Download - Vrijuit: brochure EIF over minderjarige nieuwkomers en vrije tijd

Transcript

De eIF-oproep In een notenDop

Doelgroep: minderjarige nieuwkomers uit niet-EU-landen. Dat zijn kinderen en jongeren tussen de 6 en 18 jaar die maximaal één jaar ononderbroken in België verblij-ven.

DoelstellIng: de integratie van minderjarige nieuw-komers verbetert door een grotere par-ticipatie aan vrijetijdsinitiatieven.

operatIonele Doelen: • Minderjarigenieuwkomersworden

toegeleid naar het aanbod.• Hetbestaandeaanbodistoeganke-

lijker gemaakt voor de doelgroep.• Lokale netwerken rond vraag en

aanbod zijn opgestart.

InDIeners:• stedenengemeenteninhetNeder-

landse taalgebied.• deVlaamseGemeenschapscommis-

sie (VGC) in het tweetalig gebiedBrussel-hoofdstad.

perIoDe: 1 januari 2012 - 30 juni 2013

BuDget: 45.000 euro ESF-subsidies per project. De promotoren staan zelf in voor 25% cofinanciering.

VolgenDe oproep: www.esf-agentschap.be

Wat Is VrIje tIjD?

Vrijetijdiseenbeladenbegrip,datver-andert naargelangdepersoon, contexten tijdwaarin het gedefinieerdwordt.EIF benadert vrije tijd vanuit een maat-schappijgericht perspectief. Zowel in Brussel, Aalst als Turnhout ziet menvrije tijd daarom als een resttijd: de tijd die kinderen en jongeren niet hoeven te besteden aan verplichte of noodzake-lijke activiteiten zoals (huishoudelijk)werk,zorgenstudie.Menrichtzichbo-vendien op formele vrijetijdsbesteding (buitenshuis).Thuiscomputerspelletjesspelenhoortdaardusnietbij.MeedoenaaneenLANpartymetanderegamersin een scoutslokaal wel.

Zie ook: Sinnaeve, I. Van Nuffel, K. en Schille-mans, L (2004). Jeugd en vrije tijd. Thuis tv-kijken, voetballen of naar de jeugdbeweging? Beschikbaar op http://www.jeugdonder-zoeksplatform.be/publicaties/vrijetijd.PDF (juli 2013)

Van korfbal tot urban dance, van chiro tot JNM, van speelpleinwerking tot tekenacademie. Kinderen en jongeren in Vlaanderen kunnen moeilijk zeggen dat ze ‘niet weten wat doen’. Onze regio staat bekend om het gigantische aanbod sport-, cultuur- en jeugdinitiatieven in de vrije tijd.

Minderjarige nieuwkomers die hier net aan-komen, vinden echter vaak de weg niet naar dit rijke aanbod. Dat is nochtans vrij belang-rijk: om zich hier goed te voelen, om de taal te leren en om vrienden te maken.

Omdat integratie en inburgering hoog op de Europese en Vlaamse agenda staan, steunt het Europees Integratiefonds projecten die de deelname van deze nieuwe Vlamingen aan

het vrijetijdsaanbod verhogen. De Dienst Ge-lijke Kansen van Turnhout, de Jeugddienst van Aalst en de Vlaamse Gemeenschapscommissie in Brussel gingen de uitdaging aan.In deze publicatie laten we de kinderen, jonge-ren en projectmedewerkers aan het woord. Ze delen de succesverhalen uit hun stad en spre-ken – vrijuit – over de drempels waarover ze struikelden.

Wees zo vrij zelf met hun ervaringen aan de slag te gaan. Want aan vrije tijd voor nieuwko-mers kan niet genoeg gewerkt worden.

Louis VervloetAlgemeen directeur ESF-Agentschap Vlaanderen vzw

6

Het hoofd van kinderen en jongeren die in België aankomen, staat er vaak niet naar om volop te participeren aan het vrijetijdsaanbod. Toch, zegt Reinhilde Pulinx van het Steunpunt Diversiteit en Leren aan de Universi-teit Gent, is dit uitermate belangrijk om je snel ergens thuis te voelen.

Minderjarige nieuwkomers inVlaanderen staan de laatste jarenhoog op de agenda. Zowel bij be-leidsmakers als bij onderzoekers. Niet alleen door de stijgende in-stroom van de doelgroep. Ook de toegenomen diversiteit en de aan-houdende precaire positie van min-derjarige nieuwkomers in verschil-lende maatschappelijke domeinen verklaren dit gevoel van urgentie.

Het BelangVan VrIjuIt gaan

Hetopdoenvannieuweervaringen– sportieve en culturele activitei-ten, uitstappendoorheendenieu-we stad en het nieuwe land – is cru-ciaal om je ergens thuis te voelen. Daarom is het van groot belang dat er gewerkt wordt aan een betere

toeleiding naar en verhoogde deel-name aan vrijetijdsbestedingen door minderjarige nieuwkomers.

Een groter sociaal netwerk biedt hen meer emotionele en instru-mentele ondersteuning. Deelname aan vrijetijdsinitiatieven levert daarnaast een positieve bijdrage aan het verwerven van taalvaardig-heid Nederlands. Het Nederlandswordt immers veel functioneler ingezet dan in het klasgebeuren,waardoor de jongeren spontaner taal gaan verwerven. En tot slot is en blijft vrije tijd natuurlijk een bron van ontspanning. Omdat per-sonen die migreren vaak in hun thuisland, onderweg en in hetnieuwe land stressvolle situaties ondergaan,blijfthethoofddoelvanvrije tijd ook voor deze doelgroep ontspannenenpleziermaken.Vrij-uit gaan dus.

grote Instroom Van nIeuWkomersIn VlaanDeren

9464 9996

2010

2011

2012

11200

Bron: Kruispuntbank Inburge-ring – Agentschap voor Binnen-lands Bestuur

7

De cIjFers

Hoeweldegegevensvaaknieteen-duidig en up-to-date zijn, sprekendecijfersvoorzich.Tussen2010en2011 steeg het aantal minderjarige nieuwkomers dat in Vlaanderenaankomt met bijna twintig pro-cent. De Onthaalklassen voor An-derstalige Nieuwkomers (OKAN)tonen vergelijkbare cijfers. In het schooljaar 2011-2012 werden er 3120 OKAN-leerlingen geteld inhetbasis-ensecundaironderwijs,tegenover 2597 OKAN-leerlingenhet jaar voordien.

OKAN-leerlingennemeninverhou-ding minder deel aan het voltijdse onderwijs en meer aan het deel-tijds onderwijs. Zij stromen na het onthaalonderwijs meestal door naar het BSO en BUSO en in veel minderematenaarhetASOenTSO.

OKAN-leerlingen,endanvooraldegroep van zestien- en zeventienja-rigen,zijnbovendienveelvakeropproblematische wijze afwezig dan andere leerlingen. De scholen noe-men vier grote oorzaken: 1. Zwakke schoolse motivatie; 2. Laagwelbevindenopschool;3. Problematische gezinssituatie;4. De leerling is spoorloos of be-

vindt zich in een precaire ge-zinssituatie.

Anderstalige nieuwkomers be-vinden zich, in vergelijking metleeftijdsgenoten, in een moeilijkesituatie: ze kampen met een hoge taaldrempel, traumatische erva-ringen bij vertrek en doorheen het migratietraject, ontheemding, cul-tuurschok en erg uiteenlopende schoolse ervaringen.

Toegang tot kwaliteitsvol onder-wijs, regelmatige participatie aanonderwijs – ook voor de allerjong-ste nieuwkomers – en begeleiding op maat doorheen de schoolloop-baan, zijn dan ook sleutelfactorenvoor het verbeteren van de on-derwijspositie van minderjarige nieuwkomersinVlaanderen.

meer okan-leerlIngen

2324 2597

312020

09-2

010

2010

-201

1

2011

-201

2

Bron: Rapport AGODI Onthaal-onderwijs OKAN 2009-2012

55% jongens

8

Drempels aan aanBoDzIjDe

Bovendien blijken minderjarige nieuwkomers amper deel te nemen aan vrijetijdsactiviteiten. Dit kan verklaard worden door verschil-lende oorzaken of drempels, aanvraag- en aanbodzijde.

Eén van de meest belangrijke drempels is het versnipperde en weinig transparante aanbod. Jon-geren en ouders zijn niet op de hoogte van de mogelijkheden aan sport-,cultuur-,ofmuziekactivitei-ten in de buurt. Ze weten niet waar ze terecht kunnen met vragen naar concrete informatie.

Bovendien heersen er bij de aan-bodverstrekkers administratieve drempels (het beschikken over bepaalde verblijfsdocumenten), fi-nanciële drempels (lidmaatschap,uitrusting en vervoerskosten), entalige drempels (het beschikken over een bepaald niveau van taal-vaardigheidNederlands).

Drempels aan VraagzIjDe

De drempels aan de kant van de nieuwkomers zijn wellicht minder bekend bij de aanbodverstrekkers. Het verwerven van voldoende in-zicht in deze belemmeringen is ech-ter noodzakelijk voor het uitwer-ken van een vraaggestuurd aanbod op maat van deze doelgroep.

Zo zijn er de situationele en cultu-reledrempels.Vlaknaaankomstishet vinden van een aanbod vrije tijd niet steeds prioritair voor nieuw-komers en hun ouders. De eerste aandacht gaat uit naar de admi-nistratieve procedure, de woning,de school en het inkomen. Ook verschiltdeinvullingdieinVlaan-deren aan vrije tijd wordt gegeven met de gewoontes in andere cultu-ren.Hetparticiperenaanjeugdbe-wegingen,meteenwekelijksenga-gement,isnietoveralgekend.Vaakwordt er prioriteit verleend – zeker in de eerste periode na aankomst – aan het maken van huiswerk en activiteiten die door de school wor-den georganiseerd.

Voor oudere nieuwkomers, degroep van zestien- tot achtienja-rigen, is er weinig gepast aanbodvoor handen. Ook is het voor deze groep moeilijker om aansluiting te vinden bij jeugdbewegingen of sportclubs met reeds sterk veran-kerde sociale netwerken.

Nietalle jongerenzijnomsociaal-emotionele redenen klaar om snel de stap naar vrijetijdsbesteding te zetten. Een migratie-ervaring heeft immers een grote impact op het le-ven van deze jongeren. Ze komen terecht in een omgeving met een anderetaal,eenanderecultuurenandere gewoontes, zemissen hunvrienden en familie die achter ge-bleven zijn en ervaren vaak een grote onzekerheid over het ver-blijfstatuut, de financiële situatieen de definitieve woonplaats vanhet gezin.

Ondanks de belemmeringen, blijfthet participeren aan vrije tijd es-sentieel voor deze groep. Je ergens thuisvoelen kan pas als er ruimte is om te ontspannen.

meest VoorkomenDe natIonalIteIten Afghaans,Pools,Roemeens en Bulgaars.

mInDerjarIge nIeuWkomers Volgens leeFtIjD

2,5 – 5 jaar 33%

6 – 11 jaar 33%

12 – 18 jaar34%

Bron: Kruispuntbank Inburge-ring – Agentschap voor Binnen-lands Bestuur

Bron: Kruispuntbank Inburge-ring – Agentschap voor Binnen-lands Bestuur

9

In de zomer van 2012, en in de paasvakantie van het jaar daarop, krioelde het Turnhoutse Stadspark van pas toegekomen kinderen en jongeren. In de twee ervaringsweken van “Taal in het Park” combineerden de anders-taligen leer- en speelmomenten. In de voormiddag kregen ze Ne-derlandse les van enthousiaste leerkrachten, ‘s namiddags lieten monitoren het vrijetijdsaanbod van de Stad op hen los.

Na een weekje spelend leren kre-gen de nieuwkomers een buddy toegewezen. Een plaatselijke vrij-

williger die hen wegwijs maakte in het verenigingsleven en hen introduceerde bij culturele, sport- en jeugdverenigingen.

Bovendien werd er voor die vrije-tijdsaanbieders een diversiteits-traject opgezet. Dat traject spoor-de hen aan om met een andere blik naar hun eigen vereniging te kijken. Een dienstoverkoepelende stuurgroep volgde alles op de voet op en probeerde een draag-vlak te creëren bij de andere stadsdiensten. Niet evident, want

“er was toch geen probleem?”.

12

Na de ervaringsweek ‘Taal in het Park’ gaat de bal aan het rollen voor Ershad en Francesco. De ene schaaft zijn Nederlands bij als monitor, de andere maakt nieuwe vriendjes in de scouts. Of hoe spel en taal niet zonder elkaar kunnen...

Ershad is gek op kinderen en dat hadden ze snel door bij het Stede-lijke Jeugdcentrum Wollewei. Hij groeide daar dan ook door van anderstalige nieuwkomer tot Nederlandstalige Grabbelpas- en speelpleinmonitor.

Toen Ershad in België aankwam,kon hij enkel op zijn broer terug-vallen. “Die was al twee jaar hier. Hijheeftmegeholpenmetmijnpa-pieren.Hetwas niet eenvoudig inhet begin. Ik begreep niemand en hebme dan ook volop op het Ne-derlands leren gestort.”

