Interactieve routes bij musea

24
Interactieve routes bij musea Onderzoek ten behoeve van het Nationaal Onderwijsmuseum Auteur: Anne Venema Dordrecht, 21 oktober 2013

description

Verslag van een onderzoek naar interactieve toepassingen, routes en RFID visitor tracking in musea. Auteur: Anne Venema

Transcript of Interactieve routes bij musea

Page 1: Interactieve routes bij musea

Interactieve routes bij musea

Onderzoek ten behoeve van het

Nationaal Onderwijsmuseum

Auteur: Anne Venema

Dordrecht, 21 oktober 2013

Page 2: Interactieve routes bij musea

2

Inhoudsopgave 1 Vraagstelling .................................................................................................................................... 3

1.1 Aanleiding ................................................................................................................................ 3

1.1.1 Situatie museum .............................................................................................................. 3

1.1.2 Doelgroepen vernieuwde museum ................................................................................. 3

1.2 Doelstelling .............................................................................................................................. 3

1.3 Onderzoeksvraag ..................................................................................................................... 3

2 Aanpak onderzoek ........................................................................................................................... 4

2.1 Onderzoeksmethode ............................................................................................................... 4

2.2 Bezochte musea ...................................................................................................................... 4

2.3 Motivatie voor de keuze van musea ....................................................................................... 4

3 Soorten interactieve routes ............................................................................................................ 6

3.1 Routes met actives .................................................................................................................. 6

3.1.1 Voordelen van dit type route .......................................................................................... 7

3.1.2 Nadelen van dit type route.............................................................................................. 7

3.2 Routes met zowel actives, interactives als passives ............................................................... 8

3.2.1 Voordelen van dit type route .......................................................................................... 9

3.2.2 Nadelen van dit type route.............................................................................................. 9

3.3 Bijzondere vormen van routes of presentatie ...................................................................... 10

3.3.1 Voordelen van dit type route ........................................................................................ 11

3.3.2 Nadelen van dit type route............................................................................................ 12

3.4 Route met een AV-tour ......................................................................................................... 12

3.4.1 Voordelen van dit type route ........................................................................................ 13

3.4.2 Nadelen van dit type route............................................................................................ 13

4 Interactieve systemen ................................................................................................................... 14

4.1 Digitale ondersteunende middelen ....................................................................................... 14

4.1.1 Interactieve website ...................................................................................................... 14

4.1.2 Scanmiddelen ................................................................................................................ 15

4.2 Soorten systemen .................................................................................................................. 16

4.3 Opmerkingen ......................................................................................................................... 17

5 Bevindingen over vormen van interactiviteit ................................................................................ 18

5.1 Informeren als doel ............................................................................................................... 18

5.2 Interactie als doel .................................................................................................................. 19

5.3 Emoties ervaren als doel ....................................................................................................... 19

6 Conclusie ....................................................................................................................................... 20

Bijlagen .................................................................................................................................................. 21

Tabel 1: musea & leveranciers .......................................................................................................... 21

Tabel 2: gegevens van leveranciers ................................................................................................... 22

Tabel 3: contactgegevens van museummedewerkers ...................................................................... 23

Lijst met interviewvragen .................................................................................................................. 24

Page 3: Interactieve routes bij musea

3

1 Vraagstelling

1.1 Aanleiding

1.1.1 Situatie museum

Na de verhuizing uit Rotterdam, in juli 2012, is het Nationaal Onderwijsmuseum gevestigd in

Dordrecht op de tijdelijke locatie aan de Nieuwe Haven 26. Najaar 2014 zal het museum zijn

definitieve intrek nemen in het gebouw De Holland aan de Burgemeester de Raadtsingel 97.

In de tussen liggende tijd wordt het pand gerenoveerd en heringericht als museum.

Het Onderwijsmuseum wil zich richten op een breed publiek en zal in een vernieuwde vorm

terugkeren. Het museum wil aansluiten bij de belevingswereld van huidige en toekomstige

generaties. De basis blijft de uitgebreide collectie, maar in plaats van het chronologische verhaal van

de geschiedenis van de lagere school vanaf de middeleeuwen, wordt de benadering nu thematisch.

Het museum wil meer inspelen op de actualiteit en daarbij gebruik maken van de sociale media.

1.1.2 Doelgroepen vernieuwde museum

De publieksgroepen waar het Nationaal Onderwijsmuseum zich in de eerste plaats op richt zijn:

• Families en gezinnen

• Actieve 50+ers

• Toeristisch bezoek

• Schoolgroepen en BSO’s.

De vaste en tijdelijke presentaties van het museum en de aangeboden activiteiten zullen zich vooral

op deze doelgroepen richten.

1.2 Doelstelling

Voor de nieuwe inrichting wil het museum interactiviteit verwerken in de vaste en tijdelijke

presentaties. Het doel is om de bezoekers actief te betrekken bij de collectie, waarbij herinneringen

van mensen een belangrijke rol spelen. Interactie kan plaats vinden direct op locatie in het museum,

met behulp van nieuwe media of juist door middel van praktische doe-opdrachten. Daarnaast kan er

interactie mogelijk zijn op afstand, via de website van het museum.

De museummedewerkers, die ieder aan een belangrijk deel van de inrichting werken, willen weten

welke vorm van interactiviteit het beste past bij het verhaal dat de tentoonstelling vertelt.

Daarnaast moet de gekozen vorm van interactiviteit aansluiten bij de interesses en belevingswereld

van de eerder beschreven doelgroepen van het museum.

1.3 Onderzoeksvraag

Om te onderzoeken welke vormen van interactiviteit geschikt kunnen zijn voor het nieuwe museum,

is mij gevraagd om hier een kleinschalig veldonderzoek naar te doen.

De opdracht die ik mee kreeg voor mijn onderzoek was:

Ga na welke interactieve systemen musea gebruiken in hun route door de presentatie.

Deelvragen hierbij zijn:

• Wat zijn de ervaringen van de musea met de interactieve systemen?

• Wie zijn hun referenties?

• Welke vormen van interactiviteit zijn bruikbaar voor het Onderwijsmuseum?

Page 4: Interactieve routes bij musea

4

2 Aanpak onderzoek

2.1 Onderzoeksmethode

Voor mijn onderzoek heb ik in de periode van 12 juni 2013 tot en met 29 augustus 2013 tien musea

in Nederland bezocht, die met verschillende interactieve routes werken. Ik heb de routes zelf

gelopen en de interactieve systemen uitgeprobeerd. Bij het Amsterdam Museum heb ik van twee

presentaties de routes onderzocht.

Ik heb medewerkers van de bezochte musea, die betrokken zijn geweest bij de ontwikkeling van de

routes en systemen, benaderd voor een interview.

In het interview heb ik hen onder meer gevraagd naar de ervaring van het museum met de routes en

de systemen. Voor de precieze vragen, die ik heb gesteld aan de betrokken museummedewerkers,

zie: bijlage ‘Lijst met interviewvragen’.

