Download - STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

Transcript
Page 1: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

1

STUDIEWIJZER

Lerarenopleidingen ILS-HAN

Onderwijseenheid

AFSTUDEERONDERZOEK

2015-2016

VOLTIJD

Page 2: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

2

Page 3: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

3

Voorwoord

Voor je ligt de studiewijzer afstudeeronderzoek 2015-2016. Deze studiewijzer biedt inzicht in de werk-

zaamheden die je gaat verrichten, de beoordelingscriteria en de organisatie van de begeleiding.

Het afstudeeronderzoek van de opleiding is een belangrijke onderwijseenheid en maakt in tijd en stu-

diepunten uitgedrukt een kwart van de eindfase uit. Hier komen alle elementen uit de leerlijn onder-

zoek samen en zul je zelfstandig inhoud moeten geven aan het voorbereiden en uitvoeren van een

praktijkgericht onderzoek.

Het onderzoek zal in de meeste gevallen samenvallen met de werkzaamheden die je verricht in de

eindstage en zal daarom ook veelal plaats vinden in de school. Dit samenvallen van eindstage en

afstudeeronderzoek biedt kansen. Het biedt in ieder geval de kans voor de keuze van een onder-

zoeksthema dicht bij je eigen onderwijspraktijk. Het biedt ook de kans om op zoek te gaan naar nieu-

we en (nog) betere onderwijsaanpakken in jouw school. Kenmerkend voor de onderzoeksmatige aan-

pak is dat je daarbij zeer kritisch bent op je vooronderstellingen en op zoek gaat naar de juiste onder-

bouwingen. Je werkt daarbij zoveel mogelijk samen met belanghebbenden zoals collega’s en leer-

lingen in de school. Het einddoel is tenslotte dat niet alleen jij, maar ook je collega’s en de leerlingen

er beter van worden.

Het kan ook voorkomen dat je je afstudeeronderzoek verricht zonder dat er sprake is van een gelijktij-

dige eindstage. Dit is alleen mogelijk na overleg met je (studieloopbaan)begeleider.

Er zijn een aantal wijzingen en aanvullingen gedaan in de studiewijzer ten opzichte van het vorige

studiejaar. Het betreft de volgende zaken:

-Omschrijving soorten afstudeeronderzoek

-Uitbreiding en inhoudelijke omschrijving van de inspiratiecolleges

-Verduidelijking formats en beoordelingscriteria

-Opname procedure inleveren en archiveren in de studiewijzer

-Proces als beoordelingscriterium toegevoegd in het beoordelingsformulier afstudeerverslag

Informatie over het afstudeeronderzoek, alsmede de laatste en meest recente versie van deze stu-

diewijzer en beoordelingsformulieren staan ook op scholar. Kijk hier regelmatig naar voor de meest

actuele informatie en aanvullende studiematerialen.

Veel succes!

Commissie Onderzoek ILS-HAN

Contact: [email protected]

Juni 2015

Page 4: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

4

Inhoudsopgave

1. Inleiding 6

2. Doelen en leerinhouden van de onderwijseenheid 7

3. Werkwijze in deze onderwijseenheid 7

3.1 Begeleiding afstudeeronderzoek 7

3.2 Beoordeling afstudeeronderzoek 8

3.3 Planning 8

3.4 Inleverdata 9

4 Onderwijsmateriaal 10

5 Specificatie studiebelasting 10

6 Planning 11

7 Tentaminering 11

8 Bijlagen 12

Inhoudsopgave van de bijlagen

1. Bijlage 1: Beschrijving onderwijseenheid afstudeeronderzoek 12

2. Bijlage 2: Programma afstudeeronderzoek 14

3. Bijlage 3: Inhoud inspiratiecolleges 18

4. Bijlage 4: Onderzoeksthema’s in de Academische Opleidingsscholen 24

5. Bijlage 5: Formats 26

a. Format onderzoeksvoorstel 26

b. Format onderzoeksplan 27

c. Format onderzoeksverslag 28

6. Bijlage 6: Procedure beoordelen en archiveren afstudeeronderzoek 31

7. Bijlage 7: Feedforward- en beoordelingsformulieren afstudeeronderzoek 39

a. Feedforwardformulier onderzoeksvoorstel 38

b. Feedforwardformulier onderzoeksplan 43

c. Beoordelingsformulier onderzoeksverslag E1 48

d. Beoordelingsformulier onderzoeksverslag E2 56

8. Bijlage 8: Schrijfniveau C1 65

Page 5: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

5

Page 6: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

6

1. Inleiding

Tijdens de eindfase van de opleiding voer je een praktijkgericht onderzoek uit, in het kader van de

ontwikkeling van een onderzoekende houding, dat onderdeel uitmaakt van competentie zeven. Het

onderzoek zal veelal op de werkplek plaatsvinden. De definitie van praktijkgericht onderzoek zoals die

binnen het ILS wordt gebruikt, luidt als volgt:

Praktijkgericht onderzoek in de school is onderzoek dat wordt uitgevoerd door leraren en leraren-in-

opleiding, waarbij op een systematische wijze en in interactie met de omgeving antwoorden verkregen

worden op vragen die ontstaan in de (eigen) onderwijspraktijk en gericht zijn op verbetering van deze

praktijk.(Commissie onderzoek HAN-ILS, 2014, p.4).

Er zijn binnen praktijkgericht onderzoek verschillende ‘soorten’ onderzoek te onderscheiden, zoals

ontwerponderzoek, beschrijvend of vergelijkend onderzoek of probleem verkennend onderzoek.

Daarnaast kunnen deze verschillende soorten onderzoek zowel vanuit vakdidactiek als vanuit onder-

wijskundige invalshoeken worden aangepakt. In de colleges en in het handboek Praktijk onderzoek in

de school (Van der Donk en Van Lanen, 2012) gaan we dieper in op deze verschillende soorten on-

derzoek en de keuzes die jij als student daarin kunt maken.

Behalve verschillende soorten onderzoek, verschilt ook de (school)context waarbinnen studenten hun

onderzoek uitvoeren nogal van elkaar. Hieronder een korte omschrijving van de verschillende contex-

ten waarin je je afstudeeronderzoek kunt uitvoeren.

Onderzoek in de context van een academische opleidingschool

Als je wordt geplaatst op een academische opleidingsschool krijg je behalve binnen het ILS ook bin-

nen de context van de opleidingsschool onderwijs en begeleiding aangeboden. Veel opleidingsscho-

len hebben een onderzoeksprogramma. Voor zowel jezelf als de school kan het voordelen bieden om

je onderzoek aan te laten sluiten bij dit onderzoeksprogramma. Opleidingsscholen die een onder-

zoeksprogramma hebben, hebben dit opgenomen in hun profiel op de website van Bureau Extern. In

bijlage vier staat per academische onderzoeksschool een korte omschrijving van de onderzoekschool

weergegeven.

Onderzoek buiten de context van een academische opleidingschool

Als je op een ‘gewone’ (niet-AOS) school stage loopt, dan word je enkel begeleid door een onder-

zoeksbegeleider van het ILS. Daarnaast is het in sommige gevallen ook mogelijk om je afstudeeron-

derzoek te verrichten zonder dat je verbonden bent aan een stageschool. Dit gebeurt altijd in overleg

met je onderzoeksbegeleider.

Onderzoek binnen een onderzoeksgroep/afstudeerkring

Sinds een aantal jaren zijn we binnen het ILS gestart met zogenaamde onderzoeksgroepen en afstu-

deerkringen. Studenten doen in een groep samen met medestudenten onderzoek naar één specifiek

onderwerp vanuit verschillende invalshoeken. Deze groep wordt intensief begeleid door deskundige

docenten en werkt onderling samen aan het onderzoek. Het eindproduct is ook hier een individueel

onderzoeksverslag.

Kortom er zijn verschillende routes en mogelijkheden. Je afstudeeronderzoek heeft in ieder geval een:

relatie met jouw competentieontwikkeling

relatie met de school/instituutsontwikkeling (bijvoorbeeld van het team of de sectie waar je onder-deel van uitmaakt)

De onderzoeksopdracht:

Komt voort uit een door jou en de school/organisatie ervaren probleem of vraagstuk

Levert (voor jou en de school/organisatie) nieuwe kennis op

Page 7: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

7

Is onderzoekbaar

Leidt tot een onderzoek van voldoende omvang: 420 studiebelastinguren (SBU’n)

De eerste stappen in het onderzoek leg je vast in het onderzoeksvoorstel. Je levert dit voorstel in

voor feedforward en een advies (feedforwardmoment 1). Vervolgens werk je verder aan je onder-

zoeksplan waarin je beschrijft wat je op welke manier gaat onderzoeken. Ook dit lever je in voor feed-

forward en een advies (feedforwardmoment 2). Na positieve feedforward staan alle seinen op groen

om je onderzoek uit te voeren en vervolgens te beschrijven in je onderzoeksverslag, de summatieve

beoordeling (deeltentamen) van deze onderwijseenheid.

Het onderzoeksverslag is een individueel product waar je laat zien dat je zelfstandig een onderzoek

kunt uitvoeren en daarover kunt rapporteren. Het is mogelijk om op onderdelen van het onderzoek

samen te werken met medestudenten, bijvoorbeeld in een onderzoekgroep. Het eindproduct is echter

een individueel geschreven verslag.

2. Doelen en leerinhouden van de onderwijseenheid

De Faculteit Educatie (FED) kent een set van negen eindkwalificaties voor de leerlijn onderzoek. Deze

set van negen eindkwalificaties is opgenomen in de beoordelingscriteria van het onderzoeksverslag.

De startbekwame docent/opleidingskundige aan de FED van de HAN laat bij onderzoek zien dat hij:

1. Een praktijkrelevant vraagstuk onderzoeksmatig kan beantwoorden.

2. Een praktijkrelevant vraagstuk kan plaatsen in een bredere context.

3. Systematisch data kan verzamelen en gebruiken in zijn werk.

4. Zowel eigen als andermans inzichten en werkwijzen ter discussie kan stellen.

5. Kan beargumenteren hoe zijn keuzen tot stand komen.

6. Onderzoekresultaten kan vertalen naar toepassingen in de praktijk.

7. Een consistente en navolgbare werkwijze kan hanteren.

8. Belanghebbenden kan betrekken bij het onderzoeksproces.

9. Zich aan de beroepsethische gedragsregels voor praktijkgericht onderzoek kan houden.

Binnen de Faculteit Educatie leiden we geen onderzoekers op, maar leraren en opleidingskundigen

met een onderzoekende houding. Behalve de bovenstaande eindkwalificaties voor de leerlijn onder-

zoek wordt ook de onderzoekende houding in deze owe aangeleerd en beoordeeld. Een onderzoe-

kende houding heeft volgens Bruggink en Harinck (2012) de volgende kenmerken: nieuwsgierig zijn,

een open houding hebben, kritisch zijn, willen begrijpen, bereid zijn tot perspectiefwisseling, afstand

nemen van routines, gericht zijn op bronnen, gericht zijn op iets zeker willen weten en het willen delen

van kennis met anderen.

3. Werkwijze in deze onderwijseenheid

3.1 Begeleiding afstudeeronderzoek

Op de vrijdagen volg je inspiratiecolleges en werk je onder begeleiding in werkbijeenkomsten aan je

afstudeeronderzoek (zie het programma in de bijlage). Indien je je onderzoek verricht op één van de

Academische Opleidingsscholen (AOS) dan volg je bovendien de workshops onderzoek die daar wor-

den georganiseerd. Deze vinden veelal plaats op donderdagmiddagen, soms ook op dinsdagmidda-

gen.

Alle bijeenkomsten bereiden voor op de feedforwardmomenten van het onderzoeksvoorstel en het

onderzoeksplan en de beoordeling van het onderzoeksverslag. In bijlage 2 tref je een planning van de

werkbijeenkomsten aan. Via je begeleider op de AOS ontvang je daarnaast een aanvullend schema

met betrekking tot de workshops op school.

Page 8: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

8

Actieve participatie in de werkbijeenkomsten en de workshops in de school

We gaan uit van een juiste beroepshouding. Onderdeel van deze beroepshouding is de wijze waarop

je je voorbereidt op, en uitvoering geeft aan, het onderzoek. Je wordt geacht actief te participeren in

de werkbijeenkomsten en workshops afstudeeronderzoek. Dit betekent dat je: o Aanwezig bent bij de inspiratiecolleges, de werkbijeenkomsten ILS en indien van toepas-

sing de workshops AOS, en je bij gegronde redenen persoonlijk afmeldt bij de betreffen-de begeleider.

o De eventuele voorbereidingsopdrachten naar behoren uitvoert. o Tijdens de bijeenkomsten een coöperatieve werkwijze hanteert waarbij je je houdt aan de

gestelde deadlines.

Individuele begeleiding

Als je op een gewone (niet-AOS) school stage loopt, dan word je individueel begeleid door een onder-

zoeksbegeleider van het ILS. Als je op een AOS stage loopt dan word je individueel begeleid door

zowel een onderzoeksbegeleider van het ILS als een onderzoeksbegeleider van de school. Je oplei-

dingscoördinator (of de coördinator eindfase van je opleiding) zal je in de loop van periode 1 voorzien

van de naam van de onderzoeksbegeleider ILS. De onderzoekscoördinator op de AOS zal je, indien

van toepassing, voorzien van de naam van de onderzoeksbegeleider op de school.

Met je onderzoeksbegeleider(s) maak je meteen bij het eerste begeleidingsgesprek afspraken over de

begeleiding en een begeleidingsplan. Een begeleidingsgesprek bereid je altijd voor door het formule-

ren van concrete vraagstukken waar je mee zit en waar je advies over vraagt. Je kunt bij de voorbe-

reiding gebruik maken van zogenaamde pitstops: dit is een instrument voor tussentijdse zelfevaluatie

en kan je helpen je hulpvraag (beter) te formuleren (zie scholar).

Begeleidingsvraagstukken zoals verschil van inzicht over de keuze van het onderwerp, of problemen

bij de begeleiding of beoordeling kunnen worden voorgelegd aan en besproken met de coördinator

onderzoek van het ILS, Henk Delger [email protected].

3.2 Feedforward en beoordeling afstudeeronderzoek

Voor de procedure van de feedforward en het beoordelen zijn aparte bijlagen opgenomen (zie bijlage

7). De feedforward en beoordelingsformulieren zijn ook digitaal te vinden op HAN- Scholar en voor

collega’s/begeleiders uit het werkveld op de website van Bureau extern.

3.3 Planning afstudeeronderzoek

Eerste feedforwardmoment: het onderzoeksvoorstel

Het eerste feedforwardmoment is een check op het concreet uitgewerkte onderzoeksthema. Dit voor-

stel is de opbrengst van het uitvoeren van de onderzoeksactiviteit oriënteren. Voor de onderdelen van

het onderzoeksvoorstel, de inleverdatum en het feedforwardformulier zie bijlage 5 en 7a.

Tweede feedforwardmoment: het onderzoeksplan

Je verkent het praktijkprobleem en de kernbegrippen aan de hand van literatuur en consultatie van

schriftelijke bronnen en belanghebbenden op school. Het onderzoeksplan is de opbrengst van het

uitvoeren van de onderzoeksactiviteiten oriënteren, richten en plannen. Voor de onderdelen van het

onderzoeksplan, de inleverdatum en het feedforwardformulier zie bijlage 5 en 7b.

Je krijgt een positief oordeel wanneer de onderzoeksopzet, in het licht van de (waar nodig aange-

scherpte) probleemverkenning, de doelstelling(en) en onderzoeksvraag, voldoende is uitgewerkt om

het onderzoek uit te voeren.

Page 9: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

9

Beoordeling onderzoeksverslag

Dit verslag wordt gezien als het resultaat van de activiteiten zoals vermeld bij het onderzoeksplan,

aangevuld met de activiteiten data verzamelen, (ontwerpen), analyseren, concluderen, rapporteren en

presenteren. De student heeft het onderzoeksverslag behaald, indien voldaan wordt aan de cesuur

(cijfer >= 6,0). Voor de onderdelen van het onderzoeksverslag en de beoordeling zie bijlage 5 en 7c.

De ontvankelijkheidseisen

De ontvankelijkheidseisen worden voorafgaande aan de beoordeling gecontroleerd. Voldoe je niet aan

de ontvankelijkheidseisen, dan kan de beoordeling worden gestaakt.

De knock-out criteria

De knock-out criteria betreffen een aantal indicatoren waaraan voldaan moet zijn om op een voldoen-

de beoordeling uit te komen. De indicatoren waaraan voldaan moet zijn (deze zijn dus alle knock-out)

betreffen de correcte bronvermeldingen, de taaleisen, de samenvatting, betrokkenheid belangheb-

bende en kennisdisseminatie, ethisch handelen, de reflectie en de feedforwards. Voor taaleisen en

correcte bronvermeldingen kunnen geraadpleegd worden Renkema (2012) respectievelijk Poelmans

en Severijnen (2013). Bij taaleisen gaat het om stijl, grammatica en spelling en hiervoor is het boek

Schrijfwijzer (Renkema, 2012) een goed hulpmiddel. Het te verwachten schrijfniveau (C1) is te vinden

in bijlage 8.Bij correcte bronvermeldingen wordt de internationale standaard volgens APA-richtlijnen

gehanteerd en hiervoor kan de site van de HAN en het boek De APA-richtlijnen. Over literatuurverwij-

zing en onderzoeksrapportage (Poelmans en Severijnen, 2013) als ondersteuning dienen.

