Download - Te vaak pijnstillers bij 55-plussers met rugklachten Het nut van de ...

Transcript
Page 1: Te vaak pijnstillers bij 55-plussers met rugklachten Het nut van de ...

AugustijnErasmus MC en huisartsen: bijzonder verbonden

Num

me

r 15 •

juni

201

6

Tijdschrift van de afdeling Huisartsgeneeskunde •

Te vaak pijnstillers bij 55-plussers met rugklachten

Het nut van de vijfjaarlijkse herregistratie

Topresultaat aios Denise Dusabe bij missverkiezing

Huisarts als sterke schakel in spoedketen

Page 2: Te vaak pijnstillers bij 55-plussers met rugklachten Het nut van de ...

2 juni 2016 • Augustijn

Jaargang 6 • nummer 15 • juni 2016

Een visitatie als verplicht onderdeel van de vijfjaarlijkse herregistratie voor huisartsen? Misschien bent u een van de vakbroeders of -zusters die verzuchten waarom ze dit er per 2016 ook nog eens hebben bijgekregen. Heb-ben huisartsen het niet al druk genoeg? Ik zou u willen aanraden: lees het verhaal op pagina 6 en 7.

De teneur: de visitatie leidt tot een beter inzicht in je eigen functioneren. Juist omdát we als huisarts altijd een bomvolle agenda hebben en geneigd zijn door te hollen, is het goed om eens gedwongen stil te staan bij dit func-tioneren. Je leert dan bijvoorbeeld niet alleen op welk vlak je je kunt verbeteren, maar ook wat je sterke punten zijn en in welke opzichten je misschien de mogelijkheid hebt collega’s te ondersteunen.

Over ondersteunen gesproken: op pagina 11 vertelt Angelique Boers onder meer over het belang van huisartsen die collega-huisartsen kunnen nascholen en enthousiasmeren om hoogstaande spoedzorg te blijven leveren. Angelique is zelf huisarts én een van de eerste deelnemers aan de tweejarige NHG-Kaderopleiding Huisarts en Spoedzorg van het Erasmus MC en Radboudumc. Mede op basis van deze opleiding zegt Angelique dat huisartsen met vakinhoudelijke knowhow en met kennis van de hele spoedketen nodig zijn om als huisartsen sterk te blijven staan.

U zult begrijpen dat de afdeling Huisartsgeneeskunde trots is de kaderopleiding te verzorgen. Zoals we ook niet onze onderzoeks- en opleidingsresultaten onder stoelen of banken steken. Lees bijvoorbeeld pagina 14 en 15 maar eens. In één adem vertellen we daar natuurlijk bij dat bijvoorbeeld de onderzoekstatus van de afdeling mede is te danken aan vele huisartsen in de regio Rotterdam.

Veel leesplezier gewenst.

Patrick BindelsHoofd afdeling Huisartsgeneeskunde Erasmus MC

ColofonAugustijn is een uitgave van de afdeling Huisartsgeneeskunde van het Erasmus MC en verschijnt twee keer per jaar. Het tijdschrift wordt geproduceerd door Commu nicatie van het Erasmus MC.

De bladtitel symboliseert de relatie tus­sen de naamgever van onze instelling, het Erasmus MC, en de boekdrukkunst. Desiderius Erasmus werd geboren in Rotterdam, maar verbleef als jong­volwassene in het Augustijner klooster van Steyn, in de buurt van Gouda. Behalve een kloosterling is de augustijn (zonder hoofdletter) een typografische maat, gebruikt om de grootte van een lettertype aan te duiden.

Hoofdredacteur:Patrick Bindels

Redactieraad:Patrick Bindels, Thérèse Brans, Bart Koes en Lex Linsen

Redactie:Ron Alma (cartoon), Gert­Jan van den Bemd (beeldredactie), Annemarie van der Eem en Gerben Stolk (eindredactie)

Fotografie:Levien Willemse

Vormgeving: Beeld&Storm Producties, Monnickendam

Redactieadres:Redactie Augustijn, Thérèse Brans, afdeling HuisartsgeneeskundePostbus 20403000 CA Rotterdam010­70 [email protected]/huisartsgeneeskunde/Augustijn/

Gebeurt er iets nieuws­waardigs op het vlak van huisartsenzorg dat aandacht verdient in Augustijn? Heeft u suggesties of vragen? Wilt u een adreswijziging doorgeven of stelt u geen prijs op dit magazine? Mail naar [email protected].

Nuttig stilstaan

Page 3: Te vaak pijnstillers bij 55-plussers met rugklachten Het nut van de ...

16 Leren van ErvaringenLeren van Ervaringen is een van de meest gewaardeerde onder-delen van de huisarts-opleiding. Welke onderwerpen worden hierbij besproken? En hoe verlopen de discus-sies? Die vragen staan centraal bij een meer-jarig onderzoek binnen het Erasmus MC.

inhoud

3Augustijn • juni 2016

z

9 Te vaak pijnstillers

10 Spoedzorg

4 Kort Nieuws

Afscheid Hans Harmsen, Niek Brandenburg en Kees in ’t Veld * Congres Ontwikkelingen in de Geneeskunde * Hardloopblessures vermijden * Onderzoek effectiviteit klinisch redeneren * Geheugenpoli migranten * Mijn Erasmus MC

8 Herstel rugpijn voorspellen

Is deze patiënt met rugklachten over een jaar hersteld? Handvatten voor huisartsen om dat vrij goed te voorspellen.

12 Masterclass aios

Excellerende aios kunnen zich bekwamen in het kritisch benaderen van wetenschappelijkeliteratuur en het zelf schrijven van een artikel.

13 ‘Net een kruiswoordpuzzel’

Bèr Pleumeekers wijdt zich minstens een dag per week aan het redacteurschap van Huisarts & Wetenschap.

18 Virtuele patiënt

Derdejaars geneeskundestudenten kunnen zich vanaf september 2016 op digitale wijze bekwamen in het vak klinisch redeneren.

20 Missverkiezing

Aios Denise Dusabe eindigde namens haar geboorteland Rwanda als derde bij de Nederlandse Miss Afrika-verkiezing.

VeRdeR...

Veel 55-plussers met rugklachten gebruiken pijnstillers die niet het gewenste effect sorteren, maar wél tot bijwerkingen kunnen leiden. Promovendus Wendy Enthoven ad-viseert huisartsen dan ook terughoudend te zijn met voorschrijven.

De visitatie is sinds 2016 een verplicht onderdeel van de vijfjaarlijkse her-registratie voor huisartsen. “Als huisarts heb je het altijd druk en hol je maar door. De visitatie dwingt je ertoe om stil te staan bij je eigen functioneren.”

6 Verplichte visitatie 14 Licht en training

19 Onbeschroomd bij overgewichtVaak ligt het voor de huisarts te gevoelig ouders aan te spreken op het overgewicht van hun kind. Bovendien meent de dokter nogal eens dat er in de buurt geen gecombineerde leefstijlinterventie is waarheen hij kan verwijzen. Winifred Paulis ziet verbetermogelijkheden.

“Je kunt tevreden zijn over jezelf als huisarts, maar er valt altijd wat te leren.” Daarom volgt Angelique Boers de tweejarige NHG-Kader-opleiding Huisarts en Spoedzorg. “Met zo’n opleiding kun je jezelf een verdiepingsslag cadeau doen.”

Een trainingsprogramma voor patiënten met een verzwikte enkel en licht-therapie voor depres-sieve volwassenen met een verstandelijke beperking. De Raad van Bestuur maakte kennis met deze onderzoeksonderwer-pen binnen de afdeling Huisartsgeneeskunde.

Page 4: Te vaak pijnstillers bij 55-plussers met rugklachten Het nut van de ...

kort nieuws

4 juni 2016 • Augustijn

Kunnen hardloopblessures worden voorkomen door sportievelingen goed voor te lichten over bijvoor-beeld schoeisel, stapfrequentie en trainingsarbeid? De afdeling Huisartsgeneeskunde kreeg onlangs onderzoeksubsidie van ZonMw om dit na te gaan. Over twee jaar moeten de resultaten bekend zijn.

Universitair docent Marienke van Middelkoop is de projectleider. Zij zegt: “We werken samen met Like2Run, organisator van bijvoorbeeld de Ladies-run Rotterdam, de DSW Bruggenloop Rotterdam en de verschillende afstanden tijdens de NN Marathon Rotterdam. Duizend mensen die zich hebben ingeschreven voor een evenement, zullen meedoen aan het onderzoek. De ene helft krijgt voorlichtings-materiaal via de website van Like2Run, de andere helft niet. Alle hardlopers worden gevolgd tot drie maanden na het evenement. Komen in de ene groep meer blessures voor dan in de andere? Als voorlich-ting een positief effect blijkt te sorteren, zou het later een preventiemiddel kunnen zijn in de eerste lijn.”

Een monitor van VeiligheidNL wees recent uit dat het aantal hardloopkwetsuren toeneemt. De meeste hebben te maken met de knie.

Op de afdeling Huisartsgeneeskunde is per 1 mei een onderzoek begonnen naar de effectiviteit van het onderwijsonderdeel klinisch redeneren. ZonMW subsidieert dit onderzoek, genaamd ‘Teaching reflective reasoning through modelling as a strategy to counteract diagnostic mistakes in general practice’. Promovenda Josepha Kuhn doet gedurende drie jaar onderzoek naar de rol van reflectie in het diagnostisch proces. Cognitieve fouten zijn een belangrijke oorzaak van diagnosefouten. Onderzoek

Hans Harmsen, Niek Brandenburg en Kees in ’t Veld hebben in februari tijdens een feestelijk samenzijn met ex-collega’s afscheid genomen van de afdeling Huisartsgeneeskunde. Harmsen (midden op foto) was huisartsdocent sinds 1999, Brandenburg (rechts) coördinator huisarts-opleiders vanaf augustus 2001 en In ’t Veld (links) begon medio 2013 als coördinator van de juniorhuisartsdocenten.

Dementie en achteruitgang van het geheugen worden vaak niet meteen herkend in niet-westerse culturen. Daarom heeft het Alzhei-mercentrum zuidwest Nederland onlangs een geheugenpolikliniek voor migranten geopend.

