Het Nieuwe Werken · gaan doen aan Het Nieuwe Werken, het thema van deze uitgave. Die nieuwe manier...
Transcript of Het Nieuwe Werken · gaan doen aan Het Nieuwe Werken, het thema van deze uitgave. Die nieuwe manier...
HAN BLAD
Het Nieuwe Werken#15 / MEI 2010
• Ronde tafel : Kennis délen is macht • Veel managers nog niet klaar voor Het Nieuwe Werken
• Broedplaatsen, voor mensen die ‘fucking woest’ zijn • Lector gooit forse ‘steen’ • Onderwijs ontwikkelen als Linux
WOENSDAG
30 juniARNHEM
DONDERDAG
01 juliNIJMEGEN
WWW.HAN.NL/OPENDAGMASTER
WORD OOK MASTER BIJ DE HAN!
AVOND
10194 ADV Open Dag Master 230x291 1 06-05-2010 16:56:59
Inhoud
Pagina 18 Tauw en Civ ie le Techniek ont wikkelen Duurzaamheidskompas Pagina 19 Ook ‘s nachts zonne-energiePagina 20 Waters tof z ichtbaar in Arnhem
Pagina 21 Jubi lerend, snelgroeiend SBC pak t u i tPagina 21, 26 , 30, 31 Kor t n ieuwsPagina 24 Onder wi js ont wikkelen als L inuxPagina 27 Deuren openen met de te le foon
Het Nieuwe Werken versterkt
In menige organisatie - vaak die zonder een directe, betalende klant - zijn managers geneigd elkaar en hun mensen af te rekenen op iets anders dan het klantbelang. Ze rekenen een col-lega of medewerker af op of hij respect betoont, doet wat er van ‘m gevraagd wordt en niet te veel zeurt. En of hij interessante vrienden heeft en er af en toe met ‘m valt te lachen. Heel menselijk allemaal, maar het maakt een organisatie niet klantgerichter en competitiever. Onderzoeker Peter de Reijke heeft het bestaan van die afrekencultuur aangetoond binnen een Limburgse politieorganisatie - zie het artikel op pagina 7. En dat is mooi, want zodra iets bestaat kun je er wat aan doen. Kun je per functionaris klantgerichte competenties formule-ren en borgen dat je elkaar dáár op afrekent. Met als resultaat dat iedereen weet waar hij of zij aan toe is en vervolgens ondernemer kan worden van zijn eigen loopbaan. En mee kan gaan doen aan Het Nieuwe Werken, het thema van deze uitgave. Die nieuwe manier van werken, waarin iedereen met een grote zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid en dus effectiever en efficiënter te werk gaat, is wat dit land, dit kwak-kelende Europese continent nodig heeft. Op prijs moeten we de globale concurrentieslag niet eens áángaan, maar op innovatievermogen kunnen we ‘m nog steeds winnen, ook al hebben we ‘Lissabon’ niet gehaald. Alexander Rinnooy Kan, voorzitter van de werkgroep Kennisinvesteringsagenda van het Innovatieplatform, bepleitte daartoe onlangs een extra investering van 6 miljard euro per jaar in R&D, door overheid én bedrijfsleven. Bizar veel geld en dus is het de vraag of daar ook maar iets van terecht komt. Het Nieuwe Werken betekent veel meer doen met hetzelfde budget, want met hetzelfde aantal mensen. Met medewerkers die - mede dankzij hun opleiding - in staat zijn een grotere eigen verantwoordelijkheid te dragen en van hun organisatie de ruimte krijgen dat ook te doen. Tijdens de ronde tafel die het HANblad daarover georganiseerd heeft werd het zo gesteld: ‘Laat mensen op hun manier de dingen doen waartoe ze zich gedreven voelen en de output volgt vanzelf.’ Met name in ‘plat’ Nederland zijn de randvoorwaarden voor het competitieve Nieuwe Werken aanwezig. Nu nog het managementlef om daar gebruik van te maken.
De redactie
‘A l les dat werkel i jk
groots en inspirerend is,
is gecreëerd door een
indiv idu dat kon werken
in vr i jheid.’
Albert Einstein
Pagina 4 Ronde tafel: Kennis délen is macht
Pagina 7 Managers niet klaar voor Het Nieuwe Werken
Pagina 10 Een leven lang leren, wanneer het uitkomt
Pagina 12 Minder overleg, meer daad-kracht
Pagina 14 Studio Smack is stronteigen-wijs
Pagina 16 ‘Fucking woest’
Pagina 22 HAN moet nóg internationaler worden
Pagina 28 Leren te leren leren
H A N B L A D N R . 1 54 5
Het Nieuwe Werken is een buzzwoord in arbeidsorganisat ies . Iedereen wi l er ie ts mee, maar wat? Is het vooral window-dressing om de nieuwe generat ie medewerkers te lokken? Worden bedr i j f sprocessen er beter van? En wat voor competen-t ies hebben die ‘n ieuwe werkers’ nodig? Daarover spraken zeven heren en één dame t i jdens een HAN-rondetafe lgesprek in De Steeg.
Kennis délen is macht
Wiel Smits, engineering manager van ALSI in Nijmegen,
leverancier van machines aan de semiconductor indu-
strie, vindt het moeilijk te definiëren wat Het Nieuwe
Werken ís, maar hij weet wel dat hij het elke dag dóet.
Hij zat tientallen jaren in een hiërarchische setting bij
zijn oude werkgever Philips waarvan ALSI een spin-off
is, maar zo’n strakke lijnorganisatie werkt niet meer.
‘We doen onze research bij ALSI zelf en besteden veel
uit. Dat vraagt andere manieren van werken. We komen
in teams bij elkaar, hebben het over de ontwerpen en
ieder gaat zijns weegs, met alle interactie tussendoor.’
BreedHet Nieuwe Werken heeft iets van het oude telewerken,
het werken-op-afstand, maar het is tegelijkertijd breder.
‘Het is niet van ‘geef mensen een laptop, laat ze werken
waar en wanneer ze willen en het is geregeld’’, zegt
Fietje Vaas, programmamanager bij TNO en een deel
van de week werkzaam voor het Nederlands Centrum
voor Sociale Innovatie. Ze noemt Het Nieuwe Werken
een voorbeeld van neue Kombinationen. Vaas: ‘Het heeft te
maken met vier aspecten: de IT-faciliteiten, de manieren
van huisvesting, de manieren van leidinggeven en de
andere organisatie van het werk. Zijn er complete taken
aan te wijzen die een medewerker op zijn manier op een
zelfgekozen plek en tijdstip kan uitvoeren?’
Ron Bormans, voorzitter van het College van Bestuur
van de HAN omschrijft Het Nieuwe Werken als ‘een
zoektocht aan de hand van f lexibiliteits- en mobiliteits-
vraagstukken om het werken zo optimaal mogelijk
vorm te geven’.
KennisdelenHet Nieuwe Werken past helemaal in de 24/7-economie.
Werken en zakendoen worden steeds meer kennisge-
dreven en trekken zich minder aan van grenzen tussen
Rondetafeldiscussie over Het Nieuwe Werken
Voorzitter CvB Ron Bormans, HAN, www.han.nl Directeur Hans Corstjens, Platform Bèta Techniek,
www.platformbetatechniek.nl
Directeur Gertjan van de Groep, Van de Groep en
Olsthoorn, www.vandegroep.nl
Engineering manager Wiel Smits, ALSI,
www.alsi-international.com
H e t N I e u w e w e R K e N
‘Laat mensen op hun manier de dingen doen en de output volgt vanzelf’
‘Die start met een kop koffie ’s morgens is toch wel erg belangrijk’
Programmamanager Fietje Vaas, Nederlands
Centrum voor Sociale Innovatie, www.ncsi.nl
Senior consultant Theo Snijders, Wisse Kommunikatie,
www.wisse-worldcom.nl, gespreksleider
Lector HRM Robert Verburg, HAN, www.han.nl Projectmanager Marius Alkema, Univé-VGZ-IZA-Trias,
www.unive.nl
organisaties, landen en tijdzones. ‘ Telewerken was kort
gezegd mensen naar huis sturen om te werken’, zegt
Robert Verburg, lector Human Resource Management
aan de HAN. ‘Het Nieuwe Werken is werken met een
scala aan mogelijkheden voor voortdurende interactie,
digitaal en fysiek.’
Het heeft alles te maken met kennis delen. Managers
van de toekomst spelen een faciliterende rol op de ach-
tergrond, is de overtuiging van Gertjan van de Groep,
directeur van werving- en selectiebureau Van de Groep
& Oltshoorn in Zeist. Zijn bureau liet een onderzoek
doen hoe managers hun rol zien veranderen. ‘Ze hebben
het allemaal over een plattere organisatie, muren die
verdwijnen, de roep om kruisbestuiving. Dus moeten
managers faciliteren en coachen. Neem het voorbeeld
van Google. Het hoofdkantoor is 24 uur per dag open.
Mensen werken hun veertig uur in de week wanneer zíj dat
willen en mogen een groot deel van de tijd zelf vrij invullen.
Laat mensen op hun manier de dingen doen waartoe ze
zich gedreven voelen en de output volgt vanzelf.’
Net werkenHet werk stelt andere eisen tegenwoordig, benadrukt
ook Hans Corstjens, directeur Platform Bèta Techniek:
‘Een bedrijf legt niet meer in zijn eentje een weg aan en
vertrekt, het zit in consortia en beheert en onderhoudt
die weg ook. Het gaat om complexe processen. Dat
vraagt een grote mate van creativiteit en van multidisci-
plinair werken.’
Robert Verburg: ‘Mensen gaan meer in netwerken wer-
ken. Dat geldt ook voor kleine organisaties: juist de
bedrijven die vertakt zijn met andere organisaties, doen
het goed. Die hebben overal lijntjes uitstaan. Dat verva-
gen van grenzen past in Het Nieuwe Werken.’
Zorgverzekeraar UVIT in Arnhem, ontstaan uit de
samenwerking tussen Univé en VGZ-IZA-TRIAS, heeft
Het Nieuwe Werken omarmd en er zelfs een projectma-
nager voor in huis, Marius Alkema. Hij noemt Het
Nieuwe Werken een visie, een geloof: een bedrijf moet
nadenken over het binden en boeien van het zittende
personeel en het aantrekken van nieuwe medewerkers
op de straks weer krappere arbeidsmarkt. ‘Het Nieuwe
Werken heeft alles te maken met het geven van vrijheid,
vertrouwen en verantwoordelijkheid aan de medewer-
kers en ze aanzetten tot samenwerking. Niet langer
geldt ‘kennis is macht’, Nee, kennis délen is macht.’
Prak t ische redenFietje Vaas somt moeiteloos wat voordelen van Het
Nieuwe Werken op. ‘De productiviteit stijgt, het is mak-
kelijker om mensen aan te trekken, er is meer f lexibili-
teit in de bedrijfsprocessen en het vraagt minder vier-
kante meters kantoor en autokilometers.’ En soms zit-
ten er van tevoren helemaal geen grote filosofieën ach-
ter de introductie van Het Nieuwe Werken in een organi-
satie. Bij haar eigen TNO-onderdeel was er een prakti-
sche reden die de boel op zijn kop zette. ‘We moesten
verhuizen en gingen met te veel mensen naar een te
klein gebouw. Toen kwam de gedachte op dat f lexibele
werkplekken en thuiswerken soelaas zouden bieden.’
Het Nieuwe Werken is volgens haar ook geen kwestie
van een concept blindelings overnemen en invoeren. In
elke organisatie vraagt het om een eigen vorm.
Aanwezigheid gevraagdDat onderschrijft collegevoorzitter Ron Bormans van de
HAN: ‘Op een gegeven moment kwam in het hbo de
trend opzetten om leren steeds meer thuis plaats te
laten vinden, met alle mogelijkheden die de ICT daartoe
biedt. Dat zou meteen de opmaat zijn van een nieuwe
manier van werken van de docenten. Ze zouden minder
hoeven te reizen en daarmee konden we tegemoet
komen aan de roep vanuit de regio om minder automo-
biliteit. Maar dat werken-op-afstand botst met ons idee
dat de kwaliteit van het onderwijs ‘m vooral ook zit in de
interactie en aanwezigheid. Bij deeltijdstudenten kun-
6 7 H A N B L A D N R . 1 5
‘Over vijf jaar weet je niet wat
je ziet op de werkvloer, het
gaat harder dan wij denken’
nen we af met beperkte, ‘rijke’ fysieke ontmoetingen en
veel contact via het web. Maar de jonge voltijds studen-
ten vragen begeleiding en structuur.’
Met andere woorden, Het Nieuwe Werken mag niet ver-
absoluteerd worden. Bormans: ‘Het is een optimalise-
ringsproces. Eén: welke eisen stelt je primaire proces
aan met name tijd- en plaatsgebonden aanwezigheid?
Twee: is het wenselijk en mogelijk dat proces slimmer in
te richten, bijvoorbeeld met ICT? En drie: wat zou je willen
vanuit doelstellingen als de medewerkertevredenheid,
maar ook duurzaamheid en het reduceren van reiskilo-
meters? Bij een school leidt dat vast tot een ander resul-
taat dan in de zakelijke dienstverlening.’
Kop kof f ieDe vraag is ook of de medewerkers het omarmen. ‘De
een heeft weinig prikkels nodig en vindt het prima om
veel alleen te werken met enkel digitale contacten, de
ander gedijt in een omgeving met fysieke contacten’,
zegt lector Verburg. Hij heeft onderzoek onder storings-
medewerkers van een energiemaatschappij gedaan die
dankzij de nieuwste IT sneller op incidenten kunnen
reageren en veiliger werken. ‘Maar tegelijkertijd ont-
moeten ze elkaar minder. Die start met een kop koffie
’s morgens is toch wel erg belangrijk, ook voor de kwa-
liteit van het werk.’ Die ouderwetse ‘koffiemomenten’
moeten in een of andere vorm gewaarborgd blijven. ‘De
community of practice wint aan belang: je hebt binding
met collega’s in hetzelfde vakgebied door het uitwisse-
len van ervaringen en informatie.’
KwetsbaarHet geeft meteen aan welke competenties Het Nieuwe
Werken vraagt. Mensen moeten kunnen samenwerken
en communiceren én kennis beschikbaar willen stellen.
Dat vraagt veranderingen in de bedrijfscultuur. Alkema
van UVIT: ‘Vroeger stonden de afdelingen als torentjes
naast elkaar, nu komen mensen elkaar meer tegen. Ze
moeten zich open en kwetsbaar durven opstellen en
problemen op tafel willen leggen. Alle faciliteiten zijn
er. Nu ligt de uitdaging aan HRM-kant. Gaan mensen
het gedrag vertronen dat we willen en hoe kunnen we
dat verder optimaliseren?’
Leidinggevenden hebben een belangrijke rol in de cul-
tuurverandering, daarover zijn alle tafelgenoten het
eens.
RuimteVan de Groep heeft eenzelfde credo: ‘Durf los te laten,
geef vrijheid. Dan kun je talent optimaal benutten. Als
we de nieuwe generatie medewerkers ruimte ontnemen,
dan komen ze niet of je houdt ze niet lang.
Dienstverbanden worden gemiddeld korter, maar het
doet minder pijn als iemand vertrekt want de kennis
wordt meer gedeeld.’
