Download - Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Transcript
Page 1: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Academiejaar 2015-2016

Stagevademecum

BASO

Mentoren BaSO UC Leuven-Limburg, campus Diepenbeek

LERARENOPLEIDING

bachelor secundair onderwijs UC Leuven-Limburg, campus Diepenbeek Agoralaan, gebouw B bus 4, 3590 Diepenbeek Tel.: +32(0)11 180 400 Fax: +32(0)11 180 499

Informatie voor stagescholen in samenwerking met BaSO, campus Diepenbeek

Page 2: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2

Stagevademecum

Mentoren

academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk de praktijkcomponent in hun opleiding wel is. Ze krijgen tijdens de stage-activiteiten de kans om heel wat competenties in authentieke situaties te oefenen en bij te sturen. We hebben gemotiveerde leraren nodig met een sterke persoonlijkheid die over een stevige basiskennis beschikken en daarenboven pedagogisch en (vak)didactisch bekwaam zijn. In onze snel evoluerende maatschappij waar we overspoeld worden door kennis en (digitale) informatie hebben we leraren nodig met een reflectieve ingesteldheid en een onderzoekende houding. Leren is een levenslang proces. De strategische prioriteit ‘samen onderwijs ontwikkelen’ van de groep Lerarenopleiding van de UC Leuven-Leuven stelt het samenwerken in trialoog met leraar in wording, werkveld en opleiding centraal. Leraren opleiden is een ‘gezamenlijke verantwoordelijkheid’. Opleiding, werkveld en leraar in wording zijn de drie partijen die betrokken zijn bij het uitbouwen van de praktijk1. Elke partij voelt zich verantwoordelijk in de vorming van goede leerkrachten. De communicatie tussen opleiding, werkveld en leraar in wording is van cruciaal belang. Hierdoor kennen de verschillende partijen elkaars verwachtingen. Het werkveld biedt binnen zijn krachtige leeromgeving heel wat leerkansen. Leraren in wording nemen deze uitdagingen ten volle aan en geven richting aan hun eigen leerproces rekening houdend met de verwachtingen van de andere partijen maar met respect voor ieders eigenheid. De begeleiding door werkveld en opleiding helpt de leraar in wording bij het structureren van deze ervaringen. Op deze manier leidt reflectief leren tot betekenisvol leren voor leraren in wording. Dit werkt motiverend! In onze opleiding maken we gebruik van het stagevenster waar de competenties die in de stage afgetoetst worden, opgesomd worden. Het venster geeft op een overzichtelijke manier aan welke competenties in een bepaalde stageperiode verworven moeten zijn. Dit document is zowel een richtingaanwijzer voor de student als een bril die mentoren gebruiken om de studenten te begeleiden. Alle feedback- en begeleidingsdocumenten zijn gebaseerd op het stagevenster. Deze feedback worden door de praktijkbegeleiders verwerkt en ingebracht bij de praktijkevaluaties. We kijken alvast uit naar onze samenwerking Aan iedereen een boeiend jaar toegewenst. Tanja Ceux Véronique Punie Opleidingshoofd Teamleider en Stage anker

1 Inspiratiebron: Bogaerts, H., Dehandschutter T., De Ruytter, D., Goossens, K., Maes, G., Smets, L., Witvrouwen, K. (2014). Krachtig worden in samen opleiden: inspiratiegids. Onderzoeksrapport project ‘Samen Opleiden’, departement Lerarenopleiding, KHLeuven (2011-2015).

Page 3: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 3

INHOUDSOPGAVE

Inhoud

Inhoudsopgave ............................................................................................................................................ 3

1 Opleidingsvisie: opleiden tot meesterschap .................................................................................... 4

Authenticiteit ......................................................................................................................................................... 4 Leerrijk ................................................................................................................................................................. 5 Kennis .................................................................................................................................................................. 5 Engagement ......................................................................................................................................................... 5

2 Vakdidactiek: hoe we opleiden ......................................................................................................... 6

3 Het praktijkvenster BaSO: concretisering van de visie ................................................................... 7

1) 6 stages ....................................................................................................................................................... 7 2) 6 thema’s ..................................................................................................................................................... 8 3) Het praktijk- en stagevenster BaSO ............................................................................................................ 9 4) Stagebegeleiding ....................................................................................................................................... 14

4 Evaluatie ............................................................................................................................................ 16

5 Praktische toelichting bij de stages ................................................................................................ 20

1) De didactische ateliers OF1 ....................................................................................................................... 21 2) Assistentstage OF1 ................................................................................................................................... 22 3) De didactische ateliers OF2 ....................................................................................................................... 23 4) Managementstage OF2 ............................................................................................................................. 23 5) Wekelijkse stage OF2 ................................................................................................................................ 24 6) Leeromgevingsstage OF2 ......................................................................................................................... 24 7) Differentiatiestage OF3 .............................................................................................................................. 26 8) Ingroeistage OF3 ....................................................................................................................................... 27 9) Ingroeistage BuSO ................................................................................................................................... 28 10) Werkplekleren ....................................................................................................................................... 28 11) Internationalisering ................................................................................................................................ 29 12) Ingroeistage LO kleuteronderwijs .......................................................................................................... 29 13) De keuze van de stagescholen ............................................................................................................. 30 14) Stageaanvragen .................................................................................................................................... 30

6 Afspraken voor de student ............................................................................................................... 31

1) Algemene afspraken .................................................................................................................................. 31 2) Lessenrooster ............................................................................................................................................ 31 3) Lesvoorbereidingen ................................................................................................................................... 31 4) Begeleidings- en synthesedocumenten ..................................................................................................... 32 5) Specifieke afspraken voor de stage ........................................................................................................... 32 6) Beroepshoudingen..................................................................................................................................... 32

7 Stageondersteuning vanuit BaSO UC Leuven-Limburg, campus Diepenbeek (voorheen KHLim) 34

8 Documenten ...................................................................................................................................... 35

1) Documenten die de mentoren gebruiken ................................................................................................... 35 2) Documenten die de docenten gebruiken ................................................................................................... 35 3) Documenten die de studenten invullen ...................................................................................................... 36

Page 4: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 4

1 OPLEIDINGSVISIE: OPLEIDEN TOT MEESTERSCHAP Door de snel veranderende samenleving ervaren we steeds meer de nood om na te denken over de leraar van de toekomst. Welke leraar heeft de toekomstige maatschappij nodig en welk profiel van afstuderende leerkracht hebben we in de opleidingen dus voor ogen? Hier verwoorden we wat voor ons de essentie is van leraarschap en wat dus van waarde is voor elke leraar. Met deze visie bekennen we kleur: We gaan staan voor wat we belangrijk vinden aan leraarschap binnen onze Limburgse BaSO-opleiding van UC Leuven-Limburg. Deze visie inspireert ons om samen aan de slag te gaan. Liefde en passie voor het vak is een belangrijke ingang om leerlingen te motiveren en te raken. Centraal hierbij staat het begrip meesterschap. We willen studenten opleiden tot een leraar die inzetbaar is in een steeds evoluerende en meer gemondialiseerde omgeving. We hopen studenten te vormen tot personen die steeds zoekend zijn om bij jongeren interesses op te wekken om open naar een onbekende wereld te kijken en deze te durven verkennen. Meesterschap betekent ook dat men als leraar bezorgd is om zijn eigen gedrag, woorden en daden en dat men op intellectueel, moreel en maatschappelijk vlak een inspiratie is voor kinderen en jongeren. We willen de studenten aansporen om weloverwogen beslissingen te nemen om leren bij jongeren op gang te brengen. Daarnaast hopen we ook dat ze hun eigen deskundigheid in dialoog met anderen bevragen en verdiepen. Deze visie kan maar volledig tot zijn recht komen als wij samen met jullie en de studenten op tocht gaan naar

meesterschap.

Authenticiteit

Wat is echtheid?

Wie men is als persoon, waar men voor staat en hoe we in contact treden met anderen, is erg belangrijk als leerkracht. Authentiek zijn betekent: eerlijk zijn en zichzelf zijn, in elke context. ‘What you see is what you get’. Toon wie je zegt in wat je zegt en doet. Wees daarbij ook niet bang om anders te zijn, om buiten de lijntjes te kleuren. Wie men is als persoon, waar men voor staat en hoe men in relatie treedt, beïnvloedt anderen.

Page 5: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 5

Leerrijk Wat doet leren? De grens van het kunnen en kennen is onbereikbaar, maar daarom nog niet onvindbaar. Leren kan maar door te proberen, en antwoorden vindt men pas wanneer men vragen blijft stellen. Leren doet men maar door vaak te vallen en door telkens ook weer op te staan. Wij kiezen radicaal voor een leren dat vertrekt vanuit de leraar die, vanuit een eigen passie voor leren, de grenzen van het kunnen van leerlingen verlegt.

Kennis Wat is expertise? Grondige kennis gaat niet enkel in de breedte, maar ook in de diepte. Echte expertise schuilt even vaak in het zoeken naar antwoorden als in ze trachten te weerleggen. Goede leraren ontwikkelen een stevige inhoudelijke kennisbasis en zijn zich ervan bewust dat kennis steeds in ontwikkeling is. Liefde voor het vak is de basis om bij leerlingen interesse op te wekken. We willen leraren opleiden die inhoudelijk sterk zijn, die vanuit een liefde voor het vak het verschil maken. We vinden ‘grondigheid’ daarbij belangrijk.

