Jubileumboek 1973 - 2013

21
Alkmaarse Rugby Union Football Club 40 jaar 1973 - 2013

description

 

Transcript of Jubileumboek 1973 - 2013

Alkmaarse Rugby Union Football Club 40 jaar 1973 - 2013

32

InhoudsopgaveVoorwoord 4

Ontstaan van de Alkmaarse rugbyclub 5

De massale opkomst van rugbyclubs periode 1970 - 1980 8

Door de ogen van 11

Kantinebeheer 12

De jeugd van Alkmaar 14

Het verhaal van Pook van Pook van Pook 19

Trainer en speler, vader en zoon 20

Bestuurslid van het eerste uur 22

Een overzicht van de trips 26

5 jaar Alkmaarse dames 28

De mentaliteitstrofee 30

Aanvoerders 1ste herenteam, leden van verdienste, ereleden en voorzitters 33

De toekomst 34

Teams door de jaren heen 36

Dankwoord en sponsoren 38

Colofon 40

René Kesselaar, de enige speler die uitkwam in het nationale rugbyteam (1990) terwijl hij lid was van de Alkmaarse rugbyclub.

4 5

Terwijl ik dit schrijf, denk ik terug aan wat ik 40 jaar geleden aan het doen was. Ik zat nog op de lagere school. Ik voetbalde bij Stormvogels in IJmuiden in een restanten elftalletje, want ik kon er niet veel van. Ik deed nog iets vaags met gymnastiek. Daar blonk ik ook al niet in uit. Gelukkig waren er in Alkmaar wat mannen met visie en zin in wat nieuws en werd de Alkmaarse Rugby Union Foot-ball Club opgericht.

Intussen waren wij met het gezin via wat omzwer-vingen in Zuid-Afrika terecht gekomen. Daar viel aan rugby niet te ontkomen. Na een paar jaar kwa-men we weer terug in Nederland. Ik dacht dat het rugby spelen voorbij zou zijn, maar via een A5 pos-tertje ontdekten we dat rugby ook in Nederland

Er is een flink aantal mensen betrokken bij het begin van de rugbysport inAlkmaar. De aanzet tot het oprichten van onze club begint echter bij twee leden van het eerste uur.Het was in de eerste plaats Jan Kuijpers, die in Amstelveen bij de rugbyafde-ling van NFC (nu ARC) had gespeeld. Ruim een jaar na het oprichten van de Castricumse rugbyclub in 1968, werd Jan trainer van die club. En de tweede persoon was Gerard de Groot. Gerard ging bij Castricum trainen en spelen, omdat hij het een prachtig spel vond en er in Alkmaar nog geen interesse was voor rugby.

Jan Kuijpers ging in 1970 in de Stationsbuurt in Alkmaar wonen. Al gauw besloten Gerard en Jan samen naar de trainingen en wedstrijden van Castricum te rijden. Dat gebeurde op de motor van Gerard. Gedurende drie jaar zijn ze zo samen op pad geweest en hebben heel wat afgereisd. Al die tijd opperde Jan dat het zo wenselijk zou zijn dat ook in Alkmaar een rugbyclub het leven zou zien. Jan Kuijpers woonde in de Gashouderstraat en om de hoek bevond zich een hotel-restaurant-café-bedrijf waar Cock Mazereeuw de eigenaar van was. De naam van het horecabedrijf was Ceres. Zeer be-kend in Alkmaar, onder andere omdat van daaruit de rijexamens van het CBR werden georganiseerd.

Lees verder op pagina 6...

Het ontstaan van de Alkmaarse rugbyclub

Voorwoord

Joop Zandvliet (met bal), voorzitter Alkmaarse Rugby Union Football Club

werd gespeeld. In 1980 kwam ik bij de Alkmaarse rugbyclub terecht en ben nooit meer weggegaan. Ik was toen 16 jaar.De Alkmaarse Rugby Union Football Club is inmiddels uitgegroeid tot een sportieve, gezellige vereniging. Het jubileumboek is een weergave van de mooie sfeer en de mentaliteit van onze club. Hierbij bedank ik iedereen die aan dit boek heeft meegewerkt. Ik wens jullie heel veel lees- en kijkplezier!

Alkmaar, oktober 2013

Met sportieve groet,Joop Zandvliet

Voor onze relatief kleine vereniging is 40 jaar een hele mijlpaal. De verhalen en foto’s in dit jubileumboek zijn slechts een greep uit de historie van de rugbyclub. Als we alle mooie, leuke en bijzondere verhalen van iedereen zouden bundelen, dan lag hier nu een encyclopedie.

De oprichters v.l.n.r. Rien Tanke, Cock Marereeuw, Gerard de Groot en Jan Kuijpers

6 7

Cock had een aantal maten die vaak in zijn bar kwamen en lid waren van Judokwai, een judoclub met ook een zaalvoetbalteam. Op een avond in mei 1973 ontmoetten ze elkaar in bar Ceres. Jan Kuijpers, enthousiast als altijd, maakte de man-nen zo gek om een keer een vriendschappelijke wedstrijd rugby te spelen tegen het tweede team van Castricum. De wedstrijd kwam er en was een groot succes. Het rugbyspel beviel deze mannen wel. Daarna volgde nog een toernooi, georgani-seerd door Castricum, waaraan diverse clubs in oprichting meededen.

Rugby ging steeds meer leven onder de mannen van het eerste uur. Uiteindelijk, na de zomer, kwamen ze weer allemaal bijeen en werden de volgende stappen gezet.Bar Ceres werd tot “rugby-home” uitgeroepen, vooral omdat Cock zich meteen als lid aanmeldde. Jan Kuijpers werd naast trainer meteen tot voorzit-ter benoemd. Cock Mazereeuw zou de financiële zaken doen.

Op 11 oktober 1973 werd de club officieel opge-richt. Er werd aan de Alkmaarse Courant doorge-geven dat in Alkmaar een rugbyclub gestart was. Daarop verscheen een artikel in de krant met het gevolg dat meerdere geïnteresseerden zich naar bar Ceres begaven om dit mee te maken. Onder hen was Michael Eckersley, een Engelsman uit Warmenhuizen die al rugby speelde in Haarlem bij HC Kinheim. Hij werd de eerste “buitenlander” en meteen ook maar secretaris van de club.

Gerard de Groot werd wedstrijd-secretaris en zou de wedstrijdcontacten gaan leggen.Allereerst met de Nederlandse Rugby Bond. De NRB stuurde de nieuw gevormde club een rug-bybal en wat trainingsmateriaal om zo de nieuwe leden met de rugbysport bekend te maken. Eef Lover kwam ook op de krantenberichten af. Hij speelde tot dan handbal, was daar eigenlijk een beetje op uitgekeken en op zoek naar iets nieuws. Met hem kwam ook Ton Kluft in de rugbywereld.

Beiden waren werkzaam in de bouwsector. Dat zorgde er in de maanden daarop voor dat er veel nieuwe leden van de rugbyclub ook uit de bouw afkomstig waren. Eef enthousiasmeerde allereerst de vriend van z’n zus, Jaap Rus. Later ook z’n broer Henk Lover en daarna collega’s van het bouwbe-

drijf waar hij werkzaam was. Die collega’s woonden in Bloemwijk, een buurt in Alkmaar. Omdat er in deze wijk veel jongelui huisden die met elkaar opgegroeid waren, kwamen er als vanzelf nogal wat nieuwe leden uit deze buurt. Namen van leden die ook nu nog een rol in de club spelen, zoals Bert Prins, Joop Stoop, Hans Stalman, John Groen. Maar ook oud-leden zoals Mark Jongejans en later ook zijn broers Cor en Nico, en John en Klaas de Vet.

In de eerste maanden na de oprichting van de club werd er voornamelijk getraind. Deelnemen aan de rugbycompetitie zou eerst per seizoen ‘74/’75 gaan plaatsvinden. Maar omdat er een team terugge-trokken werd, kwam de NRB naar ons toe met het verzoek om al in het voorjaar van 1974 de openge-vallen plek in de competitie in te nemen. Dat werd natuurlijk met beide handen aangegrepen en zo speelde de Alkmaarse rugbyclub met 10 man z’n eerste officiële wedstrijd tegen RC West Friesland 2; een wedstrijd die met 40-0 verloren werd.

Het tenue van Alkmaar was een allegaartje. Er werden door Cock Mazereeuw witte shirts met Heineken-opdruk verzorgd, maar deze moesten binnenstebuiten gedragen worden omdat reclame uitingen in die tijd verboden waren. Omdat er nu officieel gespeeld werd, moesten clubshirts worden aangeschaft. De keus viel op rood-geel-zwart horizontaal gestreepte shirts zoals gedragen door de bekende Engelse club Richmond, omdat deze shirts in Nederland nog door geen enkele club gedragen werden. Gerard bestelde deze shirts bij de importeur van de NRB en in mei 1974 werd er voor de eerste keer in deze outfit gespeeld.

