Het Oranje Kruis Boekje 26e druk

21
HET ORANJE KRUIS BOEKJE DE OFFICIËLE HANDLEIDING VOOR EERSTE HULP HET ORANJE KRUIS BOEKJE 26 e DRUK A B C

description

Het Oranje Kruis Boekje bevat de officiële lesstof voor het Diploma Eerste Hulp.

Transcript of Het Oranje Kruis Boekje 26e druk

Page 1: Het Oranje Kruis Boekje 26e druk

H E TO R A N J EK R U I SB O E KJ EDE OFFICIËLE HANDLEIDING

VOOR EERSTE HULP

1

2

3

4

5

HE

T O

RA

NJ

E K

RU

IS B

OE

KJ

E

26

e DR

UK

A

B

C

HETO R A N J EK R U I SB O E KJ E

U wilt weten hoe u in noodgevallen eerste hulp kunt verlenen? Het Oranje Kruis Boekje bevat de offi ciële lesstof voor het Diploma Eerste Hulp. Stapsgewijs en aan de hand van duidelijke afbeeldingen leert u wat u moet doen en waarom. Het Oranje Kruis Boekje is al bijna een eeuw een begrip en onmisbaar bij het volgen van een cursus Eerste Hulp. Deze nieuwe druk is geheel van de eenentwintigste eeuw en voldoet aan de actuele richtlijnen van de eerstehulpverlening.

9006921717_omslag.indd 1 15-05-13 16:07

Page 2: Het Oranje Kruis Boekje 26e druk

H E TO R A N J E

K R U I SB O E KJ E

DE OFFICIËLE HANDLEIDING

VOOR EERSTE HULPSamengesteld in opdracht en onder toezicht van de Stichting Koninklijke Nationale Organisatie

voor Reddingwezen en Eerste hulp bij Ongelukken ‘Het Oranje Kruis’

9789006921717_00_voorw.indd 1 15-05-13 16:16

Page 3: Het Oranje Kruis Boekje 26e druk

Colofon

auteurHans van der Pols (Het Oranje Kruis)

redactieMarijke van Ooijen, Utrecht

vormgeving binnenwerkJean Klare, Deventer

opmaak binnenwerkPrePressMediaPartners, Wolvega

omslagontwerpJean Klare, Deventer

omslag- en binnenwerkfoto’s Fotostudio Lighthouse, Breda

overige foto’sANP Foto, Rijswijk: p. 13, 23 CDC/James Gathany: p. 111(o) Hollandse Hoogte, Amsterdam: p. 17(lo)ImageSelect, Wassenaar: p. 33, 35 (2×), 76, 113(o)Science Photo Library / ANP Foto, Rijswijk: p. 85Wikimedia Commons: p. 108www.hartstichting.nl: p. 36www.nvve.nl: p. 55www.sostalisman.nl: p. 14 onderwww.terreintechniek.nl: p. 17(ro)

anatomisch tekenwerkMyrthe Boymans, Geleen: p. 28(o), 85Rogier Trompert, Maastricht (www.medical-art.nl): p. 28(b), 29, 38, 76, 84

Over ThiemeMeulenhoffThiemeMeulenhoff is dé educatieve mediaspecialist en levert

educatieve oplossingen voor het Primair Onderwijs, Voortgezet

Onderwijs, Middelbaar Beroepsonderwijs en Hoger Onderwijs.

Deze oplossingen worden ontwikkeld in nauwe samenwerking

met de onderwijsmarkt en dragen bij aan verbeterde

leeropbrengsten en individuele talentontwikkeling.

ThiemeMeulenhoff haalt het beste uit élke leerling.

Meer informatie over ThiemeMeulenhoff en een overzicht van

onze educatieve oplossingen: www.thiememeulenhoff.nl of via

de Klantenservice 088 800 20 16

ISBN 978 90 06 92171 7

26e druk, vierde oplage, 2013

© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2011

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag

worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op

enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,

opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande

schriftelijke toestemming van de uitgever.

Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan

op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23

augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men

de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan

Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO),

Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl).

Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in

bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16

Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer

informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van

kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen

volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks

menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich

alsnog tot de uitgever wenden.

Deze uitgave is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw voor het gebruikte papier op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.

9789006921717_00_voorw.indd 2 15-05-13 16:16

Page 4: Het Oranje Kruis Boekje 26e druk

Voorbericht bij de eerste druk

De Koninklijke Nationale Bond voor Reddingwezen en Eerste hulp bij Ongelukken ‘Het Oranje Kruis’ heeft tot de samenstelling van dit boekje besloten met een tweeledig doel:1 om door de uitgave van een nieuwe, Nederlandsche handleiding met tal van duidelijke afbeel-

dingen het onderwijs in het verleenen van eerste hulp bij ongelukken te helpen bevorderen;2 om door de aanbieding van een zoodanig boekje, dat met veel zorg zou moeten worden

bewerkt, teneinde het de sympathie van velen te doen verwerven, mede bij te dragen tot bevordering van de eenheid bij het onderwijs.

