Download - UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

Transcript
Page 1: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

Academiejaar 2009 - 2010

UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET

COMPOSIETVULLINGEN

Charlotte Van Belle

Promotor: Prof. Dr. De Moor

Masterproef voorgedragen in de Tweede Master in het kader van de opleiding tot

TANDARTS

Page 2: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo
Page 3: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo
Page 4: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

ii

Academiejaar 2009 - 2010

UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET

COMPOSIETVULLINGEN

Charlotte Van Belle

Promotor: Prof. Dr. De Moor

Masterproef voorgedragen in de Tweede Master in het kader van de opleiding tot

TANDARTS

Page 5: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

iii

De auteur(s) en de promotor geven de toelating deze Masterproef voor consultatie beschikbaar te stellen en delen ervan te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting uitdrukkelijk de bron te vermelden bij het aanhalen van resultaten uit deze Masterproef.

Datum Van Belle Charlotte Prof. Dr. Roeland De Moor

Page 6: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

iv

Inhoudstafel ABSTRACT ..............................................................................................................................1

INLEIDING ..............................................................................................................................2 METHODOLOGIE..................................................................................................................4 RESULTATEN.........................................................................................................................6 1. ANATOMIE, FYSIOLOGIE EN HET BELANG VAN EEN CORRECT GEVORMD CONTACTPUNT .....6 2. CONTACTPUNTSTERKTE .........................................................................................................7

2.1 METEN VAN DE DE STERKTE VAN HET CONTACT .............................................................7 2.2 FACTOREN DIE PCS BEÏNVLOEDEN ..................................................................................9

3. VARIABELEN DIE DE UITBOUW VAN EEN CONTACTPUNT MET COMPOSIET BEÏNVLOEDEN ..11 3.1 TYPE COMPOSIET............................................................................................................11

3.1.1 Inleiding..................................................................................................................11 3.1.2 Onderverdeling van composiet op basis van vulstofgehalte en korrelgrootte .......11 3.1.3 ‘Condenseerbaar’ of ‘packable’ composiet............................................................13 3.1.4 Onderverdeling op basis van consistentie ..............................................................14 3.1.5 Ormoceren ..............................................................................................................15

3.2 MATRIXSYSTEMEN EN INTERDENTALE SEPARATIETECHNIEKEN ...................................17 3.2.1 Matrixsystemen .......................................................................................................17 3.2.2 Metalen of transparante matrixband ......................................................................19 3.2.3 Separatietechnieken................................................................................................19

3.3 POLYMERISATIEKRIMP ...................................................................................................22 3.4 VUL- EN BELICHTINGSTECHNIEKEN ...............................................................................24 3.5 INSERTS, DIRECTE EN INDIRECTE INLAYS.......................................................................27

3.5.1 Keramische inserts .................................................................................................27 3.5.2 Directe composietinlays..........................................................................................28 3.5.3 Indirecte composietinlays .......................................................................................29

3.6 IDEALE TANDISOLATIE - RUBBERDAM ...........................................................................31 4. ALTERNATIEVEN...................................................................................................................33 5. PROGNOSE.............................................................................................................................34 DISCUSSIE.............................................................................................................................35 BESLUIT.................................................................................................................................38 REFERENTIES......................................................................................................................40

Page 7: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

1

Abstract

Door de verhoogde eisen qua esthetiek, de nood aan een meer weefselbesparende

preparatietechniek en de groeiende, al dan niet gegronde, bezorgdheid rond het

kwikgehalte van amalgaam stijgt de vraag naar klasse II vullingen in composiet. Eén

van de belangrijkste oorzaken van faling in deze composietrestauraties is het

ontbreken van een degelijk contactpunt. Dit contactpunt vermijdt voedselimpactie,

plaqueretentie, parodontale problemen, cariës, beschermt de interdentale papil, maakt

een optimale interdentale reiniging mogelijk en voorkomt migraties van de tanden.

Het is daarom belangrijk goed te begrijpen wat een ideaal contactpunt is, hoe het

evolueert, hoe het vervaardigd wordt, welke factoren de uitbouw van dit contactpunt

beïnvloeden en wat de prognose is. Voor deze literatuurstudie werden 57 artikels

geselecteerd op basis van relevantie en validiteit. Aan de hand van deze artikels kan

men besluiten dat het contactpunt een zeer variabel gegeven is en enorm verschilt

tussen verschillende individuen, maar ook binnen één individu. We weten wel dat

meerdere factoren het uitbouwen van een contactpunt in composiet beïnvloeden,

namelijk de operator, het type composiet,de matrixsystemen en interdentale

separatietechnieken, de polymerisatiekrimp, de vul- en belichtingstechniek, het

gebruik van inserts of inlays en de isolatiemethode. Het is aan te bevelen

lichtuithardend compactgevuld hybride composiet, een, bij voorkeur

voorgecontoureerde, matrix met geringe dikte, een wig en een separatiering te

gebruiken. Alle maatregelen om de polymerisatiekrimp te compenseren dienen

gerespecteerd te worden en er moet rekening gehouden worden met de

techniekgevoeligheid van composiet. Dit wil zeggen dat de aanbevelingen van de

fabrikant nauwkeurig gevolgd moeten worden en in een zo droog mogelijk werkveld

moet gewerkt worden, bij voorkeur onder rubberdam.

Page 8: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

2

Inleiding Reeds meer dan 100 jaar is amalgaam, door zijn duurzaamheid, hoge (druk)sterkte en

minder kritische techniekgevoeligheid dan composiet, het posterieur vulmateriaal bij

uitstek. In een literatuurstudie van Roulet (1997) wordt zelfs een overlevingsduur tot

20 jaar beschreven.41

De veranderde eisen qua esthetiek, de groeiende, al dan niet gegronde, bezorgdheid

rond het kwikgehalte van amalgaam en de nood aan een meer weefselbesparende

preparatietechniek, deden echter de vraag naar composietvullingen in klasse I en II

caviteiten toenemen. Een vergelijkbare overleving van amalgaam en composiet

restauraties wordt vandaag door sommigen beschreven na 5 en 10 jaar.35

Het vervaardigen van een goede composietvulling is niet zo eenvoudig als het op het

eerste zicht lijkt. Eind jaren ’70 werden reeds artikels gepubliceerd over de

techniekgevoeligheid van composietrestauraties en het belang van een goede

matrix.17,19 Composiet is immers een materiaal dat door zijn consistentie vóór

verharding anders gemanipuleerd dient te worden dan amalgaam. Deze zachtere

consistentie laat niet toe dit materiaal op dezelfde manier driedimensionaal aan te

condenseren. Bij de nieuwste generaties composieten blijft men verder modificeren

om de mechanische eigenschappen zo optimaal mogelijk te krijgen. Opdat de

klinische eigenschappen in vivo dit ook zouden zijn, moet nog steeds uiterst veel

aandacht besteed worden aan de techniek bij het plaatsen van het materiaal. Eén van

de vereisten hierbij is het creëren van een ideaal contactpunt.

Het uitbouwen van een goed contactpunt bij amalgaamrestauraties is eenvoudiger.

Hier verkrijgt men een stevig contactpunt als resultaat van het condenseren van het

amalgaam in combinatie met een goed matrixsysteem en wiggen. De visco-elastische

eigenschappen van tandheelkundige composieten maken dit onmogelijk. Men kan dus

niet zomaar dezelfde matrix-systemen gebruiken voor een composiet- als voor een

amalgaamrestauratie. Het aanpassen van de eigenschappen van het

composietmateriaal kan hier eventueel een oplossing bieden.

In dit literatuuronderzoek wordt eerst en vooral het begrip ‘contactpunt’ nader

besproken. Voor de vervaardiging is een goed begrip van de anatomie en functie van

een contactpunt noodzakelijk. Hoe ziet een fysiologisch contactpunt er uit? Hoe

Page 9: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

3

gedraagt het zich gedurende een etmaal en welke factoren beïnvloeden de registratie

van mogelijke veranderingen? Vervolgens wordt nagegaan welke factoren al dan niet

een invloed hebben op de uitbouw van een contactpunt in composietrestauraties en

hoe de practicus na de behandeling het contactpunt kan beoordelen. Op die manier zal

bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal

contactpunt te creëren, en zo de kwaliteit en levensduur van de composietrestauratie

positief te beïnvloeden.

Page 10: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

4

Methodologie Voor dit literatuuronderzoek ging ik uit van volgende vraagstelling: Hoe vervaardigt

men een ideaal contactpunt bij composietrestauraties? Om een zekere basis te hebben

vinden voor mijn zoektocht begon ik op www.google.be, waar ik de zoekterm

‘contactpunten in composiet’ ingaf. Zo vond ik een hoofdstuk uit het Praktijkboek

tandheelkunde van J.D. Scholtanus (2005).46 Hierop baseerde ik mij voor mijn

verdere zoektocht op PubMed. Door alle stappen bij het vervaardigen van een

composietrestauratie te overlopen ging ik na welke een mogelijke invloed hebben op

het vervaardigen en beoordelen van een contactpunt. Van het al dan niet plaatsen van

een rubberdam, het gebruikte composiet en de gebruikte matrix, tot de vul- en

polymerisatietechniek, om zo de meest ideale technieken en materialen er uit te halen.

Als MeSH-termen vond ik ‘Composite Resins’, ‘Dental Restoration Failure’, ‘Rubber

dams’ en ‘Matrix Bands’. Andere alternatieve zoektermen, die ik grotendeels afleidde

uit het het hoofdstuk van Scholtanus (2005), maar ook uit andere artikels, waren

‘Proximal Contact Tightness’, ‘Contact Point’, ‘(Ap)proximal Contact’, ‘wedging’,

‘rubberdam’, ‘incremental technique’, ‘proximal wear (rate)’, ‘attrition’, en

‘polymerization shrinkage’.46 Telkens werden ‘Dental Journal’ en ‘1970-2010’ als

limits ingesteld. Deze laatste omdat pas in de jaren ’70 de huidige composieten

ontwikkeld werden die polymeriseren door zichtbaar licht. De enige uitzondering

hierop is het artikel van Bowen (1965).3 Dit leverde een 900-tal artikels op. Hieruit

werden, aan de hand van samenvattingen en eventueel reeds beschikbare volledige

artikels, deze gekozen die relevant zijn voor dit literatuuronderzoek. Een en ander

werd ook gevonden via referenties uit de geselecteerde literatuur, of via de ‘related

articles’ in PubMed. Voor de theorie rond composiet en composiet restauraties

raadpleegde ik het hoofdstuk ‘Composieten’ uit de cursus ‘Tandheelkundige

matermaterialen I (2006)’ van Prof. Dr. R.M.H. Verbeeck en het gelijknamige

hoofdstuk uit de cursus ‘Restauratieve tandheelkunde’ van Prof. Dr. R.J. De Moor

(2007).11,53

De geselecteerde artikels werden onderworpen aan een checklist voor de validiteit van

onderzoeken. Er werd rekening gehouden met de hiërarchie van de kwaliteit van de

wetenschappelijke bron van de informatie zoals beschreven door Prof. Dr.