V.l.n.r: Arie van Ringelesteijn (gooit), Joop Stoop, Willem Prins, Fred Teeven, Tony Richardson en Bert Prins Spelen in de eerste shirts

Eerste kantine aan de Robonsbosweg

“Het tenue van Alkmaar was een allegaartje”

“Al die tijd opperde Jan dat het zo wenselijk zou zijn dat ook in Alkmaar een rugbyclub het leven

zou zien”

8 9

De massale opkomst van rugbyclubs periode 1970 - 1980Invloed op de Alkmaarse rugbyclub

In 1969 waren er in Nederland nog maar 16 rugbyverenigingen. In 1973 was dit aantal gegroeid tot 39 en in 1975 stond de stand op 56. Het aantal clubs bleef groeien tot 110, maar vanaf 1985 verdwenen toch ook weer een aantal, deels door fusies. Bijvoorbeeld het samengaan van Heemstede Rugby Club en RC Kinheim tot RC Haarlem en deels doordat een net opgerichte club toch niet levensvatbaar bleek. Een voorbeeld daarvan is de rugbyclub op Texel, RC Overzee. Deze club werd opgericht door Cor Jongejans, een oud lid van Alkmaar.

Op dit moment zijn er zo’n 90 rugbyverenigingen in Nederland. Het is zinvol om deze hectische periode van het Nederlands rugby nog eens nader te bekijken om te zien wat de invloed was op de Alkmaarse rugbyclub.

De jaren ‘70 zijn bekend geworden door allerlei maatschappelijke veranderingen. Denk aan Provo, Kaboutertijd, studentenoproeren. Het betekende ook het niet meer klakkeloos accepteren van ge-zag. Dat uitte zich in de net opgerichte Alkmaarse Rugby Club in ‘73 en ’74, in een moeilijke tijd voor onze bestuurders. Zo verzuchtte Cock Mazereeuw in zijn voorwoordjes in ons Clubblad “de Side-Step” regelmatig dat hij graag wat meer medewerking van de leden wou zien.Ook op nationaal niveau kwam dit geluid naar

voren uit de mond van de NRB-voorzitter Jus van Doorn. Hij meldde dat er een enorme stap vooruit was gezet door de groei van het aantal clubs, maar dat er ook een grote valkuil bleek te bestaan. De nieuwe leden waren niet opgegroeid in de rugby-traditie en het gevaar lag op de loer dat allerlei ongewenste neveneffecten gingen optreden.

Het kenmerk van de rugby: traditie en respect, kwam in het gedrang. Spelers die zichzelf te buiten gingen. Geen goed opgeleid kader en bestuur, waardoor het aansturen van de club en de nieuwe-lingen in de rugbysport soms een moeizame taak bleek. Er ging nogal eens wat mis. Een ander pro-bleem uit de beginjaren van de oprichting, was de energiecrisis. Juist in 1973, tijdens de regeringspe-riode met Den Uyl, ging zelfs de benzine nog even

“op de bon”. Om energie te besparen werden er zelfs autoloze zondagen gecreëerd. Een probleem om dan naar rugbywedstrijden te reizen per auto. Gelukkig voor het verenigingsleven duurde deze crisis niet al te lang.

De Alkmaarse Rugby Club heeft de moeilijkheden echter allemaal doorstaan en hoewel er wel eens besloten moest worden om geen tweede team voor de competitie in te schrijven, of zelfs een tweede team uit de competitie terug te trekken, heeft de club in de 40 jaren van haar bestaan een opbouw doorgemaakt tot wat de club nu is.

Door Jaap Rus

“Het is good om terug te denken aan de rugbydagen.

And aan de vrienden die ik daar heb gevonden.

De  namen Eef Lover, Tony, Ross Llewellen, Cees

Bel, Dick van der Meulen, Tim Kingma springen to

mind while I type this. I apologise for all the ones ik

vergeet.

Ik herinner nog dat terwijl ik in Australia woonde, dat

er was een invitatie wedstrijd in Nederland. Zien de

aankondiging van mijn zuster, dat ze me verwelkom-

den op mijn Hollandse vakantie. Als ik me het well

herinner, deze gozer was Joop Stoop. The visiters

hadden onder leiding van Jan Commandeur een

geheim wapen gevonden om in their team te spelen.

Helaas daar was deze goser. Die had just in front of

the tv gezeten.

Op de dag van de wedstrijd ik was geheim gehouden

for de spelers, onder a wit laken tot dat we op het veld

waren. Helaas had ik geen schoeisel meer om op te

spelen, maar mijn oude paar was nog als een souvenir

aan de balken in het club huis. Dus heb ik die maar

effe geleend. Als ik het me good herinner, dan can je

ook my shirt nog vinden aan de balken.

All met all het was een goede dag. Ik moet Eef and

Tony nog bedanken for the pass die ze aan mij gaven,

zodat ik een try con scoren. Dat did help a lot, want

het geheime wapen was niet zo good als in de oude

dagen.”

Oud speler Willem ‘Bill’ Prins

Oud speler Willem ‘Bill’ Prins

All met all het was een goede dag. Ik moet Eef and

10 11

“Na drie jaar worstelen bij SSS Alkmaar, wilde ik graag meedoen

aan de Nederlandse kampioenschap-pen. Maar daar was ik te jong voor. Het was oktober 1968. Ik had op TV al een aantal keer Rugby Five Nations gezien. In de krant stond een stuk over een net opgerichte rugbyclub in Castricum. Op mijn motor toog ik naar Castricum.

De eerste trainingen waren in de paardenbak bij Johanna’s Hof, het pannenkoekenrestaurant in Bakkum. Ik begon het spel steeds leuker te vinden. De eerste wedstrijden speelden we in de duinen. PWN-kaart aanschaffen, nodig vanwege loerende boswachters. Rol touw mee voor het uitzetten van een speelveld. Houten steigerpalen overeind zetten en spelen maar. Het tweede jaar speelden we op een bollenveld aan de Duinweg, met een nieuwe trainer. Het ging om Jan Kuijpers, die daarvoor bij NFC in Amstelveen speelde. Jan bleek in Alkmaar te wonen, om de hoek bij Hotel

Restaurant Café Ceres. We besloten om samen op mijn motor heen en weer te reizen. Jan en ik probeerden in Alkmaar op scholen mensen en-thousiast te maken voor rugby, maar dat lukte niet

erg. Toen kwam er een moment van groot belang voor het ontstaan van een Alkmaarse rugbyclub. We hadden samen getraind in Castricum en deden een afzakkertje in de Ceres bar. Daar waren ook judoclub Judokwai en een zaalvoetbalteam. Ze zaten te vergaderen. Jan en ik daagden hen uit voor een spelletje rugby. Om het eerste lustrum van de rugbyclub van Castricum te vieren werd een toernooi georganiseerd voor nieuw opgerichte ver-enigingen en belangstellende sporters. Een aantal keren trainen en toen het toernooi spelen. Helaas mocht ikzelf niet meedoen van mijn baas, omdat het hoogseizoen was in de botenbouw. De leden van Judokwai waren erg enthousiast over rugby. De koppen werden bij elkaar gestoken en zo werd in 1973 de Alkmaarse Rugby Club opgericht. Op dat toernooi zijn ook de clubs Smugglers uit Velzen en HBC uit Heemstede ontstaan.”

Door de ogen van Gerard de Groot

Hotel-Restaurant-Cafe Ceres

Naam en logoJan Kuijpers wilde graag de toevoeging Union Football in de clubnaam. Dat is in Engeland tamelijk gebruikelijk, om zo te benadrukken dat het om amateur rugby gaat en niet het betaalde, professionele league rugby. Zo werd het Alkmaarse Rugby Union Football Club. Cees Bel heeft het eerste logo voor de club ontworpen. Later werden links een leeuw en rechts een kangoeroe toe-gevoegd. De kangoeroe was te danken aan Tim Kingma. Tim was net terug uit Australië en uitermate bekend met de rugbysport. Tim werd lid van de club en zo kwam er inbreng van ‘down under’. Ook de familie Kolk kwam in die tijd terug uit Australië en zo werd Ton Kolk ons eerste jeugdlid.

Eerste logo

Alkmaarse

Rugby Club UFC

“Na mijn actieve spelersperiode in het

nationaal team, werd ik aangemoedigd

door de toenmalige bondscoach om

trainingen te geven. Mijn eerste club was

Alkmaar, voor mij een enorme uitdaging

en een verrijking als trainer. Het was

een pracht om drie seizoenen met de

toenmalige selectie te mogen trainen.

