1 JIJ ZIET, JIJ ZIET, WAT IK NIET ZIE...Zo houd je met de opmerking ‘Ik zie dat je je wenkbrauwen...

13
Jij ziet, jij ziet, wat ik niet zie 13 Meestal houden we onze waarnemingen voor ‘waar’. Op basis van deze ‘voor waar’-nemingen vormen we onze interpretaties en oordelen. Zelden of nooit zijn die identiek aan die van anderen. In veel gevallen verklaart dat waarom contact en communicatie soms moeizaam en stressvol verlopen. Als ons vertrekpunt onze eigen ‘voor waar’-neming is, missen we veel in het contact met de ander. Onze hulpbronnen zijn Geweldloze Communicatie van Marshall Rosenberg, overtuigingen en beoefening van aandacht. 1 JIJ ZIET, JIJ ZIET, WAT IK NIET ZIE Waarnemen en interpreteren ‘Ik ben het niet eens met de webmanager. Ik vraag me af of zijn plannen wel bij- dragen aan het algemeen belang. Ik wil loyaal zijn aan de burger; daarom werk ik bij een gemeente. Hij is alleen maar met zijn eigen leuke dingen bezig. Omdat ik me onzeker voel over mijn rol als manager, doe ik maar niks. Ik begin hem te negeren.’ Een tijdje later vertelt dezelfde manager: ‘Ik besteed er nu aandacht aan hoe mijn (voor)oordelen, opvattingen, meningen, beelden en interpretaties me parten spelen in het contact met anderen. Ik heb mijn overtuigingen onder- zocht en ontdekt dat – als ik duurzaam contact wil en dat wíl ik – een veroorde- lende houding mij belemmert. Ik kan nu zien hoe ik af en toe anderen veroor- deel en ook mezelf. Elke keer als ik me ongemakkelijk voel, verontwaardiging voel, boos word, mijn geduld dreig te verliezen, het druk wordt in mijn hoofd, ik me gehinderd voel, me gefrustreerd voel, er een stressvolle gedachte over mij- zelf of de ander opkomt, dan stop ik en onderzoek ik wat er aan de hand is. Dat klinkt misschien wel erg simpel, voor de hand liggend of als een open deur. Ik zie het zelf als een omwenteling.’ hout

Transcript of 1 JIJ ZIET, JIJ ZIET, WAT IK NIET ZIE...Zo houd je met de opmerking ‘Ik zie dat je je wenkbrauwen...

Page 1: 1 JIJ ZIET, JIJ ZIET, WAT IK NIET ZIE...Zo houd je met de opmerking ‘Ik zie dat je je wenkbrauwen fronst’ het gesprek open en nodig je de ander uit tot een reactie als ‘Ja, ik

Jij ziet, jij ziet, wat ik niet zie

13

Meestal houden we onze waarnemingen voor ‘waar’. Op basis van deze

‘voor waar’-nemingen vormen we onze interpretaties en oordelen.

Zelden of nooit zijn die identiek aan die van anderen. In veel gevallen

verklaart dat waarom contact en communicatie soms moeizaam en

stressvol verlopen. Als ons vertrekpunt onze eigen ‘voor waar’-neming is,

missen we veel in het contact met de ander.

Onze hulpbronnen zijn Geweldloze Communicatie van Marshall

Rosenberg, overtuigingen en beoefening van aandacht.

1 JIJ ZIET, JIJ ZIET, WAT IK NIET ZIE

Waarnemen en interpreteren

‘Ik ben het niet eens met de webmanager. Ik vraag me af of zijn plannen wel bij-

dragen aan het algemeen belang. Ik wil loyaal zijn aan de burger; daarom werk

ik bij een gemeente. Hij is alleen maar met zijn eigen leuke dingen bezig. Omdat

ik me onzeker voel over mijn rol als manager, doe ik maar niks. Ik begin hem te

negeren.’ Een tijdje later vertelt dezelfde manager: ‘Ik besteed er nu aandacht

aan hoe mijn (voor)oordelen, opvattingen, meningen, beelden en interpretaties

me parten spelen in het contact met anderen. Ik heb mijn overtuigingen onder-

zocht en ontdekt dat – als ik duurzaam contact wil en dat wíl ik – een veroorde-

lende houding mij belemmert. Ik kan nu zien hoe ik af en toe anderen veroor-

deel en ook mezelf. Elke keer als ik me ongemakkelijk voel, verontwaardiging

voel, boos word, mijn geduld dreig te verliezen, het druk wordt in mijn hoofd, ik

me gehinderd voel, me gefrustreerd voel, er een stressvolle gedachte over mij-

zelf of de ander opkomt, dan stop ik en onderzoek ik wat er aan de hand is. Dat

klinkt misschien wel erg simpel, voor de hand liggend of als een open deur.