Engagement Wat inspireert ons?

Belangrijker dan onze x-factor is datgene wat ons verbindt en menselijk maakt. We bouwen allemaal aan dezelfde toekomst en streven allemaal naar die betere wereld, waarin jongeren gelukkig opgroeien en waarin iedereen recht heeft op goed onderwijs. Tot slot betekent kiezen voor meesterschap dat leraren zich in en doorheen hun kernopdracht engageren voor een betere wereld. In onze lerarenopleiding motiveren we studenten en opleiders om maatschappelijk engagement op te nemen. Bijzondere aandacht gaat steeds uit naar zij die in onze samenleving uit de boot dreigen te vallen. Voor ons gaat het over kiezen voor christelijke waarden, duurzaamheid, diversiteit, gelijke kansen, kritische geest en burgerzin.

Page 6: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 6

2 VAKDIDACTIEK: HOE WE OPLEIDEN

Vorm geven aan de hand van het vak3dactisch model Het vak3dactisch model inspireerde ons om een heldere ordening te geven aan onze opleiding. Het model maakt de samenhang tussen de verschillende opleidingsonderdelen duidelijk. De opleiding bestaat grosso modo uit vier blokken: didactiek, vakkennis, praktijk (stage) en ondersteunende vakken (onderzoeksvaardigheden, ICT, taal en RZL). In dit model wordt vakdidactiek omschreven als de plek waar vakkennis, didactiek (pedagogische modules en agogische vaardigheden) en de praktijk elkaar ontmoeten. Rondom deze kernen geven we ruimte aan vier ondersteunende thema’s: taal, ICT, RZL en onderzoeksvaardigheden. Een evenwichtige opleiding uitbouwen, betekent dus voor ons: • een balans vinden tussen deze elementen; • een opleiding construeren die steeds meer naar het midden van het model evolueert. Didactiek wordt steeds meer geconcretiseerd in vakdidactiek. Zuivere vakstudie evolueert naar een mix van vakstudie en didactiek. Studenten worden pas MEESTERS als ze didactiek, vakkennis, praktijk, taal, ICT, onderzoek en katholieke identiteit met elkaar kunnen verbinden.

Page 7: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Praktijkvademecum OF 3 BaSO 2014-2015 7

3 HET PRAKTIJKVENSTER BASO: CONCRETISERING VAN DE VISIE

1) 6 stages Het beeld hieronder stelt ons gebouw de Ark voor. De zes delen van de Ark symboliseren de zes semesters van de opleiding. De onderste verdieping is semester 1, het bovenste gele segment semester 6. Het algemene opleidingsthema in semester 1 is ‘de leraar’. Daarna volgen de leerling, leren, diversiteit en de grotere context. In semester 6 bewijst de student dat hij competent is om af te studeren. Het laatste beeld van deze rij geeft aan dat we stages zeer belangrijk vinden. Elk venster in het gebouw stelt een stageweek voor. Rechts zie je de namen van de verschillende stageblokken. Elke naam drukt uit waar we de accenten willen leggen.

In semester één bieden we de studenten stagekansen en observatiemomenten aan die onder begeleiding van vakdocenten en pedagoog georganiseerd worden binnen en buiten het didactisch atelier (kleine vensters in het gebouw). Hier spelen de persoonlijke contacten van docenten met het werkveld een belangrijke rol. In semester twee organiseren we naast de ateliers ook een assistentstage gedurende 1 week (groot venster op tweede verdieping). In semester drie staat de managementstage gepland die 2 weken duurt (2 vensters in het gebouw). Enkele vakken, waarbij de klemtoon ligt op het inoefenen van vaardigheden (EL, HB, LO, MECH, MO en VV), hebben een wekelijks stagetraject als managementstage. Iedere week gaan deze studenten dan 1 uur of langer (halve dag) stage lopen in een partnerschool. In semester vier gaan de studenten drie weken op leeromgevingsstage. Drie aaneensluitende weken hebben als voordeel dat ze een grotere veiligheid en continuïteit kunnen ervaren. In semester vijf staat de differentiatiestage gepland die 3 weken duurt (3 vensters in het gebouw). Tijdens dit semester leren ze hoe men door te differentiëren elke leerling tot leren kan brengen. In semester zes groeien de studenten letterlijk uit onze opleiding de werkplek in tijdens de ingroeistage. Deze start na de paasvakantie. In deze context leren ze alle facetten van het leraarschap kennen. Een groep studenten kan – afhankelijk van de eerdere stagescores – in semester zes voor een alternatief traject kiezen.

Werkplekleren: deze studenten hebben in het tweede semester slechts een beperkt aantal opleidingsonderdelen

en contactmomenten in de opleiding en krijgen daardoor ruimte om bijna voltijds te functioneren in de school en zo de stagecompetenties op de werkvloer te verwerven.

Internationalisering: deze studenten doen hun stage en hun studie gedurende het tweede semester in het

buitenland of Wallonië.

Page 8: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 8

BuSO-stage: deze studenten doen hun stage in het tweede semester in het buitengewoon onderwijs.

Kleuterstage: de LO-studenten kunnen hun stage opnemen in het kleuteronderwijs.

2) 6 thema’s Elke stage komt overeen met het thema dat het semester voordien centraal stond in het opleidingsonderdeel “Pedagogische Module”. Deze thematische leerlijn (van ingroeien naar uitgroeien) vind je terug in onderstaand schema.

Tijdens het eerste semester van leggen we het accent op ‘is leraar worden iets voor mij, waartoe willen we opleiden’?

In het tweede semester leert de student de leerling beter kennen en krijgen ze opvoedkundige en

ontwikkelingspsychologische denkkaders aangereikt die je sterker maken in het pedagogische en didactisch verantwoord handelen.

In het derde semester werken de studenten vooral rond klasmanagement en verdiepen de studenten zich in de verschillende

beginsituatiegegevens van leerlingen, stagescholen en leraren.

Tijdens het vierde semester leggen we het accent op het leren van de leerlingen.

Hoe leren leerlingen? Hoe selecteer en orden men inhouden? Hoe evalueert men? Hoe kan men impact op een groep krijgen?

In het vijfde semester werken we rond het thema de leraar en verschillen tussen lerende leerlingen. En hoe gaat

men daar dan mee om? We dagen de studenten uit om diversiteit als een positief en kansen biedend gegeven in de klas te zien.

In het zesde semester laten we de studenten vanuit een breder perspectief naar onderwijs kijken. Hoe ziet het grotere onderwijslandschap eruit? Hoe werk ik samen met de verschillende partners?

Page 9: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 9

3) Het praktijk- en stagevenster BaSO In aansluiting bij de zes stages en de thematische leerlijn werken we met het praktijkvenster. Dit praktijkvenster zien we als

een cruciaal concept van onze competentiegerichte opleiding.

In dit overzichtelijk model (zie volgende pagina) kan men per opleidingsfase lezen wat we minimaal van de studenten verwachten. Zo weten ze waarop ze tijdens hun stage, het lesgeven beoordeeld zullen worden. Ook de zelf- en peerevaluaties

die zij maken zijn gebaseerd op dit stagevenster. Belangrijk voordeel hiervan is de gelijkgerichtheid in het kijken naar

studenten tijdens hun praktijk. Vanuit dit praktijkvenster is na bevraging van het werkveld (mentoren) het stagevenster tot stand gekomen. Dit stagevenster bestaat uit de (deel)competenties waarvan de mentoren hebben aangegeven dat ze deze kunnen evalueren tijdens de respectievelijke stages.

Page 10: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 10

Stagevenster BaSO

OF1 OF2 OF3 De leraar als vakdidactisch expert

selecteert en beheerst de lesgebonden inhouden en vaardigheden

heeft (vak)didactische basiskennis selecteert en concretiseert doelen kan een lesvoorbereiding ontwerpen verankert een les binnen het leerplan

selecteert, beheerst, verbreedt en verdiept lesgebonden inhouden en vaardigheden past (vak)didactische (basis)kennis toe.

kan een lesvoorbereiding ontwerpen vanuit (vak)didactische principes en op basis van een uitgebalanceerde combinatie van werkvormen, inhouden en media (= krachtige leeromgeving1)

selecteert, beheerst, verdiept, verbreedt en actualiseert zijn lesgebonden inhouden en vaardigheden

kan een lesvoorbereiding ontwerpen rekening houdend met verschillen tussen leerlingen en doelgroepen

De leraar als begeleider van leer-en ontwikkelings-processen

kan een eenvoudige lesactiviteit begeleiden kan gekozen werkvormen doelgericht hanteren observeert in functie van de beginsituatie van de klasgroep

kan een lesactiviteit doelgericht begeleiden, afgestemd op de beginsituatie van de klasgroep kan gekozen werkvormen doel- en leerprocesgericht hanteren

kan het leren begeleiden in een krachtige leeromgeving1 rekening houdend met verschillen tussen leerlingen en doelgroepen

