ATMosfeer editie 3 - december 2007

24
Magazine van en over ATM Moerdijk, een Shanks bedrijf Waterzuivering Wilchem Eco Salvage Smink Afvalverwerking nr. 3 - december 2007

description

De derde editie van ons relatiemagazine!

Transcript of ATMosfeer editie 3 - december 2007

Page 1: ATMosfeer editie 3 - december 2007

M a g a z i n e v a n e n o v e r AT M M o e r d i j k , e e n S h a n k s b e d r i j f

Waterzuivering

Wilchem Eco Salvage

Smink Afvalverwerking

nr. 3 - december 2007

Page 2: ATMosfeer editie 3 - december 2007

2

Van de redactie

2

Eindredactie:Jack DroogArno NijssenPiet Rolloos

Tel: 0168-389225Fax: 0168-389270

E-mail: [email protected]

Interviews:Michel van StratenAdriënne Nijssen

Vormgeving:Artfull Media, [email protected]

Druk:Drukkerij Van der Louw, Berkel & Rodenrijs

Dit magazine is een uitgave van: ATMAfvalstoffen Terminal Moerdijk B.V. Industrieterrein - Seaport M152Vlasweg 12, 4782 PW MoerdijkPostbus 30, 4780 AA MoerdijkNederland

Indien u dit magazine niet wenst te ontvangen bel, fax of e-mail naar de redactie.

COLOFON

Inhoud

2

3

4

6

8

10

12

14

16

18

20

22

Van de redactie

Van de directie

De historie van waterzuivering

Waterzuivering bij ATM

Smink Afvalverwerking

Reym Beverwijk

Veiligheid Shanks België, divisie Gent

Wilchem Eco Salvage

De burger en afval

Onderhoudstop

Nieuwsfl its

Afval: iedereen wordt er mee geconfronteerd. Was het vroe-

ger, en dan spreek ik over ongeveer 50 jaar geleden, nog eenvoudig en goedkoop om van je afval af te ko-men. Nu, anno 21ste eeuw, is er een heel circuit van verwerking en recy-cling ontstaan om ons milieu leef-baar te houden. De hoeveelheid afval is vanaf die pe-riode drastisch toegenomen, mede door het gebruik van meer en an-dere verpakkingsmaterialen. De in-troductie door Earl Tupper van zijn befaamde Tupperware leidde ons, net na de 2e Wereldoorlog, binnen in de “plastic wereld”, met al het bij-behorende, waaronder ook afval.

Ook in de media worden we veel-vuldig geconfronteerd met afval en alles daar omheen. Denk daarbij aan actualiteitenprogramma’s waar on-derwerpen als klimaatverandering, het ozongat, het nut van de eenma-lige PET fl es met statiegeld bespro-ken worden. Ook de discussie of het gebruik van biodiesel geen gevolgen heeft voor de voedselvoorziening en de stelling dat de varkenshoude-rijen grote afvalverwerkers zijn, zijn zaken waar 50 jaar geleden nog niet aan werd gedacht. En dan hebben

we het nog niet over de toch weer steeds opduikende “milieuschanda-len”.In dit kader vonden wij het interes-sant om te weten hoe burgers te-gen het begrip afval aan kijken.Onze reporter brengt verslag uit.

Ruim 50 jaar geleden, om precies te zijn in 1955, bij de oprichting van Smink, kon men niet bevroeden dat er later een afvalverwerkingsbedrijf uit zou ontstaan. Wij spraken met directeur Damy Story.Het op grote schaal zuiveren van water is ook omstreeks dit tijdstip begonnen. Wij vertellen u welke ontwikkelingen er doorgemaakt zijn in deze tak van afvalbehandeling en kijken daarbij naar onze eigen installatie.

Veiligheid en calamiteit zijn zaken die vaak verband houden met el-kaar. We laten onze veiligheidsman Jaap Cappon aan het woord en heb-ben een interview met de calamitei-tenservice van Wilchem.

Verder in dit nummer het relaas over een onderhoudsstop bij de grondreiniging en de pyrolyse, een interview met Sven Mollet van ons

zusterbedrijf Shanks Gent en we namen een kijkje achter de scher-men bij de offshore industrie.

Namens de redactie,

Arno Nijssen

Afval: iedereen wordt er mee geconfronteerd. Was het vroe-

ger, en dan spreek ik over ongeveer 50 jaar geleden, nog eenvoudig en goedkoop om van je afval af te ko-men. Nu, anno 21ste eeuw, is er een heel circuit van verwerking en recy-cling ontstaan om ons milieu leef-baar te houden. De hoeveelheid afval is vanaf die pe-riode drastisch toegenomen, mede door het gebruik van meer en an-dere verpakkingsmaterialen. De in-troductie door Earl Tupper van zijn befaamde Tupperware leidde ons, net na de 2e Wereldoorlog, binnen in de “plastic wereld”, met al het bij-behorende, waaronder ook afval.

Ook in de media worden we veel-vuldig geconfronteerd met afval en alles daar omheen. Denk daarbij aan actualiteitenprogramma’s waar on-derwerpen als klimaatverandering, het ozongat, het nut van de eenma-lige PET fl es met statiegeld bespro-ken worden. Ook de discussie of het gebruik van biodiesel geen gevolgen heeft voor de voedselvoorziening en de stelling dat de varkenshoude-rijen grote afvalverwerkers zijn, zijn zaken waar 50 jaar geleden nog niet aan werd gedacht. En dan hebben

we het nog niet over de toch weer steeds opduikende “milieuschanda-len”.In dit kader vonden wij het interes-sant om te weten hoe burgers te-gen het begrip afval aan kijken.Onze reporter brengt verslag uit.

Ruim 50 jaar geleden, om precies te zijn in 1955, bij de oprichting van Smink, kon men niet bevroeden dat er later een afvalverwerkingsbedrijf uit zou ontstaan. Wij spraken met directeur Damy Story.Het op grote schaal zuiveren van water is ook omstreeks dit tijdstip begonnen. Wij vertellen u welke ontwikkelingen er doorgemaakt zijn in deze tak van afvalbehandeling en kijken daarbij naar onze eigen installatie.

Veiligheid en calamiteit zijn zaken die vaak verband houden met el-kaar. We laten onze veiligheidsman Jaap Cappon aan het woord en heb-ben een interview met de calamitei-tenservice van Wilchem.

Verder in dit nummer het relaas over een onderhoudsstop bij de grondreiniging en de pyrolyse, een interview met Sven Mollet van ons

zusterbedrijf Shanks Gent en we namen een kijkje achter de scher-men bij de offshore industrie.

Namens de redactie,

Arno Nijssen

Page 3: ATMosfeer editie 3 - december 2007

33

Van de directie

3

Eén van de belangrijkste dingen die bij ATM moeten worden “gema-

naged” zijn de vele veranderingen en wijzigingen in de bedrijfsvoering. De ontwikkelingen in de wereld en de maatschappij gaan al snel, maar in de verwerking van gevaarlijk afval geldt dat in nog grotere mate.

Daar zijn een aantal oorzaken voor. Typerend is dat het merendeel van de afvalstoffen die bij ATM verwerkt worden éénmalige partijen zijn. Dit in tegenstelling tot verwerking van bijvoorbeeld huisvuil, GFT-afval of zuiveringsslib; afvalstromen die re-delijk constant van samenstelling en herkomst zijn en die in standaard installaties worden verwerkt. Bij ATM worden veelal partijen afval ter verwerking aangeboden die nog nooit eerder zijn verwerkt. Partijen verontreinigde grond bijvoorbeeld komen per defi nitie maar éénmaal voor, want daarna is die locatie op-geruimd en zal niet snel opnieuw ver-ontreinigd raken. Ook het soort en de mate van verontreiniging is wisse-lend, vaak olieproducten en/of PAK’s, maar ook met enige regelmaat exoti-sche verontreinigingen, zoals cyanide, bestrijdingsmiddelen, dioxinen, TNT, mercaptanen, etc. Bij de verwerking van afvalwater en afvalslib komen ook regelmatig nieu-we afvalstromen of verontreinigingen voor. Voor de beoordeling of dergelijke nieuwe afvalstromen verwerkt mo-gen en kunnen worden, spelen de chemici van ons laboratorium en de acceptanten een belangrijke rol. Zij analyseren en beoordelen de stroom en stellen daarbij de voorwaarden op. Dat kunnen voorwaarden zijn ten aanzien van de manier van ver-werken, maar soms moet zelfs een

installatie er op worden aangepast. Ook worden er proefverwerkingen uitgevoerd om te kunnen beoordelen of de praktijk overeenkomt met de theoretische verwachting.

Een andere belangrijke oorzaak voor veranderingen aan de installaties en de bedrijfsvoering zijn de wijzigingen op de toch al talrijke milieuregels. Dit zijn niet alleen de regels uit de ver-gunningen van gemeente, provincie, waterschap, rijkswaterstaat en mi-nisterie VROM, maar in toenemende mate ook de Europese milieuregels die direct op ATM van toepassing zijn. Ook “ontstaan en verdwijnen” afval-stromen door veranderende regel-geving, of worden door de overheid voorgeschreven verwerkingsmetho-den veranderd; zoals vrij recentelijk voor teerhoudend asfalt. Om al deze wijzigingen te volgen en in goede banen te leiden zijn hier twee medewerkers fulltime mee bezig.

De derde oorzaak is de markt.Hier-mee wordt bedoeld het aanbod en de prijzen van afvalstoffen en de bedrijven in de afvalverwerking. Afvalverwer-king is een volwassen concurrerende bedrijfstak geworden. De meeste af-valbedrijven in Nederland behoren tot beursgenoteerde concerns. Zo is ATM onderdeel van het engelse Shanks, terwijl recentelijk door de verkoop van AVR en Van Gansewin-kel aan een investeringsmaatschappij het grootste Nederlandse afvalcon-cern is ontstaan. Ook wordt, mede onder druk van de Europese han-delsregels, afvalverwerking versneld een internationale markt. Zelf zien we dat er in toenemende mate afval uit landen als België, Frankrijk, Spanje, Italië, Zweden en zelfs uit Uruguay

en de Filippijnen wordt aangeleverd. Deze ontwikkelingen betekenen ook dat sommige afvalbedrijven afhaken of juist starten. Dat alles heeft ook weer effect op het aanbod van afval en de bedrijfsvoering bij ATM.

