieghem. ‘Heteigendomsrecht weegt zwaarder. Dat zie je

aan een aantal zaken. Er bestaan procedu-res die de overheid toelaten leegstaande enverwaarloosde panden in beslag te nemen.De befaamde wet-Onkelinx bijvoorbeeld, ofhet openbaar beheerrecht in Brussel. Maarbuiten een enkel geval is daar nooit ietsmee gedaan.’Toch beweegt er wel wat rond leegstand.Het is te vroeg om van een trend te spre-ken, maar het idee van bezettingsovereen-komsten en precaire contracten begint voor-zichtig ingang te vinden. Zo’n overeen-komst tussen bezetters en eigenaars geeftbeide partijen een kader. ‘We zijn blij metde voorzichtige erkenning van precaire con-tracten’, zegt Van Mieghem. ‘Maar hetgevaar ligt erin dat veel eigenaars precairecontracten afsluiten met commerciële fir-ma’s. Die zogenoemde anti-kraakfirma’shebben absoluut geen sociaal doel, integen-deel. Het is bijzonder jammer dat sommigeoverheden daarin meegaan in plaats van hetvoorbeeld te geven en hun leegstaand patri-monium aan sociale organisaties terbeschikking te stellen.’‘Los hiervan blijven precaire contracten eenovereenkomst tussen twee partijen. Alseigenaars dat niet willen, kan niemand henverplichten een contract te sluiten. Wijijveren daarom voor een legalisatie van kra-ken onder bepaalde voorwaarden. Pandendie langer dan een jaar leegstaan of waar-van de eigenaar weigert taks te betalen zou-den gekraakt mogen worden. Dat kan juri-disch, want het grondwettelijk hof heeft inhet verleden geoordeeld dat het eigendoms-recht absoluut is, maar in bepaalde gevallenwel ingeperkt kan worden. De omvang vande huisvestingscrisis rechtvaardigt dergelij-ke radicalere maatregelen. De kans dat zo’nregeling er komt is echter miniem, want depolitieke wil hiertoe is onbestaande.’’

15

� Een tiental mensen zit bij elkaar onder de fruitbo-men van Het Landhuis. Op tafel enkele kaarten metdaarop verschillende scenario’s over hoe de toekomst vandeze plek eruit zou kunnen zien. Iets verder wordt ergediscussieerd om een vzw te rijmen met het principevan horizontale organisatie. In de keuken staan tweemensen in de potten te roeren, want straks is het volks-keuken, een wekelijkse gezamenlijke maaltijd.In mei 2010 werd de voormalige boerderij en de bijho-rende grond gekraakt. De oorspronkelijke eigenaar maak-te weinig bezwaar, maar dat veranderde toen de stadGent de gronden opkocht om er voetbalvelden aan te leg-gen. Eerst wilde het stadsbestuur van geen onderhande-len weten en dreigde ontruiming, maar recent kwam ertoenadering. Het compromis dat op tafel ligt behoudt eendeel van de boerderij en de tuinen.

wonen als politieke daadDe grond aan Het Landhuis staat open voor iedereen dieeen tuintje zoekt. Zelf spreken ze van autonome ecologi-sche volkstuinen. ‘Dat is voor mij meer dan alleen een slo-gan’, zegt Jean, een van de tuinders-krakers. ‘Van in hetbegin was het de bedoeling ons op een niet-hiërarchischemanier te organiseren. Het is wel een opgave, dat principevan gedeelde verantwoordelijkheid. Het zijn vaak kleinedingen waar het wringt, zoals het gebruik van gemeen-schappelijk tuinmateriaal. Maar praten lost veel op.’Momenteel bewerken een vijftigtal tuinders zo’n dertig

percelen en een gemeenschappelijke tuin. Maar het zijnzeker niet allemaal krakers, aldus Jean. ‘Ook mensen uitde buurt hebben hun weg gevonden, al is voor hen dedrempel om hier binnen te stappen soms iets groter,merk ik.’ Na enkele onzekere jaren ziet het ernaar uit datHet Landhuis, of toch een deel ervan, zal blijven bestaan.Goed nieuws dus? ‘Zeker, al lijkt het onvermijdelijk datonze manier van organiseren formeler zal worden. Maargoed, het heeft ook zijn voordeel niet meer te moetenhoren dat je een week krijgt om je groenten uit te trekkenen op te krassen.’Een plek als Het Landhuis schrijft zich in binnen eenlange traditie van politiek kraken. Sinds de AmsterdamseProvo’s in de jaren zestig over de kraakbeweging van dejaren zeventig en tachtig werd het bezetten van leegstaan-de gebouwen een politiek actiemiddel. Rondom krakenontstond een levendige subcultuur, een manier van levendie in de mazen van de maatschappij naar autonomiezoekt. Iedere zichzelf respecterend grootstad heeft weleen of meerdere kraakpanden waar volkskeukens, con-certen en benefietavonden plaatsvinden.

enige optieVoor de meeste mensen die kraken, is het echter hele-maal geen kwestie van principes of keuzes, maar een bit-tere noodzaak. België is een land van eigenaars, de huur-markt is erg beperkt en duur in vergelijking met anderelanden. Veel mensen hebben geen toegang tot huurwo-

ACTUEELn i e u w s

14 MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

Q

Iedere zichzelf respecterendgrootstad heeft wel een ofmeerdere kraakpanden waarvolkskeukens, concerten enbenefietavonden plaatsvinden.

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

GEZOCHT:

Het is een tegenstelling die moeilijkuit te leggen valt. Zeker in de

steden slagen velen er niet in eendegelijke, betaalbare woonst te

vinden. Tegelijk staan veelgebouwen leeg. Dat wringt, enmaakt dat mensen leegstaande

panden bewonen zonder huurderof eigenaar te zijn. Soms uit

overtuiging, meestal uit noodzaak.

huis te kraakdoor Wouter van Cleef

© T

oon

Lam

brec

hts

Page 9: MO*magazine 108

16 MOQ • ?????????????????? • www.mo.be

????� xxxxx

MOQ • ?????????????????? • www.mo.be

beeld Dieter Telemans tekst Willem Roelsin beeld‘Zij zullen het gezichtvan het land bedekken’(Exodus 10, 1-20)� Sinds 2010 teistert een bijbelse sprinkhanenplaag de landbouw vanMadagaskar. Het eerste halfjaar van 2013 ging al 630.000 ton rijst verlo-ren, een kwart van de voedselconsumptie van het land. Landbouw isgoed voor één vierde van het bruto nationaal product in Madagaskar enmeer dan 70procent van de bevolking werkt in – of is direct afhankelijkvan – de sector.Het is niet de eerste keer dat Madagaskar getroffen wordt door eensprinkhanenplaag. Tijdens de jaren 1950 begon een plaag die zeventienjaar zou duren. De plaag van 1997 duurde vijf jaar en kostte het land ende internationale gemeenschap 60 miljoen dollar.Madagaskar en de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO)vroegen de internationale gemeenschap al meermaals om steun in hetbestrijden van de plaag. Telkens kreeg het land onvoldoende fondsenom de plaag uit te roeien. De situatie werd elk jaar erger. Dit jaar troforkaan Haruna Madagaskar, waardoor ideale omstandigheden voor hetverspreiden van de plaag gecreëerd werden. Nu zou het land 42 miljoendollar nodig hebben om de plaag een halt toe te roepen. In 2010 was ditslechts 14,5miljoen. Een van de redenen van de ontoereikende internationale hulp is hetinternationale isolement waarin het land zich bevindt sinds de staats-greep van 2009. De VS, EU en vele landen reageerden op de coup dooralle vormen van ontwikkelingshulp, behalve een basis aan humanitairesteun, te schrappen. De beloofde verkiezingen in juli zorgden tijdelijkvoor ontspanning. De Afrikaanse Unie en de Ontwikkelingsgemeen -schap van Zuidelijk Afrika (SADC) waren bereid de verkiezingen tefinancieren, op voorwaarde dat Rajoelina (de huidige president) enRavalomanana (de vorige, die afgezet werd) zich geen kandidaat zoudenstellen. In februari besloot Lalao Ravalomanana – vrouw van – zich kan-didaat te stellen als leider van de partij van haar man. Rajoelina zag ditals een verbreking van het akkoord en stelde zichzelf ook kandidaat. Ookvoormalig president Ratsiraka kwam terug uit ballingschap en werd eenvan de meer dan veertig kandidaten. De verkiezingen werden uitgesteldtot eind augustus en later tot oktober, nadat de electorale rechtbankzowel Rajoelina als Lalao Ravalomanana als kandidaat verwierp.Ondertussen wordt de sprinkhanenplaag alleen maar erger. Een sprink-hanenzwerm kan elke twee maanden een nieuwe generatie produceren,waarvan elke sprinkhaan elke dag tot twee gram voedsel eet. Aangezieneen zwerm enkele miljarden sprinkhanen kan bevatten, kan dit tot100.000 ton vegetatie per dag oplopen. Volgens experts kunnen desprinkhanen 40 tot 100procent van de oogst vernielen. Een zwerm kantot 100kilometer per dag afleggen, dus heel het land is kwetsbaar. DeFAO waarschuwde dat de sprinkhanen dit najaar tot 1,5 miljoen hectarelandbouwgrond bedreigen.

Andr

ea M

icon

i / S

ipa

17

Page 10: MO*magazine 108

De antiraketbetoging van 23 oktober 1983 bracht in Brussel400.000 actievoerders op de been – een unicum in devaderlandse geschiedenis. Dertig jaar later mag het atoomarsenaal dan al flink zijn ingekrompen, het ziet er niet naar uit dat alle kernwapens morgen de wereld uit zijn.MO* sprak met topexpert Hans Kristensen van deFederation of American Scientists over Obama’s ontwapeningsbeloften, Irans nucleaire plannen en de modernisering van de bommen in Kleine Brogel.

� Hans Kristensen (52) begon zijn loopbaan bijGreenpeace Denemarken als nationaal coördinator van deontwapeningscampagne. Het was begin jaren tachtig,hartje Koude Oorlog en Kristensen wilde alles weten overatoomwapens. Vandaag geldt hij als een van dé groteexperts wereldwijd. Kristensen leidt in Washington hetNuclear Information Project van de Federation ofAmerican Scientists (FAS). Die organisatie is in 1945opgericht door wetenschappers van het Manhattan Project– het onderzoeksproject dat voorafging aan de bommenop Hiroshima en Nagasaki – die een nucleaire oorlog wil-den voorkomen. De FAS wordt erkend als een van debeste bronnen over het wereldwijde kernwapenarsenaal.

Hoeveel nucleaire wapens liggen er in Kleine Brogel? Kristensen: In november 1963 hebben de VS voor het

eerst nucleaire wapens in België gestationeerd. De code-naam toen was Pine Cone (‘dennenappel’, kc). Sindsdienhebben België en de VS verschillende bilaterale verdragengesloten, over de stationering zelf, over de technischeaspecten van de opslag, over compensatie in het geval vanongevallen of incidenten…

In 2000, toen Clintons ambtstermijn erop zat, gaf hijde Amerikaanse luchtmacht de toestemming om 480

nucleaire wapens in Europa te hebben, waaronder twintigin Kleine Brogel. Sindsdien hebben de VS hun arsenaal inEuropa met meer dan de helft verkleind – voornamelijkdoor ze helemaal uit Groot-Brittannië en uit de Duitsebasis in Rammstein weg te halen. Nu zijn er nog zo’n 180verspreid over Europa. Mogelijk is ook in Kleine Brogelhet aantal licht gedaald. Ik vermoed dat er nu net iets min-der dan twintig liggen. Het precieze cijfer kent alleen eenheel klein groepje personen op het Belgische ministerievan Defensie. Zelfs premier Elio Di Rupo kent – normaalgesproken – dat aantal niet. Al zou hij het wel aan de VSkunnen vragen als hij dat zou willen.

Het gaat om bommen van het type B61. Hoe zien die eruit?Kristensen: Het is een glimmend zilverkleurig wapen

van vijf tot zes meter lang. Het weegt zowat een halve ton,heeft vier staartvleugels en ziet eruit zoals de klassiekeatoombom in cartoons. Dan heb je nog de kernkop zelf,een cilinder van vijftig tot zeventig centimeter met tweecomponenten binnenin: de starter en de lading.

Kunnen de inwoners van Kleine Brogel op beide oren sla-pen?

Kristensen: Natuurlijk moet je bezorgd zijn als je

INTERVIEWt e n d e n s e n

door Kristof Clerix

Atoomwapenexpert Hans Kristensen (FAS)

18 MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

naast kernbommen woont. Er is altijdeen veiligheidsrisico. In 1997 ontdekte deAmerikaanse luchtmacht tijdens een vei-ligheidsaudit dat een nucleaire ontste-king veroorzaakt zou kunnen wordenwanneer bliksem inslaat net op hetmoment dat de nucleaire wapens uit deondergrondse bewaarplaats naar bovenworden gehaald voor onderhoud. Zo’nbliksemscenario is natuurlijk heel ergonwaarschijnlijk. Maar er zijn nog ande-re dingen die kunnen misgaan. Stel jevoor dat een transportvliegtuig met dewapens zou neerstorten en vervolgenshet materiaal zich naar buiten zou ver-spreiden. Dan krijg je contaminatie. Eenderde potentieel risico is een veiligheids-dreiging tegen de basis.

Waarom zou een transportvliegtuig metde wapens onderweg zijn?

Kristensen: Normaal laat men zeinderdaad op de basis liggen. Kleineonderhoudsbeurten kunnen daar

19MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

‘Natuurlijk moet je bezorgd zijnals je naast kernbommen woont’

‘Tegen 2020 zullen alle wapensuit Kleine Brogel

weggehaald worden vooronderhoud in de VS.’

� © Jo

shua

Rob

erts

Page 11: MO*magazine 108

men, maar vast staat wel dat het veel dingenonderneemt die in die richting wijzen.

Hoe ziet u het Iran-dossier in de komendemaanden evolueren?

Kristensen: In Iran is een nieuwe rege-ring aangetreden en dat is tot nu toe eenpositieve ontwikkeling. Het blijft afwachtenof die regering nieuwe pogingen onder-neemt om de dialoog aan te gaan met deAmerikanen, de Europeanen, hetInternationaal Atoomagentschap… We zijnhoopvol dat er toch iets zal bewegen inTeheran. Ook in Iran zelf is het een heelcontroversieel thema. De vorige Iraanseregering heeft scherpe taal en strategieëngebruikt om vooruitgang te blokkeren eninternationale inspecties te vermijden.

De Amerikaanse president Barack Obamazei in juni 2009 tijdens zijn toespraak inPraag dat de VS concrete stappen zoudendoen in de richting van een wereld zonderatoomwapens. Wat is er sindsdien concreetgebeurd?

Kristensen: De VS zetten voortdurendstappen om die wapens te verminderen dieze niet langer nodig hebben. Dat is inder-daad gebeurd, en het gaat door. In 2012heeft Washington bijvoorbeeld de Toma -hawk teruggetrokken, de kruisraket om vanop zee atoomwapens af te vuren. Verder ismet Rusland een nieuw Start-verdrag geslo-ten, over de vermindering van strategischenucleaire wapens. Dat verdrag wordt nugeïmplementeerd.

Toch trekken de VS 200 miljard dollar uitom hun nucleaire arsenaal te modernise-ren. Is dat niet in tegenspraak met Obama’stoespraak?

Kristensen: Je moet de hele speechlezen, er zitten twee verschillende elemen-ten in. Eén gaat over de vermindering vannucleaire wapens. De andere pijler vanObama’s toespraak is de belofte om zolanger nucleaire wapens bestaan, ervoor te zor-gen dat de wapens die de VS nog hebbenveilig en effectief zullen zijn. In het kader

daarvan gaan de VS de levensduur van hunhuidige kernwapens verlengen en nieuwekernwapens en lanceersystemen bouwen – zolang als nodig is.

De topprioriteit is natuurlijk te proberenervan af te raken. Maar zolang dat nietgebeurd is, zullen de VS moderniseren. Endat creëert een imago- en perceptiepro-bleem. Andere landen begrijpen niet goedwat de prioriteit van de VS is. Ik noem dateen schizofreen beleid.

Cruciaal in de afbouw van kernwapens isnatuurlijk de bilaterale relatie tussen Mos-kou en Washington. Die lijkt momenteelniet opperbest.

Kristensen: Sinds het einde van deKoude Oorlog was die relatie nog nooit zoslecht. We zitten op een dieptepunt. Niet dater sprake zou zijn van militaire dreiging; hetgaat om een hele reeks politieke twistpuntenover een brede waaier thema’s. Syrië speeldeal een tijdje, de Snowden-affaire heeft allesnog verergerd (de Amerikaanse klokkenluiderEdward Snowden kreeg een jaar asiel inRusland, kc). En dan spelen er nog dingenachter de schermen. Obama had een briefgeschreven aan president Poetin met eenvoorstel voor een brede veiligheidsagenda,maar blijkbaar was de Russische reactie nieterg tegemoetkomend.

Is het naïef te denken dat atoomwapenstoch nooit ingezet zullen worden?

Kristensen: Het is toch moeilijk voor testellen dat de bekende atoommachten eenberoep zouden doen op hun nucleaire arse-naal. Maar wat als ze in handen zouden val-len van terroristische organisaties? Dat is totnu toe niet gebeurd. Maar er is wel een con-stante bezorgdheid vanwege hun veronder-stelde bereidheid die wapens in te zetten alsze er ooit de hand op kunnen leggen.

Ligt u echt wakker van zo’n nucleaire ter-reurdreiging, of is dat nauwelijks realis-tisch?

Kristensen: Het is wel degelijk moge-lijk. Over het internationale verkeer van

splijtstoffen bestaat bezorgdheid. Wat alsje ergens iets over het hoofd ziet? Datthema staat bovenaan op de agenda vangeheime diensten wereldwijd. Gelukkig ishet heel moeilijk om een nucleair wapente bouwen –zelfs een ruwe versie ervan.Zodra een organisatie dat begint te doen,vergroot als het ware ook haar vingeraf-druk. Haar activiteiten zouden meer inhet oog springen. En er is nog een anderebezorgdheid. Neem een onstabiel land alsPakistan. Wat gaat er met zijn atoomwa-pens gebeuren als het land uit elkaar zouvallen in kleine regio’s? Wie krijgt dancontrole over de wapens?

Waarom liggen er nog steeds Amerikaansewapens in Europa?

Kristensen: Deels uit traditie.Regeringsinstellingen veranderen dingenniet graag. De Navo heeft de voorbije jarende status-quo herbevestigd –een grote teleur-stelling. Binnen de NAVO is er een grotekloof tussen lidstaten die de kernwapensweg willen uit Europa, België bijvoorbeeld,en andere landen die nog niet zo lang gele-den bezet werden door de Sovjet-Unie. Zijstaan heel wantrouwig tegenover Ruslanden zoeken geruststelling. Maar hun echteveiligheidszorgen hebben eigenlijk niets temaken met nucleaire wapens – ze kunnenbeter beantwoord worden met capaciteitendie wel relevant zijn.

Wat is het beste argument tegen de aanwe-zigheid van die wapens in Europa?

Kristensen: Ze zijn niet langer nodigwant ze dienen niet langer een militairdoel. Vergeet niet dat ze in Europa zijngeïnstalleerd om te voorkomen dat hetSovjetleger Berlijn zou binnenvallen. Dattijdperk is voorbij. Dus kunnen ze weg. Zoeenvoudig is het.

De Belgische Vredesbeweging organiseert op 20 oktober2013 een grote manifestatie, vanaf 13u. in het Jubelparkin Brussel. De boodschap: “Time to Go! Kernwapens weguit België.” Meer info op www.timetogo.be.

Met dank aan professor Tom Sauer voor de input.

Q

21MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

gebeuren. Maar voor grotere onderhouds-werkzaamheden of om defecten op te los-sen, moeten de VS de wapens terughalen.Tegen 2020 zullen alle wapens uit KleineBrogel weggehaald worden voor onderhoudin de VS. Ze zullen worden gemoderniseerden naar België terugkeren als een accuraternucleair wapen – zoals het er nu naar uitziettenminste.

In Nederland hebben de voormalige pre-miers Ruud Lubbers en Dries Van Agt recentde aanwezigheid van nucleaire wapens inhun land bevestigd. Moet België dat voor-beeld volgen?

Kristensen: Absoluut. Belgische ex-pre-miers moeten zich bij hun Nederlandsecollega’s aansluiten en het thema aankaar-ten. Ze kunnen vertellen over de tijd toenzij aan het hoofd van het land stonden – zonder details over de huidige situatiebloot te leggen.

Wat zou het uithalen?Kristensen: Overheden doen aan volks-

verlakkerij: ze zeggen dat ze officieel nietkunnen bevestigen of ontkennen of ernucleaire wapens op de basis aanwezig zijn.Dat geheimhoudingsspelletje wordt gebruiktom het publieke debat te bevriezen. Ze ver-stoppen er zich achter. ‘We hoeven je vra-gen over veiligheidsbezorgdheid niet tebeantwoorden want we kunnen niet bevesti-gen of ontkennen dat de wapens er zijn.’Het is belangrijk dat politici die geheimhou-ding ter discussie stellen – en dat kunnenBelgische ex-premiers doen.

In zijn regeerakkoord belooft de regering-DiRupo ‘op een besliste manier te ijveren voorinternationale initiatieven met het oog opeen verdere ontwapening – inbegrepennucleaire’.

Kristensen: De internationale gemeen-schap moet dus het initiatief nemen? Jeweet heel goed dat één land genoeg is omalles te blokkeren, dan gebeurt er toch niets.Als de Belgische regering het echt méént enin Europa vooruitgang wil boeken op dit

thema, dan moet het dat thema op tafel leg-gen, en haar eigen beslissing doorduwenom de wapens uit België te laten terugtrek-ken. Dat kan België zelf beslissen, al hangthet natuurlijk ook samen met de Navo.België moet het thema dus intern binnen deNavo aankaarten, maar het ook direct metde VS bespreken. Het moet Washingtonlaten weten dat het een plan voor de verwij-dering van de wapens wil zien, binnen eenredelijk tijdskader. Als je naar andere landenkijkt om beslissingen te nemen, zal er nietsgebeuren.

Midden jaren tachtig, op het hootepunt vande Koude Oorlog, waren er 70.000 kernwa-pens. En vandaag?

Kristensen: Er is veel vooruitganggeboekt. We zitten nu op een kwart van dataantal – zowat 17.000. Dat is het totaal vanalle categorieën nucleaire wapens in denegen atoomstaten: Rusland, de VS,Frankrijk, China, Groot-Brittannië, Israël,Pakistan en India. De VS en Rusland heb-ben daarvan 95procent in hun bezit.

Waarom zijn die wapens er überhaupt nog? Kristensen: Landen blijven kernwapens

belangrijk vinden voor hun nationale veilig-heid, maar ook nationaal prestige speelt eenrol. Rusland is een supermacht omdat hetnucleaire wapens heeft – niet door zijn

financiële status of zo.

Over het aantal atoomwapens van Israël,Pakistan, India en Noord-Korea staat op deFAS-website nauwelijks info. Waarom?

Kristensen: Alle landen met nucleairewapens willen hun arsenaal het liefstgeheim houden, maar over sommige vind jetoch wat informatie. Bij die vier landen ishet moeilijk in te schatten. Wij vermoedendat hun nucleaire wapens niet volledig ope-rationeel zijn. Bij de VS en Rusland is datwel het geval. Zij hebben nucleaire wapensklaarstaan op ballistische raketten die bin-nen een paar minuten gelanceerd kunnenworden.

Hoe ver staat Iran met de ontwikkeling vaneen nucleair wapen?

