Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees...

64
Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel. nl-BE M.-Nr. 09 289 590

Transcript of Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees...

Page 1: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Gebruiks- en montagehandleidingGaskookplaten

Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestelplaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en uvoorkomt schade aan uw toestel.

nl-BE M.-Nr. 09 289 590

Page 2: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

2

De kookplaat mag ook gebruikt worden in landen die niet op het toestel vermeldworden als land van bestemming. De Dlandspecifieke uitvoering en de manierwaarop de kookplaat wordt aangesloten, hebben er een grote invloed op of dekookplaat op een correcte en veilige manier werkt.Neem daarom contact op met de Miele-organisatie in het betreffende land als uhet toestel in een land wilt gebruiken dat niet op het toestel vermeld staat.

Page 3: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Inhoud

3

Opmerkingen omtrent uw veiligheid ...................................................................  5

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................  16

Overzicht ..............................................................................................................  18Kookplaat .............................................................................................................. 18

KM 3034 ...........................................................................................................  18KM 3054 ...........................................................................................................  19

Schakelaars........................................................................................................... 20Brander.................................................................................................................. 21Bedieningselementen/displays kookwekker ......................................................... 22Bijgeleverde accessoires....................................................................................... 23

Ingebruikneming van het toestel .......................................................................  24Kookplaat voor de eerste keer reinigen................................................................. 24Kookplaat voor de eerste keer in gebruik nemen.................................................. 24

De juiste pannen..................................................................................................  25

Tips om energie te besparen .............................................................................  27

Bediening .............................................................................................................  28Vonkontsteking...................................................................................................... 28Inschakelen ........................................................................................................... 28Vlam instellen ........................................................................................................ 29Uitschakelen.......................................................................................................... 29Comfort-uitschakeling........................................................................................... 29Controlelampje "Aan" / restwarmte-indicator ....................................................... 30

Kookwekker .........................................................................................................  31Kookwekker........................................................................................................... 31Kookwekkertijd aan een kookzone toewijzen ....................................................... 31

Beveiligingen........................................................................................................  32Inschakelblokkering............................................................................................... 32Vlambeveiliging ..................................................................................................... 32Automatische uitschakeling .................................................................................. 32

Reiniging en onderhoud......................................................................................  33Keramische plaat................................................................................................... 34Pannendrager ........................................................................................................ 35Schakelaars........................................................................................................... 35Brander.................................................................................................................. 35

Nuttige tips ..........................................................................................................  37

Page 4: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Inhoud

4

Bij te bestellen accessoires................................................................................  40

Veiligheidsinstructies voor het inbouwen .........................................................  41

Veiligheidsafstanden ...........................................................................................  42

Aanwijzingen voor het inbouwen .......................................................................  45

Inbouwmaten .......................................................................................................  46KM 3034 ................................................................................................................ 46KM 3054 ................................................................................................................ 47

Inbouwen..............................................................................................................  48

Elektrische aansluiting........................................................................................  50

Gasaansluiting .....................................................................................................  52

Brandervermogen................................................................................................  54

Aanpassen aan een andere gassoort ................................................................  55Tabel voor de inspuiters ........................................................................................ 55Inspuiters vervangen ............................................................................................. 55

Grote inspuiters vervangen ..............................................................................  55De kleine inspuiters vervangen ........................................................................  56

Functie controleren................................................................................................ 58

Miele-Service, typeplaatje, garantie ..................................................................  59

Productgegevensbladen .....................................................................................  60

Page 5: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

5

Deze kookplaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging vanhet toestel tot gevolg hebben.

Lees de gebruiks- en montagehandleiding daarom aandachtigdoor, voordat u het toestel in gebruik neemt. In de handleidingvindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veilig-heid, gebruik en onderhoud.Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die isontstaan doordat de veiligheidsinstructies en waarschuwingen nietin acht zijn genomen.

Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze dooraan een eventuele volgende eigenaar.

Page 6: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

6

Juist gebruik

Deze kookplaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden en ingelijkaardige omgevingen.

Deze kookplaat mag niet buiten worden gebruikt.

Gebruik deze kookplaat uitsluitend in huishoudelijke context voorhet bereiden en warmhouden van gerechten. Gebruik voor anderedoeleinden is niet toegestaan.

Personen die op grond van hun fysieke, zintuiglijke of psychischeproblemen, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de kook-plaat niet in staat zijn om deze veilig te bedienen, moeten bij de be-diening onder toezicht staan. Deze personen mogen het toestel al-leen zonder toezicht bedienen als zij een eerst zijn geïnstrueerd. Zijdienen eventuele gevaren van een onjuiste bediening te herkennenen begrijpen.

Page 7: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

7

Kinderen in het huishouden

Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu-rend toezicht houdt.

Kinderen vanaf acht jaar mogen de kookplaat alleen zonder toe-zicht gebruiken als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten bedie-nen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van eenfoutieve bediening.

Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht reinigen.

Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van dekookplaat bevinden. Laat ze nooit met de kookplaat spelen.

De kookplaat wordt tijdens het gebruik heet en blijft dat ook nogenige tijd nadat het is uitgeschakeld. Houd kinderen op een afstand,totdat de kookplaat voldoende is afgekoeld en er geen verbrandings-gevaar meer bestaat.

Verbrandingsgevaar!Bewaar geen voorwerpen die voor kinderen interessant zijn, bovenof achter de kookplaat. Dat kan kinderen ertoe brengen op het toe-stel te klimmen.

Verbrandingsgevaar!Draai de grepen van de pannen zo dat ze zich boven het werkbladbevinden, zodat kinderen de pannen niet van de kookplaat kunnentrekken.

Verstikkingsgevaar! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen inverpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken endaardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buitenhet bereik van kinderen.

Maak gebruik van de vergrendeling, zodat kinderen het toestelniet onbedoeld kunnen inschakelen.

Page 8: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

8

Technische veiligheid

Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken ofherstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voorde gebruiker. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogenalleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkendzijn.

Beschadigingen aan de kookplaat kunnen uw veiligheid in gevaarbrengen. Controleer de kookplaat op zichtbare beschadigingen. Eenbeschadigde kookplaat mag niet in gebruik worden genomen.

De kookplaat kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als hijop het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.

De elektrische veiligheid van de kookplaat is uitsluitend gegaran-deerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol-gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda-mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek-trische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.

De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatjemoeten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet overeen-komen, om beschadiging van de kookplaat te voorkomen. Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting. Raadpleeg bij twijfeleen elektricien.

Stekkerdozen of verlengsnoeren bieden niet voldoende veiligheid(brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aansluiten van de kook-plaat op het elektriciteitsnet.

Gebruik de kookplaat alleen als deze is ingebouwd, zodat de vei-ligheid gewaarborgd is.

Deze kookplaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals eenboot) worden gebruikt.

Page 9: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

9

Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elek-trische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaaropleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van de kookplaatleiden.Open nooit de behuizing van de kookplaat.

Het recht op garantie vervalt wanneer de kookplaat door eentechnicus wordt gerepareerd die niet door Miele is geautoriseerd.

Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelenworden vervangen. Alleen van deze Miele onderdelen kunnen wij ga-randeren, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.

De kookplaat mag niet worden gebruikt met een externe schakel-klok of een systeem voor besturing op afstand.

Alleen een erkend vakman mag het apparaat plaatsen en aanslui-ten op het gas- en elektriciteitsnet. Als de stekker wordt verwijderdof als de aansluitkabel geen stekker heeft, mag het apparaat uitslui-tend door een vakman op het elektriciteitsnet worden aangesloten.

Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een elektri-cien worden vervangen door een speciale aansluitkabel van het typeH 05 VV-F (pvc-geïsoleerd). Zie hoofdstuk "Elektrische aansluiting".

Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet dekookplaat volledig van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Contro-leer dit als u

– de zekeringen in uw zekeringkast uitschakelt, of

– de zekeringen van de huisinstallatie volledig worden losge-schroefd, of

– als de stekker (indien aanwezig) uit de contactdoos is getrokken.Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.

– de gastoevoer sluit.

Page 10: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

10

Gevaar voor elektrische schok!Neem de kookplaat niet in gebruik bij een defect of bij breuken,scheuren en barsten in de keramische plaat c.q. schakel het appa-raat meteen uit. Maak de kookplaat spanningsvrij en sluit de gastoe-voer af. Neem vervolgens contact op met Miele.

Als de kookplaat achter een meubelfront (bijv. een deur) is ge-plaatst, sluit deze nooit terwijl de kookplaat in werking is. Achter eengesloten meubeldeur verzamelt zich warmte en vocht. Daardoor kun-nen kookplaat, inbouwnis en vloer worden beschadigd. Sluit eenmeubeldeur pas als de restwarmte-indicaties gedoofd zijn.

Page 11: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

11

Efficiënt gebruik

De kookplaat wordt heet als deze in gebruik is en dat blijft hij ooknog enige tijd na het uitschakelen. Pas zodra het lampje voor de res-terende warmte is uitgegaan, is het verbrandingsgevaar geweken.

Voorwerpen in de nabijheid van de ingeschakelde kookplaat kun-nen door de hoge temperaturen beginnen te branden.Gebruik de kookplaat nooit om ruimten te verwarmen.

Olie en vet kunnen bij oververhitting gaan branden. Laat de kook-plaat bij werkzaamheden met olie en vet niet zonder toezicht achter.Blus branden met olie en vet nooit met water. Schakel de kookplaatuit enverstik de vlammen voorzichtig met een deksel of een blusdeken.

Vlammen kunnen de vetfilters van een dampkap in brand doenvliegen. Flambeer nooit onder een dampkap.

Als spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen of brandbaar mate-riaal warm worden, kunnen ze gaan branden. Bewaar daarom mak-kelijk ontvlambare voorwerpen nooit in laden direct onder de kook-plaat. Eventueel aanwezige bestekbakken moeten van hittebestendigmateriaal zijn.

Verwarm kookgerei nooit zonder inhoud.

In gesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en op-warmen een overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen. Gebruik dekookplaat niet voor het inmaken en verwarmen van conservenblik-ken.

Wanneer de kookplaat wordt afgedekt, bestaat het risico dat hetmateriaal van de afdekking in brand vliegt, barst of smelt als u dekookplaat per ongeluk inschakelt of als deze nog warm is van eenbereiding. Dek de kookplaat nooit af met bijv. afdekplaten, een doekof een beschermfolie.

Page 12: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

12

Als u het apparaat per ongeluk inschakelt of als het nog heet is,bestaat het risico dat metalen voorwerpen die op het apparaat liggenheet worden. Ander materiaal kan smelten of vlam vatten. Gebruikhet apparaat daarom niet als werkblad.

U kunt zich aan het hete apparaat branden. Gebruik daarom altijdovenhandschoenen of pannenlappen als u met het hete toestelwerkt. Gebruik alleen droge handschoenen of pannenlappen. Nat ofvochtig textiel geleidt de warmte beter en kan door stoom verbran-dingen veroorzaken. Zorg dat het textiel niet te dicht bij de vlammenkomt. Gebruik dan ook geen al te grote pannenlappen, theedoekenof iets dergelijks.

Als u een elektrisch toestel (bijvoorbeeld een mixer) in de buurtvan de kookplaat gebruikt, mag de aansluitkabel niet in contact ko-men met de hete kookplaat. De isolatie van de kabel zou beschadigdkunnen raken.

Laat geen voorwerpen op de keramische plaat vallen. Zelfs eenlicht voorwerp zoals een zoutvaatje kan scheuren of barsten veroor-zaken.

Serviesgoed van kunststof of aluminiumfolie smelt bij hoge tem-peraturen. Gebruik daarom geen serviesgoed van kunststof of alumi-niumfolie.

Zorg dat op een ontstoken brander altijd een pan staat. Een erbo-ven geplaatste afzuigkap kan anders beschadigd raken of vuur vat-ten.

Zorg dat alle branderdelen op de juiste wijze zijn gemonteerd,voordat u een brander ontsteekt.

Page 13: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

13

Gebruik alleen pannen waarvan de bodemdiameter niet groter ofkleiner is dan in de gebruiksaanwijzing staat aangegeven (zie "Dejuiste pannen"). Als de diameter te klein is, staat de pan niet steviggenoeg. Is de diameter te groot, dan worden de hete verbrandings-gassen te ver naar de zijkant gevoerd en kunnen het werkblad, eenniet hittebestendige wand of onderdelen van de kookplaat bescha-digd raken. Voor schade die op deze wijze is ontstaan, kan Miele nietaansprakelijk worden gesteld.

Zorg dat de vlammen van de brander niet onder het kookgereivandaan komen.

Gebruik geen pannen met een te dunne bodem. De kookplaat kananders beschadigd raken.

Gebruik daarvoor de meegeleverde pannendragers. Het kookgereimag niet rechtstreeks op een brander worden gezet.

Plaats pannendragers van boven op de kookplaat, zodat er geenkrassen kunnen ontstaan.

Bewaar geen licht ontvlambare voorwerpen in de buurt van hetapparaat.

Verwijder vetspatten en andere brandbare verontreinigingen zospoedig mogelijk van de kookplaat. Er ontstaat anders brandgevaar.

Bij gebruik van het apparaat ontstaan warmte, vocht en verbran-dingsgassen. Zorg daarom voor voldoende ventilatie in de ruimtewaar het apparaat zich bevindt. Open een buitenraam of zorg voormechanische afzuiging (bijvoorbeeld via een afzuigkap).

Als u het apparaat lang en intensief gebruikt, is het aan te radende ruimte extra te ventileren, bijvoorbeeld door een buitenraam teopenen of door de afzuigkap op een hoge stand in te schakelen.

Gebruik geen braadpannen, pannen of grillstenen die zo groot zijndat zij meerdere branders bedekken. Door warmteophoping kan hetapparaat beschadigd raken.

Page 14: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

14

Als het apparaat gedurende een ongebruikelijk lange tijd niet isgebruikt, is het aan te bevelen het apparaat grondig te reinigen voor-dat u het weer in gebruik neemt. Laat de correcte werking van hetapparaat zo nodig door een vakman controleren.

Page 15: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

15

Reiniging en onderhoud

De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelendie onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.Gebruik voor het reinigen van de kookplaat nooit een stoomreiniger.

Page 16: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu

16

Recycleerbare verpakkingDe verpakking behoedt het toestel voortransportschade. Er werd milieuvriende-lijk en recycleerbaar verpakkingsmateri-aal gekozen.

Door hergebruik van verpakkingsmateri-aal wordt er op grondstoffen bespaarden wordt er minder afval geproduceerd.Uw vakhandelaar neemt de verpakkingin het algemeen terug.

Uw toestel afdankenOude elektrische en elektronische toe-stellen bevatten meestal nog waarde-volle materialen. Ze bevatten echter ookstoffen, mengsels en onderdelen dienodig zijn geweest om de toestellengoed en veilig te laten functioneren.Wanneer u uw oude toestel bij het ge-wone afval doet of er op een anderemanier niet goed mee omgaat, kunnendeze stoffen schadelijk zijn voor de ge-zondheid en het milieu. Doe uw oudetoestel daarom nooit bij het gewonehuisafval.

Page 17: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu

17

Lever het in bij een gemeentelijk inza-meldepot voor elektrische en elektro-nische apparatuur, bij uw vakhandelaarof bij Miele. U bent wettelijk zelf verant-woordelijk voor het wissen van eventue-le persoonlijke gegevens op het af tedanken toestel.