Natuurlijk zijn er valkuilen. Vaas: ‘Een medewerker kan
helemaal op de BV Ik focussen en niet meer voor syner-
gie en samenwerking gaan. Dus moet er natuurlijk wel
gestuurd worden. Zoek het niet in de eenheidsworst van
het aanwezigheidsregime, maar in het werkproces zelf.
Zet mensen in projecten, ze werken samen aan een doel
en hebben elkaar nodig om het te bereiken.’
BeroepseisHet Nieuwe Werken is vanzelfsprekend niet voorbehou-
den aan de jongste generaties. Elke professional moet
de dynamiek van zijn omgeving bijhouden, klinkt het.
Jongeren willen overigens helemaal geen extreme vor-
men van Het Nieuwe Werken waarbij ze vrij hun gang
kunnen gaan en álles online doen: ze zijn juist gespitst
op collega’s met wijsheid en ervaring aan wie ze zich
kunnen laven.
Opleidingen kunnen dat Nieuwe Werken nog wel meer
in hun programma’s integreren zodat hun studenten
nog betere zelfstandige beroepsbeoefenaars zijn als ze
de arbeidsmarkt opstromen. Lector Verburg: ‘Heden-
daagse managementboeken bevatten veel theorieën die
zijn gebaseerd op traditionele arbeidsprocessen. Maar
onze studenten komen in Het Nieuwe Werken terecht.
Een strakke organisatie wordt een f luïde organisatie
waarin beproefde manieren van aansturing niet meer
opgaan.’
HypeTafelvoorzitter Theo Snijders, senior consultant bij
Wisse Kommunikatie, wil van de deelnemers aan de
discussie nog weten of Het Nieuwe Werken een blijvertje
is: ‘Is het geen hype? Is het niet iets dat in tijden van
hoogconjunctuur als aantrekkelijke arbeidsvoorwaarde
een opmars maakt en vervolgens weer geruisloos ver-
dwijnt?’
Het is géén windowdressing, klinkt het van diverse kan-
ten. Gertjan van de Groep: ‘Van internet werd ook
gezegd dat het zo’n vaart niet zou lopen. Iedereen heeft
het over Het Nieuwe Werken zonder dat duidelijk is wat
het wel en niet is. Maar wacht als organisatie niet langer
om er zélf ook iets mee te doen. Over vijf jaar weet je niet
wat je ziet op de werkvloer, het gaat harder dan wij den-
ken. De moderne technologie maakt veel mogelijk.
Werk en privé lopen steeds meer door elkaar heen.’
Veel managers nog niet klaar voor Het Nieuwe werken
Conclusies onderzoek schokken top pol i t ieorganisatie
H e t N I e u w e w e R K e N
8 9
Implementat ion & Change ManagementRoy van Dalm’s eigen vakgebied is Smart
Cities, een van de drie focusgebieden van
het Expertisecentrum Informatica, Media
en Communicatie. Hij geeft adviezen aan
en verzorgt workshops en studiereizen
voor onder meer gemeenten, regio’s en
woningbouwcorporaties. Dit met als doel
steden innovatiever te maken, zodat ze
aantrekkelijker worden voor bewoners,
bedrijven, bezoekers en ‘bollebozen’. Een
tweede werkterrein is Sociale Media,
gericht op het geven van praktijkopleidin-
gen over het gebruik van allerlei sociale
media (als Linkedin, Facebook en Twitter),
om sociale innovatie mogelijk te maken.
Het derde expertisedeel - Implementation
& Change Management (ICM) - gaat in op
de vraag hoe je met sociale innovatie orga-
nisatieveranderingen realiseert. Het exper-
tisecentrum verzorgt de masteropleiding
ICM per mei 2010 in licentie van de Open
Universiteit. Belangstellenden kunnen de
opleiding naar keuze volgen bij de OU in
Utrecht of bij de HAN in Arnhem. Geslaag-
den krijgen de internationale titel CMC -
Certified Management Consultant - toege-
kend door de beroepsorganisatie de Orde
van Organisatiekundigen en -Adviseurs.
Het expertisecentrum werkt samen met
diverse HAN-lectoraten, zoals ‘Kunst,
Cultuur en Economie’ van Dany Jacobs en
‘Innovatie van Leren in Organisaties’ van
Jürg Thölke - ‘Vernieuwing ontstaat in de
interactie met de anderen en met ‘het
andere’’. Ook het NCSI is een partner. Dit
Nederlands Centrum voor Sociale Innovatie
produceert, verzamelt en verspreidt kennis
over sociale innovatie en ondersteunt initi-
atieven op dat terrein. Het centrum is in
2006 opgericht onder auspiciën van het
Innovatieplatform en wordt ondersteund
door de ministeries van EZ, OCW en SZW.
www.ncsi.nl
www.han.nl/eimc
Wil de BV Neder land innovat iever en compet i-t iever worden dan is sociale innovat ie hard nodig. Dat vergt ook van de managers dat ze veranderen. Maar d ie hebben vaak weinig t rek hun cont ro le pr i js te geven, concludeer t ‘soci-aal innovator ’ Roy van Dalm.
Het thema van deze uitgave van het HANblad, ‘Het
Nieuwe Werken’, staat voor tijd- en plaatsonafhankelijk
en bovenal zelfstandig werken, met een grote eigen
verantwoordelijkheid en de leidinggevende vooral in
een dienstverlenende rol. Die nieuwe manier van werken
vergt sociale innovatie: slimmer werken, f lexibeler
organiseren en dynamisch managen, om zo tot een niet-
technologische innovatie van de organisatie te komen,
zo duidt Roy van Dalm. Hij is als hoofddocent verbon-
den aan het Expertisecentrum Informatica, Media en
Communicatie. Dat is een onderdeel van de Informatica-
en Communicatie Academie (ICA) van de HAN dat voor
het personeel van bedrijven en organisaties post-hbo
opleidingen en workshops verzorgt.
Niet top-downDé grondslag voor sociale innovatie is dat je de mensen
in de organisatie de ruimte en de support geeft ‘zichzelf
anders te organiseren’, formuleert Van Dalm. ‘Want een
organisatie kun je niet top-down veranderen. Het
management moet vooral een wenkend perspectief bie-
den: dáár gaan we met z’n allen naartoe. Maar hoe daar
te komen, dat is iets dat aan de hele gemeenschap van
een organisatie overgelaten moet worden. Niet door het
personeel een bepaalde manier van samenwerken van
bovenaf op te leggen, maar door eerst hun competenties
te inventariseren, waar nodig die aan te vullen en vervol-
gens op basis daarvan zelfsturende teams te formeren.
Teams waarbinnen mensen zelf bepalen hoe ze samen-
werken en dat kunnen doen in openheid en onderling
vertrouwen. Teams waarmee de manager het contact
onderhoudt vanuit een dienstverlenende rol.’
In terne weers tandZover zijn ze nog niet bij een van de politieorganisaties
in Limburg, heeft Peter de Reijke gemerkt. Deze hoofd-
docent van de HAN gaat binnenkort de opleiding
Implementation & Change Management (ICM) verzor-
gen (zie kantlijntekst). In voorbereiding heeft hij de
opleiding zelf gevolgd en in dat kader een onderzoek
gedaan naar de oorzaak van de matige resultaten van
het ‘blauw’ op straat. Er werden te weinig misdaden
opgelost, buurtbewoners waren negatief over de veilig-
heid in hun wijk en het lukte niet om de drugscriminali-
teit in te dammen. De top vaardigde het ene project na
het andere uit, maar zonder effect.
Juist daar zit het probleem, constateert De Reijke. ‘De
belangrijkste oorzaak zit in de sterk hiërarchische cul-
tuur waarin opdrachten in commandostijl worden
gegeven. ‘Je moet dit, je moet dat, het is het ene project
na het andere, zonder dat de leiding prioriteiten stelt en
zich afvraagt hoe we dat dan uitgevoerd moeten krij-
gen’, zo was de beleving op de werkvloer. ‘Er was veel
interne weerstand.’
Mee de s t raat opIn zijn analysewerk vergeleek De Reijke de stijl van lei-
dinggeven van de succesvolle teams met die van niet-
succesvolle. ‘En toen ontdekten we dat de teams met het
laagste ziekteverzuim en de beste resultaten die teams
waren met een chef die mee de straat opging. De slecht
functionerende teams werden geleid door chefs die bin-
nenbleven om te vergaderen over projecten, en die
- hiërarchisch ingesteld - bijvoorbeeld volledig eigen-
handig het rooster opstelden. Samen de straat opgaan
schept een heel goede band met de ‘blauwen’, terwijl het
vooral veel onvrede veroorzaakt als zonder afstemming
Peter de Reijke
Hoofddocent HAN en
onderzoeker
‘Besluiten zijn pas effectief als
ze door alle niveaus als zinvol
worden ervaren’
Roy van Dalm
Hoofddocent HAN en ‘sociaal
innovator’
‘Het kan niet zo zijn dat je vraagt
om vernieuwing en zelf niet mee
verandert’
H A N B L A D N R . 1 5
Het Nieuwe Wer venSocial media zijn voor de politie goede
instrumenten om het beeld bij te stellen
van het werken bij de politie. De politie zet
sinds kort Hyves, Marokko.nl en YouTube
in om mensen warm te krijgen voor het
politievak. Hardnekkige misverstanden,
onnodige drempels of overmoedige
droombeelden kunnen worden genuan-
ceerd. Hierdoor kunnen mensen beter
beslissen of het iets voor ze is en trekt de
politie de juiste mensen aan, aldus Jelle
Egas, woordvoerder van de Raad van
Korpschefs. Het uiteindelijke doel is dat de
toekomstige wervingsdoelgroep een
gevoel krijgt van ‘daar wil ik bij horen’.
‘Het bracht bij de politietop een schok teweeg, van herkenning en erkenning’
voor een agent beslist wordt dat hij er moet zijn als de
plaatselijke profclub zijn thuiswedstrijd speelt. En dat
terwijl hij misschien wel een weekendje-weg met zijn
vrouw had gepland.’
Dat veel leidinggevenden zich zo hiërarchisch gedragen
heeft alles met een cultuur te maken die dat gedrag
beloont, stelt De Reijke vast. ‘Door in commandostijl
opdrachten te geven en verder veel binnen te vergaderen
met je chefs schep je een band met hén en dat is goed
voor je carrière. Zíj beslissen per saldo over promoties.’
Een proces dat nog ‘ns versterkt wordt door het loop-
baansysteem dat de politie hanteert, waarbij leidingge-
venden elke twee, drie jaar horizontaal of verticaal
doorschuiven naar elders. ‘Zo komt er van het opbou-
wen van een band met je personeel niets terecht.’
Vergaderen beloondDe Reijke schetst in zijn diagnose een beeld van een cul-
tuur waarin veel vergaderen beloond wordt en er juist
niet op teamprestaties afgerekend wordt. Een cultuur
waarin vanuit de driehoek van burgemeester, korpschef
en hoofdofficier van justitie, het beleid naar beneden
wordt geduwd. Deze cultuur is alleen te veranderen door
de hele organisatie, te beginnen met de top ervan, in
beweging te krijgen, luidt De Reijke’s conclusie: ‘Het
bracht bij de top een schok teweeg, van herkenning en
erkenning.’
Aansluitend heeft De Reijke een interventieplan opge-
steld waarin is aangegeven langs welke weg de hele
organisatie samen kan nadenken over hoe die cultuur
kan worden veranderd. ‘Want je moet natuurlijk niet in
de valkuil trappen die je zelf signaleert door van bovenaf
aan te geven hoe er veranderd moet worden. Het plan
bevat een draaiboek voor hoe je daar, met verschillende
hiërarchische niveaus samen, besluiten over neemt.
Besluiten zijn pas effectief als ze door alle niveaus als
zinvol worden ervaren en dus ook aansluiten bij de
logica van de agent op de straat.’
Phi l ips DesignEen bedrijf dat de organisatie succesvol sociaal geïnno-
veerd heeft is wat Van Dalm betreft Philips Design. Dat
ontwerpbedrijf werkt met allerlei professionals (engi-
neers, maar ook sociologen, psychologen en organisa-
tiedeskundigen) van allerlei nationaliteiten. Die komen
op regelmatige basis bijeen. ‘Om samen een beeld te
vormen van wat er in de wereld gaande is. Van wat er
speelt op het gebied van sport of gezondheid en wat de
kenmerken zijn van de personen die in die veranderende
wereld acteren. Al die ideeën en kennis integreren ze om
op basis daarvan keuzes te kunnen maken. De mensen
in de teams doen dat zelf, al dan niet met behulp van de
uitstekende kennismanagementsystemen die daarvoor
tegenwoordig bestaan.’
Voor het maken van praktische afspraken komen men-
sen vaak niet meer bijeen, dat gebeurt met behulp van
sociale media op afstand. Maar, dat face to face-contact
is nog wel heel belangrijk, voor het uitwisselen van vak-
inhoudelijke ideeën. ‘Een bedrijf als Microsoft
Nederland was fors gegroeid, maar verhuisde naar een
kleiner pand bij Schiphol. Met functionele werkplekken,
bijvoorbeeld om je af te zonderen om geconcentreerd te
werken, maar ook met aantrekkelijk ingerichte ruimtes
waar zelfsturende teams op een ontspannen manier
ideeën uitwisselen. Die stap heeft Microsoft niet van de
ene op de andere dag gemaakt. Eerst hebben ze drie jaar
grondig gekeken naar karaktereigenschappen en het
werkgedrag van mensen en hoe die het best ingepast
zouden kunnen worden in zelfsturende teams.’
Contro le ver l iezenRondkijkend in bedrijven en organisaties in Nederland
en daarbuiten moet Roy van Dalm constateren dat het
met die sociale innovatie van bedrijven nog niet hard
loopt, met het management als remmende factor. ‘Het
Nieuwe Werken, met alle zelfstandigheid en eigen ver-
antwoordelijkheid van de medewerkers van dien, is
nodig om bedrijven innovatiever en f lexibeler en daar-
mee competitiever te maken. Onderzoek van de
Erasmus Universiteit toont dit keihard aan. Maar het
vraagt ook van het management dat ze veranderen. Het
kan niet zo zijn dat je vraagt om vernieuwing en zelf
niet mee verandert. Maar dat vinden managers lastig,
bang als ze zijn om de controle te verliezen. Ook in
Nederland speelt dat, want onze bedrijven zijn welis-
waar plat georganiseerd, maar wel degelijk hiërar-
chisch. Sociale innovatie is voor iedere betrokkene,
medewerkers en managers, vooral een attitudeverhaal:
de bereidheid te delen met anderen, open te zijn en
elkaar te vertrouwen.’
H e t N I e u w e w e R K e N
10 11
een leven lang leren,
wanneer het uitkomt
Instromen via Erkenning Verworven Competenties
Mir jam van Schalm werk te als projec tmanager b i j een bank , maar haar droom was een baan in het onder wi js . Ze sol l ic i teerde als z i j - ins t romer op een middelbare school in Arnhem. Van Schalm : ‘De school wi lde graag weten of ik b innen t wee jaar mi jn bevoegdheid kon halen om voor de k las te s taan.’ Met een s tuk of acht so l l ic i tanten werd ze daarom naar de H A N ges tuurd voor een zogenaamde E VC-procedure , een Erkenning Ver wor ven Competent ies .