Het heeft ook zijn vruchten afgeworpen.

We werden twee keer kampioen.”

John Dudink, oud trainer

(vooraan)

“In 1975, na mijn diensttijd ben ik gaan rugbyen. Een prachtige sport. Wij trainden toen bij de drafbaan en het clubhuis was Bar Ceres. Ik speelde meestal in het tweede en heb veel mooie clubreizen meegemaakt, waaronder Darmstadt, Engeland en Parijs.

In die tijd hielp ik ook achter de bar in het nieuwe clubhuis aan de Robonsbosweg, waar toen Cor Peerenboom de scepter zwaaide. Zijn vrouw Joke en ik hebben samen de cursus Cafebedrijf gedaan. We zijn beiden in een keer geslaagd.

Joke had het nodig voor de kantine en ik omdat ik in mijn snackbar Visjan ook een bier-tje wilde verkopen. Tot 1982 was ik penningmeester, na Theo Keuter. Na mij heeft Arie Ringelesteijn het penningmeesterschap over-genomen.

In 1981 ben ik gestopt met actief rugby. In 1980 nam ik de snackbar van mijn ouders over en blessures waren te riskant en duur voor een startende ondernemer. Ik ben nog steeds donateur.”

Jan Obdam (oud speler)

“In 1975, na mijn diensttijd

12 13

Joop doet de bar en inkoop, Joke doet de keuken. Dochters Nicky en Lisanne hadden veel ‘ooms’ en ‘tantes’. De box stond in de kantine. Er was altijd wel iemand die even op wilde passen. Joop heeft tot zijn 48e jaar gespeeld. “Ik heb rugbyen lang kunnen combineren met de randwerkzaamheden.

Vroeger was de club niet zo groot. Dat is nu wel anders. Het begon met drie kannen limonade voor de jeugd. Dat zijn er nu 20. Tegenwoordig maakt Joke 10 liter soep voor na een wedstrijd.” Joke: “Het begon met een tosti en een patatje. Tegen-woordig doen we de hele catering voor feestjes van de rugby.”Joke organiseert al 25 jaar het Sinterklaasfeest voor de jonge jeugd. “Het is nog nooit mis gegaan. De cadeautjes kloppen altijd bij de wensen van de kinderen. En het verhaal klopt met het Sinterklaas-journaal. Het is heel leuk om te doen.”

Daarnaast doet Joke al 25 jaar de was na wedstrij-den en toernooien. Inmiddels voor twee heren-teams, een damesteam en de oude jeugd. Reken maar uit. Shirts, broeken, sokken (“die ze nooit omdraaien”), trainingspakken, keukendoeken, handdoeken. “De wasserette werd te duur, er kwam al meer bij. Mijn bovenlader van AEG heeft 24 jaar dienst gedaan en is er twee jaar geleden mee gestopt.” Toen Joop 50 werd in 2004 kreeg hij sa-men met Joke een reis naar Nieuw-Zeeland van de club als dank voor hun inzet. Een lang gekoesterde wens ging in vervulling. Leden, sponsoren, iedereen betaalde mee. Ook de gemeente betaalde mee aan de ‘studiereis’ via de gratifi catie voor Joop als vrijwilliger van het jaar 2003. Joop: “Ik werd naar de uitreiking gelokt door vier rugbyvrienden en dacht dat het om een sportbijeenkomst ging. Er zaten meer clubleden in de zaal. Opeens dacht ik: Hé hij heeft het over mij! Dat was erg leuk. Het heeft ook in de krant gestaan. Ik heb heel veel leuke reacties ontvangen.”

Joop: “Bij rugby zit overal altijd een sausje over-heen van ‘lekker belangrijk’. Dat vind ik mooi.”

Kantine-beheerJoke en

Joop StoopJoke en Joop waren in juni 35 jaar getrouwd en dragen al 30 jaar als vrijwilligers zorg voor het clubhuis, de bar en meer. Joop werd begin jaren ‘80 gevraagd om de bar

te runnen en zei ja onder één voorwaarde: Niemand mag meer ‘op de pof’. Dat was toen een heikel punt. Nu weten we niet beter. Daarna waren er geen wanklanken meer.

Van scheids naar trainer

Seizoen 1982-1983. Ons eerste team eindigt gelijk met de Smugglers. Er moet een beslissingswedstrijd worden

gespeeld voor het kampioenschap, op neutraal terrein. Bij Castricum dus. De scheidsrechter was Jan Zöllner.

Helaas, volkomen onterecht

verloren. Komt na afl oop Jan

Zöllner in de kantine een aantal

Alkmaarse supporters te spre-

ken. Hoe het toch kwam dat het

er zo vrolijk aan toe ging in de

kleedkamer van de Alkmaar-

ders. Daar werd meer lawaai

en gelach geproduceerd, dan

in de kleedkamer van de win-

nende Smugglers?!

Het volgende seizoen werd Jan

de nieuwe trainer van onze

club. Met hem pakten we met-

een het kampioenschap met

het eerste en het tweede team.

Toepasselijk lied op het kampioensfeest: Jantje Zöllner

had een droom, i-a-i-a-o.

Jan bleef 3 jaar lang onze trainer.

“Opeens dacht ik: Hé hij heeft het

over mij!”

14 15

Dat althans realiseerde ik me toen Megan (Mini) opeens diep moest nadenken, terwijl ik het idee van ‘support tijdens pick and go’ aan het uitleggen was. Zonder veel succes overigens. Het enige wat ik zag waren wazige blikken in verveelde ogen. Totdat Megan een stapje naar voren deed, serieus kijkend. ‘Maar,’ zei ze, ‘ je bedoelt dus gewoon dat we moeten gaan bum-perkleven?’

Even stond ik met de mond vol tanden. Bum-perkleven? Natuurlijk! Bumperkleven! Hier en daar klonken lachjes vanuit de groep. Opeens was een nieuwe energie voelbaar. We hervatten de oefening en het verschil met daarvoor was hemelsbreed. Ze hadden het door.

Het incident is tekenend voor de filosofie waar-mee we jeugdrugby in Alkmaar willen ontwik-kelen: in de ogen van kinderen is rugby geen ‘technische sport’ met ‘afzien en goed fit wor-den’. Kinderen ervaren onze mooie sport op een totaal andere manier; ze nemen de basiselemen-ten in zich op en buigen die om tot iets wat past in hun eigen wereld van verhalen en symbolen. Zoals dat ‘bumperkleven’ van Megan.

Rugby is de meest creatieve sport die ik ken. Een speler moet ieder moment beslissingen nemen die de uitkomst van een bepaalde fase beïn-vloeden. Ik probeer mee te geven dat een try, gemaakt door een team, waarbij de bal vijftien keer door vijftien verschillende spelers wordt gehanteerd (mijn droom…), duizend keer meer waard is dan een try van die ene grote speler die doorbreekt en alleen scoort. In geen andere sport moeten alle teamgenoten zo intensief

samenwerken aan een plan, ofwel een verhaal verzinnen, om punten te scoren. En in geen an-dere sport zijn vriendschap en verbondenheid zo intens als in de onze. Dit zijn allemaal dingen die onze jeugdspelers - van Turven, Benjamins en Mini’s tot Junioren - ervaren wanneer ze trainen of wedstrijden spelen.

Vanaf dit seizoen zijn alle teams in de drie leeftijdscategorieën van de Jeugd voor het eerst compleet. En dat niet alleen. Onze jeugdteams meten zich steeds beter met de beste teams uit onze regio en ver daarbuiten.

Door Gawie KeyserTrainer (jonge) jeugd

De jeugd van Alkmaar‘Bumperkleven’ op het rugbyveldHoe leer je kinderen rugby? Door vooral het feit dat ze rugby aan het leren zijn geheim te houden. Dat klinkt raar, maar is waar. Dat kinderen zo denken, heb ik de afgelopen twee jaar ervaren als coördinator en trainer van de (jonge) jeugd. Dat technische ver-haal van zo’n trainer is maar ‘oersaai en irrelevant’. Misschien hebben ze gelijk.

“En in geen andere sport zijn vriendschap en

verbondenheid zo intens als in de onze.”

Gawie legt uit

16 17

Pieter van Duijn, jeugdtrainer“Mijn vader speelde in de beginjaren rond ‘75 bij de club en bleef daarna betrokken als donateur. Als kind ging ik vaak mee en speelde op de club. Op mijn

13de stond ik voor het eerst in mijn trainingskleren op het veld. We kregen een training van Chris de Koning, Wouter Luttekes en Peter Lover. Na een paar weken trainen werd ik besmet met het rugby-virus. Daar heb ik nog steeds last van.

Mijn eerste toernooi volgde al snel. Ik reed mee met Bob Moesman, de jeugdbegeleider van de Cubs. Bob heeft me begeleid tot ik bij het tweede kwam. Op mijn 19de stond ik in het eerste.