Bij de aankoop van uw nieuw toestelheeft u een bijdrage betaald. Die wordtvolledig gebruikt voor de toekomstigerecyclage van dat toestel. Dat bevattrouwens nog waardevol materiaal.Door te recycleren wordt er dan ookminder verspild en vervuild.

Als u vragen heeft omtrent het afdankenvan uw oud toestel, neem dan contactop met

– de handelaar bij wie u het kochtof

– de firma Recupel,telefoon 02 706 86 10,website: www.recupel.beof

– uw gemeentebestuur als u uw toestelnaar een containerpark brengt.

Zorg er ook voor dat het toestel intus-sen kindveilig wordt bewaard voor u hetlaat wegbrengen.

Page 18: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Overzicht

18

Kookplaat

KM 3034

a Sterkbrander

b Sudderbrander

c Wokbrander

d Normaalbrander

e Normaalbrander

f Pannendrager (voor elke brander)

g Controlelampje "Aan" / restwarmte

h Kookwekker

i Comfort-uitschakeling

j Symbool voor kookzonetoewijzing

Bedieningsknop voor de kookzone

k Rechts voor

l Rechts achter

m Midden

n Links achter

o Links voor

Page 19: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Overzicht

19

KM 3054

a Wokbrander

b Sterkbrander

c Sudderbrander

d Normaalbrander

e Normaalbrander

f Pannendrager (voor elke brander)

l Symbool voor kookzonetoewijzing

m Controlelampje "Aan" / restwarmte

n Bedieningselementen/displays kook-wekker

o Comfort-uitschakeling

Bedieningsknop voor de kookzone

g Rechts voor

h Rechts achter

i Midden achter

j Midden voor

k Links

Page 20: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Overzicht

20

Schakelaars

Sudder-/normaal-/sterkbrander

Symbool Beschrijving

Brander uit, gastoevoer afgesloten

Grootste vlam

Kleinste vlam

Wokbrander

Symbool Beschrijving

Brander uit, gastoevoer afgesloten

Grootste vlam: binnenste en buitenste brander branden op de hoog-ste stand.

Grote vlam: buitenste brander op laagste stand, binnenste branderop hoogste stand.

Kleine vlam: buitenste brander uit, binnenste brander op hoogstestand.

Kleinste vlam: buitenste brander uit, binnenste brander op laagstestand.

Page 21: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Overzicht

21

Brander

Wokbrander

a Branderdop buiten

b Branderdop binnen

c Branderkop

d Brandervoet

e Thermo-element

f Ontstekingselektrode

Sudder-/sterk-/normaalbrander

a Branderdop

b Branderkop

c Brandervoet

d Thermo-element

e Ontstekingselektrode

Page 22: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Overzicht

22

Bedieningselementen/displays kookwekker

a Vergrendeling activeren / tijd instellen

b Kookwekker- In-/uitschakelen- Wisselen tussen de functies- Kiezen van een kookzone

Controlelampjes

c kookwekker

d Kookzonetoewijzing, bijvoorbeeld kookzone rechts achter

f Halve uren bij een kookwekkertijd van meer dan 99 minuten

e Tijdweergave

tot Tijd in minuten. tot.

Tijd in uren

Page 23: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Overzicht

23

Bijgeleverde accessoiresU kunt de bijgeleverde accessoires (enandere accessoires) desgewenst ooknabestellen (zie "Bij te bestellen acces-soires").

Wokring

Met de bijgeleverde wokring staat hetkookgerei extra stevig op de brander.Dit geldt met name voor woks met eenronde bodem.

Combi-ring

Gebruik de bijgeleverde combi-ring alsu kleinere pannen wilt gebruiken danaangegeven in de tabel van het hoofd-stuk "De juiste pannen".

Page 24: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Ingebruikneming van het toestel

24

Kleef het typeplaatje dat bij de docu-mentatie bijgevoegd is, op de daar-voor bestemde plaats in het hoofd-stuk "Miele-Service, typeplaatje, ga-rantie".

Verwijder eventueel aanwezige be-schermfolies en stickers.

Kookplaat voor de eerste keerreinigen Wis uw kookplaat voor het eerste ge-

bruik af met een vochtige doek endroog het dan af.

Reinig de afneembare delen van debrander(s) met een sponsdoekje, af-wasmiddel en warm water. Droog dedelen daarna weer af en zet de bran-der(s) vervolgens weer in elkaar (ziehet hoofdstuk "Reiniging en onder-houd").

Kookplaat voor de eerste keerin gebruik nemenDe onderdelen van metaal worden meteen onderhoudsmiddel beschermd. Alshet apparaat voor het eerst in gebruikwordt genomen, ontstaan daardoorgeuren en eventueel ook damp.

De geur en de eventueel optredendedamp wijzen niet op een verkeerde aan-sluiting of een defect en zijn ook nietschadelijk voor de gezondheid.

Page 25: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

De juiste pannen

25

Minimale diameter panbodem

Brander Ø cm

Sudderbrander 10

Normaalbrander 12

Sterkbrander 14

Wokbrander 14

Maximale diameter bovenkant pan

Brander Ø cm

Sudderbrander 20

Normaalbrander 22

Sterkbrander 24

Wokbrander 26

– Gebruik een pan die qua diameter bijde brander past:grote diameter = grote brander,kleine diameter = kleine brander.

– Houdt u aan de afmetingen uit de ta-bel. Als u te grote pannen gebruikt,kunnen de vlammen te ver reiken enkan er schade aan het werkblad ont-staan. Ook kunnen andere toestellenbeschadigd raken. De juiste pan-grootte verhoogt de efficiency.Pannen waarvan de diameter kleineris dan de pannendrager en pannendie niet stevig op de pannendragerstaan (zonder te wiebelen) vormeneen gevaar en mogen dan ook nietworden gebruikt.

– Op een elektrische kookplaat moetenpannen met een vlakke bodem wor-den gebruikt. Op een gaskookplaatkunt u ook pannen zonder vlakke bo-dem gebruiken en toch goede resul-taten bereiken.

– Houdt er rekening mee dat pannenfa-brikanten vaak de diameter aan debovenkant vermelden. Van belang isechter alleen de bodemdiameter.

– Voor gas zijn geen speciale pannennodig. Het materiaal moet alleen hit-tebestendig zijn.

– Gebruik bij voorkeur pannen met eendikke bodem, omdat de warmtever-deling dan beter is. Bij pannen meteen dunne bodem bestaat het gevaardat de gerechten plaatselijk overver-hit raken. Roer de gerechten dan ookregelmatig om.

– Plaats altijd de bijgeleverde pannen-drager. Het kookgerei mag nietrechtstreeks op de brander wordengezet.

– Plaats pannen zo op de pannendra-ger dat deze niet kunnen kantelen.Minimale bewegingen kunnen echternooit helemaal worden uitgesloten.

– Gebruik geen pannen of schalen meteen rand langs de bodem.

Page 26: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

De juiste pannen

26

Wokring Gebruik de wokring zodat het kook-

gerei extra stevig staat. Dit geldt metname voor woks met een ronde bo-dem.

Positioneer de wokring zodanig op depannendrager dat de ring stevig ligten niet kan schuiven (zie afbeelding).

Een wok is een bijzondere pan met eenkleine bodemdiameter en een grote bo-vendiameter (meestal 35–40 cm). Dewokbrander is ideaal voor dergelijkepannen.

Combi-ringGebruik de combi-ring als u pannen wiltgebruiken met een bodem die kleiner isdan in de tabel staat aangegeven.

Page 27: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Tips om energie te besparen

27

– Bereid gerechten zoveel mogelijk al-leen in gesloten potten of pannen. Zowordt voorkomen dat er onnodigwarmte verloren gaat.

– Gebruik liever brede, lage pannendan smalle, hoge pannen. De inhoudwordt dan beter verhit.

