vacon 100vacon 100 flowvacon 100 hvac
frequentieregelaars
installatiehandleidingwandgemonteerde
frequentieregelaars
®
®
®
VOORWOORDDocument-ID: DPD01717G
Datum: 15.12.2015
INFORMATIE OVER DEZE HANDLEIDING
Het auteursrecht op deze handleiding berust bij Vacon Plc. Alle rechten voorbehouden.
VOORWOORD VACON · 3
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected]
VACON · 4
TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
INHOUDSOPGAVEVoorwoord
Informatie over deze handleiding 31 Goedkeuringen 82 Veiligheid 10
2.1 Veiligheidssymbolen in deze handleiding 102.2 Waarschuwing 102.3 Let op! 112.4 Aarding en aardfoutbeveiliging 122.5 Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) 132.6 Gebruik van RCD- of RCM-beveiliging 13
3 Controle bij ontvangst 143.1 Pakketlabel 143.2 Typeaanduiding 153.3 Inhoud van de levering 153.4 De AC-frequentieregelaar uitpakken en hijsen 15
3.4.1 Gewicht van de AC-frequentieregelaar 153.4.2 Behuizingen MR8 en MR9 hijsen 16
3.5 Accessoires 173.5.1 Behuizing MR4 183.5.2 Behuizing MR5 193.5.3 Behuizing MR6 203.5.4 Behuizing MR7 213.5.5 Behuizing MR8 213.5.6 Behuizing MR9 22
3.6 Sticker 'Product modified' (Product gewijzigd) 223.7 Afvalverwerking 22
4 Montage 234.1 Algemene informatie over de montage 234.2 Maten voor wandmontage 23
4.2.1 Wandmontage van MR4 234.2.2 Wandmontage van MR5 244.2.3 Wandmontage van MR6 254.2.4 Wandmontage van MR7 264.2.5 Wandmontage van MR8, IP21 en IP54 274.2.6 Wandmontage van MR8, IP00 284.2.7 Wandmontage van MR9, IP21 en IP54 294.2.8 Wandmontage van MR9, IP00 30
INHOUDSOPGAVE VACON · 5
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected]
4.3 Maten voor wandmontage, Noord-Amerika 314.3.1 Wandmontage van MR4, Noord-Amerika 314.3.2 Wandmontage van MR5, Noord-Amerika 324.3.3 Wandmontage van MR6, Noord-Amerika 334.3.4 Wandmontage van MR7, Noord-Amerika 344.3.5 Wandmontage van MR8, Noord-Amerika 354.3.6 Wandmontage van MR8, UL Open Type, Noord-Amerika 364.3.7 Wandmontage van MR9, Noord-Amerika 374.3.8 Wandmontage van MR9, UL Open Type, Noord-Amerika 38
4.4 Maten voor wartelplaatmontage 384.4.1 Wartelplaatmontage van MR4 424.4.2 Wartelplaatmontage van MR5 434.4.3 Wartelplaatmontage van MR6 444.4.4 Wartelplaatmontage van MR7 454.4.5 Wartelplaatmontage van MR8 464.4.6 Wartelplaatmontage van MR9 47
4.5 Maten voor wartelplaatmontage, Noord-Amerika 484.5.1 Wartelplaatmontage van MR4, Noord-Amerika 484.5.2 Wartelplaatmontage van MR5, Noord-Amerika 494.5.3 Wartelplaatmontage van MR6, Noord-Amerika 504.5.4 Wartelplaatmontage van MR7, Noord-Amerika 514.5.5 Wartelplaatmontage van MR8, Noord-Amerika 524.5.6 Wartelplaatmontage van MR9, Noord-Amerika 53
4.6 Koeling 545 Voedingskabels 57
5.1 Kabelaansluitingen 575.2 UL-normen voor bekabeling 585.3 Dimensionering en keuze van kabels 58
5.3.1 Dimensionering van kabels en zekeringen 595.3.2 Dimensionering van kabels en zekeringen, Noord-Amerika 63
5.4 Remweerstandskabels 685.5 Voorbereiden van de bekabeling 695.6 Kabelinstallatie 69
5.6.1 Behuizingen MR4 t/m MR7 695.6.2 Behuizingen MR8 t/m MR9 76
5.7 Installatie in een hoekgeaard netwerk 886 Besturingsunit 89
6.1 Componenten van de besturingsunit 896.2 Bekabeling van de besturingsunit 90
6.2.1 Keuze van besturingskabels 906.2.2 Besturingsklemmen en DIP-switches 91
6.3 Aansluiting veldbus 956.3.1 Veldbus via een ethernetkabel 966.3.2 Veldbus via een RS485-kabel 99
6.4 Installatie van optiekaarten 1036.4.1 Installatieprocedure 104
VACON · 6 INHOUDSOPGAVE
TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
6.5 De batterij voor de RTC (real-time klok) plaatsen 1056.6 Galvanische isolatie 105
7 Inbedrijfstelling en aanvullende instructies 1077.1 Veiligheid bij de inbedrijfstelling 1077.2 De frequentieregelaar in bedrijf stellen 1087.3 Werking van de motor 108
7.3.1 Controles voor het starten van de motor 1087.4 De kabel- en motorisolatie doormeten 1087.5 Installatie in een maritieme omgeving 1097.6 Installatie in een IT-systeem 109
7.6.1 De EMC-jumper bij MR4, MR5 en MR6 1097.6.2 EMC-jumper, MR7 1137.6.3 EMC-jumper, MR8 1157.6.4 EMC-jumper, MR9 116
7.7 Onderhoud 1178 Technische gegevens, Vacon® 100 119
8.1 Nominaal vermogen AC-frequentieregelaars 1198.1.1 Netspanning 208–240 V 1198.1.2 Netspanning 380–500 V 1218.1.3 Netspanning 525–600 V 1228.1.4 Netspanning 525–690 V 1238.1.5 Toelaatbare overbelasting 1238.1.6 Remweerstandswaarden 124
8.2 Vacon® 100 – technische gegevens 1299 Technische gegevens, Vacon® 100 FLOW 134
9.1 Nominaal vermogen AC-frequentieregelaars 1349.1.1 Netspanning 208–240 V 1349.1.2 Netspanning 380–500 V 1369.1.3 Netspanning 525–600 V 1379.1.4 Netspanning 525–690 V 1389.1.5 Toelaatbare overbelasting 138
9.2 Vacon® 100 FLOW – technische gegevens 14010 Technische gegevens, Vacon® 100 HVAC 145
10.1 Nominaal vermogen AC-frequentieregelaars 14510.1.1 Netspanning 208–240 V 14510.1.2 Netspanning 380–500 V 14710.1.3 Toelaatbare overbelasting 148
10.2 Vacon® 100 HVAC – technische gegevens 14911 Technische informatie over besturingsaansluitingen 154
11.1 Technische informatie over besturingsaansluitingen 154
INHOUDSOPGAVE VACON · 7
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected]
1 GOEDKEURINGENDe volgende goedkeuringen zijn toegekend aan dit Vacon-product.
1. EG-verklaring van conformiteit• De EG-verklaring van conformiteit staat op de volgende pagina.
2. UL-goedkeuring• cULus-dossiernummer E171278.
3. RCM-goedkeuring• RCM-goedkeuringsnummer E2204.
VACON · 8 GOEDKEURINGEN
1 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
EG-VERKLARING VAN CONFORMITEITWijNaam van fabrikant: Vacon OyjAdres van fabrikant: P.O. Box 25 Runsorintie 7 FIN-65381 Vaasa Finlandverklaren hierbij dat het productProductnaam: Vacon 100 AC-frequentieregelaarModelaanduiding: Wandgemonteerde frequentieregelaars: Vacon 0100 3L 0003 2…0310 2 Vacon 0100 3L 0003 4…0310 4 Vacon 0100 3L 0003 5…0310 5 Vacon 0100 3L 0004 6…0208 6 Vacon 0100 3L 0007 7…0208 7 IP00-frequentieregelaars: Vacon 0100 3L 0140 2…0310 2 Vacon 0100 3L 0140 5…1180 5 Vacon 0100 3L 0080 6…0820 6 Vacon 0100 3L 0080 7…0820 7 Frequentieregelaars in kasten: Vacon 0100 3L 0140 5…0590 5 Vacon 0100 3L 0080 7…0820 7is ontworpen en gefabriceerd in overeenstemming met de volgende normen:Veiligheid: EN 61800-5-1: 2007 EN 60204-1: 2009 (voor zover relevant)EMC: EN 61800-3: 2004 + A1: 2012 EN 61000-3-12en voldoet aan de veiligheidsvoorschriften van de Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG en EMC-richtlijn 2004/108/EG.Door middel van interne metingen en kwaliteitscontrole is ervoor gezorgd dat het product te allen tijde voldoet aan de vereisten van de huidige richtlijn en de relevante normen.
Vaasa, 31 maart 2015 Vesa Laisi PresidentJaar waarin CE-markering is verkregen: 2009
GOEDKEURINGEN VACON · 9
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 1
2 VEILIGHEID2.1 VEILIGHEIDSSYMBOLEN IN DEZE HANDLEIDING
Deze handleiding bevat waarschuwingen en aanwijzingen die zijn aangeduid metveiligheidssymbolen. De waarschuwingen en aanwijzingen geven belangrijke informatie overhoe u letsel en schade aan de apparatuur of uw systeem kunt voorkomen.
Lees de waarschuwingen en aanwijzingen zorgvuldig door en houd u aan de instructies.
Tabel 1: Veiligheidssymbolen
Veiligheidssymbool Beschrijving
WAARSCHUWING!
LET OP!
HEET OPPERVLAK!
2.2 WAARSCHUWING
WAARSCHUWING!
Raak geen componenten van de voedingseenheid aan wanneer defrequentieregelaar verbonden is met het net. De componenten staan onderspanning wanneer de frequentieregelaar verbonden is met de netspanning. Contactmet deze spanning is zeer gevaarlijk.WAARSCHUWING!
Raak de aansluitpunten van de motorkabel U, V, W, de aansluitpunten van deremweerstand en de DC-klemmen niet aan wanneer de frequentieregelaar isverbonden met de netstroom. Deze aansluitingpunten voeren dan spanning, ook alsde motor niet in werking is.WAARSCHUWING!
Raak de besturingsklemmen niet aan. Hierop kan nog gevaarlijke spanning staan,zelfs als de frequentieregelaar is afgekoppeld van het net.
VACON · 10 VEILIGHEID
2 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
WAARSCHUWING!
Controleer voordat u elektrisch werk uitvoert of de componenten in defrequentieregelaar spanningsloos zijn.WAARSCHUWING!
Voordat u aan de aansluitingen van de frequentieregelaar werkt, moet u deze eerstafkoppelen van het net en controleren of de motor is gestopt. Wacht 5 minutenvoordat u de kap van de frequentieregelaar opent. Gebruik vervolgens eenmeetinstrument om vast te stellen dat er geen spanning is. Tot 5 minuten nadat demotor gestopt is en de frequentieregelaar is afgekoppeld van het net kan er nogspanning staan op de aansluitingen en componenten van de frequentieregelaar.WAARSCHUWING!
Voordat u de frequentieregelaar op het net aansluit, moeten het deksel aan devoorzijde en de kabelkap gesloten zijn. De aansluitingen van de AC-frequentieregelaar voeren spanning wanneer de frequentieregelaar is aangeslotenop de netstroom.WAARSCHUWING!
Koppel de motor af van de frequentieregelaar als per ongeluk starten gevaar kanopleveren. Als er een startsignaal actief is, start de motor meteen bij hetinschakelen van de voeding, na een spanningsonderbreking of na het resetten vaneen fout, tenzij pulsbesturing is ingesteld als start-/stoplogica. Bij een wijziging vanparameters, toepassingen of software kunnen ook de I/O-functies (waaronder destartingangen) veranderen.WAARSCHUWING!
Draag beschermende handschoenen wanneer u montage-, bekabelings- ofonderhoudswerkzaamheden uitvoert. De scherpe randen van de frequentieregelaarkunnen snijwonden veroorzaken.
2.3 LET OP!
LET OP!
Verplaats de AC-frequentieregelaar niet. Gebruik een vaste installatie ombeschadiging van de frequentieregelaar te voorkomen.LET OP!
Voer geen metingen uit wanneer de AC-frequentieregelaar aangesloten is op hetnet. Dit kan schade aan de frequentieregelaar veroorzaken.LET OP!
Zorg dat er een versterkte veiligheidsaarding is. Deze is verplicht omdat deaanraakstroom van AC-frequentieregelaars meer bedraagt dan 3,5 mAwisselstroom (zie EN 61800-5-1). Zie hoofdstuk 2.4 Aarding en aardfoutbeveiliging.
VEILIGHEID VACON · 11
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 2
LET OP!
Gebruik geen reserveonderdelen die niet van de fabrikant komen. Door andereonderdelen te gebruiken kan de frequentieregelaar beschadigd raken.LET OP!
Raak de componenten op de printkaarten niet aan. Statische elektriciteit kanschade aan deze componenten veroorzaken.LET OP!
Controleer of het EMC-niveau van de AC-frequentieregelaar correct is voor uwelektriciteitsaansluiting. Zie hoofdstuk 7.6 Installatie in een IT-systeem. Eenincorrect EMC-niveau kan schade aan de frequentieregelaar veroorzaken.LET OP!
Voorkom radiostoring. De AC-frequentieregelaar kan in een huiselijke omgevingradiostoring veroorzaken.AANWIJZING!
Als u de functie Auto reset activeert, start de motor automatisch na hetautomatisch resetten van een fout. Zie de applicatiehandleiding.AANWIJZING!
Als u de AC-frequentieregelaar gebruikt als onderdeel van een machine, moet demachinefabrikant zorgen voor een stroomonderbreker (zie EN 60204-1).
2.4 AARDING EN AARDFOUTBEVEILIGING
LET OP!
De AC-frequentieregelaar moet altijd geaard zijn via een aardleiding die isaangesloten op de aardklem voorzien van het symbool . Als u geen aardleidinggebruikt, kan schade aan de frequentieregelaar ontstaan.
De aanraakstroom van de frequentieregelaar is groter dan 3,5 mA wisselstroom. De normEN 61800-5-1 schrijft voor dat aan één of meer van onderstaande voorwaarden voldaan moetzijn.
De aansluiting moet vast zijn aangebracht.
a) De veiligheidsaardleiding moet een doorsnede hebben van ten minste 10 mm2 Cu of 16mm2 Al. OF
b) Als de aardleiding zou breken, moet de verbinding met het elektriciteitsnet automatischworden verbroken. Zie hoofdstuk 5 Voedingskabels. OF
c) Er moet een aansluitklem zijn voor een tweede veiligheidsaardleiding met dezelfdedraaddoorsnede als de eerste aardleiding.
VACON · 12 VEILIGHEID
2 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
Tabel 2: Doorsnede van de veiligheidsaardleiding
Doorsnede van de fasedraden (S) [mm2] Minimumdoorsnede van de veiligheidsaardleiding[mm2]
S ≤ 16 S
16 < S ≤ 35 16
35 < S S/2
De waarden in de tabel zijn alleen geldig als de veiligheidsaardleiding van hetzelfde metaal isgemaakt als de fasedraden. Als dat niet zo is, moet de doorsnede van deveiligheidsaardleiding zodanig worden bepaald dat de geleidbaarheid overeenkomt met degeleidbaarheid die volgt uit toepassing van deze tabel.
De doorsnede van een veiligheidsaardleiding die geen deel uitmaakt van de netstroomkabelof de kabelomhulling, moet minimaal gelijk zijn aan:
• 2,5 mm2 indien er een mechanische bescherming is, en• 4 mm2 indien er geen mechanische bescherming is. Bij apparatuur die is aangesloten via
een netsnoer moet de veiligheidsaardleiding de laatste ader zijn die wordt onderbrokenindien de trekontlasting breekt.
Neem de plaatselijke voorschriften ten aanzien van de minimumdikte van deveiligheidsaardleiding in acht.
AANWIJZING!
Omdat in de AC-frequentieregelaar sterke capacitieve stromen voorkomen, kan hetvoorkomen dat foutstroombeveiligingen niet goed werken.LET OP!
Voer geen spanningsweerstandstests uit op de AC-frequentieregelaar. De fabrikantheeft deze tests al uitgevoerd. Door spanningsweerstandstests uit te voeren, kanschade aan de frequentieregelaar ontstaan.
2.5 ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT (EMC)
De frequentieregelaar moet voldoen aan de norm IEC 61000-3-12. Om daaraan te voldoen,moet het kortsluitvermogen SSC minimaal 120 RSCE zijn op het interfacepunt tussen hetinterne net en het openbare net. Zorg dat de frequentieregelaar en de motor wordenaangesloten op een elektriciteitsnet waarvan het kortsluitvermogen SSC minimaal 120 RSCEis.. Neem zo nodig contact op met uw elektriciteitsleverancier.
2.6 GEBRUIK VAN RCD- OF RCM-BEVEILIGING
De frequentieregelaar kan een stroom veroorzaken in de veiligheidsaardleiding. Voorbescherming tegen het gevaar van direct of indirect contact kunt u een beveiliging gebruikenop basis van reststroom (RCD, residual current-operated protective device), of eenbeveiliging die de reststroom bewaakt (RCM, residual current-operated monitoring). Gebruikeen type B RCD- of RCM-beveiliging aan de netzijde van de frequentieregelaar.
VEILIGHEID VACON · 13
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 2
3 CONTROLE BIJ ONTVANGSTVoordat een Vacon® AC-frequentieregelaar naar de klant wordt verzonden, voert defabrikant er diverse tests op uit. Onderzoek de frequentieregelaar na het verwijderen van deverpakking op transportschade.
Indien de frequentieregelaar tijdens het transport is beschadigd, dient u contact op te nemenmet de ladingverzekeraar of de transporteur.
U kunt zien of de inhoud van de levering juist en volledig is door de typeaanduiding van hetproduct te vergelijken met de code van de typeaanduiding. Zie hoofdstuk 3.2 Typeaanduiding.
3.1 PAKKETLABEL
A B
C
H
I
D
F
G
E
Afb. 1: Het pakketlabel van Vacon AC-frequentieregelaarsA. Batch-IDB. Ordernummer van VaconC. TypeaanduidingD. SerienummerE. Voedingsspanning
F. De nominale uitgangsstroomG. IP-klasseH. ApplicatiecodeI. Ordernummer van de klant
VACON · 14 CONTROLE BIJ ONTVANGST
3 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
3.2 TYPEAANDUIDING
De typeaanduiding van Vacon is opgebouwd uit standaardcodes en optiecodes. Elk deel vande typeaanduiding houdt verband met gegevens in uw bestelling. De code kan er bijvoorbeeldzo uitzien:
VACON0100-3L-0061-5+IP54VACON0100-3L-0061-5-FLOW
Tabel 3: Uitleg van de onderdelen van de typeaanduiding
Code Beschrijving
VACON Dit deel is hetzelfde voor alle producten.
0100 De productreeks: 0100 = Vacon 100
3L Voeding/functie: 3L = driefasenvoeding
0061 De nominale stroom van de frequentieregelaar in ampères. Voorbeeld: 0061 = 61A
5 De voedingsspanning:
2 = 208–240 V5 = 380–500 V6 = 525–600 V7 = 525–690 V
FLOW De Vacon 100 FLOW AC-frequentieregelaar
+IP54 De optiecodes. Er bestaan veel verschillende optiecodes, bijvoorbeeld +IP54 vooreen AC-frequentieregelaar met beschermingsklasse IP54.
3.3 INHOUD VAN DE LEVERING
Inhoud van de levering, MR4–MR9
• De wandgemonteerde frequentieregelaar met geïntegreerde besturingsunit• Accessoirezak• Verkorte handleiding, veiligheidsinstructies en de handleidingen voor de door u bestelde
opties• Installatiehandleiding en applicatiehandleiding, indien door u besteld
3.4 DE AC-FREQUENTIEREGELAAR UITPAKKEN EN HIJSEN
3.4.1 GEWICHT VAN DE AC-FREQUENTIEREGELAARHet gewicht van AC-frequentieregelaars is sterk afhankelijk van de gebruikt behuizing. Hetgebruik van een hijsinstallatie kan nodig zijn om de frequentieregelaar uit te verpakking tehijsen.
CONTROLE BIJ ONTVANGST VACON · 15
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 3
Tabel 4: Het gewicht van de verschillende behuizingen
Frame Gewicht, IP21/IP54[kg]
Gewicht, IP00 [kg] Gewicht, UL type 1 /type 12 [lb]
Gewicht, UL opentype [lb]
MR4 6.0 13.2
MR5 10.0 22.0
MR6 20.0 44.1
MR7 37.5 82.7
MR8 66.0 62.0 145.5 136.7
MR9 119.5 103.5 263.5 228.2
3.4.2 BEHUIZINGEN MR8 EN MR9 HIJSEN1 Maak de frequentieregelaar los van de pallet
waaraan hij met bouten is bevestigd.2 Gebruik een hijsinstallatie met voldoende capaciteit
voor het gewicht van de frequentieregelaar.3 Breng de hijshaken symmetrisch aan in minstens
twee gaten.
VACON · 16 CONTROLE BIJ ONTVANGST
3 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
4 De maximaal toegestane hijshoek is 45 graden.
≤45°
3.5 ACCESSOIRES
Nadat het pakket is geopend en de frequentieregelaar eruit is gehesen, moet u controlerenof u alle accessoires hebt ontvangen. De inhoud van de zak met accessoires is verschillendafhankelijk van de behuizing en de beschermingsklasse.