Hoe kwam het bij je op om monitor te worden?“Mijn juffrouw van OKAN had mijals deelnemer ingeschreven voor

“Taal in het Park”. Bij bepaalde ac-tiviteiten waren er mensen van Jeugdhuis Wollewei aanwezig. Ze zagen dat ik goed met kinderen kon omgaan en vroegen mij of ik bij hen wou komen werken als mo-nitor.”

Wat was voor jou de drijfveer om monitor te worden?“In mijn eigen land, Iran, deed ikongeveer hetzelfde werk. Ik vind het superleuk om met kinderen te werken.”

Hoe staat het met je Nederlands? “Omdat ik in België wil blijven wo-nen, vind ik het heel belangrijkdat ik goed Nederlands kan. Nietgemakkelijk! Ik schreef thuis van rechts naar links en nu moet ik in-

eens omgekeerd leren schrijven. En dat ook nog eens met de cijfers. Dat was het moeilijkste dat ik heb moe-ten leren. Maar door hier met dekinderen te spelen, leer ik de taalsneller. Ik grijp elk moment aan om te kunnen oefenen.”

Is een mix van monitoren met verschillende achtergronden be-langrijk voor jou?“Iedereen ishetzelfdevoormij, alser maar wederzijds respect is.”

Hoe zie je je toekomst in België?“Goed Nederlands leren schrijvenen praten, zodat ik een goede jobkan vinden. Zo zal ik nog meer vrienden maken, kan ik met henuitgaan en zal ik een goed leven hebben.”

Francesco, 8 jaar, is in Italië ge-boren, maar spreekt Mandarijns thuis. Na de ervaringsweek in het Stadspark leert hij nu Nederlands tussen zijn vriendjes in de scouts. Mama vertelt.

“Francesco was vijf toen we hier aankwamen. Doordat hij in Italië geborenis,kendenwedeWestersecultuur al. Die schok was dus niet zogroot.Maardetaalwaswelhele-maalnieuw,endaarhebbenwenogsteeds wat moeilijkheden mee.”

Hoe ben je in contact gekomen met Taal in het Park?“Op de school van Francesco kreeg ik van de zorgleerkracht een fol-dertje mee. Ze vertelde me dat het omeenheelmooiaanbodging.HijzouernietalleenNederlandsleren,maarookeenfijnetijdbelevenmetleeftijdsgenootjes. Ik was meteen verkocht!”

Hoe heeft je zoon deze week ervaren?“Francesco heeft echt genoten van de speelweek. Hij leerde natuur-lijkextrawoordjes,maarvooraldespeelnamiddagen vond hij gewel-dig. Ook ontdekte hij wat je in deze stad van vrijetijdsactiviteiten kan doen. Daarnaast hield hij er heel wat speelkameraadjes aan over. Het was echt het hoogtepunt vande zomer.Meestal speelt hij enkelmet zijn broer en onderling praten zenietaltijdNederlands.”

“taal In Het park” Was Het Hoogtepunt Van zIjn zomerVakantIe.

Mama Francesco

De ervaringsweek kreeg daarna nog een staartje?“Ik had zelf al het idee om Fran-cesco in een jeugdbeweging in te schrijven,omalspelenderwijszijnNederlandsbij te schaven enhemzo nieuwe vriendjes te laten maken. Deklasmeesterenbrugfiguurheb-ben een motiverende rol gespeeld door ons de weg te wijzen naar de scouts en drempels te helpen over-winnen. In mijn land kende ik geen jeugdbewegingen,dushetwasalle-maal nieuw voor ons.”

Hoe belangrijk is de scouts voor hem om zich thuis te voelen in België?“Hetisleukvoorhemombuitendeschoolactiviteiten ook met vriend-jes en taal bezig te kunnen zijn. Zo kan hij langzaam een sociaal net-werk beginnen uitbouwen. Ik kan het alle nieuwkomers aanraden.”

Door met kInDeren te spelen leer Ik sneller neDerlanDs.

Ershad

14

Hoe maak je nieuwkomers duidelijk dat er een stad aan vrijetijdsopties voor hen klaarligt? En hoe motiveer je de vrijetijdsaanbieders om die nieuwkomers met open armen te ontvangen? In Turnhout schakelden ze stimulerende scholen, vrijwillige leerkrachten, begeleidende buddy’s en een overkoepelende stuurgroep in om het EIF-project te doen slagen. Een verslag.

projectFIcHe

Wat? Twee ervaringsweken, vijfbuddy’s,eendiversiteitstrajecten een stuurgroep.Voor WIe? Anderstalige nieuwkomerstussen5en18jaar,dieminderdan 6 maanden in Turnhoutwonen.Wanneer? Week in zomervakantie 2012,week in paasvakantie 2013.kost? Gratis voordedeelnemers, devrijwilligers kregen een ver-goeding.

1.eerste contact VIa scHolen

In het EIF-project van Turnhoutspeelden de scholen een sleutelrol. De onderwijsinstellingen staan in nauw contact met anderstalige kin-derenenjongeren,engenietenookvan hun ouders het vertrouwen.

In eerste instantie ging men via het aanmeldingsregister van de dienst GelijkeKansen-Onderwijsnawel-ke anderstalige nieuwkomers naar welke school gingen. Vervolgenslichtte de Turnhoutse dienst voorGelijkeKansenaanvertegenwoor-digers van die scholen de moei-lijkheden toe die nieuwkomers

hebben om de weg naar het plaat-selijke vrijetijdsaanbod te vinden. Het lukte om de scholenwarm temaken voor dit project.

De enthousiaste scholen contac-teerden de gezinnen en hielpen hen bij het invullen van de inschrij-vingsformulieren. Een week voor destartvanTaalinhetParkherin-nerden de projectcoördinatoren de kinderen, jongeren en ouders aanhet project. In de zomer van 2012 kwamen ze op huisbezoek, rondPasen 2013 gebeurde dit via de school.

15

2.toeleIDen naar VrIje tIjD: In Het park

a) Taal in het Park‘TaalinhetPark’waseenéénweekdurend taalbad Nederlands vooranderstalige nieuwkomers tussen 5en18jaar,indepaas-enzomer-vakantie. In de voormiddag zetten vrijwillige leerkrachten met talige doelstellingen leuke activiteiten op. In de namiddag lieten monito-ren de nieuwkomers kennismaken metsportieve,jeugdigeenculture-le activiteiten. Op die manier kon-dendedeelnemers, ingedeeldvol-gensleeftijdentaalniveau,methetnodige zelfvertrouwen een goede startmakeninhetNederlandstaligonderwijs en de weg vinden naar een zinvolle vrijetijdsbesteding. MetTaalinhetParkwildededienstGelijkeKansenhunintegratieindeStad en de samenleving versterken.

De doelgroep van anderstalige nieuwkomers tussen 5 en 18 jaar werd tijdens het project bijgesteld. Voorde tweedeeditie, indepaas-vakantie van 2013, werden enkelnieuwkomers toegelaten die min-der dan zes maanden, in plaatsvan minder dan een jaar, in Bel-gië woonden. Uit de eerste editie bleek namelijk dat het verschil in taalniveau te groot was. Bovendien klikten kinderen die dezelfde taal spraken samen. Daarop maakten de leerkrachten met de deelnemers de afspraak dat er tijdens de activi-

teiten enkel Nederlands gepraatwordt.

b) SlotmomentDe laatste vrijdagnamiddag van de ervaringsweek mochten de ouders werkjes en foto’s van hun kinde-ren komen bewonderen en konden ze het vrijetijdsaanbod in de stad leren kennen op een infomarktje. Ook leerkrachten, gezinsbegelei-ders en andere betrokkenen wer-den uitgenodigd. Hetbleeknietevidentomdatslot-moment op gang te krijgen. Er kwa-men maar weinig ouders opdagen voor 16 uur, het uur waarop zehun kinderen kwamen ophalen. De boodschap was naar iedereen ge-communiceerd,maarblijkbaarnietoveral goed overgekomen. Nieuw-komers hebben bovendien vaak an-dere prioriteiten dan de vrijetijds-besteding van hun kinderen.

3.toegankelIjk maken Van VrIjetIjDsaanBoD met BuDDy’s

a) Het belang van buddy’sHoe creëer je duurzame effectenmet je project?Met anderewoor-den: hoe zorg je ervoor dat de kinderen en jongeren na de erva-ringsweek hun weg vinden naar het vrijetijdsaanbod in de Stad? In Turnhout begrepen ze van bij destart dat dit intensieve begeleiding vraagt.

Het project In cIjFers

taal In Het park - zomer 2012• 88 ingeschreven anderstaligen,

van 21 verschillende nationali-teiten

• 13 professionele leerkrachtenindevoormiddag,2namiddag-monitoren

• 3vrijetijdsorganisaties• 4buddy’s–5kinderendoorge-

stroomd naar reguliere vrije-tijdsorganisatie

• 1anderstaligenieuwkomervan17 jaar doorgestroomd naar de monitorencursus van de Jeugd-dienst en Grabbelpasmonitorgeworden(ziegetuigenis).

taal In Het park - pasen 2013• 40 ingeschreven anderstaligen,

van 13 nationaliteiten• 6 professionele leerkrachten

in de voormiddag, 16 namid-dagmonitoren waarvan 9 ex-anderstalige nieuwkomers (7 daarvan doorgestroomd naar Jeugddienst om monitor te wor-den)!

• 10vrijetijdsorganisaties• 1buddy–1kinddoorgestroomd

naar reguliere vrijetijdsorgani-satie

16

DaaromgingdedienstGelijkeKan-senopzoeknaarvrijwilligebuddy’sin het onderwijs en in culturele,sport- en jeugdverenigingen om de toeleiding naar het vrijetijdsaan-bod te faciliteren en een blijvende participatie waar te maken. Bud-dy’skennenimmersdegewoontes,kunnen bemiddelen indien nodig en verlagen op die manier de drem-pels naar het vrijetijdsaanbod. De buddy zoekt niet alleen naar eengepaste vereniging die aansluit bij de noden en wensen van de jonge-ren.Hijofzijvolgtdenieuwkomer,en eventueel ook de andere gezins-leden, nauw op. Buddy’s voorzieneen intensieve begeleiding van ongeveerdriemaanden,ennemenook de nazorg op zich.

In Turnhout worden momenteelvijf buddy’s gevormd en onder-steunddoordedienstGelijkeKan-sen: een inburgeringscoach (zie interview), een brugfiguur, tweestudenten lerarenopleiding en een vrijwilliger van de ervaringsweek. Zij begeleiden dus vijf gezinnen. Ze zijn gekoppeld aan de deelnemers van de eerste ervaringsweek. De deelnemers van de paasvakantie zijnnognietlanggenoeginBelgië,waardoor het gezin vaak andere prioriteitenheeftzoalsNederlandsleren, huisvesting zoeken, werkvinden, enzovoort. Die groep kanlater, in samenwerking met deschool,opgepiktworden.

De buddytrajecten hebben hunvruchten afgeworpen in Turnhouten over de methodiek zijn alle deel-nemers enthousiast. Één kind zit opkaraté,eenanderkindgaatnaardescouts,velekinderenvindendeweg naar de speelpleinwerking en oudere jongeren gaan pingpongen envoetballenindesporthal.Turn-hout wil dan ook in deze laagdrem-pelige methodiek blijven investe-ren.Buddy’svormenechteenbrugtussen de gezinnen en de vrijetijds-initiatieven en kunnen signalen op-vangen. Deze signalen komen daar-nabijdeStadterecht,waardoorhetbeleid kan worden bijgesteld.

Buddy’s vinden is niet eenvoudig Het was niet eenvoudig om vrij-willigers warm te maken voor het project. De taakomschrijving en de tijdsinvestering zijn niet eenvoudig af te bakenen. Daarom denken ze erinTurnhoutoveromhet‘buddy-schap’tepromotenalsalternatievestage.Tweevandevijfbuddy’szijnstudenten van de lerarenopleiding (Lichamelijke Opvoeding en Be-wegingsrecreatie) aan de ThomasMoreHogeschoolKempen.

De droom om vanuit de vrijetijds-initiatieven buddy’s te kunnen re-kruteren is nog niet uitgekomen. Wel kon men door de goede sa-menwerking met CVO NT2 (Cen-trum voor Volwassenenonderwijs- Nederlands tweede taal) een

ambassadeurbuddy rekruteren.Hetbuddyconceptwerkt,maarderekrutering, ondersteuning en na-zorgvandezebuddy’sisbijzondertijdrovend.BinnendedienstGelij-keKansenwilmenstructureeleenvrijwilligersbeleid opzetten. De verschillende vrijwilligersprojec-tendie in de Stad lopen (buddy’s,brugfiguren, inburgeringscoaches,leren thuis leren, enzovoort) zou-den gebundeld en gecoördineerd kunnen worden door een vrijwil-

anDerstalIge nIeuWkomers op scHool

Hetpercentageniet-Belgen inTurnhoutisgestegenvan5,5%in 1997 naar 11,2% in 2011.Bijna de helft van de groep komtuitNederland.DeTurn-houtse scholen zagen ook het aantal anderstalige nieuwko-mers de laatste jaren fel toe-nemen.

04-05 11-12

Basisscholen 19 61

secundaire scholen 97 216

Bron: ADSEI, bewerking SVR; Departement Onderwijs. Cijfers per schooljaar op teldatum van 1 februari.