Vanobbergen (2008).51 Bij voorkeur werd gekozen voor reviews en Randomized

Page 11: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

5

Clinical Trials (RCT). Speciale aandacht werd hierbij besteed aan interne validiteit,

beschrijving van populatie en interventie en reproduceerbaarheid. Voor de

volledigheid werden ook artikels met een lagere bewijskracht opgenomen in het

literatuuronderzoek . Uiteindelijk geraakten 57 artikels door deze selectieprocedure.

Page 12: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

6

Resultaten 1. Anatomie, fysiologie en het belang van een correct gevormd contactpunt

Een contactpunt kan men definiëren als ‘de regio op het mesiale of distale vlak van

een tand dat de buurtand in de boog raakt’.60 Onder een ideaal contactpunt verstaat

men een contactpunt dat zich op 1/3 van de kroonlengte vanaf het occlusaal vlak

bevindt en convex is, zowel in vestibulo-palatale als in cervico-occlusale richting. Het

vermijdt voedselimpactie, plaqueretentie, parodontale problemen, cariës, beschermt

de interdentale papil, maakt een optimale interdentale reiniging mogelijk en voorkomt

migraties van de tanden.46 De anatomie van de kroon ter hoogte van het interdentale

gedeelte hangt grotendeels af van de interdentale afstand tussen twee buurtanden ter

hoogte van de gingiva, en de hoogte van de kroon. Wanneer de afstand tussen beide

tanden groot is en de klinische kroon kort is zal de proximale contour meer convex

zijn, en omgekeerd.25 Het is belangrijk op te merken dat zowel te sterke als te zwakke

contactpunten schadelijk zijn voor het gebit.

Twee types contactpunten moeten onderscheiden worden, namelijk deze bij jonge

mensen, en bij oudere mensen. De eerstgenoemde zijn bol of zeer convex in de

vestibulo-palatale richting en omvatten een meer beperkte contactzone (contactpunt).

De laatstgenoemde zijn meer afgeplat met meer uitgebreide contactzones

(contactvlak) als gevolg van slijtage door kauwfunctie en mesialisatie.5 Tijdens het

kauwen worden krachten uitgeoefend op de tanden. Deze krachten worden vervolgens

overgebracht op de buurtanden en het parodontaal ligament zodat de tanden en het

parodontaal ligament beschermd worden tegen te grote krachten. Door deze krachten

gaan tanden bewegen in de tandboog en het glazuur van naburige tanden tegen elkaar

‘schuren’ wat leidt tot slijtage van dit glazuur en het vormen van een contactvlak. De

vorm, grootte en plaats van dit vlak varieert naargelang de interproximale anatomie

van beide tanden, en naargelang het contactvlak zich mesiaal of distaal van de tand

bevindt.15

Page 13: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

7

2. Contactpuntsterkte

2.1 Meten van de de sterkte van het contact

In de praktijk kan men volgens de United States Public Health System criteria

(USPHS) de contactsterkte meten door middel van dental floss (Ryge, 1980).42

Deze moet met een klik door het contactpunt kunnen gebracht worden. Wanneer de

draad er te gemakkelijk door gaat is het contact te zwak en zal er voedselretentie

ontstaan in de interdentale ruimte. Wanneer men de draad er moeilijk door krijgt, is

het contact te sterk en zal migratie van de tanden plaatsvinden, zal de patiënt niet in

staat zijn deze interdentale zone voldoende te reinigen en het parodontium schaden

door de grote kracht die gebruikt moet worden om de flosdraad door het contactpunt

te krijgen. Het spreekt voor zich dat kleine verschillen in contactsterkte met deze

techniek niet geregistreerd kunnen worden.

Om de contactsterkte objectief te kunnen meten werd in de Universiteit van

Heidelberg een meetinstrument ontwikkeld: De Tooth Pressure Meter (TPM).15 Dit

toestel geeft betrouwbare resultaten weer, maar kalibreren is noodzakelijk om meer

reproduceerbare resultaten te verkrijgen.31

De proximale contactsterkte (PCS: proximal contact strength) wordt geregistreerd

door een 0,05 mm dikke matrixstrip, die tussen het contactpunt geplaatst wordt (1),

onmiddellijk na plaatsing langs occlusaal van tussen het contactpunt te verwijderen.

De frictie die ontstaat bij het verwijderen van de strip wordt gemeten en de maximale

frictie stelt de PCS voor (2). De relatieve beweging van de strip ten opzichte van de

tand wordt gemeten met een metalen pin (3) die een beweging maakt, parallel aan de

beweging van de metaalstrip (Fig. 1).15

Page 14: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

8

Fig. 1: Principe van de Tooth Pressure Meter: 1. Houder met de matrixband tussen de twee tanden geplaatst. 2. Meting van de kracht. 3. Registratie van de beweging van de matrixband ten opzichte van de tand Bron: Loomans et al., 2005; Loomans et al., 2006.29.31

Page 15: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

9

2.2 Factoren die PCS beïnvloeden

Het gebit moet dagelijks enorme krachten opvangen. Om dit te doen, zonder te

breken, zijn ze omringd door een parodontaal systeem dat toelaat dat de tand beweegt

in zijn alveole om zo als het ware als schokdemper te dienen. Deze bewegingen

hebben als resultaat dat ook de sterkte van het contactpunt niet constant blijft. Zelfs

binnen de mond varieert de sterkte tussen de verschillende tanden: de Proximale

Contact Sterkte (PCS) neemt toe van het contactpunt tussen hoektand en premolaar

naar dat tussen tweede premolaar en eerste molaar om dan weer af te nemen tussen

eerste en tweede molaar. Ze is ook significant lager in de maxilla.

Tijdens het kauwen worden de tanden in hun aveoles gedrukt en tegen of weg van

elkaar gedrukt. In de posterieure zones neemt de sterkte minder toe dan in de

anterieure zones, en dit kan waarschijnlijk ook nog varieren volgens de voorkeur voor

een bepaalde kauwzijde.

In de mandibula neemt de sterkte af tussen 8 uur ’s morgens en 12 uur ’s middags, en

in de maxilla neemt deze toe tussen 8 uur ’s morgens en 5 uur in de namiddag. Dit

kan toegewezen worden aan het herhaaldelijk klemmen in maximale occlusie

gedurende de dag, maar aangezien deze resultaten een verschillende trend vertonen

dan bij kauwen, is het mogelijk dat andere mechanismen, zoals vermoeidheid van het

parodontaal ligament en veranderingen in visco-elastische eigenschappen door het

hartritme, hier ook voor verantwoordelijk zijn.15

De sterkte van de contactpunten varieert ook naargelang de patiënt een zittende of

staande houding aanneemt. Wanneer de patiënt 2 uur neerligt zullen de contactpunten

minder strak zijn dan in rechtstaande positie, en wanneer de patiënt dan weer twee uur

rechtstaat worden de contacten weer strakker. Hiervoor zijn verschillende

verklaringen mogelijk: Ten eerste is er de invloed van de zwaartekracht op de positie

van de tanden, invloed van de zwaartekracht op het cardiovasculair stelsel en dus op

de druk in de bloedvaten en de doorbloeding van het parodontaal ligament, en ten

tweede de variatie in kracht en frequentie van de occlusale belasting bij verandering

van houding. Het klinische gevolg hiervan is dat de evaluatie van de strakheid van een

contactpunt na een restauratie in rechtopzittende positie zou moeten gebeuren. Echter,

een contactpunt dat op deze manier, na een lange zitting, positief wordt geëvalueerd,

Page 16: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

10

kan te strak worden nadat de patiënt zich weer enige tijd in rechtopstaande positie

bevindt.47

Een andere factor die invloed heeft op de sterkte van het contactpunt is bruxisme. Hoe

groter de contractiekracht van de masseter, hoe groter de sterkte van het contactpunt,

en dit zowel in de mandibula als in de maxila. De kracht van de masseter wordt

uitgedrukt in % MVC, de maximale vrijwillige contractiekracht van de masseter. In

rust is de sterkte groter in de mandibula dan in de maxilla, maar bij klemmen, en dus

grotere krachten van de masseter, meet men een sterker contactpunt in de maxilla dan

in de mandibula (fig. 2).34

Andere factoren die een invloed kunnen hebben zijn grootte van de kaken, de leeftijd,

extracties, malpositie van de tanden en de transseptale vezels.25

De proximale contactsterkte is dus een zeer variabel, multifactorieel fysiologisch

verschijnsel.

Page 17: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

11

3. Variabelen die de uitbouw van een contactpunt met composiet

beïnvloeden

3.1 Type composiet

3.1.1 Inleiding

Een composietmateriaal is een materiaal dat bestaat uit een combinatie van twee of

meer verschillende materialen, die ieder als een afzonderlijke entiteit aanwezig zijn in

het materiaal. De tandheelkundige composieten bestaan uit een organische

polymeermatrix, meestal BIS-GMA of UDMA, als continue fase, opgevuld met een

anorganische vulstof. Deze vulstof wordt meestal gemaakt uit SiO2 , glas of een

glasachtig materiaal. Deze componenten worden zodanig gecombineerd dat het

eindproduct over bepaalde gunstige eigenschappen van beide componenten zou

beschikken.53 De eerste composieten werden in de jaren 60 op de markt gebracht, nl.

het bisfenol A glycidylmethacrylaat van Bowen.3 Oorspronkelijk waren dit poeder-

vloeistofcomposieten, maar deze werden snel vervangen door twee-pasta-systemen.

Deze zelfpolymeriserende composieten werden al snel vervangen door

lichtuithardende composieten. Eind jaren ’70 ontstond een polymerisatietechniek door

middel van ultraviolet licht, maar deze werd snel vervangen door een systeem met

zichtbaar licht. Deze licht-polymeriserende composieten zijn meer slijt- en kleurvast

dan de zelf-polymeriserende composieten, dankzij het gebruik van kleinere

vulstofpartikels. Ook worden minder luchtbellen ingesloten doordat het composiet

niet meer gemengd moet worden.

