1
abc abc
Inhoudsopgave
Soorten letters 4Samenstellingen 6Ik schrijf wat ik hoor. 9 MMKM 10 MKMM 11 MMK en MK 12 MMKMM 13 MMMK... en ...KMMM 13 De e, een letter met veel klanken 14 Lidwoorden Woordjes bij een werkwoord Voorvoegsels Woorden op el, en en er Verkleinwoorden Woorden met ng en nk 16 Woorden met aai, ooi, oei, eeuw en ieuw 17Ik maak een afspraak. 19 1 Woorden met g, ch, gt en cht 20 2 Woorden op d en t 22 3 Woorden met twee delen 23 Woorden als katten en beren Woorden als honden, paarden en bloemen Ik onthoud een stukje. 27 1 Woorden met ei 28 Woorden met ij 2 Woorden met au en auw 30 Woorden met ou en ouw 3 Woorden met ch 20 4 Moeilijke woorden 31Ik zoek het op. 33Trefwoorden 37
Inhoudsopgave
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 1 25/01/18 09:23
abc abc
2
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 2 25/01/18 09:23
3
abc abc
letters op het bord en op mijn mama’s schort
letters in de soep ik schrijf ze op de stoep
letters op een muur van de grote schuur
letters op het plein en op een fles met wijn
letters op straat en letters als ik praat
letterkoekjes in een pak en letters in een zak
letters lezen in de krant en letters schrijven in het zand
boeken staan vol letters zoveel als regenspetters
Hoe schrijf ik een woord?
Ik vind het in mijn
Loepje.
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 3 25/01/18 09:23
abc abc
4
Soorten letters
klinkerskan ik hard roepen!
medeklinkerskan ik niet hard roepen!
klinkers die kort klinken
a kate peni iko molu mus
y baby
klinkers die lang klinken,tweeteken-klanken
aa haanee beeroo boomuu muur
de doffe e
deheteen
gevaarverhaalbezoek
fietsersleutel
dieren
kusjedeurtje
anderetweeteken-klanken
ei treinij ijs
ou oudau auto
eu deuroe poesie dier
ui duif
uw sluw
b beer c circus d duif f duif g weg h haan j jas k ik l mol m mol n an p pen q quad r beer s jas t tom v vis w weg x box y yoga z zon
meerteken-klanken
ouw vrouwauw blauw
aai fraai ooi kooi oei groei eeuw leeuw ieuw nieuw
tweeteken-klanken
ng bang nk bank
ch lach sj huisje
meerteken-klanken
sch schip schr schroef
Hoe schrijf ik een woord?Hoe schrijf ik een woord?
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 4 25/01/18 09:23
5
abc abc
Letters in woordenkip kop kap
mus mes mis
lus zus kus
maan maal maag
lees leest
speel speelt
Letters in klanken
Woorden bestaan uit klanken. De klanken van woorden schrijf ik met letters en lettergroepen.
m + a = ma
m + aa + n = maan
m + ui + s = muis
m + ooi = mooi
m + eeuw = meeuw
b + a + ng = bang
l + a + ch = lach
Hoe schrijf ik een woord?Hoe schrijf ik een woord?
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 5 25/01/18 09:23
abc abc
6 Hoe schrijf ik een woord?Hoe schrijf ik een woord?
Samenstellingen
Ik kan nieuwe woorden maken door woorden samen te voegen.Het stappenplan …
1 Ik hoor een samenstelling. 2 Ik verdeel de samenstelling en ik denk na over elk woord. 3 Ik kleef de woorden terug aan elkaar.
zee + man = zeeman
Eerst knippen, dan kleven!
zakdoek zak + doek = zakdoek
voordeur voor + deur = voordeur
roeiboot roei + boot = roeiboot
achttien acht + tien = achttien
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 6 25/01/18 09:23
7
abc abc
Hoe schrijf ik een woord?Hoe schrijf ik een woord?
Ik schrijf een woord.
Kan ik het woord schrijven door alleen te luisteren?
Ja?Ik schrijf het woord zoals ik het hoor.
Nee?
Er is een afspraak.Ik ken de afspraak.
Er is een onthoudstukje.Ik onthoud hoe ik het schrijf.