De inhoudelijke beoordeling

De kern van het beoordelingsmodel heeft de vorm van een rubric, waarbij aan een aantal indicatoren

voldaan moet zijn en een aantal indicatoren worden becijferd met punten.

De indicatoren die worden becijferd zijn onder te verdelen in drie hoofdgroepen: die van de probleem-

verkenning, die van de uitvoering van het onderzoek en die van de opbrengst van het onderzoek. Zie

bijlage 7 voor de beoordelingsformulieren.

3.4 Inleverdata

Hieronder worden data voor het inleveren van het onderzoeksvoorstel, -plan en –verslag gegeven.

Let op: het kan zo zijn dat jouw docent/opleiding andere afspraken met je maakt omtrent inlevermo-

menten. Hieronder staan de deadlines aangegeven die passen binnen het schema van inspiratiecol-

leges en de jaarplanning voor onderzoek.

Eerste moment: het onderzoeksvoorstel

De uiterste inleverdatum (eerste gelegenheid) voor het onderzoeksvoorstel is maandag 28 september

2015 om 12.00 uur.

De uiterste inleverdatum (tweede gelegenheid) voor het onderzoeksvoorstel is vrijdag 23 oktober 2015

om 12.00 uur.

Je levert het onderzoeksvoorstel via de mail in bij je onderzoeks-/groepsbegeleider van het ILS.

Bij een positief advies kun je met inachtneming van de feedforward doorgaan met het onderzoek. Bij

een negatief advies dien je in onderling overleg met je begeleider(s) eerst een verbeterd voorstel in te

dienen, alvorens door te kunnen gaan met het onderzoeksplan. Bij een tweede keer een negatief ad-

vies zal in onderling overleg met je begeleiders worden bepaald of en hoe je door kunt gaan met de

onderwijseenheid.

De uiterste datum waarop je feedback krijgt, ligt 15 werkdagen na de inleverdatum.

Page 10: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

10

Tweede moment: het onderzoeksplan

De uiterste inleverdatum (eerste gelegenheid) voor het onderzoeksplan is maandag 30 november

2015 om 12.00 uur.

De uiterste inleverdatum (tweede gelegenheid) voor het onderzoeksplan is maandag 11 januari 2016

om 12.00 uur.

Het onderzoeksplan lever je via mail in bij je beoordelaars en dien je in op de daartoe aangemaakte

pagina ‘afstudeeronderzoek’ op je DPF. Er wordt automatisch een check op plagiaat gedaan via

Ephorus.

Bij een positief advies kun je met inachtneming van de feedforward doorgaan met het onderzoek. Bij

een negatief advies dien je in onderling overleg eerst een verbeterd onderzoeksplan in te dienen alvo-

rens door te kunnen gaan met het onderzoek. Bij een tweede keer een negatief advies zal in onderling

overleg worden bepaald of en hoe je door kunt gaan met je afstudeeronderzoek.

De uiterste datum waarop je feedback krijgt, ligt 15 werkdagen na de inleverdatum.

Tentamen: beoordeling onderzoeksverslag

Ieder studiejaar wordt een tweetal kansen voor het tentamen vastgesteld, met daarbij uiterste inlever-

data.

De uiterste inleverdatum (eerste kans) voor het tentamen onderzoeksverslag is maandag 11 april

2016 om 12.00 uur.

De uiterste inleverdatum (tweede kans) voor het tentamen beoordeling onderzoeksverslag is maan-

dag 6 juni 2016 om 12.00 uur.1

Het onderzoeksverslag lever je via mail in bij je beoordelaars en dien je in op de daartoe aangemaak-

te pagina ‘afstudeeronderzoek’ op je DPF. Er wordt automatisch een check op plagiaat gedaan via

Ephorus.

De uiterste datum van de beoordeling ligt 15 werkdagen na de inleverdatum.

4. Onderwijsmateriaal

De basis voor het afstudeeronderzoek is de methodiek voor praktijkonderzoek, zoals ontwikkeld door

Van der Donk en Van Lanen (2009 en 2012). In 2012 is de tweede herziene druk verschenen waarin

er meer aandacht is voor het gebruik van literatuur bij het uitvoeren van een praktijkonderzoek en

waarin de kernactiviteit ontwerpen en innoveren beter herkenbaar in de onderzoekscyclus is verwerkt.

Een aantal studenten heeft het boek Praktijkonderzoek in de school in eerdere jaren aangeschaft.

Alleen deze studenten krijgen supplementen uit de nieuwe editie (2012). Studenten die nog geen boek

hebben, wordt geadviseerd de tweede herziene druk aan te schaffen. Tevens zijn er op HAN scholar

diverse onderwijsmaterialen te vinden.

5. Specificatie studiebelasting

De onderwijseenheid afstudeeronderzoek kent een totale studielast van 420 studiebelastingsuren.

Aangezien we uitgaan van zowel gemeenschappelijke tijdstippen waarop onderzoeksbegeleiding

1 Deze inleverdata maken het mogelijk om bij een voldoende beoordeling in juli 2016 het diploma uitgereikt te krijgen. Later

inleveren zorgt ervoor dat een diploma-uitreiking binnen het studiejaar 2015-2016 niet meer mogelijk is.

Page 11: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

11

plaats vindt als van individuele invulling die per student kan variëren, is onderstaande verdeling een

richtlijn.

- Werkbijeenkomsten afstudeeronderzoek: ···42 uur

- Workshops AOS (indien van toepassing): ···18-24 uur (afhankelijk van AOS)

- Individuele begeleiding ILS: ·····10 uur

- Individuele begeleiding AOS (indien van toepassing): ·10 uur (afhankelijk van AOS)

- Indicatie werkzaamheden onderzoeksvoorstel: ··30-50 uur

- Indicatie werkzaamheden onderzoeksplan: ···80-100 uur

- Indicatie werkzaamheden onderzoeksverslag: ··160-190 uur

- Aanvullende zelfstudie: ·····door student zelf te bepalen

6. Planning

Zie bijlage 3 programma afstudeeronderzoek.

7. Tentaminering

Verkorte beschrijving tentaminering:

Zie beoordelingsformulier bijlage 5

Deeltentamen Titel

Toetsvorm Schriftelijk individueel onderzoeksverslag

Beschrijving Onderzoeksverslag

Beoordelingscriteria Zie beoordelingsformulier bijlage

Cesuur Zie beoordelingsformulier bijlage

Aantal examinatoren 2

Examinatoren Docenten ILS-HAN en docenten Academische Op-leidingsscholen

Contactpersoon voor dit deeltentamen Begeleidend docent ILS-HAN

Duur van het tentamen / studielast voor de opdracht

Variabel

Datum afname / inlevermoment Zie uiterste inlevertijdstippen (3.2.2).

Bijlagen Zie beoordelingsformulier bijlage.

Page 12: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

12

BIJLAGE 1: BESCHRIJVING ONDERWIJSEENHEID AFSTUDEERONDERZOEK

Onderwijseenheid Afstudeeronderzoek (AFO)

Code

Opleiding Tweedegraads lerarenopleidingen ILS-HAN

Doelgroep Studenten voltijd/deeltijd eindfase

Onderwijsperiode Periode 1-4

Beroepstaken BT 1 Lesgeven en trainen in het vak

BT 2 Begeleiden van lerende(n)

BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak

BT 4 Bijdragen aan de onderwijsorganisatie

BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid

Centrale beroepstaak BT 1 Lesgeven en trainen in het vak

BT 2 Begeleiden van lerende(n)

(Beroeps)Producten Onderzoeksverslag.

Studiepunten, studielast

(les- en contacturen)

15 studiepunten, 420 studielasturen - 46-76 uur contacttijd (lessen, hoorcolleges, werkbijeenkom-

sten)

- 374 uur zelfstudie

Samenhang met andere

onderwijseenheden

Deze onderwijseenheid vormt samen met de onderwijseenheid ‘integraal

handelen in de beroepspraktijk 3’ en de vakinhoudelijke onderwijseenhe-

den de eindfase van de opleiding.

Deze onderwijseenheid vormt de afsluiting van de leerlijn onderzoek.

Ingangseisen en aanwe-

zigheidsverplichting

Voldoende beoordeling voor de leertaak onderzoek uit de onderwijseen-

heid ‘integraal handelen in de beroepspraktijk 2’.

Aanwezigheidsplicht

Algemene omschrijving In het afstudeeronderzoek komen alle elementen uit de leerlijn onderzoek

samen en laat de student zien dat hij/zij een onderzoek individueel en

zelfstandig kan voorbereiden en uitvoeren en daarover schriftelijk kan

rapporteren.

De startbekwame leraar/docent/opleidingskundige aan de FED van de

HAN laat bij onderzoek zien dat hij:

1.Een praktijkrelevant vraagstuk onderzoeksmatig kan beantwoorden.

2.Een praktijkrelevant vraagstuk kan plaatsen in een bredere context.

3.Data kan verzamelen en gebruiken in zijn werk.

4.Zowel eigen als andermans inzichten en werkwijzen ter discussie kan

stellen.

5.Kan beargumenteren hoe zijn keuzen tot stand komen.

6.Onderzoekresultaten kan vertalen naar toepassingen in de praktijk.

7.Een consistente en navolgbare werkwijze kan hanteren.

8.Belanghebbenden kan betrekken bij het onderzoeksproces.

9.Zich aan de beroepsethische gedragsregels voor praktijkgericht onder-

zoek kan houden.

Kennis-

bases

Vakkennisbasis Thema Categorie/kernconcept

[mogelijke relatie met de vakken- [mogelijke relatie met de vakkennis-

Page 13: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

13

nisbasis ….] basis…]

Generieke

kennisbasis

Domein Subdomein

6. Professionele docent 6.2. Praktijkonderzoek

Competenties 1. Interpersoonlijk competent

2. Pedagogisch competent

3. Vakinhoudelijk en didactisch competent

4. Organisatorisch competent

5. Competent in samenwerken met collega’s

6. Competent in samenwerken met de omgeving

7. Competent in reflectie en ontwikkeling

De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven

in de Ruggengraat van de lerarenopleiding.

Beoordelingscriteria Deeltentamen: Onderzoeksverslag

Basis voor deze beoordeling is het definitieve onderzoeksverslag met

toebehoren. Dit verslag wordt gezien als het resultaat van de activiteiten

oriënteren, richten, plannen, data verzamelen, (ontwerpen), analyseren,

concluderen, rapporteren en presenteren.

Met behulp van de Dublindescriptoren wordt het Hbo-niveau beoordeeld

op kennis en inzicht, toepassen van kennis en inzicht, oordeelsvorming,

communicatie en leervaardigheden.

De uitgewerkte beoordelingscriteria (het beoordelingsmodel inclusief we-

ging en cesuur) zijn te vinden in bijlage bij de Studiewijzer Afstudeeron-

derzoek.

Tentaminering /

Integrale toetsing

Deeltentamen: Onderzoeksverslag (schriftelijk verslaglegging)

C/

V

Minimale eis Aantal kan-

sen

Toetsperiodes Weging

C 6,0 2 1-4 1

Aantal examinato-

ren

Voorlopige cesuur Duur tentamen

2 60% n.v.t.

Verplicht

onderwijsmateriaal

Donk, C. van der & Lanen, B. van (2009 of 2012). Praktijkonderzoek in de

school. Bussum: Coutinho.

Aanbevolen

onderwijsmateriaal

Afhankelijk van het onderzoeksthema.

Werkwijze

(activiteiten en

werkvormen)

Colleges, workshops en individuele begeleidingsgesprekken.

Maximum aantal

deelnemers

Niet van toepassing

Page 14: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

14

BIJLAGE 2: PROGRAMMA AFSTUDEERONDERZOEK

Opbouw programma onderzoek 2015 - 2016

Leeswijzer

In kolom 1 staan de geplande weeknummers en data. Voor de werkbijeenkomsten onderzoek op het

ILS worden de exacte data aangegeven. Voor de workshops op de scholen verwijzen we naar de

onderzoeksplanning hiervan bij de school. In kolom 2 wordt aangeduid om welke vorm van voorberei-

ding, begeleiding en/of beoordeling het gaat. In de derde kolom staat de globale inhoud beschreven.

Daarbij is een onderscheid aangebracht tussen de onderwerpen die behandeld worden en de werkaf-

spraken voor de studenten.

Er zijn vier belangrijke werkafspraken die direct verbonden zijn met de procedure van begeleiding en

beoordeling: 1. Aanmelden onderzoeksthema 2. Indienen onderzoeksvoorstel 3. Indienen onderzoeksplan 4. Indienen onderzoeksverslag

Alle werkbijeenkomsten onderzoek ILS vinden om de twee weken plaats in het I/O-gebouw in Nijme-

gen. De bijeenkomsten bestaan uit twee blokken en duren van 12.30 tot 13.30 en van 13.30 tot

16.00 uur.2 De eerste bijeenkomst vindt plaats op vrijdag 11 september 2015.

In het eerste blok van 12.30-13.30 uur worden inspiratie/verdiepingscolleges aangeboden. Dit zijn

colleges over interessante onderzoeksthema’s en/of onderzoekpraktijken in de school, verzorgd door

docenten, studenten of onderzoekers van het Kenniscentrum Faculteit Educatie, het ILS of de scholen

Daarnaast worden colleges gegeven over specifieke onderzoeksmethoden, zoals data-analyses, en-

quêteren, interviews houden enzovoort. Via scholar en in bijlage drie is een overzicht van deze colle-

ges te raadplegen.

Curriculum voor 2015 - 2016

Planning Aanbod van voorbereiding,

begeleiding en/of beoordeling

Inhoud/onderwerpen en werkafspraken

Zo mogelijk

voor 3 juli

2015

Raadpleeg de scholarsite afstudeeronder-

zoek:

Startgesprek op school

Informeer of de school of scholengroep een

onderzoeksprogramma en/of een onderzoeks-

groep heeft en vraag wat dat voor jou betekent.

Start met een eerste oriëntatie met behulp van

een aantal oriëntatietechnieken (hoofdstuk 3 van

het handboek):

Brainstorm naar vragen en proble-

men Een logboek bijhouden of nalezen Reflectieverslagen maken of nale-

2 Invulling van het tweede blok verschilt per opleiding en kan ook op een ander moment op de vrijdag worden gegeven. Dit is

afhankelijk van het rooster van jouw opleiding.

Page 15: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

15

zen In gesprek gaan met collega’s, leer-

lingen (en ouders) Zie ook deze studiewijzer

Week 27

(P4.10)

30 juni-4 juli

2015

Werkbijeenkomst onderzoek

VEF

Voorbereiding Eindfase (VEF)

Inhoud/Onderwerpen

De kaders voor de onderzoeksopdracht

Voorlopige keuze van het onderwerp

Voorbeelden van onderwerpen

Voorbereiding en begeleiding

Beoordeling van het onderzoek

Studiepunten

Informatie en literatuur

Hoe kom ik aan een geschikt onderwerp?

Werkafspraak:

Indienen aanmeldingsformulier onderzoeks-

thema: aangeven 1e voorkeur en 2e voorkeur.

Tot week 39

Indeling themagroepen en on-

derzoeksbegeleiding

Onder andere aan de hand van de ingediende

aanmeldingsformulieren vindt de indeling in

groepen plaats.

Week 37

(P1.2)

Vrijdag 11

september

2015

Blok 1: 12:30-13.30 uur

Inspiratiecolleges

Blok 2: 13:30-16:00 uur

Werkbijeenkomst onderzoek 1 - Inleiding op prak-

tijkonderzoek en op oriënteren

- Op zoek naar een praktijkprobleem

- Verkenning van het praktijkprobleem vanuit de praktijk

Thema’s

Terugblik informatie VEF

Studiewijzer Afstudeeronderzoek

Bestudeer H1 en H2 van het handboek

Neem voor iedere werkbijeenkomst en work-

shop je boek en je eigen onderzoeksmateriaal

mee!

Neem kennis van de pitstops als instrument voor

onderzoeksbegeleiding en als check op de ge-

volgde onderzoeksstrategieën en gemaakte

keuzen.

Opbrengst: inzicht in aanleiding en context

Week 39

(P1.4)

Vrijdag 25

september

2015

Blok 1: 12:30-13.30 uur

Inspiratiecolleges

Blok 2: 13:30-16:00 uur

Werkbijeenkomst onderzoek 2

Afronden onderzoeksvoorstel.

Inlevermoment onderzoeks-

voorstel (1e gelegenheid)

maandag 28 september 12.00

uur

Thema’s:

Technieken om op zoek te gaan naar een prak-

tijkprobleem

Verkenning van het praktijkprobleem (5xW+H)

Technieken om het praktijkprobleem te verken-

nen vanuit de praktijk

Week 41

(P1.6)

Vrijdag 9 okto-

ber 2015

Blok 1: 12:30-13.30 uur

Inspiratiecolleges

Blok 2: 13:30-16:00 uur

Werkbijeenkomst onderzoek 3 - Oriënteren en rich-

ten - Verkenning van het

praktijkprobleem vanuit de theorie

Inhoud/Onderwerpen

Voortzetting probleemverheldering

Verschillende soorten onderzoek

Van ‘Probleem’ via ‘Doel’ naar ‘Vraag’

Page 16: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

16

Week 43

(P1.8)

Vrijdag 23

oktober 2015

Inlevermoment onderzoeks-

voorstel (2e gelegenheid)

Werkafspraak: Indienen onderzoeksvoorstel.