Vervolgens ging men wijzigingen aanbrengen in de vulstof en de

polymerisatietechniek. Het type, de grootte en de vorm van de vulstof bepalen een

groot aantal eigenschappen, zoals de sterkte, de polijstbaarheid, de thermische

eigenschappen en de radiopaciteit. De vulstofgraad bepaalt de slijtage en de

hoeveelheid krimp bij verharding.10

3.1.2 Onderverdeling van composiet op basis van vulstofgehalte en korrelgrootte

Op basis van het vulstofgehalte en de korrelgrootte kan men de composieten als volgt

indelen:53

Page 18: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

12

1. Traditionele composieten:

Deze composieten op basis van een macrovulstof, namelijk gemalen kwarts of glas,

hebben een gemiddelde korrelgrootte tussen 10 en 30 µm. Deze bezitten goede

mechanische en fysische eigenschappen, maar minder goede esthetische

eigenschappen. Ze hebben een mat oppervlak, kunnen moeilijk of niet gepolijst

worden en hebben een geringe slijtageweerstand.

2. Microfijne composieten:

Deze bevatten een microfijne vulstof, uitsluitend bestaande uit colloïdaal

silicicumdioxide. Bij homogene microfijne composieten wordt dit rechtsreeks aan de

oligomeer/monomeer fase toegevoegd. Bij de heterogene wordt het als complexe

vulstof toegevoegd, waardoor men een hoger vulstofgehalte kan verkrijgen, nl. Van

32 tot 50 volumeprocent of ongeveer 50 tot 60 gewichtsprocent. In tegenstelling tot de

traditionele composieten kunnen deze door de kleine vulstofpartikels zeer goed

gepolijst worden.

3. Hybride composieten:

Deze bevatten zowel macrovulstof als colloïdaal SiO2. De deeltjesgrootteverdeling is

dus minstens bimodaal. Bij de composieten met multimodale korrelgrootteverdeling

combineert men fracties van macrovulstof met een verschillende gemiddelde

korrelgrootte. Deze zijn complementair waardoor kleinere deeltjes de ruimte tussen de

grotere deeltjes kunnen opvullen en een hoge pakkingsdichtheid bekomen kan worden

bij een hoog vulstofgehalte. Het organisch vulstofgehalte kan bij hybride composieten

oplopen tot meer dan 70 volume procent. Men kan verder onderscheid maken tussen

half gevulde (50 tot 60 volumeprocent) en compact gevulde (60 tot 70

volumeprocent)

4. Microhybride, nanogevulde en nanohybride composieten:

Microhybride composieten bevatten partikels die klein genoeg zijn om even goed

polijstbaar te zijn als microfijne composieten, maar groot genoeg om een hoge

vullingsgraad te bereiken, waardoor ze sterker zijn.12 Nanogevulde composieten

bestaan uit nanomeer en nanoclusters en nanohybride composieten zijn hybride

composieten met nanovullers als geprepolymeriseerde vulstof. De klinische

Page 19: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

13

eigenschappen van de hybride en nanohybride composieten zijn bevredigend en niet

significant verschillend van elkaar na 4 jaar (Tabel 1).22

Type composiet

Gemiddelde grootte vulstof (µm)

Volume% vulstof

Slijtage-weerstand

Breuk-weerstand

Polijstbaar-heid

Microfijn 0.04-0.1 35-50 E M E

Hybride 1-3 70-77 M/G E G

Microhybride 0.4-0.8 56-66 E E G

Tabel 1: Classificatie en fysische eigenschappen van composieten met verschillende partikelgrootte en percentage van de vulstof. E: Excellent; G: Goed; M: Matig; S: Slecht Bron: Deliperi et Bardwell (2002).12

Posterieure composietvullingen worden dus best gemaakt met hybride composieten.

Zowel halfgevulde als compactgevulde komen hiervoor in aanmerking, waarbij de

voorkeur gaat naar compactgevulde. Aangezien composiet krimpt (gemiddelde

volumetrische krimp varieert tussen 2 en 3%)53 wordt de proximale vulling in laagjes

opgebouwd. Hierbij streeft men er naar het aantal gebonden vlakken te beperken tot

twee. Ook al voelen compactgevulde composieten hybride composieten stug aan, ze

blijven viscoelastisch, waardoor het driedimensionaal uitduwen van het vulmateriaal

niet op dezelfde manier mogelijk is als bij amalgaam. Bij de uitbouw van het

contactpunt zal het matrixsysteem daarom een zeer belangrijke rol spelen. Een

typische faling van een klasse II composietrestauratie is open ruimte tussen de externe

composietwand en de interdentale wand van de buurtand. Hetzelfde probleem geldt

voor de microhybride composieten.

3.1.3 ‘Condenseerbaar’ of ‘packable’ composiet

Zowel de polymerisatiekrimp als het feit dat composieten, door hun visco-elastische

eigenschappen, niet gecondenseerd kunnen worden zoals amalgamen, vormen een

obstakel voor het tot stand brengen van een behoorlijk contactpunt. Om toch een

alternatief op de markt te brengen voor amalgaam gingen fabrikanten spelen met de

samenstelling en eigenschappen van composiet, in de hoop een composiet te

vervaardigen waarbij de vulstofdeeltjes net als bij amalgaam samengedrukt kunnen

worden.

Voorzichtigheid is geboden bij de interpretatie van de term ‘condenseerbaar

composiet’. Deze impliceert immers dat de dichtheid van het materiaal verhoogd kan

Page 20: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

14

worden door het dichter bij elkaar brengen van de vulstofdeeltjes. Het gebruik van de

term ‘packable composite’ verdient dus in principe de voorkeur.45 Toch ziet men dat

in de literatuur de termen ‘condensable’ en ‘packable’ vaak door elkaar gebruikt

worden. ‘Condensable’ verwijst dan naar die composieten die zodanig gemodificeerd

zijn dat ze gemakkelijker in de caviteit te drukken zijn en minder aan het gebruikte

instrument kleven, maar wel nog steeds aan de wand van de caviteit. Een ‘packable’

composiet bekomt men door de vulstof in beperkte mate te modificeren, en de

viscositeit van de matrix te verminderen. Wanneer het materiaal echter te stijf is zal

het zich moeilijker aanpassen aan de caviteitswanden, en wanneer de hoeveelheid

vulstof te groot wordt resulteert dit in porositeiten en onvoldoende bevochtiging van

de partikels door de matrix.24

De mechanische eigenschappen van ‘packable’ composiet verschillen daarenboven

niet van deze van hybride composieten, waardoor de kans op breuk niet minder groot

is. Het ‘condenseren’ kan echter wel leiden tot het insluiten van luchtbellen, wat op

zijn beurt de sterkte van het materiaal weer in gedrang brengt.

Bij gebruik van een wat men vandaag als een ‘goed matrixsysteem’ beschouwt, nl.

een niervormige partiële metalen matrix in combinatie met een separatiering, zoals

Palodent Matrix system (Darway, San Mateo, CA, USA) maakt het type composiet

geen verschil op het al dan niet verkrijgen van een stevig contactpunt. Bij het

Automatrix (Dentsply/Caulk, Milford, DE, VSA) of Lucifix (Hawe Neos Dental,

Gentilno, Switzerland) systeem, daarentegen, zijn de resultaten beter voor de meer

‘packable’ composieten zoals P60 (3M, St. Paul, MN, USA).38,45 Deze

matrixsystemen worden verder in detail beschreven op p. 17 en verder.

Men kan besluiten dat het gebruik van ‘condenseerbare’ of, beter gezegd, ‘packable’

composieten geen meerwaarde geeft, in vergelijking met ‘niet-packable’ composieten,

wanneer deze op de juiste manier geplaatst worden, namelijk in laagjes.8 Op deze

vultechniek wordt verder ingegaan vanaf p. 22.

3.1.4 Onderverdeling op basis van consistentie

Volgens Jackson en Morgan (2000) kan men de composieten beter indelen volgens

hun consistentie, zoals dat bij afdrukmaterialen gedaan wordt; ‘Light-body’

composieten zijn de zogenaamde ‘flowable’ composieten met een lage viscositeit. Tot

de ‘medium-body’ composieten behoren de microfijne en hybride composieten, die

Page 21: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

15

een middelmatige viscositeit hebben. Het gemak waarmee de ‘midium body’

composieten geplaatst kunnen worden, en de mate waarin ze aan het instrument

kleven kan nogal variëren. De ‘packable’ composieten behoren dan weer tot het

‘heave-body’ type, en hebben een hoge viscositeit. Volgens fabrikanten vertonen

‘heavy body’ composieten minder polymerisatiekrimp, een betere verwerkbaarheid,

verhardingsdiepte, slijtageweerstand en kleurstabiliteit.20

Wanneer men de sterkte van het contactpunt vergelijkt tussen composieten van

verschillende consistenties (laag, medium en hoog visceus) ziet men dat deze met een

lage viscositeit significant zwakkere contactpunten voortbrengen dan deze met een

gemiddelde of hoge viscositeit.21 Deze composieten hebben een lagere dichtheid aan

vulstof, om de lage viscositeit en grotere vloei te bekomen. Dit zorgt voor een hogere

polymerisatiekrimp, wat hoogstwaarschijnlijk de minder stevige contactpunten

veroorzaakt.29

Hierbij moet ten eerste opgemerkt worden dat naast de sterkte van het contactpunt

ook anatomie, ruwheid, de richting van de beweging en de eigenschappen van de

flosdraad bepalen hoe vlot deze door het contactpunt gaat. Het is dus vanzelfsprekend

dat het type flosdraad hier ook een rol bij speelt. Ten tweede mag men niet vergeten

dat het gebruik van composieten met een hogere viscositeit het belang van een goede

vultechniek, d.i. uitharding per laag van maximum 2mm, niet weg neemt.21

Het gebruik van sectionele matrices, in combinatie met een separatie ring, in

tegenstelling tot het gebruik van een circumferentiële matrix, in combinatie met een

handinstrument, heeft daarenboven een veel belangrijkere invloed op het contactpunt

dan de viscositeit van het composiet (zie p. 20 ).29

3.1.5 Ormoceren

Een tiental jaar geleden kwam een alternatief voor de BIS-GMA composieten op de

markt, namelijk de ormoceren. De monomeren van dit polymeer zijn langer dan deze

van BIS-GMA, waardoor ze mogelijk de polymerisatiekrimp, slijtage en lekage van

de composieten kunnen verminderen. De klinische eigenschappen, waaronder het

contactpunt, verschillen echter niet van deze van traditionele composieten.2 In deze

studie vertonen de meeste composieten wel een significante vermindering van de

kwaliteit van het contactpunt. Het verlies van materiaal door slijtage wordt hier

Page 22: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

16

aangeduid als de belangrijkste oorzaak van de verandering van de anatomie en het

contactpunt.