Mijn bevindingen en de aanbevelingen die ik van de museummedewerkers gekregen heb, komen

verderop in dit verslag aan de orde bij hoofdstuk 5.

2.2 Bezochte musea

De volgende musea heb ik bezocht, in chronologische volgorde:

Museum Naam route of presentatie

Dordrechts Museum, Dordrecht Mijn Dordrechts Museum

Museum Boerhaave, Leiden Zuilen op zaal

Museon, Den Haag Museonline

Humanity House, Den Haag Ervaringsreis

Kinderboekenmuseum, Den Haag Papiria

Nationaal Glasmuseum, Leerdam iPod-tour Iris

Natuurmuseum Brabant, Tilburg OO-zone

Geldmuseum, Utrecht Vaste presentatie

Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, Hilversum Experience

Amsterdam Museum, Amsterdam Het Kleine Weeshuis & Amsterdam DNA

2.3 Motivatie voor de keuze van musea

Beweegredenen voor de bezochte musea en hun interactieve route of presentatievorm:

• Diversiteit van presentatievormen

De manieren waarop de interactiviteit in de routes is vorm gegeven zijn heel divers,

bijvoorbeeld een individuele vorm zoals een iPod-tour of ingebed in de presentatie, zoals

interactieve spellen die de bezoeker op zijn route tegenkomt;

• Grootte museum

De bezochte musea variëren van middelgroot tot groot;

• Soort museum

De musea hebben verscheidene achtergronden:

Kunst- en/ of cultuurhistorisch: het Dordrechts Museum, het Nationaal Glasmuseum en het

Amsterdam Museum;

Met als thema natuur en/ of techniek: Museum Boerhaave, Natuurmuseum Brabant en het

Museon;

Met een specifiek thema zoals bijvoorbeeld kinderliteratuur: het Kinderboekenmuseum, het

Geldmuseum, het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid en het Humanity House;

Page 5: Interactieve routes bij musea

5

• Doelgroep

De routes en presentaties zijn ontwikkeld voor verschillende doelgroepen, zoals individueel

bezoek, gezinnen, toeristisch bezoek en scholieren;

• Vaste route of vrije keuze

De routes zijn ofwel van tevoren vastgesteld door de musea of vrij door de bezoekers te

bepalen;

• Vernieuwing

Een aantal musea vallen op door een vernieuwend aspect op interactief gebied, bijvoorbeeld

door de bezoekers een bijzondere ervaring te laten beleven;

Page 6: Interactieve routes bij musea

6

3 Soorten interactieve routes Globaal gezien maken alle musea in hun route gebruik van passives, actives en interactives of een

combinatie van de drie vormen. Een aparte groep zijn de routes die gevolgd kunnen worden met

behulp van een audio visuele-tour.

Passives zijn bijvoorbeeld filmfragmenten die worden vertoond op beeldschermen of audiofragmenten die in de

ruimte te horen zijn. De bezoeker heeft hier zelf geen invloed op.

Actives zijn bijvoorbeeld jukeboxen waarop de bezoeker geluid- of filmfragmenten kan uitkiezen. De actie door

de bezoeker is beperkt.

Met interactives kan de bezoeker zelf iets maken of doen. De bezoeker kan vaak met behulp van een scanmiddel

activiteiten en touchscreens activeren.

Hieronder beschrijf ik een aantal vormen van interactieve routes, die ik in de musea ben

tegengekomen. Van deze routes vermeld ik de voor- en nadelen, die de museummedewerkers mij

hebben verteld en die ik zelf ben tegengekomen tijdens mijn bezoeken.

3.1 Routes met actives

Vier van de bezochte musea maken voor hun route door de presentatie gebruik van actives: museum

Boerhaave, het Dordrechts museum, het Museon en het Amsterdam Museum. De actives zijn in dit

geval informatieve computerschermen waarop de bezoekers verdiepende informatie kunnen

opvragen over voorwerpen uit de collectie of een bepaald thema. Door het aanraken van touch

screens krijgen zij verklarende afbeeldingen en tekst te zien of kunnen zij informatiefilms activeren.

De actives van deze vier musea zijn ontwikkeld voor een algemeen publiek. Het Dordrechts Museum

biedt de bezoekers informatie aan, die is toegespitst op een van tevoren opgesteld persoonlijk

profiel.

Mijn Dordrechts Museum

Bij drie van de vier musea is de route vrij te bepalen. Bij Amsterdam DNA is de route chronologisch in

tijd en wordt door het museum aangeraden de verhaallijn te volgen.

Page 7: Interactieve routes bij musea

7

Amsterdam DNA

Routes met actives:

Naam route Vaste route scanmiddel Online inloggen

Mijn Dordrechts Museum nee nee voor- en achteraf

Zuilen op zaal, Boerhaave nee nee nee

Museonline nee entreekaartje nee

Amsterdam DNA ja Boekje met QR-code vooraf en achteraf

3.1.1 Voordelen van dit type route

• Gebruiksvriendelijk

De musea geven alle vier aan dat er veel gebruik van gemaakt wordt door de bezoekers.

De instructies zijn duidelijk en de meeste bezoekers kunnen gemakkelijk overweg met de

touchscreens.

• Veel informatie over te brengen

Informatie, die een museum anders in een catalogus zou onderbrengen, kan door de

bezoekers eenvoudig worden opgezocht. De bezoekers bepalen zelf hoeveel informatie zij

willen opvragen.

• Mogelijkheid om thuis informatie op te vragen

Het Dordrechts museum geeft als voordeel aan dat de bezoeker ook thuis meer te weten kan

komen over de collectie door online in te loggen. Bij ‘Mijn Dordrechts Museum’ is deze

informatie specifiek gericht op de persoonlijke interesses van de bezoekers.

• Neemt weinig ruimte in

De toegepaste informatieve zuilen in de presentaties nemen in verhouding weinig ruimte in.

Er hoeft niet speciaal ruimte voor vrij gemaakt te worden en ze kunnen zowel vrij staan als

aan de wand bevestigd worden.

3.1.2 Nadelen van dit type route

• Minder aandacht voor de objecten

Het Museon geeft aan dat vooral kinderen veel met de beeldschermen bezig zijn, waardoor

zij minder aandacht hebben voor de objecten in de presentatie.

Page 8: Interactieve routes bij musea

8

• Weinig interactie tussen de bezoekers

De individuele vorm van informatie opvragen nodigt weinig uit tot interactie tussen de

bezoekers onderling.

• Storingsgevoelig

Tijdens mijn bezoeken aan de musea kwam het regelmatig voor dat een aantal touchscreens

het niet deden. Ook begreep ik van één van de musea dat het WIFI netwerk vaak last heeft

van storingen.

• Ouderen loggen weinig online in

Twee musea geven aan dat veel ouderen er moeite mee hebben om persoonlijke informatie,

zoals hun e-mailadres, in te voeren en daardoor niet veel gebruik maken van de mogelijkheid

om online in te loggen.

