Download - Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Transcript
Page 1: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel De Nieuwe AmbtenaarGemeente Rotterdam, cluster MO, juli 2014

Page 2: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

2

Terug naar inhoudsopgave

Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Inhoud

VoorwoordRob Boeren 3

Deelnemers uit leergang De Nieuwe Ambtenaar ‘DNA’Ellen Bergwerff > Misschien wisten zij alles 6Anne Boomsluiter > De nieuwe ambtenaar en ik 11Girolanda Costa Ramos > De Nieuwe Ambtenaar wil rugdekking 14Tamara Domenici > De nieuwe ambtenaar 18Joke Drijfhout > De nieuwe ambtenaar 20Monique Fontaine > De nieuwe ambtenaar ... mijn verhaal... 23Jantine van der Sluis > Essay de nieuwe ambtenaar 26Mariette Snoek > Nieuwe Ambtenaar zijn kun je niet alleen 30Christel de Valk > De nieuwe ambtenaar 32

Ambtenaren buiten de leergang de Nieuwe AmbtenaarJanco Alblas > Essay nieuwe ambtenaar 37Ines Balkema > Het persoonlijke is werk 40Janneke Buitenwerf > Ben ik een nieuwe Rotterdamse ambtenaar? 42Désirée van Dijk > De nieuwe ambtenaar 44Shantie Jagmohansingh > De nieuwe ambtenaar is eigenlijk ook een 46stads(f)luisteraar Niels Kastelein > Inspiratie over moeten 49Josje van Nes > Ik kan gewoon zijn, ambtenaar 4.0! 51Therese Nieng > De ambtenaar is bovenal een mens 53Ruud Rakers > De nieuwe ambtenaar neemt ruimte om te schakelen 55tussen stad en beleid Miranda Saunders > De nieuwe ambtenaar 4.0 58

Reflectie op de eerste editie van de leergang ‘de nieuwe ambtenaar’Els Desmet en Erik Sterk > De nieuwe ambtenaar: als meedoen de basis wordt 61

NawoordGuido Walraven > Nawoord: Netwerken van hoop? 70

In dit bestand kan je makkelijk bladeren. De inhoudsopgave is interactief, onderaan elke pagina staat de retourknop.

Page 3: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

3

Terug naar inhoudsopgave

VoorwoordRob Boeren

Het gonst binnen het concern Rotterdam. Termen als de veranderende overheid en de nieuwe ambtenaar nemen steeds vaker een plek in tijdens vergaderingen, bijeenkomsten en gesprekken bij de koffieautomaat.

We hebben het over meer samenwerken met de stad, over faciliteren en co-creëren. We discussiëren over de transitie van onze verzorgingsstaat, over minder overheid en meer civil society. Maar het zijn nog vaak lege begrippen die we nog van inhoud en betekenis moeten voorzien. Wat wel duidelijk is: de gemeente is in transitie en de uitkomst van dit proces is onduidelijk. Ook weten we nog niet wat dit voor gevolgen heeft voor de publieke dienstverle-ning en de rol van de nieuwe ambtenaar.

Over transities valt veel te zeggen. En gelukkig hebben Rotterdamse denkers meerdere malen hun gedachten hierover laten gaan. Volgens Dr. Flor Avelino, senior onderzoeker en docent bij DRIFT, zijn transities een omwenteling in structuur, cultuur en werkwijzen. Transi-tiemanagement is dan ook een andere manier van organiseren, denken en doen. Het is de bedoeling processen meer aan te wakkeren, te versnellen en om in te spelen op de verander-dynamiek die er al is. Volgens Avelino moet transitie komen uit een intrinsieke motivatie, van de organisatie en de medewerkers. Dit biedt de beste kans op een duurzame verandering.

In Rotterdam wordt op verschillende manieren geprobeerd hier vorm aan te geven. Zo zijn wij binnen het cluster MO de leergang ‘De Nieuwe Ambtenaar’ gestart. In dit ontwikkel-programma is een leeromgeving gecreëerd waar aan de hand van persoonlijke ervaringen gebouwd wordt aan het functieprofiel van de toekomst. Geheel in lijn met de ‘veranderende overheid’, vindt dit alles plaats in samenwerking met het Lectoraat Dynamiek van de Stad (In Holland) en het Belvédère Verhalenhuis. Veranderen doe je immers mét de stad.

Verder is deze prachtige verhalenbundel tot stand gekomen. In deze bundel kunnen we lezen over de zoektocht van 20 Rotterdamse ambtenaren. Tien hiervan hebben deelgenomen aan de recent gestarte leergang en de andere tien zijn afkomstig uit verschillende delen van het concern. Allemaal ambtenaren die reflecteren op hun rol als ambtenaar en hoe dit zich verhoudt tot die, nu nog, mysterieuze nieuwe ambtenaar. Ook kunnen we de ervaring en de reflectie van Els Desmet en Erik Sterk (cursusleiding leergang de nieuwe ambtenaar) lezen over de zoekende ambtenaar.

De verhalen en essays bieden inspirerend materiaal voor ons als lerende organisatie, maar ook voor anderen om mee verder te gaan. Het is daarom ook de bedoeling dat de verhalen verspreid worden. Niet alleen binnen het concern, maar vooral ook daar buiten. Discussieer erover, praat mee of schrijf een eigen verhaal, zodat we samen antwoorden kunnen vinden. Of misschien is het vinden van een antwoord niet nodig en bestaat de uitkomst van deze exercitie eruit dat we allemaal actief op zoek gaan. In ieder geval levert dit proces een bijdrage aan het prikkelen van de intrinsieke motivatie van ons allemaal. En dat is precies waar ik me van harte bij aansluit. Als het op zoek gaan naar energie uit de stad onderdeel is van de werkwijze van de ‘veranderende overheid’, dan moeten we dat natuurlijk ook doen in onze eigen organisatie.

Deelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

>>

Page 4: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

4

Terug naar inhoudsopgave

Met dank aan alle schrijvers voor hun betrokkenheid, enthousiasme en openheid. Dank ook aan Els Desmet, Erik Sterk voor hun reflectie op de 1e editie leergang de Nieuwe Ambtenaar, Guido Walraven voor het nawoord, Rabiaa Bouhalhoul voor de ondersteuning van alle deelnemers van de verhalenbundel en Anne Marie van de Wiel voor dit mooie initiatief.Het concern heeft genoeg potentie om de toekomstige uitdagingen aan te gaan, daar ben ik van overtuigd. Een initiatief als deze essaybundel onderschrijft dit.

Ik wens u veel plezier en inspiratie toe tijdens het lezen van de essays.

Met vriendelijke groet,

Rob BoerenWaarnemend directeur Activering en Welzijn - Cluster MO, gemeente Rotterdam

Voorwoord

Deelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

‘ Transitie komen uit een intrinsieke motivatie, van de organisatie en de medewerkers.’

Page 5: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

5

Terug naar inhoudsopgave

Deelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar ‘DNA’

1. Ellen Bergwerff 2. Anne Boomsluiter 3. Girolanda Costa Ramos 4. Tamara Domenici 5. Joke Drijfhout 6. Monique Fontaine 7. Jantine van der Sluis 8. Mariette Snoek 9. Christel de Valk

Page 6: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

6

Terug naar inhoudsopgave

Misschien wisten zij allesDe zoektocht van de nieuwe ambtenaar

Ellen Bergwerff

Einde van het verhaalDit verhaal begint niet bij het begin, maar bij het einde. Het einde dat woorden krijgt door een verhaal van Toon Tellegen over de zwaan1.

‘Fladderen,’ vroeg de zwaan aan de vlinder, ‘hoe doe je dat toch? Dat probeer ik nou zo vaak.’ Hij steeg op van de grond aan de oever van de rivier en probeerde te fladderen, maar het leek nergens op. ‘Pas maar op,’ zei de vlinder’, ‘straks stort je nog neer’. Mistroostig ging de zwaan weer zitten. ‘Ik begrijp er niets van’ zei hij. ‘En toch is het heel eenvoudig‘ zei de vlinder. Hij fladderde even over de zwaan heen en ging op de top van een grasspriet zitten. De zwaan liet zijn hoofd in zijn veren zakken en keek somber naar de grond. ‘Je moet eerst

je gedachten laten fladderen, zwaan’ zei de vlinder ‘dan pas jezelf.’ De zwaan zweeg. Hij wist niet of hij nu boos zou worden of verdrietig of onverschillig. ‘Kijk,’ zei de vlinder ‘je denkt aan honing, hmmm lekkere honing, en dan meteen daarna denk je aan boomschors en dan aan het nijlpaard en dan aan kroos, aan een krukje, aan zand, aan een schaar, aan rozen, geeft niet wat, als je maar meteen iets anders denkt als je ergens aan denkt…’‘Dat kan ik niet’ zei de zwaan wiens gedachten altijd statig waren alsof zij langs lange lanen schreden en slechts met vaste tussenpozen minzaam knikten naar oude herinneringen.En zo, op die warme, wolkeloze dag, aan de oever van de rivier, kreeg de zwaan les van de vlinder. Hij leerde van de hak op de tak te springen, rommelig te zijn, nooit iets zeker te willen weten, maar ook nooit iets over te slaan.‘Iets is niets, zei de vlinder. ‘Dat wel. Maar alles is wel alles’. ‘En niets?’ vroeg de zwaan. ‘Dat zei ik net,’ zei de vlinder ’dat is iets’.

Het beginVanaf 2010 werk ik bij de gemeente, als ambtenaar Jeugd. Een mooie functie waarbij ik bezig kan zijn met één van de grote opgaven in Rotterdam, de decentralisatie van de jeugdzorg. Rotterdam is een stad waar ik door de jaren heen van ben gaan houden. Een stad waar vroeger bij ons thuis wat laagdunkend over werd gedaan, herriemakers, druk, onveilig, grote monden; allerlei duidingen die niet passen bij het agrarisch christelijk nest waar ik uit kwam. Zo was er ook een beeld over ambtenaren in zo’n grote stad. Ambtenaren die van achter hun bureau denken te weten hoe de wereld in elkaar steekt, die beslissen over het lot van de burgers, en die lui zijn en slechts werken van negen tot vijf. En nu werd ik ambtenaar en droeg ik mezelf op om enerzijds kritisch te blijven over mijn rol maar anderzijds mijn best te doen om die rol op me te nemen. De eerste dagen op kantoor zag ik heel veel mensen, op hun kamertjes en allemaal heel serieus aan het werk vanachter hun computer. Ik vond het een beetje vervreemdend: de wereld beschouwen vanachter de computer. Ook vervreemdend vond ik het taalgebruik met woorden als opschalen en escaleren. En ik moest heel erg wennen dat als ik iets schreef heel veel mensen daar iets

1. Misschien wisten zij alles, 313 verhalen over de eekhoorn en andere dieren, Toon Tellegen, 2002.

Deelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

Page 7: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

7

Terug naar inhoudsopgave

van vonden en over te zeggen hadden. Ik had het gevoel in een hele gelaagde organisatie te werken waar met iedere laag boven mij, een beetje creativiteit en vrijheid verdween. Ben ik nog wel mijn eigen leider? Tegelijkertijd was het zo leerzaam en genoot ik, zowel van de beleidsonderwerpen van Jeugd als het werken in de politieke context. Ik probeerde mij de rol van ambtenaar eigen te maken en dacht dat te moeten doen zoals de zwaan uit het verhaal van Toon Tellegen. Een zwaan wiens gedachten altijd statig waren alsof zij langs lange lanen schreden en slechts met vaste tussenpozen minzaam knikten naar oude herinneringen.

De ontdekkingsreisNa de periode van de verbaasde ambtenaar die met een vaag gevoel van vervreemding zoekend rond liep, kwam de periode van ontdekken en aanpakken. Ik werd namelijk project-medewerker in de actielijn professionalisering van het programma ‘decentralisatie van de jeugdzorg’. In die actielijn gingen wij op zoek naar de nieuwe rol van de jeugdprofessionals

binnen dat stelsel. Die nieuwe rol werd een ontdekkingsreis die niet alleen ingegeven werd door de nieuwe jeugdwet of door het overleg met directies en gemeente. Het werd vooral een reis met de professionals. Wij organiseerden werksessies met professionals in het jeugdveld, gingen met hen in gesprek en zij gaven aan waar zij behoefte aan hadden bij het vormgeven van de nieuwe taken en verantwoordelijkheden. Het werken aan deze veranderingsopgave gaf mij inspiratie. De jeugdhulpwerkers waren voor ons leidend in het vormgeven van de actielijn professionalisering. Zij gaven bijvoorbeeld aan dat elkaar en elkaars werk leren kennen essentiële voorwaarden waren voor samenwerken en wij creëerden vervolgens de voorwaarden om daar uitvoering aan te geven door het organiseren van de Focusdag voor

professionals.De wijze waarop we de Focusdag organiseerden was best spannend. Wij hadden namelijk de kaders vastgelegd maar niet de inhoud. De inhoud werd bepaald door de organisaties in de jeudhulp zelf. Dit was ingegeven vanuit de gedachte dat gemeente en organisaties in de jeugdhulp samen verantwoordelijk zijn voor de decentralisatie opgave. De Focusdag in 2012 werd een succes, honderden deelnemers bezochten allerlei organisaties in de stad waar programmaonderdelen werden aangeboden door de jeugdorganisaties.

Ook in het tweede jaar van de actielijn professionalisering (2013) ging de zoektocht verder. De zoektocht naar hoe gezamenlijk de verantwoordelijkheid te dragen voor de verandering die er aan zit te komen met de komst van de nieuwe Jeugdwet.

Stut en steunMet de leergang Nieuwe Ambtenaar voelde ik de herkenning van de aanpak van ontdekkings-reiziger die mij in de vorige fase zoveel enthousiasme gaf. Ik hoorde Anne-Marie en Rabiaa inspirerende verhalen vertellen; ik luisterde naar groepsgenoten die hun ervaringen vertelden die ze hadden opgedaan tijdens de bezoeken en gesprekken in de stad; ik genoot van de presentatie van Els over ‘kijken en ervaren van de stad via verhalen’. We kregen opdrachten om te luisteren, te ontdekken, te ondergaan en om los te laten. Ik ging in gesprek met een collega om samen te ontdekken en te benoemen waar het profiel van de nieuwe ambtenaar aan zou moeten voldoen. En ik kreeg steeds sterker het gevoel dat we op de goede weg

Ellen Bergwerff > Misschien wisten zij alles

Deelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

>>

‘ Die nieuwe rol werd een ontdekkingsreis die niet alleen ingegeven werd door de nieuwe jeugdwet of door het overleg met directies en gemeente. Het werd vooral een reis met de professionals.’

Page 8: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ De komende jaren komt er een grote verschuiving van overheid naar samenleving, naar gemeenschappen. Hoe ver die verschuiving gaat, valt niet te voorspellen.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

8

Terug naar inhoudsopgave

zaten; dat deze mensen om me heen, de ambtenaren zijn die de stad nodig gaat hebben.En naast de verhalen en de ontdekkingen, bestudeerden we de artikelen en luisterden we naar de inleidingen en referaten en zo kreeg mijn ontdekkingsreis ook steeds meer woorden. In het artikel van Rabiaa Bouhalhoul ‘Repertoires voor regelreductie, de goede bedoelingen voorbij2’ wordt de vraag gesteld hoe de waarden die ten grondslag liggen aan veel regelgeving op een andere en meer effectieve en efficiënte manier zouden kunnen worden geborgd. Durven los te laten. Om met de woorden van de zwaan te spreken, durf te fladderen. ‘Maatschappelijke sturing zou in de plaats van overheidssturing het startpunt moeten zijn. Dat vereist een andere houding van de overheid, waarbij andere actoren in staat worden gesteld verantwoordelijkheid te nemen’.3

Ook het essay ‘Swingen met lokale kracht’4 van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling stelt de rol van de overheid aan de orde. ‘We weten het even niet meer’ is de tekst waar de inleiding van het essay mee opent. De verhouding tussen overheid en samenleving verandert

en de overheid zal haar rol moeten aanpassen. ‘De komende jaren komt er een grote verschuiving van overheid naar samenleving, naar gemeenschappen. Hoe ver die verschuiving gaat, valt niet te voorspellen. Grenzen blijven wel degelijk bestaan, maar zijn alleen in algemene termen te beschrijven: de rol van de overheid is gelegen in toezicht houden, sancties opleggen, borgen en uitval voorkomen daar waar de netwerksamenleving die niet kan voorkomen. En bovendien heeft zij een blijvende taak als hoedster van het democratisch en rechtsstatelijk kader om de vooral tot bloei komende maatschappe-lijke initiatieven tot ontplooiing te laten komen.’5 En, stelt het essay, er zijn geen blauwdrukken, lokale kracht laat zich niet implementeren of uitrollen. Je kunt er hooguit mee swingen...

De swingende nieuwe ambtenaar durft de oude ambtenaar los te laten. De oude ambtenaar die als een zwaan wiens gedachten altijd statig waren alsof zij langs lange lanen schreden en slechts met vaste tussenpozen minzaam knikten naar oude herinneringen. De nieuwe ambtenaar die kijkt en luistert, die kan fladderen zoals de zwaan in het verhaal van Toon Tellegen.‘Er vielen gaten in de gedachten van de zwaan, flarden raakten er los en woeien weg, en tegen het eind van de middag was niet een van zijn gedachten meer statig of recht. De nieuwe ambtenaar weet dat hij alleen niet alles weet.

De nieuwe ambtenaar bij de afdeling JeugdMijn persoonlijke zoektocht die begon bij het onbehagen dat ik voelde toen ik als ambtenaar begon en richting kreeg ik het werken in de actielijn professionalisering, kreeg steeds meer stut en steun van buiten. Steun door de leergang, door de krachtige initiatiefnemers vanuit de gemeente voor de leergang, maar nu ook door visie van de afdeling jeugd op de verande-rende samenleving en de rol van de ambtenaar. In de week van de afronding van de leergang kreeg ik namelijk de opdracht om voor de beoordelingsgesprekken een nieuw format te gebruiken. Dit nieuwe format werd als volgt ingeleid:

2. ‘Repertoires voor regelreductie, de goede bedoelingen voorbij door Martijn van Steen & Mark van Twist, 27 mei 2008

3. Van der Steen & van Twist, blz. 7

4. ‘Swingen met lokale kracht, overheden en de netwerksamenleving’ door Nico de Boer, Albertine van Diepen en Lucas Meijs, 2013

5. De Boer e.a. blz. 39

Ellen Bergwerff > Misschien wisten zij alles

Deelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

>>

Page 9: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ Voor de afdeling Jeugd vertalen wij de ontwikkelingen onder drie noemers: inhoud, middelen en proces.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

9

Terug naar inhoudsopgave

Verwachtingen beleidsadviseur/medewerker binnen de afdeling JeugdDe rol van de overheid verandert. Enerzijds krijgen we als lokale overheid meer taken, anderzijds is de trend dat mensen meer zelf moeten doen en de overheid zich terughoudend opstelt. Dit stelt nieuwe eisen aan de rol van ambtenaar. Voor de afdeling Jeugd vertalen wij bovenstaande ontwikkelingen onder drie noemers: inhoud, middelen en proces.

InhoudEen professionele beleidsmedewerker is een inhoudelijk volwaardige gesprekspartner, zonder dat het daarbij nodig is dat hij/zij van ieder detail op de hoogte is of op de stoel van de profes-sional gaat zitten. Een professionele beleidsmedewerker kent deze balans en kan er goed op inspelen.

MiddelenEen beleidsmedewerker is (informeel) budgetbeheerder. Dat betekent dat bekend is wat iets

kost/mag kosten, dat je kunt onderhandelen over prestaties van instel-lingen die tegenover onze financiële inzet staan en dat je aan midde-lenbeheer kunt doen.

ProcesKortweg kun je stellen dat we van onze medewerkers verwachten dat ze kunnen organiseren en pro-actief kunnen acteren. Dat betekent dat je processen kunt (voor)zien en ze kunt begeleiden en op resultaat kunt sturen. Dat betekent nadrukkelijk (gezien nieuwe rol van de lokale overheid) óók een proces entameren, maar vervolgens aan anderen (in de buitenwereld) overlaten. Hier hoort bij dat we de verbindingen zowel intern als extern kunnen leggen (binnen directie,

binnen cluster, binnen concern, gebiedsgericht werken én met externe partners).

Competenties en vaardighedenVertaald naar competenties en vaardigheden betekent het bovenstaande dat in het functione-ringsgesprek door de leidinggevende minimaal aandacht besteed gaat worden aan financiële vaardigheden en de competenties conceptuele vermogens en organisatiebewustzijn.

En met deze visie van de afdeling Jeugd op het werk van de ambtenaar lijken de verhalen samen te komen.

Het verhaal gaat verderDe zwaan leerde om van statige gedachten over te gaan tot niet zeker weten. Ook ik heb die verandering doorgemaakt. Ik dacht dat een ambtenaar ‘statige’ gedachten moest hebben en probeerde mij die in de begintijd bij de gemeente eigen te maken. Ik had moeite met die rol. Ik werd er niet blij van om de zogenaamde alwetende te zijn. Een kleine twee jaar later diende zich een nieuwe functie aan in het programma Decentralisatie van de jeugdzorg. De rol in de actielijn professionalisering paste mij veel beter; de rol van kijken, luisteren en onderzoeken. De processen begeleiden en op resultaat kunnen sturen zoals verwacht wordt van de beleidsmedewerker. Mijn eigen verhaal gaat synchroon lopen met het verhaal van de nieuwe ambtenaar, een rol die mij energie geeft. Maar het verhaal gaat verder, na de twijfel die mocht bestaan, gaan we ons nu richten op de toekomstige rol van de ambtenaar. Een rol waarin, zoals in het nieuwe profiel beschreven is,

Ellen Bergwerff > Misschien wisten zij alles

Deelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

Page 10: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

10

Terug naar inhoudsopgave

de beleidsmedewerker een proces kan entameren maar dat vervolgens aan anderen (in de buitenwereld) moet overlaten6. Maar kunnen we dat, loslaten? En tot hoever gaat dat loslaten dan, waar liggen de gemeentelijke kaders? Hoe gaan we om met onzekerheden? Met ruzies? En is dit niet heel makkelijk gezegd? Is de praktijk niet veel weerbarstiger?

Het verhaal is nog lang niet af….. De eerste stap is gezet, de stap vanuit het besef dat we de samenleving samen vorm kunnen geven. ‘Iets is niets, zei de vlinder. ‘Dat wel. Maar alles is wel alles’. ‘En niets? vroeg de zwaan. ‘Dat zei ik net’, zei de vlinder ’dat is iets’.

6. Beoordelingsgesprekken Gemeente Rotterdam, afdeling Jeugd, 2014

Ellen Bergwerff > Misschien wisten zij alles

‘ Hoe gaan we om met onzeker-heden? Met ruzies? En is dit niet heel makkelijk gezegd? Is de praktijk niet veel weerbarstiger?’

Page 11: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ Alsof het in de lucht hing ontmoette ik steeds meer collega-ambtenaren die zich konden identificeren met de Rotterdammer, onze eindgebruiker. Ongeacht of men Rotterdamse roots had of niet.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

11

Terug naar inhoudsopgave

De nieuwe ambtenaar en ik

Anne Boomsluiter

De vraag ‘wat wil je worden als je groot bent?’ is er een die ik mijzelf nu aan anderen hoor stellen. Toen ik twintig jaar geleden in mijn omgeving vertelde wat ik wilde worden, keek men mij vaak meewarig aan. Met een grote lach op mijn gezicht vertelde ik dat ik ambtenaar wilde worden en om heel specifiek te zijn: een Rotterdamse ambtenaar. Ik wist ook niet precies waarom, het enige wat ik wist, is dat mijn bestemming in de stad lag. Best wel vreemd zo zonder verdere onderbouwing, dat vond ik zelf ook, maar het was zoals het was. Dat stond als een paal boven water. Het heeft dan ook even geduurd voordat ik mijn precieze beroeps-bestemming binnen de Rotterdamse ambtenarij vond. Begin van het jaar was het elf jaar geleden dat ik mijn deal met de stad heb gesloten om mijn werkend leven hier tot wasdom te laten komen.Die elf jaar zijn niet allemaal even makkelijk geweest. Het vinden van je identiteit als

ambtenaar is geen sinecure. Met 650 producten en 650.000 klanten hebben wij vele rollen te vervullen. Alle vormen van samenwerken met de Rotterdammers passeren de revue. Soms initiëren we activi-teiten, soms faciliteren we die, en in een hoop gevallen is de stad zelf actief en moeten wij ons er vooral niet mee bemoeien. En tegelijkertijd weet en vindt de ambtenaar in mij dat we ook moeten handhaven.

ZoektochtHet is een hele zoektocht geweest om mijn identiteit te bepalen, maar de liefde voor de stad heeft het altijd gewonnen van de twijfels. Ook voor de organisatie is het vinden van een identiteit een hele zoektocht geweest. Veel diensten met vele kleuren. De omslag

kwam naar mijn idee op het moment dat er besloten werd alle logo’s samen te smelten tot de nu welbekende groene R. De gemeentelijke organisatie werd één club. Niet dat alles direct in kannen en kruiken was. Er volgden echter nog een aantal jaren in het pré-van-buiten-naar-binnen-tijdperk. Maar alsof het in de lucht hing ontmoette ik steeds meer collega-ambtenaren die zich konden identificeren met de Rotterdammer, onze eindgebruiker. Ongeacht of men Rotterdamse roots had of niet. Collega’s evolueerden in ambtenaren die de verschillende petten van het menszijn met elkaar kunnen combineren. Je bent immers niet alleen werknemer, maar ook burger, belastingbetaler, vrijwilliger of verkeersdeelnemer. Dat verandert niet op het moment dat je bij de prikklok staat. Welke overigens tot mijn grote genoegen eindelijk officieel is afgeschaft. Je krijgt tenslotte een vergoeding voor je daden, niet voor je aanwezigheid achter je bureau.

Place to beAls ambtenaar moeten we veel meer op straat zijn, daar gebeurt het. Nou heeft niet iedereen het geluk een straatfunctie te hebben of in de stad te wonen, maar daar heb ik over nagedacht: als je niet in de stad woont, ga er dan eens winkelen of uit. En werk je niet op straat pak de (dienst)fiets als je je verplaatst tussen je (flex)plek en een afspraak buiten de deur. En als je dan in die straten van Rotterdam bent, verwonder jezelf over de schoonheid van de stad, de continue vernieuwing, de leuke onbekende plekjes en de vriendelijke mensen. Want wat wij soms vergeten is dat Rotterdam een supergave stad is. Zelfs in de New York Times wordt Rotterdam genoemd als de place to be. Waardeer waar je werkt en waardeer de Rotterdammer. Kijk met een open blik en blijf kritisch op je eigen gedrag en dat >>

Deelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

Page 12: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ Wij doen mee in Rotterdam’‘ Wij proberen het uit in Rotterdam en zijn nieuws-

gierig’‘ Wij steken er wat van op in Rotterdam’

‘ Het kan wel in Rotterdam.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

12

Terug naar inhoudsopgave

van de organisatie. Enkel op deze wijze kunnen we met elkaar groeien tot een nog gavere organisatie waar ik nu al heel trots op ben.