Kristensen: Hangt er vanaf aan wie jedat vraagt. De Israëli’s zeggen dat Iran hetbinnen zes maanden kan. De VS denkendat Iran op zijn minst nog een paar jaarnodig heeft. Wij, de FAS, kunnen enkel aktenemen van wat andere landen zeggen enonze eigen afwegingen maken. Het lijkterop dat Iran veel van de componenten aanhet verzamelen is van de technologie dienodig is om een nucleair wapen te ontwik-kelen. Als het land al zou besluiten om ereen te ontwikkelen. Het is niet duidelijk ofTeheran dat besluit al officieel heeft geno-

INTERVIEWt e n d e n s e n

‘De kernwapensin Europa dienenniet langer eenmilitair doel. Duskunnen ze weg.’ ©

Josh

ua R

ober

ts

20 MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

Page 12: MO*magazine 108

wereld insturen’, zegt hij. ‘Maar in feitehebben we alles hier. We zijn een groot,mooi land en om vier uur ’s nachts kun jehier in de hoofdstad nog op je gemak eensandwich eten.’ Het feit dat ze te weinigmiddelen hebben om goed te communice-ren betekent niet dat de Nigerezen niet opde hoogte zijn van wat er elders in dewereld gebeurt. ‘Er zijn hoofdsteden metzones waar de politie niet eens in mag. Datis iets dat je hier zelden zult vinden. Wijhebben dus nog een staat.’

wiens veiligheid?Er is een duidelijke militaire aanwezigheidin de straten van Niamey. Soldaten bewa-ken de rotondes en de overheidswijkenwaar ministeries en ambassades zijn geves-tigd. De belangrijkste straten van de stadworden zonder meer afgezet als de presi-dent erdoor moet. Wie toeristische kiekjeswil maken in het stadscentrum wordt evengauw weer op andere ideeën gebracht doorde patrouillerende militairen. Internationalefunctionarissen mogen van hun eigen orga-

nisaties de hoofdstad niet verlaten en wor-den ook in het weekend geacht hun walkie-talkie op zak te hebben. Al deze veiligheidsmaatregelen staan inschril contrast met de rust die er onder debevolking heerst. Terwijl ze zelf geen grotergevoel van onveiligheid ervaren, zijn hettoch de gewone Nigerezen die de prijs beta-len voor de strengere veiligheidsmaatrege-len. Pele, garagehouder, voormalig voetbal-ster en occasioneel medewerker vanROTAB, een lokale ngo die zich toespitst op

23

� De stad wordt gewekt door het staccatovan dikke regendruppels op de daken. Eenenkele bliksemschicht onderbreekt demonotonie van de grijze lucht. Het is regen-seizoen in Niger. De blutsen en kuilen vande diepokerkleurige wegen in Niamey vullenzich met schuimend water. Maar na een half uurtje zonneschijn verrijst de stadalweer in al haar stoffige glorie. Volgens Oumarou Hachimou heeft Nigerzijn pr-status niet mee. Behalve kunstenaaris hij ook redactiehoofd van Niger24, een

plaatselijk privémediabedrijf met een eigentv, radio en website. Hij geeft me een gron-dige rondleiding in de studio’s, waar ookprogramma’s van een internationaalChinees nieuwsagentschap worden uitge-zonden. Niger staat op het lijstje van landendie beter gemeden worden vanwege hetgevaar van ontvoering of terroristische aan-slagen. Hachimou vindt dat een schromelij-ke overdrijving.‘We zijn niet sterk in communicatie en datheeft zijn invloed op het beeld dat we de

22 MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

door Olivia U. Rutazibwa

Werkers in degoudmijn nabijTera.

Grondstoffen, corruptie,armoede en de terugkeer van

de Toearegsoldaten uit Libië deden Mali op zijn

grondvesten schudden. Inbuurland Niger lijken dezelfde

elementen niet hetzelfdeeffect te hebben. MO* vroeg

mensen in de hoofdstadNiamey en daarbuiten naar

hun kijk op de zaak.

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

��

Stratego in de Sahel

Niger

REPORTAGEt e n d e n s e n

© O

livia

U. R

utaz

ibw

a

Page 13: MO*magazine 108

azen, corruptie en gepersonaliseerde over-heidsinstellingen tegen een achtergrondvan onmetelijke armoede en hoge bevol-kingsgroei.Toch zijn de twee landen voor velen ooktotaal onvergelijkbaar. Een internationaalambtenaar in Niamey ziet drie grote ver-schillen: de verhouding tot de Toearegs, deontwikkeling van het noorden en de etni-sche versmelting van het Nigerese volk.‘Mensen kennen elkaar in Niger’, steltTidjani Alou. Hij is hoogleraar politiekewetenschappen van de universiteit vanNiamey en voormalig ambtenaar op hetministerie van Buitenlandse Zaken.Hachimou legt het mechanisme van deintegratie in Niger uit: ‘Als je verderstudeertof je bent ambtenaar, dan word je naar eenandere regio gestuurd’, preciseert hij. ‘Vaakgebeurt het dus dat mensen ter plekke trou-wen en zo zijn er overal in het land ver-wantschappen. Bovendien hebben we ookgeen gigantische bevolking.’ Die versmel-ting heeft volgens Tidjani ook een effectgehad op hoe de bevolking de opstandenheeft beleefd. ‘Terwijl in Mali de Toearegswerden weggejaagd uit Bamako, is er in

Niger op het hoogtepunt van de rebellieënnooit een vergelijkbare angst geweest.Mensen maken een onderscheid tussenrebellen, leger en gewone bevolking.’Net zoals in buurland Mali zijn deToearegopstanden niet iets recents.Ontevreden over de postkoloniale grenzendie hun woongebied doorkruisten en overde exploitatie van grondstoffen, zoals urani-um, in hun achtertuin, uitten de Toearegs alin de jaren zestig en zeventig geregeld hunongenoegen. Eenmaal deel van de nieuwestaten zoals Mali en Niger, voelden ze zichbovendien achtergesteld bij de andere bevol-kingsgroepen. ‘De Toearegs hadden geengoede banen. Die kwamen enkel de Hausatoe. Toearegs werden behandeld als wilden’,aldus Toeareg Mohamed (36), die zelf ooitde wapens opnam tegen de overheid.

de toearegfactorWe zitten op een tapijt in het gras bij hetmuseum annex de zoo in hartje Niamey.Mohameds neef, ook Mohamed (22), zetthee en zorgt voor een vlotte vertaling tus-sen mijn Frans en hun Toearegs, zodat ergeen belangrijke details verloren gaan in

ons gesprek. Beiden werken als zilversme-den in de ambachtenhal van het museumin Niamey, maar zijn afkomstig van deAgadez-regio in het noorden. De oudsteMohamed trok begin jaren negentig op zijnvijftiende naar Libië op zoek naar werk enbelandde zo ongewild in het huurlingenle-ger van de Grote Leider.‘Ik ging naar Libië omdat we gehoord had-den dat er daar werk was. Velen waren onsvoorgegaan en kregen militaire opleidingenom dan voor Khadaffi te gaan vechten.Omdat de anderen het deden, was het nor-maal dat wij hetzelfde zouden doen.’ Op deleeftijd van de jonge rekruten werd niet al tenauw gekeken. ‘Dat we vijftien waren,maakte hun echt niet uit, zolang we gezonden sterk waren, kwamen we in aanmer-king.’ Na deelname aan Khadaffi’s militaireexpedities in Tsjaad en Libanon rees devraag onder de Toearegsoldaten waarom zeniet in eigen land voor hun rechten streden.Ze lanceerden een offensief tegen hetNigerese leger, Mohamed was erbij. ‘Wewaren met twintigduizend’, herinnert hijzich. Hij vermeldt barre levensomstandig-heden maar ook loyaliteit onder deToearegs en hun grote leiders, die nu eensbij hen waren en dan weer de buurlandenen het Westen afschuimden op zoek naarsteun en zichtbaarheid voor hun zaak.In 1995 kwam er een einde aan de rebellie,omdat de Toearegleiding en de overheid eenakkoord vonden. ‘Ze zijn ingegaan op onzevraag’, zegt Mohamed. ‘Er zijn Toeareg -ministers, er zijn Toearegs in de gendarme-rie en in het leger.’ Mohamed keerde naarhuis terug en nam de draad van het civieleleven weer op als juwelenmaker. Hij staataltijd klaar voor zijn volk als hij daarvoor

25MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

transparantie, corruptie en de mijnsector,vertelt hoe de bewoners van een wijk inNiamey er op zeker ogenblik hun buik volvan hadden. ‘Door de blokkades in hunwijk konden de ziekenwagens er niet meersnel door en moesten mensen kilometersomrijden om het ziekenhuis te bereiken.’Hij heeft het over zwangere vrouwen enhun baby’s die zo onnodig gevaar liepen ofzelfs het leven lieten. De overheid heeft uit-eindelijk moeten zwichten voor het protestvan de buurtbewoners en de blokkade moe-ten opheffen. De strengere veiligheidsmaatregelen zijnhet gevolg van twee simultane bomaansla-gen die in mei Niger opschrikten, gerichttegen respectievelijk een militaire post in denoordelijke stad Agadez en de uranium-mijn van de Franse gigant Areva in hetnabijgelegen Arlit. Eenentwintig mensenlieten er het leven bij. Enkele dagen laterbevrijdden islamisten op spectaculaire wijze22 van hun kameraden uit de centralegevangenis van Niamey. De operatie kosttetwee bewakers het leven. In de afgelopenjaren deden er zich sporadisch nog meeraanslagen of ontvoeringen voor op Nigereesgrondgebied. Andrew Lebovich noemt ineen artikel in het magazine Foreign Affairsde ontvoering van twee Canadese diploma-ten in 2008 (zij werden na enkele maandenweer vrijgelaten in Mali) en die van zevenbuitenlandse Areva-medewerkers in 2010,van wie er vandaag nog steeds vier wordenvastgehouden. Een bevrijdingspoging doorFranse speciale troepen van twee Fransendie in 2011 in hartje Niamey uit een restau-rant waren ontvoerd, liep dan weer faliekantmis en de twee gijzelaars kwamen om hetleven.Op geen enkel moment was daarbij volgensOumarou Hachimou de bevolking het doel-wit. Hij doet de aanslagen af als iets dat vanbuitenaf komt. ‘De Boko Haram uit Nigeria,de ontvoeringen en het terrorisme, hetmaakt allemaal geen deel uit van onzewereld want het gaat om mensen die vanelders komen. Het gaat niet om eisen vanNigerezen.’ Hij geeft toe dat zijn land met

een veiligheidsprobleem zit: ‘We zijn eenland met poreuze grenzen, omdat we weinigmiddelen hebben’, stelt hij. ‘En de middelendie we hebben, willen we eerder gebruikenom voedsel te zoeken dan om onze grenzenop de millimeter te bewaken.’De aanslagen worden bovendien in verbandgebracht met de militaire deelname vanNiger aan de interventie in Mali. Hachimouvan Niger24: ‘Onze president heeft volgensmij te veel gepraat. We hebben de prijsbetaald omdat hij de stoere taal van eenObama of Hollande wilde hanteren door testellen dat we hen koste wat kost zoudenverslaan.’ Niger was het eerste land in deregio dat troepen stuurde, al ging het maarom een klein contingent van vijfhonderdman in plaats van de aangekondigde twee-duizend. Vandaag zijn die intussen vervan-gen door een andere groep soldaten, dieonder VN-vlag zullen strijden.

‘Op korte termijn heeft dat het land ingevaar gebracht, gelet op onze beperktemiddelen’, denkt Souleymane IlliassouMagagi. Hij is secretaris-generaal van devakbond voor het overheidspersoneel vande mijnsector. ‘Op lange termijn zal hetmisschien veiligheid brengen, als we erinslagen deze bedreigingen onder controle tehouden.’ Er is een zekere consensus in hetland dat de crisis in Mali Niger direct aan-belangt en ook op politiek niveau was ernagenoeg eenstemmigheid over de beslis-sing om troepen naar Mali te sturen.

niger is mali nietOp het eerste gezicht heeft Niger immersdezelfde problemen die de Malinese staatnaar de rand van de afgrond dreven:Toearegopstanden, grote voorraden vannatuurlijke rijkdommen waar verschillendeinternationale grootmachten op teren of

��

��

REPORTAGEt e n d e n s e n

24

(links)Zoon van de kanton-chef, Amadou Mou-ni Maigha en enkelemijwerkers.

(rechts)De regiekamer vanNIGER24 in Niamey.

© X

ande

r Sto

ckm

ans

‘Telkens als er opnieuw over de mijncontracten moetworden onderhandeld, komt er een staatsgreep: dat is hoede mensen het zien.’

© O

livia

U. R

utaz

ibw

a

© O

livia

U. R

utaz

ibw

a

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

Page 14: MO*magazine 108

Chinezen. Uranium in die van de Fransen.Frankrijk haalt negentig procent van zijnelektriciteit uit kernenergie op basis van ura-nium. Dertig procent daarvan komt uitNiger. In Niger daarentegen staat uraniummaar voor vijf procent van de nationaleinkomsten.‘Het is heel eenvoudig’, legt vakbondsmanSouleymane Magagi uit: ‘Niger is aandeel-houder in de uraniummijnen van Areva.Dat betekent dat de inkomsten gebaseerdzijn op een verdeling van de winsten. Als ergeen winsten zijn, is er weinig te verdelen.’Het grootste probleem is volgens Magagidat ze geen controle hebben over de uitga-ven van Areva. ‘De voedselvoorziening voordie bedrijven, tot het mineraalwater toe,wordt afgenomen van Franse bedrijven. Dieoverdreven kosten worden mee in rekeninggebracht. Het geld gaat dus massaal terugnaar Frankrijk. Dertig procent van de uitein-delijke winsten zijn dan voor Niger, maarvoor de staatsbegroting komt dat neer opnog niet eens vijf procent. Dat is verschrik-kelijk voor het Nigerese volk. Er zou zo veelovergenomen kunnen worden doorNigerese bedrijven’, zucht Magagi.Leiders die in het verleden het tij wildendoen keren, is het niet goed vergaan. ‘Het

verhaal dat hierover de ronde doet bij men-sen is dat er, telkens als er opnieuw over demijncontracten moet worden onderhandeld,een staatsgreep komt,’ zegt Ali Idrissa,hoofd van ROTAB, laconiek. ‘De Afrikaanseleiders slagen er dus niet in weerstand tebieden aan de grootmachten en volgen hundictaat. De bevolking oogst enkel de inbe-slagneming van haar land, de ziekten dieexploitatie ervan met zich meebrengt, dechemicaliën van de uranium- en de goud-winning, en van petroleum weet iedereenwelke funeste gevolgen die heeft voor hetmilieu.’ Hij vermeldt enkele presidenten uitde jaren zeventig en tachtig, maar het meestterugkerende voorbeeld is dat van voormaligpresident Tandja. ‘Tandja had om nieuweuraniumprijzen gevraagd en Niger verkochtin die tijd voor het eerst zelf uranium. Hetwas ook in de periode dat er petroleumwerd gevonden. Toen kwam de staatsgreep.’Vakbondsman Magagi is niet de eerste diede jongste staatsgreep in 2010 koppelt aanTandja’s kille relatie met Frankrijk. Officieelgreep het leger in omdat Tandja zijn man-daat onconstitutioneel wilde verlengen. ‘Erzijn uiteraard geen harde bewijzen voor debetrokkenheid van Frankrijk bij de staats-greep’, geeft Moussa Tchangari van de orga-

nisatie Alternatives toe. ‘Staatsgrepen heb-ben de neiging in een sfeer van geheimhou-ding te verlopen.’ Voor Tchangari wordende vermoedens van een Franse hand in dezaak versterkt door wat er zich in de afgelo-pen jaren in de regio heeft afgespeeld. Hijnoemt Mauritanië, Ivoorkust, Tsjaad enzelfs Nigeria als dominoblokjes die opnieuwin Franse of pro-westerse handen kwamenof bleven tegen de achtergrond van dekomst van nieuwe spelers zoals China.Maar er is beterschap op komst. ZowelTchangirai als Ali Idrissa ziet een groeiendbewustzijn onder de bevolking. MetROTAB lobbyt Idrissa bovendien bij deoverheid en de mijnbedrijven om beter toete zien op de veiligheid van de arbeiders,en voor eerlijker contracten. Het werkbegint vruchten af te werpen.Vakbondsman Magagi wijst erop dat deNigerezen vooral meer opgeleide mensennodig hebben die betere contracten kun-nen bedingen. ‘We hebben ook een eigenonderzoeksinstituut nodig. In Algerije enNigeria hebben ze dat. Het betekent mis-schien niet dat de mensen er meteen betervan worden, maar op zijn minst belandthet geld al in de schatkist van de overheid.’Internationale organisaties zoals de EUondersteunen projecten die de transparantieen de onderhandelingstechnieken van deNigerezen moeten versterken, maar aan derol van grootmachten zoals Frankrijk wordtniet expliciet getornd. ‘Het is voor onsonmogelijk om hierin positie in te nemen,Frankrijk is een soevereine staat. Alles zouveel eenvoudiger zijn als het volgens deregels van de kunst gebeurde,’ geeft de wes-terse diplomaat toe, ‘maar Niger moet datzelf afdwingen.’

27

opgeroepen zou worden, maar van het levenals militair en de gewapende oplossing heefthij na zijn avonturen in de jaren negentigzijn bekomst. Aan de jongste opstand, in2007, nam hij dan ook niet deel, al had hetoordeel van zijn moeder daar vast en zekerook iets mee te maken. ‘Zij wilde absoluutniet dat ik opnieuw ging vechten, ze zou hetme niet vergeven hebben als ik het tochgedaan had. Ze is de enige persoon terwereld die me zou kunnen tegenhouden alsik iets in mijn hoofd heb’, geeft hij schaap-achtig toe. ‘Het leven voor de Toearegs isbeter nu. Er is rust.’ De Toearegs in Niger zijn inderdaad eenbelangrijke economische kracht. Velen vanhen kwamen niet met lege handen uit Libiëterug en ze wisten onder meer een uitge-breid transportnetwerk uit te bouwen in hetland. De grondstoffen in Niger zijn meer ver-spreid over het land en vele ervan bevindenzich in het noorden. In buurland Mali is erook een vermoeden van rijkdommen in hetuitgestrekte noorden, maar tot op vandaagis er nog nauwelijks iets concreet ontgon-nen. Volgens de internationale diplomaatleidde dat ertoe dat de bevolking in hetnoorden van Niger, waaronder de Toearegs,in tegenstelling tot hun gemarginaliseerdeburen in Noord-Mali, een grote economi-sche impact en onderhandelingsmarge had-den en hebben. Een van de elementen in devredesakkoorden met de Toearegrebellenvoorzag in een verder doorgedreven decen-tralisatie van de macht in Niger en die is erook gekomen. ‘De Nigerese overheid heeftdoor de jaren heen een oprechte wilgetoond om tot een vergelijk te komen met de Toearegrebellen,’ zegt de westersefunctionaris .Ook professor Tidjani beaamt dat deNigerese overheid de rebellieën steeds ausérieux heeft genomen. ‘Het Nigerese legerbestaat bovendien echt als het op veiligheidaankomt’, zegt Tidjani. Toen de NigereseToearegstrijders na de val van Khadaffigewapend huiswaarts keerden, was de over-heid er bovendien snel bij om hen te ver-

welkomen, op voorwaarde dat ze hunwapens zouden afstaan. Zij die dat niet wil-den trokken verder naar Mali.

far westIn het zuidwesten van Niger, vlak bij Teraaan de grens met Burkina Faso, bezoek ikmet Pele en Naomie –ook zij is een mede-werkster van ROTAB– de elf maandenoude goudmijn Kantou. Ik weet niet precieswat ik moet verwachten, maar het geïmpro-viseerde marslandschap met putten, bergjesen hutjes had ik zelf niet kunnen verzin-nen. Die dag zijn er niet zo heel veel wer-

kers omdat de ramadan net afgelopen is envelen nog op familiebezoek zijn. Bovendienmaakt het regenseizoen het graafwerk in denauwe putten met glibberige wanden extragevaarlijk.Als we aankomen is er net een verhitte dis-cussie aan de gang tussen een groepje mijn-werkers. Een gezette man met een wijnroodglanzend gewaad beslecht met luide stemhet dispuut. Amadou Mouni Maigha is dezoon van de kantonchef en wat hem betreftis bijgevolg heel de mijn van hen. Hij doethet hele getrapte betalingssysteem uit dedoeken: ‘Op een gegeven moment waren wemet meer dan 10.000 mensen. Iedereenmag hier graven, alle nationaliteiten. Jemaakt je hutje zoals wij, jij kiest waar jegraaft, maar als je goud vindt, moet je onseen grondbelasting betalen. De wet bepaalt:tien procent.’ In plaats van dat geldelijk tebetalen, moeten gouddelvers van elke tienzakken die ze naar boven halen er eenafstaan aan Maigha. De kleine werknemerskrijgen kost en inwoning van bazen die dehelft van de vondsten incasseren. De over-blijvende vijftig procent moeten de graversonderling verdelen.‘Toen ik hier arriveerde, trof de vastenmaand

mij’, zegt een van de delvers me in hetFrans, met een sterk Ivoriaans accent. Djibrilis een Nigerees uit Ivoorkust. De berichtenover goud lokten hem naar Niger, en boven-dien was hij benieuwd naar het land van zijnouders. Samen met zijn neven schuimt hijde goudmijnen af. ‘We worden niet per dagbetaald, maar als God wil dat we goud vin-den, dan wordt het verdeeld onder de baasen de arbeiders.’ Dat is al even niet meergebeurd, maar Djibril blijft er laconiekonder, ook over zijn veiligheid: ‘Met de regenis het een gevaarlijke periode om te graven.We werken zonder bescherming, maar als je

tijd gekomen is, dan is het zo.’ De hele mijn is nog in aanbouw, de regelsworden al doende opgesteld, ook wat de vei-ligheidsvoorschriften betreft. ‘In het beginwas er geen reglement’, zegt Maigha. ‘Nuwel, en we hebben al zes maanden geenvalpartijen gehad.’ Instortingen of valpartij-en in de vaak tachtig meter diepe putten enonderliggende gangen hebben steevast dedood tot gevolg. Er zijn soldaten van hetNigerese leger aanwezig om de veiligheid teverzekeren, maar veel verder dan dat lijktde hand van de overheid niet te reiken.Inkomsten voor de overheid uit de goud-winning zijn daarom nagenoeg onbestaan-de. De overheid probeert de mijnen aanregels te onderwerpen, maar dat gaat nietzonder slag of stoot. ‘Er gaan stemmen opom sommige mijnen te sluiten, maar zezullen zien dat dat niet gaat gebeuren’, zegtMaigha trots. ‘Mensen gaan niet weg omdatze hier in één klap rijk kunnen worden.’

rijke armoedePetroleum, goud, uranium… Ondanks alzijn bodemrijkdommen behoort Niger totde armste landen ter wereld. De petroleum,in 2011 ontdekt, is vooral in handen van de

��

REPORTAGEt e n d e n s e n

26 MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

Q

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

‘De Toearegs hadden geen goede banen. Die kwamen enkel de Hausa toe. Toearegs werden behandeld als wilden.’

Het regenseizoenin Niger zet grotestukken landonder water.

© O

livia

U. R

utaz

ibw

a

Page 15: MO*magazine 108

29MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

Oneerlijke machtsverhoudingen in de wereldwijde handelsketensaankaarten. Dat is de missie van Oxfam-Wereldwinkels. ‘We blij-ven boeren in het Zuiden een minimumprijs voor hun productengaranderen en een fairtradepremie aanbieden. Maar nog belangrij-ker is dat het hele wereldhandelssysteem fundamenteel verandert.’