3.2 Routes met zowel actives, interactives als passives

Drie van de tien musea bieden de bezoekers een totaalconcept aan, waarbij de nadruk op de

interactives ligt: het Instituut voor Beeld en Geluid, het Geldmuseum en het Kinderboekenmuseum.

Het gaat bij deze vorm vooral om het ervaren en zelf doen.

Het Instituut voor Beeld en Geluid wil de bezoeker een inspirerend dagje uit bieden. Bij het

Geldmuseum en het Kinderboekenmuseum maakt het educatieve aspect ook een belangrijk deel uit

van de presentatievorm.

Beeld en Geluid Experience

Het Kinderboekenmuseum heeft de presentatie Papiria speciaal ontwikkeld voor kinderen van 8 tot

13 jaar oud. De kinderen moeten kunnen lezen om de interactieve spellen te kunnen doen.

De presentaties van de andere twee musea hebben een algemeen publiek als doelgroep.

Page 9: Interactieve routes bij musea

9

Papiria, Kinderboekenmuseum

Routes met een totaalconcept:

Naam route Vaste route Scanmiddel Online inloggen

Experience, Beeld en Geluid nee ring met RFID-chip achteraf

Papiria, Kinderboekenmuseum nee armband met RFID-chip achteraf

Vaste presentatie Geldmuseum nee creditcard met barcode achteraf

3.2.1 Voordelen van dit type route

• Gebruiksvriendelijk

Alle drie de musea bieden de bezoekers een duidelijke instructie van de werking van de

interactieve spellen. Bij het Geldmuseum en Beeld en Geluid gebeurt dit door middel van

virtuele gidsen op de schermen. Ook lopen er bij twee van de drie musea publieksbegeleiders

door de ruimte, die extra uitleg aan de bezoekers kunnen bieden.

De musea geven aan dat voor veel bezoekers de extra instructie niet nodig is en ze het

principe snel door hebben.

• Route is vrij te bepalen

De bezoekers bepalen zelf, aan de hand van hun interesses, de activiteiten die ze willen

doen. Ze hebben de vrijheid om zich zelfstandig door de opstelling te begeven.

• Spelelement zorgt voor betrokkenheid

Het voordeel van de interactieve opstellingen is dat mensen al doende informatie op doen.

De betrokkenheid bij met name kinderen is daardoor groot.

Veel spellen bieden ook de mogelijkheid om actief met elkaar bezig te zijn en bevorderen

daardoor het contact tussen de bezoekers onderling.

• Toegespitst op persoonlijke interesses

Door aan het begin van de route een persoonlijk profiel aan te maken, kunnen de bezoekers

activiteiten doen die aangepast zijn aan hun leeftijd en persoonlijke interesses.

3.2.2 Nadelen van dit type route

• Veel geluiden en indrukken

Twee van de drie musea geven aan dat voor sommige bezoekers de vele indrukken, die

worden opgedaan en de omgevingsgeluiden teveel van het goede kan zijn.

Page 10: Interactieve routes bij musea

10

• Ontbreken van een vaste route

Niet alle bezoekers waarderen de vrijheid om zelf een route door de opstelling te bepalen. Zij

missen de structuur die een vaste route kan bieden.

• Verstoppingen in de route

Bij één museum ontstonden er, door de populariteit van bepaalde spellen, regelmatig

verstoppingen in de route. Door een dergelijke activiteit meer op het eind van de route te

plaatsen, in plaats van centraal gelegen, werd de doorloop weer beter.

• Weinig ruimte voor objecten uit de collectie

Deze manier van presenteren vraagt veel ruimte voor de interactieve spellen. Bij alle drie de

musea is er in verhouding weinig plek en aandacht voor de objecten uit de collectie.

3.3 Bijzondere vormen van routes of presentatie

Drie van de tien musea maken voor hun route of presentatie gebruik van actives en interactives,

maar zijn alle drie zodanig verschillend van opzet dat zij niet onder één type te clusteren zijn.

De OO-zone van Natuurmuseum Brabant is een ontdek- en onderzoek ruimte voor bezoekers vanaf

acht jaar oud. De bezoekers kunnen onderzoek doen met materialen en objecten uit de

museumcollectie, toegespitst op hun interesses en leeftijd. Dit doen zij door op computerschermen

een personage te kiezen, die de natuur bekijkt vanuit zijn eigen beroep.

Het Humanity House en Het Kleine Weeshuis (Amsterdam Museum) bieden routes aan die gericht zijn

op het ervaren van bepaalde emoties en het inleven in een personage. Hierbij leidt het decor van de

presentatie of de verhaallijn tot een vaste route die de bezoekers moeten volgen.

Beide routes maken gebruik van interactives en audio- en beeldfragmenten. De audio visuele-

fragmenten bij het Humanity House zijn bedoeld om de ervaren emoties te versterken. Bij het Kleine

Weeshuis kunnen de bezoekers audiofragmenten zelf activeren met hun scan-armband.

De doelgroep van het Humanity House is een algemeen publiek, met de nadruk op jongeren. Door de

realistische en indrukwekkende ervaringsreis is de route geschikt voor kinderen vanaf tien jaar.

Ervaringsreis, Humanity House

Het Kleine Weeshuis richt zich op gezinnen met kinderen van vier tot en met tien jaar oud. Er zijn

twee verhaallijnen die gevolgd kunnen worden: voor kinderen onder de zeven jaar en voor kinderen

van zeven tot tien jaar oud.

Page 11: Interactieve routes bij musea

11

Het kleine Weeshuis, Amsterdam museum

Bijzondere vormen:

Naam route/presentatie Vaste route Scanmiddel Online inloggen

OO-zone, Natuurmuseum Brabant nee Onderzoekspas achteraf

Ervaringsreis, Humanity House ja Pas met RFID-chip nee

Het Kleine Weeshuis, Amsterdam

Museum

ja Armband met RFID-

chip

voor- en achteraf

3.3.1 Voordelen van dit type route

Presentatievorm van het Natuurmuseum Brabant:

• Gebruiksvriendelijk

Door een duidelijke introductie op de startschermen begrijpen de bezoekers snel wat zij

moeten doen. Zij kunnen gemakkelijk zelfstandig aan de slag gaan. Voor eventuele extra hulp

is er in de ruimte altijd een medewerker aanwezig.

• Interactieve aspect

De bezoekers waarderen het dat ze met echte materialen kunnen werken. Al doende

ontdekken zij nieuwe dingen over natuur en techniek. De mogelijkheid om in teams samen te

werken, bevordert het contact tussen de bezoekers onderling.

• Toegespitst op persoonlijke interesses

De bezoekers kunnen op het inlogscherm uit verschillende personages kiezen. Hierdoor

kunnen zij activiteiten doen, die ontwikkeld zijn voor verschillende leeftijdsgroepen en

krijgen zij informatie die is toegespitst op hun persoonlijke interesses.

• Flexibel systeem

Het museum ontwikkelt regelmatig nieuwe modules. Er is voor bezoekers die vaker komen

daardoor altijd iets nieuws te ontdekken.