Bij mijn eerste rugbytoernooi vergat ik mijn sportbroek. Bob kocht een broek in zijn maat, ik trok hem aan. Veel te groot natuurlijk. Met een paar schoenveters werd de broek om mijn middel

gebonden. Hierna volgden vele wedstrijden met de Cubs, Junioren, Colts en Senioren. En onwijs mooie en leuke trips, zoals naar Engeland en Schotland. Marco Koopman speelde met zijn trompet eerst het Nederlandse volkslied en daarna die van Schotland. Daarna deden we de Dutch Haka. Oud tegen jong met Pasen is ook altijd gezellig. De brunch en eieren zoeken voor de kinderen, daar deed ik vroeger ook aan mee.

Ik ga nu het tweede jaar in als trainer van de Cubs en Junioren. Met de junioren ga ik elke zaterdag mee naar de wedstrijden. Het is mooi hoe de jeugd groeit bij Alkmaar. Rugby wordt bekender in Nederland door veel op scholen rugbyles te geven.”

Maël Kramer “Ik was een keer op een vriendendag komen kijken en ze vroegen of ik meedeed. Ik vond het heel leuk en nu doe ik nog aan rugby. Het leukst vind ik de sfeer, en het is een teamsport.”

Willem Noordzij“Ome Joost Volmer vraagt al sinds ik 2 jaar was wanneer ik met hem meeging naar de rugby. Toen ik bijna 5 jaar was, heeft hij gevraagd aan Gawy en Thijmen of ik het mocht proberen.

 De trainingen met de tackel-bags vind ik heel erg leuk. Als ik ze moet vastpakken, roep ik altijd tegen ze: Kom maar op wafels, ik eet jullie op! ‘Schipper mag ik over varen’ is ook leuk. Je mag dan tackelen en heel hard rennen. De wedstrijden vind ik soms wel spannend, omdat ik dan misschien heel hard getackeld wordt door grotere jongens. Maar rennen doe ik het liefst tijdens de wedstrijden. Het allerliefst doe ik thuis-wedstrijden, want dan mag ik bij Joop aan de bar wat drinken kopen.”

Beer Boerman“Ik speel vanaf oktober 2010 bij de mini’s als Hooker. Mijn vader en moeder dachten dat deze sport wel bij me zou passen. Ik heb gejudood, maar vond dat niet meer leuk. Ook vinden mijn vader en moeder het belangrijk dat ik een teamsport doe. Het leukst vind ik de limonade van Joop. En het tackelen en de wedstrijden spelen. Touch rugby doen we soms tijdens de training, en dat vind ik niet zo leuk. Strandrugby in de stad vind ik ook heel leuk en dat mijn familie uit Nieuw-Zeeland bij de training kwam kijken.”

1981 Jeugdtrainer

Mark Jongejans

1976

1995

Bakfi etstocht om IJsselmeerIn de beginjaren van de Alkmaarse rugbyclub beston-den de inkomsten alleen uit contributies.Er was nog geen kantine, dus ook geen barinkomsten.

Om een trainer ‘van buiten’ aan te kunnen trekken, werd er een sponsoractie op touw gezet: een bakfi et-stocht om het IJsselmeer.

Er werden drie bakkers-bakfi etsen geregeld en een bestelbus om te volgen. Vertrek op vrijdagavond vanaf de Alkmaarse wielerbaan. Na 10 km sneuvelde de eerste bakfi ets. Bij de oprit naar de provinciale weg bij Zuid-Scharwoude werd de haakse bocht met te veel snelheid genomen. Zo’n 8 meter lager, onderaan het talud kwam ie tot stilstand. Gelukkig was alleen de bakfi ets geblesseerd en niet de berijder. Bakfi ets laten liggen, dan maar met twee stuks verder.Er gebeurden op deze barre tocht nog wel meer

wonderlijke zaken. De toenmalige deelnemers kunnen er nog verhalen over vertellen. Zo werden er snel-heidsrecords met bakfi etsfi etsen gebroken, die z’n weerga niet kenden. Zondagmiddag, veel eerder dan verwacht, arriveerden we weer in Alkmaar.Van de sponsorgelden konden we Walter van Dalen

van AAC als onze eerste trainer naar de club halen. Walter heeft ons 3 jaar getraind.

Bakfi etstocht om IJsselmeer

18 19

“In augustus 1987 heb ik voor het eerst meegetraind, op uitnodiging van mijn neef Jan van Berkel. 11 jaar oud, aarts-lui (grootse hobby s̀ bank liggen en cola drinken) en te beroerd om mijn ene been voor de andere te zetten. Ik had de veel te vermoeiend klinkende uit-nodiging meerdere malen afgeslagen. Maar door het continue aandringen van neef Jan geschiedde het. De jongste neef, vierde in de rij van de Van Berkels stond op het rugbyveld. Het was liefde op het eerste gezicht.

Na twee trainingen onder de bezielende leiding van Eef Lover en René Kesselaar, mocht ik zoals het een echte rugbyer betaamt zaterdags meteen de wei in. We speelden tegen een mix van Den Helder en Schagen en wonnen met meer dan 80-0. Die wedstrijd mocht ik aantekenen voor 10 tries, dus 40 punten (try was toen nog 4 punten). Ik was meteen verslaafd. Ik heb dit record trouwens nooit meer verbeterd en had toen waarschijnlijk al mijn rugbycarrière moeten beëindigen. Je behoort het feest altijd te verlaten op je hoogtepunt. Iets wat mij achteraf niet is gelukt.

In die tijd hadden we twee complete Cub teams. Als (iets te zware) mini mocht ik vaak meedoen met de Cubs om hen aan te vullen. Het gebeurde dan ook regelmatig dat er vier Van Berkels in één team stonden. Hiermee staan we gelijk aan de “Moesmannen” (wij maakten uiteraard veel minder lawaai).

Het was jammer dat het aantal jeugdleden bizar snel terugliep. Hierdoor trainden we soms met twee of drie man. Trainer Peter Lover had dus wel alle tijd om ons alle facetten van de rugbysport bij te brengen. En niet zonder resultaat. Mede door zijn tomeloze inbreng en mijn ‘ijzeren’ discipline, heb ik het toch weten te schoppen tot Klein, Jong en daarna Oranje onder de 21 jaar.

Op mijn 19e werd ik vader en heb ik mijn schoenen voor een jaar in de wilgen gehangen. Na dat jaar heb ik de draad snel weer opgepakt. Ik debuteerde meteen in het eerste. Bernd was net aangesteld als trainer en mijn eerste wedstrijd in het 1ste was een feit. We speelden uit tegen Groningen. Ik weet nog dat ik startte op de hooker en gaande weg de tweede helft verhuisde naar de scrum half. Ik speelde met mijn oude vrienden en mijn trainers en raakte wederom verslaafd aan rugby.

Nu, 26 jaar na mijn eerste ontmoeting en 17 jaar na mijn debuut in het eerste, kan ik rugby nog niet loslaten. Het ei in je handen, het fysieke contact en werken voor en met je vrienden is me zo dier-baar. Rugby is voor mij geen sport, maar ‘a way of living’,” aldus Pook van Berkel.

Het verhaal van Pook van Pook van Pook

‘Verse’ appeltaartNog steeds weinig inkomsten in de beginjaren van de club. Dus waren extra activiteiten nodig om aan geld te komen. Kerstkaarten deur aan deur verkopen leverde zo een aardig bedrag op.

Het jaar daarop, weer in de tijd voor Kerst: verse appeltaarten, ge-regeld via de bakkerij van de schoonvader van secretaris Cees Bel. Het duurde weken voor de ‘verse’ appeltaarten uiteindelijk hun weg vonden naar de argeloze kopers. We hadden toen al een kantine, waar de taarten lagen opgeslagen. Gewoon de verwarming in de kantine zo laag mogelijk zetten.

Pook van Berkel (met bal)

20 21

Bernd (49) ging mee naar een rug-bytraining met een vriend van school. Hij was toen 19 en na één training gelijk verkocht. “Jammer dat ik rugby zo laat heb ontdekt. Daarvoor heb ik van alles gespeeld, zoals voetbal, cricket… Cricket, even maar, dat vond ik een ballensport. En nog judo en zes jaar hockey op hoog niveau.”

Mickey (22) speelt vanaf zijn 7e jaar. Op zijn 11e is hij gestopt, tot zijn 16e. In die tijd waren er te weinig leeftijdsgenoten om teams te formeren. Mickey is toen op voetbal gegaan. “Ik kon de bal niet aan de voet houden. Ik was beter met de bal in de hand. En beuken mocht niet.” Met 17 jaar was Mickey de jong-ste speler in het eerste bij de Alkmaarse rugbyclub. “De samenwerking met de rugbyacademie heb ik net gemist. Dat kwam na mijn schooltijd jammer genoeg.”