BurgerkrachtDe vraag blijft wel, hoe geven we ons handelen vorm, hoe zorgen we dat we onze veelvoud aan taken goed ten uitvoer brengen. De samenwerking tussen bewoners, ondernemers en stadsbestuurders heeft Rotterdam groot gemaakt en de vraag die nu voorligt is hoe de Rotterdamse overheid en haar ambtenaren zich verhouden tot de stad en haar inwoners. Hoe participeert de Rotterdamse overheid, hoe doen we mee en op welke wijze creëren we waarde voor de stad en onze inwoners. Wij zien de gemeente tegelijkertijd als een instituut dat er is om te handhaven en te doen wat Rotterdammers zelf niet kunnen doen. De burger-kracht in de stad wint aan rendement en effectiviteit als we hier duidelijk over zijn. Wanneer we eerlijk zijn over beperkingen, randvoorwaarden en open eindjes, kan de gemeente ook succesvol zijn in haar regie- en faciliterende rol en zo samen met partners beleid maken,

uitvoeren en evalueren.

Een Rotterdamse ambtenaar staat pal achter de initiatieven, maar altijd met een opbouwende kritische blik. De betrokken en bescheiden ambtenaar dat is wie wij willen zijn. Loslaten indien mogelijk, onder-steunen wanneer nodig en ingrijpen als dat noodzakelijk is.Als bovenstaande de kern is waarop we naar de stad en ons werk kijken dan geeft de participatieleidraad richting aan ons handelen als ambtenaar en geeft het de Rotterdammer tegelijkertijd inzicht in wat die van ons mag verwachten:- Wij doen mee in Rotterdam (meedoen is de norm)De Rotterdamse overheid doet mee met de buurt en de inwoners. Hierbij zijn we eerlijk over de beperkingen, randvoorwaarden én open

eindjes zoals tijd, geld, regels en politieke besluitvorming en afweging. De mogelijkheid tot participeren is de norm en daarmee het vertrekpunt voor het handelen van de overheid.- Wij proberen het uit in Rotterdam en zijn nieuwsgierigIn een constant veranderende samenleving is de Rotterdamse overheid samen met haar partners altijd op zoek naar nieuwe vormen van samenwerking. In Rotterdam is er ruimte voor het (kleinschalige) experiment, en daar hoort een evaluatie bij. Het doel is hierbij niet om te komen tot Rotterdam-brede formats, het doel is aan te sluiten bij de buurt. Rotterdam is een stad die durft: we proberen nieuwe methodieken uit en passen succesvolle trajecten waar het kan in andere buurten toe.- Wij steken er wat van op in RotterdamZoals gezegd, in Rotterdam leren we van samenwerken. In die zin kan “participatie” in Rotterdam nooit mislukken, omdat we altijd tussentijds monitoren en bijsturen. En omdat elke samenwerking eindigt met een gezamenlijke evaluatie en verantwoording (over het resultaat) die beide het vertrekpunt vormen voor een nieuwe samenwerking. Daarbij komen we afspraken na in Rotterdam en maken het af in Rotterdam.- Het kan wel in RotterdamTegenover iedere “dat kan niet” staat een “wat kan wel”. Daarbij zijn er natuurlijk wel regels die de overheid moet handhaven. We denken mee met Rotterdammers die initiatief nemen, passen de geldende regels transparant en flexibel toe, zodat goede en gedragen ideeën in buurten gerealiseerd worden. Hier hebben we al positieve ervaring mee opgedaan bij de uitvoering van het stadsinitiatief.

Anne Boomsluiter > De nieuwe ambtenaar en ik

>>

Deelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

Page 13: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ Het ambtenarenschap: hard werken, veel vallen en opstaan, soms toegejuicht, soms uitgejouwd.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

13

Terug naar inhoudsopgave

De Rotterdamse ambtenaren, oude en nieuwe, trekken met deze normen in hun rugzak de buurten in, op zoek naar vragen, initiatieven, netwerken, samenwerkingen waar de overheid op kan aansluiten. Minder vanuit regels en geldstromen, meer vanuit een bescheiden betrok-kenheid en professionaliteit.

Vallen en opstaanAls je de zaken vanuit de regels van de leidraad bekijkt is het eigenlijk best simpel een nieuwe ambtenaar te zijn. Maar schijn bedriegt hier wel een beetje. Alles wat er goed en gracieus uitziet lijkt makkelijk maar is in de praktijk o zo moeilijk te bereiken. Denk aan al die Oranje schaatsers in Sotsji, dat liep soepel, appeltje - eitje en een volgende plak was binnen. Natuurlijk weten we allemaal dat daar jaren van harde training aan vooraf gaan. Zwaar, maar de moeite waard. Nou zo gaat het dus ook met het ambtenarenschap: hard werken, veel vallen en opstaan, soms toegejuicht, soms uitgejouwd. Het enige dat je niet mag missen in dit trainingstraject is plezier in je werk en vertrouwen in je zelf, daar hebben die schaatsers het

ook steeds over.Als we met vertrouwen ons werk en de stad tegemoet treden krijgen we dat vertrouwen van de stad vanzelf weer terug. We zijn uiteraard trots op ons werk en dan is de stad ook trots op ons en kunnen we die uitgekauwde ambtenarengrappen naar de geschiedenisboeken verwijzen in het hoofdstuk ‘jaren ’90, dat ging heel anders dan nu’.

Nou is de term ambtenaar ook wel een rare, dat er grappen overgemaakt worden snap ik eigenlijk best. De ambtenarij is een beroepsgroep, ambtenaar een beroep. Dat zegt in feite niets, slechts enkel het soort bedrijf waar je werkt. Al staat daar tegenover dat er tal van organisaties zijn van diverse pluimage waar je je ambtenaar mag

noemen. Het is meer een status; ‘hij die voor de overheid werkt’. Als we daar nou van maken; ‘hij die voor de burger werkt’. En als we dan daarbij realiseren dat alleen de beste mensen voor de burgers mogen werken dan is dat weer goed voor ons imago, trots en het verkrijgen van vertrouwen vanuit de stad. Moeten we alleen nog iets verzinnen op de vraag, wat is je beroep? Belangrijke aanwijzingen daarvoor zijn te vinden in een ieders functieomschrijving. En als de mensen dan zeggen, ‘maar je bent toch een ambtenaar’, dan luidt het repliek steevast: ja! Een nieuwe!

Anne Boomsluiter > De nieuwe ambtenaar en ik

Deelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

Page 14: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ De Nieuwe Ambtenaar gaat niet over een nieuw type overheidswerknemer. De Nieuwe Ambtenaar gaat over een ontwikkeling.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

14

Terug naar inhoudsopgave

De Nieuwe Ambtenaar wil rugdekkingGirolanda Costa Ramos

De nieuwe ambtenaar mijn verwachtingMijn verwachtingen waren hoog. De Nieuwe Ambtenaar zal een verbeterde versie van de oude ambtenaar zijn, zoiets als Het Nieuwe Werken of de nieuwste Windows versie. Hier moet ik bij zijn en zodoende heb ik mijn beste beentje voor gezet.

Ik ben: de uitvoerende ambtenaar, tussen-de-oude-en-nieuwe-generatie ambtenaar, de HBO’er ambtenaar,

de moeder-ambtenaar, de lerende ambtenaar, de Kaapverdische ambtenaar, de-verplichte-participatie-

versus-interne-motivatie-ambtenaar, de ik-woon-buiten-de-stad-ambtenaar. Met andere woorden ik heb nog

wel wat stof om over te praten en het lijkt me ook heel leuk om te doen.

OntwikkelingAchteraf vind ik mijn eerste interpretatie van De Nieuw Ambtenaar minder geschikt. De Nieuwe Ambtenaar gaat namelijk niet over een nieuw type overheidswerknemer. De Nieuwe Ambtenaar gaat mijns inziens over een ontwikkeling. Een ontwikkeling zoals een mens in zijn verschillende levensfases zich ontwikkelt. De mens blijft een mens, je mag hem kind, volwassen of bejaard noemen. Hiermee heb je nog niks gezegd over zijn mentale en emotionele ontwikkeling. ‘Emotie, wat beweegt ons ... in verbinding tot andere mensen.’

Wonderbaarlijk greep deze leergang voor een belangrijk deel terug op ons eigen vermogen in verbinding te staan tot anderen. De vragen ‘welke oordelen heb je’ en ‘welke fases moet je doorlopen om een community te vormen’ vond ik intrigerend.

Als ambtenaar dien je de stad. Hierin proberen we ons zo onafhankelijk en onpartijdig op te stellen. Maar uiteindelijk merk je dat je vermogen om echt goed te luisteren beperkt is. Je oordelen staan al klaar. En hoe ga je verbinding maken, hoe gaat een burger of instantie zich verbinden (kwetsbaar opstellen), als de vrager zichzelf niet kwetsbaar wilt opstellen? Zich ‘verschuilt’ achter zijn ambtenaarsfunctie. Hierop ga ik verder onder het kopje ‘de verleiding van ontbinding’.

Het verhaal van mijn OmaIk woon nu al 30 jaar in Nederland. Ik ben (over)geïntegreerd en alleen mijn uiterlijk verklapt mijn migrant-zijn.

Mijn oma heeft 15 kinderen gebaard op een droge berg die net zo goed Mars had kunnen zijn, in een huis dat net zo goed de koeienstal had kunnen zijn. Mijn moeder is als het vee van mijn opa opgegroeid. Blootgesteld aan de dorre hardheid van een ontwikkelingsland. Geen enkel kind van mijn oma heeft maar een seconde getwijfeld om naar Europa te vertrekken. Geen enkel kind heeft vandaag de dag een stabiel inkomen, waarmee je een huishoudelijke hulp kunt betalen... Misschien een enkel kleinkind?

Twintig jaar later kom ik als landsvreemd kleinkind bij haar op bezoek. De berg is nog steeds

Deelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

>>

Page 15: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ Ik verwonderde mij dat de leergang zoveel onderdelen had die mijn afdeling al trachtte uit te voeren. Een gevoel van trots steeg in eerste instantie bij mij op.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

15

Terug naar inhoudsopgave

even droog. Misschien zelfs nog wel wat droger vanwege de klimaatveranderingen. Mijn opa & oma zijn oud en versleten. Oma hinkelt, krom in de rug, is tandloos en mager als een tak.Tot mijn grote verbazing is het buurvrouwtje van 40 jaar, dat 200 meter lager aan de berg woont, die zich over mijn grootouders ontfermd. Met al haar vermogen zorgt ze ervoor dat deze mensen elke dag hun eten opeten en gewassen worden. Maar waarom? Zij heeft geen enkel familieband met deze twee mensen. Tevens heeft ze het zelf druk genoeg met haar 4 schoolgerechtigde kinderen.

Dit is het lokaal sociaal netwerk van mijn opa & oma. Deze achtergebleven buurvrouw voelt zich tot op elk bot en gewricht in haar rug verantwoordelijk om voor deze oude mensen te zorgen. Dit is wat je als sociaal mens moet doen. Dat zegt de kerk, dat zegt de staat, dat heb je van je eigen ouders geleerd. Maar ja wat moet je ook als er geen sociaal overheidsstelsel is waarop je als bejaarde kunt terugvallen?

De nieuwe overheidEr is geen geld meer voor de verzorgingsstaat. Willen we terug naar de nachtwakerstaat? Kunnen we überhaupt terug? Nee niet zonder revolutie of oorlog. En ook de beleidsmakers en budgethouders willen niet terug.

De verzorgingsstaat vervult namelijk de voorwaarden van een veilig bestaan; van een ontwikkeld land. Ik ben niet verwonderd dat Obama een sociaal zorgstelsel probeert in te voeren. Je kunt toch niet als meest ontwikkelde land grote groepen mensen in erbarmelijke situaties laten leven. Dan ben je geen 1ste wereldland meer maar een soort Brazilië.

Aan de ene kant hele rijke stinkerds en aan de andere kant stinkende favelas.

Uitvoering op de grens van overheidssysteem en burgerwaardeIk verwonderde mij dat de leergang zoveel onderdelen had die mijn afdeling al trachtte uit te voeren. Een gevoel van trots steeg in eerste instantie bij mij op.Het besef kwam later dat deze leergang inging op normale menselijke waarden, op de behoefte van elke mens. Gehoord worden, je problemen erkend worden, zelfbeschikking over je leven, serieus onderdeel zijn van het groter maatschappelijk leven.

Als ik naar mijn afdeling kijk, zie ik mensen werken die op een bepaald moment een studiekeuze en beroepskeuze gemaakt hebben om van sociaal nut te zijn voor een medemens. Onze persoonlijke missie. Pas wanneer de wet- en regelgeving, procedures erbij komen kijken ontstaat er afstand tot deze missie. Ontstaat er afstand in plaats van verbinding. Hoe krijgen we de missie in context van de juridische regelgeving?

Zoals ik het zie is De Nieuwe Ambtenaar een persoon die weer totaler ingaat op die menselijke waarden, zonder zakken met geld open te trekken.

Ik zit bij de uitvoering op een bijzondere plek. Namelijk precies op de grensovergang van het overheidssysteem en burgerwaarde. Ik kan naar beide kanten begrip creëren. Deze verwachting is er ook van beide kanten. Het zal dan ook niet verbazen dat de maatschap-

Girolanda Costa Ramos > De Nieuwe Ambtenaar wil rugdekking

Deelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

>>

Page 16: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

16

Terug naar inhoudsopgave

pelijke spanning precies op die grens het grootst is. Precies op die grens is het risico op onbegrip, ontbinding, overbelasting en teleurstelling groot.

Het wordt mij duidelijk dat het gehele gemeenteapparaat zijn hoop heeft gevestigd op ‘burger-kracht’, om de sociale besparingen rond te krijgen.

Ik wil waarschuwen dat wat we bij de burger willen halen ook in de gehele organisatie moet plaatsvinden: Verbinding en KrachtAlleen zo kan er in mijn ogen voldoende rugdekking ontstaan op de grens van overheid en burger.

De verleiding van ontbinding

Ik was bij een man op bezoek die nog net geen 60 jaar was. Hij was tot 2012 een goede kleine zelfstandig

ondernemer als aannemer. Vandaag de dag zit het bovenste deel van zijn wervelkolom met schroeven en

platen aan elkaar. Ik mocht het wel even van hem voelen. En ja hoor: een groot litteken van het hoofd tot

net boven de schouders. Deze man heeft functie-uitval van armen en benen en dagelijks ondragelijke pijn.

In zijn lijf is een morfinepomp ingebouwd, om zijn dagelijkse hoeveelheid pijnstillende drugs toe te dienen.

Deze man vertelt mij: ‘Ik heb een prachtige vrouw die alles voor mij doet; het huishouden, mij wassen en

aankleden, zelf de technische taken in en om het huis doet zij, terwijl ik aannemer van beroep was. Ze is

geweldig en ik weet zeker dat ze zo een gezonde vent kan krijgen, maar ik kan niet meer met haar vrijen.

Mijn lichaam kan dat niet meer.’

Deze man vraagt een scootmobiel en een traplift aan, zodat hij met een beetje eer zijn vrouw kan ontlasten.

Zodat zij ook wat tijd voor haarzelf heeft.

Hier zit ik dan. Op de grens van het overheidssysteem en de menselijke waarde. Ik ben zijn hoop en ik ben het gezicht van de gemeente. Ik kan hem blij maken en misschien een stukje eigenwaarde teruggeven. Of ik kan zijn uitlaadklep zijn van al zijn emotionele frustratie en agressie.

Hoe verleidelijk is het om mijn persoon buiten deze situatie te plaatsen en alleen de messenger te worden van de (financiële) overheid. ‘Wij moeten besparen en jullie moeten het op eigen (burger)kracht doen. (punt!!!)’

Het vraagt flinke ballen om in verbinding te blijven met deze man en op een menselijke manier zijn kracht en die van zijn netwerk naar boven te krijgen. Op zodanige wijze dat hij er vrede mee heeft en dit zelfs een oplossing is voor hem.O ja... had ik trouwens al verteld dat hij de schuld geeft aan de allochtonen dat er bezuinigd moet worden? En had ik ook al verteld dat ik een werkvoorraad heb met een doorloop-tijd groter dan acht weken... Zo en dan toch in verbinding blijven, relativeren, emoties benoemen, ruimte zoeken binnen de kaders en helpen.

Mijn statement‘Mijn persoonlijke missie is mijn afdeling een sterke basis te geven in haar taak de Rotter-dammer in hun kracht te zetten en talent te ontplooien’. Dit heb ik als profiel in mijn CV staan. De wil om hiertoe te komen is aanwezig.

Girolanda Costa Ramos > De Nieuwe Ambtenaar wil rugdekking

Deelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

>>

Page 17: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ Wat we bij de burger willen halen moet ook in de gehele organisatie plaatsvinden: Verbinding en Kracht’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

17

Terug naar inhoudsopgave

Daar waar wij de kracht van de burger willen stimuleren en openbaren ben ik van mening dat de gehele lijn van onze organisatie dit concept moet toepassen.Mijn mening is dat de uitvoering in een spanningsveld zit. Precies op dit punt zijn er goede mogelijkheden maar kan er ook veel kapot gemaakt worden (zowel bij burger als werknemer).

Wat we bij de burger willen halen moet ook in de gehele organisatie plaatsvinden: Verbinding en Kracht…….

De uitvoering stimuleert burgerkracht, het management stimuleert uitvoeringskracht, het bestuur stimuleert

managementkracht, de wethouder stimuleert bestuurskracht, de kamer stimuleert raadskracht en elk niveau

houd verbinding met de lagere niveaus vast.

Girolanda Costa Ramos > De Nieuwe Ambtenaar wil rugdekking

Deelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

Page 18: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ De leergang begon voor mij echt met de opdracht om eens naar buiten te gaan, een onverwacht gesprek aan te gaan.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

18

Terug naar inhoudsopgave

De nieuwe ambtenaarTamara Domenici

Na de middelbare school wilde ik zoveel mogelijk te weten komen over mijn achtergrond en daarom ging ik Italiaanse taal- en letterkunde studeren. Wat voor soort werk ik na mijn studie zou gaan doen, was wel het laatste wat me bezighield. Na mijn afstuderen vond ik gemakkelijk werk als docent Italiaans. Omdat ik les gaf in het volwassenenonderwijs, werkte ik vooral ’s avonds. Ik wilde graag overdag werken en ging op zoek naar een andere baan. Ik wilde mensen helpen en was goed in het eenvoudig uitleggen van ingewikkelde dingen. In de krant las ik dat een detacheringsbureau klantmanagers sociale zaken zocht. Het werk van een klantmanager leek me boeiend en afwisselend. Ingewikkelde wetgeving, maar ook veel klantcontact.Na een korte opleiding werd ik samen met mijn collega’s in het diepe gegooid. Ik voerde meteen tientallen gesprekken met mensen waarbij ik mijn best deed om de ingewikkelde

regels zo goed mogelijk uit te leggen. In de gemeente waar ik toen werkte lag de nadruk vooral op re-integratie. Mensen kregen produc-tiewerk aangeboden in een fabriek en als ze weigerden werd hun uitkering opgeschort. Er werd weinig rekening gehouden met wat de mensen wilden of konden, en het aangeboden werk werd dan ook nogal eens geweigerd. Ik had het gevoel dat ik meer als politieagent aan het optreden was, dan dat ik mensen kon helpen. En keer op keer een slechtnieuwsgesprek voeren is niet leuk, hoe goed je het ook uitlegt.

WennenToen ik een vacature zag voor een beleidsmedewerker armoe-

debeleid bij de gemeente Rotterdam, heb ik meteen gereageerd. Op beleidsniveau zou ik misschien meer voor elkaar krijgen dan in de uitvoering. Ik moest erg wennen aan mijn nieuwe functie. Er werd vooral over mensen gesproken, in plaats van met ze. Ik ging van elke dag praten met cliënten, naar hele dagen achter mijn computer zitten. Het enige contact met cliënten verliep via de cliëntenraad. Ik moest ook erg wennen aan de ambtelijke manier van doen. Alles verliep via ontelbare schijven en iedereen moest ergens iets van vinden.

Inmiddels houd ik me bezig met andere beleidsterreinen, ouderen en mantelzorg. Toen ik hier net mee begon ging ik weer naar buiten, wilde alle spelers in het veld leren kennen. Maar zodra de drukte weer begon, wilde ik overzicht houden en richtte ik me weer meer en meer op interne zaken.

Onverwacht gesprekDe leergang nieuwe ambtenaar kwam op een moment waarop de veranderingen in de samenleving en de gevolgen daarvan steeds zichtbaarder werden. De leergang begon voor mij echt met de opdracht om eens naar buiten te gaan, een onverwacht gesprek aan te gaan. Ik besloot te gaan praten met de buurman van mijn moeder. Ik kwam hem af en toe tegen op de galerij als ik bij haar op bezoek ging. Ik wist dat hij jaren voor zijn zieke vrouw had gezorgd, maar vroeg daar eigenlijk nooit op door. Daar zal hij geen behoefte aan hebben, dacht ik dan. Toen ik hem uiteindelijk aansprak en hem vertelde over de opdracht, wilde hij graag met me in gesprek. Ik had vragen voorbereid, maar dat bleek helemaal niet nodig. Hij vertelde graag over zijn ervaringen, ook met de gemeente. Ik kwam tot nieuwe inzichten.

Deelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

>>

Page 19: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

19

Terug naar inhoudsopgave

Lotgenotencontact ontstaat vaak vanzelf, in de wachtkamer van het ziekenhuis bijvoorbeeld. In zijn geval was de gemeente helemaal niet nodig als regisseur. Wat me ook verraste is dat hij, na het overlijden van zijn vrouw, zijn ervaringen graag wilde delen en zich voor anderen in wilde zetten. Ook ging ik op bezoek bij een dagopvang voor dementerende ouderen. Er wordt wel eens getwijfeld over het nut van een kopje koffie drinken met elkaar en samen de krant lezen. Maar hier zag ik dat mensen er hun dagstructuur en hun sociale contacten aan ontlenen. En dat de signaleringsfunctie van de (vrijwillige) medewerkers van zo’n dagopvang niet te onderschatten is. Op papier is dat toch anders dan wanneer je het met eigen ogen ziet.

Mantelzorg in de praktijkOp de dag dat het thema luisteren werd behandeld, was ik niet aanwezig. Ik heb er wel over nagedacht en me gerealiseerd dat ik vaak niet onbevooroordeeld luister. Soms heb je van tevoren al een verhaal in je hoofd en is dat alles wat je hoort.Maar het werd pas echt toen ik zelf mantelzorger werd. Mijn vaders partner viel weg en ineens moest ik voor hem zorgen. Ook ging hij in het afgelopen half jaar erg achteruit. De leergang viel voor mij dus samen met een roerige periode, waarin veel veranderde. Niet alleen de grote veranderingen die in de samenleving gaande zijn, maar vooral ook de veran-deringen in mijn eigen leven, die weer gevolgen hebben voor hoe ik in mijn werk sta. Voor mij is het nog zoeken naar een nieuwe modus. Ineens ben ik ervaringsdeskundige geworden op het gebied van mantelzorg. Ik ben nog zoekende naar hoe ik die ervaringen kan gebruiken om mijn werk beter te doen.

De leergang was voor mij vooral een vorm van bewustwording. Ik ben erachter gekomen dat mijn valkuil is dat ik teveel intern gericht ben. Niet omdat ik het niet belangrijk vind wat er buiten gebeurt, maar omdat ik me door de dingen van alledag laat opslokken. In deze verwarrende tijd heeft de leergang me een duw in de goede richting gegeven door me ervan bewust te maken dat ik naar buiten moet blijven kijken.

Deelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

Tamara Domenici > De Nieuwe Ambtenaar

Page 20: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

20

Terug naar inhoudsopgaveDeelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

De nieuwe ambtenaarJoke Drijfhout

Op zondag word ik gebeld. Een sociaal ondernemer steekt van wal. In de stress. Ondertussen doe ik met een hand de was in de wasmachine alwaar mijn hand klem komt te zitten in het poederbakje. Woest trek ik mijn hand eruit, inclusief het bakje. Luister ik… luister ik raast mijn eerste stem door mijn hoofd. De tweede volgt. Wat is dit? Heb ik nog een privé leven in het weekend of ben ik nu zo verweven met de stad dat ik vast ben komen te zitten in het zogeheten Rizoom? Ik ben zo gepreoccupeerd door mijn eigen gedachten dat ik totaal niet weet wat mijn gesprekspartner zegt. Deze stress heeft echter geen woorden nodig. Die vibreert vanzelf door de telefoon.

Ik besluit ter plekke mijn kernkwaliteit “luisteren” van mijn cv te schrappen. Vertwijfeld leg ik de telefoon neer. Ben ik nog wel geschikt voor dit werk? Wordt het niet tijd om op te stappen als ik de basis niet eens in de vingers heb… echt luisteren. Want daar begint het toch allemaal mee. Ik duw mijn kinderen aan de kant voor zover het nog lukt met dat ene toch wel zeer grote puberkind inclusief vlassnor. Hoe heette hij ook alweer? Weg kinderen. Mamma gaat de stad zitten te beluisteren. Ontluisterd en ontdaan kruipen ze weer achter hun tablet en mobiele telefoon. Je ziet ze denken: wie is toch die vrouw die elke dag als een bezetene achter die laptop zit te mailen en in de avonduren niet meer thuis is?

Waar blijf ik zelfEn nu moet ik ook nog een essay schrijven, een Volkskeuken draaien, gasten uitnodigen en waar blijf ik eigenlijk zelf nog in dit geheel? Want dat is toch uiteindelijk het enige waar ik mee verder kan. Ik en de wijze waar op ik mij verhoudt tot die buitenwereld. En ondertussen probeer ik dat rottige bakje van mijn hand te duwen. Ik denk na over de sociaal ondernemer die vecht tegen de verstikkende regels van de overheid. Dat ben ik dus. Die overheid. En toch wordt mij zoveel vertrouwen gegund dat ik word geconsulteerd. Wat een vreemde spagaat. Wat een rare positie neem ik eigenlijk in.

Ik bel terug. Met schuldgevoel. Ik begrijp haar struggle en stress. Ik luister verder naar haar beschrijving van de kronkelige paden van politieke en ambtelijke intriges. Het lukt me om niet mee te gaan in het kappen en hakken. Maar waar zit de kern van de energie en hoe zorg ik ervoor dat ze niet afhaakt. Waar houden we samen een pad open naar de mogelijkheden? Daar komen we uit. In de tussentijd valt als een waar mirakel het wasbakje van mijn handen. Het klettert op de grond en spat met poeder en al over mijn schoongewassen kleding. Gatver. Kan ik weer opnieuw beginnen. Zo voelt het waarschijnlijk. Een fractie van het energielek waar veel actieve bewoners in Rotterdam tegen aan lopen…..

Zak geld in achterzakIk spreek al jaren met ze: de milieuorganisaties, de bewonersgroepen, de klankbordgroepen, de sociaal ondernemers, de migrantengroepen, de vrouwengroepen, de religieuze groepen… Altijd met een zak geld in mijn achterzak. Wat had ik toch veel vrienden. En wat heb ik eigenlijk nog te bieden nu? Nou valt het kennelijk best wel mee hoor. Vanuit het perspectief van de nieuwe ambtenaar ben ik de portal tot de logge overheid, een soort initiatievenmake- >>

Rizoom

Page 21: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

21

Terug naar inhoudsopgaveDeelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

laar die verbindingen tussen overheid en stad faciliteert. Een gezicht, een gebaar, een echt mens. Aanspreekbaar en inlevend. Die meedenkt en mee vibreert met de stad en prachtige verbindingen legt. Wat klinkt dat mooi. Het lijkt wel een sprookje.