Presentatievormen van het Humanity House en Het Kleine Weeshuis:

• Betrokkenheid van de bezoekers

Volgens Lisette Mattaar van het Humanity House geven bezoekers aan dat zij de manier

waarderen, waarop bij hen het gevoel wordt opgeroepen hoe het is om een vluchteling te

zijn. Zij voelen zich geraakt en bewust gemaakt van het onderwerp.

Page 12: Interactieve routes bij musea

12

Veel bezoekers van het Kleine Weeshuis vermelden in het gastenboek dat zij zich goed

hebben kunnen inleven in de personages, door de speelse manier waarop het verhaal wordt

verteld.

• Interactieve aspect

Beide presentaties bieden een informele manier van kennis opdoen, door een combinatie

van ervaren / verwonderen en zelf doen. Een manier die vooral door kinderen erg wordt

gewaardeerd.

• Zelfstandig de route volgen

De bezoekers kunnen zelfstandig –zonder begeleiding van rondleiders- door de presentatie

gaan. Het decor of de verhaallijn is hierin begeleidend.

3.3.2 Nadelen van dit type route

Presentatievorm van het Natuurmuseum Brabant:

• Specifieke doelgroep

Doordat de OO-zone zich speciaal richt op gezinnen met kinderen en schoolgroepen is het

minder aantrekkelijk voor andere doelgroepen, zoals ouderen en toeristisch bezoek.

• Neemt veel ruimte in

De opstelling in de vorm van een open depot met de mogelijkheid tot interactief werken

neemt veel ruimte in. Er is in dit museum speciaal een plek voor gecreëerd.

• Bijzondere presentatievorm

Deze presentatievorm van ontdekken en onderzoekjes doen in een speciaal hiervoor

ingerichte ruimte lijkt mij vooral geschikt voor musea met een soortgelijk thema van natuur

en techniek.

Presentatievormen van het Humanity House en Het Kleine Weeshuis:

• Beperkt aantal bezoekers mogelijk

Beide musea maken gebruik van een systeem waarbij de bezoekers gedoseerd de ruimte

binnen mogen: bij het Humanity House in tweetallen en bij het Kleine Weeshuis per

ingelogde groep. Hierdoor bezoeken bepaalde georganiseerde groepen, zoals toeristen, de

presentaties niet.

• Neemt veel ruimte in

De verhaallijn en het decor van beide presentaties vragen om een vaste route door de

opstelling en nemen daarbij veel ruimte in. Het Humanity House ziet als nadeel dat er in het

gebouw minder ruimte is voor tijdelijke exposities.

• Veel verbeeldingskracht gevraagd

Voor sommige bezoekers is een presentatievorm, waarbij veel aan de verbeelding wordt

overgelaten, teveel gevraagd. Bij het Humanity House zijn er daarom aanpassingen gedaan,

zoals het ophangen van bordjes met instructies. Bij het Kleine Weeshuis speelt dit probleem

minder. Kinderen geven juist aan deze fantasierijke vorm te waarderen.

3.4 Route met een AV-tour

Van de tien bezochte musea biedt het Nationaal Glasmuseum de bezoekers een AV-tour aan langs de

vaste collectie. De tour, met een iPod Touch, is speciaal ontwikkeld voor kinderen vanaf tien jaar oud.

Op dezelfde iPod Touch is ook een route voor volwassenen te volgen.

Route met een AV-tour:

Naam route Vaste route Hardware Online inloggen

iPod-tour Iris nee iPod Touch en oordopjes nee

Page 13: Interactieve routes bij musea

13

iPod-tour Iris, Glasmuseum

3.4.1 Voordelen van dit type route

• Gebruiksvriendelijk

Vooral kinderen gaan gemakkelijk met de iPod om, omdat zij al veel omgaan met dit soort

techniek en bijbehorende apparatuur. Zij hebben het principe snel door. Voor de meeste

volwassen bezoekers geldt dit ook, nadat zij vooraf enige uitleg hebben gehad.

• Veel informatie over te brengen

De bezoekers kunnen extra informatie over de objecten krijgen, meer dan het museum fysiek

kan laten zien. Zij bepalen zelf hoeveel informatie zij willen opvragen.

Het museum kan zelf eenvoudig informatie toevoegen of verwijderen.

• Verschillende verhaallijnen te volgen

Bij de route door het Glasmuseum kunnen bezoekers een verhaal over een object horen

vanuit verschillende perspectieven, onder andere die van een glasblazer en een columnist.

De verhaallijn Iris is speciaal voor kinderen ontwikkeld en sluit aan op hun beleefwereld. Het

is eenvoudig om tussentijds van personage te wisselen.

• Neemt weinig ruimte in

De bezoekers dragen de iPod zelf bij zich tijdens de tour. Voor deze vorm hoeven geen

computerschermen of andere randapparatuur in de opstelling geplaatst te worden.

• Tour is geschikt voor apparatuur bezoekers

Behalve dat de tour te volgen is op de iPods van het museum, kunnen de bezoekers ook hun

eigen smartphones hiervoor gebruiken.

3.4.2 Nadelen van dit type route

• Weinig interactie tussen de bezoekers

De individuele manier van het volgen van een route nodigt weinig uit tot interactie tussen de

bezoekers onderling.

• Niet voor iedereen toegankelijke vorm

Hoewel het merendeel van de bezoekers eenvoudig overweg kan met een iPod, is de tour

voor de zogenaamde digitaal onbewuste bezoekers een stap te ver. Zij distantiëren zich van

technologische ontwikkelingen en zijn bij voorbaat huiverig om met behulp van dergelijke

apparatuur een route te volgen.

• Op het apparaat zijn meerdere functionaliteiten zichtbaar

Op de iPhone zijn, behalve de mediatour, ook andere functionaliteiten zichtbaar voor de

bezoekers, zoals toegang tot het internet. Dit maakt het voor hen onoverzichtelijk welke

functie zij precies moeten kiezen.

Page 14: Interactieve routes bij musea

14

4 Interactieve systemen

4.1 Digitale ondersteunende middelen

Om de interactieve routes voor het publiek aantrekkelijker te maken, gebruikt het merendeel van de

bezochte musea digitale ondersteunende middelen. Twee voorbeelden hiervan zijn: de mogelijkheid

om voor- of achteraf het museumbezoek in te loggen op een interactieve website van het museum

en scanmiddelen waarmee de bezoekers onder meer interactieve spellen kunnen activeren.

4.1.1 Interactieve website

De twee belangrijkste redenen waarom de musea gebruik maken van een interactieve website zijn:

• het bieden van meer achtergrond informatie

• de mogelijkheid om interactieve spelletjes te spelen op een persoonlijke pagina.

Daarnaast kunnen de bezoekers bij de websites van drie musea foto’s of filmpjes downloaden, die zij

in het museum zelf gemaakt hebben.