Ik zie het zelf als een omwenteling.’

hout

Page 2: 1 JIJ ZIET, JIJ ZIET, WAT IK NIET ZIE...Zo houd je met de opmerking ‘Ik zie dat je je wenkbrauwen fronst’ het gesprek open en nodig je de ander uit tot een reactie als ‘Ja, ik

Bij interpersoonlijke communicatie kan het zinvol zijn om onderscheid te maken tussenfeiten of zintuiglijke waarnemingen enerzijds en interpretaties of oordelen anderzijds.Wanneer communicatie stokt, stroef verloopt of bij conflicten is het meestal behulpzaamom terug te gaan naar de feiten of datgene wat we met onze zintuigen kunnen waarne-men. Dit kan je helpen bij de ontwikkeling van bewust waarnemen. De meeste mensenschieten razendsnel in de hoogste interpretatie- of oordeelversnelling, vaak zonder zichdaarvan bewust te zijn. Voor het verbeteren van je communicatievaardigheden is het danook belangrijk om de feiten die zich voordoen, bewust waar te nemen.

De achterliggende gedachte van Geweldloze Communicatie, een communicatiebenade-ring die ontwikkeld is door Marshall Rosenberg, is dat de wereld er een stuk vrediger zouuitzien als mensen met elkaar communiceren op basis van hun behoeften in plaats van teblijven steken in het over en weer uiten van oordelen en beschuldigingen. In zijn boekGoed kwaad illustreert Steven Pont dit met een verhaal over twee zussen die ruziemakenover de laatste sinaasappel die op de fruitschaal ligt. Geen van tweeën is bereid de andertegemoet te komen. Allebei willen ze de sinaasappel. Tot een van de ouders binnenkomten hoort wat er gaande is. De ouder pakt een mes, snijdt de sinaasappel in tweeën en geeftde ene helft aan de ene dochter en de andere helft aan de andere. Dit lijkt de meest rede-lijke oplossing. Beide zussen lopen echter ontevreden mokkend naar de keuken. Ze had-den er alle twee op ingezet de hele sinaasappel te bemachtigen. De een – die bezig is eenappeltaart te bakken – pakt de rasp uit de besteklade en raspt de schil van haar helft vande sinaasappel. Als ze daarmee klaar is, gooit ze wat resteert ongebruikt in de gft-bak. Deander pakt de citruspers uit het keukenkastje, perst haar helft van de sinaasappel uit engooit de schil weg. Hoe anders was dit verlopen als de zussen specifiek waren geweestover hun behoeften, over wat ze feitelijk nodig hadden.

@ dossiers 28 - KLIK

14

Page 3: 1 JIJ ZIET, JIJ ZIET, WAT IK NIET ZIE...Zo houd je met de opmerking ‘Ik zie dat je je wenkbrauwen fronst’ het gesprek open en nodig je de ander uit tot een reactie als ‘Ja, ik

Bewust waarnemen

Inzicht in je eigen reacties begint met het onderscheid tussen wat je daadwerkelijk waar-neemt met je zintuigen (waarneembare feiten) en interpretaties en oordelen. En met hetinzicht dat emoties en gevoelens ontstaan uit gedachten of overtuigingen.

FeitenWaarneembare signalen, bijvoorbeeld letterlijk uitgesproken woorden.Voorbeeld: ‘De webmanager zwijgt in het teamoverleg.’

Mijn reactie op deze feiten:

GedachtenInterpretatie van de feiten.Bijvoorbeeld: ‘De webmanager wil zijn eigen ideeën doordrukken.’

OvertuigingenDe gedachten/interpretaties die ik in de loop van mijn leven ben gaan geloven als alge-meen geldende waarheid.Bijvoorbeeld: ‘Ik werk hier voor de burger.’

GevoelensGedachten en overtuigingen zorgen voor emoties en gevoelens: bang, boos, blij, bedroefd,enzovoort.Bijvoorbeeld: ‘Ik ben boos op de webmanager.’

Het denken (gedachten, interpretaties, oordelen, overtuigingen) stuurt onze emoties. Eenander kan jou geen gevoel geven, een gevoel ontstaat door je eigen gedachten over men-sen en situaties. Je raakt dus niet van streek door een gebeurtenis of een persoon, maardoor de manier waarop je er tegenaan kijkt en hoe je erover denkt. Verschillende mensenkunnen op eenzelfde situatie heel anders reageren doordat ze er heel verschillendegedachten bij hebben.