De leraar als opvoeder

gaat respectvol om met leerlingen2

creëert een positieve sfeer en relatie

heeft aandacht voor attitudevorming bij leerlingen

creëert een positief leefklimaat voor leerlingen

gaat aan de slag met opgemerkte problemen van leerlingen en klas

De leraar als organisator

verwerft inzicht in de aard en het functioneren van de leerkracht als leider werkt aan het maken van time-en planningsmanagement voor een les kan lichaam en stem passend inzetten hanteert een klasinrichting gericht op leerlingenactiviteiten

ontwikkelt een gepaste leiderschapsstijl³ heeft een goed time-en planningsmanagement in de klas heeft impact met lichaam en stem (als organisator in een les) richt de klas doelgericht in, afgestemd op leerlingactiviteiten maakt werk van opgelegde administratieve taken in de stageschool

zet een gepaste leiderschapsstijl³ in handelt proactief vanuit een efficiënt time- en planningsmanagement heeft impact met lichaam en stem (als organisator) i.f.v. context varieert doelgericht in het opzetten van stimulerende en werkbare klasruimte voert administratieve taken binnen de organisatie van de school correct uit4

Page 11: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 11

De leraar als innovator en onderzoeker

REFLECTIE kan vanuit een reflectiemodel terugblikken op concrete ervaringen

ONDERZOEKER kan relevante bronnen selecteren en met (onderzoeks)vragen aan de slag gaan5 INNOVATOR is op de hoogte van nieuwe/actuele tendensen en past deze toe binnen de opleiding en/of werkplek

REFLECTIE kan vanuit observatie en reflectie situaties creëren om het eigen handelen bij te sturen INNOVATOR kan vernieuwende tendensen gepast inzetten

De leraar als teamspeler met collega’s, ouders, verzorgers en/of externen

ziet de meerwaarde van teamwerk (met mentoren) in

toont engagement en neemt initiatief om met anderen aan de slag te gaan gebruikt overleg- en samenwerkingsmomenten om te reflecteren over eigen pedagogische en (vak)didactische aanpak6 communiceert gepast10

kan in team functioneren neemt deel aan initiatieven van (vak)collega’s communiceert en werkt gepast samen met partners met het oog op het uitbouwen van een netwerk7 gaat professioneel om met informatie

werkt constructief samen in team realiseert (vakoverschrijdende) initiatieven in overleg met collega’s8

ontwikkelt situaties/acties om met anderen in de organisatie aan de slag te gaan9

De leraar als wereldburger

kent de maatschappelijk relevante thema’s in het leerplan van zijn onderwijsvakken en kan deze bij leerlingen doen leven

De leraar als taalleraar

MONDELING hanteert een correcte spreektechniek met aandacht voor articulatie, intonatie, tempo en volume.

hanteert Standaardnederlands, een gevarieerde woordenschat en een vlotte en correcte zinsbouw SCHRIFTELIJK heeft in zijn schriftelijk taalgebruik aandacht voor spelling, interpunctie, Standaardnederlands en een gevarieerde woordenschat TOEGEPAST OP STAGE communiceert mondeling en schriftelijk correct met leerkrachten en leerlingen

TOEGEPAST OP STAGE communiceert mondeling en schriftelijk correct en heeft aandacht voor de taalvaardigheid van de leerlingen12

TOEGEPAST OP STAGE communiceert mondeling en schriftelijk correct en stimuleert een mondelinge en schriftelijke taalontwikkeling bij de leerling13

Page 12: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 12

De leraar als ict-leraar

beheerst de basisvaardigheden ICT: tekstverwerking, presentaties, mail, bestandsbeheer, videobewerking, digitale oefeningen en elektronische leeromgeving

kan de basisvaardigheden ICT (vak)didactisch doelgericht toepassen

kan verworven ICT-vaardigheden optimaal inzetten in functie van het leerproces van leerlingen en de brede context van de school

Beroeps houding

toont een professionele grondhouding o.b.v. verantwoordelijkheid en betrokkenheid: is stipt, leergierig, administratief in orde, ontvankelijk voor feedback, toont inzet en neemt initiatief en is relationeel gericht

breidt zijn professionele grondhouding uit: is kritisch ingesteld, creatief, organisatorisch sterk en flexibel

is vanuit passie voor leraarschap een voorbeeld voor leerlingen

verrijkt zijn professionele grondhouding vanuit authenticiteit14

en engagement14

is vanuit passie voor leraarschap een model voor leerlingen en groeit uit naar meesterschap15

Page 13: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 13

Verklaring van de begrippen van het stagevenster aan de hand van voorbeelden

1. Rijke (realistische) omgeving ontwerpen die uitnodigt tot leerlingenactiviteiten die systematisch het besef van

eigen bekwaamheid bij de leerling ontwikkelen en waarbij ondersteuning door leerkracht of peers voorzien

wordt en die bovendien ruimte biedt om langzamerhand van sturing naar zelfsturing over te gaan.

2. Echt, empathisch en consequent omgaan met leerlingen, positieve interacties tussen de leerkracht en

leerlingen én leerlingen onderling stimuleren en ruimte creëren voor positieve individuele aandacht.

3. Een leiderschapsstijl kiezen die afgestemd is op de groep (o.a. motivatie, bekwaamheid…) en de context

(materiaal, klasgrootte…).

4. Schoolagenda invullen, punten doorgeven, Smartschool gebruiken, handboeken teruggeven aan mentor,

toetsen tijdig verbeteren, bestelformulieren invullen voor praktijkvakken…

5. Correcte en gevarieerde bronvermelding gebruiken in lesvoorbereidingen, betrouwbare informatiebronnen

gebruiken voor lesinhouden… . De student formuleert eigen werkpunten voor een stagemoment en zet hierop

actie (o.a. kleurgebruik in bordschema, ordemaatregelen invoeren in de vorm van afspraken in het begin van

een stageles…).

6. Tijdens (voorbereidingen) voor/tijdens DA, in overleg gaan met medestudenten om zo tot nieuwe inzichten te

komen. Tijdens voorgesprekken met de mentor in overleg gaan om tot nieuwe inzichten te komen. In

gesprekken met mentoren het eigen pedagogisch en didactisch handelen kunnen verwoorden en openstaan

voor andere meningen en ideeën.

7. In overleg gaan met bv. klastitularis, CLB, zorgcoördinator, vakgroep(overleg).

8. Extra leermaterialen aanreiken aan mentoren, middagactiviteiten uitwerken…

9. Meewerken aan en zelf suggesties doen voor opendeurdagen, sportdagen, thema- of projectweken (bv. VOET)

of andere (schoolbrede) initiatieven/activiteiten.

10. Gepast en duidelijk schriftelijk communiceren via mail en mondeling communiceren met vakdocenten,

mentoren en leerlingen (volgens afspraak met vakdocent/mentor en aangepast aan de stagecontext).

11. Voorbeelden zijn o.a. reflecteren over de betekenis, het gevoel of de indruk die het kunstwerk, het gedicht of

het liedje maken op de leerlingen; samen met de leerlingen nadenken over hoe de mens doorheen de

geschiedenis praktische problemen oploste door het toepassen van stellingen en wetten…

12. Herformuleren van het gebruik van onjuiste terminologie door leerlingen of deze laten herformuleren door

leerlingen. In de klas aandacht hebben voor de specifieke, gepaste leesstrategieën bij elk teksttype (een

schema of stappenplan vergt andere leesstrategieën dan een informatief artikel).

13. De principes van taalgericht vakonderwijs toepassen: contextrijk werken, interactie stimuleren (veel

mogelijkheden creëren tot lezen, schrijven, luisteren en spreken) en

voor taalsteun zorgen (bv. Schrijfkaders, sleutelschema’s, corrigerend herhalen, expliciet herhalen van goede formuleringen, expliciet maken van lees- of schrijfstrategieën, teksten toegankelijk maken…). Een voorbeeld is o.a. enerzijds bij taalzwakke leerlingen taalstimulerende interventies doen en anderzijds de taalsterke leerlingen het taalgebruik (terminologie, vakjargon, enz.) helpen te laten expliciteren naar de klas toe.

14. Authenticiteit: eerlijk en zichzelf zijn, in elke context en in relatie met anderen (mentor, leerlingen…).

Engagement: betrokkenheid tonen voor en zich ertoe verbinden om bijzondere aandacht te geven aan zij die uit

de boot dreigen te vallen (leerlingen met leerachterstand, leerlingen met een dysfunctie, andersvaliden…).

15. Passie: dit gaat over het gevoel dat je als mentor hebt als je een begeesterde, gepassioneerde student voor de

klas ziet staan, die zijn leerlingen meeneemt in de wereld van zijn vak en dit met veel overgave doet.

Meesterschap: student profileert zich als (vak)expert én mens.

Voor meer informatie: [email protected]

Page 14: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 14

4) Stagebegeleiding

De weg van de geleidelijkheid

Uit onze visie volgt ook een bepaalde manier om de studenten te begeleiden. In het eerste opleidingsjaar steunt onze Ark volledig op de grond, de verdiepingen van het derde jaar rusten nog maar op 2 pijlers. We laten de studenten geleidelijk aan los.

De pedagoog heeft in de begeleiding een specifieke opdracht. Hij/zij zorgt ervoor dat de studenten over de vakken heen

begeleid worden. Samen met de vakdocenten is hij/zij verantwoordelijk voor de procesevaluatie.

In didactische ateliers die buiten de opleidingsmuren plaatsvinden en tijdens de stages, worden de vakmentoren ook

betrokken om de studenten te begeleiden.

Tijdens de managementstage, leeromgevingsstage en differentiatiestage gebeurt de begeleiding door de

vakdocenten, pedagogen en mentoren.