In onderstaande tabellen staan het aantal musea aangegeven dat gebruik maakt van een

interactieve website en het moment wanneer de bezoekers kunnen inloggen.

De meerderheid van de musea heeft een interactieve website waar de bezoekers achteraf op kunnen

inloggen. Twee musea bieden ook de mogelijkheid om vooraf in te loggen. Het doel hiervan is om

vooraf een korte introductie te geven over de tentoonstelling en de bijbehorende route. De

bezoekers maken hiervan niet tot nauwelijks gebruik. Eén museum heeft, kort na de introductie van

de website, de mogelijkheid om vooraf in te loggen verwijderd wegens gebrek aan animo.

De bezoekers loggen voornamelijk in bij de interactieve websites om foto’s en filmpjes, die zij in het

museum hebben gemaakt, te downloaden of om andere resultaten thuis op te vragen. Eén museum

gaf aan dat de zelfgemaakte foto’s en filmpjes door de bezoekers gebruikt worden als mond-tot-

mond reclame, om anderen te laten zien wat zij in het museum gedaan hebben.

Zij maken weinig tot niet gebruik van de interactieve website om informatie op te vragen over de

collectie.

Alle bezochte musea vragen aan de bezoekers persoonlijke gegevens, zoals een e-mailadres, om

toegang te krijgen tot de interactieve website. Twee musea geven aan dat dit voor oudere bezoekers

vaak een struikelblok is. Om het deze doelgroep gemakkelijker te maken heeft het Dordrechts

museum bij het inloggen op Mijn Dordrechts Museum een keuzemogelijkheid toegevoegd. De

bezoekers kunnen een tijdelijke code aanmaken, die alleen tijdens het museumbezoek te gebruiken

is. Hierbij hoeven geen e-mail gegevens meer te worden ingevuld.

JA; 7

NEE; 4

0

5

10

15

Vooraf inloggen Achteraf

inloggen

Inlogmoment

NEE

JA

Interactieve website

Page 15: Interactieve routes bij musea

15

4.1.2 Scanmiddelen

De musea maken gebruik van scanmiddelen om:

• in te loggen bij aanvang van de interactieve route.

• interactieve spellen en informatieve schermen te activeren

• gegevens van de bezoekers op te slaan.

In onderstaande tabel is te zien hoeveel musea gebruik maken van scanmiddelen en of de musea de

scanmiddelen ook meegeven aan de bezoekers als gadget .

Bij de bezochte musea ben ik drie vormen van scanmiddelen tegengekomen:

als armband als ring als creditcard

De musea geven als voordeel van het toepassen van dergelijke scanmiddelen aan:

• dat het een gebruiksvriendelijke vorm is van het activeren van digitale spellen en

computerschermen. Het is een snelle manier en de bezoekers begrijpen het principe goed.

• dat in de RFID-chips, die in de scanmiddelen zijn geïntegreerd, veel gegevens opgeslagen

kunnen worden. Dit kan zowel informatie voor het museum zijn, bijvoorbeeld gegevens over

bezoekersaantallen van bepaalde activiteiten, of resultaten van de bezoekers zelf, zoals

foto’s die zij hebben gemaakt. Deze resultaten worden, na afloop van het museumbezoek,

naar het persoonlijke e-mailadres van de bezoekers gestuurd.

• dat het een originele vorm van promotiemateriaal is. Bij een aantal musea mogen de

bezoekers de ring of de creditcard mee naar huis nemen, als herinnering aan het

museumbezoek. Een bijkomend voordeel van de creditcard is dat er een reclametekst van

het museum op geprint kan worden.

Page 16: Interactieve routes bij musea

16

Als nadeel geven de musea aan dat het een duur systeem is, met name door de productiekosten van

de scanmiddelen. De creditcard is een relatief goedkoop middel door zijn eenvoudige vorm.

4.2 Soorten systemen

De interactieve systemen, die toegepast zijn bij de routes van de bezochte musea, zijn opgebouwd

uit hardware en software onderdelen, al dan niet op maat ingericht.

Bij de totstandkoming van een interactieve presentatie komen vier belangrijke disciplines naar voren.

Deze staan in onderstaand figuur aangegeven:

Concept van een presentatie

Aan de hand van de verkregen informatie blijkt dat veel musea tijdens de concept fase kiezen voor

een samenwerking van een interne projectgroep met een externe specialist. Dit kan kleinschalig door

inzet van een ZZP-er (bijv. Annelie Grob van Grob Enzo) of via een gerenommeerd ontwerpbureau

(bijv. Studio Daniel Ament). Ik heb gemerkt dat musea een kleinschalige opzet met een ZZP-er

waarderen. De redenen hiervoor zijn:

• Een flexibele inzet; ZZP-ers zijn bereid buiten kantoortijden te werken.

• Keuze uit verschillende disciplines; het wordt als een voordeel gezien om samen te werken

met disciplines buiten het museale veld, zoals acteurs en kinderboekenschrijvers. Zij hebben

originele ideeën en hun kijk op dingen is verhelderend.

• Eigen inbreng van het museum; Het samenwerken met een eenmansbedrijf geeft meer

ruimte voor de eigen ideeën van het museum.

• Relatief lage kosten; Met ZZP-ers kan een voordeliger en flexibeler contract worden

afgesloten dan met een groot ontwerpbureau.

Presentatie

Concept

Beheer

Installatie bouw

Software

Page 17: Interactieve routes bij musea

17

Software in het interactieve systeem

Het blijkt dat bij alle musea de aangekochte standaard software op maat wordt gemaakt door een

bureau voor softwareontwikkeling. De reden daarvoor is dat de eisen per presentatie te specifiek zijn

voor een standaard opzet. Het kan echter wél dat een al eerder gemaakte opzet door een bureau

wordt hergebruikt voor verschillende musea. Bureau ‘Kiss the Frog’ heeft deze methode toegepast

bij zowel het Kinderboekenmuseum als het Dordrechts Museum.

NB: Vanwege de specifieke kennis over de systeemopbouw worden software ontwikkelbureaus later

ook gevraagd voor technische beheertaken bij het systeem.

Installatiebouw van een presentatie

Bij de musea heb ik twee manieren van inrichting gezien:

• Inzet van gespecialiseerde, professionele multimedia apparatuur. Het doel is een netwerk van

aan elkaar gekoppelde systemen op te zetten, dat een breed scala aan high tech interactie

(beeld, geluid en spel) kan presenteren.

Een voorbeeld is het Amsterdam Museum dat bij zijn interactieve presentaties gebruik maakt

van een controller die meerdere digitale media players aanstuurt.

• Inzet van standaard consumentenapparatuur. Door een eenvoudige systeemopzet toe te

passen kan de presentatie goedkoper en makkelijker worden opgebouwd. Met de inzet van

standaard reserve onderdelen is het beheer eenvoudiger intern op te lossen. Een goed

voorbeeld is het Humanity House dat bij zijn presentatie voornamelijk gebruik maakt van

Mac Mini computers.