Je kunt de gedachten die je leven minder aangenaam maken, onderzoeken. In plaats vante denken dat het zo is (‘De webmanager is alleen met zijn eigen leuke dingen bezig’) ofzo hoort te zijn (‘Je hoort het belang van de burger voorop te stellen’), kun je die gedach-te ter discussie stellen, erover nadenken en misschien zelfs bijstellen. Het gevolg is dat jeleert op heel andere wijze naar je omgeving en naar gebeurtenissen te kijken. Je leert ver-antwoordelijkheid te nemen voor je eigen gevoel en niet langer een ander – je baas, col-lega of medewerker – daarvoor verantwoordelijk te houden.

Jij ziet, jij ziet, wat ik niet zie

15

Page 4: 1 JIJ ZIET, JIJ ZIET, WAT IK NIET ZIE...Zo houd je met de opmerking ‘Ik zie dat je je wenkbrauwen fronst’ het gesprek open en nodig je de ander uit tot een reactie als ‘Ja, ik

Geweldloze Communicatie

De Amerikaanse psycholoog Marshall Rosenberg concludeerde na onderzoek dat er vaakgeweld zit in onze taal en hoe we met elkaar omgaan. Hij doelt daarbij niet alleen opfysiek geweld. Voor hem is geweld ook het elkaar ontnemen van ruimte om jezelf te zijn.Het gesprek tussen André en Martine is hiervan een voorbeeld.Rosenberg ontwikkelde Geweldloze Communicatie. Dit is een manier om onder woordente brengen wat er in jou omgaat en daarover in contact te zijn met de ander. GeweldlozeCommunicatie helpt je om vanuit mededogen naar jezelf te luisteren, terwijl je tegelijker-tijd ook de ander hoort zoals die verstaan wil worden. Daarbij gaat het om eerlijk zijn enzo bijvoorbeeld als communicatieprofessional op een open manier je opdrachtgever teadviseren.

Als André en Martine deze elementen zouden toepassen op hoe ze met elkaar communi-ceren, krijgen we een heel ander gesprek. Afhankelijk van wat er werkelijk voor henspeelt, zou die conversatie er zo kunnen uitzien; André: ‘Hoi Martine. Ik heb de eerste ver-sie van het persbericht waarover we gisteren spraken, van je ontvangen. Ik ben hiervangeschrokken, omdat ik meer tijd nodig heb om er een helder verhaal van te maken dan iknu kan vrijmaken. Kun je deze klus toch weer overnemen?’ Martine: ‘Oh jee, en ik was netzo blij dat ik het aan jou kon overdragen. Ik heb vandaag nog enorm veel werk te doen envanaf morgen ben ik een paar weken met vakantie. Ik heb echt behoefte aan ondersteu-ning. Heb je nu even om dit samen op te lossen?’

@ dossiers 28 - KLIK

16

‘Hier kan ik niets mee. Dit is toch geen persbericht.’ Communicatieadviseur

André staat bij collega Martine in de kamer en zegt haar waar het op staat. ‘Jij

hebt makkelijk praten,’ reageert Martine. ‘Jij hebt zeeën van tijd. Ik zit al weken

tot over mijn oren in het werk en vandaag is het de laatste dag voor ik op vakan-

tie ga. We hebben gisteren afgesproken dat jij het schrijven van dit persbericht

van mij zou overnemen of kom je daar nu op terug?’ André loopt rood aan en

stelt: ‘Ik wil best iets van je overnemen, maar als jij je er zo vanaf maakt, los je

het zelf maar op.’ Hij beent de kamer uit en trekt de deur met een klap achter

zich dicht.

Page 5: 1 JIJ ZIET, JIJ ZIET, WAT IK NIET ZIE...Zo houd je met de opmerking ‘Ik zie dat je je wenkbrauwen fronst’ het gesprek open en nodig je de ander uit tot een reactie als ‘Ja, ik

Vier stappen

Geweldloze Communicatie bestaat uit vier stappen: waarnemen zonder oordeel, het ver-woorden van gevoelens, het uiten van behoeften en het doen van een verzoek. Wanneerje deze stappen toepast, is de kans groot dat contacten soepeler verlopen en dat relatiessterker worden.