Het was den Raad van Bestuur van den Bond een voldoening, toen hem bleek, dat de behoefte aan een nieuwe handleiding ook gevoeld werd in den boezem der Staatscommissie van advies omtrent het nemen van maatregelen ter bevordering van het onderwijs in eerste hulp bij bedrijf-songevallen, ingesteld bij Koninklijk Besluit van 10 December 1910. De Raad van Bestuur heeft het op bijzonderen prijs gesteld, dat deze Commissie, die reeds zooveel tot bevordering van het onderwijs in eerste hulp bij bedrijfsongevallen heeft tot stand gebracht, bereid bleek te zijn om, door haar oordeel uit te spreken over het aanvankelijk concept, mede te werken tot het beoogde doel.

De Commissie, die door den Raad van Bestuur benoemd werd tot samenstelling der handleiding, bestond uit de navolgende heeren:Dr. P.J. Barnouw, secretaris van de Noord-Hollandsche Vereeniging ‘Het Witte Kruis’;Dr. R.S. Hermanides, oud-voorzitter van de Nederlandsche Vereeniging van Spoorwegartsen;Prof. Dr. J.A. Korteweg, hoogleeraar in de heelkunde;Dr. C.J. Mijnlieff, secretaris van den Koninklijken Nationalen Bond ‘Het Oranje Kruis’;G. Oosterbaan, arts, lid van de Staatscommissie bovengenoemd, lid van het Hoofdbestuur van de Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst;W. Poolman, arts, secretaris van de Provinciale Zuid-Hollandsche Vereeniging ‘Het Groene Kruis’;Generaal-Majoor A.A.J. Quanjer, arts, inspecteur van den Geneeskundigen Dienst der Landmacht, lid van het Hoofdcomité van de Vereeniging ‘Het Nederlandsche Roode Kruis’;Dr. G.J. Teljer, geneeskundig inspecteur bij de spoorwegdiensten;Dr. C.B. Tilanus, voorzitter der Nederlandsche Vereeniging ‘Eerste hulp Bij Ongelukken’.

Na gepleegd overleg omtrent den bij de samenstelling te volgen weg, hebben de navolgende heeren zich met de eigenlijke samenstelling belast:Prof. Dr. J.A. Korteweg, Dr. C.J. Mijnlieff, G. Oosterbaan, en Generaal-Majoor A.A.J. Quanjer, die ten slotte de vrucht van hun arbeid ter beoordeeling aan de voltallige commissie en aan de Staatscom-missie aanboden.

De ‘Handleiding’, die nu het licht ziet, is het resultaat van het gemeenschappelijk overleg, dat dien-tengevolge plaats vond.De Staatscommissie voornoemd heeft zich bereid verklaard deze handleiding als grondslag te doen dienen voor het onderwijs op de onder haar toezicht georganiseerde cursussen.Het boekje, waaraan door de uitgevers groote zorg werd besteed, moge bij het onderwijs in de eer-ste hulp bij ongelukken een bruikbare handleiding blijken te zijn, en voor hen, die het onderwijs ont-vingen, tevens een welkom middel om zich de ontvangen lessen dieper in het geheugen te prenten.De tekeningen, welke voor een zeer groot deel oorspronkelijk zijn, werden vervaardigd door den heer W.K. de Bruin te ’s-Gravenhage.

Amsterdam, December 1912.

9006921717_bw.indb 3 09-08-12 13:54

Page 5: Het Oranje Kruis Boekje 26e druk

IV

26e druk van het Oranje Kruis Boekje

Woord vooraf

Het Oranje Kruis stelt zich sinds de oprichting in 1909 tot doel ervoor te zorgen dat zo veel mogelijk mensen kennis hebben van eerste hulp en zodanig geïnformeerd en opgeleid zijn dat men adequaat eerste hulp kan verlenen. Vanaf 1912 speelt het Oranje Kruis Boekje een belangrijke rol bij het uitdragen van die kennis en bij het opleiden van eerstehulpverleners. Sinds die tijd is er het nodige veranderd op het gebied van communicatiemogelijkheden. Het Oranje Kruis maakt daarvan dankbaar gebruik en probeert (delen van) het publiek te bereiken via de website, het e-learning programma MijnEHBO, iPhone en social media. En natuurlijk is er, ook in 2011, nog steeds behoefte aan de papieren versie van het vertrouwde Oranje Kruis Boekje. In deze 26e druk is de lesstof niet alleen aangepast aan de nieuwe reanimatierichtlijnen van de Nederlandse Reanimatie Raad, maar zijn ook reacties op de 25e druk, veel gestelde vragen en algemene maatschappelijke, medische, technische of andere externe ontwikkelingen meegenomen. De vormgeving en indeling zijn mede tot stand gekomen op basis van de adviezen van een drietal gebruikerspanels en de informatie uit een enquête onder de instructeurs Eerste Hulp.Bestuur en directie van Het Oranje Kruis danken de deelnemers aan de panels en degenen die aan de enquête hebben meegewerkt en allen die aan de totstandkoming van dit boek hebben bijgedragen.