‘We werden uitgenodigd voor een informatieavond op
het Instituut voor Leraar en School. We moesten eerst
een portfolio maken met daarin onze opgebouwde
ervaring en vervolgens kregen we een assessment. De
assessoren waren geweldig en hebben mij erg op mijn
gemak gesteld. Ik had nog nooit voor de klas gestaan
en moest nadenken over zaken als klassenmanage-
ment, storende leerlingen, ordeproblemen en hoe te
reageren.’ Van Schalm is native speaker Duits (‘Ik ben
tweetalig opgevoed’) en via haar EVC-traject kon ze de
opleiding in twee jaar doen.
Maatschappel i jke verant woordel i jkheidMarion Keiren is bij de HAN projectleider van het
Leven Lang Leren project Aan de Maat, waaronder ook
het EVC-traject valt. ‘De HAN heeft een maatschappe-
lijke verantwoordelijkheid als het gaat om een leven
lang leren. We moeten onze kenniseconomie op peil
houden en omdat er minder jongeren komen, dienen
we ons te richten op zij-instromers die werk en leren
combineren.’ Volgens Keiren is het daarom belangrijk
dat de hogeschool een cultuuromslag maakt van aan-
bod- naar vraaggestuurd. Die omslag is in volle gang;
bijna alle instituten en opleidingen doen inmiddels
mee. Keiren: ‘Het vrijblijvende is er wel af; de kwaliteit
Marion Keiren
Projectleider EVC
‘Onze kenniseconomie op
peil houden’
Mea Verbunt
Service Centrum Onderwijs
‘Onvoldoende in de genen bij
de werkgevers’
Mirjam van Schalm
Docent Duits, Odulphuslyceum,
Tilburg
‘Ik had nog nooit voor de
klas gestaan’
H A N B L A D N R . 1 5
wordt centraal bewaakt en het College van Bestuur
hecht aan dienstverlening op dit vlak.’
Maar ook aan de andere kant zal stevig geïnvesteerd
moeten worden. De markt is nog niet erg gevoelig voor
een leven lang leren. Een beperkte groep werkenden
volgt na hun eerste studie vervolgonderwijs en die
marktvraag moet echt versterkt worden. Keiren behar-
tigt de belangen intern binnen de HAN; voor het net-
werken buiten de hogeschool is Mea Vebunt aange-
steld. Verbunt: ‘Ik werk vanuit het Service Centrum
Onderwijs en leg de nadruk op de regio Arnhem,
Nijmegen en de Achterhoek.’
AngstVerbunt: ‘Een leven lang leren zit nog niet in de genen
bij een aantal werkgevers. Bovendien zijn sommigen
bang dat ze hun personeel gaan opleiden voor de buur-
man. Om de relatie met werkgevers verder te verster-
ken heeft de HAN onlangs een Accountmanager
Ondernemen aangesteld: Femke van Eyk. Zij gaat de
markt op om te inventariseren waar de behoeftes van
de werkgevers liggen en om de mogelijkheden van EVC
en maatwerktrajecten onder de aandacht te brengen.
Bedrijfsleven en beroepsgroepen uit de regio worden
betrokken bij het project. Keiren: ‘We moeten onze
‘er komen minder jongeren en dus dienen we ons te richten op zij-instromers’
blik niet alleen naar binnen richten, maar ook naar
buiten kijken. Daarbij is het belangrijk welke kennis
binnen het beroepenveld wordt gemist en hoe huidige
en toekomstige werknemers zich die eigen kunnen
maken.’ Om kennis van dertigplussers bij te spijkeren,
zijn verschillende varianten mogelijk. ‘Daarbij kun je
denken aan leren vanuit een digitale werkomgeving.
Ook kan een deel van de opleiding op de werkplek
gedaan worden. Op die manier is het leren voor veel
mensen makkelijker in hun leven in te passen dan via
het constant volgen van lessen.’
Por t fo l ioHet EVC-traject werkt via een standaard procedure. Via
de Quick Scan op de site van de HAN kan de belang-
stellende nagaan of de EVC-procedure iets voor hem of
haar is. Binnen vijf dagen wordt contact opgenomen en
bij verdere interesse dient de belangstellende een port-
folio te maken - de HAN begeleidt dat - met opgedane
werk- en studie-ervaring. Een onaf hankelijk assessor
bestudeert dat portfolio en interviewt de belangstel-
lende. Verbunt: ‘Dat gebeurt niet alleen gericht vanuit
een vraag naar aanvullende opleiding, maar ook als
HRM-instrument. We krijgen veel aanmelders voor de
procedure die willen weten hoe ze er op de arbeids-
markt voorstaan. Om het Ervaringscertificaat - zoals
het EVC-rapport ook wel wordt genoemd - te gebrui-
ken bij een sollicitatie bijvoorbeeld, of omdat ze werk-
loosheid vrezen.’ Aan de hand van het uiteindelijke
rapport kan de kandidaat een beslissing nemen; zich
inschrijven voor een verkorte opleiding op de HAN,
onderbouwd gaan solliciteren of kijken bij een andere
instelling voor hoger onderwijs. Keiren: ‘De uitslag
van het EVC-rapport geldt voor heel het Nederlandse
hoger beroepsonderwijs.’
AanraderVan Schalm kreeg de baan in Arnhem en staat inmid-
dels voor de klas op een lyceum in Tilburg. ‘Ik kan
iedereen in mijn situatie hetzelfde traject aanraden. De
EVC-procedure was volledig en de begeleiding prima.
Het bleek soms wel moeilijk om van het reguliere stu-
dieprogramma af te wijken en dat leidde soms tot
chaos in mijn opleiding. Ik heb nu een baan van 0,8 fte.
Om af te studeren moet ik nog mijn onderzoek doen en
mijn portfolio vullen. Druk, maar dat komt wel goed.’
Lesgeven bevalt haar zeer goed, al was het in het begin
veel vallen en opstaan. ‘Ik sta met plezier voor de klas.
Soms mopperend, maar meestal geniet ik er gewoon
van.’
Voor ‘oudere’ s tudentenDe HAN heeft een subsidie van 1,2
miljoen euro gekregen in het kader
van de stimuleringsregeling ´Leven
Lang Leren hbo 2009´. Deze regeling
is gericht op het st imuleren van
scholing voor werkenden. ‘We leven
in een kennisintensieve economie’,
legt projectleider Marion Keiren uit.
‘Het is de bedoeling dat meer men-
sen een hbo-diploma kri jgen.’ De
subsidie wordt vooral ingezet voor
‘oudere’ studenten. Dert igplussers
die werk, gezin en een studie moeten
combineren. ‘De bedoeling is dat
mensen zich bl i jven ontwikkelen’,
legt Keiren uit. Hierover zijn ti jdens
de Europese Raad in 2000 in
Lissabon afspraken gemaakt. Er
werd onder meer bepaald dat in 2010
12,5 procent van de 25-plussers aan
onderwijsactiviteiten moet deelne-
men.
De procedureTijdens een EVC-procedure toont de
kandidaat aan bepaalde beroepsta-
ken op bachelor- of masterniveau te
kunnen uitvoeren en de bijbehorende
competenties te beheersen. De kan-
didaat verzamelt beroepsproducten
in een portfolio. Daarna volgt een
assessment om te bezien of kennis,
vaardigheden en houding erkend
kunnen worden. Na afronding volgt
een EVC-rapportage waarin staat
over welke competenties op het ter-
rein van de betreffende hbo-oplei-
ding de kandidaat beschikt.
Doe de Quick Scan: www.han.nl >
studiekiezer > EVC > de opleidingen
met EVC
H e t N I e u w e w e R K e N
12 13
Minder overleg,
meer zelfstandigheid
Digital natives: ‘Zorg dat je kunt uitleggen wat je hebt gedaan’
Job Rosenboom
alumnus en digital native
‘Als het contact niet persoonlijk
kan, dan maar telefonisch, mobiel,
‘s avonds’
Frits de Raad
afstudeerbegeleider
MAN truck & bus
‘Het belang van zelfstandig kun-
nen werken neemt toe’
Tim Tomas Heeren
alumnus en digital native
‘Als je je goed kunt verantwoor-
den, gaan mensen al gauw met
je mee’
De E ins te in-generat ie , o f tewel de Generat ie Y, ook wel de digita l nat ives genoemd. Het z i jn a l lemaal synoniemen voor de huidige jonge generat ie . Die zou, vee l beter dan de oudere generat ies - de digita l immigrants - , in s taat z i jn t i jd- en p laatsonafhankel i jk en vooral ze l f s tandig te wer-ken. Goede zaak want het be lang van ze l f s tandigheid neemt toe.
Digital natives zouden het kunnen stellen zonder een
baas die hen steeds weer een stapje voorwaarts helpt.
Ze zouden heel goed weten hoe zij - al dan niet via
internet en andere digitale hulpmiddelen - aan de
benodigde informatie kunnen komen. Job Roseboom
en Tim Tomas Heeren behoren duidelijk tot die genera-
tie. Althans zo valt op te maken uit het lovende com-
mentaar dat MAN truck & bus had op hun functioneren
toen zij bij dit bedrijf in Vianen hun afstudeerstage
liepen. ‘Ze zochten uit zichzelf de diepgang op, maar
bleven oog houden voor hoofd- en bijzaken; als ik ze
een tip wilde geven hadden ze dat meestal al zelf
bedacht of zelfs al toegepast’, aldus afstudeerbegelei-
der Frits de Raad.
‘Heel gewoon’Roseboom vindt zijn zelfstandige manier van werken
‘eigenlijk heel gewoon’. ‘Wij dachten op die manier het
beste te voldoen aan de verwachtingen. Het is ook een
houding die ik nadrukkelijk meekreeg van mijn oplei-
ding Autotechniek: je stage en je afstudeeropdracht,
daar ben je zelf verantwoordelijk voor. Op die manier
zijn we dan ook met onze opdracht aan de gang gegaan.
Niet alleen de HTS-opleiding benadrukte de eigen ver-
H A N B L A D N R . 1 5
‘Ik selecteer mensen op hoe goed ze zelfstandig in projecten kunnen werken’
antwoordelijkheid, ook al op de havo en later op het
mbo werd er veel in projectgroepen zelfstandig
gewerkt’, verklaart hij waarom hij het als iets vanzelf-
sprekends ervaart. Hetzelfde geldt voor Heeren die
met eenzelfde mbo-achtergrond al verschillende sta-
ges had gedaan en bijbaantjes heeft gehad. ‘Zo leer je
omgaan met klanten, leer je een zelfstandige, profes-
sionele houding aan te nemen. Ik steek nu ook veel op
van de delicatessenzaak die ik hier samen met twee
vrienden heb opgezet, speciaal voor de vrij grote
gemeenschap van Polen in Tilburg.’
Van sociale media als Linkedin, Facebook en Twitter
hebben de twee geen gebruik gemaakt, maar natuur-
lijk wel van internet. Die vergroot de zelfstandigheid
nog eens: ‘Heel veel zaken kun je zo zelf uitzoeken. Je
hoeft het aan niemand te vragen. Het maakt je slim-
mer en sneller.’
Op een r i j t jeBeiden ervaren het als een prettige manier van wer-
ken. Roseboom: ‘Want het biedt veel vrijheid. Terwijl
we ons nooit aan ons lot overgelaten hebben gevoeld.
Soms twijfelden we wel een beetje of we nog op de
goede weg zaten, en onze stagebegeleider was heel
druk. Maar links- of rechtsom was er altijd wel een
manier te vinden om met hem te praten. Als het niet
persoonlijk kon, dan maar telefonisch, mobiel,
‘s avonds. De communicatie díe je met hem had was
wel heel belangrijk.’ Heeren vult aan: ‘Als je zorgt dat
je alles goed op een rijtje hebt en weet waarom je
bepaalde stappen genomen hebt en waar je naartoe
wilt, kun je goed uitleggen en verantwoorden wat je
hebt gedaan. Juist dan gaan mensen al gauw met je
mee.’
Toenemend belangVoor het bedrijf van Frits de Raad, die beide afstu-
deerders begeleidde, is het zelfstandig kunnen wer-
ken ‘ontzettend belangrijk’. ‘En het belang ervan
neemt toe. Door de huidige economie, maar ook door
de digitalisering en het thuiswerken is er steeds min-
der gelegenheid met medewerkers zaken door te
spreken. Mijn mensen moeten zelf dingen oppakken
en in het korte overleg dat er is kunnen vertellen hoe
ze het gaan doen of gedaan hebben.’ Die zelfstandige
werkwijze faciliteert de importeur wel met digitale
hulpmiddelen, maar een specif iek trainingspro-
gramma is er niet. ‘Ik selecteer mensen op hoe goed
ze zelfstandig in projecten kunnen werken.’
De marketingmanager vindt niet dat jongere genera-
ties daartoe nu beter in staat zijn dan voorheen.
‘Natuurlijk is de jonge generatie wel handiger met
computers, waardoor het voor hen makkelijker is
zelfstandig allerlei informatie te vergaren. Maar ver-
der is het heel persoonlijk. De een heeft veel begelei-
ding nodig, de volgende helemaal niet, dat is nog
steeds zo. Het zou kunnen dat een goede voorberei-
ding tijdens de opleiding helpt, maar iemands per-
soonlijkheid weegt denk ik zwaarder.’
Aan de s lagDirect na zijn afstuderen is Job Roseboom als
Management Trainee bij MAN aan de slag gegaan. In
een tijdsbestek van anderhalf jaar krijgt hij de kans
kennis te maken met diverse functies binnen de
MAN-organisatie, om inzicht te krijgen of een tech-
nische functie of juist het management het beste bij
hem past. ‘Momenteel werk ik aan een intern infor-
matiesysteem dat ervoor moet zorgen dat medewer-
kers gemakkelijk toegang krijgen tot de meest actuele
procedurebeschrijvingen. Zodat ze allemaal op de
juiste manier bijvoorbeeld een offerte opstellen of
een garantie afgeven. Ook daaraan werk ik heel zelf-
standig.’
Tim Tomas Heeren is momenteel, als zelfstandig
ondernemer, druk met zijn ‘Poolse supermarkt’ en
steekt daarnaast tijd in het bijspijkeren van zijn
Engels en wiskunde. ‘Ter voorbereiding op de master
Business Studies die ik na de zomer ga volgen aan de
UvA.’
www.man-trucks.nl
H e t N I e u w e w e R K e N
Stronteigenwijs
Studio Smack staat voor onafhankelijkheid en zelfstandigheid
Als je i e t s ‘geks’ w i l t , moe t j e j e e r a ls opdrach tgever voora l n ie t mee bemoe ien . Onafhanke l i jk he id i s een be langr i jke voor-waarde voor S tudio Smack . Zo s lagen de kun-s tenaars er s teeds weer in b i jzondere anima-t ie f i lmpjes te maken. Zoals de ‘verbaz ingme-ter ’ d ie het Bredase bureau creëer t , samen met de HAN.
Het Nijmeegse DZIGA noemt zichzelf ‘werkplaats voor
filmmakers en videokunstenaars’. Afgelopen januari
presenteerde DZIGA haar project Art of Matching. Doel
ervan is kunstenaars te koppelen aan bedrijven (als
bijvoorbeeld Royal Haskoning) of non-profit instellin-
gen (als de HAN Faculteit Techniek). Een ontmoeting
die aan moet zetten tot een grensverleggende creativi-
teit, tot een innovatief filmproject dat werelden bij
elkaar brengt. Twee van de deelnemers zijn Ton Meydam
en Thom Snels - dertigers in spijkerbroek, petje op,
vestje met capuchon - van Studio Smack, gevestigd in
een strak wit ingericht oud bedrijfspand in Breda-
Noord. In hun werk komen de twee grafische en anima-
tiekunstenaars los van de traditionele film waarbij je
braaf een product aanschouwt dat zich volgens vast sce-
nario ontrolt van begin tot eind. Ze zijn gematched met
de HAN en zijn er blij mee: ‘Kunstenaars en technici
spreken verschillende talen, maar bij de HAN vonden we
elkaar snel op de doelstelling.’