‘Wij kunnen lawaai maken’

�‘Over marktwerking spreken in de fairtradebewegingis vloeken in de kerk. Onterecht. Want economen wetendat er bepaalde momenten zijn waarop de markt foutenmaakt – ook Adam Smith wist dat. We noemen dat:marktfalen. Als je dan de markt haar ding laat doen,beland je in een situatie die voor het publiek mindergoed is dan wanneer je zou interveniëren. Monopolieszijn het duidelijkste voorbeeld. Als de structuur van eenproductieproces zo in elkaar zit dat je bij machtsconcen-tratie uitkomt, dan heeft de overheid de plicht in te grij-pen.’ Aan het woord is Arne Schollaert (38), hoofd politiekbeleid bij Oxfam-Wereldwinkels. Schollaert weet waar-over hij het heeft. Hij is doctor in de economie, werkteals strategisch consultant voor grote ondernemingen enleidde de studiedienst van sp.a. ‘Wanneer binnen de EU een grote bierproducent een con-current wil overnemen, komt de EU tussenbeide’, zegtSchollaert. ‘Maar als het gaat over handel met het Zuiden,dan vinden we machtsconcentratie blijkbaar niet erg.’

500 bedrijvenWat is eigenlijk het probleem? Producenten in hetZuiden signaleren steeds vaker aan Oxfam-Wereld -winkels dat ze moeten verkopen aan dochteronderne-mingen van dominante, gevestigde bedrijven.Internationale handel verloopt op die manier steeds vakertussen verschillende filialen van hetzelfde moederbedrijf.Gevolg: tussen de honderden miljoenen producenten ende zeven miljard consumenten staan volgens Oxfam-Wereldwinkels minder en minder firma’s – momenteelzo’n vijfhonderd. Schollaert: ‘Die kleine groep bedrijven

beslist dus over de kwaliteit, de kwantiteit, de plaats vanproductie en de prijs van ons voedsel. Zij controleren wiewat produceert, wie wat te eten krijgt, en voor welke prijs.Per keten zou het eigenlijk zo moeten zijn dat als je éénspeler wegneemt, dat geen invloed mag hebben op deprijs. Is dat wel zo, dan zit je met macht in die keten.’ Oxfam-Wereldwinkels heeft nog een extra argument omhet publiek te overtuigen: ‘De directe kosten van demachtsconcentratie voor het Zuiden zijn helder. Maardat dat ook tot kosten in het Westen leidt, daar staan weniet bij stil. Nochtans werkt marktmacht in één van deschakels ook door in de rest van de keten – met eenhogere prijs voor de consument tot gevolg.’Enkele voorbeelden. Vier ondernemingen – de ABCD –zijn vandaag verantwoordelijk voor meer dan negentigprocent van de wereldwijde graanhandel: ADM, Bunge,Cargill en Louis Dreyfus. In 2008 bezaten zes bedrijvenin de agrochemiesector (Bayer, Sygenta, BASF, Dow,Monsanto en DuPont) samen dan weer driekwart van dewereldwijde pesticidenmarkt. Schollaert: ‘Voor alle duide-lijkheid: ik neem de Nestlés van deze wereld niets kwalijk– voor zover zij zich aan de regels houden. Zij doen datwaarvoor ze zijn opgericht: winst maken. Dat kun je henniet verwijten, want ze spelen binnen een raamwerk datwij met zijn allen uitgetekend hebben. Daarom zeggenwij: beste overheid, uw beurt nu.’

zweepbewegingOxfam-Wereldwinkels wil het onrecht in de huidige han-delsrelaties bekendmaken bij het grote publiek. Het hooptdat steeds meer burgers vervolgens gaan eisen dat hetmodel verandert en dat beleidsmakers dan niet anders

door Kristof Clerix

Week van de Fair Trade

28 MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

ACTUEELt e n d e n s e n

kunnen dan ingrijpen. Schollaert: ‘Wij zijn een zweep-beweging, we kunnen lawaai maken. We hebben8000 vrijwilligers die, na te zijn opgeleid, lokaal hetverhaal kunnen brengen, en tegelijkertijd willen wijzelf ook het nationaal debat over eerlijke handel aan-zwengelen – onder meer via de media. Dan komen erpolitici die er zich op profileren en wordt het eenthema in het kieshokje. Lokaal is dat al het geval. Eenschepen in pakweg Poelkapelle kan stemmen trekkendoor de wereldwinkel open te houden, door er zich opte profileren. Federaal speelt dat niet. Waarom?Omdat niemand het thema federaal op de agenda zet.Dat is de omzwaai die we nu proberen te maken.Bovendien is Oxfam-Wereldwinkels een handelsorga-nisatie. Wij spreken met kennis van zaken.’ Is het niet utopisch te denken dat Oxfam-Wereld -winkels zo maar even het hele wereldhandelssysteemkan veranderen? Schollaert: ‘Als we veertig jaar gele-den bij de geboorte van onze organisatie niet haddengeloofd in ons project, dan waren er vandaag geen235 wereldwinkels.’ Het belang van lobbywerk mag niet onderschat wor-den, zegt Schollaert. ‘Kijk naar de Wereldhandels -organisatie. Die is opgericht met de beste bedoelin-gen. Ieder overleg begint geweldig, maar wordt ver-volgens keihard omgebogen. Wat is er fout metbeleidsmakers? Niets intrinsieks. De vraag is met wiezij alle dagen rond de tafel zitten. Dat zijn de grotebedrijfsleiders. Hun grieven worden gehoord. Dewerkloze of de cacaoproducent zit niet mee aan tafel.Besluit: we hebben te weinig gelobbyd als ngo-wereld– al hebben we het wel geprobeerd. De budgetten eninstrumenten die wij daarvoor hebben, zijn lachwek-kend in vergelijking met wat de grote spelers ertegen-aan gooien. Vandaar ook dat wij het parallel aanpak-ken, via de bewustmaking van het publiek.’

‘minimumprijs blijft noodzakelijk’In zijn nieuwe campagne pleit Oxfam-Wereldwinkelsvoor sterke antitrustmaatregelen bij de Wereldhandelsorganisatieen voor de oprichting van een onafhankelijk VN-orgaan dat de con-centratiegraad in de verschillende landbouwketens monitort.Verder roept het de Belgische overheden ertoe op zich gezamenlijkin te zetten voor meer transparantie in de internationale toeleve-ringsketens, en de organisatie van kleinschalige boeren in coöpera-ties te ondersteunen. Ten slotte vraagt Oxfam-Wereldwinkels henom te blijven investeren in producten van eerlijke handel, ‘alsremedie tegen de machtsonevenwichten in de keten’. Want de klas-sieke fairtradeprincipes (onder andere een minimumprijs voor de

producent in het Zuiden plus fairtradepremie voor de gemeen-schap) laat Oxfam-Wereldwinkels niet varen. ‘Eigenlijk is zo’nminimumprijs ook een relatief arbitraire prijs’, zegt Schollaert.‘Maar het laatste wat ik wil doen, is de sector afvallen. Zolang weaan een markt overgeleverd zijn die niet goed in elkaar zit, is dieminimumprijs voor de boer in het Zuiden noodzakelijk.’

Meer info over de wereldwijde handelsketen vind je op www.allekaartenoptafel.be.Van 2 tot 12 oktober staan fair trade en fairtradeproducten tien dagen lang in de kijkertijdens de Week van de Fair Trade. Op 12 oktober krijg je in de Wereldwinkels een gratispot Oxfam-choco in ruil voor een lege chocopot. Bekijk het volledige programma opwww.oxfamwereldwinkels.be en www.weekvandefairtrade.be

© Bart Lasuy

Arne Schollaert:‘We hebben teweinig gelobbydals ngo-wereld, alhebben we hetwel geprobeerd.’

Page 16: MO*magazine 108

� Anurag Suri (20), Karim El-Ouali (22), LianaDavtyan (20), Frederik Kucam (21) en RoelandQuarcoo (19) zijn allemaal in Mechelen geborenof er op heel jonge leeftijd komen wonen. Endaar zijn ze erg blij mee. ‘Het leven in België isaangenaam. Er is veel mogelijk op het vlak vanonderwijs, loopbaan en gezondheidszorg. DeBelgische samenleving is vrij vreedzaam’, zegtFrederik, geboren en getogen in Mechelen. ‘InBelgië heb je bovendien de kans om met mensenvan verschillende afkomst om te gaan, anderevisies te ontdekken en je wereld te verruimen’,zegt Anurag. Ook Karim vindt dat een voordeel:‘Hier krijg je de unieke kans om de wereld te ont-moeten, in mijn wijk, op school.. Maar je hebtook de mogelijkheid om de wereld te bezoekenen te ontdekken. Met mijn Belgische paspoortkan ik overal naartoe zonder al te veel proble-men.’

wie ben ik?Frederik: ‘Ik ben Assyriër.’Liana: ‘Ik ben een Belgisch-Armeense.’Karim: ‘Ik ben Marokkaan.’ Roeland: ‘Ik ben Ghanees.’ Anurag: ‘Ik kom uit India.’Het behoren tot een etnische groep of tot een landvan herkomst is voor minstens vier van de vijfjongeren enorm belangrijk. Tegelijk zeggen zeallemaal dat ze heel veel “Belgisch” in zich dra-gen. Ze zien zichzelf als het resultaat van min-stens twee grote culturen, de Belgische waarbin-

nen ze opgegroeid zijn en de cultuur waartoe hunouders behoren. Als hij in het buitenland is, zegt Frederik dat hijuit België komt en voegt eraan toe –indien nodig–dat hij van Turkije afkomstig is. Maar verwijzennaar zijn Assyrische afkomst doet hij niet.‘Anders wordt het te ingewikkeld.’ ‘Ik ben een Belg afkomstig uit Armenië’, is Liana’sstandaardantwoord in het buitenland. Roelandzegt dan weer ‘Ik ben van België maar ik ben vanGhanese afkomst’, terwijl Anurag en Karim blij-ven verwijzen naar hun land van herkomst. ‘Ik ben Marokkaan’, antwoordde Karim toenBritse toeristen in Italië naar zijn afkomst vroe-gen. ‘Ik krijg daar altijd positieve reacties op in hetbuitenland. Dan zeggen ze: “Oh! We zijn inMarokko geweest en dat is een heel mooi land” ofiets in die stijl. Ik vind het onze taak om het beelddat heerst over Marokkanen te corrigeren. Als jeopkomt voor je afkomst dan toon je datMarokkanen gewone en toffe mensen zijn, nietenkel delinquenten.’Ook Liana en Frederik zijn trots op respectievelijkhet Armeense en het Assyrische volk. Liana:‘Armeniërs zijn de hele geschiedenis moediggeweest en ondanks de oorlogen en de vervolgin-gen hielden ze stand.’ Alleen Anurag gelooft nietin zoiets als een vaderland: ‘Ik zeg altijd en overaldat ik uit India kom gewoon omdat ik er geborenben. Maar ik ken het gevoel te behoren tot eenland niet. Ik voel me op de eerste plaats mens enik behoor tot de wereld.’

31

DOSSIERt e n d e n s e n

30 MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

door Samira Bendadi en Alma De Walsche

Hoe zien allochtone jongeren zichzelf en hoe situerenzij zich in de maatschappij? MO* vroeg het aan vijfMechelse twintigers met buitenlandse roots. Anurag,Karim, Liana, Frederik en Roeland werden geborenrond Zwarte Zondag, beleefden hun tienerjaren na9/11 en dromen nu over de toekomst. Een zestal

experts kaderen hun ervaringen.

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

De identiteit van jonge allochtonen

��

Ik ben 20 in 2013

Anurag: ‘Ik ken het gevoel te

behoren tot

een land niet. Ik voel

me op de eerste plaats

mens en ik behoor tot d

e wereld.’

© L

isa

Dev

elte

re

Twintig jaar na de oprichting van PRISMA, de ProvincialeIntegratiedienst van de ProvincieAntwerpen, en van het Centrumvoor de Gelijkheidvan Kansen enRacismebestrijding,blijft integratie vanjongeren met bui-tenlandse roots eenactueel thema. MO* portretteertvijf jongeren uitMechelen, geengrootstad maar weleen zeer diversesamenlevingsplek.

Page 17: MO*magazine 108

en de toekomst?‘Ik begin aan een opleiding in desalessector. Ik zie mijn leven nietbuiten België en zeker niet buitenEuropa’, zegt Frederik. Roelandstudeert dit jaar af als kok en zouheel graag iets willen doen metzijn Ghanese roots. Een eigen res-taurant met Afrikaanse specialitei-ten is zijn droom. En aangezienhet in België heel moeilijk is omeen zaak op te starten en vooralovereind te houden, sluit hij nietuit dat hij op een dag naar Ghanatrekt om die droom waar temaken. Karim gaat naar de VS op uitwis-seling. ‘Als binnenhuisarchitect ishet niet voor de hand liggend eenjob te vinden met genoeg ruimtevoor creativiteit’, zegt hij. Zijndroom is daarom om in landenals Qatar, Singapore of Dubai –waar budget geen punt is– eenkans te krijgen om verder in zijnberoep te groeien. Anurag wil fis-caliteit of criminologie studeren.Als je de wetten goed kent, kun jeje voordeel eruit halen, vindt hij. Liana gaat resoluut voor haar oor-spronkelijke droom: advocaatworden. Dit academiejaar vat zehaar rechtenstudies aan. ‘Ik denk dat een generatie opkomst is die gaat bewijzen dat weook normale mensen zijn,’besluit Karim, ‘en dat we gewoonzuurstof willen om te overleven,dat we allemaal hetzelfde willen,de economie van België betermaken en zelf gelukkig zijn.’

‘ik ben een moslim’‘Allochtonen van de tweede enderde generatie, dat zijn mensenvan hier, in onze samenlevinggeboren en getogen. Ze hebbenop dezelfde scholen gezeten enhebben daar meer uren doorge-

bracht dan in de moskee, als ze alnaar de moskee gaan. De mees-ten kennen nauwelijks nogArabisch maar kijken wel naarTMF, MTV of andereNederlandstalige zenders.’ Overdat uitgangspunt van JanZienkowski bestaat weinig dis-cussie. Wat is dan de identiteitvan die jongeren?‘Als we daarover spreken, is hetbelangrijk een onderscheid temaken tussen het “zelf” en deidentiteit of meerdere identiteitenvan een individu’, steltZienkowski. ‘Op de vraag “Wat isuw identiteit?” verwacht men alsantwoord “Marokkaan” of“Vlaming” of “moslim” of “boed-dhist”. Maar tegelijk is die per-soon vader of moeder of bediendeof politicus. Een persoon heeftvele identiteiten die je maken totwie je bent. Het geheel daarvan ishet “zelf”, en dat is gestoeld opeen gevoel van coherentie.Wanneer dat gevoel van coheren-tie niet meer ervaren wordt, ofwanneer er bepaalde identiteits -aspecten die je heel erg waardeertondermijnd worden in specifiekecontexten, dan ontstaan er proble-men.’Allochtone jongeren worden sys-tematisch aangesproken opslechts één aspect van hun zelf-beeld –met name het moslimzijn– en dat wekt frustraties op. Een van de jongeren dieZienkowski interviewde, herin-nert zich volgend voorval vantoen hij vijftien was: de klasmaakte kabaal en de leraar vroegom stilte. ‘Kan dit niet wat min-der?’ Vervolgens richtte de leraarzich specifiek tot die ene jongere:‘Mag dat wel van uw profeet?’Zienkowski: ‘Die jongen werdsteevast op basis van andere crite-

33MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

ben ik allochtoon?‘Over het algemeen voel ik meBelg en meestal word ik ook zogezien. Ik voel me niet direct aan-gesproken door het woord alloch-toon’, zegt Liana. Frederik wel:‘Het is meestal negatief maar ikmaak me daar niet druk over. Datheeft geen zin.’ ‘Ik voel me aangesproken doorhet woord allochtoon en ik bènook allochtoon’, zegt Karim. ‘Hetzijn de negatieve connotaties dieme dwarszitten, niet zozeer hetwoord.’ ‘Ik voel me niet direct aangeval-len als ik het woord allochtoonhoor’, zegt Roeland. ‘Ik luistereerst. Ik maak me nu veel minderdruk over negatieve commentaaren ga veel minder in de verdedi-ging dan vroeger. Dat komt mis-schien doordat ik intussen watouder ben.’ Anurag zegt dat hij overal allochtoon is. ‘InIndia ook. Ze denken altijd dat ik uitGroot-Brittannië of Ierland kom. In Belgiëword ik vaak gezien als Marokkaan, vanwe-ge mijn huidskleur en mijn zwarte haar.En ik heb daar geen probleem mee.Integendeel. Meestal laat ik dat zo. Somszeg ik zelf dat ik Marokkaan ben. Op diemanier sta ik sterk. Wanneer de tegenpartijontdekt dat ik geen Marokkaan ben, is deverrassing groot. En zo haal ik gemakkelijkmijn gelijk.’

ben ik gelovig?‘Het christelijke geloof is een zeer belang-rijk aspect in mijn leven. Ik ben ook prakti-serend en zal later mijn kinderen ookchristelijk opvoeden’, zegt Liana. OokFrederik noemt zichzelf gelovig: ‘Religie isdrager van veel belangrijke waarden zoalseerlijk zijn, niet stelen, niet liegen, nietdrinken…’ Roeland is als christen opgevoed‘en wil het zo houden’.Karim is moslim en zegt heel gehecht tezijn aan zijn religie. ‘Voor mij zijn de vijf

zuilen van de islam het belangrijkste. Ikzoek de details niet op. Ik ga niet alles teletterlijk in mijn leven toepassen.’ Anuragsouders zijn hindoes. Zelf ziet hij zichzowel hindoeïstisch als moslim als chris-ten. ‘In het hindoeïsme is vertrouwen debelangrijkste waarde. In de islam is datbroederschap en in het christendom is hetliefde. Ik wil niet voor één van deze waar-den kiezen. Ik wil ze alle drie.’

wanneer wist ik wie ik was?‘Als kind was mijn kennis over Marokkobeperkt. Voor mij was dat de plaats waarwe elk jaar op vakantie gingen. Nietbepaald een interessante plek. Pas in hettweede middelbaar voelde ik me voor heteerst geen “echte Belg”. Door wat ik opschool hoorde, wilde ik soms mijn kofferspakken en naar mijn Marokko vertrekken.Op dat moment ben ik me beginnen inte-resseren voor de geschiedenis vanMarokko. In die periode ontdekte ik dat ikecht Marokkaan was. Later, door zelf inMarokko te reizen, heb ik ontdekt hoe

mooi het land is en dat heeftmijn identiteit als Marokkaan ver-sterkt.’‘Ik ben slechts drie keer inArmenië geweest en zie het nietzitten om daar ooit te gaanwonen’, zegt Liana. ‘Ik weet welveel over het land. Ik heb zes jaarlang op zaterdagvoormiddag lesgehad om de Armeense taal encultuur te leren. Dat heeft mijnidentiteit versterkt en me trotstergemaakt op mijn afkomst. Ik vindhet belangrijk en mooi dat men-sen ook een stuk van hun cultuurbehouden.’ Frederik is nog nooit in de streekgeweest waar zijn ouders vanafkomstig zijn. Ook in Turkijewas hij nog nooit. ‘Dat ik Assyriërben, is gewoon zo. Ik wil het zohouden –al zit er heel veel in mijdat Belgisch is. Ik wil later meteen Assyrisch meisje trouwen.’

‘Ik ben slechts drie keer in Ghana geweest’,zegt Roeland. ‘Wat me in mijn afkomstaantrekt, is vooral de positieve ingesteld-heid van de Ghanezen en van de Afrikanenin het algemeen. Ook al hebben ze hetmoeilijk, ook al gaat het niet goed, toch blij-ven ze opnieuw proberen en blijven zealtijd lachen.’ Liana, Frederik, Karim en Roeland vindenfamiliebanden en solidariteit de grootstetroeven in de cultuur van afkomst. En datmag niet veranderen, vinden ze. Anuragblijft trouw aan zijn keuze om altijd enoveral de “derde persoon” te zijn. Hij gaatelk jaar naar India. Toch bekijkt hij dezaken vanop een afstand. Anurag: ‘Familie is ook belangrijk bij ons.Dat is het geval in alle oosterse en zuiderselanden –en dat heeft voor een groot deel temaken met het feit dat je daar je familieecht nodig hebt. Je hebt hun solidariteit enhun hulp nodig. Hier kun je vrij vroegonafhankelijk worden en op je eigen benenstaan. Daarom is familie hier minderbelangrijk.’

��

��

32

IDENTITEITSEXPERTSJan Zienkowski doctoreerde aan de UniversiteitAntwerpen over identificatieprocessen en wereld-beelden van activisten en intellectuelen met eenMarokkaanse achtergrond. Amy-Jane Gielen leidt A.G. Advies, een bureauvoor onderzoek en advies op het vlak van jeugd,welzijn en integratie. Gielen is ook betrokken bijhet Europese Radicalisation Awareness Network. Ico Maly is coördinator van Kifkif, de interculture-le beweging die strijdt voor gelijkheid en tegenracisme. Nadia Fadil is docente aan de vakgroep antropo-logie van de KU Leuven. Ze doctoreerde over reli-gieuze kaders bij de tweede generatieMaghrebijnen. Dirk Kops is directeur van de Technische SchoolMechelen, afdeling deeltijds en volwassenen -onderwijs.Kris Cleiren is directeur van de ProvincialeIntegratiedienst van de Provincie Antwerpen(Prisma).

‘Een persoon heeft vele identiteiten die je maken tot wie je bent.’

Liana: ‘Ik zal mijn kinderen later ook christelijk opvoeden.’

Frederik: ‘Later wil ik

met een

Assyrisch meisje tro

uwen.’

© L

isa

Dev

elte

re

© L

isa

Dev

elte

reMOQ • oktober 2013 • www.mo.be

Page 18: MO*magazine 108

ren in die zoektocht goed bege-leid worden. Amy Jane Gielenstelde in haar onderzoek vast dater bij de meeste geradicaliseerdejongeren –zowel links als rechts,allochtoon of autochtoon– heelwat fout liep in die zoektocht. Een groep jonge moslimmeisjeszette zich af tegen de cultuur vanhun ouders, omdat ze die te ver-knechtend vinden. Ze voelen zichaangesproken door de “wareislam” omdat ze daarin eenemancipatiebeweging zien.Omdat ze geen Arabisch kennen,vallen ze terug op vertalingen ophet internet. Er zijn echter meerradicale teksten vertaald dangematigde en jongeren die opzoek zijn, zijn vatbaar voor dataanbod. Gielen: ‘Dat ze hun zin-geving zoeken buiten onzesamenleving, hoeft niet te verba-zen. Er zijn heel weinig mensendie hen kunnen begeleiden in dat proces,die hun specifieke problemen en hun wor-steling begrijpen.’Een geradicaliseerde, extremistische min-derheid vertaalt die “ware islam” in eengewapende jihad, bijvoorbeeld in Syrië, ter-wijl heel wat jongeren van vreemde originewel hun weg vinden in onze samenleving.Steeds meer volgen universitair onderwijs,wat hen de mogelijkheid geeft om hunervaringen te kaderen en systematisch tereflecteren over hun situatie. Ze leren theo-retisch na te denken over racisme, discri-minatie en integratie, wat belangrijk is voorhun identiteitsontwikkeling maar ook voorhun politiek bewustzijn. Toch vinden verschillende experts het ookbelangrijk dat de voedingsbodem voor radi-calisering wordt weggenomen: allochtonejongeren met een diploma, die heel erghun best doen maar geen job vindenomdat ze de foute naam of huidskeur heb-ben –dat werkt frustrerend. Nadia Fadil:‘Veel jongeren zijn de discriminatie kots-beu. Ze willen daar niet langer mee gecon-

fronteerd worden. Ze weten niet of ze voorzichzelf nog een toekomst zien in dit landen dat is zorgwekkend.’

superdiversiteit Voor het eerst leven we in een samenlevingvan superdiversiteit: Gent telt 170 nationali-teiten, Brussel 184, Antwerpen 179 enBelgië 195. Die mensen verschillen alle-maal van elkaar, niet alleen wat betreft huntaal of herkomst maar ook wat betreft hunculturele en historische achtergrond, toe-komstprojecten en verwachtingspatronen.Niet alleen is er de superdiversiteit, desamenleving verandert ook voortdurend,op alle vlakken, en dat brengt conflictenmee. De veranderingen voltrekken zichbovendien niet alleen in de grote stedenmaar ook in kleine gemeenten. Hoe ga jeals lokaal bestuur om met nieuwe groepenen hoe coach je het samenleven? KrisCleiren, directeur van Prisma: ‘We moetenveel meer bezig zijn met die permanenteverandering en de nodige flexibiliteit aande dag leggen om daarmee om te gaan.