Beheer van interactieve systemen

De bezochte musea kiezen voor twee manieren:

• Uitbesteding. Zeker bij veel maatwerk en specialistische apparatuur wordt er gekozen om

een beheercontract aan te gaan met een extern bedrijf. Vaak zijn dit de bedrijven die ook

ingezet zijn bij het ontwerpen en opbouwen van de systemen (bijv. Rapenburg). Het is

mogelijk dat de beheerpartij ‘beheer op afstand’ kan doen via een netwerkverbinding.

Echter, een aantal musea hebben aangegeven liever op afroep een beheerder langs te laten

komen. De musea ervaren de vaak hoge contractkosten als een minpunt.

• Intern beheer. Om kosten te besparen hebben een aantal musea het beheer intern ingericht.

Het personeel kan eenvoudige technische problemen zelfstandig oplossen door middel van

werkinstructies in een logboek. Aanschaf van reserveonderdelen is daarbij raadzaam. In het

geval van systeemstoringen kan een IT-er of een facilitair medewerker gemakkelijker zelf

problemen oplossen. Het Geldmuseum maakte gebruik van deze aanpak.

4.3 Opmerkingen • Helaas konden of wilden veel geïnterviewde museummedewerkers geen informatie geven

over gebruikte apparatuur en de kosten van aanschaf, installatie en onderhoud;

• Twee musea gaven aan dat de tijd voor volledige in productie name van de interactieve

presentatie gemiddeld een jaar was. Dit is inclusief een proeftijd en gemaakte aanpassingen;

• De trend bij veel musea is dat computers vervangen worden door multimedia players, omdat

zij minder storingsgevoelig zijn;

• Een andere trend is dat musea de ontwikkeling van een presentatie volledig uitbesteden, van

concept tot aan beheer (bijv. bureau XPEX voor het Instituut voor Beeld en Geluid).

Page 18: Interactieve routes bij musea

18

5 Bevindingen over vormen van interactiviteit Om een goede keuze te kunnen maken voor een geschikte vorm van interactiviteit in de vaste en

tijdelijke presentaties van het Onderwijsmuseum, is het belangrijk om uit te gaan van het doel

waarvoor de interactiviteit wordt ingezet.

5.1 Informeren als doel

Is het doel het bieden van verdiepende informatie over voorwerpen uit de collectie of over een

bepaald thema, dan kan het gebruiken van actives, zoals informatieve schermen, een geschikte vorm

zijn.

De voordelen van het inzetten van actives heb ik hiervoor in paragraaf 3.1.1. ‘Voordelen van dit type

route’ beschreven.

Voordelen van het gebruik van informatieve schermen voor het Onderwijsmuseum:

• Met zijn uitgebreide en boeiende collectie kan het met behulp van informatieve schermen

voorwerpen laten zien uit het depot, die de bezoekers normaal gesproken niet te zien

krijgen.

• Het geven van achtergrond informatie, die anders op tekstbordjes te lezen zou zijn geweest.

De bezoekers kunnen zelf bepalen welke en hoeveel informatie zij willen opvragen.

• De mogelijkheid om de bezoekers een persoonlijk profiel te laten opmaken. Hierdoor krijgen

bezoekers informatie op maat, gebaseerd op hun interesses. Voor het Onderwijsmuseum

kunnen dit bijvoorbeeld onderwijsstromingen zijn of bepaalde periodes uit de geschiedenis.

In plaats van actives bestaat ook de mogelijkheid om informatie over te brengen via een audio-

visuele tour.

Voordelen van het gebruik van AV- tours voor het Onderwijsmuseum:

• Het gebruik van smartphones voor een AV-tour, zoals de iPod Touch, is een mobiele vorm,

die weinig ruimte inneemt in het museum. (zie ook paragraaf 3.4.1. ‘Voordelen van dit type

route’).

• Bijkomend voordeel is dat er, naast de eigen apparatuur, ook gebruik gemaakt kan worden

van de smartphones van de bezoekers. Dit kan schelen in de kosten van het systeem.

• Plaatsing van QR-codes in de presentatie. Via deze nieuwe ontwikkeling kunnen bezoekers

informatie scannen via bijvoorbeeld hun smartphones of iPads. Een aantal van de bezochte

musea wil of gaat hier ook gebruik van maken. Een museummedewerker gaf aan dat veel

bezoekers tegenwoordig ook verwachten dat er in musea op een dergelijke manier

informatie is te verkrijgen. Voor het Onderwijsmuseum wellicht een trend om op in te

springen?

Een nadeel van het inzetten van informatieve schermen en AV-tours zie ik in de individuele vorm.

Doordat de nadruk op het bieden en opvragen van informatie ligt, is er weinig interactiviteit tussen

de bezoekers onderling. Volgens mij één van de hoofddoelen, die het Onderwijsmuseum zichzelf

heeft gesteld voor het nieuwe museum.

Essentieel voor deze manier van informatie aanbieden, is een goed dekkend WIFI-netwerk. Van een

aantal musea heb ik vernomen dat het de investering waard is, maar dat het een gevoelig systeem is

met een risico op storingen. Het is zaak de WIFI verbinding goed te beveiligen, zodat er geen

misbruik van gemaakt wordt door bezoekers.

Page 19: Interactieve routes bij musea

19

5.2 Interactie als doel

Is het doel voor het museum de bezoekers actief betrekken bij de collectie, dan kan het inzetten van

interactives een bruikbaar middel zijn om dit te bereiken. Ook voor het bevorderen van onderling

contact tussen de bezoekers kan dit een geschikte vorm zijn. Bij interactives kan behalve aan digitale

interactieve spellen, ook gedacht worden aan ‘traditionele’ meer tastbare activiteiten. Een idee voor

het Onderwijsmuseum kan zijn: herinneringen aan school met een krijtje op een bord schrijven.

Voordelen van het inzetten van interactives voor het Onderwijsmuseum:

• De collectie gaat meer leven voor de bezoekers, doordat zij er niet alleen passief naar kijken,

maar er ook actief mee bezig kunnen zijn. Vooral voor kinderen en jongeren is dit een

aantrekkelijke vorm, omdat zij graag al doende leren.

• Het is een open vorm van informatie bieden, omdat de bezoekers zich niet afsluiten voor de

omgeving met bijvoorbeeld een hoofdtelefoon, zoals vaak bij AV-tours het geval is.

Bezoekers kunnen daardoor gemakkelijker met elkaar blijven communiceren.

• Vaak biedt een interactieve spelvorm de mogelijkheid tot samenwerken of -spelen. Goed

voor het onderling contact tussen de bezoekers.

Nadelen voor het Onderwijsmuseum:

• Door het inzetten van digitale interactiviteit loopt het museum het risico dat er minder

aandacht en plek is voor de collectie zelf. Ten eerste omdat de spellen veel ruimte innemen

in de presentatie, maar ook omdat de bezoekers met hun aandacht vooral gericht zijn op het

spelen van de spelletjes.