Page 23: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

17

3.2 Matrixsystemen en interdentale separatietechnieken

3.2.1 Matrixsystemen

Om een contactpunt correct te reconstrueren moet het composiet in de juiste vorm

gemodelleerd worden, om de oorspronkelijke anatomische vorm van de tand te na te

bootsen. Aangezien er een open wand aanwezig is, dient de caviteit bekist te worden.

Dit kan men enkel bereiken door middel van een matrixsysteem. Een goede matrix

moet dus steun en vorm geven aan de restauratie tijdens plaatsen en uitharden. De

klassieke matrixsystemen zijn gebaseerd op circumferentiële matrices. Voorbeelden

hiervan zijn de de Siqveland Matrix Holder (Dentsply, Milford, DE, VSA), de

AutoMatrix (Dentsply/Caulk), de Nyström (Dentatus, Hagerstn, Sweden) en de

Tofflemire (Carl Martin, Solingen, Germany) (Fig. 2)

Fig. 2: Links boven: Siqveland Matrix Holder (Dentsply); Links onder: Tofflemire Retainer; Rechts: AutoMatrix (Dentsply/Caulk). Bron: http://www.dentsply.co.uk; http://www.free-ed.net/; https://www.net32.com/

Voor amalgaamvullingen worden vaak niet voorgevormde of gecontoureerde

matrixbanden gebruikt. Om de dikte van de matrix te compenseren wordt een wig

geplaatst en een contactpunt in de matrix gebruneerd. Omdat amalgaam

aangecondenseerd kan worden, kan de matrixband tegen de buurtand aangeduwd

worden. Een veel voorkomende fout is dat deze matrixsystemen, die geschikt zijn

voor amalgaamrestauraties, ook voor restauraties in composiet gebruikt worden. De

consistentie van composiet verschilt hiervoor te sterk van amalgaam, en mede door de

polymerisatiekrimp is een aangepast matrixsysteem een belangrijke vereiste.

Page 24: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

18

Er is de dag van vandaag een uitgebreid gamma aan matrixsystemen beschikbaar op

de markt. Deze kunnen als volgt ingedeeld worden:

1. Circumferentiële matrices:

Deze matrixbanden zijn gemaakt uit metaal of kunststof, omvatten de kroon van de

tand volledig en kunnen recht maar ook voorgevormd zijn. Voor circumferentiële

matrixbanden gebruikt men de klassieke matrixhouders. Bij de matrixhouders met een

rechthoekige opening voor de band zal men voorgevormde matrixbanden moeten

gebruiken om de contour van de tand zo goed mogelijk te kunnen volgen. Rechte

matrixbanden kunnen gebruikt worden bij matrixhouders met een driehoekige

opening. De top van de driehoek wordt naar apicaal gericht zodat de matrixband op

die plaats meer zal aansluiten Andere circumferentiële matrixsystemen, zoals de

Automatrix (Dentsply/Caulk) en Lucifix (Kerr, Hawe) hebben geen matrixhouder

nodig. (Fig. 3)

Fig. 3: Links boven: Nyström matrixhouder met rechte en schuine opening; Rechts boven: voorgevormde metalen Tofflemire matrixbanden; Links onder: Lucifix transparante matrixbanden; Rechts onder: Automatrix systeem (Dentsply/Caulk). Bron: http://www.providental.be/pdfcatalogus/matrijzen.pdf

2. Partiële matrices:

Deze niervormige matrixbanden omvatten enkel de zone van en rond het contactpunt.

De matrixband past cervikaal aan dankzij een wigje, dat ook voor de nodige separatie

zorgt, en de juiste anatomie van het contactpunt wordt verkregen door een Ivory

matrixhouder of een separatiering (Fig. 4).

Page 25: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

19

Fig. 4: Respectievelijk van links naar rechts: het Contact Matrix (Danville materials) systeem, de Ivory matrixhouder en de Ivory matrixbanden. Bron: www.practicon.com (Contact Matrix); http://www.providental.be/pdfcatalogus/matrijzen.pdf (Ivory)

3.2.2 Metalen of transparante matrixband

De metalen matrices kunnen verder onderverdeel worden in de flexibele metalen

matrices en de ‘dead-soft’ matrices. Deze laatste brengen minder sterke contactpunten

voort. Beide zijn vervaardigd uit roestvrij staal, maar de eerstgenoemde is resiliënter

en stijver, terwijl de laatstgenoemde gemakkelijker vervormt, wat kan leiden tot een

negatieve contour.26

Een ander systeem dat beschikbaar is op de markt is de transparante matrixband met

reflecterende wiggen. Door de reflecterende wiggen zou de richting van de krimp van

composiet gecontroleerd zou kunnen worden. Men gaat hier uit van de

veronderstelling dat composiet krimpt in de richting van het licht. Deze denkpiste

heeft men echter ondertussen reeds verlaten. Er is ook geen statistisch significant

verschil in de sterkte van het contactpunt tussen deze methode en deze met een

metalen matrix met een houten wig. Een belangrijk voordeel van de metalen matrix is

dat deze gemakkelijker is in gebruik.6,13

3.2.3 Separatietechnieken

Om de dikte van de matrixband en de polymerisatiekrimp te compenseren, moet de

tand in zekere mate gesepareerd worden van zijn buurtand. Een (houten) wigje zorgt

niet enkel voor deze nodige separatie, maar houdt de matrixband ook op zijn plaats,

en zorgt voor een goede cervikale aansluiting van de matrixband. Men kan reeds een

wigje plaatsen vóór het prepareren van de caviteit. Men spreekt dan over ‘pre-

wedging’.

Een andere methode om de dikte van de matrixband te compenseren is het uitoefenen

van druk op de matrixband ter hoogte van het contactpunt met een handinstrument

Page 26: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

20

tijdens het verharden van het composiet. Hiervoor werden speciale handinstrumenten

ontwikkeld, waaronder de OptraContact (Ivoclar Vivadent, Schaan, Lichtenstein)

(Fig. 5). De bijpassende OptraContact matrixband (Ivoclar Vivadent) zorgt echter

voor problemen doordat deze gemakkelijk vervormt.29

Fig. 5: OptraContact (Ivoclar Vivadent) handinstrument (links) en contactpunt na verharding met de OptraContact (Ivoclar Vivadent) (rechts). Bron: Varlan et al., 2008.52

Een derde instrument dat zorgt voor een separatie van de tanden is de separatiering.

De separatiering geeft in combinatie met een partiële matrixband sterkere

contactpunten dan wanneer men gebruik maakt van een circumferentiële matrix.30,38

Wanneer men echter bij een MOD-restauratie gebruik maakt van twee partiële

matrices zal men hetzelfde effect bekomen als bij een circumferentiële matrix,

aangezien dan ook twee keer de dikte van de matrix overbrugd moet worden. Dit kan

voorkomen worden door de distale en mesiale box afzonderlijk te vullen.26

Een mogelijke verklaring voor de minder goede separatie door middel van wigjes is te

vinden in het feit dat houten wigjes vocht, zoals bloed en speeksel opnemen,

waardoor ze flexibeler worden en zich gaan aanpassen aan de natuurlijke anatomische

contour van de tand, en dus minder gaan separeren. Separatieringen oefenen

daarenboven een continue separerende kracht uit op het contactpunt, in tegenstelling

tot het wigje dat slechts eenmaal in de interdentale zone geduwd wordt.28

Na het restaureren met partiële matrices, in combinatie met de Palodent BiTine

(Dentsply) of Contact Matrix System (Danville Materials, San Ramon, CA, USA) (zie

Fig. 4) separatieringen meet men sterkere contactpunten dan vóór de behandeling .

Tussen beide systemen is er geen significant verschil, en ook de ervaring van de

practicus met partiële matrixsystemen zou hierin geen rol spelen. De Composi-Tight

Gold (Garrison Dental Solutions, Spring Lake, MI, USA) separatiering brengt echter

Page 27: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

21

significant stevigere contactpunten voort dan de andere twee systemen (Loomans et

al., 2006) (Fig. 5).26

Fig. 5: Links: Composi-tight Gold systeem (Garrison Dental Solutions); Rechts: Palodent systeem (Darway). Bron: http://marketplace.dentalproductsreport.com/; http://www.dentsply.co.uk/

Figuur 6 geeft weer hoe een sectionele matrix geplaatst wordt in combinatie met een

wig en een separatiering. Eerst brengt men de sectionele matrix interdentaal. Deze

moet de cervikale rand van de caviteit volledig bedekken. Vervolgens brengt men een

wigje in de interdentale ruimte. De beentjes van de separatiering worden dan langs

beide zijden tussen het wigje en de matrixband of tussen het wigje en de buurtand

geplaatst. Er bestaan separatieringen met beentjes met verschillende inclinaties,

waardoor ze van distaal of mesiaal uit geplaatst kunnen worden. De inclinatie van de

beentjes moet steeds de anatomie van de tand volgen. Andere separatieringen hebben

dan weer beentjes zonder incilinatie.