Gebruik hiervoor het format in bijlage 4.

Week 43

(P1.8)

Vrijdag 23

oktober 2015

Blok 1: 12:30-13.30 uur

Inspiratiecolleges

Blok 2: 13:30-16:00 uur

Werkbijeenkomst onderzoek 4 - Richten

Inhoud/Onderwerpen

Naar een theoretische verkenning

Onderzoeksinstrumenten

Inzoomen en uitzoomen en vooruit denken

Opbrengst: een eerste aanscherping van de

onderzoeksvraag en deelvragen

Week 47

(P2.2)

Vrijdag 20

november

2015

Blok 1: 12:30-13.30 uur

Inspiratiecolleges

Blok 2: 13:30-16:00 uur

Werkbijeenkomst onderzoek 5 - Richten en plannen

Inhoud/Onderwerpen

De theoretische verkenning verder uitgewerkt

Zicht op de te verzamelen data

Zicht op in te zetten onderzoeksinstrumenten

Opbrengst: een tweede aanscherping van de

onderzoekvraag en deelvragen; het onder-

zoeksplan staat in de steigers

Week 49

(P2.4)

Maandag 30

november

2015

Inlevermoment onderzoeksplan

(1e gelegenheid)

Werkafspraak: Indienen onderzoeksplan.

Gebruik hiervoor bijlage 4 en 5.

Dien het onderzoeksplan op uiterlijk maandag

30 november 2015 12.00 uur in bij je begelei-

der van het ILS

Week 49

(P2.4)

Vrijdag 4 de-

cember 2015

Blok 1: 12:30-13.30 uur

Inspiratiecolleges

Blok 2: 13:30-16:00 uur

Werkbijeenkomst onderzoek 6 - Richten en plannen - Data verzamelen

Inhoud/Onderwerpen

Gedifferentieerd: 1. Onderzoeksplan uitwerken/invulling ge-

ven 2. Onderzoeksplan verbeteren

Week 2 (2.8)

Vrijdag 15

januari 2016

Blok 1: 12:30-13.30 uur

Inspiratiecolleges

Blok 2: 13:30-16:00 uur

Werkbijeenkomst onderzoek 7 - Data verzamelen - Data analyseren

Inlevermoment onder-

zoeksplan (2e gelegenheid)

Inhoud/Onderwerpen

Gedifferentieerd: 1. Onderzoeksplan uitwerken/invulling ge-

ven 2. Data ordenen en analyseren

Werkafspraak: Indienen onderzoeksplan.

Gebruik hiervoor bijlage 4 en 5.

Dien het onderzoeksplan op uiterlijk maandag

19 januari 2015 12.00 uur in bij je begeleider

van het ILS.

Dit leidt tot feedforward

Week 4

(P2.10)

Vrijdag 29

januari 2016

Blok 1: 12:30-13.30 uur

Inspiratiecolleges

Blok 2: 13:30-16:00 uur

Werkbijeenkomst onderzoek 8 - Data verzamelen

Inhoud/Onderwerpen

Gedifferentieerd: 1. Onderzoeksplan uitwerken/invulling ge-

ven 2. Data ordenen en analyseren

Page 17: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

17

- Data analyseren

Week 7 (P3.2)

Vrijdag 19

februari 2016

Blok 1: 12:30-13.30 uur

Inspiratiecolleges

Blok 2: 13:30-16:00 uur

Werkbijeenkomst onderzoek 9 - Data verzamelen en

analyseren - Concluderen

Inhoud/Onderwerpen

Gedifferentieerd: 1. Data ordenen en analyseren 2. Schrijven

Week 9 (P3.4)

Vrijdag 4

maart 2015

Blok 1: 12:30-13.30 uur

Inspiratiecolleges

Blok 2: 13:30-16:00 uur

Werkbijeenkomst onderzoek 10 - Data verzamelen en

analyseren - Concluderen

Inhoud/Onderwerpen

Gedifferentieerd: 1. Data ordenen en analyseren 2. Schrijven

Week 11

(P3.6)

Vrijdag 18

maart 2016

Blok 1: 12:30-13.30 uur

Inspiratiecolleges

Blok 2: 13:30-16:00 uur

Werkbijeenkomst onderzoek 11 - Concluderen - Rapporteren

Onderwerpen

Gedifferentieerd: 1. Data ordenen en analyseren 2. Concluderen 3. Schrijven

Week 14

(P3.9)

Vrijdag 8 april

2016

Maandag 11

april 2016

12.00 uur

Blok 1: 12:30-13.30 uur

Inspiratiecolleges

Blok 2: 13:30-16:00 uur

Werkbijeenkomst onderzoek 12

Inlevermoment: Onderzoeks-

verslag (1e kans)

Werkafspraak: Indienen onderzoeksverslag.

Gebruik hiervoor bijlage 4 en 5.

Dien het onderzoeksverslag op uiterlijk maan-

dag 11 april 2016 12.00 uur in bij je onder-

zoeksbegeleider van het ILS.

Nader te bepa-

len

Eindpresentaties op de scholen

of het ILS

Eindpresentatie uitvoeren op de school of

het ILS.

Week 24

(P4.7)

Maandag 6

juni 2016

12.00 uur

Inlevermoment: Onderzoeks-

verslag (2e kans)

Werkafspraak: Indienen onderzoeksverslag.

Gebruik hiervoor bijlage 4 en 5.

Dien het onderzoeksverslag op uiterlijk maan-

dag 6 juni 2016 12.00 uur in bij je onderzoeks-

begeleider van het ILS

Page 18: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

18

BIJLAGE 3: OMSCHRIJVING INSPIRATIECOLLEGES

Informatie over de inspiratiecolleges wordt op scholar verstrekt. Daar staan ook de Power-

Points, aanvullende materialen en video-opnamen van de colleges geplaatst. Colleges worden

in de meeste gevallen twee keer gegeven, zodat je zelf - en in overleg met je begeleiders - keu-

zes kunt maken op welk moment je welk college gaat volgen.

Programma:

Vrijdag 11 september 1. Studenten over hun onderzoek studiejaar 2014-2105

Vrijdag 25 september en vrijdag 9 oktober 2. Cyrilla van der Donk, docent ILS

5xW+H 2.0

In de oriëntatiefase leg je het fundament voor je onderzoek. Hoe beter je het praktijkprobleem in kaart

brengt, hoe beter je kunt richten en afbakenen. Je verzamelt hiervoor informatie in de school en ken-

nis uit de theorie.

Je kunt deze oriëntatie beschouwen als een mini-onderzoek om de situatie in kaart te brengen. In het

college laat ik zien hoe je de probleemverkenning aan kunt pakken en hoe een goede probleemver-

kenning je verschillende onderzoeksvragen op kan leveren.

3. Bregje de Vries, lector Ontwerpen van innovatieve leerarrangementen)

The do's en don'ts van ontwerponderzoek

Veel afstudeeronderzoeken hebben het karakter van een ontwerponderzoek: het maken en evalueren

van nieuwe lessen en materialen. In het college ga ik in op de vraag wat ontwerponderzoek precies is

en welke vorm het in jouw afstuderen kan aannemen. Aan de orde komen bijvoorbeeld: hoe ziet een

onderzoeksvraag in ontwerponderzoek er uit, en welke gegevens ga je verzamelen. Ik laat voorbeel-

den van ontwerponderzoek zien en geef tips voor het werken aan je onderzoeksplan.

Vrijdag 23 oktober en vrijdag 20 november

4. Roel Grol en Marloes Hülsken, docenten ILS

V->M->I Van vraag naar methode naar instrument

Het selecteren van een geschikte onderzoeksmethode is voor veel studenten een lastige klus. Welke

methoden zijn er? En welke methode past bij welke vraag? En hoe kom je vervolgens tot geschikte

onderzoeksinstrumenten? In dit college gaan we in op verschillende onderzoeksmethoden en onder-

zoeksinstrumenten. Er worden concrete tips en adviezen gegeven.

5. Mireille v.d. Elst, docent ILS

Het schrijven van een onderzoeksplan / onderzoeksverslag deel 1

Worstel je met het schrijven van je onderzoeksplan? Vraag je je af waar welk onderdeel in de tekst

moet komen te staan en welke aspecten je onder welk kopje moet plaatsen?

In dit inspiratiecollege worden verschillende aspecten belicht van het schrijven van het onderzoeks-

plan / verslag. De standaardindeling van een verslag komt aan bod maar het wordt ook duidelijk

waarom het soms te rechtvaardigen is om af te wijken van deze indeling. Er is aandacht voor het

schrijven van het theoretisch kader en je krijgt algemene tips die je helpen bij het schrijven.

6. Roeland van Westerop, docent ILS

Het theoretisch kader Het theoretisch kader, ook wel liefkozend TK genoemd, is de basis van je afstudeeronderzoek. Het leidt tot je hoofdvraag en de resultaten en de conclusie. Maar waarom heeft een PRAKTIJKgericht onderzoek eigenlijk een THEORETISCH kader nodig? Waarom is er geen vastomlijnd format waar-mee je het theoretisch kader kunt invullen? Hoeveel theorie moet er eigenlijk in een theoretisch ka-der? Waarom is mijn theoretisch kader veel groter dan dat van mijn studiegenoot?

Page 19: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

19

In dit college komen dit soort vragen aan bod. Ik ga in op de eisen van een theoretisch kader, welke soorten TK er zijn en op de verschillen tussen theorie als kader (richting gevend aan je onderzoek) en als data (resultaatgegevens). Na het college ben je in staat om in elk geval voor je eigen TK een opzet te maken en te bepalen wat er wél en wat er níet in moet komen te staan.

7. Ton Konings, docent ILS Het onderzoeksplan bij drie soorten van ontwerponderzoek.

'Hoe blijf je door de bomen het bos zien?'.

Een compleet ontwerponderzoek heeft globaal gezien drie fasen: 1. De beschrijvende fase, waarin je bij een praktijkprobleem probeert te komen tot ontwerpeisen. 2. De innovatieve fase, waarin je een ontwerp uitprobeert. 3. De evaluatieve (‘effect’) fase, waarin je het effect van het ontwerp t.a.v. het doel gaat meten.

Een ontwerponderzoek dat fasen 1 tot en met 3 goed doorloopt, is teveel gevraagd van één student in

de eindfase van zijn bachelorstudie. Je kunt je beter beperken tot één of twee fasen. In dit inspiratie-

college worden voorbeelden van drie soorten van ontwerponderzoek gegeven, in de vorm van ge-

comprimeerde onderzoeksplannen, elk op twee kantjes A4, met 10 richtvragen. Het belang hiervan is

het vinden van samenhang.

Vergelijk je eigen voorlopige onderzoeksplan met deze voorbeelden, breng in je plan samenhang aan

door invulling van de 10 richtvragen op 2 kantjes A4.

Vrijdag 4 december en vrijdag 15 januari

8. Martijn Peters, onderzoeker Kenniscentrum Kwaliteit van Leren

Onderzoek doen met vragenlijsten

Een vragenlijst of enquête is misschien wel het meest gebruikte middel bij het doen van onderzoek.

Een vragenlijst heeft dan ook veel voordelen: je kunt er een grote groep mee bereiken, de afname

kost relatief weinig tijd, het levert eenduidige antwoorden op en je kunt met de resultaten relatief mak-

kelijk statistische analyses uitvoeren. Maar het maken van een goede vragenlijst vraagt veel van de

onderzoeker. Wat wil je precies weten? Hoe stel je de goede vraag? Wat zijn goede antwoordcatego-

rieën? Hoe garandeer je betrouwbaarheid en validiteit? In dit college zullen de verschillende aspecten

van het opstellen van een goede vragenlijst worden besproken.

9. Roel Grol, docent en onderzoeker ILS

Kijk, Luister, Registreer, Weet!

In deze bijeenkomst gaan we aan de slag met het thema observeren.

We verkennen concrete manieren om uit videobeelden en/of audio-opnames informatie te halen, ver-

trekkende vanuit een onderzoeksdoel.

10. Marloes Hülsken, docent ILS

Kwalitatief interviewen

Interviews zijn een hele mooie methode om kennis te verzamelen. Je kunt in een interview niet alleen

vragen naar feiten, maar ook naar de meningen, associaties en ervaringen van de geïnterviewde.

Grote voordeel is bovendien dat je kunt doorvragen op de gegeven antwoorden en zo dieper op een

onderwerp ingaat dan bij een vragenlijst. Je komt te weten waarom iemand iets vindt en denkt. In dit

college geef ik tips en adviezen over het opstellen van een vragen- en topiclijst, het afnemen van een

interview en het verwerken van de data.

11. Arjen Speekenbrink,

‘Waar denk je aan?‘

Soms wil de onderzoeker weten hoe zijn/haar respondenten omgaan met een bepaalde strategie of

met een bepaald denkkader. Denk aan het werken met leesstrategieën of aan ‘historisch denken’. Het

is natuurlijk lastig om dit ‘boven tafel’ te krijgen, om dit te ‘meten’. Een veel gebruikt instrument hier-

voor zijn hardopdenkprotocollen. Deze geven de onderzoeker de mogelijkheid om de gedachtenpro-

Page 20: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

20

cessen van respondenten systematisch te onderzoeken. De methode is redelijk arbeidsintensief, maar

kan ook worden uitgevoerd met beperkte aantallen respondenten. In het inspiratiecollege leg ik uit wat

de methode inhoudt en hoe je ermee kunt werken.

12. Marc van Berkel, docent ILS

Methode vergelijking als onderzoeksinstrument

Schoolboeken zijn uiterst bruikbare bronnen voor onderzoek. Veranderingen in schoolboeken reflec-

teren politieke en/of maatschappelijke veranderingen.

Er zijn veel manieren om schoolboeken te analyseren. Vaak wordt onderscheid gemaakt tussen kwan-

titatieve en kwalitatieve analyse. Bij kwantitatieve analyse kijk je bijvoorbeeld naar de hoeveelheid

woorden, begrippen, illustraties, grafieken, kaarten of opdrachten die aan een bepaald thema zijn

gewijd. Bij kwalitatieve analyse gaat het om het bestuderen van de inhoud van de methode: wat wordt

er geschreven over het thema, en wat niet? Staan er fouten in de tekst, hoe worden de laatste ontwik-

kelingen op het vakgebied weergegeven, welk taalgebruik overheerst, welke didactiek wordt toege-

past in het werkboek of op de site? In dit college geef ik tips en adviezen om schoolmethoden te ana-

lyseren en vergelijken.

Vrijdag 29 januari

13. Roel Grol, docent en onderzoeker ILS

Van een stápel kwalitatieve data naar informatie voor je onderzoek

Tja... dan heb je een berg data verzameld... en dan??

In deze bijeenkomst oefenen we één manier om informatie te halen uit kwalitatieve data.

We doorleven daarbij het proces van ordenen, labelen en scoren.

In de nabespreking is er tenslotte aandacht voor het verschijnsel "interbeoordelaarsbetrouwbaarheid".

14. Roeland van Westerop, docent ILS

Analyse van kwantitatieve gegevens

In het college over data-analyse van kwantitatieve gegevens ga ik het eerst hebben over het nut van

data-analyse voor kwantitatieve gegevens. Wat kun je ermee en wat kun je ermee aantonen (en wat

niet)? Ik laat zien waar in de onderzoekscyclus je de analyse moet gaan doen én wat je vooraf gedaan

moet hebben om een goede analyse te kunnen doen. Vervolgens laat ik zien voor verschillende soor-

ten vragen, wat voor verschillende analyses je daarop kunt loslaten (afhankelijk van je onderzoek). Dit

alles wordt geïllustreerd met het winegum-experiment en studenten kunnen vragen stellen met be-

trekking tot hun eigen onderzoek.

Dit college is vooral nuttig voor studenten die een enquête opnemen in hun onderzoek, voor studenten

die leerlingen naar een mening vragen en die kwantitatief willen verwerken, observaties objectief wil-

len vergelijken of voor studenten die leeropbrengsten van een lesontwerp kwantitatief willen vergelij-

ken. Het college is minder geschikt voor literatuuronderzoek en studenten die veelal werken met inter-

views.

15. Marloes Hülsken, docent ILS

Analyse van interviews

In dit college ga ik in op het analyseren van interviews. Hoe breng je orde aan in je data? En hoe kom

je tot een zinvolle vergelijking waaruit conclusies getrokken kunnen worden? Ik geef tips en adviezen

voor het analyseren van je data en ik bespreek enkele veelgebruikte methoden om interviews te ver-

gelijken en analyseren.

Vrijdag 19 februari

16. Linda Nijkamp, docent Nederlands en NT2 & taalcoach in De Taalkamer

Navigeren

Page 21: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

21

Hoe leid ik een lezer door mijn tekst? Hoe help ik om de tekst die ik heb geschreven te begrijpen?