Tijdens de ingroeistage wordt deze taak overgenomen door een contactpersoon (willekeurige docent van onze

opleiding). Deze contactpersoon zal op basis van het tussentijds evaluatiedocument en de informatie die de vakdocenten en pedagoog over de student gegeven hebben, gesprekken aangaan met de student en de mentoren. Tijdens de ingroeistage worden er geen lesbezoeken meer afgelegd. Als er tussentijds een onvoldoende score behaald werd, wordt hierop een uitzondering gemaakt. Dan krijgt de student tijdens de ingroeistage toch nog een stagebezoek van de begeleidende vakdocenten en pedagoog.

Persoonlijk, betrokken en warm

Sleutelwoorden in de stagebegeleiding zijn persoonlijk, betrokken en warm.

Page 15: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 15

De opleiding wil de studenten vooral een persoonsgerichte begeleiding bieden door in te zoomen op hun kwaliteiten

en talenten, maar ook oog te hebben voor hun werkpunten tijdens de stagemomenten. De vakdocenten en agogen zullen gedurende een volledig academiejaar aan hun zijde staan en ze stimuleren om te

groeien in het lesgeven (betrokken).

Ze engageren zich om de studenten in te zetten voor hun leerproces wat betreft de stagecompetenties en zullen dit met

een open geest en met respect voor hun eigenheid doen (warmte).

Page 16: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 16

4 EVALUATIE Voor de evaluatie wordt er vanuit verschillende bronnen (stagementoren, pedagoog opleiding, vakdidacticus) informatie over je competenties van het praktijkvenster verzameld. Deze info wordt in een evaluatiedocument samengebracht. Dit levert een bepaald profiel op dat gekoppeld wordt aan een cijfer voor de student. Als voorbeeld hebben wij het Praktijkevaluatiedocument van onze tweede opleidingsfase (OF2) opgenomen.

PRAKTIJKEVALUATIEDOCUMENT – OF2

Dit document wordt ingevuld, in SIS, bij de tussentijdse–of eindevaluatie. De competentie “de leraar als vakdidactisch expert” is een breekpuntcompetentie. Concreet betekent dit dat een onvoldoende op deze competentie kan leiden tot een onvoldoende op de praktijkevaluatie. Het niet beheersen van één van de gedragsindicatoren binnen deze competentie is een breekpunt en leidt tot een onvoldoende op niveau van deze competentie. Onderstaande gedragsindicatoren worden in de huidige opleidingsfase geëvalueerd. Ook de indicatoren van de voorgaande opleidingsfase moeten zichtbaar aanwezig blijven. De scoring op de verschillende competenties levert een tussentijdse score (voorlopig voldoende of voorlopig onvoldoende) of een eindscore (/20) op.

Naam student:

Naam docent:

Onderwijsvak:

Competenties VO O NV RV G ZG Werkpunten / Sterke punten A. De leraar als vakdidactisch expert *

- selecteert, beheerst, verbreedt en verdiept

lesgebonden inhouden en vaardigheden

- past (vak)didactische (basis)kennis toe

- kan een lesvoorbereiding ontwerpen vanuit

(vak)didactische principes en op basis van een

uitgebalanceerde combinatie van werkvormen,

inhouden en media (= krachtige leeromgeving)

B. De leraar als begeleider van leer- en

ontwikkelingsprocessen

- kan een lesactiviteit doelgericht begeleiden,

afgestemd op de beginsituatie van de klasgroep

- kan gekozen werkvormen doel- en leerprocesgericht

hanteren

C. De leraar als opvoeder - creëert een positieve sfeer en relatie

- heeft aandacht voor attitudevorming bij leerlingen

Page 17: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 17

D. De leraar als organisator

- ontwikkelt een gepaste leiderschapsstijl

- heeft een goed time-en planningsmanagement in de

klas

- heeft impact met lichaam en stem (als organisator in een les)

- richt de klas doelgericht in, afgestemd op

leerlingactiviteiten

- maakt werk van opgelegde administratieve taken in

de stageschool

E. De leraar als innovator en onderzoeker

- kan citeren en refereren volgens de APA-regels en die

consequent toepassen

- kan relevante bronnen selecteren en met

(onderzoeks)vragen aan de slag gaan

- kan een sterkte-zwakte analyse maken vanuit

systematische reflectie op het eigen handelen

- is op de hoogte van nieuwe/actuele tendensen en past deze toe binnen de opleiding en/of werkplek

F. De leraar als teamspeler met collega’s, ouders, verzorgers en/of externen - kan in team functioneren - neemt deel aan initiatieven van (vak)collega’s

- bedenkt situaties/acties om met anderen in de

organisatie aan de slag te gaan

- communiceert en werkt gepast samen met partners

met het oog op het uitbouwen van een netwerk

- maakt kennis met mogelijke netwerken en diensten

- gaat professioneel om met informatie

G. De leraar als wereldburger - kent de maatschappelijk relevante thema’s in het

leerplan van zijn onderwijsvakken en kan deze bij

leerlingen doen leven

H. De leraar als taalleraar

- communiceert mondeling en schriftelijk correct en heeft aandacht voor de taalvaardigheid van de

leerlingen

I. De leraar als ICT-leraar - kan de basisvaardigheden ICT (vak)didactisch

doelgericht toepassen

Page 18: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 18

J. Beroepshoudingen

- breidt zijn professionele grondhouding uit: is kritisch

ingesteld, creatief, organisatorisch sterk en flexibel

- is vanuit passie voor leraarschap een voorbeeld voor

leerlingen

Synthese:

VO volstrekt onvoldoende NV net voldoende G goed O onvoldoende RV ruim voldoende ZG zeer goed * een onvoldoende op de ‘leraar als vakdidactisch expert’ is een breekpuntcompetentie wat kan leiden tot een onvoldoende op het OPO praktijk.

Naam + handtekening docent:

Datum:

Page 19: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 19

Het vertrekpunt bij de beoordeling van de stages is het praktijkvenster.

Rondom dit praktijkvenster zijn feedback-, evaluatie- en reflectiedocumenten ontwikkeld die congruent en

herkenbaar zijn. Zo proberen we elke feedbackgever vanuit onze gemeenschappelijke bril naar de student, te laten kijken. Tijdens elke stageperiode geven zowel de mentor, vakdocenten en/of pedagoog feedback op het behalen van de praktijkcompetenties. Dit resulteert in een praktijkrapport waarin de feedback en beoordelingen samengebracht worden. Schaalbeoordelingen per competentie leveren samen een profiel op dat in een open gesprek met de betrokken docenten en rekening houdend met een duidelijke en transparante normering een cijfer oplevert. De student kan op basis van dit rapport zijn functioneren in de ‘praktijk’ overzien.

1. In de didactische ateliers van OF1 gebeurt de evaluatie door de vakdidacticus en de pedagoog. Zij vullen samen het

praktijkbeoordelingsformulier in, hetgeen de betrouwbaarheid ten goede komt. Tijdens een stageoverleg worden scores, over de onderwijsvakken heen, bekeken en bediscussieerd. Via consensus, en kijkend naar het praktijkcompetentieprofiel van de student, bekomt elke student een individuele score. Dit stageoverleg met dezelfde procedure herhaalt zich in alle opleidingsfasen.

2. Tijdens OF2 worden er klasbezoeken gedaan door de vakdocenten en pedagogen. De bezoeken hebben een formeel

karakter en bepalen samen met de synthesedocumenten van de mentoren en de stagemap van de student de stagescore van de student.

3. In OF3, en meer in het bijzonder tijdens de ingroeistage, is een contactpersoon verantwoordelijk voor coaching en

beoordeling. Door middel van aanvangs- en eindgesprekken tussen docent en student, en driehoeksgesprekken met de docent, mentoren en student vindt een stagebeoordeling plaats. Tijdens de ingroeistage heeft de student de verantwoordelijkheid om het gesprek aan te sturen.

Page 20: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 20

5 PRAKTISCHE TOELICHTING BIJ DE STAGES

Overzicht planning stages

Page 21: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 21

PRAKTIJK OF1 Tijdens de eerste opleidingsfase hebben de studenten naast de wekelijkse didactische ateliers ook een assistentstage in het tweede semester.

1) De didactische ateliers OF1 Elke student volgt voor elk onderwijsvak een didactisch atelier. Deze ateliers gaan door op dinsdagvoormiddag en worden gepland in het opleidingsinstituut of in de samenwerkende scholen. Tijdens deze ateliers worden vooral training in vaardigheden aangeboden en worden de vakdidactische inzichten toegepast. Dit kan uiteraard best in contact met het beroepsveld. Daarom voorzien we meerdere contacten met stagescholen voor gerichte didactische activiteiten (demonstratie- en proeflessen, doe-activiteiten). De vakdocenten werken waar mogelijk in team en schrijven een leerlijn uit. De agogen ondersteunen de vakdocenten en zorgen voor de didactische integratie door de afstemming op de pedagogische module.