Annemiek Iking van Beeld en Geluid geeft als advies voor het Onderwijsmuseum mee: ‘laat

interactiviteit slechts een onderdeel zijn van het product dat het museum wil ontwikkelen’.

Lisette Mattaar van het Humanity House is van mening dat ‘de techniek van een interactieve

route ondergeschikt moet zijn aan het doel van het museum.’ Volgens haar zijn vooral

jongeren tegenwoordig niet snel meer onder de indruk van ‘technische snufjes’.

• Digitale spellen zijn een dure vorm van interactiviteit, met name door de hardware en

software die er voor moet worden ontwikkeld en aangeschaft.

Een geschikte vorm voor het Onderwijsmuseum lijkt mij een combinatie van een aantal digitale

interactieve spellen en traditionele activiteiten, waarbij er veel ruimte is voor de objecten zelf.

5.3 Emoties ervaren als doel

De voorbeelden van opstellingen die ik heb gezien, waarbij het doel is om bij de bezoekers emoties

op te roepen, lijken mij voor het Onderwijsmuseum minder geschikt. Zij zijn ontwikkeld vanuit een

totaalconcept, waarbij de tentoonstellingsruimte in zijn geheel is ingericht als decor voor de beleving.

(Zie ook paragraaf 3.3 ‘Bijzondere vormen van routes of presentatie’ over onder andere de

Belevingsreis van het Humanity House.)

Nadelen voor het Onderwijsmuseum zijn:

• De manier van presenteren vraagt om een vaste route met weinig keuzemogelijkheden voor

de bezoekers.

• De decors nemen veel ruimte in.

Een alternatief voor het Onderwijsmuseum kan zijn het werken met acteurs. Samen met de

bezoekers kunnen zij, door middel van een rollenspel, bijvoorbeeld een periode uit de geschiedenis

van het onderwijs uitbeelden. De bezoekers kunnen, door mee te spelen, ervaren hoe het was om in

een bepaalde tijd naar school te gaan.

Page 20: Interactieve routes bij musea

20

6 Conclusie

Bij de tien door mij bezochte musea ben ik vier vormen van interactieve routes tegengekomen:

• Routes met actives;

• Routes met een totaalconcept;

• Bijzondere vormen, zoals bijvoorbeeld een route die gericht is op het ervaren van emoties;

• Een route met een AV-tour.

Alle omschreven routes hebben hun eigen specifieke voor- en nadelen wat betreft de inzetbaarheid

van interactiviteit. In hoofdstuk 5 heb ik mijn bevindingen over het toepassen van de verschillende

vormen voor het Onderwijsmuseum beschreven. Belangrijk bij de keuze die het museum wil maken,

is het doel waarvoor de interactiviteit wordt ingezet:

• Is het doel voor het museum het bieden van verdiepende informatie over voorwerpen uit de

collectie of over een bepaald thema, dan kan het gebruiken van actives, zoals informatieve

schermen, een geschikte vorm zijn.

• Voor ditzelfde doel kan ook goed een AV-tour met gebruik van smartphones ingezet worden.

• Is het doel de bezoekers actief betrekken bij de collectie, dan kan het inzetten van interactives

een bruikbaar middel zijn om dit te bereiken. Ook voor het bevorderen van onderling contact

tussen de bezoekers is dit een geschikte vorm.

• Is het doel het ervaren van bepaalde emoties of het inleven in een personage dan is een

suggestie om acteurs in te zetten voor een rollenspel met de bezoekers.

De voorbeelden van opstellingen die ik heb gezien, zijn voor het Onderwijsmuseum minder

geschikt, omdat zij zijn ontwikkeld vanuit een totaalconcept. De tentoonstellingsruimte is

hierbij in zijn geheel ingericht als decor voor de beleving.

De digitale ontwikkeling gaat heel snel. Wanneer een museum bij de conceptfase van een route een

interactief systeem laat ontwikkelen, kan dat bij het in gebruik nemen ervan al weer achterhaald zijn.

Dit viel mij ook op tijdens mijn bezoeken aan de musea. Zo worden bij twee musea de informatieve

schermen, die ik heb beschreven, binnenkort vervangen door een andere vorm van interactiviteit.

Het Onderwijsmuseum zal bij de keuze voor een geschikte interactieve route rekening moeten

houden met duurzaamheid, bijvoorbeeld door een systeem in te zetten waarbij eenvoudig

aanpassingen gedaan kunnen worden.

Ik ben van mening dat bij de inrichting van het Onderwijsmuseum het beste afgewisseld kan worden

tussen traditionele, meer tastbare spellen en digitale interactiviteit. Dit zorgt voor minder

afhankelijkheid van bepaalde technieken en het geeft meer ruimte voor de collectie zelf. Digitale

media moeten een ondersteunend onderdeel zijn van de route en niet een doel op zich.

Ik ben mij er van bewust dat dit onderzoek in zekere zin beperkt is. Het verslag zou vollediger zijn

geweest wanneer ik ook de ervaringen van de bezoekers erin had opgenomen en -naast de

museummedewerkers- de ontwikkelaars van de interactieve systemen had geïnterviewd. Dit was

niet meegenomen binnen de onderzoeksvraag, maar wellicht kan het een interessante vervolg-

opdracht zijn.

Ter afsluiting wil ik de betrokken medewerkers van de tien musea bedanken. Zij hebben mij allemaal

hartelijk ontvangen voor een interview en een bezoek aan hun museum. Zij waren bereid daarbij veel

informatie met mij te delen.

Page 21: Interactieve routes bij musea

21

Bijlagen

Tabel 1: musea & leveranciers

Museum Bedrijf Dienst Product Werkzaamheden

Amsterdam museum Medialon Multimedia

leverancier

Showmaster

(controller)

Rapenburg Plaza Lichtontwerp en

multimedia bureau

Software ontwikkeling

Showmaster

Brightsign Multimedia

leverancier

digital signature

media player

Systeem Het kleine Weeshuis

AV Media AV Productie en

Presentatie

Installatie Brightsign

Rita Kohnstamm Research Doelgroep analyse

Esther de Koning Research Scenario

Studio Daniel Ament Ontwerpbureau Concept AV ontwerp

Appollo Interactive Media keten SW/HW

concept -

uitvoering

Softwareontwikkeling Brightsign

Lokaalwerk Ontwerpbureau Concept Grafische vormgeving

HKW

Kossmann.dejong Ontwerpbureau Concept Grafische vormgeving

DNA

PlusOne Animatiestudio Ontwikkeling Animatiefim DNA

Museum Boerhaave Martien Jansen Ontwerper Huisstijl zuilen

2D 3D Ontwerpbureau selectie/vormgeving media

Infofilm Projectbureau Productie nieuwe media

museum

Tinker Ontwerpbureau creatieve consultancy en

belevingscommunicatie

Natuur Museum Brabant Kiss the Frog Ontwerpbureau Software ontwikkeling

Bruns Interieurbouw Inrichting (vitrines)

IHC Interieurbouw Inrichting (tafels en balie)