CONTROLE BIJ ONTVANGST VACON · 17
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 3
3.5.1 BEHUIZING MR4
Tabel 5: Inhoud van de zak met accessoires
Artikel Aantal Beschrijving
M4x16-bout 11 Bouten voor de aardingsklemmen voor dekabelafscherming (6), de aardingsklemmenvoor de besturingskabel (3) en de aardings-klemmen voor de aardleiding (2)
M4x8-bout 1 Bout voor de optionele aarding
M5x12-bout 1 Bout voor de externe aarding van de fre-quentieregelaar
Aardingsklem voor de besturingskabel 3 Aarding van de besturingskabel
Aardingsklem voor de kabelafscherming, maatM25
3 Vastzetten van de voedingskabels
Aardingsklem voor de aardleiding 2 Aarding van voedingskabel
Sticker 'Product modified' (Product gewijzigd) 1 Gegevens over veranderingen
IP21: doorvoertule 3 Afdichting voor de kabels
IP54: doorvoertule 6 Afdichting voor de kabels
VACON · 18 CONTROLE BIJ ONTVANGST
3 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
3.5.2 BEHUIZING MR5
Tabel 6: Inhoud van de zak met accessoires
Artikel Aantal Beschrijving
M4x16-bout 13 Bouten voor de aardingsklemmen voor dekabelafscherming (6), de aardingsklemmenvoor de besturingskabel (3) en de aardings-klemmen voor de aardleiding (4)
M4x8-bout 1 Bout voor de optionele aarding
M5x12-bout 1 Bout voor de externe aarding van de fre-quentieregelaar
Aardingsklem voor de besturingskabel 3 Aarding van de besturingskabel
Aardingsklem voor de kabelafscherming, maatM25
1 Vastzetten van de remkabel
Aardingsklem voor de kabelafscherming, maatM32
2 Vastzetten van de voedingskabels
Aardingsklem voor de aardleiding 2 Aarding van voedingskabel
Sticker 'Product modified' (Product gewijzigd) 1 Gegevens over veranderingen
IP21: doorvoertule, gatdiameter 25,3 mm 1 Afdichting voor de kabels
IP54: doorvoertule, gatdiameter 25,3 mm 4 Afdichting voor de kabels
Doorvoertule, gatdiameter 33,0 mm 2 Afdichting voor de kabels
CONTROLE BIJ ONTVANGST VACON · 19
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 3
3.5.3 BEHUIZING MR6
Tabel 7: Inhoud van de zak met accessoires
Artikel Aantal Beschrijving
M4x20-bout 10 Bouten voor de aardingsklemmen voor dekabelafscherming (6) en de aardingsklem-men voor de aardleiding (4)
M4x16-bout 3 Bouten voor besturingskabelklemmen
M4x8-bout 1 Bout voor de optionele aarding
M5x12-bout 1 Bout voor de externe aarding van de fre-quentieregelaar
Aardingsklem voor de besturingskabel 3 Aarding van de besturingskabel
Aardingsklem voor de kabelafscherming, maatM32
1 Vastzetten van de remweerstandskabel
Aardingsklem voor de kabelafscherming, maatM40
2 Vastzetten van de voedingskabels
Aardingsklem voor de aardleiding 2 Aarding van voedingskabel
Sticker 'Product modified' (Product gewijzigd) 1 Gegevens over veranderingen
Doorvoertule, gatdiameter 33,0 mm 1 Afdichting voor de kabels
Doorvoertule, gatdiameter 40,3 mm 2 Afdichting voor de kabels
IP54: doorvoertule, gatdiameter 25,3 mm 3 Afdichting voor de kabels
AANWIJZING!
De functies voor dynamisch remmen en remweerstanden zijn niet opgenomen in deVacon® 100 FLOW- en HVAC-software.
VACON · 20 CONTROLE BIJ ONTVANGST
3 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
3.5.4 BEHUIZING MR7
Tabel 8: Inhoud van de zak met accessoires
Artikel Aantal Beschrijving
M6x30-gleufmoer 6 Moeren voor de aardingsklemmen voor dekabelafscherming
M4x16-bout 3 Schroeven voor de aardingsklemmen voorde besturingskabel
M6x12-bout 1 Bout voor de externe aarding van de fre-quentieregelaar
Aardingsklem voor de besturingskabel 3 Aarding van de besturingskabel
Aardingsklem voor de kabelafscherming, maatM25
3 Vastzetten van de voedingskabels
Aardingsklem voor de aardleiding 2 Aarding van voedingskabel
Sticker 'Product modified' (Product gewijzigd) 1 Gegevens over veranderingen
IP21: doorvoertule 3 Afdichting voor de kabels
IP54: doorvoertule 3 Afdichting voor de kabels
3.5.5 BEHUIZING MR8
Tabel 9: Inhoud van de zak met accessoires
Artikel Aantal Beschrijving
M4x16-bout 3 Schroeven voor de aardingsklemmen voorde besturingskabel
Aardingsklem voor de besturingskabel 3 Aarding van de besturingskabel
Aardingsklem voor de kabelafscherming KP40 3 Vastzetten van de voedingskabels
Kabelisolatie 11 Om contact tussen kabels te voorkomen
Doorvoertule, gatdiameter 25,3 mm 4 Afdichting voor de kabels
IP00: Aardlekafscherming 1 Om aanraking met spanningvoerende delente voorkomen
IP00: M4x8-bout 2 Voor het bevestigen van de aanraakbeveili-ging
CONTROLE BIJ ONTVANGST VACON · 21
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 3
3.5.6 BEHUIZING MR9
Tabel 10: Inhoud van de zak met accessoires
Artikel Aantal Beschrijving
M4x16-bout 3 Schroeven voor de aardingsklemmen voorde besturingskabel
Aardingsklem voor de besturingskabel 3 Aarding van de besturingskabel
Aardingsklem voor de kabelafscherming KP40 5 Vastzetten van de voedingskabels
Kabelisolatie 10 Om contact tussen kabels te voorkomen
doorvoertule, gatdiameter 25,3 mm 4 Afdichting voor de kabels
IP00: Aardlekafscherming 1 Om aanraking met spanningvoerende delente voorkomen
IP00: M4x8-bout 2 Voor het bevestigen van de aanraakbeveili-ging
3.6 STICKER 'PRODUCT MODIFIED' (PRODUCT GEWIJZIGD)
In de zak met accessoires zit ook een sticker 'Product modified'. Deze dient omonderhoudspersoneel op de hoogte te stellen van aanpassingen aan de AC-frequentieregelaar. Plak deze sticker aan de zijkant van de AC-frequentieregelaar, zodat hijsteeds gemakkelijk te vinden is. Als u wijzigingen aan de AC-frequentieregelaar aanbrengt,noteer deze dan op de sticker.
Product modified
Date:Date:Date:
3.7 AFVALVERWERKING
Als de frequentieregelaar het eind van zijn levensduur bereikt heeft, mag hij niet alsgewoon afval worden behandeld. De hoofdcomponenten van de frequentieregelaar zijnnamelijk herbruikbaar. Sommige componenten moeten eerst worden gedemonteerdvoordat de materialen te verwijderen zijn. Afgedankte elektrische en elektronischecomponenten dienen te worden hergebruikt.Stuur het afval daarvoor naar een recyclingcentrum. U kunt het ook terugsturen naarde fabrikant.Houd u aan plaatselijke en overige voorschriften hieromtrent.
VACON · 22 CONTROLE BIJ ONTVANGST
3 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
4 MONTAGE4.1 ALGEMENE INFORMATIE OVER DE MONTAGE
Installeer de AC-frequentieregelaar verticaal aan de wand. Bij horizontale bevestiging kanhet zijn dat sommige functies met de nominale waarden als vermeld in hoofdstukken 8 Technische gegevens, Vacon® 100 en 9 Technische gegevens, Vacon® 100 FLOW nietbeschikbaar zijn.
Monteer de AC-frequentieregelaar met de bijgeleverde schroeven, bouten en anderematerialen.
4.2 MATEN VOOR WANDMONTAGE
4.2.1 WANDMONTAGE VAN MR4
Ø25
Ø25
Ø7
Ø13IP21
IP54
112 14
7
128100
313
100
328
190
151
112
Afb. 2: Maten van de AC-frequentieregelaar, MR4 [mm]
MONTAGE VACON · 23
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 4
4.2.2 WANDMONTAGE VAN MR5
Ø7
Ø33 Ø25
Ø25
Ø33
A
A214
144115Ø7
Ø14Ø7
100*
419
406
115100*
IP21
3937
.5
130
134
130
134
IP54
Afb. 3: Maten van de AC-frequentieregelaar, MR5 [mm]A. Gebruik deze montagegaten wanneer u
uw Vacon® NX AC-frequentieregelaarvervangt door een Vacon® 100, Vacon®
100 FLOW of Vacon® 100 HVAC AC-frequentieregelaar.
VACON · 24 MONTAGE
4 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
4.2.3 WANDMONTAGE VAN MR6
195148
Ø15.5Ø9
557
541
Ø9148
229
148
151
IP21
IP54
4243
.7
148
151
Ø40 Ø33 Ø40
Ø25
Afb. 4: Maten van de AC-frequentieregelaar, MR6 [mm]
MONTAGE VACON · 25
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 4
4.2.4 WANDMONTAGE VAN MR7
259
Ø20
660
645
237190 IP21
IP54
160 21
116
0 217
Ø9Ø16
Ø51
Ø25
Ø50
Afb. 5: Maten van de AC-frequentieregelaar, MR7 [mm]
VACON · 26 MONTAGE
4 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
4.2.5 WANDMONTAGE VAN MR8, IP21 EN IP54
9
3 x
3811
4
117 188
62.5164
290
343
216
663
996
22262
235
217
Ø25Ø60
Ø11
Ø22
Ø9
Ø9
Afb. 6: Maten van de AC-frequentieregelaar, MR8, IP21 en IP54 [mm]
MONTAGE VACON · 27
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 4
4.2.6 WANDMONTAGE VAN MR8, IP00
9.329
018
6.5
255
217
794
683
663
18
171.
5 343
215.
7
10.8
15.1
Ø9
Ø9
Ø22
Ø11
A
Afb. 7: Maten van de AC-frequentieregelaar, MR8, IP00 [mm]A. Een optionele connectorkap voor
kastinstallatie
VACON · 28 MONTAGE
4 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
4.2.7 WANDMONTAGE VAN MR9, IP21 EN IP54
Ø25
Ø59
Ø22
84
3 x
4212
6
318166
774
x 81
.5 3
26
11221150
Ø9
14
480
400
355
365
292
28427,5
360
810
360M8 GND
Ø9
Ø9Ø9
Afb. 8: Maten van de AC-frequentieregelaar, MR9, IP21 en IP54 [mm]
MONTAGE VACON · 29
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 4
4.2.8 WANDMONTAGE VAN MR9, IP00
130
810
840.5
16.5
65
50
360
8 x
42
72
M8 GND
318
3 X 4
284
.5
14
Ø9
Ø22
400
480
355
365
Ø9
M8
A
Ø25
126
336
Afb. 9: Maten van de AC-frequentieregelaar, MR9, IP00 [mm]A. Een optionele connectorkap voor
kastinstallatie
VACON · 30 MONTAGE
4 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
4.3 MATEN VOOR WANDMONTAGE, NOORD-AMERIKA
4.3.1 WANDMONTAGE VAN MR4, NOORD-AMERIKA
Ø0.98
Ø0.98
Ø0.28
Ø0.51UL Type 1
UL Type 12
4.41 5.
79
5.043.94
12.3
2
3.94
12.9
1
7.48
5.94
4.41
Afb. 10: Maten van de AC-frequentieregelaar, MR4 [inch]
MONTAGE VACON · 31
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 4
4.3.2 WANDMONTAGE VAN MR5, NOORD-AMERIKA
Ø0.28
Ø1.30 Ø0.98
Ø0.98
Ø1.30
A
A8.43
5.674.53Ø0.28
Ø0.55Ø0.283.94*
16.5
015
.98
4.533.94*
UL Type 1
1.54
1.48
5.12
5.28
5.12
5.28
UL Type 12
Afb. 11: Maten van de AC-frequentieregelaar, MR5 [inch]A. Gebruik deze montagegaten wanneer u
uw Vacon® NX AC-frequentieregelaarvervangt door een Vacon® 100, Vacon®
100 FLOW of Vacon® 100 HVAC AC-frequentieregelaar.
VACON · 32 MONTAGE
4 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
4.3.3 WANDMONTAGE VAN MR6, NOORD-AMERIKA
7.685.83
Ø0.61Ø0.35
21.9
321
.30
Ø0.355.83
9.02
5.83
5.94
UL Type 1
UL Type 12
1.65
1.72
5.83
5.94
Ø1.57 Ø1.30 Ø1.57
Ø0.98
Afb. 12: Maten van de AC-frequentieregelaar, MR6 [inch]
MONTAGE VACON · 33
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 4
4.3.4 WANDMONTAGE VAN MR7, NOORD-AMERIKA
10.20
Ø0.79
25.9
8
25.3
9
9.337.48 UL Type 1
UL Type 12
6.30 8.
316.
30 8.54
Ø0.35Ø0.63
Ø2.01
Ø0.98
Ø1.97
Afb. 13: Maten van de AC-frequentieregelaar, MR7 [inch]
VACON · 34 MONTAGE
4 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
4.3.5 WANDMONTAGE VAN MR8, NOORD-AMERIKA
3 x
1.50
4.49
4.61 7.40
2.466.46
11.4
213
.50
8.50
26.10
39.21
0.8710.31
9.25
8.54
Ø0.98Ø2.36
Ø0.43
Ø0.87
Ø0.35
Ø0.350.35
Afb. 14: Maten van de AC-frequentieregelaar, MR8 [inch]
MONTAGE VACON · 35
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 4
4.3.6 WANDMONTAGE VAN MR8, UL OPEN TYPE, NOORD-AMERIKA
0.3711
.42
7.34
10.0
48.
54
31.26
26.89
26.10
0.71
6.75 13
.50
8.49
0.43
0.59
Ø0.35
Ø0.35
Ø0.87
Ø0.43
A
Afb. 15: Maten van de AC-frequentieregelaar, MR8, UL Open Type [inch]A. Een optionele connectorkap voor
kastinstallatie
VACON · 36 MONTAGE
4 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
4.3.7 WANDMONTAGE VAN MR9, NOORD-AMERIKA
Ø0.98
Ø2.32
Ø0.87
3.31
3 x
1.65
4.96
12.526.54 3.
034
x 3.
21 1
2.84
44.1745.28
Ø0.35
0.55
18.9
015
.75
13.9
814
.37
11.5
0
11.181.08
14.1
7
31.89
14.1
7M8 GND
Ø0.35
Ø0.35Ø0.
35
Afb. 16: Maten van de AC-frequentieregelaar, MR9 [inch]
MONTAGE VACON · 37
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 4
4.3.8 WANDMONTAGE VAN MR9, UL OPEN TYPE, NOORD-AMERIKA
5.12
31.89
33.09
0.65
2.56
1.97
14.1
78
x 1.
652.
83
M8 GND
12.52
3 X 1
.65
3.33
0.55
Ø0.35
Ø0.87
15.7
518
.90
13.9
814
.37
Ø0.35
M8
A
Ø0.
98 4
.96
13.2
3
Afb. 17: Maten van de AC-frequentieregelaar, MR9, UL Open Type [inch]A. Een optionele connectorkap voor
kastinstallatie
4.4 MATEN VOOR WARTELPLAATMONTAGE
U kunt de AC-frequentieregelaar ook in een kastwand monteren met de optionelewartelplaatmontage.
VACON · 38 MONTAGE
4 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
AANWIJZING!
De beschermingsklassen zijn verschillend in verschillende delen van defrequentieregelaar.
A
B
D
A
C
E
Afb. 18: Voorbeeld van wartelplaatmontage (behuizing MR9)A. Kastwand of ander oppervlakB. VoorzijdeC. Achterzijde
D. IP00 / UL open typeE. IP54/UL type 12
MONTAGE VACON · 39
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 4
G
F
A E
B D
C
H
Afb. 19: Maten van opening en frequentieregelaar bij wartelplaatmontageA. Hoogte van de opening voor
wartelplaatmontageB. Breedte van de openingC. Hoogte van de frequentieregelaarD. Breedte van de frequentieregelaarE. Afstand tussen onderkant
frequentieregelaar en onderkantopening
F. Omtrek van de openingG. Omtrek van de frequentieregelaarH. Bovenkant van de frequentieregelaar
Tabel 11: Maten van de frequentieregelaar, behuizingen MR4 t/m MR9
Frame C [mm] D [mm] C [inch] D [inch]
MR4 357 152 14.1 6.0
MR5 454 169 17.9 6.7
MR6 580 220 22.8 8.7
MR7 680 286 26.8 11.3
MR8 898 359 35.4 14.1
MR9 1060 550 41.7 21.7
VACON · 40 MONTAGE
4 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
Tabel 12: Maten van de opening voor wartelplaatmontage, MR4 t/m MR9
Frame A [mm] B [mm] E [mm] A [inch] B [inch] E [inch]
MR4 315 137 24 12.4 5.4 0.9
MR5 408 152 23 16.1 6.0 0.9
MR6 541 203 23 21.3 8.0 0.9
MR7 655 240 13 25.8 9.4 0.5
MR8 859 298 18 33.8 11.7 0.7
MR9 975 485 54 38.4 19.1 2.1
D
A
Afb. 20: Afdichting van de opening voor MR8 en MR9A. De AC-frequentieregelaarB. Omtrek van de opening
C. PakkingtapeD. Bovenkant van de frequentieregelaar
MONTAGE VACON · 41
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 4
4.4.1 WARTELPLAATMONTAGE VAN MR4
152
15122
285
24113
357
341
102
72
18.59
32.8
39
77
190
134128
186.
9
Ø7
Afb. 21: Maten van de AC-frequentieregelaar, wartelplaatmontage, MR4 [mm]
VACON · 42 MONTAGE
4 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
4.4.2 WARTELPLAATMONTAGE VAN MR5
Ø7
Ø7
436
454.
1
262.
5
145
144
150
1699
1338
224
3933
27.5
100214
114
11.572145
102
12
Afb. 22: Maten van de AC-frequentieregelaar, wartelplaatmontage, MR5 [mm]
MONTAGE VACON · 43
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 4
4.4.3 WARTELPLAATMONTAGE VAN MR6
13.9123
16.8
514
36.4
26.2
229
106
Ø7
Ø4
115.5196 12
18
6
184220
195201
Ø7
102
566
580
232
72
355.
6
Afb. 23: Maten van de AC-frequentieregelaar, wartelplaatmontage, MR6 [mm]
VACON · 44 MONTAGE
4 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
4.4.4 WARTELPLAATMONTAGE VAN MR7
230
51.2
35.2
720
192.
519
7.5
660
680
192.
5
102
441.
6
20.3237
271286
7.5 72
Ø5.5
110.4 148.8
Afb. 24: Maten van de AC-frequentieregelaar, wartelplaatmontage, MR7 [mm]
MONTAGE VACON · 45
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 4
4.4.5 WARTELPLAATMONTAGE VAN MR8
359
326
6.8
424.7
89.6
890.8
233
831.5
315.5
19.4
852.6
573.5
82.5
26
182.
533
4
72
898102
GND M8
293
109.5
1.9
Ø7Ø6.5 Ø7
Ø7
Afb. 25: Maten van de AC-frequentieregelaar, wartelplaatmontage, MR8 [mm]
VACON · 46 MONTAGE
4 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
4.4.6 WARTELPLAATMONTAGE VAN MR9
1060397.5
550
525
108
255.
824
7
M8 GND
72
102
7317
517
5
8510.5
163
300 3001039
10.5
56
75
Ø22
210
Ø25
3 x
42
120
449
108.5
Ø6.5
126
Afb. 26: Maten van de AC-frequentieregelaar, wartelplaatmontage, MR9 [mm]
MONTAGE VACON · 47
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 4
4.5 MATEN VOOR WARTELPLAATMONTAGE, NOORD-AMERIKA
4.5.1 WARTELPLAATMONTAGE VAN MR4, NOORD-AMERIKA
5.98
0.594.80
11.2
20.
94
4.45
14.0
613
.43
4.02
2.83
0.73
0.35
1.29
1.54
3.03
7.48
5.285.04
7.36
Ø0.28
Afb. 27: Maten van de AC-frequentieregelaar, wartelplaatmontage, MR4 [inch]
VACON · 48 MONTAGE
4 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
4.5.2 WARTELPLAATMONTAGE VAN MR5, NOORD-AMERIKA
Ø0.28
Ø0.28
17.1
717
.88
10.3
4
5.71
5.67
5.91
6.65
0.35 0.
5115
.04
0.94
1.54
1.30
1.08
3.948.43
4.49
0.452.835.71
4.02
0.47
Afb. 28: Maten van de AC-frequentieregelaar, wartelplaatmontage, MR5 [inch]
MONTAGE VACON · 49
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 4
4.5.3 WARTELPLAATMONTAGE VAN MR6, NOORD-AMERIKA
0.554.84
0.66
20.2
4
1.43
1.03
9.02
4.17
Ø0.28
Ø0.16
4.557.72 0.47
0.71
0.24
7.248.66
7.687.91
Ø0.28
4.02
22.2
822
.84
9.13
2.83
14.0
0
Afb. 29: Maten van de AC-frequentieregelaar, wartelplaatmontage, MR6 [inch]
VACON · 50 MONTAGE
4 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
4.5.4 WARTELPLAATMONTAGE VAN MR7, NOORD-AMERIKA
9.06
2.02
1.39
28.3
5
7.58
7.78 25
.98
26.7
77.
58
4.02
17.3
9
0.80
9.3310.6711.26
0.30 2.83
Ø0.22
4.35 5.86
Afb. 30: Maten van de AC-frequentieregelaar, wartelplaatmontage, MR7 [inch]
MONTAGE VACON · 51
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 4
4.5.5 WARTELPLAATMONTAGE VAN MR8, NOORD-AMERIKA
14.1
312
.84
0.27
16.72
3.53
35.07
9.17
32.74
12.42
0.76
33.57
22.58
3.25
1.02
7.19
13.1
5
2.83
35.354.02
GND M8
11.5
4
4.31
0.07
Ø0.28Ø0.26 Ø0.28
Ø0.28
Afb. 31: Maten van de AC-frequentieregelaar, wartelplaatmontage, MR8 [inch]
VACON · 52 MONTAGE
4 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
4.5.6 WARTELPLAATMONTAGE VAN MR9, NOORD-AMERIKA
41.7315.65
21.6
520
.67
4.25
10.0
79.
72
M8 GND
2.83
4.02
2.87
6.89
6.89
3.350.41
6.42
11.81 11.8140.90
0.41
2.20
2.95
Ø0.87
8.27
Ø0.98
3 x
1.65
4.