Als laatste reden van veranderingen kunnen de technische ontwikkelingen genoemd worden. Afvalverwerking gebeurt met vrij jonge technologieën. Tot ongeveer 15 jaar geleden werd in Nederland het afval nog grotendeels gestort. In veel andere landen is stor-ten nog steeds de belangrijkste ma-nier om van afval af te komen, omdat daar voldoende ruimte beschikbaar is. In het kleine Nederland wordt afval met technische installaties ver-werkt en zijn we steeds op zoek naar verbeteringen.Vanwege al die oorzaken en nood-zaken van verandering heeft ATM een organisatie opgebouwd die daar gemakkelijk op kan inspelen. Met de eigen engineers en technici, een adequate commerciële afdeling en fl exibele productieafdelingen zijn veranderingen snel doorgevoerd. Uiteraard is een voldoende groot in-vesteringsbudget vereist om dit alles te kunnen bekostigen en gelukkig is onze aandeelhouder van deze nood-zaak overtuigd. Een bijkomend gevolg is dat we de vergunningverleners bij de overhe-den blijven voorzien van voldoende werk, want alle wijzigingen en ver-anderingen moeten gedekt zijn door de juiste vergunningen, meldingen en procedures. Zo bekeken is ATM ook een grote “werkgever” voor de over-heid. Jack Droog, directeur

Eén van de belangrijkste dingen die bij ATM moeten worden “gema-

naged” zijn de vele veranderingen en wijzigingen in de bedrijfsvoering. De ontwikkelingen in de wereld en de maatschappij gaan al snel, maar in de verwerking van gevaarlijk afval geldt dat in nog grotere mate.

Daar zijn een aantal oorzaken voor. Typerend is dat het merendeel van de afvalstoffen die bij ATM verwerkt worden éénmalige partijen zijn. Dit in tegenstelling tot verwerking van bijvoorbeeld huisvuil, GFT-afval of zuiveringsslib; afvalstromen die re-delijk constant van samenstelling en herkomst zijn en die in standaard installaties worden verwerkt. Bij ATM worden veelal partijen afval ter verwerking aangeboden die nog nooit eerder zijn verwerkt. Partijen verontreinigde grond bijvoorbeeld komen per defi nitie maar éénmaal voor, want daarna is die locatie op-geruimd en zal niet snel opnieuw ver-ontreinigd raken. Ook het soort en de mate van verontreiniging is wisse-lend, vaak olieproducten en/of PAK’s, maar ook met enige regelmaat exoti-sche verontreinigingen, zoals cyanide, bestrijdingsmiddelen, dioxinen, TNT, mercaptanen, etc. Bij de verwerking van afvalwater en afvalslib komen ook regelmatig nieu-we afvalstromen of verontreinigingen voor. Voor de beoordeling of dergelijke nieuwe afvalstromen verwerkt mo-gen en kunnen worden, spelen de chemici van ons laboratorium en de acceptanten een belangrijke rol. Zij analyseren en beoordelen de stroom en stellen daarbij de voorwaarden op. Dat kunnen voorwaarden zijn ten aanzien van de manier van ver-werken, maar soms moet zelfs een

installatie er op worden aangepast. Ook worden er proefverwerkingen uitgevoerd om te kunnen beoordelen of de praktijk overeenkomt met de theoretische verwachting.

Een andere belangrijke oorzaak voor veranderingen aan de installaties en de bedrijfsvoering zijn de wijzigingen op de toch al talrijke milieuregels. Dit zijn niet alleen de regels uit de ver-gunningen van gemeente, provincie, waterschap, rijkswaterstaat en mi-nisterie VROM, maar in toenemende mate ook de Europese milieuregels die direct op ATM van toepassing zijn. Ook “ontstaan en verdwijnen” afval-stromen door veranderende regel-geving, of worden door de overheid voorgeschreven verwerkingsmetho-den veranderd; zoals vrij recentelijk voor teerhoudend asfalt. Om al deze wijzigingen te volgen en in goede banen te leiden zijn hier twee medewerkers fulltime mee bezig.

De derde oorzaak is de markt.Hier-mee wordt bedoeld het aanbod en de prijzen van afvalstoffen en de bedrijven in de afvalverwerking. Afvalverwer-king is een volwassen concurrerende bedrijfstak geworden. De meeste af-valbedrijven in Nederland behoren tot beursgenoteerde concerns. Zo is ATM onderdeel van het engelse Shanks, terwijl recentelijk door de verkoop van AVR en Van Gansewin-kel aan een investeringsmaatschappij het grootste Nederlandse afvalcon-cern is ontstaan. Ook wordt, mede onder druk van de Europese han-delsregels, afvalverwerking versneld een internationale markt. Zelf zien we dat er in toenemende mate afval uit landen als België, Frankrijk, Spanje, Italië, Zweden en zelfs uit Uruguay

en de Filippijnen wordt aangeleverd. Deze ontwikkelingen betekenen ook dat sommige afvalbedrijven afhaken of juist starten. Dat alles heeft ook weer effect op het aanbod van afval en de bedrijfsvoering bij ATM.

Als laatste reden van veranderingen kunnen de technische ontwikkelingen genoemd worden. Afvalverwerking gebeurt met vrij jonge technologieën. Tot ongeveer 15 jaar geleden werd in Nederland het afval nog grotendeels gestort. In veel andere landen is stor-ten nog steeds de belangrijkste ma-nier om van afval af te komen, omdat daar voldoende ruimte beschikbaar is. In het kleine Nederland wordt afval met technische installaties ver-werkt en zijn we steeds op zoek naar verbeteringen.Vanwege al die oorzaken en nood-zaken van verandering heeft ATM een organisatie opgebouwd die daar gemakkelijk op kan inspelen. Met de eigen engineers en technici, een adequate commerciële afdeling en fl exibele productieafdelingen zijn veranderingen snel doorgevoerd. Uiteraard is een voldoende groot in-vesteringsbudget vereist om dit alles te kunnen bekostigen en gelukkig is onze aandeelhouder van deze nood-zaak overtuigd. Een bijkomend gevolg is dat we de vergunningverleners bij de overhe-den blijven voorzien van voldoende werk, want alle wijzigingen en ver-anderingen moeten gedekt zijn door de juiste vergunningen, meldingen en procedures. Zo bekeken is ATM ook een grote “werkgever” voor de over-heid. Jack Droog, directeur

Nieuw afval

Milieuregels

Markt

Techniek

Page 4: ATMosfeer editie 3 - december 2007

Nederland voert al eeuwenlang een strijd tegen het water dat

ons omringt. Door tegenstrijdige belangen van grondeigenaren en gebruikers van gronden en wa-terlopen was het noodzakelijk om het beheer hiervan door een onafhankelijke instantie te laten uitvoeren. In de middeleeuwen ontstonden om deze reden de (hoog)heemraadschappen.Graaf Willem van Holland was om-streeks 1200 de initiator hiervan.Zij waren de eerste offi ciële over-heidsorganen die verantwoorde-lijk waren voor de zorg over rivie-ren, waterlopen en dijken.

Door bevolkingstoename waren het vooral de steden waar het woord vervuiling zijn intrede deed. Dat water, vooral van WC’s, ook de drager was van diverse ziektes die duizenden slachtoffers eiste, daar had men toen geen idee van. Tus-sen 1830 en 1870 zijn er tiental-

len uitbraken van cholera (blauwe dood genoemd i.v.m de blauwe ar-men en benen van de slachtoffers) in Europa geweest. Ook ziektes als tyfus, legionella, blauwalg, worden veroorzaakt door in water leven-de bacteriën.Ook nu sterven er wereldwijd dagelijks nog steeds 20.000 men-sen per dag aan dit soort ziektes. Hiernaast een afbeelding van de Salmonella Typhi. Maar ook virus-sen (hepatitus A, E en polio) en pa-rasieten (zwemmersjeuk) voelen zich prima thuis in water. Terwijl ook de malariamug water nodig heeft voor zijn voortbestaan.Kortom het is belangrijk zorg te dragen voor een goede kwaliteit van water en een goede afvoer van afvalwater.

In de tijd van de industrialisatie van Europa werden de problemen groter en groter. Men besloot tot het aanleggen van riolering (de eerste werd in Maastricht aange-legd in 1851). Het probleem werd daarmee verplaatst naar verder gelegen locaties. Hiernaast een foto van de aanleg van de riolering in Breda (1926)Rioolstelsels bestaan al vele eeu-wen maar de rioleringen die de Romeinen gebruikten hadden als hoofddoel de afvoer van regenwa-ter. Tegelijkertijd met de riolering werd de aanleg van waterleiding geïntroduceerd, zodat men kon beschikken over goed drinkwater.Pas in de loop van vorige eeuw, zo rond 1950, verschenen de eerste waterzuiveringinstallaties, afgekort tot AWZI (Afval Water Zuiverings Installatie) en tegenwoordig RWZI (de R staat voor Riool).

Door invoering van de Wet Ver-ontreiniging Oppervlaktewateren, pas in 1970, kwam de bouw van deze installaties in een stroomver-snelling.De heemraadschappen kregen er een taak bij. Naast de zorg om de kwantiteit van het water in de hand te houden kreeg men ook de zorg over de kwaliteit van het water.

Zolang er leven is op aarde wordt er water gezuiverd, omdat het niets anders is dan bacteriën die de vervuiling gebruiken als voed-sel. Dit zijn andere bacteriën dan de ziekmakende bacteriën. De uitwerpselen van mens en dier, zijn van natuurlijke oorsprong en worden uit het water verwijderd door diverse soorten bacteriën. Voor het “verbranden” van deze afvalstoffen is zuurstof nodig. Deze zuurstof is opgelost in het water. Neemt echter de vervuiling toe dan is er te weinig zuurstof voorhanden om alles af te breken. Hierdoor gaat het water rotten en stinken. Hier had men in de mid-deleeuwse steden mee te maken.