Den Haag, augustus 2011

E.G. van Ankum Briggen, arts b.d. B.A.J. Jongejan, arts voorzitter directeur

9006921717_bw.indb 4 09-08-12 13:54

Page 6: Het Oranje Kruis Boekje 26e druk

V

Samenstelling van het college van deskundigen

R.H. Baas Nederlandse Organisatie Docenten EHBO (NODE)G.H.M. Bouten Organisatie LOTUSE. Crone-Kraaijeveld Huisarts, voorzitterJ. Frederiks Nederlandse Vereniging voor CardiologieW.E. Korterink Ministerie van DefensieP. Lasschuijt Beroepsvereniging V&VN AmbulancezorgP.A. van Luijt Nederlandse Vereniging voor TraumatologieM.G.M. Scot Nederlandse Vereniging voor AnesthesiologieW.L.M. ten Wolde Ambulancezorg Nederland

9006921717_bw.indb 5 09-08-12 13:54

Page 7: Het Oranje Kruis Boekje 26e druk

VI

Inhoud

Inleiding IX

DEEL I Algemeen 11

Introductie 12

1 Eerste Hulp verlenen: vijf belangrijke punten 131.1 Let op gevaar 131.2 Ga na wat er is gebeurd en daarna wat het slachtoffer mankeert 141.3 Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting 151.4 Zorg voor professionele hulp 161.5 Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt of zit 19 – De noodvervoersgreep van Rautek vanaf de grond 19 – De noodvervoersgreep van Rautek vanaf de (auto)stoel 21 – Ondersteunend verplaatsen 22

2 Emotionele reacties 23

3 Eerste hulp verlenen en de kans op infectie 25

DEEL II Stoornissen in de vitale functies 27

Introductie 28

1 Stoornissen in het bewustzijn 30 – Benaderen van een liggend slachtoffer 31 – Een bewusteloos slachtoffer van de buik op de rug draaien 311.1 Letsels en ziekten met stoornissen in het bewustzijn 32

2 Stoornissen in de ademhaling 37 – Bewustzijnsverlies bij luchtwegbelemmering 40 – Slagen tussen de schouderbladen 40 – Buikstoten bij een staand of zittend slachtoffer 41 – Beoordelen van de ademhaling bij een bewusteloos slachtoffer 43 – De stabiele zijligging vanuit rugligging 44 – Controle van de ademhaling bij een slachtoffer in stabiele zijligging 45 – Vanuit de stabiele zijligging naar rugligging 452.1 Letsels en ziekten met stoornissen in de ademhaling 45

9006921717_bw.indb 6 09-08-12 13:54

Page 8: Het Oranje Kruis Boekje 26e druk

VII

3 Stoornissen in het bewustzijn én de ademhaling 49 – Borstcompressies 50 – Beademing 51 – Combineren borstcompressies en beademingen: reanimatie 52 – Gebruik AED 53 – Mondinspectie en leegmaken van de mond 56 – Overname reanimatie door tweede hulpverlener 56 – Snelle kantelmethode 57 – Gebruik gelaatsdoekje 58 – Gebruik beademingsmasker 58 – De noodvervoersgreep van Rautek vanaf bed of bank 59

4 Actieve bloedingen 61 – Druk uitoefenen op de wond 61 – Aanleggen zwachtel 63 – Aanleggen traumazwachtel 64

5 Shock 66

DEEL III Letsels 69

Introductie 70

1 Wonden 71 – Aanleggen hechtstrips 74 – Aanleggen steriel kompres 80

2 Elektriciteitsletsels 81

3 Kneuzing en verstuiking 83

4 Botbreuken en ontwrichtingen 854.1 Botbreuken 85 – Open botbreuk 864.2 Wervelletsel 87 – Handgreep van Zäch 884.3 Ontwrichtingen 894.4 Rust en steun aan een gewond lichaamsdeel geven 89 – Een mitella aanleggen 90 – Een brede das aanleggen 91 – Zwachtelen van hand en pols 92 – Zwachtelen van voet en enkel 94

9006921717_bw.indb 7 09-08-12 13:54

Page 9: Het Oranje Kruis Boekje 26e druk

VIII

5 Letsels van oog, neus en oor 965.1 Oogletsels 96 – Verwijderen van een vuiltje uit het oog 97 – Spoelen van het oog 985.2 Neus- en oorletsels 98 – Dichtdrukken van de neus 99 – Voorwerp in de neus 100 – Voorwerp in het oor 100

6 Tandletsels en tand door de lip 101 – Uitgeslagen tand 101

7 Oververhitting 103

8 Onderkoeling 106

9 Bevriezing 108

10 Vergiftigingen 109

11 Steken en beten 111

DEEL IV Verband- en hulpmiddelen 115

1 Verbandmiddelen 116

2 Overige materialen 121

Register 126

9006921717_bw.indb 8 09-08-12 13:54

Page 10: Het Oranje Kruis Boekje 26e druk

IX

Inleiding

Op ieder mens rust de plicht naar vermogen hulp te verlenen aan medemensen die in nood verkeren. Met het behalen van het Diploma Eerste Hulp van Het Oranje Kruis vergroot de burger de kwaliteit van de hulpverlening die hij kan bieden. Dit boek bevat een beschrijving van alle eerstehulphandelingen die behoren tot de eindtermen van dit diploma. Het bestuderen van de inhoud van deze uitgave biedt, mits gecombineerd met voldoende praktijkoefening, een goede voorbereiding op het examen Eerste Hulp van Het Oranje Kruis.