Fig. 6: Schematische weergave van het plaatsen van een sectionele matrix in combinatie met een wig en een separatiering. Bron: http://www.biscocanada.com/

Men kan besluiten dat de invloed van het gebruik van een separatiering op het

verkregen proximale contactpunt van groter belang is dan deze van de consistentie

van het composiet (Loomans, 2006).29

Page 28: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

22

3.3 Polymerisatiekrimp

Om een ideaal contactpunt te bekomen moet men niet enkel de dikte van de

matrixband compenseren, maar ook de polymerisatiekrimp van het composiet. Men

geloofde een tijd lang dat composiet krimpt in de richting van de lamp. Daarom

werden doorzichtige matrixbanden ontwikkeld, die zouden toelaten de lamp zodanig

te richten dat het composiet zou krimpen in de richting van, en niet weg van het

contactpunt.33 Ook lichtgeleidende en lichtreflecterende wiggen werden om deze

redenen vervaardigd. De richting van de krimp is echter van meerdere factoren

afhankelijk, namelijk de verhardingsmethode, de richting van de belichting, het

polymerisatieproces, de aanhechting aan het tandmateriaal en de dikte van het

materiaal en is dus niet louter afhankelijk van de richting van de belichting.1,54

Het gunstige effect dat men gemeten had bij gebruik van de lichtgeleidende wiggen

kwam niet tot stand door de richting van het licht, maar door het feit dat het licht dat

uit deze wiggen treedt een geringere intensiteit heeft. Hierdoor ontstaat een meer

geleidelijke polymerisatie, wat op zijn beurt dan de kans geeft aan het composiet om

te vloeien.32 Bij gebruik van een metalen matrix zal men, wanneer de eerste laag

composiet met lage intensiteit wordt belicht, hetzelfde effect verkrijgen als met

doorzichtige matrices.46 Een kunstharsgemodificeerd glasionomeer als liner zou deze

polymerisatiekrimp ook significant verlagen.49

Bij het interpreteren van de literatuur omtrent dit onderwerp moet men bewust zijn

van het cruciale verschil tussen polymerisatiekrimp enerzijds, en krimpspanning,

anderzijds. De polymerisatiekrimp is een inherente eigenschap van composiet. Deze is

het gevolg van de omzetting van monomeren naar polymeren tijdens het

verhardingsproces. Deze omzetting gaat gepaard met een verkleinen van de afstand

tussen de polymeer units, en dus met een krimp van het materiaal.56

De krimpspanning, daarentegen, is het gevolg van de polymerisatiekrimp en de

hechting van het composiet aan de tand. Doordat het composiet aan het tandmateriaal

gehecht is worden de spanningen die onstaan bij het verharden van het materiaal

overgezet op het omringende weefsel. Deze hechting hindert immers de

volumetrische veranderingen van het materiaal. De krimpspanning kan leiden tot

falen van de hechting aan de tand, microlekkage en secundaire cariës.55 Zolang het

composiet nog vloeibaar of weinig viskeus is tijdens de polymerisatie zal de krimp

Page 29: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

23

gevolgd worden door de vloei van het materiaal, waardoor geen of weinig spanning

wordt opgewekt. Een belangrijk gegeven hierbij is de C-factor, of de verhouding van

gebonden tot niet-gebonden oppervlak van de composietrestauratie. Wanneer deze

verhouding klein is, en er dus een lage C-factor is, zal de vloei plaatsvinden ter hoogte

van het vrije oppervlak. Wanneer er weinig vrij oppervlak is, kan er slechts een

beperkte vloei optreden, en zal er een verhoogde krimpspanning ontstaan ter hoogte

van het contactvlak.53 Door een laagsgewijze vultechniek (zie p. 24) toe te passen

verkrijgt men een kleinere C-factor, en dus een lagere polymerisatiespanning.

Om de krimp nog te verlagen, verhoogden de fabrikanten de vulstofgraad van de

composieten. De krimp neemt dan af omdat de fractie monomeer dan lager is en

bijgevolg minder omzetting tot polymeer, en dus krimp zal plaatsvinden. Een nadeel

van een verhoogde vulstofgraad is echter de toename van de stijfheid, waarmee ook

de krimpspanning toeneemt. Er bestaat dus meestal een negatieve correlatie tussen de

krimp en de krimpspanning.10

Page 30: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

24

3.4 Vul- en belichtingstechnieken

Over de invloed van de vultechniek bestaan zeer uiteenlopende meningen. Men kan

de caviteit ‘in bulk’ vullen, waarbij in één keer de hele caviteit gevuld wordt met

composiet en vervolgens gepolymeriseerd wordt. Een andere methode is het vullen in

laagjes (Fig. 6).

Fig. 7: Links: Caviteitsvorm. E = Glazuur, D = Dentine, R = Restauratie, δ = Intercuspidale afstand; Rechts: Verschillende vultechnieken, elk bestaande uit 4 laagjes. A = Facio-linguaal, B = Gingivo-occlusaal, C = Oblique, D = U-oblique. Bron: Versluis et al., 1996.55

Volgens Versluis (1996) neemt bij een laagsgewijze vultechniek de krimpspanning

toe.55 Park et al. (2008) daarentegen besloten uit hun in vitro onderzoek dat net het in

bulk polymeriseren van composiet voor meer spanning zorgt.36 Volgens een ander

onderzoek scoren de chemisch verhardende composieten dan weer het best qua

krimpspanning en is er weinig verschil tussen de verschillende lichtuithardende

composieten. De krimpspanning leidt tot vervorming van de caviteit, die gemeten

wordt door de intercuspidale afstand (zie fig. 6: δ) te vergelijken voor en na het

vullen met een composiet materiaal.44

Wanneer men de sterkte van de contactpunten vergelijkt bij restauraties die in bulk

gevuld zijn, in tegenstelling tot deze die in laagjes van 2mm gevuld zijn, en

vervolgens verhard worden met een kortere belichtingstijd dan bij de bulk-techniek,

ziet men dat deze laatste die in laagjes gepolymeriseerd zijn sterkere contactpunten

vertonen. Bij het vullen in verschillende lagen is er ook een significant verschil in

sterkte van het contactpunt tussen composiet met lage en deze met medium of hoge

viscositeit. Deze laatste twee brengen stevigere contactpunten voort.21

Page 31: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

25

Een ander belangrijk aspect waar men rekening mee moet houden bij het

polymeriseren van composiet is de belichtingsdiepte. Het is hierbij belangrijk dat de

laag in zijn geheel gepolymeriseerd wordt, en niet enkel het oppervlak. Het invallend

licht kan slechts tot een bepaalde diepte doordringen in het composiet, waardoor de

polymerisatie slechts tot op een beperkte diepte kan geïnitieerd worden. Het verlies

aan intensiteit met de toenemende diepte is het gevolg van reflectie aan het oppervlak,

en verstrooiing en absorptie in het composiet. De verhardingsdiepte kan sterk varieren

naargelang het type composiet en de kleur. Het is dus zeer belangrijk de instructies

van de fabrikant qua lichtintensiteit en belichtingstijd te volgen. Meestal bedraagt de

verhardingsdiepte ongeveer 2mm. Dit wijst nogmaals op het belang van een

laagsgewijze vultechniek.

De krimpspanning is het kleinst bij chemisch uithardende composieten. Het nadeel

van lichtuithardende composieten, in tegenstelling tot deze chemisch uithardende

composieten, is het plots verharden van het materiaal, in combinatie met de

onvermijdelijke contractie. Als gevolg van deze contractie komt het tandmateriaal

onder spaning te staan. Eén methode om deze plotse spanning ten gevolge van de

krimp te beperken bestaat er uit om de verharding te vertragen door initieel licht met

een lagere intensiteit te gebruiken. Vervolgens wordt de restauratie verder verhard

door een langere belichting met een hogere intensiteit. Bij de zogenaamde ‘ramp-

curing’ neemt de intensiteit van het licht geleidelijk toe.9 Dit in tegenstelling tot de

‘step-cure’ waarbij na een periode van belichting met lage intensiteit onmiddellijk een

periode van hogere intensiteit volgt. Deze trapvormige polymerisatietechnieken laten

in de eerste fase een zekere vloei toe, waardoor de spanningen, ontstaan ten gevolge

van de krimp, beter verdeeld worden.11 Nog een andere methode is de ‘pulse-delay-

cure’ of onderbroken polymerisatie. Hierbij wordt in een eerste fase belicht met een

lage intensiteit, gevolgd door een pauze, waarbij het materiaal de kans krijgt om te

vloeien. Vervolgens wordt het opnieuw belicht, deze keer met een hogere intensiteit,

om het materiaal volledig te polymeriseren. De verkregen spanningsreductie is bij

deze methode afhankelijk van het type composiet, de gebruikte kleur en de dikte van

de te polymeriseren laag. Omdat de polymerisatie van het composiet een tijdrovende

procedure is, werden hoog-energetische plasma- en laserlampen op de markt gebracht

Deze geven gedurende een korte periode licht af met een zeer hoge intensiteit.

Hierdoor ontstaan korte ketens in het composiet, enorme krimpspanningen en wordt

Page 32: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

26

heel wat warmte afgegeven wat schade aan de pulpa en de omgevende weefsels kan

aanrichten.9,11

Page 33: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

27

3.5 Inserts, directe en indirecte inlays

Om de negatieve effecten van de polymerisatiekrimp te overbruggen, en het

vervaardigen van een goed contactpunt gemakkelijker te maken werden een aantal

technieken ontworpen waarbij directe of indirecte restauraties gebruikt worden. Om

verwarring te vermijden wordt de term ‘directe restauratie’ gebruikt voor restauraties

die op de tand zelf gemodelleerd worden, en de term ‘indirecte restauratie’ voor

restauraties die buiten de mond, in een afdruk of model, vervaardig worden.

3.5.1 Keramische inserts

Eén van deze technieken maakt gebruik van keramische inserts. Deze insert is een

industrieel vervaardigde keramische restauratie die kan variëren in vorm, grootte en

kleur. Het is een middenweg tussen de klassieke composietrestauraties en de indirecte

keramische inlay. De voordelen van beide systemen worden gecombineerd om zo tot

een eenvoudige methode te komen voor de esthetische restauratie van middelmatige

klasse I en II caviteiten. Er bestaan 2 soorten systemen: één met, en één zonder

bijpassend instrumentarium voor het prepareren van de caviteit (Tabel 2).

Insert systeem zonder bijhorend instrumentarium voor preparatie

Insert systeem met bijhorend instrumentarium voor preparatie

Beta-Qrartz glass ceramic inserts (Lee Pharmaceuticals, South El Monte, Calif.,

USA) Cerafil leucite-reinforced ceramic

inserts (Komet/Brasseler)

SDS Feldspathic inserts (Schumacher Dental Systems, Rendsburg, Germany)

SonicSys leucite-reinforded ceramic inserts (Vivadent, Schaan,

Liechtenstein)

Cerana glass ceramic inserts (Nordiska Dental, Ängelholm, Sweden)

Tabel 2: De verschillende insert systemen, links en rechts respectievelijk zonder en met bijhorend instrumentarium voor de preparatie.18

Bij de eerste dienen de keramische inserts als megavullers, waardoor het gehalte aan

composiet, en dus de krimpspanning vermindert. Het volume aan composiet kan tot

20% gereduceerd worden door gebruik te maken van de juiste vorm van de inserts, en

het juiste aantal. Voor de laatste kunnen roterende, ultrasonisch gedreven of

oscillerende instrumenten gebruikt worden. De geprefabriceerde inserts worden

vervolgens gekleefd in de caviteit met een composiet hars. Doordat het

instrumentarium voor de caviteitspreparatie en de inserts op elkaar afgestemd zijn,

Page 34: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

28

passen beiden perfect in elkaar. Door de gelijkenissen met inlays worden deze inserts

soms door de fabrikanten als dusdanig bestempeld, maar om verwarring te vermijden

gebruiken we deze laatste term enkel wanneer het gaat om individueel gevormde,

(in)directe restauraties.