Zowel binnen de Erasmus MC-locatie van het Alzheimercentrum als in het Havenziekenhuis Rotterdam vinden patiënten en mantelzorgers hier gerichte zorg en alle begrip. De werkwijze is afgestemd op hun behoeften, taal en cultuur. Verschillende zorgverleners onderzoeken de patiënt zoveel mogelijk gedurende hetzelfde dagdeel. Als het nodig is, staat een tolk de patiënt en/of de mantelzorgers bij.

In niet-westerse culturen worden geheugenver-lies, verwardheid en depressies dikwijls gezien als iets wat bij de ouderdom hoort en waar niets tegen is te doen. Dat betekent dat de (medische) hulpvraag rondom dit thema laag is. Huisartsen kunnen helpen hierin verandering te brengen door te signaleren en te verwijzen naar het Alzheimercentrum zuidwest Nederland.

Meer informatie: [email protected]

Mijn Erasmus MC

Hardloopblessures vermijden

Onderzoek effectiviteit klinisch redeneren

Huisartsen zijn van harte uitgenodigd voor het congres ‘Ontwikkelingen in de Geneeskunde’ op donderdag 3 en vrijdag 4 november in De Doelen in Rotterdam. U krijgt een gevarieerd programma aangeboden van maar liefst twintig onderwerpen die een raakvlak hebben met de dagelijkse huisartspraktijk.Het congres is een gewaardeerde traditie van de afdeling Huisartsgeneeskunde. Ruim 300 huisartsen zijn jaarlijks van de partij. Deskundige sprekers leiden elke onderwerp in, waarna er ruimte is om vragen te stellen. Het congres is geaccrediteerd voor tien uur.Inschrijven? Ga naar www.hetcongresbureau.nl en zoek via de agenda het congres op. Hier vindt u de link naar het online registratieformulier en krijgt u - zodra het programma bekend is - meer informatie over het congres. Huisartsen betalen 410 euro voor deelname, aios 260 euro. Na 12 september is dit respectievelijk 425 en 275 euro. Meer informatie kunt u krijgen via Marie Louise Bot: [email protected].

Patiënten van het Erasmus MC kunnen online een samenvatting van hun medisch dossier inzien. Attendeer hen als huisarts op deze mogelijkheid en vergroot zo de patiënten-participatie in de zorg. In april hadden al 10.000 (ex-)patiënten hun persoon-lijke pagina op ‘Mijn Erasmus MC’ bekeken. Meer informatie: www.erasmusmc.nl/mijnerasmusmc. U kunt ook een filmpje bekijken: toets op YouTube de zoekterm ‘Mijn Erasmus MC’ in. Huisartsen hebben de mogelijkheid deze animatie aan patiënten te vertonen in hun wachtkamer.

Geheugenpoli migranten heeft aangetoond dat het reflecteren op initieel gestelde diagnoses het diagnostisch proces kan verbeteren, vooral wanneer het een complexe casus betreft. In deze eerder uitgevoerde studies werd een gestructureerde reflecteermethode gebruikt. In het huidige project wordt onderzocht in hoeverre deze methode kan worden aangeleerd, zodat het in de praktijk (zonder specifieke instructies) kan worden toegepast en daarmee het diagnostisch proces kan verbeteren.

Het onderzoek is een samenwerking tussen het Institute for Medical Education Research Rotterdam (iMERR) en de afdeling Huisartsgeneeskunde van het Erasmus MC en de afdeling Psychologie van de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Congres ontwikkelingen in de Geneeskunde

Afscheid

Page 5: Te vaak pijnstillers bij 55-plussers met rugklachten Het nut van de ...

CArtoon

5Augustijn • juni 2016

Page 6: Te vaak pijnstillers bij 55-plussers met rugklachten Het nut van de ...

6

Praktijk

juni 2016 • augustijn

‘Hoe ben ik op dit moment bezig met mijn vak?’Jan-Peter Eusman (links) en Hans Peter Breedveldt Boer

Page 7: Te vaak pijnstillers bij 55-plussers met rugklachten Het nut van de ...

7augustijn • juni 2016

Tekst: Annemarie van der Eem

collega’s - online en anoniem - een enquête in. De uitkomsten van jouw patiëntenquêtes worden in een rapportage vergeleken met het landelijke gemid-delde. Daarnaast worden de bevindingen van jouw collega’s - dat kan een POH’er in jouw praktijk zijn, maar ook een samenwerkende specialist - vergele-ken met jouw eigen vragenlijst.” Eusman: “Er wordt vaak gezegd: een arts schoolt zich alleen maar na in zijn hobby, in zijn sterke punten, maar de zwarte gaten, de mindere punten, ziet hij niet. Zo’n 360 graden feedback van collega’s geeft een goed totaalbeeld. Waarin kun jij je verbe-teren? En waar ben jij sterk in, waar kun jij collega’s misschien in ondersteunen? Daar ben je je soms zelf niet eens van bewust.”Breedveldt Boer: “Wat bij mij als verbeterpunt naar voren kwam: leer grenzen te stellen voor jezelf. Ik vind veel dingen leuk, maar moet vaker keuzes maken. Ook kreeg ik van collega’s terug dat ik mijn bevindingen en het beleid duidelijker moet noteren in het journaal. Uit de patiëntenquête kwam als sterk punt naar voren dat ik goed kan afwachten. Watchful waiting is een belangrijke eigenschap voor een huis-arts. Maar er was ook een patiënt die zei: hij wacht te lang af. Je sterke punt kan dus ook je valkuil worden, als je doorslaat. Het is de kunst van de huisarts-geneeskunde om daar evenwicht in te vinden.”Eusman: “Ik heb het visitatietraject nog niet doorlopen. Wanneer je een praktijkaccreditatie hebt ondergaan, zoals bij mij het geval is, is het volgens de huidige regels niet verplicht om het individuele

amen hebben ze meer dan zestig jaar ervaring als huisarts. Ze werken beiden als docent bij de Huisartsopleiding van het Erasmus MC

en hebben in maart 2015 de cursus ‘gespreksleider visitatie’ afgerond. Jan-Peter Eusman, huisarts bij het Rotterdamse Gezondheidscentrum Beverwaard, en Hans Peter Breedveldt Boer van huisartsen-praktijk Kwintrum in Kwintsheul gaan in op het visitatiesysteem.

Breedveldt Boer: “In de oude situatie werd bij herregistratie gekeken: heb je voldoende diensten gedaan en voldoende nascholingspunten gehaald? Met ingang van dit jaar is de visitatie toegevoegd. Een goede ontwikkeling, die het plaatje van de her-registratie compleet maakt. Als huisarts heb je het altijd druk en hol je maar door. De visitatie dwingt je ertoe om stil te staan bij je eigen functioneren.”Eusman: “De vader van een vriend had een Spar-winkel. Die man werkte zeven dagen in de week. Als hij op zondagmiddag en halfuurtje op zijn stoel was gaan zitten om na te denken hoe hij zijn winkel beter zou kunnen runnen, had hij misschien een hele dag vrij kunnen nemen. Kortom, het is zinvol om af en toe de tijd te nemen om je eigen profiel te herzien. Hoe ben ik op dit moment bezig met mijn vak? En hoe functioneer ik?”Breedveldt Boer:“Voor mijn eigen herregistratie heb ik het nieuwe traject inmiddels doorlopen. Als huisarts vul je daarbij zelf een aantal vragenlijsten in. Daarnaast vullen minimaal 25 patiënten en vier

S

visitatietraject te doorlopen. Al denk ik dat ik dit wel ga doen; omdat ik gespreksleider ben, wil ik het zelf ook weleens ervaren. Bij de accreditering zat overigens ook al een deel reflectie op je praktijk-voering en binnen ons gezondheidscentrum geven we elkaar regelmatig feedback. Bijvoorbeeld door met collega’s video’s van consulten terug te kijken en te bespreken. Doordat ik - in tegenstelling tot de meeste huisartsen - in loondienst ben, heb ik ook functioneringsgesprekken. Onderdeel hiervan is de 360 graden feedback, waarbij jouw collega’s een terugkoppeling geven over je functioneren. En inge-val van calamiteiten binnen de praktijk hebben we de gewoonte om als groep de casus door te spreken en te kijken: wat kunnen we hieruit leren? Dat levert heel wezenlijke gesprekken op.” Breedveldt Boer: “Bijzonder; je ziet niet vaak dat collega’s elkaar zo intensief feedback geven.”Eusman: “Klopt. Je hoort weleens van solistisch werkende huisartsen dat zij op hun 28e een bureau kopen en daar dertig jaar later nog steeds elke dag achter zitten. In ons gezondheidscentrum heb ik niet de tijd om te verstoffen. Ook mijn werk als groeps-begeleider van jonge artsen bij de Huisartsopleiding houdt me bij het vak.”Breedveldt Boer: “Om even verder te gaan op de herregistratie: op basis van de enquêterapportages schrijf je als huisarts een POP, een persoonlijk ontwikkelplan, met jouw verbeterpunten en sterke punten. Tijdens de visitatie ga je hier met een gespreksleider op in. Als beiden goedkeuring geven aan het verslag, is je herregistratie afgerond.”Eusman: “Als huisarts kun je voor de visitatie zelf een keuze maken uit de lijst met geregistreerde gespreks-leiders. Die gespreksleider komt niet als controleur of beoordelaar, maar om samen met jou te ontdekken op welke punten verbetering mogelijk is.”