Stap 1: Waarnemen zonder oordeelAls je in een gesprek alleen inbrengt wat je daadwerkelijk waarneemt (ziet, hoort, voelt,ruikt of proeft), krijg je een ander contact dan wanneer je een oordeel verwoordt. Oorde-len zijn statisch; je zegt ermee dat iets zus of zo is. Vandaar dat we met oordelen de com-municatie vastzetten en de ander in het gesprek weinig ruimte geven zijn eigen belevingvan de werkelijkheid met ons te delen. Zo kan een oordeel als ‘Jij bent altijd zo langzaam’bij je gesprekspartner leiden tot een reactie als ‘Dat moet jij zeggen. Jij bent dan misschienwel snel, maar je levert steeds half werk’. Of een oordeel als ‘Je ziet er niet uit’, vraagt wel-licht om een bitse reactie als ‘Heb je zelf wel eens in de spiegel gekeken’? Maar ook hetuitspreken van een positief oordeel kan iemand ruimte ontnemen om zichzelf te zijn. Alsje bijvoorbeeld zegt: ‘Jij bent zo’n makkelijke schrijver die altijd heldere teksten levert’,kun je daarmee op dat moment voorbijgaan aan de onzekerheid die de ander voelt omcomplexe materie in klare taal te verwoorden.Het uitspreken van oordelen zet over het algemeen de communicatie vast, terwijl het metelkaar delen van wat je waarneemt, tot uitwisseling leidt en juist het gesprek stimuleert(zie ook hoofdstuk 3 ‘Waar is de klik?’ vanaf blz. 53). Zo houd je met de opmerking ‘Ik ziedat je je wenkbrauwen fronst’ het gesprek open en nodig je de ander uit tot een reactie als‘Ja, ik voel me boos, omdat dit de derde keer is dat zij zich niet aan de afspraak houdt’. Ofde zin ‘Sinds ik hier ben, heb je drie telefoontjes beantwoord’ klinkt totaal anders dan hetoordeel: ‘Je hebt nooit tijd voor mij’.

Stap 2: Verwoorden van gevoelensAlle waarnemingen en oordelen leiden (direct) tot een gevoel. Zo kun je je bijvoorbeeldirriteren aan iemand die kritiek heeft op een campagne waar jij lange tijd met hart en zielaan hebt gewerkt. Of als de ene toehoorder bij jouw presentatie voor een groep collega’sconstant naar buiten staart, een ander meermaals druk met zijn mobiele telefoon in deweer is en een derde voortdurend met zijn buurman aan het fluisteren is. We schatten indat je je in de loop van die presentatie toch wat ongemakkelijk gaat voelen, misschienonzeker of juist geërgerd.Kortom, iedere waarneming en elk oordeel leiden tot een gevoel. In veel gevallen gaanwe voorbij aan wat we voelen. Vaak zelfs merken we onze gevoelens niet eens meer op.Laat staan dat we onze gevoelens onder woorden brengen en ze naar onze gesprekspart-ners uiten. Het voelt vaak kwetsbaar om dit te doen. Toch werkt het krachtig als je jouwgevoelens onder woorden brengt. Je laat ermee zien dat niets menselijks je vreemd is endaarmee groeit de ruimte voor anderen om zich ook meer te laten zien.

Jij ziet, jij ziet, wat ik niet zie

17

Page 6: 1 JIJ ZIET, JIJ ZIET, WAT IK NIET ZIE...Zo houd je met de opmerking ‘Ik zie dat je je wenkbrauwen fronst’ het gesprek open en nodig je de ander uit tot een reactie als ‘Ja, ik

Stap 3: Uiten van behoeftenDe gevoelens die we ervaren op basis van onze waarnemingen en oordelen, zijn signalenvan een onderliggende behoefte. Zo kan de geïrriteerde communicatieadviseur die hoortdat iemand kritiek heeft op de campagne waar hij zo hard aan gewerkt heeft, een behoef-te ervaren aan erkenning en waardering, of een behoefte aan respect. En ook degene diezich in de loop van de presentatie onzeker of geërgerd voelt omdat de collega’s geen aan-dacht voor hem tonen, ervaart behoeften, bijvoorbeeld aan aandacht of vertrouwen.De meesten van ons hebben niet geleerd om gevoelens en behoeften onder woorden tebrengen. We zijn eerder geneigd anderen de schuld te geven voor hoe we ons voelen.In plaats van de verantwoordelijkheid voor jouw gevoelens buiten jezelf te leggen, kun jeook zoeken naar je eigen onderliggende behoefte en die vervolgens verwoorden. Dus zeg-gen wat je nodig hebt.