Fig. 8: Verschillende stappen in het prepareren voor en plaatsen van keramische inserts. Bron: http://dental-materials.blogspot.com/2009_10_01_archive.html

Het afwerken van de preparatie met oscillerende tips en restauratie met bijpassende

inserts zou het vervaardigen van een juiste contour en contactpunt vergemakkelijken,

vooral bij uitgebreide caviteiten, die met adhesieve technieken gerestaureerd moeten

worden. Wanneer men de sterkte van het proximale contact van posterieure composiet

restauraties met en zonder inserts vergelijkt met amalgaamrestauraties, ziet men dat

een voldoende proximaal contact best verkregen kan worden door middel van

inserts.18

3.5.2 Directe composietinlays

Een andere methode om de negatieve gevolgen van de polymerisatiekrimp te

overwinnen is het vervaardigen van directe inlays in composiet. Bij deze techniek

wordt na het prepareren van de caviteit en het wegnemen van de ondersnijdingen, een

separatievloeistof aangebracht. Vervolgens wordt composiet in bulk of in laagjes

geplaatst en primair gepolymeriseerd door middel van een lamp.50,58 De restauratie

wordt uit de caviteit gehaald en secundair gepolymeriseerd in een oven met licht en

warmte. De restauratie wordt lichtjes opgeruwd, de caviteit geëtst en bonding wordt

aangebracht in de caviteit en/of aan de binnenkant van de inlay. Uiteindelijk wordt

deze gekleefd door middel van een composiet cement. Deze methode scoorde goed

volgens licht gemodificeerde USPHS criteria tot een periode van 11 jaar. De

mechanische eigenschappen werden, in tegenstelling tot wat men eerst dacht, echter

niet verbeterd door de secundaire polymerisatie. Volgens van Dijken (2000) zou de

Page 35: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

29

klinische overleving van deze directe inlays wel beter zijn dan bij conventionele

composietrestauraties, maar hierbij moet men rekening houden met de langere

behandeltijd en de hogere kostprijs, waardoor deze inlays meer geschikt zouden zijn

voor patiënten met een hoog cariësrisico.50 Volgens Wassell et al. (2000) vertoonden

deze inlays geen voordeel ten opzichte van de conventionele restauraties.58

Spraefico et al. (2005) bespreken een andere semi-indirecte techniek, waarbij na

preparatie een afdruk wordt genomen van de caviteit, deze wordt uitgegoten en de

restauratie vervaardigd in het model.48 Hierna wordt de restauratie tweemaal

gepolymeriseerd zoals hierboven beschreven staat in het onderzoek van Wassell

(2000), en ook het aanpassen en plaatsen gebeurt op een gelijkaardige manier.58 Na

3,5 jaar scoren deze restauraties voldoende volgens de gemodificeerde USPHS

criteria, maar specifieke informatie over het contactpunt ontbreekt in deze studie,

ondankt het feit dat alle restauraties éen of beide contactpunten omvatten.

Hetzelfde probleem doet zich voor in een studie van Cetin et Unlu (2009), waarbij 2

indirecte nano-gevulde composietinlays vergeleken worden met 3 nano-gevulde

klassieke composietrestauraties.7 Alle restauraties vertonen gelijkaardige (goede)

resultaten, maar over de kwaliteit en evolutie van het contactpunt wordt niets vermeld.

3.5.3 Indirecte composietinlays

Een laatste techniek is deze van de indirecte composietinlay. Hierbij wordt een afdruk

genomen van de geprepareerde tand en wordt het model uitgegoten. Hierin wordt dan

een composietrestauratie vervaardigd die met een lamp gepolymeriseerd wordt en

vervolgens in een speciaal daarvoor voorziene oven geplaatst wordt. Het verder

afwerken van de restauratie en het plaatsen is opnieuw grotendeels vergelijkbaar met

de hierboven beschreven technieken. Ook wordt van deze methode verwacht dat de

nadelen van klassieke composietrestauraties grotendeels teniet zouden gedaan

worden. Inlays zouden een goede gingivale aansluiting, een verminderde

polymerisatiekrimp, een meer complete polymerisatie, een grotere breuk en slijtage

weerstand en een betere occlusale en proximale anatomie vertonen. Hier tegenover

staan opnieuw een aantal nadelen, namelijk de hoge kostprijs, de lange behandelduur

en de minder weefselbesparende preparatie. Onderzoek wees uit dat er na 11 jaar geen

noemenswaardig verschil kon aangetoond worden in klinische eigenschappen tussen

composietinlays en traditionele composietrestrauraties met hetzelfde

Page 36: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

30

composietmateriaal. De klinische prestaties op lange termijn zijn echter veelbelovend.

Geen enkele faling in de inlay-groep was in deze studie te wijten aan verlies van een

goed proximaal contact. Wanneer men echter rekening houdt met de hierboven

vernoemde nadelen, kan men besluiten dat de traditionele restauraties in de meeste

gevallen de voorkeur verdienen.50  

 

Page 37: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

31

3.6 Ideale tandisolatie - Rubberdam

Het besmetten van het geëtste oppervlak met bloed en speeksel is één van de

belangrijkste oorzaken van faling van de hechting van composiet aan de tand.

Het gebruik van een rubberdam zorgt niet enkel voor een absoluut droog werkveld,

maar functioneert ook als barrière voor mogelijke spreiding van infecties zowel voor

de tandarts als voor de patiënt. Andere voordelen zijn het gemak voor de patiënt en de

tandarts, omdat water en tandheelkundige producten niet in de mond van de patiënt

terecht komen, de patiënt beschermd is tegen het uitglijden van instrumenten, de

wangen en tong die niet in de weg zitten, de tandarts een beter zicht op het

operatieveld heeft, de tand beschermd wordt tegen secundaire besmetting, het

mogelijk wordt aseptisch te werken, de mondspiegel niet beslaat, de gingiva

weggedrukt wordt en de behandeltijd verkort wordt.

Een randomized clinical trial van Raskin et al. (2000) wees uit dat er na tien jaar geen

klinisch verschil is tussen een posterieur composiet geplaatst onder rubberdam of

onder een goed gecontroleerde, effectieve isolatie met wattenrollen en afzuiging.39 Bij

het interpreteren van deze resultaten moet men zeker rekening houden met het feit dat

bij beide isolatiemethoden strikte procedures gevolgd werden voor het droog houden

van het werkveld, wat kan verklaren waarom er geen verschil gemeten kon worden

tussen beide groepen. Zeven van de negen mislukte vullingen na tien jaar waren te

wijten aan het verlies van het proximaal contact, maar er was geen statistisch

significant verschil tussen de rubberdamgroep en de watterollengroep.

Een ander onderzoek wees echter uit dat na het plaatsen van de rubberdam de sterkte

van het contactpunt significant toeneemt met een relatieve stijging van 69.6% van de

gemiddelde waarde. De PCS (proximal contact strength) aan de contralaterale

controlezijde neemt niet significant toe. Wanneer men de PCS vergelijkt vóór het

verwijderen van de rubberdam en onmiddellijk na het verwijderen ziet men een

relatieve vermindering van 34.2%, terwijl de controlezijde opnieuw nauwelijks

verandert. Wanneer ongeveer 20 minuten na verwijderen van de rubberdam de

behandeling afgelopen is, daalt de PCS nog verder. De veranderingen zijn meer

uitgesproken in de mandibula dan in de maxilla.40 Doordat in deze studie vergeleken

werd met de contralaterale zijde kon de invloed van andere factoren, zoals het lang in

Page 38: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

32

een horizontale positie liggen of de mond lang open houden, uitgesloten worden. Dit

in tegenstelling tot vorige onderzoeken, zoals dat van Dörfer et al. (2001), waar dit

niet het geval was. De oorzaak van deze veranderingen is nog steeds onduidelijk.16 De

afstand tussen de gaatjes in de rubberdam, die in dit onderzoek gestandaardiseerd was,

en niet individueel aangepast, zou hier iets mee te maken kunnen hebben. Een andere

oorzaak kan de dikte van de rubberdam zelf zijn. Deze zou kunnen fungeren als een

separatie-apparaat. Het verschil tussen de mandibula en de maxilla kan verklaard

worden door het verschil in de structuur van het bot tussen beide kaken.40

Ondanks deze resultaten mag men niet vergeten dat het gebruik van de rubberdam van

groot belang is voor het plaatsen van een adhesieve restauratie. Men moet wel

rekening houden met de invloed van de rubberdam op het contactpunt, en hiervoor de

nodige maatregelen treffen, zoals het plaatsen van wiggen en het gebruik van

separatieringen. Men zou dit ook kunnen oplossen door het gebied onder de

rubberdam zo groot mogelijk te maken,om zo de uitgeoefende kracht over zo veel

mogelijk wortels te verdelen, en door het aanpassen van de gaatjes in de rubberdam

volgens de individuele grootte en positie van de tand.40

Page 39: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

33

4. Alternatieven

Vele andere methoden worden beschreven, die tot nu toe enkel gebaseerd zijn op

klinische ervaring van de auteurs, maar waarvan de resultaten niet bewezen zijn in een

studie. Eén voorbeeld is het gebruik van een orthodontische separator zeven dagen

vóór het prepareren en restaureren van de tand, zodat het proximale vlak gemakkelijk

bereikbaar is. Een contactpunt zal zich dan slechts vormen wanneer de tanden weer

naar hun oorspronkelijke positie terugkeren.4,23 Een andere methode omschrijft het

weghalen van de matrixband vooraleer de laatste occlusale mm van de box gevuld is,

waarna het contactpunt afgewerkt wordt met de hand, om zo de dikte van de

matrixband te omzeilen.14 Hedendaagse literatuur biedt geen uitsluitsel rond de

meerwaarde van dergelijke alternatieven.