I l lus ieDe HAN formeerde een projectteam, met daarin onder
meer hoofddocent Roy van Dalm en Wilfried Nijhof,
docent Industrieel Productontwerpen. Samen met dit
team en partner Bela Zsigmond gingen Meydam en
Snels aan de slag. Ze brainstormden en ontwikkelden,
met als doel een interactieve video te maken die een
organisatie als de Faculteit Techniek aanzet na te den-
ken over ‘wie zij wezenlijk is’. Met als resultaat een
interactieve installatie, Machina Ludens, die verbazing
kan meten; althans, het wekt deze illusie. Meydam: ‘We
koppelden meerdere bewakingscamera’s en –software
aan elkaar. Die filmen de openbare ruimte. Stel je voor:
nietsvermoedend zie je jezelf opeens in spiegelbeeld op
een groot scherm. Het systeem registreert dat je jezelf
Ton Meydam
Grafisch kunstenaar
Studio Smack
‘Het mooiste compliment is als
de klant zegt dat het ‘nergens
op lijkt’
Thom Snels
Animatiekunstenaar
Studio Smack
‘Soms werken we dagenlang
zestien uur voor een filmpje van
dertig seconden’
14 15 H A N B L A D N R . 1 5
‘een opdrachtgever die een paar gek-ken aan het werk wil zetten, die huurt ons in’
opmerkt en kleurt je vervolgens groen. Je wordt uitge-
licht in de grijze massa. Op dat moment ga je het
systeem ‘voeden’ met je reacties. Hoe meer je het
systeem voert, hoe meer ‘cadeautjes’ het teruggeeft. Zo
krijg je een cumulatieve interactie. Het nodigt uit en is
zo een poëtisch cadeautje aan de openbare ruimte’,
aldus Meydam over de installatie die overigens nog
under contruction is.
Tekenend voor het eigengereide Smack: het investeerde
zèlf het ontbrekende kapitaal. Snels: ‘We leggen erop
toe. Op lange termijn levert het misschien wat op. Een
paar opdrachten, en in ieder geval naamsbekendheid
voor alle partijen. We willen het eigenlijk de wereld over
laten gaan. Onze droom is Times Square.’
AutonomieStudio Smack staat voor een onafhankelijke, zelfstan-
dige manier van werken. Nu is dat misschien niet zo
moeilijk als het om een eigen investering gaat, zoals dit
project met de HAN, maar ook als Meydam en Snels
betaald animatiefilms produceren weten ze hun kriti-
sche, autonome benadering van de hedendaagse leef-
omgeving te bewaren. Meydam en Snels verklaren het
vanuit hun voorgeschiedenis. De drie partners waren
vroeger een vriendenclubje dat knutselde aan filmpjes.
Stronteigenwijs. (Twee keer in de week samen eten:
macaroni met … Smack. Als jeugdsentiment doen ze het
nog wel eens.) Maar het dossier werd allengs groter en
op gegeven moment lag er een heus portfolio. Meydam:
‘Een opdrachtgever die een paar gekken aan het werk
wil zetten, die huurt ons in. Negen van de tien keer krij-
gen we – binnen het idee en de doelstelling van het
bedrijf - carte blanche. Samen denkend komen we er uit.
We zijn geen formulefabriek, maar vinden telkens een
nieuwe formule uit waardoor het resultaat organisch
groeit. Picasso zei: ‘Waarom zou ik precies willen
maken wat ik van tevoren in m’n hoofd had?’ En, vrij
naar John Lennon: ‘Life is what happens to you while you are
busy making other plans.’ Wij willen blijven spelen. Dat
kán een keer fout gaan en dat neem je dan voor lief. Het
mooiste compliment is als de klant zegt dat het ‘nergens
op lijkt’.’
Knet tergekEen voorbeeld. Kledingzaak Het Haantje in Naaldwijk
wilde ‘bewegend behang’, geïnspireerd op de bedrijfs-
naam. Het moest ‘knettergek’ zijn. Smack was toen
gehuisvest in een torenflat. De observatie van bewoners
in de tegenoverliggende f lat leidde tot de parallel van
mensachtige kippen in een legbatterij, compleet met
pikorde. (www.studiosmack.nl; klik op ‘Battery Cage’.)
Snels: ‘We bleken er veel mee te kunnen. Dezelfde
ondernemer heeft een jaar later de MKB-
ondernemersprijs gewonnen, ten teken dat hij iets
durft. Hij is een ideale opdrachtgever voor ons. De
markt is klein, maar kan overal zitten, van commerciële
bedrijven tot culturele instellingen. Het is elke keer ver-
schillend.’
Libel le-gevoelDe drijvende kracht achter hun inspiratie is verwonde-
ring. Meydam: ‘Newton verwonderde zich over de
appel die op zijn hoofd viel. Dat leidde tot vragen en
uiteindelijk tot de formulering van de wet op de zwaar-
tekracht. Onze continue verbazing, daar moeten we
het van hebben. Ja, je moet ook een beetje verknipt zijn
voor dit vak.’ Snels: ‘Belangrijk is daarnaast dat part-
ner Zsigmond een ‘buitenlandse kijk’ heeft op onze
taal. We hebben het niet zo op begrippen als ‘creativi-
teit’ of ‘inspiratie’ of ‘talent’. Dat geeft zo’n Libelle-
gevoel, alsof er iets heiligs rondzweeft. Gewoon, een
goed idee hebben, eraan beginnen en hard werken.
Alles moet opzij om mooie dingen te maken. Soms
werken we dagenlang zestien uur voor een filmpje van
dertig seconden.’
Anarchis tPratend over de eisen die het vak stelt, komen de heren
op het hbo, waar Meydam inmiddels les geeft. Grafisch
Ontwerpen was vroeger duidelijk gedefinieerd: een
boekcover, affiche, briefpapier, advertentie. De acade-
mie is nog ingericht volgens disciplines als grafisch
ontwerpen, animaties of de autonome richting. Maar in
de praktijk vervagen de grenzen. De interessantste ont-
wikkelingen liggen op de snijvlakken van die discipli-
nes. Meydam: ‘Het gaat nu om ‘ontwerpen’. Vervolgens
gaat vormgeving over de vraag: hoe maak ik het mooi?
Als dat maar in dienst staat van het idee, van wat je wilt
communiceren. Form follows function. Dan kan grafisch
ontwerpen van àlles zijn: een beeld, een speech, een
toneelstuk of een taart. Elke leraar wil graag een pun-
ker, een anarchist op zijn academie, maar wel eentje die
met goede dingen komt.’
Of de gladiolenDe hbo-opleiding geeft een goede inhoudelijke onder-
grond. Maar wat de heren missen is scholing in hoe je
een bedrijf runt. Het vak bestaat vooral uit ZZP’ers. Van
hun collega-studenten heeft vijftig procent het vak ver-
laten. Slechts twee procent van hen redt het financieel
met eigen werk zonder bijbaan. Treurig. Meydam: ‘De
maatschappij verwelkomt je na je afstuderen bepaald
niet met open armen. Je moet het he-le-maal zelf doen.
Er moet iets in je zitten dat je – ook buiten de veilige
muren van de academie – doet doorbijten. De dood of de
gladiolen.’
www.studiosmack.nl
www.dziga.nl
www.artofmatching.nl
H e t N I e u w e w e R K e N
Vergaderingen zijn vrijblijvend,
broedplaatsen nooit
Peter Camp schrijft De Broedfactor voor mensen die ‘fucking woest’ zijn
gesproken, maar dat op een moment dat alles zich
concentreert en er heel snel goede afspraken kunnen
worden gemaakt. Op een moment dat iedereen een
gevoel heeft van ‘dit project, daar wil ik bij zijn, dit
wil ik niet missen’. Een leidinggevende stimuleert
hooguit dat zo’n meeting plaatsvindt en neemt het
voortouw om nog een half uur over het project te pra-
ten, meer niet.’
Een dergelijke bijeenkomst is voor Camp niet het-
zelfde als een ‘vergadering’, want veel effectiever en
veel minder vrijblijvend. ‘Als iemand vanwege zijn
functie geacht wordt aanwezig te zijn - vanwege
regels dus - zal hij zich vrijblijvend gedragen, zal hij
‘ja’ zeggen en ‘nee’ doen. Dan spélen de deelnemers
dat ze een team zijn en de leider dat hij een teamleider
is. Als mensen echter vanuit hun eigen verantwoorde-
lijkheidsgevoel, vanuit hun frustratie over een pro-
bleem en hun verlangen om het op te lossen een bij-
eenkomst beleggen is het nooit vrijblijvend.’
HeldenWel is het zo, voegt Camp er aan toe, dat soms het kaf
zich van het koren moet scheiden. Dat er eerst een
schifting moet plaatsvinden tussen de mensen die
zich niet echt voor de oplossing willen inzetten en zij
die dat wel willen. ‘Zij die dat wel willen zijn verliefd
op het project en dus bereid er veel tijd in te steken.
Nee, je herkent ze niet gemakkelijk. Vaak zijn het niet
die met de grote mond en de gladde praatjes. Ze zijn
introverter. Luisteren vooral, maar als ze iets zeggen
is het wel iets dat hout snijdt. Ze hebben soms last van
een hoog ‘ja-maar-gehalte’, maar het zijn nooit men-
sen die uit zijn op macht. Ze willen bovenal iets
gedaan krijgen. Deze mensen leveren een substanti-
ele bijdrage aan het grotere geheel en zijn de ‘helden’
van de broedplaatsen.’
Zo’n broedplaats functioneert als erin wordt samenge-
werkt tussen mensen die in staat zijn zich voortdurend
te verdiepen in de ander en in diens beweegredenen.
‘Ze vragen zich tijdens het overtuigen af of ze de ander
Die vorm beschrijft Peter Camp in De Broedfactor en
hij noemt ze een ‘broedplaats’, een (virtuele) plek
waar burgers of medewerkers alle ruimte krijgen om
tot oplossingen te komen. Zonder voorzitter, notulen
en agenda. Maar wel in een prettige, leef bare ruimte
die mensen in de stemming brengt om hun façade te
laten zakken en te laten zien wie ze werkelijk zijn. Een
locatie die ze werkelijk betrokken maakt bij het wer-
ken aan een oplossing.
Ook een omgeving waarin een leidinggevende geen
andere rol heeft dan een faciliterende. Waarin hij de
richting vasthoudt en vanuit die visie de geschikte
mensen bijeen brengt. Een type dat meewerkt op de
werkvloer, met zijn medewerkers echt in gesprek gaat
en ze de gelegenheid geeft zich te ontwikkelen. Die
zich uit de winst van de organisatie niet verrijkt op
een manier die hij zijn mensen niet kan uitleggen
maar wel, als er een sterfgeval is in de familie van een
van zijn medewerkers, zelf de bloemen gaat brengen.
‘Je hebt moderne regenten nodig die mensen niet
controleren, maar stimuleren en verbinden om samen
tot een oplossing te komen. Die zorgen voor sociale
cohesie.’
Nooi t v r i jb l i jvendCamp illustreert de gang van zaken aan de hand van
een projectgroep waar hij vanuit zijn rol als docent
aan de HAN bij betrokken was. ‘Studenten, docenten
en een leidinggevende zijn hier bij mij thuis in
Westervoort bijeen gekomen. We hebben gegeten,
gedronken, geluisterd naar elkaars persoonlijke ver-
halen. Het laatste half uur is er over het project
Hi j heef t z i jn boek geschreven voor ‘ondernemende’ mensen die voor z i jn ideeën open s taan. Nie t voor de managers d ie e igenl i jk het l ie fs t vas thouden aan hun regels , p lanning en cont ro le , maar voor de mensen die ‘ fuck ing woest ’ z i jn over zoveel inperk ing. En voor le id inggevenden die de z in inz ien van het u i t wisselen van f rus t rat ies en het ver langen om tot werkbare oplossingen te komen, maar al leen nog nie t goed weten hoe ze er vorm aan moeten geven.
‘De echte helden van de broedplaats zijn
niet uit op macht’
Peter Camp
Docent en organisatieadviseur
‘Tijdens een vergadering spélen
de deelnemers dat ze een team
zijn’
16 17 H A N B L A D N R . 1 5
niets opdringen. Als deze mensen elkaar goed kennen,
voelen ze zich veilig om elkaar op de kloten te geven en
kunnen dat doen met de juiste argumenten.’
Veel sociale cont ro leIn het bedrijfsleven en binnen de overheid bestaan al
diverse fysieke broedplaatsen. Rijkswaterstaat heeft
zijn future center LEF, Apple zijn Dreaming Room en
het ROC in Den Bosch beschikt over een Black Box.
Ruimtes ingericht als een rock & roll-café - compleet
met biertap -, als meditatieruimte of knusse huiska-
mer. ‘Naarmate Het Nieuwe Werken z’n intrede doet
en steeds meer mensen op afstand van hun kantoor
Broedplaats EenTweeTien Broedplaats EenTweeTien van de
HAN, stichting Dollypop, Meervorm
en Denkbeeldenstorm is een plek
voor jonge creatieve studenten en
professionals om, in l i jn met
de broedfactoren van Peter Camp,
‘veil ig te kunnen vri jbuiten, experi-
menteren, contacten te leggen met
professionals en opdrachtgevers in
de creatieve sector’. Aldus de identi-
ficatie van de site eentweetien.nl. De
oprichters schrijven: Om studenten
te leren leren, brengen wij hen in een
situatie waarin ze zelf sturing moeten
geven aan het leerproces.’
www.eentweetien.nl
hun werk doen en geen eigen bureau meer hebben
groeit de behoefte aan een ‘open haard’, aan een sfeer
waarin die ultieme vorm van samenwerken als in een
broedplaats kan plaatsvinden. Zonder regels, maar -
omdat iedereen veel belangstelling heeft voor elkaar en
elkaar heel goed kent - wel met veel sociale controle.’
Een manier van werken die wat Peter Camp betreft
ook een reactie is op de toenemende complexiteit van
de samenleving en de snelheid waarmee deze veran-
dert. ‘Problemen worden internationaler en ingewik-
kelder. Op de toenemende onzekerheid, frustratie en
behoefte aan invloed die dat met zich meebrengt zijn
broedplaatsen een antwoord.’
Camp kijkt om zich heen
Peter Camp (62) komt uit een middenstandnest en heeft daaruit meegekregen de behoefte aan ruimte voor zijn eigen ideeën
en de gewoonte om ‘om me heen te kijken’. ‘Om gebruik te maken van was er al is, ideeën van buiten naar binnen te halen
en zaken met andere zaken te verbinden.’ Na een studie Sociologie kwam hij eerst in onder meer de sociale hulpverlening en
het opbouwwerk terecht. Daarna werd hij docent aan de HAN. Zijn vernieuwende methoden voor het veranderen van
organisaties die hij daar introduceerde, inspireerden zijn studenten. Sinds twintig jaar werkt hij parttime als opleider/
trainer voor het VDO Opleidings- en Adviescentrum van de HAN en parttime als zelfstandig organisatieadviseur. Camp is
de schrijver van een tiental managementboeken waarvan De Gekookte Kikker en Kracht met de Matrix de bekendste zijn.