– Gebruik zo weinig mogelijk water.

– Schakel na het aankoken of aanbra-den op tijd terug naar een lagerestand.

– Gebruik een snelkookpan om de be-reidingstijd te verkorten.

Page 28: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Bediening

28

VonkontstekingHet apparaat heeft een snel reagerendevonkontsteking. Het systeem heeft devolgende kenmerken:

– U ontsteekt de brander zonder dat ude knop moet indrukken en vast-houden.

– De brander wordt automatisch op-nieuw ontstoken.Mocht de vlam doven (bijvoorbeelddoor tocht), dan wordt de branderautomatisch weer ontstoken. Als ditniet lukt, wordt de gastoevoer auto-matisch afgesloten (zie "Vlambeveili-ging").

Inschakelen

Brandgevaar!Houd toezicht op het apparaat alshet in gebruik is!

Druk de overeenkomstige bedie-ningsknop in en draai deze naar linksop het grootste vlamsymbool. Deontstekingselektrode "klikt" en ont-steekt het gas.

Als een knop geactiveerd wordt, ont-staat automatisch bij alle kookzoneseen vonk. Dit is normaal en duidt nietop een defect.

Mocht de brander niet reageren, zetde knop dan op "". Ventileer deruimte en wacht minstens 1 minuutvoordat u de brander opnieuw ont-steekt.

Mocht de brander ook na een tweedepoging niet aangaan, zet de knop danop "" en raadpleeg het hoofdstuk"Nuttige tips".

Het is mogelijk dat de vonkontstekingbij het inschakelen even opnieuw rea-geert (1-2 klikken), bijvoorbeeld bijtocht.

Page 29: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Bediening

29

Vlam instellenU kunt de branders traploos instellen opeen stand tussen de grootste en dekleinste vlam.

Omdat de vlam aan de buitenkant he-ter is dan in de kern, moeten de pun-ten van de vlam de panbodem raken.De hitte wordt anders aan de lucht af-gegeven. Bovendien kunnen de pan-grepen beschadigd raken en neemt dekans op verbrandingen toe.

Stel de brander zo in dat de vlammenniet onder de pan vandaan komen.

Wokbrander

Afhankelijk van de uitvoering van deknop bevindt zich tussen de hoge en delage stand een blokkering (op de stand"6 uur").

Druk licht op de knop om deze blok-kering te passeren.

Uitschakelen Draai de knop naar rechts op het

symbool "".

De gastoevoer wordt afgesloten en devlam gaat uit.

Comfort-uitschakeling

Als u de sensortoets  bedient, wor-den alle kookzones uitgeschakeld.

Tip de - sensortoets aan.

Alle kookzones worden uitgeschakeld.De controlelampjes "Aan"/restwarmtevan de uitgeschakelde kookzones knip-peren, het controlelampje van de com-fort-uitschakeling brandt.Een kookwekkertijd die aan een kook-zone is toegewezen, wordt gewist.

Zet de knoppen op "".

Het controlelampje van de comfort-uit-schakeling dooft. De controlelampjes"Aan"/restwarmte van de nog hetekookzones branden continu.

Page 30: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Bediening

30

Controlelampje "Aan" / rest-warmte-indicatorHet controlelampje "Aan" / restwarmtelicht op als u een kookzone inschakelt.Het lampje dooft als u het apparaat uit-schakelt. Als een kookzone heet is, blijfthet lampje branden, zolang er nog rest-warmte aanwezig is.

De restwarmte-indicatoren knipperenals er een fout is opgetreden (zie ook"Nuttige tips").

Verbrandingsgevaar! Raak depannendragers, de kookzones en dekookplaat niet aan als de restwarm-te-indicatie nog brandt.

Page 31: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Kookwekker

31

U kunt een tijd instellen tussen1 minuut () en 6 uur (.).

Met de sensortoets - verlaagt u de tijdvan . tot . Met de sensortoets +verhoogt u de tijd van tot .. Bij .en volgt een stop. Om door te gaan,haalt u kort uw vinger van de toets entipt u de toets daarna weer aan.Bij tijden boven 99 minuten vindt de in-stelling plaats in stappen van een halfuur. Een half uur wordt aangegeven meteen punt achter het cijfer.

Kookwekker

Instellen

Tip de - sensortoets aan.

In het timerdisplay knipperen en hetcontrolelampje voor de kookwekkertijd.

Stel de gewenste tijd in met de sen-sortoets - of +.

Wijzigen

Tip de - sensortoets aan.

Stel de gewenste tijd in met de sen-sortoets - of +.

Wissen

Tip de - sensortoets aan.

Raak tegelijkertijd de sensortoetsen -en + zo lang aan totdat op het timer-display verschijnt.

Kookwekkertijd aan een kook-zone toewijzenU kunt aan elke ingeschakelde kookzo-ne een kookwekkertijd toewijzen. Ukunt de functie voor alle kookzones te-gelijk gebruiken.

Schakel de gewenste kookzone in.

Raak de sensortoets zo vaak aantot het controlelampje voor dezekookzone knippert.

Zijn meerdere kookzones ingescha-keld, dan knipperen de betreffendecontrolelampjes tegen de wijzers vande klok in, beginnend bij rechts voor.

Stel de gewenste tijd in.

Als u een uitschakeltijd voor nog eenkookzone wilt instellen, gaat u tewerk zoals in het voorgaande is be-schreven.

Als meerdere uitschakeltijden gepro-grammeerd zijn, wordt de kortste rest-tijd weergegeven en knippert het be-treffende controlelampje. De anderecontrolelampjes branden statisch.

Wanneer u de op de achtergrond af-lopende resttijden wilt weergeven,raak dan de sensortoets zo vaakaan tot het gewenste controlelampjeknippert.

Page 32: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Beveiligingen

32

Inschakelblokkering

Bij een netstoring wordt de vergren-deling uitgeschakeld.

U kunt de vergrendeling alleen active-ren als alle kookzones uitgeschakeldzijn.

Om te voorkomen dat kookzones onbe-doeld worden ingeschakeld, heeft dekookplaat een vergrendelingsfunctie.Als de vergrendeling actief is, kunnende kookzones niet worden ingeschakelden kan de kookwekker niet worden be-diend.

Als u bij geactiveerde vergrendeling eenknop bedient of een sensortoets aan-raakt, verschijnt het controlelampje. Ophet tijddisplay verschijnt .

Activeren

Raak tegelijkertijd de sensortoetsen +en - zo lang aan totdat op het tijddis-play  verschijnt en er een signaalklinkt.

Na korte tijd dooft .

Deactiveren

Raak tegelijkertijd de sensortoetsen +en - zo lang aan totdat in het tijddis-play  dooft en er een signaal klinkt.

VlambeveiligingUw kookplaat is voorzien van een ther-mo-elektrische vlambeveiliging. Dithoudt in dat de gastoevoer wordt afge-sloten als de vlam dooft (bijvoorbeeldomdat een gerecht overkookt of omdatde vlam uitwaait) en een herstart nietlukt. Zo wordt voorkomen dat gas vrij-komt. Als u de bedieningsknop op ""zet, is de kookplaat weer klaar voor ge-bruik.

Automatische uitschakelingAls een brander gedurende een onge-bruikelijk lange tijd aan was, wordt dezeautomatisch uitgeschakeld. Als u debedieningsknop op "" zet, is de bran-der weer klaar voor gebruik.

Page 33: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Reiniging en onderhoud

33

Verbrandingsgevaar!De kookzones moeten uitgeschakeldzijn. De kookplaat moet afgekoeldzijn.

Letselrisico!De stoom van een stoomreiniger kanterechtkomen op onderdelen die on-der spanning staan en een kortslui-ting veroorzaken.Gebruik voor het reinigen van dekookplaat nooit een stoomreiniger.