Rapenburg Plaza Lichtontwerp en

multimedia bureau

Hardware ondersteuning

Museon Atos ICT bedrijf

Kinderboeken

museum

Grob Enzo Ontwerpbureau Concept tentoonstelling

Kiss the Frog Ontwerpbureau Software ontwikkeling

Rapenburg Plaza Lichtontwerp en

multimedia bureau

Hardware ondersteuning

Dordrechts Museum VHS (Visual Hardware Services) Installatie bureau Hardware leverancier

Merkx + Girod (Merk X) Interieurbouw meubulair om schermen

Kiss the Frog Ontwerpbureau Software ontwikkeling

Glasmuseum Apple Multimedia

leverancier

iPod touch PDA

Picturae Projectbureau Memorix Maior management digitale beelden

Gitta Bleijendaal Research Ontwikkeling tour

Geldmuseum Ijsfontein Ontwerpbureau Software ontwikkeling

Mansveld Inrichting

presentatieruimtes

hardware beheer

Bruns Interieurbouw Inrichting (meubulair)

Humanity House Dogtroep Ontwerpbureau projectuitwerking

Frank Odink ZZP Ontwikkeling en beheer systeem

Beeld en Geluid XPEX keten SW/HW

concept -

uitvoering

concept ontwikkeling en

realisatie

Kiss the Frog Ontwerpbureau Software ontwikkeling

Page 22: Interactieve routes bij musea

22

Tabel 2: gegevens van leveranciers

Bedrijf Website

2D 3D http://www.2d3d.nl/

Apple Niet beschikbaar

Appollo Interactive Media http://www.apollomedia.nl/

Atos Niet beschikbaar

AV Media http://www.avmedia.nl/

Brightsign http://brightsign.biz/digital-signage-products/overview/

Bruns http://www.bruns.nl/NL/HOOFDPAGINA/home.html

Dogtroep http://www.dogtroep.nl/

Esther de Koning Niet beschikbaar

Frank Odink http://www.buskruit.com/

Gitta Bleijendaal Niet beschikbaar

Grob Enzo http://grobenzo.nl/

IHC Niet beschikbaar

Ijsfontein http://www.ijsfontein.com/

Infofilm http://www.infofilm.nl/

Kiss the Frog http://www.kissthefrog.nl/

Kossmann.dejong http://www.kossmanndejong.nl/

Lokaalwerk http://www.lokaalwerk.nl/

Mansveld http://www.mansveld.nl/

Martien Jansen Niet beschikbaar

Medialon http://www.medialon.com/

Merkx + Girod (Merk X) http://www.merkx-girod.nl/

Picturae http://picturae.com/nl/

PlusOne http://www.plusoneamsterdam.com

Rapenburg Plaza http://www.rapenburgplaza.com

Rita Kohnstamm Niet beschikbaar

Studio Daniel Ament http://www.danielament.com/

Tinker http://www.tinker.nl/#/home

VHS (Visual Hardware Services) http://www.vhs-bv.nl/info/home.html

XPEX http://www.xpex.nl/

Page 23: Interactieve routes bij musea

23

Tabel 3: contactgegevens van museummedewerkers

Dordrechts Museum Emmeline Nijsingh (educatie),

tel.nr.: 078-7705206,

e-mail: [email protected]

Museum Boerhaave Gerhard Kreeftmeijer (projectleider tentoonstellingen/educatie),

tel.nr: 071-5662714,

e-mail: [email protected]

Museon Hub Kockelkorn (projectleider ICT),

tel.nr.: 070-3381411,

e-mail: [email protected]

Humanity House Lisette Mattaar (directeur),

tel.nr.: 070-3100052,

e-mail: [email protected]

Niels van Iwaarden (facility manager),

tel.nr.: 070-3100058,

e-mail: [email protected]

Kinderboekenmuseum

Jeannette Smit (adjunct-directeur),

tel.nr.: 070 333 9666,

e-mail: [email protected]

Nationaal

Glasmuseum

Sacha Kraan (educatie),

tel.nr.: 0345-612714,

e-mail: [email protected]

Saskia Waterman (projectmedewerker digitalisering),

e-mail: [email protected]

Natuurmuseum

Brabant

Johan Heeffer (hoofd publieksactiviteiten),

tel.nr: 0135-353935

e-mail: [email protected]

Geldmuseum Jasper Letschert (ICT-beheer), mob.: 06-14970368,

e-mail: [email protected]

Nederlands Instituut

voor Beeld en Geluid

Annemiek Iking, (teamleider multimedia),

tel.: 06 - 57 59 98 12,

e-mail: [email protected]

Amsterdam Museum Anneke van de Kieft (educatie),

tel.: 020-5231740, mob.: 06-55893007,

e-mail: [email protected]

Astrid Fiddelers (educatie),

tel.: 020-5231839,

e-mail: [email protected]

Joost van de Weerd (coördinator multimedia),

tel.: 020-5231777, mob.: 06-83640442,

e-mail: [email protected]

Page 24: Interactieve routes bij musea

24

Lijst met interviewvragen

1. Kunt u een korte omschrijving geven van het systeem waarmee het museum werkt?

2. Wanneer is het systeem ontwikkeld en waarom heeft het museum voor dit systeem

gekozen?

3. Is het voor een bepaalde doelgroep bedoeld, bijvoorbeeld kinderen, of is het door

alle bezoekers te gebruiken?

4. Is het systeem een verplicht onderdeel van de museumroute of is het optioneel?

5. Wanneer start het, bijvoorbeeld al voor het museumbezoek? Kunnen de bezoekers

een profiel aanmaken op de website?

6. Wanneer eindigt het? Krijgt de bezoeker na afloop van het museumbezoek een

mailtje thuis?

7. Krijgt de bezoeker iets tastbaars mee naar huis? Bijvoorbeeld een pasje, armband,

ring?

8. Wordt er gebruik gemaakt van hardware die de mensen al op zak hebben, zoals GSM,

Apps, een barcodescanner of krijgen de bezoekers hardware bij binnenkomst in het

museum?

9. Wat is de meerwaarde van het systeem: krijgt de bezoeker meer of beter

toegespitste informatie? Waar wordt de informatie dan op toegespitst: leeftijd,

woonplaats, interesses, enzovoort?

10. Hoe is de gebruiksvriendelijkheid van het systeem? Hebben de bezoekers moeite met

het gebruik? Wat zijn de ervaringen van het museum?

11. Is hier al eens studie naar gedaan, bijvoorbeeld door interactieve ontwerpbureaus of

andere musea?

12. Is het een betaalbaar systeem?

13. Is het een onderhoudsvriendelijk systeem, wat betreft technische storingen)? Wie

doet het technisch onderhoud?

14. Door wie is het systeem ontwikkeld? Is er een contactpersoon om mee te praten?

15. Indien er gebruik gemaakt wordt van een online systeem: hoeveel mensen loggen in

na hun museumbezoek? Zijn daar gegevens van bekend? Welke informatie wordt

dan gegeven?