Stap 4: Doen van een verzoekAls je weet welke behoefte je ervaart, kun je die omzetten naar en verwoorden in een ver-zoek. Daarbij breng je zo precies mogelijk onder woorden welke positieve actie je vananderen vraagt waardoor jouw behoefte wordt vervuld. Dus, wat kan de ander feitelijkdoen om in jouw behoefte te voorzien? Belangrijk is dat een verzoek ook echt een verzoekis en niet (stiekem) een eis. Wanneer je namelijk iets van iemand eist, is het aantal reac-ties maar zeer beperkt; of iemand doet slaafs wat je zegt of hij komt in verzet. En in demeeste gevallen is dat niet wat je wilt. Kenmerkend voor het doen van een verzoek is datje ruimte laat aan de ander om er op zijn eigen manier op te reageren.

Marshall Rosenberg gaat ervan uit dat een grondhouding van mededogen nodig is omopen en respectvol met elkaar om te gaan. Deze grondhouding kun je ontwikkelen doorregelmatig de vier stappen toe te passen.

➫ Zie oefeningen 1, 2, 3, 9, 18, 28

@ dossiers 28 - KLIK

18

Page 7: 1 JIJ ZIET, JIJ ZIET, WAT IK NIET ZIE...Zo houd je met de opmerking ‘Ik zie dat je je wenkbrauwen fronst’ het gesprek open en nodig je de ander uit tot een reactie als ‘Ja, ik

Overtuigingen in Communicatieland

‘Communicatie wordt in onze organisatie niet echt serieus genomen.’ Of: ‘We staan alsafdeling niet op de kaart.’ Deze overtuigingen komen we nogal eens tegen in Communi-catieland. Zodra we zo’n overtuiging echt geloven, lijken we alleen nog maar zaken te ziendie deze stelling bevestigen. Daardoor groeit de overtuiging en voor we het weten is heteen waarheid. Stel je eens voor hoe de verstandhouding zich ontwikkelt tussen jou en jecollega’s als jij van hen denkt dat zij jou en jouw werk weinig serieus nemen. De vraag ishoe waar dit is. Welke aantoonbare feiten kun je aandragen die deze overtuiging onder-bouwen? Ter illustratie noemen we er een paar:– Er wordt in projectteams weinig naar ons geluisterd.– We moeten allerlei uitvoerende dingen doen en niemand ziet ons als adviseurs staan.– Op communicatie wordt steeds weer bezuinigd.– Als er rotklussen opgeknapt moeten worden, kijken anderen altijd eerst naar ons.– We worden altijd te laat ingeschakeld.– We moeten verhuizen en zitten dan op grote afstand van de directie.

Als we deze onderbouwingen eerlijk en open tegen het licht houden, en we ons afvragenof ze echt waar zijn, zien we wellicht ook iets anders. Als we kijken naar het functionerenvan projectteams bijvoorbeeld kan het wel eens zo zijn dat er überhaupt weinig naarelkaar geluisterd wordt en dat dit niet specifiek alleen geldt voor communicatie. Mis-schien zijn de communicatieprofessionals zelf aarzelend in wat ze inbrengen. Of er wordtwel degelijk geluisterd, maar er zijn meer overwegingen om een andere koers te varendan die wordt voorgestaan door de communicatieafdeling.

Ook als we een vraagteken zetten achter de gedachte dat op communicatie steeds wordtbezuinigd, kan het zijn dat de organisatie er financieel niet zo goed voorstaat waardoorer bezuinigd moet worden op meerdere disciplines. Misschien wil de directie in een perio-de van bezuinigen het eigen personeel zoveel mogelijk ontzien en kan dat het best doorminder werk uit te besteden dan de afdeling Communicatie gewend is te doen. Of het kanzijn dat het communicatiebudget in voorgaande jaren proportioneel erg hoog was omdater in communicatie met verschillende doelgroepen moest worden geïnvesteerd, terwijldat nu goed loopt en er geen extra geld meer voor communicatie nodig is.

En wat als we kijken naar de gedachte dat er bij op te knappen rotklussen altijd naar com-municatie wordt gekeken? Wat maakt een rotklus eigenlijk tot een rotklus? Hoe logischis het dat communicatie de uitvoering oppakt; communicatiewerk is toch vaak uitvoerenden heel tastbaar? En is het echt zo dat alleen de communicatieafdeling wordt ingezet omrotklussen op te pakken of zijn er ook nog andere afdelingen die werk uitvoeren dat onderde noemer rotklus kan worden geschaard?