Breedveldt Boer: “Uit pilots is gebleken dat een gesprek met een onafhankelijke derde meerwaarde heeft. Die kan de enquêtes bijvoorbeeld net vanuit een andere invalshoek bekijken dan je zelf zou doen.”Eusman:“Deze visitatie is in lijn met de ontwik-keling die we de laatste twintig, dertig jaar zien in het huisartsenvak, waarbij het draait om kwali-teitsverbetering. Als moderne huisarts moet je bovendien transparant zijn en beschikbaar voor terugkoppeling.”Breedveldt Boer: “Hoe collega’s reageren op het nieuwe visitatiesysteem? Deels met nieuwsgierig-heid, maar soms ook met weerstand. Je weet niet wat het je gaat opleveren, en het kost je wel tijd en geld. Achteraf blijkt - in elk geval bij de collega’s bij wie ik als gespreksleider ben geweest - dat de ervaringen heel positief zijn en dat de tijdsinveste-ring meeviel. Deze huisartsen waren blij verrast met de positieve feedback van patiënten en collega’s. Hieruit kwamen veel sterke punten naar voren, maar ook verbeterpunten waar ze op konden reflecteren. Zo vroeg een van de artsen, een soloarts, zich af of hij genoeg openstond voor de dingen die leefden bij de collega’s in zijn praktijk. We kwamen niet direct tot een oplossing, maar naar aanleiding van het gesprek heeft hij in elk geval wel een werkoverleg ingesteld met de assistentes, POH en hidha in de praktijk; dat had hij nog niet. De visitatie levert dus bewustwording op, waarvan je hoopt dat de huisarts hier wat mee doet.” Eusman: “De visitatie biedt je de gelegenheid om eens in de vijf jaar rustig na te denken over je eigen functioneren in de praktijk. Net als die meneer van de Spar; soms moet je hier even rustig voor gaan zitten.”

Meer informatie: www.mijnvisitatie.nl •

Beter inzicht in je eigen functionerenVerplichte visitatie voor herregistratie

De visitatie is sinds 2016 een verplicht onderdeel van de vijfjaarlijkse herregistratie voor huisartsen. “Als huisarts heb je het altijd druk en hol je maar door. De visitatie dwingt je ertoe om stil te staan bij je eigen functioneren.”

Page 8: Te vaak pijnstillers bij 55-plussers met rugklachten Het nut van de ...

juni 2016 • Augustijn

Tekst: Gerben Stolk

8

OnderzOek

Wat zijn de voornaamste resultaten?“Huisartsen verwijzen meestal terecht voor een lum-bale MRI. In elk geval 55% van de patiënten bij het MRI Centrum had ernstige herniaklachten waarvoor een verwijzing op dat moment terecht was. Verder was hun gemiddelde pijnscore hoger dan wat je in het algemeen ziet bij pijnstudies. Conclusie: huis-artsen volgen redelijk goed de NHG-Standaarden Aspecifieke lage-rugpijn en Lumbosacraal radiculair syndroom op. Althans, als je de oude standaarden hanteert. Want in juni 2015, ik was volop bezig met mijn onderzoek, wijzigde het NHG de richtlijnen. Niet langer werd aan huisartsen geadviseerd om bij ernstige herniaklachten of bij het vermoeden van een ernstige oorzaak, zoals een botbreuk of tumor, zelf te verwijzen voor een MRI, maar om de patient door te sturen naar de tweede lijn. De reden: de kosteneffec-tiviteit van het eerste scenario is onduidelijk. Totdat geen onderzoek is verricht naar de kosteneffectiviteit van deze verwijzingen, lijkt dit me goed beleid.”

Nog meer?“Bij 94% van de patiënten leverde de MRI een afwijkende bevinding op. Meestal ging het om een hernia, maar soms bijvoorbeeld ook om een kleine uitpuiling van een discus. Botbreuken en tumoren werden gelukkig zelden gezien. Toch wil ik het hoge percentage afwijkende bevindingen nuanceren. Ook bij mensen zonder rugklachten kunnen afwijkingen worden gezien op een MRI. Tegelijkertijd komt het voor dat iemand wel rugpijn heeft, maar géén afwijking wordt aangetoond.”

Hoe voorspel je of iemand binnen een jaar geen rugpijn meer heeft?“Informatie uit de anamnese kan je hier goed bij hel-pen. Er zijn drie belangrijke prognostische factoren. Allereerst: hoe jonger de patiënt, hoe groter de kans op herstel. Ten tweede: als de pijnklachten korter

dan drie maanden geleden zijn begonnen, ziet de toekomst er ook beter uit. En tot slot: patiënten met goede achtergrondkennis van rugpijnklachten herstellen over het algemeen eveneens voorspoe-diger. We zagen bovendien dat het mensen met een hernia - en dus uitstralende pijn in het been - op den duur vaak beter vergaat dan degenen met chroni-sche aspecifieke rugpijn. Logisch: je weet in dat geval beter wat er aan de hand is en kunt eventueel gerichter te werk gaan.”

Je onderzocht ook de relatie tussen lum-bale discusgeneratie (slijtage van de rug) en rugpijn?“Epidemiologisch onderzoek maakte duidelijk dat slijtage van de rug samenhangt met rugpijn, maar dit verband is niet heel sterk. Lang niet iedereen met slijtage krijgt rugpijn. Andersom evenmin.”

Hoe was het om de opleiding ‘arts tot huis-arts en onderzoeker’ te volgen?“Op het moment van mijn promotie was dat traject afgerond. Ik heb het leuk en interessant gevonden, want het bood de kans tot wetenschappelijke verdie-ping en verbreding van mijn werkzaamheden in de huisartspraktijk.” •

W

Herstel rugpijn voorspellenIs deze patiënt met rugklachten over een jaar hersteld? Huisartsen kunnen dat vrij goed voorspellen aan de hand van iemands leeftijd, klachtenduur en eigen kennis over de problematiek. Dat concludeert Evelien de Schepper na promotieonderzoek.

Evelien de Schepper (huisarts en docent Huisartsgeneeskunde Erasmus MC) en Erik Veldhuizen (radioloog MRI Centrum)

at waren je belangrijkste onderzoeksvragen?“Ongeveer zes jaar geleden besloot de

Nederlandse Zorgautoriteit dat zorgverzekeraars voortaan ook MRI’s moesten vergoeden die zijn aangevraagd door de huisarts. Ik wilde weten welke patiënten door huisartsen worden doorgestuurd voor een MRI van de rug en hoe het vervolgens met hen gaat. Maar ook: wat zijn voorspellers voor herstel?”

Bij wie is het onderzoek verricht?“Bij 683 mensen die zich tussen juni 2010 en september 2011 na een verwijzing door de huisarts meldden bij een vestiging van het MRI Centrum.”

Hoe is de studie gedaan?“De deelnemers vulden gedurende een jaar vragenlijsten in. Belangrijke vraag: hoe is het met de pijn in uw rug of - bij een hernia - in uw been? Verder gingen we na hoe functioneel beperkt de deelnemers waren in het dagelijks leven. Konden ze bijvoorbeeld traplopen of zich zelf aankleden? Tot slot waren we geïnteresseerd in hun kennis over rugpijn. Andere onderzoeken hebben uitgewezen dat mensen die veel weten over hun aandoening, gemiddeld beter herstellen. Daarom vroegen we bij-voorbeeld of het bij rugpijn goed is zoveel mogelijk in bed te liggen. Wie weet dat het antwoord ‘nee’ is, zal misschien eerder goed handelen en zijn kans op herstel vergroten.”

naam: evelien de SchepperFunctie: huisarts en docent

Huisartsgeneeskunde Gepromoveerd: op dinsdag 2 februari Promotor: hoogleraar Artrose en

gerelateerde aandoeningen Sita Bierma-Zeinstra van de afdeling Huisarts - geneeskunde. Copromo-tor: wetenschappelijk-universitair docent Pim Luijsterburg van de afde-ling Huisartsgeneeskunde.

Page 9: Te vaak pijnstillers bij 55-plussers met rugklachten Het nut van de ...

ziet steeds meer ouderen met rugklachten op zijn spreekuur.”

Bij wie is het onderzoek verricht?“Bij 675 55-plussers die zich in Zuidwest-Nederland met rugpijn meldden bij een huisarts. Deze populatie is in 2009 gevormd door de afdeling Huisartsgeneeskunde van het Erasmus MC. In totaal 49 huisartspraktijken hebben geholpen de onder-zoekgroep samen te stellen.”

9Augustijn • juni 2016

Tekst: Gerben StolkOnderzOek

Veel 55-plussers met rugklachten gebruiken pijnstillers die niet het gewenste effect sorteren, maar wél tot bijwerkingen kunnen leiden. Pro-movendus Wendy Enthoven adviseert huisartsen dan ook terughoudend te zijn met voorschrijven en hun patiënten te attenderen op de risico’s.

Te vaak pijnstillersOuderen met rugklachten

at waren je belangrijkste onderzoeksvragen?“Het meeste onderzoek naar het beloop

van rugklachten is verricht onder mensen jonger dan 55 jaar. De NHG-Standaard Aspecifieke lage-rugpijn is hier mede op gebaseerd. Wij wilden het beloop in kaart brengen bij 55-plussers. We keken ook naar andere zaken, zoals de zorg die ze wel en niet gebruiken. De achtergrond van mijn onder-zoek? De samenleving vergrijst, dus de huisarts

W

Hoe is de studie gedaan?“Onder meer door de patiënten vragenlijsten voor te leggen. Voor mijn onderzoek is geput uit de vijf vra-genlijsten die zij tijdens het eerste jaar ontvingen en de lijst die ze kregen in het tweede jaar en het derde jaar. De deelnemers vulden bijvoorbeeld in hoeveel pijn ze ervaarden, hoe hun rug-functie was, of ze medicatie gebruikten en of ze na het eerste bezoek waren teruggekeerd naar de huisarts.”

Wat zijn de voornaamste resultaten?“Allereerst dat bijna driekwart van de 55-plussers met rugklachten pijnstillers gebruikt. Van deze medicijngebruikers schaft 49% s paracetamol aan en neemt 57% NSAID’s. Het merendeel krijgt deze NSAID’s voorgeschreven, maar ongeveer 11% koopt de middelen zelf. Ibuprofen kun je bijvoorbeeld gewoon in de winkel kopen. Soms is sprake van zwaardere middelen, zoals tramadol of morfine, die ook worden voorgeschreven door de huisarts. Wat betreft NSAID’s: uit mijn onderzoek blijkt dat deze middelen de rugpijn en fysieke beperkingen van patiënten met chronische lage-rugklachten nauwelijks wegnemen. Op een pijnschaal van 100 is er slechts een afname van 3.3 punten. En wat betreft paracetamol: er zijn aanwijzingen dat dit bij acute lage rugpijn niet effectiever is dan een placebo. Tegelijkertijd lopen ouderen meer risico op bijwerkingen van pijnstillers, zeker bij de NSAID’s. Maagklachten bijvoorbeeld, of zelfs hartfalen. Van-wege andere aandoeningen gebruiken ouderen vaak meerdere medicijnen. Dat kan leiden tot een nade-lige interactie met de pijnstillers voor rugklachten.”