In een normaal oppervlaktewa-ter bevinden zich hooguit een paar honderd bacte-riën per ml. Wat er in een waterzuivering gebeurd is dat de bacteriën zeer veel voed-sel voorgescho-teld krijgen en dus enorm in aan-tal zullen groeien. De concentratie kan wel oplopen tot meer dan een

Blauwe dood

Waterzuivering: een kwestie van concentratie

4

RWZI

Zuivering

Aanleg riolering Breda

Salmonella Typhi

Page 5: ATMosfeer editie 3 - december 2007

miljard bacteriën per ml.Vervolgens worden de bacteriën, die samenklonteren tot vlokken, gevangen gehouden in de instal-latie. Door lucht (zuurstof) in het vervuilde water te blazen kunnen de bacteriën hun werk blijven doen.

Door menselijke activiteiten (in-dustrie) komen er ook afvalstoffen in het water die niet van natuur-lijke oorsprong zijn.Hierdoor zullen in de AWZI die organismen gaan overheersen die het beste om kunnen gaan met deze giftige componenten.

Door de jaren heen is waterzui-vering steeds complexer gewor-den. Het toenemende gebruik van kunstmest zorgde voor uitspoeling van nitraat en fosfaat. Wasmidde-len werden voorzien van fosfaten om het water te ontharden. Dit leidde er toe dat het rioolwater, dat uiteindelijk in het oppervlak-tewater terecht komt, zoveel fos-faten bevatte dat algen overvloe-

dig konden groeien, waardoor de zuurstof uit het water verdween en uiteindelijk leidde tot een mas-sale vissterfte.Dus werd het verwijderen van fosfaat en nitraat een noodzaak, terwijl ook bij de waterwinning het water verder onthard wordt dan tot dan toe gebruikelijk.

De laatste jaren wordt ook steeds meer waarde toegekend aan de verwijdering van stikstof, ook vanuit milieu oogpunt. De huidige RWZI’s zijn of worden aangepast

om ook deze component selectief te verwijderen. Een RWZI ziet er tegenwoordig dan ook indrukwek-kend uit. Zij krijgen vele duizenden kubieke meters water per dag te verwerken en alles is dus groot aan deze installaties.De waterzuivering van Rilland Bath, waar ATM haar afvalwater op loost krijgt jaarlijks 41 miljoen kuub voor haar kiezen. Na zuive-ring wordt dit water geloosd op de Westerschelde.Voor de wer-king door een RWZI wordt ver-wezen naar Internet.

5

Fosfaat

Beluchting van rioolwater

Page 6: ATMosfeer editie 3 - december 2007

6

De waterzuivering van ATM is een robuust werkpaard

In 1986 werden bij ATM de eer-ste stappen gezet op het gebied

van waterzuivering. In een aparte tank werd industrieel afvalwater behandeld door er biologisch ac-tief slib bij te pompen en vervol-gens te beluchten. Het unieke was dat dit gedaan werd met water dat een zeer hoog chemisch zuurstof verbruik (CZV) had. CZV staat voor de mate van vervuiling van het afvalwater.Door lucht door de tank te bla-zen, kon het biologisch actieve slib (dit zijn bacteriën) zijn werk doen en werd het CZV gehalte met een factor 10 gereduceerd, tot onge-veer 5000 mg/l.Later werd dit systeem verder geoptimaliseerd met de hulp van onze voormalige Amerikaanse moeder, Waste Management. Het systeem werd toen Sequencing Batch Reactor genoemd (=SBR). Dit systeem bestond uit de ach-tereenvolgende stappen; voeden, beluchten, reageren, bezinken en decanteren.De SBR bleek redelijk gevoelig voor de sterk wisselende samen-stelling van het afvalwater.Even voor het jaar 2000 kwam de techniek van membraanfi ltratie op de markt. Dat wil zeggen dat er systemen beschikbaar kwamen die voldoende fi ltratiecapaciteit hadden. Op de afbeelding is te zien dat de grote buis gevuld is met een groot aantal dunne “riet-jes”. Water kan door de wand van de rietjes heen, wat dan helder ge-zuiverd water oplevert, terwijl de zwevende stoffen (de bacteriën) er niet doorheen kunnen.Het grote voordeel van dit proces is dat er continu afvalwater aan het systeem gevoed kan worden.Door de toepassing van zuivere

zuurstof, krijgen de bacteriën vol-doende zuurstof om de afbraak zo volledig mogelijk te laten zijn. Het enige dat daarna nog onder controle gehouden moet worden is de temperatuur, omdat bij een grote afbraak van vervuiling veel warmte ontstaat. Zonder koeling zouden de bacteriën zich als het ware minder lekker voelen. Ei-genlijk is het een zelfregulerend systeem, want op het moment dat het water te warm wordt, ver-minderd de afbraak en dus ook de productie van warmte. Door te koelen wordt een deel van de warmte afgevoerd en blijft de ac-tiviteit gehandhaafd en dat is wat ATM graag wil.

Deze keer zijn we op bezoek ge-weest bij Ernst Olthuis. Hij is de man die betrokken is geweest bij de bouw van het SBR systeem en heeft zelf het MBR systeem bij ATM geïntroduceerd.SBR is een techniek die, dankzij het bezinken, zichzelf de das om

heeft gedaan bij ATM. Ondanks dat we probeerden de voeding zo constant mogelijk te houden zat er door deze techniek teveel variatie in. Dat leidde regelmatig tot slechte bezinking en zo is de zoektocht naar een alternatief be-gonnen.Het gebruik van membranen komt eigenlijk uit de drinkwaterwinning, waarbij ze gebruikt werden voor het verwijderen van zouten.Daarna is er een toepassing ont-wikkeld voor de zuivelindustrie (wei fi ltratie) en omstreeks 1995 zijn de eerste stappen gezet op het gebied van afvalwaterzuivering. Zo rond de eeuwwisseling waren de membranen commercieel be-schikbaar en hebben we er een aantal aangeschaft. Na ruim een jaar experimenteren met één tank waren we ervan overtuigd dat dit de weg was die we moesten gaan.In korte tijd zijn toen de andere drie waterzuiveringtanks omge-bouwd naar membraanfi ltratie.Er zijn meerdere bedrijven die deze techniek gebruiken, maar

6

De technoloog

Jaap Tolenaars en Ernst Olthuis

Page 7: ATMosfeer editie 3 - december 2007

7

daarbij wordt wel regelmatig slib gespuid. In onze installatie blijkt het mogelijk te zijn om zonder het verwijderen van slib toch een goe-de fi ltratiecapaciteit te behouden. Dat maakt onze installatie uniek, al is het wel zo dat de installatie veel energie (elektriciteit) nodig heeft om goed te kunnen draaien.De installatie draait nu al een aantal jaren probleemloos en het enige nadeel is dat er minder ver-wijdering van stikstof is.Al met al heeft de membraantech-niek ATM veel extra’s opgeleverd: meer capaciteit, hoger zuiverings-rendement en constante kwali-teit van het effl uent. De installatie is een betrouwbaar en robuust werkpaard geworden.

Jaap Tolenaars is degene die de installatie beheerd. We knoopten ook met hem een gesprek aan.Denk niet dat een installatie die probleemloos draait geen aan-dacht nodig heeft. Constant ben

je bezig met het bijsturen op ba-sis van de analyseresultaten die het lab levert. Om de voeding zo “egaal” mogelijk van samenstelling te laten zijn stel je elke dag een recept op. Zoveel kuub uit de ene tank en zoveel uit de andere. Met de diversiteit aan afvalstromen zijn dat zeker geen standaard reken-sommetjes.Een ander facet is dat je ook me-chanisch de zaak goed in het oog moet houden. In samenspraak met de technische dienst loopt ook dit tegenwoordig gesmeerd. Pompen, kleppen, afsluiters en membranen liggen op voorraad klaar en kun-nen bij een storing probleemloos vervangen worden. Na verloop van tijd weet je waar de zwakkere plekken zitten in de installatie.Ook het preventief spoelen van de membranen is op deze manier ontstaan. Eerst werd er gespoeld als er verstoppingen waren, maar de ervaring heeft geleerd dat er minder oponthoud is als je spoelt voordat de “rietjes” (zie foto)

verstopt zitten. Op deze manier wordt de levensduur van de mem-branen verlengd en hoeven ze maar een keer per jaar echt goed schoongemaakt te worden. Als alle “rietjes” open zijn levert één membraan ongeveer één kuub per uur aan gezuiverd water op. Mo-menteel staan er bij ATM 96 mem-branen opgesteld. De grootste uitdaging ziet Jaap in een mogelijke capaciteitsuitbrei-ding in de toekomst. De fi ltra-tiesnelheid is gemakkelijk op te voeren, maar er treden dan op an-dere plaatsen mogelijk problemen op. Om daar dan de oplossingen voor te vinden wordt een belang-rijk doel voor ons als de uitbrei-ding eenmaal is vergund.

De beheerder

Buis met “rietjes”

De Membraam Bio Reactor (MBR) van ATM 7

Page 8: ATMosfeer editie 3 - december 2007

8

Op de Lindeboomseweg in Amersfoort rijden vrachtwa-

gens af en aan. Bij de CAR-post (controle, acceptatie en registra-tie) worden de begeleidingsdo-cumenten gecontroleerd. Als die in orde zijn rijden de trucks, met containers vol afval, het bedrijfs-terrein op. “Elke buitenstaander die denkt dat de vrachtwagens li-nea recta naar de stortplaats gaan om daar het afval achter te laten, komt bedrogen uit,” zegt Damy Story, directeur van Smink Afval-verwerking B.V.

Ongeveer negentien jaar is Story werkzaam bij de Smink-Groep in Amersfoort. “Geen bewuste keuze,” lacht hij. “Na mijn oplei-ding aan de Hogere Bosbouw en Cultuurtechnische School was er weinig werk. Precies op dat mo-ment kwam de bodemvervuiling in Lekkerkerk aan het licht en

kwam er ineens volop werk in de bodemsanering. Wat later maakte ik de overstap naar de provincie Utrecht. Een aantal jaren deed ik daar milieuvergunningen. Door deze baan kwam ik in contact met Smink. Ik werd door hen gevraagd en heb een baan geaccepteerd, het werk beviel en bevalt me nog steeds goed. Smink is fl ink gegroeid en het is de dynamische bedrijfstak die me blijft boeien.”