De Broedfactor - betrokkenheid aanwakkeren in organisaties en samenleving - is dit voorjaar in de race geweest voor de
verkiezing van het Managementboek van het Jaar 2010. De uitgave is verkrijgbaar via Uitgeverij Business Contact
Amsterdam. www.debroedfactor.nl
H e t N I e u w e w e R K e N
18 19
Zo sterk als nieuw
Tauw en studenten Civiele Techniek ontwikkelen Duurzaamheidskompas
De gemeente Assen wil dat vijftig procent van haar
inkopen duurzaam zijn. Bij de aanbesteding van de
aanleg van achthonderd meter f ietspad op de
Pitteloseweg koos ze voor advisering door Tauw, ves-
tiging Assen. Dit ingenieursbureau hanteerde daarbij
het Duurzaamheidskompas, ontwikkeld samen met
studenten Civiele Techniek van de HAN. Deze studen-
ten werken inmiddels bij Tauw.
Joost Brilleman, senior projectleider afdeling Civiel
bij Tauw: ‘Dit Duurzaamheidskompas is het enige
instrument in Nederland dat voor grond- weg- en
waterbouwprojecten een beoordeling van duurzaam-
heid mogelijk maakt over het hele traject.’
Casper van der Giessen, hoofddocent en begeleider
van de studenten aan de HAN, meldt tevreden dat het
kompas de Vitae Civiel Award 2009 in de wacht heeft
gesleept. ‘Volgens de jury een inhoudelijk goed ver-
haal, vernieuwend, en breder toepasbaar.’
Social re turn on investmentTauw en de gemeente Assen vergeleken met het kom-
pas vijf varianten: asfalt, beton, recyclingbeton, klin-
kers en géén fietspad. Criteria waren de inzet van
machines, onderhoud en het gebruik van grondstof-
fen. En dit in zowel de ontwerp- en de realisatiefase als
tijdens de gebruiksperiode. De scores vatten ze samen
in een rozet met de kleuren rood, geel of groen.
Het projectteam koos voor social return on investment
door werkzoekenden in te zetten. Het transport werd
gedaan door vrachtwagens met Euro V motoren die de
laagste uitstoot hebben en met een transportplan dat
vervoer naar en op de werkplaats en van personeel
zoveel mogelijk beperkte. Ook een punt van aan-
dacht: hydraulische olie is meestal sterk verontreini-
gend. Bij zeer hoge drukken is het knappen van een
slang geen theoretisch risico. In de aanbesteding is
het gebruik van biologisch af breekbare olie beoor-
deeld. Verder is er - voor het recyclingbeton waar de
keuze op viel - geen grind gebruikt maar menggranu-
laat van gerecycled puin. Even sterk als nieuw en met
dezelfde eigenschappen bij vorst en regen.
AanbestedingenMet het kompas werden ook aanbestedingen vergele-
ken. Brilleman: ‘Aannemers kunnen op duurzaam-
heid scoren. In de aanbesteding is dit uitgedrukt in
geld. We noemen dat ‘gunnen op waarde’.’
Bijvoorbeeld: aannemer 1 schrijft in op 100.000 euro.
Hij scoort op duurzaamheid 50.000 euro. Resteert
50.000 euro. Aannemer 2 schrijft in op 110.000 euro
en scoort 80.000 euro. Resteert € 30.000. Aannemer
2 krijgt de opdracht en factureert 110.000 euro.’
Aannemer De Jong & Breunis te Rouveen ging uitein-
delijk met de eer en de opdracht strijken.
In het roodOverigens, wie denkt dat ‘geen f ietspad aanleggen’
de duurzaamste oplossing is: op het aspect ‘kosten
van onderhoud’ zit deze optie zwaar in het rood. Nu
ligt er een karrenspoor. Voor f ietsers hoef je dit
slechts glad te trekken met een grader, shovel of kil-
ver. Bef ietsbaar maken is simpel; bef ietsbaar houden
is de kunst, want na elke regenbui moet de gemeente
opnieuw aan de bak. En voortdurend gras maaien en
onkruid wieden. Dit slurpt brandstof, dus duurzaam
is anders.
www.tauw.nl/duurzaamheidskompas
Assen. Waar denk t u aan bi j d ie naam? Juis t ja : T T, motorengebrul en dr i f ten door de S t rubben. Leuk en spectaculair natuur l i jk , maar n ie t erg mi l ieuvr iendel i jk . Toch z i jn ze daar in Assen wel degel i jk mi l ieubewust . Zo ging de gemeente b i j de aanleg van een f ie tspad nie t voor de laagste pr i js , maar voor duurzaamheid.
‘Geen fietspad aanleggen?
Op ‘kosten van onderhoud’ zit
deze optie zwaar in het rood’
H A N B L A D N R . 1 5
Ook ‘s nachts zonne-energie
De Warmtebuddy, een oplaadbare warmteaccu
Zonnecol lec toren z i jn a l lang geen vreemd ver-schi jnsel meer in Neder land. Om de vr i jko-mende energ ie op t e vangen , z i jn mees t a l grote vaten nodig. A l top Kunstof techniek in ’s-Heerenberg heef t samen met de HAN een k le in vat ont wikkeld waar in veel energie kan worden opgeslagen om op een later t i jds t ip te kunnen gebruiken. Minis ter Cramer van VROM kwam het protot ype ze l f op de hogeschool bek i jken.
‘In de meeste woningen is niet voldoende ruimte voor
een groot vat om de energie op te vangen’,aldus Altop
directeur Chiel Berndsen. Samen met HAN-studenten
en hun begeleiders ging zijn bedrijf de uitdaging aan
een kleiner vat met dezelfde mogelijkheden te bou-
wen. In het ontwikkelde prototype zit een speciaal
materiaal: PCM, Phase Changing Material. Dit mate-
riaal kan aanzienlijk meer warmte opnemen dan
water. Het kan bovendien een faseverandering onder-
gaan: van vloeibaar naar vast en andersom. Berndsen:
‘Via faseverandering kun je energie onttrekken en
weer vrij laten komen. En op die manier is het moge-
lijk in een relatief klein vat veel energie op te vangen.’
Protot ypeStudenten Werktuigbouwkunde en Bouwkunde
ontwikkelden samen met Altop een eerste prototy-
pe. Ze onderzochten onder andere diverse soorten
faseveranderingsmateriaal en alternatieven voor
warmteopslag. Het eerste prototype bleek zo veelbe-
lovend dat wederom HAN-studenten, ditmaal van
Werktuigbouwkunde en Autotechniek, een tweede
prototype bouwden in het kader van een verdiepende
minor. Jan Verbeek, hoofddocent Werktuigbouw-
kunde met als specialisatie energietechniek, bege-
leidde het project. ‘De eerste opdracht was een
rekenmodel op te stellen om later een full scale model
te kunnen ontwikkelen.’ Het tweede vat zou een gro-
tere warmteinhoud moeten hebben en over meer
vermogen moeten beschikken. Het onderzoek richt-
te zich verder op het beter registreren van de presta-
ties, op het meer rekening houden met de uiteinde-
lijke productiewijze en op een betere isolatie om
stilstandverlies tegen te gaan. Tijdens het ontwik-
kelen werd de opzet van het vat precies omgedraaid:
in plaats van buisjes met PCM waar het water
omheen stroomt, maakt prototype 2 gebruik van
buisjes die omringd zijn door PCM waar het water
dóórheen stroomt. Prototype 2 bleek een f ikse ver-
betering ten opzichte van zijn voorganger en
ondanks enkele forse kinderziektes bij de bouw,
bleek het vat een aanzienlijke hoeveelheid warmte te
kunnen opslaan.
Nul-energiewoningDe bedoeling is nu dat het vat wordt ingebouwd in de
nul-energiewoning die momenteel met steun van
enkele ondernemers en het Achterhoeks Centrum
voor Technologie gebouwd wordt. Daarna kan het
straks ook in nieuwbouw en bestaande woningen
worden ingebouwd. De energie die vrijkomt kan
gebruikt worden voor vloerverwarming, of voor het
opwarmen van water via een koppeling aan de cv-
ketel. Maar daartoe is volgens Jan Verbeek nog eerst
verder onderzoek nodig waarin wat hem betreft
opnieuw de HAN een rol zou kunnen spelen. Met een
kwinkslag vraagt Verbeek zich af ‘hoe dat f inancieel
in het vat gegoten kan worden’.
Een deel van die f inanciering zou kunnen komen uit
de GasTerra Transitie Jaarprijs. De Warmtebuddy is
gedeeld derde geworden, goed voor vijfduizend euro.
De prijs is in het leven geroepen om studenten te sti-
muleren na te denken over de toekomst van energie-
voorzieningen. Tineke Huizinga, demissionair
minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer reikte de prijzen medio maart uit.
‘Deze kennis moeten we koesteren.’
www.altop.nl
‘Veel meer warmteopname dan met water’
Invent ie fAltop Kunststoftechniek bouwt appara-
ten, machines en installaties van ther-
moplastische kunststoffen. Inventief
gebruik van de kunststoftechniek
maakt oplossingen mogelijk die vol-
doen aan de scherpe eisen van de
moderne industrie ten aanzien van vei-
ligheid, kwaliteit, duurzaamheid en effi-
ciency. Het bedrijf combineert specia-
listische kennis met knowhow op het
gebied van staalconstructies en bestu-
ringssystemen.
D u u R Z A A M H e I D
Tauw en studenten Civiele Techniek ontwikkelen Duurzaamheidskompas
waterstof wordt zichtbaar
in de straten van Arnhem
De ombouw van een Subaru, naar een wagen die met een
verbrandingsmotor op waterstof rijdt, is op een haar na
klaar, vertelt Jan van Beckhoven van de Stichting
Waterstof Onderneming Gelderland. Als in september
het tankstation in Arnhem gereed is kan de omgebouw-
de Subaru gaan rijden. Tegelijk werken HAN-studenten
(begeleid door onder andere lector Voertuigmechanica,
Bram Veenhuizen) nu aan de ombouw van een Fiat
Doblo. Deze auto krijgt een elektromotor die zijn ener-
gie primair uit batterijen haalt. Als range extender wordt
er een brandstofcel ingebouwd: als de batterijen bijna
leeg zijn of veel vermogen nodig is, wordt er ook stroom
direct uit de brandstofcel gebruikt.
PionierenDe ombouwprojecten zijn leerzaam voor studenten én
docent. ‘Ja, het is een beetje pionieren, samen met
betrokken bedrijven als Nedstack, E-Tracktion en
HyGear. Van dit type wagens rijden er nog maar heel
weinig rond op de wereld, dus heel veel kennis erover
moet nog worden opgebouwd.’ Daarmee kunnen
docenten het curriculum aanvullen. Studenten doen
kennis en vaardigheid op die ze in de automotive-van-
de-toekomst - waarin het niet langer draait om fossiele
brandstoffen - uitstekend kunnen gebruiken, weet
Van Beckhoven.
BussenVoorts is de hogeschool betrokken bij de uitontwikke-
ling van bussen die net als de Doblo gebruikmaken van
brandstofcellen als range extender, maar aangedreven
worden door wielnaafmotoren, voor een nog hoger
rendement. Deze bussen zullen waarschijnlijk dit
najaar testritten gaan uitvoeren in Arnhem, zodra daar
het tankstation gereed is. HAN-studenten zullen ver-
volgens het rijden en tanken gaan monitoren, toetsen
en er verslag over uitbrengen aan de stichting.
Ten slotte, bij het bureau Wisse Kommunikatie werkt
een student van de opleiding Communicatiesystemen
aan een kennisbank op de website van de stichting. In
het kader van zijn stage vult hij die bank met alle ver-
gaarde kennis over het elektrisch en op waterstof rij-
den. Zie: www.hymove.nl.
DiscussieEr is overigens veel discussie over het maken van
waterstof. Door de wijze waarop het geproduceerd
wordt zou waterstof - well to wheel gerekend - niet het
meest duurzame energierendement opleveren, weet
Jan van Beckhoven. ‘Maar, juist door er aan te werken
komen we tot nieuwe technieken die waterstof wel
duurzaam zullen maken’, is zijn overtuiging.
De Stichting Waterstof Onderneming Gelderland is
verantwoordelijk voor de uitvoering van de projecten.
De stichting wordt f inancieel gesteund door de provin-
cie Gelderland, de gemeente Arnhem en de Stadsregio
Arnhem-Nijmegen.
www.hymove.nl
Autotechniek van de HAN is druk met een aantal waters tofprojecten die d i t jaar nog z ichtbaar worden in de s t raten van Arnhem. Diverse omgebouwde auto’s en bussen gaan binnenkor t tes t-r i t ten maken.
20 21 H A N B L A D N R . 1 5
Over voordelen
langdurige samenwerking
Jubilerend, snelgroeiend SBC pakt uit met congres en boek
Op de drempel van de zomer vakant ie gaat HAN Smar t Business Center ( SBC ) nog ‘ns f l ink u i t-pakken. Di t jaar bestaat SBC v i j f jaar, genoeg reden voor een fees te l i jk congres op 30 juni . Cent raal thema is duurzaamheid.
Er zullen een aantal interessante presentaties plaatsvin-
den rondom het thema duurzaam ondernemen. Onder
andere met Peeze uit Arnhem, een bedrijf dat koffie
duurzaam laat verbouwen, produceert en op de markt
brengt. Het zal, samen met Rabobank Foundation, dat
met microkredieten koffieplantages in Zuid-Amerika
ondersteunt, een ‘inspirerende’ samenwerkingscasus
behandelen, vertelt SBC-directeur Jonathan van
Deutekom. Peeze en het SBC werken inmiddels intensief
samen op het gebied van de branding van Peeze en de
doorontwikkeling van de verkooporganisatie. Ook
andere leden van het SBC-netwerk, waaronder techni-
sche dienstverlener Alewijnse, werken mee aan het pro-
gramma. De Nijmeegse onderneming is, met onder-
steuning van SBC en het lectoraat, door een proces van
lean manufacturing (world class excellence) gegaan. HAN-
studenten hebben bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar
de wijze waarop de ombouw van vestigingen van een
grote supermarktketen efficiënter - en daarmee goed-
koper en ook duurzamer kon.
In tensie f samenwerkenIn een interactief avondprogramma zullen verschil-
lende ondernemers laten zien hoe zij duurzaam
ondernemen en waar intensieve samenwerking met
de hogeschool toe kan leiden. ‘Het zijn allemaal voor-
beelden van de resultaten van partnerships die dui-
delijk maken dat de echte toegevoegde waarde van de
HAN vrijkomt als er over een langere periode inten-
sief wordt samengewerkt’, aldus Van Deutekom.’Hij
wil het congres ook benutten om naar de toekomst te
kijken. Het streven van HAN Smart Business Center is
vroegtijdig signalen uit de markt op te pikken en er
proactief mee aan de slag te gaan en te komen tot
integrale oplossingen. ‘Het is bijvoorbeeld technisch
goed mogelijk met tuinbouwkassen energie op te
wekken. Rendabel wordt het pas als het overschot aan
energie elders benut kan worden, door er omwonen-
den of naastgelegen bedrijven van te laten profiteren.