Alle oppervlakken kunnen verkleurenof veranderen wanneer u onge-schikte reinigingsmiddelen gebruikt.Alle oppervlakken zijn krasgevoelig.Verwijder resten van reinigingsmid-delen onmiddellijk.

Ongeschikte reinigingsmidde-lenOm beschadigingen aan de oppervlak-ken te voorkomen, mogen de volgendemiddelen niet worden gebruikt:

– reinigingsmiddelen die soda, ammo-niak, zuur of chloor bevatten,

– kalkoplossende reinigingsmiddelen,

– vlek- en roestverwijderaars,

– schurende reinigingsmiddelen, zoalsschuurpoeder, vloeibaar schuurmid-del en reinigingssteen,

– oplosmiddelhoudende reinigingsmid-delen,

– reinigingsmiddelen voor vaatwassers,

– grill- en ovensprays,

– glasreinigers.

– schurende harde borstels en spons-jes (bijv. schuursponsjes), of ge-bruikte sponsjes die nog resten vaneen schuurmiddel bevatten,

– vlekkensponsjes.

Page 34: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Reiniging en onderhoud

34

De oppervlakken van de branders enpannendragers worden met de tijd ietsmatter. Dit is normaal en heeft geengevolgen voor het gebruik van dekookplaat.

Reinig de hele kookplaat na elk ge-bruik.

Laat vastzittende verontreinigingeneerst inweken.

Maak het apparaat na elke vochtigereiniging weer droog om kalkresten tevoorkomen.

Tip: Door overgekookte voedingsmid-delen op het hete toestel kunnen op debranders verkleuringen ontstaan. Ver-wijder verontreinigingen (waaronderzout- en suikerspatten) daarom meteen!

Keramische plaat

Reinig het gebied tussen de kera-mische plaat en omranding of tussenomranding en werkblad niet metscherpe voorwerpen.Afdichtingen kunnen daardoor wor-den beschadigd.

Met een afwasmiddel worden niet al-le verontreinigingen en resten verwij-derd.Er ontstaat een onzichtbare film dietot verkleuringen van het keramischeglas leidt. Deze verkleuringen kunnenniet meer worden verwijderd.Reinig de keramische kookplaat re-gelmatig met een speciaal reinigings-middel voor keramisch glas.

Verwijder alle grove verontreinigingenmet een vochtige doek. Vastgekoekteverontreinigingen verwijdert u meteen glasschraper.

Reinig de keramische plaat vervol-gens met het Miele-reinigingsmiddelvoor keramische platen en roestvrijstaal (zie ook "Bij te bestellen acces-soires") of met een ander geschiktreinigingsmiddel voor keramischeplaten. Gebruik hierbij keukenpapierof een schone doek. Gebruik het rei-nigingsmiddel niet op een hete kook-plaat, omdat daardoor vlekken kun-nen ontstaan. Houdt u zich aan deaanwijzingen van de fabrikant van hetreinigingsmiddel.

Wis na afloop alles met een vochtigedoek af om alle reinigingsmiddelres-ten te verwijderen.

Reinigingsmiddelresten kunnen andersinbranden en de keramische plaataantasten.

Droog de keramische plaat met eenschone, zachte doek af.

Vlekken van kalkresten of water kunt umet het reinigingsmiddel voor kera-mische platen en roestvrij staal verwij-deren.

Page 35: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Reiniging en onderhoud

35

Pannendrager Verwijder de pannendrager.

Reinig de pannendrager(s) in de af-wasautomaat met een sponsdoekje,afwasmiddel en warm water. Laatvastzittende verontreinigingen eerstinweken.

Droog de pannendrager met eenschone doek af.

Schakelaars

De knoppen zijn niet geschikt voorde afwasautomaat.Reinig de knoppen uitsluitend hand-matig.

De knoppen kunnen verkleuren als zeniet regelmatig worden gereinigd.

Reinig de schakelaar met een spons-doekje, wat afwasmiddel en warmwater.

Brander

Reinig de onderdelen van de branderniet in de afwasautomaat!

Verwijder alle losse delen van debrander en reinig deze uitsluitendhandmatig met een sponsdoekje, af-wasmiddel en warm water.

Wis de niet afneembare onderdelenvan de brander met een vochtigedoek af.

Wis de ontstekingselektrode en hetthermo-element (vlambeveiliging)voorzichtig af met een goed uitge-wrongen vochtige doek.

De elektrode mag niet nat worden, an-ders wordt er geen vonk afgegeven.

Maak tot slot alles met een schonedoek droog. Zorg dat ook de gleuvenin de brander goed droog zijn.

Het oppervlak van de branderdopwordt met de tijd iets matter. Dit isnormaal en heeft verder geen ge-volgen voor het gebruik van de kook-plaat.

Page 36: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Reiniging en onderhoud

36

Sudder-, normaal- en sterkbrander inelkaar zetten

Plaats de branderkop  zodanig opde brandervoet  dat het thermo-element  en de ontstekingselektro-de  door de gaten van de brander-kop heen steken. Zorg dat de bran-derkop goed op de brandervoet ligt.

Plaats de branderdop  goed op debranderkop . Als de branderdopgoed is geplaatst, kunt u de dop nietverschuiven.

Zorg dat de branderdelen in de juistevolgorde worden teruggeplaatst.

Wokbrander in elkaar zetten

Plaats de branderkop  zodanig opde brandervoet  dat het thermo-element  en de ontstekingselektro-de  door het gat van de branderkopheen steken. De branderkop moetgoed op de brandervoet liggen.

Plaats de branderdoppen  en .

Zorg dat de branderdelen in de juistevolgorde worden teruggeplaatst.

Page 37: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Nuttige tips

37

U kunt de meeste problemen die in het dagelijkse gebruik kunnen optreden zelfverhelpen. Het volgende overzicht moet u daarbij helpen.Kunt u daarmee de oorzaak van een probleem niet vinden of verhelpen, neem dancontact op met Miele-Service (zie einde van deze montage- en gebruiksaanwij-zing).

Letselrisico! Ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repara-tiewerkzaamheden leveren grote risico's op voor de gebruiker. Miele kan hier-voor niet aansprakelijk worden gesteld. Laat installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden uitsluitend door vak-mensen uitvoeren die door Miele zijn geautoriseerd. Open nooit de ommanteling van de kookplaat.

Probleem Oorzaak en oplossing

Bij de eerste ingebruik-neming of nadat het ap-paraat lange tijd niet isgebruikt, ontsteekt debrander niet.

Er bevindt zich mogelijk lucht in de gasleiding. Herhaal de ontstekingsprocedure eventueel meer-

maals.

De brander ontsteektniet, ook niet na meer-dere pogingen.

Er is een technische storing opgetreden. Draai alle knoppen naar rechts op "" en maak het

apparaat enkele seconden spanningsvrij.De brander is niet goed in elkaar gezet. Zet de brander goed in elkaar.

De gaskraan is niet geopend. Open de gaskraan.

De brander is nat en/of verontreinigd. Reinig de brander en maak alle delen goed droog.

De gleuven in de brander zijn verstopt en/of nat. Reinig de gleuven en maak alles weer goed droog.

De gasvlam gaat na hetontsteken weer uit.

De vlammen raken het thermo-element niet. Het ele-ment wordt niet heet genoeg:De branderdelen zijn niet goed geplaatst. Plaats de onderdelen correct.

Er bevinden zich verontreinigingen op het thermo-ele-ment. Verwijder eventueel aanwezig vuil.

Page 38: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Nuttige tips

38

Probleem Oorzaak en oplossing

De vlam is veranderd. De branderdelen zijn niet goed geplaatst. Plaats de onderdelen correct.

De branderkop of de openingen in de branderdop zijnverontreinigd. Verwijder eventueel aanwezig vuil.

De gasvlam doofttijdens het gebruik.

De branderdelen zijn niet goed geplaatst. Plaats de onderdelen correct.