72
17.6
8
4.27
Ø0.26
4.96
Afb. 32: Maten van de AC-frequentieregelaar, wartelplaatmontage, MR9 [inch]
MONTAGE VACON · 53
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 4
4.6 KOELING
De werkende AC-frequentieregelaar produceert warmte. De ventilator zorgt voorluchtcirculatie en verlaagt de temperatuur van de frequentieregelaar. Zorg voor voldoendevrije ruimte rond de frequentieregelaar. Er is ook vrije ruimte nodig voor onderhoud.
De temperatuur van de koellucht mag niet hoger worden dan de maximaleomgevingstemperatuur en niet lager dan de minimale omgevingstemperatuur van defrequentieregelaar.
A
D
B
C
Afb. 33: Ruimte voor installatieA. Vrije ruimte rond de frequentieregelaarB. Afstand van de frequentieregelaar tot
een tweede frequentieregelaar of tot dekastwand
C. Vrije ruimte boven de frequentieregelaarD. Vrije ruimte onder de frequentieregelaar
VACON · 54 MONTAGE
4 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
Tabel 13: De minimaal benodigde vrije ruimte rond de AC-frequentieregelaar
Minimale vrije ruimte [mm] Minimale vrije ruimte [inch]
Frame A * B * C D A * B * C D
MR4 20 20 100 50 0.8 0.8 3.9 2.0
MR5 20 20 120 60 0.8 0.8 4.7 2.4
MR6 20 20 160 80 0.8 0.8 6.3 3.1
MR7 20 20 250 100 0.8 0.8 9.8 3.9
MR8 20 20 300 150 0.8 0.8 11.8 5.9
MR9 20 20 350 200 0.8 0.8 13.8 7.9
* = Voor een frequentieregelaar met IP54 / UL type 12 bedragen de minima A en B 0 mm/0inch.
Tabel 14: Benodigde koellucht
Frame Hoeveelheid koellucht[m3/uur]
Hoeveelheid koellucht[CFM]
MR4 45 26.5
MR5 75 44.1
MR6 190 111.8
MR7 185 108.9
MR8 335 197.2
MR9 621 365.5
MONTAGE VACON · 55
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 4
C+
D
Afb. 34: Installatieruimte als frequentieregelaars boven elkaar worden gemonteerd
Als u meerdere frequentieregelaars boven elkaar plaatst, geldt het volgende:
1. De vereiste vrije ruimte is C + D.2. De uitstromende lucht van de onderste frequentieregelaar moet worden weggeleid van
de instromende lucht van de bovenste. Breng hiertoe een metalen plaat aan op dekastwand tussen de frequentieregelaars.
3. Als de frequentieregelaars in een kast zitten, moet recirculatie van de lucht voorkomenworden.
VACON · 56 MONTAGE
4 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
5 VOEDINGSKABELS5.1 KABELAANSLUITINGEN
De netvoedingskabels worden aangesloten op de punten L1, L2 en L3. De motorkabelsworden aangesloten op U, V en W.
A
B
C
U/T1
V/T2
W/T3
L1
L2
L3
DC-
DC+
/R+
R-
Afb. 35: Principeschema aansluitingenA. BedieningspaneelB. Besturingsunit
C. Voedingseenheid
Gebruik kabels die bestand zijn tegen ten minste +70 °C. Ga bij de keuze van kabels enzekeringen uit van de nominale uitgangsstroom van de frequentieregelaar. De nominaleuitgangsstroom vindt u op de naamplaat.
Tabel 15: Keuze van de juiste kabel
Kabelsoort EMC-eisen
1e omgeving 2e omgeving
Categorie C2 Categorie C3 Categorie C4
Netvoedingskabel 1 1 1
Motorkabel 3 * 2 2
Besturingskabel 4 4 4
VOEDINGSKABELS VACON · 57
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 5
1. Een voedingskabel voor een vaste installatie. Een kabel voor de gespecificeerdenetstroom. Een afgeschermde kabel is niet nodig. Het gebruik van een MCMK-kabelwordt aangeraden.
2. Een symmetrische voedingskabel met een concentrische aardingsgeleider. Een kabelvoor de gespecificeerde netstroom. Het gebruik van een MCMK-kabel wordt aangeraden.Zie Afb. 36.
3. Een symmetrische voedingskabel met een compacte afscherming met lage impedantie.Een kabel voor de gespecificeerde netstroom. Het gebruik van een MCCMK- of EMCMK-kabel wordt aangeraden. De geadviseerde kabelimpedantie (1…30 MHz) is minimaal 100mΩ/m. Zie Afb. 36. * = Voor EMC-niveau C2 moet de kabelafscherming 360° geaard zijn,met kabelwartels aan motorzijde.
4. Een afgeschermde kabel met een compacte mantel met lage impedantie, bijvoorbeeldeen kabel van het type JAMAK of SAB/ÖZCuY-O.
A
C
B
Afb. 36: Kabels met aardgeleidersA. Aardgeleider en afschermingB. Aardgeleiders
C. Afscherming
Om te voldoen aan de EMC-eisen geldt voor alle behuizingen dat de standaardwaarden voorde schakelfrequenties moeten worden aangehouden.
Als u een veiligheidsschakelaar hebt aangebracht, moet de EMC-bescherming doorlopen vanhet begin van de kabels tot het einde.
5.2 UL-NORMEN VOOR BEKABELING
Om te voldoen aan de voorschriften van UL (Underwriters Laboratories) gebruikt u door ULgoedgekeurde koperkabel van klasse 1 met een hittebestendigheid van minimaal 60 of 75 °C.
Als de frequentieregelaar is beveiligd met zekeringen van klasse T en J, kunt u defrequentieregelaar gebruiken in circuits met een stroom van maximaal 100.000 ampère(RMS, symmetrisch) en een spanning van maximaal 600 volt.
5.3 DIMENSIONERING EN KEUZE VAN KABELS
Deze instructies gelden alleen voor een situatie met 1 motor en 1 kabelverbinding van AC-frequentieregelaar naar motor. Neem voor andere situaties contact op met de fabrikant voornadere informatie.
VACON · 58 VOEDINGSKABELS
5 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
5.3.1 DIMENSIONERING VAN KABELS EN ZEKERINGENWe adviseren zekeringtype gG/gL (IEC 60269-1). De zekering moet geschikt zijn voor despanning van het elektriciteitsnet. Gebruik geen hogere zekeringswaarden dan aangeradenin Tabel 16 en Tabel 17.
De aanspreektijd van de zekering moet minder dan 0,4 seconden zijn. De aanspreektijd pastbij het zekeringtype en de impedantie van het voedende net. Voor nadere informatie oversnellere zekeringen kunt u contact opnemen met de fabrikant. De fabrikant kan ook adviesgeven over zekeringen van het type aR (erkend door UL, IEC 60269-4) en gS (IEC 60269-4).
De tabel geeft ook informatie over het type en de dimensionering van kabels die met de AC-frequentieregelaar te gebruiken zijn. Houd bij de keuze van kabels rekening met ter plaatsegeldende voorschriften, installatieomstandigheden en kabelspecificaties.
AANWIJZING!
De functies voor dynamisch remmen en remweerstanden zijn niet opgenomen in deVacon® 100 FLOW- en HVAC-software.
VOEDINGSKABELS VACON · 59
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 5
Tabel 16: Dimensionering van kabels en zekeringen voor de Vacon® 100, netspanning 208–240V en 380–500 VFrame Type IL [A] Zekering
(gG/gL)[A]
Kabel van net,motor enremweerstand*,Cu [mm2]
Maat kabelklem
Netstroomkabelklem [mm2]
Aardklem[mm2]
MR4
0003 2—0004 20003 5—0004 5
3.7—4.83.4—4.8
6 3x1,5+1,5 1–6 massief1–4 gevlochten
1-6
0006 2—0008 20005 5—0008 5
6.6—8.05.6—8.0
10 3x1,5+1,5 1–6 massief1–4 gevlochten
1-6
0011 2—0012 20009 5—0012 5
11.0—12.59.6—12.0
16 3x2,5+2,5 1–6 massief1–4 gevlochten
1-6
MR5
0018 20016 5
18.016.0
20 3x6+6 1–10 Cu 1-10
0024 20023 5
24.023.0
25 3x6+6 1–10 Cu 1-10
0031 20031 5
31.031.0
32 3x10+10 1–10 Cu 1-10
MR6
0038 5 38.0 40 3x10+10 2,5–50 Cu/Al 2.5-35
0048 20046 5
48.046.0
50 3x16+16 (Cu)3x25+16 (Al)
2,5–50 Cu/Al 2.5-35
0062 20061 5
62.061.0
63 3x25+16 (Cu)3x35+10 (Al)
2,5–50 Cu/Al 2.5-35
MR7
0075 20072 5
75.072.0
80 3x35+16 (Cu)3x50+16 (Al)
6–70 mm2Cu/Al
6–70 mm2
0088 20087 5
88.087.0
100 3x35+16 (Cu)3x70+21 (Al)
6–70 mm2Cu/Al
6–70 mm2
0105 20105 5
105.0 125 3x50+25 (Cu)3x70+21 (Al)
6–70 mm2Cu/Al
6–70 mm2
MR8
0140 20140 5
140.0 160 3x70+35 (Cu)3x95+29 (Al)
Bout M8 Bout M8
0170 20170 5
170.0 200 3x95+50 (Cu)3x150+41 (Al)
Bout M8 Bout M8
0205 20205 5
205.0 250 3x120+70 (Cu)3x185+57 (Al)
Bout M8 Bout M8
MR9
0261 20261 5
261.0 315 3x185+95 (Cu)2x3x120+41 (Al)
Bout M10 Bout M8
0310 20310 5
310.0 350 2x3x95+50 (Cu)2x3x120+41 (Al)
Bout M10 Bout M8
VACON · 60 VOEDINGSKABELS
5 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
* = Bij gebruik van een meeraderige remweerstandskabel blijft één ader onaangesloten. Hetis ook toegestaan om een enkele kabel te gebruiken zolang de minimale doorsnede wordtaangehouden.
VOEDINGSKABELS VACON · 61
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 5
Tabel 17: Dimensionering van kabels en zekeringen voor de Vacon® 100, netspanning 525–690VFrame Type IL [A] Zekerin
g(gG/gL)[A]
Kabel van net, motoren remweerstand*,Cu [mm2]
Maat kabelklem
Netstroomkabelklem [mm2]
Aardklem[mm2]
MR5
0004 6 3.9 6 3x1,5+1,5 1 – 10 Cu 1 - 10
0006 6 6.1 10 3x1,5+1,5 1 – 10 Cu 1 - 10
0009 6 9.0 10 3x2,5+2,5 1 – 10 Cu 1 - 10
0011 6 11.0 16 3x2,5+2,5 1 – 10 Cu 1 - 10
MR6
0007 7 7.5 10 3x2,5+2,5 2,5 – 50 Cu/Al 2.5 - 35
0010 7 10.0 16 3x2,5+2,5 2,5 – 50 Cu/Al 2.5 - 35
0013 7 13.5 16 3x6+6 2,5 – 50 Cu/Al 2.5 - 35
0018 60018 7
18.0 20 3x10+10 2,5 – 50 Cu/Al 2.5 - 35
0022 60022 7
22.0 25 3x10+10 2,5 – 50 Cu/Al 2.5 - 35
0027 60027 7
27.0 32 3x10+10 2,5 – 50 Cu/Al 2.5 - 35
0034 60034 7
34.0 35 3x16+16 2,5 – 50 Cu/Al 2.5 - 35
MR7
0041 60041 7
41.0 50 3x16+16 (Cu)3x25+16 (Al)
6 – 70 mm2 Cu/Al 6 – 70 mm2
0052 60052 7
52.0 63 3x25+16 (Cu)3x35+16 (Al)
6 – 70 mm2 Cu/Al 6 – 70 mm2
0062 60062 7
62.0 63 3x25+16 (Cu)3x35+16 (Al)
6 – 70 mm2 Cu/Al 6 – 70 mm2
MR8
0080 60080 7
80.0 80 3x35+16 (Cu)3x50+21 (Al)
Bout M8 Bout M8
0100 60100 7
100.0 100 3x50+25 (Cu)3x70+21 (Al)
Bout M8 Bout M8
0125 60125 7
125.0 125 3x70+35 (Cu)3x95+29 (Al)
Bout M8 Bout M8
VACON · 62 VOEDINGSKABELS
5 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
Tabel 17: Dimensionering van kabels en zekeringen voor de Vacon® 100, netspanning 525–690VFrame Type IL [A] Zekerin
g(gG/gL)[A]
Kabel van net, motoren remweerstand*,Cu [mm2]
Maat kabelklem
Netstroomkabelklem [mm2]
Aardklem[mm2]
MR9
0144 60144 7
144.0 160 3x70+35 (Cu)3x120+41 (Al)
Bout M10 Bout M10
0170 7 170.0 200 3x95+50 (Cu)3x150+41 (Al)
Bout M10 Bout M10
0208 60208 7
208.0 250 3x120+70 (Cu)3x185+57 (Al)
Bout M10 Bout M10
* = Bij gebruik van een meeraderige remweerstandskabel blijft één ader onaangesloten. Hetis ook toegestaan om een enkele kabel te gebruiken zolang de minimale doorsnede wordtaangehouden.
De kabels moeten zodanig gedimensioneerd zijn dat ze voldoen aan IEC 60364-5-52.
• De kabels moeten een isolatie van PVC hebben.• De maximaal toelaatbare omgevingstemperatuur is +30 °C.• De maximale oppervlaktetemperatuur van de kabel is +70 °C.• Gebruik alleen kabels met concentrische koperen afscherming.• Het maximale aantal parallelle kabels is 9.
Wanneer u parallelle kabels gebruikt, moeten ze wel voldoen aan de eisen wat betreftdoorsnede en maximaal aantal kabels.
In hoofdstuk 2.4 Aarding en aardfoutbeveiliging vindt u belangrijke informatie over de eisen dieworden gesteld aan de aardleiding.
Voor correctiefactoren bij verschillende temperaturen zie de norm IEC 60364-5-52.
5.3.2 DIMENSIONERING VAN KABELS EN ZEKERINGEN, NOORD-AMERIKAWe adviseren zekeringen van klasse T (UL & CSA). De zekering moet geschikt zijn voor despanning van het elektriciteitsnet. Let ook op ter plaatse geldende voorschriften,installatieomstandigheden en kabelspecificaties. Gebruik geen hogere zekeringswaardendan aangeraden in Tabel 18 en Tabel 19.
De aanspreektijd van de zekering moet minder dan 0,4 seconden zijn. De aanspreektijd pastbij het zekeringtype en de impedantie van het voedende net. Voor nadere informatie oversnellere zekeringen kunt u contact opnemen met de fabrikant. De fabrikant kan ook snellerezekeringen aanraden van klasse J (UL & CSA) en aR (erkend door UL).
De ingebouwde kortsluitbeveiliging geeft geen bescherming voor de groep waarop de AC-frequentieregelaar is aangesloten. Raadpleeg voor een correcte beveiliging van de groepende 'National Electric Code' en de plaatselijke voorschriften. Gebruik geen andere middelendan zekeringen voor het beveiligen van de groepen.
VOEDINGSKABELS VACON · 63
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 5
AANWIJZING!
De functies voor dynamisch remmen en remweerstanden zijn niet opgenomen in deVacon® 100 FLOW- en HVAC-software.
VACON · 64 VOEDINGSKABELS
5 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
Tabel 18: Dimensionering van kabels en zekeringen voor de Vacon® 100 in Noord-Amerika,netspanning 208–240 V en 380–500 VFrame Type IL [A] Zekering
(klasseT/J) [A]
Kabel van net,motor enremweerstand*,Cu [AWG]
Maat kabelklem
Netstroomkabelklem [AWG]
Aardklem[AWG]
MR4
0003 20003 5
3.73.4
6 14 24-10 17-10
0004 20004 5
4.8 6 14 24-10 17-10
0006 20005 5
6.65.6
10 14 24-10 17-10
0008 20008 5
8.0 10 14 24-10 17-10
0011 20009 5
11.09.6
15 14 24-10 17-10
0012 20012 5
12.512.0
20 14 24-10 17-10
MR5
0018 20016 5
18.016.0
25 10 20-5 17-8
0024 20023 5
24.023.0
30 10 20-5 17-8
0031 20031 5
31.0 40 8 20-5 17-8
MR6
0038 5 38.0 50 4 13-0 13-2
0048 20046 5
48.046.0
60 4 13-0 13-2
0062 20061 5 **
62.061.0
80 4 13-0 13-2
MR7
0075 20072 5
75.072.0
100 2 9-2/0 9-2/0
0088 20087 5
88.087.0
110 1 9-2/0 9-2/0
0105 20105 5
105.0 150 1/0 9-2/0 9-2/0
VOEDINGSKABELS VACON · 65
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 5
Tabel 18: Dimensionering van kabels en zekeringen voor de Vacon® 100 in Noord-Amerika,netspanning 208–240 V en 380–500 VFrame Type IL [A] Zekering
(klasseT/J) [A]
Kabel van net,motor enremweerstand*,Cu [AWG]
Maat kabelklem
Netstroomkabelklem [AWG]
Aardklem[AWG]
MR8
0140 20140 5
140.0 200 3/0 1 AWG–350kcmil
1 AWG–350kcmil
0170 20170 5
170.0 225 250 kcmil 1 AWG–350kcmil
1 AWG–350kcmil
0205 20205 5
205.0 250 350 kcmil 1 AWG–350kcmil
1 AWG–350kcmil
MR9
0261 20261 5
261.0 350 2x250 kcmil 1 AWG–350kcmil
1 AWG–350kcmil
0310 20310 5
310.0 400 2x350 kcmil 1 AWG–350kcmil
1 AWG–350kcmil
* = Bij gebruik van een meeraderige remweerstandskabel blijft één ader onaangesloten. Hetis ook toegestaan om een enkele kabel te gebruiken zolang de minimale doorsnede wordtaangehouden.
** = Om te voldoen aan de UL-voorschriften voor de 500V-frequentieregelaar moeten dekabels temperaturen tot +194 °F kunnen weerstaan.
VACON · 66 VOEDINGSKABELS
5 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
Tabel 19: Dimensionering van kabels en zekeringen voor de Vacon® 100 in Noord-Amerika,netspanning 525–690 VFrame Type IL [A] Zekering
(klasseT/J) [A]
Kabel van net,motor enremweerstand*, Cu [AWG]
Maat kabelklem
Netstroomkabelklem [AWG]
Aardklem [AWG]
MR5 (600V)
0004 6 3.9 6 14 20-5 17-8
0006 6 6.1 10 14 20-5 17-8
0009 6 9.0 10 14 20-5 17-8
0011 6 11.0 15 14 20-5 17-8
MR6 0007 7 7.5 10 12 13-0 13-2
0010 7 10.0 15 12 13-0 13-2
0013 7 13.5 20 12 13-0 13-2
0018 60018 7
18.0 20 10 13-0 13-2
0022 60022 7
22.0 25 10 13-0 13-2
0027 60027 7
27.0 30 8 13-0 13-2
0034 60034 7
34.0 40 8 13-0 13-2
MR7 0041 60041 7
41.0 50 6 9-2/0 9-2/0
0052 60052 7
52.0 60 6 9-2/0 9-2/0
0062 60062 7
62.0 70 4 9-2/0 9-2/0
MR8 0080 60080 7
80.0 90 1/0 1 AWG–350 kcmil 1 AWG–350 kcmil
0100 60100 7
100.0 110 1/0 1 AWG–350 kcmil 1 AWG–350 kcmil
0125 60125 7
125.0 150 2/0 1 AWG–350 kcmil 1 AWG–350 kcmil
MR9 0144 60144 7
144.0 175 3/0 1 AWG–350 kcmil 1 AWG–350 kcmil
0170 7 170.0 200 4/0 1 AWG–350 kcmil 1 AWG–350 kcmil
0208 60208 7
208.0 250 300 kcmil 1 AWG–350 kcmil 1 AWG–350 kcmil
VOEDINGSKABELS VACON · 67
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 5
* = Bij gebruik van een meeraderige remweerstandskabel blijft één ader onaangesloten. Hetis ook toegestaan om een enkele kabel te gebruiken zolang de minimale doorsnede wordtaangehouden.
De kabels moeten zodanig zijn gedimensioneerd dat ze voldoen aan de UL 61800-5-1-norm(Underwriters Laboratories).
• De kabels moeten een isolatie van PVC hebben.• De maximaal toelaatbare omgevingstemperatuur is +86 °F.• De maximale oppervlaktetemperatuur van de kabel is +158 °F.• Gebruik alleen kabels met concentrische koperen afscherming.• Het maximale aantal parallelle kabels is 9.
Wanneer u parallelle kabels gebruikt, moeten ze wel voldoen aan de eisen wat betreftdoorsnede en maximaal aantal kabels.
Belangrijke informatie over de eisen die gesteld worden aan de aardleiding, vindt u in normUL 61800-5-1 (Underwriters Laboratories).
Zie de instructies in de norm UL 61800-5-1 (Underwriters Laboratories) voor decorrectiefactor bij elke temperatuur.
5.4 REMWEERSTANDSKABELS
Vacon® 100 AC-frequentieregelaars hebben aansluitpunten voor een optionele externeremweerstand. Deze aansluitpunten worden aangeduid met R+ en R- (MR4 en MR5) of DC+/R+ en R- (MR6, MR7, MR8 en MR9). In de hoofdstukken 5.3.1 Dimensionering van kabels en zekeringen en 5.3.2 Dimensionering van kabels en zekeringen, Noord-Amerika vindt u de diktevan de remweerstandskabels die wij aanraden.
LET OP!
Bij gebruik van een meeraderige remweerstandskabel blijft één aderonaangesloten. Knip de overblijvende ader af zodat die niet per ongeluk in contactkomt met een geleidende component.
Zie de remweerstandswaarden in hoofdstuk 8.1.6 Remweerstandswaarden.
AANWIJZING!
De behuizingen MR7, MR8 en MR9 zijn alleen voorzien van de remchopper als+DBIN is toegevoegd aan de typeaanduiding. De behuizingen MR4, MR5 en MR6 zijnstandaard voorzien van de remchopper.AANWIJZING!