Zoiets vergt een integrale oplossing en daarvoor moet
je dus een breed project opzetten waar ook woning-
corporaties in een vroeg stadium bij betrokken wor-
den. Dergelijke geïntegreerde projecten, onder de
noemer ‘wijk van de toekomst’, waar het thema duur-
zaamheid en wonen, welzijn en zorg samenkomen,
willen we de komende tijd veelvuldig gaan opstarten
en er studenten van tal van opleidingen bij betrekken.’
Enorm gegroeidDe visie van SBC op de toekomst maakt een belangrijk
onderdeel uit van het jubileumboek dat tijdens het
congres gepresenteerd wordt. Daarin natuurlijk ook
een terugblik op vijf jaar SBC. Een periode waarin het
SBC-netwerk enorm gegroeid is. Alleen al de laatste
maanden hebben zich vele nieuwe bedrijven aange-
meld. Daaronder Compu’Train, Daalderop, Deltec,
Enerpro, Euro Grass, Heigo, Impala Fruit, Providentia
Environment Solutions en Rasoc. Onlangs schreven
zich nog in TTS en Femergy training en coaching.
Voor meer informatie over de jubileumactiviteiten:
www.han.nl/sbc
‘Bedrijven met goede business-cases zijn van harte welkom’
D u u R Z A A M H e I D
een vollediger mens en een betere professional
HAN moet nóg internationaler worden
bedieningen reageren op de bewegingen van de speler.
Dit soort opdrachten maken voor ons nu het verschil.
Zonder was 2009 geen geweldig jaar geweest, nu is het
een heel goed jaar geworden.’
Hoog t i jdEn niet alleen het bedrijfsleven internationaliseert. Ook
‘Den Haag’ moet zich steeds meer gelegen laten liggen
aan ‘Brussel’, en grensregio-gemeentes ervaren samen-
werking met de buren aan de andere kant van de grens
als steeds relevanter. Nederland is altijd al een open
economie geweest, maar door de komst van internet en
daaruit voortvloeiende globalisering is onze samenle-
ving internationaler dan ooit geworden.
Nu is die ontwikkeling natuurlijk niet aan de Hogeschool
van Arnhem en Nijmegen voorbij gegaan. Er worden
studiereizen ondernomen, studenten en docenten doen
mee aan uitwisselingen en met allerlei buitenlandse
kennisinstellingen wordt gezamenlijk onderzoek
gedaan. Maar al die initiatieven staan op zichzelf. Hoog
tijd, vond collegelid Kristel Baele, werk te maken van
een strategisch beleidsplan internationalisering. Om
een extra stimulans te geven aan internationalisering
en de lopende activiteiten elkaar te laten versterken.
Westerse br i l a fzet ten Het is haar niet alleen te doen om van de afgestudeerden
betere professionals te maken. ‘Ik heb zelf veel in het
buitenland gestudeerd en gewerkt - onder meer in
Zwitserland - en gewoond in Afrika en die ervaringen
hebben me persoonlijk zeer verrijkt. Die ervaringen gun
ik iedereen van harte. In het buitenland moet je een
beroep doen op je ondernemerszin en creativiteit en je
aanpassen. De Westerse mens bekijkt alles om zich
heen door een bril met Westerse opvattingen en oorde-
len. Als je in het buitenland bent leer je die bril af te
zetten.’
Wat het plan desalniettemin niet beoogt is dat elke stu-
dent een fiks deel van zijn studie in het buitenland
doorbrengt. Dat is, stelt Baele, niet duurzaam - ‘denk
aan de CO2-footprint die al dat heen en weer vliegen ver-
oorzaakt’ -, maar ook niet wenselijk, omdat niet ieder-
een dat wil en kan. En ook is het niet voor elke studie
22 23
K r is te l Baele schaar t de HAN, a ls het om inter-nat iona l i se r ing gaat , onder de ‘kop loper s’, ver wi jzend naar de benchmark die de hoge-schoolbestuurder recent heef t la ten ui t voeren. Toch v indt ze het hoog t i jd dat het aanbod van de hogeschool nog internat ionaler wordt en zo nog beter gaat aanslui ten op de behoef te van het bedr i j f s leven en andere beroepenvelden.
Internationaal actief zijn is allang niet meer alleen iets
van de grote multinationals. Zo’n 100.000 Nederlandse
MKB-bedrijven doen tegenwoordig aan export, blijkt uit
onderzoek. Neem het Nijmeegse NTS Optel. Lange tijd
een op Nederland georiënteerd bedrijf, maar sinds vorig
jaar nadrukkelijk internationaal actief. Directeur Emile
Asselbergs: ‘We maken nu een eigen product, voor mul-
tinationale opdrachtgevers. Dat betekent dat we ook een
internationaal toelevernetwerk hebben opgebouwd. Dat
we vorig jaar die stap hebben gemaakt was geen toeval.
Door internet is het leggen van initiële contacten zo veel
gemakkelijker geworden en dan komen de internatio-
nale opdrachten vanzelf op je pad. Hele interessante
opdrachten ook. We werken nu bijvoorbeeld aan syste-
men voor het testen van de optica, voor de volgende
generatie van de X Box. Die kan straks zonder afstand-
H A N B L A D N R . 1 5
Emile Asselbergs
Directeur NTS Optel
‘Door internet leggen jongeren
gemakkelijker internationale
contacten’
Kristel Baele
Lid CvB HAN
‘Mensen met internationale
ervaring hebben een pre’
een vollediger mens en een betere professionaleven hard nodig. Internationalisation at home, zoals dat in
het beleidsplan wordt geduid, kan bijvoorbeeld de vorm
krijgen van Engelstalige programma’s met zowel
Nederlandse als buitenlandse studenten. ‘Die zullen
merken, als ze op een gegeven moment samen een
opdracht moeten gaan uitvoeren, dat die ander niet het-
zelfde referentiekader heeft. Dat bijvoorbeeld zoiets als
‘goede gezondheidszorg’ voor de één strikt bepaald
wordt door de arts en voor de ander vooral ook door de
patiënt. Je studeert dan in een Nederlandse context,
maar wel een zeer multiculturele.’
Al veel gebeurdAfstudeerders meer internationale bagage meegeven is
natuurlijk wel een belangrijk doel van het plan. ‘Wij wil-
len mensen af leveren die het al min of meer gewend zijn
in een internationale omgeving te opereren, net als het
bedrijf waar ze aan de slag gaan. Net zo goed als we
docenten willen af leveren die internationaal georiën-
teerde startbekwame leerkrachten zijn.’
Waarmee de HAN-bestuurder niet de indruk wil geven
dat de huidige afstudeerders van die kwaliteiten ver
afstaan. ‘Er is al heel veel gebeurd de afgelopen jaren.
Natuurlijk binnen faculteiten als Economie en
Management en opleidingen als Autotechniek en Life
Sciences. Maar ook binnen Gezondheidszorg kunnen
studenten kennis in en over het buitenland vergaren. En
onze sportopleidingen leiden managers op die weten
wat er in de internationale wereld van de topsport te
koop is.’
Emile Asselbergs van NTS Optel herkent die internatio-
nale oriëntatie van de HAN-studenten die hij als stagi-
airs of afstudeerders over de vloer krijgt. ‘Voor jonge
mensen is het gebruik van internet, om daarmee inter-
nationaal te communiceren, sowieso de normaalste
zaak van de wereld. Ze leggen en onderhouden daardoor
die internationale contacten gemakkelijker dan de wat
oudere generaties in mijn bedrijf.’
Bundel ingMaar, voegt Asselbergs er aan toe, dit betekent nog niet
dat studenten echt gewend zijn internationaal te opere-
ren. De ontplooide internationale activiteiten hebben
positieve effecten, meent Baele, maar om te zorgen dat
opleidingen hun aantrekkingskracht op die internatio-
naliserende buitenwereld behouden, is er meer nodig
dan allerhande losstaande initiatieven. Bundeling van
de behoefte aan huisvesting voor buitenlandse studen-
ten bijvoorbeeld kan de opmaat zijn naar veel effectie-
vere oplossingen, met minder leegloop. Het bijeenbren-
gen van alle contacten met buitenlandse instellingen
kan ervoor zorgen dat de HAN de relaties met een paar
instellingen veel meer kan verbreden en verdiepen. En
van het goedgeorganiseerde taalonderwijs van die ene
faculteit kan dan de hele instelling genieten, aldus
Baele.
Een preHet beleidsplan bevat een aantal concrete targets, zoals:
17 procent van de studenten volgt een internationale
stage en 3 procent van het docentencorps moet van bui-
tenlandse origine zijn. Lage percentages? Ze vindt ze
vooral ‘reëel’, want gebaseerd op landelijke benchmarks
van de huidige situatie, met een paar procent erboven-
op. ‘Natuurlijk zou ik het mooi vinden als we nog wat
hoger uitkomen, maar vergeet niet dat de HAN zeer
breed is. Een mondhygiëniste hoeft niet per se naar het
buitenland. En ik heb liever dat docenten meer meedoen
aan uitwisselingen of deelnemen aan internationale
conferenties en met hun ervaringen collega’s enthousi-
asmeren, dan dat we grote groepen buitenlandse leer-
krachten binnenhalen. Maar we zullen er wel op gaan
selecteren: mensen met internationale ervaring hebben
een pre.’
Einddoel van het plan is dat internationalisering in de
mainstream komt van het onderwijs en onderzoek van de
HAN. De trekker van dat streven is het International
Office. Met aan het hoofd Jan Pouwels, een man met
veel internationale ervaring en - al lange tijd werkzaam
binnen Educatie - zeer goed op de hoogte van de proces-
sen binnen de HAN, zo duidt Kristel Baele hem. Aan
Pouwels is het de ambities van bestuur en faculteiten te
vertalen naar jaarplannen. ‘Met SMART geformuleerde
doelstellingen en hoeveel tijd en geld het kost. Nee,
vrijblijvend is dit proces zeker niet.’
www.optel.nl
Vrouw van de were ldKristel Baele (1959) is geboren in
België en heeft in Gent polit ieke en
sociale wetenschappen gestudeerd
en aan de Universiteit van Antwerpen
een masterdegree Organizat ional
Sociology behaald. Later in haar car-
rière is ze nog geslaagd voor het
Executive Management Program van
het IMD in Lausanne. Haar eerste
loopbaanstap zette ze ook in
Zwitser land, in Genève, bi j de
Internat ional Labor Organizat ion
(ILO). Daar was ze verantwoordeli jk
voor het ontwerp en management en
de monitor ing en evaluat ie van
beroepsonderwijsprojecten in Azië
en Afrika. In Afrika heeft ze ook een
ti jdlang gewoond. Later ging ze voor
de ILO in Turijn aan de slag. Begin
jaren negentig verhuisde ze naar
Nederland waar ze managementfunc-
ties vervulde aan de universiteiten in
Delft en Leiden en leiding gaf aan
internationaliseringprocessen. Sinds
2008 is ze collegelid en cfo van de
HAN.
I N t e R N A t I O N A L I S e R I N G
24 25
Ieder is
verantwoordelijk
voor het geheel
Open source onderwijsontwikkeling: opleiding en praktijk niet langer gescheiden
Anno 2010 los je problemen nie t meer op in een gesloten omgeving. Nee, je ‘gooi t het in de groep’. Je gebruik t de inbreng en kunde van ve len, net a ls Wik ipedia of L inux doen. Open source. Zo worden tegenwoordig ook de muren tussen lerarenople id ing en scholen doorbroken. Die gaan samen bijvoorbeeld het curriculum ontwerpen. Ketenintegratie in het onder-wijs : leverancier en klant vervlechten. De opleiding is een ‘co-creatie’.
Vroeger verdwenen afgestudeerden bij de lerarenoplei-
ding zo goed als helemaal uit zicht. Het onderlinge
contact tussen scholen en opleidingen was beperkt. Nu
ontwikkelen scholen voor primair en voortgezet
onderwijs samen met de HAN en Radboud Universiteit
de opleiding van toekomstige collega’s. Op hun beurt
verlenen HAN en Radboud assistentie bij onderzoek en
bijscholing. De relatie leverancier-afnemer van compe-
tenties verandert in die van partners in onderwijsprak-
tijk en –opleiding. ‘Waarom hebben we dat niet eerder
gedaan?’
Van de grondDirck van Bennekom, bestuurder van De Alliantie die
zeven scholen in Nijmegen en het Land van Maas en
Waal bestuurt, Gerda Geerdink, senior onderzoeker
aan de Faculteit Educatie van de HAN en Ruud
Klarus, lector Werkplekleren aan dezelfde faculteit,
melden dat er altijd al een deel van de opleiding bin-
nen de scholen plaatsvond: de stage. ‘Dus tussen
sommige scholen en opleidingen bestond al zo’n
samenwerking’, aldus Van Bennekom.
Maar het kwam pas echt van de grond toen na
‘Lissabon’ de politiek zich ermee ging bemoeien.
Het subsidiepotje voor opleidingsscholen hielp
uiteraard ook. Niet alleen fundamenteel onderzoek,
Dirck van Bennekom,
Bestuurder van De Alliantie
‘Tussen sommige scholen en
opleidingen bestond al zo’n
samenwerking’
Gerda Geerdink,
Senior onderzoeker HAN
‘Je moet iemands loopbaan niet
opknippen in een stukje oplei-
ding en de rest’
Ruud Klarus,
Lector Werkplekleren HAN
‘De conclusies trekken we
gezamenlijk, dat vergroot het
draagvlak.’
H A N B L A D N R . 1 5
maar juist praktijkgericht onderzoek door mensen
die die praktijk goed kennen kan bijdragen aan de
onderwijskwaliteit, werd het devies. Dat speelt het
hbo in de kaart. Van Bennekom noemt als voorbeeld
van zo’n samenwerking de open source leer-werkop-
drachten voor studenten. Op de website van het
project kun je ontwikkelingen in de etalage zetten,
je eigen voorstellen uploaden en die van collega’s
downloaden.
ScheidingKlarus wijst op zes schoolbesturen die zo samen
competentieprof ielen hebben opgesteld. Waarom
zou ieder apart het wiel uitvinden? Hij noemt co-
creatie een doorbraak: ‘Alle resultaten naast elkaar
leggen, onderling vergelijken en best practices overne-
men. Bijkomend voordeel: de conclusies trekken we
gezamenlijk, dat vergroot het draagvlak.’
Geerdink: ‘Praktijkmensen maken op die manier
meer gebruik van de achterliggende theorie. Het
sinds de jaren zeventig gehanteerde RDD-model
(Research, Development and Diffusion, red.) heeft
geleid tot een scheiding tussen onderzoekers die
theorie construeerden, ontwikkelaars die leerplan-
nen schreven en de leraar als uitvoerder. We zijn er
nu achter dat die taakverdeling niet goed is.’
‘Onderwijs-problemen? Gooi ze in de groep!’
‘Ketendenken dringt door in het onderwijs’
MenuAnder voorbeeld. In Apeldoorn heeft ROC Aventus
samen met de bedrijfstak Hotel Toerisme en Recreatie
een ‘menukaart’ ontwikkeld om verworven competen-
ties van leerlingen te meten. De systematiek kun je ook
op de beroepsgroep zelf loslaten en zo verborgen com-
petenties, bijvoorbeeld voor het beroep van docent
beroepsonderwijs, ontdekken.
De HAN heeft samen met het Centrum voor
Ondernemerschap een databestand ontwikkeld (zie
kadertekst) waarop studenten en leraren bij een lesont-
werp kunnen terugvallen op iets bestaands. Vergelijk
het met Plasterks Wikiwijs, maar dan bescheidener.