De ambtelijke realiteit lijkt zich echter slecht te verhouden tot mijn sprookje. En evolueert langzaam aan tot een heuse nachtmerrie. Maandagochtend loop ik de Vlek op, waar de papieren zich op lijken te stapelen, het kopieerapparaat hikt de nota’s uit en kotst her en der wat na. Dan stopt het apparaat. Het geluid bromt, de collega’s brommen. Is de voorberei-dende gespreksnotitie al afgerond voor de wethouder. Heb je de vier handtekeningen binnen en het Orakel geconsulteerd. Je e-learning module nog niet afgehandeld? Dan geen Orakel voor jou. Zijn de aanvragen afgehandeld en de pijplijn ingeduwd? Mijn ambtelijk leven bij de gratie van papier en de Algemene Wet bestuursrecht. Mijn gemaakte verbindingen uit de praktijk van alledag worden ingeprakt in nota’s, beleidsschrijven en criteria. Ingeklemd tussen systeem en leefwereld zoek ik de balans. Ik word niet afgerekend op mijn gerealiseerde verbindingen. Men zit te wachten op prachtvolle kernachtige volzinnen met deugdelijk verant-woorde onderbouwing in net structuurgietsel afgeleverd.

De Vlek

Energie en passieDan word ik aangeschoven bij een gesprek met een bewonersgroep. De energie en passie knettert door de vergaderruimte. En zowaar een heuse bewoner die mokkend en tierend binnen komt. Schuivend van het ene scenario naar het andere probeer ik de energie niet meteen in dit gesprek weg te blazen. Maar ik weet dat ze in formele zin buiten de door ons geproduceerde regelingen gaan vallen, terwijl ze het net zo mooi voor elkaar hebben… Ik schakel naar het luisteren en probeer deze keer niet direct een oplossing te vinden. Als de feitenpap verder door pruttelt, realiseer ik me dat ik altijd snel een oplossing probeer te vinden. Maar daarmee onderschat ik en passeer ik het zelfoplossend vermogen van deze bewoners. Want wie ben ik? Ik luister naar hun verhaal en laat rustig alles los. Alles wat maar beladen had kunnen zijn verdwijnt als sneeuw voor de zon. En ze pakken zelf de regie. Wat is het leven soms toch makkelijk…

Rustig fiets ik verder door de stad en wandel het bejaardencentrum annex woonservicegebied tegemoet waar een dynamisch wijkservicecentrum moet ontstaan. Als ik binnenkom slaat de hitte mij in mijn gezicht en ik struikel bijna over het paaltje midden bij de trap waarvan ik pas later begrijp waarom het er staat… Ik ontmoet collega’s uit het gebied en slik vier keer als ik

Joke Drijfhout > De nieuwe ambtenaar

>>

Page 22: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ In de avonduren sta ik braaf aan de kraam van het Stadsinitiatief bij een matchingbijeenkomst tussen ondernemers en jongeren onder het genot van een heerlijke couscousmaaltijd.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

22

Terug naar inhoudsopgaveDeelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

hoor wat ze van plan zijn met dit stukje Rotterdam. Althans op het onderdeel bewoners en burgerkracht… Het contrast kan niet groter zijn met de sociaal ondernemers die ik tegenkom op de diverse domeinen in de stad. Waar zijn ze? Om mee te denken. Waar zijn de migranten groepen? Hoe zijn ze aangehaakt? Waar zit de energie? Niemand weet het te vertellen. De architect wil bouwen, de zorginstelling zorgen en de pandjesbaas verhuren… En het gebied wil scoren. Hoe wurm ik me hier tussen en hou ik de dynamiek van de stad in ere zonder mijn waarde collega’s te passeren?

Luisterend oorIk moet me ook niet groter maken dan ik ben en ik accepteer gedwee de afspraken met politieke lading en gedane toezeggingen. Wetend dat het anders kan, fiets ik terug. Ik krijg nog net geen looprek naar mijn hoofd geslingerd (stond verkeerd met mijn fiets) maar goed, dat terzijde. Gelukkig is er een luisterend oor op niveau en het kan in de herkansing. De deel-gemeentelijke slagroomspuit drukt nog even door, maar gelukkig klopt het financiële plaatje

niet. De stenen wachten geduldig en ik wacht mijn kans weer af om hier samen met betrokken partijen een door de wijk gedragen insteek te kiezen. Leuk om daar vanuit een bredere invalshoek samen met bijvoorbeeld Hutspot Hotspot tegen aan te kijken of de Voedseltuin. Zouden ze willen. Gewoon maar eens vragen…

In de avonduren sta ik braaf aan de kraam van het Stadsinitiatief bij een matching bijeenkomst tussen ondernemers en jongeren onder het genot van een heerlijke couscousmaaltijd bereid door de moeder van een van de vrijwilligers. Om maar meteen invulling te geven aan het in beweging brengen van de mens loop ik naar een verdwaalde jongere toe om te vragen wat hij komt te doen. Hij wil dolgraag een

stage regelen, maar vind het vreselijk lastig om een van de ondernemers aan te spreken… En wat is nou mooier dan zo iemand een stap verder te helpen? Stoer stappen we samen op een hangkliekje ondernemers af. In pak… Wie heeft er nog een leuke stage in de aanbieding? En zodra hij in gesprek is, ren ik weer naar mijn standje waar veel meer interesse is voor de sleu-telhangers dan het Stadsinitiatief. Aan het einde van de avond zwaait iemand mij vol enthousi-asme tegemoet. Het is gelukt… Geweldig! Een stage in de techniek…

Maker van de bewegingOf ik nou een nieuwe ambtenaar ben? Dat weet ik niet. Lastig te zeggen. Waar ik wel op zoek naar ben geweest is de verbinding met de mens als maker van “de beweging”. En daarbij is zelfonderzoek cruciaal. Want ik kan me niet verbinden als ik mijn eigen passies niet kan duiden. Met het formele kleed van de ambtenaar ten dienste van de subsidie en kennisstromen wil het nog wel lukken zonder die verbinding. Maar daar gaat het hier niet om. Het gaat om het verbinden van de persoon, mijn persoon aan de stad Rotterdam en haar bewoners. Daar moet de committment in zitten. Anders lukt het never nooit niet… Welke cursus je daar dan ook tegenaan of overheen gooit. Sommige zijn er gewoonweg niet geschikt voor om het “verschil” te maken als “gekantelde ambtenaar”. Of ik dat kan? De tijd zal het leren, maar ik ga er vol voor!

Joke Drijfhout > De nieuwe ambtenaar

>>

Page 23: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ Mijn ervaring is dat je als ambtenaar af en toe brutaal moet zijn, samenwerking moet zoeken met externe partners.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

23

Terug naar inhoudsopgaveDeelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

De nieuwe ambtenaar… mijn verhaal…Monique Fontaine

Ik ben al een aantal jaar werkzaam bij de gemeente Rotterdam. Vanuit de uitvoering doorge-groeid naar een leidinggevende functie. Startend in deelgemeente Hoogvliet, leidinggevende in deelgemeente Charlois (Tarwewijk), leidinggevende bij de start van het jongerenloket. Nu vijf jaar leidinggevende bij de Kredietbank Rotterdam (KBR).Met de leergang nieuwe ambtenaar, en wat ik zie als de nieuwe rol, ervaar ik dit als thuis-komen in mijn rol als ambtenaar. Vooral omdat daar nu ook de kaders voor worden gegeven. We mogen extern gericht zijn, waar voorheen vooral de blik gericht was op interne werkpro-cessen en activiteitgericht leiderschap.De aantrekkingskracht die het werken als ambtenaar altijd op mij heeft gehad, is dat je daad-werkelijk iets kan betekenen voor de burger. In de tijd dat ik werkzaam was bij het jongeren-loket heb ik de aanpak jonge moeders ontwikkeld. Dit was kijken naar wat een jonge moeder

nodig heeft om zelfstandig te kunnen functioneren. Het heette toen nog geen eigen kracht, maar had wel het uitgangspunt om de jonge moeder zelf voor haar kinderen te laten zorgen, terug te leiden naar school met ondersteuning van de gemeente. Nauwe samenwerking was hierbij nodig met de ROC’s en de KBR.

Mijn ervaring is dat je als ambtenaar af en toe brutaal moet zijn, samenwerking moet zoeken met externe partners. Dit brutaal zijn werd niet altijd even gewaardeerd omdat het niet de gebruikelijke gang van zaken was. Het jongerenloket was vooral ingericht op het verstrekken van uitkeringen en niet op het geven van begeleiding.Bij de Kredietbank kreeg ik weer de kans om leiding te geven aan een

team dat gericht is op de meest kwetsbare doelgroep van Rotterdam. Met het alleen innemen van een aanvraag schulddienstverlening, ga je nooit bereiken dat deze groep op een aantal leefgebieden gedragsverandering gaat vertonen. Het team Stedelijke Zorg is nu zodanig ingericht dat de aanmelding voor schulddienstverlening in gezamenlijkheid gaat met een hulp-verlenende instelling. Alle leefgebieden worden daarom in één keer opgepakt. Het team heeft nauwe afspraken, geeft voorlichting en doet aan casusbesprekingen.Wat ik in mijn team ervaar is dat processen en activiteiten die zijn vastgesteld voor werk-zaamheden binnen de KBR, wringen als het gaat om aanpak voor een doelgroep, of een integrale aanpak van diverse leefgebieden (de KBR gaat primair over schulden).

De inzet voor wgeworden door deelname aan het veranderteamWat voorheen voor mij vooral politieke kreten waren zoals: participatie, zelfredzaamheid, eigen kracht, kreeg voor mij een gezicht. Ik ervaar nu dat vanuit afdeling, activering en welzijn hier concrete invulling aan wordt gegeven. Vanuit deze deelname werd mij aangeboden om deel te nemen aan de leergang nieuwe ambtenaar.Deze leerlang nieuwe ambtenaar is voor mij echt een verrijking. Eindelijk mag ik geoorloofd meer buiten mijn rol als leidinggevende bij de KBR kijken. Wat mij ook een hoop strub-belingen heeft opgeleverd, zoals mag dit wel, wat vinden mijn collega’s en leidinggevende hiervan?Binnen mijn rol in het team stedelijke zorg, had ik al wat meer ruimte om in gezamenlijkheid met externe partners zorg te dragen voor een aanpak die gericht is op samenwerking ten behoeve van de burger. Nu kreeg ik echt de kans om breder te kijken. >>

Page 24: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ Mijn ervaring is dat je als

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

24

Terug naar inhoudsopgaveDeelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

De leukste ervaring die ik hierin heb gehad is het deelnemen aan de opvoedtafels van RotterdamIn de week van de opvoeding ben ik gespreksleider geweest van drie opvoedtafels. Twee tafels bij de krachtvrouwen Oude Westen en één tafel bij de BAVO-school in Kralingen. Waar ik tijdens deze bijeenkomsten echt door ben geraakt is de betrokkenheid van moeders in de stad. Zij willen allemaal een goede toekomst voor hun kinderen en ze zijn bereid om hierover mee te denken. Ondanks dat de leefomgeving waar zij in verkeren niet optimaal is.Deze moeders willen niet alleen meedenken, maar ook mee doen! Ik merkte dat we vanuit de gemeente wel van alles hebben georganiseerd rondom opvoeding, gezond leven, loketten. Dit is echter niet waar de moeders om vragen. De stap naar een loket is vaak te groot en het is voor hen niet duidelijk wat zij daar kunnen halen. Het wordt allemaal als erg onpersoonlijk ervaren en op grote afstand. De wijk is erg belangrijk voor deze moeders, omdat ze daar steun vinden.Vanuit deze opvoedtafels heb ik gezien hoe betrokken vrijwilligersorganisaties zijn. Zij

bereiken de moeders en zijn echte sleutelfiguren voor de stad. Wat ik erg belangrijk vind is dat we deze sleutelfiguren goede steun geven. Dit kan vaak alleen al door te luisteren en de juiste verbindingen te leggen.Ik vind dat door een wijkgerichte aanpak, waar goed wordt geluisterd naar burgers een grote winst kan worden behaald.

Als vrijwilligersorganisatie heeft Krachtvrouwen Oude Westen, laten zien dat enorm veel vrouwen in het Oude Westen bereikt worden (200 vrouwen) door één moeder die de bevlogenheid en passie heeft om vrouwen bij elkaar te laten komen en meer te emanciperen. Deze vrouw is Amina Hussen. Haar instelling is niet om alle vrouwen te

helpen, maar vooral een plek te bieden waar ze veilig naar elkaars verhaal kunnen luisteren. Elkaar kunnen adviseren over opvoeding en elkaar kunnen steunen. Deze plek is een ontmoetingsplek waar nu wordt aangehaakt door andere instellingen. Zelf ben ik bezig om daar samenwerking met de KBR en Arosa (vrouwenopvang) te organiseren. Amina consta-teerde dat er veel sprake is van huiselijk geweld. Arosa kan hierin betekenen dat vrouwen weerbaarder worden gemaakt. Als vrouwen weerbaarder worden, betekent dit ook dat zij meer gebruik kunnen maken van hun eigen kracht.

In maart 2014 worden verkiezingen gehouden voor de gemeenteraad. Het initiatief Kracht-vrouwen Oude Westen krijgt veel belangstelling van de diverse politieke partijen.

Uiteraard is het goed dat er waardering wordt uitgesproken door vertegenwoordigers vanuit de gemeenteraad.

Waar de samenwerking in praktijk echt naar voren moet komen, moet bij de nieuwe ambtenaar vooral lef en durf vandaan komen om samenwerking te zoeken.

Wat ik als nieuwe ambtenaar wil bereiken, is dat ik vasthoudend blijf in mijn inspanningen om de juiste mensen te bereiken en die te ondersteunen in hun eigen kracht en te laten parti-ciperen.Hierin ondervind ik dagelijks worstelingen. Waar ga ik wel over, waar niet, zit ik wel op de juiste lijn?

Monique Fontaine > De nieuwe ambtenaar... mijn verhaal...

>>

Page 25: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ Het gaat om het verbinden van de persoon, mijn persoon aan de stad Rotterdam en haar bewoners.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

25

Terug naar inhoudsopgaveDeelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

Hoe betrek ik collega’s, Wat vindt mijn direct leidinggevende hiervan, hoe ga ik om met weerstanden en misplaatste grappen?De ervaring die ik heb, is dat ik mede door de leergang een andere rol als ambtenaar mag innemen. Met waarschijnlijk nog veel onzekerheden en de vraag of ik het wel goed doe?

Als (nieuwe) ambtenaar wil ik graag een bijdrage leveren aan samenleven, opgroeien, participatie, diversiteit en elkaar versterken als in een elftal.

Monique Fontaine > De nieuwe ambtenaar... mijn verhaal...

Page 26: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ In de tijd van flinke veranderingen en toenemende regeltjesdruk op de eigen afdeling, was de leergang een welkome afwisseling.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

26

Terug naar inhoudsopgaveDeelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

Essay de nieuwe ambtenaarJantine van der Sluis

In juni 2013 werd aan onze afdeling gevraagd wie zou willen deelnemen aan de “leergang van de nieuwe ambtenaar” en wat hiervoor dan de motivatie is. Ze zochten twee mensen. Mijn eerste reactie was: IK: Waarom ik?Ik vind het een uitdaging om met elkaar te zorgen dat we tot een actievere en verantwoor-delijkere samenleving komen door de kracht van de ambtenaar, professional en burger te bundelen. En zo begon mijn deelname…

Als ambtenaar werk ik sinds eind 2006 bij de afdeling Individuele Voorzieningen. In deze periode heb ik veel ideeën en standpunten voorbij zien komen. Afwisselend van veel regeldruk, naar nog meer regeldruk. Van het uitgangspunt “verzorgen van de burger en voor-zieningen pro-actief toekennen”, naar “afwijzen” en voorzieningen toekennen tenzij.

Van breed kijken naar heel breed kijken naar toch maar weer heel smal kijken en productie draaien. In het wisselende beleid heb ik altijd geprobeerd uit te gaan van mijn eigen kernwaarde: aandacht voor het individu, proberen het besef te houden dat achter elk dossier, elke vraag, elk telefoontje een persoon zit met een vraag, hoop, wens of angst, en vaak dat totaalpakket.

Goed uitgangspuntDat is regelmatig een uitdaging gebleken, om ook in drukke tijden of bij tenenkrommende vragen open aandacht te behouden en niet te zwichten voor “wat is uw burgerservicenummer, nee dan moet u bij een andere afdeling zijn”. Om me regelmatig te realiseren: dat is niet

wat ik wil, ik wil in mijn baan mensen als mensen blijven beschouwen, en me tot de mensen als mens verhouden. Niet als “ambtenaar” tot een “burger”/”client” of een mens gereduceerd tot burgerservicenummer. Dit leek mij een goed uitgangspunt voor deelname aan de nieuwe amtenaar.

Met een licht euforisch gevoel kwam ik bij de eerste bijeenkomst vandaan: breed kijken, buiten de kaders durven kijken, kijken naar “met elkaar”, met de burger. Samen doen. In de tijd van flinke veranderingen en toenemende regeltjesdruk op de eigen afdeling, was de leergang een welkome afwisseling. Een verzameling aan uiteenlopende collega's, uiteenlo-pende functies, maar met een positieve energie en enthousiasme, een “ja we gaan ervoor”-gevoel.

Maar waarvoor precies…? Die vraag kwam in mijn dagelijkse werk naar boven. Enerzijds waren er de bruisende “groot denken”-ideeën, zag ik nieuwe verbanden en wilde ik die leggen, wilde ik investeren in mijn cliënten, collega's en mijn werk. Anderzijds was er de dagelijkse realiteit. De realiteit is het toetsen van mijn beslissingen, het “indekken” van alle beslissingen op papier voor de interne controle. En die realiteit behelst vaak beperkte tijd, zeer beperkte invloed en het kwijt raken van eigen grenzen en twijfelen aan mijn eigen plannen. De angst om iets te proberen wat misschien niet voldoet, wat wellicht niet zo uit zou kunnen pakken als ik wil. En de mening van de ander.

>>

Page 27: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

27

Terug naar inhoudsopgaveDeelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

Buiten de lijntjesEen voorbeeld van zo'n worsteling was een dame die ik aan de telefoon kreeg. Zij was in paniek en wilde graag een andere woning, omdat de toestand thuis uit de hand liep. Conform de regels kon ik haar niets bieden. Haar vraag “hoorde niet op mijn afdeling” thuis. Echter, met de laatste leergangbijeenkomst nog in mijn hoofd luisterde ik naar haar verhaal, haar angst en de vraag achter de vraag. Deze vrouw was van heel veel kastjes naar nog meer muren gestuurd.Drie personen in een woning, een moeder met een zware depressie, een zwaar overbelaste dochter met suicidale nijgingen en een dochter met uitgezaaide tumoren. Drie belaste mensen in een in mijn ogen als “Wmo-adviseur” geschikte woning, maar die het niet meer uithouden met elkaar.Het riep bij mij het volgende gevoel op: dit gaat niet goed, deze mensen lopen tegen allerlei systemen aan en worden van het kastje naar de muur gestuurd.Ik besloot mijn kaders wat los te laten en langs te gaan om de situatie persoonlijk aan te horen en te aanschouwen. Dat was het minste wat ik kon doen. Het was een zwaar bezoek. Na alle informatie te hebben geordend was de enige optie bellen met de woningbouwver-eniging om de urgentie van de situatie aan te geven. En om te vragen of de regels wat versoepeld konden worden. Een reactie blijft uit… De klant belt me weer op en dreigt met zelfmoord.Het gevoel dat toen bij mij opkwam was heel duidelijk: heb ik hier, mijn idealisme ten spijt, niet goed aan gedaan? Heb ik valse verwachtingen gewekt? Ben ik naïef geweest in mijn poging de regels te willen versoepelen buiten mijn eigen invloed om? Heb ik nu zoveel tijd en energie in één situatie geïnvesteerd, terwijl alle andere zaken zijn blijven liggen? Is het de tijd en energie waard, of is dat juist wat je werk inhoud geeft: willen en durven investeren. Het antwoord op deze vraag heb ik nog niet gevonden.Het mooie aan deze situatie is wel dat ik twee weken geleden een telefoontje kreeg: de zussen hebben een nieuwe woning. Een mooie geschikte rolstoelwoning waar de woning-bouwvereniging door de extra opgelegde druk voor gezorgd heeft.Een mooi moment, hoewel ik probeer net zo tevreden te zijn met het feit dat ik mijn nek uitgestoken heb als met het resultaat… ik kleurde even buiten de lijntjes.

En dan de dagelijkse worsteling: de verwachtingen die ik heb van mezelf, mijn collega's in de breedste zin en de cliënten (toch dat woord) met wie ik werk. Want er zijn verwachtingen en die zijn hoog! Helaas is dat een vaak aanwezige worsteling, die bij mij regelmatig zorgt voor spanning en flinke gevoelens van kwetsbaarheid als de realiteit niet strookt met deze verwachtingen. Voor mij zorgt dit er voor dat ik op dit moment maar een beperkt aantal uren kan werken.

Mijn verwachtingen en ideeën over mezelf zijn groter dan de realiteit. En de teleurstelling, frustratie en schaamte daarover zijn groter dan waar ik nu mee om kan gaan. Mijn enige persoonlijke antwoord daarop lijkt nu: terugvallen op structuur, terugvallen op regels en houvast, proberen vast te houden aan klein en overzichtelijk, als de wereld dat even helemaal niet meer lijkt.

TwijfelHoe graag ik ook wil veranderen en wil dat systemen veranderen, het vertrouwen om een verandering tegemoet te treden ontbreekt me. Dwars door mijn wens van vernieuwing en verandering heen dendert angst, frustratie en negativiteit: wat als dit niet lukt, de angst, de

Jantine van der Sluis > Essay de nieuwe ambtenaar

>>

Page 28: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ Een ding is duidelijk voor mij:

verandering van de “oude” naar

de “nieuwe” ambtenaar gaat niet

zomaar. De verandering is een

proces, dat gepaard gaat met vallen

en opstaan en vooral van mogen

leren.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

28

Terug naar inhoudsopgave

schaamte om ontmaskerd te worden als de ideeën niet uitgevoerd kunnen worden. De twijfel: is dit het dan. Wat is goed en waar liggen de grenzen? Waar is de grens die ik kan stellen, tot hier reikt mijn betrokkenheid, en hierna mag ik loslaten.”

Een ding is duidelijk voor mij: verandering van de “oude” naar de “nieuwe” ambtenaar gaat niet zomaar. De verandering is een proces, dat gepaard gaat met vallen en opstaan en vooral van mogen leren.

De bijeenkomst die in het teken stond van angsten en kwetsbaarheid is daarvoor tekenend. De oefeningen die we deden door naar elkaars angsten te vragen. In een veranderende organisatie en samenleving is dat voor mij een heel belangrijk element. We zijn allemaal mensen, ambtenaar en burger, met (grootse) ideeën en kwetsbaarheden. Om verder te gaan is het voor mij een van de belangrijkste zaken hierover in contact te blijven met collega's en met degene die jou een vraag stelt. Want loslaten is spannend... je weet wat je hebt, maar

niet wat je terugkrijgt. Blijf met elkaar in gesprek en bespreek ook de twijfels en het ongemak.

Wat ik in een gesprek met een cliënt vaak benoem is: “ik kan het niet mooier maken”. De hulp vanuit de overheid neemt af en van u wordt meer verwacht. Vind ik dat lastig? Ja. Weet ik of u het daarmee gaat redden? Nee, maar ik hoop het wel. Maar wat ik boven alles hoop is dat we toegroeien naar een SAMENleving. Een maatschappij waarin mensen betrokken zijn bij elkaar en er echt voor elkaar zijn en met elkaar willen creëren. Maar waarbij er ook uitgegaan van moet worden dat niet iedereen dat kan en dat de overheid voor hen een vangnet creëert.

WorstelingOok dat blijft een worsteling, want hoe gaan wij om met die verminderde overheidsinzet bij kwetsbaren als stad, als afdeling, als team en als persoon. Hoe kan ik met vertrouwen vertellen dat dit is wat de gemeente kan bieden en niet meer, als ik dit vertrouwen soms zelf mis. Hoe ik om ga met deze worsteling wisselt en hangt, besef ik, ook af van mijn eigen staat van zijn. Belangrijk vind ik de eerlijkheid, ook het benoemen van mijn twijfels. Als deze twijfels te groot zijn moet ik overleggen met mijn collega's en/of kwaliteitsmedewerkers om te kijken of ik buiten de lijntjes kan kleuren. Ik ben absoluut voorstander van “zelf doen waar het zelf mogelijk is”, maar hulp aan hen die het niet zelf kunnen. Pro-actief hulp bieden als overheid aan hen die niet zelf aan de bel kunnen trekken en hierin zoveel mogelijk met andere betrokkenen samenwerken.

Wat betreft mijn wens voor de toekomst. Ik hoop op een betrokken overheid in een betrokken maatschappij. Ambtenaren die weten wat er speelt in hun stad en in hun werkgebied.Ik hoop voor mezelf als persoon en als nieuwe ambtenaar dat ik de balans kan vinden tussen het nemen van verantwoordelijkheden en het loslaten ervan. Ik hoop dat ik minder vaak de opmerking “bedankt voor het fijne gesprek, dat had ik niet verwacht” zal horen. Niet omdat mijn gesprekken minder goed worden, maar de norm en de verwachting voor “ een gesprek met een ambtenaar” anders worden.

En ik hoop dat er nog vele mooie initiatieven zullen volgen in de toekomst, zoals de leergang,

Jantine van der Sluis > Essay de nieuwe ambtenaar

Deelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

Page 29: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

29

Terug naar inhoudsopgave

het bestaan van een verhalenhuis, een boksschool voor probleemjongeren, daktuinen, mantelzorgers, vrijwilligers etc. We hebben een stad om trots op te zijn!

Tot slot heb ik twee beelden toegevoegd die voor mij het gevoel van de nieuwe ambtenaar weergeven. Het ene beeld staat voor de worsteling die verandering met zich meebrengt. Het andere beeld staat voor de kracht van samenwerken, met elkaar, met de stad en het durven vertrouwen op elkaar en samen aan de slag gaan!

Jantine van der Sluis > Essay de nieuwe ambtenaar

Page 30: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ ... mevrouw S belt mij op. Haar eerste vrijwilligersdag zit er op. Zij heeft het overleefd. Ik ben bijna net zo blij als zij...’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

30

Terug naar inhoudsopgave

Nieuwe Ambtenaar zijn kun je niet alleenMariette Snoek

Verhaal in opdracht van Leergang De Nieuwe Ambtenaar

Maandag 6 septemberMevrouw S. staat in mijn agenda. Ik heb haar schriftelijk uitgenodigd. We gaan samen praten over de tegenprestatie.Rotterdam heeft besloten om een ieder die een uitkering ontvangt een tegenprestatie te laten leveren voor het ontvangen van de uitkering.Mevrouw S verschijnt. Een goed uitziende jonge vrouw. Zij is van Marokkaanse afkomst.Ik zie dat zij kale plekken heeft op haar hoofd. Ik stel mij voor en leg haar uit wat de bedoeling is. Zij zegt heel snel dat zij erg zenuwachtig is voor dit gesprek. Bang dat er iets met haar uitkering mis zal gaan. Ik stel haar gerust.We praten over de mogelijkheden voor vrijwilligerswerk in haar eigen wijk.

Mevrouw S. is onzeker en vraagt zich hardop af of zij dit wel kan.Ik noem haar de dingen die zij tot nu toe al heeft gedaan die naar mijn inschatting vele malen moeilijker waren.Zij heeft een problematische jeugd gehad, misbruikt door haar oom. Zij is uitgehuwelijkt aan een gewelddadige man, de vader van haar 2 kinderen. Zij heeft het lef gehad om bij hem weg te gaan en ervoor te kiezen dat haar familie haar zou loslaten. Scheiden doe je namelijk niet in hun cultuur. Zij bleef alleen achter. Zij heeft huisvesting gevonden na een periode in een Blijf van mijn Lijf-huis. Het is haar eigen paleisje geworden. Haar twee kinderen doen het goed op school. Maar zij is eenzaam en bang. Haar haren vallen uit. Stress zegt de dokter.