De functies voor dynamisch remmen en remweerstanden zijn niet opgenomen in deVacon® 100 FLOW- en HVAC-software.
VACON · 68 VOEDINGSKABELS
5 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
5.5 VOORBEREIDEN VAN DE BEKABELING
• Controleer voordat u begint of alle componenten van de AC-frequentieregelaar vrij zijnvan spanning. Lees zorgvuldig de waarschuwingen in hoofdstuk 2 Veiligheid.
• Zorg dat de motorkabels ver genoeg van de andere kabels liggen.• De motorkabels moeten andere kabels kruisen met een hoek van 90 graden.• Laat de motorkabels voor zover mogelijk niet over langere afstanden parallel aan andere
kabels lopen.• Houd als dat toch onvermijdelijk is, de minimumafstanden aan (zie Tabel 20
Minimumafstand tussen kabels).• De opgegeven afstanden gelden ook voor de afstand tussen motorkabels en
signaalkabels van andere systemen.• De maximale lengtematen voor afgeschermde motorkabels zijn 100 m/328 ft (MR4), 150
m/492 ft (MR5 en MR6) en 200 m/656 ft (MR7, MR8 en MR9).• Als controle van de kabelisolatie nodig is, lees dan hoofdstuk 7.4 De kabel- en
motorisolatie doormeten voor instructies.
Tabel 20: Minimumafstand tussen kabels
Afstand tussen kabels,[m]
Lengte van deafgeschermde kabel [m]
Afstand tussen kabels,[ft]
Lengte van deafgeschermde kabel [ft]
0.3 ≤ 50 1.0 ≤ 164.0
1.0 ≤ 200 3.3 ≤ 656.1
5.6 KABELINSTALLATIE
5.6.1 BEHUIZINGEN MR4 T/M MR7
Tabel 21: Afstriplengte van de kabels [mm]. Zie de afbeelding in stap 1.
Frame A B C D E F G
MR4 15 35 10 20 7 35 *
MR5 20 40 10 30 10 40 *
MR6 20 90 15 60 15 60 *
MR7 20 80 20 80 20 80 *
* = zo kort mogelijk.
VOEDINGSKABELS VACON · 69
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 5
Tabel 22: Afstriplengte van de kabels [in]. Zie de afbeelding in stap 1.
Frame A B C D E F G
MR4 0.6 1.4 0.4 0.8 0.3 1.4 *
MR5 0.8 1.6 0.4 1.2 0.4 1.6 *
MR6 0.8 3.6 0.6 2.4 0.6 2.4 *
MR7 0.8 3.1 0.8 3.1 0.8 3.1 *
* = zo kort mogelijk.
1 Strip de motorkabel, de voedingskabel en deremweerstandskabel.
AANWIJZING!
De functies voor dynamisch remmen enremweerstanden zijn niet opgenomen inde Vacon® 100 FLOW- en HVAC-software.
B D
A C
FE
G
NETVOEDING MOTOR
G. Aardleiding
2 Open de kap van de AC-frequentieregelaar.
M4x55
VACON · 70 VOEDINGSKABELS
5 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
3 Verwijder de schroeven van de kabelkap. Verwijderde kabelkap. Maak de kap van de voedingseenheidniet open. M4x8
4 Breng de doorvoertules aan in de openingen van dekabelinvoerplaat. Deze onderdelen zijn inbegrepenin het pakket. Op de afbeelding ziet u dedoorvoertules voor IP21 in de EU-versie.
VOEDINGSKABELS VACON · 71
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 5
5 Breng de kabels (de voedingskabel, de motorkabelen de optionele remkabel) aan in de openingen vande kabelinvoerplaat.
a) Snijd de doorvoertules open en voer de kabelserdoorheen. Als de doorvoertules invouwenterwijl u de kabel erin schuift, trekt u de kabelweer wat terug zodat de doorvoertules weerrecht komen.
b) Snijd de doorvoertules niet verder open dannodig is voor de kabels die u gebruikt.
c) Om te voldoen aan de vereisten voor eenbehuizing van klasse IP54 moet er een nauweaansluiting tussen de doorvoertule en de kabelzijn. Trek het eerste stuk kabel uit dedoorvoertule zodat die recht blijft. Lukt dit niet,maak dan de aansluiting strak met watisolatietape of een kabelbinder.
A B C
A. NetvoedingskabelB. RemkabelC. Motorkabel
6 Verwijder de aardklemmen voor dekabelafscherming en de aardleiding. Hetaandraaimoment is 2,2 Nm of 19,5 lb-inch.
M4x16(2.2 Nm)
VACON · 72 VOEDINGSKABELS
5 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
7 Leg de kabelinvoerplaat met de kabels in de groefvan de behuizing van de frequentieregelaar.
8 Sluit de gestripte kabels aan.
a) Leg de afscherming van de 3 kabels bloot omeen verbinding van 360 graden te maken metde aardingsklemmen voor dekabelafscherming.
b) Sluit de fasedraden van de voedingskabel en demotorkabel aan op de juiste aansluitpunten,evenals de draden van deremweerstandskabel.
c) Bevestig de aardleiding van elke kabel aan eenaardaansluitpunt met een aardingsklem voorde aardleiding.
d) Zorg ervoor dat de externe aardleiding isverbonden met de aardingsrail. Zie hoofdstuk2.4 Aarding en aardfoutbeveiliging.
e) Let op de juiste aandraaimomenten zoalsvermeld in Tabel 23.
Brake cable
C
D E F
C
B
A
A. Aardingsklem voor dekabelafscherming
B. AansluitklemmenC. AardklemD. NetvoedingskabelE. RemweerstandskabelF. Motorkabel
VOEDINGSKABELS VACON · 73
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 5
9 De aardleiding moet zijn aangesloten bij de motoren op de aansluitpunten aangeduid met .
a) Volg om aan de eisen van de norm EN61800-5-1 te voldoen de instructies inhoofdstuk 2.4 Aarding en aardfoutbeveiliging.
b) Als dubbele aarding nodig is, kunt u deaardklem onder de frequentieregelaargebruiken. Gebruik een M5-bout en draai dieaan met 2,0 Nm(17,7 lb-inch).
= M5; 2 Nm
10 Breng de kabelkap en het deksel van defrequentieregelaar weer aan.
VACON · 74 VOEDINGSKABELS
5 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
Tabel 23: Aandraaimomenten voor de aansluitpunten
Frame Type
Aandraaimoment:de aansluitpunten vande netvoedingskabel ende motorkabel
Aandraaimoment:de aardingsklemmenvan dekabelafscherming
Aandraaimoment:aardklemmen voor deaardleiding
Nm lb-inch Nm lb-inch Nm lb-inch
MR4 0003 2 - 0012 20003 5 - 0012 5
0.5-0.6 4.5-5.3 1.5 13.3 2.0 17.7
MR5 0018 2 - 0031 20016 5 - 0031 50004 6 - 0011 6
1.2-1.5 10.6-13.3 1.5 13.3 2.0 17.7
MR60048 2 - 0062 20038 5 - 0061 50018 6 - 0034 60007 7 - 0034 7
10 88.5 1.5 13.3 2.0 17.7
MR70075 2 - 0105 20072 5 - 0105 50041 6 - 0062 60041 7 - 0062 7
8 * / 5.6 ** 70.8 * /49.6 ** 1.5 13.3 8 * / 5.6 ** 70.8 * /
49.6 **
* = aandraaimoment voor een torx-bout
** = aandraaimoment voor een inbusbout
Afb. 37: Het aandraaimoment voor de inbusbout in MR7 is 5,6 Nm
VOEDINGSKABELS VACON · 75
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 5
5.6.2 BEHUIZINGEN MR8 T/M MR9
Tabel 24: Afstriplengte van de kabels [mm]. Zie de afbeelding in stap 1.
Frame A B C D E F G
MR8 40 180 25 300 25 300 *
MR9 40 180 25 300 25 300 *
* = zo kort mogelijk.
Tabel 25: Afstriplengte van de kabels [in]. Zie de afbeelding in stap 1.
Frame A B C D E F G
MR8 1.6 7.1 1 11.8 1 11.8 *
MR9 1.6 7.1 1 11.8 1 11.8 *
* = zo kort mogelijk.
1 Strip de motorkabel, de voedingskabel en deremweerstandskabel.
AANWIJZING!
De functies voor dynamisch remmen enremweerstanden zijn niet opgenomen inde Vacon® 100 FLOW- en HVAC-software.
B D
A C
FE
G
NETVOEDING MOTOR
G. Aardleiding
VACON · 76 VOEDINGSKABELS
5 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
2 Alleen MR9: Open de kap van de AC-frequentieregelaar.
M4x10
VOEDINGSKABELS VACON · 77
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 5
3 Verwijder de kabelkap.
M4x8
MR8
M4x8
MR9
VACON · 78 VOEDINGSKABELS
5 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
4 Verwijder de kabelinvoerplaat.
M4x8
MR8
M5x10
MR9
VOEDINGSKABELS VACON · 79
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 5
5 Alleen MR9: Maak de schroeven los en verwijder deafdichtplaat. M4x8
VACON · 80 VOEDINGSKABELS
5 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
6 Verwijder de EMC-afschermingsplaat.
M5
M4x8
A
A. Vleugelmoer van MR8
MR9
VOEDINGSKABELS VACON · 81
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 5
7 Zoek de aansluitpunten van de motorkabel. Delocatie van de aansluitpunten is anders dangewoonlijk, vooral bij MR8. L1
U V W
L2 L3 DC-DC+R+ R-
MR8
L1 U V WL2 L3 DC-DC+R+ R-
MR9
VACON · 82 VOEDINGSKABELS
5 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
8 Snijd de doorvoertules open en voer de kabelserdoorheen.
a) Snijd de doorvoertules niet verder open dannodig is voor de kabels die u gebruikt.
b) Als de doorvoertules invouwen terwijl u dekabel erin schuift, trekt u de kabel weer watterug zodat de doorvoertules weer rechtkomen.
9 Bevestig de doorvoertule en de kabel zo dat debehuizing van de frequentieregelaar in de groef vande doorvoertule valt.
a) Om te voldoen aan de vereisten voor eenbehuizing van klasse IP54 moet er een nauweaansluiting tussen de doorvoertule en de kabelzijn. Trek het eerste stuk kabel uit dedoorvoertule zodat die recht blijft.
b) Lukt dit niet, maak dan de aansluiting strakmet wat isolatietape of een kabelbinder.
VOEDINGSKABELS VACON · 83
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 5
10 Als u dikke kabels gebruikt, plaatst u kabelisolatietussen de aansluitpunten om contact tussen dekabels te voorkomen.
VACON · 84 VOEDINGSKABELS
5 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
11 Sluit de gestripte kabels aan.
a) Sluit de fasedraden van de voedingskabel en demotorkabel aan op de juiste aansluitpunten.Als u een remweerstandskabel gebruikt, sluit ude aders daarvan ook aan op de juisteaansluitpunten.
b) Bevestig de aardleiding van elke kabel aan eenaardaansluitpunt met een aardingsklem voorde aardleiding.
c) Zorg ervoor dat de externe aardleiding isverbonden met de aardingsrail. Zie hoofdstuk2.4 Aarding en aardfoutbeveiliging.
d) Let op de juiste aandraaimomenten zoalsvermeld in Tabel 26.
A
B
A. Aansluiting van de kabelsB. Aardaansluiting van MR8
A
A. Aardaansluiting van MR9
VOEDINGSKABELS VACON · 85
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 5
12 Als meer kabels op dezelfde connector komen,plaatst u de kabelogen op elkaar.
A
C
B
A. Eerste kabeloogB. Tweede kabeloogC. Connector
13 Leg de afscherming van de 3 kabels bloot om eenverbinding van 360 graden te maken met deaardingsklem voor de kabelafscherming.
14 Plaats de EMC-afschermplaat terug. Bij behuizingMR9 bevestigt u ook de afdichtplaat.
VACON · 86 VOEDINGSKABELS
5 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
15 Bevestig de kabelinvoerplaat, gevolgd door dekabelkap.
16 Bij behuizing MR9 plaatst u ook de kap van defrequentieregelaar (tenzij u eerst debesturingsaansluitingen wilt maken).
M4x10
17 De aardleiding moet zijn aangesloten bij de motoren op de aansluitpunten aangeduid met .
a) Volg om aan de eisen van de norm EN61800-5-1 te voldoen de instructies inhoofdstuk 2.4 Aarding en aardfoutbeveiliging.
b) Sluit de aardleiding met een kabelschoen eneen M8-bout aan op een van deschroefconnectors.
VOEDINGSKABELS VACON · 87
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 5
Tabel 26: Aandraaimomenten van kabelklemmen
Frame Type
Aandraaimoment:de aansluitpunten vande netvoedingskabel ende motorkabel
Aandraaimoment:de aardingsklemmenvan dekabelafscherming
Aandraaimoment:aardklemmen voor deaardleiding
[Nm] lb-inch [Nm] lb-inch [Nm] lb-inch
MR80140 2 - 0205 20140 5 - 0205 50080 6 - 0125 60080 7 - 0125 7
30 266 1.5 13.3 20 177
MR90261 2 - 0310 20261 5 - 0310 50144 6 - 0208 60144 7 - 0208 7
40 266 1.5 13.3 20 177
5.7 INSTALLATIE IN EEN HOEKGEAARD NETWERK
U kunt hoekaarding toepassen met de frequentieregelaars van type MR7 t/m MR9 met eennominale stroom van 72–310 A bij een netspanning van 380–480 V of 75–310 A bij eennetspanning van 208–240 V.
In deze situaties moet echter wel EMC-beschermingsniveau C4 worden toegepast. Zie deinstructies in 7.6 Installatie in een IT-systeem.
Gebruik geen hoekaarding met de types MR4 t/m MR6 met een nominale stroom van 3,4–61A bij een netspanning van 380–480 V of 3,7–62 A bij een netspanning van 208–240 V.
Hoekaarding is toegestaan voor frequentieregelaars MR4–6 (netspanning 208–230 V) tot2.000 m.
VACON · 88 VOEDINGSKABELS
5 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
6 BESTURINGSUNIT6.1 COMPONENTEN VAN DE BESTURINGSUNIT
De besturingsunit van de AC-frequentieregelaar bestaat uit standaardkaarten enoptiekaarten. De optiekaarten komen in de slots van de besturingskaart (zie 6.4 Installatie van optiekaarten).
STO JMP
L
I
MK
H
G
F
J
E
D
A
B
C
Afb. 38: De componenten van de besturingsunitA. De besturingsklemmen voor de
standaard-I/O-aansluitingenB. EthernetaansluitingC. De relaiskaartklemmen voor 3
relaisuitgangen of 2 relaisuitgangen eneen thermistor
D. OptiekaartenE. DIP-switch voor de RS485-busafsluiting
F. DIP-switch voor signaalselectie van deanaloge uitgang
G. DIP-switch voor isolatie van digitaleingangen van de massa
H. DIP-switch voor signaalselectie vananaloge ingang 2
I. DIP-switch voor signaalselectie vananaloge ingang 1
BESTURINGSUNIT VACON · 89
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 6
J. Statusindicator van deethernetaansluiting
K. Ventilator (alleen voor IP54 bij MR4 enMR5)
L. Batterij voor de real-time klok (RTC)M. De locatie en standaardpositie van de
STO-jumper (Safe Torque Off)
Bij aflevering bevat de AC-frequentieregelaar in principe de standaarduitvoering van debesturingsinterface. Als u speciale opties besteld hebt, wordt geleverd wat u hebt besteld.Op de volgende pagina's vindt u informatie over de aansluitingen en algemenebedradingsvoorbeelden.
Het is mogelijk om de frequentieregelaar te gebruiken met een externe voeding met devolgende specificaties: +24 VDC ±10%, minimaal 1.000 mA. Sluit de externe voeding aan opaansluiting 30. Deze spanning is voldoende om de besturingsunit ingeschakeld te houdenzodat u parameters kunt instellen. De meetwaarden van het hoofdcircuit (zoals de spanningvan het DC-tussenkring en de temperatuur van de unit) zijn niet beschikbaar als de unit nietop het net is aangesloten.
De status-LED van de frequentieregelaar toont de status van de frequentieregelaar. Destatus-LED bevindt zich op het bedieningspaneel onder het toetsenblok en kan 5verschillende statussen tonen.
Tabel 27: De statussen van de status-LED van de frequentieregelaar
Kleur van het LED-licht Status van de frequentieregelaar
Knippert langzaam Gereed
Groen In bedrijf
Rood Fout
Oranje Alarm
Knippert snel Bezig met downloaden software
6.2 BEKABELING VAN DE BESTURINGSUNIT
De standaard-I/O-kaart heeft 22 vaste besturingsklemmen en 8 relaiskaartklemmen. U kuntde standaardaansluitingen van de besturingsunit en de omschrijving van de signalen vindenin Afb. 39.
6.2.1 KEUZE VAN BESTURINGSKABELSDe besturingskabels moeten afgeschermde meeraderige kabels zijn van minstens 0,5 mm2
doorsnede. Zie Tabel 15 Keuze van de juiste kabel voor meer informatie over kabeltypen. Bij derelaiskaartklemmen en voor andere aansluitpunten mogen de aansluitdraden maximaal 2,5mm2 zijn.
VACON · 90 BESTURINGSUNIT
6 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
Tabel 28: Aandraaimoment voor de besturingskabels
Aansluiting Klembout Aandraaimoment
Nm lb-inch
Alle aansluitingen vande I/O-kaart en derelaiskaart
M3 0.5 4.5
6.2.2 BESTURINGSKLEMMEN EN DIP-SWITCHESHier ziet u de basisbeschrijving van de klemmen op de standaard-I/O-kaart en derelaiskaart. Zie 11.1 Technische informatie over besturingsaansluitingen voor meer informatie.
Voor de signalen van sommige aansluitingen kunt u optionele functies instellen met DIP-switches. Zie 6.2.2.1 Selectie van de functie van aansluitingen met DIP-switches voor meerinformatie.
BESTURINGSUNIT VACON · 91
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 6
Modbus RTUBACnet, N2
1
6
2
3
4
5
18
19
30
12
7
13
8
9
10
14
15
16
21
22
23
11
17
AB
24
25
26
32
33
*)
*)
Standaard-I/O-kaartKlem Signaal Beschrijving
2-draads zenderWerkelijkewaarde
I = (0)4...20 mA
+10 V ref Referentie-uitgang
AI1+Analoge ingang,spanning of stroom
AI1- Gemeenschappelijke aansluiting analoge ingang (stroom)
AI2+ Analoge ingang,spanning of stroom
AI2- Gemeenschappelijke aansluitinganaloge ingang (stroom)
24 V uit 24 V hulpspanning
GND I/O-aarde
DI1 Digitale ingang 1
DI2 Digitale ingang 2
DI3 Digitale ingang 3
CM Gemeenschappelijkvoor DI1–DI6
Gemeenschappelijkvoor DI1–DI6
24 V uit 24 V hulpspanning
GND I/O-aarde
DI4 Digitale ingang 4
DI5 Digitale ingang 5
DI6 Digitale ingang 6
CM
AO1+ Analoog signaal(+uitgang)
AO1-/GNDGemeenschappelijkeaansluiting analogeuitgang / I/O-aarde
+24 V in 24 Vhulpingangsspanning
RS-485 Seriële bus, negatiefRS-485 Seriële bus, positiefRO1 NC
RO1 CM
RO1 NO
RO2 NC
RO2 CM
RO2 NO
RO3 CM
RO3 NO
Relaisuitgang 1
Relaisuitgang 2
Relaisuitgang 3
Frequentiereferentie
Frequentiereferentie
Start vooruit
Start achteruit
Externe fout
DI4 DI5 Freq.ref.Open Open
OpenOpenGesloten
GeslotenGeslotenGesloten
Analoge ingang 1Vaste freq. 1Vaste freq. 2Vaste freq. 3
Fout reset
Uitgangsfrequentie
RUN
FOUT
GEREED
mA
RUN
Referentiepo-tentiometer
1…10 kΩ
Afb. 39: De signalen van de besturingsklemmen op de standaard-I/O-kaart met eenaansluitvoorbeeld. Als u bij uw bestelling de optiecode +SBF4 opgeeft, wordt relaisuitgang 3vervangen door een thermistoringang.
VACON · 92 BESTURINGSUNIT
6 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
* = U kunt de digitale ingangen van de massa isoleren met een DIP-switch. Zie 6.2.2.2 Digitale ingangen isoleren van massa.
Er zijn twee verschillende relaiskaarten verkrijgbaar.
2122
2324252632
33
Van standaard-I/O-kaart
Van aansl. 6 of 12
Van aansl.#13
RUN
Relaiskaart 1
Klem SignaalStandaard
RO1 NCRO1 CMRO1 NORO2 NCRO2 CMRO2 NORO3 CM
RO3 NO
Relaisuitgang 1
Relaisuitgang 2
Relaisuitgang 3
RUN
FOUT
GEREED
Afb. 40: De standaardrelaiskaart (+SBF3)
TI1+
TI1-
2122
2324252628
29
Van standaard-I/O-kaart
Van aansl. #12
Van aansl. #13
RUN
Relaiskaart 2
Klem SignaalStandaard
RO1 NCRO1 CMRO1 NORO2 NCRO2 CMRO2 NO
Relaisuitgang 1
Relaisuitgang 2
Thermistoringang
RUN
FOUT
GEEN ACTIE
Afb. 41: De optionele relaiskaart (+SBF4)
AANWIJZING!
De thermistoringang is niet standaard actief.Als u de thermistoringang wilt gebruiken, moet u de parameter Fout Thermistor in desoftware activeren. Zie de applicatiehandleiding.6.2.2.1 Selectie van de functie van aansluitingen met DIP-switchesBij sommige aansluitingen kunt u twee opties instellen met behulp van DIP-switches. Deschakelaars kennen twee standen: omhoog en omlaag. Een beschrijving van de locatie enwerking van de DIP-switches vindt u in Afb. 42.