Bernd en Mickey speelden 5 jaar samen in het eerste. Voor beiden een unieke en waardevolle ervaring. Mickey: “Je bent zo op elkaar ingespeeld. We deden veel op gevoel en konden blindelings op mekaar lopen.” Bernd: “Enige nadeel is dat ik hem sneller vond dan een ander. Dat was niet altijd de bedoeling. Meestal pakte het goed uit gelukkig.” Bernd heeft tijdens zijn rugbycarrière 12 jaar bij Cas-tricum gespeeld om op een hoger niveau te spelen. Zo kwam Bernd terecht in het nationale team. “We gingen de hele wereld over. Dat was een hele mooie tijd. Helaas had ik veel last van blessures. Later ben ik voor de gezelligheid terug gegaan naar Alkmaar.”

Mickey: “Het maakt niet uit of je wint of verliest. Na de wedstrijd is het altijd gezellig.” Beiden hebben leuke herinneringen te over: Trainingen, feesten, busreizen. “Was je een groentje of te bijdehand, dan werd je in de bus naar achteren gelokt. Uiteindelijk stond je de rest van de reis in je blootje vooraan in de bus.

Mickey: “Als kind had ik een vrij leven op de club. We gingen stiekem langs de sloot naar het privéterrein van de boeren, spelen met de beesten. Boze verhalen over berenklemmen, we geloofden alles. Stiekem spelen in de krantencontainer van Joop. We gooiden alles eruit. Joop brullen ‘VERSLOOPSTAD! Ik stop alles bij je in de brievenbus!’. “Ook leuk: foute Sinterklaas, surprises, vieze rijmen. We mochten mekaar één keer per jaar zwart maken. Door twee vaders georganiseerd, Pieter Vink en Rene Kesselaar. Beiden hebben veel voor ons gedaan.”

Rien Tanke Oud speler “We speelden voor de lol een keer mee met een

rugbywedstrijd. Het was mei of juni 1973. De leden

van dit sportieve gezelschap deden gezamenlijk aan

judo, badminton en zaalvoetbal. Rugby kon er ook

nog wel bij. Ik was toen lid van Judokwai. Een paar

namen van die wedstrijd zijn Cock Mazereeuw,

Sjaak Tambach, Ben Tanke en Ton van der Zwet.

Wat mij verder bij is gebleven was de geweldige

derde helft. En ik was echt wel wat gewend.

Die wedstrijd heeft indruk gemaakt. Op een

zaterdagmiddag aan de ronde tafel bij Cock in Ceres

kwamen wij voor het eerst bijeen om de moge-

lijkheden te bespreken. Wij waren er snel uit, het

moest mogelijk zijn. Zo is de Alkmaarse rugbyclub

ontstaan.”

New Scotland Yard Rugby Team meets Alkmaarse RugbyJan Kuijpers vertelt: “Op 11 en 12 april 1976 heeft de Alkmaarse rugbyclub het New Scotland Yard rugbyteam uit Bridgend Wales ontvangen. Na een enerverend weekend en een derde helft bij Café Ceres, vertrokken ze maandagmiddag met de tou-ringcar weer naar Wales. Dus dronken wij nog een afzakkertje aan de bar bij Cock Mazareeuw. Opeens

zegt Lydia, Cock zijn vrouw, “Kijk nou, die smerissen

hebben de prijzenkast van de biljarters mee gejat en

de peper en zout stelletjes van de tafeltjes.” Dus dat

was wel heeeeel bijzonder. Ik ook kwaad. Kijk, dat je nou een rugbytrofee ‘leent’ oké, maar vreemde (biljart)spullen, foei.

Ik bood aan direct naar Wales te rijden en die spul-len terug te halen. Je begrijpt dat ik daar eerder in Bridgend was dan de bus met de smerissen. Ik legde

de situatie uit aan de Chief aldaar en vroeg of die dat stelletje rovers niet een nachtje wilde vastzet-ten. Maar zo ver wilde hij niet gaan. Toen de bus de

volgende avond aankwam, keken de mannen wel vreemd op toen ze mij daar zagen staan met het

Jan Kuijpers, oprichter, voorzitter, eerste trainer en oud speler

schoolhoofd. Na enig overleg begrepen zij wel dat het een en ander niet kon. Zodoende kreeg ik de spullen terug en mocht ik een weekje op hun kosten

blijven. Dus ik heb Cock gebeld dat alles weer terug

was en ik met een weekje weer thuis kwam. Eind goed al goed.”

Trainer en speler, vader en zoon

Bernd en Mickey Verhofstad

22 23

Cees Bel is bestuurslid vanaf de oprich-ting van de rugbyclub tot nu toe.En steeds met de functie van secretaris. Dus de bestuursvergaderingen voor-bereiden door het maken van een agenda; aantekeningen maken tijdens elke vergadering en daarna ook nog de notulen verzorgen. Overleg voeren met gemeente, sportbedrijf, sportraad. Brieven schrijven namens de club aan allerlei instanties. Kortom een behoor-lijk intensieve taak. En dat al 40 jaar lang. Wat bezielt een clublid om zo’n taak zo lang te willen uitoefenen?Om deze vraag te kunnen beantwoor-den voerde ik een gesprek met Cees bij hem thuis. Zijn vrouw Thea was daarbij aanwezig en deed volop mee in het ge-sprek. Ook zij is tenslotte al bijna 40 jaar bij onze club betrokken, als vrouw van de secretaris.

Kun jij je nog herinneren hoe je bij de rugby betrokken bent geraakt?Ik was student in Haarlem,woonde daar ook en speelde honkbal bij HC Kinheim. Na mijn studie bouwkunde keerde ik terug naar Alkmaar, naar het ouderlijk huis. Las een verslag in de Alkmaarse Courant over de oprichting van een rugbyclub en een oproep om, als je geïnteresseerd was , naar café Ceres te gaan om daar nadere informatie te verkrij-gen. Dat was net na de zomervakantie in 1973.Ik ben daar op afgegaan en kreeg er een goed gevoel bij. Dat was het begin.

Maar dan ook meteen een bestuursfunctie?!Tja, Jan Kuijpers, de man die het rugby naar Alk-maar bracht, probeerde meteen een structuur in de club aan te brengen en functies in het bestuur te verdelen. Hij vond mij typisch een secretaris met mijn kennis van overheidsregels en mijn contacten met offi ciële instanties. Dus vroeg hij mij gewoon om deze taak op me te nemen en dat heb ik toen maar gedaan.

Je hebt een jaar of vijf actief rugby gespeeld?Ja, vijf of zes jaar en meestal prop, soms op de fl an-ker positie. En als er geen scheidsrechter beschik-baar was, fl oot ik soms een wedstrijd.

Dat leidde ook tot je volgende stap in de rugbywereld. Je ging verder als scheids-rechter.Er was een probleem voor de rugbybond om scheidsrechters te vinden om wedstrijden in de la-gere klassen te leiden. Ik heb toen een scheidsrech-tercursus gevolgd en ben in die klassen gaan fl uiten.Ook dat heb ik een jaar of vijf gedaan.

Toen je stopte met actief spelen en fl uiten, bleef je toch bij de club betrokken door je secretariaats-werk.Ja, ik had veel leuke zaken meegemaakt bij de rugbyclub en had er geen moeite mee om met het bestuurswerk door te gaan. In de club had ik veel sociale contacten opgebouwd en daarvan weglo-pen leek me maar niks. Vandaar doorgaan!

Bovendien was het ook leuk om door te gaan met vergaderingen en overleggen met sportzaken, met gemeentevertegenwoordigers en ook met de Alkmaarse sportraad.Daar heb ik zelfs een aantal jaren zitting in gehad als vertegenwoordiger namens de rugbyclub en nog een vereniging. Maar ik weet zo niet eens meer welke sport dat was.

In het clubbestuur het secretariaat doen is meestal niet zo’n geliefde taak omdat er nogal wat schrijf/type/pc – werk van je wordt verwacht. Hoelang denk je er nog mee door te willen gaan?Nou, nu je dat zo vraagt – niet zo heel lang meer. Er komt toch een moment dat het genoeg geweest is. En Thea vult aan: “Als ie 65 is, houdt het wel op” (de geboortedatum van Cees is 4-1-1950, dus reken maar uit).

Zijn er nog leuke verhalen, anekdotes en wetenswaardigheden die je te binnen schieten of juist altijd bij zijn gebleven?Ja, volop.