Jij ziet, jij ziet, wat ik niet zie

19

Page 8: 1 JIJ ZIET, JIJ ZIET, WAT IK NIET ZIE...Zo houd je met de opmerking ‘Ik zie dat je je wenkbrauwen fronst’ het gesprek open en nodig je de ander uit tot een reactie als ‘Ja, ik

Je ziet dat je – even los van de specifieke situatie – tot een behoorlijke nuancering kuntkomen. En dat terwijl we ons waarschijnlijk goed in de verschillende gedachten kondenherkennen. Het is verhelderend om overtuigingen die van grote invloed zijn op hoe wijals communicatieprofessionals in onze organisatie (samen)werken, af en toe eens tegenhet licht te houden en van andere, mogelijke interpretaties te voorzien.

➫ Zie oefeningen 8, 22, 23 25, 26, 29

Beoefening van aandacht

Herken je de volgende situaties? Je roert in de soep, voert een telefoongesprek, ziet deberg huiswerk waarmee Jeroen thuiskomt, doet open als er gebeld wordt met de telefoongeklemd tussen oor en schouder. We doen en willen heel veel dingen tegelijkertijd. In dewereld waarin wij leven, komen steeds meer prikkels op ons af en we streven ernaar opalles te reageren. Om alles gedaan te krijgen, om onze verantwoordelijkheden en relatiesbij te benen, hebben wij de bandbreedte van onze aandacht tot het uiterste opgerekt. Ditverschijnsel heet ‘voortdurend versnipperde aandacht’ (continuous partial attention). Ditis een bron van onbevredigende communicatie, stress en irritatie. Deze manier van levenraast voorbij aan momenten waarop we zouden kunnen waarnemen met aandacht.Er begint zich echter een verschuiving voor te doen – de wereld mag dan lawaaiig zijn,ons verlangen en onze bevrediging zullen eerder liggen in het diep doordringen in din-gen, in rust en in gelegenheden om zinvol contact te leggen. Dit laatste is kort samenge-vat de visie van Linda Stone, voormalig topmanager bij Apple en Microsoft Research.

Aan het eind van een meditatieweekeinde sprak een van de deelnemers zijn tevredenheiduit en tegelijk ook alvast zijn teleurstelling over de aanstaande maandag: ‘Het is zo jam-mer dat ik op mijn werk geen mensen tegenkom zoals jullie’, zei hij tegen de andere deel-nemers. Daarmee stapt hij regelrecht zijn werkstress binnen en houdt hij de scheiding instand tussen ‘een vervelende, gewone wereld’ en ‘een betere, verheven wereld’. Zou je opmaandagmorgen je kantoor kunnen binnenlopen met open aandacht, gebruik makendvan al je zintuigen? Zou je onderscheid kunnen maken tussen waarnemingen en inter-pretaties? Zou je feedback kunnen horen door letterlijk te luisteren? Hoe helder zou danje communicatie zijn en hoe vriendelijk je uitstraling?‘Aandacht is als zonneschijn’ is de titel van een boekje van Thich Nhat Hanh. Het bevat 49verzen om waar te nemen met aandacht bij alle gewone, dagelijkse dingen die we doen:wakker worden, opstaan, naar de wc gaan, handen wassen, tanden poetsen, eten, telefo-neren, autorijden, enzovoort.

‘Deze ochtend word ik wakker met een glimlach.Vierentwintig uren liggen gloednieuw voor me open.Ik neem me voor elk moment ten volle te belevenEn liefdevol naar alle wezens te kijken.’

➫ Zie oefeningen 4, 5, 6, 7

@ dossiers 28 - KLIK

20

Page 9: 1 JIJ ZIET, JIJ ZIET, WAT IK NIET ZIE...Zo houd je met de opmerking ‘Ik zie dat je je wenkbrauwen fronst’ het gesprek open en nodig je de ander uit tot een reactie als ‘Ja, ik

Jij ziet, jij ziet, wat ik niet zie

21

Tijd duurt een mens lang. Intrigerende tekst van Bram Vermeulen. Meer tijd heb

je niet en zul je ook niet krijgen. Tijd is daarmee als vierde dimensie grijpbaar en

overzichtelijk geworden. In die tijd moet het gebeuren. Alleen spannend is dan

nog wat ‘het’ eigenlijk is. Is het belangrijk om doelen te stellen? Ik wil een lang

en gezond leven. Ik wil iets betekenen voor mensen die het minder goed heb-

ben. Ik wil ooit een jacuzzi bezitten. Ik wil een plaatsje in de hemel verwerven.

Sommigen zweren bij het loslaten van allerhande strevingen. Zij gaan voor het

leven in het hier en nu. Boeddha is natuurlijk de deskundige in deze:

– Waarneembaar in het hier en nu.

– Tijdloos.

– Aanmoedigend tot onderzoek.