BESTURINGSUNIT VACON · 93
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 6
A B
A
B
C
D E
AI2UI
AI1UI
RS-485OFFON
AO1UI
Afb. 42: Keuzemogelijkheden van de DIP-switchesA. Het spanningssignaal (U), 0–10V-ingangB. Het stroomsignaal (I), 0–20mA-ingangC. UIT
D. AANE. De RS485-busafsluiting
Tabel 29: De standaardpositie van de DIP-switches
DIP-switch Standaardpositie
AI1 U
AI2 I
AO1 I
RS485-busafsluiting UIT
VACON · 94 BESTURINGSUNIT
6 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
6.2.2.2 Digitale ingangen isoleren van massaOp de standaard-I/O-kaart kunt u de digitale ingangen isoleren van de massa (aansluitingen8–10 en 14–16). Hiertoe verandert u de stand van een DIP-switch op de besturingskaart.
AB
C
Afb. 43: Zet de DIP-switch om als u de digitale ingangen wilt isoleren van de massaA. Digitale ingangenB. Zwevend
C. Verbonden met massa (standaard)
6.3 AANSLUITING VELDBUS
U kunt de frequentieregelaar aansluiten op een veldbus met behulp van een RS485- ofethernetkabel. Bij gebruik van een RS485-kabel sluit u deze aan op klem A en B van destandaard-I/O-kaart. Bij gebruik van een ethernetkabel sluit u deze aan op deethernetaansluiting onder de kap van de frequentieregelaar.
BESTURINGSUNIT VACON · 95
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 6
C
D
BA
Afb. 44: Ethernet- en RS485-aansluitingenA. RS485-aansluiting A = data -B. RS485-aansluiting B = data +
C. EthernetaansluitingD. Besturingsklemmen
6.3.1 VELDBUS VIA EEN ETHERNETKABEL
Tabel 30: Gegevens voor ethernetkabels
Artikel Beschrijving
Type stekker Een afgeschermde RJ45-stekker, maximumlengte 40 mm (1,57 inch)
Type kabel CAT5e STP
Kabellengte Maximaal 100 m (328 ft)
ETHERNETBEKABELING1 Steek de stekker van de ethernetkabel in de
bijbehorende aansluiting.
VACON · 96 BESTURINGSUNIT
6 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
2 Bij IP21 snijdt u in de kap van de AC-frequentieregelaar de doorgang voor deethernetkabel open.Bij IP54 snijdt u een gat in een doorvoertule envoert u de kabel erdoor.
a) Als de doorvoertule invouwt terwijl u de kabelerin schuift, trekt u de kabel weer wat terugzodat de doorvoertule weer recht komt.
b) Het gat in de doorvoertule mag niet groter zijndan nodig is voor de kabel.
c) Trek het eerste stuk kabel uit de doorvoertulezodat die recht blijft. Lukt dit niet, maak dan deaansluiting strak met wat isolatietape of eenkabelbinder.
IP21
IP54
BESTURINGSUNIT VACON · 97
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 6
3 Plaats de kap van de frequentieregelaar terug. Deafstand tussen de ethernetkabel en de motorkabelmoet minstens 30 cm zijn (11,81 inch).
A
A. De ethernetkabel bij IP21
A
A. De ethernetkabel bij IP54
Voor meer informatie raadpleegt u de installatiehandleiding van het door u gebruikte typeveldbus.
VACON · 98 BESTURINGSUNIT
6 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
6.3.2 VELDBUS VIA EEN RS485-KABEL
Tabel 31: Gegevens voor RS485-kabels
Artikel Beschrijving
Type stekker 2,5 mm2
Type kabel STP (afgeschermd getwist aderpaar), Belden 9841 of soortgelijk
Kabellengte Passend bij de veldbus. Zie de handleiding van de veldbus.
RS-485-BEDRADING1 Strip ongeveer 15 mm (0,59 inch) van de grijze
mantel van de RS-485-kabel. Doe dit voor de tweeveldbuskabels.
a) Strip de kabels over ongeveer 5 mm (0,20 inch)om ze in de aansluitpunten te kunnen steken.Er mag niet meer dan 10 mm (0,39 inch) van dekabel buiten de aansluiting zitten.
b) Strip de kabel op een zodanige afstand van deaansluiting dat u de kabel ook met deaardingsklem voor de besturingskabel op debehuizing kunt bevestigen. Strip de kabel overmaximaal 15 mm (0,59 inch). Laat dealuminium afscherming van de kabel zitten.
10
5
15 mm
BESTURINGSUNIT VACON · 99
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 6
2 Sluit de kabel aan op de aansluitingen A en B op destandaard-I/O-kaart van de frequentieregelaar.
• A = negatief• B = positief
3 Verbind de afscherming van de kabel met eenaardingsklem voor de besturingskabel aan debehuizing van de frequentieregelaar zodat eenaardaansluiting ontstaat.
VACON · 100 BESTURINGSUNIT
6 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
4 Als de frequentieregelaar het laatste apparaat is opde veldbuslijn, moet u de busafsluiting inschakelen.
a) Zoek de DIP-switches aan de linkerzijde van debesturingsunit van de frequentieregelaar.
b) Zet de DIP-switch voor de busafsluiting van deRS485-bus in de stand ON.
c) De busafsluiting zorgt tevens voor debenodigde voorspanningen. Deafsluitweerstand bedraagt 220 Ω.
5 Bij IP21 snijdt u, tenzij voor andere kabels al eenopening gemaakt was, voor de RS485-kabel eendoorgang in de kap van de frequentieregelaar.
BESTURINGSUNIT VACON · 101
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 6
6 Plaats de kap van de frequentieregelaar terug.Trek de RS485-kabels opzij.
a) Zorg dat de afstand van ethernet-, I/O- enveldbuskabels tot de motorkabel minstens 30cm bedraagt (11,81 inch).
b) Houd de veldbuskabels zo ver mogelijk weg vande motorkabels.
A
A. Veldbuskabels
7 Schakel de busafsluiting in op zowel het eerste alshet laatste apparaat op de veldbuslijn. We radenaan om het eerste apparaat op de veldbuslijnmaster te maken.
D
D
E
A
CB
A. De afsluiting is geactiveerdB. De afsluiting is gedeactiveerd
C. De afsluiting is geactiveerd met een DIP-switch
D. Busafsluiting. De weerstand bedraagt220 Ω.
VACON · 102 BESTURINGSUNIT
6 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
E. Veldbus
AANWIJZING!
Als het laatste apparaat wordt uitgeschakeld, is er geen busafsluiting meer.
6.4 INSTALLATIE VAN OPTIEKAARTEN
LET OP!
Zolang de voedingsspanning naar de frequentieregelaar is ingeschakeld, mogen ergeen optiekaarten worden geïnstalleerd, verwijderd of vervangen. Als u dit tochdoet, kan de motor beschadigd raken.
Plaats de optiekaarten in de daartoe bestemde slots van de frequentieregelaar. Zie Tabel 32.
Tabel 32: Optiekaarten en de slots waar ze in geplaatst kunnen worden
Type optiekaart Omschrijving van de optiekaart Het juiste slot of de juiste slots
OPTB1 I/O-uitbreidingskaart C, D, E
OPTB2 Thermistorrelaiskaart C, D, E
OPTB4 I/O-uitbreidingskaart C, D, E
OPTB5 Relaiskaart C, D, E
OPTB9 I/O-uitbreidingskaart C, D, E
OPTBF I/O-uitbreidingskaart C, D, E
OPTBH Kaart voor temperatuurmeting C, D, E
OPTBJ Kaart voor Safe Torque-Off E
OPTC4 Kaart voor LonWorks-veldbus D, E
OPTE3 Kaart voor Profibus DPV1-veldbus D, E
OPTE5 Kaart voor Profibus DPV1-veldbus(met type D-connector)
D, E
OPTE6 Kaart voor CanOpen-veldbus D, E
OPTE7 Kaart voor DeviceNet-veldbus D, E
BESTURINGSUNIT VACON · 103
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 6
INSTALLATIEPROCEDURE
1 Open de kap van de AC-frequentieregelaar.WAARSCHUWING!
Raak de besturingsklemmen niet aan.Hierop kan nog gevaarlijke spanningstaan, zelfs als de frequentieregelaar isafgekoppeld van het net.
M4x55
2 Let bij een OPTB- of OPTC-optiekaart op of er 'dv'opstaat (dit betekent 'dual voltage'). Alleen dan isde optiekaart compatibel met defrequentieregelaar.
AANWIJZING!
Het is niet mogelijk om optiekaarten teinstalleren die niet compatibel zijn met defrequentieregelaar.
OPT dv
A
A. Slotcodering
3 Om toegang te krijgen tot de slots voor deoptiekaarten opent u de kap van de besturingsunit.
VACON · 104 BESTURINGSUNIT
6 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
4 Plaats de optiekaart in het juiste slot: C, D of E. ZieTabel 32.
a) Optiekaarten zijn voorzien van eenslotcodering, waardoor het niet mogelijk is eenoptiekaart in een verkeerd slot te plaatsen.
B
A
A. SlotcoderingB. Slots voor optiekaarten
5 Sluit de kap van de besturingsunit. Plaats de kapvan de AC-frequentieregelaar terug.
6.5 DE BATTERIJ VOOR DE RTC (REAL-TIME KLOK) PLAATSEN
Als u de real-time klok wilt kunnen gebruiken, moet er een batterij in de frequentieregelaarzijn aangebracht.
1 Gebruik een ½ AA batterij van 3,6 V en eencapaciteit van 1.000–1.200 mAh. Geschikte typenzijn bijvoorbeeld de Panasonic BR-1/2 AA ofVitzrocell SB-AA02.
2 Plaats de batterij aan de linkerzijde van hetbedieningspaneel. Zie Afb. 38 De componenten van de besturingsunit.
De batterij gaat ongeveer tien jaar mee. Meer over de functies van de RTC vindt in deapplicatiehandleiding.
6.6 GALVANISCHE ISOLATIE
De besturingsaansluitingen zijn geïsoleerd van het net. De aardaansluitingen (GND) zijnpermanent verbonden met de I/O-massa.
De digitale ingangen op de standaard-I/O-kaart kunnen galvanisch gescheiden worden vande I/O-massa. Voor het isoleren van de digitale ingangen gebruikt u de DIP-switch die isgemarkeerd met de standen FLOAT (zwevend) en GND (aarde).
BESTURINGSUNIT VACON · 105
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 6
A
B
10VrefGND+24VGNDAI1+AI1-AI2+AI2-DI1...DI6CMAO1+AO1-+24VinRS485
RO1/1RO1/2RO1/3RO2/1RO2/2RO2/3TI1+TI1-
L1
L2
L3
DC- DC+/R+ R-
U
V
W
Afb. 45: Galvanische isolatieA. Besturingsunit B. Voedingseenheid
VACON · 106 BESTURINGSUNIT
6 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
7 INBEDRIJFSTELLING EN AANVULLENDEINSTRUCTIES
7.1 VEILIGHEID BIJ DE INBEDRIJFSTELLING
Lees eerst deze waarschuwingen voordat u het apparaat in bedrijf gaat stellen.
WAARSCHUWING!
Raak de interne componenten of de kaarten van de frequentieregelaar niet aanwanneer deze is aangesloten op het net. Er staat spanning op. Contact met dezespanning is zeer gevaarlijk. Er staat geen stroom op de galvanisch geïsoleerdebesturingsklemmen.WAARSCHUWING!
Raak de aansluitpunten van de motorkabel U, V, W, de aansluitpunten van deremweerstand en de DC-klemmen niet aan wanneer de frequentieregelaar isverbonden met de netstroom. Deze aansluitingpunten voeren dan spanning, ook alsde motor niet in werking is.WAARSCHUWING!
Maak geen aansluitingen van of naar de AC-frequentieregelaar wanneer deze isaangesloten op het net. Er is een gevaarlijke spanning aanwezig.WAARSCHUWING!
Werk niet aan de aansluitingen van de frequentieregelaar. Koppel defrequentieregelaar eerst af van de netvoeding. Wacht 5 minuten voordat u de kapvan de frequentieregelaar opent. Gebruik vervolgens een meetinstrument om vastte stellen dat er geen spanning is. De aansluitingen van de frequentieregelaarkunnen tot 5 minuten na afkoppeling van het net nog onder spanning staan.WAARSCHUWING!
Controleer eerst of er geen spanning meer aanwezig is voordat u aan hetelektrische systeem gaat werken.WAARSCHUWING!
Raak de besturingsklemmen niet aan. Hierop kan nog gevaarlijke spanning staan,zelfs als de frequentieregelaar is afgekoppeld van het net.WAARSCHUWING!
Voordat u de frequentieregelaar op het net aansluit, moeten het deksel aan devoorzijde en de kabelkap gesloten zijn. De aansluitingen van de AC-frequentieregelaar voeren spanning wanneer de frequentieregelaar is aangeslotenop de netstroom.
INBEDRIJFSTELLING EN AANVULLENDE INSTRUCTIES VACON · 107
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 7
7.2 DE FREQUENTIEREGELAAR IN BEDRIJF STELLEN
Lees de veiligheidsinstructies in de hoofdstukken 2 Veiligheid en 7.1 Veiligheid bij de inbedrijfstelling en houd ze aan.
Na de installatie:
• Controleer of de motor goed is geïnstalleerd.• Controleer of de motoraansluitingen niet zijn aangesloten op de netvoeding.• Controleer of de AC-frequentieregelaar en de motor geaard zijn.• Zorg dat u de juiste netvoedingskabel, remkabel en motorkabel selecteert (zie hoofdstuk
5.3 Dimensionering en keuze van kabels).• Zorg dat de besturingskabels zo ver mogelijk verwijderd blijven van de voedingskabels.
Zie hoofdstuk 5.6 Kabelinstallatie.• Zorg dat de afschermingen van afgeschermde kabels zijn verbonden met een aardklem
die is aangeduid met .• Controleer de aandraaimomenten van alle aansluitingen.• Zorg dat er geen condensatoren ter verbetering van de arbeidsfactor op de motorkabel
zijn aangesloten.• Zorg dat de kabels geen elektrische componenten van de aandrijving raken.• Zorg dat de gemeenschappelijke ingangen van de digitale ingangsgroepen zijn
aangesloten op +24 V of op de aarde van de besturingsklem of de externe voeding.• Controleer de kwaliteit en kwantiteit van de koellucht. Zie hoofdstuk 4.6 Koeling en Tabel
14 Benodigde koellucht.• Controleer of er geen condensatie optreedt op de binnenoppervlakken van de AC-
frequentieregelaar.• Controleer of er geen ongewenste objecten in de installatieruimte aanwezig zijn.• Voordat u de frequentieregelaar met de netvoeding verbindt, moet u de installatie en de
toestand van de zekeringen en andere beveiligingsvoorzieningen controleren.
7.3 WERKING VAN DE MOTOR
7.3.1 CONTROLES VOOR HET STARTEN VAN DE MOTOR
Voordat u de motor start, moet u de volgende controles uitvoeren.
• Controleer of alle START- en STOP-schakelaars die zijn aangesloten op debesturingsklemmen in de STOP-stand staan.
• Overtuig u ervan dat u de motor veilig kunt starten.• Activeer de opstartwizard. Zie de applicatiehandleiding die hoort bij uw AC-
frequentieregelaar.• Stel de maximale frequentiereferentie (d.w.z. het maximumtoerental van de motor)
zodanig in dat deze passend is voor de motor en het apparaat dat door de motor wordtaangedreven.
7.4 DE KABEL- EN MOTORISOLATIE DOORMETEN
Voer deze controles indien noodzakelijk uit.
VACON · 108 INBEDRIJFSTELLING EN AANVULLENDE INSTRUCTIES
7 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
Controle van de isolatie van de motorkabel
1. Maak de motorkabel los van de aansluitingen U, V en W en van de motor.2. Meet de isolatieweerstand van de motorkabel tussen fasedraden 1 en 2, 1 en 3, en 2 en 3.3. Meet ook de isolatieweerstand tussen elke fasedraad en de aardleiding.4. De isolatieweerstand moet > 1 MΩ zijn bij een omgevingstemperatuur van 20 °C (68 °F).
Controle van de isolatie van de voedingskabel
1. Maak de voedingskabel los van de aansluitingen L1, L2 en L3 en van het net.2. Meet de isolatieweerstand van de voedingskabel tussen fasedraden 1 en 2, 1 en 3, en 2
en 3.3. Meet ook de isolatieweerstand tussen elke fasedraad en de aardleiding.4. De isolatieweerstand moet > 1 MΩ zijn bij een omgevingstemperatuur van 20 °C (68 °F).
Controle van de isolatie van de motor
1. Maak de motorkabel los van de motor.2. Open de overbruggingsverbindingen in de aansluitdoos van de motor.3. Meet de isolatieweerstand van elke motorspoel. De meetspanning moet minimaal gelijk
zijn aan de nominale motorspanning, maar mag niet groter zijn dan 1.000 V.4. De isolatieweerstand moet > 1 MΩ zijn bij een omgevingstemperatuur van 20 °C (68 °F).5. Volg de instructies op van de fabrikant van de motor.
7.5 INSTALLATIE IN EEN MARITIEME OMGEVING
Raadpleeg de Marine Installation Guide wanneer u de AC-frequentieregelaar in eenmaritieme omgeving monteert.
7.6 INSTALLATIE IN EEN IT-SYSTEEM
Bent u aangesloten op een elektriciteitsnet met IT-aarding ('Isolé Terre'), dan moet de AC-frequentieregelaar EMC-beschermingsniveau C4 hebben. Als uw frequentieregelaarbeschikt over EMC-beschermingsniveau C2 of C3, dan is het noodzakelijk om dit te wijzigenin C4. Dit kan door de EMC-jumpers te verwijderen. Voor 600- en 690V-uitvoeringen die zijngeconfigureerd voor een C4-installatie in IT-netwerken is de maximale schakelfrequentiestandaard begrensd op 2 kHz.
WAARSCHUWING!
Wijzig niets in de AC-frequentieregelaar terwijl die nog op het net is aangesloten.De componenten staan onder spanning wanneer de frequentieregelaar verbondenis met het net.LET OP!
Voordat u de AC-frequentieregelaar aansluit op het net, moet het EMC-beschermingsniveau correct zijn. Een incorrect EMC-niveau kan schade aan defrequentieregelaar veroorzaken.
7.6.1 DE EMC-JUMPER BIJ MR4, MR5 EN MR6Verander het EMC-beschermingsniveau van de AC-frequentieregelaar naar C4.
INBEDRIJFSTELLING EN AANVULLENDE INSTRUCTIES VACON · 109
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 7
1 Open de kap van de AC-frequentieregelaar.2 Bij MR4 en MR5 moet u de kabelkap verwijderen
om de EMC-jumpers te kunnen bereiken.
VACON · 110 INBEDRIJFSTELLING EN AANVULLENDE INSTRUCTIES
7 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
3 Zoek de EMC-jumpers die de RFI-filters verbindenmet aarde.
MR4
MR5
INBEDRIJFSTELLING EN AANVULLENDE INSTRUCTIES VACON · 111
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 7
MR6
200–500 V
MR6
600/690 V
4 Verwijder de EMC-jumpers om de RFI-filters los tekoppelen van aarde. Trek de EMC-jumper los methet gereedschap.
VACON · 112 INBEDRIJFSTELLING EN AANVULLENDE INSTRUCTIES
7 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
5 Na de aanpassing schrijft u 'Het EMC-niveau isgewijzigd' en de datum op het label 'productmodified' (product gewijzigd). Is er geen label, danbrengt u dat eerst aan op de frequentieregelaar, inde buurt van het typeplaatje.
Product modified
Date:Date:Date:
7.6.2 EMC-JUMPER, MR7Verander het EMC-beschermingsniveau van de AC-frequentieregelaar naar C4.
LOCATIE VAN EMC-JUMPERS, 200–500 V1 Open de kap van de AC-frequentieregelaar.2 Zoek de EMC-doos. Verwijder de kap van de EMC-
doos om toegang te krijgen tot de EMC-jumper.
3 Verwijder de EMC-jumper. Plaats de kap van deEMC-doos terug.
INBEDRIJFSTELLING EN AANVULLENDE INSTRUCTIES VACON · 113
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 7
4 U vindt de DC-aardingsrail tussen de klemmen R-en U. Verwijder de M4-schroef om de rail los temaken van de behuizing.
L1 L2 L3 DC- R-DC+R+ U V W
T1 T2 T3
5 Na de aanpassing schrijft u 'Het EMC-niveau isgewijzigd' en de datum op het label 'productmodified' (product gewijzigd). Is er geen label, danbrengt u dat eerst aan op de frequentieregelaar, inde buurt van het typeplaatje.
Product modified
Date:Date:Date:
LOCATIE VAN EMC-JUMPERS, 600/690 V1 Open de kap van de AC-frequentieregelaar.2 Verwijder de kap van de klemmenstrook.
VACON · 114 INBEDRIJFSTELLING EN AANVULLENDE INSTRUCTIES
7 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
3 Verwijder de EMC-jumper.
4 Na de aanpassing schrijft u 'Het EMC-niveau isgewijzigd' en de datum op het label 'productmodified' (product gewijzigd). Is er geen label, danbrengt u dat eerst aan op de frequentieregelaar, inde buurt van het typeplaatje.
Product modified
Date:Date:Date:
7.6.3 EMC-JUMPER, MR8Verander het EMC-beschermingsniveau van de AC-frequentieregelaar naar C4.
1 Open de kap van de AC-frequentieregelaar.2 Zoek de EMC-doos. Verwijder de kap van de EMC-
doos om toegang te krijgen tot de EMC-jumper. A
A. EMC-jumper
3 Verwijder de EMC-jumper. Plaats de kap van deEMC-doos terug.
INBEDRIJFSTELLING EN AANVULLENDE INSTRUCTIES VACON · 115
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 7
4 Zoek de aardingsarm en druk deze omlaag.
A
B
A. De aardingsarm staat omhoogB. De aardingsarm staat omlaag
(niveau C4)
5 Na de aanpassing schrijft u 'Het EMC-niveau isgewijzigd' en de datum op het label 'productmodified' (product gewijzigd). Is er geen label, danbrengt u dat eerst aan op de frequentieregelaar, inde buurt van het typeplaatje.
