Download - Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

Transcript
Page 1: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

0

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderenExploratief onderzoek naar de behoeftes van ouderen en de acceptatie van sociale robots

Peter Stuijt

In opdracht van: WittyWorX en Fontys Hogenscholen, Lectoraat Mens en Technologie

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 2: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

1

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderenExploratief onderzoek naar de behoeftes en acceptatie van zelfstandig wonende ouderen ten aanzien

van social companions

Peter Stuijt

In opdracht van: WittyWorX en Fontys Hogenscholen, Lectoraat Mens en Technologie

Eindhoven, 26 September 2014

2136119

Fontys Hogeschool HRM en Psychologie

Toegepaste Psychologie

Afstudeerdocent: Tina ten Bruggencate

Begeleider opdrachtgever: Ruud van der Aalst & Bart Dirkx

Vertrouwelijk

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 3: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

2

VoorwoordDeze scriptie en het onderliggende onderzoek is gedaan in het kader van mijn afstudeeronderzoek

voor de opleiding Toegepaste Psychologie aan de Fontys Hogenscholen Eindhoven. Het document is

opgedeeld in twee delen: het literatuuronderzoek en het veldonderzoek.

De resultaten uit het literatuuronderzoek dienen als onderbouwing voor het opstellen van de

interview vragen in het veldonderzoek. Daarnaast toetst de kennis vergaard uit het literatuuronderzoek

de resultaten uit het veldonderzoek. Het literatuuronderzoek en veldonderzoek vormen samen de

basis van deze scriptie. Ik ben tevreden met het resultaat alhoewel er nog vervolgonderzoek nodig is

om volledig antwoord te geven op de adviesvraag.

Deze scriptie en het onderliggende onderzoek zou niet mogelijk zijn geweest zonder de steun

en het geduld van vele mensen werkzaam aan bij de afdeling Toegepaste Psychologie aan de Fontys

Hogenscholen Eindhoven. Een speciaal dankwoord gaat uit naar Tina ten Bruggencate die mij het

vertrouwen gaf en de steun gaf tijdens het afronden van dit onderzoek. Daarnaast wil ik Ruud van der

Aalst en Bart Dirkx bedanken voor het vertrouwen en de mogelijkheid die zij mij gaven.

Tot slot wil ik alle mensen bedanken die hebben meegedacht met mij en bijgedragen aan dit

onderzoek. Veel plezier met het lezen van mijn scriptie.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 4: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

3

Inhoudsopgave

Literatuuronderzoek 4

Samenvatting 5

Inleiding 6

Methode 8

Resultaten 9

Conclusie 19

Discussie 20

Veldonderzoek 22

Samenvatting 23

Inleiding 24

Methode 26

Resultaten 28

Conclusie 34

Discussie 35

Literatuurlijst 37

Bijlages 41

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 5: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

4

Literatuuronderzoek

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 6: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

5

Samenvatting

Dit exploratieve literatuuronderzoek onderzoekt de behoeftes van ouderen die langdurig zelfstandig

wonen bevorderen. Daarnaast wordt er gekeken welke aspecten acceptatie bevorderen van sociale

robots bij ouderen. De vraagstelling luidt: over welke eigenschappen moet de social companion

beschikken om geaccepteerd te worden en aan te sluiten op de behoeftes van zelfstandig wonende

ouderen. Het onderzoek is relevant voor de toenemende groep zelfstandig wonende ouderen in

Nederland en de vereiste zorg die zij verdienen. Er is een selectie gemaakt van 36 artikelen, waarmee

antwoord wordt gegeven op de hoofdvraag. De eigenschappen van een sociale robot vereisen een

juiste afstemming van hun uiterlijk en functionaliteit, op het doel en de eigenschappen van de

eindgebruiker. Om aan te sluiten op de behoeftes van zelfstandig wonende ouderen en door hen

geaccepteerd te worden. In de discussie paragraaf worden bevindingen en tegenstellingen besproken,

en tevens een aanzet gegeven tot het veldonderzoek.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 7: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

6

Inleiding

Het aantal Nederlandse 65 en 80 plussers zal volgens het CBS (2013) versneld gaan toenemen.

Volgens de bevolkingsprognose van het CBS zal het aantal 65-plussers toenemen vanaf 2,7 miljoen in

2012 naar 4,6 miljoen in 2040 waar de groei zijn hoogtepunt bereikt. Vanaf 2025 zal ook de groep 80-

plussers versneld toenemen. De belangrijkste oorzaak voor deze groei is te wijten aan het hoge aantal

geboortes tijdens de babyboom generatie (1946-1970). Deze generatie begon vanaf 2011 de 65 jaar

te passeren wat heeft gezorgd voor een grote toename van ouderen. De twee na belangrijkste

oorzaak had een minder opvallende verklaring voor de stijging van het aantal ouderen in Nederland,

namelijk de toename van de levensverwachting.

Door de vergrijzing neemt het aantal ouderen in verzorgingstehuizen toe en zullen er steeds

meer mensen afhankelijk zijn van de zorg. Deze verzorging kost niet alleen veel geld maar voldoet

ook niet aan de behoefte van veel ouderen om hun zelfstandigheid te behouden (Kullberg en Ras,

2004). Om hier op in te spelen probeert de overheid toekomstbestendig wonen te stimuleren. Echter is

het niet alleen de overheid die kijkt naar oplossingen om langdurig wonen voor ouderen gemakkelijker

te maken. Ook binnen de technologische wereld zijn de laatste jaren veel ontwikkelingen op het

gebied van ouderenzorg.

De meeste technologische ontwikkelingen richten zich op het monitoren van de gezondheid

en het assisteren van mensen met motorische beperkingen. Er zijn echter nog weinig technologische

ontwikkelingen die de sociale behoefte van ouderen tegemoet komen. Dat terwijl er in 2009 van alle

65-plussers 52% en alle 75-plussers 64,6% in Nederland alleen woonde (CBS Statline, 2009).

Daarnaast verklaarden in 2008 één miljoen 65-plussers van de ruim 2,6 miljoen in Nederland,

dat zij regelmatig gevoelens van eenzaamheid ondervonden. En voelden 4% van de 65-plussers,

meer dan 100.000 mensen, zich ernstig tot uiterst eenzaam (TNS/NIPO, 2008).

Met name de dood van waardevolle relaties kan er voor zorgen dat ouderen zich eenzaam

beginnen te voelen. Wenger (1996) stelt dan ook dat gevoelens van eenzaamheid vaak samen

hangen met het wegvallen van een partner. Daarnaast hebben sociale contacten een positief effect op

de kwaliteit van leven en andersom een tekort aan sociale contacten en gevoelens van eenzaamheid

een negatief effect op de kwaliteit van leven (de Kam, 2012).

Technologische ontwikkelingen binnen de zorg gericht op de sociale behoefte van mensen,

zijn de laatste jaren vooral te vinden op het gebied van robotica in de vorm van sociale robots. Dit zijn

robots die communiceren en interacteren met mensen, door sociale gedragingen te volgen afhankelijk

van zijn rol. Zo heb je bijvoorbeeld PARO een interactieve therapeutische robot ontwikkeld door het

Japanse bedrijf AIST dat kan worden ingezet om interactie tussen mensen te stimuleren. En Bandit

een sociale robot ontwikkeld op de University of Southern California. Bandit stimuleert onder andere

sociaal gedrag bij kinderen met autisme. Daarnaast wordt Bandit ingezet als coach voor mensen met

verstoorde motoriek. Deze oefeningen kosten vaak erg veel tijd waardoor het vaak niet mogelijk is

deze oefeningen onder constante begeleiding te doen van therapeuten. Sociale robots kunnen

constant aanwezig zijn waardoor bijvoorbeeld mensen die fysieke rehabilitatie ondergaan, niet meer

de aanwezigheid van therapeuten vereisen. Daarnaast biedt het de mogelijkheid interactie met

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 8: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

7

mensen aan te gaan en te communiceren door voorgeprogrammeerde sociale gedragingen en regels

gekoppeld aan zijn rol.

Onderzoek naar het gebruik van sociale robots gebeurt tevens ook op Nederlandse bodem.

WittyWorx een jong Nederlands design en ontwikkelings bedrijf opgericht in 2011 met de ambitie de

voordelen van robot technologie beschikbaar te stellen voor de normale consument. Momenteel is er

één product verschenen in de vorm van een robot buddy (ixi) voor kinderen. De ixi is ontwikkeld om

interactie aan te gaan met de gebruiker in de vorm van spelletjes. Daarnaast is de ixi erg toegankelijk

om te programmeren doordat het gebruik maakt van android. Hierdoor is de ixi gemakkelijk her

programmeerbaar voor het gebruik van andere doeleinden. Een van die andere doeleinden is de inzet

van de ixi als social robot voor zelfstandig wonende ouderen. De ixi zou een uitkomst kunnen bieden

tegen eenzaamheid bij de toenemende groep zelfstandig wonende ouderen en hierdoor langdurig

zelfstandig wonen bevorderen. Omdat het woord "sociale robot" bij ouderen mogelijk een

afschrikwekkende lading kan hebben, is de keuze gemaakt "sociale robot" verder in het onderzoek

aan te duiden met "social companion".

Onduidelijk is het echter of zelfstandig wonende ouderen (ZWO) social companions zullen

accepteren. Daarnaast is het nog onduidelijk welke behoeftes ZWO hebben en hoe een social

companion op deze behoeftes kan inspelen. Een doel van dit onderzoek is om de meest voorkomende

behoeftes weer te geven van ZWO die langdurig zelfstandig wonen stimuleren. Daarnaast wordt er

gekeken welke factoren acceptatie van een social companion bij ZWO kunnen beïnvloeden. Hierdoor

kan er beter worden ingeschat aan welke eisen een social companion moet voldoen, om aan te sluiten

op de behoeftes van ouderen.

De bevindingen van dit onderzoek zullen als basis dienen voor het opstellen van interviews

gebruikt voor het veldonderzoek. Overeenkomsten en verschillen tussen eerdere onderzoeken naar

het gebruik van social companions bij ouderen worden meegenomen en zullen antwoord geven de

deelvragen. Daarnaast is het de bedoeling om het onderzoek zo op te zetten dat het ook in de

toekomst eenvoudig nogmaals uit te voeren is.

De hoofdvraag die voortkomt uit dit onderzoek luidt; over welke eigenschappen moet de ixi

social companion beschikken om geaccepteerd te worden en aan te sluiten op de behoeftes van

ZWO? Om deze vraag te beantwoorden zal er eerst antwoord worden gegeven op een aantal

deelvragen; welke factoren belemmeren ouderen om langdurig zelfstandig te blijven wonen?; welke

aspecten van bestaande interventies zijn als effectief bevonden, tegen de factoren die ZWO

belemmeren langdurig zelfstandig te blijven wonen; welke factoren beïnvloeden ouderen, social

companions te accepteren voor gebruik?; in hoeverre kan een social companion aansluiten op de

behoeftes van ZWO?