En…denkt u echt dat ik in een verzorgingshuis mensen wat te vertellen heb en dat ik de bewoners kopjes koffie kan aanbieden. Kan ik dat?

Woensdag 8 septemberMw. S meldt zich bij het verzorgingshuis. Zij heeft een gesprek bij de coördinator vrijwilligers-werk. Zij stikt van de zenuwen. Een positief gesprek.Mevrouw S belt mij op. Zij is blij en enthousiast. Zij kan beginnen. Volgende week. In de uren dat haar kinderen op school zitten. Ik ben blij. Neem mij voor om haar te blijven volgen want nu begint het. De stap in de werkende wereld.

Maandag 13 septemberMevrouw S belt mij op. Haar eerste dag zit er op. Zij heeft het overleefd. Ik ben bijna net zo blij als zij. Spreek met haar af dat zij mij belt of mailt. Ik wil weten hoe het gaat.Ik stel vast dat we een klik hebben.

Donderdag 16 septemberMevrouw S mailt me dat het goed met haar gaat en dat zij al diverse gesprekken heeft gevoerd met de bewoners. Aardige mensen zegt ze.

3 weken laterDe vrijwilligerscoördinator belt mij. Mevrouw S is niet verschenen en heeft zich niet afgemeld. Ik ben verbaasd. Dit klopt niet.

Deelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

>>

Page 31: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

31

Terug naar inhoudsopgave

Dezelfde dag bel ik haar op. Mevrouw S neemt op met een klein stemmetje en vraagt direct of het nu mis is met haar uitkering. Ik stel haar gerust. Ik zeg haar dat ik bij haar langskom dezelfde dag nog. Zij stemt daarmee in. Het klinkt alsof zij daar blij mee is.Als ik aanbel word ik met open armen ontvangen en heeft zij vlug wat lekkers gemaakt. Het hele huis ruikt naar warme oven en zoetigheid. Ik vertel haar wat ik die ochtend heb gehoord en zeg haar dat ik het niet begrijp.De kale plekken op haar hoofd zijn er nog steeds.Zij vertelt mij dat het zo goed ging totdat er meerdere mensen zich met haar gingen bemoeien. En iedereen had een andere opdracht. Zij wist niet meer naar wie zij moest luisteren en iedereen leek boos en ontevreden. Haar angst kreeg de overhand.Achter haar eigen voordeur is voor haar de veiligste plek op de wereld.Ik heb met haar te doen en realiseer mij heel erg dat dit de wereld is waarin zij niet is groot geworden. Zij is niet weerbaar en weet niet wat wel en niet ‘normaal’ is. Zij heeft geen enkel referentiekader.Vluchten is het enige wat zij beheerst.

Ik ga met haar mee naar de vrijwilligersorganisatie. We maken afspraken en er wordt 1 teamleider aangewezen. Mevrouw S. is blij. Ik ook.

3 weken laterMaandagochtend 9 uur. Telefoon. Een huilende mevrouw S. Haar uitkering is geblokkeerd.Verbazing en ontkenning zijn mijn eerste gevoelens. Blokkering? Waarom??Mevrouw S leest een brief voor. Hierin staat dat zij al haar gegevens moet overleggen, zoals bankafschriften, huurovereenkomst, belastingtoeslagen en sollicitatiebewijzen.Zij heeft alle documenten, behalve sollicitatiebewijzen. Nu zij vrijwilligerswerk doet hoeft zij van mij niet te solliciteren?Want overvragen roept weerstand op en heeft een averechts effect. Leren denken in kleine stapjes vooruit. Dat is de activeringsconsulent c.q. de Nieuwe Ambtenaar. Maatwerk leveren.

Het blijkt dat er op de Coolsingel een opdracht is bedacht over fraudesignalen en rechtmatig-heid. Een aparte afdeling is ingeschakeld. Zonder enig overleg krijgen 1000 werkzoekenden deze brief. De werkzoekenden schrikken en begrijpen dit niet. De welbespraakte, voor zichzelf opkomende en Nederlands lezende werkzoekende belt zijn activeringsconsulent en vraagt om hulp. Maar het gros valt niet onder deze groep en doen niets. In dat geval worden conclusies getrokken. Niet altijd de goede.

Ik realiseer mij: Nieuwe Ambtenaar-zijn kun je niet alleen

Mariette Snoek > Nieuwe Ambtenaar kun je niet alleen zijn

Deelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

Page 32: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ Els vertelt over het concept van de

geleefde stad en de onzichtbare

stad. Over hoe menselijk het is

om vanuit het eigen perspectief

te kijken. En hoe we dus blinde

vlekken of vooroordelen hebben

voor wat er gebeurt in die stad.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

32

Terug naar inhoudsopgaveDeelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

De nieuwe ambtenaarChristel de Valk

DochterIk ben gevraagd om als deelnemer aan de leergang De nieuwe Ambtenaar iets over mijn ervaringen te vertellen aan het MT Activering & Welzijn. Voor ik aan de beurt ben, vertelt Els over het Verhalenhuis en de leergang. Over de verhalen van mensen in de stad, hoe belangrijk het is om daar echt naar te luisteren. Waar komen ze vandaan, waar gaan ze heen en wat beweegt hen? Els vertelt over het concept van de geleefde stad en de onzichtbare stad. Over hoe menselijk het is om vanuit het eigen perspectief te kijken. En hoe we dus blinde vlekken of vooroordelen hebben voor wat er gebeurt in die stad. Dus dat luisteren, kijken en openstaan voor Rotterdammers heel belangrijk zijn, om goed werk te kunnen doen.

En dan schiet het me te binnen: Het persoonlijke is politiek. Een slogan uit de jaren ’70 die de vrouwenbeweging gebruikte. Mijn moeder (ze is in 2012 overleden, net 60 jaar geworden) was een feminist. Van haar ken ik de slogan. Het persoonlijke is politiek ging over dat je destijds als vrouw lastig een maatschappelijke rol kon vervullen, anders dan “vrouw van” of als moeder. Met Het persoonlijke is politiek bedoelde de vrouwenbewe-ging dat dit “onbehagen van de vrouw” geen persoonlijke kwestie was maar een maatschappelijk, politieke kwestie.

Els zegt: Luister en kijk nou eens beter naar die stad en heb oog en oor voor de persoonlijke verhalen van mensen. Zijn we dan toch weer bij Het persoonlijke is politiek? Zijn we dan eigenlijk helemaal niet zo nieuw bezig? En moeten we dan ook wat met al die persoon-

lijke verhalen? Die nieuwe ambtenaar, die gaat toch juist minder doen? Ik pak de kabinets-nota er nog eens bij. De Doe-democratie en de nieuwe overheid staan voor: Het overdragen van zeggenschap naar de samenleving, de toenemende mogelijkheid van burgers om de eigen leefomgeving te bepalen en dat burgers zelf, zonder tussenkomst van de overheid, oplossingen voor maatschappelijke kwesties tot stand brengen. Dus minder overheid, meer burger. De visie van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling, waar ik voor werk, brengt me in verwarring: We stimuleren een maximale ontplooiing van talent in een gezond lijf. […] Jong en oud ontwikkelt zijn of haar talent en behaalt het hoogst mogelijke opleidingsniveau. Hartstikke goed voor de stad en voor de Rotterdammers, als iedereen het hoogste diploma haalt. Maar hoe verhoudt zich dat met de nieuwe overheid die loslaat en faciliteert?

Hadden de feministen van toen hun doel bereikt zonder tussenkomst van de overheid? Tot 1971 stond in onze wetboeken dat de man het ‘hoofd van de echtvereniging’ was en de vrouw aan hem ‘gehoorzaamheid was verschuldigd’. Voor het aanpassen van de wet hebben politiek en overheid toch echt een sleutelrol. En het overheidsbeleid van afgelopen jaren heeft ook het nodige betekend: meer vrouwen in de collegebanken, recht op deeltijdwerk, het organiseren van kinderopvang. Mijn moeder was een feminist en een dwarsdenker. Maar niet als het op de rol van de overheid aankwam. Ze heeft me geleerd om mijn eigen verantwoordelijkheid te nemen: zorg dat je je eigen brood verdient, regel je zaakjes goed en los je problemen zoveel mogelijk zelf op. Maar ze geloofde ook in de verzorgingsstaat en de sturende overheid. Over de vermarkting van en bezuinigingen op de kinderopvang reageerde ze boos: “Het is niet dat het geld er niet is. We hebben het geld er niet voor over. Het zijn allemaal keuzes!” (het mag >>

Page 33: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ Ik vraag me af wat mijn moeder ervan had gevonden, die doe-democratie en de nieuwe ambtenaar. We hadden er een mooi gesprek over kunnen voeren.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

33

Terug naar inhoudsopgaveDeelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

duidelijke zijn dat het wat haar betreft niet de goede keuzes van de overheid waren). Zo ook over de jaarlijkse verkiezing van “de Beste Bestuurder” door de lezers (lees ambtenaren) van Binnenlands Bestuur. Net als voorgaande jaren valt ook dit jaar de witte man van middelbare leeftijd in de prijzen. Hoezo nieuwe overheid?

RotterdammerAls mijn zoon 1,5 jaar is schrijf ik hem in bij een aantal lagere scholen in Kralingen, waar wij wonen. Ik heb gehoord over de wachtlijsten en de lotingen. Je kunt er maar beter op tijd bij zijn. Fanatiek gebruik ik alle mogelijkheden om kennis te komen maken op de scholen. Ik ga naar voorlichtingsbijeenkomsten, informeer bij ouders die me voor zijn gegaan en via internet check ik inspectierapporten. Hoe worden de scholen beoordeeld, naar welk vervolgonderwijs gaan de leerlingen en wat zijn de aandachtspunten?

Eerst de lotingen maar afwachten. De brieven met de uitslag liggen in een zelfde week op de mat: uitgeloot op alle scholen. Ik bel de scholen: is het realistisch om te wachten tot er een uitvaller is? Kan mijn zoon misschien toch nog een plekje krijgen? “Nee mevrouw, er zijn nog vele wachtenden voor hem. En wilt u voortaan mailen?”.

Dus ga ik verder met mijn zoektocht naar een lagere school voor mijn zoon. Nu ook langs alle openbare scholen, voor zover we die nog niet hebben gehad. Zij mogen geen kinderen weigeren.

Weer inspectierapporten bekijken: sommige scholen hebben veel leerlingen die extra aandacht vragen. De weinig gestructureerde aanpak is een aandachtspunt. Dan maar buiten Kralingen op zoek gaan naar een geschikte school.

We vinden een fijne school in het centrum. Een praktische Montessorischool met goede resultaten, prettige docenten, fijne inrichting en leuke ouders & kinderen. De kinderen komen uit West, van het Noor-dereiland, uit het Centrum of uit Kralingen. Voor speelafspraakjes moeten we soms een eindje rijden. En we moeten elke dag op de fiets naar school door het drukke centrum. Het zal nog heel lang duren, als het ooit zover komt, tot mijn zoon alleen naar school kan. Al is het maar omdat zich elke ochtend voor de school een klein verkeersdrama afspeelt. Twee verkeers-regelaars doen hun best de situatie in goede banen te leiden, maar de smalle straat kan de piekdrukte van brengende ouders niet aan. De school ligt naast de nieuwe markthal, die nu bijna af is. Van een moeder die in de ouderraad zit, aan wie de nieuwe verkeersplannen zijn gepresenteerd, begrijp ik dat er geen zebrapaden of fietspaden in de nieuwe verkeerssituatie zijn bedacht. Ook niet voor de in- en uitgang van het schoolplein.

Christel de Valk > De Nieuwe Ambtenaar

>>

Page 34: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

34

Terug naar inhoudsopgaveDeelnemers uit de leergang De Nieuwe Ambtenaar

Mijn dochter is 2,5 jaar. We krijgen een brief van de gemeente. Dat we tijdig moeten nadenken om een belangrijke keuze te maken, namelijk naar welke basisschool onze dochter straks gaat: De gemeente vindt het belangrijk dat kinderen zoveel mogelijk naar school gaan in hun eigen wijk waar ze wonen. De kinderen hebben dan vriendjes die in hun buurt wonen en waarmee ze naar school kunnen gaan.

Communicatieve ambtenaar“Dat is een heel vervelend en dom voorbeeld”, zegt ze, opkijkend van het papier.Ik heb een dame die huishoudelijke ondersteu-ning van de gemeente krijgt een artikel voorgelegd waarin we het abstracte begrip “eigen kracht

aanboren” uitleggen. En hoe de gemeente met de cliënten op zoek gaat naar “maatwerk oplossingen” voor hun belemmeringen, waarbij ondersteuning door een professionele thuishulp niet meer vanzelfsprekend is. Of misschien kunt u mee-eten bij het verzorgings-huis om de hoek, zodat uw thuishulp niet voor u hoeft te koken. Lekker concreet en ook nog gezellig. De cliënt denkt daar anders over: “Eten is vaak een van de laatste dingen waar ik zelf de vrijheid in heb. Ik bepaal wat, met wie en wanneer ik eet. En dan moet ik zeker gaan mee-eten in zo’n tehuis. Nou, ik zie de bui al hangen: ga ik daar één keer eten, dan zit ik er zo voor altijd in!”. Goed, iets anders verzinnen dus.

Factor C staat voor Factor Communicatie. Factor C is een methode om beleid en communi-catie een elkaar te verbinden. Dit helpt beleidsmedewerker of projectleiders om een commu-nicatieve verkenning voor hun opgave te doen, deze onderdeel te maken van hun aanpak en daarmee tot betere, gedragen resultaten te komen. Naast mijn werk als adviseur geef ik beleidsmedewerkers en projectleiders die bij gemeente Rotterdam werken training in Factor C. Die communicatieve verkenning, hoe doe je dat dan? Ten eerste: Verken je krachtenveld: wie kom ik tegen bij mijn opgave of opdracht? Wat weet ik van die speler? Zijn ze voor of tegen? Welke belangen hebben ze? Wie kennen ze? En met wie praten ze?Zorg vervolgens voor een goede kernboodschap. Leg helder en duidelijk uit waar je naar toe gaat. Ga daarbij niet uit van jezelf (de gemeente). maar speel in op vragen of kwesties die je ontvanger heeft. En ten slotte: denk slim na over welke momenten je gaat communiceren: zijn er momenten of plekken waar je doelgroep bij elkaar komt? Wat is voor hen een logische plek of moment? En kun je daar bij aanhaken? Met andere woorden: denk niet alleen vanachter je gemeentebureau en met je gemeentepet op, maar verdiep je in die Rotterdammer, dat bedrijf of die sportclub. Ga met ze praten, stel vragen en luister. Daarmee kunnen we plannen en oplossingen beter, passender maken.

Een paar weken na de training is er de terugkomochtend. Op die ochtend presenteren deelnemers elkaar hoe ze Factor C hebben toegepast in het project of plan waar ze aan werken. De een heeft de methode gebruikt om tot een goede brief aan buurtbewoners te komen. De ander heeft met het team een uitgebreide krachtenveldanalyse doorlopen om tot een projectplan te komen. Deelnemers geven steevast aan dat ze een belangrijk inzicht hebben opgedaan: ze kijken en luisteren meer en beter naar hun omgeving. Na zo’n terug-kombijeenkomst zit ik fluitend op de fiets naar mijn volgende afspraak. Maar ik heb ook een

Christel de Valk > De Nieuwe Ambtenaar

Page 35: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

35

Terug naar inhoudsopgave

beetje een dubbel gevoel. Waarom is dit voor ambtenaren een eyeopener? Veel van mijn collega’s zijn bij de gemeente gaan werken omdat ze iets willen betekenen voor de stad, de maatschappij, de Rotterdammers. Hoe komt het dan dat contact met de stad daar geen vanzelfsprekend onderdeel van is?Ik vind ons huisblad de Stadswerker in mijn postvak. Op de cover twee hoge ambtenaren die zich bezighouden met de nieuwe gebiedscommissies. Ze kijken hoog vanaf de Euromast op de stad neer. Het gesprek met de burger staat erbij. Gaan we dat dan voortaan alleen aan de gebiedscommissies overlaten? Kom nou.

NB. De aangehaalde voorbeelden betreffen allemaal “traditionele media”. Wat zegt dat over

de overheid en ambtenaren?

Page 36: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

36

Terug naar inhoudsopgave

Ambtenaren buiten de leergang de Nieuwe Ambtenaar

1. Janco Alblas 2. Ines Balkema 3. Janneke Buitenwerf 4. Désirée van Dijk 5. Shantie Jagmohansingh 6. Niels Kastelein 7. Josje van Nes 8. Therese Nleng 9. Miranda Saunders10. Ruud Rakers

Ambtenaren buiten de leergang de Nieuwe Ambtenaar

Page 37: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ Als overheid stimuleren we participatie en zelfredzaam-heid, worden activiteiten geprivatiseerd. Tegelijkertijd worden burgers zelf actief en nemen de toekomst in eigen hand en ontstaan er nieuwe vormen van sociaal ondernemerschap.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

37

Terug naar inhoudsopgave

Essay Nieuwe ambtenaarJanco Alblas

Toen ik gevraagd werd om een (kort) essay te schrijven over de nieuwe ambtenaar had ik de arrogantie of naïviteit te denken dat me dat wel binnen een uurtje zou lukken. Maar hoe meer ik er over nadacht des te meer ging er in me om. Zelf ben ik al meer dan 20 jaar ambtenaar en vele jaren daarvan help ik ambtenaren om hun werk beter te doen. Wat heb ik in die jaren bijgedragen aan vernieuwing en ben ik zelf (als ambtenaar) veranderd. Hoe moeilijk ook deze vragen te beantwoorden zijn, toch een poging.

Als kapstok neem ik de ‘coachingsdriehoek’ die ik hanteer in het begeleiden van collega’s, te weten: hoe zit het met de verbinding tussen persoon (wie je bent), rol (wat je te doen hebt) en context (de omgeving waarvoor en waarbinnen je je werk doet).En om het niet al te ingewikkeld te maken richt ik me ook op een bepaalde groep ambtenaren,

namelijk diegenen die opereren in het tussengebied. Dan heb ik het over collega’s (inclusief mezelf) die met één been in de bureaucratie staan en met het andere been in de complexiteit van de straat (of de wijk, of de burger, of de ondernemer). Steeds meer collega’s zijn dagelijks actief in dat middengebied. Veel van ons werken al wat langer bij de overheid, zijn zelf al of niet bewust in beweging, en zien ook de omgeving om ons heen bewegen. Dat gaat vaak langzaam en ongemerkt. Soms is het handig om dat soort ontwikkelingen over langere tijd te bekijken.

Eerst iets over de contextDe Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) heeft onlangs iets geschreven over overheidssturing en ontwikkeling daarbinnen.

Daarin las ik een voorbeeld over de veranderende overheid waarbij er steeds meer initiatief is in wijken, bij bewoners. Het voorbeeld werd genoemd van de leeszaal in Rotterdam West waarbij we meedoen en deel uitmaken van het netwerk. Niet meer en niet minder. Eigen initiatief van een groep bewoners omdat door de bezuinigingen en ‘efficiëntie’ de wijkbiblio-theek gesloten werd. Als overheid stimuleren we participatie en zelfredzaamheid, worden activiteiten geprivatiseerd. Tegelijkertijd worden burgers zelf actief en nemen de toekomst in eigen hand en ontstaan er nieuwe vormen van sociaal ondernemerschap. In de meeste gevallen hebben we wel een relatie met wat er in de stad gebeurt, maar gebeurt het niet op onze uitnodiging en/of initiatief. Uitgangspunt is dat we natuurlijk een rol vervullen, maar de gemeenschap doet het zelf.

Als (vernieuwende) ambtenaar heb ik wel behoefte om te begrijpen hoe de rol van de over-heid evolueert in een veranderende samenleving en tijdgeest. In de publicatie van de NSOB kwam ik de kenmerken van de opeenvolgende paradigma’s over overheidssturing tegen:

- Eerst was er het paradigma van de overheid die stuurt en produceert, de nadruk ligt op procedures en besluitvorming.

- Toen ontstond er meer aandacht voor de efficiëntie van de dingen die we uitvoerden en werd meten van onze inzet en output belangrijk (minder politiek en meer prestatie gedreven).

Ambtenaren buiten de leergang de Nieuwe Ambtenaar

>>

Page 38: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ Er wordt van je verwacht dat je loyaal en kritisch tegelijkertijd bent, dat je neutraal en waardevrij bent (het gaat om het algemeen belang), regels hanteert maar ook flexibel kan zijn.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

38

Terug naar inhoudsopgave

- Daarna werd het sturen met in plaats van sturen van. Het besef kwam dat je anderen nodig hebt voor het halen van je eigen doelen. Vooral bij complexe opgaven zijn we als overheid steeds meer afhankelijk van samenwerking met anderen. We staan nog wel zelf aan het stuur, maar houden daarbij steeds meer rekening met de buitenwereld.

- We komen steeds meer in het paradigma dat publieke waarde niet meer door ons als overheid wordt geproduceerd, maar het initiatief bij anderen ligt. Het gaat niet meer om het zelf inzetten van interventies, maar om het reageren op en verhouden tot wat anderen doen. Er is niet één vorm van sturing, maar er is variëteit, verschil en meervoudigheid

- Zelf ben ik al meer dan twintig jaar werkzaam binnen de overheid en heb alle genoemde paradigma’s meegemaakt, en ze bestaan allemaal ook nog steeds naast elkaar is mijn ervaring

Onze (veranderende) rolAls ‘tussen’ambtenaren zullen we steeds meer te maken hebben met het laatste paradigma,

maar spelen de andere ook nog steeds mee in onze dagelijkse praktijk. Gelukkig gaat veel vanzelf, maar ook hebben veranderingen tijd nodig in bewustwording en praktisch handelen. We zitten nu in een moment dat door de afschaffing van deelgemeenten er weer een momentum ontstaat om paradigmashifts een extra duwtje te geven.

Ik vind de rol van ‘tussen’ambtenaar ingewikkeld. Je moet van veel markten thuis zijn. De competenties die Max Weber, één van de grote denkers over de bureaucratie, belangrijk vond gelden nog steeds. Er wordt van je verwacht dat je loyaal en kritisch tegelijkertijd bent, dat je neutraal en waardevrij bent (het gaat om het algemeen belang), regels hanteert maar ook flexibel kan zijn. Daar zijn in de loop der

tijden competenties bijgekomen als: omgevingsbewustzijn, aanpassingsvermogen, procesge-richt enzovoort.In de dagelijkse praktijk kom ik bij collega’s en bij mezelf een aantal dilemma’s vaak tegen:- De wijk vraagt een samenhangende praktische aanpak, bij de clusters worden processen

gestandaardiseerd en efficiënt gemaakt, hoe kan je daartussen verbinding aanbrengen.- Hoe geef je vorm aan een vaak dubbele loyaliteit? Zoals de belangen van de wijk die soms

spanning geven met de belangen van de clusters.- Wanneer pak je incidenten pragmatisch aan en wanneer ga je er voor om het echt

structureel te agenderen en aan te pakken, ook in het concern.- Hoe organiseer je dat hardnekkige problemen die geen eigenaar hebben en/of nog nergens

thuishoren in de organisatie op de agenda komen en een plek krijgen.- Hoe kan je een goede antenne zijn voor de ‘blinde vlekken’ van de organisatie, terwijl je zelf

ook onderdeel van die organisatie bent.

Als persoonWe zijn ook maar gewoon mensen. Als ik naar mezelf kijk wil ik betekenis geven aan de dingen die ik doe, wil ik werken vanuit waarden die ik belangrijk vind. Maar ik heb ook behoefte aan me gesteund weten door mijn baas, mijn collega’s en de mensen in de stad met wie ik werk. Dat geeft soms spanning aan het professioneel handelen waarbij ik vanuit autonomie en professionele afwegingen handel op een manier die niet altijd iedereen tevreden stelt. Ik wil graag onafhankelijk zijn maar ben dat natuurlijk niet. De warboel die veroorzaakt wordt door de vele markten waar ik in thuis moet zijn is soms onverdraaglijk en

Janco Alblas > Essay Nieuwe ambtenaar

Ambtenaren buiten de leergang de Nieuwe Ambtenaar

>>

Page 39: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

39

Terug naar inhoudsopgave

zorgt ervoor dat ik maar oogkleppen opzet om de wereld en m’n eigen leven overzichtelijk en hanteerbaar te maken. Het merendeel van de tijd blijf ik het geweldig vinden om te werken voor de publieke zaak en te spelen met alle dynamieken en complexiteit die daarbij horen.

En de nieuwe ambtenaar, daar geloof ik niet in, wel in een ambtenaar die spontaan en soms doelbewust mee evolueert op de golven van de tijd.

Janco Alblas > Essay Nieuwe ambtenaar

‘ En de nieuwe ambtenaar, daar geloof ik niet in, wel in een ambtenaar die spontaan en soms doelbewust mee evolueert op de golven van de tijd’

Page 40: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ We zijn aan het veranderen en daarbij is het belangrijk om lef te hebben en te experimenteren, wetende dat het soms fout zal gaan.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

40

Terug naar inhoudsopgave

Het persoonlijke is werkInes Balkema

“Heerlijk ijs, maar toch niet zo lekker als in Egypte”. Deze zin heb ik als kind veel gehoord. Terwijl zich een lichte irritatie van mij meester maakte, vertelde mijn vader over het lekkerste ijs van de wereld. Ja, natuurlijk smaakt ijs het allerlekkerst als je net een lange rit door de woestijn gemaakt hebt. Mijn vader en zijn familie zijn na de Tweede Wereld Oorlog naar Zuid-Afrika geëmigreerd. Op zijn 19e besloot hij terug naar Nederland te gaan en dat deed hij op zijn motor. Naast dat het lekkerste ijs uit Egypte komt, groeide ik op met verhalen over hoe moeilijk het is om in een vreemde cultuur op te groeien. Daarin speelde apartheid een grote rol. Mijn vader vertelde dat hij in elkaar geslagen werd als hij aangaf dat hij tegen was en hoe zijn studentenkamer ’s nachts door de politie doorzocht werd om te controleren of hij als witte student niet met een zwart meisje sliep.

Deze achtergrond heeft ervoor gezorgd dat ik een sterk rechtvaar-digheidsgevoel heb ontwikkeld en me altijd verbonden heb gevoeld met mensen met een andere achtergrond. Het heeft mijn interesse in andere culturen gestimuleerd en de aantrekkingskracht op het leven in een grote stad vergroot. Door me zo open te stellen en in te zetten ontmoette ik veel nieuwe mensen. Ik leef niet in een witte enclave en mijn vriendenkring is verkleurd. Mijn leven is verrijkt, ik heb andere gebruiken en gezichtspunten leren kennen en begrijpen, en voel me meer verbonden met de stad. Het helpt mij om mijn rol als ambtenaar goed te vervullen.

Ik voel me vereerd om een essay over de nieuwe ambtenaar te schrijven en vind het tegelijkertijd ook erg moeilijk. Dat komt doordat ik het niet beter doe dan anderen. We doen het met z’n allen en hebben elkaars kracht nodig. Om mij heen zie ik veel collega’s die de slag gemaakt hebben of aan het maken zijn. Daarbij lopen we vaak nog tegen oude structuren aan binnen de gemeente en vervallen we soms weer ik oud gedrag. We zijn aan het veranderen en daarbij is het belangrijk om lef te hebben en te experimenteren, wetende dat het soms fout zal gaan.