De uitgangspunten die aan de eerste hulp ten grondslag liggen zijn: – de handelingen zijn uit te voeren door een leek– er worden zo min mogelijk hulpmiddelen gebruikt (alleen hulpmiddelen die overal

voorhanden zijn)Voor dit boek geldt bovendien dat het:– zo algemeen mogelijk is wat betreft doelgroepen en situaties– alleen informatie bevat die relevant is voor het handelen van de eerstehulpverlener– gericht is op de eindtermen van het examen Eerste Hulp van Het Oranje KruisDit betekent dat eerstehulphandelingen waarbij herkenning lastig is, ook voor professionals, en waarbij de risico’s van het ingrijpen groter zijn dan van het afzien van handelen, buiten het kader van dit boek vallen.Dit betekent ook dat u een aantal handelingen die u als mantelzorger (partner, familielid, collega) misschien wel uitvoert, niet in dit boek zult terugvinden. Het gaat daarbij om eerstehulphandelingen waarbij specifieke hulpmiddelen nodig zijn of die zo weinig voorkomen dat het niet zinvol is ze standaard in de eindtermen van het Diploma Eerste Hulp op te nemen. Denk aan het gebruik van een epipen® of het beademen van een stembandloos slachtoffer via een tracheostoma. De huisarts is verantwoordelijk voor het overdragen van deze handelingen aan de (omgeving van) de patiënt.

De inhoud van dit lesboek is vastgesteld door het College van Deskundigen van Het Oranje Kruis. De lesstof gaat zoveel mogelijk uit van de actuele stand van zaken in de wetenschap en sluit aan bij de richtlijnen van andere deskundigen zoals de reanimatierichtlijnen van de Nederlandse Reanimatie Raad en de Europese richtlijnen voor Eerste Hulp. Wijzigingen in de lesstof en eindtermen worden via de website www.ehbo.nl en de andere officiële publicaties van Het Oranje Kruis bekendgemaakt. Wij raden u daarom aan deze website regelmatig te bezoeken.

Dit boek is opgebouwd uit vier delen. Deel I bevat de algemene uitgangspunten bij het verlenen van eerste hulp. In deel II worden de stoornissen in de vitale functies behandeld. In deel III worden overige letsels behandeld. In deel IV komen ten slotte de verband- en hulpmiddelen aan de orde.Belangrijk is dat de eerstehulpverlener reageert op wat hij ziet en wat hij hoort van het slachtoffer. Een groot aantal onderwerpen kent daarom een indeling die begint met een situatiebeschrijving met de mogelijke verschijnselen en daaraan gekoppeld:– de vraag ‘Wat is er aan de hand?’– de omschrijving van het doel van de eerste hulp in deze situatie– de daarbij behorende eerste hulp

Voor effectieve hulpverlening is het belangrijk dat het doel van de handeling duidelijk is. Daarom geven we steeds aan waarom een handeling op een bepaalde manier plaatsvindt.

9006921717_bw.indb 9 09-08-12 13:54

Page 11: Het Oranje Kruis Boekje 26e druk

Op plaatsen waar er onduidelijkheid over zou kunnen bestaan, vermelden we of de eerstehulpverlening volstaat of dat u een professionele hulpverlener moet inschakelen. De vijf punten en het benaderingsschema zijn op de binnenkant van de voor- en achterkaft geplaatst. U kunt ze uitklappen zodat u ze naast iedere handeling kunt leggen.

De belangrijkste inhoudelijke verschillen ten opzichte van de 25e druk zijn:– de aanpassing aan de reanimatierichtlijnen van de Nederlandse Reanimatie Raad 2011– de toevoeging van de lesstof AED (sinds 2009 onderdeel van de eindtermen van het Diploma

Eerste Hulp)– de toevoeging van de lesstof Verbandleer en Kleine Ongevallen– de eerstehulphandelingen bij vergiftigingen en brandwonden

Overal waar ‘hij’, ‘hem’ of ‘zijn’ staat kan ook ‘zij’ of ‘haar’ gelezen worden. Om de techniek van de eerstehulphandeling goed in beeld te kunnen brengen, staat de hulpverlener op de foto’s vaak naast het slachtoffer waar hij in werkelijkheid voor het slachtoffer staat.

X

9006921717_bw.indb 10 09-08-12 13:54

Page 12: Het Oranje Kruis Boekje 26e druk

DEEL 1 ALGEMEEN

9006921717_bw.indb 11 09-08-12 13:54

Page 13: Het Oranje Kruis Boekje 26e druk

12

Algem

een > In

trod

uctie

IntroductieWat is eerste hulp?Eerste hulp is de noodzakelijke hulp die – al of niet in afwachting van de professionele hulp – naar het oordeel van de eerstehulpverlener aan een slachtoffer moet worden ver-leend op een manier die aansluit bij de professionele hulpverlening.