Smink Afvalverwerking B.V. is ont-staan uit het Aannemersbedrijf Smink. Het bedrijf deed aan zand-winning en het was in die jaren vrij normaal dat elk gat dat werd ge-graven, weer werd opgevuld met afval. Dat afval werd afgedekt met één meter zwarte grond; dit was de enige richtlijn. Het afvalver-werkingsbedrijf werd een logisch nevenbedrijf. Maar die tijden zijn veranderd. De wettelijke bepalin-gen zijn strenger geworden en ook

burgers zetten de aanval op afval-verwerkingsbedrijven in.“Iedereen weet dat afval verwerkt moet worden. Maar als je praat over de concrete invulling daarvan wil geen enkele Nederlander dat in zijn achtertuin. Een beetje afvalbe-drijf heeft wel een actiegroep te-gen zich. Dat hoort er gewoon bij. Daar zitten ook positieve kanten aan. Ik sta natuurlijk niet te juichen als er een actiegroep zich tegen ons richt, maar als je in de gaten gehouden wordt, blijf je scherp,” zegt Story.

Als er inderdaad één Amersfoorts bedrijf is dat regelmatig de pers haalt, is het Smink wel. Was de uit-breiding van de stortplaats in 2000 reden voor veel protest, het laat-ste jaar haalde de uitbreiding van de baggerstortplaats weer gere-geld de plaatselijke media.“Helaas gaat het in de kranten vaak

Smink afvalverwerking, meer dan een stortplaats!

Door Adriënne Nijssen

Begin Stortplaats

Page 9: ATMosfeer editie 3 - december 2007

999

over de stortplaats,” zegt Story. “Kijk, ik ben er trots op dat we als enige bedrijf van de Shanksgroep een stortplaats hebben, maar we doen veel meer dan het storten van afval. Ik zou het prettig vinden als de burger zou weten dat we ons, naast afvalberging, ook rich-ten op hergebruik van afvalstoffen. Ruim 75 procent van het afval dat bij ons binnenkomt, gaat na bewer-king de poort weer uit in de vorm van o.a. zand, hout, compost of puingranulaat. Het resterende ge-deelte, het deel dat gestort wordt, betreft veelal asbest, waterlei-dingsbuizen, shredderafval en slib uit grondreinigingsprocessen.”

In een fourwheeldrive begin ik mijn rondleiding. Links en rechts groet Story zijn medewerkers. “Ja, ik ken ze bijna allemaal,” antwoord hij lachend op mijn vraag. “Dat vind ik belangrijk. Er is natuurlijk verloop, dus iemand die nog maar kort hier werkt ken ik niet altijd meteen, maar lang laat ik daar niet overheen gaan.”Als eerste neemt hij me mee naar de hal waar het afval wordt gestort. Het ruikt er ietwat zuur maar niet bijzonder sterk. “Wij verwerken geen huisvuil,” vertelt Story. “Wat je hier ruikt, zijn huishoudelijke componenten in het bedrijfsafval.”Er wordt vandaag niet gewerkt in de hal maar Story legt het principe uit. Een grote kraan, nu even werk-loos, stort normaliter afval op een opvoerband, waarop voortdurend water gespoten wordt om stofwol-ken te voorkomen. De band brengt

het afval omhoog naar de zeven en windshifters. Die zeven en blazen alle kleine deeltjes tussen het af-val uit, zoals fi jn puin, zeefzand en hout- en papiersnippers. De rest komt via de opvoerband in een ruimte waar mannen aan een sor-teerinstallatie staan. Met de hand, in vakjargon handpicking genoemd, worden grote stukken hout, pa-pier, karton, kunststof, ijzer en be-tonpuin gesorteerd. Zo ontstaan afzonderlijke afvalstromen, die aan de buitenzijde van het gebouw in aparte vakken terechtkomen voor verdere recycling. Tijdens de rit naar de stortplaats wijst Story me op de weegbrug. Ook nu gaan de handen omhoog in een groet.

“Om te voorkomen dat de afval-berg in contact komt met de bo-dem en het grondwater zijn aller-lei maatregelen genomen. Onder de afvalberging ligt dichte folie en een bentonietlaag. Het afval wordt van de omgeving afgeschermd door een 1,7 kilometer lange en 7,5 meter hoge scheidingswand,” vertelt Story, terwijl we de stort-plaats oprijden.Op de twintig meter hoge berg vin-den allerlei activiteiten plaats. Een grote machine met meerdere aan- en afvoerbanden, staat tussen hoge bergen van brokken steen. “Dat is de puinbreker. Die breekt letterlijk betonpuin tot korrels. Die korrels (granulaat) kunnen na keuring ge-bruikt worden bij de aanleg van bij voorbeeld wegen.”Verderop wordt, in een ronde grijze installatie, vervuilde grond

schoon gemaakt. “We reinigen per jaar ongeveer 200.000 ton grond door extractieve reiniging,” legt Story uit. “De minerale deeltjes worden van het zand gescheiden. Zware metalen en andere giftige stoffen hechten zich aan die mine-ralen, niet aan zand. Er blijft onge-veer 75 procent zand over, ook dat wordt gebruikt voor de aanleg van wegen. De rest is verontreinigd slib en gaat de stortplaats op.”Elders is een houtversnipperaar aan het werk. “Afhankelijk van de kwaliteit, wordt er óf spaan-plaat van gemaakt, óf gaat het de verbrandingsoven in en levert zo groene energie op,” vertelt Story, terwijl we de afvalberg afrijden. De stortplaats levert ook water en gas. “Het water dat op het ter-rein valt, wordt opgevangen, in een eigen installatie gezuiverd, waarna het naar de Amersfoortse water-zuivering gaat. Daarnaast levert de stortplaats 150 kubieke meter stortgas per uur. Dat gas zet een gasmotor in werking die elektrici-teit oplevert. Die energie verkopen we aan een energiemaatschappij.”Smink heeft, uitgaande van het huidige aanbod, stortcapaciteit tot 2025. Dan is de stortplaats ruim veertig meter hoog. “Vaak krijgen volle stortplaatsen een positieve bestemming, bijvoorbeeld een golf-baan,” zegt Story. “De bestemming van deze stortplaats hangt af van wat de Amersfoortse samenleving er over een kleine twintig jaar mee wil doen.”

RecyclingBescherming

Page 10: ATMosfeer editie 3 - december 2007

10

Nog maar enkele decennia ge-leden werd de wereld van de

industriële cleaning gedomineerd door ‘cowboys’. Koppelbazen re-den langs stationspleinen en cafés om werknemers te ronselen voor de duur van een klus. Het werk was smerig, zwaar, gevaarlijk en stond laag in aanzien. Voor zover er sprake was van milieu-eisen werd er doorgaans een loopje mee ge-nomen. Hetzelfde gold voor de ar-beidsomstandigheden.“Gelukkig is er vandaag de dag heel wat ten goede veranderd,’’ stelt Ton Vis, afvalstoffenmanager bij Reym in Beverwijk, tevreden vast. “Vroeger werd er eerst wat ge-daan en daarna nagedacht. Het was het tijdperk van de doeners. Men kroop in een tank zonder goed te overdenken wat de gevolgen zouden kunnen zijn. Tegenwoordig is dat gelukkig niet meer zo. Nu is het eerst denken en dan doen.

De veiligheid staat voorop; de veilig-heid van de mensen en de veiligheid van de omgeving. Waar er vroeger een man in zijn eentje aan de slag ging, gaan er nu drie op een klus af. Puur van-wege het veiligheidsaspect. Mocht er iets onverwachts gebeuren, dan kunnen de anderen meteen reage-ren en bijspringen. Een industrieel cleaner mag zich nu ook een vak-man noemen. Maar dat word je niet zomaar. Er gaat al gauw een jaar of drie over heen, voordat ie-mand een allround cleaner is. Dat betekent ervaring opdoen en veel scholing. En daar investeren we veel in, zowel met interne als ex-terne opleidingen.’’Reym zocht ook aansluiting bij de Dutch Industrial Cleaners Associ-

ation (DICA), een organisatie die zich beijvert voor een duidelijk brancheprofi el en voor gerichte opleidingen voor werknemers in de industriële reiniging. De investeringen in zowel mensen als materialen hebben volgens Ton Vis Reym een sterke positie in de markt bezorgd. “Kijk ik naar de op-gebouwde knowhow, de kwaliteit van het personeel, de equipement, de grootte van het bedrijf, de ken-nis van de zorgsystemen vanuit verschillende disciplines, dan moet een concurrent wel van heel goe-

‘Vroeger werd er eerst gedaan en daarna nagedacht’

Ton Vis (Reym) gaat voor kwaliteit en veiligheid

Door Michel van Straten

Ton Vis

Page 11: ATMosfeer editie 3 - december 2007

11

de huize komen om een klant op hetzelfde niveau te kunnen bedie-nen.’’

De Reym-vestiging die al weer ruim twintig jaar aan de Bever-wijkse Nijverheidsweg gevestigd is, vindt haar klantenbestand grofweg in Noord-Holland en Midden-Ne-derland. Belangrijke klanten mogen onder meer de Huisvuilcentrale Alkmaar, Corus, Forbo Kromme-nie, de petrochemische industrie langs het Noordzeekanaal en tal van waterschappen (denk aan de zuiveringsinstallaties) genoemd worden. Ook de aanleg van de Noord-Zuidlijn (metro) in Am-sterdam leverde heel wat werk op. Een aanzienlijk deel van de omzet genereert ‘Beverwijk’ echter uit de olie- en gaswinningindustrie zowel on-shore als off-shore met klanten als de NAM, Total, TAQA (voor-heen BP), Gaz de France, Winters-hall, Vermilion en Chevron. Lange tijd gold het nabijgelegen IJmuiden als dé offshore-haven van Neder-land. Er vond echter een verschui-ving plaats richting Den Helder.“Vandaar dat we daar ook een de-pendance hebben gevestigd,’’ legt Ton Vis uit. “De bedrijven die ac-tief zijn bij de olie- en gaswinning op het Nederlandse deel van het continentale plat hebben voor de bevoorrading en afl ossing van hun platformen een boten-pool ge-vormd. Niet elk bedrijf vaart meer met zijn eigen boot heen en weer. Dat werd te kostbaar. Bij hun ge-zamenlijke aanpak hebben ze voor Den Helder als uitvalsbasis geko-zen.’’