OmslagWe zijn zoekende naar onze nieuwe rol waarbij we van buiten naar binnen werken, de kracht en vitaliteit van de stad benutten en aansluiten bij de energie. Daar hoort inspraak en partici-patie bij en het benutten van diversiteit. Een heel spannend onderwerp dat volop in ontwikke-ling is. Vanuit mijn nieuwe rol als adviseur bij het Kennispunt Inspraak en Participatie volg ik de ontwikkelingen op de voet en als Rotterdammer doe ik actief mee.

De omslag die we aan het maken zijn is ingewikkeld doordat we steeds nieuwe vraagstukken tegenkomen. Complexe vraagstukken waar geen eenduidige antwoorden op zijn en waarbij we kennis vanuit diverse disciplines nodig hebben. Het wordt steeds belangrijker om te netwerken en elkaars kennis te benutten, maar ook om buiten de kaders te denken. Verschil in referentiekader en achtergrond helpen daarbij. Om mee te blijven bewegen is het belangrijk om kennis van buiten de gemeente via bewoners en deskundigen naar binnen te halen. Daarbij is het van belang om persoonlijke relaties aan te gaan en ook buiten werktijd deel te nemen aan activiteiten. Privé en werk gaan steeds meer door elkaar lopen.

Ambtenaren buiten de leergang de Nieuwe Ambtenaar

>>

Page 41: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

41

Terug naar inhoudsopgave

De nieuwe manier van werken vraagt om persoonlijke betrokkenheid van ambtenaren. Daarbij verschuift de zakelijke kant van het werk naar de achtergrond om ruimte te maken voor persoonlijk contact zonder agenda. Wat beweegt de ander om zich in te zetten voor de buurt? En om op een later moment weer zakelijk te zijn en nuttige verbindingen te leggen.

Om werkelijk aansluiting bij de samenleving te vinden, zullen we ook steeds meer de samen-stelling van de samenleving over moeten nemen. Het valt me steeds weer op hoeveel witte mensen er bij de gemeente werken en hoe vaak we nog voorbij gaan aan wat de diversiteit van onze stad vraagt. Zelf woon ik nu 30 jaar in Rotterdam en langzaamaan is mijn vrienden-kring steeds meer verkleurd. Dit heeft mij veel nieuwe inzichten gegeven en beschouw ik dit als een enorme verrijking die zijn weerklank vindt in mijn werk.

Ines Balkema > Het persoonlijke is werk

Ambtenaren buiten de leergang de Nieuwe Ambtenaar

‘ Het valt me steeds weer op hoeveel witte mensen er bij de gemeente werken en hoe vaak we nog voorbij gaan aan wat de diversiteit van onze stad vraagt.’

Page 42: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

42

Terug naar inhoudsopgave

Ik begin met een vraag: Ben ik een nieuwe Rotterdamse ambtenaar?Janneke Buitenwerf

Ik voel me zowel niet ‘nieuw’, geen Rotterdammer als ‘ambtenaar’. Niet nieuw omdat ik in het midden van mijn werkzame leven ben, geen Rotterdammer omdat ik ‘import’ ben uit het Noorden des lands en geen ambtenaar omdat ik werknemer ben bij een organisatie en me bij deze organisatie niet anders voel dan bij mijn vorige werkgevers.

Oei, dat is geen goed begin voor een essay die ik op verzoek ga schrijven over ‘ik’ als nieuwe ambtenaar. Hoe kan ik dit nog goed maken? Misschien is het tijd om naast alles wat ik niét ben te schrijven wat ik dan wél ben.

Ik ben:

Betrokken bij de stad en zeker ook bij de mensen die extra aandacht nodig hebben (het zal mijn verpleegkundige achtergrond zijn). Daarbij woon ik in Rotterdam, hoe zou ik me niet betrokken kunnen voelen bij de stad waar mijn kinderen geboren zijn en waar ik al zo’n twaalf jaar mijn thuis heb.Ik ben steeds op zoek naar de bijdrage die ik zelf aan de stad lever. Draagt mijn werk bij aan de stad? Besef daarbij ook dat mijn bijdrage niet altijd rechtstreeks is.

Overtuigd van wat mensen, mijn collega’s kunnen. Daarom hou ik ervan om mensen te stimuleren in wat ze doen, en ze daarbij een zetje te geven op weg naar iets nieuws, iets anders.Het bijdragen aan een andere denkslag, daar krijg ik energie van.

Kritisch en maak graag bestaande routines bespreekbaar. ‘Waarom doen we eigenlijk wat we doen?’. Zou het ook anders kunnen? Dat anders denken heeft de stad nodig in de transitie waar we als gemeente in zitten.

Van het gesprek in een groep faciliteren. Zeg maar van het goede gesprek aangaan.Soms denk ik wel eens, is het nou werkelijk zo moeilijk. Waarom lukt het ons zo slecht om de dialoog met elkaar aan te gaan. Zo af en toe eens als een helikopter boven ons zelf, de vergadering, de werkgroep, het MT of iets dergelijks te hangen en te kijken wat er gebeurt. En dan te vragen waarom dat gebeurt. Ik geloof dat als we dat wat vaker doen, gewoon in onze dagelijkse routines, in ons dagelijks werk, we ongemerkt de goede kant op bewegen.

Van bewegen, van niet stil staan. Dat geldt zowel voor mezelf, voor collega’s als voor de organisatie.

‘Het is best eng om buiten mijn gebaande

paden, de voor mij bekende patronen te gaan,

buiten mijn comfortzone. Ik heb dat ervaren bij

een nieuwe klus waar ik voor gevraagd werd.

Ik had eigenlijk geen idee wat ik moest doen,

wilde heel graag van te voren de zekerheid,

geef me maar alle instrumenten om de klus te

kunnen klaren. Die kreeg ik niet, en eigenlijk

was dat wel heel goed. Ik vond het eng, voelde

me onzeker, maar ben er daardoor wel achter

gekomen dat ik een andere manier van leren

heb ontwikkeld, namelijk meer leren door te

doen. Uiteraard heb ik op het moment zelf wel

spanning gevoeld en ook fouten gemaakt en

me daar ook wel gefrustreerd over gevoeld.

Maar bovenal weet en ervaar ik dat ik dit nodig

heb om een stapje meer van mezelf te vragen,

te kunnen groeien’.

Ambtenaren buiten de leergang de Nieuwe Ambtenaar

>>

Page 43: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

43

Terug naar inhoudsopgave

Van behoud van de dingen die werken, die zich bewezen hebben. Niet alles hoeft en moet anders. Laten we de goede zaken vieren, uitbouwen, ervan leren.

Van betekenissen. Een ieder heeft recht op zijn eigen mening of overtuiging. Hoe lastig dat in eerste instantie ook lijkt te zijn. Juist een andere kant van een situatie inzien, kan waardevol zijn. Dat houdt me en ons scherp. Ik ben nieuwsgierig in wat de ander belangrijk vindt. En waarom.

In mijn kracht gezet doordat ik datgene mag ontdekken en doen, waar ik me het beste bij voel. En dat is een bijdrage leveren aan de veranderingen waar we als organisatie voor staan. Dat meedenken geeft inspiratie. Het is fijn om te mogen en kunnen groeien in wat ik doe en ik vind het prettig dat ik de ruimte krijg om te leren.

Is dit alles nieuw? Nee, volgens mij is het van alle tijden. Rotterdams? Nee hoor, ook in Groningen een issue. En alleen voor ambtenaren? Zeker niet, kijk maar eens in andere sectoren.Eigenlijk maakt het me ook niet uit. Want ik realiseer me telkens weer hoe blij ik ben dat ik mijn passie om bezig te zijn met veranderingen in organisaties in mijn werk tot uiting kan brengen. Dat ik bij mag dragen aan een beweging om ons werk in de stad beter te doen.En als daar de sticker ‘nieuwe ambtenaar’ op geplakt wordt, vind ik dat prima!

‘Het is best wel veel om zoveel te willen en zo weinig concreets voor mekaar te kunnen krijgen. En dat is heel logisch want veranderen dat kan je niet opleggen, dat moet gebeuren. Het is weerbarstig en taai want het vertrouwde viert hoogtij.Ik weet nog dat toen ik aan deze baan begon dacht dat ik het een paar jaar zou doen en dat dan mijn ‘houdbaarheiddatum’ voorbij zou zijn. Het is namelijk nooit af, het zijn hele kleine stapjes vooruit en dan weer een stapje achteruit.Wie wil er veranderen, wie moet er veranderen, wat betekent veranderen, wat is de toegevoegde waarde van de verandering? Allemaal vragen, meer vragen dan dat ér antwoorden zijn. En dat is naast de uitdaging ook best wel veel om daar dagelijks mee om te gaan’.

Het is best eenzaam om vaak anders te denken en in je hoofd

andere ideeën te hebben dan wat er aan de gebruikelijke

vergadertafel verteld wordt.

Velen denken heel anders en hebben daar goede

argumenten voor. Daar is niets mis mee. Maar ook ik wil

graag mijn denkbeelden, mijn perspectief van waaruit ik

denk, geven. En dat is lastig omdat de ‘verandertaal’ en

denkbeelden vaak niet aansluit MV? bij de taal, snelheid

van en gedachten over ‘de waan van de dag’. Ik probeer dat

steeds vaker, maar ben daar ook zoekende in.

Dat eenzame gevoel dat overvalt je soms, zodat je denkt: ‘als

ik maar iets tastbaars kan neerzetten, resultaten kan laten

zien dan kunnen mensen ook zien van wat ik aan het doen

ben’. Ondanks dat ik weet dat veranderen vooral vaak niet

tastbaar en grijpbaar is.

Dit is wel een puzzel, ook binnen in mijzelf. Wat heb ik zelf

nodig aan bevestiging zodat ik weet dat ik op de goede weg

ben. En welke ruimte gun ik mezelf om te zoeken, los te laten’

‘Het is best wel veel om zoveel te willen

en zo weinig concreets voor mekaar te

kunnen krijgen. En dat is heel logisch want

veranderen dat kan je niet opleggen, dat moet

gebeuren. Het is weerbarstig en taai want het

vertrouwde viert hoogtij.

Ik weet nog dat toen ik aan deze baan begon

dacht dat ik het een paar jaar zou doen en

dat dan mijn ‘houdbaarheiddatum’ voorbij

zou zijn. Het is namelijk nooit af, het zijn hele

kleine stapjes vooruit en dan weer een stapje

achteruit.

Wie wil er veranderen, wie moet er

veranderen, wat betekent veranderen, wat is

de toegevoegde waarde van de verandering?

Allemaal vragen, meer vragen dan dat ér

antwoorden zijn. En dat is naast de uitdaging

ook best wel veel om daar dagelijks mee om

te gaan’.

Ambtenaren buiten de leergang de Nieuwe Ambtenaar

Janneke Buitenwerf > Ben ik een nieuwe Rotterdamse ambtenaar?

Page 44: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

44

Terug naar inhoudsopgaveAmbtenaren buiten de leergang de Nieuwe Ambtenaar

De nieuwe AmbtenaarDésirée van Dijk

Ik heb al van jongs af aan een fascinatie voor mooie verhalen en voor Rotterdam. Dat heeft te maken met de Van Dijken-kant van mijn familie. Mijn vaders kant dus. Mijn vader kon fantastische verhalen vertellen omdat hij vanaf zijn zeventiende jaar als machinist op ‘de wilde vaart’ had gezeten. En ik hing aan zijn lippen als hij stoere verhalen vertelde over al die wereldsteden waar hij was geweest en hoe het ging aan boord met storm, huizenhoge golven, het ronden van die o zo gevaarlijke Kaap de Goede Hoop en het lekkere eten van de ‘kanen-braaier’ (daarmee bedoelde hij de kok aan boord).

Mijn oma, mijn vaders moeder, was een rasechte Rotterdamse, getogen op Katendrecht en met een enorme trots op de stad, HAAR stad. Keer op keer vertelde ze mij het verhaal van het bombardement. Ik kon haar emoties voelen als ze vertelde over de stad die volledig in brand stond. Die stad werd ook MIJN stad. Dat ongecompliceerde, dat recht voor z’n raap, de energie. Ik hou ervan. Zo kwam het dat ik ooit de keuze maakte om maatschappijgeschie-denis te gaan studeren. Een studie over het verleden, dat vol verhalen zit en een studie over mensen, de maatschappij. Geen geschiedenis van alleen helden en grote mannen. Maar juist de verhalen van de gewone mens, dat wat zich in de onzichtbare wereld afspeelt. Die verhalen zouden gaan komen. Maar dat viel nogal tegen. Want die historie is natuurlijk niet of nauwelijks gedocumenteerd. Alle belangrijke politieke feiten wel, maar die onderstroom. Tja, hoe kom je daar achter. Via een omweg, bijvoorbeeld door oude liedjes te analyseren (‘Daar was laatst een meisje loos’). Door de inkoopadministatie van armenhuizen te analyseren wist je een beetje over wat men at en welke voeding werd ingekocht. Maar een echt goed beeld dat was en is er maar mondjesmaat. Oral history was toen in opkomst. Ga in gesprek met mensen die nu nog leven en documenteer wat ze weten en zich herinneren. Dan heb je tenminste nog iets. Voor mijn afstudeerscriptie heb ik beide fascinaties gecombineerd. Die ging over honderd jaar sociaal economische geschiedenis van Rotterdam. Ondermeer gebaseerd op gesprekken met oude mensen.

In de greep van de organisatieToen ging ik de journalistiek in, daarna in het communicatievak en na een aantal jaren bij de gemeente Rotterdam werken. De perfecte baan zou je zeggen: communiceren is verbinden door middel van verhalen en dat in Rotterdam! Maar ik dreef in de loop der jaren langzaamaan weg van waar ooit mijn fascinaties lagen... Ik kwam meer en meer in de greep van ‘de organisatie’.Hoe kwam dat? Vele redenen. Zoals dat in een mensenleven kan gaan Ik zal er een paar noemen: een goed betaalde baan willen hebben, financieel voor je gezin moeten kunnen zorgen, organisaties die van je verlangen dat je je verantwoordt, dat je het beleid ‘verkoopt’, dat je anderen afrekent op hun prestaties, dat je efficiënter werkt, dat je minder geld uitgeeft, dat je...

En dan: de maatschappij zie ik steeds meer veranderen, zoekt naar andere evenwichten, oude zekerheden en vanzelfsprekendheden wankelen. De gemeente Rotterdam verandert, ingrijpend. Enerzijds meer controlerend en bedrijfsmatig, zeer naar binnen gekeerd. Maar ook op zoek naar een nieuwe plek in de maatschappij. Minder bevoogdend en dominant. En ik, waar was ik in dit geheel gebleven? Geen idee. Wie was ik ook alweer? Waar lag mijn passie, waar maak ik het verschil? >>

Page 45: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

45

Terug naar inhoudsopgaveAmbtenaren buiten de leergang de Nieuwe Ambtenaar

Ga ik door mij in de greep van ‘de organisatie’ en een papieren werkelijkheid te laten houden. Nee, want die past mij niet. Ik geloof er ook niet in. Wij zijn er niet om de organisatie te dienen, wij zijn er om elkaar te dienen. De organisatie is slechts een vorm die wij mensen zelf hebben bedacht.Ik heb voldoende verantwoordelijkheidsgevoel en voldoende binding met de stad Rotterdam om te weten waar mijn kracht ligt en waar die nuttig kan zijn. Dat hoef en wil ik niet steeds op een bureaucratische manier verantwoorden.

Verbinding makenIk wil het doen op mijn manier, als ‘nieuwe ambtenaar’ Die rol past mij wel. Ik wil de verhalen uit de stad horen, ik wil de verbinding maken tussen de onzichtbare werkelijkheid in die stad en hoe wij daar als gemeente een rol in kunnen spelen. We moeten ons als gemeente meer en beter verbinden met de stad. Dat lukt alleen als wij, de werknemers dat zelf doen. Die werkelijke verbinding is er nog maar op enkele plekken. Ik kan bijdragen die bruggen weer te bouwen. Hoe precies weet ik nog niet, maar ik sta te popelen om ‘naar buiten’ te gaan, die stad in, met echte Rotterdammers aan de slag. Met hen samen en niet voor hen bepalen. Dat geeft energie, dat geeft ruimte, dat geeft vernieuwing.

Ik heb ooit een film gemaakt over Crooswijk, met de bewoners. Ik heb ook eens een radioprogramma gemaakt over Hoogvliet, in gesprek met allerlei bewoners. Verassend hoeveel goede ideeën er al tijdens die gesprekken naar boven kwamen. ‘Als communicatieexpert moet je altijd met één been in en één been buiten de organisatie staan’, heb ik vaak als manager tegen mijn teams gezegd. Maar ik sta er zelf al veel te lang met beide benen in. En vele collega’s met mij. Hoogste tijd om weer een been buiten te zetten, de verhalen uit de stad te horen en daarmee aan de slag te gaan!

Désirée van Dijk > De nieuwe Ambtenaar?

‘ Als communicatieexpert moet je altijd met één been in en één been buiten de organisatie staan’

Page 46: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘Rotterdam is voor mij niet zomaar een stad, het is de plek waar ik me thuis voel. Ik houd van de energie van deze metropool, het feit dat de stad nog niet ‘af’ is, de mentaliteit, de architectuur.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

46

Terug naar inhoudsopgaveAmbtenaren buiten de leergang de Nieuwe Ambtenaar

De Nieuwe Ambtenaar is eigenlijk ook een stads(f)luisteraarShantie Jagmohansingh

Er zijn twee dingen waar mensen verwonderd van opkijken als ik me uitgebreid voorstel. Dat ik geboren ben in Almelo zorgt telkens weer voor enige hilariteit. Hier heb ik een verklaring voor geconstrueerd. Mijn roots liggen verspreid over de wereld. Mijn ouders zijn geboren in Suriname en mijn voorouders komen uit India. Op de een of andere manier wordt de link met Almelo daardoor bijzonder opmerkelijk bevonden. Of misschien denk ik te ingewikkeld en heb ik het aan de legendarische uitspraak van Herman Finkers te danken dat het woord ‘Almelo’ een collectief versufte glimlach teweeg brengt. “Het stoplicht springt op rood, het stoplicht springt op groen. In Almelo is altijd wat te doen”.

Het tweede waar mensen zich over verwonderen is dat ik als ambtenaar werkzaam ben bij de gemeente Rotterdam. Naast werken voor de gemeente, ben ik ook schrijver en columnist.

Blijkbaar spreekt deze combinatie tot de verbeelding, of zet het in ieder geval tot verrast opgetrokken wenkbrauwen aan.

Waarom ambtenaar bij Rotterdam? Een formeel keurig antwoord zou zijn dat dit vooral een gevolg is van mijn studie bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit. Maar eigenlijk gaat het ook om mijn liefde voor de stad. Rotterdam is voor mij namelijk niet zomaar een stad, het is de plek waar ik me thuis voel. Ik houd van de energie van deze metropool, het feit dat de stad nog niet ‘af’ is, de mentaliteit, de archi-tectuur, en zelfs van de positie van ‘underdog’ die Rotterdam meestal inneemt als het om een G4-vergelijking gaat. Rotterdam zou je mijn muze kunnen noemen. Op warme zomerdagen, of na weinig uurtjes

slaap en een vlaag van poëtische overmoed, ontlokt deze stad me om dingen te schrijven als:

Ik leef van drukte, chaos, dynamiek, diversiteit, spanning, wereldkeukens, extremen, kunst, hoogbouw. Die caleidoscoop doet mijn lichaam pulseren. Zonder deze wereldstad wil ik niet verder. Haar energie is mijn zuurstof. Haar wegen en metrobanen zijn een verlenging van mijn lichaam. Ik ben de anonieme heerser in dit domein der urbane stedelingen.

Toen ik net begon te werken bij de gemeente begreep ik pas hoe diep ingesleten het beeld over ‘De Ambtenaar’ is. De ambtenaar die zou uitblinken in een opmerkelijke kwaliteit om acht uur per dag te vullen met creatief nietsdoen, paarse krokodillen opvoeden en laten uitgroeien tot weerzinwekkende wezens van enorme omvang, de hele dag achter zijn bureau zit (ik schrijf hier expres zijn, omdat de ambtenaar in dit stereotype beeld altijd man is, met een wit overhemd, kaal hoofd en een koffertje), en toch iedere maand een mooi bedrag op zijn sala-risstrook weten te genereren.

De rillingen gleden van mijn rug bij deze omschrijving. Ik zei tegen mezelf dat ik hier maar tijdelijk moest werken, want met dat beeld kon ik me met al mijn ambitie toch echt niet verenigen.

We zijn voor een groot deel geconditioneerd. Dit geldt niet alleen voor onze beelden over ambtenaren. Tijdens onze opvoeding en studie worden ons bepaalde criteria voorgehouden om succes aan af te meten. Als je van Hindoestaanse afkomst bent zoals ik, wordt succesvol >>

Page 47: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ Het ultieme wat we in mensen bewonderen is volgens mij die onverwachte veerkracht; dat we ergens de kracht vandaan halen om weer op te staan als we keihard vallen. Dat heb ik gezien bij de mensen in Rotterdam.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

47

Terug naar inhoudsopgaveAmbtenaren buiten de leergang de Nieuwe Ambtenaar

zijn vaak geassocieerd met een carrière als arts, advocaat, iets met business, of met veel titels voor je naam. Als vrouw moet je tussendoor ook wat kinderen op de wereld zetten en deze opvoeden tot voorbeeldige volwassenen die op hun beurt ook weer arts, advocaat, enz. willen worden. Een carrière bij de overheid is ook goed (daar wel!). Praten voor grote groepen mensen die werkzaam zijn bij de gemeente zoals ik wel eens doe vanuit de Sprekers Academie maakt zeker ook indruk, maar schrijven van verhalen, columns en opinies, wat ik doe naast mijn werkzaamheden bij de overheid, wordt toch een beetje apart gevonden. Gelukkig wel bijzonder, maar toch een beetje vreemd (een variant op de slogan van Rivella Light zou je kunnen zeggen).

Nu moet ik eerlijk toegeven dat ik in de afgelopen jaren bij de gemeente altijd een functie heb gehad, waarbij ik de mogelijkheid had om met een onderzoeksbril rond te kijken in de boeiende stad Rotterdam. Juist door mijn werk bij de gemeente heb ik de verschillende gezichten van deze stad beter dan ooit leren kennen. Het kosmopolitische gezicht met inter-

nationale allure die we graag naar buiten presenteren, maar ook het gezicht van de stad die gekenmerkt wordt door een vechtersmentali-teit, waarbij het erop of eronder is.

Er is meer. Juist de combinatie van het werken bij de overheid en het schrijven van verhalen heeft mijn kijk op mensen en inspiratie veranderd. Tijdens mijn werk als sociaal wetenschappelijk onderzoeker heb ik vele mensen ontmoet uit alle lagen die deze stad rijk is. Van directeuren tot bijstandsmoeders, van wethouders tot jeugdwerklozen. En het zijn vooral de niet voor de hand liggende personen die blijven ronddwalen in mijn geheugen. Die mij prikkelen tot nadenken en schrijven.

Het is een universele wet dat we mensen bewonderen die doorzetten en hun doelen bereiken. Maar wat is het precies dat ons zo aanspreekt? Het ultieme wat we in mensen bewonderen is volgens mij die onverwachte veerkracht; dat we ergens de kracht vandaan halen om weer op te staan als we keihard vallen. Dat heb ik gezien bij de mensen in Rotterdam, het is ook iets wat ik kenmerkend vind voor de stad Rotterdam.

Een half jaar geleden ben ik begonnen in een nieuwe functie. En niet zomaar een functie. Ik maak als adviseur Publieke Innovatie meteen onderdeel uit van een experiment waarbij we in een nieuw team op zoek gaan naar de nieuwe werkwijze van de overheid. De samenleving en de rol van de overheid verandert. Dat betekent dat de gemeente meer de samenwerking zoekt met inwoners, bedrijven en instellingen en gebruik maakt van initiatieven en energie uit de stad. Dit vraagt om een andere manier van werken en vooral om een andere houding.

Het klinkt natuurlijk heel goed dat de overheid steeds meer de verbinding met de stad wil zoeken en eigenlijk steeds meer co-creërend en samenwerkend beleid wil maken door vooral te bekijken wat er al is in de stad, aansluiten bij actieve bewoners en ideeën. Maar wel een paar gedachten en kanttekeningen die meer verkenning verdienen. Bestaat hierbij niet het risico dat vooral de vaardige en mondige burgers worden betrokken? Dat je als ambtenaar vooral luistert naar de partijen in de stad die je al kent?

Met andere woorden: hoe een diversiteit aan ideeën en activiteiten waarborgen in dit

Shantie Jagmohansing> De Nieuwe Ambtenaar is eigenlijk ook een stads(f)luisteraar

>>

Page 48: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

48

Terug naar inhoudsopgaveAmbtenaren buiten de leergang de Nieuwe Ambtenaar

nieuwe concept van de overheid? Hoe weet je als ambtenaar dat je met de juiste partijen samenwerkt? Hoe om te gaan met het voor de overheid zo belangrijke vraagstuk van inclusie en uitsluiting? Zou een van de nieuwe rollen van de overheid, naast het andere, ook moeten bestaan uit het ‘hoeder’ zijn van een diversiteit aan partijen?

Als nieuwe ambtenaar lijkt het van groot belang de stad ‘echt’ te kennen. Haar verschillende gezichten, verborgen hoeken en schaduwplekken. Naast alle andere kenmerken, is het voor die nieuwe ambtenaar belangrijk om goed te kunnen luisteren en observeren.

Misschien ligt het schrijver-zijn en het ambtenaar-zijn niet zo ver uit elkaar, maar kan het elkaar wederzijds versterken en voeden. Misschien zullen mensen deze combinatie van werkzaamheden in de toekomst geen vreemde, maar een logische combinatie vinden. En misschien, misschien, verandert het oude beeld van de ambtenaar wel. Al is dat een enorme opgave, het lijkt wel als beton gegoten in ons collectieve geheugen.

Dan verschijnt bij het woord ‘ambtenaar’ een beeld in ons hoofd van iemand die in staat is zijn of haar oor te luister te leggen in de stad, verhalen en geluiden kan oppikken die iemand die de stad net komt binnen wandelen niet ziet, die in staat is de mens achter de cijfers te zien.

De nieuwe ambtenaar is samengevat eigenlijk een stads(f)luisteraar.

Gevraagd ‘Stads(f)luisteraar’ (m/v

Onbevooroordeeld, Analytisch, Verder kijken dan de oppervlakte, Sensitief, Dingen snel kunnen regelen

binnen het apparaat, Netwerker, Vertaalslag makend in bureaucratie. Los van de geijkte instituten

kunnen denken, Kunnen zien dat Rotterdam internationaal en jong is en dat er juist dingen ontstaan op

straat. Integer, Nieuwsgierig, Volwaardig, Goed bereikbaar, In staat met mensen mee te kunnen denken,

Communicatief sterk*.

* Dit zijn woorden uit interviews met de stad toen gevraagd werd naar eigenschappen van ‘De Nieuwe

Ambtenaar’.