Product modified
Date:Date:Date:
7.6.4 EMC-JUMPER, MR9Als u het EMC-beschermingsniveau van de AC-frequentieregelaar wilt wijzigen, moet uweten waar de benodigde EMC-jumpers zitten. Verwijder de EMC-jumpers om het EMC-beschermingsniveau te wijzigen van C2 of C3 (bij 690 V) naar C4. Zet de EMC-jumpers terugom het EMC-beschermingsniveau van C4 te wijzigen naar C3 of C2. Als de EMC-jumpers nietzijn geplaatst, kunt u deze vinden in de zak met accessoires.
LOCATIE VAN EMC-JUMPER 11 Open de kap van de AC-frequentieregelaar.2 Verwijder de kap van de ventilator.3 Verwijder bij IP54-uitvoeringen ook de ventilator.
VACON · 116 INBEDRIJFSTELLING EN AANVULLENDE INSTRUCTIES
7 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
4 Zoek de jumper op. Deze zit achter de ventilator.
5 Als u het EMC-niveau wijzigt, schrijft u 'Het EMC-niveau is gewijzigd' en de datum op het label'product modified' (product gewijzigd). Is er geenlabel, dan brengt u dat eerst aan op defrequentieregelaar, in de buurt van het typeplaatje.
Product modified
Date:Date:Date:
LOCATIE VAN EMC-JUMPERS 2 EN 3 (ALLEEN 200–500 V)1 Verwijder de kap van de uitbreidingsdoos, de
aanraakbeveiliging en de I/O-plaat met de I/O-doorvoertuleplaat.
2 Zoek de twee EMC-jumpers op de EMC-kaart. Zezitten niet naast elkaar.
A
3 Als u het EMC-niveau wijzigt, schrijft u 'Het EMC-niveau is gewijzigd' en de datum op het label'product modified' (product gewijzigd). Is er geenlabel, dan brengt u dat eerst aan op defrequentieregelaar, in de buurt van het typeplaatje.
Product modified
Date:Date:Date:
7.7 ONDERHOUD
Om een goede werking en een lange levensduur te verzekeren, raden wij u aan regelmatigonderhoud te plegen. In de tabel ziet u de aanbevolen onderhoudsintervallen.
INBEDRIJFSTELLING EN AANVULLENDE INSTRUCTIES VACON · 117
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 7
De hoofdcondensatoren van de frequentieregelaar hoeven niet vervangen te worden omdathet dunnefilmcondensatoren zijn.
Tabel 33: Onderhoudsintervallen en -taken
Onderhoudsinterval Onderhoudstaak
RegelmatigControleer de aandraaimomenten van alle aansluitin-gen.Controleer de filters.
6–24 maanden (het interval is verschillend in verschil-lende omgevingen) Controleer de besturingsklemmen en de klemmen
van de netvoedingskabel en de motorkabel.Controleer of de koelventilator goed werkt.Controleer of er geen corrosie is opgetreden bij aan-sluitingen, aansluitrails of andere oppervlakken.Controleer de deurfilters bij installatie in een kast.
24 maanden (het interval is verschillend in verschil-lende omgevingen) Reinig het koellichaam en de koeltunnel.
3–6 jaarVervang de interne ventilator bij IP54-uitvoeringen.
6–10 jaarVervang de hoofdventilator.
10 jaarVervang de batterij van de RTC.
VACON · 118 INBEDRIJFSTELLING EN AANVULLENDE INSTRUCTIES
7 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
8 TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 1008.1 NOMINAAL VERMOGEN AC-FREQUENTIEREGELAARS
8.1.1 NETSPANNING 208–240 V
Tabel 34: Nominaal vermogen van Vacon® 100 bij netspanning 208–240 V, 50–60 Hz, 3~
Frame Typefrequentieregelaar
Belastbaarheid Motorasvermogen
Laag* Hoog* MaximumstroomIs 2s
Netspanning230 V
Netspanning230 V
Continustroom IL[A]
Ingangsstroom Iin[A]
10%overbelastingsstroom[A]
Continustroom IH[A]
Ingangsstroom Iin[A]
50%overbelastingsstroom[A]
10%overbelasting 40°C[kW]
50%overbelasting 50°C[kW]
10%overbelasting 40°C[pk]
50%overbelasting 50°C[pk]
MR4 0003 3.7 3.2 4.1 2.6 2.4 3.9 5.2 0.55 0.37 0.75 0.5
0004 4.8 4.2 5.3 3.7 3.2 5.6 7.4 0.75 0.55 1.0 0.75
0007 6.6 6.0 7.3 4.8 4.5 7.2 9.6 1.1 0.75 1.5 1.0
0008 8.0 7.2 8.8 6.6 6.0 9.9 13.2 1.5 1.1 2.0 1.5
0011 11.0 9.7 12.1 8.0 7.2 12.0 16.0 2.2 1.5 3.0 2.0
0012 12.5 10.9 13.8 9.6 8.6 16.5 19.6 3.0 2.2 4.0 3.0
MR5 0018 18.0 16.1 19.8 12.5 11.5 18.8 25.0 4.0 3.0 5.0 4.0
0024 24.0 21.7 26.4 18.0 16.1 27.0 36.0 5.5 4.0 7.5 5.0
0031 31.0 27.7 34.1 25.0 22.5 37.5 46.0 7.5 5.5 10.0 7.5
MR6 0048 48.0 43.8 52.8 31.0 28.5 46.5 62.0 11.0 7.5 15.0 10.0
0062 62.0 57.0 68.2 48.0 44.2 72.0 96.0 15.0 11.0 20.0 15.0
MR7 0075 75.0 69.0 82.5 62.0 57.0 93.0 124.0 18.5 15.0 25.0 20.0
0088 88.0 82.1 96.8 75.0 70.0 112.5 150.0 22.0 18.5 30.0 25.0
0105 105.0 99.0 115.5 88.0 82.1 132.0 176.0 30.0 22.0 40.0 30.0
MR8 0140 140.0 135.1 154.0 114.0 109.0 171.0 210.0 37.0 30.0 50.0 40.0
0170 170.0 162.0 187.0 140.0 133.0 210.0 280.0 45.0 37.0 60.0 50.0
0205 205.0 200.0 225.5 170.0 163.0 255.0 340.0 55.0 45.0 75.0 60.0
TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 VACON · 119
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 8
Tabel 34: Nominaal vermogen van Vacon® 100 bij netspanning 208–240 V, 50–60 Hz, 3~
Frame Typefrequentieregelaar
Belastbaarheid Motorasvermogen
Laag* Hoog* MaximumstroomIs 2s
Netspanning230 V
Netspanning230 V
Continustroom IL[A]
Ingangsstroom Iin[A]
10%overbelastingsstroom[A]
Continustroom IH[A]
Ingangsstroom Iin[A]
50%overbelastingsstroom[A]
10%overbelasting 40°C[kW]
50%overbelasting 50°C[kW]
10%overbelasting 40°C[pk]
50%overbelasting 50°C[pk]
MR9 0261 261.0 253.0 287.1 211.0 210.0 316.5 410.0 75.0 55.0 100.0 75.0
0310 310.0 301.0 341.0 251.0 246.0 376.5 502.0 90.0 75.0 125.0 100.0
* = Zie hoofdstuk 8.1.5 Toelaatbare overbelasting.
AANWIJZING!
De stroomwaarden bij de omgevingstemperaturen opgegeven in hoofdstuk 8.2 Vacon® 100 – technische gegevens worden alleen behaald wanneer deschakelfrequentie gelijk is aan of lager is dan de fabrieksinstelling.
Als uw toepassing cyclische belasting met zich meebrengt, bijvoorbeeld bij liften of lieren, ishet aan te raden om de fabrikant te raadplegen voor dimensioneringsgegevens.
VACON · 120 TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100
8 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
8.1.2 NETSPANNING 380–500 V
Tabel 35: Nominaal vermogen van Vacon® 100 bij netspanning 380–500 V, 50–60 Hz, 3~
Frame Typefrequentieregelaar
Belastbaarheid Motorasvermogen
Laag* Hoog* MaximumstroomIs 2s
Netspanning400 V
Netspanning480 V
Continustroom IL[A]
Ingangsstroom Iin[A]
10%overbelastingsstroom[A]
Continustroom IH[A]
Ingangsstroom Iin[A]
50%overbelastingsstroom[A]
10%overbelasting 40°C[kW]
50%overbelasting 50°C[kW]
10%overbelasting 40°C[pk]
50%overbelasting 50°C[pk]
MR4 0003 3.4 3.4 3.7 2.6 2.8 3.9 5.2 1.1 0.75 1.5 1.0
0004 4.8 4.6 5.3 3.4 3.4 5.1 6.8 1.5 1.1 2.0 1.5
0005 5.6 5.4 6.2 4.3 4.2 6.5 8.6 2.2 1.5 3.0 2.0
0008 8.0 8.1 8.8 5.6 6.0 8.4 11.2 3.0 2.2 4.0 3.0
0009 9.6 9.3 10.6 8.0 8.1 12.0 16.0 4.0 3.0 5.0 4.0
0012 12.0 11.3 13.2 9.6 9.3 14.4 19.2 5.5 4.0 7.5 5.0
MR5 0016 16.0 15.4 17.6 12.0 12.4 18.0 24.0 7.5 5.5 10.0 7.5
0023 23.0 21.3 25.3 16.0 15.4 24.0 32.0 11.0 7.5 15.0 10.0
0031 31.0 28.4 34.1 23.0 21.6 34.5 46.0 15.0 11.0 20.0 15.0
MR6 0038 38.0 36.7 41.8 31.0 30.5 46.5 62.0 18.5 15.0 25.0 20.0
0046 46.0 43.6 50.6 38.0 36.7 57.0 76.0 22.0 18.5 30.0 25.0
0061 61.0 58.2 67.1 46.0 45.6 69.0 92.0 30.0 22.0 40.0 30.0
MR7 0072 72.0 67.5 79.2 61.0 58.2 91.5 122.0 37.0 30.0 50.0 40.0
0087 87.0 85.3 95.7 72.0 72.0 108.0 144.0 45.0 37.0 60.0 50.0
0105 105.0 100.6 115.5 87.0 85.3 130.5 174.0 55.0 45.0 75.0 60.0
MR8 0140 140.0 139.4 154.0 105.0 109.0 157.5 210.0 75.0 55.0 100.0 75.0
0170 170.0 166.5 187.0 140.0 139.4 210.0 280.0 90.0 75.0 125.0 100.0
0205 205.0 199.6 225.5 170.0 166.5 255.0 340.0 110.0 90.0 150.0 125.0
MR9 0261 261.0 258.0 287.1 205.0 204.0 307.5 410.0 132.0 110.0 200.0 150.0
0310 310.0 303.0 341.0 251.0 246.0 376.5 502.0 160.0 132.0 250.0 200.0
* = Zie hoofdstuk 8.1.5 Toelaatbare overbelasting.
TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 VACON · 121
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 8
AANWIJZING!
De stroomwaarden bij de omgevingstemperaturen opgegeven in hoofdstuk 8.2 Vacon® 100 – technische gegevens worden alleen behaald wanneer deschakelfrequentie gelijk is aan of lager is dan de fabrieksinstelling.
Als uw toepassing cyclische belasting met zich meebrengt, bijvoorbeeld bij liften of lieren, ishet aan te raden om de fabrikant te raadplegen voor dimensioneringsgegevens.
8.1.3 NETSPANNING 525–600 V
Tabel 36: Nominaal vermogen van Vacon® 100 bij netspanning 525–600 V, 50–60 Hz, 3~
Frame Typefrequentieregelaar
Belastbaarheid Motorasvermogen
Laag Hoog Maximumstroom Is 2s
600 V
ContinustroomIL [A]
IngangsstroomIin [A]
10%overbelastingsstroom[A]
ContinustroomIH [A]
IngangsstroomIin [A]
50%overbelastingsstroom[A]
10%overbelasting40 °C[Pk]
50%overbelasting50 °C[Pk]
MR5 0004 3.9 4.6 4.3 2.7 3.2 4.1 5.4 3.0 2.0
0006 6.1 6.8 6.7 3.9 4.5 5.9 7.8 5.0 3.0
0009 9.0 9.0 9.9 6.1 6.7 9.2 12.2 7.5 5.0
0011 11.0 10.5 12.1 9.0 8.9 13.5 18.0 10.0 7.5
MR6 0018 18.0 19.9 19.8 13.5 15.2 20.3 27.0 15.0 10.0
0022 22.0 23.3 24.2 18.0 19.8 27.0 36.0 20.0 15.0
0027 27.0 27.2 29.7 22.0 23.1 33.0 44.0 25.0 20.0
0034 34.0 32.8 37.4 27.0 27.0 40.5 54.0 30.0 25.0
MR7 0041 41.0 45.3 45.1 34.0 38.4 51.0 68.0 40.0 30.0
0052 52.0 53.8 57.2 41.0 44.9 61.5 82.0 50.0 40.0
0062 62.0 62.2 68.2 52.0 53.2 78.0 104.0 60.0 50.0
MR8 0080 80.0 90.0 88.0 62.0 72.0 93.0 124.0 75.0 60.0
0100 100.0 106.0 110.0 80.0 89.0 120.0 160.0 100.0 75.0
0125 125.0 127.0 137.5 100.0 104.0 150.0 200.0 125.0 100.0
MR9 0144 144.0 156.0 158.4 125.0 140.0 187.5 250.0 150.0 125.0
0208 208.0 212.0 228.8 170.0 177.0 255.0 340.0 200.0 150.0
VACON · 122 TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100
8 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
8.1.4 NETSPANNING 525–690 V
Tabel 37: Nominaal vermogen van Vacon® 100 bij netspanning 525–690 V, 50–60 Hz, 3~
Frame Typefrequentieregelaar
Belastbaarheid Motorasvermogen
Laag Hoog MaximumstroomIs 2s
600 V 690 V
Continustroom IL[A]
Ingangsstroom Iin[A]
10%overbelastingsstroom[A]
Continustroom IH[A]
Ingangsstroom Iin[A]
50%overbelastingsstroom[A]
10%overbelasting 40°C[Pk]
50%overbelasting 50°C[Pk]
10%overbelasting 40°C[kW]
50%overbelasting 50°C[kW]
MR6 0007 7.5 9.1 8.3 5.5 6.8 8.3 11.0 5.0 3.0 5.5 4.0
0010 10.0 11.7 11.0 7.5 9.0 11.3 15.0 7.5 5.0 7.5 5.5
0013 13.5 15.5 14.9 10.0 11.6 15.0 20.0 10.0 7.5 11.0 7.5
0018 18.0 19.9 19.8 13.5 15.2 20.3 27.0 15.0 10.0 15.0 11.0
0022 22.0 23.3 24.2 18.0 19.8 27.0 36.0 20.0 15.0 18.5 15.0
0027 27.0 27.2 29.7 22.0 23.1 33.0 44.0 25.0 20.0 22.0 18.5
0034 34.0 32.8 37.4 27.0 27.0 40.5 54.0 30.0 25.0 30.0 22.0
MR7 0041 41.0 45.3 45.1 34.0 38.4 51.0 68.0 40.0 30.0 37.0 30.0
0052 52.0 53.8 57.2 41.0 44.9 61.5 82.0 50.0 40.0 45.0 37.0
0062 62.0 62.2 68.2 52.0 53.2 78.0 104.0 60.0 50.0 55.0 45.0
MR8 0080 80.0 90.0 88.0 62.0 72.0 93.0 124.0 75.0 60.0 75.0 55.0
0100 100.0 106.0 110.0 80.0 89.0 120.0 160.0 100.0 75.0 90.0 75.0
0125 125.0 127.0 137.5 100.0 104.0 150.0 200.0 125.0 100.0 110.0 90.0
MR9 0144 144.0 156.0 158.4 125.0 140.0 187.5 250.0 150.0 125.0 132.0 110.0
0170 170.0 179.0 187.0 144.0 155.0 216.0 288.0 150.0 150.0 160.0 132.0
0208 208.0 212.0 228.8 170.0 177.0 255.0 340.0 200.0 150.0 200.0 160.0
8.1.5 TOELAATBARE OVERBELASTINGEen geringe overbelasting betekent dat als 110% van de continustroom (IL) nodig isgedurende 1 minuut per 10 minuten, de resterende 9 minuten de stroom ca. 98% van IL ofminder moet zijn. Zo wordt bereikt dat de uitgangsstroom niet meer is dan IL gemiddeld overde tijd.
TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 VACON · 123
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 8
IL
IL*110%
1 min 9 min
I
t
IL*110%
Afb. 46: Lage overbelasting
Een grote overbelasting betekent dat als 150% van de continustroom (IH) nodig is gedurende1 minuut per 10 minuten, de resterende 9 minuten de stroom ca. 92% van IH of minder moetzijn. Zo wordt bereikt dat de uitgangsstroom niet meer is dan IH gemiddeld over de tijd.
IH
IH*150%
1 min 9 min
IH*150%
I
t
Afb. 47: Hoge overbelasting
Raadpleeg voor meer informatie de norm IEC 61800-2 (IEC: 1998).
8.1.6 REMWEERSTANDSWAARDENDe weerstand moet hoger zijn dan de vastgestelde minimumwaarde. De capaciteit omvermogen te verwerken moet voldoende zijn voor de toepassing.
VACON · 124 TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100
8 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
Tabel 38: Aanbevolen typen remweerstand, netspanning 208–240 V en 380–500 V
Frame Soort gebruik Type remweerstand Weerstand [Ω]
MR4 Licht gebruik BRR 0022 LD 5 63.0
Zwaar gebruik BRR 0022 HD 5 63.0
MR5 Licht gebruik BRR 0031 LD 5 41.0
Zwaar gebruik BRR 0031 HD 5 41.0
MR6 Licht gebruik BRR 0045 LD 5 21.0
Zwaar gebruik BRR 0045 HD 5 21.0
MR7 Licht gebruik BRR 0061 LD 5 14.0
Zwaar gebruik BRR 0061 HD 5 14.0
MR8 Licht gebruik BRR 0105 LD 5 6.5
Zwaar gebruik BRR 0105 HD 5 6.5
MR9 Licht gebruik BRR 0300 LD 5 3.3
Zwaar gebruik BRR 0300 HD 5 3.3
TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 VACON · 125
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 8
Tabel 39: Aanbevolen typen remweerstand, netspanning 525–690 V
Frame Typefrequentieregelaar
Soort gebruik Type remweerstand Weerstand [Ω]
MR5 0004-0011 Licht gebruik BRR 0013 LD 6 100
Zwaar gebruik BRR 0013 HD 6 100
MR6 0007-0013 Licht gebruik BRR 0013 LD 6 100
Zwaar gebruik BRR 0013 HD 6 100
0018-0034 Licht gebruik BRR 0034 LD 6 30
Zwaar gebruik BRR 0034 HD 6 30
MR7 0041 Licht gebruik BRR 0034 LD 6 30
Zwaar gebruik BRR 0034 HD 6 30
0052-0062 Licht gebruik BRR 0052 LD 6 18
Zwaar gebruik BRR 0052 HD 6 18
MR8 0080 Licht gebruik BRR 0052 LD 6 18
Zwaar gebruik BRR 0052 HD 6 18
0100-0125 Licht gebruik BRR 0100 LD 6 9
Zwaar gebruik BRR 0100 HD 6 9
MR9 0144 Licht gebruik BRR 0100 LD 6 9
Zwaar gebruik BRR 0100 HD 6 9
0170-0208 Licht gebruik BRR 0208 LD 6 7
Zwaar gebruik BRR 0208 HD 6 7
• De waarde voor licht gebruik geldt bij cyclisch remmen (1 LD-puls in een periode van 120seconden). De weerstand voor licht gebruik is berekend op een remtraject van volvermogen naar nul binnen 5 seconden.
• De waarde voor zwaar gebruik geldt bij cyclisch remmen (1 HD-puls in een periode van120 seconden). De weerstand voor zwaar gebruik is berekend op 3 seconden remmen opvol vermogen met daarna een rampingtijd naar nul van 7 seconden.
VACON · 126 TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100
8 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
A BP [%]120100806040200
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9t [s]
10
Afb. 48: Pulsen bij licht en zwaar gebruik, P = remvermogenA. Licht gebruik (LD) B. Zwaar gebruik (HD)
0
03 510
100P [%]
t [s]120
240123 125 130
Afb. 49: Gebruikscycli van pulsen licht en zwaar gebruik
Tabel 40: Minimumweerstand en remvermogen, netspanning 208–240V
Frame Minimale remweerstand[Ω]
Remvermogen* bij 405VDC [kW]
MR4 30.0 2.6
MR5 20.0 3.9
MR6 10.0 7.8
MR7 5.5 11.7
MR8 3.0 25.2
MR9 1.4 49.7
* = Bij gebruik van aanbevolen weerstandstypen.
TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 VACON · 127
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 8
Tabel 41: Minimumweerstand en remvermogen, netspanning 380–500V
Frame Minimale remweerstand[Ω]
Remvermogen* bij 845VDC [kW]
MR4 63.0 11.3
MR5 41.0 17.0
MR6 21.0 34.0
MR7 14.0 51.0
MR8 6.5 109.9
MR9 3.3 216.4
* = Bij gebruik van aanbevolen weerstandstypen.
Tabel 42: Minimumweerstand en remvermogen, netspanning 525–600V
Frame Minimale remweerstand[Ω]
Remvermogen* bij 1014VDC [kW]
MR5 100 7.5
MR6 30 22.4
MR7 18 44.8
MR8 9 93.3
MR9 7 145
* = Bij gebruik van aanbevolen weerstandstypen.
Tabel 43: Minimumweerstand en remvermogen, netspanning 525–690V
Frame Minimale remweerstand[Ω]
Remvermogen* bij 1166VDC [kW]
MR6 30 30
MR7 18 55
MR8 9 110
MR9 7 193
* = Bij gebruik van aanbevolen weerstandstypen.