Wat adviseer je huisartsen?“Wees je ervan bewust dat bij rugpijn vaak pijnstil-lers worden gebruikt. Maak samen met de patiënt een afweging: wel of geen pijnstillers? En vertel patiënten dat ook middelen die zij bij de drogist kunnen kopen, schadelijk kunnen zijn.”

Is er een verschil in ziektebeloop tussen jongeren en ouderen?“Ja. Drie maanden na het huisartsbezoek zijn bij de meeste jongeren de rugklachten verdwenen.

Het merendeel van de 55-plussers heeft er juist nog steeds mee te maken. We zagen ook dat desondanks veel ouderen niet met deze klachten terugkeren naar de huisarts. Dat is een aandachtspunt voor huisart-sen: dring er bij de patiënt op aan terug te komen wanneer de pijn na drie maanden niet weg is.”

Nog meer?“Heeft de patiënt een wervelfractuur? In de NHG-Standaard Aspecifieke lage-rugpijn staan hiervoor ‘rode vlaggen’ vermeld, zoals een trauma of plotse-linge lengtevermindering. Deze rode vlaggen blijken beperkte hulpmiddelen te zijn bij de inschatting of iemand een wervelbreuk heeft. Aan het begin van het onderzoek is bij iedere patiënt een röntgenfoto gemaakt. Vervolgens vroegen wij aan de patiënten via de vragenlijsten naar de rode vlaggen en vroegen we aan de huisarts of ze wel of niet de diagnose ‘wervelfractuur’ hadden gesteld. Wat bleek? De rode vlaggen konden niet duidelijk een wervelfractuur voorspellen.”

Hoe is het om de opleiding ‘arts tot huisarts en onderzoeker’ te volgen?“Ik vind het leuk en boeiend om me naast de brede huisartsopleiding te verdiepen in één onderzoeksonderwerp. Ik heb veel geleerd over onderzoeks methodiek en volgde bijvoorbeeld via NIHES-Erasmus MC (Netherlands Institute for Health Sciences, red) een cursus klinische epidemiologie.” •

naam: Wendy enthovenFunctie: arts in opleiding tot

huisarts en onderzoeker (AIOTHO)

Gepromoveerd: op woensdag 9 maart Promotor: hoogleraar Onderzoek

Bart Koes van de afdeling Huisartsgeneeskunde. Co-promotor: wetenschappe-lijk-universitair docent Pim Luijsterburg van de afde-ling Huisartsgeneeskunde.

Page 10: Te vaak pijnstillers bij 55-plussers met rugklachten Het nut van de ...

10

Opleiding

juni 2016 • Augustijn

Adrenaline en een ruime blikKaderopleiding Huisarts en Spoedzorg

Page 11: Te vaak pijnstillers bij 55-plussers met rugklachten Het nut van de ...

11Augustijn • juni 2016

Tekst: Annemarie van der Eem

Dat laatste komt ook van pas bij Boers’ werk-zaamheden als huisartsopleider van aios van het Erasmus MC en als opleidingscoördinator van de Huisartsenpost Drechtsteden. “Tijdens de kader-opleiding worden we goed getraind in het geven van onderwijs, maar ook in het maken van een scholingsplan waarbij de leerdoelen duidelijk zijn.” Die kennis heeft Boers kunnen toepassen bij een scholingsprogramma voor de aios in de Huisartsen-post Drechtsteden (zie kadertekst ‘Onderwijs tussen de ambulances’). Ontwikkeling van een scholings-programma voor triagistes van de huisartsenpost en collega’s in de regio staat ook op haar verlanglijst. “Bij voorkeur samen met onze ketenpartners van de spoedeisende hulp of de ambulancedienst, want samenwerking met deze partijen heeft de toekomst.”

Laagdrempelig delenZoals gezegd geeft de kaderopleiding ook meer inzicht in beleidsmatige zaken. “Toen ik me aan-meldde voor de opleiding, was ik net op interim-basis medisch manager van de huisartsenpost. Tijdens de eerste weken merkte ik dat ik extra kennis en kunde nodig had om goed te functioneren. Bij het managen van een huisartsenpost loop je tegen 101 dingen aan. Hoe ziet het werkveld eruit? Wie zijn de stakeholders? Hoe lopen de financieringsstro-men? Wat zijn strategische keuzes voor een goede positionering binnen de spoedzorgketen? Tijdens de opleiding is er veel aandacht voor dit soort vragen.”De achttien deelnemers leren niet alleen van de docenten, maar ook van elkaar. “Onderling wordt er laagdrempelig van alles gedeeld; van protocollen op de huisartsenpost tot hoe je scholingsprogramma’s of commissies opzet.”

ABCDE-methodeVolgens Boers is de oprichting van de kaderoplei-ding spoedzorg van groot belang. “Spoedzorg is een

en verdiepingsslag op het gebied van de spoedzorg, in dit geval. “Tijdens de avond-, nacht- en weekenddiensten bedrijf je een

heel ander soort huisartsgeneeskunde”, aldus de 49-jarige Boers, die bijna achttien jaar werkzaam is bij praktijk Huisartsen Dudokplein in Dordrecht. “Je hebt vaak te maken met complexe ziektebeelden, waarbij urgente zorg vereist is. Dit doet een groot beroep op je parate vakinhoudelijke kennis. Je wordt geacht sneller te schakelen, directer te communi-ceren en meer te improviseren. Bijvoorbeeld als een man aan de balie bij de huisartsenpost onwel en bewusteloos wordt en onduidelijk is wie hij is en wat er met hem aan de hand is. Dan moet je snel handelen, de leiding nemen en goed communiceren binnen je team. De spoedzorg is een leuke afwisse-ling met de meer geplande zorg overdag; ik hou wel van een beetje adrenaline.”

Onderwijs organiserenBoers is halverwege de gloednieuwe kaderopleiding, die wordt verzorgd door het Erasmus MC en Rad-boudumc. “Voor alle competenties die de huisarts-opleiding heeft gedefinieerd voor de huisarts - denk bijvoorbeeld aan medisch handelen, communicatie, organiseren en wetenschappelijk handelen - zijn scholingsonderdelen ingebouwd”, zegt Boers. “De opleiding geeft een flinke impuls aan mijn medisch-inhoudelijk kennis, doordat we diep op onderwerpen ingaan en kijken naar de wetenschap-pelijke onderbouwing van ons werk. Daarnaast leer ik veel op het gebied van beleidsmatige zaken en onderwijs.”

Als opleidingscoördinator van de Huisartsenpost Drechtsteden heeft Angelique Boers een scholings-programma spoedzorg ontwikkeld voor de aios op de huisartsenpost. Hiervoor maakt ze gebruik van financiële middelen die de SBOH (Stichting Beroeps Opleiding Huisartsen) heeft gereserveerd voor de opleiding van aios.

Boers: “Vanaf 2015 stelt de SBOH gericht geld beschikbaar voor het ontwikkelen van onder-wijs op de huisartsenpost. Hiermee hebben we in Dordrecht een scholingsprogramma opgezet in het trainingscentrum van de ambulancedienst. De aios krijgen hier scenario-onderwijs met Lotus-slachtoffers.” Boers geeft de trainingen samen met een verpleegkundig specialist van de ambulancedienst. Ook de huisartsenpostchauffeurs doen op verzoek van de aios mee in de scenario’s; zo wordt het nog realistischer. “Een mooi voorbeeld van onderwijs waarbij meerdere partijen binnen de spoedzorg-keten betrokken zijn. Hopelijk kunnen meer opleidingscoördinatoren van huisartsenposten met de SBOH-gelden een goed onderwijsprogramma realiseren.”

Meer informatie: [email protected]

Onderwijs tussen de ambulances

E

brede keten; van spoedeisende hulp en ambulance-diensten tot acute geestelijke gezondheidszorg. Wil-len we sterk in die keten blijven staan, dan hebben we huisartsen nodig met vakinhoudelijke kennis en kennis van de hele keten. Artsen die collega-huisartsen kunnen nascholen en enthousiasmeren om hoogstaande spoedzorg te blijven leveren. Dat is de rol die wij als kaderhuisarts willen vervullen.”Voor huisartsopleiders die zich meer willen bekwamen in de spoedeisende zorg heeft Boers nog een tip: volg de STARclass voor opleiders die de SBOH (Stichting Beroeps Opleiding Huisartsen) organiseert. “Hier leer je dezelfde systematiek die de aios hanteren binnen de spoedcasuïstiek. Een mooie manier om je eigen skills op te vijzelen. Zo heb ik veel baat bij de ABCDE-methode die ik drie jaar geleden tijdens de STARclass heb geleerd. Dit is een systematisch manier om de toestand van een spoedeisende patiënt te kunnen inschatten, waarbij je kijkt naar wat het eerst dodelijk is. Daarbij loop je de A tot en met E langs, te weten airway, breathing, circulation, disability en exposure.” Ze vervolgt: “Laatst was ik met een aios tijdens een weekenddienst bij een 90-jarige dame die hoge

koorts had en slaperig in bed lag. Haar familie opperde dat het een blaasontsteking zou kunnen zijn. Voorheen zou ik hebben gekeken naar een paar vitale functies; hartslag, bloeddruk, temperatuur en met een beetje geluk misschien de bloedsuiker. Maar nu waren we met de ABCDE-methode in korte tijd op het spoor gebracht dat ze een septische shock had. Ze had een snelle ademfrequentie, lage bloed-druk, veranderd bewustzijn en hoge koorts; alles passend bij een septische shock. De ABCDE-metho-de helpt je systematisch de patiënt te onderzoeken, je blik ruim te houden en niet te snel je conclusie te trekken.” •

“Je kunt tevreden zijn over jezelf als huisarts, maar er valt altijd wat te leren.” Daarom volgt Angelique Boers de tweejarige NHG-Kader-opleiding Huisarts en Spoedzorg. “Met zo’n opleiding kun je jezelf een verdiepingsslag cadeau doen.”