Shantie Jagmohansing> De Nieuwe Ambtenaar is eigenlijk ook een stads(f)luisteraar

Page 49: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ Onze stad heeft een schrijnende behoefte om vooruit te komen. Zich te ontdoen van achterstand, en zich vooruit te worstelen, en vooruit te komen.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

49

Terug naar inhoudsopgave

Inspiratie over moetenNiels Kastelein

Inspiratie: waar haal je die vandaan? En kun je daar een a4-tje over schrijven? Leuke vraag, mooie vraag, eervolle vraag. Lastige vraag ook. Lastig, omdat tussen wat je dagelijks doet en je inspiratie niet een directe, harde lijn zit. Geen ononderbroken, logische schakeling. Niet alleen omdat de dagelijkse praktijk weerbarstig is, maar ook omdat inspiratie iets beweeglijks heeft, en zelfs ook iets verborgens. Je kunt het niet zien, niet ruiken of horen, maar soms wel voelen. Kortom: aanleiding om bij mezelf op zoek te gaan naar een goed verhaal, een verhaal dat ik al een tijdje bij me draag. Ik neem je graag mee naar de Achterhoek, waar een deel van het Rotterdamse DNA voor mij op simpele wijze werd blootgelegd.

Eind november 2009 vertelde ik klanten, opdrachtgevers, in de Achterhoek dat ik bij de gemeente Rotterdam zou gaan werken. Werken voor de stad waar ik al ruim 10 jaar woonde,

en die ik in die tijd al flink had zien veranderen. Een beeld? De allereerste studentenkamer waar ik kwam ‘hospiteren’ lag vlakbij de Witte de Withstraat. Je hoeft geen Rotterdammer uit te leggen wat daar de afgelopen 20 jaar is gebeurd, en hoe positief dat is voor het stadsgevoel (noemen we dat de ‘city lounge’?). En zo zijn er veel meer voorbeelden te noemen. Rotterdam is gewoon veel leuker en mooier geworden. Hoewel ik de stad niet heb gekend zonder Erasmusbrug, zonder twijfel hét symbool van de snelle ontwikkelingen die Rotterdam al decennia doormaakt, is Rotterdam ook in ‘mijn tijd’ weer fors verder ontwikkeld.

We gaan nog even kort terug naar de Achterhoek. Daar waren wij, betaald door het ministerie, bezig met het ‘uitrollen’ van lokale zorgnetwerken. Netwerken met formele structuren en bijvoorbeeld privacy-protocollen. Randstedelijke concepten die na verloop van tijd vooral een bedreiging leken voor de informele netwerken in plaats van een versterking. Door pragmatisch te zijn verbonden we formeel en informeel gelukkig aan elkaar. Bijna een Rotterdamse les in de Achterhoek.

InspirerendNa de felicitaties van de opdrachtgevers volgde een reflectie die ik niet snel vergeet: “Rotterdam, ik zou er nooit willen wonen, maar daar werken lijkt me geweldig. Daar kan alles!”. Een uitspraak waar veel, misschien alles in zit over wat mij inspireert om voor Rotterdam te werken. En dat is: niet alleen kan er veel, nee, in Rotterdam moet het gebeuren. De stad is niet af, nooit af misschien wel. En dat is niet alleen maar een ‘leuk onaf’. Nee, onze stad heeft een schrijnende behoefte om vooruit te komen. Zich te ontdoen van achterstand, en zich vooruit te worstelen, en vooruit te komen. Dat ‘DNA’ zit volop in veel Rotterdammers. Het komt er soms wat rottig uit, soms wat zorgelijk, en vaak gelukkig ook heel doe-gedreven. Ik vind dat inspirerend, een stad waarin je steeds voelt dat het beter moet, en gelukkig ook vaak beter gaat, ook al is het soms twee-stappen-vooruit-een-stap-terug.

In mijn werk mag ik me er steeds mee bezig houden. Van een afstandje, meestal veilig in een kantoor en in vergaderingen en bijeenkomsten, mag ik meedenken en praten over het Rotterdam van nu en de toekomst en over de rol die we daar als gemeente in willen en zullen spelen. Dat voelt goed, en als ik een ontboezeming mag doen: het is soms ook ingewikkeld.

Ambtenaren buiten de leergang de Nieuwe Ambtenaar

>>

Page 50: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

50

Terug naar inhoudsopgave

Niet omdat ik me beknot voel door regels of beperkingen, maar ook een beetje door het permanente gesprek over de nieuwe rol van de overheid. Welke overheid komt er eigenlijk vandaan achter termen als ‘van zorgen voor, naar zorgen dat’, ‘faciliteren’ of ‘co-creëren’? Mooi natuurlijk om de kracht van de stad op te zoeken en daarbij aan te sluiten.

Die kracht zit voor mij op die plekken waar Rotterdammers iets voor elkaar betekenen, en net een stapje extra doen. Soms in het klein, maar dichtbij mijn huis ook wat groter: de Hockeyclub Feijenoord. Een club, geboren uit enthousiasme, lange tijd zonder accommodatie. Nu: met hulp van gemeente, maar vooral van investeerders en partners in de stad: een schit-terende locatie waar we op Zuid nog veel van gaan genieten. De nieuwe Taeke Takema komt van Zuid! Net als Robin van Persie uit Kralingen kwam. En zo is er veel in de stad dat mooi is, goed gaat, en soms van ons een simpel duwtje in de rug kan gebruiken.

Zoals het met de hockeyclub gaat, gaat het misschien niet altijd. En als het niet gemakkelijk gaat, of er even geen maatschappelijk initiatief is, dan hoop ik dat die nieuwe overheid niet een ‘handen-thuis’ gemeente betekent. Dan wil ik graag dat die gemeente Rotterdam ‘gewoon’, vanuit een ‘moeten’, weer dingen voor elkaar bokst. Omdat ‘moeten’ in onze genen is gecodeerd.

Niels Kastelein > Inspiratie over moeten

Ambtenaren buiten de leergang de Nieuwe Ambtenaar

‘ Welke overheid komt er eigenlijk vandaan achter termen als ‘van zorgen voor, naar zorgen dat’, ‘faciliteren’ of ‘co-creëren’? ’

Page 51: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ Bij alle dingen die ik doe blijft de vraag: levert dit direct of indirect iets positiefs op voor de stad?’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

51

Terug naar inhoudsopgave

Ik kan gewoon zijn, ambtenaar 4.0!Mijn visie op mijn ambtenaarschap

Josje van Nes

Natuurlijk heb ik hier goed over nagedacht. Wat zal ik eens toevertrouwen aan het papier.Ben ik een nieuwe ambtenaar? Ik werk namelijk inmiddels alweer vijftien jaar als ambtenaar. Niet echt nieuw ;-). Mijn invulling aan wat een ambtenaar moet doen is in die jaren wel wat veranderd maar ook weer niet. Ik zie mezelf als iemand die betaald wordt door de stad en verwacht daarmee dat mijn dagelijkse inzet een positief effect heeft op diezelfde stad. Een stad waar ik zelf in woon, leef en beleef.

Toen ik begon was ik een erg hulpverlenende ambtenaar. Zo een die alles overneemt, het op gaat lossen en er ’s nachts wakker van ligt. Terwijl mijn klanten heerlijk konden ontspannen. Dat zag ik als mijn taak als mens en dus ook als ambtenaar. Dit hield ik zo’n twee jaar vol,

tot een flinke overspannenheid abrupt een einde maakte aan deze werkwijze. Hierna begon een moeizame, pijnlijke en super leerzame zoektocht naar mijn drijfveren, wensen en persoonlijke grenzen. En naar een manier van werken waarbij ik nog steeds hulp kon verlenen maar de problemen en verantwoording ging laten waar ze hoorden. Mijn motivatie was nog steeds iets positiefs willen doen voor de stad en haar inwoners. Deze rode draad hield me op koers. Ik heb me hiervoor zelfs iets eigen moeten maken wat ik eigenlijk moeilijk en lelijk vond: glashelder communiceren en waar nodig feedback geven. Inmiddels zie ik in dat hier niets lelijks aan is, het is verschrikkelijk gezond en nodig in alles wat we doen en willen.

Neutraal, open en ego-armVanaf deze periode ben ik bezig gebleven met het mezelf zo goed mogelijk leren kennen en zo goed mogelijk voor mezelf te zorgen. Want vanuit die basis kan ik zo neutraal, open en ego-arm mogelijk helder krijgen wat een persoon die tegenover me zit vraagt, zegt of nodig heeft of de juiste rol op me nemen in situaties waar ik in beland.Mijn functie bepaalt voor mij niet helemaal wat ik als ambtenaar doe. Mijn competenties bepalen dit misschien wel meer. Uiteraard moet ik mijn eigenlijke werk goed uitvoeren dat staat buiten kijf. Daarnaast zet ik me in overleg met mijn leidinggevende en omgeving ook in op andere gebieden binnen ons werk. Via de RSO kan ik bijvoorbeeld mijn competenties breder inzetten door me in te zetten als trainingsacteur, trainer of dagvoorzitter.

Iets positiefs voor de stadBij alle dingen die ik doe blijft de vraag: levert dit direct of indirect iets positiefs op voor de stad? Dat kan allerlei kanten opgaan. Simpelweg voor een Bulgaarse meneer uitzoeken hoe hij aan een straatmuzikant-vergunning kan komen of door hoopgevende columns te schrijven voor de Stadswerker of door deel te nemen aan dialoog- en opvoedtafels en andere initiatieven in de wijk of door jonge ondernemende Rotterdammers vooruit te helpen met mijn netwerk of door heel actief deel uit te maken van de Münchausenbeweging en het cluster MO daar te vertegenwoordigen. Kortom te veel om op te noemen. Dat betekent dat ik werk wanneer het nodig is en dat kan dus ook in de avonduren of in het weekend zijn. De balans bewaren is daarom een doorlopende uitdaging. Dat is iets wat ik zelf heel goed moet bewaken, dat is mijn verantwoordelijkheid.

Ambtenaren buiten de leergang de Nieuwe Ambtenaar

>>

Page 52: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

52

Terug naar inhoudsopgave

Ik zie mezelf als iemand die geluk heeft omdat ik een betaalde baan heb, me in mag zetten voor de leefomgeving waar ik zelf met mijn gezin ook in beweeg en ik vind het dan ook mijn plicht om me in mijn werk altijd constructief, open en positief op te stellen. Als iemand de deur dicht gooit probeer ik hem weer op een kiertje te krijgen. Dit lukt door vooral heel erg zelfbewust te zijn, ego-arm te acteren en het gezamenlijke doel voor ogen te houden.

Josje van Nes > Ik kan gewoon zijn, ambtenaar 4.0!

Ambtenaren buiten de leergang de Nieuwe Ambtenaar

Page 53: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ Hoewel we als ambtenaren vaak verschillende rollen, taken en bevoegdheden hebben, delen we een ding met elkaar: we zijn mensen met bijbehorende emoties.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

53

Terug naar inhoudsopgaveAmbtenaren buiten de leergang de Nieuwe Ambtenaar

De ambtenaar is bovenal een mensTherese Nleng

Met één vinger was je geen gezicht - oud Afrikaans gezegdeIn 2002 maakte ik kennis met de verrassende werkelijkheid van een ambtenaar. Typerend aan de dagelijkse realiteit zijn voor mij de vele gezichten die ik ontmoet en de bijzondere ontdekkingen die ik doe wanneer ik de mens achter een gezicht mag leren kennen. In mijn beleving is het leven in grote mate maakbaar door samen te werken met anderen. Mijn gedachten, mijn doen en laten zijn aanvullend op het denken en handelen van een ander. Deze kerngedachte is voor mij niet altijd vanzelfsprekend geweest. In eerste instantie werd ik meegezogen in dagelijkse routines. Het belang van de routines werd onderstreept door handboeken van imposante omvang en behulpzame collega’s die me wegwijs maakten in een doolhof van regels en procedures. Al snel werd me duidelijk dat functies, rollen en taken in details waren opgetekend en dat de beoordelingssystematiek zich concentreerde op al wat

vastomlijnd gedocumenteerd is. Dit besef heeft aan de basis gestaan van mijn toenemende affiniteit met job crafting. Hierdoor ging een wereld voor me dicht en open.

Er bleek veel meer vrije ruimte te zijn om rollen in te vullen dan door mij en vele collega’s werd gevoeld. Persoonlijk vind ik het verkennen van vrije ruimte een spannend proces waarin veel vragen opborrelen. Bijvoorbeeld ‘In hoeverre kun je effectief samenwerken wanneer rollen vooraf niet duidelijk omschreven zijn?’ ‘Welk effect heeft dit op het stellen van grenzen en hoe meet je het effect van een nieuwe rol ten opzichte van een oude rol zonder appels met peren te vergelijken?’ Hoewel ik me deze vragen vooraf heb gesteld, besloot ik toch om

ongevraagd de rol van procesbegeleider op me te nemen omdat ik zag dat het nodig was. Gewapend met wat lef, een ruimdenkende leidinggevende als vangnet en collega’s die bereid waren om ingesleten patronen te doorbreken, boekte ik mijn eerste positieve resultaten. Een half jaar verder werd ik gevraagd om die rol te blijven vervullen binnen mijn afdeling. Mijn nieuwsgierigheid naar andere manieren om mijn werk te organiseren en nieuwe vormen van samenwerking zorgde ervoor dat ik stelselmatig verbinding maakte met andere afdelingen en onderdelen binnen de gemeente. Mijn rijkdom aan nieuwe inzichten en ervaringen deelde ik met collega’s en vertaalde ik in veranderplannen voor de afdeling. Toch knaagde een zekere mate van onverzadigbaarheid om meer kennis op te doen buiten de gemeente. Door ten slotte ook hierin te voorzien deed ik inspiratie op en inspireerde ik anderen om meer open te staan voor andere invalshoeken.

Mensen uit alle windhoekenDe vele ontmoetingen met collega’s, Rotterdammers en mensen uit alle windhoeken is een aaneenschakeling van openbaringen die mijn mensenkennis verrijken. Mens en kennis zijn een logische combinatie maar leiden niet vanzelfsprekend tot mensenkennis. Voor mij betekent dit laatste de mens achter een gezicht ontdekken. Opeens ontdek je gedeelde humor, gedeeld verdriet, een vergelijkbare voorliefde voor een bepaald land of herkenbare zorgen om dierbaren. Hoewel we als ambtenaren vaak verschillende rollen, taken en bevoegdheden hebben, delen we een ding met elkaar: we zijn mensen met bijbehorende emoties.

>>

Page 54: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ Als Nieuwe Ambtenaar doe ik geen nieuwe dingen, maar ben ik me goed bewust van wat ik anders doe dan anderen.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

54

Terug naar inhoudsopgaveAmbtenaren buiten de leergang de Nieuwe Ambtenaar

Vaak staan formele rollen efficiënte samenwerking in de weg omdat ze gericht zijn op het HOE en gepaard gaan met procedures, vastomlijnde rollen en taakbeschrijving hetgeen vertraagt. We vinden elkaar sneller en effectiever in informele rollen als verbinder, netwerker en waardecreateur. Dit zijn rollen die minder makkelijk in beton gegoten kunnen worden. De invulling varieert sterk en is afhankelijk van de creativiteit en overige kwaliteiten van diegene die de rol vervult. Ik schat in dat de komende jaren de vraag naar informele rollen toenemen. Dit zijn rollen waarin je je bij uitstek kunt onderscheiden omdat de opgaven waaraan je een bijdrage levert, uniek en complex zullen zijn.

Als verbinder vertaal ik de opgave niet zozeer in functies en bijbehorende taken maar eerder in gevraagde kwaliteiten. In de rol van netwerker ga ik in eerste instantie op zoek naar mensen buiten mijn netwerk en vul dit vervolgens aan met mensenkennis binnen mijn bestaande netwerk.

VerbindersrolDe meeste energie haal ik uit de rol waardecreateur. Een waardecre-ateur pur sang kent zijn meerwaarde en voelt feilloos aan wat hij kan bijdragen of wanneer een bijdrage van anderen passend is. Is dit laatste het geval dan creëer ik waarde vanuit een verbindersrol én de rol van netwerker. Het schakelen tussen informele rollen beschouw ik als mijn hoofdtaak. In essentie is dit het pure mensenwerk. Een oud Afrikaans gezegd staat aan de basis van deze gedachte namelijk:‘met een vinger was je geen gezicht’. Wil je excelleren dan heb je anderen nodig. Programma’s waar ik trots op terugkijk benutten de kracht van diversiteit in denken en handelen.

De dynamiek van wisselende samenwerkingsverbanden zorgt ervoor dat ik weinig routinewerk verricht en de voorkeur geef aan een programmatische werkwijze of een improvisatie aanpak. In de dagelijkse praktijk is het minder rooskleurig dan het lijkt. Niets is zo onvoorspelbaar als een mens en bovendien levert het willen begrijpen van andermans logica vaak frustratie op aan beide kanten. Ik houd de moed erin door mezelf te laten spiegelen waarbij ik mezelf de vraag stel waarom mijn logica waarheid is? Door in gesprek te blijven met een bont gezelschap aan collega’s, vakgenoten en medemensen lukt het me steeds makkelijker om op verschillende manieren naar vraagstukken te kijken. Hoe ik mezelf scherp hou? Ik stel ik me zo nu en dan drie vragen:- Doe ik de dingen goed?- Doe ik de goede dingen- Hoe kan ik dingen anders doen?Voor het antwoord op deze vragen heb ik anderen nodig om van te leren en om samen te pionieren door gewoon te doen.

Als Nieuwe Ambtenaar doe ik geen nieuwe dingen maar ben ik me goed bewust van wat ik anders doe dan anderen. Mijn passie voor mensenwerk stelt mij in staat om effectief samen te werken met collega’s, Rotterdammers ook over de grenzen van stad en land. Mijn kennis zet ik in voor de mens.

Therese Nieng > De ambtenaar is bovenal mens

Page 55: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ De leukste verbindingen zijn de verbindingen die je maakt tussen partijen onderling. Soms leidt dat tot niets, andere keren komt daar iets moois uit’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

55

Terug naar inhoudsopgaveAmbtenaren buiten de leergang de Nieuwe Ambtenaar

De nieuwe ambtenaar neemt ruimte om te schakelen tussen stad en beleidRuud Rakers

Bij onderwijs experimenteren we nu met het maatwerkarrangement. Dat is subsidiëren van scholen op basis van wat nodig is en niet meer op basis van een menukaart. Ik heb drie scholen aangedragen voor deelname aan deze pilot. In gesprek met deze drie scholen, komen we erop uit dat het maatwerk voor deze scholen alleen zin heeft als de gemeente voor meerdere jaren het commitment geeft. Daarnaast willen de scholen met onderwijs-geld sommige taken van het welzijn overnemen in hun wijk. Beide zaken vallen buiten de kaders van de pilot. Ik heb geen mandaat om dit toe te zeggen. Omdat ik ervan overtuigd ben dat beide zaken logisch zijn, denk ik dat ik waarde kan toevoegen door naar mijn eigen organisatie terug te gaan om hier tóch een pleidooi voor te voeren. Ik schat de scholen in als professionele partijen die kunnen wáár maken wat ze zeggen. Heel in het kort.

De nieuwe ambtenaar schakelt en verbindt. Tussen de logica van de stad en de logica van de overheid. In de stad kom je overal onderne-mende mensen tegen die kansen zien. De logica van de overheid is anders, want we moeten gelijke gevallen gelijkelijk behandelen. En dan hebben we er behoefte aan om de stad wat versimpeld te bezien. Als schakelaar probeer je aan beide kanten wat op te duwen opdat stad en beleid elkaar kunnen versterken.

De leukste verbindingenKlinkt aardig, zou je zeggen. En ja, dat is ook zo. De leukste verbin-dingen zijn de verbindingen die je maakt tussen partijen onderling. Soms leidt dat tot niets, andere keren komt daar iets moois uit. De

spannendere schakelingen zijn tussen partijen in de stad en je eigen organisatie. Ergens in dat proces, komt mijn loyaliteit in het geding: ligt die bij mijn organisatie of bij mijn gespreks-partners in de stad? De vraag wordt overigens zelden zo open gesteld, maar ik voel ’m vooral zelf. Met het meedenken met de scholen en de toezegging om in mijn eigen organisatie opnieuw het pleidooi te voeren voor meerjarige financiële toezegging en bemoeienis met welzijn, loop ik het risico om bij mijn collega’s op een categorisch ‘nee’ te stuiten. In dat geval ben ik vervolgens ook mijn geloofwaardigheid kwijt bij mijn gesprekspartners. Dramatisch gesteld: als schakelaar loop ik het risico geplet te worden tussen partijen. Ik voel mij in het schakelen regelmatig best eenzaam.

Die onveiligheid maalt vaak door mijn hoofd. Ook als ik in bed lig. Ik kan maar beperkt met die onveiligheid om gaan. Ik wil juist veiligheid, bevestiging, ergens bij horen. Daarom zoek ik ook vaak de veiligheid op. Die ligt binnen mijn eigen organisatie. Door mee te gaan in de denkwereld en argumenten die dominant zijn in de eigen afdeling. Soms zoek ik ook de veiligheid op door met partners te werken en zo min mogelijk het contact te zoeken met mijn eigen organisatie. Maar in beide veilige werelden is mijn toegevoegde waarde klein. Die is het grootst in het verbinden van die twee werelden. Dus ik moet gewoon onderkennen dat als ik het schakelen nou zo leuk en lonend vindt, daar een zekere mate van onveiligheid en soms momenten van eenzaamheid nu eenmaal gewoon bij horen.

Als iets onveilig wordt, waar ben ik dan bang voor? Om te falen. Ik ben als nieuwe ambtenaar geen spreekbuis van iets groters, maar vooral van mij zelf, die weliswaar werkt in een context >>

Page 56: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ Je bent een persoon die met al je kennis, ervaring en gevoel een zo groot mogelijke waarde probeert toe te voegen aan wat er in de stad gebeurt. Dat mag.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

56

Terug naar inhoudsopgaveAmbtenaren buiten de leergang de Nieuwe Ambtenaar

van beleid en een grote politieke organisatie. Een goede schakelaar brengt veel van zichzelf in het werk. Weberianen gruwen er misschien van en doen het al snel af als hobbyisme, maar jij bent degene die het verschil maakt. Niet het beleid. Dus als het niet goed gaat, slaat dat onherroepelijk terug op jezelf.

Gigantisch voordeelAan dit nadeel zit ook een gigantisch voordeel. Als jij méér bent dan een uitvoerder van beleid, geeft je dat veel ruimte om écht iets toe te voegen. Je bent ook geen slachtoffer van verkeerde besluiten van hogerhand of ‘het systeem’. Er is altijd ruimte om anders om te gaan met regels, beleid, kaders. Je bent ooit aangenomen, niet omdat je mooi in de machinerie past, maar omdat je in het sollicitatiegesprek iets van jezelf hebt laten zien. Je bent een persoon die met al je kennis, ervaring en gevoel een zo groot mogelijke waarde probeert toe te voegen aan wat er in de stad gebeurt. Dat mag. Sterker nog: het hoge management wil ook graag dat je die ruimte neemt. Het kan wel zijn dat je directe leidinggevende het moeilijk

vindt om met die ruimte innemen om te gaan. Het hoogste doel is niet het uitvoeren van beleid of het behagen van wethouders, maar het mooier, gelukkiger en succesvoller maken van je stad. Al ons beleid draagt eraan bij. Maar nog belangrijker is hoe dienaars van dat beleid het doen.

Persoonlijke driveDe nieuwe ambtenaar maakt ruimte om zo veel mogelijk de persoon-lijke drive in het werk te leggen en maatschappelijke waarde toe te voegen. Een paar tips:

- Maak ruimte door nooit zo maar een opdracht te accepteren, maar door te onderhan-delen met je opdrachtgever. Over de ruimte die jij nodig hebt om de opdracht naar jouw voldoening uit te kunnen voeren. Als het niet lukt, kan je altijd de opdracht weigeren. En als gaandeweg niet aan de belangrijke randvoorwaarden wordt voldaan, kan je je opdracht desnoods teruggeven.

- Ga ervan uit dat meerwaarde leveren bijna altijd wrijving oplevert. Accepteer dat die wrijving erbij hoort. Maar grondregel is altijd dat je de relatie niet afbreekt met je gesprekspartners als het spannend wordt.

- Wees mobiel. In alle opzichten. Allereerst fysiek. Als je wilt schakelen, moet je zowel je gesprekspartners in de stad als je eigen organisatie goed kennen. Weten wat hen beweegt en weten waar ruimte is om de stad mooier, gelukkiger en/of succesvoller te maken. Dus je bent veel op locatie. Als je bij de gemeente bent, buurt dan zo veel mogelijk bij je collega’s. Dat kan kort en terloops. Je bent ook mobiel op beleidsterreinen. Je legt als nieuwe ambtenaar verbindingen omdat je weet wat er in de verschillende kokers speelt. Je werkt mentaal vanuit verschillende beleidsafdelingen. In een organisatie die beleidsterreinen gescheiden organiseert, is zo’n schakelaar soms moeilijk te plaatsen. Je bemoeit je immers met zaken waar je niet van bent. Ook die spanning hoort bij je vak nieuwe ambtenaar.

- Zorg voor een aantal ankerpunten in je organisatie. Dat zijn collega’s die je vertrouwt, die je kritisch de spiegel voor houden en jouw ambassadeur zijn in de organisatie.

Met het maatwerkarrangement voor de drie scholen gaat het waarschijnlijk goed aflopen. Mijn ontdekking is dat veel meer collega’s de grenzen willen oprekken en een verlangen hebben om met gezond verstand méér te kunnen betekenen voor de stad. Ik ontdek ook dat collega’s

Ruud Rakers > De nieuwe ambtenaar neemt ruimte om te schakelen tussen stad en beleid

Page 57: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

57

Terug naar inhoudsopgave

inventiever zijn dan ik in het vinden van een manier om de grenzen op te rekken zonder het systeem geweld aan te doen. Dat geeft mij hoop op een positief vervolg. Het wordt waar-schijnlijk een pilot. Daarmee hoop ik dat de spanning die ik aan ga en de eenzaamheid die ik af en toe voel, niet voor niets is geweest en uiteindelijk productief wordt voor de stad.

Ruud Rakers > De nieuwe ambtenaar neemt ruimte om te schakelen tussen stad en beleid

‘ Het hoogste doel is niet het uitvoeren van beleid of het behagen van wethouders, maar het mooier, gelukkiger en succesvoller maken van je stad. Al ons beleid draagt eraan bij. Maar nog belangrijker is hoe dienaars van dat beleid het doen.’

Page 58: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

58

Terug naar inhoudsopgaveAmbtenaren buiten de leergang de Nieuwe Ambtenaar

De nieuwe ambtenaar 4.0Miranda Saunders

Het is zaterdagochtend 08:30 uur, de kinderen slapen en ik kruip achter mijn pc. Even rust voordat de één naar voetbal moet en de ander naar de theaterschool. Ik denk aan Rabiaa en ons laatste gesprek waarin zij vroeg: ‘ Wie ben ik als nieuwe ambtenaar?’. Sinds die dag spookt deze vraag in mijn achterhoofd. Nu zit ik achter mijn pc in (nog) alle rust met alle gedachten van de afgelopen tijd, zoekend naar een bepaalde logica zodat ook de lezer mijn gedachten kan begrijpen. Ik staar en even benauwt het me dat er door alle dwalingen in mijn hoofd niks op papier komt. Writersblock?Ik realiseer mij ineens dat voordat ik mijn Word-document opende, ik al met mijn werk bezig was. Ik dacht aan zaken die ik nog moest organiseren en was gelijk zaken aan het uitstippe-len. En kwam toen direct tot de conclusie dat ik in ieder geval een betrokken ambtenaar ben! Of dat ‘nieuw’ is dat weet ik niet, het is in ieder geval hoe ik erin sta en tegelijk wie ik ben.