Veel schrijvers zijn zo gefocust op het verwoorden van de inhoud, dat ze de lezer uit het oog verlie-

zen. In dit inspiratiecollege over navigeren leert de studenten hoe hij zijn tekst zo kan structureren dat

deze makkelijk en prettig te lezen is. In het college besteden we aandacht aan:

-De functie en opbouw van hoofdstukken en alinea’s;

Het gebruik van titels en kopjes in hoofdstukken en paragrafen;

-Het aanbrengen van verbanden tussen en binnen alinea’s door het gebruik van signaalwoorden en

verwijswoorden.

17. Roel Grol, docent en onderzoeker ILS

Van een stápel kwalitatieve data naar informatie voor je onderzoek

Tja... dan heb je een berg data verzameld... en dan??

In deze bijeenkomst oefenen we één manier om informatie te halen uit kwalitatieve data.

We doorleven daarbij het proces van ordenen, labelen en scoren.

In de nabespreking is er tenslotte aandacht voor het verschijnsel "interbeoordelaarsbetrouwbaarheid".

18. Roeland van Westerop, docent ILS

Analyse van kwantitatieve gegevens

In het college over data-analyse van kwantitatieve gegevens ga ik het eerst hebben over het nut van

data-analyse voor kwantitatieve gegevens. Wat kun je ermee en wat kun je ermee aantonen (en wat

niet)? Ik laat zien waar in de onderzoekscyclus je de analyse moet gaan doen én wat je vooraf gedaan

moet hebben om een goede analyse te kunnen doen. Vervolgens laat ik zien voor verschillende soor-

ten vragen, wat voor verschillende analyses je daarop kunt loslaten (afhankelijk van je onderzoek). Dit

alles wordt geïllustreerd met het winegum-experiment en studenten kunnen vragen stellen met be-

trekking tot hun eigen onderzoek.

Dit college is vooral nuttig voor studenten die een enquête opnemen in hun onderzoek, voor studenten

die leerlingen naar een mening vragen en die kwantitatief willen verwerken, observaties objectief wil-

len vergelijken of voor studenten die leeropbrengsten van een lesontwerp kwantitatief willen vergelij-

ken. Het college is minder geschikt voor literatuuronderzoek en studenten die veelal werken met inter-

views.

19. Marloes Hülsken, docent ILS

Analyse van interviews

In dit college ga ik in op het analyseren van interviews. Hoe breng je orde aan in je data? En hoe kom

je tot een zinvolle vergelijking waaruit conclusies getrokken kunnen worden? Ik geef tips en adviezen

voor het analyseren van je data en ik bespreek enkele veelgebruikte methoden om interviews te ver-

gelijken en analyseren.

Vrijdag 4 maart

20. Mireille van der Elst, docent ILS

Het schrijven van het onderzoeksverslag deel 2

Dit inspiratiecollege is een vervolg op het eerdere college over het schrijven van het onderzoeksver-

slag. We gaan verder waar het vorige college stopte nl. bij het beschrijven van de onderzoeksopzet.

Je krijgt daarnaast aanwijzingen over het weergeven van resultaten, het schrijven van de conclusie

en we bespreken wat er nu eigenlijk onder discussie en aanbevelingen moet komen te staan. Ten

slotte is er aandacht voor de afsluitende onderdelen: de literatuurlijst en de bijlagen.

In het algemeen geldt dat het schrijven een belangrijk onderdeel uitmaakt van het praktijkonderzoek.

Het delen van je resultaten is immers een vereiste waaraan je moet voldoen en dat doe je met je ver-

slag en ook met een presentatie

Met het schrijven laat je ook zien dat je goed hebt nagedacht en je het verhaal helder kunt vertellen;

anderzijds kan het schrijven je helpen je gedachten te structureren.

Page 22: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

22

21. Linda Nijkamp, docent Nederlands en NT2 & taalcoach in De Taalkamer

Navigeren

Hoe leid ik een lezer door mijn tekst? Hoe help ik om de tekst die ik heb geschreven te begrijpen?

Veel schrijvers zijn zo gefocust op het verwoorden van de inhoud, dat ze de lezer uit het oog verlie-

zen. In dit inspiratiecollege over navigeren leert de studenten hoe hij zijn tekst zo kan structureren dat

deze makkelijk en prettig te lezen is. In het college besteden we aandacht aan:

-De functie en opbouw van hoofdstukken en alinea’s;

Het gebruik van titels en kopjes in hoofdstukken en paragrafen;

-Het aanbrengen van verbanden tussen en binnen alinea’s door het gebruik van signaalwoorden en

verwijswoorden.

Vrijdag 18 maart

22. Mireille van der Elst, docent ILS

Het schrijven van het onderzoeksverslag deel 2

Dit inspiratiecollege is een vervolg op het eerdere college over het schrijven van het onderzoeksver-

slag. We gaan verder waar het vorige college stopte nl. bij het beschrijven van de onderzoeksopzet.

Je krijgt daarnaast aanwijzingen over het weergeven van resultaten, het schrijven van de conclusie

en we bespreken wat er nu eigenlijk onder discussie en aanbevelingen moet komen te staan. Ten

slotte is er aandacht voor de afsluitende onderdelen: de literatuurlijst en de bijlagen.

In het algemeen geldt dat het schrijven een belangrijk onderdeel uitmaakt van het praktijkonderzoek.

Het delen van je resultaten is immers een vereiste waaraan je moet voldoen en dat doe je met je ver-

slag en ook met een presentatie

Met het schrijven laat je ook zien dat je goed hebt nagedacht en je het verhaal helder kunt vertellen;

anderzijds kan het schrijven je helpen je gedachten te structureren.

23. Tirza van Dongen, docent Nederlands en NT2 & taalcoach in De Taalkamer

Argumenteren

In een onderzoek beschrijft de onderzoeker/schrijver zijn bevindingen. Daartoe formuleert hij eerst een

centrale vraag. Aan het eind van het onderzoek trekt hij conclusies die hij onderbouwt met argumen-

ten. Dat klinkt simpeler dan het voor de meeste studenten is. In het inspiratiecollege over ‘argumente-

ren’ leert de student hoe hij de lezers kan overtuigen op basis van argumenten. In het college beste-

den we aandacht aan:

-De opbouw van een redenering

-Soorten argumenten

-Het formuleren van argumenten

24. Suzanne Lucassen, docent ILS

Resultaten weergeven en concluderen In dit (werk)college gaan we kijken naar de weergave van resultaten. Zomaar alle resultaten weerge-ven is niet de bedoeling, het is de bedoeling dat je kritisch kijkt naar jouw resultaten en die resultaten gaat weergeven die nodig zijn om antwoord geven op jouw deel- en hoofdvraag. Wat zet je in de bijla-ge en wat bij de resultaten? En hoe ga je die resultaten dan overzichtelijk weergeven, op welk ma-nier: grafieken, diagrammen, tabellen, beschrijvingen of anders? Dit alles is nodig om daarna goed naar de conclusie toe te werken. Aan de hand van praktijkvoorbeelden van vorige jaren gaan we oefenen met kritisch kijken naar resul-taten en bekijken we manieren om resultaten op een overzichtelijke manier weer te geven.

Page 23: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

23

Vrijdag 8 april

25. Tirza van Dongen, docent Nederlands en NT2 & taalcoach in De Taalkamer

Argumenteren

In een onderzoek beschrijft de onderzoeker/schrijver zijn bevindingen. Daartoe formuleert hij eerst een

centrale vraag. Aan het eind van het onderzoek trekt hij conclusies die hij onderbouwt met argumen-

ten. Dat klinkt simpeler dan het voor de meeste studenten is. In het inspiratiecollege over ‘argumente-

ren’ leert de student hoe hij de lezers kan overtuigen op basis van argumenten. In het college beste-

den we aandacht aan:

-De opbouw van een redenering

-Soorten argumenten

-Het formuleren van argumenten

26. Suzanne Lucassen, docent ILS

Resultaten weergeven en concluderen In dit (werk)college gaan we kijken naar de weergave van resultaten. Zomaar alle resultaten weerge-ven is niet de bedoeling, het is de bedoeling dat je kritisch kijkt naar jouw resultaten en die resultaten gaat weergeven die nodig zijn om antwoord geven op jouw deel- en hoofdvraag. Wat zet je in de bijla-ge en wat bij de resultaten? En hoe ga je die resultaten dan overzichtelijk weergeven, op welk ma-nier: grafieken, diagrammen, tabellen, beschrijvingen of anders? Dit alles is nodig om daarna goed naar de conclusie toe te werken. Aan de hand van praktijkvoorbeelden van vorige jaren gaan we oefenen met kritisch kijken naar resul-taten en bekijken we manieren om resultaten op een overzichtelijke manier weer te geven.

Page 24: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

24

BIJLAGE 4: OMSCHRIJVING ACADEMISCHE OPLEIDINGSSCHOLEN (AOS)

Voor de onderzoeksagenda’s per AOS per individuele school: http://specials.han.nl/sites/bureau-

extern/samen_opleiden/samen-opleiden-algemene-i/

Alliantie en Notre Dame des Anges

In de Academische Opleidingsschool (AOS) Alliantie VO & Notre Dame werken acht scholen voor voortgezet onderwijs en twee lerarenopleidingen in de regio Nijmegen samen aan de opleiding van docenten. De betrokken scholen zijn het Citadel College, het Dominicus College, het Maaswaal College in Wijchen, het Mondial College, het Pax Christi College in Druten, de SSgN en het Stedelijk Gymnasium Nijmegen. Deze scholen vallen onder de Alliantie Voortgezet Onderwijs voor Nijmegen en het Land van Maas en Waal. De achtste vo-school is de havo Notre Dame des Anges uit Ubbergen. De instellingen zijn de lerarenopleidingen van de Hogeschool Arnhem Nijmegen (ILS HAN) en de Radboud Universiteit Nijmegen (ILS RU). Het samenwerkingsverband heeft sinds december 2009 officieel de status van Academische

AOS Oost-Brabant

De AOS Oost-Brabant bestaat uit de volgende partners: HAN ILS, Radboud Docenten Academie,

Eindhoven School of Education, Fontys Lerarenopleidingen Tilburg, Universitaire Lerarenopleiding

Tilburg en de scholen van OMO (Ons Middelbaar Onderwijs): Zwijsen College, Fioretti College, Eck-

hart Plein College, Merlet College, Elzendaalcollege, Scholengroep Helmond en Maasland College.

OMO, opgericht in 1916, is een vereniging van scholen voor voortgezet onderwijs in voornamelijk

Noord-Brabant. De scholen, van gymnasium tot en met praktijkonderwijs, ontwikkelen de talenten van

iedere leerling door ‘goed onderwijs’ te bieden geïnspireerd vanuit de katholieke traditie.

Academische Opleidingsschool Oost Nederland (AOS-ON) Het Bonhoeffer College (Enschede), het Assink Lyceum (Haaksbergen e.o.), Het Erasmus (Almelo) en het Twents Carmel College (Oldenzaal e.o.) vormen samen met ILS-HAN, Windesheim, de Radboud Docenten Academie en ELAN (UT) de Academische Opleidingsschool Oost_Nederland. Als lio wordt je begeleid door de onderzoekscoördinator op de eigen school. Verder zijn er een zevental centrale bijenkomsten op één van de scholen, waar alle studenten, ook die van andere instituten, begeleid worden bij hun afstudeeronderzoek. Het coördinatorenoverleg staat borg voor een goed afstemming tussen de begeleiders en het instituut. Alle lio’s zijn op woensdagmiddag vrijgeroosterd. Alle woens-dagmiddagen zonder centrale bijeenkomsten zijn werkmiddagen, waarin op de eigen school, of sa-men met studenten van een of meer andere scholen gewerkt wordt aan het onderzoek. AOS-ON zet sterk in op persoonlijke begeleiding en op leren van elkaar. De centrale bijeenkomsten zijn zo gepland dat ze de belangrijkste fasen in de onderzoekscyclus ondersteunen. Op basis van de onderzoeks-agenda van AOS-ON is er een ruime keuze aan onderzoeksthema’s beschikbaar. Onderzoek wordt afgesloten met een presentatie tijdens de presentatiemiddag van AOS-ON in juni.

Passie voor Leren

Het Canisius College, het Kandinsky College, Metameer, de N.S.G en het Udens College maken deel

uit van de opleidingsschool Passie voor Leren. Als lio ben je werkzaam op één van deze scholen.

Tijdens het proces van het doen van je onderzoek word je, behalve door je begeleider op de HAN,

ook begeleid door een onderzoeksbegeleider op de school. Daarnaast organiseren de onderzoeksbe-

geleiders een aantal workshops.

Tijdens een eerste bijeenkomst maak je op de eigen school kennis met je begeleider en krijg je infor-

matie over de gang van zaken en afspraken over je onderzoek. In de loop van het schooljaar volgen

een aantal workshops die telkens op één van de locaties plaatsvinden. Die workshops volgen de

verschillende fases van je onderzoek. Tijdens de workshops werk je aan je onderzoek en deel je

Page 25: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

25

ervaringen met de lio’s van de andere scholen van Passie voor Leren. Je wordt geacht bij deze bij-

eenkomsten aanwezig te zijn.

Aan het einde van het schooljaar presenteer je je onderzoek tijdens de Presentatiemiddag Passie

voor Leren waarbij mensen van de verschillende scholen aanwezig zijn.

Quadraam

Binnen Quadraam krijg je als lio aan het begin van het jaar meteen een onderzoeksbegeleider op

jouw school toegewezen. Deze begeleidt en helpt je daar waar nodig is om je onderzoek binnen een

jaar goed te kunnen afronden. We starten het jaar met een gezamenlijke kick-off bijeenkomst waar

duidelijk wordt wat wij van jou verwachten en wat je van ons kan verwachten. In de loop van het jaar

zijn er workshops en/of critical friendbijeenkomsten om je inhoudelijk te begeleiden en we sluiten af

met een ‘Proeve(n) van onderzoek’ waarbij je je onderzoek presenteert. Daarnaast maak je een korte

tutorial (filmpje van hoofdpunten) van je onderzoek dat je als link weer kunt gebruiken in bijvoorbeeld

een sollicitatiebrief. Het onderzoeksprogramma van Quadraam is te vinden op de site van Bureau

Extern.

De scholen die bij Quadraam horen zijn: Het Westeraam Elst, Elst Lyceum, Olympus College, Lorentz Lyceum, Maarten van Rossem, Beekdal Lyceum, VMBO ’t Venster, Stedelijk Gymnasium Arnhem, Montessori College Arnhem, Candea College en Liemers College.

Page 26: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

26

BIJLAGE 5 FORMATS

Formats voor:

- Onderzoeksvoorstel

- Onderzoeksplan

- Onderzoeksverslag

BIJLAGE 5A FORMAT ONDERZOEKSVOORSTEL

Het onderzoeksvoorstel is voorzien van/ voldoet aan:

Een voorblad met de volgende gegevens:

- naam, studentnummer en e-mailadres student

- studierichting m.v.v. vt/dt

- naam en e-mailadres studieloopbaanbegeleider

- naam van de school / onderzoekscontext

- naam en e-mailadres van de begeleider ILS

- naam en e-mailadres van de begeleider school

- (werk)titel van het onderzoek

- datum

Vormeisen:

- lettertype Arial, lettergrootte 10, regelafstand 1

- Omvang (maximaal 2-4 A4)

- APA-richtlijnen

- Taal op Hbo-niveau (zie feedforwardformulier en bijlage 8 voor toelichting)

- Ethiek en onafhankelijkheid (zie feedforwardformulier in bijlage 7 voor een toelichting)

- Betrokkenheid belanghebbenden (zie feedforwardformulier in bijlage 7 voor een toelichting)

- Documentnaam: AchternaamstudentVoorlettersstudentVoorstelK1.docx

In het onderzoeksvoorstel wordt verslag gedaan van de probleemverkenning. Dit voorstel om-

vat de volgende onderdelen:

- Aanleiding, context en beschrijving van het praktijkprobleem

- Oriëntatie op bronnen en verheldering begrippen

- Voorlopige vraagstelling

Page 27: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

27

BIJLAGE 5B FORMAT ONDERZOEKSPLAN

Het onderzoeksplan is voorzien van/ voldoet aan

Een voorblad met de volgende gegevens:

- naam, studentnummer en e-mailadres student

- studierichting m.v.v. vt/dt

- naam en e-mailadres studieloopbaanbegeleider

- naam van de school / onderzoekscontext

- naam en e-mailadres van de begeleider ILS

- naam en e-mailadres van de begeleider school

- (werk)titel van het onderzoek

- datum.

Vormeisen:

- lettertype Arial, lettergrootte 10, regelafstand 1

- Omvang (maximaal 6-12 A4)

- Inhoudsopgave

- paginanummering

- APA-richtlijnen

- Taal op Hbo-niveau(zie feedforwardformulier en bijlage 8 voor toelichting)

- Ethiek en onafhankelijkheid (zie feedforwardformulier in bijlage 7 voor een toelichting)

- Betrokkenheid belanghebbenden (zie feedforwardformulier in bijlage 7 voor een toelichting)

- Documentnaam: AchternaamstudentVoorlettersstudentPlanK1.docx

In het onderzoeksplan wordt verslag gedaan van de voortzetting van de probleemverkenning

en van de uitvoering van het onderzoek. Dit plan omvat de volgende onderdelen (zie ook het

feedforwardformulier onderzoeksplan bijlage 7):

- Aanleiding en context

- Beschrijving van het probleem

- Theoretisch kader: begrippen en bespreken perspectieven

- Vraagstelling, deelvragen en doelstelling

- Bespreking en verantwoording van de onderzoeksgroepen

- Bespreking en verantwoording van de onderzoeksmethode(n)

- Bespreking en verantwoording van de onderzoeksinstrumenten

- Bespreking en verantwoording van de beoogde analyse van verzamelde gegevens

- Een uitwerkte planning van het onderzoek per week.