Page 40: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

34

5. Prognose

Wanneer men de sterkte van het contactpunt vergelijkt vóór, vlak na, en zes maand na

de behandeling, kan men bepaalde zaken vaststellen: bij de contactpunten die vlak na

restauratie toegenomen waren, meet men na zes maand een vermindering van de

sterkte van het contactpunt. Hoe groter de initiële toename, hoe groter de daling van

de sterkte van het contactpunt na zes maand. De gemiddelde afname van de sterkte zal

echter kleiner blijven dan de gemiddelde toename. Bij restauraties die na de

behandeling zwakkere contactpunten vertonen dan vóór de behandeling neemt de

sterkte van het contactpunt toe na zes maand. In dit geval bestaat er geen verband

tussen de grootte van de initiele afname en de toename na zes maand. Men kan hieruit

afleiden dat na verloop van enkele maanden een zekere compensatie van de sterkte

van het contactpunt optreedt, zodat deze min of meer terugkeert naar zijn

oorspronkelijke staat. Contactpunten die te sterk zijn verzwakken, contactpunten die

te zwak zijn nemen licht tot niet toe in sterkte. Het verzwakken van het contactpunt

kan verklaard worden door een adaptatie vanuit het parodontaal ligament, of door

proximale attritie van de restauratie en/of de buurtand.27

De literatuur rond de attritie van het contactpunt in composiet is zeer beperkt. De

zoektermen ‘resin composite + contact point + wear’ en ‘resin composite + proximal

wear rate’ levert in PubMed 13 hits op , waarvan er 3 bruikbaar zijn. De zoektermen

‘resin composite + contact point + proximal wear’ en ‘resin composite + contact point

+ attrition’ leverden geen artikels op.

Uit dit beperkt aantal studies kan men besluiten dat:

- het contactpunt in composiet sneller slijt dan een contactpunt in glazuur;37

- de stand van de tand in de boog geen invloed heeft op de slijtage van het composiet,

ongeacht het type composiet;59

- composiet iets meer proximale slijtage vertoont dan amalgaam, maar de kwaliteit

van het contactpunt desondanks toch voldoende blijft;43

Page 41: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

35

Discussie

De evaluatie van een contactpunt berust in studies ofwel op de anatomische

vormgeving of op de meting van de PCS met behulp van de Tooth Pressure Meter. Bij

de evaluatie van de vormgeving worden USPHS criteria (Tabel 3) gebruikt. Het doel

van deze criteria is om gestandaardiseerde metingen te kunnen doen zodat

onderzoeken onderling vergeleken kunnen worden. Het is in de praktijk echter zo dat

elke auteur deze criteria in meerdere of mindere mate aanpast, waardoor vergelijking

niet altijd mogelijk is. Bij de ene auteur wordt de evaluatie van het contactpunt omvat

in het criterium ‘anatomische vorm’, bij de andere is ‘proximaal contact’ een

criterium op zich.2,6,9,13,21,39,44,58 Soms wordt de anatomische vorm niet opgenomen in

de criteria.7,48 Wanneer de evaluatie van het contactpunt onder de noemer

‘anatomische vorm’ valt, kan men bij een slechte score niet nagaan of deze al dan niet

te wijten is aan de proximale contour.50 Andere onderzoeken maken dan weer gebruik

van een meer objectief meetinstrument, namelijk de tooth pressure meter (TPM), of

varianten van dit toestel.15,16,21,26,27,28,29,30,34,38,40,46

Het blijft echter, grotendeels door de inter- en intra-individuele variatie van de sterkte

van het contactpunt, moeilijk te beoordelen wat de ideale ‘proximal contact strenght’

is. Geen enkele studie hanteert beide methoden voor de meting van het contactpunt,

om deze dan onderling te vergelijken.

Bij een groot deel van de studies wordt beroep gedaan op een in vitro opzet (Klein et

al., 2002; Loomans et al., 2006; Park et al. 2008; Versluis et al., 1996; Visvanathan et

al., 2007).6,21,26,29,32,36,49,55,56 Bij de interpretatie van deze studies moet men rekening

houden met het feit dat er gebruik gemaakt wordt van kunstharstanden, die met een

schroef steeds op dezelfde positie vastgezet zijn, waardoor ze een constante mobiliteit

hebben. In de eerder vermelde studie van Dörfer et al. (2000) werd reeds vastgesteld

dat de contactsterkte afhankelijk is van de locatie, het soort tand, kauwfunctie en het

moment van de dag.15 Ook de parodontale toestand van een tand heeft een invloed op

het contactpunt.56 Dit alles maakt het moeilijk om de invloed van het type composiet

en het matrixsysteem in vitro te bepalen.

Enige voorzichtigheid is ook geboden bij het meten van de polymerisatiespanning aan

de hand van de verandering in intercuspidale afstand. Deze kan immers variëren van

Page 42: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

36

tand tot tand, en dit door verschillen in elasticiteitsmodulus, vorm, grootte, en

structurele defecten. In experimentele studies vertonen gehydrateerde tanden minder

afwijking in intercuspidale afstand dan gedroogde tanden. Ook de diepte en breedte

van de caviteit kunnen een invloed hebben, net als de hoeveelheid composiet die

gebruikt is.36

Over een rechtstreeks verband tussen de krimpspanning en het contactpunt staat in de

literatuur niets beschreven, maar een goed begrip van deze krimpspanning is cruciaal

voor het vervaardigen van een optimale composietrestauratie.

Om een beter overzicht te verkrijgen van alle voor- en nadelen van de verschillende

technieken en materialen moeten de auteurs meer gestandaardiseerde meettechnieken

gebruiken. Hierbij moet meer aandacht besteed worden aan de evaluatie van de

contactpunten. Ook is er nood aan meer langetermijnstudies, steeds met een

controlegroep ter vergelijking.

Page 43: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

37

Clinical criteria

Code Definition

A   Restoration  matches  adjacent  tooth  structure  in  color  and  translucency  B   Mismatch  in  within  an  acceptable  range  of  tooth  color  and  translucency  

Color  match  

C   Mismatch  is  outside  the  acceptable  range  A   Restoration  closely  adapted  to  the  tooth.  No  crevice  visible.  No  explorer  catch  in  one  

direction  B   Explorer  catch.  No  visible  evidence  of  a  crevice  into  which  the  explorer  could  penetrate.  No  

dentin  or  base  visible  

Marginal  

adaptation  

C   Explorer  penetrates  into  a  crevice  that  is  of  a  depth  that  exposes  dentin  or  base  A   Restorations  continuous  with  existing  anatomic  form  B   Restorations  discontinuous  with  existing  anatomic  form  but  missing  material  not  sufficient  

to  expose  dentin  base  

Anatomic  

form      

C   Sufficient  material  lost  to  expose  dentin  or  base  A   Surface  of  restoration  is  smooth  B   Surface  of  restoration  is  slightly  rough  or  pitted,  but  can  be  refinished  C   Surface  deeply  pitted,  irregular  grooves  and  cannot  be  refinished  

Surface  

roughness    

   

   

D   Surface  is  fractured  or  flaking  A   No  staining  along  cavosurface  margin  B    <25%  of  cavosurface  affected  by  stain  C    >25%  <50%  of  cavosurface  affected  by  stain  

Marginal  

staining      

    D   >50%  of  cavosurface  affected  by  stain  A   Normal  B   Heavy  C   Light  

Occlusal  

contacts    

  D   Absent  A   Normal  B   Heavy  C   Light  

Proximal  

contacts  

D   Absent  A   None  B    Mild  but  bearable  C   Uncomfortable,  but  no  replacement  is  necessary  

Sensitivity      

   

   

D   Painful.  Replacement  of  restoration  is  necessary  A   Absent  Secondary  

caries       B   Present  A   Proximal  contour  is  correct,  with  adequate  convexity  and  proximal  contact  B   Convexity  lightly  compromised  C    Convexity  moderately  compromised  (Tofflemaire  contour)  

Proximal  

contour  

(radiographic)        

   

D   Convexity  and  proximal  contact  compromised,  repair  is  necessary  A   Marginal  fit  is  correct  B    Restoration  marginal  fit  is  likely  overfilled  C   Restoration  marginal  fit  is  likely  underfilled  or  an  adhesive  line  can  be  observed  

Marginal  fit  

(radiographic)      

   

 

D   Restoration  marginal  fit  is  severely  underfilled,  or  presence  of  ‘‘open’’  margins  

Tabel 3: United States Public Health System Criteria.13 Reprinted from J Dent, 35/3, Demarco FF, Cenci MS, Lima FG, Donassollo TA, André Dde A, Leida FL, Class II composite restorations with metallic and translucent matrices: 2-Year follow-up findings, 231-7, Copyright (2007), with permission from Elsevier.

Page 44: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

38

Besluit Op basis van de verzamelde gegevens uit de literatuur is er geen eenduidig antwoord

te geven op de vraag ‘hoe het ideale contactpunten met composiet kan gerealiseerd

worden’. Het contactpunt is een zeer variabel gegeven, dat niet enkel tussen

verschillende individuen verschilt, maar ook binnen hetzelfde individu, afhankelijk

van onder andere de plaats in de kaak, de houding van de patiënt en de kauwkrachten.

Bij het uitbouwen van een contactpunt zijn de anatomofysiologische vormgeving en

de sterkte van het contactpunt van belang. Wat wel vaststaat is dat meerdere factoren

de uitbouw van een contactpunt in composiet beïnvloeden. Dit zijn:

•de operator

•het type composiet

•de matrixsystemen en interdentale separatietechnieken

•de polymerisatiekrimp

•de vul- en belichtingstechniek

•het gebruik van inserts of inlays

•de isolatiemethode

Alle factoren in beschouwing genomen kan besloten worden dat het aan te bevelen is

(1) een matrix te gebruiken met geringe dikte en die bij voorkeur voorgecontoureerd

is, (2) steeds een wig te gebruiken, niet alleen voor de randaanpassing, maar ook voor

het separeren van de tanden, (3) gebruik te maken van een separatiering, (4) alle

maatregelen om de polymerisatiekrimp te compenseren te respecteren, (5)

lichtuithardend composiet, bij voorkeur compactgevuld hybride, in laagjes aan te

brengen en (6) rekening te houden met de techniekgevoeligheid van

composietvullingen. Dit laatste houdt in dat men nauwgezet de aanbevelingen van de

fabrikant dient te volgen en voor een zo droog mogelijk werkveld te zorgen, bij

voorkeur door middel van een rubberdam.

Een directe of indirecte composietinlay lijkt een ideale manier om aan verschillende

van voorvermelde technische vereisten tegemoet te komen. Er is echter geen

vergelijkend onderzoek dat de meerwaarde een dergelijk composietinlay bevestigt.

Page 45: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

39

De uitbouw van een contactpunt met composiet zal, net als het plaatsen van een

composietvulling, sterk afhankelijk zijn van de practicus.

Page 46: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

40

Referenties

1. Asmussen E, Peutzfeldt A. Direction of shrinkage of light-curing resin composites.

Acta Odontol Scand 1999;57(6):310-5.

2. Bottenberg P, Jacquet W, Alaerts M, Keulemans F. A prospective randomized

clinical trial of one bis-gma-based and two ormocer-based composite restorative

systems in class II cavities: Five-Year results. J Dent 2009;37(3):198-203.