In dit artikel worden de complicaties beschreven die ouderen ondervinden tijdens het ouder

worden en wanneer zij zelfstandig wonen. Daarnaast worden een aantal interventies bekeken voor het

bestrijden van deze complicaties. Tot slot wordt er gekeken wat de aspecten zijn die bepalen of een

social companion wordt geaccepteerd of niet. Om zo een beeld te krijgen over welke aspecten een

social companion moet beschikken, in het gebruik voor ZWO.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 9: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

8

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 10: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

9

Methode

De resultaten uit dit onderzoek zijn verworven middels een exploratieve literatuurstudie. Er wordt

verkend welke verschillende mentale, fysieke en sociale behoeftes ZWO hebben. En welke factoren

van acceptatie social companions bij ouderen beïnvloeden. Er werd alleen gezocht naar literatuur

vanaf 1990 met een aantal uitzonderingen (Lopata,1969; Andersson, 1985; Davis, 1989) om de

onbetrouwbaarheid van de resultaten te beperken. Daarnaast is er gebruik gemaakt van relevante

literatuur verkregen door derden. Als eerste zijn de aspecten van de deelvragen uiteengezet. Hierna

zijn met name begrippen die in de inleiding naar voren zijn gekomen onderverdeeld. Op basis van

deze begrippen zijn er een aantal zoektermen bepaald. Vervolgens is er met de zoektermen gekeken

binnen de volgende databanken: Sciencedirect, Pubmed, SpringerLink en Bieb.nu. De artikelen zijn

geselecteerd op beschikbaarheid, referenties en peer-reviews.

Vervolgens is er gezocht op de volgende zoektermen die tevens in verschillende combinaties

zijn gebruikt: elderly, living alone, needs, self-reliance, independent living, social robots, effects,

acceptance, technology, robots, robotica, experiences, PARO, ouderen, behoeften, zelfredzaamheid,

zelfstandig wonen, alleen wonen, sociale robots, effecten, acceptatie, technologie. Daarnaast zijn

bepaalde zoektermen tijdens het zoeken toegevoegd die bij het analyseren van de artikelen van

belang waren om mee te nemen in dit onderzoek. Tevens is de sneeuwbal methode toegepast waarbij

er gebruik wordt gemaakt van de referenties uit een sleuteldocument. In dit geval waren dat meerdere

documenten die te vinden zijn in bijlage 2.

Bij de selectie van de zoekresultaten is er als eerst gekeken of er trefwoorden terug kwamen

in de titel zoals bijvoorbeeld sociale robots, behoeften ouderen of zelfstandig wonen. Des te meer

trefwoorden er in de titel terug kwamen, des te meer prioriteit er aan dit artikel gegeven werd. Hierna

werd het abstract gelezen en bekeken voor bruikbare informatie. Informatie werd als bruikbaar

beschouwd wanneer de inhoud betrekking had op de factoren die langdurig zelfstandig wonen

stimuleren bij ZWO; acceptatie van robot gebruik bij ouderen; en eerdere studies naar de inzet van

social companions bij ouderen. Een volledige weergave van het zoekverslag vindt u in bijlage 1.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 11: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

10

Resultaten

Behoeftes zelfstandig wonende ouderenUit de geselecteerde artikelen zijn een aantal overeenkomende beweringen gekomen over de mentale

en sociale behoeftes van ouderen op latere leeftijd. Centraal in de behoeftes van ouderen staat het

welbevinden. Hiermee wordt het mentaal en fysiek welbevinden bedoelt. Wanneer het ervaren

mentaal en fysiek welbevinden van een ZWO laag is zal dit ten koste gaan van zijn zelfredzaamheid

en kan deze persoon eerder geneigd zijn te verhuizen naar een verzorgingstehuis (Li & Tracy, 1999).

Om een beeld te krijgen van de problemen die ouderen op latere leeftijd ervaren, is er in de

geselecteerde artikelen gezocht naar de ontwikkelingen die iemand vanaf 65 tot aan zijn dood

meemaakt.

Ontwikkelingfase ouderenVerscheidene studies naar de ontwikkeling van mensen zijn geweid aan de beweringen van Erikson

over ontwikkelingstaken op latere leeftijd (Antonovsky & Sagy, 1990; Rosel, 1988). Erikson stelt dat de

acht levens fases gekarakteriseerd worden door verschillende conflicten tijdens de ontwikkeling.

Voordat men kan doorontwikkelen naar een nieuwe levensfase dient eerst het aansluitende conflict op

positieve wijze worden opgelost. De doelgroep van dit veldonderzoek heeft betrekking op de 8e

levensfase (late volwassenheid, 55 - 65 jaar tot de dood). De taken die zich binnen deze levensfase

kenmerken worden omschreven als ego-integriteit versus wanhoop (Rögels, 2007).

Antonovsky & Sagy (1990) kenmerkten enkele taken tijdens de ontwikkelingsfase van

middelbare volwassenheid (35 tot 65 jaar) en late volwassenheid (65 tot de dood). Hierin staan her-

evaluatie van de ervaren bevrediging in het leven en iemands sociaal economische positie centraal.

De woonsituatie en sociale steun waarvan iemand geniet, kan daardoor van grote invloed zijn op het

ervaren succes van iemand in late volwassenheid. De sociale steun en woonsituatie van ouderen zijn

echter niet zo vanzelfsprekend. Zoals in de inleiding al vermeld ervaren veel ouderen gevoelens van

eenzaamheid en raken sociaal geïsoleerd.

Sociale isolatie en eenzaamheidSociale isolatie en eenzaamheid zijn dan ook veel voorkomende begrippen binnen de literatuur van

ouder worden en kunnen veel invloed hebben op het fysieke en mentale welbevinden van een individu

(Hortulanus, Machielse & Meeuwesen, 2006). Studies over sociale isolatie van ouderen laten veel

overeenkomsten zien mbt. de hoge prevalentie van ouderen die zich sociaal geïsoleerd voelen

(Findlay, 2003; Klinenberg, 2002; Cattan, White, Bond, & Learmouth, 2006). Zij definiëren sociaal

geïsoleerde personen als mensen met kleine sociale netwerken die vaak langere tijden alleen zijn.

Hortelanus et al. (2006) stelt dat sociale isolatie vaak wordt vergroot wanneer iemand veel negatieve

ervaringen in het leven heeft gehad, deze ervaringen kunnen de persoon doen laten neigen naar het

leiden van een geïsoleerd leven. Dit komt overeen met de beweringen van Klinenberg (2005) die

onderzoek deed naar sociale isolatie onder de bewoners van Chicago, Verenigde Staten. Dit werd

gedaan naar aanleiding van een hittegolf in Chicago (1995), die 750 mensen het leven koste. De

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 12: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

11

meeste slachtoffers waren ouderen woonachtig in achterstandswijken. Klinenberg geeft aan dat

sociaal geïsoleerden (solo-dwellers) vaak arm zijn en woonachtig zijn in achterstands wijken.

Daarnaast zijn zij vaak het slachtoffer geweest van criminaliteit en hebben angst ontwikkeld voor

openbare plaatsen. Deze angst ontwikkeld zich vervolgens verder naar meer zelf opgelegde isolatie.

Klinenberg (2005) concludeert: "ouderen die op het tweede plan zijn geraakt binnen sociale netwerken

en overheidsinstanties worden vaak uitgesloten op de daaropvolgende momenten van dienst aanbod.

Omdat zij vaak niet meer over een ondersteunend netwerk beschikken". Sociaal geïsoleerde ouderen

in Chicago hadden vaak een verslechterde gezondheid en een beperkte toegang tot de

gezondheidzorg. Sociaal geïsoleerde ouderen hadden hierdoor meer moeite om zelfstandig te blijven

wonen ten opzichte van niet sociaal geïsoleerden. Sociale isolatie toont een positief verband met

hogere stress niveaus, laag gevoel van eigenwaarde, vatbaarheid voor ziektes (met name hart en vaat

ziektes) en sterfte (Hobfoll, 2001). Daarnaast is er een positief verband gevonden tussen sociale

isolatie en verslechterde herstellende functies van het lichaam (Bath & Agada (2005). De bevindingen

laten zien dat een tekort aan sociale netwerken grote invloed kan hebben op de gezondheid van

ouderen die sociaal geïsoleerd raken.

Wanneer iemand sociaal geïsoleerd is betekent dit niet meteen dat iemand zich eenzaam

voelt. Gevoelens van eenzaamheid gaan echter wel vaak gepaard met sociale isolatie, want het

hebben van weinig tot geen sociale contacten is een sterke indicator voor het ontwikkelen van

gevoelens van eenzaamheid (Rokach, 2000). Belangrijk hier is het subjectieve gevoel van

eenzaamheid. Een van de eerste definities van eenzaamheid beschrijft dat "eenzaamheid een

sentiment is, gevoeld door een persoon wanneer hij beschrijft dat zijn ervaren gevoel van sociale

interactie ontoereikend voelt." (Lopata, 1969). Net als sociale isolatie zijn gevoelens van eenzaamheid

een sterke indicator voor het ontwikkelen van mentale en fysieke gezondheidsproblemen. Volgens

Vlaming et al. (2013) treedt eenzaamheid bij ZWO vaak op, wanneer er zich belangrijke leeftijd

gerelateerde gebeurtenissen voordoen in hun leven. Leeftijd gerelateerde gebeurtenissen zoals met

pensioen gaan, verhuizen naar een ouderenwoningen, sterfte van partner/naasten en leeftijd

gerelateerde gezondheidsproblemen hebben een negatieve invloed op het sociale netwerk van een

ZWO. Daarnaast roepen deze gebeurtenissen vaak juist meer behoefte aan sociale steun op.

Deze beweringen vinden overeenkomsten met de beweringen van Rokach (2000). Wanneer

individuen ouder worden hebben zij vaak meer moeite te leven als een actief en sterk persoon. In de

periode van late volwassenheid verliezen ouderen de actieve taken die gepaard gingen met de

levensfase van middelbare volwassenheid. Het wordt in toenemende mate moeilijker om de behoeftes

te vervullen waar het individu in het verleden waarde aan hechtte. Wantrouwen naar andere mensen,

de angst slachtoffer te zijn van geweld en afnemende financiële steun isoleren het individu verder van

de maatschappij. Deze veranderingen intensiveren het gevoel van eenzaamheid en vervreemding. In

meerdere studies naar de leeftijdgerelateerde problemen die ouderen ondervinden, zijn gevoelens van

eenzaamheid het meest beschreven probleem (Öz, 2010; TNS/NIPO, 2008).

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 13: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

12

Interventies tegen eenzaamheidVanwege een grote diversiteit aan oorzaken van eenzaamheid, is de behoefte ontstaan naar een

grote diversiteit van interventies gericht op het terug dringen van eenzaamheid. In dit onderzoek zullen

een aantal interventies belicht worden, met als doel het terugdringen van eenzaamheid. In een

Nederlands onderzoek (Stevens & Martina, 2006) naar het ontwikkelen van interventies op het

terugdringen van eenzaamheid wordt onderscheid gemaakt in een drietal doelen bij de aanpak van

eenzaamheid onder ouderen: 1. bevorderen van 'coping' (succesvol omgaan met eenzaamheid), 2.

preventie van eenzaamheid, 3. bevorderen van sociale relaties en contact. De verschillende doelen

zijn terug te vinden in de beschreven interventies. De implementaties van de interventies werden

onderverdeeld in individueel, groeps- of omgevingsniveau. Interventies op individueel niveau zijn

vooral gericht op ouderen met weinig sociale contacten. Zij worden door bijvoorbeeld medewerkers

van de thuiszorg gesignaleerd en benaderd. Vervolgens komen er veelal vrijwilligers van instanties

gericht op het verhogen van welzijn op bezoek om de behoeftes van het individu in kaart te brengen.

Een onderzoek naar de effectiviteit van deze interventies laat echter zien dat

eenzaamheidsvermindering bij ouderen die aangaven regelmatig gevoelens van eenzaamheid te

ervaren, niet werd bewerkstelligd (Fokkema & Tilburg, 2005). Een beperking van deze interventies is

dat volgonderzoek naar de effectiviteit van deze interventieprogramma's veelal niet wordt uitgevoerd.