Thea komt uit een bakkersfamilie en het aanle-veren van de appeltaarten om in de december-maand huis aan huis te gaan verkopen vanuit de rugbykantine staat me nog goed voor de geest. De eerste bestelling werd vlot verkocht, maar daarna werden sommige leden wat overmoedig en werd er een tweede bestelling gedaan. Toen stagneerde de verkoop nogal en heeft het erg lang geduurd voor alle taarten weggewerkt waren!

Cees Bel

Bestuurslid vanaf het eerste uur

En de bakfi etstocht rond het IJsselmeer was een ervaring om nooit te vergeten. Het was een actie om sponsorgeld te verkrijgen voor een trainer. Thea was ook mee en herinnert zich nog dat Jean Groothuizen bovenop het dak van de volgauto in z’n nakie lag te zonnen, maar dat we hem even ver-geten waren en de volgauto op een bepaald stuk even snelheid moest maken zodat er wel 100 km per uur gereden werd. Toen klonk er een angstig geklop op het dak van de bestelbus. Gelukkig goed afgelopen. Jean wordt nog wel meer herinnerd door zijn streaken, een fenomeen dat in die tijd erg populair was geworden en ook in de club heel wat keren werd beoefend.

En de trip naar Parijs met de trein en het bekijken van de wedstrijd France-Ecosse (tegen Schotland dus). Er werd nogal gecontroleerd op drugs. Het was tenslotte de tijd waarin soft-drugs z’n intrede deden in de maatschappij. Mark Jongejans werd door de spoorwegpolitie/douane even mee-genomen naar een kamertje, omdat ze tegen hem wel wat argwaan koesterden. Een prachtige trip. Leuk om dat meegemaakt te hebben.

28 augustus 2013Gesproken met Jaap Rus

Cees Bel (wit shirt)

24 25

Eerste shirtjes De eerste shirtjes waar we in speelden - winter 1973 tot voorjaar 1974 - waren geleverd door Cock Mazereeuw, bareigenaar van Ceres en tevens voorzitter van de club. De shirtjes hadden ‘Heineken’ als opdruk. Ze moesten binnenstebuiten gedragen worden vanwege een verbod van de Nederlandse Rugby Bond op reclame-uitingen in de rugbysport. Best wel koud om in zulke dunne shirtjes te spelen

in die tijd van het jaar.Cock had overigens jaren later op trip naar Sittingbourne in Engeland, nog wel wat moeite om met zo’n naam serieus genomen te worden.

“Ik ben gaan rugbyen door mijn broer Mark. Hij vond het zo’n mooie sport, ik dacht: Ik ga een keer mee. Zo sloeg eind jaren zeventig het virus over op mij. Ik speelde altijd in de driekwart lijn, een mooie plek.

We hebben een hele mooie tijd gehad. Vooral de derde helft in Café Bar Ceres was toch wel berucht. Een leuke anekdote: Toen de tegenstander een keer tekort spelers had, en ik met hun meedeed, werd ik in mijn noten geknepen in het losse werk op de grond. Dat bleek mijn broer te zijn, wat een lol. Van 1982 tot 1987 woonden wij op Texel. Daar wist ik met behulp van Alkmaar ook een rugbyclub op te starten met de mooie naam Rugbyclub Overzee. Bijna alle spelers waren rond de 16 jaar. Een erg jonge ploeg, die een keer tegen Alkmaar moest spelen. En dat waren toch wel bomen van kerels vonden wij. We speelden in groen zwart (Texel in het hart). We hebben ook nog twee jaar in de competitie meegespeeld, wat helemaal niet zo slecht ging voor een beginnende club.”

Op Texel

Cor Jongejans

26 27

Heren

1974 Parijs (Frankrijk)

1977 Weer naar Parijs, nu met de trein

1980 Darmstadt (Duitsland)

1983 Weert (Limburg)

1984Oisterwijk/Tongeren/Maastricht

(Brabant/België/Limburg)

1988 Parijs (Frankrijk)

1989 Sittingbourne (Engeland)

1990Berg & Terblijt/Beek/Maastricht

(Limburg)

1991 Bath (Engeland)

1993 Swansea (Wales)

1995 Praag (Tsjechië)

1998 Sittingbourne (Engeland)

2000 Sittingbourne (Engeland)

2004 Bath (Engeland)

2007 Maastricht (Limburg)

2008 Benidorm (Spanje)

2011Sittingbourne/Twickingham Londen

(Engeland)

2012Edinburgh/Murrayfi eld (Schotland),

de eerste keer met vliegtuig

Dames

2010 (Duitsland)

2011 Heusdenzolder (België)

2012 Cardiff (Wales)

2013 Luxemburg (Luxemburg)

Om geld in te zamelen voor de damestrip naar Luxemburg

werd de kantine omgebouwd tot luxe restaurant voor ruim 50

gasten. In samenwerking met twee professionele koks hebben

de rugbydames een heerlijk viergangen diner geserveerd.

Een overzicht van de trips

Naast deze trips zijn Bob Burges, Perry Klos en Bernd Verhofstad op uitnodiging voor veteranen wedstrijden in Baghrein en/of Dubai geweest. Ook Chris Koop is voor een toernooi, voor spelers onder 17 jaar, in Dubai geweest.

JeugdDe Jeugd gaat vaak tijdens de seizoensafsluiting op stap. Bijvoorbeeld picknicken en activiteiten in de duinen bij Schoorl of met z’n allen naar het zwem-bad. De oudere jeugd gaat wat verder van huis en zijn het afgelopen seizoen naar België geweest.

Eerste keer Ameland (2001). Beachrugbytoer-

nooi, een jaarlijks terugkerend evenement.

Joop en Eef op bezoek bij Kitty en Bill Richardson in Swansea (GB),de ouders van Tony.

“de meiden weten wat

ze aan elkaar hebben”28 29

Er werd een oproep gedaan in de Side-Step. De grap was dat het een oproep was voor verzorgers voor het nieuwe damesteam. Dus geen trainers of coaches, die waren al geregeld. De krant kreeg lucht van de oproep. Er kwam een artikel in de krant over de oproep en daar kwamen juist een hoop dames op af. In augustus 2008 was de eerste goedbezochte training een feit. Vijfentwintig enthousiaste meiden waren bereid kennis te maken met rugby. Een jaar lang werd er alleen maar

getraind. ‘Man of the match’ werd ‘Diva of the day’. Halverwege het seizoen sloot een deel van de meiden zich aan bij de dames van Castricum om wedstrijdervaring op te doen.

In 2009 bleef er een clubje van ongeveer 15 dames over, die samen de competitie ingingen. De meiden, net aan een jaartje getraind, werden voor de leeuwen gegooid. De dames kregen het eerste competitiejaar behoorlijk wat om de oren.

5 jaar Alkmaarse rugbydamesOok voor de Alkmaarse rugbydames is 2013 een bijzonder jaar: het eerste lustrum. In 2008 kregen initiatiefnemers Tijmen Vader en Joop Zandvliet het idee om een damesteam op te richten. Uit de papieren blijkt nu dat er al meerdere pogingen in het verleden zijn geweest een damesteam op te zetten, toen helaas zonder succes.

Maar aan het einde van het seizoen waren er toch positieve resultaten. Er werden wedstrijden gewon-nen!

Rugby blijft toch vooral een mannensport. Het is moeilijk vrouwelijke leden te werven. Blessures, zwangerschappen, werk. Voor een eigen team in de competitie zijn 25 dames nodig. In 2012 is besloten te clusteren met de dames van Haarlem. Zij zaten met hetzelfde probleem. Dit leidde tot een promo-tie voor de Alkmaarse meiden, aangezien Haarlem in de eerste klasse speelde.Het eerste clusterjaar was een beetje aftasten. Rei-zen, het combineren van de trainingen en de juiste aansluiting vinden. Dit ging niet altijd even gemak-kelijk. Met een degradatie tot gevolg. Wellicht was de eerste klasse een maatje te groot voor een team dat nog niet goed op elkaar was ingespeeld. Nu, een jaar verder (seizoen 2013/2014), weten de mei-den wat ze aan elkaar hebben. Met een compleet nieuw trainersteam zijn de verwachtingen hoog!

Door Jeanet van Berkel

3130

Nico van Dijl had van zijn vrouw Truus geleerd om beeldjes te maken. Zo had hij een rugbyspeler gemaakt van metaalplastiek, van plaat vertind blik. Door het te verknippen, vervormen en solderen ontstond een kunstwerkje. Insmeren met kachelzwart en oppoetsen gaf een min of meer bronseffect. Nico toonde het resultaat in het bestuur, waarop de toenmalige trainer Walter van Dalen spontaan het idee opperde om er een mentaliteitstrofee van te maken.