17

ligersmedewerker. Die kan onder andere uitgebluste vrijwilligers la-tendoorstromennaarnieuwe,uit-dagende taken.

b) Diversiteitstraject on holdDe diversiteitsconsulent van de dienst Gelijke Kansen werkte sa-men met het diversiteits- en inte-gratiecentrum Prisma een pakket uit om diversiteit in de eigen orga-nisatie onder de loep te nemen. De vrijetijdsaanbieders in Turnhoutkregen dat diversiteitstraject aan-geboden. De bedoeling was om een jeugdbeweging, cultuurverenigingen sportclub in te schakelen om het traject te doorlopen en hen als voorbeeld te gebruiken om andere organisaties te motiveren.

Hettrajectbestaatdus,maarwordtnietgebruikt.Menstootteopwei-nig interesse bij de vrijetijdsver-enigingen.InTurnhoutleerdemendat die interesse bottom-up moet groeien. Van bovenaf een uitge-stippeld traject opleggen zou niet werken. De vragen zullen vanzelf wel naar boven komen als de or-ganisatieseenbuddyoverdevloerkrijgen en geconfronteerd worden met de drempels die er voor de an-derstalige nieuwkomers bestaan.

“Na “Taal in het Park” zijn weop zoek gegaan naar een leuke vrijetijdsbesteding voor de twee kinderen. Dat was niet zo een-voudig. Het meisje wilde graagdansen of tekenen. De tekenaca-demiewasteduur,duswerdhetde dansclub. Haar broer wildekarate leren. Na een bezoekjeaan de club kreeg ik de club zo-ver om in het vrijetijdspasprin-cipe van de Stad te stappen. We kregen dus 50 procent korting op het lidgeld.”

Botste je op moeilijkheden? “De taal. De moeder sprak goed Nederlands,maartoenermoei-lijke beslissingen genomen moesten worden, verliep decommunicatie stroever. Via deschool begrepen we dat haar dochter zwakbegaafdwas.Menraadde Buitengewoon Onder-wijs aan. Ik heb de familie gehol-pen met het interpreteren van de documenten van de school en het Centrum voor Leerlingen-begeleiding (CLB). Eerst wildede moeder er niet van weten. Ze had gehoord dat dit een slechte school was, maar leek niet te

begrijpen dat het om aangepast onderwijs ging. Maar zodra haardochter er les volgde, zag ze haarhelemaalopenbloeien.Mooiomtezien!”

Andere bijzondere ervaringen?“De familie was niet zeker van haar verblijfsstatuut. Dit maakte het soms moeilijk om de kinderen ge-richt in te schrijven voor een vrije-tijdsactiviteit. Ondertussen zijn ze overigens naar hun thuisland moe-ten terugkeren. Dat is hard.”

InterVIeW met BuDDy IngrIDVrijwilliger Ingrid begeleidde als inburgeringscoach een Russische mama met twee kinderen. Toen de Stad Turnhout haar vroeg om buddy van de kinderen te worden, nam ze die uitdaging er graag bij.

18

4. opzetten Van een netWerk met een stuurgroep

De dienst Gelijke Kansen richtteeen stuurgroep op. Daarin zetelden de betrokken directeurs en ambte-narenvandeStad,endebevoegdepolitieke verantwoordelijken. Ini-tieel ontbraken in die stuurgroep partners die vertrouwd waren met de doelgroep ‘anderstalige nieuw-komers’. Daardoor was het moei-lijk om realistische inschattingen te maken omtrent doelstellingen en methodieken. Halverwege hetproject vervoegden partners zoals Prisma, het Centrum voor Basis-educatieende2OKAN-scholendestuurgroep.Doorzoweltoeleiders,inschrijvers als activiteitenaanbie-derssamenronddetafeltezetten,hoopte men een breder draagvlak te kunnen creëren.

Hetwerdnamelijkduidelijkdathetproject niet door alle diensten even goed gedragen werd. De verschil-lende diensten werkten nog te veel als aparte eilandjes. De sportdienst concentreert zich bijvoorbeeld op sport,maarwanneereenandersta-lige nieuwkomer opgenomen moet wordenineensportclub,wordtditgezien als een taak voor de dienst Gelijke kansen. Erwerd teweinigover de diensten heen gedacht en gehandeld.

Dit is een heel groot probleem voor het voortbestaan van het project,omdat het staat of valt met gedra-genheid.Allepolitiekepartijenzijnenthousiastoverhetproject,maarhet wordt onvoldoende opgepakt en doorgegeven aan de diensten zelf.

5. opVolgIng en monItorIng

Tijdens de eerste ervaringsweekhielden de leerkrachten dagelijks overelkkindeenfichebij.Daaropnoteerden ze wat opvallend was voor die dag op vlak van onder meer sociaal-emotionele ontwik-keling en taalevolutie. Leerkrach-ten gaven aan dat het niet evident was om dat dagelijks op te volgen. In de tweede editie werden twee centrale feedbackmomenten inge-pland. Deze feedback ging per post naar de klas- en zorgleerkrachten van de school. Meetbare effectenvan de ervaringsweken zijn er niet. In functie van de uiteindelijke doel-stellingvanhetproject,namelijkef-fectieve toeleiding naar vrijetijdsi-nitiatieven,gebeurdedeopvolgingindeeersteplaatsviadebuddy’s,die hiervoor als instrument een ‘buddyboekje’ meekregen. Van dekinderen/jongerendiegeenbuddyter beschikking hadden, werdengegevens opgevraagd via de scho-len. Een intensievere bevraging is nodig om het effect van de acties beter te kunnen opvolgen en eva-lueren.

6. VerankerIngVan De resultaten

De methodieken ‘ervaringsweek’,‘buddy’s’ en ‘toegankelijk makenreguliervrijetijdsnetwerk’zijnver-ankerd binnen de stedelijke dien-sten van de Stad Turnhout in sa-menwerking met de diensten van derden.

De aansturing en effectieve uit-werking situeert zich binnen de stedelijke dienst Gelijke Kansen,met medewerking van de diensten die zich bezig houden met vrije tijd (Cultuur, Sport en Jeugd). BinnendedienstGelijkeKansenstaateenhalftijdse consulent in voor de be-geleiding en de realisatie van het project.Deconsulentenflankerendonderwijsbeleid, de diversiteits-consulent en de consulent vrijwil-ligersbeleid bieden ondersteuning. Het project staat onder recht-streekse supervisie van het dienst-hoofd-adviseurGelijkeKansen.

Daarnaast is er een stuurgroep ge-installeerd, zoals eerder beschre-ven.

als je me morgen een onBeperkt BuDget geeFt, InVesteer Ik In BuDDy’s.

Peter Anaf

19

Verenigingen uit de vrijetijdssec-tor,diekortinggevenaanmensenmeteendoorTurnhoutuitgereiktevrijetijdspas, krijgen via de Stadhet verschil terugbetaald via de ‘toelage vrijetijdsparticipatie’. Dithelpt mee om vraag en aanbod bin-nen het project structureel te on-dersteunen.

Het diversiteitstraject, het aan-bod naar vrijetijdsinitiatieven om hun werking meer open te stellen voor anderstalige nieuwkomers,ligt klaar bij een integratiecentrum en de diversiteitsconsulent van de stedelijkedienstGelijkeKansen.

De buddywerking wordt gekop-peld aan de bestaande vrijwilli-gerswerkingen binnen de dienst GelijkeKansen:brugfigurentussenkansarme gezinnen en de onder-wijsvoorzieningen binnen de Stad en inburgeringscoaches voor vol-wassen nieuwkomers. Een meer geïntegreerd vrijwilligersbeleid binnen de stedelijke diensten en een vrijwilligerswerkbeleid bin-nen het grondgebied van de Stad Turnhout is in uitbouw onder be-geleiding van de consulent vrijwil-ligerswerkbinnendedienstGelijkeKansen.

“In een ideale wereld zou de co-ordinatie van het project worden ingebed in de vrijetijdssector. De verschillendejeugd-,cultuur-ensportverenigingen zouden het projectdragen.DedienstGelijkeKansen zou, net als de stads-dienstenjeugd,cultuurensportpartner van het project zijn. En over het eigen kader heen sa-menwerken. Om die droom te verwezenlijken moet het pro-ject op politiek niveau gedragen worden,doorállediensten.”

“Als je me morgen een onbe-perktbudget geeft, investeer ikinbuddy’s.Diehebbenechteencruciale rol gespeeld in het be-geleidenvandekinderen,jonge-renenhungezin.Metmeerbud-get zouden we deze vrijwilligers naar waarde kunnen belonen.”

“Daarnaast zou ik investeren in een coach die de buddy’s kanleiden. Iemand die het overzicht bewaakt en op tijd ingrijpt als eenbuddyuitgeblustgeraaktineenbepaaldproject,doorhemof

haar nieuwe uitdagingen te bieden in een ander vrijwilligersproject. Ik zou,metanderewoorden,hethelevrijwilligerswerkbijdeStadTurn-hout graag willen centraliseren. Daar zie ik toekomst in!”

De toekomstDroom Van peter anaFDiensthoofd Peter Anaf is tevreden over de resultaten van het pro-ject. En fier op zijn ploeg. Maar als hij het morgen opnieuw mocht doen, en hij zou over onbeperkte middelen beschikken, zou hij som-mige dingen anders aanpakken.

20

WIjzIgIngen In De plannIngProjecten draaien vaak anders uit dan de oorspron-kelijke ideeën die voor EIF op papier werden gezet. Gelukkig kan er steeds bijgesteld worden. De belang-rijkste wijzigingen in de plannen van Turnhout:

• “GrabbelenBabbel”en“Binkclusie”werden“TaalinhetPark”,ervaringswekenwaarbijtaalvoorop-staat.

• De deelnameprijs was oorspronkelijk even hoog alsdievandestedelijkespeelpleinwerking.Latervolgde de beslissing om “Taal in het Park” gratisaan te bieden.

• Aanbodgestuurdwerkenbleekgeensucces.Hetdi-versiteitstraject met de jeugdbewegingen en sport-clubskwamnietvandegrond.Hettrajectblijftbe-staanenzalregelmatiggecommuniceerdworden,maar de concrete vraag moet van onderuit komen.

• De regel dat alle kinderen van het gezin moesten deelnemen werd versoepeld. Wanneer alle broers en zusjes van dezelfde lagere school kwamen op-dagen,wasdatalheelwat.

• Hetideeomervaringswekenteorganiserenindezomer-, herfst-, krokus- enpaasvakantiebleek tehooggegrepen.Het isniet evidentom tijdensdekorte schoolvakanties bereidwillige leerkrachten te vinden.

• De eerste folder voor de zomereditie werd in Word opgemaakt. Die van de paasvakantie werd in de huisstijl van de Stad getrokken. Die laatste oogde professioneler en straalde meer vertrouwen uit.

• De samenstelling van de stuurgroep werd verruimd met vertegenwoordigers die ervaring hebben met dedoelgroep.Nodigvooreenrealitycheck!

In Aalst spreekt één op zes jon-geren tussen zes en achttien jaar thuis geen Nederlands. Dat zijn er een kleine 2000. In deze groep zitten ook heel wat anderstalige nieuwkomers. De Jeugddienst van Aalst besloot op onderzoek te gaan. Wie zijn deze jongeren? Wat doen ze in hun vrije tijd? En via welke weg spreek je hen best aan?

Met een berg gegevens onder de ene, en de expertise van Groep INTRO onder de andere arm, zette de Jeugddienst een aantal initiatieven op om jongeren en vrijetijdsaanbieders in Aalst aan elkaar te koppelen.

De perfecte match was er een waarbij de jongeren vanuit hun eigen interesses een vereniging vonden die de drempels voor hen weg wilde werken.

Dat het niet eenvoudig was, werd al snel duidelijk. Niet alle dien-sten sprongen mee op de kar. De verenigingen bleken redelijk te-rughoudend, en ook de jongeren hadden niet altijd de (vrije) tijd. Maar via persoonlijke contacten en met de nodige overtuigings-kracht konden er een paar mooie trajecten opgezet worden. De eer-ste pennenstreken van de veelbe-lovende Atlas van Aalst.

24

De Roemeense Sara droomt van een carrière in de mode. Braziliaan Pablo wil het als voet-baller maken in België. Dankzij het project zetten ze een eerste voorzichtige stap richting een nieuwe toekomst.

Sara Constantin, 14 jaar, stelde haar eigen modecollectie voor op de catwalk van de Kunstbende. Aleksandra Dyja en Yasmin Ben Saddik waren de vrolijke model-len van dienst.

Aleksandra: “Ik ben niet graag eenzaam. Dus de eerste maanden in België waren best moeilijk voor mij.Alleswasnieuwenanders inhet begin. Ik moest helemaal op-nieuw beginnen. Ik ben hier nu ne-gen maanden en ondertussen heb ik al veel vrienden gemaakt. Ik zie het als een groot avontuur.”

Sara: “Ook ik kende hier niemand toen ik aankwam. Mijn ouderswerkten hier. Filip (van Groep IN-TRO) stelde me voor om mee tedoen aan de Kunstbende. Ik houvan mode en kleren maken, dusikbeslootervoortegaan.Hetwasongelooflijk! Ikhebvoorheteerstmet een naaimachine mogen wer-ken. En op het podium voelde ik me goed,zoalseenechtester.”