– Voorwaarts leidend.

– Door de wijzen zelf te ervaren.

Ikzelf vind het een godsonmogelijke opgave, leven in het nu. Doe het maar eens:

nu genieten, nu! Nee... nu! Nee... nu! Van de gedachte word ik dol en buiten-

gewoon streberig naar het nu. En dat kan toch ook niet de bedoeling zijn? Het

zou een geruststellende gedachte moeten zijn, dat heil te verwachten is in het

hier en nu. Dat leidt dan tot een zalige rust, nietsdoen, zitten, staren. Ik vraag

me dan af: wie bakt het brood? Wie breit de truien, bouwt de huizen, wie voedt

de kinderen en doet de was? Maar vooral: wie zorgt voor draagvlak voor de

modernisering van de gemeentelijke basisadministratie en de vernieuwing van

het belastingstelsel? Wie schrijft het rapport Investeren in samenleving en ver-

andering? En wie, o wie neemt zitting in de commissie Administratieve lasten-

verlichting en wie in de commissie Innovatie openbaar bestuur en wie trekt dan

het Programma andere overheid? Allemaal prangende vragen voor de minister,

die niet beantwoord worden door mensen die op hun krent in het hier en nu tijd

zitten te verdoen.

Sabine Funneman

Page 10: 1 JIJ ZIET, JIJ ZIET, WAT IK NIET ZIE...Zo houd je met de opmerking ‘Ik zie dat je je wenkbrauwen fronst’ het gesprek open en nodig je de ander uit tot een reactie als ‘Ja, ik

@ dossiers 28 - KLIK

22

1OEFENINGEN

Onderscheid tussen waarneming en oordeel

Hoewel het onderscheid tussen waarnemingen en oordelen oppervlakkiggezien eenvoudig lijkt, werken we er niet zo makkelijk mee. Deze oefeningkan daarbij helpen. Bepaal van de onderstaande elf uitspraken of het eenwaarneming of oordeel is.

De uitwerkingen vind je achter in het boek, vanaf blz. 152.

1 Agnes schrijft snel een goede tekst. Waarneming of oordeel?

2 Theo is moe. Waarneming of oordeel?

3 Op de eerste campagnedag belden 453 mensen de actielijn. Waarnemingof oordeel?

4 Dit bericht leidt ongetwijfeld tot enorm veel reacties. Waarneming of oor-deel?

5 Iedereen denkt maar verstand van communicatie te hebben. Waarnemingof oordeel?

6 De lead van ons persbericht is letterlijk overgenomen in dit krantenbe-richt. Waarneming of oordeel?

7 Ons jaarverslag werd heel positief ontvangen. Waarneming of oordeel?

8 Ik voel me zenuwachtig, omdat ik zo een presentatie ga verzorgen voor dedirectie. Waarneming of oordeel?

9 Dit is niet het lettertype van onze huisstijl. Waarneming of oordeel?

10 Met de nieuwe personeelsadvertenties scoren we beter dan voorheen.Waarneming of oordeel?

11 Ik werk voor een van de drie beste communicatiebureaus van ons land.Waarneming of oordeel?

Page 11: 1 JIJ ZIET, JIJ ZIET, WAT IK NIET ZIE...Zo houd je met de opmerking ‘Ik zie dat je je wenkbrauwen fronst’ het gesprek open en nodig je de ander uit tot een reactie als ‘Ja, ik

Oefeningen

23

2Waarnemen zonder oordelen

Het helpt om in je communicatie met anderen het oordeel dat je over iemandof iets hebt, te scheiden van de waarneming. Daarmee voorkom je zaken alsmisverstanden, jumping to conclusions, verkeerde beeldvorming, enz. Waar-nemen doe je met je zintuigen: ogen (zien), oren (horen), neus (ruiken), tong(proeven) en huid (voelen). Oordelen doe je al denkend.

Een paar voorbeelden:

– Probeer de komende dagen in gesprekken waar te nemen wat er gebeurtzonder te oordelen. Stem je reactie af op wat je feitelijk waarneemt.

– Let ook goed op of anderen in hun reacties afgaan op wat ze waarnemen ofdat in hun reactie een oordeel zit.Als er sprake is van een oordeel (bij jezelf of bij een ander), probeer dan hel-der te krijgen waar dat oordeel vandaan komt.

– Vraag jezelf of je gesprekspartner welke waarneembare feiten er zijn om totdit oordeel te komen.

Waarneming met oordeel Waarneming zonder oordeel

Ze had enorme haast en neemt altijd te

weinig tijd om met ons te overleggen.