Planning didactische ateliers

Datum Onderwijsvak 1 Datum Onderwijsvak 2

Semester 1 15/09/15 29/09/15 13/10/15 10/11/15 24/11/15 08/12/15 Semester 2 26/01/16 16/02/16 08/03/16 12/04/16 03/05/16 17/05/16

Aardrijkskunde

Semester 1 22/09/15 06/10/15 20/10/15 17/11/15 01/12/15 15/12/15 Semester 2 02/02/16 23/02/16 15/03/16 19/04/16 10/05/16 24/05/16

Bewegingsrecreatie

Biologie

Chemie

Economie

Elektriciteit

Engels Engels

Frans

Fysica

Geschiedenis Geschiedenis

Godsdienst

Handel-Burotica

Informatica Informatica

Lichamelijke opvoeding

Latijn

Mechanica

Muzikale Opvoeding

Nederlands Nederlands

Project Algemene Vakken Project Algemene Vakken

Plastische Opvoeding

Project Kunstvakken

Techniek Techniek

Voeding Verzorging

Wiskunde Wiskunde

Page 22: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 22

2) Assistentstage OF1

25/04/2016 – 29/04/2016 Tijdens deze stage krijgt de student de kans om het vak in de praktijk te leren. Deze stage vindt plaats in het secundair onderwijs.

Stagevolume De activiteiten, in totaal 12 lesuren, worden verdeeld over de twee onderwijsvakken.

Concreet betekent dit dat de student per onderwijsvak:

2u observeert 2u assisteert 2u doet

De vakmentor beslist zelf of de student klaar is om een les zelfstandig te geven. Indien dit niet het geval is, kan de stage beperkt blijven tot observeren en assisteren. Assisteerlessen mogen omgezet worden naar doelessen. Lessen in blokuren, twee opeenvolgende uren, worden als een geheel beschouwd, maar tellen als 2 uren.

Afwijking stage inhoud en volume voor de studenten Lichamelijke Opvoeding

De studenten Lichamelijke Opvoeding doen hun assistenstage in een lagere school. De activiteiten, in totaal 18 lesuren worden verdeeld als volgt:

- 2 u observeren op maandag 21 en/of dinsdag 22 maart 2016 - 2 u assisteren kan vervangen worden door te helpen bij de begeleiding van een sportdag, buitenschoolse

activiteit,… indien deze georganiseerd worden tijdens de stageweek.

- Minstens 6 tot maximum 10 lessen bewegingsopvoeding (1ste - 6de leerjaar). Voor studenten met een 2de onderwijsvak volstaan 6 doelessen, studenten BR worden sterk aangeraden om 10 doelessen te geven.

Page 23: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 23

PRAKTIJK OF2 Tijdens de tweede opleidingsfase komt het oefenen in reële klassituaties op de voorgrond. Naast het didactisch atelier gedurende het hele academiejaar is er een managementstage / wekelijkse stagecircuit in het eerste semester en een leeromgevingstage in het tweede semester. De stageactiviteiten die plaatsvinden in het eerste semester moeten de nodige ervaringen en feedback opleveren om tijdens de leeromgevingstage voluit te gaan.

3) De didactische ateliers OF2 De student volgt voor elk onderwijsvak een didactisch atelier. Tijdens het academiejaar worden per onderwijsvak 18 ateliers van 1,5 uur ingeroosterd. Tijdens deze ateliers worden vooral training in vaardigheden aangeboden en krijgen ze toepassingen van vakdidactische inzichten. Dit kan uiteraard best in contact met het beroepsveld. Daarom voorzien we meerdere contacten met stagescholen voor gerichte activiteiten (demonstratie- en proeflessen, doe-activiteiten).

De vakdocenten werken waar mogelijk didactisch in team en schrijven een leerlijn uit. De pedagogen ondersteunen de vakdocenten en zorgen voor de didactische integratie door de afstemming op de pedagogische module.

4) Managementstage OF2

9/11/2015 – 20/11/2015 De managementstage wordt opgenomen in een secundaire school (eerste en/of tweede graad - ASO, TSO, BSO of KSO) of het volwassenenonderwijs (basiseducatie of secundair volwassenenonderwijs). De managementstage is verplicht voor alle studenten voor beide onderwijsvakken, uitgezonderd de vakken Elektriciteit, Handel-Burotica, Lichamelijke opvoeding, Mechanica, Muzikale opvoeding en Voeding-Verzorging (zie wekelijkse stage OF2). Voor het tweede onderwijsvak sluiten de studenten van deze laatste onderwijsvakken aan bij de managementstage.

Stagevolume De activiteiten, in totaal 22 lesuren, worden verdeeld over de twee onderwijsvakken.

Concreet betekent dit dat de student per onderwijsvak:

1u observeert 3u assisteert 7u doet

Assisteerlessen mogen omgezet worden naar doelessen. Lessen in blokuren, twee opeenvolgende uren, worden als een geheel beschouwd, maar tellen als 2 uren.

Afwijking van stageplaats voor het vak Project Kunstvakken

Studenten PKV kunnen hun stage opnemen in het culturele veld (cultuurcentra, musea, kunsteducatieve vzw’s…). De stageactiviteiten omvatten alle vaardigheden die een kunsteducator in het culturele veld moet inzetten. De stageactiviteiten kunnen doorgaan tijdens de avonduren, in het weekend en in vakantieperiodes. De stageactiviteiten mogen niet samenvallen met lesmomenten of andere verplichte activiteiten van de lerarenopleiding BaSO. Het aantal te presteren uren komt overeen met de andere onderwijsvakken binnen BASO. Een PKV’er moet in het eerste semester van het tweede jaar met andere woorden evenveel observeren, assisteren en doen in het culturele veld. De planning van deze stages wordt bij aanvang van het academiejaar door de betrokken vakdocenten met de studenten afgesproken en geregeld.

Page 24: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 24

5) Wekelijkse stage OF2

Voor volgende vakken is er ter vervanging van de managementstage een oefencircuit op donderdagvoormiddag:

- Elektriciteit

- Handel-Burotica

- Lichamelijke opvoeding

- Mechanica

- Muzikale opvoeding

- Voeding-Verzorging De planning van deze stages wordt in het begin van het academiejaar door de betrokken vakdocenten doorgegeven. De deelname aan de wekelijkse stage is verplicht. Dit houdt in dat als de student deelneemt aan de wekelijkse stage geen stageactiviteit voor het tweede onderwijsvak kan opgenomen worden op donderdagvoormiddag. De student dient dit te communiceren met de stageschool van het tweede vak.

6) Leeromgevingsstage OF2

15/02/2016 t.e.m. 04/03/2016 De leeromgevingstage is verplicht voor alle studenten voor beide onderwijsvakken. De leeromgevingstage wordt opgenomen in een secundaire school (eerste en/of tweede graad - ASO, TSO, BSO of KSO) of het volwassenenonderwijs (basiseducatie of secundair volwassenenonderwijs).

Stagevolume De activiteiten, in totaal 32 lesuren, worden verdeeld over de twee onderwijsvakken.

Concreet betekent dit dat de student per onderwijsvak:

1u observeert 2u assisteert 13u doet

Assisteerlessen mogen omgezet worden naar doelessen. Lessen in blokuren, twee opeenvolgende uren, worden als een geheel beschouwd, maar tellen als 2 uren.

Page 25: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 25

Afwijking van stagevolume voor het vak Voeding-Verzorging

De doestage Voeding-Verzorging wordt gericht op de technische vakken (TV) en praktische vakken (PV) in alle studierichtingen uit het studiegebied Personenzorg, met (huidige) bevoegdheid Huishoudkunde. Voor deze stageperiode wordt er geopteerd voor de eerste graad A- en B- stroom, de tweede graad BSO en TSO. Na te streven verdeling:

- 22 u doen

5 lessen van 1 lesuur: Maatschappelijke en sociale vorming, Personenzorg, Gezondheidsopvoeding , Omgangskunde, Sociale wetenschappen, Toegepaste wetenschappen, Sociale en technische vorming, …

17u PV lessen: ½ Praktijk – voeding, Praktijk – zorg voor leef- en woonsituatie en integrale opdrachten

- 1 praktijkles observeren en een integrale opdracht.

Afwijking stagevolume voor de studenten Lichamelijke Opvoeding

De activiteiten, in totaal 18 lesuren worden verdeeld als volgt:

- 1 u observeren - 1 u assisteren - 16 u doen

Er moeten minstens twee verschillende bewegingsdomeinen aan bod komen tijdens de doelessen. Omwille van het wekelijkse stagecircuit kunnen de studenten (LO-BR) geen stageactiviteiten in de stageschool opnemen op donderdagvoormiddag. Tijdens de leeromgevingstage gaat de wekelijkse stage dus gewoon door. Voor de studenten LO-X zou het kunnen dat de wekelijkse stage tijdens de leeromgevingsstage niet kan plaatsvinden indien het stagerooster dit vereist.

Page 26: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 26

PRAKTIJK OF3

7) Differentiatiestage OF3

26/10/2015 t.e.m. 20/11/2015 De differentiatiestage is verplicht voor alle studenten voor beide onderwijsvakken. Ze nemen deze stage op in een secundaire school (eerste en/of tweede graad - ASO, TSO, BSO of KSO) of het volwassenenonderwijs (basiseducatie of secundair volwassenenonderwijs).

Tijdens eenzelfde academiejaar nemen ze de differentiatiestage en de ingroeistage op in verschillende scholen, maar het is wel mogelijk dat dit scholen zijn binnen dezelfde scholengemeenschap . Werkplekleren is een uitzondering hierop.

Afwijking van stageplaats voor het vak Techniek

Studenten OF3 mogen tijdens de differentiatiestage kiezen of ze hun stage voor techniek in het secundair onderwijs of in de wetenschaps- en techniekacademie lopen.