“De off-shore, voor 80 procent gas-winning, biedt Reym op meerdere manieren werk,’’ verhaalt Vis. ,,Met de productie komt onder meer het brandbare en giftige aardgascon-densaat vrij. Hier krijgt men mee te maken bij reinigingswerkzaam-heden op productie-platforms of bij de ontvangst locaties waar de

gasleidingen aan land komen. De afvalstoffen worden middels vacu-umunits in speciale tanks van 2,5 tot 4 kuub opgeslagen en vervol-gens per boot afgevoerd naar onze vestiging Beverwijk.Alle tanks worden vervolgens be-monsterd en geanalyseerd. Daarna bepalen wij wat we zelf kunnen verwerken en de moeilijkere stro-men gaan naar ATM. Wat we zelf verwerken, resulteert in drie lagen: een oliehoudende bovenlaag, een waterfractie en het sediment. De eerste en de derde laag gaan uit-eindelijk ook richting Moerdijk.Bovengenoemde reinigingswerk-zaamheden vinden vooral van mei tot oktober plaats, wanneer de vraag naar gas minder is en de pro-ductie op de platforms en eilanden even stilgelegd (shut down) wordt. “Dat vraagt om een uitstekende planning en coördinatie,” weet de afvalstoffenmanager. “Dan moet er snel en effectief gewerkt kunnen worden. Door ons, maar ook door de onderhouds- en inspectieploe-gen van andere bedrijven die dan aanwezig zijn.’’“Ook bij boringen naar olie en gas (zowel on- als off-shore) zijn wij gespecialiseerd in reinigings-werkzaamheden en het afvoeren en verwerken van afvalstoffen die

hierbij vrijkomen. Dan gaat het om boorgruis, cementresten, boor-spoeling, wat voor een groot ge-deelte recyclebaar is of verwerk-baar is bij ATM.”

Tien jaar geleden leek het erop dat het met gaswinning op de Noord-zee gauw gedaan zou zijn. Aantrek-kende olieprijzen maakten de vel-den toch weer exploitabel. Nu de olieprijzen record na record bele-ven, lijkt de winning nog weer ge-rekt te kunnen worden. Of? “Toch is er een trend waarneembaar dat de grote spelers hun minder inte-ressante velden afstoten,” vertelt Ton Vis. “Kleinere maatschappijen die kennelijk met mindere mar-ges ook tevreden zijn of met een kleinere overhead werken, nemen het dan over. Maar eens komt de tijd dat het toch over zal zijn. En dan moet alles ontmanteld wor-den. Ook die toekomst is voor een bedrijf als Reym gezien onze expertise op het gebied van kwik en LSA (natuurlijk licht radioactief afval) decontaminatie zeer interes-sant.”

Klantenbestand

Toekomst

Gaswinning

Spuitplaats op vloeistofdichte vloer

Page 12: ATMosfeer editie 3 - december 2007

1212

Het was ons als redactie op-gevallen tijdens onze om-

zwervingen op het terrein dat er mooie borden staan op het ter-rein met betrekking tot veiligheid. De titel van dit artikel is ontleend aan de slogan van een van die bor-den. We zijn op zoek gegaan naar de man die deze borden geïntro-duceerd heeft bij ATM. We komen dan terecht bij de altijd vrolijke Jaap Cappon.Jaap, ooit begonnen als procesope-rator, is door zijn interesse voor brandweer en veiligheid zich gaan verdiepen in deze materie.Een afspraak maken was wel nood-zakelijk, want veiligheid is niet iets wat je vanachter een bureau kunt doen. “Hooguit 50 procent van mijn tijd zit ik binnen,” geeft Jaap aan. “Voor de rest ben ik op het terrein te vinden. Dat wil niet zeg-

gen dat ik de hele dag de politie-agent uithang, want dat is toch wel vaak het idee dat men over een veiligheidsman heeft,” vertelt Jaap als we aan een dampende kop kof-fie zitten om te bespreken wat de term veiligheidsfunctionaris nu eigenlijk inhoudt. “Al is toezicht houden wel een punt dat regelma-tig op mijn lijstje staat, het is maar een fractie van mijn werk.”

De doelstelling is dat veiligheid een geïntegreerd geheel is met de werkzaamheden die men uitvoert. Om dat te bereiken is het belang-rijk om veiligheidsbewustzijn te kweken bij de medewerkers. Dat geldt voor alle mede werkers, zo-wel kantoor- als plantpersoneel.Dat probeer je te bereiken door veel te praten met de mensen.

Nieuwe medewerkers hebben tijdens de introductie een eerste gesprek met mij over veiligheid. Ik probeer mensen er dan al op te wijzen dat veilig werken iets is waar je zelf verantwoording voor draagt. Niet alleen je leidinggeven-de, maar jullie samen moeten als vanzelf veiligheid een plekje geven in je werkzaamheden.“Ik zorg dat de middelen, die nodig zijn, er komen en gelukkig wordt ik daar op geen enkele wijze in beperkt, zodat ik ook nieuwe mid-delen kan uitproberen.”

Een aantal veiligheidsmaatregelen is voor de hand liggend, maar juist die zaken die dat niet zijn, daar moet je alert op zijn.Er wordt dan ook jaarlijks, of als dat nodig is vaker een zgn. Risico Inventarisatie gemaakt, waarin alle

Veiligheid: Je hebt maar één prachtig lichaam

Intergratie

Logisch

Page 13: ATMosfeer editie 3 - december 2007

1313

mogelijke risico’s die er op een bepaalde plek zijn in kaart wor-den gebracht en van een prioriteit worden voorzien.“Zo’n RI maak je in samenspraak met de mensen die op desbetref-fende plaatsen werkzaam zijn. Zij kennen de dagelijkse praktijk im-mers beter dan ik.” Hier vloeien dan maatregelen uit voort, die je later weer gaat bekijken of ze het gewenste effect hebben of dat er andere maatregelen nodig zijn.Deze cirkel doorloop je elke keer weer en zo kom je op een steeds hoger veiligheidsniveau. Dit is dan ook een onderdeel van het veilig-heidszorgsysteem. ATM is gecerti-fi ceerd volgens OSHAS 18001 en dat betekent dat er elk jaar een audit wordt afgenomen door een extern bureau dat daartoe gerech-tigd is. “Maar het systeem omvat meer dan alleen veilig werken,” zo vertelt Jaap.Het is ook de zorg voor de ge-zondheid en het welzijn van de medewerkers. Dat betekent dat er zeer gerichte werkplekonderzoe-ken gedaan worden naar emissies van chemische stoffen, maar ook van geluid. Vooral in het PAGO

(=Periodiek Alge-meen Geneeskun-dig Onderzoek) komt het facet van welzijn naar voren in de vorm van vragenlijsten. Als extra service is het laatste PAGO uitgegroeid tot een soort algeme-ne gezondheids check up.Maar ook een re-gistratie van onge-vallen en inciden-ten, compleet met de opvolging ervan behoort tot Jaap zijn taken.Bij onderhoudsstops wordt er een V&G plan (=Veiligheid & Ge-zondheid) opgesteld. Vaak bestaat zo’n stop uit meerdere projecten, waarbij de “owner” van het pro-ject het centrale aanspreekpunt is voor de aannemers en voor veilig-heid. Per project wordt er dan een RI gemaakt en dat wordt doorge-sproken en waar nodig aangepast. Tijdens de laatste onderhoudstop bij de grondreiniging is er slechts een klein ongevalletje geweest, met iemand die zich gesneden had. En dat betreft dan een grote on-derhoudsklus met wel 25 verschil-lende projecten die in 10 dagen uitgevoerd worden.

Hoewel ATM niet aangewezen is door de overheden om een eigen brandweer te hebben heeft ze er wel een. Per ploeg maken 10 medewerkers deel uit van de be-drijfsbrandweer. Deze medewer-kers, totaal 50 personen, oefenen elke maand op ons eigen terrein en gaan één keer per jaar naar de Maasvlakte bij RISC voor een oe-fening met echt vuur.“Ook zijn er nog 35 mensen met EHBO, die regelmatig getraind worden. Zo hebben we een AED =(Automatische Externe Defi bril-ator) aangeschaft met het oog op het steeds ouder worden van

de groep operators,” klinkt het uit Jaap’s mond. “Ook wordt er regelmatig getraind met “kleine blusmiddelen” door het kantoor-personeel.”

Tot slot komen de borden nog even aan bod:Jaap: “De theorie/fi losofi e achter de borden: Er zijn diverse manie-ren om mensen te bereiken. Hu-mor, horror, sex, liefde en soms cynisme. Al deze vormen gaan langs de door mensen opgebouwde men-tale schermen heen. Het proces voltrekt zich op de volgende manier. Er schiet bij mij een onderwerp in mijn hoofd en een manier om dit risico weer te geven. Ik stuur een schetsje naar mijn te-kenaar, en die maakt een opzetje. Ik breng mijn ideeën dan weer naar hem over. Meestal peil ik dit opzet-je na 2 of drie keer over en weer ook nog bij collega’s. Het verschil zit ‘m altijd in de details omdat ik een gevoel over wil brengen. Het is één van de leukste facetten van mijn werk.”Kortom: veiligheid is een veel-omvattend en tegelijkertijd een prachtig stuk werkgebied.