Een andere interventie op individueel niveau was gericht op rouwverwerking bij ouderen. Hierin

werden weduwen en weduwnaars die het rouwproces grotendeels al doorlopen hadden getraind als

bezoeker en gekoppeld aan ouderen die net hun partner of naaste hadden verloren. In ongeveer 10

bezoeken uitgespreid over een jaar was het de taak van de bezoeker om te luisteren en zijn of haar

ervaringen over rouwverwerking te delen. Weduwen en weduwnaars die deze interventie doorliepen

reageerden na afloop zeer positief en beschreven deze interventie als 'zeer positief' voor hen. De

laatste interventie op individueel niveau was gericht op ZWO die door chronische ziektes niet of

nauwelijks hun huis uit konden komen. Zij kregen een computer met internet en werden gestimuleerd

om virtueel contact te leggen met anderen. Na drie jaar bleek er een significante afname zichtbaar van

de gevoelens van eenzaamheid onder de ZWO. Bij de controlegroep bleek echter ook een afname

van eenzame gevoelens zichtbaar waardoor de resultaten van het onderzoek plausibel zijn. De

computers bleken tevens ook gebruikt te worden voor andere doeleinden dan het vinden van virtuele

sociale contacten. Deze individuele tijdsbesteding stimuleerde ouderen om hun solitaire leven op een

aangename wijze door te brengen en levert dus mogelijk een bijdrage op hun omgang met

eenzaamheid.

Interventies om eenzaamheid terug te dringen op groepsniveau lijken een meer logische

oplossing voor het terugdringen van eenzaamheid. Verschillende onderzoeken naar de effectiviteit van

interventies op groepsniveau bleken deze bewering te bevestigen (Stevens & Albrecht, 1995;

Andersson, 1985). Stevens en Albrecht (1995) ontwikkelden een interventie op groepsniveau

genaamd 'Zin in vriendschap'. Hierin werden ouderen tijdens 12 wekelijkse lessen ondersteund bij het

om hun verwachtingen en behoeftes ten aanzien van vriendschap in kaart te brengen. Daarnaast

moesten zij hun huidige sociale netwerk in kaart brengen. De deelnemers stelden doelen op ten

aanzien van hun vriendschappen en moesten een stappenplan ontwikkelen om deze doelen te

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 14: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

13

realiseren. In de lessen werd er aandacht besteedt aan sociale vaardigheden en zelfreflectie.

Daarnaast konden ervaringen worden uitgewisseld onder de deelnemers. Zes maanden na de laatste

les volgt er een bijeenkomst om te inventariseren of de beoogde doelen ten aanzien van vriendschap

zijn gerealiseerd. Een jaar na het einde van de cursus werden de deelnemers geëvalueerd. De

gevoelens van eenzaamheid bleken significant afgenomen te zijn en 70% van de deelnemers gaf aan

nieuwe vriendschappen te hebben ontwikkeld. Omdat er echter geen gebruik is gemaakt van een

controlegroep zijn de resultaten van dit onderzoek plausibel.

Van alle beschreven interventies in het onderzoek van Stevens en Martina (2006) bleken de

meest succesvolle interventies op het terugdringen van eenzaamheid bij ouderen afhankelijk te zijn

van een aantal factoren. Succesvolle interventies kenmerkten zich doordat zij een langdurig karakter

hadden. Daarnaast was er in alle gevallen een samenwerking zichtbaar tussen vrijwilligers,

professionals en ouderen. Tevens is het van zeer groot belang dat een interventie op het terugdringen

van eenzaamheid bij ouderen, wordt afgestemd op de individuele behoefte en mogelijkheden van

ouderen.

De mentale en fysieke kwetsbaarheid van ouderenNaast verschijnselen zoals sociale isolatie en eenzaamheid die invloed hebben op het mentale en

fysieke welbevinden, worden ouderen vaak geconfronteerd met mentale en fysieke achteruitgang.

Deze achteruitgang zorgt ervoor dat ouderen zich kwetsbaar voelen en vaak niet meer in staat zijn

voor zichzelf te zorgen, dit resulteert vaak tot een afname van de zelfredzaamheid. Ouderen vinden

het echter belangrijk om zelf de controle in handen te houden wanneer er zich problemen voordoen,

en willen zich zo lang mogelijk zelf redden. Ouderen worden daarom ook niet graag geconfronteerd

met de stigma dat zij zwak en afhankelijk zijn (de Kam, 2012).

Ouderen hebben zo elk hun individuele problematiek, waardoor de zorg per individu erg kan

verschillen. Om de zorgbehoefte in te schatten wordt er veelal gekeken naar iemands leeftijd.

Wanneer mensen ouder worden blijkt de leeftijd van een individu vaak een belangrijk determinant voor

het voorspellen van iemands gezondheid. Echter ontwikkelt het verouderingsproces zich bij ieder

individu op een andere wijze en blijkt de leeftijd van iemand, geen accurate determinant voor het

voorspellen van zijn gezondheid. Een meer omvattend begrip dat de gezondheid van ouderen

probeert te weer te geven is het begrip 'frailty'. Wanneer kwetsbaarheid is gekoppeld aan veroudering

spreken we van 'frailty'. Het begrip 'frailty' wordt als volgt gedefinieerd: 'aan leeftijd geassocieerde

kwetsbaarheid' (Slaets, 2006). Om de frailty van iemand te kunnen meten zijn er twee

meetinstrumenten ontwikkeld. De 'Frailty Index' gebruikt beschikbare data over patiënten en

analyseert deze data op 'health deficits'. Hier komt een 'Frailty Index score' uit die bepaalt wat het

fraily level is van een individu. Daarnaast is de 'Groningen Frailty Indicator' ontwikkeld, een vragenlijst

met 15 items onderverdeeld in de dimensies mobiliteit, lichamelijke fitheid, visus (zicht), gehoor,

voeding, comorbiditeit (gelijktijdig aanwezig zijn van twee of meer medische diagnoses), cognitie en

psychosociaal (Drubbel, 2013).

Om een inzicht te krijgen in de kwetsbaarheid en de daarbij horende zorgbehoefte van

ouderen is een dossieronderzoek geanalyseerd (de Groot, Spalburg, Allewijn, & Depla, 2013). Het

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 15: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

14

onderzoek betreft ouderen (N=84) aangesloten bij het Vivium ABC (Advies en Behandel Centrum)

een zorginstelling in de regio Gooi. Vivium ABC behandelt vragen van ouderen en bemiddeld hun zorg

en hadden getracht middels een dossieronderzoek inzicht krijgen in de meest voorkomende vragen en

behoeftes van de ouderen aangesloten bij hun. De ouderen waarvan 73% vrouw en 68% alleenstaand

hadden allen minimaal één mantelzorger. Een mantelzorger is een persoon uit de sociale omgeving

van de oudere die zorg aan de oudere verleent. Voor ouderen was de meest voorkomende reden om

Vivium ABC te consuleren de cognitieve achteruitgang. Cognitieve achteruitgang resulteert in het

verlies van het overzicht en de regie, waardoor kwetsbare ouderen moeite hadden hun eigen

behoeften te uiten en te herkennen (de Groot et al., 2013). Op de tweede plek kwam onbegrepen

gedragsveranderingen die vaak inherent was aan de cognitieve achteruitgang van de oudere. En als

derde consultatie vraag naar Vivium ABC gaven ouderen aan, problemen in de omgang met anderen.

Een verklaring voor de hoge mate van gedragsproblemen en veranderingen werd gezocht in de

theorie van de 'unmet needs'. Volgens deze theorie zouden gedragsproblemen te herleiden zijn op het

niet zelfstandig kunnen vervullen of uiten van bepaalde behoeftes . Een studie naar de effectiviteit van

deze theorie laat echter zien dat de resultaten in meerdere gevallen niet de statistische significantie

behalen (Mansfield, 2001). Hierdoor wordt deze theorie als plausibel beschouwd en zal meer

onderzoek naar de effectiviteit van deze theorie nodig zijn.

De invloed van huisdierenHuisdieren blijken een positieve invloed te hebben op de omgang met eenzaamheid. In een cross-

sectioneel onderzoek naar de invloed van huisdier en mens ondersteuning op oudere vrouwen in

relatie met eenzaamheid, bleek dat huisdieren als sociale mediator fungeerden. Huisdieren brachten

mensen bij elkaar en gaf ze een reden om contact aan te gaan met anderen. Daarnaast gaf de zorg

voor huisdieren sociaal geïsoleerde ouderen een bezigheid in hun leven (Krause-Parello, 2011).

Deze beweringen worden ondersteund in een onderzoek naar de effecten van huisdier

ondersteuning bij patiënten met dementie of mentale stoornissen (Bernabei et al. 2012). Tevens wordt

er in dit onderzoek gesteld dat huisdieren een positieve invloed hebben op de emotionele controle van

de patiënten. Dit houdt in dat de patiënten gemakkelijker met hun eigen emoties konden omgaan.

Alhoewel het onderzoek wel stelt dat er nog meer onderzoek nodig is naar de intensiteit en duur voor

huisdier ondersteuning, omdat deze per patiënt kan verschillen.

Deze beweringen hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van PARO. En uit een onderzoek

naar de effecten van PARO bij ouderen bleek dat PARO dezelfde effecten liet zien als huisdier

ondersteuning. Een afname van de eenzaamheid bij ouderen bleek één van de voornaamste effecten.

Daarnaast fungeerde PARO, net als bij huisdier ondersteuning, als sociale mediator (Robinson,

MacDonald et al. 2013).

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 16: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

15

Conclusie paragraaf 1De behoeften van ouderen die langdurig zelfstandig wonen stimuleren, zijn te vinden op sociaal, fysiek

en cognitief gebied. Ouderen vinden het voornamelijk belangrijk hun gevoel van zelfredzaamheid te

behouden. Verslechterende mentale en fysieke gezondheid hebben echter een negatief effect op de

zelfredzaamheid van ouderen. Kenmerkend voor de prioriteiten van belang binnen de levensfase late

volwassenheid zijn de sociaal economische status en de heroverweging van het leven. Het meeste

onderzoek naar de behoeftes van ZWO betrof voornamelijk het sociale aspect. Veel ouderen kampen

met gevoelens van eenzaamheid wat de gezondheid vaak verder verslechterd. Schaamte voor

afnemende cognitieve functies en gedragsproblemen binnen een individu, kunnen redenen zijn voor

ouderen tot verdere sociale isolatie. Sociale isolatie treedt het meest op bij ouderen waarbij hun

verleden wordt gekenmerkt door negatieve ervaringen. Juist bij deze groepen mensen is de sociale

behoefte het hoogst. Wanneer zij verder geïsoleerd raken worden zij vaak ook door de maatschappij

'vergeten' en krijgen zij niet de zorg die zij verdienen. Interventies gericht op het terug dringen van

eenzaamheid zijn terug te vinden in allerlei vormen. Vooral in groepsverband bleken interventies hun

beoogde effect te halen. Zij hebben bij voorkeur een langdurig karakter en zijn afgestemd op het

individu en zijn fysieke en mentale mogelijkheden. De aanwezigheid van een huisdier bleek

bevorderend te werken voor het sociale leven van ouderen doordat deze als social mediator fungeert

en ouderen bij elkaar brengt. Daarnaast werken huisdieren bevorderend voor de sociale controle van

een persoon. Cognitieve achteruitgang, onbegrepen gedragsverandering en problemen in de omgang

met anderen zijn drie complicaties waarnaar het meeste consultatie is gevraagd binnen een

zorgtehuis in Nederland. De kwetsbaarheid van een oudere is echter afhankelijk van meerdere

factoren en kan per individu enorm verschillen. Hierdoor is het begrip 'frailty' geïntroduceerd wat een

preciezere weergave geeft van iemands kwetsbaarheid. De 'frailty' van een individu kan worden

gemeten met de 'Frailty Index' en de 'Groningen Frailty Indicator'.