Stagevolume De activiteiten, in totaal 38 lesuren, worden verdeeld over de twee onderwijsvakken.

Concreet betekent dit dat de student per onderwijsvak:

2u observeert/assisteert 17u doet

Assisteerlessen mogen omgezet worden naar doelessen. Lessen in blokuren, twee opeenvolgende uren, worden als een geheel beschouwd, maar tellen als 2 uren.

Afwijking van stagevolume voor het vak Voeding-Verzorging

De doestage Voeding-Verzorging wordt gericht op de technische vakken (TV) en praktische vakken (PV) in alle studierichtingen uit het studiegebied Personenzorg, met (huidige) bevoegdheid Huishoudkunde. Voor deze stageperiode wordt er geopteerd voor de eerste graad A- en B- stroom, de tweede en derde graad BSO en TSO.

Na te streven verdeling:

22 u doen • 5 lessen van 1 lesuur TV: Personenzorg, Verzorging-voeding (leerplandoelstellingen TV uit het

beroepsgedeelte), Sociale en technische vorming (TW), Sociale wetenschappen, Voeding (TV), Integrale opdrachten.

• 17u PV lessen: Praktijk voeding, Praktijk – Zorg voor leef- en woonsituatie, Verzorging-voeding (leerplandoelstellingen PV uit het beroepsgedeelte), Sociale en technische vorming (realisatietechnieken), Integrale opdrachten.

1 praktijkles observeren en een integrale opdracht

Page 27: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 27

8) Ingroeistage OF3

04/1/2016 t.e.m. 19/2/2016 (voor de studenten met een semestertraject) 11/4/2016 t.e.m. 22/5/2016 De ingroeistage van 6 weken is verplicht voor de studenten voor beide onderwijsvakken met uitzondering van Elektriciteit, Handel-Burotica, Mechanica of Voeding-Verzorging. Deze onderwijsvakken nemen 4 weken stage in een school op en 2 weken in een bedrijf/instelling. Ook de studenten lichamelijke opvoeding- bewegingsrecreatie nemen 4 weken stage op en werken voor BR een evenement uit.

De ingroeistage wordt opgenomen in een secundaire school (eerste en/of tweede graad - ASO, TSO, BSO of KSO) of het volwassenenonderwijs (basiseducatie of secundair volwassenenonderwijs).

Stagevolume De invulling van het stagevolume is de verantwoordelijkheid van de stageschool die hiervoor in overleg treedt met de student. Het is belangrijk dat de stage een brede waaier aan activiteiten bevat die representatief is voor de opdrachten van een beginnend leerkracht. We verwachten dat de student 75% van een voltijdse opdracht van een leerkracht in het secundair onderwijs opneemt. Dit komt neer op:

- 3,5 dagen per week. Anderhalve dag wordt vrijgehouden voor andere taken voor de opleiding BaSO; - Werklast van ongeveer 30 uren per week (lesvoorbereidingen inbegrepen) waarvan +/- 14 uur lesopdrachten

aangevuld met dienstverlenende taken (bvb. vakgroepvergadering, oudercontact, klassenraad… bijwonen; deelname aan/helpen uitwerken van een project in de school…);

- De lesopdracht blijft een belangrijke kerntaak tijdens deze stage. Een minimum van 80 lesuren (verspreid over de 6 weken) voor beide onderwijsvakken is wenselijk. De stageschool bepaalt wel zelf hoe de verhouding tussen deze vakken is.

Afwijking van stageplaats voor het vak Project Kunstvakken

Studenten OF3 mogen tijdens de ingroeistage kiezen of ze hun stage voor PKV in het secundair onderwijs of in

het culturele veld lopen. Een stage binnen een Academie Kunst/Artistieke vaardigheden/… wordt in het laatste jaar

toegestaan.

Afwijking voor de studenten LO-BR

Voor de studenten LO-BR die hun ingroeistage (4 weken) opnemen in het secundair onderwijs geldt volgend stagevolume:

50% van een voltijdse opdracht van een leerkracht in het secundair onderwijs. Dit komt neer op:

- 2,5 dagen per week. Andere tijd wordt vrijgehouden voor andere taken voor de opleiding BaSO. - Werklast van ongeveer 20 uren per week (lesvoorbereidingen inbegrepen) waarvan 10 tot 12 uur effectief

lesopdracht aangevuld met dienstverlenende taken. - Er moeten minstens 3 verschillende bewegingsactiviteiten opgenomen worden. - De lesopdracht blijft een belangrijke kerntaak tijdens deze stage. Een minimum van 40 uur (verspreid over

minstens 4 weken) is wenselijk. Daarnaast werken deze studenten voor BR een evenement uit.

Naast het gewone traject bieden we binnen de opleiding ook volgende mogelijkheden voor de ingroeistage aan:

Page 28: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 28

9) Ingroeistage BuSO

11/4/2016 t.e.m. 22/5/2016 Onder voorwaarden kan de student kiezen voor een ingroeistage in het Buitengewoon Secundair Onderwijs (BuSO).

Deze voorwaarden zijn:

- score ‘DA en stage OF2 en onderwijsvakken OF2: 10/20 of meer - score tussentijdse stage-evaluatie OF3: 10/20 of meer - deelnemen aan coachingsessies BuSO, (studenten die in het semestertraject afstuderen, en een stage in het

BuSO overwegen, dienen de coachingsessies het jaar voordien te volgen. Zij nemen zelfstandig contact op met de verantwoordelijke docent)

- het juiste profiel hebben, nl. flexibel, gemotiveerd, veerkrachtig en creatief zijn.

De keuze van opleidingsvorm in het Buitengewoon Secundair Onderwijs bepaalt de specifieke invulling van de taak. Een duidelijke afbakening wordt vastgelegd tijdens de voorafgaande coachingsessies. De stageschool kan de student flexibel inpassen in het eigen organisatiemodel.

Stagevolume We verwachten dat de student 75% van een voltijdse opdracht van een leerkracht in het BuSO opneemt.

10) Werkplekleren

differentiatiestage van 26/10/2015 t.e.m. 20/11/2015 en ingroeistage van 25/01/2016 t.e.m. 22/5/2016. Het traject werkplekleren bestaat uit een differentiatiestage (3 weken in semester 1) en een ingroeistage (in semester 2) die in eenzelfde school worden opgenomen.

Dit traject houdt in dat de student gedurende een heel academiejaar gebonden is aan eenzelfde school. Hij/zij zal in deze vaste stageschool les geven en daarnaast een dienstverlenend pakket ontwikkelen. Er is een nauwe samenwerking tussen de ‘vaste’ stagescholen en de opleiding. Hij/zij wordt binnen de stageschool gecoacht door de stagecoördinator en mentoren. Vanuit de opleiding wordt hij/zij in team gecoacht. Binnen dit traject bewijst hij/zij zin voor initiatief en samenwerking, zelfstandigheid en beroepscompetenties. De student wordt behandeld als collega en wordt bij alle activiteiten betrokken.

De student kan aan dit traject deelnemen onder bepaalde voorwaarden.

Deze voorwaarden zijn:

- Hij/zij kan zelfstandig werken; - Hij/zij is gemotiveerd en flexibel; - De student behaalde minstens 14/20 voor ‘DA en stage OF2’ EN minimaal 10/20 op elk onderwijsvak; - Als de student 13/20 of 12/20 als score op ‘DA en stage OF2’ behaalde kan er na bindend advies van de

examencommissie en na raadpleging van de vakdocenten en pedagoog toch nog toelating tot werkplekleren gegeven worden;

- De student is verplicht om deel te nemen aan coachingsessies.

Stagevolume

Het stagevolume voor de differentiatiestage is hetzelfde als die van de andere studenten.

Page 29: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 29

Voor de ingroeistage zitten in het pakket van 75% van een voltijdse opdracht de lessen, de lesvoorbereidingen, het

ontwikkelen van het dienstverlenende pakket, andere taken…

Een belangrijk aandeel blijft het geven van voldoende lessen. Een richtlijn hierbij is dat de student minstens 140 uur lesgeeft (verspreid over de twee onderwijsvakken gedurende deze periode).

Hij/zij hoeft niet noodzakelijk voor elk onderwijsvak evenveel te geven. Het is belangrijk hier een gezond evenwicht in te zoeken.

De student mag ook al in het eerste semester ingeschakeld worden. Dit kan dan in het logboek vermeld worden.

11) Internationalisering Indien de student voor het traject internationalisering in aanmerking komt en hiervoor kiest, zal het opleidingsonderdeel stage enkel bestaan uit de differentiatiestage. De studiepunten van de ingroeistage worden dan opgenomen in het opleidingsonderdeel internationalisering. De inhoud van dit opleidingsonderdeel wordt samen met het anker internationalisering bepaald.

Dit traject vindt in het tweede semester plaats.

12) Ingroeistage LO kleuteronderwijs

11/4/2016 t.e.m. 22/5/2016 Onder voorwaarden kan de student kiezen voor een ingroeistage in het kleuteronderwijs. Deze voorwaarden zijn:

- score ‘DA en stage OF2’ en onderwijsvakken OF2: 10/20 of meer - score tussentijdse stage-evaluatie OF3: 10/20 of meer

Stagevolume: (indien het volume niet volledig kan opgenomen worden in het kleuteronderwijs mag dit aangevuld worden met lesuren in het basisonderwijs - minimum 70% van het volume opnemen in het kleuteronderwijs) Voor studenten LO-BR – (4 weken stage + BR-evenement): 50% van een voltijdse opdracht van een leerkracht in het kleuteronderwijs.