Brandweer

Brandweeroefening bij ATM

Page 14: ATMosfeer editie 3 - december 2007

14

Waar het verhaal voor Shanks in Nederland pas begint in

het jaar 2000, begint het bij onze zuiderburen al in 1998 met een aantal overnames en fusies van bedrijven op het gebied van afval-verwerking. Twee jaar later, in mei 2000, komt ook De Paepe N.V. in het Zeehavengebied van Gent on-der de vlag van Shanks. De Paepe N.V. is op dat moment een be-langrijke speler op de markt van afbraak- en infrastructuurwerken alsmede bodem- en terreinsane-ringen. De vestiging aan de Ken-nedylaan wordt in het vervolg bekend als de divisie Gent en valt onder Shanks Vlaanderen dat ook

de divisies Roeselare, Kortemark en Milieuadvies (ook te Roese-lare) kent. De aanduiding Shanks Vlaanderen maakt al duidelijk dat Shanks België een regionale inde-ling hanteert. Naast Vlaanderen bestaan er ook de regio’s Brussel-Brussels, Brabant, Henegouwen en Luik-Luxemburg. Tot Shanks België wordt overigens ook Shanks Nord (Frankrijk) gerekend.“Eigenlijk is Vlaanderen nog beter te vergelijken met Nederland dan met de rest van België,’’ verklaart Sven Mollet (39), de exploita-tiedirecteur van de divisie Gent. “Vlaanderen is net als Nederland dichtbevolkt en economisch zeer bedrijvig. Daar het milieu een bevoegdheid is van de gewesten vertaalt zich dit ook in de milieu-wetgeving. Die van Vlaanderen en Nederland liggen vrij dicht bij el-kaar. Vandaar dat zaken doen met ATM soms vanzelfsprekender is

dan binnen de verschillende re-gio’s. Binnen Shanks Vlaanderen opereren de vier divisies nage-noeg zelfstandig,’’ legt Mollet uit. “Door de geografi sche spreiding en het verschillende dienstenpak-ket vullen de divisies elkaar goed aan. Hierdoor zijn we voor de klant een interessante partij.’’

Klantgericht werken heeft Sven Mollet hoog in het vaandel staan. “Onze kracht is dat we onderdeel zijn van een groter geheel, maar dat we desondanks dicht bij de klant zijn blijven staan. Wij hande-len met dezelfde slagvaardigheid als een KMO (kleine middelgrote onderneming, vergelijkbaar met de Nederlandse term midden- en kleinbedrijf, red.). Je ziet bij gro-tere bedrijven vaak dat ze verlamd raken door procedures die steeds belangrijker zijn geworden. Bij ons

Shanks Gent kan op veel vragen inspelen

Sven Mollet: ‘Wij gaan verder dan de gewestelijke wetgeving’

Door Michel van Straten

Slagvaardig

Page 15: ATMosfeer editie 3 - december 2007

15

is daar geen sprake van. Een klant die om een dienst vraagt, wordt binnen de kortste keren gehol-pen.’’Sven Mollet streeft dit na met negentig werknemers en een be-drijfscomplex van 10 hectare, waarvan 2 hectare is bebouwd. De vestiging in Gent-Desteldonk is zowel gespecialiseerd in het re-cycleren van afval en grond als in sanerings-, afbraak- en infrastruc-tuurwerken. Jaarlijks wordt er meer dan 260.000 ton afval ver-werkt, waarvan 130.000 ton ver-vuilde grond. Dankzij het sorteren (sorteerinrichting) en de toege-paste technieken (brekerinstallatie, biologische en fysico-chemische reiniging) kan de divisie het afval voor meer dan 85 procent nuttig hergebruiken. Het behandelings-aanbod heeft zowel betrekking op afvalwater, slib en vervuilde grond als bouw- en afbraakafval, hout, rest- en ander afval. Daarnaast be-schikt de Gentse divisie over de noodzakelijke logistieke middelen voor het aan- en afvoeren van ma-terialen. Ook heeft men de mid-delen in huis om grond en water in situ (ter plekke) te reinigen.

“Er is sinds het jaar 2000 ook be-hoorlijk geïnvesteerd in deze divi-sie, ook al zien de mensen dat mis-schien niet een, twee, drie,’’ bena-

drukt Mollet. “Ik schat dat er in de afgelopen 7 jaar ongeveer tien miljoen euro geïnves-teerd is in verbetering en uitbreiding.’’Met het complex - in Vlaanderen spreekt men steeds van de site - is Mollet uiterst content. “Het is voor onze klanten bijna een one stop shopping. We kunnen in 85 procent van de gevallen aan de vraag van onze klan-ten voldoen. Daarbij is de ligging uitstekend. Niet te dicht op een woonwijk en goed bereikbaar via de weg, met het spoor en over het water. Ook hebben we nog ruimte om eventueel uit te breiden. We lopen met plannen rond om met het sorteren van het bouw- en afbraakafval nog een stap te ma-ken. Nu sorteren we alleen de materialen en gaan die weer door naar derden. Wanneer we ook de bewerking gaan doen, is dat van toegevoegde waarde voor het be-drijf.’’

Niet alle materialen zijn door de Gentse divisie te recyclen. Voor thermisch te reinigen teerhoudend asfaltgranulaat en verontreinigde grond met hoge concentraties olie

en PAK’s maken wij gebruik van de diensten van zusterbedrijf ATM Moerdijk. “Ik kan niet anders zeg-gen dat de samenwerking bijzon-der goed is,’’ vertelt de in Kapellen woonachtige Mollet. “Wat er aan vervuilde grond naar ATM gaat schommelt zo tussen de 10.000 en 30.000 ton per jaar. En daarmee dragen we toch ook bij aan de Moerdijkse omzet. Hier-bij kiezen wij soms bewust voor een duurdere verwerkingswijze, want de Vlaamse wetgeving staat nog toe om de teerhoudende asfaltgranulaten te verwerken in het cement dat bij wegverharding wordt gebruikt. Wij promoten echter de schoonste en veiligste oplossing en daarmee gaan we een stap verder dan de geweste-lijke wetgeving.’’

15

ContentPromoten

Site Shanks Gent

Biologische grondreiniging

Page 16: ATMosfeer editie 3 - december 2007

16

Gerard Nouwen, de oprich-ter/directeur van Wilchem

B.V. Eco Salvage, heeft het achteraf bij het juiste eind gehad, toen hij in de jaren negentig van de vorige eeuw meende dat er ruimte was voor een specialistisch bedrijf in het opheffen van de gevolgen van ongevallen met gevaarlijke stoffen en milieu-incidenten. Na de start in 1993 nam het Papendrechtse bedrijf (met inmiddels ook een ne-venvestiging in Zaandam) al gauw een enorme vlucht. Medio 2000 werd de huidige locatie aan De Biezen, een klein bedrijvencom-plex parallel aan de A15, betrok-ken. Anno 2007 is de serviceverle-ner, met dertig medewerkers, daar uit zijn jasje gegroeid. Binnen is het voor het personeel woekeren met de beschikbare ruimte en buiten geldt dat voor het uitdijende wa-genpark. Vandaar dat er al reikhal-zend wordt uitgekeken naar het moment waarop men volgend jaar een nieuw en veel ruimer com-plex, ook in Papendrecht, hoopt te betrekken.

“We hebben een enorme expan-sie doorgemaakt,’’ verhaalt Carel de Jong (53), hoofd incident ma-nagement bij Wilchem en vanaf de beginjaren bij het bedrijf betrok-ken. “Het publiek kent ons van de zwarte bussen en de calamiteiten op de openbare weg. Ze herken-nen onze bedrijfswagens, wanneer onze mensen bijvoorbeeld aan het werk zijn bij een gekantelde tank-auto. Maar in de loop der jaren zijn onze werkzaamheden echter steeds verder uitgebreid. We zijn ook dag en nacht werkzaam op plaatsen waar we niet zo goed zichtbaar zijn. In de haven wil bij de overslag van containers ook nog wel eens iets mis gaan. De grote container- en opslagbedrijven van Rotterdam zijn voor ons belangrij-ke opdrachtgevers. Hetzelfde geldt voor de petrochemische industrie. Onze expertise wordt ook dan geregeld gevraagd door bedrijven als Shell Moerdijk en Shell Per-nis. Maar evengoed worden we aan boord van een containerschip gevraagd, waar een gesprongen

olieleiding het ruim met een halve meter ‘vloeistof’ heeft vol doen lopen. Daarnaast kunnen we klan-ten ook bijstaan door middel van advisering, trainingen en cursussen op het gebied van milieu en veilig-heid.’’

Over zichtbaar gesproken. De kans dat weggebruikers na een incident de medewerkers en de wagens van

‘In de milieu-incidentenbranche

is geen ruimte voor fouten’Carel de Jong over het succes van Wilchem B.V. Eco Salvage

Door Michel van Straten

Pilots

Page 17: ATMosfeer editie 3 - december 2007

17

Wilchem in beeld krijgen wordt steeds kleiner. “Mobiliteit is van het grootste belang,’’ benadrukt Carel de Jong. “Files, zeker ook de kijkfiles, willen we zo veel mogelijk terugdringen. Met onze Safety & Salvage Teams doen we er al alles aan om de weg zo snel mogelijk weer vrij te kun-nen geven. In samenwerking met Rijkswaterstaat hebben wij de suc-cesvolle pilot Fileproof afgerond, waarbij onze teams voortdurend op een steunpunt stand-by ston-den.’’Het werk van Wilchem wordt he-lemaal aan het oog onttrokken, wanneer de geoctrooieerde cala-miteitenschermen worden opge-zet. Het nieuwste op dit gebied is de Flex-screen. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van een aanhan-ger met losse panelen, die snel, op bijna elke ondergrond en in tal van variaties, kunnen worden neerge-zet. “Hiermee voorkom je kijkfiles en ongevallen op de andere rij-baan. Je vergroot dus niet alleen de mobiliteit, maar ook de veiligheid van de weggebruikers en alle be-trokkenen,’’ verzekert de incident-manager.

Wilchem B.V. Eco Salvage heeft het materiaal en de kennis in huis om bij milieu-incidenten snel en ade-quaat voor een oplossing te zor-gen, op een manier, die zowel tech-nisch, als organisatorisch, als finan-cieel het meest bevredigend is. In voorkomende gevallen kan er ook een beroep worden gedaan op de inzet van dochterbedrijf Support Clean, een specialist op het gebied

van wegdek- en oppervlak-tereiniging. Met de ingezamelde afval-stoffen weet Wilchem al sinds jaar en dag de weg naar ATM Moerdijk te vin-den. “Ik durf van een goede en probleemloze relatie te spreken,’’ stelt Carel de Jong. “Ik meen dat we vanaf ‘94 al samenwerken en dat er nog nooit een noemenswaardig knelpunt is geweest. Wij zijn een 24-uurs bedrijf en kunnen ook klokje rond met onze af-valstoffen bij ATM terecht. Hierdoor hebben we ook geen eigen opslagcapaciteit nodig. Bovendien is alles met de afvalstroomnum-mers keurig geregeld.’’ De Jong voegt eraan toe dat ook Shanks-bedrijf Reym een goede bekende is, waarmee meermalen ge-zamenlijk klussen zijn ge-klaard.