Of ik zoek het op in het Loepje.
Of ik zoek het op in een woordenlijst.
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 7 25/01/18 09:23
abc abc
8 Ik schrijf wat ik hoor.
Ik schrijf een woord.
Ik luister altijd goed.Ik schrijf wat ik hoor.
maanspeelstruik
fietsbroers mee
bang op een bank een schip met een schroefleeuwen in kooien
Maar … Ik schrijf niet altijd wat ik hoor.
Soms leer ik een afspraak.
baard beren lucht
taartkattenhij weegt
Zo, ik sta nu op.
Soms moet ik een stukje onthouden.
een ijsje etenop reis met de trein een oud vrouwtje in een blauwe auto geld in het zand pech hebben
Hoe schrijf ik een woord?
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 8 25/01/18 09:23
9
abc abc
Ik schrijf wat ik hoor.
Ik schrijf wat ik hoor.
Ik schrijf wat ik hoor.
Ik kan alle letters schrijven.
Ik kan met die letters klanken en woorden schrijven.
tweetekenklanken
meertekenklanken
maan speel struik
bang
schip
fiets broers mee
bank
schroef
We zwaaien naar de leeuwen in hun nieuwe kooien.
Hoe schrijf ik een woord?
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 9 25/01/18 09:23
abc abc
10 Ik schrijf wat ik hoor.Ik schrijf wat ik hoor.
MKM Kaat M = Medeklinker b, c, d, f, g … K = Klinker a, e, i, o, u …KM eet
MKM vis
Twee medeklinkers vooraan MMKMbloem knal smal
broer krom snoep
druk plus spook
gras prik stam
kleur slim traan
Ik let op voor …
zw… fl… vl… fr… vr…
zwaaizwaanzwaarzwakzwart zweefzweetzwem
flesfluit
vlagvlakvlamvleesvlekvliegvloervlug
frisfriet fruit
vraagvrees
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 10 25/01/18 09:23
11
abc abc
Ik schrijf wat ik hoor.Ik schrijf wat ik hoor.
Twee medeklinkers achteraan MKMMdorp hulp kamp verf
film kaars lamp korf
helm kers ramp vork
kalm paars kans werk
heks wolf mens park
niks zelf vals soms
bots kast
fiets kust
muts mast
niets rust
Woorden met kleefletters
…lk …rg …rm
balkmelkvolkwelkwolk
bergzorg
armwarmvormworm
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 11 25/01/18 09:23
abc abc
12 Ik schrijf wat ik hoor.Ik schrijf wat ik hoor.
Woorden op een klinker MMK MKWoorden op ee
Wat neem je meenaar de zee?Een snee brood met geleiof twee boterhammen met ei?O wee! Je zegt toch niet nee?
Kijk daar! Een fee op een slee achter een ree!
Woorden op a, o en u
Ik hoor op het eind een lange aa, oo of uu. Ik schrijf a, o of u.
Ja, ik sta nu open ik ga met pa op stap.Zo zijn we op tijd bij ma. Opa en oma zijn er ook.
We eten lekkere slaen als toetje een vla.En op onze hond zit een vlo!
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 12 25/01/18 09:23
13
abc abc
Ik schrijf wat ik hoor.Ik schrijf wat ik hoor.
Twee medeklinkers vooraan en achteraan MMKMM
Een naamwoord is een woord dat een naam geeft aan iets of iemand.
twee broerseen klompmijn plaatsde prins
een kletseen stompeen flitseen twist
Een werkwoord is een woord dat zegt wat iets of iemand doet of wat gebeurt.
ik-vorm +t-vorm
ik speelik slaapik stuurik zwem
hij speelthij slaapthij stuurthij zwemt
Drie medeklinkers vooraan MMMK… of achteraan …KMMMstraksstripstro
spreekspreuksproet
+t-vorm
barsteerstkorsthelft
lief liefstfilm filmslaat laatst
hij turnthij helpthij werkthij fietst
Woorden met sch en schr
s c h = sch
sch r = schr
+t-vorm +t-vorm
schaarschoolschuin
hijhijhij
scheurtscherptschuurt
schramschriftschroef
Lies mapa
schrijftschriktschroeft
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 13 25/01/18 09:23
abc abc
14 Ik schrijf wat ik hoor.Ik schrijf wat ik hoor.
De e, een letter met veel klanken
de e van belde e van spelende e van de
Lidwoorden
Lidwoorden schrijf ik voor naamwoorden.