Robot acceptatie bij ouderenOnderzoek naar de acceptatie van sociale robots bij ouderen is gericht op het vinden van de juiste

voorspellers voor acceptatie. Verschillende sociale robots zijn ontwikkeld voor het gebruik van

ouderen die niet allen even intensief in gebruik worden genomen. Vaak sloten deze robots niet goed

aan op de behoeftes van de eind gebruiker, of stuurden sociale druk en stigma's de eindgebruiker tot

het besluit deze robots niet in gebruik te nemen (Forlizzi, 2005). Een verscheidenheid van

determinanten bepalen of een sociale robot wordt geaccepteerd door ouderen. Determinanten als

voorspeller van acceptatie zijn onderverdeeld in, menselijk gerelateerde determinanten voor

acceptatie, robot gerelateerde determinanten voor acceptatie en technologie acceptatie modellen .

Menselijk gerelateerde determinanten voor acceptatieDe leeftijd van een individu bleek een belangrijke rol te spelen bij het accepteren van sociale robots.

Wanneer mensen van verschillende leeftijden gevraagd werd elke dag te leven met robots, bleken de

meningen van de ondervraagden hierin erg te verschillen. Onderzoek van Arras & Cerqui (2005) laat

zien dat mensen op oudere leeftijd (65+) een meer negatieve kijk hebben op de acceptatie van sociale

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 17: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

16

robots ten opzichte van jongere leeftijden. Deze bevinding werden ook bevestigt in onderzoek van

Scopelliti, Giuliani & Fornara (2005) en Libin (2004). Wanneer ondervraagden gevraagd werden of zij

robots accepteerden in hun dagelijks leven, die door hulp te bieden bij fysiek moeilijke taken

bijdroegen bij het behoud van hun onafhankelijkheid, antwoorden veel ouderen juist positief.

Onderzoek naar ouderen boven de 75 wees echter uit, dat mensen boven de 75 hun

verslechterde gezondheid en leef situatie eerder accepteerden ten opzichte van mensen tussen de 65

en 74 jaar, dan dat zij gebruik wilden maken van oplossingen in de vorm van sociale robots (Giulini,

Scopelliti, Fornara, 2005). Ouderen waren volgens Libin (2004) sneller bang voor nieuwe technologie

dan jongeren. Scopelliti (2005) deed onderzoek naar de psychologische aspecten van mensen bij

robot gebruik in huis. Hierin ondervroeg hij (N=120) mensen van alle leeftijden middels een vragenlijst.

Uit de resultaten kwam niet alleen naar voren dat ouderen eerder bang waren voor het gebruik van

robots maar ook voor suggesties deze angsten te temperen. Ouderen hadden de voorkeur voor een

kleine robot met een vrouwenstem. Daarnaast moest deze robot niet te snel bewegen, een serieuze

uitstraling hebben en het liefst één kleur hebben. Tevens hadden de ouderen ten opzicht van

jongeren, meer de voorkeur voor een kat robot met een minder bedreigend karakter (Scopelliti et al.,

2005).

Ook het geslacht van een individu bleek invloed te hebben op de manier waarop mensen

reageerden tegenover robots. Mannen toonden een grotere voorkeur voor de technische aspecten

van PARO, waar vrouwen meer interesse toonden in de naam van de robot (Taggart, Turkle, Kidd,

2005). Onderzoek tussen mannen en vrouwen naar de gedragingen in mens-robot interactie liet zien

dat mannen een sterkere spanning ervaren en een negatievere houding hadden ten opzichte van

sociale robot interactie. Vrouwen vertoonden een sterkere band met de emotionele aspecten en

gedragingen van de robot (Nomura, Kanda, Suzuki & Kato, 2008).

Acceptatie van sociale robots bij ouderen blijkt ook afhankelijk van eerdere blootstelling aan

soortgelijke technologie. In een twee maanden durende studie naar het gebruik van PARO in een

verzorgingstehuis, bleken sommige van de gebruikers een persoonlijke relatie met PARO te hebben

ontwikkeld. In de twee maanden tijd lieten de ouderen PARO ook steeds dichterbij komen en de

uiteenlopende gedragingen richting de verschillende designs van PARO werden minder (Wada &

Shibata, 2007).

Verschillen in cultuur leken ook sterk te verschillen. Een cross-culturele studie naar de

aannames van mensen op mens en dier type robots, wees uit dat mensen in landen als Japan, Korea

en de Verenigde Staten verschil hadden visie hier op. Japanners waren bijvoorbeeld meer overtuigd,

dat mens type robots in staat zijn een communicerende rol binnen huis te spelen. Zij zagen mens type

robots ten opzichte van de andere landen, meer als mens dat als systeem. Amerikanen zagen robots

eerder fungeren in een rol die voor mensen moeilijk zijn om uit te voeren. De oorzaak voor deze

cultuur verschillen zou mogelijk kunnen liggen in de verschillende opvattingen en motieven per cultuur.

Daarnaast zou eerdere blootstelling met robots, via films en televisie ook een oorzaak kunnen zijn

voor de verschillende opvattingen per cultuur (Nomura, Suzuki, Kanda, Han, Shin, Burke & Kato,

2008).

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 18: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

17

Robot gerelateerde determinanten voor acceptatie Wanneer een robot wordt ontworpen zijn er verschillende variabelen waarop gelet moet worden. Het

uiterlijk van de robot, emotionele expressie, grootte en persoonlijkheid van de robot hebben allen

invloed op de mate van acceptatie.

Het uiterlijk van de robot is erg belangrijk in de acceptatie van robots bij ouderen omdat het bij

kan dragen aan het identiteitsgevoel van de oudere (Forlizzi, 2005). Robots ontworpen voor ouderen

dienen te waken voor de stigmatisering van ouderen als zwak en afhankelijk. Ouderen hechten

namelijk veel waarde aan hun onafhankelijkheid. Wanneer robots zo ontworpen zijn dat zij ouderen

het gevoel geven zwak en afhankelijk zijn, zullen zij wellicht minder snel geaccepteerd worden door

ouderen (Hirsch, Forlizzi, Hyder, Goetz, Stroback & Kurtz, 2000). Dat het uiterlijk van een robot

suggestief kan werken werd ook bevestigt door Breazeal (2000). Zo kan bijvoorbeeld een robot met

een zeer geavanceerd uiterlijk, de suggestie wekken dat het zeer geavanceerde functies heeft.

De grootte van een robot is voornamelijk afhankelijk van het praktische gebruik van de robot.

Een kleine robot kan echter het zorgende karakter van de mens opwekken. Ouderen hebben ook de

voorkeur voor een kleine robot voor huishoudelijk gebruik (Giulini et al., 2005).

De persoonlijkheid van een robot kan net als de persoonlijkheid van mensen, beïnvloeden hoe

iemand reageert. Mensen blijken voorkeur te hebben voor robots, die een reflectie zijn van hun eigen

persoonlijkheid. Een robot met een zorgzame en empatische persoonlijkheid blijkt interactie tussen

mensen aan te moedigen (de Ruyter, Saini, Markopoulos & van Breemen, 2005). Onderzoek naar de

verschillen in persoonlijkheid bij robots ontworpen voor sport oefeningen, wees uit dat de

persoonlijkheid van de robot moet matchen bij zijn rol. Zo bleek er bij een robot met een serieus

karakter deelnemers harder te trainen. De condities van ouderen kunnen echter snel veranderen. Het

aanpassingsvermogen van een robot is daarom erg belangrijk voor ouderen. De individuele

beperkingen zoals een beperkte motoriek, slechte visie en een slecht gehoor vragen het nodige

aanpassingsvermogen. Daarnaast veranderen de condities van ouderen over tijd, en kan het

aanpassingsvermogen van een robot aan deze veranderende condities, een enorme bijdrage leveren

aan de acceptatie bij ouderen (Qing-hua, Meng & Tao, 2005).

Technologie acceptatie modellenHet "technology acceptance model" (TAM) van Davis (1989) heeft in de afgelopen jaren veel aandacht

gekregen en is ontwikkeld om acceptatie van nieuwe technologieën voorspelbaar te maken. Het

model bestaat uit twee onafhankelijke variabelen (verwachte nut en verwacht gebruiksgemak) die

invloed hebben op de attitude van de gebruiker. De attitude heeft vervolgens invloed op de intentie tot

acceptatie, en de intentie tot acceptatie leidt ten slotte tot het daadwerkelijke gedrag.

In de loop der jaren is dit model veelvuldig gebruikt voor verschillende technologieën en uitgebreid met

nieuwe invloeden. Het TAM en de andere invloeden zijn vervolgens geïntegreerd in een nieuw model,

het Unified Theory of Acceptance and Use of Technology model (UTAUT). Dit model combineert acht

andere veelgebruikte modellen die de determinant "intentie" en/of "gebruik" als sleutel variabele

hanteren. Dit zijn the Theory of Reasoned action, Theory of Planned Behaviour (TPB), Motivational

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 19: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

18

model, Model of PC Utilization, Innovation Diffusion Theory, een combinatie van het TAM en TPB

model en de Social Cognition Theory.

Dit model bleek ontoereikend in het voorspellen van de acceptatie van ouderen bij sociale

robots (Heerink, 2010). Om de validiteit van het UTAUT model op de acceptatie van sociale robots bij

ouderen te meten, werd er gebruik gemaakt van de TAM-Methodiek (Technology Acceptance

Modeling). De TAM-methodiek meet de invloeden van acceptatie van bepaalde technologie zoals

bruikbaarheid en gebruikersgemak in de vorm van een vragenlijst. Per invloed worden minimaal twee

vragen gesteld die samen een construct vormen. Hierdoor worden de gegevens kwantitatief meetbaar

gemaakt.

De validiteit van het UTAUT model werd vervolgens gemeten door toepassing van de TAM-

methodiek op, volgens het UTAUT model, elke relevante determinant. Deze meting werd gedaan in

twee verschillende condities met de gebruiker, bij een sociale robot en een minder sociale robot.

Hieruit bleek dat het model bijna geen verklaring gaf tussen de verschillen in beleving van ouderen.

De verklaring was dat het model zich voornamelijk richtte op functionele acceptatie. Na het toevoegen

van nieuwe variabelen in het model (sociale acceptatie, gebruiksplezier en adaptiviteit) bleek het

nieuwe model de intentie tot gebruik beter te voorspellen. Tot slot werd de adaptiviteit van de robot

gemanipuleerd in verschillende condities. De hoogste score voor acceptatie bleek voor een sociale

robot die adaptief was met gebruikerscontrole (Heerink, 2010). Dit betekent dat ouderen een voorkeur

bleken te hebben voor robots die zich gemakkelijk konden aanpassen en waarbij de controle van de

robot via interactie met de oudere zo veel mogelijk in hun handen lag.

Conclusie paragraaf 2De acceptatie van robot is afhankelijk van determinanten die betrekking hebben op de eind gebruiker

en op de robot zelf. Ouderen hebben vaak een negatievere kijk op robots ten opzichte van jongeren,

doordat ouderen minder vaak zijn blootgesteld aan een robot. Deze blootstelling kan ook via films en

televisie bewerkstelligd worden. Wanneer de robot echter is bedoeld om bij te dragen aan de

onafhankelijkheid (zelfredzaamheid) van een oudere, staan ouderen eerder positief tegen het gebruik

hiervan. Ouderen blijken daarnaast voorkeur te hebben voor robots die niet bedreigend overkomen,

een vrouwelijke stem beschikken, kleine vormgeving hebben en langzame bewegingen vertonen.