Flexibiliteit en deskundig-heid noemt De Jong als trefwoorden voor het suc-ces van Wilchem. “Ik ben trots op de professionaliteit van het Wilchem-team dat een pro-bleem als uitdaging ziet en heb veel waardering voor de moeilijke klussen die geklaard worden. Ook onze directeur kent het klappen van de zweep, heeft verstand van zaken, investeert in zijn bedrijf en laat daarmee zien dat hij achter zijn mensen staat. Onze deskundigheid heeft eigenlijk twee pijlers: de ja-renlange praktische ervaring en de voortdurende scholing op het gebied van wetgeving, afvalstoffen, veiligheidsprocedures, noem maar op. Het is in ons vak zeer belangrijk om qua modaliteiten veel in huis te hebben, waarbij vermeld moet worden dat ons werk een continu leerproces is. Het is zeker merk-baar dat de overheid en veel an-dere opdrachtgevers vertrouwen

hebben in de kwaliteit van onze 24-uurs dienstverlening en Wilchem steeds meer op waarde weten te schatten. Dat is belangrijk als het er echt op aan komt. Vertrouwen van de klant, dat is onze drive om het steeds weer beter te doen en de samenwerking met ATM speelt daarin een belangrijke rol.’’De Jong tot slot: “Eigenlijk moet je het in de milieu-incidenten bran-che alleen maar goed doen. Er is gewoon geen ruimte voor fouten en daarmee onderscheiden wij ons. Je wordt ingehuurd om een probleem op te lossen. Dan vraagt men om deskundigheid en niets anders.”

Relatie

17

Trefwoorden

Page 18: ATMosfeer editie 3 - december 2007

18

KCA, is dat niet Katholiek Cul-tureel Amateurtoneel of zo-

iets?” zegt Cornelie van Hessen (62). Ze is niet de enige die niet weet waar de term voor staat. Drie mannen en drie vrouwen deden mee aan een kleinschalig onderzoek over (gevaarlijk) afval. De andere vijf waren Bob Ramak (65), Christiaan Leydekker (36), Judith ter Slinge (34), Maud de Bruijn (23) en Dexter Annegarn (20). Alleen Bob en Dexter wisten dat het om klein chemisch afval ging, de andere drie hadden, net als Cornelie, geen idee.Dat betekent niet dat het zestal maar wat aanrommelt met afval. Het interesseert hen wel dege-lijk. Feilloos wisten ze te vertellen wat gevaarlijk afval is. “Afval dat mens, dier of milieu beschadigt,” zegt Dexter kort en bondig. De vijf anderen formuleerden het net iets anders, soms wat omslachti-ger, maar wisten heel goed waar ze het over hadden.Zonder uitzondering weten ze ook

wat bedrijven moeten doen met gevaarlijk afval. “Ervoor zorgen dat het afval op een juiste en vei-lige manier verwerkt wordt,” zegt Maud. Ze slaat daarmee de spijker op zijn kop. Dat het bedrijven zijn die van de minister van VROM een vergunning hebben gekregen op grond van de Wet milieubeheer wist niemand. “Waarom moeten we dat weten? Als het maar op de juiste manier gebeurt,” zeiden ze unaniem.Op Bob na was iedereen verbaasd te horen dat de overheid preventie hoog in het vaandel draagt en pro-beert te voorkomen dat gevaarlijk afval ontstaat. Van het cadmiumbe-sluit, dat verbiedt cadmium toe te passen als pigment, kleurstof, stabi-lisator of oppervlaktelaag, hadden ze nog nooit gehoord. Wel wisten ze dat cadmiumbatterijen net als andere batterijen afzonderlijk in-gezameld worden, ze doen dat ook allemaal. “Het LAP (Landelijk Afvalbeheerplan), waar zou ik dat van moeten kennen?” vraagt Ju-

dith. Als ik uitleg dat het LAP de nuttige toepassing van afvalstoffen stimuleert, begint er een lampje te branden. Oh, je bedoelt recycling en hergebruik,” zegt Christiaan. “Heel goed dat de overheid dat bevordert, dat kan niet genoeg ge-beuren.”

Ook het feit dat vervoer van gevaar-lijke stoffen aan regels gebonden is was iedereen bekend. “Het moet in speciale wagens, met aanduiding van de gevaarlijke stof, vervoerd worden en sommige stoffen mo-gen alleen via een bepaalde route vervoerd worden,” zegt Bob. “Nou, volgens mij gebeurt dat niet altijd,” zegt Cornelie. “Ik heb zelf eens op een vrachtwagen meegereden die gevaarlijke stoffen vervoerde, maar ik weet zeker dat er niets op de auto vermeld was.” De anderen zijn het daar niet mee eens. “Nee hoor, dat is tegenwoordig verplicht, dat moet echt heel lang geleden zijn,” zeggen ze.

KCA, is dat niet Katholiek Cultureel Amateurtoneel?

Door Adriënne Nijssen

Regels

Page 19: ATMosfeer editie 3 - december 2007

19

Eensgezind zijn de dames en he-ren over regelgeving vanuit de overheid. “Het bedrijfsbelang zal gericht zijn op winstmaximalisa-tie, dus onzorgvuldig vervoeren, opslaan en verwerken lijkt mij dan een mogelijk risico. Vanuit de overheid lijken regels en toezicht mij een goede zaak,” zegt Judith. “Inderdaad, individuen houden minder rekening met het natio-naal belang,” vult Dexter aan. “Dat moet echt iets zijn wat de over-heid blijft regelen.”Voorbeelden van gevaarlijk afval wist het zestal ook te noemen. Zware metalen, PCB’s polychloorbi-fenylen en (landbouw)chemicaliën passeerden de revue. Afgewerkte olie, oliefilters, batterijen en accu’s werden eveneens genoemd. Maud kon niet geloven dat radioactief afval weliswaar gevaarlijk is, maar niet onder gevaarlijk afval valt. “Ik vind echt dat dat ook op de lijst moet,” zegt ze ietwat verontwaar-digd.

En wat doet het zestal in de prak-tijk met het eigen afval? Hoe be-wust gaan ze er mee om? Ze schroomden niet om op deze ge-wetensvraag antwoord te geven.“Ik doe niets aan recycling,” zegt Dexter, de jongste van het stel. “Ik scheid mijn afval niet, dat heeft ook geen zin, ik moet alles in één con-

tainer gooien die bij de flat staat. Ik kan je maar één positief punt over mij zelf geven, ik gooi nooit iets op straat. Zwerfafval vind ik zo goor. Waar ik ook ben, ik gooi afval in de daarvoor bestemde bakken of ik neem het mee naar huis.”Maud, ook nog jong, gaat wel heel bewust met afval om, ze scheidt het zoveel mogelijk. “Mijn groen-container is helaas wel erg mini, dat maakt het nogal lastig. Soms moet ik noodgedwongen GFT bij het restafval gooien. Glas, papier, batterijen en kleding lever ik apart in. Verf en dergelijke breng ik naar de milieustraat. Jammer dat die zo ver buiten de stad ligt. Ik heb zelf geen auto maar ik verzamel het en er is altijd wel iemand te vinden die het voor me wegbrengt.”Judith splitst haar afval in groen, papier, glas en overig afval. “Nu ik er over nadenk doe ik dat alleen thuis. Op het werk gooi ik wel al-les in één prullenbak. Je brengt me op een idee. Ik zal het er eens met collega’s over hebben om iets beter ons best te doen,” zegt ze.Christiaan ver-deelt zijn afval over de GFT-bak en restaf-val. “Ik zou nog

wel iets consequenter kunnen zijn, bijvoorbeeld glas naar de glasbak. Doe ik nu niet. Op dit moment ben ik met een grootscheepse verbouwing bezig en al het afval dat daar vandaan komt verpak ik netjes alvorens ik het afvoer naar de milieustraat.”De gemeente van Cornelie biedt veel voorzieningen. Naast GFT en restafval kan ook chemisch afval, glas en papier apart worden aan-geboden. “Bovendien gaat er bij mij geen vel papier de deur uit dat niet aan twee kanten bedrukt is. Plastic materiaal hergebruik ik zo veel mogelijk. Mijn boodschappen gaan in stoffen tassen en als ik al overtollige spullen heb breng ik ze naar stichting Emmaus voor een tweede leven.”Ook Bob biedt alle afval geschei-den aan. “Ik ben daarnaast altijd bezig met zwerfafval. Flesjes, blik-jes en andere rommel op straat, ik haat het. Ik raap alles op en doe

het in de dichtstbijzijnde prullen-bak.”Uiteraard was dit geen NIPO-on-derzoek maar van jong tot oud zijn er weinig verschillen tus-sen deze zes mensen. Dat geeft hoop voor de toekomst. Wellicht kennen steeds meer burgers de consequenties van afval voor het milieu en gaan ze daar ook naar handelen.

Eigen rol

Page 20: ATMosfeer editie 3 - december 2007

20

Voor de oplettende ATM-wat-cher was het in de 2e week van

oktober duidelijk zichtbaar dat ATM niet normaal in bedrijf was. De ken-merkende pluim uit de schoorsteen was er niet en in plaats daarvan to-renden 4 grote bouwkranen hoog uit boven de normale skyline van ATM. Een tijdlang heeft de schoor-steen zelfs in één van de bouwkra-nen gehangen.

Bij ATM staat voor een slordige €100 miljoen aan afvalinstallaties te draaien. Deze installaties zijn 24 uur per etmaal en alle dagen van het jaar in werking en worden dus zeer intensief gebruikt. Uiteraard is het nodig om onderhoud aan deze installaties te plegen. Voor veel on-derdelen van de installaties kan dat tijdens normaal bedrijf gebeuren of door alleen het betreffende on-derdeel even uit te schakelen, maar met enige regelmaat moet ook een hele installatie uit bedrijf genomen worden om “groot” onderhoud te plegen.In oktober 2007 waren de grondrei-

nigingsinstallatie (=TRI) en de Pyro (de verfafvalverwerker) toe aan zo’n grote onderhoudstop. Omdat een onderhoudstop bij deze installaties een heel circus is, is het de moeite waard om daar eens aandacht aan te besteden.