- Bronnenlijst

Page 28: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

28

BIJLAGE 5C FORMAT ONDERZOEKSVERSLAG

Het onderzoeksverslag is voorzien van/ voldoet aan:

Een voorblad met de volgende gegevens:

- Logo HAN aangevuld met logo school/scholengroep

- naam, studentnummer en e-mailadres student

- studierichting m.v.v. vt/dt

- naam en e-mailadres studieloopbaanbegeleider

- naam van de school / onderzoekscontext

- naam en e-mailadres van de begeleider ILS

- naam en e-mailadres van de begeleider school

- Titel van het onderzoek

- datum.

Vormeisen:

- Het document is in word opgemaakt en heeft de volgende naam: AchternaamstudentVoorlet-

tersstudentBAPS.docx (voorbeeld onderzoeksverslag van Marie Janssen: Janssen-

MBAPS.docx)

- Gebruikt lettertype Arial, lettergrootte 10, regelafstand 1

- Omvang (8000-15.000 woorden / 15-30 A4 +/-10% exclusief inhoudsopgave, bronvermeldin-

gen, literatuurlijst en bijlagen)

- Voorzien van een inhoudsopgave

- Voorzien van een samenvatting

- Voorzien van paginanummering

- Verwezen volgens APA-richtlijnen

- Taal is op Hbo-niveau (zie bijlage 8 en het beoordelingsformulier in bijlage 7 voor een toelich-

ting)

- Betrokkenheid belanghebbende en kennisdeling is aantoonbaar

- Reflectie op het proces en resultaat is bijgevoegd

- De feedforwards zoals ontvangen op het onderzoeksvoorstel en plan zijn een bijlage

- Ethiek en onafhankelijkheid (zie beoordelingsformulier in bijlage 7 voor een toelichting)

In het onderzoeksverslag wordt verslag gedaan van het geheel aan probleemverkenning, van

de uitvoering van het onderzoek en van de opbrengst van het onderzoek. Dit verslag omvat de

volgende onderdelen:

- Samenvatting van het onderzoek

- Aanleiding en context

- Theoretisch kader: begrippen en bespreken van perspectieven

- Vraagstelling en doelstelling

- Onderzoeksgroepen

- Onderzoeksmethode(n)

- Onderzoeksinstrumenten

- Wijze van dataverzameling

- Wijze van analyse van verzamelde gegevens

- Resultaten

- Conclusie

- Discussie

- Reflectie

- Bijlagen

Page 29: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

29

De hoofdstukindeling ziet er bij voorkeur als volgt uit:

1. Samenvatting: samenvatting van het onderzoek (doel, vraag, opzet, resultaten en conclusie)

maximaal 1 a-4.

2. Inleiding:

1 aanleiding en context,

2 beschrijving van het probleem,

3 theoretisch kader (verheldering begrippen en bespreking perspectieven)

4 onderzoeksdoel en onderzoeksvraag (en eventuele deelvragen)

3. Onderzoeksopzet:

1 beschrijving onderzoeksgroep(en),

2 onderzoeksmethoden en instrumenten voor dataverzameling,

3 beschrijving van de wijze van dataverzameling.

4 Beschrijving van de wijze van data-analyse

4. Resultaten: overzichtelijke beschrijving van de resultaten van de analyse van de data

5. Conclusie: samenvatting op hoofdlijnen, beantwoording van de onderzoeksvraag (hoofd- en

deelvragen)

6. Discussie:

1 De reikwijdte en beperkingen van de conclusies worden besproken.

2 Er worden aanbevelingen/suggesties voor de praktijk en, waar mogelijk voor vervolg-

onderzoek, aangedragen en gemotiveerd.

7. Reflectie:

De student kijkt kritisch naar het verloop van het traject in relatie tot het eigen handelen en

maakt hierin de eigen ontwikkeling zichtbaar en verwerkt de reacties van de begeleider(s). Er

worden conclusies verbonden aan de ervaringen van het doen van onderzoek aan de huidige

en/of toekomstige onderwijspraktijk.

8. Bronnenlijst

9. Bijlagen (waaronder in ieder geval de onderstaande onderdelen)

1 Feedforwardformulier onderzoeksvoorstel en onderzoeksplan

2 Bewijs van betrokkenheid belanghebbende en kennisdeling bijvoorbeeld een ppt van

een gehouden presentatie, een artikel, enzovoort.

3 Overige bijlagen (bijvoorbeeld: interviewtopiclijst, vragenlijst, bepaalde ‘ruwe’ data zo-

als: Excel bestand met data of transcript interview)

Page 30: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

30

Titel afstudeeronderzoek

Naam

e-mail

Studierichting (vak + vt/dt)

Studentnummer

Naam school

Naam en e-mailadres begeleider en examinator school

Naam en e-mailadres begeleider ILS-HAN

Naam en e-mailadres examinator ILS-HAN

Naam en e-mailadres studieloopbaanbegeleider

Inleverdatum

Eventueel logo school plaatsen

Page 31: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

31

BIJLAGE 6 PROCEDURES FEEDFORWARD EN BEOORDELEN

Procedure feedforward onderzoeksvoorstel

Het onderzoeksvoorstel is een individuele schriftelijke verslaglegging van de opbrengst van het uitvoe-

ren van de onderzoeksactiviteit ‘oriënteren’. Voor een toelichting op en de omschrijving van de onder-

delen van het onderzoeksvoorstel zie deze studiewijzer afstudeeronderzoek, scholar en de beoorde-

lingsformulieren.

De feedforward op het onderzoeksvoorstel wordt gegeven aan de hand van het feedforwardformulier

‘onderzoeksvoorstel’ .

Het voorstel wordt door de onderzoeksbegeleider van het ILS, in samenspraak met een nog nader in

te richten groep van begeleiders voorzien van feedforward.3

De student krijgt een positief advies wanneer de probleemverkenning, de doelstelling(en) en mogelijke

onderzoeksvragen richting geven voor het uitwerken van het onderzoeksplan.

Gelegenheid 1

Stap Activiteit Periode / deadline Verantwoordelijke

1 De student levert het onderzoeks-

voorstel via de mail in bij zijn on-

derzoeksbegeleider van het ILS.

Deadline 28 september

2015 12.00 uur.

Student

2 De onderzoeksbegeleider van het

ILS geeft, samen met de groep

onderzoeksbegeleiders, feedfor-

ward op het onderzoeksvoorstel.

Binnen 15 werkdagen Onderzoeksbegeleider

3 De onderzoeksbegeleider van het

ILS communiceert de feedfoward

van het onderzoeksvoorstel (eer-

ste gelegenheid) met de student

Binnen 15 werkdagen Onderzoeksbegeleider

Gelegenheid 2

Stap Activiteit Periode / deadline Verantwoordelijke

1 De student levert het onderzoeks-

voorstel via de mail in bij zijn on-

derzoeksbegeleider van het ILS.

Deadline 23 oktober 2015

12.00 uur

Student

2 De onderzoeksbegeleider van het

ILS geeft, samen met de groep

onderzoeksbegeleiders, feedfor-

ward op het onderzoeksvoorstel

Binnen 15 werkdagen Onderzoeksbegeleider

3 De onderzoeksbegeleider van het

ILS communiceert de feedforward

van het onderzoeksvoorstel

(tweede gelegenheid) met de

student

Binnen 15 werkdagen Onderzoeksbegeleider

3 Deze groep van begeleiders wordt samengesteld door de docenten die de reguliere groepsbijeenkomsten onderzoeksbegelei-

ding verzorgen en kan per opleiding of per cluster georganiseerd worden. In deze fase is de feedforward die er vanuit de Aca-

demische Opleidingsschool (AOS) door betrokken onderzoeksbegeleider in de school wordt gegeven nog niet verwerkt in de

procedure. Het ligt voor de hand dat de student bij het onderdeel ‘onderzoekscontext’ verslag doet van de relatie van het geko-

zen onderzoeksthema ten opzichte van de onderzoeksagenda van de school.

Page 32: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

32

Procedure feedforward onderzoeksplan Het onderzoeksplan is een individuele schriftelijke verslaglegging van de opbrengst van het uitvoeren

van de onderzoeksactiviteiten ‘oriënteren, richten en plannen’. Voor een toelichting op en de omschrij-

ving van de onderdelen van het onderzoeksplan zie deze studiewijzer afstudeeronderzoek en scholar.

De feedforward op het onderzoeksplan wordt gegeven aan de hand van het feedforwardformulier

onderzoeksplan

Het plan wordt door twee examinatoren samen voorzien van feedforward. Examinator 1 (E1) van het

ILS, die onafhankelijk van de begeleiding is en examinator 2 (E2), die ook de onderzoeksbegeleider

van het ILS of de school kan zijn.4

De student krijgt een positief advies wanneer het onderzoeksplan, in het licht van de (waar nodig aan-

gescherpte) probleemverkenning, de doelstelling(en) en onderzoeksvraag, voldoende is uitgewerkt

om het onderzoek uit te voeren.

Gelegenheid 1

Stap Activiteit Periode / deadline Verantwoordelijke

1 De student levert via de e-mail het

onderzoeksplan in bij beide examina-

toren

Deadline 30 november

2015 12.00 uur

Student

2 De examinatoren geven feedforward

op het onderzoeksplan en voeren

overleg over de feedforward

Binnen 15 werkdagen Examinator 1 en 2

3 De eerste examinator stuurt via e-

mail het door beide examinatorren

ingevulde en ondertekende feedfor-

wardformulier onderzoeksplan naar

de student en de onderzoeksbegelei-

der(s)

Binnen 15 werkdagen Examinator 1

4 De student bespreekt de feedfoward

op het onderzoeksplan met zijn bege-

leider(s)

n.v.t. Student

Gelegenheid 2

Stap Activiteit Periode / deadline Verantwoordelijke

1 De student levert via de e-mail het onder-

zoeksplan in bij beide examinatoren

Deadline 11 januari

2016 12.00 uur

Student

2 De examinatoren geven feedforward op het

onderzoeksplan

Binnen 15 werkdagen Examinator 1 en 2

3 De eerste examinator stuurt via e-mail het

door beide examinatoren ingevulde en onder-

tekende feedforwardformulier onderzoeks-

plan naar de student en de onderzoeksbege-

leider(s)

Binnen 15 werkdagen Examinator 1

4 De student bespreekt de feedforward op het

onderzoeksplan met zijn begeleider(s)

n.v.t. Student

4 Hier doet zich bij het onderzoeksplan en bij het onderzoeksverslag mogelijk het volgende voor: de student heeft zowel een

onderzoeksbegeleider op het ILS als op de school. De regel is dat de onderzoeksbegeleider op de school fungeert als E2. De

onderzoeksbegeleider op het ILS kan bij eventuele absentie van de onderzoeksbegeleider op de school alsnog worden ge-

vraagd de rol van E2 over te nemen.

Page 33: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

Procedure beoordeling onderzoeksverslag Het onderzoeksverslag is een individuele schriftelijke verslaglegging van de activiteiten zoals vermeld

bij het onderzoeksplan, aangevuld met de activiteiten data verzamelen, (ontwerpen), analyseren, con-

cluderen, rapporteren en presenteren.

Het onderzoeksverslag wordt beoordeeld door gebruik te maken van de beoordelingsformulieren on-

derzoeksverslag E1 en E2.

Het verslag wordt door twee examinatoren afzonderlijk beoordeeld. Dit zijn bij voorkeur dezelfde exa-

minatoren, die ook in een eerder stadium het onderzoeksplan van een feedforward hebben voorzien.

Na het invullen van de formulieren doorlopen E1 en E2 een aantal stappen. In het stroomschema op

pagina 33 staat beschreven welke stappen alle betrokkenen zetten en welke van de vier scenario’s

doorlopen moet worden.

Op pagina 34 tot en met 36 staat vervolgens een toelichting bij het stroomschema gegeven.

Gelegenheid 1

Stap Activiteit Periode /

deadline

Verantwoordelijke

1 De student levert via zijn dpf het onderzoeksverslag

in en stuurt het verslag tevens via de mail naar E1

en E2.

AchternaamstudentVoorlettersstudentBAPSK1.docx

Deadline

11 april

2016 12.00

uur

Student

2 E1 en E2 beoordelen het verslag afzonderlijk en

vullen formulier E1 en E2 in

Binnen 13

werkdagen

Examinator 1 en 2

3 E1 en E2 voeren overleg over de beoordeling

Binnen 13

werkdagen

Examinator 1 en 2

4 Scenario 1, 2, 3 of 4 (zie stroomschema) Binnen 13

werkdagen5

Examinator 1 en 2 en

indien van toepassing

expertbeoordelaar (E3)

Gelegenheid 2

Stap Activiteit Periode / deadline Verantwoor-

delijke

1 De student levert via zijn dpf het onderzoeksverslag in

en stuurt het verslag tevens via de mail naar E1 en E2.

Naamgeving verslag: AchternaamstudentVoorletters-

studentBAPSK2.docx

Deadline 6 juni

2016 12.00 uur

Student

2 E1 en E2 beoordelen het verslag afzonderlijk en vullen

formulier E1 en E2 in

Binnen 13 werkda-

gen

Examinator 1

en 2

3 E1 en E2 voeren overleg over de beoordeling Binnen 13 werkda-

gen

Examinator 1

en 2

4 Scenario 1, 2, 3 of 4 (zie stroomschema) Binnen 13 werkda-

gen6

Examinator 1

en 2 en indien

van toepas-

sing expert-

5 Binnen 15 werkdagen wordt het resultaat aan student verstrekt en in Alluris ingevoerd. Het kan zijn dat er sprake is van een

check op de beoordeling en/of van inwinnen van een advies bij de beoordeling. Indien dit het geval is zal de student binnen 13

werkdagen hiervan op de hoogte worden gebracht door E1. De periode voor beoordelen wordt hierdoor mogelijk met maximaal

5 werkdagen verlengd (tot maximaal 20).

6 Zie voorgaande noot.

Page 34: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

34

beoordelaar

(E3)

Stroomschema beoordeling

Op de volgende pagina staat een stroomschema van de stappen die doorlopen worden nadat zowel

E1 als E2 het beoordelingsformulier hebben ingevuld en met elkaar in overleg zijn gegaan over het

eindcijfer.

Page 35: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

Scenario 1

E1 en E2 komen tot overeenstem-

ming over het eindoordeel en be-

oordelen het onderzoeksverslag

met een 6,5 of hoger.

E1 en E2 ondertekenen digitaal beiden formulier E1.

E1 vult formulier E1 volledig in.

E1 stuurt de volgende formulieren naar [email protected], de onderzoeksbegeleiders en naar

de student:

Formulier E1 inclusief verantwoording eindcijfer

Formulier E2

Het afstudeerverslag met bijlagen

E1 voert het cijfer in in Alluris

De onderzoeksbegeleider voert een gesprek met

de student over de beoordeling.

Scenario 2

E1 en E2 komen tot overeenstem-

ming en beoordelen het onder-

zoeksverslag met een cijfer tussen

een 6,0 tot en met 6,4

Let op: de student wordt pas na een

check door E3 van het eindcijfer op

de hoogte gesteld.

E1 en E2 ondertekenen digitaal beiden

formulier E1.

E1 stuurt vervolgens een mail met daarin

de vraag om een check door E3 en de

volgende formulieren naar afstudeeron-

[email protected]:

Formulier E1 inclusief verantwoording eindcijfer

Formulier E2

Het afstudeerverslag met bijlagen.

E3 voert binnen 5 werkdagen een check op de beoordeling

uit en adviseert E1 en E2. E3 ondertekent bij instemming

formulier E1.

Indien E3 het eindoordeel van E1 en E2 niet onderschrijft,

voert E3 een aanvullende beoordeling uit en geeft een ad-

vies over de beoordeling. Dit advies is zwaarwegend en

vormt de basis voor het aangepaste eindoordeel door E1 en

E2.7

E1 stuurt het door E1, E2 en

E3 ondertekende formulier

E1, formulier E2 en het

onderzoeksverslag naar de

student, de begeleider(s) en

naar afstudeeronder-

[email protected] en voert het

cijfer in in Alluris.

De onderzoeks-

begeleider voert

een gesprek met

de student over de

beoordeling.

Scenario 3

E1 en E2 komen tot overeenstem-

ming en beoordelen het onder-

zoeksverslag met een cijfer lager

dan 6,0.

E1 en E2 ondertekenen digitaal beiden formulier E1.

E1 vult formulier E1 volledig in.

E1 stuurt de volgende formulieren naar [email protected], de onderzoeksbegeleiders en naar

de student:

Formulier E1 inclusief verantwoording eindcijfer

Formulier E2

Het afstudeerverslag met bijlagen

E1 voert het eindcijfer in in Alluris

De onderzoeksbegeleider voert een gesprek met

de student over de beoordeling.