Wat is een eerstehulpverlener?Een eerstehulpverlener is diegene die in staat is en bereid is om met zijn beschikbare kennis, vaardigheden en ervaring aan een slachtoffer de noodzakelijke eerste hulp te verlenen.

Wat is een slachtoffer?Een slachtoffer is iemand die een acuut optredende, al of niet levensbedreigende, stoor-nis in zijn lichamelijke en/of geestelijke gezondheidstoestand heeft en naar zijn oordeel of dat van betrokkenen hulp nodig heeft.

Eerste schakel in de hulpverleningsketen De eerstehulpverlener is de eerste schakel in de hulpverleningsketen. Hij zorgt ervoor dat een slachtoffer in zo goed mogelijke conditie aan de zorg van professionele hulpverleners wordt overgedragen. Dit doet hij door verergering en uitbreiding van stoornissen en letsels te voorkomen en de kans op complicaties te verkleinen. Hij onderneemt geen acties die de behandeling door de professionele hulpverleners bemoeilijken. De in dit boekje be-schreven handelingen zijn ook hierop beoordeeld door het College van Deskundigen.

De eerstehulpverlener verzorgt eenvoudige letsels en klachten zelf en draagt de verdere zorg over aan het slachtoffer.

9006921717_bw.indb 12 09-08-12 13:54

Page 14: Het Oranje Kruis Boekje 26e druk

13A

lgemeen

> Eerste hu

lp verlen

en: vijf b

elan

grijke pu

nten

1 Eerste Hulp verlenen: vijf belangrijke punten

Met het verlenen van eerste hulp zorgt u ervoor dat de toestand van het slachtoffer niet verslechtert. Het is daarvoor nodig dat u kalm blijft en probeert snel inzicht te krijgen in de situatie. De volgende vijf punten helpen u daarbij:1 Let op gevaar2 Ga na wat er is gebeurd en daarna wat het slachtoffer mankeert3 Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting4 Zorg voor professionele hulp5 Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt of zit

1.1 Let op gevaar

Tijdens de hulpverlening moet u zich vooral bewust zijn van mogelijke gevaren: voor uzelf, voor omstanders en voor het slachtoffer/de slachtoffers. Het kan daarbij gaan om loslig-gende voorwerpen, bewegende onderdelen van machines, langsrazend verkeer, brand, hoog voltage kabels of (dreigende) instorting van bijvoorbeeld tribunes, maar ook om paniek, agressie of een massale vechtpartij. In de laatste gevallen moet u niet alleen de ambulancedienst, maar ook de brandweer en/of de politie (laten) waarschuwen.

Wanneer het niet veilig voor u is, kunt u geen hulp verlenen. U moet met de eerstehulp-verlening wachten tot de plaats van het ongeval is ‘vrijgegeven’ door de brandweer of de politie. Uw hulpverlening beperkt zich in eerste instantie tot het bellen van 1-1-2.

Zorg ervoor dat uzelf, omstanders en het slachtoffer geen gevaar lopen. Neem zo nodig maatregelen. Voorbeelden hiervan zijn: het aandoen van een veiligheidsvest, het verkeer omleiden, sigaretten laten doven, een beginnende brand blussen, de motor van de auto uitzetten en de auto op de handrem zetten (pas op bij airbags, ze kunnen alsnog afgaan: blijf zo veel mogelijk buiten de cabine), de elektriciteit uitschakelen en kleren die in contact zijn gekomen met bijtende stoffen uittrekken.

Volg de aanwijzingen op van politie, ambulance, brandweer of Rijkswaterstaat (weg-inspecteur) zodra zij aanwezig zijn.

9006921717_bw.indb 13 09-08-12 13:54

Page 15: Het Oranje Kruis Boekje 26e druk

14

Algem

een > Eerste h

ulp

verlenen

: vijf bela

ngrijke p

un

ten

1.2 Ga na wat er is gebeurd en daarna wat het slachtoffer mankeert

Ga eerst na wat er is gebeurd. Beoordeel de situatie door te kijken en te vragen. Vraag aan het slachtoffer of de omstanders wat er is gebeurd, als u het ongeval niet zelf heeft zien gebeuren.

Informatie over de wijze waarop het ongeval plaatsvond (het ongevalsmechanisme) en de inschatting van de (mechanische) krachten waaraan het slachtoffer is blootgesteld, geven aanwijzingen voor mogelijk letsel. Dit is belangrijke informatie voor de professionele hulp-verlening. Het is niet altijd direct zichtbaar hoe ernstig het letsel is. Denk bijvoorbeeld aan letsel door elektriciteit.

Ga vervolgens na wat het slachtoffer mankeert. U begint de beoordeling van het slachtoffer met de beoordeling van het bewustzijn. Een bewusteloos slachtoffer is in onmid-dellijk levensgevaar. Er zijn bedreigingen voor een vrije luchtweg, een normale ademhaling en een goedwerken-de circulatie (bloedsomloop).

Andersom kan bewusteloosheid ook door stoornissen in deze zogeheten ABC worden veroorzaakt.De A staat voor airway ( luchtweg). De B staat voor breathing ( ademhaling). De C staat voor circulation ( circulatie).