Dit komt neer op:

- 2,5 dagen per week. Andere tijd wordt vrijgehouden voor andere taken voor de opleiding BaSO. - Werklast van ongeveer 24 uren per week (lesvoorbereidingen inbegrepen) waarvan 12 uur effectief

lesopdracht. Een minimum van 50 uur (verspreid over minstens 4 weken) is wenselijk.

Page 30: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 30

13) De keuze van de stagescholen De student kiest zelf zijn stagescholen. Voor OF1 moet dit voor 12 december 2015. In OF 2 en 3 gebeurt dit het voorafgaand academiejaar in de maand april/mei en ten allerlaatste voor 21 oktober 2015. Bij de keuze van de stagescholen houdt de student rekening met volgende richtlijnen:

er wordt geen stage gelopen in een school waar ouders, broers of zussen tewerkgesteld zijn;

er wordt in eenzelfde opleidingsjaar in 2 verschillende stagescholen stage opgenomen;

tijdens de volledige opleiding kan men maximaal 2 maal stage opnemen in dezelfde stageschool;

Men kan stage lopen in een middenschool, ASO, TSO, BSO, KSO school rekening houdend met het onderwijsvak.

14) Stageaanvragen Nadat de student een stageschool heeft gekozen, moet hij/zij de stage aanvragen. Dit doet hij/zij als volgt:

Eerst raadpleegt hij/zij de website van deze scholen;

Hij/zij kijkt of het keuzevak in het studieaanbod voorkomt;

Hij/zij raadpleegt de contactgegevens van de school;

Hij/zij leest de informatie over de aanvraagprocedure voor stages / stagiairs lerarenopleiding BaSO.

Daarna kijkt hij/zij op de website van de school welke procedure hij/zij moet volgen om de stageaanvraag te doen.

Er zijn drie mogelijkheden:

De student moet een centrale aanvraag indienen via de stagecel van onze opleiding. Dit kan hij/zij doen door

de kandidatuur in te dienen op SIS. De student neemt zelf in geen geval contact op met een stageschool die werken met centrale aanvragen!

De website van de school verwijst naar een aanvraag via een standaardformulier beschikbaar op de website

van de stageschool. Dan volgt de student de stappen die vermeld worden op de website en vult hij/zij online het aanvraagformulier in. Na ontvangst van een bevestigend antwoord, geeft de student deze school als kandidatuur in op SIS.

De website van de school vermeldt geen te volgen procedures voor stageaanvragen. Dan neemt de student

telefonisch of via mail contact met de stagecoördinator van de school. Na ontvangst van een bevestigend

antwoord, geeft hij/zij deze school als kandidatuur in op SIS (stage informatie systeem).

Vervolgens brengt de student de stageovereenkomst in orde. Hiervoor volgt de student de instructies van de

stageschool. Er is een stageovereenkomst voor de studenten beschikbaar via de communicatiekanalen van de opleiding. De student vult dit in, drukt het 3 maal af en laat het ondertekenen door de verantwoordelijke van de stageschool. Sommige stagescholen hebben hun eigen stageovereenkomsten, die dan uiteraard gebruikt worden.

Page 31: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 31

6 AFSPRAKEN VOOR DE STUDENT De studenten weten dat deze afspraken ook gecommuniceerd zijn met de stagecoördinatoren en -mentoren en dat het niet naleven ervan het stageverloop bemoeilijkt. Het niet nakomen van deze afspraken wordt mee opgenomen in de evaluatie van de student.

1) Algemene afspraken

Alle stageactiviteiten zijn verplicht. Afwezigheid wordt steeds gewettigd met een geldig attest (in geval van

ziekte een doktersattest). Dit attest wordt aan het secretariaat van de lerarenopleiding bezorgd. Alle betrokkenen (stageschool, begeleidende lectoren,…) worden tijdig door de student verwittigd. Gemiste activiteiten worden steeds ingehaald. De student neemt hierbij zelf het initiatief. Bij langdurige ziekte wordt in overleg met de stagecel naar een gepast vervangtraject gezocht.

Tijdens de stage integreert de student zich zoveel mogelijk in de school. Bij de aanvang van de stage maakt

hij/zij kennis met de directie, de stagecoördinator en de stagementoren en men vergeet niet de school te

bedanken aan het einde van de stage. Men tracht ook de info- of opendeurdagen van de stageschool bij te

wonen om op deze wijze kennis te maken met de stageschool.

Het kopiewerk doet de student niet in de stageschool. Het kopiewerk dat uitzonderlijk toch in de stageschool

gedaan wordt probeert de student tot een minimum te beperken en het drukwerk bekostigt hij/zij zelf. De student vraagt voor de aanvang van de stage aan de stagecoördinator naar de gebruiken binnen de schoolinstelling. Hij/zij maakt nooit ongevraagd gebruik van kopieerapparaat of printer.

Als de student een of ander toestel wilt ontlenen uit onze ontleendienst BASO, dan moet hij/zij zich tijdig

informeren naar de mogelijkheden, beschikbaarheid, laten invullen van de nodige formulieren e.d. Ook het leren gebruiken van die toestellen hoort bij een goede voorbereiding. Een reservering dient minstens een week vooraf te gebeuren.

Belangrijk is dat de student in de school herkenbaar is. Hij/zij speldt de studentkaart in een plastieken hoesje

op.

2) Lessenrooster

Het lessenrooster wordt digitaal in het Stage Informatie Systeem (SIS) ingediend.

Het lessenrooster moet voor aanvang van de stage in het bezit zijn van de vakdocenten en pedagoog. De

stage begint te lopen op het moment dat de betrokken lectoren het lessenrooster in hun bezit hebben.

Wijzigingen in het stagerooster worden zo snel mogelijk meegedeeld aan de betrokken docenten en

pedagoog. Als de student dit ruim vooraf weet kan hij/zij de betrokkenen via e-mail verwittigen. In het andere geval neemt hij telefonisch contact op.

Bij het laattijdig indienen van het lessenrooster en/of wijzigingen kunnen de vakdocenten en/of pedagoog aan

de student vragen om extra lessen te geven zodat een lesbezoek mogelijk is.

3) Lesvoorbereidingen

De student bereidt de stagelessen grondig voor. Hiervoor gebruikt hij/zij de lesvoorbereidingsformulieren van het

opleidingsinstituut. Deze lesvoorbereiding wordt steeds voor het begin van de stageles aan de mentor of de

aanwezige vakdocent of pedagoog bezorgd. De student moet maar één exemplaar van de voorbereiding bij hebben. Bij elk voorbereidingsdocument hoort ook een begeleidingsdocument (feedbackdocument mentoren)..

Indien de mentor de lesvoorbereidingen op voorhand wilt inkijken, bezorgt de student deze tijdig aan hem/haar.

Parallellessen moeten niet op een nieuw lesvoorbereidingsformulier gemaakt worden. Men vertrekt van de

originele les en geeft aan welke wijzigingen men op grond van de feedback van de begeleiders en de eigen reflectie heeft gemaakt. Men voorziet wel een nieuw begeleidingsdocument.

Page 32: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 32

4) Begeleidings- en synthesedocumenten Bij elk voorbereidingsdocument hoort ook een begeleidingsdocument (feedbackdocument mentoren). De documenten zijn voor de studenten digitaal ter beschikking. Voor de stage bezorgt de student de stagementoren volgende documenten:

Een begeleidende brief met meer uitleg over de organisatie en doelen van de stage;

Een synthesedocument voor elk onderwijsvak;

Elke lesvoorbereiding wordt vergezeld van een begeleidingsdocument dat ingevuld wordt door de mentor.

5) Specifieke afspraken voor de stage

De student vult de lesvoorbereidingsformulier volledig en correct in:

- Naam, vakken…; - Identificatie van de stageschool: benaming, adres,…(de student vermeldt duidelijk wanneer de stage op twee

locaties doorgaat); - Begin- en einduren van de lessen; - De student duidt aan welke de observatie- en assisteerlessen zijn; - De student vermeldt bij de doelessen: vak, klas, lokaal en naam van de stagementor. - ….

De student vult de hoofding van de begeleidings- en synthesedocumenten voor de stagementoren volledig

en correct in: - Naam, onderwijsvakken…; - Naam van de vakdocent; - Stagevak.

Als een de hoofding van een synthesedocument onvoldoende is ingevuld kan het niet bezorgd worden aan de vakdocenten en pedagoog. Het synthesedocument kan bijgevolg niet verwerkt worden in de evaluatie van Stage en DA OF en heeft ook geen juridische waarde.

6) Beroepshoudingen

Algemeen

Als lesgever heeft de student een voorbeeldrol.

De student gedraagt zich in een stageschool steeds als een toekomstig leraar. Hij/zij past zich daarom aan de heersende schoolcultuur aan: afspraken rond kleding, piercings, verbaal en non-verbaal gedrag worden gerespecteerd.

Feedback na een stageles is zeer belangrijk. Daarom is het noodzakelijk dat de student na de les kan blijven om de les te bespreken. Hij/zij staat open voor feedback en verwerkt die op een positieve manier in de volgende voorbereidingen.