Ik zag dat ze tijdens ons overleg een paar

keer op haar horloge keek en aan het

begin van het overleg vroeg ze of wij het

oké vonden als ze om 15.55 uur weg zou

gaan.

Het was weer eens overduidelijk dat hij

er geen zin in had.

Toen de directeur aan het eind van de

bespreking het woord nam, fronste hij

twee keer zijn wenkbrauwen en hij zat

met zijn armen over elkaar. In zijn reactie

zei hij dat hij ‘helemaal akkoord’ was.

Zij is zo’n enorme muggenzifter. Ik had

dagen aan die tekst gewerkt, maar voor

haar was het natuurlijk weer niet goed

genoeg.

In de tekst van het persbericht die ik haar

heb laten lezen, heeft ze met pen aange-

geven welke fouten in de spelling ze nog

had opgemerkt.

Hij is woest en slaat weer eens met de

deuren.

Ik hoorde hem op de eerste verdieping

iets roepen en daarna hoorde ik een deur

dichtslaan.

Page 12: 1 JIJ ZIET, JIJ ZIET, WAT IK NIET ZIE...Zo houd je met de opmerking ‘Ik zie dat je je wenkbrauwen fronst’ het gesprek open en nodig je de ander uit tot een reactie als ‘Ja, ik

@ dossiers 28 - KLIK

24

3De conclusieladder

Stel je een ladder voor. Op de onderste treden staan de feiten: dat zijn woor-den en allerlei andere zintuiglijk waarneembare signalen. Tijdens een gesprekloop je de ladder op en maak je een keuze uit alle feiten die zich aan je voor-doen. Deze subjectieve selectie neem je mee de ladder op naar boven. Onder-weg geef je de door jou geselecteerde feiten betekenis. Betekenissen die wor-den bepaald door jouw manier van reageren. Zo ontstaan gedachten: jouwinterpretaties van de feiten. Helemaal bovenaan de ladder zet je je gedachtenom in gevoelens: beelden, vooroordelen, verwachtingen of overtuigingen.Ieder mens loopt in een gesprek zo’n ladder op. Soms is dat heel handig omsnel veel informatie te kunnen verwerken en conclusies te trekken. Soms ishet onhandig, omdat er verschil van mening en inzicht ontstaat doordat men-sen dezelfde feiten anders interpreteren. In die gevallen is het verstandig deladder in gedachten weer af te lopen of dat hardop denkend met elkaar tedoen. Welke interpretaties heb ik gegeven aan welke feiten? Welke feiten benik onderweg uit het oog verloren? Waar zitten de verschillen tussen jouwinterpretaties en die van mij?

Voorbeeld 1

Gevoelens, beelden,

overtuigingen

Ik word niet serieus genomen. Communicatie wordt hier

niet voor vol aangezien.

Interpretaties Ze zien communicatie hier uitsluitend als folders maken.

Subjectieve selectie Ze hebben op korte termijn een folder nodig.

Feiten Opdrachtgever zegt: ‘Ons bedrijf opereert in een sterk

concurrerende markt en onze klanten willen weten wat

ze van ons kunnen verwachten. Daarom wil ik op korte

termijn een folder hebben.’

Page 13: 1 JIJ ZIET, JIJ ZIET, WAT IK NIET ZIE...Zo houd je met de opmerking ‘Ik zie dat je je wenkbrauwen fronst’ het gesprek open en nodig je de ander uit tot een reactie als ‘Ja, ik

Denk terug aan een soepel verlopend adviesgesprek en aan een ongemakke-lijk adviesgesprek. Geef voor elk van de twee situaties antwoord op onder-staande vragen en neem daar rustig de tijd voor.1 Wat waren je interpretaties en oordelen?2 Wat waren je zintuiglijke waarnemingen, de feiten (probeer je er zoveel

mogelijk te herinneren)?3 Welke feiten heb je gekozen en welke over het hoofd gezien?4 Welke interpretaties heb je gegeven? Zijn er nu – achteraf – ook andere

interpretaties mogelijk?

Oefeningen

25

Voorbeeld 2

Gevoelens, beelden,

overtuigingen

Leuk dat ze mij dit toevertrouwen.

Interpretatie De business staat onder druk. Dus ze willen snel iets

laten zien aan de markt.

Subjectieve selectie Ze opereren in een sterk concurrerende markt.

Feiten Opdrachtgever zegt: ‘Ons bedrijf opereert in een sterk

concurrerende markt en onze klanten willen weten wat

ze van ons kunnen verwachten. Daarom wil ik op korte

termijn een folder hebben.’