Kijkend naar man vrouw verschillen vertonen mannen een grotere voorkeur voor de technische

aspecten van een robot waar vrouwen een voorkeur hebben voor de emotionele en psychologische

aspecten van een robot. Daarnaast vertonen mannen meer spanning bij de sociale invloed van een

robot dan vrouwen. Ook bestaan er culturele verschillen tussen eind gebruikers van robots. Verschil in

opvatting en motieven tussen verschillende culturen zijn hiervan de oorzaak.

Het uiterlijk en de functies van de robot zijn ook van grote invloed op de acceptatie hiervan. Zo kan het

uiterlijk van een robot suggestief werken en bijdragen aan het identiteitsgevoel van ouderen. Ouderen

hebben niet graag het gevoel dat zij afhankelijk en zwak zijn en robots die dit gevoel suggereren via

hun uiterlijk zullen minder snel worden geaccepteerd. Ook kan dit gevoel van afhankelijkheid worden

beperkt door middel van de functionaliteit van een robot. Een robot zal bijvoorbeeld sneller worden

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 20: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

19

geaccepteerd waarbij de controle van de robot via interactie met de oudere zo veel mogelijk in hun

handen ligt. Tevens heeft de persoonlijkheid uitstraling van een robot, invloed op de acceptatie bij

ouderen. Bijvoorbeeld robots met een zorgzame en empatische persoonlijkheid bevorderen interactie

tussen haar gebruikers. Robots met het doel mensen te stimuleren tijdens lichamelijke oefeningen

bereiken snellere acceptatie bij de eindgebruiker wanneer deze een serieuze persoonlijkheid vertoont.

Ook accepteren ouderen robots sneller wanneer deze zijn afgestemd op hun rol. En zal een robot die

zich gemakkelijk kan aanpassen aan de veranderende lichamelijke en cognitieve condities van een

oudere, sneller geaccepteerd worden door hen.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 21: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

20

Conclusie

De vraagstelling voor dit onderzoek was over welke eigenschappen de ixi social companion moet

beschikken om geaccepteerd te worden en aan te sluiten op de behoeftes van ZWO. Het antwoord

was niet eenduidig.

De hoofdconclusie die uit onderzoek getrokken kan worden is dat er niet één universeel

ontwerp voor de ixi social companion bestaat die aansluit op de behoeftes van ZWO. De behoeftes

van ouderen kunnen per individu erg verschillen en zijn afhankelijk van iemands mentale en fysieke

gesteldheid. Het behoud van onafhankelijkheid en het gevoel van zelfredzaamheid zijn belangrijke

aspecten voor een ZWO. Deze aspecten worden echter negatief beïnvloedt wanneer iemand fysiek en

mentaal achteruit gaat. Cognitieve achteruitgang is voor veel ouderen de grootste angst van het ouder

worden. Door de constante aanwezigheid van een social companion kan er een nuttige bijdrage

worden geleverd in het stimuleren van iemands cognitieve functies. Mits deze social companion

geaccepteerd wordt en aansluit op de behoeftes van de ZWO.

Gevoelens van eenzaamheid en sociale isolatie hebben een hoge prevalentie bij ZWO en zijn

, en draagt dus bij aan de mogelijkheid tot zelfbestuur tevens van grote invloed op het fysieke en

mentale welbevinden van ZWO. Interventies ontwikkelt op het terug dringen van eenzaamheid hebben

vooral succes bereikt wanneer deze langdurig en in groepsverband werden aangeboden. Daarnaast

bleken huisdieren te helpen bij het terugdringen van eenzaamheid. Dit kwam vooral doordat

huisdieren als social mediator optraden en de emotionele controle van ouderen bevorderde.

Aspecten binnen de eindgebruiker die invloed hebben op het accepteren van social

companions lopen uiteen. Leeftijd, geslacht, cultuur, behoud van onafhankelijkheid en eerdere

blootstelling aan robots zijn determinanten binnen de eindgebruiker, die mede bepalen of een robot

geaccepteerd wordt of niet. Daarnaast bepalen aspecten van de robot (uiterlijk, rol, grootte en

persoonlijkheid) ook of deze geaccepteerd wordt of niet. Uiterlijk, grootte en persoonlijkheid van de

robot werken suggestief en zullen bij ouderen niet de suggestie moeten wekken dat zij afhankelijk en

zwak zijn. Dit kan bereikt worden door de controle van de social companion voornamelijk in handen

van de ZWO te leggen, hierdoor weten zij wat ze kunnen verwachten. Tevens zal een social

companion eerder geaccepteerd worden door ouderen, wanneer deze aansluit en zich continu weet

aan te passen op de veranderende individuele behoeften, mogelijkheden en persoonlijkheid en van

ZWO.

Social companions kunnen aansluiten op de behoeften van individuele ouderen, wanneer er

per individu een diagnose gesteld wordt van zijn of haar behoeftes. En de uitkomsten hiervan worden

meegenomen in de functionele eigenschappen van de social companion. Daarnaast hebben ouderen

over het algemeen de voorkeur voor een kleine robot met een vrouwen stem en langzame

bewegingen. Echter is een effectief ontwerp van de social companion volledig afhankelijk van het

desbetreffende doel en de individuele behoeftes van de eind gebruiker. Het betrekken van de eind

gebruiker bij het ontwerp proces van de social companion, zou dan ook een positieve bijdrage kunnen

zijn op de acceptatie hiervan.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 22: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

21

Discussie

Het is duidelijk geworden dat ouderen individueel erg kunnen verschillen in hun behoeftes en

voorkeuren. Het is hierdoor lastig een universeel ontwerp te maken voor een social companion die

aansluit op de behoeftes van alle ZWO. Eenzaamheid en sociale isolatie zijn echter begrippen die in

veel onderzoek naar de behoeftes van ouderen opvielen als belangrijke indicator voor iemands

welbevinden. Iemand die voor langere tijd geïsoleerd is van de maatschappij, loopt het risico vergeten

te worden en nog verder weg te zakken. Het is daarom van belang deze sociaal geïsoleerde mensen

te stimuleren om contact op te zoeken. Om te onderzoeken hoe eenzaamheid en sociale isolatie

aangepakt kan worden, is er gekeken naar bestaande interventies. Hieruit kwam naar voren dat

interventies voor het terug dringen van eenzaamheid het meest effectief zijn, wanneer deze in

groepsverband worden gegeven en een langdurig karakter hebben. Het is echter nog maar de vraag

of social companions dezelfde aspecten kunnen beheersen die effectief worden bevonden in deze

interventies. Social companions kunnen echter constant één op één begeleiding geven waardoor er

wordt ingespeeld op het langdurige karakter van een effectieve interventie tegen eenzaamheid. Dit

zou betekenen dat bijvoorbeeld voor ouderen met chronische ziektes waarbij constante langdurige

behandeling een vereiste is, een social companion uitkomst kan bieden. Een social companion kan

daarnaast ook voor andere doeleinden gebruikt worden en daardoor bijdragen aan het individuele

tijdsverdrijf en gevoel van onafhankelijkheid. Over de exacte invulling van deze doeleinden is echter

nog weinig bekend en zal vervolgonderzoek moeten uitwijzen waar ouderen hun tijd het liefst hun tijd

aan besteden.

Om te meten hoe kwetsbaar een oudere is en een voorspelling te maken van iemands

zorgbehoefte kan er gebruik worden gemaakt van de 'Groningen Frailty Indicator'. Deze vragenlijst

van 15 items kan veel inzicht bieden in het ziekteverloop van een individu en dus een inschatting

geven in zijn of haar veranderende behoeftes.

Over het uiterlijk van de social companion bij het gebruik van ouderen, lijken verschillende

studies hetzelfde idee te hebben. De social companion voor ouderen moet vooral niet bedreigend

overkomen en niet de suggestie wekken dat de oudere zwak en afhankelijk is. Het verschilt echter

weer per rol die een social companion moet vervullen, hoe het exacte ontwerp van de social

companion eruit moet komen te zien. Daarom is het van belang om een goede indicatie te maken van

de rol die de social companion moet hebben. Op deze manier kunnen er ontwerpen worden gemaakt

specifiek voor de desbetreffende rol van de social companion. Verschillende ontwerpen bereiken hun

maximale effectiviteit als deze zo goed mogelijk zijn afgestemd bij de eind gebruiker. Daarom is het

van belang de eindgebruiker te betrekken bij dit proces. Dit zal dan ook mee worden genomen in het

veldonderzoek.

Doordat social companions constant aanwezig kunnen zijn bij de eindgebruiker en de

eindgebruiker geen gevoelens van schaamte tegenover een robot kan ontwikkelen. Is het

toekomstperspectief van social comanion gebruik bij ouderen erg rooskleurig, mits zij een juiste

afstemming hebben van uiterlijk en functionaliteit, op het doel en de eigenschappen van de

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 23: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

22

eindgebruiker. Het zal daarom een kwestie van tijd zijn voordat social companions niet meer weg te

denken zijn binnen deze maatschappij.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 24: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

23

Veldonderzoek

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 25: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

24

SamenvattingDit kwalitatieve veldonderzoek biedt inzicht in de sociale behoeftes en behoeftes ten aanzien van

autonomie van zelfstandig wonende ouderen. Daarnaast word gekeken waarvoor zelfstandig wonende

ouderen technologie gebruiken en wat hun belemmert in het gebruik van hiervan. Tot slot wordt er

onderzocht welke voorkeur zelfstandig wonende ouderen hebben ten aanzien van de acceptatie van

een sociale robot. Het onderzoek is bedoeld als richtlijn voor het ontwikkelen van de IXI social

companion. De IXI social companion tracht een bijdrage te leven aan de zorg voor de toenemende

groep zelfstandig wonende ouderen in Nederland. Er is gebruik gemaakt van een semi-

gestructureerde interview methode. En de resultaten zijn geanalyseerd via open-, axiaal-en selecief

coderen. Vervolgens zijn de resultaten aan de hand van een netwerkview opgesteld. Uiteindelijk kan

geconcludeerd worden dat de IXI social companion voornamelijk als sociaal bemiddelaar kan worden

ingezet. Vervolgonderzoek dient echter meer duidelijkheid te bieden met betrekking tot de uiterlijke en

functionele eigenschappen van de IXI social companion.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 26: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

25

Inleiding

In Nederland is het aantal 65 plussers de laatste jaren toegenomen en dit aantal zal in de toekomst

nog meer gaan stijgen. Dit blijkt uit een bevolkingsprognose van het CBS, waaruit blijkt dat het aantal

65 plussers van 2,7 miljoen in 2012, zal stijgen naar 4,6 miljoen in 2040 (CBS, 2013). Deze stijging zal

meer vragen van de ouderenzorg en haar medewerkers. Ook de kwaliteit van de ouderenzorg blijkt

ondermaats volgens de rijksoverheid en dient fors verbeterd te worden om zo toekomst bestendig

wonen voor ouderen te stimuleren. Daarnaast blijkt de zorgbehoefte vaak niet te passen bij de

beschikbare kennis en vaardigheden van de medewerkers binnen verpleeg- en verzorgingstehuizen

(Rijksoverheid, 2014). Dit betekent voor zelfstandig wonende ouderen (voortaan afgekort als ZWO)

dat zij vaak niet de zorg kunnen ontvangen die zij nodig hebben. Daarnaast kampen zij vaak al met

toenemende ouderdomsverschijnselen, waardoor onafhankelijkheid en de mogelijkheid voor zichzelf

te zorgen bemoeilijkt wordt. Voor ZWO is hierdoor de behoefte naar frequente en kwalitatief goede

zorg van belang om zelfstandig te kunnen blijven wonen.

Door toenemende behoefte naar meer en kwalitatief betere ouderenzorg, wordt er steeds

eerder gezocht naar kosten en mankracht besparende alternatieven. Zo bieden werkvelden als

robotica en domotica nieuwe mogelijkheden op het verbeteren en veranderen van de ouderenzorg.