Er zit een vogel op de nok van het huis.
Woordjes bij een werkwoord
je loopt ze spreekt we zingen ik was me
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 14 25/01/18 09:23
15
abc abc
Ik schrijf wat ik hoor.Ik schrijf wat ik hoor.
Voorvoegsels
Ik maak een nieuw woord door vooraan een stukje toe te voegen. Dat stukje is een voorvoegsel.
betaalbevelbezoek
gebouwgeheimgeluid
verhaal verkeer verlies
Woorden op el, en en er
appellepel
appelslepels
dekentoren
dekenstorens
moedervader
moedersvaders
Verkleinwoorden
+ je + tje + pje + etje
huisjemeesjepopje wolkje
beertjemuurtje
boompjeraampje
kammetjesterretje
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 15 25/01/18 09:23
abc abc
16 Ik schrijf wat ik hoor. Ik schrijf wat ik hoor.
Woorden met ng en nk
bang bange bank banken
ring ringen pink pinkje
tong tongen vonk vonken
ng en nk tweetekenklankenNooit meer dan twee letters!
Werkwoorden met ngt en nkt
Een werkwoord is een woord dat zegt wat iets of iemand doet of wat gebeurt.
ik-vorm +t-vorm
zingen ik zing hij zingt
denken ik denk mama denkt
verlangen ik verlang hij verlangt
drinken ik drink papa drinkt
een bange tante op een bank
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 16 25/01/18 09:23
17Ik schrijf wat ik hoor.
abc abc
Ik schrijf wat ik hoor.
Woorden met aai, ooi, oei, eeuw en ieuw
aai, ooi, oei, eeuw en ieuw meertekenklankenDie veranderen nooit!
aai
fraaifraaiekraaienzaaien
zwaaien
koeienvlaaien
ooi
kooimooimooiemooistenooit
leeuwenkooien
oei
boeiboeien
groeigroeienkoeien
roeiboot
eeuw
leeuw meeuwensneeuwsneeuwen
sneeuwbal
ieuw
nieuwnieuwenieuwsnieuwste
opnieuw
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 17 25/01/18 09:23
abc abc
18 Ik maak een afspraak.
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 18 25/01/18 09:23
19
abc abc
Ik maak een afspraak.
Ik maak een afspraak.
Soms leer ik een afspraak om een woord correct te schrijven.
1 Woorden met g, ch, gt en cht
2 Woorden op d en t
3 Woorden met twee delen
Ik lig in bed. De beer ligt toch dicht bij mij.
De man met een baard eet taart.
Katten willen lekker kunnen rollen.Beren slapen rond grote vuren.
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 19 25/01/18 09:23
abc abc
20 Ik maak een afspraak.Ik maak een afspraak.
1 Woorden met g, ch, gt en cht
Ik hoor ‘g’, ik schrijf g. brug nog vlug weg
De woorden met ch onthoud ik.
achlachpechtoch zich
Werkwoorden met ...g in de ik-vorm, ...gt in de +t-vorm.
buigen liegen vegen
ik buig ik liegik veeg
het buigt ze liegthij veegt
Pas op!
leggenliggenzeggen
ik legik ligik zeg
hij legthij ligthij zegt
Na de korte a, e, i, o of u schrijf ik cht.
nachtrechtlichtbochtzucht
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 20 25/01/18 09:23
21
abc abc
Ik maak een afspraak.Ik maak een afspraak.
Woorden met ch
Jan valt. Hij heeft zich pijn gedaan.Dat is een tegenslag. Dat is pech!Ik maak plezier en ik lach.lach – l = achIk ben wel wat ziek, maar toch sta ik op.
Ik let op voor drie werkwoorden met gt.
De soldaat is moe.Hij legt zijn geweer neer.Hij ligt in bed.Hij zegt niks meer.