De stroom is uitgevallen. Draai alle knoppen naar rechts op het symbool "".

Als de stroomvoorziening weer in orde is, kunt uhet apparaat weer gewoon bedienen.

De elektrische vonkont-steking van de branderwerkt niet.

De zekering van de huisinstallatie is doorgeslagen. Neem zo nodig contact op met een elektricien of

met Miele.Er bevinden zich voedingsresten tussen de ontste-kingselektrode en de branderdop.Er bevinden zich voedingsresten op het thermo-ele-ment. Verwijder eventueel aanwezig vuil. Zie het hoofd-

stuk "Reiniging en onderhoud".

Het controlelampje"Aan"/restwarmte vaneen kookzone knippert.

De stroom is uitgevallen. Draai de knop naar rechts op het symbool "". Als

de stroomvoorziening weer in orde is, kunt u hettoestel weer gewoon bedienen.

Page 39: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Nuttige tips

39

Probleem Oorzaak en oplossing

In het display van dekookwekker verschij-nen letters.

De vergrendeling is geactiveerd. Deactiveer de vergrendeling (zie hoofdstuk "In-

schakelblokkering").Er is een sensorfout opgetreden. Zorg eerst dat zon- of kunstlicht niet direct op de

kookplaat valt. De omgeving van de kookplaatmag ook niet te donker zijn.

Zorg ervoor dat de gehele kookplaat en de sensor-toetsen niet bedekt zijn. Verwijder al het kookgereien reinig eventueel de kookplaat.

Onderbreek de stroomvoorziening van de kook-plaat gedurende ca. 1 minuut.

Als het probleem na het herstellen van de stroom-voorziening nog niet is verholpen, neem dan con-tact op met Miele-Service.

De controlelampjes"Aan"/restwarmte knip-peren en in het displayvan de kookwekker ver-schijnen letters en cij-fers.

De oververhittingsbeveiliging heeft gereageerd. Draai alle bedieningsknoppen naar rechts op "".

U kunt de kookzones weer in gebruik nemen, zo-dra de foutmelding  verdwenen is.

Er is een storing opgetreden in de elektronica. Druk 3 seconden op de sensortoets voor de com-

fort-uitschakeling om de elektronica te resetten. Als de foutmelding opnieuw wordt weergegeven,

neem dan contact op met Miele-Service.Alle andere foutmeldingen:Er is een storing opgetreden in de elektronica. Onderbreek de stroomvoorziening van de kook-

plaat gedurende ca. 1 minuut. Als het probleem na het herstellen van de stroom-

voorziening nog niet is verholpen, neem dan con-tact op met Miele-Service.

Page 40: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Bij te bestellen accessoires

40

Speciaal voor uw toestellen levert Mieleeen uitgebreid assortiment aan toebe-horen, alsmede reinigings- en onder-houdsmiddelen.

U kunt deze producten heel eenvoudigvia de Miele-webshop bestellen:

De producten zijn ook verkrijgbaar bijMiele-Service (zie einde van deze ge-bruiksaanwijzing) en bij uw Miele-han-delaar.

Reinigingsmiddel voor kera-mische platen en roestvrij staal250 ml

Voor het verwijderen van verontrei-nigingen, kalk- en aluminiumvlekken

Microvezeldoekje

Voor het verwijderen van vingerafdruk-ken en lichte verontreinigingen

Page 41: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Veiligheidsinstructies voor het inbouwen

41

Om schade aan de kookplaat te voorkomen mag deze pas na de montage vande bovenkasten en de dampkap worden ingebouwd.

De lijsten en randen van het werkblad moeten met een hittebe-stendige lijm (100°C) zijn bevestigd, zodat ze niet loslaten of vervor-men. Ook de wandafdichtstrip moet hittebestendig zijn.

De kookplaat mag niet boven koelapparatuur, afwas-, was- endroogautomaten worden ingebouwd.

Vanwege het eventuele overslaan van de vlammen mag een gas-kookplaat niet meteen naast een friteuse worden ingebouwd. Houdtussen de genoemde toestellen een afstand aan van ten minste300 mm.

De gasslang en de aansluitkabel mogen na de inbouw van het ap-paraat niet met hete onderdelen in aanraking komen.

De aansluitkabel en een flexibele gasaansluiting mogen na de in-bouw van het apparaat niet in aanraking komen met de beweegbaredelen van de keukenelementen (zoals een lade) en mogen ook nietworden blootgesteld aan mechanische belastingen.

Neem de veiligheidsafstanden genoemd op de volgende pagina'sin acht.Alle maten zijn in mm aangegeven.

Page 42: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Veiligheidsafstanden

42

Veiligheidsafstand boven dekookplaat

Tussen de kookplaat en een erbovengemonteerde dampkap dient u de vei-ligheidsafstand aan te houden die defabrikant van de dampkap aangeeft. Isdeze informatie niet beschikbaar, houddan een afstand aan van ten minste 760mm. Ook als zich boven het toestel lichtontvlambare materialen bevinden (zoalseen keukenplank), moet u deze afstandaanhouden.

Als voor verschillende toestellen ver-schillende veiligheidsafstanden wor-den genoemd voor plaatsing ondereen dampkap, kies dan altijd degrootste afstand.

Page 43: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Veiligheidsafstanden

43

Veiligheidsafstand achterkant/zijkantBij inbouw van de kookplaat mag zichaan de achterkant en aan één kant(rechts of links) een hoge keukenkast ofeen wand bevinden (zie afbeeldingen).

 Minimumafstand achteraan van dewerkbladuitsparing tot de achterkantvan het werkblad:50 mm

 Minimumafstand rechts van dewerkbladuitsparing tot een nevenstaandmeubelstuk (bijv. hoge kast) of eenwand:150 mm.

 Minimumafstand links van de werk-bladuitsparing tot een nevenstaandmeubelstuk (bijv. hoge kast) of eenwand:150 mm.

Niet toegestaan!

Aan te bevelen!

Niet aan te bevelen!

Niet aan te bevelen!

Page 44: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Veiligheidsafstanden

44

Veiligheidsafstand bij een beklede nisAls er sprake is van een nisbekleding dient er een minimale afstand tussen de uit-sparing in het werkblad en de bekleding te worden aangehouden. Bij te hoge tem-peraturen kunnen materialen beschadigd raken.

Is de bekleding van brandbaar materiaal (zoals hout), dan moet de afstand tus-sen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding minimaal 50 mm zijn.

Is de bekleding van niet brandbaar materiaal (zoals metaal, natuursteen en kera-mische tegels), dan moet de afstand tussen de uitsparing in het werkblad en denisbekleding minimaal 50 mm min de dikte van de bekleding zijn.Als de nisbekleding bijvoorbeeld 15 mm dik is, moet de minimale afstand 50 mm -15 mm = 35 mm zijn.

Kookplaten zonder randlijst Kookplaten met randlijst / facetrand

a Wand

b Nisbekleding maat x = dikte van de nisbekleding

c Werkblad

d Uitsparing in het werkblad

e Minimale afstand bijbrandbare materialen 50 mmniet brandbare materialen 50 mm - maat x

Page 45: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Aanwijzingen voor het inbouwen

45

Afdichting tussen kookplaat enwerkblad

Wanneer u de kookplaat met eenvoegafdichtingsmiddel afdicht kun-nen kookplaat en werkblad bij eeneventueel noodzakelijke demontagevan het kookplaat beschadigd gera-ken. Breng geen voegafdichtings-middel aan tussen kookplaat enwerkblad.De afdichting onder de rand van hettoestelbovendeel zorgt voor voldoen-de afdichting van het werkblad.

Werkblad met tegels

De voegen en het gearceerde gebiedonder het draagvlak van de kookplaatmoeten glad en effen zijn. De kookplaatmoet gelijkmatig steun vinden en de af-dichting onder de rand van het toestel-bovendeel met het werkblad moet zijngegarandeerd.