WittyWorX een jong Nederlands design en ontwikkelbedrijf, heeft de ambitie de voordelen van robot

technologie in te zetten voor de normale consument. Naast de ontwikkeling van hun eerste social

companion gericht op kinderen (de IXI) wordt er ook gekeken wat voor mogelijkheden IXI kan bieden

voor ZWO. Aspecten die realistisch zijn binnen de ontwikkeling van de IXI voor ZWO zullen zich vooral

gaan richten op het sociale aspect. De IXI beperkt zich momenteel nog door zijn kleine omvang en er

is interactie met de gebruiker mogelijk via geluid, beeld en trillende bewegingen. Het is echter nog niet

duidelijk of ZWO de IXI zullen accepteren en over welke functionele en uiterlijke eigenschappen de IXI

moet bezitten om aan te sluiten op de behoeftes van ZWO.

Ouderen schijnen vooral te kampen met gevoelens van eenzaamheid. Zo verklaarden één

miljoen van de ruim 2,6 miljoen 65-plussers in 2008, regelmatig gevoelens van eenzaamheid te

ervaren. Met name de dood van waardevolle relaties, zoals een partner, kan er voor zorgen dat

ouderen zich eenzaam beginnen te voelen (TNS/NIPO, 2008). Eerder onderzoek naar het gebruik van

sociale robots bij ouderen wees uit dat sociale robots een positief effect hebben op de stemming van

ouderen. Daarnaast viel het op dat ouderen met interventies van social companions minder gevoelens

van eenzaamheid ervoeren en eerder contact aangingen met anderen. Dit werd gemeten middels

observatie van gezichtsuitdrukkingen en de afname van vragenlijsten (ook schalen specifiek voor

eenzaamheid) (Broekens, Heerink & Rosendal, 2009). Eenzaamheid is echter een complex begrip en

veel sociale contacten zorgen er niet meteen voor dat iemand zich niet meer eenzaam voelt. Het

begrip eenzaamheid wordt beschreven als het ervaren verschil tussen gewenste en aanwezige

contacten. Hierbij wordt verschil gemaakt tussen sociale eenzaamheid (weinig sociale contacten) en

emotionele eenzaamheid (gevoelens van eenzaamheid) (Gierveld& Jong, 1984). Voor de ontwikkeling

van de IXI is het dus van belang duidelijk te krijgen hoe ZWO eenzaamheid ervaren, wat voor

behoeftes zij hebben ten aanzien van eenzaamheid en hoe zij hier momenteel zelf mee om gaan.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 27: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

26

Naast eenzaamheid en de behoeftes die hiermee gepaard gaan is autonomie een belangrijk

begrip dat bijdraagt aan het welbevinden van ZWO en toekomstbestendig wonen stimuleert.

Autonomie is ook wel een synoniem voor zelfbestuur en wordt in dit onderzoek opgedeeld in

zelfredzaamheid en onafhankelijkheid. Zelfredzaamheid is het vermogen je eigen leven te leiden en

om je problemen op te lossen. En onafhankelijkheid is het gevoel dat je niet onder invloed staat van

iets of iemand. Gevoelens van competentie en controle over het eigen leven blijken positief bij te

dragen aan de autonomie en dus het welbevinden van ouderen (Kempen, 2009). Deze resultaten zijn

ook terug te vinden in het voorgaande literatuuronderzoek met betrekking op de interactie tussen

ouderen en een sociale robot. Ouderen bleken namelijk een voorkeur te hebben voor sociale robots

die een hoge mate van gebruikerscontrole bezaten. Uit het voorgaande literatuuronderzoek is tevens

gebleken dat er bij het ontwikkelen van de IXI social companion voor ouderen rekening gehouden

dient te worden met verschillende behoeftes van ouderen. Ouderen hadden voorkeur voor een social

companion die adaptief bleek en gemakkelijk kon inspelen om hun uiteenlopende behoeftes (Heerink,

2010). Daarnaast kunnen functionele en uiterlijke eigenschappen van de social companions ervoor

zorgen dat ouderen social companions eerder zullen accepteren en dus gebruiken.

Dit onderzoek is bedoeld om de bevindingen uit het literatuuronderzoek veelal te toetsen in de

praktijk. Daarnaast wordt gekeken wat voor soort problemen ZWO ervaren in hun woonomgeving en

wat voor oplossingen zij hier zelf voor hebben bedacht. Met deze informatie wordt een advies

uitgeschreven die ondersteunend bijdraagt aan de ontwikkeling van de IXI, en daarbij rekening houdt

met de sociale behoeftes en behoeftes omtrent autonomie van ZWO. De focus in dit onderzoek ligt op

de sociale behoeftes en de behoefte naar autonomie, omdat het ontwerp en de mogelijkheden van de

IXI beperkt zijn en het daardoor onvoldoende kan bij dragen aan het fysieke welbevinden van een

ZWO. Daarnaast is het de bedoeling om het onderzoek zo op te zetten dat het ook in de toekomst

eenvoudig nogmaals uit te voeren is.

De hoofdvraag die centraal staat binnen dit veldonderzoek luidt; over welke eigenschappen

moet de IXI beschikken om aan te sluiten op de sociale behoeftes en de behoefte naar autonomie van

ZWO? Om deze vraag te kunnen beantwoorden is ervoor gekozen de hoofdvraag op te delen in vijf

deelvragen; welke sociale behoeftes hebben ZWO ten aanzien van hun welbevinden?; Welke

manieren gebruiken ZWO of willen zij gebruiken ten aanzien van hun sociale behoeftes?; Wat

belemmert de autonomie van ZWO en op wat voor manier proberen zij hun autonomie te behouden?;

Waarvoor gebruiken ZWO de huidige technologie en wat belemmert hun in hun gebruik?; Welke

eigenschappen van een social companion hebben voor ZWO de voorkeur? Hieronder vindt u een

uitgebreide afbakening van de doelgroep. Daarnaast vindt u een verklaring voor het gebruik van de

semi gestructureerde interviews en de daarbij horende methode voor kwalitatieve data analyse. De

relevante bevindingen uit de interviews volgen daarop en worden beschreven middels een aantal

quotes. Tot slot wordt het maatschappelijk nut van deze resultaten besproken en antwoord gegeven

op de hoofdvraag.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 28: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

27

Methode

DeelnemersEr zijn in totaal negen mensen geïnterviewd, waarvan één man en acht vrouwen. De respondenten

waren allen alleenstaand en op één na allen woonzaam in een verzorgingstehuis. Daarnaast maakte

weer op één na iedereen gebruik van thuiszorg diensten. Alle respondenten waren van Nederlandse

afkomst en hadden een leeftijd boven de 70 jaar (de gemiddelde leeftijd bedroeg 81 jaar). Hoe deze

geselecteerd zijn, is te lezen in de paragraaf procedure. Er is voor negen personen gekozen omdat er

met dit aantal veel overeenkomsten gevonden konden worden in de resultaten. Wanneer het bleek dat

hier teveel verschillen zaten zouden aanvullende mensen geïnterviewd worden.

ProcedureVanuit de bevindingen van het literatuuronderzoek is een topiclist opgesteld die de informatie uit het

literatuuronderzoek samenvat in topics die tijdens de interviews aan bod komen. De topiclist vormt

daarmee de basis voor de interviews. Naast de topiclist zal er voldoende ruimte worden geboden aan

de respondenten om anderen onderwerpen in te brengen. Het interview wordt afgenomen bij negen

personen, op een semi-gestructureerde wijze (Evers, 2007) . Hierbij worden de vragen bij voorkeur

open gesteld. Het beloop van het interview staat niet vast. Het enige wat vast staat, is dat de punten

op de topiclist aan bod komen zodat hier voldoende informatie over verzameld kan worden en genoeg

ruimte wordt opengelaten voor diepgang.

Om tot negen personen te komen die binnen de doelgroep vallen, zijn er bepaalde inclusiecriteria

opgesteld. Zoals eerder gezegd, gaat het om personen van 70 jaar en ouder die zelfstandig wonen en

alleenstaand zijn. Hierbij word verder niet geselecteerd op geslacht, opleidingsniveau, of andere

kenmerken. Om deze respondenten te werven wordt gebruik gemaakt van een

gemakkelijkheidsteekproef. Binnen het netwerk van de onderzoeker worden respondenten gezocht.

Daarnaast worden verzorgingstehuizen telefonisch benaderd en gevraagd wordt er of ouderen binnen

de inclusiecriteria, mee willen doen aan dit onderzoek. In beide gevallen wordt het doel van het

onderzoek kort uitgelegd. Wanneer hier toestemming voor wordt gegeven en de beschikbare namen

worden doorgegeven, neemt de onderzoeker zelf contact op met de respondenten. Tijdens dit

telefonische contact wordt het doel van het onderzoek nogmaals kort uitgelegd en wordt er een

afspraak gemaakt voor een semi-gestructureerd interview van ongeveer drie kwartier tot een uur. De

interviews vonden plaats bij de respondenten thuis en werden opgenomen met opname apparatuur.

Van de interviews worden geluidsopnames gemaakt, zodat ze later teruggeluisterd, getranscribeerd

en geanalyseerd kunnen worden. Dit wordt verder toegelicht in de voorgenomen analyse.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 29: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

28

Voorgenomen analyseBij de negen afgenomen interviews wordt gebruikt gemaakt van kwalitatieve meet methoden. De

interviews worden getranscribeerd en vervolgens gecodeerd. Het coderen wordt gedaan het behulp

van het programma Atlas.TI. Bij het coderen worden drie stappen ondernomen: open coderen, axiaal

coderen en selectief coderen (Baarda, 2009). Eerst worden de fragmenten binnen de

getranscribeerde interviews opgedeeld in verschillende codes. Deze codes geven een bepaalde

waarde aan een tekst fragment. Hierna worden de codes ondergebracht in verschillende families. De

families en de bijbehorende codes zijn terug te vinden in de codeboom (bijlage 6). Tot slot wordt er

gekeken hoe de codes en hun bijbehorende families in verband staan met elkaar. Er wordt gekeken of

er relaties zijn tussen de codes en de stukken tekst en wat voor waarde deze relaties hebben. Een

overzicht van de codes en alle bijbehorende relaties is weergegeven in de netwerkview (bijlage 7). De

netwerkview geeft structureert en draagt bij voor het beschrijven van de resultaten. Vervolgens

worden deze analyses geïnterpreteerd. De interpretatie zal zich richten op de meest voorkomende

codes, de inhoud betekenis van deze codes en in hoeverre deze met elkaar in verband staan.

Hierdoor komen de belangrijkste zaken van de interviews aan het licht en worden er geen zaken

overgeslagen.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 30: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

29

Resultaten

De resultaten worden omschreven aan de hand van de netwerkview waarbij het mentaal welbevinden

centraal staat voor de verschillende behoeftes van ZWO. De focus in dit onderzoek ligt voornamelijk

op het mentaal welbevinden omdat het ontwerp en de mogelijkheden van de IXI beperkt is en het

daardoor niet kan bij dragen aan het fysieke welbevinden van een ZWO. Binnen de netwerkview wordt

het mentaal welbevinden beïnvloed door twee verschillende hoofd aspecten. Dit zijn de sociale

behoeftes en autonomie. Daarnaast hebben een aantal deel aspecten invloed op deze hoofdaspecten.

De hoofd en deel aspecten en hun onderlinge relaties zullen antwoord geven op de deelvragen. Tot

slot zijn er een twee deelaspecten die geen relatie hebben met het mentaal welbevinden. Dit zijn de

deelaspecten technologie gebruik en robot acceptatie en de bevindingen binnen deze deelaspecten

zullen hieronder behandeld worden.