VACON · 128 TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100
8 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
8.2 VACON® 100 – TECHNISCHE GEGEVENS
Tabel 44: Technische gegevens van de Vacon® 100 AC-frequentieregelaar
Specificatie of functie Waarde
Aansluiting op netspan-ning
Ingangsspanning Uin 208–240 V, 380–500 V, 525–600 V, 525–690 V, -10%…+10%
Ingangsfrequentie 50–60 Hz, -5…+10%
Verbinding met het net Eenmaal per minuut of minder
Startvertraging 6 s (MR4 t/m MR6), 8 s (MR7 t/m MR9)
Netspanning• Type elektriciteitsnet: TN, TT en IT• Kortsluitstroom: de maximumkortsluitstroom
moet < 100 kA zijn.
Motoraansluiting
Uitgangsspanning 0-Uin
Continue uitgangsstroomIL: Omgevingstemperatuur max. +40 °C, overbelasting1,1 x IL (1 min/10 min)IH: Omgevingstemperatuur max. +50 °C, overbelasting1,5 x IH (1 min/10 min)IH bij 600/690V-frequentieregelaars:: Omgevingstem-peratuur max. +40 °C, overbelasting 1,5 x IH (1 min/10min)
Uitgangsfrequentie 0–320 Hz (standaard)
Frequentieresolutie 0,01 Hz
TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 VACON · 129
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 8
Tabel 44: Technische gegevens van de Vacon® 100 AC-frequentieregelaar
Specificatie of functie Waarde
Besturingskenmerken
Schakelfrequentie (zieparameter P3.1.2.3) 200–500 V
• MR4–MR6:• 1,5–10 kHz• Standaard: 6 kHz (behalve 0012 2, 0031 2,
0062 2, 0012 5, 0031 5 en 0061 5: 4 kHz)• MR7–MR9:
• 1,5–6 kHz• Standaard: MR7: 4 kHz, MR8: 3 kHz, MR9: 2
kHz
600-690 V• MR5–MR9:
• 1,5–6 kHz• Standaard: 2 kHz• Voor uitvoeringen die zijn geconfigureerd
voor een C4-installatie in IT-netwerken is demaximale schakelfrequentie standaardbegrensd op 2 kHz.
Automatische schakelfrequentiereductie in geval vanoverbelasting.
Frequentiereferentie:
• Analoge ingang• Paneelreferentie
Resolutie 0,1% (10-bit), nauwkeurigheid ±1%Resolutie 0,01 Hz
Veldverzwakkingspunt 8–320 Hz
Acceleratietijd 0,1–3.000 s
Deceleratietijd 0,1–3.000 s
VACON · 130 TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100
8 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
Tabel 44: Technische gegevens van de Vacon® 100 AC-frequentieregelaar
Specificatie of functie Waarde
Omgevingsomstandighe-den
Omgevingstemperatuurinbedrijfstelling IL stroom: -10 °C (geen aanvriezen)…+40 °C
IH stroom: -10 °C (geen aanvriezen)…+50 °CMaximale werktemperatuur: +50 °C
Opslagtemperatuur -40 °C…+70 °C
Relatieve vochtigheid 0–95% RH, niet-condenserend, niet-corrosief
Luchtkwaliteit:
• chemische dampen• mechanische deel-
tjes
Getest volgens IEC 60068-2-60 Proef Ke: Corrosiebe-proeving voor stromende gasmengsels, methode 1(H2S [waterstofsulfide] en SO2 [zwaveldioxide])Ontworpen in overeenstemming met• IEC 60721-3-3, eenheid in bedrijf, klasse 3C3
(IP21/UL type 1 modellen 3C2)• IEC 60721-3-3, eenheid in bedrijf, klasse 3S2
Hoogte100% van de nominale waarde (geen reductie) totmaximaal 1.000 m1% minder vermogen voor elke 100 m boven 1.000 mMaximale hoogte:• 208–240 V: 4.000 m (TN- en IT-systemen)• 380–500 V: 4.000 m (TN- en IT-systemen)• 380–500 V: 2.000 m (installatie in een hoekgeaard
netwerk)• 525–690 V: 2.000 m (TN- en IT-systemen, zonder
hoekaarding)Spanning voor relaisuitgangen:• Tot 3.000 m: toegestaan tot 240 V• 3.000–4.000 m: toegestaan tot 120 VHoekaarding is toegestaan voor MR4–MR6 (netspan-ning 208–230 V) tot 2.000 m (zie hoofdstuk 5.7 Installa-tie in een hoekgeaard netwerk).
TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 VACON · 131
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 8
Tabel 44: Technische gegevens van de Vacon® 100 AC-frequentieregelaar
Specificatie of functie Waarde
Omgevingsomstandighe-den
Trillingen:
• EN 61800-5-1• EN 60068-2-6
5–150 HzVerplaatsingsamplitude 1 mm (piek) bij 5–15,8 Hz(MR4 t/m MR9)Max. acceleratieamplitude 1 G bij 15,8–150 Hz (MR4t/m MR9)
Schokken:
• EN 60068-2-27
UPS-valtest (volgens van toepassing zijnde UPS-gewichten)Opslag en transport: max. 15 G, 11 ms (in verpakking)
BehuizingsklasseIP21/UL type 1: standaard in gehele kW/pk-bereikIP54/UL type 12: optie
AANWIJZING!Voor IP54/type 12 is een adapter voor het bedienings-paneel nodig.
EMC (met standaardin-stellingen)
Immuniteit Voldoet aan EN 61800-3 (2004), 1e en 2e omgeving
Emissies• 200–500 V: EN 61800-3 (2004), categorie C2.• 600–690 V: EN 61800-3 (2004), categorie C3.• Alle: Het product kan worden ingesteld als cate-
gorie C4 voor installatie in IT-netwerken. De fre-quentieregelaar kan worden aangepast voor eenIT-geaard elektriciteitsnet. Zie hoofdstuk 7.6 Installatie in een IT-systeem. De IP00/UL OpenType-frequentieregelaar heeft standaard catego-rie C4.
Geluidsniveau
Gemiddeld geluidsniveau(min.–max.) geluidsdruk-niveau in dB (A)
De geluidsdruk is afhankelijk van de rotatiesnelheidvan de koelventilator. Deze wordt aangestuurd opbasis van de temperatuur van de frequentieregelaar.
MR4: 45-56MR5: 57-65MR6: 63-72MR7: 43-73MR8: 58-73MR9: 54-75
Veiligheidsnormen encertificering
EN 61800-5-1 (2007), CE, cUL (zie de naamplaat van defrequentieregelaar voor meer goedkeuringen)
VACON · 132 TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100
8 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
Tabel 44: Technische gegevens van de Vacon® 100 AC-frequentieregelaar
Specificatie of functie Waarde
Beveiligingen
Beveiligingslimiet over-spanning Netspanning 240 V: 456 VDC
Netspanning 500 V: 911 VDCNetspanning 600 V: 1094 VDCNetspanning 690 V: 1258 VDC
Beveiligingslimiet onder-spanning
Afhankelijk van de netspanning (0,8775 x netspanning):
Netspanning 240 V: beveiligingslimiet 211 VDCNetspanning 400 V: beveiligingslimiet 351 VDCNetspanning 500 V: beveiligingslimiet 438 VDCNetspanning 525 V: beveiligingslimiet 461 VDCNetspanning 600 V: beveiligingslimiet 527 VDCNetspanning 690 V: beveiligingslimiet 606 VDC
Aardfoutbeveiliging Ja
Netspanningsbewaking Ja
Motorfasebewaking Ja
Overstroombeveiliging Ja
Beveiliging te hoge tem-peratuur unit
Ja
Beveiliging motoroverbe-lasting
Ja. * De beveiliging voor motoroverbelasting schakeltin bij 110% van de volle belastingsstroom.
Beveiliging motorblokke-ring
Ja
Beveiliging motoronder-belasting
Ja
Kortsluitbeveiliging van+24V- en +10V-referentie-spanning
Ja
* = Alleen als u versie FW0072V007 of nieuwer van de systeemsoftware gebruikt, voldoen hetthermisch geheugen van de motor en de vasthoudfunctie aan de eisen die UL 61800-5-1stelt. Met oudere software moet de motor zijn voorzien van een overtemperatuurbeveiligingom te kunnen voldoen aan de UL-voorschriften.
TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 VACON · 133
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 8
9 TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 FLOW9.1 NOMINAAL VERMOGEN AC-FREQUENTIEREGELAARS
9.1.1 NETSPANNING 208–240 V
Tabel 45: Nominaal vermogen van Vacon® 100 FLOW bij netspanning 208–240 V, 50–60 Hz, 3~
Frame Typefrequentieregelaar
Belastbaarheid* Motorasvermogen
Continustroom IL [A]
Ingangsstroom Iin [A]
10%overbelastingsstroom[A]
Maximumstroom IS 2s
Netspanning 230 V
Netspanning 230 V
10%overbelasting 40 °C[kW]
10%overbelasting 40 °C[pk]
MR4 0003 3.7 3.2 4.1 5.2 0.55 0.75
0004 4.8 4.2 5.3 7.4 0.75 1.0
0007 6.6 6.0 7.3 9.6 1.1 1.5
0008 8.0 7.2 8.8 13.2 1.5 2.0
0011 11.0 9.7 12.1 16.0 2.2 3.0
0012 12.5 10.9 13.8 19.6 3.0 4.0
MR5 0018 18.0 16.1 19.8 25.0 4.0 5.0
0024 24.0 21.7 26.4 36.0 5.5 7.5
0031 31.0 27.7 34.1 46.0 7.5 10.0
MR6 0048 48.0 43.8 52.8 62.0 11.0 15.0
0062 62.0 57.0 68.2 96.0 15.0 20.0
MR7 0075 75.0 69.0 82.5 124.0 18.5 25.0
0088 88.0 82.1 96.8 150.0 22.0 30.0
0105 105.0 99.0 115.5 176.0 30.0 40.0
MR8 0140 143.0 135.1 154.0 210.0 37.0 50.0
0170 170.0 162.0 187.0 280.0 45.0 60.0
0205 208.0 200.0 225.5 340.0 55.0 75.0
MR9 0261 261.0 253.0 287.1 410.0 75.0 100.0
0310 310.0 301.0 341.0 502.0 90.0 125.0
VACON · 134 TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 FLOW
9 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
* = Zie hoofdstuk 9.1.5 Toelaatbare overbelasting.
AANWIJZING!
De stroomwaarden bij de omgevingstemperaturen opgegeven in hoofdstuk 9.2 Vacon® 100 FLOW – technische gegevens worden alleen behaald wanneer deschakelfrequentie gelijk is aan of lager is dan de fabrieksinstelling.
Als uw toepassing cyclische belasting met zich meebrengt, bijvoorbeeld bij liften of lieren, ishet aan te raden om de fabrikant te raadplegen voor dimensioneringsgegevens.
TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 FLOW VACON · 135
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 9
9.1.2 NETSPANNING 380–500 V
Tabel 46: Nominaal vermogen van Vacon® 100 FLOW bij netspanning 380–500 V, 50–60 Hz, 3~
Frame Typefrequentieregelaar
Belastbaarheid* Motorasvermogen
Continustroom IL [A]
Ingangsstroom Iin [A]
10%overbelastingsstroom[A]
Maximumstroom IS 2s
Netspanning 400 V
Netspanning 480 V
10%overbelasting 40 °C[kW]
10%overbelasting 40 °C[pk]
MR4 0003 3.4 3.4 3.7 5.2 1.1 1.5
0004 4.8 4.6 5.3 6.8 1.5 2.0
0005 5.6 5.4 6.2 8.6 2.2 3.0
0008 8.0 8.1 8.8 11.2 3.0 4.0
0009 9.6 9.3 10.6 16.0 4.0 5.0
0012 12.0 11.3 13.2 19.2 5.5 7.5
MR5 0016 16.0 15.4 17.6 24.0 7.5 10.0
0023 23.0 21.3 25.3 32.0 11.0 15.0
0031 31.0 28.4 34.1 46.0 15.0 20.0
MR6 0038 38.0 36.7 41.8 62.0 18.5 25.0
0046 46.0 43.6 50.6 76.0 22.0 30.0
0061 61.0 58.2 67.1 92.0 30.0 40.0
MR7 0072 72.0 67.5 79.2 122.0 37.0 50.0
0087 87.0 85.3 95.7 144.0 45.0 60.0
0105 105.0 100.6 115.5 174.0 55.0 75.0
MR8 0140 140.0 139.4 154.0 210.0 75.0 100.0
0170 170.0 166.5 187.0 280.0 90.0 125.0
0205 205.0 199.6 225.5 340.0 110.0 150.0
MR9 0261 261.0 258.0 287.1 410.0 132.0 200.0
0310 310.0 303.0 341.0 502.0 160.0 250.0
* = Zie hoofdstuk 9.1.5 Toelaatbare overbelasting.
VACON · 136 TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 FLOW
9 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
AANWIJZING!
De stroomwaarden bij de omgevingstemperaturen opgegeven in hoofdstuk 9.2 Vacon® 100 FLOW – technische gegevens worden alleen behaald wanneer deschakelfrequentie gelijk is aan of lager is dan de fabrieksinstelling.
Als uw toepassing cyclische belasting met zich meebrengt, bijvoorbeeld bij liften of lieren, ishet aan te raden om de fabrikant te raadplegen voor dimensioneringsgegevens.
9.1.3 NETSPANNING 525–600 V
Tabel 47: Nominaal vermogen van Vacon® 100 FLOW bij netspanning 525–600 V, 50–60 Hz, 3~
Frame Typefrequentieregelaar
Belastbaarheid Motorasvermogen
Continustroom IL [A]
Ingangsstroom Iin [A]
10%overbelastingsstroom [A]
Maximalecontinustroom IS 2s
600 V
10%overbelasting40 °C [pk]
MR5 0004 3.9 4.6 4.3 5.4 3.0
0006 6.1 6.8 6.7 7.8 5.0
0009 9.0 9.0 9.9 12.2 7.5
0011 11.0 10.5 12.1 18.0 10.0
MR6 0018 18.0 19.9 19.8 27.0 15.0
0022 22.0 23.3 24.2 36.0 20.0
0027 27.0 27.2 29.7 44.0 25.0
0034 34.0 32.8 37.4 54.0 30.0
MR7 0041 41.0 45.3 45.1 68.0 40.0
0052 52.0 53.8 57.2 82.0 50.0
0062 62.0 62.2 68.2 104.0 60.0
MR8 0080 80.0 90.0 88.0 124.0 75.0
0100 100.0 106.0 110.0 160.0 100.0
0125 125.0 127.0 137.5 200.0 125.0
MR9 0144 144.0 156.0 158.4 250.0 150.0
0208 208.0 212.0 228.8 340.0 200.0
TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 FLOW VACON · 137
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 9
9.1.4 NETSPANNING 525–690 V
Tabel 48: Nominaal vermogen van Vacon® 100 FLOW bij netspanning 525–690 V, 50–60 Hz, 3~
Frame Typefrequentieregelaar
Belastbaarheid Motorasvermogen
Continustroom IL [A]
Ingangsstroom Iin [A]
10%overbelastingsstroom[A]
Maximalecontinustroom IS 2s
600 V 690 V
10%overbelasting 40 °C[pk]
10%overbelasting 40 °C[kW]
MR6 0007 7.5 6.8 8.3 11.0 5.0 5.5
0010 10.0 9.0 11.0 15.0 7.5 7.5
0013 13.5 11.6 14.9 20.0 10.0 11.0
0018 18.0 15.2 19.8 27.0 15.0 15.0
0022 22.0 19.8 24.2 36.0 20.0 18.5
0027 27.0 23.1 29.7 44.0 25.0 22.0
0034 34.0 27.0 37.4 54.0 30.0 30.0
MR7 0041 41.0 38.4 45.1 68.0 40.0 37.0
0052 52.0 44.9 57.2 82.0 50.0 45.0
0062 62.0 53.2 68.2 104.0 60.0 55.0
MR8 0080 80.0 72.0 88.0 124.0 75.0 75.0
0100 100.0 89.0 110.0 160.0 100.0 90.0
0125 125.0 104.0 137.5 200.0 125.0 110.0
MR9 0144 144.0 140.0 158.4 250.0 150.0 132.0
0170 170.0 155.0 187.0 288.0 150.0 160.0
0208 208.0 177.0 228.8 340.0 200.0 200.0
9.1.5 TOELAATBARE OVERBELASTINGEen geringe overbelasting betekent dat als 110% van de continustroom (IL) nodig isgedurende 1 minuut per 10 minuten, de resterende 9 minuten de stroom ca. 98% van IL ofminder moet zijn. Zo wordt bereikt dat de uitgangsstroom niet meer is dan IL gemiddeld overde tijd.
VACON · 138 TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 FLOW
9 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
IL
IL*110%
1 min 9 min
I
t
IL*110%
Afb. 50: Geringe overbelasting bij de Vacon® 100 FLOW
Raadpleeg voor meer informatie de norm IEC 61800-2 (IEC: 1998).
TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 FLOW VACON · 139
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 9
9.2 VACON® 100 FLOW – TECHNISCHE GEGEVENS
Tabel 49: Technische gegevens van de Vacon® 100 FLOW AC-frequentieregelaar
Specificatie of functie Waarde
Aansluiting op netspan-ning
Ingangsspanning Uin 208–240 V, 380–500 V, 525–600 V, 525–690 V, -10%…+10%
Ingangsfrequentie 50–60 Hz, -5…+10%
Verbinding met het net Eenmaal per minuut of minder
Startvertraging 6 s (MR4 t/m MR6); 8 s (MR7 t/m MR9)
Netspanning• Type elektriciteitsnet: TN, TT en IT• Kortsluitstroom: de maximumkortsluitstroom
moet < 100 kA zijn.
Motoraansluiting
Uitgangsspanning 0-Uin
Continue uitgangsstroomIL: Omgevingstemperatuur max. +40 °C, overbelasting1,1 x IL (1 min/10 min)
Uitgangsfrequentie 0–320 Hz (standaard)
Frequentieresolutie 0,01 Hz
VACON · 140 TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 FLOW
9 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
Tabel 49: Technische gegevens van de Vacon® 100 FLOW AC-frequentieregelaar
Specificatie of functie Waarde
Besturingskenmerken
Schakelfrequentie (zieparameter P3.1.2.3) 200–500 V
• MR4–MR6:• 1,5–10 kHz• Standaard: 6 kHz (behalve 0012 2, 0031 2,
0062 2, 0012 5, 0031 5 en 0061 5: 4 kHz)• MR7–MR9:
• 1,5–6 kHz• Standaard: MR7: 4 kHz, MR8: 3 kHz, MR9: 2
kHz
600-690 V• MR5–MR9:
• 1,5–6 kHz• Standaard: 2 kHz• Voor uitvoeringen die zijn geconfigureerd
voor een C4-installatie in IT-netwerken is demaximale schakelfrequentie standaardbegrensd op 2 kHz.
Automatische schakelfrequentiereductie in geval vanoverbelasting.
Frequentiereferentie:
• Analoge ingang• Paneelreferentie
Resolutie 0,1% (10-bit), nauwkeurigheid ±1%Resolutie 0,01 Hz
Veldverzwakkingspunt 8–320 Hz
Acceleratietijd 0,1–3.000 s
Deceleratietijd 0,1–3.000 s
TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 FLOW VACON · 141
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 9
Tabel 49: Technische gegevens van de Vacon® 100 FLOW AC-frequentieregelaar
Specificatie of functie Waarde
Omgevingsomstandighe-den
Omgevingstemperatuurinbedrijfstelling IL stroom: -10 °C (geen aanvriezen)…+40 °C
Tot 50 °C met stroomreductie (1,5%/1 °C)
Opslagtemperatuur -40 °C…+70 °C
Relatieve vochtigheid 0–95% RH, niet-condenserend, niet-corrosief
Luchtkwaliteit:
• chemische dampen• mechanische deel-
tjes
Getest volgens IEC 60068-2-60 Proef Ke: Corrosiebe-proeving voor stromende gasmengsels, methode 1(H2S [waterstofsulfide] en SO2 [zwaveldioxide])Ontworpen in overeenstemming met:• IEC 60721-3-3, eenheid in bedrijf, klasse 3C3
(IP21/UL type 1 modellen 3C2)• IEC 60721-3-3, eenheid in bedrijf, klasse 3S2
Hoogte100% van de nominale waarde (geen reductie) totmaximaal 1.000 m1% minder vermogen voor elke 100 m boven 1.000 mMaximale hoogte:• 208–240 V: 4.000 m (TN- en IT-systemen)• 380–500 V: 4.000 m (TN- en IT-systemen)• 380–500 V: 2.000 m (installatie in een hoekgeaard
netwerk)• 525–690 V: 2.000 m (TN- en IT-systemen, zonder
hoekaarding)Spanning voor relaisuitgangen:• Tot 3.000 m: toegestaan tot 240 V• 3.000–4.000 m: toegestaan tot 120 VHoekaarding is toegestaan voor MR4–MR6 (netspan-ning 208–230 V) tot 2.000 m (zie hoofdstuk 5.7 Installa-tie in een hoekgeaard netwerk)
VACON · 142 TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 FLOW
9 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
Tabel 49: Technische gegevens van de Vacon® 100 FLOW AC-frequentieregelaar
Specificatie of functie Waarde
Omgevingsomstandighe-den
Trillingen:
• EN 61800-5-1• EN 60068-2-6
5–150 HzVerplaatsingsamplitude 1 mm (piek) bij 5–15,8 Hz(MR4 t/m MR9)Max. acceleratieamplitude 1 G bij 15,8–150 Hz (MR4t/m MR9)
Schokken:
• EN 60068-2-27
UPS-valtest (volgens van toepassing zijnde UPS-gewichten)Opslag en transport: max. 15 G, 11 ms (in verpakking)
BehuizingsklasseIP21/UL type 1: standaard in gehele kW/pk-bereikIP54/UL type 12: optie
AANWIJZING!Voor IP54/type 12 is een adapter voor het bedienings-paneel nodig.
EMC (met standaardin-stellingen)
Immuniteit Voldoet aan EN 61800-3 (2004), 1e en 2e omgeving
Emissies• 200–500 V: EN 61800-3 (2004), categorie C2.• 600–690 V: EN 61800-3 (2004), categorie C3.• Alle: Het product kan worden ingesteld als cate-
gorie C4 voor installatie in IT-netwerken. De fre-quentieregelaar kan worden aangepast voor eenIT-geaard elektriciteitsnet. Zie hoofdstuk 7.6 Installatie in een IT-systeem. De IP00/UL OpenType-frequentieregelaar heeft standaard catego-rie C4.