Scenario 4

E1 en E2 komen niet tot overeen-

stemming over het eindoordeel

E1 en E2 ondertekenen beiden formulier E1. E1

stuurt vervolgens een mail met daarin de vraag

om een advies (door E3) en de volgende formu-

lieren naar [email protected]:

Formulier E1

Formulier E2

Het afstudeerverslag met bijlagen.

E3 voert binnen 5 werkdagen een beoordeling uit.

E3 geeft een advies over de beoordeling. Dit advies is

zwaarwegend en vormt de basis voor het eindoordeel

door E1 en E2.

E3 ondertekent digitaal mede formulier E1.8

E1 stuurt het door E1, E2 en

E3 ondertekende formulier E1,

formulier E2 en het onder-

zoeksverslag naar de student,

de begeleider(s) en naar

[email protected]

en voert het cijfer in in Alluris.

De onderzoeks-

begeleider voert

een gesprek met

de student over

de beoordeling.

7 Indien na dit advies geen overeenstemming tussen E1, E2 en E3 bereikt wordt, wordt door E1 de examencommissie om een bindend oordeel gevraagd. Zie voor vervolg de toelichting werkwijze

expertbeoordelaar in deze handleiding.

8 Zie voetnoot bij scenario 2.

Page 36: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

36

Toelichting werkwijze - Elk onderzoeksverslag wordt beoordeeld door twee examinatoren (E1 en E2); dit zijn bij voorkeur

dezelfde examinatoren als bij het onderzoeksplan. De eerste examinator (E1) is de onafhankelijke examinator; de tweede examinator (E2) kan ook begeleider van betreffende afstudeeronderzoek zijn. Onafhankelijke examinator E1 wil in dit geval zeggen dat de examinator geen begeleider is van de student. E1 heeft wel al bij het onderzoeksplan feedforward gegeven op het plan.

- E1 en E2 beoordelen onafhankelijk van elkaar en gebruiken elk een eigen formulier. De formulie-ren staan op scholar en hebben de titel: beoordelingsformulier onderzoeksverslag E1 en beoorde-lingsformulier onderzoeksverslag E 2.

- Per criterium in het beoordelingsformulier worden punten toegekend. Toekenning van punten vindt plaats indien het onderdeel behorende bij het criterium aanwezig is. Ieder criterium wordt becijferd met gebruikmaking van hele cijfers in een range van 1 tot 5 punten (1, 2, 3, 4 of 5 punten). De student heeft het onderzoeksverslag behaald, indien 60% van het totaal te behalen aantal punten is gehaald.

- Beide examinatoren voeren, na individuele beoordeling, een beoordelaarsoverleg. De eerste examinator legt het resultaat vast in een kort verslag, in de hiervoor bestemde ruimte op het be-oordelingsformulier E1. Dit verslag is beknopt geschreven en bevat de essentie van een eventuele discussie tussen examinatoren. Dit verslag is uitgebreider van opzet indien de oordelen naar het inzicht van beide examinatoren uiteen liggen. Uit het verslag moet blijken wat de doorslaggevende argumenten zijn geweest bij de totstandkoming van het gezamenlijke oordeel.

- De student krijgt binnen 15 werkdagen een beoordeling of verneemt binnen 13 werkdagen dat er meer tijd voor de beoordeling nodig is. In dit laatste geval kan het zijn dat de uitslag maximaal 20 werkdagen in beslag neemt.

Wie zijn examinatoren en begeleiders? - E1 (de eerste (onafhankelijke) examinator) is altijd een medewerker van de Faculteit Educatie van

de HAN en door de examencommissie benoemd.

- E2 (de tweede examinator) is een medewerker van de Faculteit Educatie van de HAN en door de examencommissie benoemd als examinator óf is een docent op een (Academische) Opleidings-school (AOS) en door de examencommissie benoemd. Het kan dan gaan om de beoordeling van het afstudeeronderzoek van een student die hij/zij zelf begeleid heeft.

- Zowel docenten op de (Academische) Opleidingsscholen als binnen de Faculteit Educatie bege-leiden studenten bij hun afstudeeronderzoek.

- E3 wordt een expertbeoordelaar genoemd en is altijd een medewerker van de Faculteit Educatie van de HAN en door de examencommissie benoemd als examinator.

Wanneer wordt een expertbeoordelaar (E3) ingeschakeld?

Een expertbeoordelaar (E3) is niet als begeleider bij het betreffende onderzoek betrokken geweest.

In de volgende gevallen is er sprake van de inzet van een experbeoordelaar: - Bij beoordelingen waarvan het oordeel volgens de twee examinatoren uitkomt op een eindcij-

fer tussen 6,0 tot en met 6,4. - Bij onderzoeken waar de twee examinatoren niet tot een eensluidend oordeel en eindcijfer

komen. - Bij kans 2 van een onderzoek waarvan K1 al door een expertbeoordelaar is beoordeeld. - Bij onderzoeken die niet vallen onder de condities zoals bij voorgaand punt vermeld is het

eveneens mogelijk om – indien gewenst – een expertbeoordelaar in te zetten. Bijvoorbeeld bij een behoefte aan een extra controle/check (in geval van twijfel van de examinatoren over toe-kenning van het cijfer).

E3 maakt gebruik van de volgende documenten: - Een volledig ingevuld beoordelingsformulier van de eerste examinator (E1), - Een volledig ingevuld beoordelingsformulier van de tweede examinator (E2), - Het onderzoeksverslag van de student, - Het kijkkader E3 (zie scholar) voor een check op de beoordeling.

Page 37: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

37

De werkwijze van E3 kan leiden tot twee verschillende soorten activiteiten: - Een check op de beoordeling of - Een aanvullende beoordeling leidend tot een advies aan E1 en E2

Check op de beoordeling

Van een check op de beoordeling is sprake als het eindcijfer door E1 en E2 vastgesteld, eensluidend

is. Het kijkkader (zie scholar) biedt de leidraad voor de check. Bij akkoord wordt het beoordelingsfor-

mulier E1 mede digitaal ondertekend door E3. E3 stuurt het ingevulde kijkkader mee ter archivering

naar [email protected] .

Bij twijfel of niet akkoord vindt een aanvullende beoordeling plaats. Deze beoordeling wordt verricht

door dezelfde expertbeoordelaar als die van de check op de beoordeling.

Aanvullende beoordeling

Van een aanvullende beoordeling is sprake als het eindcijfer niet eensluidend is of er twijfel of geen

akkoord wordt uitgesproken naar aanleiding van de check op de beoordeling. Een aanvullende beoor-

deling vindt plaats op basis van het formulier beoordeling onderzoeksverslag.9 De expertbeoordelaar

verstrekt aan E1 en E2 een advies over het eindoordeel. E1 en E2 blijven samen verantwoordelijk

voor de tot standkoming van het eindresultaat.

Zowel de check als de eventueel aanvullende beoordeling dienen binnen vijf werkdagen plaats te

vinden. Het advies en/of het oordeel van E3 is zwaarwegend. Het ingevulde kijkkader of beoordelings-

formulier wordt door E3 ter archivering gestuurd naar [email protected]

Indien na het advies van E3 geen overeenstemming tussen E1 en E2 bereikt wordt, wordt door E1 de

examencommissie om een bindend oordeel gevraagd. E1 stuurt een bericht aan de secretaris van de

examencommissie (mailadres: [email protected]).

Hoe worden de beoordelingsdocumenten verwerkt/geadministreerd?

- E1 is er verantwoordelijk voor dat de student en de begeleiders beide beoordelingsformulieren

(zowel van E1 als van E2) krijgen, waarbij op formulier E1 de verantwoording van het eindcijfer is opgenomen en een digitale handtekening staat van beide examinatoren, indien nodig aangevuld met de digitale handtekening van de expertbeoordelaar.

- De reden dat de student beide beoordelingsformulieren (E1 en E2) krijgt, is om de student volledig inzicht te geven in de beoordeling.

- E1 dient uiteindelijk bij ieder afstudeeronderzoek drie ingevulde formulieren in bij [email protected] (tentamenbureau): de beide beoordelingsformulieren (E1 en E2) waarbij op E1 de verantwoording is opgenomen van het eindcijfer en de digitale handtekening van beide examina-toren (of in het geval van een check op de beoordeling ook de digitale handtekening van E3) en het onderzoeksverslag van de student inclusief bijlagen.

- E3 stuurt het ingevulde kijkkader en of het ingevulde beoordelingsformulier E3 naar [email protected]

- Naamgeving documenten:

Beoordelingsformulier E1: AchternaamstudentVoorletterstudentBAE1K1.docx.

Beoordelingsformulier E2: AchternaamstudentVoorletterstudentBAE2K1.docx.

Onderzoeksverslag student: AchternaamstudentVoorlettersstudentBAPSK1.docx

Kijkkader E3: AchternaamstudentVoorletterstudentBAE3K1.docx

Bij kans 2 wordt in alle vier de formulieren K2 toegevoegd ipv K1: AchternaamstudentVoor-letterstudentBAE1K2.docx.

9 Hiervoor dient hetzelfde formulier als E2 gehanteerd te worden.

Page 38: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

38

Deadlines/inlevermomenten De student mag zijn onderzoeksverslag twee keer per studiejaar ter beoordeling inleveren. De dead-lines voor deze inlevermomenten zijn de volgende: 11 april en 6 juni. Deze deadlines zijn gekozen omwille van (af)studeerbaarheid en werkbaarheid (planning beoordelingen door examinatoren). Inle-veren op andere tijdstippen garandeert niet het tijdig (ten opzicht van afstuderen) kunnen beoordelen. Uiteraard geldt altijd de nakijktermijn.

Page 39: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie

Instituut voor Leraar en School

Beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase 2015-2016 VT-DT

Page 40: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

BIJLAGE 7A FEEDFORWARDFORMULIER ONDERZOEKSVOORSTEL Naam student: _______________________________________ _______________________

E-mailadres student: _________________________________ ________________________

Studierichting (vak + vt/dt): _____________________________ _______________________

Studentnummer: _____________________________________________________________

Naam school: _______________________________________ ________________________

Naam en e-mailadres begeleider school: _________________ _______________________

Naam en e-mailadres begeleider ILS HAN: ________________ _______________________

Naam studieloopbaanbegeleider: _______________________________________________

(Werk)Titel afstudeeronderzoek: _______________________ ________________________

Datum: _____________________________________________ ________________________

Gelegenheid: _______________________________________ ________________________

Voldoende Feedforward

Bronvermeldingen De wijze waarop verwezen wordt naar bron-

nen is volgens APA-richtlijnen.

Taaleisen Het onderzoeksvoorstel bevat een duidelijke

rode draad en gemiddeld genomen niet meer

dan één spel- of taalfout per pagina.

Ethiek De student houdt zich aan de gedragscode/

eisen vanuit de wet op persoonsgegevens.

Betrokkenheid be-

langhebbenden

Over de opzet van het onderzoek is de stu-

dent een open dialoog aangegaan met be-

trokkenen.

Page 41: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

Probleemverkenning

Voldoende Feedforward

Aanleiding, context

en probleem

De aanleiding en context geven duidelijk aan

vanuit welke handelingsverlegenheid / prak-

tijkprobleem en context het onderzoek tot

stand zal komen.

Het probleem en doel van het onderzoek

wordt helder beschreven.

Oriëntatie op bron-

nen en verheldering

begrippen

Er zijn relevante en actuele bronnen gevon-

den om mogelijke oorzaken van en oplos-

singsrichtingen voor het probleem vanuit

verschillende perspectieven te verkennen;

zowel vanuit de literatuur als vanuit de on-

derzoekscontext (praktijksituatie).

Met behulp van literatuur zijn de begrippen

die gebruikt worden in de voorlopige vraag-

stelling beschreven.

Voorlopige onder-

zoeksvraag

De voorlopige onderzoeksvraag wordt on-

derbouwd door de probleemverkenning en

doelstelling van het onderzoek. In een hoofd-

vraag en eventuele deelvragen wordt duide-

lijk naar welke informatie of inzichten wordt

gezocht. Deze vragen zijn via onderzoek te

beantwoorden. Eventuele deelvragen leveren

noodzakelijke gegevens op voor het beant-

woorden van de hoofdvraag.

Page 42: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

Advies:

□ Positief: de uitwerking van de probleemverkenning, de doelstelling(en) en mogelijke onderzoeksvragen geven richting voor het uitwerken van het

onderzoeksplan (zie feedforward). □ Negatief (zie feedforward).

Toelichting Datum en paraaf begeleider/examinator

Page 43: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

BIJLAGE 7B FEEDFORWARDFORMULIER ONDERZOEKSPLAN Naam student: __________________________________________ ____________________

E-mailadres student: ____________________________________ _____________________

Studierichting (vak + vt/dt): _____________________________ _______________________

Studentnummer: _____________________________________________________________

Naam school: _____________________________________ __________________________

Naam en e-mailadres begeleider school: __________________ ______________________

Naam en e-mailadres begeleider ILS HAN: _________________ ______________________

Naam studieloopbaanbegeleider: _________________________ _____________________

Naam en e-mailadres 1e examinator: ___________________ _________________________

Naam en e-mailadres 2e examinator: ___________________ _________________________

(Werk)Titel afstudeeronderzoek: __________________ _____________________________

Datum: ___________________________________________ __________________________

Gelegenheid: _________________________________________ ______________________

Ontvankelijkheidseis:

De omvang van het onderzoeksplan voldoet aan de eisen (6-12 A4) In orde / niet in orde

Page 44: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

Criterium

omschrijving Voldaan/niet voldaan Feedforward

Bronvermeldingen De wijze waarop verwezen wordt naar

bronnen is volgens APA-richtlijnen.

Taaleisen Het onderzoeksplan bevat gemiddeld ge-

nomen niet meer dan één spel- of taalfout

per pagina. Daarnaast bevat het plan een

duidelijke rode draad en is het logisch op-

gebouwd. Alinea’s zijn verbonden tot een

coherent geheel. Relaties tussen tekstde-

len (alinea’s, paragrafen, hoofdstukken)

worden gelegd. Verbindings- en verwijs-

woorden worden juist gebruikt. Het plan is

afgestemd op het doel (i.e. de lezer ervan

overtuigen dat het onderzoek relevant,

onderzoekbaar en uitvoerbaar is).

Ethiek en

onafhankelijkheid

De student houdt zich aan de gedragsco-

de/ eisen vanuit de wet op persoonsgege-

vens.

De student laat overwegingen van ethiek

en onafhankelijkheid meewegen bij alle

stappen van het onderzoek

Betrokkenheid be-

langhebbenden

Over de opzet van het onderzoek is de

student een open dialoog aangegaan met

betrokkenen.

Planning Er is een uitgewerkte en realistische plan-

ning van het onderzoek per week opgeno-

men.

Page 45: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

1.Probleemverkenning Voldoende Goed Feedforward

1.1 Aanleiding, con-

text en probleem

De aanleiding en context geven duidelijk

aan vanuit welke handelingsverlegenheid /

praktijkprobleem en context het onderzoek

tot stand is gekomen.

Het probleem wordt helder beschreven

Vorige +

De beschrijving is kernachtig geschreven.

1.2 Theoretisch kader:

begrippen

Met behulp van literatuur zijn de begrippen

die gebruikt worden duidelijk beschreven

en/of gedefinieerd.

Vorige +

Diverse interpretaties van begrippen in de

literatuur worden tegen elkaar afgewogen om

tot een werkdefinitie te komen.

1.3 Theoretisch kader:

bespreking van per-

spectieven

De probleemverkenning is een samenhan-

gend logisch betoog. Er zijn relevante en

actuele bronnen gebruikt om het probleem

te verkennen.

Mogelijke oorzaken van en oplossingsrich-

tingen voor het probleem worden vanuit

verschillende perspectieven verkend: zowel

vanuit de literatuur als vanuit de onder-

zoekscontext (praktijksituatie). De student

maakt op basis van theorie en praktijk een

onderbouwde keuze voor één van de per-

spectieven of een combinatie daarvan, die

leidt tot de onderzoeksvragen.

Er wordt minimaal één op HBO- of weten-

schappelijk onderzoek gebaseerde publica-

tie gebruikt.

Vorige +

De gebruikte bronnen zijn ook internationaal

georiënteerd en geven inzicht in en overzicht

over de diverse (toonaangevende) opvattingen

ten aanzien van het probleem en mogelijke

oplossingen. Theoretische- en praktijkopvat-

tingen worden vanuit een kritische distantie

besproken.

Het betoog is beknopt en precies.

Er worden minimaal twee of meer op HBO- of

wetenschappelijk onderzoek gebaseerde pu-

blicaties gebruikt.

1.4 Onderzoeksvraag De onderzoeksvraag wordt onderbouwd

door de probleemverkenning en doelstel-

ling. In de hoofdvraag en eventuele deel-

vragen is duidelijk naar welke informatie of

inzichten wordt gezocht. Deze vragen zijn

via onderzoek te beantwoorden. Eventuele

deelvragen leveren noodzakelijke gege-

vens op voor het beantwoorden van de

hoofdvraag. De deelvragen hangen onder-

ling samen.