‘Ik merkte dat ik extra kennis en kunde nodig had’

Page 12: Te vaak pijnstillers bij 55-plussers met rugklachten Het nut van de ...

juni 2016 • Augustijn

Tekst: Gerben Stolk

12

Opleiding

Publicaties aios in Huisarts & Wetenschap

nne Marije Los-de Geus (derdejaars aios, 29 jaar): “Ik heb gepubliceerd in het aprilnummer. Een belangrijke conclusie

van het onderzoek is dat niet-westerse allochtonen met somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten (SOLK) vaak meer inzicht in psychische problematiek hebben dan de huisarts veronderstelt. Door als huisarts dit thema op de juiste manier te

benaderen, kun je het goed bespreekbaar maken.”Rolieke Cents (derdejaars aios, 35 jaar): “Mijn artikel verscheen in de Huisarts & Wetenschap van maart. Het ging over suïcide bij 10- tot 20-jarigen en hoe de huisarts risicofactoren kan herkennen. Mijn advies: wees proactief en durf door te vragen.”Los-de Geus: “Hoe ik tot mijn onderzoeks-thema kwam? Ik had de indruk dat huisartsen bij niet-westerse allochtonen met SOLK niet zo snel psychische facetten bespreken, dat zij het bij deze groep als een no go area beschouwen. Op basis van literatuur onderzoek achterhaalde ik dat het thema wel degelijk kan worden aangekaart. Maar het is vaak verstandig iets anders te werk te gaan dan de NHG-standaard SOLK zegt. In de standaard staat dat je tijdens de anamnese de volgende stappen doorloopt: S (somatisch), C (cognitie), E (emotie), G (gedrag) en S (sociaal). Mede naar aanleiding van kennis van Pharos, expertisecentrum voor gezond-heidsverschillen, kwam ik erachter dat het bij niet-westerse allochtonen dikwijls beter is een andere volgorde te hanteren: sociaal, gedrag, somatisch, cognitie, emotie. Vragen als ‘Hoe voelt u zich hier bij?’ worden dus pas gesteld in het laatste stadium van de anamnese.” Cents: “Ik ben geïnteresseerd in kinder- en jeugd-psychiatrie. Op dit moment doe ik ook promotie-onderzoek binnen dat thema, maar het gaat daarbij om 0- tot 5-jarigen en gedrags- en emotionele

Maar een kwetsbaarheidsfactor leidt daar doorgaans niet direct toe. Meestal is ook een stressor nodig: een acuut probleem of een traumatische ervaring. Denk aan scheiding van de ouders, problemen op school of ruzie met een goede vriend. De huisarts moet dus alert zijn wanneer hij ziet dat aan een basis van psy-chische kwetsbaarheid stressoren worden toegevoegd. Helaas gaan adolescenten met psychische problemen vaak niet naar de huisarts. Zie je ze wél, herken je somberheid en weet je bijvoorbeeld dat familieleden van de adolescent met psychische problemen hebben gekampt? Stel dan screenende vragen. Is er recent iets voorgevallen dat de somberheid verklaart?” Los-de Geus: “De masterclass voor aios bood me de extra wetenschappelijke uitdaging die ik zocht in de huisartsopleiding. Ik heb bijvoorbeeld veel over-legd met Hans Harmsen, een docent van de afdeling Huisartsgeneeskunde die zich als huisarts heeft verdiept in de huisartsgeneeskunde voor niet-wes-terse allochtonen. Het einddoel van de masterclass is een wetenschappelijke publicatie, maar de weg ernaartoe vond ik ook leuk en interessant. Twee jaar lang kwamen Rolieke, Patrick Bindels (afdelings-hoofd Huisartsgeneeskunde, red.) en ik bij elkaar om te sparren. Hoe vlieg je dit onderwerp aan? Hoe bouw je een artikel op? Hoe leg je verbanden tussen data? Uiteindelijk heb ik mijn artikel naar Huisarts & Wetenschap opgestuurd in de zomer van 2015. Na opmerkingen van de redactie heb ik het grondig gecorrigeerd, ook weer in overleg met Rolieke en Patrick. Wat ik vooral heb geleerd, is wetenschap-pelijk te denken. Als je iets beweert of doet, moet het goed onderbouwd zijn.” Cents: “Ik had al ervaring met wetenschappelijk onderzoek en publiceren, maar het was boeiend om deze keer een praktisch onderwerp te onderzoeken binnen de huisartsgeneeskunde.” •

A

‘Extra wetenschappelijke uitdaging’Excellerende aios krijgen binnen de Rotterdamse huisartsopleiding de kans zich te bekwamen in het kritisch benaderen van wetenschap-pelijke literatuur en het zelf schrijven van een artikel. Deelname aan ‘de masterclass’ leverde Rolieke Cents en Anne Marije Los-de Geus artikelen op in het NHG-blad Huisarts & Wetenschap.

problemen, terwijl ik me in de masterclass dus heb gericht op adolescenten en suïcide. Vanwaar de laatste keuze? De twee belangrijkste doodsoorzaken onder Nederlandse adolescenten zijn verkeers-ongelukken en suïcide. Jaarlijks zijn grofweg 300 overlijdens onder adolescenten toe te schrijven aan suïcide. Ik wilde (huis)artsen handvatten aanreiken om een verhoogd risico op suïcide te herkennen en hoe hiermee om te gaan. Hiervoor heb ik zowel binnenlandse als buitenlandse wetenschappelijke artikelen bestudeerd.Het resultaat? Enerzijds zijn er kwetsbaarheidsfac-toren. Dat zijn duurzame kenmerken van suïcide. Mannelijke jongeren, jongeren tussen vijftien en twintig jaar en jongeren met ouders met een depres-siegeschiedenis plegen bijvoorbeeld vaker suïcide.

Anne Marije Los-de Geus

Rolieke Cents

Page 13: Te vaak pijnstillers bij 55-plussers met rugklachten Het nut van de ...

redacteur benadert Pleumeekers mogelijke auteurs, met de vraag hun onderzoek of proefschrift te verta-len naar de dagelijkse praktijk van de Nederlandse huisarts. “Het is een mooie uitdaging om de tekst, in samenspraak met de auteur, terug te brengen tot de essentie. Wat is de kern? Wat zijn de sterke en zwakke kanten? Het is soms net een kruiswoordpuz-zel die je moet oplossen; dat ligt me wel.”Dat merkte Pleumeekers ook tijdens de ruim twintig jaar dat hij werkzaam was als docent Huisartsgenees-kunde aan het Erasmus MC. “Daar was ik al genood-zaakt om veel literatuur door te spitten en kritisch te kijken naar de boodschap die ik wilde overbrengen aan de studenten en de huisartsen in opleiding.” Als redacteur schrijft Pleumeekers regelmatig prik-kelende redactionele columns. “Maar schrijven is niet mijn belangrijkste taak; het is vooral stukken verzamelen en redigeren en auteurs achter hun vodden aan zitten over de deadline.” Lachend: “Dat laatste is trouwens de minst leuke taak.”

Gebakken luchtDe inhoud van Huisarts & Wetenschap sluit nauw aan bij maatschappelijke en vakmatige ontwikkelin-gen. Pleumeekers: “Met onze artikelen voorzien we huisartsen van informatie en argumenten, zodat ze een kritische houding kunnen innemen. Bijvoor-beeld ten aanzien van farmaceuten, zorgverzeke-raars, het zorgbeleid van de overheid. Want er wordt veel gebakken lucht verkocht. Of het nu gaat om de zorg voor kwetsbare ouderen of mensen met diabe-tes of ADHD; er worden behandelingen gepromoot waarvan de effectiviteit nihil is. Voor mijn gevoel mag daar een sterker tegenwicht in zijn. Zodat een arts niet in zijn eigen praktijk een behandeling start waarvan al is bewezen dat die niet effectief is.”De 62-jarige Pleumeekers zit in het vierde jaar van zijn redacteurschap, dat in 2017 afloopt. Heeft hij nog ambities voor daarna? Met een lach: “Met golf heb ik een handicap van 36; het wordt tijd dat ik daar eens aan ga werken.”

Interesse om stukken te schrijven voor Huisarts & Wetenschap? Neem contact op met Bèr Pleumee-kers via [email protected]

13Augustijn • juni 2016

Tekst: Annemarie van der EemBijzOndere huisArts

‘Net een kruis-woordpuzzel’

Redacteur Huisarts & Wetenschap

et werk van een huisarts houdt niet op bij spreekuur houden en visites rijden, vindt Pleumeekers. “Je hebt als arts ook een maat-

schappelijke taak, bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs, bestuur of wetenschap.” De Rotterdamse huisarts hoefde dan ook niet lang na te denken, toen hij in 2013 werd getipt over een vacature bij Huisarts & Wetenschap.Hoeveel tijd het redactiewerk hem kost? “Mijn vrouw zegt: te veel”, lacht Pleumeekers, die samen met zijn echtgenote Marjan al 37 jaar Huisartsen-praktijk ZorgPunt Lombardijen runt. “Er staat één dag in de week voor, maar dat wordt altijd meer. Een groot deel van de werkzaamheden is het doorspitten van wetenschappelijke titels. Maandelijks publice-ren Nederlandse huisartsonderzoekers zo’n honderd artikelen in de internationale literatuur. Daarnaast krijgen we alle proefschriften binnen die in Neder-land worden gepubliceerd.” Eens per maand komen de leden van de negenkoppige redactieraad bijeen, waarbij wordt gediscussieerd welke proefschriften en artikelen geschikt zijn voor het blad. “Dat zijn voor mij heel leerzame middagen met inhoudelijk zeer interessante gesprekken.” Iedere redacteur heeft zo zijn of haar eigen voorkeu-ren en specialismen. Pleumeekers: “Bij een onder-werp als diabetes of cardiovasculaire aandoeningen, waarop ik ben gepromoveerd, houd ik mijn oren gespitst. Als er tijdens de redactievergadering een artikel over SOLK (Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten, red.) moet worden verdeeld, dan kijk ik even de andere kant op. Artikelen over onderwerpen in de psychologische en sociale hoek spreken mij minder aan.”