Zingeving en levensbeschouwinghoeven daarbij niet weggemoffeldte worden, dat is een rijkdom diewe niet als bedreigend hoeven teervaren.’ Wat het ook behoorlijk complexmaakt, is dat die veranderingenniet te vatten zijn binnen nationa-le grenzen, terwijl de instellingenen het beleid wel gericht zijn opdie nationale entiteiten. MoetEuropa dit oplossen? Wellichtniet, want het scepticisme tenaanzien van Europa groeit, terwijlook de instellingen en politiekepartijen hun geloofwaardigheidverliezen. Amy Jane Gielen: ‘We zien datmensen steeds meer tegenoverelkaar komen te staan in plaatsvan met elkaar te leven. Het “ik”wordt belangrijker dan het collec-tief, en dat is een tikkende tijd-bom. Het maatschappelijk onbe-

hagen is zeer groot.’ We missen volgensGielen de kennis en de competenties omom te gaan met die diverse groepen diedeel uitmaken van onze samenleving, eenproces dat de VS volgens haar al achterzich hebben liggen. Die samenleving vanmorgen gestalte geven en leefbaar maken,is daarom een verantwoordelijkheid vaniedereen, op elk niveau, zo stelt elk van dedeskundigen. De democratische weg is deenige optie om te komen tot een samenle-ving gebaseerd op gelijke rechten vooriedereen, gelijkheid in verscheidenheid.

35

ria geëvalueerd, gebaseerd op datspecifieke aspect van zijn identi-teit, terwijl dat in de context totaalirrelevant was. Zo’n opstellingleidt tot spanningen. Het gaat omeen gevoel van miskenning en datheeft een emotionele impact. Danzijn er twee reacties mogelijk: jesluit je af of je probeert met diefrustratie iets positiefs te doen omzo betekenis te geven aan dieervaring. Politiek bewustzijnwordt heel vaak via zo’n emotio-nele interacties getriggerd als eenrespons op de manier waarop dejongeren aangesproken werdendoor autoritaire figuren, vaak leer-krachten, of de media. Dikwijls ishet effect niet meteen zichtbaaren maken deze personen eersteen crisisperiode door. Somsbeginnen ze te zoeken en dankan je om het even waar uitko-men: bij Sharia4Belgium, bij eengevestigde politieke partij of een anderengagement. Of eventueel naar Syrië ver-trekken.’Vooral sinds 9/11 is die identificatie vanallochtoon met islam doorgebroken. Amy-Jane Gielen: ‘Tot 2001 hadden we het overetniciteit en minderheden en de problema-tiek die daarmee gepaard ging. Na 9/11werden de mensen niet meer gezien alsNederlander of Marokkaan of Fatima, maarals moslim of niet-moslim.’ Ook mensendie helemaal niet bezig waren met religiezijn zich onder invloed van het maatschap-pelijk debat toch gaan buigen over dieislam om te weten waar die dan preciesover gaat. Ook Nadia Fadil ziet 9/11 als een keerpunt:‘De “clash of civilizations” is ouder dan 11september, maar die datum creëerde weleen cesuur in het bewustzijn in de samen-leving. In de jaren tachtig ging het debatover “de migranten als profiteurs van desociale zekerheid”, vandaag gaat het overde islam.’ De media hebben dat proces vol-gens Fadil nog eens extra gestimuleerd

door de representatie van de islam te pola-riseren.

kinderen van de wereld Er is niet alleen 11 september. Zowelautochtone als allochtone jongeren zijnkind van de globalisering. Ze bouwen hunidentiteit op met elementen die zowellokaal als globaal zijn. Ico Maly: ‘Er is eenhele waaier van subculturen gegroeid dieglobaal georganiseerd zijn. Autochtone jon-geren die skater zijn, richten zich niet ophun buurjongen maar op een globale ska-terscultuur die een bepaalde mode aan-hangt. Er is ook een gecommercialiseerdemoslimmode, zoek maar eens op YouTubenaar hijabistas (van hijab en fashionista,adw) en je krijgt een waaier modieus gekle-de moslima’s. Die beelden worden beke-ken door jongeren uit Dadizele, maar ookuit Londen, Pakistan en Afghanistan.’ Veel meer dan de generatie die nu veertigis, bouwen ze hun referentiekader op metelementen uit de grote wereld. Nadia Fadil:‘Jongeren staan veel meer in contact met

de internationale gemeenschap,via internet en sociale netwerken.Ze lezen vlotter Engels, hebbenandere informatiekanalen en datheeft een impact. De gebeurtenis-sen in Egypte of Syrië vinden bijdie jongeren een grotere interna-tionale weerklank, precies omdatze ook van jongs af met die inter-nationale dimensie geconfron-teerd zijn en erop aangesprokenworden sinds 9/11.’ Die globalisering speelt nietalleen in de identiteitsopbouwvan de jongeren. Ze heeft ookonze eigen samenleving veran-derd. Amy-Jane Gielen: ‘Overal inEuropa zien we een polariseringtussen bevolkingsgroepen ont-staan, België en Nederland vor-men daarop geen uitzondering.Het is niet zo dat enkel de mos-lims radicaliseerden. We zien eengrotere verrechtsing van de

samenleving, onder invloed van rechtsepolitieke partijen en politieke figuren: inNederland is dat Geert Wilders, inVlaanderen het Vlaams Belang en N-VA.Het gaat om een actie-reactieverschijnsel.De globalisering heeft de samenlevingmulticultureler gemaakt en het feit datmensen plots beseffen dat ze zich situerenin één grote wereld, roept identiteitsvragenop. Wie ben ik? Waar hoor ik bij? Hoor ikbij een land? Een groep? Mensen gaan zichpositioneren, standpunten innemen. Daarbovenop komt de economische crisis. Hetfenomeen wat men in Nederland het “mul-ticulturele onbehagen” noemt, bestaat allanger, maar de crisis komt daar bovenopen veroorzaakt nog meer gevoelens vanonzekerheid.’

radicaliseringRadicalisering en polarisering verklarenechter nog niet waarom jonge mensennaar Syrië vertrekken. De zoektocht naareen eigen identiteit is wat alle jongerenmeemaken. Belangrijk is echter dat jonge-

��

34 MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

Q

Zie ook MO*debat blz. 65. Lees uitgebreidere interviews metJan Zienkowski, Amy-Jane Gielen,Ico Maly, Nadia Fadil, Dirk Kops en

Kris Cleiren op

www.MO.be

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

Roeland: ‘Ik voel me niet

direct aangeval

len als ik het

woord allochto

on hoor.’

Karim: ‘Als je opkom

t voor je

land, toon je da

t Marokkanen

gewone en toff

e mensen zijn.’

© L

isa

Dev

elte

re

© L

isa

Dev

elte

re

Page 19: MO*magazine 108

SYRIË

ISRAËL

LIBANON

Mi

dd

el

la

nd

se

Z

ee

BEKAAV

ALLEI

ZUID-BEIROET

ZUID-LIBANON

Beiroet

Damascus

Baalbek

30 km

Tyrus

Sidon

� Jamal Jeshi bewaart zijn bidmatje en exemplaar vande koran in de boom op het terras. Met uitzicht op eenvallei gehuld in olijfbomen bidt hij voor het lot van de sji-ieten en de ziel van zijn zoon Ali. In de woonkamerhangt een levensgrote affiche van Ali, met gevleugeldedoodskist en Hezbollah-logo, naast een poster vanHassan Nasrallah, de sjiitische geestelijke die sinds 1992secretaris-generaal van Hezbollah is, en de enige die,samen met de Iraanse ayatollah Khamenei, kan beslissenover het gebruik van Hezbollahs wapens.De familie Jeshi is in het zwart gekleed. Openhartig ver-telt Jamal over zijn zoon: ‘Ali was de eerste martelaar vanJouayia die in Syrië sneuvelde. Hij is nu de zoon van hethele dorp. Zijn affiche hangt overal.’ Huizen in Zuid-Libanon doen dienst als uithangbord voor oude leidersmet baarden en jonge martelaren met geweren. Gelevlaggen van het islamitisch verzet geven kleur aan eenzee van grijze woonblokken op de bergwanden achterTyrus. Als moeder die al twee zonen verloor, sterftRabaab vanbinnen, maar de religieuze doctrine geefthaar nieuw leven: ‘Ons leed is niets vergeleken met datvan imam Hoessein, die zijn familie verloor in het bloed-bad van Karbala. We zijn trots dat we ons, net zoals zij,mogen offeren voor onze sjiitische gemeenschap.’ (De profeet wees geen opvolger aan. Na overleg werd zijn beste

vriend Aboe Bakr verkozen. Een groep moslims wilde echterhet leiderschap binnen de familie houden en koos zijn neef enschoonzoon Ali als leider. Deze groep werd later de sjiieten, of“volgelingen” van Ali, de anderen soennieten. De opstand vanAli’s zoon Hoessein werd in 680 in Karbala (Irak) onder-drukt, ps.)Ali Jeshi is al negen keer naar Syrië gegaan. Telkens liethij een videoboodschap achter waarin hij zijn motievenverduidelijkte. ‘In de naam van God, imam Ali en hetvaderland ga ik onze religie beschermen tegen de vijand.Als ik niet ga, komen zij naar hier’, klinkt het. Ali echoothet discours van zijn leiders, Hassan Nasrallah en deIraanse ayatollah Khamenei, die begin 2013 opriepen toteen heilige oorlog tegen de Syrische rebellen. Jamalsogen glimmen van trots als hij zijn zoon in militair uni-form op het computerscherm ziet. Zijn blinde vertrou-wen in Nasrallah is onwankelbaar, ook al sneuvelde zijnzoon niet in eigen land tegen Israël, maar in een vreemdland tegen Syrische rebellen. In 1982 richtten Libaneseen Iraanse geestelijken Hezbollah, de “Partij van God”,immers op als islamitisch verzet tegen Israël.Rabaab popelt om het uit te leggen, maar dan komt eenvreemde man de woonkamer binnen. ‘Als jullie met dezemensen over dat onderwerp willen spreken, moeten jul-lie toestemming vragen aan Manar TV’, zegt de manvriendelijk terwijl hij zijn rol als Hezbollah-agent metverve speelt. Met een gedwongen lachje aanvaardtRabaab dat haar de mond wordt gesnoerd en dat Ali’sverhaal de partij toebehoort. Jamal verontschuldigt zichvoor hoe de zaken hier nu eenmaal gaan. VolgensHazem al-Amin, een onafhankelijk sjiitisch journalist uithet zuidelijke dorp Chaqra, probeert Hezbollah de sjiie-ten te transformeren van een gastvrij volk in wantrouwi-ge militanten.Maar amper tien minuten nadat de man is vertrokken,verbreekt het echtpaar het spreekverbod en praten zeopnieuw vrijuit over Ali. De kleine Batoel zit er beteuterdbij. Rabaab ontkent dat Batoel lijdt onder de afwezigheidvan haar vader. ‘Voor het eerst haalde ze de hoogste cijfersop school. Ze doet nu haar best omdat haar papa naarhaar kijkt vanuit het paradijs.’ Maar later zegt ze: ‘Elke dagmoet ik huilen en ik wil niet dat Batoel dat ziet. Ze moetde dood van haar vader als iets positiefs bekijken.’

37

REPORTAGEt e n d e n s e n

36 MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

Het hart van Hezbollahs volkslegertekst Pieter Stockmans foto’s Xander Stockmans

Alm

a D

e W

alsc

he

Terwijl sommigen in hetWesten warmlopen vooreen militaire interventie in Syrië, raakt iedereen

afgeleid van het werkelijke doelwit:

de Libanese Hezbollah en Iran. Pieter Stockmans

keek achter de oorlogsmist en trok voor

MO* een maand langdoor de mobilisatiebasisvan het Syrische regime

en Iran: de drie “deelstaten” van

Hezbollah in Libanon.

© X

ande

r Sto

ckm

ans

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

De Libanese burgeroorlog in Syrië

��

Sadeq, studentmarketing, toont

zijn tatoeage van imam

Hoessein. De volgelingen vandiens vader Alizijn de sjiieten.

Page 20: MO*magazine 108

Communistische Partij, woonde ik in deflat met de moskee in Zuid-Beiroet waarHezbollah in het geheim werd opgericht’,zegt Moukallad. ‘Na een akkoord tussenIran en Syrië elimineerde Hezbollah com-munistische verzetsleiders. Ik moest naarParijs vluchten. Tot vandaag is Zuid-Libanon een eenpartijstaat.’In 2009 was Moukallad kandidaat bij deparlementsverkiezingen. ‘Een symbolischedaad. Ik vertelde kiezers dat ik niet mee-deed om verkozen te worden, maar om tetonen dat er ook een andere weg bestaat inde sjiitische gemeenschap. Maar niemanddurfde me te ontvangen. Hezbollah hadrondgestrooid dat ik voor Israël spioneerde,en dat iedereen die voor mij zou stemmeneen verrader van het verzet was.’ Moukallad is vastberaden zijn kamikaze-missie voort te zetten bij de verkiezingen in

2014. ‘Deze keer wil ik echt oppositie voe-ren’, zegt hij. ‘Hezbollah rijdt zichzelf in devernieling in Syrië. Assad zal vallen, Iranzal verzwakken, Hezbollah zal een gewoneLibanese partij worden in plaats van hetleger van Syrië en Iran in Libanon. Dat zalhen tot compromissen dwingen.’ Dat is ookde analyse van Sayyed Hani Fahs, een vande weinige kritische stemmen in de sjiiti-sche gemeenschap. Deze seculiere geestelij-ke faciliteert gesprekken tussen Iran en deSyrische oppositie. ‘Mijn probleem is nietHezbollah, maar hun wapens. Sinds Israëlzich in 2000 uit Libanon terugtrok, hoeftHezbollah geen gewapende militie meer teblijven. Dat ze nu aan de zijde van Assadgaan vechten, ontmaskert hen als instru-ment van een Iraanse politiek. Ik zeg tegenNasrallah en Khamenei: verstand brengt jeverder dan spierballen. Versterk het verzetdoor te bouwen aan een alliantie met alle

Syriërs.’Moukallad noch Fahs heeft enige ambitieom de achterban van Hezbollah aan te spre-ken. ‘De religieuze sjiieten zijn niet klaarvoor een seculiere politiek. Ze gedragenzich als een Iraanse diaspora in Libanon,als onderdanen van de Iraanse opperste leider Khamenei, veeleer dan als Liba -nezen’, zegt Fahs. Net zoals de seculiere sji-ieten wachten de seculiere soennieten vande Toekomstbeweging watertandend op deval van Basjar al-Assad. Ze kunnen echterniet samenwerken. ‘Hezbollah brandmerktiedereen die met ons samenwerkt als pro-Israël’, zegt Nasser Hamoud van Toekomst.‘Wij staan politiek buitenspel terwijl funda-mentalistische soennitische imams alsAhmad Assir ons kiespubliek aansprekenmet sektarische haat tegen de sjiieten.’ Hamoud, Moukallad en Fahs delen een

droom: het conflict tussen sjiieten en soen-nieten oplossen door religieuze leiders poli-tieke macht te ontnemen en Libanon uit deSyrisch-Iraanse invloedssfeer halen. Maarde loyaliteit van de Libanese sjiieten aan hetSyrische regime en Iran is sterk. Nergenswordt dat tastbaarder dan in Baalbek.

assad, president van baalbekAls je vanuit Beiroet de Bekaavallei inrijdt,kun je in de verte Syrië zien, maar de lands-grens is niet meer dan een lijn op een kaart.Strijders en wapens bewegen heen en weer.De inlichtingendienst van Hezbollah heeftde handen vol. Sinds de partij in Syrië aande zijde van het regime vecht, namen deveiligheidsincidenten in de Bekaavalleialleen maar toe. Toeristen blijven weg.Moustafa Ossmans hotel ligt er even verla-ten bij als de Romeinse tempels vanBaalbek, maar toch straalt hij van zelfver-

trouwen: ‘De toeristen zullen wel terugko-men als we de oorlog winnen. Nasrallahhoudt altijd zijn beloften. Hezbollah zalalles schoonvegen. Gisteren stopten ze opde snelweg in Hermel een geblindeerdeauto vol wapens uit Syrië. Een paar wekengeleden onderschepten ze zelfmoordterro-risten.’Op de brede laan waar Ali en Sadeq iets ver-derop in een openluchtcafé genieten vanrustgevende muziek, testen gelijkgestemdejongeren met zoveel mogelijk kabaal hunsportwagens uit. Ali, ingenieur in spe, enSadeq, student marketing, houden van snel-le wagens, meisjes, geweren en… imamHoessein. Sadeq ontbloot zijn borstkas,waarop hij diens gezicht liet tatoeëren. ‘Zijnvader Ali en niemand anders had de profeetmoeten opvolgen’, zegt hij, waarna hij desprong naar het heden maakt alsof het hui-dige conflict in Syrië niet wezenlijk verschiltvan dat van 1400 jaar geleden. ‘In Syriëbegonnen de soennieten nog maar eenseen oorlog tegen ons. Ze vechten tegen depresident en willen alle sporen van de sjiie-ten uitwissen.’Uit een voorbijrazende wagen klinkt eenbevlogen stem. ‘Mensen branden de spee-ches van Hassan Nasrallah op cd en luiste-ren ernaar in de auto. Hij en de presidentverdedigen de sjiieten. Wij sjiieten voeleneen wereldwijde verbondenheid’, zegt Ali.De slogan “Samen naar de vrijheid” onderhet dubbelportret van Nasrallah en “de pre-sident” Assad bij het café krijgt plots eensektarische bijklank. Terwijl Ali alsLibanees uitlegt waarom de Syriër Basjar al-Assad zijn president is, komen Syrische kel-ners – soennieten, aanhangers van de rebel-len – de bestelling opnemen. De kelners:vandaag dienaars, morgen begunstigdenvan een dictatuur van de meerderheid? Alien Sadeq: vandaag blakend van zelfvertrou-wen, morgen slachtoffers van historischewraak van een soennitische meerderheiddie een groter deel van de koek opeist? Alikijkt naar het vertrouwde dubbelportret. ‘Ikkan me geen leven zonder hun bescher-ming voorstellen’, zegt hij.

‘Als we niet in Syrië zouden vechten, zou de prijs noghoger zijn: Syrië zou verdwijnen in de zak van Israël.Mensen voelen aan dat een verzwakking van Hezbollaheen overwinning voor Israël zou betekenen.’

39MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

instrument van iranEen martelaar kiezen uit de vele straataffi-ches is doodeenvoudig, maar zomaar hethuis van gesneuvelde Hezbollah-strijdersbinnengaan is not done. Zeker nu het volks-leger in staat van oorlog verkeert.Bovendien blijkt Ali Jeshi een hoge pief: hijwas een persoonlijke leerling van ImadMoughniyeh, een van de hoogste militaireleiders van Hezbollah, die in 2008 in Syriëwerd gedood. Een uur later krijgen we derekening gepresenteerd. ‘Stop waarmee jebezig bent. Je raakt verwikkeld in iets datgroter is dan jezelf’, dreigt een anoniemestem aan de telefoon. Big Brother is watchingus. ‘De Zuid-Libanezen staan onder een totali-taire controle. De partij registreert elkefamilie, waar ze wonen, wie ze zijn, welkberoep ze uitoefenen. Ga naar Jarjouaa, eenex-communistisch nest waar je barstjes inde muur zal vinden’, had Nasser Hamoudgezegd, zuidelijke coördinator van de anti-Syrische Toekomstbeweging van de in2005 vermoorde premier Rafiq Hariri. Debeweging verloor veel invloed in het zuidensinds de moord op Hariri, een soenniet diepogingen deed om het sektarisme af teschaffen en nog steeds populair is bij soen-nieten, christenen én seculiere sjiieten.Jarjouaa ligt een kilometer of twintig tenzuidoosten van Sidon, in de heuvels waarecho’s van kerkklokken en muezzins doorde vallei dwalen. Eén constante in hetstraatbeeld van de sjiitische, soennitische,christelijk-sjiitische of christelijk-soenniti-sche dorpjes – in geen enkel dorp wonenhier sjiieten en soennieten samen – zijn deHezbollah-posters. ‘Soennieten die deSyrische rebellen steunen, houden zich hierhet best gedeisd. Maar ook voor mij, sjiiet,voelt Hezbollah aan als een bezetting’, zegtprofessor Mouhammad Ali Moukallad. Hijnodigt zijn kameraden uit voor een diner.De grijze eminenties zijn monddood sindsHezbollah in de jaren tachtig het commu-nistische verzet uitschakelde en zo het anti-Israëlische verzet monopoliseerde.‘In 1982, toen ik lid was van het centraal

comitévan de

��

��

REPORTAGEt e n d e n s e n

38

De sjiitische gees-telijke SayyedHani Fahs: ‘De

inwoners van dezuidelijke dorpenhebben erg gele-den onder Israëli-sche bombarde-

menten. Iranstond klaar omhen te helpen.’

De dochters vanAli Jeshi dragen

een T-shirt met debeeltenis van hunin Syrië gesneu-

velde vader

© P

iete

r Sto

ckm

ans

© X

ande

r Sto

ckm

ans

Page 21: MO*magazine 108

zeggen. Als Hezbollah toen dieIsraëlische soldaten niet had gekid-napt, was hier niks gebeurd. Zie je aldie nieuwe appartementsblokken?Dat was allemaal vernield.’ In Bir el-Abed zien we de sporen van recentevernieling. Het autowrak staat ernog. Ahmed kwam in 1983 in Zuid-Beiroet wonen, na opzichter te zijngeweest bij de Amerikaanse lucht-macht in Saoedi-Arabië. ‘Ik houd vanAmerikanen’, lacht hij. ‘Je zult zekermensen vinden die niet van buiten-landers houden, maar zij zijn geher-senspoeld.’ Een bezoek aan sjiitischepro-Assad vluchtelingen uit hetSyrische Homs in Ouzai leert hoesterk de gedachtenpolitie hier is. Hetzien van buitenlanders in deze volks-wijk brengt een vrouw ertoe hyste-risch van de vierde verdieping vaneen woonblok naar beneden te stor-men en luidkeels “spionnen” te roe-pen. Na een paar minuten is de autoomgeven door woeste mannen en

krijsende vrouwen. Uiteindelijk wor-den we weggeleid en ondervraagddoor Hezbollah-agenten in burger:‘Wat doen jullie hier? Wat is jeberoep? Waar verblijven jullie? Wieis die journalist? Van waar ben jijafkomstig?’ Najaf, een heilige sjiiti-sche stad in Irak. Onze vertaler is sji-iet, Hezbollah een sjiitische bewe-ging. U kunt gaan. Buiten pronkt het zoveelste portretvan de Syrische president, en nogeentje op de bewakingscontainervoor het kantoor van Weam Wahhabin Ouzai. Wahhab is een Libaneseex-minister die in 2006zijn eigen pro-Syrischepartij oprichtte. ‘HetSyrische leger enHezbollah proberen debevolking te bescher-men tegen islamitischeterroristen’, zegt hij,net zoals de vluchtelin-gen uit Homs diebeweerden dat hun

huis werd vernield door terroristenterwijl het werd geraakt door eenraket van de Syrische luchtmacht. 15 augustus 2013, een tweede auto-bom ontploft in Zuid-Beiroet.Balans: 27 doden, 200 gewonden.Hoe langer Hezbollah in Syrië blijft,hoe hoger de prijs wordt. Daaromzie je de onzichtbare Hezbollah-agenten vandaag uit de anonimiteittreden: plots bemannen ze, gewa-pend en in burger, controleposten inZuid-Beiroet. 23 augustus 2013, tweeautobommen ontploffen bij soenniti-sche moskeeën in de noordelijkestad Tripoli. Balans: 47 doden, 800gewonden. Inwoners beschuldigenHezbollah, maar die ontkent.Gaan we terug naar het Libanon uitde jaren negentig: autowrakken,puin en gewapende mannen die hetstraatbeeld bepalen? Libanon, hetland van de geïnstitutionaliseerdeverdeeldheid, van de slapende bur-geroorlog die door de grootmachtenwordt opgewekt zodra hun regionalebelangen worden bedreigd? Ik begondit onderzoek met de vraag ‘Wat isde impact van de Syrische burgeroor-log op Libanon?’ Ik eindig het metde vraag ‘Wat is de impact van deLibanese burgeroorlog op Syrië?’