Aleksandra: “Ja! En ik mocht sa-menmetYasminmodelzijn.Sara’sjurken waren prachtig. Het washeel spannend, want we moestenin het Nederlands praten. Neder-lands is echt overal nodig.”

Yasmin: “Ook voor mij was de mo-deshow geweldig. En dat we de hele tijd Nederlandsmoesten pra-ten,isgoedvoormijntoekomst.Ikpraat nu veel beter dan vroeger.”

Sara:“Doordemodeshowtedoen,heb ik kunnen proeven van hoe het eraan toe gaat in die sector en kan ik er nu voluit voor kiezen. Ik zeg tegen iedereen dat ze niet bang moeten zijn. Je moet proberen je dromenwaar temaken.Als jehetechtwil,lukthet!”

De Braziliaan Pablo Roberto Prata (16) strandde anderhalf jaar geleden in Aalst. Het animatordiplo-ma is zijn eerste Belgische document om het hier te kunnen maken. Al wil hij toch vooral stervoetballer worden...

“Ik ben gek op voetbal. Ik leerde de animatorcursus kennen via een vriend van buurtsport Aalst. Ik hadgeenideewatikkonverwachten,maartoenzemeuit-legdenwathetzoalinhield,hadikerwelzinin.”

Viel het mee? “Ja,ikleerdeveelspelletjes.Enikvondhetleukommetde kinderen bezig te zijn. In de zomer ga ik zelf anima-tor zijn.”

Waren er ook moeilijke momenten?“De moeilijkste momenten voor mij waren niet tijdens de cursus. Ik ben hier alleen. Mijn vader is terugge-keerdnaarBrazilië,omdathijgeenwerkvond.Als ikgeen papieren heb tegenmijn achttiende, kunnen zeme oppakken en terugsturen.”

Hoe zie je je toekomst nu? Is dit anders dan toen je net in België aankwam?“Ikkanmijntoekomst‘nu’nietzien.Datkanniemand,denkik.Maarikhebopditmomenttweeopties.Deeer-steoptie isvoetbalsterworden(Pablowerd ‘ontdekt’en speelt momenteel bij TerjodenWelle), de tweede(hoofd)verpleger in een ziekenhuis. Het is allemaalheel anders gelopen dan ik gedacht had. In Brazilië zou ik in de bouw moeten werken. En met mijn loon zou ik nooiteenhuiskunnenbetalen.HierinBelgiëhoopikeen betere toekomst te hebben en mijn familie in Bra-zilië tekunnenhelpen.Alsvoetballerkan jeveelver-dienen...”

26

Waar genieten de anderstalige nieuwkomers in Aalst van hun vrije tijd? En zijn organisaties bereid om hun aanbod op hen af te stellen? De Jeugddienst van Aalst trok samen met Groep INTRO op onderzoek uit en deed daarbij bijzondere vaststellingen. Samen trokken ze erop uit om de jongeren aan te spreken en te begeleiden naar de perfecte ‘match’. Het relaas van een ambitieus project.

projectFIcHe

Wat? Eenonderzoek,vrijetijdsbeurs,Open Atelier, Taalbubbels, Ad-viesraden,Atlas vanAalst, eentweedaagse,eenstuurgroepeneen animatorcursus.Voor WIe? Anderstaligenieuwkomerstus-sen 5 en 18 jaar en de vrijetijds-aanbiedersinAalst.Wanneer? Maart2012–juni2013

1.De start: een geDegen onDerzoek

Gissen is missen, meten is weten.Daarom besloten de Jeugddienst enGroep INTROeerst een gerichtonderzoek uit te voeren. De situ-atie van anderstalige nieuwkomers endevrijetijdsactiviteiteninAalst,waarzealdannietaandeelnemen,werden onder de loep genomen. Concreetzochtmeneenantwoordop volgende vraag: ‘waarom vindt deze doelgroep de weg naar het aanbodniet?’

De belangrijkste conclusies uit het onderzoek:• 1 op 6 jongeren in Aalst

spreektthuisgeenNederlands.Het gaat om een kleine 2000minderjarigen tussen 6 en 18 jaar.

• ViadeOKAN-scholenkanjedenieuwkomers relatief eenvou-dig bereiken.

• Aalstheeftenkeleensecundai-reOKAN-school.DeverspreideOKAN-klassenindebasisscho-len zijn moeilijker te bereiken.

• Alle jongerenzienvrijetijdalsde tijd die ze niet aan school-werk of huishoudelijke taken moeten besteden.

27

• Van nieuwkomers vraagt hetschoolwerk meer inspanning en tijd omwille van de taal-moeilijkheden.

• De meeste nieuwkomers heb-ben geen idee van het ruime aanbod. Gericht op zoek gaanop internet is voor hen nog niet evident.

• Hunouderszijnergbelangrijkin de vrijetijdskeuze. Ze zijn vaak terughoudend en kennen het aanbod nauwelijks.

• Clubs staan open voor diver-siteit, maar zien de drempelsniet of willen niet altijd extra moeite doen om die weg te werken.

• De belangrijkste drempels zijn: bereikbaarheid, inschrijvings-geld,racisme,Nederlandsetaalen complexe inschrijvingspro-cedure.

2. eerste contact VIa scHolen

DeOKAN-schoolwasdegemakke-lijkste weg om anderstalige nieuw-komers te bereiken. De link met de school schepte meteen vertrouwen bij de ouders.

AangezienAalstgeenOKAN-basis-schoolheeft,ennochGroepINTRO,noch de Jeugddienst ervaring had in het bereiken van anderstalige kinderen, besloten ze te focussenop twaalf- tot achtienjarigen.

Hetvertrekpuntwassteedsde in-teresses van de jongeren. Wie wil-de dansen werd voorgesteld aan eendansclub.Maarvaakmoestdieinteresse eerst aangewakkerd wor-den,doorhethelevrijetijdsaanboduitdedoekentedoen,ofhentela-ten proeven van concrete activitei-ten inhetOpenAtelieropwoens-dagnamiddag.

1 jongere op 6 In aalst spreekt tHuIs geen neDerlanDs.

Bron: Jongerencahier 2009, Provincie Oost-Vlaanderen

tHe perFect matcH

Filip De Roeck van Groep IN-TRO ging met de geïnteresseerdenieuwkomers aan de slag om hen te matchen met vrijetijdsaanbie-ders in Aalst. Het resultaatwarenkorte projecten of langdurige enga-gementen. Het aantal ‘gematchte’jongeren per activiteit:

Buurtsport dans: 5 Buurtsport voetBal: 3 voetBal FC doggen eremBodegem: 1 voetBal FC smetlede: 1 KunstBende: 3 Zwemmen: 3 animatorCursus ZomervaKantie: 16 muZieKsChool: 1 sport- en vrijetijdsBeurs: 65

5 VoorWaarDen Voor een goeDe matcH

1. BetreK BrugFiguren. ooK de ouders moeten openstaan voor de juiste matCh.

2. ga aCtieF op ZoeK naar vragen. een Kwalitatieve matCh is vraaggestuurd.

3. sFeer is het BelangrijKste. presteren doen Ze al op sChool.

4. een goede matCh vraagt tijd. het is niet omdat het nu misluKt, dat er een vol-gende Keer geen opening is voor suCCes.

5. een matCh is pas Compleet als het hele proCes is doorlopen. van vraag over ContaCt tot terugKoppeling.

28

3. toeleIDen naar VrIjetIjDsaanBoD: een marktje, atelIers en BuBBels

a) VrijetijdsmarktDe geïnteresseerde Aalsterse ver-enigingen mochten hun aanbod komen voorstellen in de OKAN-school. De vrijetijdsmarkt werkte in twee richtingen: enerzijds kon-den de jongeren kennismaken met de verantwoordelijken en naar har-tenlust vragen stellen. Anderzijdszagen de clubs hun vooroordelen (en angsten) als sneeuw voor dezonsmelten.Hetinitiatiefwaseenenorm succes en zal zeker navol-gingkrijgen,alwashetweljammerdat er zo weinig jeugd- en sport-clubs te overtuigen waren om langs te komen.

b) Open AtelierOokFilipDeRoeck vanGroep IN-TROzette zich inomafstanden teverkleinen.Hijtrokelkewoensdag-namiddagnaardeOKAN-schoolennam telkens een hoop jongeren mee naar een andere activiteit (zwem-men, bezoekAtomium,…).Opdiemanier bracht hij de jongeren niet alleenkennisbijoverBelgië,maarkon hij ook peilen naar hun inte-resses. Hij bouwde doorheen dieweken een vertrouwensrelatie met henop,wathielpbijhetbegeleidennaar sport- of jeugdclubs.

De jongeren volgen maximaal een jaarlesopdeOKAN-school.Nadatjaar zetten echter weinig jongeren zelf stappen om een vrijetijdsbe-steding te zoeken. Een ander na-deel van deze methodiek is dat de OpenAteliersvoorvijtien-totach-tienjarigenbedoeldzijn,terwijldegrootste groep anderstalige nieuw-komersinAalstjongerentussen12en 14 jaar zijn.

c)TaalbubbelsTaalbubbels is eenvakantie-initia-tiefvandedienstIntegratie,waar-bij via spel Nederlands geleerdwordt.Hetbestondalvoorzes-tottwaalfjarigen,maar de stuurgroepbesloot ook een versie voor twaalf- tot achttienjarigen uit te werken.

Voor hen zal Taalbubbels tijdens(twee weken van) de zomerva-kantie van 2013 plaatsvinden. De Jeugddienst springt mee op de kar. Men verwacht zo’n 35-tal anders-talige nieuwkomers te kunnen ont-vangen op dit daginitiatief.

4. toegankelIjk maken Van VrIjetIjDsaanBoD

a) AdviesradenHet oorspronkelijke idee was omopdeadviesradenvanJeugd,SportenCultuurhetprojectvoortestel-len en hen te informeren over de doelgroep. Maar al gauw merktemen dat dit weinig opleverde. Sportclubs en jeugdbewegingen

anDerstalIge nIeuWkomers op scHool

Alle jongerentussen12en18jaar die net in België aanko-men,wordengestimuleerdomeerst een schooljaar te door-lopen in OKAN. Daar krijgenze een taalbad Nederlands,om daarna te kunnen door-stromen naar het regulier on-derwijs. Aalst heeft enkel eenOKAN-school voor secundaironderwijs.

Anderstalige nieuwkomers inAalst• lagerescholen: 60 leerlingen • secundaireOKAN-school: 83 leerlingen

Bron: Beleidsaanbevelingen uit het project ATLAS, 2012.

In sportcluBs kunnen nIeuWkomers nIet zomaar Instappen omDat ze Het leuk VInDen. er moet ook gepresteerD WorDen.

29

hebben zelf al een hele organisatie en zijn daardoor niet snel geneigd om er extra werk bij te nemen. Bij de sportclubs speelt ook het com-petitieaspect een niet te onder-schatten rol. Jongeren kunnen niet altijd zomaar instappen enkel en alleen omdat ze het leuk vinden. Er moet ook gepresteerd worden.

Daaruit ontstond het idee om via UiTPASdeorganisatiesoptevragendierondtoegankelijkheidwerkten,en deze rechtstreeks te benaderen met de vraag om deel te nemen aan de vrijetijdsmarkt. Ter info: UiT-PASiseenpasjewaarmeejongerenpunten verzamelen door deel te ne-men aan verschillende activiteiten. Meteenbepaaldaantalpuntenkanje gratis aan een activiteit deelne-men. UiTPAS is een pilootprojectvan de Vlaamse Overheid in Aalsten omliggende gemeenten.

Ook werd duidelijk dat verenigin-gen die met professionelen werken veel gemakkelijker te bereiken zijn dan pure vrijwilligersorganisaties. Bovendienbiedenzij(ook)eenre-creatiefaanbod,datdusnietpres-tatiegericht is. Dat maakt hun acti-viteiten aantrekkelijker voor jonge nieuwkomers.

b) TweedaagseDe verenigingen voor anderstalige nieuwkomersuitAalst, St.-NiklaasenGentzetteneentweedaagseopvoor hun leden. Daarop werd ook

de leiding van reguliere jeugdbe-wegingen uitgenodigd. De twee-daagse werd voorafgegaan door drie vormingsavonden, om kenniste maken met de doelgroep. Zo volgdendeleiderseenkookcursus,waarbijdevoertaalniethetNeder-lands was. Op die manier konden ze zelf eens ervaren hoe het voelt om in een groep terecht te komen waarvan je de taal niet machtig bent.

Doorheen het project werd dui-delijk dat de Aalsterse jeugd nietaltijdstaattespringenomzo’nen-gagement aan te gaan. Door kader-vorming en een cadeaubon voor de vereniging aan te bieden, trachttemen dat probleem op te vangen.