Verleden - opgroeienTegelijk rijst de vraag, wat maakt nou de persoon die ik ben? Hoe kijk ik naar de wereld, mijn organisatie, collega’s et cetera en waarom kijk ik er zo naar? Vast een cliché, maar zonder verleden geen heden zo is het maar net! Dus om te beginnen: wie ben ik als mens? Allereerst ben ik moeder, maar ook dochter en zus en ga zo maar door. Deze opsomming zegt nog niets en dus dan maar een laagje dieper.De basis van wie ik ben zijn mijn ouders, geboren en getogen op Aruba. Mijn opvoeding was vrij traditioneel, liefdevol, streng en half gelovig. Mijn ouders hebben mij opgevoed om overal minstens altijd 100% voor te gaan. Als meisje lag het accent binnen de opvoeding op de zorgtaken, vanuit traditionele overwegingen. Dit gedachtegoed en mijn karakter/instelling om mij om het lot van anderen te bekommeren, vormen de basis van mijn werkzame bestaan in de deze sector. Als kinderen kwamen wij aan arbeidsethos niet te kort. Beide ouders werkten keihard, om niet alleen ons, maar ook de familie op Aruba te steunen. Mijn vader, altijd even vriendelijk, is net de ‘Mona Lisa’. Mijn moeder goudeerlijk, voor haar directe aanpak ontving zij veel respect en ontzag. Voor mij symboliseert zij ‘Vrouwe Justitia’.

De samensmelting van mijn twee voorbeelden met mijn eigen ik, steeds weer aangevuld door de ervaringen van de ‘Universiteit van het leven’, maken wie ik ben. In dat geheel ondervind ik dat mijn rol als ‘nieuwe’ ambtenaar niet te onderscheiden is door middel van een 36-urig contract, maar waarin ik ondervind dat ik het altijd ben zelfs op zaterdagochtend om 08:30 uur;-)!

Werk - oud en nieuwMijn eerste echte baan was als klantmanager in Delfshaven. Ik heb het ervaren als een hele goede leerschool, met een enorme dynamiek! De tendens van toen was dat er veelal topdown gestuurd werd. De één gedijt daar goed bij en de ander niet, maar hoe dan ook, iedereen zwom met de stroom mee. Volgzaam met een enkele stribbelaar. De tijden waren anders dat is zeker waar. We leefden in een tijd van prikklokken en keurslijven! We hielden ons vast aan kaders en wat de leiding aangaf. Zo ‘hot’ als buiten de kaders denken nu is, was het toen ‘not’! Dat vergt een (cultuur)verandering, dat vergt het ‘nieuwe’-ambtenaar zijn, het buiten kaders denken, creatief zijn, out-of-the-box-denken of vasthouden aan kaders. In dat nieuwe tijdperk in die nieuwe beweging bevind ik mij en maak ik gretig gebruik van de kansen die er nu liggen om het verschil te maken. >>

Page 59: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ Nieuwe ambtenaren zie ik dan ook als degenen die flexibel naar de wereld kijken, over hun eigen schaduw heen kunnen kijken en het grotere plaatje voor ogen houden, namelijk de burger.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

59

Terug naar inhoudsopgaveAmbtenaren buiten de leergang de Nieuwe Ambtenaar

Heden - hier en nuSinds juni werk ik bij de Gebiedsteams op de locatie Schiedamsedijk. Met uitzicht op de de Erasmusbrug, de Maas, de Rechtbank, auto’s, trams, fietsers, passanten enzovoort is het een buitengewoon inspirerende omgeving. Ik realiseer me ook hoe trots ik eigenlijk ben om een heel klein onderdeeltje te zijn van het enorme apparaat en betekenis te geven aan ‘good governance’. Tegelijkertijd realiseer ik me de enorme ontwikkelingen en uitdagingen waar we met elkaar voor staan. Steeds meer bemerk ik dat de ‘bottom-up’ gedachte belangrijker wordt. En terecht, want dit zorgt voor het verschil in de ontwikkelingen waar we voor staan. Een ontwikkeling waarin de burger centraal en de samenwerking voorop staat. Want laten we wel wezen, zonder de bereidwilligheid van elkaar om compromissen te sluiten is er geen basis en dus geen fundament om dit proces van veranderingen met elkaar aan te gaan.Daarom is het in het tijdperk van het ‘nieuwe ambtenaar’-zijn belangrijk dat we niet alleen communiceren met elkaar, en daarbij vooral niet vergeten te luisteren en te begrijpen. Simpel luisteren naar elkaar zorgt al voor een efficiëntie slag en garandeert effectiviteit.

Daarbij kijkt een nieuwe ambtenaar niet sec naar eigen belang of afdelingsbelang, welnee! Dat is visievernauwend en het belemmert de mogelijkheden met elkaar. Dat is in mijn ogen het nieuwe denken, dat is ook het ‘nieuwe ambtenaar’-zijn!

ConclusieAls mens, als ambtenaar ben ik in tegenstelling tot het stereo typerende van het eerste plaatje, een topsporter die op allerlei vlakken op de een of andere manier verbindingen legt en bruggen bouwt. Al met al een olympisch speler!

Nieuwe ambtenaren zie ik dan ook als degenen die flexibel naar de wereld kijken, over hun eigen schaduw heen kunnen kijken en het grotere plaatje voor ogen houden, namelijk de burger. Nieuwe ambtenaren durven van gebaande paden af te wijken, herkennen voor het grijpen liggende kansen, weten te netwerken en te verbinden, gaan het gesprek aan als ze ergens in geloven, maken slim gebruik van kennis en het moeilijkste misschien nog wel, zij durven naar zichzelf te kijken.

Ik realiseer mij dat het ‘nieuwe’ ambtenaar-zijn zich niet beperkt tot het werk. Het gaat verder en is breder, en verhoudt zich ook tot mijn kinderen, familie, omgeving, netwerk enz. Het nieuwe ambtenaar-zijn is geen rol, realiseer ik mij, het is wie ik ben geworden of misschien wel wie ik al was?

Miranda Saunders > De nieuwe ambtenaar 4.0

Page 60: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

60

Terug naar inhoudsopgaveReflectie op de eerste editie van de leergang ‘de nieuwe ambtenaar’

Reflectie op de eerste editie van de leergang ‘de nieuwe ambtenaar’

Page 61: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

61

Terug naar inhoudsopgaveReflectie op de eerste editie van de leergang ‘de nieuwe ambtenaar’

De nieuwe ambtenaar: als meedoen de basis wordtMakkelijker kunnen we het niet maken, wel leuker…

Door Els Desmet1 en Erik Sterk2

Meer dan 20 Rotterdamse ambtenaren, de meesten werkzaam bij het cluster Maatschap-pelijke Ontwikkeling, gaven gehoor aan de vraag om mee te doen aan de leergang ‘De Nieuwe ambtenaar: meedoen is de basis’. Tijdens deze eerste editie van de leergang verkenden zij hun veranderende rol in de samenleving. Als uitvoeringskracht van het lokale bestuur spelen deze publieke professionals belangrijke rollen in geplande ‘transformaties’ en ‘transities’. Maar waaraan en waartoe doen de ambtenaren dan precies mee en op welke wijze? En wat is daar zo nieuw aan? In dit essay doen wij - als ontwikkelaars van de leergang - verslag van onze ervaringen en dragen we bouwstenen aan voor een lerende lokale overheid. We hebben ons daarbij vanzelfsprekend laten inspireren door de inbreng van de deelnemende ambtenaren en de mensen die wij in het kader van de leergang hebben gesproken en geïnterviewd.

Aanpak: een lerend perspectiefLokale ambtenaren dragen bij aan verbeteringen van stad en stedelingen en zoeken naar wegen om dit effectief te doen. Dit zoeken gaat volgens Guido Walraven (2013) door te experimenteren, via vallen, opstaan en door samen te leren. Met de leergang De Nieuwe Ambtenaar ontwikkelden we een leeromgeving voor Rotterdamse ambtenaren die vooral actief zijn op het gebied van jeugd, zorg en arbeid. De leergang kwam in coproductie tot stand met de gemeente Rotterdam, lectoraat Dynamiek van de Stad van Inholland en Belvédère, Verhalenhuis Rotterdam. Vanuit onze verschillende perspectieven en ervaringen gingen we intuïtief en open aan de slag. Terugkijkend kunnen we enkele rode draden van onze aanpak benoemen. Ontwikkel-principes die tijdens meerdere (evaluatie)gesprekken met deelnemers en betrokkenen als betekenisvol naar voren kwamen. We beginnen met de bespreken van de belangrijkste ontwikkelprincipes: (1) Ruimte voor persoonlijke ontwikkeling; (2) Van buiten naar binnen leren denken; (3) Ervaren en verhalen (4) ‘We kunnen het niet alleen’ als basis-houding.

Ontwikkel-principe 1: Ruimte voor persoonlijke ontwikkelingDe eerste editie van de leergang ging over persoonlijke ontwikkeling. De dagelijkse praktijk van ambtenaren is dat de gemeentelijke organisatie voortdurend in verandering is. Hoe houd je je als individuele ambtenaar staande tussen bestuur, beleid en praktijk? Hoe verhoud je je tot de grote decentralisatieopgaven en de lokale ambitie om aan de sluiten bij initiatieven uit de stad? Wat zijn je eigen ambities, motivaties en drijfveren? Wat is vanuit je functie en rol

1. Els Desmet is sociaal geograaf, zelfstandig onderzoeker en procesbegeleider. Desmet is betrokken bij stad en stedelingen,

organiseert uitwisselingen tussen bewoners en professionals en maakt verschillende perspectieven van de hedendaagse

stad zichtbaar en inzichtelijk. Vaak op het snijvlak van fysieke en sociale ontwikkelingen. Els Desmet is onder andere mede

initiatiefnemer van Belvédère Rotterdam, het eerste Huis voor Immaterieel Erfgoed.

2. Erik Sterk is een maatschappelijk bestuurskundige en onder andere werkzaam als onderzoeker en associate lector bij het

lectoraat Dynamiek van de Stad. Vanuit het lectoraat heeft hij samen met Maurice Specht en Rineke Kraaij De Makers van

Rotterdam opgericht, een platform voor ondernemend burgers en sociaal ondernemerschap. Dit heeft in 2013 geresulteerd

in de publicatie ‘Sociaal ondernemerschap in de participatiesamenleving. Van de brave naar de eigenwijze burger’. Hij heeft

daarnaast een eigen bureau voor advies en onderzoek in de sociale en publieke sector. Als sociaal ondernemer is hij onder

meer betrokken bij Voedseltuin Rotterdam. Altijd actief, altijd betrokken. >>

Page 62: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ We kwamen er achter dat de nieuwe ambtenaar vooral een ‘wenkend perspectief’ is, een open houding en een manier van werken die met name aanvullend is op traditionele rollen en taken.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

62

Terug naar inhoudsopgave

Els Desmet / Erik Sterk > Reflectie

Reflectie op de eerste editie van de leergang ‘de nieuwe ambtenaar’

nodig en wat zou je (extra) wensen? Wat kun je wel en wat kun je niet doen? Hoe zit het met de balans tussen de betrokken ambtenaar met allerlei dromen en de strakke targets van de gemeentelijke bureaucratie?Bondgenoten zoeken kan dan soms helpen, binnen de afdeling maar ook daarbuiten. Bijvoor-beeld de steun van andere deelnemers van de leergang. Samen reflecteren op wat er gebeurt en wat dat betekent, kan helpen. Met de leergang creëerden we een vrije ruimte om te mogen experimenten met nieuwe manieren van denken en handelen.

Ontwikkel-principe 2: Van buiten naar binnen leren denkenOns perspectief bij het ontwikkelen van de leergang was ‘van buiten naar binnen’. Dat deden we vanuit de vraag: Wat gebeurt er in de stad, en hoe kan de lokale overheid daarop aansluiten? We bedachten een concept dat daarbij aansloot. Het concept van ‘de onzichtbare stad’. Dat is de stad die niet of slecht gezien wordt. De stad die door meerdere ambtenaren als complex en onbekend wordt ervaren.

Om de hoek, dichterbij dan we vaak denken, zijn werelden waar we geen weet van hebben. Werelden die vaak sneller veranderen dan we bij kunnen benen. Opvallend is dat we op basis van beperkte informatie, van horen zeggen, of uit de media soms wel meningen en oordelen hebben over deze stedelijke werkelijkheden. Hoe kunnen lokale ambtenaren steeds beter kijken, luisteren en gevoeliger worden voor wat er in de stad leeft en speelt? Dit was een vraag die als een rode draad door de leergang heen liep.

Ontwikkel-principe 3: Ervaren en verhalenHoe leer je van ervaringen? Van je eigen ervaringen en die van anderen. Dat was een belangrijk vertrekpunt bij het uitvoeren de

>>

Page 63: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘ Nieuwe ambtenaren zie ik als degenen die flexibel naar de wereld kijken, over hun eigen schaduw heen kunnen kijken en het grotere plaatje voor ogen houden, namelijk de burger.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

63

Terug naar inhoudsopgaveReflectie op de eerste editie van de leergang ‘de nieuwe ambtenaar’

leergang. Uitgangspunt voor het ontwerp van de leergang was een gezamenlijke zoektocht naar een nieuw functieprofiel voor ‘de nieuwe ambtenaar’. Samen met de deelnemers gingen we op zoek naar contouren voor een nieuw functieprofiel. We kwamen al snel tot de conclusie dat deze zoektocht moest gaan over de kwaliteiten van ‘nieuwe ambtenaren’. We hebben de deelnemers uitgedaagd om op zoek te gaan naar deze kwaliteiten en naar andere manieren van handelen. We vroegen hen om deze in beeld te brengen en te gaan ervaren. We kwamen er achter dat de nieuwe ambtenaar vooral een ‘wenkend perspectief’ is, een open houding en een manier van werken die met name aanvullend is op traditionele rollen en taken.

Geïnspireerd door het gedachtengoed van de Rotterdamse filosoof Henk Oosterling, zijn we op zoek gegaan naar productieve manieren om de stedelijke werkelijkheid vanuit de eigen functie tegemoet te treden. ‘Denken én doen, met hoofd, hart en handen’, zoals Oosterling dat noemt. Onlangs werd Oosterling op het online discussieplatform sociale vraagstukken nog ‘in het zonnetje gezet’. Een citaat uit het artikel:

“Oosterling merkt wel dat de bezuinigingen binnen de gemeente zorgen voor een angstcultuur. Toch zitten overal, ook binnen beleid en politiek, mensen die willen, die power hebben. ‘Mensen die niet willen, daar loop ik omheen.’ Tegen muren oplopen? ‘Muren zijn er altijd. Daar loop ik dwars doorheen of ik ga eromheen, -overheen of -onderdoor.’ Die mentaliteit heeft alles met kendo te maken. ‘Vanaf mijn 11e ben ik met dit soort sporten bezig. Het maakt je karakter sterk, je moet altijd een grens over, je wordt er doodmoe van - en dan toch doorgaan. Maar wel samen met anderen in een goede verstand-houding, binnen de regels, op een bepaalde plek en binnen een bepaalde tijd.’”

Hoe leer je denken en doen met hoofd, hart en handen? Daar hebben we vooral met de deelnemers aan gewerkt, door het opdoen van ervaringen in de stad en het uitwisselen van verhalen in Verhalenhuis Belvédère. Door verhalen te vertellen en te beluisteren kunnen nieuwe gemeenschappen en onverwachtse samenwerkingsverbanden ontstaan, zo luidt het devies van het Verhalenhuis Belvédère. Tijdens het vertellen en beluisteren van verhalen verken je open de kwesties die je ziet en ervaart. Dankzij aandacht, interesse en uitwisseling kunnen verbindingen ontstaan. Dat geldt voor bezoekers van het Verhalenhuis - en dus ook voor ambtenaren. Deelnemers aan de leergang kregen de ruimte om hun eigen verhalen te vertellen en beleefden de betekenis daarvan. Zij ervoeren het gevoel dat je daadwerkelijk wordt gehoord en wordt gezien. Dat is een geheel ander vertrekpunt dan eerst de targets te benoemen, dan gerichte doelen te formuleren en vandaaruit terug te redenen naar ‘objecten van sturing’ - de burger, zijn omgeving, situatie of gedrag.

Samen met de deelnemers concludeerden we dat het zoeken en uitwisselen van verhalen een productieve manier kan zijn om werkelijk in contact te komen en verbindingen aan te gaan met de onzichtbare stad. Tijdens de aftrap van de leergang serveerden wij als trekkers van de leergang samen met onze opdrachtgevers een zelfgemaakt drie gangendiner. We begonnen met onze persoonlijke verhalen, vanzelfsprekend in relatie tot het werk en de onderwerpen van de leergang. Achteraf bezien creëerden wij daarmee direct bij de start werkelijk contact en een open, veilige en gelijkwaardige leeromgeving. Ook omdat we ons zelf kwetsbaar durfden op te stellen.

Els Desmet / Erik Sterk > Reflectie

>>

Page 64: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

‘Ambtenaren werken aan het verbeteren en ondersteunen van stad en mensen. Bestaat er een stad waarin je met elkaar verder komt? Bestaat er een lerende stad? Wij denken van wel.’

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

64

Terug naar inhoudsopgave

Ontwikkel-principe 4: ‘We kunnen het niet alleen’ als basishoudingHoe word je een ambtenaar die ‘meedoet’? In onze zoektocht naar nieuwe manieren van denken en handelen staan we niet alleen. We zien groepjes ambtenaren die elkaar opzoeken om gezamenlijk uit te wisselen en te leren. Ook zien we stedelijke ontmoetingsplekken ontstaan waaronder bijeenkomsten van De Makers van Rotterdam3 of bijvoorbeeld het Initia-tievenlab4. Wat deze initiatieven en onze leergang gemeen hebben is dat we met elkaar uiting geven aan een zoektocht naar nieuwe manieren van samenwerken aan de publieke zaak. Het zijn uitingen van een gezamenlijke zoektocht naar antwoorden op de vraag: Hoe kunnen we slim samenwerken en zo effectief mogelijk de juiste dingen doen voor stad en stedelingen? Met als centrale grondhouding: ‘We kunnen het niet alleen’. Dit bleken achteraf gezien belangrijke rode draden voor de leergang te zijn.

Het ‘Burgermeesterleerboek‘ van de landelijk opererende burgermeesteracademie (2013) beschrijft de betekenis van de zoektocht naar nieuwe samenwerkingspartners vanuit het

perspectief van ambtenaren op de volgende wijze:“Allen deelden het besef: ‘Wij kunnen het niet alleen’. Ze zijn doordrongen van het feit dat zij hun maatschappelijk werk alleen kunnen volbrengen als zij samen met de gemeenschap aan de slag gaan. Ze zien verschillende redenen om participatie met gemeen-schappen en netwerken te organiseren die radicaler zijn dan gebrui-kelijk in hun overheidsorganisatie. Ze voelen de noodzaak om te begrijpen wat mensen beweegt. Ze willen hun aandacht richten op wat buiten de grenzen van hun instituties gebeurt, zodat zij vanuit de overheid kunnen aansluiten. Ze zijn op zoek naar nieuwe samenwer-kingsvormen tussen overheid en samenleving.”

Op zoek naar bouwstenen voor een lerende stadAmbtenaren werken aan het verbeteren en ondersteunen van stad en mensen. Bestaat er een stad waarin je met elkaar verder komt? Bestaat er een lerende stad? Wij denken van wel.Tijdens de leergang en de prikkelende zoektocht naar kwaliteiten van ‘nieuwe ambtenaren’ zijn meerdere bouwstenen boven komen drijven. Hieronder beschrijven we tien bouwstenen. Deze bouwstenen zijn ontstaan dankzij uitwisselingen met de deelnemers aan de leergang en de interviews die wij in het kader van de leergang hebben afgenomen. We noemen het concept bouwstenen omdat het nog niet klaar is. Het denken over een lerende stad is nog een onaf geheel. Graag blijven we met elkaar van gedachten wisselen over wat essentiële bouwstenen zijn om vanuit het perspectief en handelen van ambtenaren te komen tot een lerende stad. Welke bouwstenen zijn volgens jullie echt nodig? Welke hebben prioriteit? Hieronder onze eerste lijst: (1) interesse en aandachtig luisteren; (2) denk en handel in heterogene netwerken; (3) leer eenvoudig(er) organiseren; (4) persoonlijke verhalen doen ertoe; (5) ken je opdracht en doe wat nodig is; (6) beroepstrots; (7) dubbele bindingen zijn geen uitzondering, ze horen erbij; (8) actief meedoen is meer dan passief faciliteren; (9) een veilige leeromgeving voor een lerende stad; (10) permanent reflecteren.

Reflectie op de eerste editie van de leergang ‘de nieuwe ambtenaar’

Els Desmet / Erik Sterk > Reflectie

>>

3. Dit is een platform voor sociaal ondernemerschap, opgericht door het lectoraat Dynamiek van de Stad.

4. Een initiatief van ambtenaren van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling, gericht op het bereiken en ondersteunen van

maatschappelijke initiatieven.

Page 65: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

65

Terug naar inhoudsopgave

Concept bouwsteen 1: Interesse en aandachtig luisteren“Geïnteresseerd zijn betekent tussen de mensen staan, onder de mensen zijn” aldus filosoof Henk Oosterling. Hij introduceert het letterlijke begrip van interesse: “Het letterlijke interesse in het hier en nu: een ‘tussen’(inter) ‘zijn’(esse).” Een mooi begrip dat op een inspirerende wijze de sociale, bestuurlijke en politieke ruimte beschrijft waarop onze ‘nieuwe ambtenaren’ zich oriënteren. Hoogleraar en bestuurskundige Geert Teisman5 benadrukt in dit kader dat succes is weggelegd voor ambtenaren die over de grenzen van de eigen groep kijken. “Die niet toegeven aan de neiging de eigen vooroordelen te bevestigen.”

Door de deelnemers aan de leergang opdrachten mee te geven, hebben we geprobeerd om hun sensitiviteit voor de kracht van het anders zijn te vergroten en tegelijkertijd hun beelden van stad en stedelingen te verruimen. Bewust vroegen we aan de deelnemers om buiten de eigen ‘comfortzone’ te treden en in gesprek te gaan met mensen of ondernemers waar ze vooroordelen over hadden of activiteiten te bezoeken die ze spannend vonden. Door zelf

te ontdekken dat in een zogenaamde achterstandsbuurt een groep mensen zich enorm inzet voor de leefbaarheid, kreeg bijvoorbeeld de zin ‘kijk ook naar wat er wel is en focus je niet alleen op toekomstige ideaalbeelden’ daadwerkelijk betekenis.Deelnemers aan de leergang concludeerden dat echt geïnteresseerd zijn én echt aandachtig luisteren belangrijke kwaliteiten van ‘nieuwe ambtenaren’ zijn. Steeds beter leren luisteren door te reflecteren op de eigen manieren van luisteren. Lukt het om zonder oordelen, eigen angsten of cynisme naar anderen te luisteren?

Concept bouwsteen 2: Denk en handel in heterogene netwerkenTijdens de leergang concludeerden de deelnemers dat Rotterdamse

ambtenaren alleen succesvol kunnen zijn als zij in heterogene stedelijke netwerken kunnen denken en handelen. Voorbeelden van vragen die deelnemers zich zelf hardop stelden: Laten we ons werkelijk voeden door de stad? Houden we ons scherp door voorbij de ‘usual suspects’ steeds nieuwe contacten te leggen en signalen op te vangen? Kunnen we ons daadwerkelijk nieuwsgierig openstellen voor signalen uit de stad?Een belangrijke kwaliteit van ‘nieuwe ambtenaren’ is dat zij bij het aanpakken van maat-schappelijk vraagstukken verrassende coalities kunnen laten ontstaan met alle (on)denkbare partners uit de stad zoals duurzame bedrijven, multinationals, scholen, creatieve ondernemers, horecazaken, winkelketens, bewonersinitiatieven en sociale ondernemers. Deze nieuwe netwerken gaan ver voorbij de traditionele samenwerkingsverbanden met maat-schappelijke instanties. Het betere voor Rotterdam halen nieuwe ambtenaren niet alleen uit de stad. Relevante samenwerkingspartners zitten soms ook buiten de stad.Door slim samen te werken kan de lokale overheid mee liften op de energie die in de stad aanwezig is. Ook deze gedachten sluiten goed aan bij de ideeën van Teisman. Hij stelt een heterogeen netwerk als ‘nieuw ordenend principe’ tegenover de ‘oude’ bureaucratie.Helaas is slim samenwerken niet eenvoudig. Het is soms moeilijk om je eigen tradities, daar waar je zelf lang over na hebt gedacht, echt los te laten en vertrouwen in andere partners te hebben. Tegelijkertijd zit de meerwaarde van het ontwikkelen van verbanden juist in het anders zijn. De superdiversiteit van Rotterdam, een stad waar meer dan 170 nationaliteiten

Reflectie op de eerste editie van de leergang ‘de nieuwe ambtenaar’

Els Desmet / Erik Sterk > Reflectie

>>

‘ Een belangrijke kwaliteit van ‘nieuwe ambtenaren’ is dat zij bij het aanpakken van maatschappelijk vraag-stukken verrassende coalities kunnen laten ontstaan met alle (on)denkbare partners uit de stad...’

5. We gebruiken een aantal citaten van Geert Teisman, achterhaald via diverse interviews en publicaties op diverse internet-

platforms.

Page 66: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

66

Terug naar inhoudsopgave

wonen en werken en veel verschillende mensen, organisaties en bedrijven actief zijn, biedt nadrukkelijk kansen.We kwamen er ook achter dat slimme samenwerkingsverbanden in de geleefde stad - de stad zoals bewoners en ondernemers die dagelijks maken en beleven - alleen kunnen ontstaan dankzij de kunst van het aandachtig luisteren. Kun je eigen denkkaders loslaten? Wil je en kun je ook de moeite nemen om de logica van bewoners of ondernemers echt te snappen?

Concept bouwsteen 3: Leer eenvoudig(er) organiserenTijdens een van de laatste gesprekken bracht filosoof Richard de Brabander ‘helderheid’: In de huidige complexe netwerksamenleving neemt de leefwereld ten opzichte van de systeem-wereld in omvang en belang toe. De wereld van de technische rationaliteit en bureaucratie met de eigen wetten en regels wordt minder belangrijk, in verhouding tot de energie en ontwikkelingen die stedelingen zèlf organiseren. De nieuwe ambtenaar zal zich dan ook meer dan in het verleden moeten verhouden tot het publieke domein. Ze moeten dichterbij de stad

en de mensen gaan staan.Dat lijkt lastig, maar er blijkt al heel wat onderzoek voorhanden. Teis-man heeft veel onderzoek gedaan naar de nieuwe ambtenaar. Hij benadrukt dat ‘eenvoud’ van belang is voor de gemeentelijke organi-satie. Teisman: “Organiseer het intern zo eenvoudig mogelijk zodat je extern effectiever wordt. Bestrijd de interne bureaucratie en sta open voor initiatieven van buiten de organisatie, vanuit de maatschappij.”

Concept bouwsteen 4: Persoonlijke verhalen doen ertoeWe merkten tijdens de leergang dat persoonlijke verhalen kunnen raken en verrassen. Persoonlijke verhalen dwingen om na te denken over drijfveren en de verschillende rollen die je inneemt in het werk en

het dagelijks leven. Zo profileerden sommige deelnemers zich tijdens de werkopdrachten in de stad bewust als bewoner of ervaringsdeskundige, en anderen zich vooral als ambtenaar. We spraken vervolgens over de betekenis in het werk van deze verschillende rollen en de (on)bewust gecreëerde scheidslijnen ertussen.Persoonlijke verhalen zijn ook krachtig omdat ze onverschilligheid op afstand zetten. De beleidsmedewerker met mantelzorg in haar portefeuille schrijft: “Maar het werd pas echt toen ik zelf mantelzorger werd. Mijn vaders partner viel weg en ineens moest ik voor hem zorgen. Ook ging hij in het afgelopen half jaar erg achteruit. De leergang viel voor mij dus samen met een roerige periode, waarin veel veranderde. Niet alleen de grote veranderingen die in de samenleving gaande zijn, maar vooral ook de veranderingen in mijn eigen leven, die weer gevolgen hebben voor hoe ik in mijn werk sta. Voor mij is het nog zoeken naar een nieuwe modus. Ineens ben ik ervaringsdeskundige geworden op het gebied van mantelzorg. Ik ben nog zoekende naar hoe ik die ervaringen kan gebruiken om mijn werk beter te doen.”