De student heeft respect voor zichzelf, de andere(n) en het andere, concreet bvb. verzorgen van zichzelf, omgangsvormen, zorg voor materialen, media, apparaten…

De visie van opleiding wordt voorgeleefd door: - Zich authentiek op te stellen en te gedragen, ook in moeilijke situaties; - (bredere) leergierigheid te tonen als voorwaarde tot levenslang leren; - Nieuwsgierig te zijn naar de meerwaarde die de mentor kan inbrengen in de didactische discussie; - Te geloven in de kracht van het leren; - Bekommerd te zijn om het kind met leer- en andere problemen.

Page 33: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 33

Omgang

De student verzorgt zijn/haar taal (gesproken en geschreven), ook in de e-mails.

De mentoren spreekt men aan met Mijnheer of Mevrouw (ook in mailverkeer).

De student gedraagt zich correct en volwassen in de leraarsruimte of in de ruimte voor stagiairs.

De student valt de leerkrachten / docenten niet op elk moment van de dag of week "lastig" (bijv. op een zondag, of momenten dat de kans groot is dat er gegeten wordt of tijdens vakanties....).

De stagiair kan geen eisen stellen over de invulling van het stagerooster.

Als er getelefoneerd wordt naar de mentor i.v.m. een les, gebeurt dit niet de avond vóór de te geven les.

De student gaat niet te familiair om met de leerlingen (bijvoorbeeld leerlingen toevoegen op Facebook/sociale media, foto's van activiteiten doorsturen naar de leerlingen, over vriendjes vertellen in de klas ...).

Stiptheid

De student is stipt in het nakomen van afspraken.

Hij/zij is overal op tijd aanwezig.

Tijdens het contactmoment is hij/zij aanwezig in stageschool.

De student geeft tijdig (bij aanvang van de stage) af en hij/zij vult zelf overal de hoofding volledig in.

Voorkomen / kleding

De student draagt aangepaste kleding waarin hij/zij zich goed voelt: geen vrijetijdskledij of studentikoos.

De student informeert naar de schoolcultuur betreffende afspraken i.v.m. kledij en voorkomen.

Eten / drinken / roken

De student eet geen kauwgom.

De student eet en drinkt enkel op de daarvoor voorziene momenten en plaatsen .

Er is steeds een totaal rookverbod in de omgeving van de school. De student houdt zich aan dit verbod;

Onderwijscultuur

In verband met de lessen zelf, verwachten we ook dat de student zich houdt aan de schoolcultuur en de wensen van de mentoren. Dit neemt niet weg dat hij/zij initiatief kan nemen om de lessen iets persoonlijks / creatiefs / eigentijds te geven. Durven experimenteren, maar binnen de krijtlijnen van de afspraken met de mentoren en binnen de perken van wat in die school kan, is aangewezen.

Page 34: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 34

7 STAGEONDERSTEUNING VANUIT BASO UC LEUVEN-LIMBURG, CAMPUS

DIEPENBEEK (VOORHEEN KHLIM)

Stagecoördinatie Assistent-, leeromgeving-, Véronique Punie (Stage anker), management-, differentiatie- Katy Dieryck (stageverantwoordelijke domein beweging), en ingroeistage An Dumoulin (stageverantwoordelijke domein talen),

Miet Gielkens (stageverantwoordelijke domein STEM), Katrien Melotte (stageverantwoordelijke domein handel, welzijn en kunst), Tanja Ceux (opleidingshoofd)

LO-Stage basisschool OF1 Véronique Punie

Katy Dieryck vakdocenten LO

Planning didactisch atelier OF1 Véronique Punie, vakdocenten en OF 2 Wekelijkse stage OF2 respectievelijke vakgroepleden (LO, MO, HB, VV, EL, MECH) BR-stage OF1, 2 en 3 vakdocenten BR Bedrijfsstage OF3 Vakdocenten HB, VV, EL, MECH

STAGECEL BaSO UC Leuven-Limburg, campus Diepenbeek

Opleidingshoofd

Tanja Ceux ([email protected])

Stage-anker

Véronique Punie (vé[email protected])

Stage-verantwoordelijken Domein STEM

(onderwijsvak linkerkolom)

Aardrijkskunde Chemie

Techniek Elektriciteit Informatica Wiskunde

Domein TALEN (onderwijsvak linkerkolom)

Engels Frans

Nederlands

Domein BEWEGING (onderwijsvak linkerkolom)

Lichamelijke Opvoeding

Domein HANDEL, WELZIJN en KUNST

(onderwijsvak linkerkolom)

Handel-Burotica Geschiedenis Godsdienst

Project Algemene vakken

Voeding-Verzorging Muzikale Opvoeding

Plastische Opvoeding

Domein NEXT

Miet Gielkens [email protected]

An Dumoulin [email protected]

Katy Dieryck [email protected]

Katrien Melotte [email protected]

Barbara De Graeve [email protected]

Page 35: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 35

8 DOCUMENTEN Het stagevenster is een visuele voorstelling van de te ontwikkelen competenties per opleidingsfase. Om feedback te geven op het competentieniveau van onze studenten zijn er specifieke documenten ontwikkeld. Deze informatie is te vinden op onze website ‘Informatie voor stagescholen in samenwerking met BaSO, campus Diepenbeek’.’...

1) Documenten die de mentoren gebruiken

Begeleidingsdocument voor mentoren

Dit document bezorgt de student samen met zijn lesvoorbereiding aan de mentor. Na elke les geeft de mentor a.d.h.v. dit document feedback over de competenties. Om aan te geven in welke fase men bepaalde gedragsindicatoren mag verwachten, wordt het stagevenster toegevoegd. Na de stage bezorgt de student per onderwijsvak deze ondertekende documenten (in de stagemap) aan de vakdocent.

Synthesedocument

Het synthesedocument wordt na de stageperiode door de vakmentor(en) ingevuld en digitaal (indien mogelijk

ondertekend) naar het opleidingsinstituut – emailadres [email protected] verstuurd. De competenties, zoals

vermeld bij het feedbackdocument, worden op dit document richtinggevend gescoord. Voor elke stageperiode wordt dit

document aangepast op basis van de te verwerven competenties. De grijze zone bovenaan dit document geeft de norm

voor de stage aan. Door de globale kijk ontstaat er een profiel.

Synthesedocumenten, waarvan de hoofding op een onvolledige wijze is ingevuld, verliezen hun rechtsgeldigheid. Studenten worden gevraagd deze hoofding zelf in te vullen.

2) Documenten die de docenten gebruiken

Begeleidingsdocument voor vakdocenten

Na de bijgewoonde les geeft de vakdocent a.d.h.v. dit document feedback over de competenties. Het document wordt door de vakdocent ter beschikking gesteld aan de student. Na de stage voegt de student per onderwijsvak deze documenten toe aan de stagemap.

Stage-evaluatiedocument

Op dit document, dat gebruikt wordt tijdens de evaluatievergaderingen, verzamelt de vakdocent al de verkregen informatie. De te bereiken algemene competenties worden aangekruist. Op deze wijze bekomt men een profiel. Dit profiel wordt vergeleken met het te bereiken profiel (= grijze zone bovenaan het document). De competenties worden verduidelijkt door sterke- en werkpunten te benoemen. Al deze competenties worden gescoord met een VO-O-NV-RV-G-ZG.

Page 36: Stagevademecum - UCLL · Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 2 Stagevademecum Mentoren academiejaar 2015-2016 Beste mentor Leraren in wording uiten maar al te vaak hoe belangrijk

Stagevademecum Mentoren BaSO 2015-2016 36

3) Documenten die de studenten invullen

Lesvoorbereidingsformulier

Dit document vult de student volledig en correct in tijdens de stage. Hij/zij houdt zich hiervoor aan de afspraken overeengekomen met de vakdocenten.

Verkorte lesvoorbereidingsformulier

Tijdens de ingroeistage kan men – indien men een score van 10/20 of meer heeft behaald voor de differentiatiestage – overschakelen op verkorte lesvoorbereidingen. Als men stage opneemt in het BuSO of kleuteronderwijs dan maakt de stagair de lessen in de eerste helft van de stage op een gewone lesvoorbereiding. In de tweede helft (na je tussentijds gesprek) kan hij/zij dan overschakelen op deze verkorte versie.

Reflectiedocument student

Na de differentiatiestage vult de student een reflectiedocument in over de voorbije stage. Dit document wordt ingevuld voor elk onderwijsvak en voorzien van de datum. Het document wordt opgenomen in de stagemap, die hij/zij volgens afspraak bezorgd aan de vakdocent.

Groeiportfolio ingroeistage

In de laatste fase van deze opleiding balanceert de student tussen uitgroeien uit onze opleiding en ingroeien in het werkveld. Het portfolio is een instrument dat beide plekken met elkaar verbindt. Het leren wordt in semester 6 slechts minimaal door de opleiding gestuurd. In het portfolio kan de student zijn leerproces expliciteren. De logische structuur van dit portfolio zorgt ervoor dat hij/zij zijn groeien zichtbaar kan maken: na een beginanalyse, formuleert men 3 ontwikkelpunten en gaat hij/zij aan de slag met zelf gekozen typefuncties. Op drie momenten, bij de aanvang, tijdens de stage en op het einde, maakt de student, vanuit de ontwikkelpunten, een balans op.

Bedankt voor jullie engagement, de leerrijke samenwerking en de begeleiding van onze studenten tot meesterschap

De stagecel