Als eerste moet u reageren op wat het meest levensbedreigend is. De ABC-methodiek geeft de volgorde van beoordeling en handelingen aan. Het slachtoffer zal eerder kunnen overlij-den aan een ernstig belemmerde luchtweg (stikken) dan aan niet normaal ademen of aan ernstig bloedverlies.

Als het slachtoffer adequaat reageert, is er (nog) geen bedreiging in de ABC en kunt u onderzoeken of hij ergens letsels heeft, zoals wonden, kneuzingen of botbreuken. Blijf wel steeds alert op veranderingen in het bewustzijn en (daarmee) veranderingen in andere vitale functies.

Bij meerdere slachtoffers geeft u voorrang aan een bewusteloos slachtoffer (vrijhouden luchtweg) en aan slachtoffers met actieve bloedingen. Reanimatie is bij meer-dere ernstig gewonde slachtoffers en onvoldoende hulp niet mogelijk.

Mogelijk kent u het slachtoffer en kunt u daardoor persoonlijke gegevens door-geven aan de professionele hulpverleners. Als eerstehulpverlener zoekt u niet in de kleding naar persoon lijke gegevens en vraagt u het slachtoffer ook niet naar medicijngebruik of ziekte geschiedenis. Dit moet u om privacyredenen overlaten aan de professionele hulp verleners. Als u denkt dat het slachtoffer het bewust-zijn gaat verliezen, mag u wel naar geboortedatum en naam vragen, zodat de professionele hulpverleners snel medische gegevens kunnen opvragen.

Gegevensdragers (S.O.S. ketting)Het kan zijn dat u tijdens de hulpverlening een S.O.S.-ketting of vergelijkbare gegevensdrager tegenkomt. De informatie die zo’n penning bevat is voor u als eerstehulpverlener niet nuttig, omdat deze informatie niet tot een andere hulpverlening leidt. Voor de professionele hulpverleners is die informatie voor behandeling wel van belang. Het is dus zinvol om hen op de aanwezigheid hiervan te wijzen.

meerdere slachtoffers geeft u voorrang aan een bewusteloos slachtoffer (vrijhouden

9006921717_bw.indb 14 09-08-12 13:54

Page 16: Het Oranje Kruis Boekje 26e druk

15A

lgemeen

> Eerste hu

lp verlen

en: vijf b

elan

grijke pu

nten

U begint altijd met het verlenen van eerste hulp en het waarschuwen van professionele hulp. Bij ongevalssituaties waarbij u geen professionele hulp hoeft in te schakelen, kunt u de informatie gebruiken om bijvoorbeeld de gegevens van een contactpersoon te achter-halen. Dit kan nodig zijn als het slachtoffer niet goed kan communiceren in verband met zijn leeftijd of een lichamelijke of verstandelijke beperking heeft.

1.3 Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting

GeruststellenEen slachtoffer is vaak geschrokken en angstig, soms ook geprikkeld of agressief. Hij heeft iemand nodig die hem opvangt en geruststelt. Veel bloed is een naar gezicht en kan een paniekreactie geven bij het slachtoffer en bij omstanders. Het is dus beter om een ernstige bloeding direct met verband af te dekken.

Geef het slachtoffer het gevoel dat hij in goede handen is. Wees kalm en vriendelijk. Toon u betrokken en respectvol. Heb begrip voor angst en boosheid, ook van omstanders.

Zorg dat het slachtoffer u kan zien, kniel naast hem als hij ligt, maak (oog)contact, noem uw naam. Geef bij een ernstig ongeval echter geen hand om beweging te vermijden. Ver-tel steeds wat u aan het doen bent of gaat doen, zeker als het slachtoffer u niet kan zien (bijvoorbeeld bij een letsel op de rug). Reageer altijd op vragen en opmerkingen en neem het slachtoffer serieus. Vraag als dat van toepassing is of er iemand gewaarschuwd moet worden.

Houd zo nodig de hand van het slachtoffer vast. Probeer in ieder geval dicht bij hem te blijven. Spreek rustig en in een begrijpelijke taal. Praat met het slachtoffer, ook als u denkt dat hij niet bij bewustzijn is. Mogelijk kan hij u wel horen.

Als het slachtoffer een kind is en het heeft een knuffel bij zich, pro-beer deze dan zichtbaar of voelbaar neer te leggen. Een kind geeft meestal zelf wel aan wat hij kan of niet. Stimuleer hem dus niet om te gaan staan of zitten.

U hoeft niet alles te vertellen, maar datgene wat u vertelt moet wel waar zijn. Zeg nooit dat het wel meevalt, terwijl dat niet zo is. Doe dus geen uitspraken over letsels (ook niet over letsels van andere slachtoffers) en over vooruitzichten; beloof niets wat u niet kunt waarmaken.

BeschuttingZorg er altijd voor dat het slachtoffer voldoende beschut is. Bij koud weer, regen en wind en door een verblijf in het water, kan hij onderkoeld raken. Onderkoeling na een ernstig ongeval vermindert de kans op overleven. Bescherm het slachtoffer daarom tegen kou, regen en wind. Dek hem toe met een (reddings)deken of jas en vergeet daarbij zijn hoofd niet. Via het hoofd gaat veel warmte verloren .