Sociale behoeftesHet hoofdaspect sociale behoeftes worden direct beïnvloedt door de deelaspecten eenzaamheid,

sociale complicaties, zingeving en activiteiten met anderen.

Bijna alle respondenten geven aan behoefte te hebben aan meer sociaal contact. Ook geven zij aan

dat ze het nodig hebben regelmatig iets van anderen te horen en te zien. Het valt echter op dat veel

respondenten in eerste instantie aangeven tevreden te zijn met het huidige aantal sociale contacten.

Wanneer hier echter over werd doorgevraagd geven zij aan toch behoefte te hebben aan meer sociale

contacten maar dat zij dit niet van anderen kunnen verlangen.

"Dat je savonds zo alleen zit dan zou ik wel eens willen buurten, maar dat kan je toch niet verlangen,

is dat niet dan?" (Vrouw).

Het contact met anderen bestaat voornamelijk uit kletsen, ergens samen naartoe gaan, vergaderen,

spelletjes (kaarten, biljarten), verenigingen (boekenclub, filmclub, katholieke bond van ouderen),

oppassen op kleinkinderen en samen wat drinken. Ook geven de meeste respondenten aan graag iets

voor een ander te doen waardoor zij verwachten hulp terug te ontvangen.

"Ik heb twee vriendinnen in de straat die COPD hebben en eentje heeft 24 uur per dag zuurstof, die

kan fysiek eigenlijk weinig. Ik vind het wel leuk om op die manier iets voor elkaar te kunnen doen. En

op mijn huisgenoten kan ik dan ook wel rekenen als er iets is." (Vrouw).

Daarnaast geven zij aan dat het zorgen voor een ander doel geeft aan het leven. Iets wat veel

respondenten misten na het wegvallen van hun partner.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 31: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

30

"Ja want je bent de hele tijd voor iemand aan het zorgen en dat ben je dan zo gewend en dat valt dan

weg, dan heb je toch eigenlijk geen doel meer. Dat is het ook he, dat je dan geen doel meer hebt, dat

is weg." (Man)

De respondenten hebben voorkeur voor persoonlijk contact met mensen waarbij zij zich vertrouwd

voelen. Hierdoor ontstaat er volgens sommige respondenten eerder een diepgaand gesprek en blijft

het contact niet zo oppervlakkig.

"Dat vind ik gewoon leuk omdat het elke keer hetzelfde groepje is en we drinken koffie, dan heb je

tenminste een gesprek he." (Vrouw).

Vertrouwde mensen gaven de respondenten sneller een gevoel van acceptatie en andersom zorgen

onbekenden ervoor dat zij zich sneller angstig en onzeker voelen. Bij het aangaan van nieuwe

contacten geven de respondenten aan veel terughoudendheid te ervaren wat zich mede uit door een

gebrek aan openheid. De meeste vrouwelijke respondenten geven daarnaast aan geen behoefte meer

te hebben voor mannen. De mannelijke respondent geeft tevens aan moeilijk contact te maken en te

onderhouden met vrouwen.

"Ja als die vrouwen hun mannen kwijt zijn, dat ze dan denken ik hoef geen man meer. Niet eens meer

als vriendschap weetjewel. Ik heb zo'n idee dat de meeste vrouwen mannen dan helemaal afschrijven,

geen contact meer alleen als ze niet anders kunnen maar anders laat maar zitten." (man, 82 jaar)

Naast het lastige contact tussen mannen en vrouwen, geven meerdere respondenten aan zich niet

aangesproken te voelen voor de sociale bezigheden georganiseerd voor mensen van hun leeftijd. Zij

geven aan dat de communicatie met hun leeftijdsgenoten vaak stroef verloopt doordat velen last

hebben van ouderdomsklachten zoals doofheid en dementie. Daarnaast geeft een kleine minderheid

aan moeite te ervaren bij het opdoen van nieuwe sociale contacten, met als reden dat er groepjes

gevormd waren en het moeilijk was hier tussen te komen.

"Dat zijn een beetje vaste groepjes en daar kom je niet makkelijk tussen zeggen ze. Dan voel je je een

beetje buitengesloten worden." (Man).

Ook vertellen een aantal respondenten bang te zijn voor wat anderen van hun denken omdat er in hun

omgeving veel geroddeld wordt. Vooral bij het contact tussen mannen en vrouwen valt deze

onzekerheid op.

"Maar op een één of andere manier bestaat er een angst om elkaar te leren kennen, omdat anderen

dan mogelijk dingen zouden gaan denken" (Man).

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 32: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

31

Van de respondenten verklaart een minderheid zich wel eens eenzaam te voelen. Zij geven aan de

meeste gevoelens van eenzaamheid te ervaren in de ochtend en in de avond, wanneer de stilte heerst

in hun huis. Tevens geven zij aan in de ochtend meteen de radio aan te zetten om die vervolgens de

hele dag aan te laten staan.

"Ik zeg al, het ergste vind ik als je s'avonds tv hebt gekeken, dan is er geluid en dan wil je naar bed

gaan, en dan is het zo stil. Als ik smorgens opsta voordat ik thee heb dan doe ik de radio aan. Dat is

het eerste wat ik doe dat er geluid is. En dan vraag jij mij welke liedje er zijn geweest dat weet ik zo

niet eens." (Vrouw).

Tot slot geven veel respondenten aan de aanspraak van anderen te missen. Zij geven aan dat er bijna

nooit meer aan hun word gevraagd hoe het met ze is, en dat zij dat heel erg missen.

"Nou voel je je echt eenzaam, gister had mijn zoon mij thuisgebracht. Maar als ik hier dan binnen kom

dan is er niemand die zegt och wat leuk, en dat mis ik echt." (Vrouw)

AutonomieHet hoofdaspect autonomie wordt direct beïnvloedt door de deelaspecten onafhankelijkheid,

zelfredzaamheid, ontwikkeling.

De respondenten hebben bijna allen te maken met lichamelijke achteruitgang. Een meerderheid van

de respondenten geeft aan dagelijks geconfronteerd te worden met lichamelijke achteruitgang. Het

gevaar om te vallen en vervolgens niet in staat zijn hulp te vragen resulteert bij een meerderheid in

onzekerheid. Daarnaast geeft een minderheid aan vaker dingen te vergeten. De respondenten geven

aan vooral bang te zijn voor afnemende lichamelijke functies en verlies van onafhankelijkheid. Deze

bewering wordt bevestigd vanuit het literatuuronderzoek waarin werd beweerd dat cognitieve

achteruitgang resulteert in het verlies van overzicht en regie over het leven. Volgens het

literatuuronderzoek hebben ouderen hierdoor veel moeite hun behoeftes te uiten. Daarnaast zegt het

literatuuronderzoek dat mentale en fysieke achteruitgang een negatief effect heeft op de

zelfredzaamheid van ouderen.

"Ik zit daar te tobben met een douche en daar word ik best wel een beetje onzeker van, dan ben ik

bang dat ik maar niet val." (Vrouw).

"Nou niet die pijn, het is meer dat ik dan minder zelf kan zou ik zeggen." (Man).

Bijna alle respondenten gebruiken op dagelijkse basis medicijnen. Zij geven daarnaast aan geen

moeite te ervaren bij het innemen van hun medicijnen. Een minderheid van de respondenten geeft

aan bij een fysiotherapeut te lopen voor lichamelijke klachten. Een aantal respondenten hebben

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 33: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

32

onlangs nog gerevalideerd. Zij vertellen dat zij na hun revalidatie erg moe waren en soms waren

vergeten hoe dingen werkten.

"Ik ben eind oktober geopereerd, twee operaties en twee keer gerevalideerd. Zo lang ben ik weg

geweest, dat bedoel ik met die computer, ik was zo moe overal van, dat telebankieren ik was het

helemaal vergeten. Ik zeg ik kan het allemaal niet meer hoor." (Vrouw).

Een meerderheid van de respondenten geeft aan, gebruik te maken van een alarmknop die ze om hun

nek kunnen hangen. Hiermee kunnen zij direct in contact komen met hulpdiensten. De respondenten

met een alarmknop geven aan een rustiger gevoel te hebben, met het idee dat de hulpdiensten altijd

bereikbaar zijn.

" Ik vind het eigenlijk wel een rustig gevoel dat ik hier in een huis zit waarbij ik altijd iemand kan

roepen" (Vrouw).

De respondenten zonder alarmknop geven aan dit nog niet nodig te achten en een minderheid zegt

dat je die alarknop vaak toch niet bij hebt wanneer je valt. Zij zeggen tevens dat ze niet weten wat ze

moeten doen wanneer zij op de grond liggen en niet meer kunnen opstaan.

"En ja als ik hier ineens lig dan kan ik niemand bereiken." (Vrouw,).

Een meerderheid van de respondenten geeft aan zelf nog in staat te zijn licht werk (stofzuigen,

afwassen) te verrichten. Een meerderheid is hiervan afhankelijk van de thuiszorg. Vooral bij het

schoonhouden van het lichaam verklaren de respondenten moeite te ervaren. Zij geven aan het

moeilijk te vinden zichzelf bloot te geven tegenover steeds maar weer nieuwe personen. Echter

zeggen zij dat dit op een gegeven moment wel went.

" Maar het veranderd wel, dat zijn dan jongere dames en dat vind je in het begin helemaal niet prettig

want je staat daar in je nakie." (Man).

Tevens zegt een minderheid zoveel mogelijk licht werk zelf te willen doen. Echter zeggen zij wel open

te staan voor hulp wanneer dit niet meer kan, en er ook geen moeite mee te hebben deze hulp te

accepteren.

"Ik denk dat ik daar niet zo'n moeite mee zou hebben, dat iemand mij komt helpen en dingen voor mij

doet. Ik hoef niet per se alles zelf te doen." (Vrouw).

De meerderheid van de respondenten geeft aan een drukke week te hebben waarin ze regelmatig wat

met andere mensen dingen gaan doen. Een minderheid van de respondenten geeft aan zich

nauwelijks te vervelen. Daarnaast vertellen de respondenten dat ze zichzelf kunnen vermaken met

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 34: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

33

onder andere televisie kijken (sport, natuurprogramma's, comedie, nieuwsjournaal), lezen (krant,

boek, tijdschrift), computer (patience, aanbiedingen bekijken), puzzelen, creatieve dingen (schilderen,

naaien, quelten), muziek luisteren en buiten rondlopen. Tevens geeft de meerderheid aan nog in staat

te zijn om voor zichzelf te koken.

"En savonds komen die soms op visite maar dat is misschien maar één keer in de paar maanden. En

ik verveel me helemaal niet. Ik heb geen behoefte aan meer. Ik vind het goed omdat ik zoveel te doen

heb." (Vrouw).

Een meerderheid van de respondenten zegt zelfstandigheid belangrijk te vinden. Deze respondenten

geven tevens aan te willen kunnen doen wat zij zelf willen. En daarbij geen verplichtingen te hebben

van andere personen of dingen.

"Ja het is goed voor mij om te doen en laten wat bij mij past. En ik wil niet dat iemand mij daarin

afremt. Ik wil niet als ik dood ga denken, jeetje ik had mijn leven anders in willen richten." (vrouw, 77).

"Ja daar hecht ik wel veel waarde aan (zelfstandigheid), ik heb zoveel moeten doen in mijn leven en

nu moet ik zoveel stappen terug nemen. Met al mijn zes kinderen heb altijd zoveel te doen gehad. Dan

wil je toch zelf iets kunnen doen en als je dan een stap terug moet doen dan vind ik dat wel erg."

(Vrouw).