Woorden met cht
Papa ziet slecht en zucht. Het is midden in de nacht.In de bocht van de straat is er geen licht.
nacht recht licht bocht luchtzacht slecht zicht tocht zucht
kracht echt nichtje vocht vlucht
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 21 25/01/18 09:23
abc abc
22 Ik maak een afspraak.Ik maak een afspraak.
2 Woorden op d en t
Welke eindletter hoor ik bij baard?
Baard eindigt met de d van paard.Maak die woorden dan maar langer,dan hoor je paarden en baarden.Maar verleng ik het woord taart,of de woorden juist, krant of kaart, dan hoor ik juiste, kranten en kaartenen schrijf ik taart omwille van taarten.
Een woord met eindletter d of t? Ik maak het woord langer. Dan hoor ik het.
Ik hoor … Ik maak het woord langer. Ik schrijf …
woord woorden woord
vriend vrienden vriend
glad gladde glad
kort korte kort
prent prenten prent
Samenstellingen
d of t?
tentzeil tent + zeil tenten = tentzeil
brandweer brand + weer branden = brandweer
landkaart land + kaart landenkaarten
= landkaart
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 22 25/01/18 09:23
23
abc abc
Ik maak een afspraak.Ik maak een afspraak.
3 Woorden met twee delen
Woorden kan ik opdelen in deeltjes die ik in één keer kan uitspreken. Hoeveel deeltjes? Ik klap in mijn handen, dan weet ik het.
woorden met één deel woorden met twee delen
kat katten
hond honden
beer beren
paard paarden
bloem bloemen
Ik luister naar de klinker in het eerste deel.
de klinker klinkt kort de klinker klinkt lang
a katten en planten aa apen en kaarten
e tellen en prenten ee beren en beesten
i kippen en kisten
o potten en borden oo broden en poorten
u muggen en jurken uu muren en buurten
Met letters kun je bouwen: muren, daken en schouwen. In woorden als werken en spelen zitten niet één, maar twee delen. Woorden worden zinnen, dan kunnen we beginnen. Want met de woorden van onze taal maken we een mooi verhaal.
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 23 25/01/18 09:23
abc abc
24 Ik maak een afspraak. Ik maak een afspraak.
Woorden als katten en beren
katten beren
Kattenwillenlekker
kunnenrollen.
Berenslapen rond grote vuren.
Ik hoor …
… één medeklinker na de korte klinker
a, e, i, o of u.
… één medeklinker na de lange klinker
aa, ee, oo of uu.
Ik schrijf de medeklinker dubbel. Ik schrijf de klinker enkel.
Dit is de kattenafspraak.
Dit is de berenafspraak.
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 24 25/01/18 09:23
25
abc abc
Ik maak een afspraak. Ik maak een afspraak.
Woorden als honden, paarden en bloemen
honden paarden bloemen
Die wilde honden blaften,
renden en rusten nu uit.
Vreemde paarden
schuurden zich aan poorten.
Ruikers bloemen
bloeien en kleuren
de tuinen.
Ik hoor …
… twee medeklinkers na de korte klinker
a, e, i, o of u.
… twee medeklinkers na de lange klinker
aa, ee, oo of uu.… een andere klinker.
Ik schrijf wat ik hoor.
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 25 25/01/18 09:23
abc abc
26 Ik onthoud een stukje.
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 26 25/01/18 09:23
27
abc abc
Ik onthoud een stukje.
Ik onthoud een stukje.
Soms moet ik een stukje onthouden.
Wat is het onthoudstukje? Wat is er moeilijk aan het woord?
Als ik twijfel, vraag ik het.
1 Woorden met ei
2 Woorden met au en auw
3 Woorden met ch
4 Moeilijke woorden
op reis met de treineen ijsje eten een oud vrouwtje een blauwe auto Ik heb pech. een spin in een web
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 27 25/01/18 09:23
abc abc
28 Ik onthoud een stukje.Ik onthoud een stukje.
1 Woorden met ei
de ei van trein
In de maand mei legt de vogel een ei.
De koe staat in de weide en de geit loopt op de heide.
Mama zei: Trap maar niet in de klei en werp niet met een kei!
Straks gaan we op reis met de trein. We stappen eerst een heel eind naar het plein.