Nico vertelt: “Leuk was het, dat daarna de bondstrainer Dennis Power bij mij thuis kwam en liet weten een soortgelijke trofee te willen hebben voor de bonds referee van het jaar. Ik heb dat toen voor de eer en de kostprijs gemaakt. Later kreeg ik weer zo’n verzoek. Dat werd duurder door arbeidsuren. Ik geloof, dat ik toen 150 gulden vroeg. Let wel, het was ongeveer 40 uur werk. Dat werd te veel gevonden en ging dus niet door. Ik heb dat nooit erg gevonden, omdat ik mijn hobby’s eigenlijk voor mezelf uitoefen en niet in opdracht. Ik vind het overigens hartstikke leuk, dat jullie hem nog gebruiken. Het messing schildje met de namen erop zal wel te klein zijn geworden.” Inderdaad: Het houten voetstuk is helemaal bezaaid geraakt met messing schildjes met de namen van de winnaars.

De langste rugbypalen van Nederland

In 1976 worden er door de gemeente geen rugbypalen op het nieuwe rugbyveld gezet.

Het wordt aan de club overgelaten om voor palen te zorgen. We gebruikten tot die tijd steigerpijpen van zo’n

zes meter lang. Nico van Dijl, werkzaam bij de Hoogovens, weet wel raad. Er liggen genoeg lange lantaarnpalen

die de smeltovens nog in moeten. Daar kunnen ze er wel 4 van missen. Even vragen: Is goed. En zo worden er

vier van die palen naar de club vervoerd. Moeten wel nog even geschilderd worden. In de clubkleuren... ja leuk.

Zwart-rood-geel. Weet je wat... we lassen die steigerpijpen er ook nog bovenop. Te gek man. Wat een lange

palen. Wel 16 meter boven de grond. En zo haalt de Alkmaarse rugbyclub het nieuws: de langste rugbypalen van

Nederland staan in Alkmaar.

Over die langste rugbypalen van Nederland is nog wel meer te zeggen. Nico van Dijl schreef het volgende in een

oud clubblad (Side Step jaargang 2 nummer 5):

De MentaliteitstrofeeDe mentaliteitstrofee wordt sinds 1976 jaarlijks uitgereikt en doorgegeven.

Tot zover deze oproep om werkzaamheden

voor de club te verrichten, gericht aan alle clubleden.

Ja dat was wat in die begintijd.

Hebben jullie het al gezien? De nieuwe palen staan

in de grond. Iets om trots op te zijn. Wel 16 meter

boven de grond steken ze uit! Alleen de mensen

die er aan gewerkt hebben zijn niet zo trots. Om

een voorbeeld te noemen: ze zijn geschilderd door

bijna alle enthousiaste leden. Laat ik hun namen

eens noemen. Aanwezig waren: Ton Kluft, Nico van

Dijl, Eef Lover, iemand uit de Tuinstraat, iemand uit

de Tuindwarsstraat, iemand uit de Stikkelwaard,

de man van Truus, de man van Jannie, de man van

Marijke, twee man met een baard en eentje

met een snor, iemand die werkt bij de Hoogovens,

iemand die werkt als voorman-voeger en nog een

verwarmingsmonteur. En vergeet onze fourageur

Cock Mazereeuw niet.

Tel ze maar na: 16 man om deze 4 palen te schil-

deren. De moraal van dit verhaal: het zijn altijd

weer dezelfde mensen. Mannen kom op! We willen

allemaal rugby spelen. Maar laat de last van het

organiseren en het aktief voor de vereniging bezig

zijn niet op een paar man rusten. Onze vereniging

gaat ons toch allemaal ter harte?!!!!!

Sinds 1996 wordt ieder seizoen afgesloten met het Pieter Vink Vriendentoernooi. Een idee van Bernd Verhofstad. Bij dit toernooi kunnen rugbyers hun familie, vrienden en collega’s kennis laten maken met hun sport.

32 33

Leden van verdienste Bob BurgesJohn Groen Gerard de Groot Eef Lover Jaap Rus Arie van Ringelesteijn Bert Prins Ton KluftTon KolkJoop Stoop Hans StalmanBernd Verhofstad

Ereleden Gerard de Groot Eef Lover Bob Moesman †Arie van RingelesteijnJaap Rus

Rugby-sauna-bezoekEind jaren ‘70 komt Jean Groothuizen bij de club spelen. Een stevige, snelle en wendbare speler. Goed voor in de driekwartlijn. Jean werkt voor zichzelf, meestal in de bouw. Jean komt uit een ondernemersfamilie, dus heeft hij volop ideeën: een pand tegenover de Waagtoren staat leeg. Daar kan mooi een sauna in gemaakt worden. Een paar maanden later gaat de prachtige sauna open. Vanaf dat moment is het vaste prik: op vrijdagavond na de training gaat een groot aantal clubleden naar de sauna. Ook al ben je nog nooit naar een sauna geweest: dit moet je meemaken!

Helaas brandde de sauna na een jaar uit en was het even met ons sauna-bezoek afgelopen. Maar Jean zat niet bij de pakken neer en na een aantal maanden ging er aan de Munnikenweg een nieuwe sauna van start. Met een heus koud-water-dompelbad waarin je bommetje kon doen. En weer ging het rugbygezelschap op sauna-avontuur. Dit duurde tot Jean de rugbysport verliet, de sauna aan familie overdeed en weer een andere sport ging beoefenen (als ik het goed heb is hij gaan karten). Toen stopte ook het rugby-sauna-bezoek.

Aanvoerders 1ste herenteam

1974 – 1975 Ton Kluft

1975 – 1976 Ton Kluft

1976 – 1977 Gerard de Groot

1977 – 1978 Jaap Rus

1978 – 1979 Jaap Rus

1979 – 1980 Jaap Rus

1980 – 1981 Rob Hoorn

1981 – 1982 Rob Hoorn

1982 – 1983 Rob Hoorn

1983 – 1984 Arie van Ringelesteijn

1984 – 1985 Arie van Ringelesteijn

1985 – 1986 Bert Prins

1986 – 1987 Ton Kolk

1987 – 1988 Ton Kolk

1988 – 1989 Rob Wielinga

1989 – 1990 Jos Tijdeman

1990 – 1991 Pieter Schoehuijs

1991 – 1992 Pieter Schoehuijs

1992 – 1993 Bob Burges

1993 – 1994 Bob Burges

1994 – 1995 Ton Kolk

1995 – 1996 Bob Burges

1996 – 1997 Bob Burges

1997 – 1998 Nigel Coughlon

1998 – 1999 Erwin Kok

1999 – 2000 Erwin Kok

2000 – 2001 Bernd Verhofstad

2001 – 2002 Bernd Verhofstad

2002 – 2003 Alex Mooij

2003 – 2004 Willem Moesman

2004 – 2005 Willem Moesman

2005 – 2006 Perry Klos

2006 – 2007 Perry Klos

2007 – 2008 Perry Klos

2008 – 2009 Perry Klos

2009 – 2010 Kenny Kolk

2010 – 2011 Richard Tros

2011 – 2012 Perry Klos

2012 – 2013 Kenny Kolk / Perry Klos

2013 – 2014 Nanko Molenaar

Aanvoerders 1ste herenteam, leden van verdienste, ereleden en voorzitters 1973 - 2013

1973 - 1973 Jan Kuijpers

1973 - 1974 Gerard Janssen

1974 - 1975 Jan Kuijpers

1975 - 1979 Cock Mazereeuw

1979 - 1980 Cees Bel

1980 - 1985 Jaap Rus

1985 - 1985 Cees Bel

1985 - 1987 Jos Tijdeman

1987 - 1995 Eef Lover

1995 - 2003 Joop Zandvliet

2003 - 2009 Jaap Rus

2009 - 2010 René Kesselaar

2010 - 2011 Erik van der Sluijs

2011 - heden Joop Zandvliet

Tim Kingma, oud speler“Het was 1973. Ik woonde net weer in Alkmaar en las een advertentie in de krant voor een informatieavond over de rugbyclub. Na rugby in Australië, leek het me leuk om in Alkmaar mee te doen. Drie weken later speelde ik mijn eerste wedstrijd. De eerste wedstrijd die de club won! Het werd een groot feest, ik kreeg een hele emmer bier over me heen. Later heb ik ook Willem Prins en Dirk van der Meulen aan de club voorgesteld. Ik ben tot 1978 lid geweest, tot ik terug ging naar Australië. Ik heb altijd erg genoten van mijn tijd bij de club, en was erg onder de indruk van de afscheidswedstrijd ter ere van mij. Ondertussen wonen wij alweer 35 jaar in Australië. Ik heb hier nog een tijdje voor de Golden Oldies rugby gespeeld. Het hoogtepunt was de World Golden Oldies tournament. Een fantastische bijeen-komst waar 33 landen aan meededen. We zijn vele malen in Nederland geweest en waren ook bij het 25 jarig jubileum. Ik heb toen meegespeeld met de wed-strijd: de oudjes tegen de jonkies. Gerard de Groot is eens een week bij ons in Aus-tralië langs geweest. Willem Prins woont 1200 km bij ons vandaar. Daar hebben we af en toe nog contact mee.”