DeadlinesWat zijn de criteria voor geschikte artikelen voor Huisarts & Wetenschap? “Het moet om nieuwe informatie gaan, bij voorkeur patiëntgebonden onderzoek, én het moet direct in de praktijk bruik-baar zijn. Wat wij doen bij Huisarts & Wetenschap - de naam van het blad zegt het al - is de verbinding leggen tussen de huisarts en wetenschap. Dus: wat heeft een bepaald onderzoek voor implicaties voor de praktiserende huisarts die het artikel leest?” Als

H

Een kritische blik en een praktische inslag. Dat is wat vooral wordt gevraagd van een redacteur van Huisarts & Wetenschap, het onafhan-

kelijke maandblad van het NHG. En laat dat nou precies eigenschappen zijn waar Bèr Pleumeekers over beschikt.

Page 14: Te vaak pijnstillers bij 55-plussers met rugklachten Het nut van de ...

juni 2016 • Augustijn14

OnderzOek

Een trainingsprogramma voor patiënten met een verzwikte enkel en lichttherapie voor depressieve volwassenen met een verstandelijke

beperking. Het zijn twee onderzoeksonderwerpen binnen de afdeling Huisartsgeneeskunde. De Raad van Bestuur van het Erasmus MC

kreeg onlangs presentaties.

Effect enkel-appeden van de Raad van Bestuur die eenbenige kniebuigingen maakten en andere oefenin-gen deden. Béter kon Adinda Mailuhu hun

niet duidelijk maken wat de app ‘Versterk je enkel’ inhoudt. De arts in opleiding tot huisarts en onderzoeker (AIOTHO) vertelt: “Jaarlijks worden bij de huisarts, op huisartsenposten en SEH’s 680.000 sporters met een enkelblessure gezien. Het merendeel heeft een

verzwikte enkel. VU medisch centrum heeft een paar jaar geleden een trainingsprogramma ontwikkeld voor sporters die door hun enkel zijn gegaan. Het doel: de enkel versterken en een recidief voorkomen. Uit onderzoek bleek dat het een effectief middel was voor sporters. Daarna hebben VUmc en Veilig-heidNL, expert op het gebied van ongevallen en veilig gedrag, de app ontwikkeld. Die omvat onder meer oefeningen en instructiefilmpjes en is gratis te downloaden via Android en de Apple Store. Wat wij nu in Rotterdam willen achterhalen, is of de app ook effectief is voor andere patiënten met een verzwikte enkel in de huisartspraktijk.”

StabiliteitIn het najaar van 2014 ging de studie van start. Uiteindelijk moeten 170 patiënten meedoen. Naar verwachting worden begin volgend jaar de laatsten geïncludeerd, onder meer via huisartspraktijken. Mailuhu: “Het trainingsprogramma duurt acht weken. De ene helft van de patiënten volgt het programma, de andere helft niet. Daarna beant-woorden de deelnemers een jaar lang maandelijks digitaal vragen. Bijvoorbeeld: bent u op opnieuw door uw enkel gegaan? Of: heeft u pijn? Of: hoe is de stabiliteit?”

Zelfstandigheid patiëntMailuhu zal de onderzoeksresultaten presenteren in 2018. Als het trainingsprogramma ook goede effecten blijkt te hebben voor patiënten in de huis-artspraktijk, zou het kunnen worden opgenomen in de NHG-Standaard Enkelbandletsel, vertelt ze. “Wellicht is het een alternatief voor behandelingen die nu worden voorgeschreven. Los daarvan: vanuit kostenoogpunt is het een pre dat de app gratis is. En vanuit patiëntperspectief is het gunstig dat de oefeningen kunnen worden gedaan waar en wanneer iemand maar wil. Dat past in de trend van eHealth en grotere zelfstandigheid van de patiënt.”•

LIs het een goed idee dat huisartsen patiënten met een verzwikte enkel attenderen op de app ‘Versterk je enkel’? die behelst een trainings-

programma voor in de thuissituatie. Adinda Mailuhu onderzoekt het.

Vicevoorzitter Jaap Verweij van de Raad van Bestuur

Page 15: Te vaak pijnstillers bij 55-plussers met rugklachten Het nut van de ...

15Augustijn • juni 2016

Tekst: Gerben Stolk

Lichttherapie depressieve volwassenen met verstandelijke beperking

s er een niet-medicamenteuze behande-ling voor depressieve volwassenen met een beperking? Dat is de vraag waarop onder meer

promotieonderzoeker Pauline Hamers het antwoord probeert te vinden in het Erasmus MC.Zij zegt: “Een alternatief zou welkom zijn, ook voor de huisartsenpraktijk. Zeker bij mensen met een beperking moet je maar afwachten of medicatie aan-slaat of geen bijwerkingen heeft. Het kan ook lang duren voordat de medicatie optimaal is ingesteld.”

GOUDTerwijl in de algemene bevolking ongeveer 5% kampt met een depressie, is dat onder ouderen met een verstandelijke beperking 7,6% en heeft bovendien 17% klachten die hiermee samenhangen. Dat is gebleken uit de GOUD-studie (Gezond Ouder met een verstandelijke beperking). Het Erasmus MC voert dit onderzoek uit met drie grote zorgaanbie-ders: Ipse de Bruggen, Abrona en de Amarant Groep.Hamers: “Het is al meermalen aangetoond dat licht-therapie een gunstig effect heeft op depressie, zowel op de seizoensgebonden als de niet-seizoensgebon-den vorm. Maar deze onderzoeksresultaten uit de algemene bevolking gelden niet automatisch ook voor volwassenen met een beperking. Die hebben bijvoorbeeld een syndroom of hersenbeschadiging, wat wellicht leidt tot een ander effect. Verder zijn hun leefomstandigheden meestal anders. Ze zijn

bijvoorbeeld afhankelijk van anderen om naar buiten te gaan en worden daardoor mogelijk minder blootgesteld aan zonlicht.”

18+Voor haar studie put Hamers uit de onderzoeks-populatie van GOUD 2. Aanvankelijk richtte GOUD zich op 50-plussers (GOUD 1), maar nu draait het om alle volwassen cliënten van de drie zorgaanbieders.Hamers: “We zijn in 2014 begonnen en willen in 2018 uiteindelijk 219 deelnemers hebben onder-zocht. Het gaat om drie groepen van 73 personen. Allereerst degenen die veertien dagen lang ’s ochtends een halfuur achter een lamp zitten die 10.000 lux wit licht afgeeft. Dat is de lamp waarvan het effect is aangetoond in de algemene bevolking. De tweede groep krijgt een placebo: eenzelfde type lamp, maar dan met een filter erin, zodat er onvoldoende wit licht is. En de derde groep heeft te maken met de gebruikelijke zorg. De persoonlijke begeleiders van de deelnemers vullen drie keer een vragenlijst in over angst en depressie: vóór, meteen na en vier weken na de lichttherapie.” •

I

Het is in het erasmus MC een goede traditie dat leden van de raad van Bestuur langsko-men op afdelingen om te zien en horen hoe het eraan toegaat in de dagelijkse praktijk. Het bezoek aan de afdeling Huisartsgeneeskunde begin dit jaar was succesvol.

De leden kregen niet alleen een fraaie indruk van de onderzoeken die worden belicht op deze pagina’s, maar ook van het onderwijs binnen de afdeling. Daarbij ging het onder meer om klinisch redeneren ‘nieuwe stijl’ in het onderwijs voor geneeskundestudenten. De bestuurders woonden ook een sessie Leren van Ervaringen (zie pagina 16/17) van de huisartsopleiding bij. Tijdens de visite vernamen zij nog meer:

• De afdeling heeft dertien artsen in opleiding tot huisarts en onderzoeker (AIOTHO’s).• Van de universitair medische centra in ons land heeft het Erasmus MC de afdeling Huisartsgenees-

kunde met de meeste goed afgeronde AIOTHO-trajecten: achttien.• De afdeling kent twee succesvolle onderzoekslijnen: kinderen in de huisartspraktijk en aandoenin-

gen van het bewegingsapparaat.• Het klinisch-epidemiologisch onderzoek op het vlak van het bewegingsapparaat behoort tot de

wereldtop.• Regelmatig worden onderzoeksresultaten gepubliceerd in gerenommeerde wetenschappelijke

tijdschriften, zoals The Lancet, British Medical Journal, New England Journal of Medicine, Journal of the American Medical Association en Annals of Internal Medicine.

• Dankzij de grote relevantie en hoge kwaliteit van de onderzoekslijn ‘Bewegingsapparaat’ is het Reumafonds langdurig financier hiervan.

• Onderzoeksresultaten van de afdeling worden dikwijls gebruikt ter onderbouwing van NHG-standaarden.

• De onderzoeksgroep van de afdeling werkt intensief samen met onderzoekers binnen en buiten het Erasmus MC, óók in het buitenland.

• De externe visitatiecommissie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschap-pen heeft het onderzoek van de afdeling beoordeeld met de hoogste score: 5. Dit staat gelijk aan ‘excellent’.

• De onderzoekstatus van de afdeling is mede te danken aan vele huisartsen in de regio Rotterdam. Zij dragen patiënten aan voor studies en denken mee over relevante onderzoeksvragen.

Lichttherapie is in de algemene bevolking een beproefd middel om depressieve klachten te verminderen of weg te nemen. kan de behandeling ook soelaas bieden bij volwassenen met een beperking? ‘Geneeskunde voor Verstandelijk Gehandicapten’ is het onderdeel van de afdeling Huisartsgeneeskunde dat dit onderzoekt.

Topstatus

Raad van Bestuurslid David Voetelink

Page 16: Te vaak pijnstillers bij 55-plussers met rugklachten Het nut van de ...

juni 2016 • Augustijn16

Opleiding

Page 17: Te vaak pijnstillers bij 55-plussers met rugklachten Het nut van de ...

schien kom jij volgende maand of over tien jaar wel een vergelijkbare patiënt tegen.”Het vierde element is de afsluiting. Wat heeft de discussie ons gebracht en wat gaan we nu doen? Veen: “Soms kan het zijn dat de aios zegt: ‘Ik ga dit maandag bij de patiënt proberen’. Of de docent zegt: ‘Het was een nuttige discussie, maar we gaan de kwestie vandaag niet oplossen. Dus een kop koffie dan maar?’”