En Liesje klein, mijn kleine meid, niets zeggen aan papa, want het is nog een geheim. We gaan zeilen op het meer.
ei, eieren, eitje eind, einde, eindje geheim, geheimen, geheimpje geit, geiten, geitje hei, heide kei, keien, keitje klei klein, kleine, kleintje mei, de maand mei
meid, meiden, meidje plein, pleinen, pleintje reis, reizen, reisje reizen, ik reis, hij reist trein, treinen, treintje wei, weide zei, oma zei zeil, zeiler zeilen, ik zeil, hij zeilt
Ik onthoud de woorden met ei. De andere woorden schrijf ik met ij.
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 28 25/01/18 09:23
29
abc abc
Ik onthoud een stukje.Ik onthoud een stukje.
Woorden met ij
de ij van ijsje
bij, bijen, bijtje bijl, bijlen, bijltje bijna blij, blije blijven, ik blijf, hij blijft dijk, dijken, dijkje fijn, fijne gelijk, gelijke glijbaan, glijbanen, glijbaantjegordijn, gordijnen, gordijntje grijs, grijze ijs, ijsje kijken, ik kijk, hij kijkt konijn, konijnen, konijntje krijgen, ik krijg, hij krijgt lijken, hij lijkt op je lijm, lijmenlijn, lijnen, lijntje lijst, lijsten, lijstje mij
opzij pijl, pijlen, pijltje pijn pijp, pijpen, pijpjeprijs, prijzen, prijsje rij, rijen, rijtje rijk, rijke rijp, rijpe rijst schrijven, ik schrijf, hij schrijft tijd, tijden, tijdje tijger, tijgers, tijgertje vijand, vijanden, vijandjevijf voorbij vrij, vrije wijn, wijnen, wijntje wijzen, ik wijs, hij wijst zijn, ik ben, hij is
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 29 25/01/18 09:23
abc abc
30 Ik onthoud een stukje.Ik onthoud een stukje.
2 Woorden met au en auw
de au-lijst
de au en auw van blauwe auto
auto Mama rijdt met de auto.
blauw blauwe De lucht is blauw.
flauw flauwe kinderachtig of flauw zijn
gauw vlug of gauw komen
nauw nauwe De doorgang is smal of nauw.
paus Het hoofd van de katholieke kerk is de paus.
pauw pauwen een vogel met mooie veren of een pauw
saus sausje De saus maakt het eten lekker.
Woorden met ou en ouw
de ou en ouw van oud vrouwtje
bouwen, ik bouw, hij bouwtfoutgebouwgoudhoutkoudkous
mouwoud, oude, ouder, oudsteoudersstouttouwvrouwzout
Ik let op voor de drieletterwoorden met ou!
Ik zou willen zeggen: Ik hou altijd en overal van jou. Ook in de kou.
Ik onthoud de woorden met au en auw. De andere woorden schrijf ik met ou en ouw.
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 30 25/01/18 09:23
31
abc abc
Ik onthoud een stukje.Ik onthoud een stukje.
3 Woorden met ch 20
4 Moeilijke woorden
Heeft iemand geld om naar het toneel te gaan?Jullie spelen liever met speelgoed in het zand.Er is niemand die een antwoord geeft.Ik lees een boek uit de bieb.Mama koopt op de markt erwtjes, worteltjes en een banaan.Ze schieten met een kanon.Je mag me geen duw geven.Een agent met een uniform regelt het verkeer.Ik zie een spin in een web.
agent antwoord banaan bieb duw erwt geld iemand
jullie kanon markt niemand speelgoed toneel web zand
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 31 25/01/18 09:23
abc abc
32 Ik zoek het op.
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 32 25/01/18 09:23
33
abc abc
Ik zoek het op.
Ik zoek het op.
Alle woorden met een onthoudstukje van het tweede leerjaar.
Ik luister naar de eerste letter. Ken ik het alfabet?
Twijfel ik aan een woord, dan zoek ik het op of vraag ik het.