9006921717_bw.indb 15 09-08-12 13:54

Page 17: Het Oranje Kruis Boekje 26e druk

16

Algem

een > Eerste h

ulp

verlenen

: vijf bela

ngrijke p

un

ten

Felle zonneschijn en extreme warmte leveren gevaar op voor oververhitting. Zorg daarom voor voldoende schaduw of een koele omgeving.

In principe zorgt u ervoor dat het slachtoffer op de plek zelf beschut wordt. Wanneer dit niet mogelijk is, kunt u hem over een korte afstand verplaatsen naar een beter beschutte plek.

1.4 Zorg voor professionele hulp

Bel 1-1-2 bij een ernstig en/of verkeersbelemmerend ongeval om ambulance, politie of brandweer op te roepen of om bij ernstige ziekte huisarts of ambulance op te roepen. Een ambulance kan naast spoedeisende handelingen zorgen voor een snel en/of verantwoord vervoer naar een ziekenhuis. Bel bij minder spoedeisende situaties de huisarts of huis-artsenpost.

Laat het slachtoffer bij voorkeur niet alleen. Als er geen mobiele telefoon aanwezig is, stuurt u een omstander weg om 1-1-2 te bellen. Vraag de omstander dan na de melding terug te komen om te vertellen welke hulp komt en hoe snel. Ook kan de omstander u eventueel verder assisteren. Wanneer er geen omstanders zijn en u heeft geen mobiele telefoon bij u mag u het slachtoffer alleen laten om hulp te gaan halen. Vertel hem dit dan duidelijk.

1-1-2 bellenWanneer u 1-1-2 belt, vraagt u duidelijk om een ambulance. Daarna wordt u doorverbon-den met de meldkamer ambulancezorg.

Dit moet de centralist in ieder geval weten:• waar het slachtoffer is (plaats, straat, huisnummer of herkenningspunt)• of er meerdere slachtoffers zijn• wat er gebeurd is• of het slachtoffer aanspreekbaar is• of het veilig is voor slachtoffer/melder/omstanders/hulpverlening• op welk telefoonnummer teruggebeld kan worden

9006921717_bw.indb 16 09-08-12 13:54

Page 18: Het Oranje Kruis Boekje 26e druk

17A

lgemeen

> Eerste hu

lp verlen

en: vijf b

elan

grijke pu

nten

Belangrijke plaatsbepaling

Geef verder antwoord op de vragen van de centralist. Verbreek het contact pas wanneer de centralist daar toestemming voor geeft. Mogelijke andere vragen van de centralist: • kan het slachtoffer aan de telefoon komen?• ademt het slachtoffer?• is de ademhaling snel, traag en/of hoorbaar?• wat is de gelaatskleur van het slachtoffer?• ziet u grote bloedingen? Is de bloeding snel of langzaam?• wat ziet u aan uiterlijke verwondingen?• is het slachtoffer bekneld?

Het kan zijn dat na het waarschuwen de toestand van het slachtoffer verslechtert. Het slachtoffer krijgt bijvoorbeeld een stoornis in het bewustzijn. Bel dan opnieuw 1-1-2.

Opvang professionele hulpverlenersDe professionele hulpverleners moeten het slachtoffer zo snel mogelijk kunnen berei-ken. Zorg voor vrije toegangswegen, voor opvang van de professionele hulpverleners en begeleiding naar het slachtoffer. Vooral in sportparken en op buitenwegen duurt het anders onnodig lang voordat de ambulance of de spoedauto van de huisartsenpost bij het slachtoffer is.

Gebruik mogelijk een zaklamp of uw autolichten om aan te geven waar u bent en meld dit aan de centralist. De ambulance kan dan in de betreffende straat in één keer naar het slachtoffer doorrijden zonder in het donker te zoeken naar vaak nauwelijks zichtbare huisnummers of ingangen. Schijn niet in de ogen van de chauffeur.

Ook kunt u herkenningspunten in de buurt noemen zoals een benzinestation of museum. Noem bij flats de ingang waar de lift is die geschikt is voor een brancard.

Zorg dat de professionele hulpverleners geen last hebben van nieuwsgierigen, obstakels en huisdieren (vooral honden).

9006921717_bw.indb 17 09-08-12 13:54

Page 19: Het Oranje Kruis Boekje 26e druk

18

Algem

een > Eerste h

ulp

verlenen

: vijf bela

ngrijke p

un

ten

OverdrachtBlijf doorgaan met de hulpverlening totdat de professionele hulpverleners aangeven dat ze klaar zijn om de zorg over te nemen. Vertel huisarts/ambulancepersoneel wat volgens u het slachtoffer mankeert en wat u aan handelingen heeft verricht. Vertel ook wat er in de situatie veranderd is nadat u 1-1-2 heeft gebeld. Bijvoorbeeld:• het slachtoffer is in verband met gevaar verplaatst• het slachtoffer was eerst nog aanspreekbaar, maar nu niet meer• hoe lang het slachtoffer inmiddels bewusteloos is• veranderingen in de ademhaling• het slachtoffer heeft gebraakt• hoe de wond eruitzag voor verbinden• of het slachtoffer veel of weinig bloed heeft verloren

Bij een ongeval met kinderen is uw rol mogelijk niet meteen uitgespeeld. U heeft de eerste opvang gedaan en heeft mogelijk het vertrouwen van het kind. Blijf bij het kind als dat enigszins mogelijk is en de professionele hulpverleners dit toestaan.