41

Zomeravonden brengen Ali en Sadeq doorin het huis van hun rijke vriend Basjir. Zeroken waterpijp, luisteren naar AC/DC endemonstreren hun machinegeweren. Elkgezin in Baalbek is gewapend. De bescher-ming van marihuanaplantages en verzettegen de autoriteiten behoren tot de lokalecultuur. Gewapende conflicten tussen rivali-serende clans zijn in de Bekaavallei de nor-maalste zaak van de wereld. Volgens Alikomen vele Hezbollah-strijders daarom uitBaalbek: ze hebben een sterk eergevoel, zijnsnel uitgedaagd én ze weten hoe ze metwapens moeten omgaan.

plaats aan onderhandelingstafelAli toont een video. Een massa draagt dekist van een Hezbollah-martelaar door destraten van Baalbek en vuurt een minuten-lang geweersalvo in de lucht. ‘Een eerbe-toon en een demonstratie van onze kracht.Niemand moet met de sjiieten sollen’, zegthij. Sadeq vuurt zijn machinegeweer in degitzwarte lucht af; het oorverdovende geluidoverstemt de muezzin. In deze vallei hou-den eer en religie een regime in het zadeldat als een gewapende militie een belegerdeminderheid beschermt. Sektarische angstbrengt gewone jongens zover dat ze zelfshun leven wagen zonder uitzicht op eenpositieve uitkomst. Hun leiders Khamenei,Nasrallah en Assad doen een slapendevrees ontwaken in de harten van deLibanese sjiieten, en de trots te behoren totde sjiitische natie, opdat ze zich bij de gele-deren van Hezbollah zouden vervoegenvoor de strijd in Syrië. Kandidaten staan in de rij. Ook Ali diendezich aan, maar werd niet aanvaard omdat hijbij de familie moet blijven. Zijn jeugdvriendwas wel bij de uitverkorenen. ‘Natuurlijkben ik bang hem te verliezen, maar ik zalblij zijn voor hem als hij martelaar kan wor-den’, zegt Ali. ‘Hij wil wel met jullie praten,maar tijdens zijn militaire voorbereidingkan hij niet met buitenlanders gezien wor-den.’ Hezbollah-strijders zie je enkel na hundood, op de posters, maar dankzij moderne

technologie passen we daar een mouw aan.‘Nasrallah zei dat de extremistische soen-nieten een grotere bedreiging vormen danIsraël’, zegt de anonieme strijder viaWhatsApp. ‘We moeten hen stoppen inSyrië voor ze te veel macht krijgen en wij deonze verliezen. Zij spelen onder één hoedjemet Israël om ons te verzwakken. Ik bengeen terrorist. Ik verdedig mijn godsdiensten mijn land tegen het westerse imperialis-me. Als Assad valt, valt de zoveelste domi-nosteen in het anti-Israëlische verzet. Wijzijn de laatsten die nog vechten voor debevrijding van Palestina.’‘Met elke martelaar stijgt ons vertrouwen in

God. We worden alleen maar sterker’, ver-schijnt nog op Ali’s iPhone. Een verborgenboodschap aan het Westen, namelijk dathet antwoord op een westerse militaireinterventie in Syrië uit Libanon en Iran zalkomen? Volgens journalist Hazem al-Amindopt Hezbollah in Syrië niet de boontjesvan Assad, maar die van Iran: ‘MetHezbollahs betrokkenheid in Syrië dwingtIran een plaats af aan de onderhandelings-tafel over de toekomst van het Midden-Oosten. Ze verdedigen de resultaten vandertig jaar politiek sjiisme tegen de VS. Zehielpen de sjiieten van Irak, Syrië enLibanon op te klimmen van een gemargina-liseerde groep tot een machtige speler. Meteen cocktail van religieuze, politieke en eco-nomische angsten mobiliseert Hezbollahzijn Syrië-strijders.’En daar betaalt Libanon een hoge prijs voor.Als de inlichtingendiensten van Hezbollahin de Bekaavallei alarmfase rood afkondig-den, dan zijn ze in de hoofdstad de ver-schrikking nabij. Syrische rebellen treffenhen in het kloppende hart van bolwerkZuid-Beiroet. De ooit ongenaakbareHezbollah is kwetsbaar.

kloppend hart van hezbollah9 juli 2013, een autobom ontploft in Bir el-Abed, het hart van de hoofdstad vanHezbollah. Balans: 53 gewonden. Na dezeaanval wil niemand nog met buitenlanderspraten. Met de bekende journaliste DianaMoukalled, zelf van een prominente sjiiti-sche familie uit het zuiden, rijden we doorKhandak el-Ghamik, een sjiitische wijk inhet centrum van Beiroet. ‘Wat ik nu doe, isniet zonder risico. Alle groepjes mannendie je hier op straat ziet, bijvoorbeeld daarbij de Syrische vlag, zullen zich op een paarseconden opwerpen als agenten van de par-tij’, zegt ze. Ze kijkt nerveus in het rond.

‘Om een bom in zo’n wijk binnen te smok-kelen, moet je beschikken over gedetailleer-de informatie. Godzijdank viel er geendode, maar het signaal van de daders kandodelijker worden als Hezbollah zich nietterugtrekt uit Syrië.’ Volgens Hasan Illeik, een pro-Hezbollahjournalist uit de zuidelijke wijken, zijn dedoden en gewonden bij Hezbollah, alledoden in Syrië en de instabiliteit in Libanoncollateral damage van een noodzakelijkebeslissing. ‘Als we niet in Syrië zoudenvechten, zou de prijs nog hoger zijn: Syriëzou verdwijnen in de zak van Israël.Mensen voelen aan dat een verzwakkingvan Hezbollah een overwinning voor Israëlzou zijn.’ Ahmed Moussa, een goedlachse taxichauf-feur uit Haret Hraik, is het daar niet meeeens: ‘Hezbollah is gevreesd, niet geliefd.Ze verdedigen een verschrikkelijke dictator.En als het Westen Syrië aanvalt, zal IranHezbollah vragen om raketten op Israël afte vuren. En wij zullen opnieuw de prijsbetalen. Denk je dat we zin hebben in eennieuwe Israëlische bommencampagnezoals in 2006? Mensen durven dat niet

��

REPORTAGEt e n d e n s e n

40 MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

Q

Pieter Stockmans realiseert een langlopend project over de Arabische wereld: www.MO.be/

wereldblog/tussen-vrijheid-en-geluk.Lees het volledigedossier over de rol van Hezbollah in de Syrische

burgeroorlog, het volledige interview met Sayyed HaniFahs en de reportage over Tripoli, op

www.MO.be/dossier-hezbollah

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

‘De Zuid-Libanezen staan onder een totalitaire controle.Hezbollah registreert elke familie, waar ze wonen, wie zezijn, welk beroep ze uitoefenen.’

Centraal het portretvan de in Syriëgesneuvelde

strijder Ali Jeshi: vrijheidsstrijder, of speelbal van degrootmachten?

Iran heeft Syrië nodigals toegang tot

Hezbollah-strijdersin Libanon.

© X

ande

r Sto

ckm

ans

Page 22: MO*magazine 108

43

Europa van Buitenlandse Zaken die begin jaren tachtiginformatie verkocht aan de Roemenen en de Sovjets. Maarvaak was geld slechts een extra prikkel, boven op anderemotieven. De succesvolle Stasi-spion Rainer Rupp bijvoor-beeld, die in Evere meer dan duizend geheime Navo-docu-menten kon buitmaken, werkte samen uit overtuiging, omideologische redenen. Wat extra geld elke maand wasgewoon handig meegenomen. De Belgische kolonel GuyBinet, die in 1986 door de militaire inlichtingendienst vande Sovjetunie werd gerekruteerd, werd eerst onder drukgezet. Dat gebeurde met compromitterende foto’s die zijncarrière konden fnuiken en via subtiele bedreigingen aan hetadres van zijn kinderen. Pas later kwam daar geld bij.Een andere klassieke rekruteringsmethode was inspelen ophet ego. En dan had je nog de buitenlanders in België. Zijwerden op een andere manier onder druk gezet. ‘Je wilt tochniet dat je familie thuis in de problemen komt?’ Of: ‘Als je jefamilie nog ooit wil zien, werk je maar het beste met onssamen. Anders krijgen zij geen visum om jou te bezoeken,en mag jij nooit meer het land in.’ Al die klassieke modi ope-randi van human intelligence (humint in het jargon: het wer-ken met menselijke bronnen) gelden vandaag nog steeds. De doelwitten van humint waren vaak geen ministers, top-ambtenaren en ceo’s. Er werd juist gemikt op de lagere eche-lons, die vanuit hun functie echter ook toegang hadden totinteressante informatie. Navo-secretaresses. Kabinetsleden.Technisch personeel. Opvallend is de aandacht die studentente beurt viel. De Stasi had daar bijzonder goede ervaringenmee. Ze benaderde Rainer Rupp toen hij nog aan de univer-siteit zat.En als dan al eens een directeur in het vizier kwam – EugèneMichiels bijvoorbeeld – was het ontluisterend vast te stellenhoe weinig zo iemand zich bewust was van het risico vanspionage. Dat gebrek aan besef maakte België erg kwetsbaar.Dat de Europese instellingen pas eind jaren tachtig ernstigbegonnen na te denken over contraspionage laat zien hoenaïef de houding ook daar was.

contraspionageIn de jaren tachtig was brigade B4 van de Staatsveiligheidbelast met contraspionage. Ze telde ruim 100 inlichtingenof-ficieren. De afdeling SDRA III van de militaire inlichtingen-dienst ADIV, die ook bevoegd was voor contraspionage, hadzo’n 80 man in dienst. Niet niks, maar gelet op de interna-tionale rol van Brussel was het ook niet overdreven veel.Samenwerking met bondgenoten – lees: gegevensuitwisse-ling via gecodeerde telexen en nota’s – bleek dus een nood-zaak. De voornaamste partners waren de Fransen, Britten,West-Duitsers en Amerikanen. En uiteraard buurlanden

� In 1967 verhuisde de Navo haar operationele en poli-tieke hoofdkwartier van Frankrijk naar België. DeBelgische overheid besefte maar al te goed dat die verhui-zing ernstige gevolgen zou hebben. ‘Brussel is eenbelangrijk centrum van de westerse wereld’, klonk het opde ministerraad van 21 april 1967. ‘We moeten te allenprijze vermijden dat Brussel ook een belangrijk spionage-centrum wordt.’ Tevergeefs. Niemand kan met zekerheid zeggen hoeveel spionnen inBrussel actief waren tijdens de Koude Oorlog. DeOostblok-archieven geven wel een idee van de omvang.In de jaren tachtig stuurde de Stasi-residentie in Brusselinformatie afkomstig van 59 verschillende bronnen doornaar Berlijn. In die zelfde periode overnachtten 75 ver-schillende Stasi-medewerkers in Belgische hotels. Bijelkaar opgeteld geeft dat minstens 134 Oost-Duitse spion-nen en informanten. De Sovjetunie dan. De Staatsveiligheid (VSSE) schat datin de eerste helft van de jaren tachtig tussen de 40 en 45Sovjet-inlichtingenofficieren in België actief waren.Uiteraard stuurden niet alle Oostbloklanden zoveel spi-onnen naar Brussel. Op de Tsjechoslowaakse ambassadewerkten eind jaren tachtig zeven geheim agenten ondereen diplomatieke dekmantel. Een van hen was persatta-

ché Jan Branka. Tijdens zijn verblijf in België ging hij uiteten met 55 verschillende personen, waarna hij geheimerapportjes schreef over die ontmoetingen. Besluit: hetspiegelpaleis was dichtbevolkt. Brussel kreeg tijdens deKoude Oorlog honderden spionnen over de vloer.

james bond-factorUit de gearchiveerde dossiers blijkt dat de spionnen eenflink deel van hun tijd investeerden in ontmoetingen metcontactpersonen in restaurants. De Brusselse horeca is aldie jaren flink gespekt met aanzienlijke operationelefondsen van spionagehoofdkwartieren. Achteraf steldende spionnen dan rapportjes op voor de spionnencentralein hun vaderland. De James Bond-factor van dat dagelijk-se inlichtingenwerk? Bijzonder laag. Rekruteringspogingen verliepen steeds volgens hetzelfdestramien. Vertrouwensband opbouwen, handig inspe-lend op allerhande menselijke emoties. Privégegevensover de gesprekspartner verzamelen. Vervolgens devriendschapsband versterken met geschenkjes. En ten-slotte cash aanbieden. Waarom lieten Belgen zich inlijven door de KGB & co?Financiële motieven speelden in sommige gevallen dehoofdrol. Bij Eugène Michiels bijvoorbeeld, de directeur

VOORPUBLICATIEt e n d e n s e n

42 MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

Spionagedoelwit Brusseldoor Kristof Clerix

Sinds de Koude Oorlog is Brussel een magneet voor buitenlandse geheime diensten. In de spionagearchieven van Berlijn, Boedapest, Boekarest, Praag, Sofia en Warschau ging MO*-journalist Kristof Clerix op zoek naar sterke verhalen over de 007-dimensie van de Europese hoofdstad. Een voorpublicatie.

In beslag genomen spionagevoorwerpenuit de historische collectie van de

Veiligheid van de Staat.

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

Grasduinen in de Oostblokarchieven

��

© Historishe collectie Veilighid van de Staat

Page 23: MO*magazine 108

Elejabarrieta Diaz, lobbyist voor de Baskische nationalisti-sche partij Batasuna, afluisterapparatuur ontdekt. In 2008 arresteerde de Estse politie Herman Simm opverdenking van spionage voor Rusland. Simm, hoofd vande Estse Nationale Veiligheidsautoriteit, nam in Brusseldeel aan vergaderingen van adviesclubs over informatie-beveiliging. Dat zelfde jaar vroeg de Staatsveiligheid aande Marokkaanse inlichtingendienst DGED om drieinlichtingenofficieren uit België terug te roepen na pro-blemen van inmenging. In 2010 lekte in Colombia uitdat de Colombiaanse geheime dienst DAS in Brussel eeninlichtingenoperatie had opgezet, codenaam “Europa”. Nog een jaar later onderschepten hackers de e-mails vanHerman Van Rompuy, voorzitter van de Europese Raad,en Gilles de Kerchove, antiterrorismetsaar van de EU. Deverdenking ging uit naar China, maar Beijing ontkendeelke betrokkenheid. Ook de Europese Commissie maaktebekend dat ze aan de vooravond van de EU-lentetop hetslachtoffer werd van een ernstige en doelgerichte cyber-aanval.

dagelijkse realiteitDie recente spionageaffaires signaleren een aantal nieu-we tendensen in vergelijking met de Koude Oorlog. Teneerste is de wereld veel complexer geworden. De machts-deling tussen Oost en West is geëvolueerd naar een mul-tipolair wereldtoneel, waarin nieuwe machten zoalsChina opgang maken. Dat had ook zijn gevolgen voor deinlichtingendiensten. De Belgische contraspionage merktbijvoorbeeld dat de Chinese geheime diensten in Belgiësteeds actiever zijn geworden. Een tweede tendens is het toegenomen belang van eco-nomische spionage. Daarbij manifesteren oude bondge-noten zich soms als nieuwe concurrenten. Een derde en cruciale ontwikkeling is de opkomst vaninformatie- en communicatietechnologie. Die IT-revolu-tie heeft de wereld van de geheime diensten fundamen-teel veranderd. Nog nooit was het voor spionnen zo een-voudig om informatie over burgers, bedrijven, midden-veldorganisaties, onderzoeksinstellingen en overheden inte winnen. In juni 2013 onthulde de Amerikaanse klok-kenluider Edward Snowden onder meer het geheime spi-onageprogramma PRISM, waarmee het NationalSecurity Agency (NSA) toegang heeft tot allerhande data-servers van sociale netwerken en internetgiganten.Burgers wereldwijd beseffen nog veel te weinig welkegevolgen hun internetgebruik kan hebben. Eigenlijk ishet eenvoudig: zodra je online gaat, laat je sporen na.Voor altijd.

diplomatieke hoofdstadAnno 2013 is Brussel de diplomatieke hoofdstad van dewereld. Met 288 diplomatieke vertegenwoordigingen laatBrussel zelfs Washington (188) en Genève (172) achterzich. 75 internationale organisaties hebben in België eenzetelakkoord ondertekend. Bovendien is de EuropeseUnie in de loop der jaren steeds verder uitgebreid en ookop buitenlands en militair terrein actief geworden. Tel daarbij nog de honderden internationale ngo’s, lobby-organisaties, advocatenkantoren, media en bedrijfskoe-pels met hoofdzetel in Brussel op, en je begrijpt dat ner-gens ter wereld de informatiedichtheid zo hoog is als inde Belgische hoofdstad. Nogal logisch dat inlichtingen-diensten uit alle continenten vandaag – meer dan ooittevoren – in Brussel geïnteresseerd zijn. De klassieke spi-onagedekmantels – diplomatie, journalistiek, lobbywerk –zijn ruim voorhanden. Ook de bewegingsvrijheid binnende Schengenzone maakt het voor spionnen makkelijkeropereren dan tijdens de Koude Oorlog. Brussel is een spionnenspeeltuin. Dat besef is langzaammaar zeker ook bij de Belgische overheid gegroeid. Devoorbije jaren hebben de Staatsveiligheid en de ADIVmeer personeel en middelen gekregen. Beide inlichtin-gendiensten tellen anno 2013 elk ongeveer 650 werkne-mers. De strijd tegen spionage is natuurlijk maar één vanhun vele opdrachten. Op 1 september 2010 trad de Wet op de BijzondereInlichtingenmethoden (BIM) in werking. Sindsdienmogen de Staatsveiligheid en de ADIV bijzondere inlich-tingenmethodes aanwenden: telefoons aftappen, afluis-terapparatuur aanbrengen, valse bedrijven oprichten, e-mails onderscheppen, post openen... Dat maakt de con-trole op buitenlandse geheime diensten alvast efficiënter.In 2011 deed de ADIV in 54 gevallen een beroep op deBIM om buitenlandse spionnen op te sporen; bij deStaatsveiligheid ging het om 193 gevallen.Volgens adminsitrateur-generaal Alain Winants teltBrussel anno 2013 ongeveer 150 Russische diplomatenen is ‘niet minder dan dertig procent’ daarvan een inlich-tingenofficier. Dat is meer dan tijdens de Koude Oorlog.

45MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

Luxemburg en Nederland. Daarnaast wisselden de diensthoofden ookinlichtingen uit binnen de Club van Bern, in 1971 opgericht doorNederland, Frankrijk, Italië en België. De Belgische inlichtingendiensten boekten tijdens de Koude Oorlog eenaantal successen op het gebied van de contraspionage. In de kwarteeuwna de verhuizing van de Navo moesten zo’n negentig OostblokspionnenBelgië noodgedwongen verlaten – de meeste waren Sovjets. Ze werdenpersona non grata verklaard of namen zelf de benen nadat hun clandes-tiene activiteiten waren ontdekt. Spionnen werden alleen teruggestuurd als ze het echt te bont haddengemaakt. Voor de bilaterale relaties ligt zo’n maatregel immers erg gevoe-lig. Bovendien is het soms zinvoller om bekende spionnen gecontroleerdhun gang te laten gaan dan hen eruit te trappen. Zo kan de contraspiona-ge de operationele methodes van de tegenpartij beter in kaart brengen.Dat verklaart waarom spionnen als de Tsjechoslowaak Jan Branka, deHongaar Márton Szecsodi of de Poolse majoor Ciszynski het land nietwerden uitgezet, ook al waren hun clandestiene activiteiten bekend. Innog andere gevallen wist de contraspionage helemaal van niets. Een aantal successen mochten de Staatsveiligheid en de ADIV op huneigen conto schrijven. Via geduldig schaduwwerk of dubbelgangeropera-ties kon de Belgische contraspionage verschillende buitenlandse spion-nen betrappen. Andere keren hadden ze gewoon het geluk dat een over-loper kwam aankloppen – de Roemeen Ioan Covaci bijvoorbeeld. Maarin heel wat gevallen kwam de smoking gun van een bondgenoot – niet zel-den de Amerikanen. De CIA tipte België bijvoorbeeld over een netwerkvan economische spionage dat de KGB in de jaren tachtig had opgezet,over de relaties die kolonel Binet met de Russen onderhield, en ookRainer Rupp kon pas ontmaskerd worden na informatie uit de VerenigdeStaten.

spionageaffaires stapelden zich opDe Val van de Berlijnse Muur in 1989 luidde het einde van de KoudeOorlog in. Twee jaar later stortte de Sovjetunie in elkaar. Landen uit hetvoormalige Oostblok zochten toenadering tot de Navo en het verenigdeEuropa. Uiteraard hadden die geopolitieke ontwikkelingen gevolgen voorde werking van de geheime diensten. De Staatsveiligheid en de militaireinlichtingendienst ADIV schroefden hun contraspionagecapaciteit terug.Intussen bleef Brussel echter een place to be voor buitenlandse geheimediensten. Vanaf de jaren 2000 stapelden de affaires zich op. In 2003 werden zwar-te dozen vol spionageapparatuur ontdekt in het Justus Lipsius-gebouw inBrussel, de hoofdzetel van de Europese Raad. Een tijdje later werd eendozijn hoogtechnologische spin-offs van de universiteit van Luik hetslachtoffer van een gerichte diefstalgolf. Ook rond die periode maakte hetEuropean Strategic Intelligence and Security Center bekend dat eenChinese studentenorganisatie vanuit België een internationaal spionage-netwerk runde. In 2006 onthulden Amerikaanse kranten dat deVerenigde Staten toegang hadden tot de database van SWIFT inTerhulpen. Een jaar later werd in het Brussels appartement van Gorka

��

VOORPUBLICATIEt e n d e n s e n

44 MOQ • oktober 2013 • www.mo.be© Xander Stockmans

‘Spionage. Doelwit: Brussel’ door Kristof Clerix verschijnt op 26 september bij Manteau. ISBN 9789022327715

MO*lezers krijgen een exclusieve korting van 2,5 euro bij aankoop van het boek in de Groene Waterman (Antwerpen),

De Reyghere (Brugge) en de Acco-boekhandels van Gent, Antwerpen en Leuven. Knip deze bon uit en geef hem af bij aankoop.

De korting is geldig tot 1 november 2013.

Clerix’ onderzoekkwam tot stand met

de steun van

het Fonds PascalDecroos voorBijzondereJournalistiek

(www.fondspascalde-croos.org),

het FondsBijzondereJournalistiekeProjecten

(www.fondsbjp.nl)

en het Fonds Pour lejournalisme

(www.fondspourle-journalisme.be).