GroepINTROhooptookzo’ntwee-daagse te organiseren, waaraanook leden van reguliere jeugdbewe-gingen deelnemen, zodat de tweegroepen gemixt worden. Daarnaast hopen ze volwassen nieuwkomers in te schakelen als kookploeg. Tot

slot gaan ze zich actief inzetten om nieuwkomers onder de zes jaar te laten aanpikken bij reguliere jeugd-bewegingen.

c) Atlas‘Atlas’ (een goed gevonden ana-gram van ‘Aalst’) ontstond vanuithet idee om alle Aalsterse vrije-tijdsactiviteiten in kaart te bren-genvoornieuwkomers.Het iseenNederlandstaligebrochurediehenwegwijs maakt in de stad. De jon-geren vinden er de coördinaten van de organisaties die meedoen met deUitPAS,naastdeorganisatiesdietijdens het project werden opgeno-men.DevolgendeeditiesvanAtlaszullen dikker zijn. Wanneer orga-nisaties vragen om opgenomen te worden in Atlas, ziet men dat alseen ideaal moment om het gesprek over de doelgroep in de eigen orga-nisatie op gang te brengen.

Atlas verschilt van insteekmet deOpenAteliers.Atlaszetgeenapartewerking op voor anderstaligen,maar wil hen juist toeleiden naar het reguliere aanbod.

er Was DIscussIe: moet een goeDe kennIs Van Het neDerlanDs een VoorWaarDe zIjn om een anImatorDIploma te BeHalen?

30

5. opzetten Van een netWerk meteen stuurgroep en een anImatorcursus

a) StuurgroepDe Jeugddienst en Groep INTROriepen maandelijks een stuurgroep bijeen om het project op te volgen enbijtesturenwaarnodig,methetoog op verankering. De stuurgroep werd gedestilleerd uit twee be-staande overlegstructuren. Visie-groep vrijetijdsparticipatie werkt rond maatschappelijk kwetsbare doelgroepen en vrijetijd, Plat Di-vers zet zich in voor een diverse samenlevinginAalst.

In de stuurgroep waren uiteinde-lijk elf organisaties vertegenwoor-digd,waaronderhetOCMW,buurt-werkorganisaties, OKAN-scholen,gemeentelijkedienstenenhetHuisvan het Nederlands. De sport- encultuurraad zetelden jammer ge-noegnietindestuurgroep.Hetwaszeer moeilijk om hen erbij te be-trekken,omdatzeerzelfdemeer-waarde niet echt van inzagen.

Het was belangrijk voor de pro-jectverantwoordelijken dat stuur-groepvergaderingen niet louter gezellige onderonsjes waren. Op elke bijeenkomst moesten er re-sultaten voorgelegd worden. Alsergeenagendawas,werdergeen

stuurgroep gehouden of stuurde men enkel een informatieve mail rond.Tochhaaktenersteedsmeerorganisaties af naarmate de plan-nen concreter werden. Het wasook jammer dat de aanbieders van vrijetijdsinitiatieven zelf niet zetel-denindestuurgroep,terwijlzijneteen sleutelrol konden spelen.

b) AnimatorcursusIn de zomer van 2012 tekenden zestien anderstalige nieuwkomers in op een animatorcursus, die dejongeren toeleidde naar de speel-pleinwerking van de stad. Uit De Marge bood ondersteuning. Maarliefst elf jongeren behaalden hun diploma: een succes!

De taalbeheersing was voortdu-rend onderwerp van discussie. Is een goede kennis van het Neder-lands een voorwaarde om een ani-matordiploma te behalen? In de paasvakantie van 2013 werden de groependaaromgemixt.Andersta-lige nieuwkomers zaten er samen metVlaamsejongeren.

6. opVolgIng en monItorIng

Voor dit project nam de Jeugd-dienstGroepINTROonderdearm.TomVaneessenvandeJeugddienstwerd voorzitter van de maande-lijkse stuurgroep. Filip De Roeck van Groep INTROwas deman ophet terrein: hij fungeerde als aan-

spreekpunt voor de jongeren en ging samen met hen op zoek naar matches. Vermits Tom en Filip el-derswerkten,moestdecommuni-catie via e-mail en telefoon verlo-pen. Door de grote afstand tussen de standplaatsen,moest er steedsformeel worden afgesproken. Daar-door kwam informatie soms te laat aan en ging er heel wat verloren.Hetonderhoudenvanhetnetwerkvroegextrainspanningen.Hetwaseentaakwaarvoorniemand,opFi-lipna, extraurenhadgekregen inzijn takenpakket. De inbreng van andere stadsdien-sten was niet groot, omwille vantijdsnood en gebrek aan ervaring in projectmatig werken. De Jeugd-dienst moest veel tijd steken in het herhalenvanafspraken,waardoorin drukke periodes bij de Jeugd-dienst de gedragenheid duidelijk daalde. De Jeugddienst zelf was dan weer redelijk onervaren in het werken met de doelgroep. Dat vroeg best veelinwerking.VoorGroepINTROwas dit geenprobleem, al haddenzij evenmin ervaring met het berei-ken van -12-jaringen.

7. VerankerIng Van De resultaten

Dankzij de stuurgroep zijn er veel nieuwe contacten gelegd met ver-enigingen. Zij zijn nu op de hoog-te van het project en kunnen de

drempels in hun werking begin-nenwegwerken.Viahet Jeugdwel-zijnsoverleg tracht men dit project in stand te houden, zodat de an-derstalige nieuwkomers niet uit de boot vallen. Daarnaast worden al de bevindingen verspreid onder deverschillendestadsdiensten,dieverantwoordelijk zijn voor het op-volgen van de aanbevelingen. De werking van Taalbubbels wordtuitgebreid.Hetinitiatiefbestondalvoorzes-tottwaalfjarigen,maarzaltijdens de zomer van 2013 ook voor twaalf- tot achttienjarigen georga-niseerd worden. Ook de animator-cursus die voor de nieuwkomers vorige zomer georganiseerdwerd,zal een vervolg krijgen. De onder-steuningvanUitDeMargeblijftbe-staan en de doorstroming naar de speelpleinwerking wordt versterkt. InGroepINTROtrachtmenomeenaantal doelstellingen structureel te verankeren binnen de werking: • de stadssafari (een trektocht

voor anderstalige nieuw-komers langs verschillende jeugdwerkingen) uitbouwenen openstellen voor alle jonge-ren.

• de vrijetijdsbeurs een groter gevolg geven en misschien los-koppelenvandeOKAN-school.

• de animatorcursus mee vorm en ondersteuning blijven ge-ven.

• de jaarlijkse tweedaagse open-stellen voor reguliere jongeren die in de jeugdbeweging zitten.

“DestadAalstwildecontactenuitde stuurgroep in de toekomst ze-ker onderhouden. Als het projectstraks afloopt, zullen we mindersamenkomen.Tochdenkikdathetbelangrijk is dit niet dood te laten bloeden.Misschienzoekenwean-dere subsidiekanalen om het pro-ject verder te zetten.”

“Op politiek vlak zou er veel meer kennis moeten komen van wat er gebeurt op de werkvloer. Ik zou het project graag breder gedragen zien doordeSport-,Cultuur-en Jeugd-dienst,zodaterblijvendeaandachtis voor deze jongeren.”

“Als je memorgen een smak geldtoeschuift, zou ik dat budget ge-bruiken om nog meer werk te ma-ken van het bekendmaken van de doelgroep bij de bestaande regulie-re jeugdbewegingen en sportclubs. Daarnaast zouden we investeren in extra basiswerkers. Idealiter heeft elke buurt een vaste buurtwerker,die de jongeren aanspreekt én aan-gesproken kan worden. Zo’n vastaanspreekpunt kan naast lessen Nederlandsook leukevrijetijdsac-tiviteiten organiseren.”

De toekomstDroom Van FIlIp De roeckAls het van Filip De Roeck van Groep INTRO afhangt, loopt het project gewoon door. Al zal hij sommige zaken dan wel anders aanpakken.

31

32

WIjzIgIngen In De plannIngProjecten draaien vaak anders uit dan de oorspron-kelijke ideeën die voor EIF op papier worden gezet. Gelukkig kan er steeds bijgesteld worden. De belang-rijkste wijzigingen in de plannen van Aalst:

• Uit het onderzoek bleek dat de meeste nieuwko-mersinhetcentrumwonen.Mengingerdanookvan uit dat verenigingen in het centrum van de stad meer nood zouden hebben aan toeleiding. Toch was er bij deze organisaties niet veel inte-resse om drempels te verlagen. Ze hebben immers niet echt een buurtwerking en trekken kinderen en jongeren uit alle wijken aan. Deze terughoudend-heid vertraagde de planning.

• Jongeren uit de OKAN-klassen moeten veel tijdsteken in huistaken, studeren en Nederlands le-ren.Vrijetijdkomtnietopdeeersteplaats,enze-kernietbuitenshuis.Omgoedtekunnenmatchen,moest er meer tijd dan gepland gaan naar het over-tuigen van de jongeren.

• Toen de Vlaamse Overheid de UiTPAS als piloot-projectinAalstenomliggendegemeentenopzette,zagmendatmeteenalseenopportuniteit.Hetaf-stemmenopdezesystemenen toepassingenver-eiste een bijstelling van het project.

Brussel is een wereldstad. Jonge nieuwkomers zijn er niet nieuw. Wat wel nieuw was: het idee om deze jongeren in te schakelen als vrijwillige ambassadeurs, om hun lotgenoten naar het vrije-tijdsaanbod toe te leiden. Een frisse wind in het vak dus, al ver-liep het vormingstraject niet he-lemaal gezwind.

Het is één van de vele pistes die ze in Brussel bewandeld hebben. Tij-dens de vakanties werden kinde-ren en jongeren warm gemaakt voor het stedelijk vrijetijdsaan-bod met laagdrempelige activi-

teiten op maat. Van een bezoek aan het Koninklijk Paleis tot een partijtje Afghaanse cricket in het park. Ook de ‘hoteljongeren’ van Fedasil konden hiervan genieten.

Kinderen en ouders met inte-resse werden via bon vzw en de OKAN-scholen toegeleid naar het reguliere aanbod in de stad. De projectmedewerker fungeerde nu eens als eenvoudige doorver-wijzer, dan weer als intensieve begeleider. Met succes overigens, want het project lijkt navolging te krijgen.

36

Kiani en Hafid weten hoe het voelt om in een land aan te komen waarvan je de taal niet spreekt of de cultuur niet deelt. Daarom besluit Kiani als VGC-vrijwilliger de ‘hoteljongeren’ mee op sleeptouw te nemen. Hafid probeert zijn gasten discipline en trots bij te brengen in zijn taekwondoclub in Molenbeek.

In Kasjmir verkocht Kiani Anjum Mehmood, 37 jaar, schoolboeken en kinderkledij. In Brussel is hij als vrijwilliger met jonge nieuw-komers op schok. “Soms vertel ik hen mijn verhaal. Daar kunnen ze zich aan optrekken.”

In Kasjmir spelen de kinderen ge-woon op straat. Er bestaan geen georganiseerde activiteiten voor hen. Daarom is Kiani Mehmoodvol lof over het jeugdaanbod in Brussel. Als vrijwilliger draagt hijer zijn steentje bij. “Ik werk graag metkinderen,”verteltKiani.“Datisminder complex dan met volwas-senen.Kinderenluisterengoedenvolgengemakkelijker.Volwassenenzijn minder enthousiast en moeilij-kerte‘lezen’.”

Over welke eigenschappen beschikt een goede jeugdwerker?

“Een goede jeugdwerker spreekt nieuwkomers moed in. Hij geeftadvies,helptdejongerenalszemetietsworstelen,stelthengerustalsdat nodig is. Ik weet hoe het is om hier alleen aan te komen. De eerste drie maanden had ik het echt heel moeilijk. Daarna ging het beter en nu voel ik me goed in mijn vel. Ik heb zelfs succes, vind ik. Ik hoopdat mijn verhaal een voorbeeld kan zijn voor de kinderen en jongeren waarmee ik werk.”

Wat zijn je beste herinneringen aan het project?

“Deze zomer trok ik er met de ‘ho-teljongeren’opuit.Allemaalnieuw-komers die wegens de opvangcri-

sis in een anonieme hotelkamer woonden. De jongeren waren erg vriendelijk,ennaarhetschijntwasik erg populair. Ik kwam hen ook soms tegen buiten de zomeractivi-teiten. Zij herkendenmij altijd, ikheneuh...nietaltijd.”(lacht)

Als vrijwilliger kreeg je ook vorming?“Ja,datwaserginteressant!Vandesessie‘Sport-enjeugdaanbod’hebikveelgeleerd.Ook‘Sociaaltolken’vond ik boeiend. Zo leerde ik dat je als tolk alles letterlijk moet verta-len. Bij de dokter bijvoorbeeld zeg je dan niet ‘Esma heeft buikpijn’,maar‘ikhebbuikpijn.’Jemagnietstoevoegen, en niet willen helpen.Niet altijd gemakkelijk, want ikhelp graag.”

Hafid Kaddouri, 43 jaar, richtte een taekwondoclub op in Molen-beek, waarheen Samim, een an-derstalige nieuwkomer, de weg vond. Hij onthaalt nieuwelingen ‘als familie’: “Hun achtergrond doet er hier niet toe. Op de mat is iedereen gelijk.”