ImagoDoor de samenwerking verloopt de overgang van
school naar beroepspraktijk veel soepeler. De oplei-
ding krijgt feedback van zijn klant en het hbo levert
bijscholing aan leraren en assistentie bij onderzoek.
Dat verbetert het imago van het vak. Van Bennekom:
‘Na vijf jaar ervaring zien we beslist een positief effect,
de opleidingsscholen hebben daadwerkelijk invloed op
het curriculum van de lerarenopleidingen.’
De student maakt via dit leerlingenwezen-nieuwe-stijl
elk facet van het leraarschap mee en vindt makkelijk
een baan, soms al op zijn stageplek. Tijdens het laatste
opleidingsjaar mogen velen zich verheugen in een
dienstverband met salaris. Winst is ook dat betere
leraren leiden tot meer gemotiveerde kinderen en meer
aanmeldingen voor het leraarschap.
Niet opknippenDe opbrengst van de samenwerking is niet goed in geld
uit te drukken. Klarus: ‘We mogen er eigenlijk geen
geld aan verdienen.’ De waardecreatie zit ‘m eerder in
de meerwaarde van de ‘excellente’ jonge leraar dan in
een batig saldo.
De lerarenopleiding is steeds meer een gezamenlijke
verantwoordelijkheid van lerarenopleidingen en scho-
len voor voortgezet onderwijs. Dat ziet Van Bennekom
als pure winst. Ook Geerdink ziet opleiding en werk-
veld al lang niet meer als gescheiden werelden:
‘Waarom zou de opleiding alleen verantwoordelijk zijn
voor de start van iemands loopbaan? Na de opleiding
ben je ‘startbekwaam’, maar daarmee houdt het leren
niet op. Wij willen ketenverantwoordelijkheid dragen,
dus moet je iemands loopbaan niet opknippen in een
stukje opleiding en de rest. Ketendenken betekent:
ieder is verantwoordelijk voor het geheel, maar ook
specifiek voor een bepaalde schakel.’ Klarus tenslotte:
‘Co-creatie is respect tonen voor ieders expertise, dus
geen hutspot waar iedereen over alles evenveel te ver-
tellen heeft.’
Samenonder wi jsmaken.nlEen website voor primair onderwijs
met bijdragen van studenten, docen-
ten en leraren primair onderwijs.
Samenonderwijsmaken.nl is een initi-
at ief van Pabo Arnhem en Pabo
Groenewoud en go! De site is voort-
gekomen uit een masterclass go! om
ondernemerschap binnen educatie te
stimuleren.
BRuGGeN NAAR De pRAKtIjK
‘Hoe bouw ik een diesel om naar aardgas?’
pabo-studenten in het kielzog van Darwin
Metano wil handboeken op de markt gaan brengen voor het ombou-
wen van direct ingespoten diesels naar motoren die voor 80 procent
op biogas of aardgas kunnen lopen. ‘Wij denken te weten hoe het
technisch kan en hopen dit jaar het eerste prototype gereed te krij-
gen’, vertelt Nando Klein Gunnewiek, directeur van het bedrijf uit
Lichtenvoorde. Als hij daarna de goedkeuring binnenheeft van de
RDW, die aan auto’s op gas speciale eisen stelt, wil hij de hand-
boeken gaan opstellen in samenwerking met studenten van HAN
Autotechniek. ‘Met hun technische bagage en de kennis die ze hier
opdoen moeten ze in staat zijn die boeken op te stellen, voor elk type
dieselmotor één.’
Die handboeken worden vervolgens verstrekt aan garagebedrijven die
de ombouw gaan uitvoeren. Klein Gunnewiek rekent op veel belang-
Een week aan boord van de Clipper Stad Amsterdam, in het kiel-
zog van Darwin. Die belevenis hebben twee Pabo-studenten van de
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen overgehouden aan een succes-
vol stageproject. De befaamde wiskundige Robbert Dijkgraaf reikte
begin maart deze door veel studenten felbegeerde prijs uit tijdens het
Beagle Live evenement in Utrecht.
Sander Fielt en Erik Slag hebben, samen met twee studenten
Bouwkunde van de HAN, het combistage-project Het Tuimelhuis
doorontwikkeld en uitgevoerd op een aantal basisscholen. Het
Tuimelhuis is een educatieve, demontabele woning die de ‘echte’
wereld de school in brengt. Het huis wekt nieuwsgierigheid, roept
vragen op en nodigt uit tot zelf doen. Het bestaat uit een frame met
twintig panelen. Bedrijven uit de directe omgeving van de school
kunnen panelen ‘adopteren’. Vervolgens wordt er aan elk paneel een
lesconcept gekoppeld. Zo leren kinderen verschillende bedrijven ken-
nen en de bedrijven leren op welke manier ze jonge kinderen kunnen
interesseren voor hun vakgebied. Dit levert een belangrijke bijdrage
aan de doelstelling van de Nederlandse overheid om meer jongeren te
interesseren voor techniek.
Combis tageDe Pabo-studenten hebben hun prijs gewonnen met de beschrijving
van de resultaten van hun ‘combistage’. Combistages zijn stageop-
drachten waarbij een of meer Pabo-studenten samen met een of meer
bètastudenten aan een opdracht werken. Zo leren bètastudenten hun
vakgebied uit te leggen aan kinderen en Pabo-studenten krijgen meer
kennis van het vakgebied van de bètastudent. Hierdoor krijgen zij
meer zelfvertrouwen in het geven van les over wetenschap en tech-
niek. De stages worden uitgevoerd in het kader van het Programma
stelling omdat rijden op 80 procent biogas of aardgas veel goedkoper
is, en beter voor het milieu. ‘Een auto die puur op biogas rijdt is zelfs
CO2-neutraal. Bij 80 procent zal de uitstoot dus een fractie zijn en dat
zal een veel lagere BPM en wegenbelasting met zich mee brengen’,
schetst hij de voordelen. ‘Er zal waarschijnlijk een speciaal, laag
belastingtarief komen. Nederlanders vinden dat over het algemeen
wel interessant.’
Nando Klein Gunnewiek hoopt voor het eind van het jaar alles rond
te hebben en begin 2011 met de handboeken van start te kunnen. Het
is een commercieel initiatief, maar de startkosten zijn voor de helft
betaald door de provincie Gelderland.
www.supro.nl
VTB-Pro dat 5000 leraren en 5000 aankomende leraren in staat stelt
zich te verdiepen en te bekwamen in het domein wetenschap en tech-
niek in het basisonderwijs. Het is een programma van het Platform
Bèta Techniek dat ook de prijsvraag uitschreef.
De Clipper Stad Amsterdam is op 1 september 2009 vertrokken voor een
reis rond de wereld. Dit in het kielzog van Darwin die de reis maakte
met de HMS Beagle, in de periode 1831-1836. De Clipper doet het wat
sneller - in acht maanden. In die periode komen er steeds nieuwe gas-
ten aan boord, om onderzoek te doen, te filosoferen, hun creativiteit te
uiten, te schrijven, om kennis op te doen en om kennis te delen. Hun
ervaringen zijn te volgen via de VPRO tv-serie en de website.
beagle.vpro.nl
www.vtbpro.nl
26 27 H A N B L A D N R . 1 5
Deuren openen met de telefoon
Intercom Control Box biedt oplossing voor sleutelprobleem
‘Stel je 8 8-jar ige schoonvader is s lecht ter been. O f h i j is net op het to i le t en de thuis-zorgmedewerker bel t aan. Hoe moet h i j d ie dan binnenlaten? Natuur l i jk bestaan er a l techni-sche oplossingen, zoals een kast je bui ten aan de muur met een code. Maar hoe s t igmat ise-rend wi l je z i jn? Ik probeer al t i jd de koppel ing tussen mens en techniek te maken.’ Aan het woord is Gerold Wanders , d i rec teur van WENQ, een bedr i j f dat gespecial iseerd is in woning- en gebouwcommunicat ie .
‘Drie jaar geleden heb ik een oplossing bedacht voor
in bestaande woningbouw die werkt via een normale
dect-telefoon. Als iemand bij de centrale toegangs-
deur aanbelt, kan je schoonvader met de telefoon via
de intercom spreken en kan hij met diezelfde telefoon
de deur van het appartementencomplex en zijn eigen
voordeur openen.’ Dat eenvoudige systeem heeft
Wanders verder ontwikkeld tot de zogenaamde ICB,
de Intercom Control Box, die een flexibele en praktische
oplossing biedt voor veel bestaande intercomsystemen
in zorginstellingen en appartementencomplexen.
Wanders: ‘Het mooie aan dit systeem is dat je innova-
tieve oplossingen in de bestaande woningbouw op
relatief eenvoudige wijze kunt realiseren.’
Uni forme inf ras t ructuur.Wanders, ex-HANstudent (‘het lijkt wel eeuwen gele-
den dat ik de HTS heb afgerond’), geeft aan dat het
systeem weliswaar zeer eenvoudig klinkt, maar dat
realisatie in sommige gevallen een technische uitda-
ging is. ‘Er bestaan wel veertig verschillende inter-
comsystemen en we willen in een appartementen-
complex beslist geen nieuwe bekabeling trekken,
maar gebruik maken van het bestaande intercomsy-
steem.’ Hij zou graag zien dat in alle nieuwbouw één
universele infrastructuur wordt aangelegd, één
IP-netwerk waarop alles is aan te sluiten; televisie,
computer, intercom, telefoon, zorgalarm, telemedi-
cin, noem maar op. ‘Er wordt in de markt niet of
nauwelijks op deze wijze gedacht en gerealiseerd.’
WENQ is nu bezig met een tweetal projecten in
Apeldoorn en Berg en Dal waar deze uniforme net-
werkinfrastructuur gerealiseerd wordt. ‘IP is de toe-
komst, de f lexibiliteit geeft de mogelijkheid gebou-
wen te faciliteren naar behoefte.’
Onbeperk tIn bestaande gebouwen moet de ICB dus op het aan-
wezige intercomsysteem kunnen werken.
Toepassingen via de ICB werken vanuit elke plaats in
de woning en maken het daarmee ook geschikt voor
bedlegerige mensen om bezoek, huisarts of tafeltje-
dek-je binnen te laten. Er bestaan natuurlijk al tech-
nische oplossingen, zoals een kastje op de deur waar
de thuiszorgmedewerker zijn pasje door kan halen,
de sleutel kan laten zakken en de deur kan openen.
Wanders: ‘Maar een dergelijk systeem is erg omslach-
tig en bepaald niet universeel toepasbaar.’
De toepassingen lijken onbeperkt. Wanders: ‘Met de
ICB is het mogelijk de kwaliteit van leven van ouderen
en mensen met een beperking te verbeteren en men-
sen langer zelfstandig te laten wonen, een absolute
noodzaak nu de samenleving in snel tempo vergrijst.’
Per fecte opdrachtWanders heeft nog wel een uitdaging voor zijn voor-
malige hogeschool. ‘Er moet op de HAN toch een
groep enthousiaste techniekstudenten zijn die wil
helpen bij de technische realisatie van verbeteringen
aan de ICB. Laat ze maar komen, ik heb een perfecte
stage- of afstudeeropdracht voor ze.’
www.wenq.nl
‘Ik heb een geweldige uit-daging voor een groep enthousiaste techniekstudenten’
‘Met dit systeem kunnen mensen langer zelfstandig bli jven wonen’
c A R R I è R e
Leren te leren leren
Meer zelfsturing student vergt meer coachende rol docent
Een van de ‘docenttrainers’ is Bernadette ter Heine
van de Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij.
Studenten, geeft ze aan, moeten aan het eind van hun
opleiding zelf in staat zijn eigen accenten te leggen.
‘Tijdens hun studie krijgen ze natuurlijk een bepaalde
standaard vakbekwaamheid mee, maar daarbinnen
moeten ze zelf kunnen beoordelen of datgene dat ze
produceren of verlenen een goed product of een goede
dienst is. Hoe ze tot dat product of die dienst komen
is ook iets waarin ze zelf keuzes moeten maken. Of
ze, zeg maar, via B van A naar C gaan of via D, dat is
aan henzelf. De samenleving verwacht van professio-
nals dat ze dat kunnen. Dat ze door zelfref lectie hun
eigen werk kunnen beoordelen, hun keuzes goed
kunnen verantwoorden en zo hun vakbekwaamheid
voortdurend verbeteren.’
Twee ‘omgevingen’De hele opleiding Toegepaste Psychologie is ‘door-
trokken’ van het trainen van zelfsturing, geeft Ter
Heine aan. Het is zichtbaar in de twee ‘omgevingen’
waarin de student z’n opleiding volgt: de werkomge-
ving en de leeromgeving.
‘In de werkomgeving gaan de studenten, samen met
medestudenten, aan de slag met een beroepsopdracht.
Het ontwikkelen en geven van cognitieve gedragsthe-
rapie aan bepaalde personen bijvoorbeeld. Of het ach-
terhalen van de geschiktheid van personen voor de
functie van directeur basisschool. De docent geeft aan
wat de opdracht is, maar de studenten bepalen zelf hoe
ze dat resultaat gaan behalen en hoe het eindproduct er
uit gaat zien. Eerst maken ze daarvoor een plan waarin
zij ook criteria hebben beschreven waaraan het eind-
product moet voldoen. De docent geeft daar z’n goed-
keuring aan en laat de studenten vervolgens zelfstan-
dig naar dat eindresultaat toewerken. Met als belang-
rijkste hulpmiddel de Handleiding Werkwijzer.’
In de leeromgeving gaat het er traditioneler aan toe
en wordt er in hoorcolleges veel theorie overgedra-
gen. ‘Maar dan krijgen ze wel precies die kennis mee
die ze voor het vervullen van hun opdracht in de werk-
omgeving nodig hebben.’
Coachende ro lDeze vorm van onderwijs, gericht op het zelfsturend
maken van studenten, vergt van docenten dus een
andere, veel meer coachende rol, weet Ter Heine.
‘Zeker in die werkomgeving moet hij zich voortdu-
rend afvragen of hij moet bijsturen of niet. Hij moet
beoordelen of de studenten opdrachtgericht bezig
zijn, of ze op een goede manier samenwerken en of ze
in staat zijn hun werk goed te evalueren. De docent
moet voortdurend afwegen of hij studenten moet
laten twijfelen of zekerheid moet bieden, of hij ze
fouten moet laten maken, of moet corrigeren. Wij
trainen onze docenten zodat ze die groepsprocessen
beter leren herkennen en beter kunnen bepalen wan-
neer ze moeteen ingrijpen.’
Li fe long learning. Voor e lke beroepsgroep geldt tegenwoordig dat het leren en s tuderen nie t ophoudt b i j het ont vangen van het d ip loma. Maar dat vergt wel het vermogen om zel fs tandig te bepalen welke kennis je nodig hebt , hoe je d ie e igen te maken en dat leerproces te organiseren. Die vere is ten gelden zeker ook voor de beroepsgroep van psychologen. Dus worden HAN-studenten Toegepaste Psychologie t i jdens hun ople i-ding hierop voorbere id . En omdat dat van hun docenten een andere ro l v raagt kr i jgen die een speciale t rain ing.
‘Moet hij ze laten twijfelen
of zekerheid bieden?’