Een onderhoudstop wordt maan-den van tevoren gepland en voor-bereid, in samenwerking tussen de afdelingen productie en engineering. Eerst moet exact vastgesteld wor-den aan welke onderdelen van de installaties onderhoud noodzakelijk is. Dit lijkt simpel, maar dat is het niet. Een onderhoudstop is namelijk minder de “reparatie” van defecte onderdelen, maar is vooral preven-tief onderhoud. Het bepalen van de onderdelen die dat nodig hebben vraagt veel kennis en inzicht van hen die er bij zijn betrokken. Als de onderhoudsposten bekend zijn, wordt vervolgens bekeken hoe-veel en welke menskracht en mid-delen er nodig zijn en wordt vervol-gens de planning gemaakt. Omdat

er veel aannemers en onderaanne-mers worden ingeschakeld, wordt eerst met deze firma’s uitgebreid overleg gevoerd. Hierbij komt na-drukkelijk het aspect veiligheid aan de orde, omdat tijdens onderhoud de risico’s talrijker zijn dan tijdens de normale bedrijfsvoering. Voor een onderhoudstop wordt daarom altijd een speciaal daarvoor bedoeld veiligheids- en gezondheidsplan op-gesteld, waarin alle voorzienbare ri-sico’s zijn geïnventariseerd en wel-ke maatregelen genomen moeten worden. Ook zaken als veiligheids-instructies aan de medewerkers en het toezicht daarop worden daarin meegenomen.

Ook tijdens een onderhoudstop gaat het werk dag en nacht door. Als we de 100 extra medewerkers van andere bedrijven, die in de 3-ploegendienst meedraaien voor alle klussen, aan de gang zien, heb je de verklaring voor de aanduiding “kort maar heftig”. Want er wordt tijdens zo’n onderhoudstop van ruim een

Planning

Uitvoering

Onderhoudstop: kort maar heftig

Page 21: ATMosfeer editie 3 - december 2007

21

week een enorme berg werk verzet. Dat de oktoberstop uit-stekend is verlopen was gedurende de stop aan productiemanager Rinus van ’t Westende goed te merken. Hij liep ontspan-nen en vol trots rond, op wat “zijn mannen weer voor elkaar boksten”. Het eerste werk is altijd het schoonmaken van de instal-laties. Hiervoor worden de hoge-drukwagens en medewerkers van zusterbedrijf Reym ingezet. Omdat de ovens van de TRI en de Pyro van binnen bemetseld zijn met vuurvas-te stenen of beton, werd begonnen met het slopen van de slechte de-len van deze bemetseling. De rest van de week werd onder leiding van Adrie Troost de nieuwe bemet-seling aangebracht. Dit was de meest omvangrijke klus van de hele stop. Veel van het andere werk was metaalbewerking; las-sen, slijpen, branden en construeren. Het is tijdens de stop duidelijk gewor-den dat metaalbewerking bijna niet meer door Ne-derlanders wordt gedaan, want er waren veel Oost-Europeese vaklui aanwezig. Verder is de draaiende apparatuur, zoals pompen en ventilatoren, al-tijd een apart aandachtspunt. Deze worden uit elkaar genomen, voor-zien van nieuwe onderdelen en weer in elkaar gezet.Teus Brand en zijn elektrotechnici zijn volop bezig, voor de ondersteuning (verlichting, stopcontacten, bekabeling etc.), maar ook voor hun eigen projecten aan zowel hardware als software van de besturingscomputers. Tevens werden er deze keer ook een aantal nieuw-bouwprojecten uitgevoerd. Zo werd door Ernst Olt-huis en Johan Ketelaars een grote nieuwe druppel-

vanger geplaatst om het uitregenen van druppels uit de schoorsteen tegen te gaan en werd door Corné Ewijk een nieuw koelsysteem op de draaitrommeloven van de TRI geïnstalleerd. Hiermee wordt ge-probeerd om de bemetseling aan de binnenzijde van de draaitrom-meloven langer in stand te houden.

Door Hans en Niek van Bokhoven werd een nieuw grondafvoerkanaal, voorzien van vervangbare slijtpla-ten, aangebracht.

Het personeel van ATM begeleidt tijdens de onderhoudstop het overallproject; bij de grondreiniger

waren dat overdag Gert-Jan Helmons en ‘s nachts Lauran Willemsen en Leon van Est. Vooral voor deze project-leiders is het een intensieve periode, want alle werkzaam-heden moeten volgens plan-ning, op tijd en in de juiste volgorde, gereed zijn. Hier-voor is een goede onderlinge afstemming nodig en dat ver-eist soms een goed gesprek.

Bij de Pyro was de week niet min-der intensief. Hier werd gewerkt onder leiding van Walter Ketelaars, Cees Poppe en Joost Vos. Hier was ook de grootste klus het deels vervangen van de bemetseling van één van de ovens. Deze oven was daarvoor al een week eerder uit

bedrijf genomen, omdat ook het laswerk aan deze dro-ger omvangrijk was. Ook de naverbrandingsroosters van droger 1 zijn grondig onder handen genomen.

Helemaal volgens planning kon op dinsdag 16 oktober begonnen worden met het “instoken” van de ovens. Dit betekent dat met een klein vlammetje de nieuwe be-metseling van de ovens van de TRI en de Pyro worden

gedroogd en volgens het gemaakte schema worden opgewarmd. Het opstarten van de installaties na een onderhoudstop is altijd weer span-nend, want het blijft altijd de vraag of alles weer goed in elkaar zit en naar verwachting zal werken. Inmid-dels zijn beide installaties alweer enige tijd volop in bedrijf en moe-

ten ze er weer een jaartje tegen kunnen. Een prachtig verlopen stop, mede dankzij het mooie weer en omdat er geen noemenswaardige ongevallen zijn gebeurd. Een heel groot compliment aan alle medewerkers die daar-aan hebben bijgedragen.

Begeleiding

Opstarten

Page 22: ATMosfeer editie 3 - december 2007

2222

Orgaworld, met vestigingen in Lelystad, Beek en Donk, Drachten en Elsendorp, ontwikkelt en exploiteert installaties voor organische afvalstromen. Hierbij wordt afval opgewaardeerd tot bruikbare producten. Zij produceren compost en persen korrels, die gebruikt kunnen worden als brandstof. De warmte die vrijkomt tijdens de vergisting van afvalstoffen wordt omgezet in elektriciteit. Nu al kunnen meer dan 5.000 huishoudens voorzien worden van elektriciteit. In één van onze volgende edities zullen we een uitgebreid artikel aan dit nieuwe zusje gaan wijden.

Nieuwsfl itsOrgaworld

Een nieuwe loot aan de Shanks tak

Naast de aanleg van wegen is de gereinigde grond van ATM ook zeer geschikt om te gebruiken als voor-belasting voor nieuw te bouwen loodsen en opslagterreinen. Hier wordt het terrein van een toekom-stige container terminal, op het industrieterrein Moerdijk, 4 maanden lang voorbelast met 200.000 ton gereinigd asfaltgranulaat. Dit wordt gedaan om toekomstige verzakking van het terrein tegen te gaan.

Gereinigde grond als voorbelasting van terreinen

Page 23: ATMosfeer editie 3 - december 2007

2323

In de vorige editie van ATMosfeer zei Boudie van de Geer,“Ik verwacht dat de decanter in oktober operationeel zal zijn, dus kom dan nog maar eens terug voor een mooie foto.” Bij deze dan Boudie. Met deze uitbreiding heeft ATM de capa-citeit om haar klanten, ook bij pieken door stops en cleaning van tanks, de service te bieden die van een bedrijf als ATM mag worden verwacht. De capaciteit voor oliehoudend slib is door deze uitbreiding met 120% toegenomen.

Decanters 6 en 7 operationeel

Brabant weer een beetje schoner

Door de sanering van de voormalige gasfabriek in de koepelstad Oudenbosch wordt Brabant weer een beetje schoner. Het terrein dat vlakbij de binnenstad ligt, zal bebouwd gaan worden met winkels en woningen en daarmee zal er weer een historische vervuiling zijn verdwenen. Biosoil, de uitvoerende aannemer van dit project, graaft de grond uit, laat de grond analyseren en bepaald of de grond hergebruikt kan worden of dat de grond moet worden gereinigd. Er zal circa 10.000 ton verontrei-nigde grond door ATM thermisch worden ge-reinigd.

Het is bekend dat technische opleidingen slecht in de markt liggen bij studenten. Daarom wordt er van alles bedacht om toch mensen naar de opleidingen te lokken. Eén zo’n poging wordt de Beroeps Begeleidende Leerweg genoemd en is bestemd voor MBO’ers die niet graag in het klaslokaal zitten maar het vak liever in de praktijk leren. Het komt er op neer dat de student één dag per week naar school gaat en de rest van de week werkt.ATM is met zo’n studente, de 19 jarige Joanita Deswaran, in zee gegaan. Niet alleen omdat er moeilijk aan analisten te komen is, maar ook om-dat het weer een nieuwe uitdaging is voor de andere analisten. Het is een wisselwerking die tot nu toe goed bevalt.

Laboratorium leidt zelf op

Page 24: ATMosfeer editie 3 - december 2007

Afvalstoffen Terminal Moerdijk B.V. Industrieterrein - Seaport M152

Vlasweg 12, 4782 PW MoerdijkPostbus 30, 4780 AA Moerdijk

Nederland

Tel.: +31 (0)168 389289Fax: +31 (0)168 389270

E-mail: [email protected]: www.atmmoerdijk.nl

Afvalstoffen Terminal Moerdijk B.V. Industrieterrein - Seaport M152

Vlasweg 12, 4782 PW MoerdijkPostbus 30, 4780 AA Moerdijk

Nederland

Tel.: +31 (0)168 389289Fax: +31 (0)168 389270

E-mail: [email protected]: www.atmmoerdijk.nl