3. Bowen RL. Adhesive bonding of various materials to hard tooth tissues. III.

Bonding to dentin improved by pretreatment and the use of surface-active

comonomer. J Dent Res 1965;44(5):903.

4. Browning DF. Alternative method for making ideal contacts when placing direct

posterior composite resin. J Am Dent Assoc 2000;131(6):809.

5. Camus JP, Salsarulo A. [Contact-Point restoration with composites]. Inf Dent

1983;65(24):2275-80.

6. Cenci MS, Lund RG, Pereira CL, de Carvalho RM, Demarco FF. In vivo and in

vitro evaluation of class II composite resin restorations with different matrix systems.

J Adhes Dent 2006;8(2):127.

7.1. Cetin AR, Unlu N. One-Year clinical evaluation of direct nanofilled and indirect

composite restorations in posterior teeth. Dent Mater J 2009;28(5):620-6.

8. Choi KKYU, Ferracane JL, Hilton TJ, Charlton D. Properties of packable dental

composites. J Esthet Restor Dent 2000;12(4):216-26.

9. Davidson CL, de Gee AJ. Light-Curing units, polymerization, and clinical

implications. J Adhes Dent 2000;2(3):167-73.

10. de Gee AJ, Bausch JR, Lange C. Proefschriften 25 jaar na dato 17;

tandheelkundige composieten. Ned Tijdschr Tandheelkd 2007;114:504-9.

11. De Moor R. Restauratieve tandheelkunde. Ghent; 2007.

Page 47: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

41

12. Deliperi S, Bardwell DN. An alternative method to reduce polymerization

shrinkage in direct posterior composite restorations. J Am Dent Assoc

2002;133(10):1387-98.

13. Demarco FF, Cenci MS, Lima FG, Donassollo TA, André Dde A, Leida FL. Class

II composite restorations with metallic and translucent matrices: 2-Year follow-up

findings. J Dent 2007;35(3):231-7.

14. Derrick RE. Establishing a tight contact in a class II resin-based composite

restoration. J Am Dent Assoc 2000;131(9):1326-7.

15. Dörfer CE, von Bethlenfalvy ER, Staehle HJ, Pioch T. Factors influencing

proximal dental contact strengths. Eur J Oral Sci 2000;108(5):368-77.

16. Dörfer CE, Schriever A, Heidemann D, Staehle HJ, Pioch T. Influence of rubber-

dam on the reconstruction of proximal contacts with adhesive tooth-colored

restorations. J Adhes Dent 2001;3(2):169-75.

17. Fagelman J. New metal matrix strips for composite restorations. Dent Surv

1980;56(12):26-8.

18. Federlin M, Thonemann B, Schmalz G. Inserts--Megafillers in composite

restorations: A literature review. Clin Oral Investig 2000, Mar;4(1):1-8.

19. Hamilton Al. Craftsmanship is important. Oper Dent 1977;2(89).

20. Jackson RD, Morgan M. The new posterior resins and a simplified placement

technique. J Am Dent Assoc 2000;131(3):375-83.

21. Klein F, Keller AK, Staehle HJ, Dörfer CE. Proximal contact formation with

different restorative materials and techniques. Am J Dent 2002;15(4):232-5.

22. Krämer N, Reinelt C, Richter G, Petschelt A, Frankenberger R. Nanohybrid vs.

Fine hybrid composite in class II cavities: Clinical results and margin analysis after

four years. Dent Mater 2009;25(6):750-9.

23. Krauss S. Achieving optimal interproximal contacts in posterior direct composite

restorations. J Am Dent Assoc 1998;129(10):1467.

Page 48: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

42

24. Leinfelder KF, Bayne SC, Swift EJ. Packable composites: Overview and technical

considerations. J Esthet Dent 1999;11(5):234-49.

25. Loomans BAC. Proximal contact tightness of posterior composite resin

restorations. 2006.

26. Loomans BA, Opdam NJ, Roeters FJ, Bronkhorst EM, Burgersdijk RC.

Comparison of proximal contacts of class II resin composite restorations in vitro.

Oper Dent 2006;31(6):688-93.

27. Loomans BA, Opdam NJ, Roeters FJ, Bronkhorst EM, Plasschaert AJ. The long-

term effect of a composite resin restoration on proximal contact tightness. J Dent

2007;35(2):104-8.

28. Loomans BA, Opdam NJ, Bronkhorst EM, Roeters FJ, Dörfer CE. A clinical

study on interdental separation techniques. Oper Dent 2007;32(3):207-11.

29. Loomans BA, Opdam NJ, Roeters JF, Bronkhorst EM, Plasschaert AJ. Influence

of composite resin consistency and placement technique on proximal contact tightness

of class II restorations. J Adhes Dent 2006;8(5):305-10.

30. Loomans BA, Opdam NJ, Roeters FJ, Bronkhorst EM, Burgersdijk RC, Dörfer

CE. A randomized clinical trial on proximal contacts of posterior composites. J Dent

2006;34(4):292-7.

31. Loomans, Wolff, Jörb, Opdam NJM, Bronkhorst, Pioch, Dörfer. The reliability of

a new device for measuring the proximal ocntact strength. Int Poster J Dent Oral Med

2005;7(2):272.

32. Lösche GM. Marginal adaptation of class II composite fillings: Guided

polymerization vs reduced light intensity. J Adhes Dent 1999;1(1):31-9.

33. Lutz F, Krejci I, Luescher B, Oldenburg TR. Improved proximal margin

adaptation of class II composite resin restorations by use of light-reflecting wedges.

Quintessence Int 1986;17(10):659-64.

34. Oh SH, Nakano M, Bando E, Shigemoto S, Kori M. Evaluation of proximal tooth

contact tightness at rest and during clenching. J Oral Rehabil 2004;31(6):538-45.

Page 49: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

43

35. Opdam NJM, Bronkhorst EM, Roeters JM, Loomans BAC. A retrospective

clinical study on longevity of posterior composite and amalgam restorations. Dent

Mater 2007;23(1):2-8.

36. Park J, Chang J, Ferracane J, Lee IB. How should composite be layered to reduce

shrinkage stress: Incremental or bulk filling? Dent Mater 2008;24(11):1501-5.

37. Pesun IJ, Olson AK, Hodges JS, Anderson GC. In vivo evaluation of the surface

of posterior resin composite restorations: A pilot study. J Prosthet Dent

2000;84(3):353-9.

38. Peumans M, Van Meerbeek B, Asscherickx K, Simon S, Abe Y, Lambrechts P,

Vanherle G. Do condensable composites help to achieve better proximal contacts?

Dent Mater 2001;17(6):533-41.

39. Raskin A, Setcos JC, Vreven J, Wilson NH. Influence of the isolation method on

the 10-year clinical behaviour of posterior resin composite restorations. Clin Oral

Investig 2000;4(3):148-52.

40. Rau PJ, Pioch T, Staehle HJ, Dörfer CE. Influence of the rubber dam on proximal

contact strengths. Oper Dent 2006;31(2):171-5.

41. Roulet JF. Benefits and disadvantages of tooth-coloured alternatives to amalgam.

J Dent 1997;25(6):459-73.

42. Ryge G. Clinical criteria. Int Dent J 1980;30(4):347-58.

43. Sachdeo A, Gray GB, Sulieman MA, Jagger DC. Comparison of wear and clinical

performance between amalgam, composite and open sandwich restorations: 2-Year

results. Eur J Prosthodont Restor Dent 2004;12(1):15-20.

44. Sakaguchi RL. A review of the curing mechanics of composites and their

significance in dental applications. Compend Contin Educ Dent Suppl 1999;(25):S16-

23; quiz S73.

45. Sarrett DC, Brooks CN, Rose JT. Clinical performance evaluation of a packable

posterior composite in bulk-cured restorations. J Am Dent Assoc 2006;137(1):71-80.

Page 50: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

44

46. Scholtanus J.D.. Vormgeving bij klasse-II-restauraties met tandkleurige

plastische materialen. In: Praktijkboek tandheelkunde. Houten: Bohn Stafleu van

Loghum; 2005.

47. Southard TE, Southard KA, Tolley EA. Variation of approximal tooth contact

tightness with postural change. J Dent Res 1990;69(11):1776-9.

48. Spreafico RC, Krejci I, Dietschi D. Clinical performance and marginal adaptation

of class II direct and semidirect composite restorations over 3.5 years in vivo. J Dent

2005;33(6):499-507.

49. Tolidis K, Nobecourt A, Randall RC. Effect of a resin-modified glass ionomer

liner on volumetric polymerization shrinkage of various composites. Dent Mater

1998;14(6):417-23.

50. van Dijken JW. Direct resin composite inlays/onlays: An 11 year follow-up. J

Dent 2000;28(5):299-306.

51. Vanobbergen J. Interpretatie en evidence based besluitvorming. In: Medische

statistiek en methodologie van onderzoek. Gent: Academia Press; 2008.

52. Varlan CM, Dimitriu BA, Bodnar DC, Varlan V, Simina CD, Popa MB.

Contemporary approach for reestablishment of proximal contacts in direct class II

resin composite restorations. TMJ 2008;58(3-4):236-43.

53. Verbeeck. Tandheelkundige materialen I. ; 2006.

54. Verluis A, Tantbirojn D, Douglas WH. Do dental composites always shrink

towards the light. J Dent Res 1998;77:1435-45.

55. Versluis A, Douglas WH, Cross M, Sakaguchi RL. Does an incremental filling

technique reduce polymerization shrinkage stresses? J Dent Res 1996;75(3):871.

56. Visvanathan A, Ilie N, Hickel R, Kunzelmann KH. The influence of curing times

and light curing methods on the polymerization shrinkage stress of a shrinkage-

optimized composite with hybrid-type prepolymer fillers. Dent Mater

2007;23(7):777-84.

Page 51: UITBOUWEN VAN EEN IDEAAL CONTACTPUNT MET …€¦ · 3.1 TYPE COMPOSIET ... bepaald worden welke de beste methoden en materialen zijn om een optimaal contactpunt te creëren, en zo

45

57. Von Bethlenfalvy , Staehle, Dörfer. Einfluss marginal parodontitis auf die

approximale kontaktstärke. Dtsch Zahnärtzl 2000;55:411-6.

58. Wassell RW, Walls AW, McCabe JF. Direct composite inlays versus conventional

composite restorations: 5-Year follow-up. J Dent 2000;28(6):375-82.

59. Wendt SL, Ziemiecki TL, Leinfelder KF. Proximal wear rates by tooth position of

resin composite restorations. J Dent 1996;24(1-2):33-9.

60. Wheeler RC. Dental anatomy, physiology, and occlusion. WB Saunders

Company; 1974.