28 29 H A N B L A D N R . 1 5
Simulatie-school zet student op scherp
Lector gooit forse ‘steen’‘Als je een steen in het water gooit die genoeg golven maakt komen ze vanzelf bij je uit.’ Met die metafoor
verklaart Hans Elias de Bree, R&D-directeur van Microflown Technologies waarom hij met zijn nieuwste
vinding in het wetenschappelijk tijdschrift Scientific American terecht is gekomen. ‘Je kunt daar verder
zelf niets aan doen. Een verslaggever van het magazine moet je vinding oppikken, in andere media, op
internet of horen van collega’s. Als hij het interessant genoeg vindt maakt hij er een artikel over puur
op basis van informatie die hij via derden verzamelt. Hij belt je alleen nog op om je het verhaal voor te
leggen en te vragen of het klopt. Zo zorgen ze dat het wetenschap en geen reclame wordt’, schetst De
Bree de gang van zaken.
‘Di t te l t were ldwi jd’De ‘steen’ die De Bree, tevens lector Vehicle Acoustics aan de HAN, gegooid heeft is de acoustic vector
sensor (AVS). Met dit instrument op de vliegtuigromp bevestigd kan een piloot alle kanten op ‘horen’ of
er geen andere vliegtuigen gevaarlijk dicht in de buurt komen. Vanzelfsprekend zijn er alternatieve sen-
soren op de markt, maar omdat die allemaal zelf ook een signaal afgeven zijn die in de VS verboden voor
kleine en privé luchtvaarttuigen. De AVS is passief en luistert enkel. De AVS kan botsingen voorkomen
zoals die van een privé vliegtuig met een sightseeing helicopter vorig jaar boven New York.
De Bree is erg blij met de publicatie in Scientific American. Het blad mag gerekend worden tot de vijf
belangrijkste wetenschappelijke tijdschriften van de wereld, weet hij. ‘Iedereen kent Science en Nature
en bijna iedereen kent Scientific American. Als je daarin genoemd wordt ben je superbelangrijk. Ik heb
ooit met een pagina in de Telegraaf gestaan, maar in België telt dat al niet meer. Dit telt wereldwijd.’
Om die reden nemen tal van andere media het bericht over. Er is een sneeuwbal van publiciteit ontstaan.
En straks van opdrachten, daarvan is De Bree overtuigd. ´We werken nu nog aan het proof of concept.
Zodra dat gereed is – naar schatting over twee jaar - kunnen we er de markt mee op.’
www.microf lown.com
Lesgeven op een zeer zwakke school, compleet met ongeruste moeders
en woedende vaders. Voor die uitdaging werden Pabo-studenten van de
HAN gesteld. Op de simulatieschool De Posbank hebben ze dit voorjaar
een week lang voor de klas gestaan en ervaren dat een leerkracht heel wat
meer taken heeft dan lesgeven.
‘Team en directie van De Posbank, de Inspectie heeft jullie school
als ‘zeer zwak’ beoordeeld’, zo luidde het eerste bericht dat de Pabo-
studenten te horen kregen. ‘Morgen wordt het inspectierapport open-
baar. We vragen jullie om de komende week met elkaar te werken aan
een verbeterplan, zodat we de Inspectie vertrouwen kunnen geven in
structurele verbetering van de kwaliteit van leren op De Posbank, op
korte én op langere termijn.’
Ongeruste moeders, woedende vadersDe simulatieschool stond vervolgens een week lang bol van incidenten,
net als die in menige echte school aan de orde van de dag zijn. Compleet
met boze of ongeruste ouders, gespeeld door acteurs. De Pabo-studenten
gaven na afloop aan de week als ‘erg leerzaam’, ‘uitdagend’, ‘realistisch’
en bovenal ‘erg motiverend’ te hebben ervaren. Studenten vonden het
erg nuttig om binnen deze innovatieve werkvorm als team aan de slag te
zijn met visie, kwaliteitszorg, contact met ouders en met derden, interne
relaties en verantwoording. Ze vertelden dat ze, met de simulatieschool
in hun bagage, de LIO-stage met meer vertrouwen tegemoet zien.
Aanleiding voor de simulatieschool is het snel veranderende
perspectief op ‘goed’ leraarschap. De opkomst van de ‘brede scholen’,
de maatschappelijke druk op het onderwijs als opvoedende instantie en
de nadruk op verantwoording zorgen ervoor dat van leerkrachten veel
meer gevraagd wordt dan goed functioneren in de eigen klas. Actief
bijdragen aan de hele schoolorganisatie wordt voor leerkrachten steeds
belangrijker.
Lector van het jaarIn het kader van OCW-Kwaliteitsagenda Krachtig Meesterschap is sub-
sidie toegekend aan de simulatieschool, om die de komende twee jaar
door te ontwikkelen. Voor het ontwikkelen van de simulatieschool is
HAN-lector Governance en Innovatiedynamiek in het Onderwijs, Frans
de Vijlder, door ScienceGuide en het Interstedelijk Studentenoverleg
genomineerd voor ‘Lector van het jaar’.
K O R t N I e u w S
30 31
Lector Van den Hondel koninklijk onderscheiden
H A N B L A D N R . 1 5
Kees van den Hondel, sinds augustus 2006 lector Industriële
Microbiologie aan de HAN en tevens hoogleraar aan de Universiteit
van Leiden, is bij zijn officiële afscheid geridderd.
Van den Hondel werd benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-
Nassau voor zijn verdiensten in het onderzoek naar schimmels.
Biotech-bedrijven als DSM gebruiken schimmels voor de productie
van enzymen en andere hoogwaardige producten. Het is met name
in dit veld dat Kees van den Hondel internationaal aan de top staat.
De wereldwijde schade door schimmels toegebracht aan de voedsel-
voorziening bedraagt elk jaar meer dan 100 miljard dollar. Daarbij
zijn de middelen om schimmels efficiënt en zonder gevaar voor de
volksgezondheid te bestrijden zeer beperkt. Ook dit terrein behoort
tot het aandachtsveld van Kees van den Hondel. Met Hitexacoat, een
biotechnologiebedrijf je dat hij daartoe heeft opgericht, onderzoekt hij
nieuwe bestrijdingsmogelijkheden. Hij richt zich daarbij op natuur-
lijke stoffen die eenvoudig en goedkoop zijn te winnen, zodat ze ook
toegankelijk zullen zijn voor de economisch zwakkere landen in de
derde wereld.
Ondanks zijn pensionering zal Van den Hondel gewoon actief blijven
als CEO van Hitexacoat en zal hij ook onderwijs blijven geven aan
zowel de universiteit van Leiden als de Hogeschool van Arnhem en
Nijmegen.
Van den Hondel ontving de onderscheiding uit handen van de bur-
Agenda 21 mei ‘Inspireren tot Innoveren’. Wat maakt dat innovaties in de zorg
succesvol zijn? Vrijdag 21 mei, 13.30 – 16.30 uur; Aula Berg en Dalseweg
81, Nijmegen. Aanmelden: (024) 353 06 00, [email protected].
27 mei Masterclass: Vergezichten. Over onderzoeksmatig werken en
ontwikkelen in de (opleidings)school. Donderdag 27 mei; Gymnasion
- Campus Heijendaal, Heijendaalseweg 141, Nijmegen. Informatie:
Jeanette Dusschooten, (024) 353 00 30, [email protected].
8 juni Seminar Genen, Voeding en leefstijl. Zijn onze genen het beste aan-
gepast aan de oorspronkelijke voeding van de mens (jager-verzamelaar)?
Dinsdag 8 juni, 17.00 – 19.30 uur; HAN – Nijmegen, Bisschop Hamerhuis
– zaal H0.21, Verlengde Groenestraat 75, Nijmegen. Aanmelden:
17 juni Installatie HAN-lectoren Langdurige Zorg Marian Adriaansen
en Rob van der Sande. Donderdagmiddag 17 juni; Auditorium HAN
Campus in Nijmegen, Kapittelweg 33, Nijmegen.
5-8 juli Internationaal IntEnt congres, een jaarlijks congres rondom het
thema Ondernemerschap en Onderwijs. HAN Campus, Ruitenberglaan 26,
Arnhem. Voor meer informatie en/of aanmelden: www.intent2010.com.
gemeester van Noordwijkerhout, op 1 april tijdens het European
Conference on Fungal Genetics, eind maart. Deze conferentie was door
Van den Hondel zelf georganiseerd in samenwerking met het HAN
BioCentre en de Universiteit van Leiden.
www. hanbiocentre.nl
www.hitexacoat.com
LectoratenHuub Pijnenburg heeft op 25 maart het ambt als HAN-lector voor het
Lectoraat Werkzame Factoren in de Zorg voor Jeugd aanvaard.
Sharda Nandram is met ingang van 1 mei 2010 benoemd tot Lector
Ondernemerschap.
wat is uw nieuws?Voor u ligt het HANblad. Het valt bij 20.000 adressen in de bus waaronder
heel veel innovatieve bedrijven in het midden- en kleinbedrijf. Het blad
wil zo fungeren als communicatiekanaal tussen de HAN, bedrijven en
hun ruimere omgeving. Het is inmiddels uitgegroeid tot een platform
waar resultaten van interactie tussen de hogeschool en haar omgeving
voor het voetlicht worden gebracht. Het HANblad streeft naar artikelen
over actuele, maatschappelijk relevante, concrete actie van concrete
mensen met concreet resultaat. De samenwerking tussen de HAN en
haar externe relaties staat daarbij voorop. Wij nodigen u dan ook uit
om voorbeelden van zo’n interactie, een idee of een ander interessant
onderwerp via het HANblad in de schijnwerpers te zetten. Dan is uw
nieuws ook ons nieuws. Overigens neemt het HANblad ook met plezier
uw advertentie op.
Het HANblad is een magazine van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen bedoeld voor vernieuwende bedrijven, not for profit organisa-ties en het regionale grootbedrijf.
Real isat ie :HAN Marketing, Communicatie en Voorlichting
Redact ie :Martin van Zaalen, Claudia Fitsch en Marina Beckers, redactie-assistente (024) 353 04 [email protected]
Medewerkers :Claudia Fitsch, Han Geurts, Lucy Holl, Frank Höppener
Fotograf ie :Ralph Schmitz, Coos Dam, Megastock
Vormgeving en product ie :Communicerende OntwerpersUbbergen
Adver tent ies , abonnementen en adreswi jz ig ingen :Marina Beckers, (024) 353 04 [email protected]
cOLOFON
De grondstof voor het gebruikte papier is af komstig uit verantwoord beheerde bossen, de folie is gemaakt van plantaardige suikers en kan in de GFT bak.
De overheid bemoeit zich steeds intensiever met het onderwijs.
‘Verstatelijking’ heet dat: een steeds complexer en verfijnder stelsel van
regels dat niet zelden eerder als ‘hinderlijk’ dan als ‘helpend’ wordt erva-
ren. Tegelijkertijd worden schoolbesturen uitgedaagd dynamiek in hun
bestuur en organisatie te brengen.
De ‘overmaat’ aan bestuur en de waarneming dat de nationale overheid
al die sturingspretenties niet waar kon maken, leidden in de jaren zeven-
tig tot een steeds intensievere zoektocht naar andere manieren om het
onderwijs te organiseren en te besturen. Sindsdien zijn schoolbesturen
verzelfstandigd vanuit de gedachte dat de overheid niet langer vanuit één
centraal punt kan sturen. Scholen worden, met de lumpsumbekostiging
in de hand, uitgenodigd om zich creatief en ondernemend op te stellen,
in het belang van de deelnemer en de publieke zaak. Zo hebben de klein-
schalige, verzuilde scholen plaatsgemaakt voor de grote, verzelfstan-
digde professionele organisaties.
Deze kanteling in het bestuur van het onderwijs is een onvoltooid proces.
Het zichtbaar maken en tot leven laten komen van juist deze dynamiek
in bestuur, organisatie en regelgeving vormt de rode draad van het boek
‘Wat is goed onderwijs? Bestuur en regelgeving’ van Ruud Klarus en
Frans de Vijlder (red.). Klarus en De Vijlder zijn beiden als lector verbon-
den aan de Faculteit Educatie van de HAN.
Ter gelegenheid van het verschijnen van hun boek vindt op 18 mei een
minisymposium plaats. Behalve de schrijvers zullen Leonard Geluk
(Voorzitter College van Bestuur ROC Midden Nederland), Simone
Walvisch (Bestuurslid PO-Raad) en Kristel Baele (Lid College van
Bestuur HAN) het woord voeren.
Minisymposium 18 mei. Plaats: HAN, Faculteit Economie en Management,
Ruitenberglaan 31, Arnhem; tijd: 13.30 uur tot 17.00 uur.
Informatie: [email protected].
Dynamiek onderwijsbestuur tot leven in nieuw boek en symposium
3
3
Ruud KlarusFrans de Vijlder(red.)
Wat is goed onderwijs?Bestuur en regelgeving
ISBN 978-90-5931-537-2
9 7 8 9 0 5 9 3 1 5 3 7 2
‘Wat is goed onderwijs?’ Deze vraag blijft de gemoederen volop bezighouden. Gelukkig maar, want zonder discussie over deze vraag ook geen goed onderwijs. In dit boek vindt u niet ‘de definitieve waarheid’ over goed onderwijs. Die waarheden zullen we telkens opnieuw moeten formuleren op basis van relevante en actuele kennis.
Dit boek is het tweede in een reeks die telkens vanuit een andere discipline wordt geschreven. In het eerste deel stond de sociologische invalshoek centraal. In het tweede deel worden vragen en thema’s vanuit een psychologisch perspectief behandeld. Het gaat hierbij om de vraag wat leren nu eigenlijk is. Hoe leren mensen feiten? Hoe leren mensen vaardigheden? De discussie over het bestaan en de relevantie van het begrip leerstijlen blijkt nog steeds niet ten einde. Een ander belangrijk onderwerp is motivatie. Hoe is motivatie te beïnvloeden en op welke manier hangt dit samen met zelfsturing? Leren is een sociaal gebeuren, je kunt het niet alleen. Samenwerkend leren blijkt tot betere leerresultaten te kunnen leiden. Het gebruik van computers daarbij kan onder voorwaarden voor extra ondersteuning en intensivering zorgen. Hoe kunnen leraren gebruikmaken van de kennis die de laatste jaren ontwikkeld is in de breinwetenschappen? Inzichten vanuit de psychologie worden gekoppeld aan het leren van bepaalde schoolvakken en leren binnen bepaalde contexten. Welke psychologische inzichten zijn relevant voor het beter leren van taal en van rekenen? En op welke manier kan het leren in arbeidsorganisaties verbeterd worden? In een afsluitend hoofdstuk wordt de vraag gesteld wat de gepresenteerde psychologische inzichten betekenen voor de leeractiviteiten van leerlingen en de onderwijsactiviteiten van leraren. Hoe kunnen zij deze kennis gebruiken voor beter onderwijs?
De bijdragen, geschreven door auteurs die al jaren werkzaam zijn in en voor het onderwijs, bieden een relevante psychologische kennisbasis voor leraren, studenten van lerarenopleidingen, managers en beleidsmakers. Professionals die zich vooral laten leiden door de vraag hoe zij de aan hen toevertrouwde leerlingen en studenten zo goed mogelijk onderwijs kunnen bieden.
Ruud Klarus is lector bij de faculteit Educatie van de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN). P. Robert-Jan Simons is hoogleraar-directeur van de lerarenopleiding IVLOS (Universiteit Utrecht).
Ruud Klarus Frans de Vijlder (red.)W
at is goed onderw
ijs?