Page 46: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Inbouwmaten

46

KM 3034

a Voorkant

b Inbouwhoogte

c Aansluitkast met aansluitkabel, L = 2000 mm

d Gasaansluiting R ¹/₂ - ISO 7-1 (DIN EN 10226)

Page 47: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Inbouwmaten

47

KM 3054

a Voorkant

b Inbouwhoogte

c Aansluitkast met aansluitkabel, L = 2000 mm

d Gasaansluiting R ¹/₂ - ISO 7-1 (DIN EN 10226)

Page 48: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Inbouwen

48

Voorbereiding werkblad Maak de werkbladuitsparing zoals in

de afbeelding van de kookplaat isaangegeven. Let op de veiligheidsaf-standen (zie hoofdstuk "Veiligheidsaf-standen").

Sluit de snijvlakken van werkbladenvan hout af met speciale lak, silico-nenkit of giethars om te voorkomendat ze bij vochtigheid gaan opzwel-len. Het afdichtmateriaal moet tempe-ratuurbestendig zijn.

De producten mogen niet op hetwerkblad terechtkomen.

De afdichtband zorgt ervoor dat dekookplaat stevig in de uitsparing ligten niet verschuift. De ruimte tussenrandlijst en werkblad wordt na verloopvan tijd kleiner.

Kookplaat positioneren Leid de aansluitkabel van de kook-

plaat door de uitsparing naar bene-den.

Leg de kookplaat los in de uitsparing.Zorg ervoor dat de afdichting op hetwerkblad rust, zodat de afdichtingmet het werkblad gewaarborgd is.

Als de afdichting bij de hoeken nietgoed op het werkblad aansluit, kan dehoekradius van het werkblad (≤ R4)voorzichtig met een decoupeerzaagworden nabewerkt.

Dicht het kookvlak niet nog eens ex-tra af met voegafdichtingsmiddel(bijv. siliconen).

Sluit de kookplaat aan op het elektri-citeitsnet.

Sluit de kookplaat op de gasvoorzie-ning aan (zie "Gasaansluiting").

Page 49: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Inbouwen

49

Kookplaat bevestigen

Bevestig de kookplaat met de bijgele-verde profielen .

Functie controleren Controleer na het inbouwen of alle

branders correct functioneren.

– Op de laagste stand mag de vlamniet doven, ook niet wanneer u deknop snel van de grote naar de kleinevlam draait.

– Op de hoogste stand moet de vlameen duidelijk zichtbare kern hebben.

Page 50: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Elektrische aansluiting

50

Aansluiting op een geaarde contact-doos wordt aanbevolen, omdat dateventuele werkzaamheden van eentechnicus gemakkelijker maakt. De con-tactdoos moet ook na het inbouwentoegankelijk zijn.

Letselrisico!Door ondeskundige installatie- enonderhoudswerkzaamheden of repa-raties kunnen zeer gevaarlijke situa-ties voor de gebruiker ontstaanwaarvoor Miele geen aansprakelijk-heid aanvaardt.Miele kan niet verantwoordelijk wor-den gesteld voor (de gevolgen van)een ontbrekende of onderbrokenaarding (bijvoorbeeld een elektrischeschok).Als de stekker wordt verwijderd ofals de aansluitkabel geen stekkerheeft, mag het toestel uitsluitenddoor een vakman op het net wordenaangesloten.Als bij aansluiting met een stekker nade inbouw de contactdoos niet meertoegankelijk is of een vaste aanslui-ting gepland is, moet het toestel viaeen schakelaar met alle polen van denetspanning kunnen worden losge-koppeld. De schakelaar moet eencontactopening van minimaal 3 mmhebben. Geschikt zijn zelf-uitschake-laars, zekeringen en relais. De aan-sluitwaarden vindt u op het typepla-tje. De waarden op het typeplaatjeen de waarden van het elektriciteits-net moeten beslist overeenkomen.Na het inbouwen moet zijn gewaar-borgd dat onder spanning staandedelen niet kunnen worden aange-raakt.

AansluitwaardeZie typeplaatje

AansluitingAC 230 V / 50 Hz

Voordat u het toestel aansluit, dient ude aansluitgegevens (spanning en fre-quentie) op het typeplaatje te vergelij-ken met de waarden van het elektrici-teitsnet. Deze gegevens moeten beslistovereenkomen.

AardlekschakelaarVoor extra veiligheid wordt in de EU-voorschriften en -richtlijnen voor Belgiëgeadviseerd om de huisinstallatie vaneen aardlekschakelaar te voorzien (30mA).

Page 51: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Elektrische aansluiting

51

Spanningsvrij maken

Lichamelijk letsel door elek-trische schok!Zorg dat de netspanning niet per on-geluk weer kan worden ingescha-keld.

Moet het toestel spanningsvrij wordengemaakt, ga dan, afhankelijk van de si-tuatie, als volgt te werk:

Zekeringen

Draai de zekering los en haal deze uitde houder.

Zekeringsautomaat

Druk op de testknop (rood) totdat demiddelste knop (zwart) eruitspringt.

Inbouwzekeringsautomaat

(Zelfuitschakelaar, min. type B of C!):tuimelschakelaar van 1 (Aan) op 0(Uit) zetten.

Aardlekschakelaar

Zet de hoofdschakelaar van 1 (Aan)op 0 (Uit) of druk op de testknop.

Vervangen van de aansluitka-bel

Lichamelijk letsel door elek-trische schok!De aansluitkabel mag uitsluitenddoor een elektricien worden vervan-gen. Hij is op de hoogte van de nati-onale normen en de voorschriftenvan de plaatselijke elektriciteitsmaat-schappij en neemt ze zorgvuldig inacht.

De aansluitkabel mag alleen door eenspeciale kabel van het type H 05 VV-F(PVC-isolatie) worden vervangen. Eendergelijke kabel is verkrijgbaar bij Miele-Service.

De aansluitwaarden vindt u op het type-plaatje.

Page 52: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Gasaansluiting

52

Het aansluiten van het gas en deaanpassing aan een andere gassoortmag alleen door een technicus vanMiele worden uitgevoerd. Deze isverantwoordelijk voor een correctewerking op de plaats van opstelling.

De gasaansluiting moet zo zijn ge-plaatst dat men het apparaat binnenof buiten het keukenmeubel kan aan-sluiten. De gaskraan moet zichtbaaren toegankelijk zijn, eventueel na hetopenen van de deur van het keuken-meubel.

Vraag aan het plaatselijke gasbedrijfwelke gassoort u heeft. Vergelijk diemet de gegevens op het typeplaatje.

De kookplaat wordt niet op een rook-gasafvoer aangesloten.Let bij de plaatsing en aansluiting opde geldende installatievoorschriften.Zorg met name voor voldoende ven-tilatie.

De gasaansluiting moet volgens degeldende voorschriften en richtlijnenworden uitgevoerd (Voor België:DVGW-TRGI 2008 en NBN-normen).

Bij de aansluiting moeten ook despecifieke voorschriften van hetplaatselijke gasbedrijf en van hetbouw- en woningtoezicht in achtworden genomen.

De gasaansluitingen, de gasslang ende aansluitkabel kunnen bij gebruikvan de kookplaat door verhitting be-schadigd raken.De gasslang en de aansluitkabel mo-gen niet in aanraking komen met he-te delen van de kookplaat. De gas-slang en de aansluitarmaturen mo-gen niet in aanraking komen met he-te verbrandingsgassen.

Flexibele aansluitleidingen kunnen bijonjuiste montage beschadigd raken.Breng flexibele aansluitleidingen zo-danig aan dat deze niet in aanrakingkomen met beweegbare delen vankeukenelementen (zoals een schuif-lade). De leidingen mogen ook nietaan mechanische belastingen wor-den blootgesteld.