Q �2,5 € korting

© Historishe collectie Veilighid van de Staat

Page 24: MO*magazine 108

46 MOQ • ?????????????????? • www.mo.be MOQ • ?????????????????? • www.mo.be

door Hans Boonsin beeld

� Elias Mamani Quisara woont in Silluta Vita, La Joya, Caracollo, Oruro: een gehucht van een dorp van een gemeen-te nabij een stad. Hij is 73 en sinds zijn veertiende is hij in de weer als veehoeder. Vroeger had hij meer koeien, maarzijn zonen verkozen een leven in La Paz, de administratieve hoofdstad van Bolivia. Daarom heeft hij niemand om hetbedrijf aan door te geven. Met de verkoop van zijn veestapel kon hij het duurdere leven in La Paz voor zijn zonenfinancieren. De vier koeien die overblijven, voorzien hem en zijn vrouw van melk en kaas.Terwijl hij elke dag met zijn koeien over de dorre grasvlaktes van het Andesgebergte doolt, verwerkt zijn vrouw hetgraan tot brood en maakt zij het eten klaar. ‘Ik kan de overschot van onze melk en kaas verkopen, en met dat geldgroenten kopen die hier niet groeien’, zegt Elias. ‘Ik denk vaak na over mijn leven en de situatie van ons Boliviaansevolk. Ik ben trots Boliviaan te zijn en in Oruro te wonen. Dit is mijn thuis, hier heb ik al mijn hele leven gewoond.’‘Ik heb mijn zonen in La Paz enkele keren bezocht, maar het sprak me niet echt aan, het is er veel te druk. Dit is ons

47

Het leven is mooi land, met prachtige valleien en alles wat we nodig hebben. Ik weet dat het leven beter kan, de omstandigheden hier zijn hard, in de win-ter vriest het en we hebben geen verwarming. Maar ik heb zeker niet te klagen, ik ben al oud en heb een gelukkig leven gehad. ‘Elias leeft bij de wijsheid die zijn ouders en zijn gemeenschap aan hem doorgaven. Wijsheid die onder andere doorverteld wordt in deoude Incalegende over het paar Manco Cápac en Mama Ocllo, zoon en dochter van de zonnegod Inti. Zij daalden neer in hetTiticacameer in het hoge Andesgebergte met een vergulde rieten boot. Manco Cápac leerde de mannen hoe ze moesten jagen, huizenbouwen, dieren kweken en planten telen op terrassen. Mama Ocllo leerde de vrouwen koken, schoonmaken en kleren maken van dewol van hun dieren. De legende leert de mensen te werken met wat ze hebben en er dan ook gelukkig mee te zijn. Elias ziet dat zijnzonen daar moeite mee hebben. Zij zijn stedelingen die eerder zien wat ze nog niet hebben in plaats van wat ze wel hebben, in tegen-stelling tot de Inca’s, die een wereldrijk bouwden op hun arme gronden.‘Vorig jaar is er een koe overleden aan een ziekte, en medicijnen kunnen we niet betalen’, zegt Elias Mamani Quisara. ‘Ondanks alletegenslag zijn we best tevreden. De levensles die ik mijn jongens van kinds af heb bijgebracht, is: wees verantwoordelijk voor je familie,maar vergeet niet dat het leven mooi is en geniet ervan.’

Hans Boons realiseerde het fotografieproject Hijos del Sol om de trots en de waardigheid van arme boeren in Bolivia in hun dagelijkse, spectaculair mooie, omgeving te tonen. Bekijk de volledige serie op www.MO.be/in-beeld

Page 25: MO*magazine 108

48 MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

��

49MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

Europalia India maakt hetde komende maanden

moeilijk aan een vloed-golf Indiase

cultuur te ontsnappen.MO* biedt een

overlevingsgids aan voor recepties en

nabesprekingen bij al die tentoonstellingen,

optredens en debattenuit het land dat het eco-

nomische wonderduoSen en Drèze omschrijftals “eilandjes Californiëmidden in een zee vanAfrikaanse ontbering”.

� REGEL ÉÉN. india is geen land, het is eencontinent. De verscheidenheid aan talen,religies, culturen, klimaatomstandigheden,geschiedenissen, sociale verhoudingen, econo-mische mogelijkheden en wettelijke raamwer-ken is er een veelvoud van wat we in Europakennen. En Europa, dat is vanuit Amerikaansof Chinees perspectief toch al een chaotischecombinatie van Babel en Grieks labyrint. ‘Whodo you call when you want to speak to theEuropean Union?’ vroeg Henry Kissinger zichal af. De Indiase versie van die verzuchting zouzijn: wie van de 1,2miljard Indiërs je ook belt,je hebt altijd een ander India aan de lijn. Vanalles wat waar is, klopt ook het tegendeel.Kortom: India is niet te kennen, niet te vattenen niet te beschrijven. Deze fundamentele, tijdloze wijsheid beletauteurs, sprekers of doordeweekse cultuurfilo-sofen uiteraard niet om, zodra deze vaststellingmet gepaste autoriteit is neergezet, precies datte doen wat ze tot een onmogelijkheid verklaar-den. Zijzelf kunnen India wél kennen, vattenen beschrijven. En ze zijn dan ook graag bereiddat voor u te doen.

REGEL TWEE. vergeet 1947 niet.De tweede regel vanSalman Rushdies monumentaleMiddernachtskinderenmaakt het al duidelijk:‘…aan de datum valt niet te ontkomen: ik bengeboren op 15 augustus 1947.’ De met de slagvan de klok Pakistaans geworden dichter FaizAhmed Faiz noemde die datum de ‘melaatsedageraad’ van de onafhankelijkheid, ‘een mor-genstond verscheurd door de tanden van denacht’. De onafhankelijkheid betekende in eer-

ste instantie vooral de traumatische deling vande grote Indische moederruimte, toen honderd-duizenden of misschien wel twee miljoendoden vielen bij de religieuze zuivering vanPunjab en Bengalen. Uiteindelijk belanddenacht miljoen vluchtelingen uit Pakistan in India.De opdeling mondde dat zelfde jaar nog uit ineen eerste oorlog tussen broeders, buren envrienden, wat leidde tot een tweede en eenderde conflict en nog veel meer bijna-confronta-ties. De permanente staat van koude vrede dieontstond tussen India en Pakistan compliceerdealle andere buitenlandse uitdagingen. De korteen voor India vernederende oorlog met Chinain 1961, bijvoorbeeld, en de Bengaalse opstandin 1971, waardoor Oost-Pakistan met beslissen-de Indiase steun veranderde in de nieuwe natieBangladesh. En dan waren er de verwikkelingenin Sri Lanka en Nepal, de moeilijke evenwichts-oefeningen in Birma en Afghanistan, en vooral:de eeuwig dreigende breekbaarheid van deIndiase unie zelf. Kasjmir, Punjab, Assam. Arunachal Pradesh,Travancore, Hyderabad. Altijd is er wel een stukvan India dat zich niet thuis voelt in de unie,maar uiteindelijk blijft de federale, seculiere endemocratische natie India één en overeind. Ookal barst de spiegel waarin Moeder India kijkt insteeds kleinere deelstaten, die op basis van taalof volk worden gedefinieerd en bevochten. Opdit moment loopt de procedure om vanTelangana de zesendertigste deelstaat van deunie te maken. Daarvoor moet Andhra Pradeshopgedeeld worden, de deelstaat die in 1956 werdgecreëerd door samenvoeging van Andhra (gec-reëerd in 1953 door afsplitsing van de staatMadras) en Telangana (afgesplitst van de staatHyderabad). De kaartendrukkers van India wrij-ven zich in de handen.

Europalia 2013

ESSAYt e n d e n s e n

SRI LANKA

PAKISTAN

CHINA

INDIA

NEPAL

BANGLADESH

Mumbai Hyderabad

PUNJAB

KASJMIR

ASSAM

ARUNACHALPRADESH

ANDHRA PRADESH

Madras

Delhi

ArabischeZee

Golf vanBengalen

I N D I S C H E O C E A A N400 km

TRAVANCORE

© G

ie G

oris

© G

ie G

oris

India in vijf regelsdoor Gie Goris

Page 26: MO*magazine 108

armoede grotendeels van Europese makelijis. Voordat de Britse kanonneerboten dekolonisatie op gang schoten in 1757, wasIndië in de ogen van Adam Smith een vande welvarendste regio’s ter wereld.Textielarbeiders verdienden er hogere lonendan in het industrialiserende Europa. ‘Decompetitiviteit en de kwaliteit van deIndische export zorgde voor hoofdbrekensbij de Europese producenten, en voordatGroot-Brittannië zijn koloniale bestuuroplegde, keurde het parlement er verschil-lende wetten goed die het dragen vanIndisch textiel verboden’, schrijven AmartyaSen en Jean Drèze in hun pas gepubliceer-de studie An Uncertain Glory (zie recensieblz. 60). Het was de kolonisering zelf dietot economische achteruitgang en dusarmoede leidde.De voorbije twee decennia verscheen Indiaopnieuw op het internationale toneel alseen economische macht, met een groeiper-centage dat alleen voor het Chinese moestonderdoen. Namen als Mittal, Ambani,Tata, Singh, Nilekani en Premji werden eenbegrip in zowel de economische katernenals de lifestyleroddelrubrieken van krantenwereldwijd. De snel groeiende rijkdomkwam echter niet terecht bij de honderdenmiljoenen armen. ‘Binnen een cirkel vanvijfhonderd meter met als middelpunt deplek waar ik verblijf, tref je een inkomens-verschil aan van één tot een miljard. Dat isniet houdbaar.’ Aan het woord is MukeshAmbani, voorzitter van Reliance Inc., inPlanet India van Mira Kamdar. De ‘plekwaar hij verblijft’ is Antillia, een privéflatge-bouw van 27 verdiepingen met extra hogeplafonds, in het hart van Mumbai, waar eenleger van zeshonderd bedienden een van derijkste families van India het leven zo aan-genaam mogelijk moet maken. Antillia isberekend op aardbevingen van 8 op deschaal van Richter. Of de Ameri kaansearchitecten en Australische ingenieurs hetgebouw ook resistent gemaakt hebbentegen het aanzwellende ongenoegen overongelijkheid en blijvende armoede is onbe-kend. ‘De geschiedenis van de ontwikkeling

in de wereld biedt weinig voorbeelden,indien die er al zijn, van een economie diezo snel en zo lang groeit met zo weinigresultaten op het gebied van het terugdrin-gen van menselijke ontbering’, schrijvenSen en Drèze. De armoede blijft de steen des aanstoots.Dat moest de regerende, hindoenationalisti-sche partij BJP in 2004 vaststellen, toenhaar India Shining verkiezingsslogan alseen boemerang terugkwam, met de bood-schap van de arme meerderheid dat zijniets van al het groeien en boomen enschitteren gezien had. Als de huidige meer-derheid onder leiding van de Congrespartijvan premier Manmohan Singh en SoniaGandhi volgend jaar naar de stembus moet,is de kans groot dat zij op haar beurt afgere-kend wordt op het gebrek aan sociale mobi-liteit voor de 350 miljoen Indiërs die onderde armoedegrens overleven. Ter informatie:die armoedegrens is door de Indiase over-heid vastgesteld op 32 roepies per persoonper dag in steden en op 26 roepies in lande-lijke gebieden. Begin september was ééneuro 87 roepies waard.

REGEL VIJF. In de rij staan is voor losers.De Britse kolonisatie heeft veel sporen nage-laten, waaronder de spoorwegen, het aan-zien van een baan in de ambtenarij, een pro-fessioneel leger en, uiteraard, het Engels. DeIndiase schrijvers behoren al meer dantwintig jaar tot de creatiefste en succesvolsteauteurs in de taal van Her Majesty. Watzeker niet tot de erfenis van de Britse Rajbehoort, is aanschuiven in een nette rij, opde Britse eilanden een tot in de perfectiebeoefende uiting van de volksaard. In Indiaheeft iedereen een reden om meteen naarhet hoofd van de rij te gaan: oude vrouwtjesomdat ze oud zijn, belangrijke mannenomdat ze belangrijk zijn, ongeschoolde boe-ren omdat ze ongeschoold zijn, brutale slun-gels omdat ze een fooi krijgen van de ande-re categorieën wachtenden om de snelproce-dure voor hen uit te voeren. Wie gewoon

zijn beurt afwacht, staat er nu nog.Het fenomeen doet zich niet alleen vooraan loketten en treindeuren. Ook in de eco-nomie gaan de machtigen recht naar debronnen van de winst, zonder de tussenlig-gende stappen van sociale en ecologischeregels in acht te nemen. Ambtenaren gaanrecht op een verhoging van hun inkomen afdoor hun cliënten fooien af te troggelen.Kleine boeren, adivasi’s, landlozen, dalits ensloppenwijkbewoners moeten toezien hoede machtigen zichzelf eerst royaal bedienenen hoe ze daarbij de grond, het water en dewouden inpikken of vernietigen. Driekwartvan de 1,2 miljard Indiërs is het echter beuvoortdurend opzijgeduwd te worden doorde scherpe ellebogen van de rijken of hungoonda’s. Er is het dramatische verzet vande honderdduizend zelfmoorden op hetplatteland. Er is het geweldloze verzet vanboerenorganisaties die de macht van hungetal in de democratische weegschaal pro-beren te leggen. Er is het gewapende verzetvan de maoïsten, die dit jaar al in zeven ver-schillende deelstaten aanslagen pleegden enin veel meer staten actief zijn. Er is verzet,dus wie nu nog aan komt dragen met eentheorie over fatalisme op basis van karmaen dharma voor dummies, moet zich drin-gend een handleiding voor het reëelbestaande India aanschaffen.Of Europalia India die betrouwbare gidsnaar het echte, onkenbare India zal zijn, isniet zeker. De greep van de afdeling cultu-rele diplomatie van het ministerie vanBuitenlandse Zaken op het programma isdaarvoor te groot geweest. Het enige wat wezeker weten, is dat Europalia een helderinzicht zal geven in het beeld dat India vanzichzelf wil tonen aan de rest van dewereld. Dat levert ongetwijfeld een rijk enboeiend, maar niet noodzakelijk werkelijk-heidsgetrouw programma op. Voor de toet-sing aan de werkelijkheid hebben we geluk-kig de journalistiek, die in België traditio-neel veel aandacht heeft voor analyses enreportages uit Bharat. Toch?

www.europalia.eu

51MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

Maar in elk debat over buitenlandsedreiging of binnenlands ongenoegenduikt 1947 wel op: niet de onafhanke-lijkheid, maar de opdeling, het geweld,het streven naar religieuze, etnische ofop taal gebaseerde samenhorigheid

REGEL DRIE. praten over india vereisteen uitgebreide kennis vanlokale specerijen, geurenen exotische termen.Dediversiteit uit regel één vergelijk je metde garam masala – de pikante menge-ling van onder andere kardemom,kaneel, kruidnagel en zwarte peper – die ama in de balti-kip pasanda roert.Als ama althans geen brahmaanse ofZuid-Indiase is, want dan moet de kipvervangen worden door malai koftamet aloo paratha, om de vegetarischeverplichtingen te respecteren. In elkgeval is het goed om duidelijk temaken dat de Indiërs naar hun eigen

land verwijzen als Bharat, in plaats vanhet van de Indus afgeleide India. Het is de geur van naderende moes-sons, de kleur van in perfecte kegelsuitgestalde kruiden, de klank van hin-dipop en karnatische klassiekemuziek, de stank van armoede en ach-teloos gedumpt afval, het is het ver-schil dat ons interesseert in India.Het toppunt van verschil, het onder-werp van tegelijk ondubbelzinnigeafkeer en eeuwenlange interesse, zijnde kasten of jati, of, als het samenhan-gende systeem van sociale taakverde-ling bedoeld wordt, varna. De beteringevoerde Indiareiziger weet vandiepgaande lectuur van de LonelyPlanet dat de onoverzichtelijke diversi-teit aan lokale kasten samengevat kanworden onder de vier hoofdcatego-rieën: brahmanen, kshatriya’s, vaishya’sen shudra’s. Met daarnaast uiteraard dekastelozen die door Gandhi harijansgenoemd werden en die zichzelf lateronder de noemer dalits politiek sterkmaakten. En dan zijn er nog de adiva-si’s, meestal vertaald als inheemse vol-keren: de gemeenschappen die zo diepin de wouden van Centraal-India leef-den dat ze niet opgenomen werden inhet systeem van sociale stratificatie,zelfs niet als onderste en meest rechte-loze categorie. Kasten zijn een westers verhaal, zegtS.N. Balagangadhara, in Gent betergekend als professor Balu vanVergelijkende Cultuurwetenschappen.En zoals dat gaat met koloniale verha-len, stelt de hoogleraar in Reconcep -tualizing India Studies, geloven ookIndiase intellectuelen in het bestaanvan kasten en in de verdrukking vandalits door brahmanen. Hij niet. Nietomdat die kasten en die verdrukkingaantoonbaar niet bestaan, maar omdater volgens hem geen theorie is dieonomstotelijk omschrijft wat hindoeïs-me is, wat kasten zijn, wie brahmanenzijn, hoe een en ander over heel India

en door de eeuwen heen op beschrijf-bare en uniforme manier functioneert.De exotische Indomania die in hetWesten floreert sinds de hoogtijda-gen van de Britse Oost-IndischeCompag nie, leverde een tsunami aangeurige theorieën op, het verzetdaartegen zou volgens Balagan -gadhara uit stilte moeten bestaan.Daarbij maakt hij uiteraard wel eenuitzondering voor zijn eigen theorie,omdat die niet over India gaat, maarover de westerse theorie over India.Die is wel te kennen, te beschrijvenen te weerleggen.

REGEL VIER. het is de armoede, domoor. In het nawoord bij Eenhandvol rijst, een roman van KamalaMarkandaya, door het NCOS uitgege-ven in 1989, beschrijft Ranajit Sarkarde drie categorieën stedelingen die hetverhaal bevolken: (1) ‘gewetenlozezwartehandelaars, smokkelaars enhamsteraars die rijk worden ten kostevan armen en wanhopigen’, (2) ‘demensen die rijk geworden zijn op dezogenaamd fatsoenlijke manier… zijzien de armen eenvoudig niet,beschouwen hen niet als echte men-sen en staan volkomen onverschilligtegenover de ellende van hen die min-der bedeeld zijn dan zijzelf’ en (3) ‘dewerkende klasse die haar lot in hetleven gelaten draagt en tevreden is’.Het vraagt weinig van de verbeeldingvan de gemiddelde Europeaan omarmoede te zien als het scharniergege-ven in de beschrijving van India. Wanthet land kan exotisch, spiritueel ofdemocratisch zijn, de verhalen vangeneraties missionarissen, ontwikke-lingswerkers en rugzaktoeristen heb-ben toch vooral armoede tot het cen-trale identiteitskenmerk van Indiagemaakt.Wat minder bekend is, is dat die

50 MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

De Indische armoede is berucht,maar minder bekend is dat ze grotendeels van Europese makelijis. Voor de Britse kolonisatie in1757 begon, was India in de ogenvan Adam Smith een van de wel-varendste regio’s ter wereld.

© G

ie G

oris

ESSAYt e n d e n s e n

Page 27: MO*magazine 108

innerlijke strijd van een man die na dertig jaar cel de bevrijdingniet meer kan vinden. ‘En die man werd steeds meer ik’, aldusGhobadi.

schildpaddenGhobadi’s vorige fictiefilms hebben meer een documentaireinsteek, maar in deze film ging hij totaal anders te werk.‘Doorgaans neem ik, wanneer ik een film maak, een vel wit papieren probeer op te schrijven welk punt ik wil maken. Ik ga op zoeknaar een antwoord. Nu heb ik dat niet gedaan. Het script heb iknaast me neergelegd en ik heb me in de dichter verplaatst. Noemhet therapeutisch of nog anders als je wilt, maar de film wasbedoeld om me te bevrijden van negativisme. Net zoals de dichterprobeer ik iets te zeggen, probeer ik die negatieve zwarte beeldenuit mijn hoofd weg te vertalen.’Met zijn camera schreef Ghobadi op zijn beurt poëzie, een tragischverhaal in een donker perspectief. De beelden doen het werk,Ghobadi stond slechts anderhalve pagina dialoog toe, en alleenmaar om de geldschieters en de producer te paaien. Ghobadi werkt graag met dieren, nog een element dat hij deelt metde dichter Sadegh Kamangar. Zo staat de neushoorn in de film

voor onheil. Het prachtige beeld van de regen van schildpadden,dat hij ook gebruikte in zijn vorige film, Turtles Can Fly, ontleendehij aan een boek van Sadegh Kamangar. ‘Ik heb er mijn eigeninterpretatie aan gegeven. Voor mij symboliseren de schildpaddende Koerden, die een heel oude geschiedenis delen, heel intens,maar die als volk niet vooruitkomen. We blijven steken in minder-heden, in armoede. We bewegen heel langzaam, blijven aanbotsentegen politieke problemen in Iran, Turkije, Irak, Syrië, wat onzevooruitgang fnuikt. De schildpadden verbeelden de opeenhopingvan tragedie.’En er is het verlaten land, filmische beelden van uitgestrekte enlege vlakten, nog zo’n element dat Ghobadi vaker gebruikte en datverwijst naar de Koerdische thuisloosheid. Ghobadi is geen separa-tist, hij pleit niet voor een onafhankelijk Koerdistan dat de Koerdenuit de vier grensstreken verenigt. Wat hij wil, is volledig burger-schap. ‘Dat heb je simpelweg nodig om je ergens opgenomen enthuis te voelen, zo moeilijk is het niet. Vijfenveertig miljoenKoerden vragen al zolang rechten, en die verdienen we, ook alssoennieten in een sjiitisch land als Iran. Iran is mijn enige vader-land, maar ik wil er met alle vrijheden leven, niet als angstige twee-derangsburger.’

53MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

PORTRETm e n s e n & v e r h a l e n

52 MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

� Uiterlijk heeft de Koerdisch-Iraanse filmmaker Bahman Ghobadi nietsgemeen met de hoofdrolspeler in zijn film Rhino Season. Mentaal delen deIraanse ster Behrouz Vossoughi en Ghobadi hun ballingschap en het zwarte gatdat de gedwongen vlucht in hun hoofd sloeg. Bij Ghobadi is het gat nog grootwant recenter. Vossoughi leeft al dertig jaar in ballingschap, maar Ghobadivluchtte pas in 2009 uit Iran. Van Turkije ging hij naar New York en belanddeten slotte in Berlijn om daar werk te zoeken. ‘Het slechtst denkbare plan voor een dolende ziel’, zegt hij. ‘De winter in Berlijnhad de zon opgeslorpt en een grijze deken over de stad geworpen. Ik kampte meteen depressie, kreeg tot overmaat van ramp te maken met een vreemde inbraakwaarbij mijn persoonlijke spullen werden stukgeslagen.’ Ghobadi keerde terugnaar Istanboel. ‘Om wakker te worden, om mezelf bezig te houden, me iets omhanden te geven om niet mentaal dood te gaan.’ Hij stortte zich op het dagboekvan de bevriende Koerdisch-Iraanse dichter Sadegh Kamangar, schreef bevriendeacteurs, een scenarioschrijver en geldschieters aan en begon aan de film. Rhino Season werd vijftig procent Kamangar, vijftig procent Ghobadi. ‘Het is echtde reflectie van onze zielen geworden.’ De film vertelt het verhaal van dichterSahel en zijn vrouw Mina (Monica Bellucci) die ten onrechte worden opgeslotentijdens de Islamitische Revolutie van Iran in 1979. De liefdesgeschiedenis speeltzich duidelijk af in een totalitair politiek raamwerk waarin onschuldige mensenjarenlang worden opgesloten. Rhino Season is echter ook het verhaal van de

door Tine Danckaers

Bahman Ghobadi,Koerdisch cineast

‘Ik heb geleerdgelukkig te zijn met

het kleine’De Koerdisch-Iraanse filmmakerBahman Ghobadi is een gevoels-mens. Dat zie je absoluut in zijnlaatste film Rhino Season, die hijeen gedicht in beelden noemt.Hij is een pessimist en een opti-mist. Hij is wars van politiek,maar kan er niet van wegblijvenomdat de Iraanse politieke con-text zijn levenskeuzen bepaalde.