“Wieinmijnclub‘NewWorldTae-kwondo’ terechtkomt, engageertzichnietenkelvoortaekwondo.Hijof zij engageert zich om ook buiten de zaal de waarden van taekwondo na te streven. Fout gedrag is een blamage voor de club. Ik wil dat mijn leerlingen trots zijn op hun wijk. Door middel van sport pro-beer ik aan die positieve ingesteld-heid te sleutelen.”

Veranderen nieuwe leden door aan taekwondo te doen?“Leerkrachten en ouders zeggenme vaak dat de leerling beetje bij beetje verandert. Vrijetijdsbeste-ding is heel belangrijk voor het zelfvertrouwen en geeft meer kan-sen om constructieve wegen in te slaan in het leven. Enkel op straat rondhangen biedt weinig perspec-tief.”

Wanneer krijg jij als leraar voldoening?“Als je iemandmetweinig financi-ele middelen kan helpen om deel te nemen aan een activiteit waar-aanhijofzijplezierbeleeft,danzalik dat doen. Ik wil niet dat iemand

Ik Weet Hoe Het Is om HIer alleen aan te komen.

Kiani

struikelt over een te hoge deel-nameprijs, of over de administra-tieverompslompomeenfinanciëletussenkomst van het ziekenfonds of OCMW te krijgen. Desnoods treedik zelf op om die kosten zo laag mo-gelijk te houden. Er zijn altijd op-lossingen voorhanden: materiaal uitlenen, toegangsprijzenverlagenof zelfs afschaffen. Zeg nu zelf: of er hiernuiemandextrameetraint,datmaakt voor mij toch geen verschil?”

Zijn er ook drempels om in jouw sportclub te beginnen?“Nietallekinderenenjongerenzijnop de hoogte van het aanbod in Brussel.Ditiseengrotestad,maarvelen leven in sociaal isolement. Daarnaast zou taal een drempel kunnen zijn. Maar in onze club iseraltijdwel iemanddie,naasthetFrans, ook Nederlands, Arabisch,Koreaans of Turks spreekt. Bo-vendien moeten de jongeren hier eigenlijk niet spreken, ze moetenvooral bewegen. Dat is een andere vorm van communicatie, die henfysiekenmentaaldeugddoet.”

taal Is HIer geen proBleem. De jongeren moeten HIer Vooral BeWegen, nIet spreken.

Hafid

38

Brussel is al langer dan vandaag een wereldstad. De Jeugddienst van de Vlaamse Gemeenschapscommis-sie heeft al heel wat ervaring met anderstalige nieuwkomers. Ze werden geprikkeld met laagdrempelige activiteiten in de stad en persoonlijk begeleid naar het reguliere aanbod. Anderstalige vrijwilligers werden klaargestoomd als ambassadeurs. Een verslag.

projectFIcHe

Wat? Wekelijksezitdagen,dagbeste-dingsprojectenindevakanties,vorming van nieuwe vrijwilli-gersenoudejeugdwerkers,eneen Russische rolmops op het kanaal.Voor WIe? Anderstalige nieuwkomerstussen 5 en 18 jaar en de jeugd-werkers in Brussel.Wanneer? Maart2012–juni2013

1.VIer Drempels om Weg te Werken

De Vlaamse Gemeenschapscom-missie (VGC) was zich reeds bijhet indienen van dit EIF-project bewust van de drempels of proble-men waarmee ze geconfronteerd zouden worden. In de loop van het project werden die stuk voor stuk bevestigd:

1. Financiële drempelDe meeste ouders hebben een laag inkomen of halen hun inkomen niet uit arbeid. De vrijetijd van hun kin-deren mag dus niet te veel kosten. Enerzijds werden de vrijetijdsaan-bieders hiervan bewust gemaakt. Anderzijds werd de doelgroep

uitgebreid geïnformeerd over verschillende opties om de prijs te drukken (OMNIO, mutualiteit,OCMW,Fondsvakantieparticipatie,artikel27,...).

2. Beperkte kennis over het vrijetijdsaanbodEen georganiseerd vrijetijdsaan-bod is een gegeven dat in heel wat culturen minder of zelfs niet ge-kend is. Ook wat het aanbod pre-ciesinhoudt,isvaakonbekend.Datmaakt niet alleen hulp bij het zoe-ken, maar ook trajectbegeleidingnoodzakelijk: informeren over en-gagementen,jaarwerkingenencul-tuurconcepten, contacten leggenmet de verenigingen, inschrijvin-genregelen,begeleidenterplaatsteen administratieve opvolging.

39

3. Moeilijke communicatieCommuniceren met de ouders isvaak enkel mogelijk met een tolk. Sommige ouders volgen een in-burgeringstraject en krijgen les-senNederlands.Dit isechtergeengarantie dat de kinderen Neder-lands kunnen of leren, terwijl hetNederlandstalige vrijetijdsaanbodin Brussel meestal vereist dat ze de taal min of meer beheersen. Daar-naast blijken de gangbare commu-nicatiemiddelen als een website en bestaande brochures niet de meest efficiënte manier om het aanbodkenbaar te maken. Gerichte com-municatie en persoonlijk contact blijven in de eerste stappen van toeleiding cruciaal.

4. Vrijwilliger onbekendHet concept van vrijwilliger is bijde meeste jongeren niet gekend. Reguliere kadervormingen (jeug-danimator, bewegingsanimator)zijn te hoogdrempelig. Voortrajec-ten voor deze vormingen zijn bij-gevolgnoodzakelijk.Niet iedereenkomt bovendien in aanmerking voor vrijwilligerswerk of een vrij-willigersvergoeding. Dat hangt im-mers af van je verblijfsstatuut.

2. toeleIDen naar VrIjetIjD VIa tIen pIstes

De VGC besloot op meer dan éénpaard tewedden.Het project om-vatte maar liefst tien pistes om an-derstalige nieuwkomers naar het vrijetijdsaanbod toe te leiden. Een overzicht:

a) Vaste zitdagen in het onthaalbureauElke woensdagnamiddag konden ouders van minderjarige nieuw-komers bij de projectmedewerker terecht in bon vzw, het Brusselseonthaalbureau voor Inburgering. Daar werd er samen gezocht naar passende vrijetijdsactiviteiten voor hun kinderen. De projectmedewer-ker probeerde daarna drempels weg te werken en de toeleiding en inschrijving actief op te volgen. Aan trajectbegeleiders van andereorganisaties werd gevraagd om ou-ders en kinderen naar het onthaal-bureau door te sturen.

Het project In cIjFers

Brussels HooFDsteDelIjk geWest In cIjFers1.138.854 totale bevolking waarvan:• 767.813vanBelgischeafkomst• 371.041vanandereafkomst

24,5procentvandeBrusselsebe-volking is tussen 0-19 jaar. Brussel telt ongeveer 163 nationaliteiten.

41.529 leerlingen volgen les in het NederlandstaligonderwijsinBrus-sel.Dezekleuters,kinderenenjon-geren zijn:• homogeenanderstalig(29%)• homogeenfranstalig(29%)• taalgemengd(28%)• homogeenNederlanstalig

(14%)

Het project In cIjFers• 18 partners in stuurgroep, 5

vergaderingen• 46 activiteiten met doelgroep,

met gemiddeld 8 deelnemers• 10 deelnemers vrijwilligerstra-

ject,met 6 verschillendenatio-naliteiten

• 1 projectmedewerker, 3 VGC-coachen (jeugd, toegankelijk-heid,sport)

HoeWel De Vraag groot Is BIj ouDers en kInDeren Is er nauWelIjks VrIjetIjDsaanBoD met een taalcomponent.

40

b) Aanspreken op OKAN-scholenIn het Brussels HoofdstedelijkGewest zijn er drie scholen metOKAN-klassen. In eerste instan-tie sprak de projectmedewerker jongeren aan op de speelplaats. Toen die strategie niet zo succes-vol bleek,was zij vooral aanwezigop oudercontacten. Zo kon zij de ouders informeren over het betaal-bareaanbod,detrajectbegeleidingenmogelijkekortingssystemen.Demedewerking van de ouders bleek in de meeste gevallen een voor-waarde voor succesvolle toeleiding en persoonlijke contacten wierpen meervruchtenafdanflyersenfol-ders.

c) DagbestedingsprojectMinderjarigenieuwkomershebbenvaak – zeker in vakantieperiodes – nood aan een alternatieve dag-besteding: sportieve activiteiten,taal-ofcomputerlessen,eenoplei-ding tot monitor of gratis zomerac-tiviteiten inBrussel.VGCwildedezestien- tot achtienjarigen, die bijMinorNdakoenin‘tKleinKasteel-tje verblijven, naar vrijetijdsinitia-tieven krijgen. De samenwerking met die opvangplaatsen verliep erg vlot.

d) Mentor of ambassadeurVGC ging uit van het stakehol-dersprincipe en vatte het plan op om jongeren uit de doelgroep via voortrajecten toe te leiden naar re-gulierevormingen (kadervorming,

bewegingsanimator) en hen alsvrijwilliger te koppelen aan een re-gulierewerking.Mengingervanuitdat die jongeren hun eigen achter-ban zouden enthousiasmeren om aan het aanbod te participeren. Dat ze een gelijkaardige achtergrond hebben, zou drempelverlagendwerken voor minderjarige nieuw-komers.Drie jongens en twee meisjes start-ten met de animatorcursus, maargeen van hen doorliep het volledige traject. De redenen hiervoor lagen hoofdzakelijk buiten het project. Zo was er bijvoorbeeld een wissel tussen VGC-projectmedewerkers,waardoor een bekend gezicht ver-dween en de motivatie van enkele jongeren daalde. Één van de deel-nemers startte bovendien universi-taire studies die moeilijk te combi-neren waren met de cursus. Hettrajecthadveelpotentie,maarniet de gewenste uitwerking. Hethogeinschrijvingsgeld,deverschil-len in de culturele achtergrond van de nieuwkomers en het te hoge ni-veauNederlands inde cursuswa-ren enkele van de pijnpunten die naar boven kwamen.

e) Lente- en Zomerschool In de paas- en zomervakantie zorg-de de VGC voor de toeleiding vannieuwkomersuitNederlandstaligescholennaar taalkampen.Minder-jarige nieuwkomers konden er op een speelse manier hun Neder-lands onderhouden.

Voorveelouderswasdieleercom-ponent een belangrijke motivatie. De vraag naar een aanbod met een taalcomponent was immers groot. Ook bij de jongeren zelf was er vraag naar Nederlandse les. Eenvrijetijdsaanbod dat daarop in-speelt,wasquasionbestaande.

f) Kunst voor KetjesDe organisatie Lasso treft een re-geling met cultuureducatieve in-stellingen om de prijs voor nieuw-komers te drukken. Zo betaal je bijvoorbeeld maar 1 euro per per-soon voor een museumbezoek. VGCsteldeeengroepanderstaligenieuwkomers samen en ging met deze ketjes op excursie.

g) Zomerproject voor hoteljongerenEen ander laagdrempelig aanbod van de Jeugddienst was het zomer-programma voor hoteljongeren. Wegens de opvangcrisis werden heel wat niet-begeleide minderja-rige nieuwkomers in een hotelka-mertjegestationeerd.VGCnamhenmee op sleeptouw en organiseerde zomeractiviteiten in de stad (drie dagen per week in de zomervakan-tie 2012 en alle weekdagen tijdens depaasvakantie2013).Vaneenbe-zoekaanhetKoninklijkPaleis, toteen partijtje Afghaanse cricket inhet park. Een succes!

h) InitiatiesOm nieuwkomers toe te leiden naar het bestaande, reguliere aanbod,organiseerde VGC ook sport- encultuurinitiatie (zoals een boksini-tiatie), onder andere in deOKAN-scholen. De rol en het enthousias-me van de opvoeders was cruciaal om jongeren warm te maken voor de initiaties.

i) NieuwsbriefVGCbeslootomeerstelijnswerkers(leerkrachten, opvoeders en be-roepskrachten die nieuwkomers begeleiden) tweewekelijks ideeëndoor te sturen omtrent activitei-ten voor de doelgroep, die (bijna)gratis waren. De handleiding ‘tips voordevrijetijd’geeftheneenex-tra paar handvaten om passende vrijetijdsactiviteiten te vinden voor deze jongeren.

j) Russische RolmopsDe Russische Rolmops is een thea-terstukvanHannekePauwe,waar-in een piepklein ventje de wereld afreist op zoek naar een beetje-veel geluk. De voorstelling werd in no-vember 2012, op de Kunstendagvanhetkind,opeenbootvoorhetKlein Kasteeltje gespeeld. Dertienanderstalige vrijwilligers van het vormingstraject werden ingescha-keldomdekinderenvanhetKleinKasteeltjemeeaandevoorstellingte laten bouwen. Van het makenvan de attributen tot het opnemen vaneenfigurantenrol.