Tim is de 6de links achterste rij.

Voorzitters

VloerplaatDe berekeningen voor het beton, dat nodig was voor een vloerplaat voor de kantine, waren correct berekend door Cees Bel. Hij is tenslotte de bouwkundig ingenieur in de club. Maar bij het storten, bleek al snel dat er veel te weinig beton was besteld. Door de hardwerkende grondwerkers was de bodem wel erg diep uitgegraven. Gelukkig konden er nog een aantal ladingen ‘restbeton’ worden geleverd. En de kantine ‘staat als een huis’.

Vloerplaat

Boompjes rooienHet bouwrijp maken van de grond waar we de kantine op gingen bouwen, was nog een hele klus. In eigen beheer moesten er vele struiken en boompjes gerooid worden om een stuk grond kaal te krijgen. Met de hand en de schep was lastig en tijdrovend. Gelukkig had Adri Hoorn een goed idee. Strop om de struik en aanhaken aan de trekhaak van zijn Austin. Vol gas en hup, weer één minder. Dat

ging een tijd goed tot we een scherpe brand-lucht roken. Helaas, de koppelingsplaten hadden iets teveel wrijving te verstouwen gehad. Dan maar weer verder met de spa.

34 35

Als er over 40 jaar weer een jubileum-boek wordt uitgeven, wat staat daar dan in? Dat zou ik wel eens willen weten. Nog meer mooie verhalen, schitterende anekdotes en mooie herinneringen, daar ga ik vanuit. Het boek wordt in ieder geval veel dikker, gezien het groeiende aantal (jeugd)leden en de tijden van de digi-tale foto’s. Al had ik het doorbladeren en uitzoeken van de oude foto’s en krantenartikelen niet willen missen. Mooi dat mensen nog zoveel bewaren!

Als club willen we nieuwe jeugdspelers – jongens én meiden – vooral een plek geven waar ze zich wel-kom voelen. Zo mogen nieuwe leden de eerste zes weken gratis meetrainen. Naast een ontmoetings-plek om met vrienden te sporten en leuke dingen te doen, bieden we jeugdspelers de ruimte om een stap verder te gaan door goede begeleiding. De (jeugd)trainers en begeleiders zijn opgeleid om talenten binnen de club te begeleiden richting topsport.

De Alkmaarse rugbyclub neemt graag de rol van springplank voor talenten in de regio Noord West.

Zo werkt de club samen met de Rugbyacademie in Alkmaar. De academie is de uitvoerende organisatie van het talentenprogramma van de Nederlandse Rugby Bond (NRB). De NRB is aangesloten op het Landelijk Overleg Onderwijs en Topsport (LOOT), dat afspraken maakt met middelbare scholen. De Alkmaarse rugbyclub werkt daarom samen met het Willem Beau College, de offi ciële LOOT school voor onze regio. Al met al gaat het uitstekend met onze club. Twee senioren teams, een dames afdeling, een groeiende jeugdafdeling. Binnen nu en twee jaar zijn we mogelijk verhuisd naar een nieuwe accommodatie, met een kunstgrasveld wat aan alle moderne rugby eisen voldoet en een nieuwe kantine met voldoende kleedruimtes.

Als we zo doorgaan, maken we onze ambities waar en hebben we bij het volgende lustrum:

• complete jeugdteams in alle categorieën,• een compleet eigen dames team,• een derde senioren team, zodat er plaats is voor mensen die af en toe willen spelen,

• ni euwe spelers verwelkomen,• spelers blijven ontwikkelen en begeleiden, • een eerste team als constante factor in de top van de 1e klasse, en op termijn wellicht een stapje hoger,

• gekwalifi ceerde trainers voor alle teams, • en een uitstraling in de regio die past bij onze sportieve prestaties.

Onze belangrijkste taak als bestuur is de Alkmaarse Rugby Union Football Club voorbereiden op de toekomst. Vanzelfsprekend kunnen we dit niet realiseren zonder steun. Steun van alle leden, oud-leden, sponsors, ouders van jeugdleden en iedereen die de Alkmaarse Rugby een warm hart toedraagt. Dankzij de inzet van velen, kijken we met vertrou-wen uit naar de volgende 10 jaar en het 50-jarig jubileum in 2023.

Namens het bestuur, Perry Klos

SpelerskaartSinds 1977 moeten rugbyspelers een NRB bijdrage

betalen voor een spelerskaart. Dat geld wordt

verrekend in de clubcontributie. Dat is nieuw maar

alla...de bond heeft ook geld nodig om de competi-

ties te organiseren. Op de kaart moet een pasfoto.

Die pasfoto moet je natuurlijk zelf even aanleveren.

Dat kost moeite.

Peter Blankendaal (vaste 2e rijer in het 1e team)

vergeet er steeds één mee te nemen. Uiteindelijk

is zijn spelerskaart nog de enige zonder pasfoto.

Aanvoerder Jaap Rus is het spuugzat om er nog-

maals om te vragen. Voorzichtig het plaatje van een

lucifersdoosje afgescheurd en op de spelerskaart

geplakt. Zo gaat Peter verder de competitie door

als Engelbert Humperdinck. In de 70-er jaren een

zeer bekende zanger met ruige bakkebaarden en

een woeste haardos. Nou, zo zagen de meesten

van ons er ook uit in die tijd.

De toekomst

3736

Teams door de jaren heen

Seizoen 1973-1974

1977

2004

1e team 2011-2012

1984

2e team seizoen 1989-1990

Alkmaar 2 Pasen 19901983

Café Lindeboom, de aller eerste sponsor

Conijn ParketvloerenKiwi Bouw

Timmerfabriek De Jong Huur de Verhuizer

Digitron Engineering BV Groep Kennemerweart

Imbuko – Proef Zuid AfrikaKS Timmerbedrijf 

Café De StapperMexicaans Restaurant Roses

Uw Groene Slager: Hans van BorreBouwbedrijf Groen en Wit

Wouters Beheer (Cube7)Dekenwasserij Balans 

Hammerstein Keukens

Schuurman Keukens

Postma en Postma Hang- en sluitwerk

Coja Coaching

Meubel- en interieursponsor De Stoof 

Kamper Sportprijzen en Graveerbedrijf

38 39

We willen alle mensen bedanken voor het delen van hun verhaal. We hopen dat iedereen zich herkent in de selectie van mooie herinneringen, leuke verhalen en foto’s van de afgelopen 40 jaar.Wij willen onze excuses aanbieden voor de verhalen van betekenis, die niet worden verteld in het jubileumboek. Vaak door tijdgebrek, soms door ruimtegebrek of gewoon niet aan gedacht.

Het jubileumboek zou er niet zijn zonder de tome-loze inzet van de redactieleden en de fi nanciële bijdragen van de sponsoren van dit boek. Ik wil ook hen hartelijk bedanken.

Namens de jubileumcommissie,Voorzitter Alex Mooij

Dankwoord en sponsoren

Timmermans IJzerhandel

Stukadoorsbedrijf Theo Wijte

Schouten betonzaag en boringsbedrijf

Sportcafé Merv’s

Poelier Ackerman

Dierenspeciaalzaak Pro-Dier

Loodgietersbedrijf Houtkoper

Bakker en De Vries Installatiebedrijf

Bakker Raat Alkmaar

Tegel en Klusbedrijf Cor Tonkes

Koffi ebranderij Simon Levelt

Licher Installatietechniek

Snackbar ’t Hargerhoekje

Irma Ente

Systeembouw Dirk Ursem

Garagebedrijf Sneek & Blanken 

Timmer- en keukenmontage-bedrijf Boerman 

Telecom Service Groep

Jellema Auto’s

Vishandel Jan Hoogland

 Bouw- en Timmerbedrijf Rob Haverlag

Tabakswinkel Vivant Scharlo

www.alkmaarserugby.nl

ColonfonDit boek is een jubileumeditie van het clubblad de Side-Step van de Alkmaarse Rugby Union Football Club.

www.alkmaarserugby.nl

Bezoekadres: Robonsbosweg 6, 1816 MK Alkmaar, T. 072-5153713

Postadres: Postbus 48, 1800 AA Alkmaar

Tekst en beeldredactiePerry KlosMarijke LicherAlex MooijMarjolein van PelJaap RusJoop Stoop

Fotografi eArie van Ringelesteijn en anderen

Concept en realisatieOntwerpbureau Kloosterman www.ontwerpburokloosterman.nl

COMKEY reclame & communicatie www.comkey.nl