De kookplaat moet op de lokale gas-situatie worden ingesteld. De gas-aansluiting moet op dichtheid wor-den gecontroleerd.

Page 53: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Gasaansluiting

53

Het toestel voldoet aan klasse 3 en isgeschikt voor aardgas en vloeibaar gas.

Categorie overeenkomstig EN 30

België

BE II 2E+ 3+ 20/25, 28-30/37 mbar

Afhankelijk van de landspecifieke uit-voering is het toestel ingesteld op aard-gas of vloeibaar gas (zie de sticker ophet toestel).

Voor omschakeling op een andere gas-soort moeten de juiste inspuiters wor-den gebruikt. Afhankelijk van de uitvoe-ring kunnen deze zijn bijgeleverd. Neemcontact op met uw vakhandelaar of metMiele als de juiste set niet is bijgeleverd.Het aanpassen aan een andere gas-soort is beschreven onder "Aanpassenaan een andere gassoort".

Aansluiting kookplaatHet apparaat heeft een conische ¹/₂"-aansluiting. Er zijn twee aansluitmoge-lijkheden:

– een vaste aansluitleiding

– een flexibele aansluitleiding conformDIN 3383 deel 1, maximale lengte2.000 mm

Ongeschikte afdichtmiddelen waar-borgen niet de vereiste dichtheid vande aansluiting.Gebruik alleen geschikte afdichtmid-delen.

Gebruik van een 90°-bocht

c Gasaansluiting R ¹/₂" - ISO 7-1 (DINEN 10226)

d 90°-bochtBij gebruik van een 90°-bocht neemtde inbouwhoogte bij de gasaanslui-ting met ca. 60 mm toe.

Page 54: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Brandervermogen

54

Nominale belasting

Brander Gassoort Hoogste stand Laagstestand

kW g/h kW

Sudderbrander Aardgas LVloeibaar gas

1,00,95

–69

0,250,2

Normaalbrander Aardgas LVloeibaar gas

1,71,7

–124

0,30,35

Sterkbrander Aardgas LVloeibaar gas

2,72,55

–186

0,50,6

Wok Aardgas LVloeibaar gas

4,74,6

–335

0,30,25

Totaal Aardgas LVloeibaar gas

11,811,5

–837

Page 55: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Aanpassen aan een andere gassoort

55

De aanpassing aan een anderegassoort mag alleen door een erkendinstallateur of door Miele worden uit-gevoerd.Maak de kookplaat spanningsvrij ensluit de gastoevoer af.

Bij aanpassing aan een andere gas-soort moeten de grote en de kleine in-spuiter(s) van de brander(s) wordenvervangen.

Tabel voor de inspuitersDe boringsdiameter van de inspuiters isin ¹/₁₀₀ mm aangegeven.

Grote in-spuiter

Kleine in-spuiter

Aardgas H

SudderbranderNormaalbranderSterkbranderWokbrander

0,760,941,20

2x 1,07 /0,72

0,390,420,540,42

Vloeibaar gas

SudderbranderNormaalbranderSterkbranderWokbrander

0,520,660,81

2x 0,70 /0,46

0,230,360,420,25

Inspuiters vervangen Maak de kookplaat spanningsvrij en

sluit de gastoevoer af.

Grote inspuiters vervangen

Sudder-/normaal-/sterkbrander

Verwijder de pannendrager, de bran-derdop  en de branderkop .

Verwijder de grote inspuiter  meteen steeksleutel 7.

Plaats de juiste inspuiter (zie tabel) endraai deze vast.

Verzegel de inspuiters daarna met ze-gellak, om te voorkomen dat de in-spuiters per ongeluk worden losge-draaid.

Page 56: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Aanpassen aan een andere gassoort

56

Wokbrander

Verwijder de branderdoppen  ende branderkop .

Schroef met een steeksleutel 7 degrote inspuiters  los.

Plaats de juiste inspuiters (zie tabel)en draai deze vast.

Verzegel de inspuiters daarna met ze-gellak, om te voorkomen dat de in-spuiters per ongeluk worden losge-draaid.

De kleine inspuiters vervangen

Om de kleine inspuiters te kunnen ver-vangen, moeten de bevestigings-schroeven van de branders wordenlosgedraaid en moet de bovenkantvan het apparaat worden verwijderd.

Trek de bedieningsknoppen van debranders eraf (naar boven toe).

Verwijder de onderdelen van de bran-ders.

Verwijder de bovenkant van het toe-stel.

Draai de inspuiter  met een kleineschroevendraaier los.

Page 57: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Aanpassen aan een andere gassoort

57

Verwijder de inspuiter met een punt-tang.

Plaats de juiste inspuiter (zie tabel) endraai deze vast.

Verzegel de inspuiters daarna met ze-gellak, om te voorkomen dat de in-spuiters per ongeluk worden losge-draaid.

Page 58: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Aanpassen aan een andere gassoort

58

Functie controleren Controleer alle gasleidingen op dicht-

heid (met lekzoekspray).

Zet de kookplaat weer in elkaar.

Controleer of de brander(s) correctfunctioneren:Controleer het correctefunctioneren van de brander(s):

– Op de laagste stand mag de vlamniet doven, ook niet wanneer u deknop snel van de grote naar de kleinevlam draait.

– Op de hoogste stand moet de vlameen duidelijk zichtbare kern hebben.

Plak de sticker die bij de inspuiterswordt geleverd over de oude stickerop het apparaat waarop de gassoortstaat.

Page 59: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Miele-Service, typeplaatje, garantie

59

Afdeling KlantcontactenVoor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u

– uw Miele-handelaar of

– de afdeling Consumentenbelangen van Miele.

De gegevens van Miele vindt u op de achterkant van deze gebruiks- en montage-handleiding.

Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Miele-Service weten welktype toestel u heeft en welk fabricagenummer het heeft.

TypeplaatjePlak hier het bijgevoegde typeplaatje. Controleer of de gegevens op het typeplaat-je overeenkomen met de gegevens op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing.

Garantietermijn en garantievoorwaardenDe garantietermijn voor dit toestel bedraagt 2 jaar.

Voor meer informatie zie de bijgevoegde garantievoorwaarden. Voor informatieover het Miele Service Verzekering Certificaat kunt u zich wenden tot uw Miele-vakhandelaar of de bijgaande folder raadplegen.

Page 60: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Productgegevensbladen

60

Hieronder zijn de gegevensbladen bijgevoegd van de in deze gebruiks- en monta-gehandleiding beschreven modellen.

Informatie over huishoudelijke gaskookplatenvolgens verordening (EU) Nr. 66/2014

MIELE

Identificatie van het model KM 3034

Aantal gasbranders 5

Energie-efficiëntie per gasbrander (EEgasbrander) 1. = 58,2 3. = 52,4 4. = 55,1 5. = 55,1

Energie-efficiëntie van de gaskookplaat, berekendper kg (EEgaskookplaat)

55,2

Informatie over huishoudelijke gaskookplatenvolgens verordening (EU) Nr. 66/2014

MIELE

Identificatie van het model KM 3054

Aantal gasbranders 5

Energie-efficiëntie per gasbrander (EEgasbrander) 1. = 52,4 3. = 55,1 4. = 55,1 5. = 58,2

Energie-efficiëntie van de gaskookplaat, berekendper kg (EEgaskookplaat)

55,2

Page 61: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert
Page 62: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert
Page 63: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

Herstellingen aan huis en andere inlichtingen: 02/451.16.16

nv Miele BelgiëZ.5 Mollem 4801730 Mollem (Asse)

E-mail: [email protected]: www.miele.be

DuitslandMiele & Cie. KGCarl-Miele-Straße 2933332 Gütersloh

Page 64: Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten...Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert

M.-Nr. 09 289 590 / 01nl-BE

KM 3034 / KM  3054