3.toegankelIjk maken Van VrIjetIjDsaanBoD

In een wereldstad als Brussel is deze problematiek natuurlijk niet nieuw.VGCdoetaljareninspannin-gen om het jeugd- en sportbeleid zoveel mogelijk te diversifiëren,zodat ieder kind iets vindt dat aan-sluit bij zijn interesseveld. Om het vrijetijdsaanbod toegankelijker te makenhamertVGCopvorming:

a) StuurgroepDe stuurgroep is samengesteld uit onder meer vertegenwoordigers van de verschillende werkvormen in het jeugdwerk en de sportsec-tor. Voor deze groep werden ver-schillende vormingsmomenten ingericht. Het belang van partici-patie aan het vrijetijdsaanbod door nieuwkomers kwam uitgebreid aan bod. Daarnaast focuste men op de drempels en voorwaarden om een regulierewerking toegankelijk(er)te maken voor die doelgroep.

b) JeugdwerkersProfessionele jeugdwerkers kregen tijdens hun vorming een theore-tisch kader mee met aandachts-punten voor het vrijetijdsaanbod voor nieuwkomers (verzekering,verblijf in het buitenland, vrijwil-ligersvergoedingen,...). Vervolgenskwamen verschillende minderjari-ge nieuwkomers uitleg geven over hun integratieproces.

41

42

c) Ambassadeurs/mentorsJongeren uit de doelgroep werden opgeleid via voortrajecten en regu-liere kadervormingen om een vrij-willigersengagement op te nemen in reguliere werkingen. Via dezejongeren werd de kennis over de doelgroep binnengebracht. Daar-naast zou hun aanwezigheid tot een verhoogde participatie van de eigen achterban leiden. Naar detoekomst toe wil men er niet enkel in investeren om jongeren tot bij een werking te krijgen, maar ookom de werkingen naar de jongeren te krijgen.

4. opzetten Van een netWerk

Het netwerk bestond zowel uitverenigingen die met de doelgroep werkten,alsuitaanbiedersvanre-guliere vrijetijdsinitiatieven. Iedere deelsector van de aanbodzijde was er vertegenwoordigd (jeugdhui-zen, WMKJ’s, jeugdbewegingen,speelweken, vakantie-initiatieven,Buurtsport,...). Daarnaast werdenook aanpalende beleidsdomeinen in de stuurgroep opgenomen (On-derwijs&VormingenWelzijn,Ge-zondheid&Gezin).

Tweemaandelijks kwam de stuur-groep bijeen om afgelopen acti-viteiten te bespreken en nieuwe initiatieven verder uit te werken. Destuurgroepgafvooraladvies,inplaats van voorstellen uit te wer-

ken.Hetnetwerkheeftdesondankseen belangrijke brug geslagen tus-sen de inburgerings- en integratie-sector enerzijds en de aanbieders van vrijetijdsactiviteiten ander-zijds.

5. opVolgIng en monItorIng

De projectmedewerker in Brussel werd direct aangestuurd door de coördinator van de Jeugddienst en zat elke week samen met de betrok-ken medewerkers van de Jeugd- en Sportdienst om een planning op te maken. Tweemaandelijks legde zijhet verloop en de geplande activi-

teiten voor aan de stuurgroep. Op de stafvergadering van de directie Cultuur,JeugdenSportwerdenlin-ken gezocht met andere diensten om het project te kunnen veranke-ren.

Op het einde van het project wordt een receptie voorzien inhetKleinKasteeltje, waarbij partners wor-den rondgeleid. De jongste bewo-ners kunnen deelnemen aan ver-schillende workshops.

De monitoring van het project be-staat uit het databestand waarin alle kinderen en jongeren die bege-leid werden naar het reguliere aan-bod werden opgenomen. Ook de gegevens van de mentors/ambas-sadeurs zijn daarin terug te vinden.

6.VerankerIng Van De resultaten

De wekelijkse zitdagen bij bon vzw blijvenooknaafloopvanhetpro-ject plaatsvinden. Ook de aanwe-zigheid op de oudercontacten in deOKAN-scholenblijftbestaan.Decel maatschappelijke oriëntatie van Bon werd in april 2013 uitgebreid meteenwerknemer,dieonderan-dere de oriëntatie van cursisten naar het vrijetijdsaanbod in haar takenpakket kreeg. Deze job werd opgenomen door de projectmede-werker waardoor de opgebouwde

Brussel ≠ VlaanDeren ≠ BelgIë

België is een ingewikkeld land. De Belgische federale staat is samengesteld uit drie ge-meenschappen (Vlaams,Fransen Duits) en drie gewesten(Vlaams, Waals en Brussels),elk met hun eigen bevoegd-heden. De Vlaamse Gemeen-schapscommissie in Brussel is een overheid die projecten van de Vlaamse gemeenschap inde (hoofdzakelijk Franstalige)stad ondersteunt. Ze is be-voegdvoorCultuur,Onderwijs,Welzijn en Gezondheid. Daarvalt het EIF-project dus onder.

ervaring behouden blijft en de kans groot is dat aan dezelfde doelstel-lingen verder wordt gewerkt.

Na de goede ervaringen met hetvormingsmoment voor beroeps-krachten in het jeugdwerk blijft VGC het thema ‘minderjarigenieuwkomers’ tijdens toekomstigevormingsmomenten op de agenda zetten.

Hoewel geen enkele ambassadeurzijnattestbehaalde,wordtaanbonvzwgevraagdomnaafloopvanhetproject het thema vrije tijd verder aandacht te geven. Men wil op-nieuw een groep vrijwilligers uit dedoelgroepsamenstellen.Heton-dersteunen van deze vrijwilligers,via onder meer een voortraject,werd opgenomen in het jaaractie-plan van het Regionaal Integratie-centrumFoyer.

Voordeafloopvanhetprojectwor-den gesprekken opgestart met de integratie- en inburgeringssector om tot een structureel samenwer-kingsverband te komen.

Tot slot wordt er een draaiboekopgesteldvoordeeigenVGC-dien-sten, begeleiders, leerkrachten eneerstelijnshulpverleners met be-langrijke hulpmiddelen in verband met toeleiding.

“Het zou ideaal zijn als andereorganisaties het project straks mee blijven dragen om het te consolideren. Een grote gedra-genheid bij de eerstelijnswer-kersisdaarvooressentieel.Voormij zou het initiatief pas écht geslaagd zijn als er één aan-spreekpunt komt voor vrije tijd in Brussel: een persoon die op de hoogte is van alle initiatieven en iedereen de weg kan wijzen.”

“Mochtermorgenextrabudgetuit de lucht vallen – en blijven vallen–danzoudenwealsVGCop regelmatige basis uitstappen maken met de doelgroep naar bestaande initiatieven in het Brusselse. Op woensdagnamid-dag naar een buurtclub en in het weekend naar de scouts bijvoor-beeld. Op die manier kunnen ze de locatie en de werking van de verschillende vrijetijdsbestedin-gen leren kennen.”

“Zelf zou ik graag meer werk maken van een beter uitgewerkt

vrijwilligerstraject. Een degelijke vrijwilligerspool die anderstalige nieuwkomers naar de verschil-lende initiatieven kan leiden. Hoeintensiever en kleinschaliger, hoebeter,denkik.”

De toekomstDroom Van kIm VancauWenBergHeMeer vrijwilligers en een intensievere begeleiding van de nieuwko-mers. Meer vraagt Kim Vancauwenberghe van de Vlaamse Gemeen-schapscommissie Brussel niet.

43

44

WIjzIgIngen In De plannIngProjecten willen weleens wijzigen tijdens de uitvoe-ring. Ook in Brussel moest er bijgesteld worden:

• Metde ‘hoteljongeren’werddriedagenperweekaan de trappen van de Beurs afgesproken om sa-men naar de activiteit te gaan. Dat lukte niet zo goed, dus gingde vrijwilligeruiteindelijkde jon-geren zelf ophalen in het hotel (soms letterlijk uit hunbedhalen).Tijdrovend,maarmétresultaat!

• Hetpapierenprogrammadatindehotelswerdop-gehangen volstond niet om de doelgroep warm te maken.Opvoedersenleerkrachten,buurtwerkers,vrijwilligers waren cruciaal om hen te blijven sti-muleren.

• Devormingvoordevrijwilligersrondgroepsdyna-micaenbegeleidingshoudinggingnietdoor.Menwas uit het oog verloren dat het die dag Suikerfeest was. Rekening houden met religieuze feesten is dus erg belangrijk.

• De permanentie in bon vzw was in het begin niet regelmatig. Maar algauw bleek dat een vast mo-mentindeweek(zitdagen)veelmeerresultaatop-leverde. Zowel trajectbegeleiders als ouders wis-ten precies wanneer ze bij de projectmedewerker terecht konden.

46

Integratieprojecten leiden is geen sinecure. Je moet bereid zijn te vallen, op te staan en vooral door te gaan. De drie verantwoordelijken nemen plaats op onze sofa en vertellen vrijuit over de pieken en dalen van hun project.

Er zijn van die momenten waarop álles tegenzit. Situaties waarin je elke hoop op succes ziet verwate-ren, en van de regen in de drup geraakt. Druilerige, vervelende nooo-momenten.

Filip De Roeck van Groep INTROinAalstmaaktehet eenpaarkeermee: “Stel je voor: onze minder-jarige nieuwkomers gaan samen

zwemmen.Hoewel eenaantal vande jongeren uitstekend zwemt,weigert de redder hen toe te laten in het diepe deel van het zwem-bad. Hij gaat ervan uit dat geenvan deze jongeren kan zwemmen. Bovendien zegt hij dat de jongeren moeilijk van elkaar te onderschei-denzijn,waardoorhetvoorhemtemoeilijk wordt hen allemaal in het oog te houden. Ik ontplofte bijna toen ik dat hoorde. De grote on-wetendheid, de vooroordelen, defoute beeldvorming, daar botstenwe erg vaak op.”

OokKimVancauwenberghevandeVGC stootte opproblemen. Ze zag

de ene na de andere anderstalige nieuwkomerafhakeninhetanima-tortraject. “De groep werd steeds kleiner. Uiteindelijk heeft niemand een diploma behaald. Dat is echt demotiverend. Ik zag nochtans voldoende potentieel bij een paar jongeren. Er was een jongen die over heel wat animatorcapacitei-ten beschikte. Uiteindelijk mocht

De groep WerD steeDs kleIner.ecHt DemotIVerenD...

47

hijhettrajectnietafmaken,omdathij twee keer niet was komen op-dagen. Zijn culturele achtergrond –waarbij stiptheid niet belangrijk was- speelde hem parten. Zo spij-tig...”

In de dienst Gelijke Kansen vanTurnhout ontstond er dan weerfrustratie, omdat het project nietvoldoende gedragen werd door andere stadsdiensten. Diensthoofd PeterAnafzucht:“Wehebbenechtgeprobeerd om het project bij hen telatenleven,dooreenstuurgroepop te richten. Maar die had niethet verwachte succes. De stuur-groepwerdeerdereenpraatbarak,zonder veel terugkoppeling naar de eigen diensten. En al helemaal zonder actie.” Zo ontdekte Peter dat de verschillende diensten het projectals‘extrawerk’zagen.“Datbetekent dat ze zich het project niet eigenmaken, waardoor hetwaar-schijnlijk een stille dood sterft als de subsidiëring stopt. Op dit mo-ment zetten we alles op alles voor meer gedragenheid, maar dat zaldenodigetijdvragen,besefiknu.”

“OokinAalstwaserdieteleurstel-ling”, vult FilipDeRoeckaan. “Wezijn zelf allemaal zo enthousiast en gemotiveerd, maar slagen er nietaltijd in om dat over te brengen naar andere organisaties. Hoewelde plannen steeds concreter wor-den,hakenersteedsmeerorgani-saties van de stuurgroep af.”

Gelukkig kan het tij ook keren. En zijn er voldoende memora-bele momenten die je eraan her-inneren waarom je het allemaal doet. Na regen komt zonneschijn: yesss!

“Mijn grootste yes-moment wastoenwehier inAalsthoordendathetprojectvanstartkongaan”,zegtFilip De Roeck van Groep INTRO.“De nood om iets extra te doen voor minderjarige nieuwkomers bestond hier al lang. De ouders wilden hun kinderen sneller zien integreren,endeleerkrachtenvandeOKAN-scholenwildenzichmeerkunnen concentreren op hun kern-taak,hetlesgeven.Zewarenblijdatwijde‘extra’takenvanhenoverna-men.”

Ook in Turnhout was de samen-werking met het onderwijs prima. Peter Anaf, van de dienst GelijkeKansen, is best fier: “de scholenhadden meteen vertrouwen in het project. Bovendien slaagden ze erin om dat vertrouwen over te dragen op de ouders van onze doelgroep.Hetwasgeweldigomtezien dat heel wat leerkrachten ook bereid waren om een deel van hun eigen vakantie te besteden aan les-sen Nederlands voor anderstaligenieuwkomers.Hetprojectgingeen

eigen leven leiden. De leerkrachten kwamen samen om ervaringen en tipsuittewisselen,endoendatnunog steeds. Fantastisch!”

“Maar de mooiste momenten zijntoch op de gezichten van de deel-nemers af te lezen,” vindt KimVancauwenberghevandeVGC.“Zowilde een van de jongeren graag een gevechtssport leren. Het wasmoeilijkomeenclubtevinden.Hetinschrijvingsgeld lag vaak te hoog of ze vroegen om een bankreke-ningnummer, die hij hen niet kongeven. Uiteindelijk kon hij begin-nen trainen in een taikwandoclub. Je had hem moeten zien stralen!”