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 33 25/01/18 09:24
abc abc
34 Ik zoek het op.Ik zoek het op.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
A agent, agenten, agentjeantwoord, antwoordenauto
Bbanaan, bananen, banaantjebiebbij, bijen, bijtjebijl, bijlen, bijltjebijnablauw, blauweblij, blijeblijven, ik blijf, hij blijftbouwen, ik bouw, hij bouwt
C
Ggauwgebouw, gebouwengeheim, geheimen, geheimpjegeit, geiten, geitjegeldgelijkglijbaan, glijbanen, glijbaantjegoedgordijn, gordijnen, gordijntjegoudgrijs, grijze
Kkanon, kanonnen, kanonnetjekei, keien, keitjekijken, ik kijk, hij kijktkleiklein, kleine, kleintjekonijn, konijnen, konijntjekou, koud, koudekous, kousen, kousjekrijgen, ik krijg, hij krijgt
Ddaarbijdijk, dijken, dijkjeduwen, ik duw, hij duwt
Eei, eieren, eitjeeind, einde, eindjeerwt, erwten, erwtje
Ffijn, fijneflauw, flauwefout, fouten, foutje
Hhebben, ik heb, hij heefthei, heidehoerahou, ik hou van jouhout
Iiemandijs, ijsje
Jjou, ik heb jou gezienjullie
Llach, lachjelachen, ik lach, hij lachtleggen, ik leg, hij legtliggen, ik lig, hij ligtlijken, ik lijk, hij lijkt op mijlijm, lijmenlijn, lijnen, lijntjelijst, lijsten, lijstje
Mmarkt, markten, marktjemei, de maand meimeid, meiden, meidjemij, geef het aan mijmouw, mouwen, mouwtje
1
2
3
4
5
6
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 34 25/01/18 09:24
35
abc abc
Ik zoek het op.Ik zoek het op.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Nnauw, nauweniemand
Oopzijoud, oude, ouderouder, ouders
Ppauspauw, pauwen, pauwtjepechpijl, pijlen, pijltjepijnpijp, pijpen, pijpjeplein, pleinen, pleintjeprijs, prijzen, prijsje
Ttijd, tijden, tijdjetijger, tijgers, tijgertjetochtoneel, toneeltjetouw, touwen, touwtjetrein, treinen, treintje
U
Wwebwei, weidewijn, wijnen, wijntjewijzen, ik wijs, hij wijst
X
Y
Q
Rreis, reizen, reisjereizen, ik reis, hij reistrij, rijen, rijtjerijk, rijkerijp, rijperijst
Ssaus, sauzen, sausjeschrijven, ik schrijf, hij schrijftspeelgoedstout, stoute
Vvijand, vijanden, vijandjevijf, vijfdevijfhoekvijftienvoorbijvrij, vrijevrijdagvrouw, vrouwen, vrouwtje
Zzandzeggen, ik zeg, hij zegtzei, oma zeizeil, zeilen, zeiltjezeilen, ik zeil, hij zeiltzichzijn, ik ben, hij iszou, ik zou graag spelenzout, zoute
8
7
10
9
12
11
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 35 25/01/18 09:24
abc abc
36 Trefwoorden
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 36 25/01/18 09:24
37
abc abc
Trefwoorden
Trefwoorden +t-vorm 13, 16, 20alfabet 33achtervoegsel 15berenafspraak 24doffe e 4, 14, 15drieletterwoord 30eindletter 22ik-vorm 13, 16, 20kattenafspraak 24klank 5, 9kleefletters 11kleven 6, 22klinker 4, 10, 12, 23, 24, 25knippen 6, 22korte klinker 4, 23, 24, 25lange klinker 4, 12, 23, 24, 25letter 4, 5lidwoord 14medeklinker 4, 10, 11, 13, 24, 25meertekenklank 4, 17naamwoord 13, 14samenstelling 6, 22tweetekenklank 4, 16verdubbelen 24verenkelen 24verkleinwoord 15verlengen 22verlengingsafspraak 22voorvoegsel 15werkwoord 13, 14, 16, 20woord 5, 7, 8woorddeel 23
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 37 25/01/18 09:24
abc abc
38
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 38 25/01/18 09:24
39
abc abc
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 39 25/01/18 09:24
abc abc
40
Verrekijker_Spelling_2_Loepje_BW.indd 40 25/01/18 09:24
Top Related