© D

iete

r Tel

eman

© D

iete

r Tel

eman

Page 28: MO*magazine 108

bedrogHij is geen voorstander van nationa-lisme, want dat vertaalt zich in meer-derheidsdenken, zoals dat van deOttomanen. Hij hekelt wat hij noemtde idiote sjiitische expansiedrang vanIran, vertaald in onder meer steunaan de sjiitische Libanese militieHezbollah. ‘Nogmaals, ik ben eenKoerd van Iran, mijn vaderland.Alleen heb ik nooit een Koerd gezienals president of premier. Hoe moeilijkkan het zijn om respect op te bren-gen, te zorgen dat een grensvolk cen-traler gaat leven? In Iran vind je meerdan vijftien naties terug, maar demachtsapparaten leggen dat naastzich neer.’De oplossing ligt voor Ghobadi in

federalisme, een Iran met deelgebie-den. ‘Want zonder dat kan Iran nooitrespect opbrengen voor de soennie-ten, voor de Koerden of voor anderen.’Maar hij blijft voorzichtig, hecht wei-nig geloof aan de duurzaamheid vanpolitieke akkoorden. ‘De Koerdischeregering in Noord-Irak is goed bezig.Ze hebben de wind in de zeilen. Maarik stel me daarin gematigd optimis-tisch op. Hoelang zullen de Koerdenkunnen regeren zonder dat ze wordenteruggefloten of zonder dat ze moetenbuigen? De situatie in Irak is zobreekbaar, er hangt voortdurend eennieuw conflict in de lucht.’ Democratie in het Midden-Oostennoemt Ghobadi een rekbaar begrip,verkiezingen worden er te vaak gema-nipuleerd door lokale en geopolitiekegroepen. ‘Verkiezingen in hetMidden-Oosten zijn niet vrij, wat ookwordt beweerd. In Egypte kondenmensen voor het eerst “vrij” kiezentussen de pest en de cholera (in 2012

konden Egyptenaren kiezen tussen tweepresidentskandidaten: Mohamed Morsien Ahmed Shafik, td). In Iran werdenna een preselectie, gemaakt door eenniet-democratisch keurgroepje, zeskandidaten behouden, van wie vierconservatieven. Dat is geen democra-tie, maar bedrog. Er moet nog zoveelveranderen.’

geestdodende politiek‘Niet te veel politieke vragen stellen’was ons voor de aanvang van hetinterview gezegd. De vraag over hoeGhobadi dan wel denkt over deTurkse opening naar de Koerden, viade gesprekken met PKK-leiderAbdullah Öcalan, is een rode lijn.Dan komt de politieke pessimist in

Ghobadi naar boven. ‘Genoeg alsje-blieft, ik wil er niet verder over pra-ten want ik haat politiek. Politiek,zeker in het Midden-Oosten, drijftme tot het uiterste cynisme. Ik geloofgeen enkele regering in het Midden-Oosten, merk dat de geschiedeniszich blijft herhalen, merk een inge-bakken nepotisme. Als burger sta jemachteloos en nogmaals, het stem-recht verandert niets als geen reke-ning wordt gehouden met de ver-wachtingen achter die stem. Wat eris gebeurd tijdens de zogenaamdeArabische Lente, tijdens de jongsteprotesten in Turkije, is niet nieuw.En het leidt niet tot meer en beter.’Dan wordt zijn toon milder.Ghobadi legt uit waarom hij nietmeer over politiek wil praten. ‘Juistdit soort onderwerpen en thema’sduwde me te veel in een hoek endoodde mijn geest. Het is de politie-ke context die me de kansen heeftontnomen om een normaal leven te

leiden in mijn land Iran.’En toch, ondanks de onrust die hemniet loslaat, is hij gelukkig, vertelt hij.Hij verhuisde naar Erbil in Noord-Irak, heeft zijn woning in New York.In de VS heeft hij twee nieuwe film-projecten op stapel staan, onder meerover een Koerdische bokser. In Erbilopende hij een filmschool, en richttehij een culturele televisiezender op.Beide zijn projecten waarmee hij wilinvesteren in jongeren, de generatievan de toekomst in Noord-Irak. Hijrichtte een bedrijf op dat jonge geta-lenteerde filmmakers helpt om huneerste film te in roulatie te krijgen,een doorstartbedrijf zeg maar.‘Het detail’, antwoordt Ghobadi op devraag wat hem doet hopen. ‘Vroegerwilde ik dat het grote geheel zou ver-anderen. Vandaag weet ik dat dat eenverlangen is dat me kapotmaakt.Wanneer dat ene beeld me raakt, benik gelukkig. Als die ene veelbelovendefilmmaker me een schitterende kortefilm toezendt, ben ik gelukkig. Ik hebook geleerd mijn eigen kleine intuïtiete volgen, dingen te verwezenlijken opmicroschaal, met mijn kleine zender,mijn kleine onderwerpen.’‘Vandaag ben ik gelukkig met de din-gen die ik doe in Erbil. Ik moet nogleren balanceren op die lijn tussenherinneringen, heden en toekomst. Ikherinner me te veel slechte dingen,draag Koerdisch Iran in me mee, ikheb de revolutie meegemaakt, hebveel mensen zien sterven of wegkwij-nen. Ik herinner me acht jaar oorlogtussen Iran en Irak. Ik herinner mede schaduwpolitie, denk soms terugaan dat geweer dat ik als filmmakervoortdurend bij me droeg, omdat ikconflicten had met het ministerie vanCultuur, dat me niet de toestemminggaf om te filmen, laat staan om mijnfilms te vertonen. Maar ik leef nog enkan nog glimlachen. Ik heb nog hoop.Dat is heel wat, vind ik.’

PORTRETm e n s e n & v e r h a l e n

54 MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

‘Politiek, zeker in het Midden-Oosten, drijft me tot het uiterste cynisme. Als burger sta je machteloos.’

Q

Page 29: MO*magazine 108

56 MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

8 oktoberWho will bring us enough food? In het kader van de serie Debating Development: een debat over het

belang van boerenlandbouw. Met Vandana Shiva (milieu-activiste en

auteur uit India) en Alexander Woollcombe (Bill & Melinda Gates

Foundation). Moderator: Alma De Walsche (MO*).

Dinsdag 8 oktober, 19u., Stadscampus UA, Rodestraat 14 - R. 002 -

2000 Antwerpen. Organisatie: IOB, USOS, MO* en VLIR-UOS.

Info en inschrijvingen: www.uantwerpen.be/debatingdevelopment

10 oktoberLabel-battleTijdens de label-battle is het de bedoeling om de labels ‘Fair trade’,

‘Bio’, ‘Eco’ en ‘Duurzaam’  te verduidelijken en te vergelijken. Debat

met Lieve Vercauteren (Bioforum Vlaanderen), Vera Dua (Centrum

voor Duurzame ontwikkeling UGent), Xavier Gellynck (Professor

landbouweconomie UGent) en een vertegenwoordiger van MaxHavelaar. Moderator: Alma De Walsche (MO*).

Donderdag 10 oktober, 12u.30, UFO, Sint-Pietersnieuwstraat 33, Gent.

Info: www.ugent.be/fairtrade

15 oktoberFood aid in conflict zones In het kader van de serie Debating Development: een debat over voed-

selhulp in conflictzones. Met Zlatan Milisic (World Food Programme)

en Linda Polman (journaliste en auteur van ‘k Zag Twee Beren).

Moderator: Gie Goris (MO*).

Dinsdag 15 oktober, 19u., Stadscampus UA, Rodestraat 14 - R. 002 -

2000 Antwerpen. Organisatie: IOB, USOS, MO* en VLIR-UOS.

Info en inschrijvingen: www.uantwerpen.be/debatingdevelopment

22 oktoberGlobal food value chainsIs de inschakeling van ontwikkelingslanden in de globale waardeke-

ten voor voedsel een goede zaak? Of is het net de val waar ze niet in

mogen trappen? Met Miet Maertens (KULeuven) en Arne Schollaert(Oxfam-Wereldwinkels). Moderator: Maarten Lambrechts (MO*).

Dinsdag 22 oktober, 19u., Stadscampus UA, Rodestraat 14 - R. 002 -

2000 Antwerpen. Organisatie: IOB, USOS, MO* en VLIR-UOS.

Info en inschrijvingen: www.uantwerpen.be/debatingdevelopment

24 oktoberMondiaal Café: Hoe duurzaam is etenuit de supermarkt?Wereldwijd lijden 870 miljoen mensen honger. Nog eens 1 miljard

mensen heeft geen toegang tot kwalitatief en gezond voedsel. Toch

wordt er genoeg voedsel geproduceerd om de wereld 1,5 keer te voe-

den. Inleiding: Jan Van de Poel (11.11.11). Debat met –onder voorbe-

houd– Vera Dua (CDO), Dorien Knockaert (Kok/auteur) en HermanStrobbe (Delhaize). Moderator: Gie Goris (MO*).

Kom zeker ook de Ik Kook Van Woede-soep proeven!

Donderdag 24 oktober, 20u., Zebrastraat, Zebrastraat 32, Gent.

Info: www.zebrastraat.be - www.mo.be -www.ikkookvanwoede.be.

29 oktoberEuropean Agricultural DevelopmentCooperation in AfricaEuropa is de belangrijkste donor voor Afrikaanse landen, maar het is

op landbouwvlak ook vaak een concurrent. Debat met Jean PierreHalkin (Europese Commissie, Unit Rural Development, Food

Security and Nutrition) en Jeske van Seters (European Centre for

Development Policy Management).

Dinsdag 29 oktober, 19u., Stadscampus UA, Rodestraat 14 - R. 002 -

2000 Antwerpen.

Organisatie: IOB, USOS, MO* en VLIR-UOS.

29 oktoberRadicaliseringDebat over de zin en onzin van de “strijd tegen radicalisering”.

Europese toppolitici roepen op om militair in te grijpen in Syrië, maar

problematiseren tegelijkertijd de moslimjongeren die de daad bij het

woord voegen. Het mediadebat focust eenzijdig op wat we moeten

doen als de “geradicaliseerde elementen” terug zouden komen naar

ons dorp. Een debat met Hasna Ankal ( journaliste bij het Belang Van

Limburg en al.arte.magazine, ex-stagiaire MO*) en Brahim Laytouss(imam en voorzitter van de moskee en educatief centrum Al Markaz

et-Tarbawi aan de Elyzeese Velden in Gent). Moderator: SamiraBendadi (MO*)

Dinsdag 29 oktober, 20u., Pianofabriek, Fortstraat 35, 1060 Sint-

Gillis.

Organisatie: Pianofabriek ism Kif Kif, Masereelfonds en MO*.

Page 30: MO*magazine 108

Rebellen Elke geschiedschrijving wordt inge-kleurd naargelang het perspectief vanhet dominante kader of de auteur.Ontelbare feiten blijven in de scha-duw of vallen door de mazen van hetnet, tot een gedreven historicus zeweer opdiept, ze uitspit en zo een heelnieuw licht werpt op een vergetenluik, vergeten dimensies, vergetengroepen. Dat is ook wat het boekRebellen. Van de Galliërs tot de Indigna-dos doet. Historica Anne Morellibrengt bijdragen van verschillendehistorici samen over belangrijkemaatschappelijke en politieke veran-deringen die onze Belgische geschie-denis doordesemd hebben. Passagesuit ons verleden die door de officiëlegeschiedschrijving onder de voet wer-den gelopen, komen hier aan bod: destrijd voor politieke autonomie in demiddeleeuwen, de middeleeuwseboerenopstanden, de rol die religiespeelde als vorm van protest van de16de tot de 18de eeuw, de bewegingenrond de Belgische onafhankelijkheiden de breuklijnen van de twintigsteeeuw, met het syndicale reformisme,de verzetsbewegingen van de TweedeWereldoorlog en de koningskwestienadien. De verschillende hoofdstuk-ken worden omkaderd door een uit-gebreide inleiding van Morelli en eennawoord van Thomas Blommaert.Een lovenswaardig initiatief, maareen hele kluif voor wie slechts eenoppervlakkige kennis bezit van onzevaderlandse geschiedenis. Maar datbewijst precies de thesis van het boek,namelijk dat die geschiedenis aaneenhangt van onderbelichte processen enonvolprezen personages. (adw)

Rebellen. Van de Galliërs tot de Indig -nados door Anne Morelli is uitgegevendoor Epo. 343blzn. ISBN 9789491297236

Slagveld internetDe kans is klein dat u na lectuur vanCyberoorlog. Slagveld internet uw com-puter, tablet of smartphone nog hele-maal vertrouwt. In het boek presen-teert de Nederlandse socioloog AlbertBenschop (Universiteit van Amster-dam) onthutsende feiten over dekwetsbaarheid van de informatie- encommunicatietechnologie die weniet meer kunnen wegdenken uit onsdagelijkse leven. Eenvoudige vaststel-lingen maken duidelijk hoe ernstighet probleem is: de besturingssyste-men van Windows en Apple bijvoor-beeld bevatten meer dan 80miljoencoderegels, en daarin zitten naarschatting 1,2 tot 1,4miljoen fouten.Een geraffineerde hacker kan tien-duizenden van die fouten uitbuitenom in het systeem binnen te dringen.Slotsom: we zijn voortdurend kwets-baar. ‘We bouwen systemen die onsvermogen tot intellectuele beheer-sting te boven gaan ‘, schrijft Ben-schop. ‘Een hacker hoeft in zo ‘ncomplex programma slechts één los-se draad te vinden om de veiligheidvan het gehele systeem te compro-mitteren.’ Uiteraard spelen machtigelanden op die situatie in –dat is dank-zij klokkenluider Edward Snowdennog maar eens duidelijk geworden.En volgens Benschop beschikt ookChina vermoedelijk over een ‘cyberle-ger van 50.000 tot 100.000man-schappen’. Cyberoorlog leest veeleerals een academische cursus dan eenspannend geschreven pageturner,maar vormt een prima introductie inde mysterieuze cyberwereld van killswitches, zero day-exploits, Anony-mous en de NSA. (kc)

Cyberoorlog door Albert Benschop isuitgegeven door De Wereld, 332blzn,ISBN 9789079051069.

MO*lezers krijgeneen exclusievekorting van €2,5bij aankoop vanelk gerecenseerdboek in volgendeboekhandels: DeGroene Waterman(Antwerpen), DeReyghere (Brugge)en de Accoboekhandels vanGent, Antwerpenen Leuven. Knipdeze bon uit engeef hem af bijaankoop van hetboek. De kortingis 2 maandengeldig napublicatie van ditMO*nummer (25/09/2013).

Ongewone ontmoetingElina Hirvonen is schrijfster, journa-liste en documentairemaker. Zewoonde twee jaar in Zambia enschreef met Naar het licht eenopmerkelijke roman met twee opval-lende hoofdpersonages. Hirvonenheeft duidelijk heel goed om zichheen gekeken tijdens haar verblijf,zo sprekend zijn haar beelden en zoonmogelijk is het om als lezer nietmee te voelen met de personages.Het land Zambia heeft voor de tweehoofdpersonages een verschillendeconnotatie. Voor Paul is het land uitzijn jeugdjaren een verloren para-dijs; hij bracht er de mooiste tijd vanzijn leven door. Hij keert er terugom te verdwijnen na zijn misluktehuwelijk en nadat zijn zoon op hetfoute pad belandde. Voor Esther, eenZambiaanse, is het een land waar zemoet vechten voor een dokter, hetland van weinig kansen en waar metmeisjes kan gedaan worden watmannen maar willen. Ze verzet zichtegen de dokters die alleen voor deelite bestemd zijn en tegen het feitdat kinderen er in het niets verdwij-nen.Hun ontmoeting is bijzonder maaral gauw blijkt dat ze elkaars demo-nen kennen en begrijpen. Het ideevan zijn paradijs botst met de grau-we realiteit van Esther, die de zorgvoor Susan, een weeskind, op zichgenomen heeft. De puzzelstukkenvan het verhaal passen niet meteenin elkaar, maar dat geldt ook voor delevens die beschreven worden. Delezer moet zich dus samen met depersonages inspannen om tot uit-zicht te komen. (km)

Naar het licht van Elina Hirvonen isuitgegeven door De Geus, 284blzn,ISBN 9789044522990

Exclusieve kortingvoor MO*lezers

59

recensies

Incredible IndiaHet is niet dat India een gebrek heeft aanuitstekende verhalenvertellers, maarAlice Albinia verdiende als buitenlandsehet volle respect voor haar boek Indus, defascinerende neerslag van haar reis langsde moederrivier van de Zuid-Aziatischebeschaving. Dat haar eerste roman zichook in India afspeelt, hoeft dus niet te ver-bazen. Albinia voert vier families op ineen uitdrukkelijke opzet om de uitdagin-gen van hedendaags India te personalise-ren. De gezinshoofden zijn respectieve-lijk een wat zielige hindoenationalist, eensuccesvol internationaal zakenman dieterugkeert naar Delhi, een gerenommeer-de hoogleraar met progressieve ideeën eneen hardwerkende, alleenstaande mos-limvrouw die zich tot net boven dearmoedegrens opgewerkt heeft. Daarmeebevinden we ons volop in het India van delezers van Engelstalige boeken, niet in hetIndia van de 800 miljoen armen, maardat is niet het voornaamste probleem vanLeela’s boek. Albinia doet zo hard haar bestom de verhaallijnen op zoveel mogelijkplaatsen aan elkaar te knopen, dat er echtte veel overbodige onwaarschijnlijkhedengeconstrueerd worden, waarmee ze detoeristische slogan Incredible India! eengeheel nieuwe invulling geeft. Het is pasna 200 bladzijden dat het verhaal werke-lijk rond zijn eigen middelpunt begint tedraaien: het geheim van hoofdpersonageLeela. De manier waarop dat ontrafeldwordt, is wat haastig en de verzoening diemoet plaatsvinden mist haar emotioneleuitwerking omdat er geen echt drama aanvoorafgaat. Misschien moet de uitgeverde auteur gewoon overtuigen dat non-fic-tie een perfect legitiem genre is, en dat zedaar beter, veel beter, in is dan in fictie.(gg)

Leela’s boek door Alice Albinia is uitgege-ven door De Bezige Bij. 429blzn. ISBN9789023474166

Ongemakkelijke waarheidVanuit het perspectief van de internationale media lijkt de scha-duw van Nelson Mandela altijd groter en belangrijker dan degeschiedenis die hij mee mogelijk gemaakt heeft. De man is eenmythe en die krijgt meer aandacht dan de alledaagse –en alles-behalve succesvolle– worsteling met armoede, corruptie enonvervulde beloftes. Daarom alleen al is Een tijd als nooit tevo-ren een noodzakelijk boek. Nadine Gordimer, NobelprijswinnaarLiteratuur in 1991, vertelt het verhaal van de voorbije tweedecennia in Zuid-Afrika vanuit de beleving van een gemengdkoppel jonge revolutionairen, hooggeschoolden die elkaar in hetmaquis van Swaziland vonden en die na 1994 schoorvoetendmaar nog steeds geëngageerd deel gingen uit-maken van de nieuwe middenklasse. Dit is ech-ter geen familiale vertelling. Gordimer gebruikteen ingehouden schrijfstijl, die soms eerder doetdenken aan dagboeknotities. De karakterschet-sen zijn ondergeschikt aan het politieke debatdat Steve en Jabu voortdurend voeren met zich-zelf, elkaar en de kleine kring geestesgenotenwaarmee ze in een buitenwijk van Johannesburgwonen. Wie dit boek begint te lezen zonderenige voorkennis van Zuid-Afrika na de apartheiden de interne strubbelingen van het ANC, zal zonu en dan toch eens naar Wikipedia moeten grij-pen. Die ingebouwde drempel wordt echter ruim-schoots goedgemaakt door het feit dat Gordimernet niet de geschiedenis maar de persoonlijkeomgang ermee verbeeldt. De desillusie met deleiders die voortgekomen zijn uit de anti-apart-heidsstrijd is heel reëel en wordt door zowat iedereen inMandelaland bevestigd. In de roman krijgt die frustratie halver-wege de vorm van Steve’s plan om naar Australië te emigreren.Daarmee gaat zijn relatieve gebrek aan verbondenheid met hetland botsen met Jabu’s diepe Zoeloewortels. De geplande emi-gratie staat voor de vraag of persoonlijke ambities na de revolu-tie een verraad zijn aan die revolutie, zolang de zwarte meerder-heid haar betere en rechtvaardige toekomst nog niet gekregenheeft. En voor de vraag of je als individu in een complexesamenleving het verschil kunt maken. En altijd blijft de vraaghangen hoe het toch mogelijk is dat de kameraden, die zo sterkwaren in de strijd, achteraf niet bestand blijken tegen de machten de verleiding van het geld. (gg)�Een tijd als nooit tevoren door Nadine Gordimer is uitgegevendoor De Geus / Novib. 473 blzn. ISBN 978 90 445 1974 7

58 MOQ • oktober 2013 • www.mo.be MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

Page 31: MO*magazine 108

GROEI VOLSTAAT NIETIs India goed bezig? Onder die titel verscheen eind 2011 een tekst vanAmartya Sen (Nobelprijswinnaar Economie 1998) en de Belgisch-Indiase econoom Jean Drèze, ook uitgegeven als MO*paper. Diepaper hebben de twee top-economen intussen uitgewerkt tot een vol-wassen boek dat deze zomer voorgesteld werd. An Uncertain Glorywijkt niet af van de fundamentele vaststellingen die twee jaar geledenal gedaan werden maar werkt ze beter uit en onderbouwt ze met meercijfers en argumenten. Kort samengevat zeggen Drèze en Sen dat desnelle economische groei van de voorbije twee decennia niet of nauwe-lijks gebruikt werd om de miserabele levensomstandigheden van dehonderden miljoenen armsten in India te verbeteren. Daardoor ont-staat de paradoxale situatie dat India snel veel rijker wordt dan zijnbuurlanden, maar dat die buren –uitgezonderd Pakistan– tegelijkIndia voorbijsteken op het vlak van socialeontwikkeling. Drèze en Sen zijn zeker niettegen snelle economische groei, integendeel,maar ze verwijten de Indiase beleidsverant-woordelijken dat ze de opportuniteiten vandie groei niet gebruiken om te zorgen voormeer en beter onderwijs, gezondheidszorgen sociale zekerheid voor iedereen. Uit devergelijking met buurlanden, BRIC-landenen deelstaten onderling concluderen deauteurs dat een performante staat die zichactief op sociaal beleid richt een groot ver-schil kan maken. Dat sociaal beleid moet danbest gestoeld zijn op het principe van universele dienstverlening, ophet bestrijden van ongelijkheid in plaats van enkel armoede, en op hetcultiveren van de capaciteiten van de hele bevolking, ongeacht kaste,klasse of gender. Daarbij maken de auteurs duidelijk dat ongelijkheidin India vele gezichten heeft, die elkaar versterken, wat het bestrijdenervan ongemeen moeilijk maakt. Opvallend zijn bijvoorbeeld de cijfersover de dominantie van hogere kasten in leiderschapsposities in ngo’sen vakbonden –respectievelijk 80 en 90 procent– en in de media –85procent. ‘Zelfs anti-establishmentkrachten reproduceren de oudetegenstellingen in hun politieke acties’, schrijven Drèze en Sen.An Uncertain Glory is een boek met een helder standpunt, dat opwetenschappelijke én toegankelijke wijze onderbouwd wordt. Het isook het soort boek dat we zeker tot 2020 als referentiewerk zullengebruiken in de discussie over economische groei en sociale ontwikke-ling. En voor wie India wil kennen en begrijpen, is het zonder meeronmisbaar. (gg)