Vorige +

De formulering van de hoofd- en deelvragen is

specifiek en eenduidig. Duidelijk is hoe de

vragen in samenspraak met belanghebbenden

(bijv. opdrachtgever) tot stand zijn gekomen.

Page 46: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

2.Uitvoering van het

onderzoek

Voldoende Goed Feedforward

2.1 De onderzoeks-

groep

De (selectie van) onderzoeksgroep(en) is

beschreven en onderbouwd. Daarbij is

aandacht voor de kenmerken van de on-

derzoeksgroep(en) in relatie tot de onder-

zoeksvraag en/of het onderzoeksdoel.

Vorige +

De (selectie van) de onderzoeksgroep(en) is

verantwoord vanuit criteria zoals representati-

viteit en betrouwbaarheid.

2.2 Onderzoeksme-

thode

De te volgen onderzoeksmethode(n) is

navolgbaar beschreven en passend om de

onderzoeksvraag te beantwoorden. De

gemaakte keuzes in en voor de methode(n)

zijn onderbouwd.

Vorige +

Er is daarbij aandacht voor de beperkingen

van de gekozen werkwijze.

2.3 Instrumenten De in te zetten instrumenten zijn duidelijk

beschreven. De student onderbouwt hoe hij

een bewuste keuze heeft gemaakt uit

meerdere instrumenten. De samenhang

tussen de onderzoeksinstrumenten is dui-

delijk.

Vorige +

Validiteit en betrouwbaarheid van instru-

ment(en) ten aanzien van de onderzoeksvraag

zijn overtuigend en kritisch belicht.

2.4 Dataverzameling De wijze waarop en de mate waarin de

dataverzameling gaat plaats vinden wordt

navolgbaar beschreven evenals mogelijke

knelpunten in de uitvoering. Uit de be-

schrijving van de werkwijze van dataver-

zameling wordt duidelijk dat de student de

gegevens systematisch en doelgericht gaat

verzamelen.

Vorige +

Overwegingen m.b.t. validiteit en betrouw-

baarheid van de opzet worden expliciet be-

sproken.

2.5 Analyse van ver-

zamelde gegevens

De opzet voor data-analyse is navolgbaar

beschreven en verantwoord. Uit de be-

schrijving van de (werkwijze van) analyse

wordt duidelijk dat de student de gegevens

systematisch gaat analyseren.

Vorige +

Overwegingen m.b.t. validiteit en betrouw-

baarheid van de (wijze van) analyse worden

expliciet besproken.

Page 47: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

Advies:

□ Positief: in het onderzoeksplan is de onderzoeksopzet, in het licht van de (waar nodig aangescherpte) probleemverkenning, de doelstelling(en) en

de onderzoeksvraag, voldoende uitgewerkt om het onderzoek verder uit te voeren (zie feedforward). □ Negatief (zie feedforward).

Toelichting Datum en paraaf Examinator 1

Datum en paraaf Examinator 2

Page 48: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

BIJLAGE 7C BEOORDELINGSFORMULIER ONDERZOEKSVERSLAG EXAMINATOR 1 Naam student: ______________________________________ ________________________

E-mailadres student:_________________________________ ________________________

Studierichting (vak + vt/dt): ____________________________ ________________________

Studentnummer: ______________________________________________________________

Naam school: ______________________________________ _________________________

Naam en e-mailadresbegeleider school: ________________ ________________________

Naam en e-mailadresbegeleider ILS HAN: ________________________________________

Naam en e-mailadres studieloopbaanbegeleider: _________________________________

Naam en e-mailadres 1e examinator: ___________________ _________________________

Naam en e-mailadres 2e examinator: ___________________ _________________________

Titel afstudeeronderzoek: ___________________________ __________________________

Datum: ___________________________________ __________________________________

Kans/gelegenheid (K1 of K2): _______________________________ ___________________

Ontvankelijkheidseisen: De ontvankelijkheidseisen worden gecheckt voorafgaande aan de beoordeling. Indien deze niet in orde zijn, kan de beoordeling worden gestaakt.

Het onderzoeksverslag is een individueel tot stand gekomen eindproduct en door middel van Ephorus gecontroleerd

op plagiaat en de uitkomst is in orde10

In orde / niet in orde

De omvang van het onderzoeksverslag voldoet aan de eisen (8000-15000 woorden of 15-30 A4 - +/-10%) In orde / niet in orde

Alle onderdelen van het onderzoeksverslag (zie beoordelingsformulier) zijn aanwezig In orde / niet in orde

10 Bij 0-5% gelijkenis met andere bronnen is geen actie vereist; bij 5-20% aard van de gelijkenissen nagaan; bij >20% gelijkenis nader onderzoek vereist.

Page 49: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

Knock-out criteria

Niet voldaan aan de knock-out criteria betekent automatisch een onvoldoende beoordeling.

Knock-out criteria Beschrijving Voldaan/

Niet vol-

daan

Toelichting

Bronvermeldingen De wijze waarop verwezen wordt naar bronnen (in tekst en literatuurlijst) is

volgens APA-richtlijnen.

Taaleisen Het onderzoeksverslag bevat gemiddeld genomen niet meer dan één spel-

of taalfout per pagina. Daarnaast bevat het verslag een duidelijke rode

draad en is het logisch opgebouwd. Alinea’s zijn verbonden tot een cohe-

rent geheel. Relaties tussen tekstdelen (alinea’s, paragrafen, hoofdstukken)

worden gelegd. Verbindings- en verwijswoorden worden juist gebruikt. Het

verslag is afgestemd op de doelen (i.e. de lezer informeren over de op-

brengsten van het onderzoek11, de lezer overtuigen van de onderzoekende

houding op bachelorniveau12).

Samenvatting

De samenvatting geeft kort en bondig de onderzoekscontext, -vraag en het

onderzoeksdoel weer, en beschrijft welke opbrengsten het onderzoek heeft

opgeleverd.

Betrokkenheid

belanghebbenden

en kennisdeling

(bijlage)

Over de opbrengsten van het onderzoek is de student een open dialoog

aangegaan met betrokkenen (bijv. met collega’s, spd, onderzoeksbegelei-

der, ouders, mentor, bouw, team, evt. externen).

Als bewijs van kennisdeling kan bijvoorbeeld in de bijlage worden opgeno-

men: een verslag van een activiteit, een PowerPointpresentatie, een verslag

door een collega, een publicatie (nieuwsbrief, vaktijdschrift), etc.

11 Waarbij onderscheid is gemaakt tussen theorie, methode, resultaten en conclusie.

12 Zie de eindkwalificaties leerlijn onderzoek Faculteit Educatie.

Page 50: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

Ethiek en onafhan-

kelijkheid bij rap-

porteren van resul-

taten

De student houdt zich aan de gedragscode/ eisen vanuit de wet op per-

soonsgegevens. Dat wil zeggen dat aantoonbaar zorgvuldig en bewust is

omgegaan met persoonlijke gegevens en informatie.

De student laat overwegingen van ethiek en onafhankelijkheid meewegen

bij alle stappen van het onderzoek.

Reflectie op het

doen van praktijk-

gericht onderzoek

De student kijkt kritisch naar het verloop van het traject in relatie tot het

eigen handelen en maakt hierin de eigen ontwikkeling zichtbaar en verwerkt

de reacties van de begeleider(s). Er worden conclusies verbonden aan de

ervaringen van het doen van onderzoek aan de huidige en/of toekomstige

onderwijspraktijk.

Feedforward (bijla-

ge)

De feedforwards op het onderzoeksvoorstel en op het onderzoeksplan zijn

als bijlage toegevoegd.

Page 51: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

1 Probleemverkenning Voldoende (3) Goed (5) Pt Toelichting

1.1 Aanleiding, con-

text en probleem

De aanleiding en context geven duidelijk

aan vanuit welke handelingsverlegenheid /

praktijkprobleem en context het onderzoek

tot stand is gekomen.

Het probleem wordt helder beschreven.

Vorige +

De beschrijving is kernachtig geschreven.

1.2 Theoretisch kader:

begrippen

Met behulp van de literatuur zijn de begrip-

pen die gebruikt worden duidelijk beschre-

ven en/of gedefinieerd.

Vorige +

Diverse interpretaties van begrippen in de lite-

ratuur worden tegen elkaar afgewogen om tot

een werkdefinitie te komen.

1.3 Theoretisch kader:

bespreking van per-

spectieven

De probleemverkenning is een samenhan-

gend logisch betoog. Er zijn relevante en

actuele bronnen gebruikt om het probleem

te verkennen.

Mogelijke oorzaken van en oplossingsrich-

tingen voor het probleem worden vanuit

verschillende perspectieven verkend: zowel

vanuit de literatuur als vanuit de onder-

zoekscontext (praktijksituatie). De student

maakt op basis van theorie en praktijk een

onderbouwde keuze voor één van de per-

spectieven of een combinatie daarvan, die

leidt tot de onderzoeksvragen.

Er wordt minimaal één op HBO- of weten-

schappelijk onderzoek gebaseerde publica-

tie gebruikt.

Vorige +

De gebruikte bronnen zijn ook internationaal

georiënteerd en geven inzicht in en overzicht

over de diverse (toonaangevende) opvattingen

ten aanzien van het probleem en mogelijke

oplossingen. Theoretische- en praktijkopvattin-

gen worden vanuit een kritische distantie be-

sproken.

Het betoog is beknopt en precies.

Er worden minimaal twee of meer op HBO- of

wetenschappelijk onderzoek gebaseerde pu-

blicaties gebruikt.

1.4 Onderzoeksvraag

De onderzoeksvraag wordt onderbouwd

door de probleemverkenning en het onder-

zoeksdoel. In de hoofdvraag en eventuele

deelvragen is duidelijk naar welke informa-

tie of inzichten wordt gezocht. Deze vragen

zijn via onderzoek te beantwoorden. Even-

tuele deelvragen leveren noodzakelijke

gegevens op voor het beantwoorden van

de hoofdvraag. De deelvragen hangen

onderling samen.

Vorige +

De formulering van de hoofd- en deelvragen is

specifiek en eenduidig. Duidelijk is hoe de

vragen in samenspraak met belanghebbenden

(bijv. opdrachtgever) tot stand zijn gekomen.

Page 52: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

2. Uitvoering van het

onderzoek

Voldoende (3) Goed (5) Pt Toelichting

2.1 De onderzoeks-

groep

De (selectie van) onderzoeksgroep(en) is

beschreven en onderbouwd. Daarbij is aan-

dacht voor de kenmerken van de onder-

zoeksgroep(en) in relatie tot de onderzoeks-

vraag en/of het onderzoeksdoel.

Vorige +

De (selectie van) de onderzoeksgroep(en) is

verantwoord vanuit criteria zoals representati-

viteit en betrouwbaarheid.

2.2 Onderzoeksme-

thode

De onderzoeksmethode(n) is navolgbaar

beschreven en passend om de onderzoeks-

vraag te beantwoorden. De gemaakte keu-

zes in en voor de methode(n) zijn onder-

bouwd.

Vorige +

Er is daarbij aandacht voor de beperkingen

van de gekozen werkwijze.

2.3 Instrumenten De gebruikte instrumenten zijn duidelijk be-

schreven. Er wordt onderbouwd hoe een

bewuste keuze is gemaakt uit meerdere in-

strumenten. De samenhang tussen de on-

derzoeksinstrumenten is duidelijk.

Vorige +

Validiteit en betrouwbaarheid van instru-

ment(en) ten aanzien van de onderzoeksvraag

zijn overtuigend en kritisch belicht.

2.4 Dataverzameling

De wijze waarop en de mate waarin de data-

verzameling heeft plaatsgevonden wordt

navolgbaar beschreven evenals aanpassin-

gen of knelpunten in de uitvoering. Uit de

beschrijving van de werkwijze van dataver-

zameling wordt duidelijk dat de student de

gegevens systematisch en doelgericht heeft

verzameld.

Vorige +

Overwegingen m.b.t. validiteit en betrouwbaar-

heid van de opzet worden expliciet besproken.

2.5 Analyse van

verzamelde gege-

vens

De data-analyse is navolgbaar beschreven

en verantwoord. Uit de beschrijving van de

(werkwijze van) analyse wordt duidelijk dat

de student de gegevens systematisch heeft

geanalyseerd. Data-analysetechnieken zijn

correct uitgevoerd.

Vorige +

Overwegingen m.b.t. validiteit en betrouwbaar-

heid van de (wijze van) analyse worden expli-

ciet besproken.

Page 53: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

3. Opbrengst van

het onderzoek

Voldoende (3) Goed (5) Pt Toelichting

3.1 Resultaten

De resultaten worden overzichtelijk weergege-

ven en beschreven, op een manier die past bij

de verzamelde gegevens en de onderzoeks-

vraag.

De resultaten worden beknopt, precies en

overzichtelijk weergegeven en in samenhang

beschreven, op een manier die past bij de

verzamelde gegevens en de onderzoeksvraag.

3.2 Conclusies Er is onderscheid tussen conclusies en resulta-

ten. Conclusies vloeien logisch voort uit de

resultaten en geven een antwoord op de on-

derzoeksvraag. Er is aandacht voor opvallende

resultaten (waar van toepassing).

Vorige +

Validiteit en betrouwbaarheid van de resultaten

worden expliciet betrokken in de conclusie. De

bespreking van de conclusies is volledig en

nauwkeurig.(Opvallende) resultaten worden

kritisch beschouwd en er wordt geprobeerd de

resultaten te verklaren.

3.3 Discussie Conclusies worden in relatie gebracht met de

probleemverkenning en de onderzoeksopzet.

De reikwijdte en beperkingen van de conclu-

sies worden besproken. Er worden aanbeve-

lingen/suggesties voor de praktijk en, waar

mogelijk voor vervolgonderzoek, aangedragen

en gemotiveerd. De aanbevelingen sluiten aan

op de probleemstelling.

Vorige +

Conclusies worden, mede aan de hand van

recente en relevante bronnen, gerelateerd aan

een bredere context dan de onderzochte prak-

tijksituatie.

Aanbevelingen voor de praktijk en (indien rele-

vant) suggesties voor vervolgonderzoek wor-

den onderbouwd.

4. Proces

Voldoende (3) Goed (5) Pt Toelichting

Page 54: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

4.1 Proces: werk-

wijze en onderzoe-

kende houding13

De student heeft het onderzoek zelfstandig

uitgevoerd en in voldoende mate eigen initiatief

en een onderzoekende houding getoond in

planning, opzet, uitvoering en reflectie van het

onderzoek.

Feedback van de begeleider(s) is naar beste

vermogen toegepast.

Onder een onderzoekende houding worden in

navolging van Bruggink en Harinck (2012) de

volgende kenmerken verstaan: nieuwsgierig

zijn, een open houding hebben, kritisch zijn,

willen begrijpen, bereid zijn tot perspectiefwis-

seling, afstand nemen van routines, gericht zijn

op bronnen, gericht zijn op iets zeker willen

weten en het willen delen van kennis met an-

deren.

Vorige+

Student heeft grote mate van initiatief, zelf-

standigheid en een onderzoekende houding

getoond in het uitvoeren en plannen van het

onderzoek. Begeleidingsgesprekken zijn door

de student goed voorbereid en feedback en

afspraken zijn door de student telkens helder

vastgelegd en nageleefd.

13Proces en werkwijze beoordelen veronderstelt dat de begeleider gedurende het begeleidingsproces systematisch informatie verzamelt en administreert over de inzet van de student. Dit criterium

kan daarom alleen door de begeleider van het onderzoek worden beoordeeld en niet door een onafhankelijk beoordelaar. E1 neemt de beoordeling van E2 hier over.

Page 55: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

Cijferbepaling:

□ De ontvankelijkheidseisen zijn niet in orde: onvoldoende, eindcijfer 1.

□ Niet voldaan aan één of meerdere knock-out criteria: onvoldoende, eindcijfer 1

□ De ontvankelijkheidseisen zijn in orde, de knock-outcriteria zijn voldaan en alle onderdelen van het verslag zijn aanwezig: het eindcijfer wordt be-

rekend (totaal aantal gegeven punten gedeeld door 6,5).

Totaal aantal punten: Voorlopig cijfer:

Toelichting:

Verantwoording totstandkoming eindcijfer (alleen formulier examinator 1)14:

Datum en digitale handtekening Examinator 1

Datum en digitale handtekening Examinator 2

Datum en digitale handtekening Expertbeoorde-

laar (E3)

(Indien van toepassing)

Eindcijfer:

14 Indien E1 en E2 tot een verschillend oordeel zijn gekomen, wordt hieronder beknopt schriftelijk toegelicht waarom en hoe gekozen is voor het gezamenlijke eindcijfer zoals weergegeven rechtson-

der op het formulier. Denk aan een toelichting op de criteria waarop verschillende oordelen zijn geveld en de gezamenlijke beslissing die vervolgens is genomen. In deze verantwoording dient duide-

lijk te worden wat doorslaggevende argumenten zijn geweest bij de totstandkoming van het eindoordeel.