“Zo was er ook een jongen die met-een wist wat hij in zijn vrije tijd wil-de doen: leren zwemmen”, verteltKimenthousiast.“Hetgrootsteob-stakel was de weg naar het zwem-bad.Hetopenbaarvervoergebrui-ken was niet evident voor hem. Bovendien had hij nog niemand die hem privé-les wilde geven. Uiteindelijk zijn we bij de leraren-opleiding sport gaan aankloppen. Metsucces!Nupikteenvrijwilligehogeschoolstudent de jongen gere-geld op om samen te gaan zwem-men.Mooi,toch?!”

uIteInDelIjk VonDen We een taIkWanDocluB Voor Hem. je HaD Hem moeten zIen stralen!

48

IeDereen op FaceBookDenk goed na over je communica-tiekanaal.InAalstontdektenzedatFacebook geen goed medium was om de doelgroep op de hoogte te houden van de activiteiten. Slechts een klein deel van de minderjarige nieuwkomers was bekend met het platform, en een nog kleiner deelhad er een account.

stapels DrukWerkOverlaad nieuwkomers niet met drukwerk. Spreek je doelgroep persoonlijk aan. Heb je toch eenondersteunende brochure, geefdeze dan persoonlijk af. Zo koppe-len ze de brochure aan je gezicht en begrijpen ze de boodschap sneller. Bij de oudercontacten in Brussel overhandigt men flyers met con-tactgegevens steeds persoonlijk. Dat werkt.

De ValkuIl Van Het VertalenTrapnietindevalombrochurestevertalen in de taal van de andersta-lige nieuwkomer. Door het onder-scheid te maken tussen brochures voordezedoelgroep,enbrochuresvoorNederlandstaligekinderenenouders, benadruk je net het ver-schil. Bovendien helpt het niet om hen vertrouwd te maken met het Nederlands.

In Het ronD scHIetenSchietnietinhetrond,maardoseerje communicatie-inspanningen doordacht. Toen ze in Turnhoutvrijwilligers zochten voor het bud-dyproject,werddatdriekeerinhetstadskrantje gezet. Dat wordt goed gelezeninTurnhout.Tochkwameropdetweeoproepenendebuddy-getuigenisgeenenkelereactie.Hetfoute medium voor een oproep als deze?

een Is geen Een boodschap blijft pas hangen als ze herhaald wordt. Keer opkeer. Want eenmalige boodschap-pengaansnelverloren.Het isookbelangrijk regelmaat in de commu-nicatie te brengen.Met vaste tijd-stippen en plaatsen vinden anders-talige nieuwkomers gemakkelijker de weg naar je project. In Brussel werkten ze bijvoorbeeld met vaste zitdagen op woensdagnamiddag. En wie dat vergat, werd daaraanherinnerd.Telkensweer.

mIsHmasH Van stIjlenCommuniceren doe je best in eenuniforme huisstijl, steeds vanuitdezelfde bron. De eerste brochures inTurnhoutkwamenvanverschil-lende diensten. Deze mishmash van vormen en stijlen deed de boodschap geen goed. Een profes-sioneel ogende folder, waarop delogo’svandestadprijkten,zorgdedaarna wel voor herkenbaarheid en vertrouwen bij de doelgroep.

Spreek je de taal niet van anderstalige nieuwkomers, maar wil je hen toch overtuigen om in je project te stap-pen? Leer dan spreken met je ogen. De do’s en don’ts van communicatie: tips en tricks uit Turnhout, Aalst en Brussel.

49

leren uIt erVarIngWat jemeemaakt, vergeet je niet.Zo ondervonden leiders van de jeugdbewegingen inAalst hoe on-aangenaam het was om deel te ne-men aan een kookcursus waarin geenNederlands gesprokenwerd.Zo begrepen ze meteen hoe de min-derjarige nieuwkomers zich in hun groep voelden.

spreken met je lIcHaamWat je zegt is maar een klein deel van je communicatie. Hoe je ietszegt, isveelbelangrijker.Zekeralsje geen gemeenschappelijke taal hebt, moet je je erg bewust zijnvan je lichaamstaal. Minderjarigenieuwkomers kan je overtuigen door hen met oprecht enthousi-asme te onthalen, oogcontact temaken en – letterlijk – met hand en tand een boodschap over te bren-gen. Een jongere in Aalst die ergweinig Nederlands begrijpt, sprakzijn appreciatie voor een project-medewerker als volgt uit: “Ik be-grijphem,wanthijspreektmetzijnogen.”

IntermeDIaIren plaVeIen De WegSpreek organisaties aan die in contact staan met de anderstalige nieuwkomers. Zo organiseerde de dienst Gelijke Kansen van de stadTurnhout een themalunch vooralle scholen van de stad. De scho-len werden er warm gemaakt voor het project en ingeschakeld bij het contacteren van de doelgroep. Dat lukte, want de school wekte ver-trouwen bij kinderen en ouders.

BrugFIgurenLeerkrachten zijn ongelooflijk be-langrijke brugfiguren. In Brusselontdekten ze dat ze dichter bij de doelgroep staan en hen beter we-ten te motiveren. VGC lanceerdeeen online nieuwsbrief voor leer-krachten,waaringoedkopeengra-tis activiteiten voor anderstalige nieuwkomers opgelijst stonden. Datwaseenkleineinspanning,dietoch grote resultaten opleverde.

Face-to-Face Face-to-face communicatie is bij-zonder intensief, maar zeer effec-tief. Een bekend gezicht wekt ver-trouwen bij de doelgroep. En bij persoonlijk contact kan je meteen checken of de boodschap begrepen wordt. Op een infomoment voor de oudersvandedeelnemersinAalstbijvoorbeeld,gingerveelinforma-tie verloren door de taalproblemen en de verschillende culturele ach-tergronden van de families. Per-soonlijke huisbezoeken zouden meer vruchten hebben afgewor-pen.

unIVersele pIctogrammen-Met universele pictogrammen eneen basiswoordenschat Neder-lands kom je al heel ver. Ouders en kinderen kennen de pictogrammen vaakal.Laateventueelook je tek-sten controleren op duidelijkheid en eenvoudigheid door het Cen-trum voor Basiseducatie (www.basiseducatie.be) of het Huis vanhet Nederlands (www.huizenvan-hetnederlands.be).

50

Kriebelt het om zelf een project op poten te zetten in je gemeente, maar weet je niet waar eerst te krabben? Met deze doe-het-zelftips ben je zo gelanceerd.

0,15 m. kaarten op taFelHoeveelnieuwkomerswonenerinje gemeente? Waar komen ze van-daan? En hoe verandert de samen-stelling van de groep met de jaren? Metenisweten!Informatieoverdebevolking van je gemeente kan je zelfopzoekenopdeLokale Inbur-gerings- en Integratiemonitor van de Vlaamse overheid. http://aps.vlaanderen.be/lokaal/integratie-monitor.html

0,45m. gluren BIj De BurenVoorjeopdenieuwkomersafstapt,onderzoek je best hoe je voorgan-gers het aanpakten. De provinciale documentatiecentra hebben schat-ten aan informatie en didactisch materiaal om met de doelgroep aan

de slag te gaan. Ook in zomerscho-lenvangrotesteden,waaranders-taligen Nederlandse les volgen,hebben ze heel wat ervaring.

0,75m. snuFFelen naar partnersAlleen kom je nergens. Zorg vooreen stevig netwerk vooraleer je van start gaat. Vertrouwenscen-tra als scholen, OKAN-scholen,(Onthaalonderwijs AnderstaligeNieuwkomers), opvangcentra oforganisaties als Prisma en MinorN’dakostaan innauwcontactmetde doelgroep. Snuffel eens op de socialekaartvanVlaanderenomtekijken welke partners je onder de arm kan nemen. http://www.soci-alekaart.be

51

0,94m. nIeuW: Warm Water!Er bestaan massa’s vrijetijdsinitiatievenvoorkinderenenjongereninVlaanderen.Vind het warm water niet heruit. Ga nawat er al bestaat en wat er nog mist. En probeer dat vacuüm op te vullen in jouw gemeente.

1,12m. Denken VanuIt De DoelgroepProbeer ook vanuit de leefwereld van de doelgroep te denken. Misschien vind jijboogschieten het einde, maar willen denieuwe pubers in je dorp vooral leren ska-ten. Initiatieven die voortborduren op een interesse in de basis hebben een langer leven beschoren.

1,24m. ontmoeten, nIet presteren Nieuwkomers hebben vaak andere inte-resses dan hun Belgische leeftijdsgenoten. Ons vrijetijdsaanbod is vaak gecentreerd rond een bepaalde discipline of sociale vaardigheden. Maar ontmoeten is voorde doelgroep vaak belangrijker dan pres-teren. Nieuwkomers zitten met tal vanvragenophetgebiedvanschool,welzijn,administratie,...Alseenvrijetijdsinitiatiefdaarbij een meerwaarde kan betekenen viaprofessioneleinzet,eenvertrouwens-persoon of groepsbinding verlaagt dit de drempel enorm.

1,56m. Het groot lot WInnenKokenkostgeld.Ofjewinthetgrootlot,ofjezoektnaarfinancierdersvoorjeprojectin opbouw. Zoek uit of er een lokaal over-legplatformrondgelijkekansenis,waarjeeen subsidiedossier kan indienen. Je kan ook op nationaal niveau fondsen zoeken. Denk aan organisaties als Koning Bou-

dewijnstichting of fondsen als Delhaize-fonds,ProximusFoundationenhetUnitedFund for Belgium. En vergeet de nieuwe oproepen op http://www.esf-agentschap.be niet te checken voor Europese midde-len.

1,72m. stakeHolDers op De karGoedeinitiatievenwekkeninteresse.Zorgdatjeooknaaanvangvanjeprojectflexi-bel genoeg bent om belangrijke stakehol-ders op je kar te laten springen. Een initia-tiefvandeVlaamseOverheid,eenideevaneen buurgemeente of een enthousiaste vrijwilliger met een leuk voorstel dat in je project past: houd de pas even in en laat hen op je kar springen!

1,98m. gloBaal lokaal Anderstaligenieuwkomerszijnvaakmin-der mobiel dan hun Belgische leeftijds-genoten. Hou er rekening mee dat hunouders geen wagen hebben en dat het openbaar vervoer een belangrijke drem-pel is. Organiseer daarom je aanbod rond een bepaalde buurt, of rond herkenbareplaatsen zoals de school. Zet een plannetje op je publicaties, zodat iedereen gemak-kelijk de weg vindt naar jouw project.

2,29m. op zoek naar De perFecte matcHOm vraag- en aanbodzijde met elkaar te matchen is doorzetting nodig. Een goede match vraagt immers tijd. Wat de eerste keermisschien niet lukt, kan de tweedekeerwellukken.Metdejuistebrugfigurenop zak lukt het vast om de vonk te laten overslaan langs beide kanten.

contactgegeVens

turnHoutGelijke Kansen – Onderwijs Sofie van Hest Sofie CoppersCampus Blairon 2002300 TurnhoutTel +32(0) 14 40 96 [email protected] of [email protected] of [email protected]

VgcVlaamse gemeenschaps-commissieKim VancauwenbergheEmile Jacqmainlaan 1351000 BrusselTel +32 (0)2 563 05 00

aalstGroep INTRO Oost-VlaanderenFilip De RoeckWouter GeldofWijnveld 251 9112 [email protected]

Jeugddienst AalstTom VaneesenZwarte Zustersstraat 15 9300 AalstTel +32 (0)53 73 22 95 [email protected].

VerenIgIng Van Vlaamse jeugDDIensten en consulenten (VVj) www.vvj.beKai Van NieuwenhoveTel +32 (0)3 821 06 03 [email protected]

IsB (lokaal sportBeleID)www.isbvzw.beDirecteurDavid NassenTel +32 (0)3 780 91 [email protected]

medewerker sportparticipatie & Street ActionPiet Van der SyptTel +32 (0)3 780 91 [email protected]

agentscHap socIaal cultureel WerkAfdeling JeugdTeam lokaal JeugdbeleidEls CuisinierTel +32 (0)2 553 41 [email protected]

steunpunt jeugD & Vlaamse jeugDraaD samenwww.ambrassade.beEva VereeckeTel +32 (0)2 551 13 [email protected] Adjunct-directeurproject divers jeugdwerk Bram VermeirenTel +32(0)2 551 13 [email protected]

locus (lokaal cultuurBeleID)www.locusnet.beDirecteurMiek De KepperTel +32 (0)2 213 10 [email protected]

Lucy Vereertbrugghen Tel +32 (0)2 213 10 [email protected]

Faro steunpunt cultureel erFgoeDDirecteurMarc JacobsTel +32 (0)2 213 10 [email protected] Stafmedewerker communicatie culturele diversiteitkatrijn D’hamersTel +32 (0)2 213 10 [email protected]

nuttIge contacten Voor VrIje tIjD en DIVersIteIt

coloFonEen uitgave van ESF Agentschap Vlaanderen.

concept en uItWerkIng: Ideeweb www.ideeweb.be

FotograFIe: Stefaan De Wickerebehalve: p 4,9,10,13,17,20,2127,28,33,45,50

esF-agentscHapGasthuisstraat 311000 BrusselTel.: 02/546 22 [email protected]

met steun Van Het europees IntegratIeFonDs