An Uncertain Glory. India and its Contradictions door Jean Drèze enAmartya Sen is uitgegeven door Princeton University Press. 433blzn. ISBN9780691160795

HONGER IN OVERVLOED‘Er is genoeg voedsel en toch is er honger’, stelt de 11.11.11-cam-pagne van dit jaar. De komende maanden zullen ook anderengo’s aandacht vragen voor de paradox dat boeren de wereld voe-den, maar daar zelf alleen maar armer van lijken te worden. Er zaldus geen gebrek zijn aan informatie. Toch loont het de moeiteook Full Planet, Empty Plates van Lester Brown te lezen. Brown isals oprichter van Worldwatch Institute en Earth Policy Center eenvan de belangrijkste milieudenkers in de VS.In het boek presenteert Lester Brown een kort maar met veel cij-fers onderbouwd overzicht van de mondiale voedselcrisis: haaromvang, oorzaken en mogelijke oplossingen. Het is geen vrolijkboek, want volgens Brown zien we vandaag nauwelijks het topjevan de ijsberg en zal de voedselcrisis de komende jaren nog veel

urgenter worden. ‘Voedsel is de zwakkeschakel in onze moderne beschaving’,schrijft Brown. ‘Net zoals dat het gevalwas bij de Sumeriërs, de Maya en zo veelandere beschavingen die gekomen engegaan zijn. Zij konden hun lot uiteinde-lijk niet loskoppelen van dat van hunvoedselvoorziening. En wij kunnen datook niet.’ Brown concludeert: ‘Voedsel isde nieuwe olie. Grond is het nieuwegoud.’Empty Plates gaat niet enkel over hongerin het Zuiden, maar over een crisis die de

hele mensheid bedreigt als we doorgaan op de ingeslagen wegmet biobrandstoffen (‘een derde van de Amerikaanse graanoogstwordt vandaag omgezet in ethanol’), groeiende vleesconsumptie(China consumeert vandaag zesmaal zoveel varkensvlees als in1978), bevolkingsgroei, watergebruik (voor de productie van uwdagelijkse hoeveelheid voedsel is 2000 liter water nodig; daarbijdrinken we 4 liter), erosie en woestijnvorming (in Nigeria gaatjaarlijks 400.000 hectare landbouwgrond verloren)... Onnodigeraan toe te voegen dat de tekorten en dreigende tekorten die decombinatie van deze factoren veroorzaakt nog eens met een factortien verergeren als er niet dringend en radicaal ingegrepen wordtom de klimaatverandering tegen te gaan. Er is een ander beleidnodig, maar iedereen moet ook zijn eigen verantwoordelijkheidnemen. ‘Saving civilization is not a spectator sport’, luidt de slotzinvan boek. (gg)

Full Planet, Empty Plates. The New Geopolitics of Food Scarcity doorLester R. Brown is uitgegeven door W.W. Norton. 141blzn. ISBN978039308891 5

Anderstaligeboeken

60 MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

Page 32: MO*magazine 108

CULTUUR1-20 oktoberDe favela’s van RioFotograaf Frederik Buyckx schept eenbeeld van het leven in de favela’s in Rioin de aanloop van de grote sportevene-menten.14-18u., (vr-za-zo), ccbelgica, Kerkstraat24, Dendermonde.Info:www.ccbelgica.be

13 oktoberHet Penhuis met Lieve JorisSchrijfster Lieve Joris praat over haarrecente werk en gaat dieper in op derelatie tussen Afrikanen en Chinezen. 10u.30, Oranjerie Broelmuseum,Broelkaai 6, Kortrijk.Info en inschrijvingenop:www.kortrijk.be/broelmuseum

13 oktoberIn gesprek met Chika UnigweSchrijfster Chika Unigwe praat over haarhistorische en tegelijk actuele roman DeZwarte Messias. 10u.30, Warandestraat42, Turnhout.Info en tickets:www.warande.be

16 oktoberAtlantihdaZes muzikanten en een fadozangeresslaan een brug tussen traditionele folken Portugese fado. 20u.30, De Roma, Turnhoutsebaan286, Borgerhout.Info en tickets: www.deroma.be

19 oktoberDeugdzame StadOntmoetingen met vooraanstaandeEuropese en Arabische sprekers, geba-seerd op De deugdzame stad van filosoofAl Farabi. Een gezonde visie op mens enmaatschappij en een pleidooi voor ken-nis en tolerantie staan centraal. 20u.30, CC Berchem,Driekoningenstraat 126, Berchem.Info en tickets: www.ccberchem.be –www.moussem.be

23 oktoberStacey KentJazzdiva Stacey Kent stelt in het kadervan het Skoda Jazz Festival haar nieuwecd The Changing Light voor, een ode aan

de Braziliaanse muziek.20u., Bozar, Ravensteinstraat 23,Brussel.Info en tickets:www.bozar.be

INFORMATIEF3 oktoberKlimaatcafé: Energie van deToekomstWat moeten we ons voorstellen bij dieenergie van de toekomst? Wat zijn devoordelen en beperkingen?20u., Kamp C, Britselaan 20, Westerlo.Info en inschrijvingen:www.kampc.be

5 oktoberVredesconferentie: Time to GoWorkshops en debatten over kernontwa-pening in aanloop naar de grote mani-festatie op 20 oktober.13u., De Markten, Oude Graanmarkt 5,Brussel.Info en inschrijvingen:www.vrede.be

11 oktoberStudiedag Grote MerenWat en wie maakt of kraakt de toekomstvan de Groten Merenregio? Workshopsmet ngo-medewerkers en onderzoekersen afsluitend debat met onder meerDavid Van Reybrouck en FilipReyntjens.15u., IOB, Lange Sint-Annastraat,Antwerpen.Info en inschrijvingen:www.provant.be/dnz

15 oktoberPensées Noires: Miriam MakebaGesprek over het leven van de zangeres,activiste, maar ook de vrouw achterMiriam Makeba. Vimbai Zimuto, eenZimbabwaanse zangeres, zorgt voor demuzikale omkadering.20u., De Centrale, Kraankindersstraat 2,Gent.Info en tickets: www.afrikaansplatform.be

17 oktoberTurkije, weg van Europa?Turkije-correspondent Dirk Vermeirenvertelt hoe hij Turkije de afgelopen jaarheeft zien veranderen.20u., Gentpoortstraat 1, Deinze.Info en inschrijvingen: www.bibliotheek-deinze.be

Chika Unigwe is letterlijk wereldberoemd maarblijft relatief onder de Vlaamse radar. Wie op 13oktober niet in Turnhout kan zijn, heeft vanafeind september de kans haar observaties en irri-taties te volgen in de serie MO*columns. Dehele ploeg columnisten is overigens de moeiteom volgen: Geert Van Istendael, Ben Caudron,Birsen Taspinar, Bie Vancraeynest, Jan Mertens,An Olaerts, Hans Van Dyck, Olivia Rutazibwa,Ignace Pollet, Sidi Larbi Cherkaoui, Sabine Denisen Chika Unigwe. www.MO.be/mocolumns

De regio van de Grote Meren is voor deBelgische samenwerking met Afrika een vanzelf-sprekende prioriteit. Het is echter uitzonderlijkdat zowat alle experts terzake samengebrachtworden in een conferentie om inzichten en stra-tegieën uit te wisselen en te discussiëren overhoe wij kunnen bijdragen tot hun betere toe-komst. 11 oktober, Antwerpen: daar moet ieder-een zijn die zich betrokken voelt op de toekomstvan Congo, Rwanda, Burundi, Oeganda enTanzania.

63MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

Doe mee op www.MO.be/wedstrijd!

EVENEMENTEN2-12 oktoberWeek van de FairtradeTien dagen lang staan fairtrade en fair-tradeproducten in de kijker op diverselocaties doorheen Vlaanderen. Ontdekde vele concerten, proeverijen en spelle-tjes. Als afsluiter kunnen bedrijven diezich inzetten voor eerlijke handel dingennaar de Be Fair Award.Info:www.befair.be

3 oktober – 24 januariEuropalia: IndiaVier maanden lang kan u de immenseculturele rijkdom van India ontdekkenin een multidisciplinair programma mettentoonstellingen, concerten, dans- entheatervoorstellingen en nog veel meer.Op verschillende locaties in Brussel.Info:www.europalia.eu

4 oktoberNacht van de FairtradeHet duo Sousou & Maher Cissokobrengt West-Afrikaanse muziek metinvloeden uit reggae, mbalax, pop enblues. Voorts ook een gevarieerd spokenword programma en (h)eerlijke hapjes.20u., Rijschoolstraat 4, Leuven.Info en tickets:www.30cc.be

12 oktoberWereldwinkeldagOxfam viert de Wereldwinkeldag. Wiedie dag een lege chocopot meebrengtnaar de wereldwinkel, krijgt gratis eenvolle pot Oxfam-choco in ruil.Info: www.allekaartenoptafel.be

17-26 oktoberFestival van de VrijheidTiendaags festival in hartje Brussel waar-bij de vrijheid in onze wereld centraalstaat. Op het muzikale programma staanonder andere El Gusto, Rokia Traoré enIAM. Ook een gevarieerd aanbod aantheater, documentaires en filmsInfo en tickets:www.festivaldeslibertes.be

10 oktoberVredesloop Ieper16de editie van de Vredesloop, een spor-tief evenement waarbij gestreden wordttegen de waanzin van de oorlog.Inschrijven voor 15 oktober.14u., Fenix (Jeugdstadion Ieper),Leopold III-laan 16, Ieper.Info en inschrijvingen:www.vredesloop.be

20 oktober Time to Go: betoging tegen kern-wapens Grote manifestatie in het BrusselseJubelpark voor de verwijdering van kern-wapens in België. Organisatie in handenvan Pax Christi Vlaanderen, Vrede vzw,Vredesactie en CNAPD.Info:www.timetogo.be

27 oktoberLobbyen voor oorlogVredesactie stippelde samen metCorporate Europe Observatory een wan-deling door de Europese wijk in Brusseluit om de wapenlobby aan u voor te stel-len.14u., Rondpunt Schuman, Brussel.Info en inschrijvingen:[email protected]

Q 5 duotickets voor het concert van Atlantihda op 16 oktober in De Roma in Borgerhout.

Q Telkens 1 duoticket voor de concerten van El Gusto, Nouvelle Vague, Oxmo Puccino,Rokia Traoré en IAM op het Festival van de Vrijheid van 17-26 oktober in Brussel

Q 5 duotickets voor de trilogie Human Machine van Yuri Ancarani op 17 oktober in deBeursschouwburg in Brussel.

Q 5 duotickets voor de Deugdzame Stad op 19 oktober om 20u.30 in CC Berchem.

Q 5 duotickets voor het concert van Stacey Kent op 23 oktober in Bozar in Brussel.

MO trakteert

Time to go. Dertig jaar na de grootste(vredes)manifestatie ooit in België. 'Het is dehoogste tijd dat die kernwapens uit ons land, uithet continent en uit de wereld verdwijnen. Dertigjaar de stem van het volk negeren, is onaan-vaardbaar. Maar dan moet dat volk wel opnieuwzijn en haar stem laten horen. Luid en krachtig,op straten en pleinen. De tijd om echt aan eenwereld zonder atoomwapens te werken is nu. '

agenda

62 MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

© Frederik Buyckx

© GF

© GF

© GF

© GF

© GF

Atlantihda

Page 33: MO*magazine 108

23 oktober

De toekomst van PakistanPakistan heeft een nieuwe premier, een nieuwe president en krijgt dit

jaar ook nog een nieuwe opperbevelhebber én een nieuwe opperrech-

ter. Staat het land klaar om te vertrekken naar een nieuwe toekomst? Of

blijft het radicalisme, terrorisme en armoede produceren?

Exclusieve avond met drie alom gerespecteerde vrouwen: Asma Jahangir(Voorzitter van de Vereniging van advocaten bij het Hooggerechtshof;

voorzitster Human Rights Commission Pakistan; Koning Boudewijnprijs

Internationale Samenwerking 1998), Samina Ahmed (InternationalCrisis Group-verantwoordelijke voor Pakistan, Afghanistan, India en

Nepal) en Shada Islam (journaliste, Head of Policy bij Friends of

Europe). Gie Goris (MO*) en Bruno De Cordier (onderzoeker aan deConflict Research Group, UGent) stellen de vragen.

Woensdag 23 oktober, 19.30 uur. Vlaams-Nederlands Huis deBuren,

Leopoldstraat 6, 1000 Brussel. Organisatie: MO* i.s.m. Conflict Research

Group, UGent en deBuren.

65

MOQ maakt de globalisering ervaarbaar, begrijpbaar en hanteerbaar.

ContactVlasfabriekstraat 11 - 1060 BrusselTel. 02.536 19 77 - [email protected] - www.MO.be

HoofdredacteurGie GorisRedactieSamira Bendadi, Kristof Clerix, Tine Danckaers, Alma De Walsche, Olivia Rutazibwa en John VandaeleEindredactieKristof Clerix en Herman JacobsWebredactieMaarten Lambrechts en Kilian De JagerStagiairsKaat Meys

Aan dit nummer werkten mee:Pieter Stockmans, Xander Stockmans, Bruno de Cordier, ToonLambrechts, Dieter Teleman, Lisa Develtere, Hans Boons, JulieReniers, Ivonne Yánez en Bie VancraeynestCreatie en vormgeving Chris Defossez en Inge D’haenKaarten en grafieken Dirk Billen en Maarten LambrechtsIllustratieKlaas Verplancke, LectrrCoverontwerpDarwin.DrukRoularta PrintingMarketing, communicatie en agendaJan BuelinckxreclameregieADeMAR - www.ademaronline.com - 03 448 07 57AdministratieJan VanhuysseVerantwoordelijke uitgever Frank BekeISSN 1379-5619

• MO* is een uitgave van Roularta Publishing NV in opdracht vanWereldmediahuis vzw. De leden van Wereldmediahuis zijn 11.11.11, Broederlijk Delen, FOS, Incofin cvso, Oxfam Wereldwinkels, Plan België, Stichting Liedts, Trias, Vredeseilanden en Wereldsolidariteit. • MO* is aangesloten bij CeLT vzw, de vereniging van Culturele en Literaire Tijdschriften, www.detijdschriften.be.• MO* krijgt de steun van de Belgische Ontwikkelings samenwerking en de Vlaamse regering. Overname van artikels is toe gestaan mits bron-ver melding en toestemming van de hoofdredacteur.

Abonnementen MO*Postbus 360 - 8800 RoeselareTel 078 35 33 13 - Fax 078 35 33 [email protected](voor inschrijving, wijziging of info over uw abonnement)PrijsJaarabonnement België: 36 euro.Jaarabonnement buitenland: vraag inlichtingen.BetalingOfwel gewoon uw naam en adres opgeven en wachten op ons bericht.Ofwel rechtstreeks op rekeningnummer IBAN: BE57 4721 0111 8135 enBIC: KREDBEBB met vermelding van het exacte afleveradres.Ofwel door opgave van nummer en vervaldag van uw kredietkaart(American Express, Diners, Eurocard, Visa).

colofon

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

10 oktober

Perspectief voor een verloren generatie?Aansluitend bij het dossier Ik ben 20 in 2013 (zie bladzijde 30) organiseert

MO* een debat over identiteitsvorming bij allochtone jongeren. Inleiding

door Amy Jane Gielen (NL). Debat met o.a. Mohammed Chakkar(Federatie van Marokkaanse Verenigingen), Marc Hendrickx (N-VA, eersteschepen Mechelen bevoegd voor Integratie en Gelijke Kansen), NorahKarrouche (Erasmus Universiteit Rotterdam). Moderator: Gie Goris (MO*)�Donderdag 10 oktober, 20 u., Thomas More, Campus De Vest (aula 2),Zandpoortvest 60, Mechelen.

Info: www.prismavzw.be

© GF

© GF

© GF

Asma Jahangir Samina Ahmed Shada Islam

NAJAAR 2013

TICKETS: WWW.DEROMA.BE + 03 292 97 40 + FNAC

12/10 MERDAN TAPLAK 16/10 ATLANTIHDA 20/10 ISMAEL BELOUCH 24/10 HAMILTON DE HOLANDA TRIO 25/10 YASMINE HAMDAN 09/11 MARIA FARANTOURI 15/11 VIEUX FARKA TOURÉ 30/11 MARIZA 11/12 SHANTEL & BUCOVINA CLUB ORKESTAR

HAY

M AN AN ER

E

N

12/1016/1020/10

4/10/10

AN LA

MERDTATLA

L BAA

AEL BS ISMAEL BELT N DE H2 ON DE TLLTHAMILLT

S SM Y25 SMINE AAYYA

TRIO

AA AKAAP

AA

AAR AJN 2013

APLAKN THNT

TAPLAKN T TAPLAKA

A TR RIO

ANTIHD

NDCCHUU

E HOLANDOISMAEL BEL

A TRIO AN

E HOLANDN N

E HOLAND ME AN E HAMD

11/12

SMI Y SM Y E MAR

OMA.BE + 0.DERS: WWW W.DERTICKET

/11

/109/11

30/11

25 SMINE AAR A F

AYYAARIA 0 A F FARANTMARIA F FARANT

ARK A K 51 ARK X F F FARKA T FARKA TX F FARKA TUVIEMARIZASHANTEL

A CLVINOCU& B

A O

M AN AN

C7 40 + FNA3 292 9OMA.BE + 0

AN DUU

E HAMDARANTAN URIOOONTTTARANT

UA T URÉA TOOA TA T

SHANTELARTTARSUB ORKEA CL

WorkHard / Play

Hard

Drie korte documentaires rond het thema werken, in de sfeer van een spannende science-� ction� lm � lm. Il Capo, 2010, IT, 16 minPiattaforma Luna, 2011, IT, 25 minDa Vinci, 2012, IT, 25 min

Yuri AncaraniHuman Machine Trilogy

beursschouwburg

vrijdag17/10/13documentaire

20:30€7/5

i.h.k.v.

Still from Il Capo

WEER THUIS!

HET VLAAMS-NEDERLANDS HUIS BRENGTliteratuur | kunst | politiek

wetenschap | media AAN HET BRUSSELSE MUNTPLEIN

www.deburen.eu

WEERTHUIS!

THUIS!

HET VLAAMS-NEDERLANDS HUIS BRENGTliteratuur | kunst | politiek

wetenschap | mediaAAN HET BRUSSELSE MUNTPLEIN

.deburen.eu www

HET VLAAMS-NEDERLANDS HUIS BRENGTliteratuur | kunst | politiek

AAN HET BRUSSELSE MUNTPLEIN

DEUGDZAME STAD

Een reeks van vijf gespreksavonden over de toekomst van de stad met vooraanstaande denkers uit Europa en de Arabische wereld. Niet de irrationaliteit en het extremisme, wel een gezonde visie op mens en maat-schappij en een pleidooi voor kennis en tolerantie staan hier centraal.

Deugdzame stad #1Het rationele versus het religieuze denken in de islam

Met Dr. Jan van Reeth, Khalid Ben Haddou en Layla El-Dekmak

za 19 oktober – 20:30 in CC Berchem

Voor meer info en het volledige programma: moussem.be

Page 34: MO*magazine 108

� Dit is haar plek. En van niemand anders. Een parkeer-terrein, bovenop een van de flatgebouwen die deel uitmakenvan wat met enige zin voor ironie de Manhattanwijk wordtgenoemd. Tussen Rogier en het Noordstation moest een ooitbruisende volkswijk tegen de vlakte om plaats te maken voordeze betonwoestijn, die na de kantooruren nog killer wordten leger loopt. Hier lapt zij haar ziel op. Ze is er toevalligbeland voor een foto-opdracht en omdat ze alleen wou zijn.Omdat alles uit elkaar viel. Opnieuw. Toen het leek alsofpatronen zich onherroepelijk herhalen. Amanda was toennet bevallen, op haar zestiende, van een zoontje. En het luktemaar niet met de vader van haar kind, hoe graag ze dat ookwilde. Ze kijkt er uit op de treinsporen van de noord-zuidas,dat slecht genezen litteken dat de stad in twee rijt. Ooitkwam ze er dingen op een rijtje zetten, nu komt ze hier dro-men van alle reizen die ze nog zal maken, ver buiten de staddie ze zelden verlaat. Hoe jong en onbevangen ze leek ophaar parking, zo volwassen oogt ze even later. In haar mooieflat met houten vloer, vol kunstfoto’s van haar hand. Het isvijf minuten voor bedtijd en ze hijst haar kleine hiphopperin een Sponge Bob-pyjama en is onvermurwbaar voor zijnsmeekbedes om nog langer te mogen opblijven. Jason is nuvier en gaat naar de tweede kleuterklas, zij naar het zesdemiddelbaar, aan de andere kant van de stad. Hoe gaat dat ’smorgens vroeg? ‘Ik heb een hardnekkig  probleem met telaat komen. Maar ik ga me niet achter mijn zoon verschui-len. Ik ben soms ook nog gewoon een luie tiener.’ Ze vraagtof ik iets wil eten, want dat is ongezond, maaltijden over-slaan. Haar Frans is onberispelijk, maar ze schakelt, wollah,moeiteloos over op quartjees, dat Brusselse jongerentaaltjedoorspekt met bastaardwoorden, en met een eigen eigen-zinnige grammatica. Waar heeft ze dat Bargoens opgepikt?‘Je kan me beter vragen waar ik heb geleerd om netjes te pra-ten!’ Ze is grootgebracht in een instelling in het chiqueUkkel, tussen een ratjetoe van halve straatkinderen, ieder-een met een eigen verhaal, tongval en kort lontje. ‘Ik denk

dat ik mezelf heb opgevoed maar ik heb door de instellingwel de nodige structuur, een kader, gekregen.’ De lange wegvan Ukkel naar deze stek aan de Haachtsesteenweg heeft zezelf afgelegd, in haar eentje. Het scheelt dat ze taal kangeven aan haar parcours. Daar was tijd voor nodig. Om dewoede, la haine, te laten wegebben.  Nu vertelt ze vrijgevighaar verhaal. Lang had ze geen dromen. Want dat vereisteen zekere lichtheid. Haar harde realiteit hield haar gekluis-terd aan de grond. Nu er stabiliteit is, en ze kijkt even naarhaar vriend Oussama, die wat verder in een tijdschrift ligt tebladeren, kan ze opstijgen. Nu kan ze voor opvoedster stu-deren. Ze weet alvast hoe het niet moet en ze doet het uit-stekend met haar eigen zoon. Ze weet vooral hoeveel kinde-ren en jongeren in deze stad het nodig hebben dat voor henwordt gezorgd. Ik kan me veel verbeelden bij bedelende mensen in hetCentraal Station, maar niet dat zij een dochter hebbendie Amanda heet bij wie zij sporadisch op de koffie mogen.Bij die inmiddels twintigjarige vrouw met mooie amandel-vormige ogen en een zelfverzekerde glimlach. Taai maarteder. ‘Ik denk dat ik groei door sleutelmomenten. Het wasbelangrijk voor mij om voor mijn ouders te staan en hen tezeggen dat ik beschaamd was over hen. Toen ik dat hardophad gezegd, viel de schaamte ineens weg en zag ik gewoontwee breekbare mensen. De week erna kon ik mijn vaderzelfs vergezellen in de metro, waar hij gitaar gaat spelen. Ikging niet rond met de hoed, deed alsof ik hem niet kende enging een beetje verder in de coupé zitten. Ik keek naar hemvan op een afstand en dacht: “Dat is mijn papa. Wat speelthij mooi gitaar.”

BRUKSELc o l u m n

66 MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

© D

iete

r Tel

eman

s

Gitaardoor Bie Vancraeynest