Rijke onderwijsvormHet onderzoek bevestigt het gevoel dat al jarenlang leeft over Leren van Ervaringen, “namelijk dat het een heel rijke onderwijsvorm is”, aldus Veen. “Tijdens de opleiding wordt het huisartsenvak opge-deeld in programma’s, maar Leren van Ervaringen is het enige onderwijs waarbij je naar het vak als geheel kijkt. In dezelfde discussie van twintig minu-ten gaat het over of je bloeddruk moet opmeten, hoe je het aankaart bij de patiënt en wat voor huisarts jij bent in deze casus. Je leert meer over medicijnen, luisteren naar elkaar en hoe je jezelf kunt zijn, maar dan als huisarts.” Of zoals een aios het verwoordde: “Door Leren van Ervaringen word je je bewuster van wie jij bent als persoon, en dat dit een effect heeft op jouw behandeling van een patiënt.”Om het onderwijsprogramma verder te verbeteren, zal het onderzoek zich de komende jaren richten op hoe aios het onderwijsprogramma beleven en hoe dit wordt begeleid. Veen: “Het zou mooi zijn als het onderzoek eraan bijdraagt dat het belang van dit onderwijs landelijk op de kaart wordt gezet, met een landelijke training voor docenten.” •

17Augustijn • juni 2016

Tekst: Annemarie van der Eem

Leren van Ervaringen is een van de meest gewaardeerde onder-delen van de huisartsopleiding. Welke onderwerpen worden hier-bij besproken? En hoe verlopen de discussies? Die vragen staan centraal bij een meerjarig onder-zoek binnen de huisartsopleiding van het Erasmus MC.

Wat voor huisarts wil ik zijn?Onderzoek naar Leren van Ervaringen

et principe van Leren van Ervaringen is simpel. Tijdens de terugkomdagen binnen het Erasmus MC bespreken huisartsen in

opleiding in kleine groepen wat ze hebben meege-maakt in de praktijk. Dat doen ze onder begeleiding van een huisartsdocent en/of gedragswetenschap-per. De aios brengen hierbij zelf de onderwerpen in.“Zo was er een aios die een heftige casus inbracht”, vertelt onderwijskundig onderzoeker Mario Veen. “Bij Veilig Thuis had hij melding gemaakt van een vermoeden van kindermisbruik. Zijn boodschap aan de groep was: de symptomen kun je makkelijk missen, dus wees alert. De aios vertelde het verhaal droog en objectief, tot de docent vroeg: hoe heb jíj die avond eigenlijk geslapen? Die vraag gaf een verrassende wending aan de discussie, want toen pas bleek dat de aios zelf erg geraakt was door wat er was gebeurd.”Dit is slechts een van de voorbeelden die Mario Veen zag langskomen tijdens het onderzoek, dat loopt sinds 2010. “Leren van Ervaringen maakt al ruim veertig jaar deel uit van de huisartsopleiding, maar

er is nooit onderzoek gedaan naar hoe het er in de praktijk aan toegaat. Daarom zijn we begonnen met een explorerend onderzoek. Hierbij kijken we welke interactie plaatsvindt bij Leren van Ervaringen - dus: hoe verloopt het gesprek? - en op welke wijze dit bijdraagt aan competentieontwikkeling van de huis-arts. Ik ben nu bezig om de resultaten te verwerken in een training voor docenten.” Boven genoemde vraag van de docent - hoe de aios die nacht na de melding had geslapen - komt daarbij terug als il-lustratief voorbeeld.

Ethische dilemma’sVeen heeft bijna tachtig uur aan gesprekken op video geanalyseerd. “De onderwerpen die bij Leren van Ervaringen aan bod komen, zijn heel divers. In het eerste jaar worden veel casussen ingebracht die te maken hebben met de opleiding en opleiders, omdat voor de aios alles nieuw is. Een voorbeeld: de opleider gaf feedback op een manier waarvan de aios denkt: is dat normaal? En hoe gebeurt dat bij andere aios en opleiders? In het tweede en derde jaar gaat het meer over het vak van huisarts. Soms is een casus medisch-inhoudelijk: moet ik in dit geval wel of niet de bloeddruk opmeten? Medisch gezien kan het interessant zijn om daarover te discussiëren. Maar bij de meeste casussen draait het om de vraag: wat is de verantwoordelijkheid van de huisarts? Daarbij komen ook ethische dillema’s aan bod. Hoe ga je om met een onverzekerde vluchte-ling die zwanger is? Of hoe ga je ermee om als je je aangetrokken voelt tot een patiënt? Soms is er een drempel om dingen te vertellen, maar het is belang-rijk dat aios dingen leren delen. Als huisarts moet je ook taboes en moeilijke onderwerpen kunnen bespreken met je patiënten.”

Vaste elementenUit Veens gespreksanalyses werd duidelijk dat tijdens elke discussie vier vaste elementen aan bod komen. “Allereerst is er een significante gebeurtenis die je als aios aan de groep vertelt. Er is iets gebeurd wat je heeft geraakt, wat je niet lekker zit of waar je een vraag over hebt. Ten tweede komt altijd de reden van inbreng aan de orde. Soms vertelt de aios iets, maar gaat de discussie vervolgens een andere kant op. Dat is te vergelijken met wat er in de spreekka-mer gebeurt. Een patiënt zegt: ‘Dokter, ik wil slaap-pillen’. Maar als je als huisarts doorvraagt, blijkt er soms iets heel anders te spelen dan waar de patiënt aanvankelijk mee kwam.”

Een derde element dat altijd terugkomt: de groep moet iets van het onderwerp leren. “Voorheen heette dit onderdeel ‘spuien’, maar het is geen thera-pie; er moet iets worden geleerd”, vervolgt Veen, die een voorbeeld aanhaalt van een aios die een stroef gesprek had met een moeilijke patiënt. “Je bent als aios aan het reflecteren op iets wat gebeurd is, je gaat het er met de groep over hebben en de volgende keer kun je het anders doen. Bijvoorbeeld door gewapend met een lijstje het gesprek in te gaan. Dat is één manier van leren. Je kunt ook leren van twee-dehands ervaringen. Van casussen die je niet zelf hebt meegemaakt, maar waarbij een andere huisarts in opleiding vertelt hoe hij het heeft aangepakt. Mis-

H ‘Je moet taboes en moeilijke onderwerpen kunnen bespreken met je patiënten’

Page 18: Te vaak pijnstillers bij 55-plussers met rugklachten Het nut van de ...

juni 2016 • Augustijn

Tekst: Annemarie van der Eem

18

Opleiding

Serious game bij klinisch redeneren

at meldt Evelien de Schepper, huisarts en docent studentenonderwijs bij de afdeling Huisartsgeneeskunde. Dit is de afdeling

binnen het Erasmus MC die het onderdeel klinisch redeneren aanbiedt aan geneeskundestudenten. “Hiermee sluiten we aan bij de landelijke trend om op het gebied van klinisch redeneren de overstap te maken naar blended learning. Bij deze vorm van onderwijs worden online leren en contactonderwijs gecombineerd.” Het online gedeelte bestaat uit een serious game met tal van patiëntencasussen, die De Schepper momenteel ontwikkelt. “Als student kun je straks thuis inloggen op de site, waarna je een video ziet met een simulatiepatiënt. Vervolgens kun je alles vragen en onderzoeken wat je wilt, binnen de tijd van het consult. Met de informatie die je hebt vergaard, moet je de diagnose en het beleid bepalen. Precies zoals het in de praktijk gaat.”

Ziekenhuis of pijnstiller?Op dit moment krijgen studenten nog papieren patiëntcasussen voorgelegd. De Schepper: “Daarbij worden ze behoorlijk gestuurd; uit de tekst kun je al opmaken welke kant je op moet. Aan het eind van de casus weet iedere student wat de patiënt heeft. Zo

hebben we een casus waarbij een vrouw van zeven­tig jaar met hoofdpijn op het consult bij de huisarts komt. Bij de papieren casus komen alle studenten tot de juiste uitkomst: de patiënt heeft een ernstige aandoening, waarvoor ze direct naar het ziekenhuis moet. Deze casus hebben we ook virtueel getest bij studenten. Daarbij liepen de diagnoses sterk uiteen. Sommige studenten kwamen inderdaad uit op de ernstige aandoening, terwijl andere studenten als diagnose spanningshoofdpijn gaven, waarna ze de patiënt met wat pijnstilling naar huis stuurden. Bij de nieuwe methode word je niet gestuurd en moet je continu opletten en de goede vragen stellen.”Tijdens de les worden de casussen vervolgens in de groep met een docent nabesproken. “Ook dat is heel leerzaam. We gaan na hoe de studenten het hebben aangepakt, waar ze de verkeerde of goede afslag hebben genomen en hoe ze het volgende keer beter kunnen doen. Op deze manier wordt het klinisch redeneren meer gestimuleerd.”

Arts en supervisorDe serious game bevat volgens De Schepper ook een belangrijke noviteit. “Bij de nieuwe methode worden studenten ingedeeld in duo’s. De ene student heeft de rol van dokter, de andere de rol van supervisor.

De dokter maakt de patiëntencasus, waarna hij deze overdraagt aan de supervisor. Samen moeten ze tot een goede diagnose en goed beleid komen. Daarbij gaat het erom: hoe draag je de casus goed over, zonder dat er informatie verloren gaat? De communicatie tussen artsen onderling krijgt in de hele opleiding geneeskunde meer aandacht en komt straks ook terug in ons onderwijs.”