Geluidsniveau
Gemiddeld geluidsniveau(min.–max.) geluidsdruk-niveau in dB (A)
De geluidsdruk is afhankelijk van de rotatiesnelheidvan de koelventilator. Deze wordt aangestuurd opbasis van de temperatuur van de frequentieregelaar.
MR4: 45-56MR5: 53-65MR6: 62-72MR7: 43-73MR8: 58-73MR9: 54-75
Veiligheidsnormen encertificering
EN 61800-5-1 (2007), CE, cUL (zie de naamplaat van defrequentieregelaar voor meer goedkeuringen)
TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 FLOW VACON · 143
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 9
Tabel 49: Technische gegevens van de Vacon® 100 FLOW AC-frequentieregelaar
Specificatie of functie Waarde
Beveiligingen
Beveiligingslimiet over-spanning Netspanning 240 V: 456 VDC
Netspanning 500 V: 911 VDCNetspanning 600 V: 1094 VDCNetspanning 690 V: 1258 VDC
Beveiligingslimiet onder-spanning
Afhankelijk van de netspanning (0,8775 x netspanning):
Netspanning 240 V: beveiligingslimiet 211 VDCNetspanning 400 V: beveiligingslimiet 351 VDCNetspanning 500 V: beveiligingslimiet 438 VDCNetspanning 525 V: beveiligingslimiet 461 VDCNetspanning 600 V: beveiligingslimiet 527 VDCNetspanning 690 V: beveiligingslimiet 606 VDC
Aardfoutbeveiliging Ja
Netspanningsbewaking Ja
Motorfasebewaking Ja
Overstroombeveiliging Ja
Beveiliging te hoge tem-peratuur unit
Ja
Beveiliging motoroverbe-lasting
Ja. * De beveiliging voor motoroverbelasting schakeltin bij 110% van de volle belastingsstroom.
Beveiliging motorblokke-ring
Ja
Beveiliging motoronder-belasting
Ja
Kortsluitbeveiliging van+24V- en +10V-referentie-spanning
Ja
* = Alleen als u versie FW0072V007 of nieuwer van de systeemsoftware gebruikt, voldoen hetthermisch geheugen van de motor en de vasthoudfunctie aan de eisen die UL 61800-5-1stelt. Met oudere software moet de motor zijn voorzien van een overtemperatuurbeveiligingom te kunnen voldoen aan de UL-voorschriften.
VACON · 144 TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 FLOW
9 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
10 TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 HVAC10.1 NOMINAAL VERMOGEN AC-FREQUENTIEREGELAARS
10.1.1 NETSPANNING 208–240 V
Tabel 50: Nominaal vermogen van Vacon® 100 HVAC bij netspanning 208–240 V, 50–60 Hz, 3~
Frame Typefrequentieregelaar
Belastbaarheid Motorasvermogen
Laag* Netspanning230 V
Netspanning208–240 V
Continustroom IL [A]
Ingangsstroom Iin [A]
10%overbelastingsstroom [A]
10%overbelasting40 °C [kW]
10%overbelasting40 °C [pk]
MR4 0003 3.7 3.2 4.1 0.55 0.75
0004 4.8 4.2 5.3 0.75 1.0
0006 6.6 6.0 7.3 1.1 1.5
0008 8.0 7.2 8.8 1.5 2.0
0011 11.0 9.7 12.1 2.2 3.0
0012 12.5 10.9 13.8 3.0 4.0
MR5 0018 18.0 16.1 19.8 4.0 5.0
0024 24.2 21.7 26.4 5.5 7.5
0031 31.0 27.7 34.1 7.5 10.0
MR6 0048 48.0 43.8 52.8 11.0 15.0
0062 62.0 57.0 68.2 15.0 20.0
MR7 0075 75.0 69.0 82.5 18.5 25.0
0088 88.0 82.1 96.8 22.0 30.0
0105 105.0 99.0 115.5 30.0 40.0
MR8 0140 143.0 135.1 154.0 37.0 50.0
0170 170.0 162.0 187.0 45.0 60.0
0205 208.0 200.0 225.5 55.0 75.0
MR9 0261 261.0 253.0 287.1 75.0 100.0
0310 310.0 301.0 341.0 90.0 125.0
*Zie 10.1.3 Toelaatbare overbelasting.
TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 HVAC VACON · 145
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 10
AANWIJZING!
De stroomwaarden bij de omgevingstemperaturen opgegeven in hoofdstuk 10.2 Vacon® 100 HVAC – technische gegevens worden alleen behaald wanneer deschakelfrequentie gelijk is aan of lager is dan de fabrieksinstelling.
VACON · 146 TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 HVAC
10 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
10.1.2 NETSPANNING 380–500 V
Tabel 51: Nominaal vermogen van Vacon® 100 HVAC bij netspanning 380–500 V, 50–60 Hz, 3~
Frame Typefrequentieregelaar
Belastbaarheid Motorasvermogen
Laag* Netspanning400 V
Netspanning480 V
Continustroom IL [A]
Ingangsstroom Iin [A]
10%overbelastingsstroom [A]
10%overbelasting40 °C [kW]
10%overbelasting40 °C [pk]
MR4 0003 3.4 3.4 3.7 1.1 1.5
0004 4.8 4.6 5.3 1.5 2.0
0005 5.6 5.4 6.2 2.2 3.0
0008 8.0 8.1 8.8 3.0 5.0
0009 9.6 9.3 10.6 4.0 5.0
0012 12.0 11.3 13.2 5.5 7.5
MR5 0016 16.0 15.4 17.6 7.5 10.0
0023 23.0 21.3 25.3 11.0 15.0
0031 31.0 28.4 34.1 15.0 20.0
MR6 0038 38.0 36.7 41.8 18.5 25.0
0046 46.0 43.6 50.6 22.0 30.0
0061 61.0 58.2 67.1 30.0 40.0
MR7 0072 72.0 67.5 79.2 37.0 50.0
0087 87.0 85.3 95.7 45.0 60.0
0105 105.0 100.6 115.5 55.0 75.0
MR8 0140 140.0 139.4 154.0 75.0 100.0
0170 170.0 166.5 187.0 90.0 125.0
0205 205.0 199.6 225.5 110.0 150.0
MR9 0261 261.0 258.0 287.1 132.0 200.0
0310 310.0 303.0 341.0 160.0 250.0
Zie 10.1.3 Toelaatbare overbelasting.
TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 HVAC VACON · 147
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 10
AANWIJZING!
De stroomwaarden bij de omgevingstemperaturen opgegeven in hoofdstuk 10.2 Vacon® 100 HVAC – technische gegevens worden alleen behaald wanneer deschakelfrequentie gelijk is aan of lager is dan de fabrieksinstelling.
10.1.3 TOELAATBARE OVERBELASTINGEen geringe overbelasting betekent dat als 110% van de continustroom (IL) nodig isgedurende 1 minuut per 10 minuten, de resterende 9 minuten de stroom ca. 98% van IL ofminder moet zijn. Zo wordt bereikt dat de uitgangsstroom niet meer is dan IL gemiddeld overde tijd.
IL
IL*110%
1 min 9 min
I
t
IL*110%
Afb. 51: Geringe overbelasting bij de Vacon® 100 HVAC
Raadpleeg voor meer informatie de norm IEC 61800-2 (IEC: 1998).
VACON · 148 TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 HVAC
10 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
10.2 VACON® 100 HVAC – TECHNISCHE GEGEVENS
Tabel 52: Technische gegevens van de Vacon® 100 HVAC AC-frequentieregelaar
Specificatie of functie Waarde
Aansluiting op netspan-ning
Ingangsspanning Uin 208–240 V, 380–500 V, 525–600 V, -10%…+10%
Ingangsfrequentie 50–60 Hz, -5…+10%
Verbinding met het net Eenmaal per minuut of minder
Startvertraging 6 s (MR4 t/m MR6); 8 s (MR7 t/m MR9)
Netspanning• Type elektriciteitsnet: TN, TT en IT• Kortsluitstroom: de maximumkortsluitstroom
moet < 100 kA zijn.
Motoraansluiting
Uitgangsspanning 0-Uin
Continue uitgangsstroomIL: Omgevingstemperatuur max. +40 °C, overbelasting1,1 x IL (1 min/10 min)
Uitgangsfrequentie 0–320 Hz (standaard)
Frequentieresolutie 0,01 Hz
TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 HVAC VACON · 149
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 10
Tabel 52: Technische gegevens van de Vacon® 100 HVAC AC-frequentieregelaar
Specificatie of functie Waarde
Besturingskenmerken
Schakelfrequentie (zieparameter P3.1.2.3) 200–500 V
• MR4–MR6:• 1,5–10 kHz• Standaard: 6 kHz (behalve 0012 2, 0031 2,
0062 2, 0012 5, 0031 5 en 0061 5: 4 kHz)• MR7–MR9:
• 1,5–6 kHz• Standaard: MR7: 4 kHz, MR8: 3 kHz, MR9: 2
kHz
600 V• MR5–MR9:
• 1,5–6 kHz• Standaard: 2 kHz• Voor uitvoeringen die zijn geconfigureerd
voor een C4-installatie in IT-netwerken is demaximale schakelfrequentie standaardbegrensd op 2 kHz.
Automatische schakelfrequentiereductie in geval vanoverbelasting.
Frequentiereferentie:
• Analoge ingang• Paneelreferentie
Resolutie 0,1% (10-bit), nauwkeurigheid ±1%Resolutie 0,01 Hz
Veldverzwakkingspunt 8–320 Hz
Acceleratietijd 0,1–3.000 s
Deceleratietijd 0,1–3.000 s
VACON · 150 TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 HVAC
10 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
Tabel 52: Technische gegevens van de Vacon® 100 HVAC AC-frequentieregelaar
Specificatie of functie Waarde
Omgevingsomstandighe-den
Omgevingstemperatuurinbedrijfstelling IL stroom: -10 °C (geen aanvriezen)…+40 °C
Tot 50 °C met stroomreductie (1,5%/1 °C)
Opslagtemperatuur -40 °C…+70 °C
Relatieve vochtigheid 0–95% RH, niet-condenserend, niet-corrosief
Luchtkwaliteit:
• chemische dampen• mechanische deel-
tjes
Getest volgens IEC 60068-2-60 Proef Ke: Corrosiebe-proeving voor stromende gasmengsels, methode 1(H2S [waterstofsulfide] en SO2 [zwaveldioxide])Ontworpen in overeenstemming met:• IEC 60721-3-3, eenheid in bedrijf, klasse 3C2• IEC 60721-3-3, eenheid in bedrijf, klasse 3S2
Hoogte100% van de nominale waarde (geen reductie) totmaximaal 1.000 m1% minder vermogen voor elke 100 m boven 1.000 mMaximale hoogte:• 208–240 V: 4.000 m (TN- en IT-systemen)• 380–500 V: 4.000 m (TN- en IT-systemen)• 380–500 V: 2.000 m (installatie in een hoekgeaard
netwerk)• 525–600 V: 2.000 m (TN- en IT-systemen, zonder
hoekaarding)Spanning voor relaisuitgangen:• Tot 3.000 m: toegestaan tot 240 V• 3.000–4.000 m: toegestaan tot 120 VHoekaarding is toegestaan voor MR4–MR6 (netspan-ning 208–230 V) tot 2.000 m (zie hoofdstuk 5.7 Installa-tie in een hoekgeaard netwerk)
TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 HVAC VACON · 151
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 10
Tabel 52: Technische gegevens van de Vacon® 100 HVAC AC-frequentieregelaar
Specificatie of functie Waarde
Omgevingsomstandighe-den
Trillingen:
• EN 61800-5-1• EN 60068-2-6
5–150 HzVerplaatsingsamplitude 1 mm (piek) bij 5–15,8 Hz(MR4 t/m MR9)Max. acceleratieamplitude 1 G bij 15,8–150 Hz (MR4t/m MR9)
Schokken:
• EN 60068-2-27
UPS-valtest (volgens van toepassing zijnde UPS-gewichten)Opslag en transport: max. 15 G, 11 ms (in verpakking)
BehuizingsklasseIP21/UL type 1: standaard in gehele kW/pk-bereikIP54/UL type 12: optie
AANWIJZING!Voor IP54/type 12 is een adapter voor het bedienings-paneel nodig.
EMC (met standaardin-stellingen)
Immuniteit Voldoet aan EN 61800-3 (2004), 1e en 2e omgeving
Emissies• 200–500 V: EN 61800-3 (2004), categorie C2.• 600 V: EN 61800-3 (2004), categorie C3.• Alle: Het product kan worden ingesteld als cate-
gorie C4 voor installatie in IT-netwerken. De fre-quentieregelaar kan worden aangepast voor eenIT-geaard elektriciteitsnet. Zie hoofdstuk 7.6 Installatie in een IT-systeem. De IP00/UL OpenType-frequentieregelaar heeft standaard catego-rie C4.
Geluidsniveau
Gemiddeld geluidsniveau(min.–max.) geluidsdruk-niveau in dB (A)
De geluidsdruk is afhankelijk van de rotatiesnelheidvan de koelventilator. Deze wordt aangestuurd opbasis van de temperatuur van de frequentieregelaar.
MR4: 45-56MR5: 53-65MR6: 62-72MR7: 43-73MR8: 58-73MR9: 54-75
Veiligheidsnormen encertificering
EN 61800-5-1 (2007), CE, cUL (zie de naamplaat van defrequentieregelaar voor meer goedkeuringen)
VACON · 152 TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 HVAC
10 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
Tabel 52: Technische gegevens van de Vacon® 100 HVAC AC-frequentieregelaar
Specificatie of functie Waarde
Beveiligingen
Beveiligingslimiet over-spanning Netspanning 240 V: 456 VDC
Netspanning 500 V: 911 VDCNetspanning 600 V: 1094 VDC
Beveiligingslimiet onder-spanning
Afhankelijk van de netspanning (0,8775 x netspanning):
Netspanning 240 V: beveiligingslimiet 211 VDCNetspanning 400 V: beveiligingslimiet 351 VDCNetspanning 500 V: beveiligingslimiet 438 VDCNetspanning 525 V: beveiligingslimiet 461 VDCNetspanning 600 V: beveiligingslimiet 527 VDC
Aardfoutbeveiliging Ja
Netspanningsbewaking Ja
Motorfasebewaking Ja
Overstroombeveiliging Ja
Beveiliging te hoge tem-peratuur unit
Ja
Beveiliging motoroverbe-lasting
Ja. * De beveiliging voor motoroverbelasting schakeltin bij 110% van de volle belastingsstroom.
Beveiliging motorblokke-ring
Ja
Beveiliging motoronder-belasting
Ja
Kortsluitbeveiliging van+24V- en +10V-referentie-spanning
Ja
* = Alleen als u versie FW0072V007 of nieuwer van de systeemsoftware gebruikt, voldoen hetthermisch geheugen van de motor en de vasthoudfunctie aan de eisen die UL 61800-5-1stelt. Met oudere software moet de motor zijn voorzien van een overtemperatuurbeveiligingom te kunnen voldoen aan de UL-voorschriften.
TECHNISCHE GEGEVENS, VACON® 100 HVAC VACON · 153
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 10
11 TECHNISCHE INFORMATIE OVERBESTURINGSAANSLUITINGEN
11.1 TECHNISCHE INFORMATIE OVER BESTURINGSAANSLUITINGEN
Tabel 53: Standaard-I/O-kaart
Standaard-I/O-kaart
Klem Signaal Technische informatie
1 Referentie-uitgang +10 V, +3%, maximumstroom: 10 mA
2 Analoge ingang, spanning ofstroom
Analoge ingang kanaal 10…+10 V (Ri = 200 kΩ)4–20 mA (Ri = 250 Ω)Resolutie 0,1%, nauwkeurigheid ±1%Selectie V/mA met DIP-switches (zie hoofdstuk 6.2.2.1 Selec-tie van de functie van aansluitingen met DIP-switches)
3 Gemeenschappelijke aansluitinganaloge ingang (stroom) Differentiaalingang indien niet verbonden met aarde
±20 V common mode t.o.v. aarde toegestaan
4 Analoge ingang, spanning ofstroom
Analoge ingang kanaal 2Standaard: 4–20 mA (Ri = 250 Ω)0–10 V (Ri = 200 kΩ)Resolutie 0,1%, nauwkeurigheid ±1%Selectie V/mA met DIP-switches (zie hoofdstuk 6.2.2.1 Selec-tie van de functie van aansluitingen met DIP-switches)
5 Gemeenschappelijke aansluitinganaloge ingang (stroom) Differentiaalingang indien niet verbonden met aarde
±20 V common mode t.o.v. aarde toegestaan
6 24V-hulpspanning +24 V, ±10%, max. spanningsrimpel < 100 mVrmsmax. 250 mABeveiligd tegen kortsluiting
7 I/O-aarde Aarde voor referentie en besturing (intern verbonden metbehuizingsaarde via 1 MΩ)
8 Digitale ingang 1Positieve of negatieve logicaRi = min. 5 kΩ0–5 V = 015–30 V = 1
9 Digitale ingang 2
10 Digitale ingang 3
11 Gemeenschappelijk A voor DIN1–DIN6
Digitale ingangen kunnen worden losgekoppeld van aarde.Zie hoofdstuk 6.2.2.2 Digitale ingangen isoleren van massa.
VACON · 154 TECHNISCHE INFORMATIE OVER BESTURINGSAANSLUITINGEN
11 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
Tabel 53: Standaard-I/O-kaart
Standaard-I/O-kaart
Klem Signaal Technische informatie
12 24V-hulpspanning +24 V, ±10%, max. spanningsrimpel < 100 mVrmsmax. 250 mABeveiligd tegen kortsluiting
13 I/O-aarde Aarde voor referentie en besturing (intern verbonden metbehuizingsaarde via 1 MΩ)
14 Digitale ingang 4Positieve of negatieve logicaRi = min. 5 kΩ0–5 V = 015–30 V = 1
15 Digitale ingang 5
16 Digitale ingang 6
17 Gemeenschappelijk A voor DIN1–DIN6
Digitale ingangen kunnen van massa worden geïsoleerd. Ziehoofdstuk 6.2.2.2 Digitale ingangen isoleren van massa.
18 Analoog signaal (+uitgang)Analoog uitgangssignaal 1, selectie 0–20 mA, belasting <500ΩStandaard: 0–20 mA0–10 VResolutie 0,1%, nauwkeurigheid ±2%Selectie V/mA met DIP-switches (zie hoofdstuk 6.2.2.1 Selec-tie van de functie van aansluitingen met DIP-switches)Beveiligd tegen kortsluiting
19 Gemeenschappelijke aansluitinganaloge uitgang
30 24 V hulpingangsspanning Kan worden gebruikt als externe back-upvoeding voor debesturingsunit
A RS-485Differentiële ontvanger/zenderBusafsluiting instelbaar met DIP-switch (zie hoofdstuk6.2.2.1 Selectie van de functie van aansluitingen met DIP-swit-ches). Afsluitweerstand = 220 Ω
B RS-485
TECHNISCHE INFORMATIE OVER BESTURINGSAANSLUITINGEN VACON · 155
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 11
Tabel 54: De standaardrelaiskaart (+SBF3)
Klem Signaal Technische informatie
21
Relaisuitgang 1 *
Wisselcontact, SPDT-relais. 5,5 mm isolatie tussen kanalen.Schakelcapaciteit• 24 VDC/8 A• 250 VAC/8 A• 125 VDC/0,4 AMinimaal te schakelen belasting• 5 V/10 mA
22
23
24
Relaisuitgang 2 *
Wisselcontact, SPDT-relais. 5,5 mm isolatie tussen kanalen.Schakelcapaciteit• 24 VDC/8 A• 250 VAC/8 A• 125 VDC/0,4 AMinimaal te schakelen belasting• 5 V/10 mA
25
26
32
Relaisuitgang 3 *
Maakcontact, NO- of SPST-relais. 5,5 mm isolatie tussenkanalen.Schakelcapaciteit• 24 VDC/8 A• 250 VAC/8 A• 125 VDC/0,4 AMinimaal te schakelen belasting• 5 V/10 mA
33
* = Als u 230 VAC gebruikt als stuurspanning vanuit de uitgangsrelais, moeten debesturingscircuits worden gevoed vanuit een aparte scheidingstransformator om dekortsluitstroom en spanningspieken ('spikes') te beperken. Dit dient om het versmelten vanrelaiscontacten te voorkomen. Zie standaard EN 60204-1, sectie 7.2.9.
VACON · 156 TECHNISCHE INFORMATIE OVER BESTURINGSAANSLUITINGEN
11 TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
Tabel 55: De optionele relaiskaart (+SBF4)
Klem Signaal Technische informatie
21
Relaisuitgang 1 *
Wisselcontact, SPDT-relais. 5,5 mm isolatie tussen kanalen.Schakelcapaciteit• 24 VDC/8 A• 250 VAC/8 A• 125 VDC/0,4 AMinimaal te schakelen belasting• 5 V/10 mA
22
23
24
Relaisuitgang 2 *
Wisselcontact, SPDT-relais. 5,5 mm isolatie tussen kanalen.Schakelcapaciteit• 24 VDC/8 A• 250 VAC/8 A• 125 VDC/0,4 AMinimaal te schakelen belasting• 5 V/10 mA
25
26
28
TI1+TI1-
ThermistoringangSchakelweerstand = 4,7 kΩ (PTC)Meetspanning 3,5 V29
* = Als u 230 VAC gebruikt als stuurspanning vanuit de uitgangsrelais, moeten debesturingscircuits worden gevoed vanuit een aparte scheidingstransformator om dekortsluitstroom en spanningspieken ('spikes') te beperken. Dit dient om het versmelten vanrelaiscontacten te voorkomen. Zie standaard EN 60204-1, sectie 7.2.9.
TECHNISCHE INFORMATIE OVER BESTURINGSAANSLUITINGEN VACON · 157
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: [email protected] 11
Document ID:
Rev. G
Sales code: DOC-INS100WM+DLNL
Vacon LtdMember of the Danfoss GroupRunsorintie 765380 VaasaFinland
www.danfoss.com
Top Related