Concept bouwsteen 5: Ken je opdracht en doe wat nodig isEen kwaliteit die tijdens de gezamenlijke zoektocht naar voren kwam is dat een goede ambtenaar altijd met één been in de wereld van de lokale overheid blijft staan en met het andere been in de wereld van de lokale samenleving. Teisman zegt hierover: “De nieuwe ambtenaar weet wat zijn opdracht van het bestuur - zijn organisatie is én gaat dan het veld - de stad - in en doet wat nodig is. Dit vereist dat ambtenaren empathisch kunnen participeren in informele netwerken, én dat zij dit combineren met een goede positie zodat ze het ook formeel kunnen verankeren.” Dit betekent dat je pas slim kunt samenwerken met stadspart-

Reflectie op de eerste editie van de leergang ‘de nieuwe ambtenaar’

Els Desmet / Erik Sterk > Reflectie

>>

‘ Met een gezonde dosis eigenwaarde en zelf-vertrouwen kun je gelijk-waardige relaties aangaan.’

Page 67: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

67

Terug naar inhoudsopgave

ners als je een idee hebt bij wat je eigen inhoudelijke opdracht is. Een helder eigen verhaal fungeert als een kompas op basis waarvan je op hoofdlijnen kunt beoordelen of je ergens wel of geen energie in stopt. Je moet scherp voor ogen hebben welke richting je op wilt gaan en welke zaken daarbij van doorslaggevend belang zijn.

Concept bouwsteen 6: BeroepstrotsTijdens de leergang kwamen we er achter dat beroepstrots, zelfvertrouwen en eigenwaarde enorm kunnen helpen bij het aangaan van samenwerkingsverbanden. Met een gezonde dosis eigenwaarde en zelfvertrouwen kun je gelijkwaardige relaties aangaan. Jansen, Kole en Van den Brink (2009) omschrijven dit op een boeiende wijze: “Wie beroepstrots heeft, is terecht tevreden over zijn werk omdat het van belang en betekenis is, omdat het kwaliteit heeft, en ‘naar eer en geweten’ is uitgevoerd. Werken vanuit beroepstrots betekent dat je zelf, openlijk en zelfbewust, de inzet en inhoud van je eigen beroepsuitoefening waardeert en dat ook anderen die op waarde weten te schatten. Het eigen goede gevoel over je werk wordt

beantwoord door anderen met erkenning, ruimte en vertrouwen. Dit werkt enorm motiverend.” We denken dat beroepstrots zowel een indicator als een motor voor maatschappelijke ontwikkeling en een lerende stad kan zijn!

Concept bouwsteen 7: Dubbele bindingen zijn geen uitzondering, ze horen erbijDe gesprekken tijdens de leergang maakten dubbele bindingen en dilemma’s - opnieuw - zichtbaar en bespreekbaar. Het wezen van een dubbele binding bestaat uit twee tegenstrijdige opdrachten, beide op een ander logisch niveau, die beide niet genegeerd of ontlopen kunnen worden. Tijdens de leergang merkten we dat ambtenaar zijn

in het werkveld van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling naast een krachtige rol in de samenleving ook een lastige uitdaging is. In de eerste plaats omdat de continuïteit en de vernieuwing op dit moment allebei tegelijkertijd om aandacht vragen. In het persoonlijke func-tioneren krijgen veel ambtenaren te maken met krimpende budgetten. En daardoor ook met minder collega’s. Van hen wordt verwacht dat ze rationeel - dat wil zeggen: doelgericht en effectief - bijdragen aan de continuïteit van de organisatie. Tegelijkertijd wordt ook verwacht dat ambtenaren tijd en aandacht hebben voor de vernieuwingsopgave; dat zij in staat zijn om boven de eigen functie uit te stijgen en mede vorm en inhoud te geven aan de (politiek en maatschappelijk) gewenste vernieuwing van overheid en samenleving. Teisman geeft in dat kader aan dat nieuwe ambtenaren in gelijke mate loyaal en ondeugend zouden moeten zijn. Ondeugend betekent in dit geval volgens ons: Gericht op vernieuwing buiten, naast en voorbij de gebaande paden.Maar dat is nog niet alles. Aan deze ambtenaren wordt gelijktijdig ook gevraagd om actiever en creatiever in te spelen op tal van maatschappelijke initiatieven in de stad. Om de leef-wereld van bewoners centraal te stellen boven wetten, regels en de bureaucratie. Dit vraagstuk sluit aan bij een tweede traditionele ‘double bind’ waarbij aan de ene kant aan ambtenaren wordt gevraagd om zowel objectief, integer, deskundig, onafhankelijk en onpartijdig de wet uit te voeren. En aan de andere kant wordt hen ook gevraagd responsief te zijn én vanuit een mensperspectief oog te hebben voor noden en behoeften van individuele burgers.De nieuwe ambtenaren die wij hebben leren kennen hebben vanuit hun complexe positie vragen over de menselijke, subjectieve en morele kanten van hun werk. Een kant van hun

Reflectie op de eerste editie van de leergang ‘de nieuwe ambtenaar’

Els Desmet / Erik Sterk > Reflectie

>>

‘ Nieuwe ambtenaren zouden in gelijke mate loyaal en ondeugend moeten zijn. Ondeugend betekent in dit geval: Gericht op vernieuwing buiten, naast en voorbij de gebaande paden.’

Page 68: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

68

Terug naar inhoudsopgave

beroepsmatig handelen die niet zo gemakkelijk te vangen is in woorden en methodische processen, maar volgens ons veelal impliciet tot uitdrukking komt in hun houding en de continue afwegingen die zij maken in hun relaties met burgers.

Concept bouwsteen 8: Actief meedoen is meer dan passief faciliterenDe nadruk die soms sterk wordt gelegd op de faciliterende capaciteiten van een ambtenaar is eenzijdig. Een ambtenaar doet nog steeds veel meer dan alleen maar het faciliteren van initiatieven uit de stad. Uitvoeren en handhaven van wetten en regels horen ook bij het ambt en vragen om integriteit. Het beleid volgen vraagt om een loyale houding en de aansluiting bij burgers, maatschappelijke initiatieven en ondernemers om sensitiviteit.

Concept bouwsteen 9: Een veilige leeromgeving voor een lerende stadWe merkten dat een van de voordelen van de leergang was, dat de deelnemers even los van de dagelijkse realiteit konden reflecteren op hun dagelijkse werk, hun denken en doen. Zij

konden zich even opladen om er vervolgens ‘weer tegen aan te gaan’. We concluderen dat het creëren van veilige en inspirerende leer-omgevingen een waardevol goed is in tijden dat mensen onder druk staan vanwege vele veranderingen. Door bewust de positieve energie van de stad te proeven en te ervaren, serieuze kwesties en dillema’s te bespreken en na te denken over de persoonlijke motieven, komt enthousiasme en creativiteit vrij.

Concept bouwsteen 10: Permanent reflecterenWat heeft de leergang opgeleverd? De leergang was een zoektocht naar nieuwe manieren om vorm en inhoud te geven aan de publieke zaak. Voor ons persoonlijk nu eens niet vanuit onze eigen vertrouwde

positie als onderzoeker en ondernemer in de samenleving, maar vanuit de taakstelling van een lokale ambtenaar. We werden positief verrast door de nieuwsgierigheid van de deelnemers die meededen aan de leergang. Zij hadden een onderzoekende houding en stonden open voor verbetering en reflectie. Dat is belangrijk. Kritisch door durven vragen vanuit een inhoudelijke motivatie brengt stad en stedelingen verder.Uit de gezamenlijke zoektocht naar kwaliteiten van nieuwe ambtenaren kwam nieuwsgierig als kwaliteit naar voren. Steeds nieuwsgierig blijven naar hoe het beter kan, is een cruciale eigenschap van een lerende stad. Een stad waar innovatie goed kan gedijen: Zowel innovatie vanuit bestaande structuren (gericht op continuïteit) als innovatie vanuit de samenleving (gericht op kantelingen).Eén van de uitdagingen in dit tijdsgewricht voor lokale ambtenaren op het terrein van Maat-schappelijke Ontwikkeling is, om nieuwe rollen aan te nemen in een snel veranderende samenleving met een toenemende maatschappelijke complexiteit en dynamiek. We conclu-deerden tijdens de leergang dat er behoefte is aan lerende ambtenaren die zich permanent aanpassen aan steeds wisselende omstandigheden in een lokale samenleving vol ongetemde problemen en ongerichte kansen en initiatieven.

Een ‘nieuwe ambtenaar’ is daarom een lerende ambtenaar. Het concept van de ‘the reflective practitioner’ van Schön inspireert ons daarbij, omdat hij het model van de technische rationali-teit los heeft gelaten en op zoek is gegaan naar een kennisleer die impliciet is aan ‘the artistic, intuitive proceses which some practitioner do bring to situations of uncertainty, instability, uniqueness, and value conflict’. Voor Schön is de praktijk ‘een soort van onderzoek’ en zijn

Reflectie op de eerste editie van de leergang ‘de nieuwe ambtenaar’

Els Desmet / Erik Sterk > Reflectie

‘ De leergang was een zoek- tocht naar nieuwe manieren om vorm en inhoud te geven aan de publieke zaak.’

Page 69: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

69

Terug naar inhoudsopgave

‘weten en doen’ niet te onderscheiden. Reflecterende professionals - en naar ons idee ook de nieuwe ambtenaren - gaan een ‘reflective conversation’ aan met de (complexe) praktijksituatie. Zij reflecteren continue op hun impliciete handelen en vormen de basis voor een lerende stad.

Makkelijker kunnen we het niet maken. Wel leuker…We hebben ambtenaren ontmoet die geen gekooide professionals willen zijn, vastgeroest of verschuilend achter wetten, bureaucratie en regels. Wij hebben ambtenaren ontmoet die actief vorm en inhoud willen geven aan het ideaal van een responsieve overheid. Tegelijkertijd vertelden ambtenaren van het Cluster Maatschappelijke Ontwikkeling tijdens de leergang dat zij het druk hebben. Er moet veel werk verzet worden, vaak met minder mensen. De continuï-teit moet gewaarborgd blijven, interne veranderprocessen moeten doorgevoerd worden en er moet effectief gewerkt worden. Hoe zorg je er dan toch voor dat je steeds gevoelig blijft voor het grotere geheel: Voor wat er om je heen en in de stad gebeurt?Een van de conclusies tijdens de leergang was dat het helpt om ondanks de drukte en de

waan van de dag, ruimte in de agenda vrij te maken om onbekende mensen te ontmoeten en bewust nieuwe ervaringen op te doen. Mondelinge of beschreven kennis vormen volgens Gerard Schouw6

(2009) slechts twintig proces van de noodzakelijke kennis om succesvol te zijn. Schouw stelt dat je pas echt leert, door actie te ondernemen. Leren door te doen en te ervaren. Stap om die reden met enige regelmaat even uit de hectiek van het dagelijks werk en uit je eigen comfortzone. Probeer beter op te letten, beter te kijken en aandachtiger luisteren terwijl je op bezoek of in gesprek bent met allerlei verschillende mensen. Laat je verrassen voorbij bekende gebieden, onderwerpen en groepen. Soms helpt vertragen, maar blijf altijd bewegen. De stad met haar nationale en internationale verbin-

dingen heeft eindeloze mogelijkheden. Blijf nieuwsgierig naar onverwachtse ontmoetingen en verhalen. Ook als het lastig is om ‘het geleerde’ morgen toe te passen. Bouw aan coalities en samenwerkingsverbanden die meerwaarde generen. Makkelijker kunnen we het niet maken, wel leuker...

Met dank aan deelnemers aan de leergang voor hun inspiratie, enthousiasme en openheid. Onze opdrachtgevers van de gemeente Rotterdam voor het vertrouwen en de mooie samen-werking. Ook willen we volgende mensen bedanken omdat we hen mochten interviewen over de thematiek van de leergang: Korrie Louwes, Guido Walraven, Marien de Langen, Anne Marie van de Wiel en Rabiaa Bouhalhoul.

6. Gerard Schouw, Een slimme stad is een lerende stad (2009).

Els Desmet / Erik Sterk > Reflectie

‘ Je leert pas echt door actie te ondernemen...’

Page 70: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

70

Terug naar inhoudsopgaveNawoord

Nawoord: Netwerken van hoop?Guido Walraven

De laatste 6 tot 8 jaar zien we snelle veranderingen in de aard en omvang van lokale maat-schappelijke initiatieven. Gemeenten moeten zich daartoe verhouden en nadenken over bijvoorbeeld nieuwe rollen die ambtenaren kunnen spelen. Dat valt niet mee, zeker niet in een periode van zowel bezuinigingen als decentralisatie vanuit het rijk, waardoor de aandacht in de gemeentelijke organisatie vooral naar binnen gezogen wordt.In Rotterdam behielden Rabiaa Bouhalhoul, Anne Marie van de Wiel en Korrie Louwes een open oog voor de maatschappelijke initiatieven in de buitenwereld. Zij namen een moedige stap door Verhalenhuis Belvedère en het lectoraat Dynamiek van de Stad te vragen een leergang rond dit thema te ontwikkelen voor een groep gemeentelijke ambtenaren van DMO. Het werd een vruchtbare gezamenlijke zoektocht, met vaak bijzondere werkvormen en uitdagende opdrachten. De slotbijeenkomst - waarin de deelnemers in groepjes een gang in een diner serveerden en aan de hand daarvan hun geëvalueerde ervaringen presenteerden - was bijvoorbeeld sprankelend, energiek, vaak humoristisch en als geheel echt bijzonder.Zoals ook mag blijken uit de essays van de deelnemers en de terugblik van de twee belang-

rijkste ontwerpers en docenten, Erik Sterk en Els Desmet, was dit een stimulerende leer- ervaring voor alle betrokkenen. Met vallen en opstaan werden stappen gezet in de persoonlijke ontwik-keling en in de gezamenlijke ontwikkeling van het concept dat toch maar de nieuwe ambtenaar bleef heten.

Wat aan al die gevarieerde stukken nog toe te voegen? Misschien een paar korte reflecties over het bredere kader van de maatschappelijke ontwik-kelingen waar we middenin zitten, en over hoe we in Rotterdam gezamenlijk werken aan manieren om daar goed mee om te gaan (door leren van en met elkaar).

Van losse burgerinitiatieven naar netwerken van maatschappelijke initiatievenIn 2007 verscheen het boek Help! Een burgeriniti-atief en boven het voorwoord stond “Het barst van de mooie initiatieven!” Het boek was geschreven door een ‘nieuwe ambtenaar’ (avant la lettre) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Jornt van Zuylen en anderen. Zij wilden lokale ambtenaren aan het denken te zetten en hen prikkelen om meer te gaan doen met initiatieven van burgers.

Zeven jaar later zien we veel gemeenten expe-rimenteren met vaak nieuwe vormen van samenwerken met ‘maatschappelijke initiatieven’. Wat is er in die jaren veranderd? >>

Page 71: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

71

Terug naar inhoudsopgave

Guido Walraven > Nawoord

Nawoord

De betekenis van die ontwikkeling wordt op verschillende manieren geanalyseerd en ik beperk me hier tot drie belangrijke. Samen bieden deze analyses een bruikbaar kader voor het werken aan publieke alternatieven in de moderne netwerksamenleving en daarmee ook voor de rol van (nieuwe) ambtenaren.

Sociaal ondernemerschap 3.0Veel van de maatschappelijke initiatieven zijn op te vatten als sociaal ondernemerschap 3.0, dat wil zeggen activiteiten van burgers gericht op maatschappelijke verandering (Bornstein en Davis, 2010). Burgers pakken maatschappelijke kwesties aan op een ondernemende manier. Geld verdienen is daarbij geen taboe vanuit een oogpunt van continuïteit en duurzaamheid, eventuele winst wordt vaak direct weer geïnvesteerd. Geld is geen doel op zichzelf maar een middel om een betere wereld te helpen vormen. Het gaat om het creëren van publieke waarden, en niet zozeer om ‘social return on investment’ maar om ‘social investment and public return’ of ook ‘return on equity’.

Netwerken van sociale bewegingen in tijden van internetVolgens Manuel Castells (2012) vormen de veelal lokale initiatieven onderdeel van een internationaal netwerk van sociale bewegingen, dat sinds de crisis van 2007/2008 nieuwe impulsen heeft gekregen en waartoe hij ook de Arabische lente en de Occupy beweging rekent. Bij de initiatieven gaat het zowel om protest als om het vormen van alter-natieve (vaak ook economische) praktijken. Daarom spreekt Castells van netwerken van woede en hoop. In Nederland zien we van beiden iets terug, maar ik denk dat bij de maatschappelijke initiatieven hier de hoop overheerst. Veel mensen komen in actie uit ontevredenheid en frustratie - zij gaan een buurthuis of leeszaal runnen omdat die

dicht ging of starten energie coöperaties omdat ze ontevreden zijn over de grote bedrijven. Wanneer men bezig is om zelf aan alternatieven te werken dan ontstaat er al snel een eigen positieve dynamiek, waarbij men de frustraties achter zich laat. Zie voorbeelden bijvoorbeeld als Leeszaal West of de Voedseltuin.

Crafting communitiesEen manier om naar de samenleving te kijken is het samenspel van staat, markt en civil society of gemeenschap. Na de nadruk op de rol van de overheid in de klassieke verzor-gingsstaat en de nadruk op de rol van de markt in de neo-liberale politiek zouden we nu een periode kunnen krijgen waarin de nadruk op de civil society of de gemeenschap komt te liggen. Van Putten (2013) wijst erop, dat de tijden waarin de verzuilde civil society bepaalde voorzieningen organiseerde niet kunnen terugkeren, daarvoor is er teveel veranderd, het zal moeten gaan om eigentijdse vormen van gemeenschap. Vormen van organiseren die worden omschreven als crafting communities (Trommel, 2013), collaborative communities (Adler & Heckscher 2006) of ook wel enterprising communities (Sterk en Specht, 2013). Kenmerkend voor deze communities zijn de principes van wederkerigheid, delen, onderling vertrouwen en onderlinge afhankelijkheid. Vanuit een ethiek van ‘goed werk’ en ‘goed samenwerken’; burgers werken samen met overheid en bedrijfsleven aan maatschappelijke vraagstukken (Van Putten, 2013).

>>

‘ Wanneer men bezig is om zelf aan alternatieven te werken dan ontstaat er al snel een eigen positieve dynamiek, waarbij men de frustraties achter zich laat.’

Page 72: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

72

Terug naar inhoudsopgaveNawoord

De leergang en leren in de stadEen manier om de expeditie van de leergang te omschrijven is als een verkenning van samenwerkingsvormen rond die crafting communities die steeds meer ontstaan. Daarbij mag het gaan om uitproberen en zoeken. Dat alles past ook bij wat Boutellier (2011) de improvisa-tiemaatschappij heeft genoemd - zoals bij jazz muziek binnen bepaalde kaders en afspraken improvisatie veel ruimte krijgt en door het samenspel van de muzikanten tot prachtige resultaten kan leiden.

Ik noem enkele voorbeelden van dergelijk samenspel uit de essays van de deelnemers.Een van de essays begint bij het verhaal van Els Desmet, die de deelnemers helpt ervaren wat luisteren, kijken en openstaan voor Rotterdammers betekent.Veel van mijn collega’s zijn bij de gemeente gaan werken omdat ze iets willen betekenen voor de stad, de maatschappij, de Rotterdammers. Hoe komt het dan dat contact met de stad daar geen vanzelfsprekend onderdeel van is?

Richard de Brabander besprak tijdens de leergang een mogelijk antwoord op die vraag: het heeft te maken met de systeemwereld en de leefwereld, ofwel de geleefde en de geplande stad. De kunst van nieuwe ambtenaren is, de verbindingen daartussen open te houden (ondanks de zuigkracht van de systeemwereld). Bijvoorbeeld door naar persoonlijke verhalen te luisteren en die serieus te nemen bij het beleid. Op die empathische manier maak je het politieke persoonlijk.

In zekere zin maakt dat de cirkel rond, want in de jaren 1970 was de feministische stelling: het persoonlijke is politiek. Dat wilde ook

zeggen: het persoonlijke is vaak ook een maatschappelijke en politieke kwestie waar onder meer de overheid wat mee kon en moest. Als het gaat om maatschappelijke initiatieven dan is nu ook de vraag steeds relevant wat de rol van de overheid daarbij is. Het SCP (2012) heeft aangegeven, dat die rol vooral te maken heeft met rechtsgelijkheid en opkomen voor de zwakkeren. In het essay wordt het voorbeeld van de schoolkeuze en lotingen genoemd. Hoogopgeleide ouders ‘framen’ dat thema meestal als een vraag van keuzevrijheid, maar de OESO wijst erop dat het gaat om een evenwicht tussen keuzevrijheid en rechtvaardigheid. De gemeente en de schoolbesturen zouden moeten waarborgen, dat alle ouders evenveel kans hebben om hun kind in de school van hun eerste keuze te krijgen. En als het beleid is om kinderen in de buurt naar school te laten gaan (iets dat vrijwel alle ouders ook graag willen), dan moeten er ook voldoende plaatsen zijn op de buurtscholen.

Zorg voor de zwakkeren komt ook in enkele andere essays aan de orde. Een voorbeeld: Mijn motivatie om ‘nieuwe ambtenaar’ te zijn is - overigens net als in de oude situatie - dat ik ontspoorde mensen weer op de rails wil zien te krijgen. Wat ontbreekt zijn aanmeldingen. Die komen nu niet meer binnen via de politie ... maar via de Verbrede Vraagwijzer ... waar men zelf met vragen naartoe komt.Wat mij veel zorgen baart is dat je op die manier de ‘zorgwekkende zorgmijders’ mist: mensen die niet uit zichzelf op de hulpverlening afstappen. De vraag is: wat gaan we met die mensen doen?Of een ander voorbeeld, waarin een ideaal wordt geschetst:... wat ik boven alles hoop is dat we toe veranderen naar een SAMENleving. Een maat-schappij waarin mensen betrokken zijn bij elkaar en er echt voor en met elkaar willen creëren. Maar waarbij ook uitgegaan moet worden dat niet iedereen dat kan, en dat de overheid voor hen een vangnet moet vormen.

>>

‘ Als ambtenaren aanvankelijk in dienst waren van vorsten en later in dienst van staat en wet, zijn de nieuwe ambtenaar dan in dienst van de burgers van Rotterdam?’

Page 73: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

73

Terug naar inhoudsopgaveNawoord

Ook het punt hoe moeilijk het kan zijn om de brug te slaan tussen de systeemwereld van de gemeente en de leefwereld van de burgers komt vaker terug. In een van de essays vanuit de invalshoek de oude en de nieuwe ambtenaar. Als ambtenaren aanvankelijk in dienst waren van vorsten en later in dienst van staat en wet, zijn de nieuwe ambtenaar dan in dienst van de burgers van Rotterdam?De praktijk lijkt soms wat weerbarstiger. Er wordt door ambtenaren volop geluisterd naar inwoners; wat er in de straten gebeurt is veelal bekend [...] En toch lijkt het niet te werken en komen signalen niet aan.[...]Veel beslissingen lijken nog top-down te worden genomen terwijl de roep voor bottom-up er wel degelijk is. Misschien zijn er al veel Nieuwe Ambtenaren, maar worden ze alleen nog niet gezien en dus niet ingezet?De laatste jaren zijn er verschillende publicaties geweest die handvatten wilden bieden aan gemeenten voor het omgaan met maatschappelijke initiatieven. Vooral de Raad voor openbaar bestuur (2012) en Schulz en anderen (2013) zijn daar heel goed in geslaagd.

Crafting communities & learning communities in een lerende stadDe essays van de deelnemers laten zien op welke uiteenlopende manieren de zoektocht tijdens de leergang is ervaren en welke beelden men heeft over een vervolg op de werkplek binnen de gemeente. Kun je daar samen met anderen op weg blijven gaan naar betere reflective practitioners? Kunnen daar ook leergemeen-schappen worden gevormd? En kunnen die leergemeenschappen ook worden verbonden met leren buiten de gemeentelijke organisatie?

Als ontwikkelaars en organisatoren van de leergang hopen wij natuurlijk van wel en wij zijn ook graag bereid daaraan bij te dragen.

Daar wordt nu al aan gewerkt bij de drie betrokken partners en in hun samenwerking. De leergang maakt namelijk onderdeel uit van een geheel van activiteiten rond leren in de stad.

Vanuit het lectoraat gezien vormen dergelijke activiteiten onderdeel van wat wij de actie academie noemen. Een naam die verwijst naar acties van burgers, ondernemers en publieke professionals rond maatschappelijke vraagstukken in de stad, naar het actief van en met elkaar leren, en naar de rol die actie onderzoek daarbij speelt.De actie academie krijgt in kleine stappen vorm op een of meer plaatsen in de stad, zoals de voedseltuin en het Zomerhofkwartier. Daar zullen behalve de genoemde samenwerkingspart-ners ook studenten en docenten betrokken zijn. Sociaal ondernemers en instellingen in de stad willen meedoen. De eerste afspraken over actieve deelname van enkel ambtenaren zijn gemaakt, andere ambtenaren zijn van harte welkom.

De gemeente organiseerde in juni 2014 een Initiatievenlab, om uitwisselingen met maat-schappelijke initiatieven in de stad te faciliteren. Dat wil men ook vaker gaan doen, zodat een netwerk ontstaat waarin gemeente en initiatieven elkaar beter leren kennen en elkaar ook beter kunnen vinden wanneer dat nodig is.

Belvedère Verhalenhuis Rotterdam is in zijn geheel te beschouwen als een lerende gemeenschap. Het Verhalenhuis wil immers mensen en gemeenschappen in de hedendaagse stad zichtbaar en beleefbaar maken door middel van (persoonlijke) verhalen. Zo worden onbekende stadswerelden ontsloten en ontmoetingen tussen werelden in de stad georgani-

‘ Nieuwe ambtenaren zie ik dan ook als degenen die flexibel naar de wereld kijken, over hun eigen schaduw heen kunnen kijken en het grotere plaatje voor ogen houden, namelijk de burger.’

Page 74: Verhalenbundel De Nieuwe Ambtenaar

Verhalenbundel > De Nieuwe Ambtenaar

74

Terug naar inhoudsopgave

seerd. De vorm is telkens anders, bijvoorbeeld (foto)tentoonstellingen, (luister)voorstellingen, of eet- en ontmoetingsprogramma’s zoals de Volkskeuken. Bij de Volkskeuken breng je samen met allerlei verschillende mensen ‘veranderingen te weeg in de mentale stad’, de stad die mensen zich herinneren en de stad die zij kennen. Als de ‘mentale’ stad verandert, zal ook het handelen van mensen veranderen - en dat uitgangspunt gaat over leren.

Deze voorbeelden laten zien dat er op veel verschillende manieren wordt gewerkt aan de vraag hoe we met elkaar Rotterdam beter en mooier kunnen maken.

Guido WalravenMet dank aan Erik Sterk, Els Desmet en Rabiaa Bouhalhoul hun input en commentaar op een eerdere versie.