BrilDerdejaars geneeskundestudenten kunnen vanaf september aan de slag met de serious game, die een jaar later ook wordt ingevoerd voor het master­onderwijs. “En de Huisartsopleiding zelf is aan het kijken of ze de methode gaat invoeren voor artsen in opleiding tot huisarts”, aldus De Schepper, die de game ontwikkelt in samenwerking met de Desi­derius School, het onderwijscentrum voor advies en beleid voor de medische opleidingen van het

Erasmus MC. “De Desiderius School heeft eerder al de ABCDE­game ontwikkeld, waarbij onder andere artsen in opleiding tot huisarts oefenen wat ze in een acute situatie kunnen doen.” Meer blended learning; volgens De Schepper is het onvermijdelijk. “De hele wereld is bezig met digitalisering, maar het onderwijs loopt soms nog ver achter. We kunnen meer gebruikmaken van de technieken die er zijn, maar wel altijd in combinatie met groepsonderwijs. Waar we over twintig jaar staan? Ik denk dat je als student dan een virtual reality­bril opzet, waarna er een virtuele patiënt voor je staat die nauwelijks te onderscheiden is van een echte patiënt. Als je als student al veel levensechte gesprekken kunt voeren met virtuele patiënten, kom je beter voorbereid in de praktijk. Daar heeft de echte patiënt baat bij.”

Meer informatie: [email protected]

D

Virtuele patiënt op consult

‘Meer gebruik­maken van bestaande

technieken’

Derdejaars geneeskundestudenten kunnen zich vanaf september 2016 op digitale wijze bekwamen in het vak klinisch redeneren. “Via een serious game leren we studenten om zo efficiënt mogelijk een diagnose te stellen bij een virtuele patiënt.”

Page 19: Te vaak pijnstillers bij 55-plussers met rugklachten Het nut van de ...

Wat is de context van het onderzoek?“Steeds meer kinderen hebben overgewicht of obesitas. Eind 2009 heeft de overheid aangegeven dat huisartsen een belangrijke rol kunnen spelen bij de diagnostiek en behandeling. In die periode heeft het NHG de Standaard Obesitas opgesteld. Er wórdt dus het nodige van de huisarts verwacht.”

Bij wie is het onderzoek verricht?“Bij 733 kinderen tussen twee en achttien jaar die zijn gezien in huisartspraktijken in het verzorgings­gebied Zuidwest­Nederland. De deelnemers aan dit zogeheten DOERAK­onderzoek zijn geïncludeerd dankzij 73 derdejaars aios die werkzaam waren in een praktijk, maar ook door tien huisartsdocenten en door acht huisartsen die zijn aangesloten bij het academisch netwerk PRIMEUR van het Erasmus MC. Verder hebben 333 huisartsen een vragenlijst inge­vuld en zijn 55 huisartsen geïnterviewd.”

Wat zijn de voornaamste resultaten?“De 138 kinderen met overgewicht, van wie 36 met obesitas, gingen gemiddeld even vaak naar de dokter als de kinderen zonder overgewicht. De aanleidin­gen voor het bezoek waren ook hetzelfde: vooral huidklachten en problemen met de bovenste lucht­wegen. Uit de door kinderen of ouders ingevulde vragenlijsten kwam wél een verschil naar voren. De kinderen met overgewicht en obesitas hadden zich

in de afgelopen maand vaker vermoeid gevoeld of pijn ondervonden. Daarmee leken zij minder lekker in hun vel te zitten. Maar dit was kennelijk niet zó ernstig, dat het de reden was om naar de huisarts te gaan. Opvallend is verder dat bij slechts twee van de 138 kinderen overgewicht de aanleiding vormde voor het huisartsbezoek.”

Nog meer?“We vroegen de ouders of ze het eens waren met de stelling dat de huisarts overtollig gewicht bij hun kind ter sprake mochten brengen, ook wanneer een andere klacht de reden was voor het bezoek. Bijna 94% zei ‘ja’. Zowel de overheid als ouders vinden dus dat huisartsen een actieve rol mogen spelen. Toch zagen we dat huisartsen meestal niet begonnen over een gezonde leefstijl. Ook verwezen zij kinderen dikwijls niet naar een diëtist, fysiotherapeut of psycholoog of combinatie hiervan. Verder werd vaak geen vervolgafspraak bij de huisarts ingepland om in te gaan op de aanpak van overgewicht. Het handelen van veel huisartsen is dus vaak niet in overeenstem­ming met de NHG­standaard.”

Wat is de oorzaak?“Overgewicht is een gevoelig onderwerp. Huis­artsen vinden het vaak moeilijk ouders aan te spreken op hun opvoedgedrag. Bovendien zijn de meeste dokters van mening dat áls ze het onderwerp aankaarten, er vervolgens goede verwijsmogelijk­heden moeten zijn in de buurt. Maar die ontbreken volgens hen. Het meest effectief en gewenst is een gecombineerde leefstijlinterventie door een diëtist, fysio therapeut en psycholoog.” Hoe komen we tot verbetering?“Huisartsen kunnen wel degelijk een rol spelen bij

de aanpak van overgewicht bij kinderen. Van ouders mag het onderwerp ongevraagd aan bod komen tijdens het consult. De NHG­standaard kan je verder helpen. Er staat bijvoorbeeld een link in naar een patiëntbrief met leefstijladviezen. Wel zijn er meer handvatten nodig. Een huisarts moet bijvoorbeeld goed kunnen verwijzen. Daarnaast zou het mooi zijn als hij en de patiënt zich voor dit thema konden wenden tot één verantwoordelijk aanspreekpunt in de buurt, een aanspreekpunt dat voor de familie contact met alle zorgprofessionals regelt. Dat wordt nu in Amsterdam geëvalueerd door de gemeente en Achmea. Verder kunnen richtlijnen nog aan duidelijkheid winnen. ‘Eet gezond en niet te veel’ als patiëntadvies is vaag. ‘Drink dagelijks een x­aantal glazen water’ is wél concreet.” •

19Augustijn • juni 2016

Tekst: Gerben StolkOnderzOek

Onbeschroomd adviserenMeer actie huisarts bij kinderen met overgewicht

at waren je belangrijkste onderzoeksvragen?“Zijn er in de huisartspraktijk verschillen

tussen kinderen met en zonder overgewicht? Bezoe­ken jongens en meisjes uit de ene groep de huisarts bijvoorbeeld vaker? Of komen ze langs vanwege andere aandoeningen? Stel, dat er verschillen zijn. Dan heeft de huisarts wellicht aanwijzingen op basis waarvan hij vroegtijdig kan ingrijpen en overgewicht of verergering ervan kan voorkomen. Dit sluit aan op de andere onderzoeksvragen: willen en doen huis­artsen iets met dit onderwerp? En ook: wat zouden ze kúnnen doen?”

W

naam: Winifred paulisFunctie: wetenschappelijk

onderzoeker gepromoveerd: op dinsdag 17 mei promotor: hoogleraar Onderzoek

Bart Koes van de afdeling Huisartsgeneeskunde. Copromotor: universitair docent / wetenschappelijk onderzoeker. Marienke van Middelkoop van de afdeling Huisartsgeneeskunde.

Vaak ligt het voor de huisarts te gevoelig ouders aan te spreken op het overgewicht van hun kind. Bovendien meent de dokter nogal eens dat er in de buurt geen gecombineerde leefstijlinterventie is waar­heen hij kan verwijzen. Promotieonderzoeker Winifred Paulis ziet verbetermogelijkheden.

Page 20: Te vaak pijnstillers bij 55-plussers met rugklachten Het nut van de ...

20 juni 2016 • Augustijn

Portret Tekst: Annemarie van der Eem

en vrouwonvriendelijke vleeskeuring. Dat is hoe sommige vrouwen een missverkiezing zien. “Ik was één van die vrouwen”, lacht de 28-jarige Dusabe. “Tot ik meedeed. Deelnemers aan

zo’n verkiezing zijn júist sterke vrouwen; je hebt veel lef nodig om op zo’n podium te gaan staan. Eigenlijk is dat niets voor mij, want ik ben vrij verlegen en val liever niet op.“ Toch besloot ze zich aan te melden, toen ze een aankondiging op Facebook zag. “Een mooie uitdaging om buiten mijn comfortzone te treden en mijn wereld te verbreden; ik ben vooral bezig met studeren.”Komende zomer rondt Dusabe aan het Erasmus MC haar opleiding tot huisarts af. Vijftien jaar nadat ze als 13-jarige meisje van Rwanda naar Nederland kwam. “In Friesland, waar ik ben opgegroeid, was ik één van de twee donkere kinderen op een middelbare school van duizend leerlingen. Als puber voelde ik me altijd anders. En toen ik zei dat ik naar de universiteit wilde, kreeg ik te horen: ‘Doe maar mbo, dat is ook hartstikke goed voor jou.’ Dat advies heb ik genegeerd; na het vwo ben ik Geneeskunde gaan studeren in Rotterdam. Mijn boodschap aan jonge meiden is: ook al heb je een kleurtje, ook al spreek je de taal nog niet vloeiend, houd vast aan je droom, dan kan je die bereiken. Ik hoop jonge vrouwen van Afrikaanse afkomst met mijn verhaal te empoweren.”De Miss Afrika-verkiezing, die in november in Hoofddorp plaatsvond, bood Dusabe een podium om die boodschap uit te dragen. Een podium waar ze volop in de schijnwerpers stond. “In het begin dacht ik: o help, ik ga vast struikelen op die hoge hakken. Maar het ging goed en ik ben uiteindelijk derde geworden.” Bovendien werd ze uitge-roepen tot Miss Congeniality. “Dat is een waarderingsprijs voor de positieve rol die ik in de groep speelde.”De ervaring van de missverkiezing - in de spotlights staan, praten voor een groot publiek - heeft Denise Dusabe geholpen in haar persoon-lijke en professionele ontwikkeling. “Vroeger dacht ik: laat mij maar gewoon huisarts worden. Door mijn verlegenheid zou ik bepaalde din-gen uit de weg zijn gegaan. Maar nu denk ik: stel dat er iets bestuurlijks op mijn pad komt, dan durf ik dat aan. Ik zal nu niet meer zo snel op de achtergrond blijven.” •

Een huisarts bij een missverkiezing? Kan prima. Dat bewijst Denise Dusabe. De huisarts in opleiding werd,

namens haar geboorteland Rwanda, derde bij de Nederlandse Miss Afrika-verkiezing. Over sterke vrouwen,

hoge hakken en je dromen najagen.

E

De passie van Denise Dusabe

Missmet eenmissie