Page 56: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...
Page 57: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

BIJLAGE 7D BEOORDELINGSFORMULIER ONDERZOEKSVERSLAG EXAMINATOR 2

Naam student: _______________________________________ _______________________

E-mailadres student: ________________________________ _________________________

Studierichting (vak + vt/dt): ___________________________ _________________________

Studentnummer: ______________________________________________________________

Naam school: ______________________________________ _________________________

Naam en e-mailadresbegeleider school: ________________ ________________________

Naam en e-mailadresbegeleider ILS HAN: __________________ _____________________

Naam en e-mailadres studieloopbaanbegeleider: _________________________________

Naam en e-mailadres 1e examinator: ___________________ _________________________

Naam en e-mailadres 2e examinator: _____________________ _______________________

Titel afstudeeronderzoek: ____________________________ _________________________

Datum: ____________________________________________ _________________________

Kans/gelegenheid (K1 of K2): ________________________________ __________________

Ontvankelijkheidseisen: De ontvankelijkheidseisen worden gecheckt voorafgaande aan de beoordeling. Indien deze niet in orde zijn, kan de beoordeling worden gestaakt.

Het onderzoeksverslag is een individueel tot stand gekomen eindproduct en door middel van Ephorus gecontroleerd

op plagiaat en de uitkomst is in orde15

In orde / niet in orde

De omvang van het onderzoeksverslag voldoet aan de eisen (8000-15000 woorden of 15-30 A4 - +/-10%) In orde / niet in orde

Alle onderdelen van het onderzoeksverslag (zie beoordelingsformulier) zijn aanwezig In orde / niet in orde

15 Bij 0-5% gelijkenis met andere bronnen is geen actie vereist; bij 5-20% aard van de gelijkenissen nagaan; bij >20% gelijkenis nader onderzoek vereist.

Page 58: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

Knock-out criteria

Niet voldaan aan de knock-out criteria betekent automatisch een onvoldoende beoordeling.

Knock-out criteria Beschrijving Voldaan/

Niet vol-

daan

Toelichting

Bronvermeldingen De wijze waarop verwezen wordt naar bronnen (in tekst en literatuurlijst) is

volgens APA-richtlijnen.

Taaleisen Het onderzoeksverslag bevat gemiddeld genomen niet meer dan één spel-

of taalfout per pagina. Daarnaast bevat het verslag een duidelijke rode

draad en is het logisch opgebouwd. Alinea’s zijn verbonden tot een cohe-

rent geheel. Relaties tussen tekstdelen (alinea’s, paragrafen, hoofdstukken)

worden gelegd. Verbindings- en verwijswoorden worden juist gebruikt. Het

verslag is afgestemd op de doelen (i.e. de lezer informeren over de op-

brengsten van het onderzoek16, de lezer overtuigen van de onderzoekende

houding op bachelorniveau17).

Samenvatting

De samenvatting geeft kort en bondig de onderzoekscontext, -vraag en het

onderzoeksdoel weer, en beschrijft welke opbrengsten het onderzoek heeft

opgeleverd.

Betrokkenheid

belanghebbende

en kennisdeling

(bijlage)

Over de opbrengsten van het onderzoek is de student een open dialoog

aangegaan met betrokkenen (bijv. met collega’s, spd, onderzoeksbegelei-

der, ouders, mentor, bouw, team, evt. externen).

Als bewijs van kennisdeling kan bijvoorbeeld in de bijlage worden opgeno-

men: een verslag van een activiteit, een PowerPointpresentatie, een verslag

door een collega, een publicatie (nieuwsbrief, vaktijdschrift), etc.

16 Waarbij onderscheid is gemaakt tussen theorie, methode, resultaten en conclusie.

17 Zie de eindkwalificaties leerlijn onderzoek Faculteit Educatie.

Page 59: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

Ethiek en onafhan-

kelijkheid bij rap-

porteren van resul-

taten

De student houdt zich aan de gedragscode/ eisen vanuit de wet op per-

soonsgegevens. Dat wil zeggen dat aantoonbaar zorgvuldig en bewust is

omgegaan met persoonlijke gegevens en informatie.

De student laat overwegingen van ethiek en onafhankelijkheid meewegen

bij alle stappen van het onderzoek.

Reflectie op het

doen van praktijk-

gericht onderzoek

De student kijkt kritisch naar het verloop van het traject in relatie tot het

eigen handelen en maakt hierin de eigen ontwikkeling zichtbaar en verwerkt

de reacties van de begeleider(s). Er worden conclusies verbonden aan de

ervaringen van het doen van onderzoek aan de huidige en/of toekomstige

onderwijspraktijk.

Feedforward (bijla-

ge)

De feedforwards op het onderzoeksvoorstel en op het onderzoeksplan zijn

als bijlage toegevoegd.

Page 60: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

1 Probleemverkenning Voldoende (3) Goed (5) Pt Toelichting

1.1 Aanleiding, con-

text en probleem

De aanleiding en context geven duidelijk

aan vanuit welke handelingsverlegenheid /

praktijkprobleem en context het onderzoek

tot stand is gekomen.

Het probleem wordt helder beschreven.

Vorige +

De beschrijving is kernachtig geschreven.

1.2 Theoretisch kader:

begrippen

Met behulp van de literatuur zijn de begrip-

pen die gebruikt worden duidelijk beschre-

ven en/of gedefinieerd.

Vorige +

Diverse interpretaties van begrippen in de lite-

ratuur worden tegen elkaar afgewogen om tot

een werkdefinitie te komen.

1.3 Theoretisch kader:

bespreking van per-

spectieven

De probleemverkenning is een samenhan-

gend logisch betoog. Er zijn relevante en

actuele bronnen gebruikt om het probleem

te verkennen.

Mogelijke oorzaken van en oplossingsrich-

tingen voor het probleem worden vanuit

verschillende perspectieven verkend: zowel

vanuit de literatuur als vanuit de onder-

zoekscontext (praktijksituatie). De student

maakt op basis van theorie en praktijk een

onderbouwde keuze voor één van de per-

spectieven of een combinatie daarvan, die

leidt tot de onderzoeksvragen.

Er wordt minimaal één op HBO- of weten-

schappelijk onderzoek gebaseerde publica-

tie gebruikt.

Vorige +

De gebruikte bronnen zijn ook internationaal

georiënteerd en geven inzicht in en overzicht

over de diverse (toonaangevende) opvattingen

ten aanzien van het probleem en mogelijke

oplossingen. Theoretische- en praktijkopvattin-

gen worden vanuit een kritische distantie be-

sproken.

Het betoog is beknopt en precies.

Er worden minimaal twee of meer op HBO- of

wetenschappelijk onderzoek gebaseerde pu-

blicaties gebruikt.

1.4 Onderzoeksvraag

De onderzoeksvraag wordt onderbouwd

door de probleemverkenning en het onder-

zoeksdoel. In de hoofdvraag en eventuele

deelvragen is duidelijk naar welke informa-

tie of inzichten wordt gezocht. Deze vragen

zijn via onderzoek te beantwoorden. Even-

tuele deelvragen leveren noodzakelijke

gegevens op voor het beantwoorden van

de hoofdvraag. De deelvragen hangen

onderling samen.

Vorige +

De formulering van de hoofd- en eventuele

deelvragen is specifiek en eenduidig. Duidelijk

is hoe de vragen in samenspraak met belang-

hebbenden (bijv. opdrachtgever) tot stand zijn

gekomen.

Page 61: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

2. Uitvoering van het

onderzoek

Voldoende (3) Goed (5) Pt Toelichting

2.1 De onderzoeks-

groep

De (selectie van) onderzoeksgroep(en) is

beschreven en onderbouwd. Daarbij is aan-

dacht voor de kenmerken van de onder-

zoeksgroep(en) in relatie tot de onderzoeks-

vraag en/of het onderzoeksdoel.

Vorige +

De (selectie van) de onderzoeksgroep(en) is

verantwoord vanuit criteria zoals representati-

viteit en betrouwbaarheid.

2.2 Onderzoeksme-

thode

De onderzoeksmethode(n) is navolgbaar

beschreven en passend om de onderzoeks-

vraag te beantwoorden. De gemaakte keu-

zes in en voor de methode(n) zijn onder-

bouwd.

Vorige +

Er is daarbij aandacht voor de beperkingen

van de gekozen werkwijze.

2.3 Instrumenten De gebruikte instrumenten zijn duidelijk be-

schreven. Er wordt onderbouwd hoe een

bewuste keuze is gemaakt uit meerdere in-

strumenten. De samenhang tussen de on-

derzoeksinstrumenten is duidelijk.

Vorige +

Validiteit en betrouwbaarheid van instru-

ment(en) ten aanzien van de onderzoeksvraag

zijn overtuigend en kritisch belicht.

2.4 Dataverzameling

De wijze waarop en de mate waarin de data-

verzameling heeft plaatsgevonden wordt

navolgbaar beschreven evenals aanpassin-

gen of knelpunten in de uitvoering. Uit de

beschrijving van de werkwijze van dataver-

zameling wordt duidelijk dat de student de

gegevens systematisch en doelgericht heeft

verzameld.

Vorige +

Overwegingen m.b.t. validiteit en betrouwbaar-

heid van de opzet worden expliciet besproken.

2.5 Analyse van

verzamelde gege-

vens

De data-analyse is navolgbaar beschreven

en verantwoord. Uit de beschrijving van de

(werkwijze van) analyse wordt duidelijk dat

de student de gegevens systematisch heeft

geanalyseerd. Data-analysetechnieken zijn

correct uitgevoerd.

Vorige +

Overwegingen m.b.t. validiteit en betrouwbaar-

heid van de (wijze van) analyse worden expli-

ciet besproken.

Page 62: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

3. Opbrengst van

het onderzoek

Voldoende (3) Goed (5) Pt Toelichting

3.1 Resultaten

De resultaten worden overzichtelijk weergege-

ven en beschreven, op een manier die past bij

de verzamelde gegevens en de onderzoeks-

vraag.

De resultaten worden beknopt, precies en

overzichtelijk weergegeven en in samenhang

beschreven, op een manier die past bij de

verzamelde gegevens en de onderzoeksvraag.

3.2 Conclusies Er is onderscheid tussen conclusies en resulta-

ten. Conclusies vloeien logisch voort uit de

resultaten en geven een antwoord op de on-

derzoeksvraag. Er is aandacht voor opvallende

resultaten (waar van toepassing).

Vorige +

Validiteit en betrouwbaarheid van de resultaten

worden expliciet betrokken in de conclusie. De

bespreking van de conclusies is volledig en

nauwkeurig.(Opvallende) resultaten worden

kritisch beschouwd en er wordt geprobeerd de

resultaten te verklaren.

3.3 Discussie Conclusies worden in relatie gebracht met de

probleemverkenning en de onderzoeksopzet.

De reikwijdte en beperkingen van de conclu-

sies worden besproken. Er worden aanbeve-

lingen/suggesties voor de praktijk en, waar

mogelijk voor vervolgonderzoek, aangedragen

en gemotiveerd. De aanbevelingen sluiten aan

op de probleemstelling.

Vorige +

Conclusies worden, mede aan de hand van

recente en relevante bronnen, gerelateerd aan

een bredere context dan de onderzochte prak-

tijksituatie.

Aanbevelingen voor de praktijk en (indien rele-

vant) suggesties voor vervolgonderzoek wor-

den onderbouwd.

4. Proces

Voldoende (3) Goed (5) Pt Toelichting

Page 63: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

4.1 Proces: werk-

wijze en onderzoe-

kende houding18

De student heeft het onderzoek zelfstandig

uitgevoerd en in voldoende mate eigen initiatief

en een onderzoekende houding getoond in

planning, opzet, uitvoering en reflectie van het

onderzoek.

Feedback van de begeleider(s) is naar beste

vermogen toegepast.

Onder een onderzoekende houding worden in

navolging van Bruggink en Harinck (2012) de

volgende kenmerken verstaan: nieuwsgierig

zijn, een open houding hebben, kritisch zijn,

willen begrijpen, bereid zijn tot perspectiefwis-

seling, afstand nemen van routines, gericht zijn

op bronnen, gericht zijn op iets zeker willen

weten en het willen delen van kennis met an-

deren.

Vorige+

Student heeft grote mate van initiatief, zelf-

standigheid en een onderzoekende houding

getoond in het uitvoeren en plannen van het

onderzoek. Begeleidingsgesprekken zijn door

de student goed voorbereid en feedback en

afspraken zijn door de student telkens helder

vastgelegd en nageleefd.

18Proces en inzet beoordelen veronderstelt dat de begeleider gedurende het begeleidingsproces systematisch informatie verzamelt en administreert over de inzet van de student. Dit criterium kan

daarom alleen door de begeleider van het onderzoek worden beoordeeld en niet door een onafhankelijk beoordelaar. E1 neemt de beoordeling van E2 hier over.

Page 64: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

Cijferbepaling:

□ De ontvankelijkheidseisen zijn niet in orde: onvoldoende, eindcijfer 1.

□ Niet voldaan aan één of meerdere knock-out criteria: onvoldoende, eindcijfer 1

□ De ontvankelijkheidseisen zijn in orde, de knock-outcriteria zijn voldaan en alle onderdelen van het verslag zijn aanwezig: het eindcijfer wordt be-

rekend (totaal aantal gegeven punten gedeeld door 6,5).

Totaal aantal punten: Voorlopig cijfer:

Toelichting:

Datum en digitale handtekening Examinator 2

Page 65: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

Bijlage 8 Omschrijving vereist taalniveau De student op hbo- eindniveau:

C1

Alg

em

en

e

om

-

sch

rijv

ing

Kan heldere, goed gestructureerde teksten schrijven over ingewikkelde onderwerpen, waarin de relevante kwesties worden bena-drukt en standpunten uitgebreid worden uitgewerkt en ondersteund met aanvullende punten, redenen en relevante voorbeelden, en afronden met een passende conclusie.

On

derw

erp

Kan teksten schrijven die betrekking hebben op zaken die buiten het eigen kennisgebied liggen en abstract en complex zijn met een specialistisch karakter.

Vo

cab

u-

lair

e

Heeft een goede beheersing van een breed repertoire aan woorden en een goede beheersing van idiomatische uitdrukkingen en uitdrukkingen uit de schrijftaal.

Tekst-

str

uctu

ur

Kan duidelijke, goed gestructureerde teksten schrijven, die getuigen van een goede beheersing van ordeningspatronen, verbindings-woorden en cohesie bevorderende elementen. Kan een complexe gedachtegang goed en helder weergeven. Kan een aanvaardbaar betoog opstellen en voor zijn argumentatie de benodigde ondersteuning leveren.

Reken

ing

ho

ud

en

met

pu

bliek

Kan verschillende registers hanteren en heeft geen moeite om het register aan te passen aan de situatie en het publiek. Kan schrijven in een persoonlijke stijl die past bij de beoogde lezer.

Page 66: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

Do

elg

e-

rich

theid

Kan verschillende schrijfdoelen hanteren en in een tekst combineren: informatie vragen en geven, mening geven, overtuigen, tot handelen aanzetten.

Gra

mm

ati

cale

co

rre

cth

eid

Handhaaft consequent een hoge mate van grammaticale correctheid: fouten zijn zeldzaam en moeilijk aan te wijzen.

Sp

ellin

g e

n

inte

rpu

ncti

e

Kent de spellingregels uit de appendix Taalverzorging19 en past deze toe bij het spellen. Maakt vrijwel geen fouten op het gebied van spelling en interpunctie.

Str

ate

gie

ën

:

pla

nn

en

Kan een plan maken voor een schrijftaak, met daarin een inhoudsopgave en een aanduiding van publiek, doel en genre. Kan criteria formuleren waaraan zijn tekst moet voldoen.

Str

ate

gie

ën

:

mo

nit

ore

n e

n

hers

tell

en

Kan tijdens het schrijven bijhouden of hij zijn plan voor de schrijftaak nog volgt en of dit plan tot het gewenste resultaat leidt dan wel moet worden bijgesteld. Kan na het schrijven een commentaarronde organiseren en zijn tekst bijstellen op grond van het commentaar.

19 De appendix Taalverzorging is te vinden in het document ‘Talige startcompetenties Hoger Onderwijs’ op http://www.taalbeleidhogeronderwijs.org/wp-

content/uploads/2013/01/Talige-startcompetenties-Hoger-Onderwijs1.pdf

Page 67: STUDIEWIJZER Lerarenopleidingen ILS-HAN Onderwijseenheid ...

Taalle

ers

trati

eg

ieën

Zet wat hij bij een schrijftaak heeft geleerd in bij een volgende schrijftaak of bij andere taaltaken. Is niet snel tevreden over het eigen schrijfproduct: oefent in begrijpelijk, origineel en scherp formuleren. Staat open voor opmerkingen over zijn aanpak van de schrijftaak en is bereid van deze feedback te leren. Gebruikt bij het schrijven bewust woorden die hij bij andere taaltaken heeft geleerd. Reflecteert op de vraag of zijn schrijfvaardigheid voldoet aan de eisen die gelden en zo niet, wat hij moet doen om zijn niveau te ver-hogen.

Att

itu

de

Ziet het belang in van een goede taalbeheersing en zet zich ervoor in om door reflectie op zijn taalgebruik zijn niveau van taalbeheer-sing op een steeds hoger plan te brengen. Stelt zichzelf doelen en is niet snel tevreden. Geeft niet snel op als het uitvoeren van een taaltaak moeizaam gaat.

Bron: http://www.taalbeleidhogeronderwijs.org/wp-content/uploads/2013/01/Talige-startcompetenties-Hoger-Onderwijs1.pdf