VerwijzingHet kan zijn dat na de verleende eerste hulp professionele hulp niet (direct) nodig is. Vertel het slachtoffer contact op te nemen met de huisarts wanneer er blijvende, toe-nemende of terugkerende klachten zijn. Dit geldt ook voor letsels waarvan pas enige tijd later (bij toename van de klachten) kan worden vastgesteld of medische hulp nodig is, zoals bij wondinfectie, stomp in de buik of een trap in het kruis.

Wanneer u aan opzettelijk letsel denkt, moet u 1-1-2 bellen als het gevaar nog aanwezig is. U vraagt dan naar de politie. U belt in dit geval dus 1-1-2, ook al is er geen letsel waarvoor een ambulance nodig is. Als de situatie wel veilig is, kunt u de politie in uw woonplaats bellen.

9006921717_bw.indb 18 09-08-12 13:54

Page 20: Het Oranje Kruis Boekje 26e druk

19A

lgemeen

> Eerste hu

lp verlen

en: vijf b

elan

grijke pu

nten

1.5 Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt of zit

Door een slachtoffer te verplaatsen, kan zijn toestand verslechteren. Het beste is dus hem te helpen op de plaats waar hij ligt of zit. Soms wil het slachtoffer opstaan. Probeer hem ervan te overtuigen dat het beter is dat hij blijft liggen, maar houd hem niet tegen.

Het kan voorkomen dat u een slachtoffer van een ernstig ongeval toch moet verplaatsen. Bijvoorbeeld om hem en uzelf uit een gevaarlijke situatie te halen (brand, gevaar voor instorting, enzovoort) of omdat u het slachtoffer op de plek zelf geen beschutting kunt geven en zijn toestand snel verslechtert.

Verplaats een slachtoffer bij voorkeur met de noodvervoersgreep van Rautek, vooral bij een ruwe ondergrond of hoogteverschillen. Als Rautek niet mogelijk is, versleept u het slachtoffer op wat voor manier dan ook, bijvoorbeeld aan zijn enkels. Laat dan zo mogelijk een omstander het hoofd van het slachtoffer iets optillen, zodat zijn hoofd niet over de grond stuitert. Als het slachtoffer nog op één been kan steunen, kunt u hem ondersteu-nend verplaatsen.

Kinderen kunnen ook opgetild worden. Houd het kind dan zo horizontaal mogelijk en zorg steeds voor voldoende steun van hoofd en nek. Na een ernstig ongeval is vooral de nek extra kwetsbaar.

De noodvervoersgreep van Rautek vanaf de grond 1 Kniel aan de linkerkant van het slacht-

offer, ter hoogte van zijn schouder.

2 Plaats uw rechtervoet achter zijn hoofd.

3 Ga met uw rechterhand onder zijn nek door en breng uw vingers in zijn rechter-oksel.

4 Leg uw linkerhand vanaf de rugzijde in zijn linkeroksel.

5 Breng het slachtoffer in een vloeiende beweging in zittende houding en breng uw lichaam achter hem.

6 Schuif uw armen onder zijn oksels door.

7 Breng één van zijn onderarmen horizon-taal voor zijn borst. Kies een arm zonder letsel.

8 Leg uw handen met aaneengesloten vingers en duimen over deze onderarm. Hierdoor duwt u tijdens het verslepen niet met uw duimen tegen zijn ribben.

3

8

9006921717_bw.indb 19 09-08-12 13:54

Page 21: Het Oranje Kruis Boekje 26e druk

20

Algem

een > Eerste h

ulp

verlenen

: vijf bela

ngrijke p

un

ten

Als u aan de rechterkant van het slachtoffer knielt, voert u de handelingen in spiegel-beeld uit.

U mag na een ernstig ongeval alleen een slachtoffer uit de auto halen wanneer bijvoor-beeld door brand levensgevaar dreigt. Een niet-bewusteloos slachtoffer helpt u met uit-stappen. Een bewusteloos slachtoffer of een slachtoffer dat vanwege letsel niet kan staan, verplaatst u met de Rautekgreep.

9 Ga in hurkhouding zo dicht mogelijk tegen het slachtoffer aan zitten, met uw voeten achter hem en uw knieën aan weerskanten van hem.

10 Til hem op door uw benen te strekken. Hoe dichter u het slachtoffer tegen u aanhoudt, hoe minder belastend het voor uzelf is.

11 Versleep het slachtoffer achteruitlopend uit de gevarenzone. Kijk daarbij uit waar u loopt.

12 Leg het slachtoffer in omgekeerde volg-orde weer op de grond. Leg zijn hoofd voorzichtig neer. Verleen de noodzake-lijke eerste hulp.

9

10

9006921717_bw.indb 20 09-08-12 13:54