Tot slot zegt een minderheid te hebben gestudeerd wanneer hun partner wegviel. Zij geven aan dat

jezelf ontwikkelen een doel geeft aan het leven. En dat zij voldoening ervaren wanneer zij iets hebben

waar zij naartoe kunnen leven. Dit biedt een perspectief voor de toekomst en onderdrukt het gevoel

dat de tijd wordt uitgezeten.

"Dan leef je daar naartoe (studie), en dan een vriendin en dan samenwonen, kinderen je moet een

bepaald doel hebben in jouw leven." (Man).

Technologie gebruikDe meerderheid van de respondenten geeft aan ooit met een computer te hebben gewerkt en een

kleine meerderheid zegt dit momenteel nog te doen. Zij geven aan de computer vooral te gebruiken

voor email, spelletjes (bridgen, patience), aanbiedingen opzoeken, telebankieren en het bijhouden van

dingen (voetbal, nieuws, huizenprijzen).

"Ja ik vind een computer eigenlijk toch wel gezellig dat ik het een beetje erbij kan houden, en als ik

iets wil lezen bijvoorbeeld dan kan dat altijd." (Vrouw).

De meerderheid van de respondenten die momenteel geen of heel weinig gebruik maakt van de

computer zegt niet in te zien wat ze er allemaal mee kunnen doen. Daarnaast vinden veel

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 35: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

34

respondenten een computer te moeilijk en zeggen sommige respondenten bang te zijn voor hackers

en virussen.

"Ik vind die computer te lastig als je er eigenlijk al voor gaat zitten is het misschien wel leuk om te

doen maar als je dan dergelijke dingen ziet, nee ik word angstig." (Vrouw).

Daarnaast zegt een minderheid van de respondenten te beschikken over een tablet. Zij vinden het

gebruik ervan gemakkelijker dan een computer, omdat je er veel minder meldingen op krijgt.

"Kijk het voordeel van de ipad voor oudere mensen is dat het gebruiksvriendelijker is. Want op de

computer krijg je vaak meldingen van ben je akkoord hiermee of ben je akkoord daar mee, ja dat

kunnen ouderen vaak helemaal niet." (Vrouw).

Tot slot geeft de meerderheid van de respondenten aan het nut niet in te zien van een ipad. Zij

vertellen dat ze niet over het geduld beschikken en tevens niet in zien wat ze ermee kunnen doen.

"Nee dat was aan mij niet besteed ik heb er geen geduld voor of ik zie niet in wat ik er mee kan doen.

Ik vind het zo'n zenuw gedoe, daar in dat hotel ook die zaten bij elkaar aan tafel met hun ipad of

tablet." (Vrouw).

Robot eigenschappenHet deelaspect robot acceptatie wordt beinvloedt door de deelaspecten robot functionele

eigenschappen en robot uiterlijke eigenschappen.

De respondenten geven aan voorkeur te hebben voor een kleine robot, deze veronderstelling

bevestigd de eerdere bevinding uit het literatuuronderzoek dat robots voor ouderen voornamelijk klein

moeten zijn. Daarbij moet de robot niet te kinderachtig ogen en levendig karakter hebben. Een grote

minderheid zegt voorkeur te hebben voor een robot met het uiterlijk van een dier.

Daarnaast geven de respondenten aan dat zij een voorkeur hebben voor een robot die dingen voor

hun in de gaten houd. Tevens zeggen de respondenten voorkeur te hebben voor een robot die hun

helpt dingen te herrineren. Deze beweringen worden ook bevestigd in het literatuuronderzoek. Hierin

wordt beweerd dat ouderen eerder positief staan tegen het gebruik van een robot, wanneer deze een

bijdrage levert aan het vergroten van hun onafhankelijkheid.

"Een robotje die dingen in de gaten houd als ik een hersenbloeding gehad zou hebben. Of die

bepaalde dingen zou doen daar zou ik geen probleem mee hebben" (vrouw).

Tot slot geven de respondenten aan nog geen behoefte te hebben aan een robot. Zij vertellen dat dit

waarschijnlijk komt omdat zij hier nog niet eerder mee te maken hebben gehad. Dit bevestigd een

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 36: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

35

bewering uit het literatuuronderzoek dat de acceptatie van robots voor een groot deel afhankelijk blijkt

van eerdere blootstelling aan soortgelijke technologie.

"Nou omdat ik er nog nooit iets mee te maken heb gehad denk ik, ik weet het niet hoor." (vrouw).

Conclusie

In dit onderzoek staat de vraag centraal over welke eigenschappen de IXI moet beschikken om aan te

sluiten op de sociale behoeftes en de behoefte naar autonomie van ZWO. Daarnaast wordt gekeken

waarvoor ZWO technologie gebruiken en welke aspecten van technologie hen belemmert in het

gebruik hiervan. Tot slot is er gekeken voor welke eigenschappen van een social companion ZWO

voorkeur hebben.

In de resultaten komt naar voren dat ZWO voorkeur hebben voor diepgaand en persoonlijk

contact. Diepgaand contact kan pas bewerkstelligd worden bij mensen die zij vertrouwen. ZWO

hebben voornamelijk de voorkeur met anderen te kaarten, samen ergens naartoe te gaan en te

kletsen. Daarnaast missen zij het gevoel voor iemand te kunnen zorgen. Ondanks dat ZWO in de

meeste gevallen behoefte hebben aan meer sociale contacten, lijkt het aangaan van nieuwe contacten

veel onzekerheid op te roepen. Veel ZWO hebben moeite zichzelf open te stellen tegenover

onbekende mensen. Oorzaak hiervoor kan gevonden worden in de mentale en lichamelijke

kwetsbaarheid van ZWO en de onzekerheid die hiermee gepaard gaat. De communicatie op oudere

leeftijd voorloopt vaak stroef en mede door de toenemende kwetsbaarheid kunnen ZWO het idee

hebben dat zij anderen tot last zijn. Daarnaast kunnen gevestigde groepen intimiderend overkomen

voor sommige ZWO. Zij kunnen het gevoel hebben niet te worden geaccepteerd door de groep

waardoor zij verder sociaal geïsoleerd raken en sociale bezigheden georganiseerd voor mensen van

hun leeftijd uit de weg gaan. Mede hierdoor ervaren veel ZWO gevoelens van eenzaamheid. Zij

missen daarnaast de aanspraak van anderen en proberen de stilte thuis te doorbreken door

bijvoorbeeld hun radio aan te laten staan.

ZWO willen graag autonoom blijven en de regie van hun eigen leven in handen blijven

houden. De autonomie van ZWO wordt echter belemmerd door afnemende lichamelijke en cognitieve

functies van het lichaam. Zij dreigen hierdoor hun onafhankelijkheid en de regie over hun leven te

verliezen en dit roept veel onzekerheid op. Middelen die ervoor zorgen dat er meer grip op het leven

wordt verkregen, vergroten de zelfredzaamheid en daarmee de autonomie van ZWO. De constante

ervaren aanwezigheid van de thuiszorg in de vorm van een alarmknop is één van die middelen. Het

haalt deels de onzekerheid weg doordat zij iemand in de buurt hebben die hun direct kan helpen

wanneer er iets gebeurd. Daarnaast vinden ZWO hun zelfstandigheid belangrijk. Wanneer zij niet met

anderen bezig zijn kijken zij thuis voornamelijk televisie, lezen zij graag of spelen een spelletje. Het

perspectief ergens naartoe te leven geeft voldoening bij ZWO. Hierdoor ontstaat een toekomst

perspectief en hebben zij minder het gevoel hun leven uit te zitten.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 37: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

36

Veel ZWO maken gebruik van technologie in de vorm van een computer of een tablet. Zij

gebruiken dit voornamelijk voor email, spelletjes en het bijhouden van nieuws. Zij weten echter vaak

niet wat ze met de technologie kunnen doen en hebben er ook geen zin in dit uit te zoeken. Daarnaast

zorgen onverwachte meldingen en veranderingen binnen de technologie voor onzekerheid. Waardoor

veel ZWO de behoefte verliezen de desbetreffende technologie te gebruiken.

Tot slot hebben ZWO de voorkeur voor een kleine robot. De social companion moet niet kinderlijk

ogen en geen onverwachte dingen doen. Zij hebben voorkeur voor een robot die bijdraagt aan het

behoud van hun autonomie. Waarbij de controle zoveel mogelijk in hun handen ligt. Tevens zal

eerdere blootstelling met soortgelijke technologie robot gebruik stimuleren.

De IXI kan het beste worden ingezet om sociaal contact tussen ZWO te bewerkstelligen.

Omdat het aangaan van nieuwe sociale contacten een groot probleem blijkt te zijn bij ZWO en in veel

gevallen resulteert in het stimuleren van eenzaamheid. De IXI zou dit in de vorm van bemiddelaar

kunnen doen bij het spelen van gezamenlijke spelletjes. Daarnaast kan de IXI ten opzichte van

mensen constant bij iemand thuis aanwezig zijn en door interactie met de gebruiker een gevoel

creëren dat er iemand over hem of haar waakt. Door interactie met de gebruiker kan de IXI het gevoel

suggereren dat ook de IXI aandacht en zorg nodig heeft waardoor de behoefte voor iemand te zorgen

bevredigd kan worden. Tot slot beoordeeld te IXI niet waardoor een ZWO geen sociale angst hoeft te

ervaren en op een veilige manier bepaalde aspecten van zijn sociale behoeftes kan vervullen.

Discussie

Uit dit onderzoek komt naar voren dat ZWO voorkeur hebben voor diepgaand en persoonlijk contact.

Dit zal echter momenteel nog niet mogelijk zijn wanneer er wordt gekeken vanuit de mogelijkheden

van een social companion. Daarnaast geven veel ZWO aan het te missen om voor iemand te kunnen

zorgen. Dit gevoel is voornamelijk ontstaan wanneer hun partner kwam te overlijden. Het zorgen voor

iemand bewerkstelligd het idee dat iemand nodig is in de wereld. Deze beweringen komen ook voor in

het volgende onderzoek waarin wordt gesuggereerd dat huisdieren tegemoet kunnen komen aan dit

idee. Doordat iemand emotioneel investeerd in een huisdier (of persoon), is een diepgaande

emotionele band mogelijk (Archer, 1997). Dit zou suggereren dat dit effect wellicht ook bewerkstelligd

kan worden met social companions. Deze beweringen zijn echter nog volledig onderzocht waardoor

vervolgonderzoek nodig is om uitspraak te kunnen doen. Tevens wordt er geconcludeerd dat ouderen

moeite hebben zich open te stellen vanwege hun kwetsbaarheid. Dit kan echter sterk afhankelijk zijn

van het individu, waardoor het niet met zekerheid is te zeggen dat het gevoel anderen tot last te zijn,

afhangt van iemands kwetsbaarheid.

Het aanlaten van de radio kan daarnaast een aangeleerde gewoonte zijn. Dit gedrag wordt

namelijk ook vertoont door mensen die hun partner nog wel hebben. We weten dus nog niet of dit

wordt gebruikt om stilte te doorbreken of eenzaamheid te onderdrukken. Het is daarom nodig

vervolgonderzoek te plegen op de relatie tussen achtergrond geluid en eenzaamheid bij ZWO.

Het gebruik van technologische producten door ZWO zegt misschien wat over de belemmeringen die

zij bij het gebruiken hiervan ervaren. Zij zijn hier echter al vaker aan blootgesteld vanuit hun omgeving

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 38: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

37

waardoor het eigenlijk niet mogelijk is deze resultaten toe te passen op social companions, waaraan

zij veel minder of zelfs nog helemaal niet zijn blootgesteld.

De eigenschappen van de social companion, waarover veel is gevonden in het

literatuuronderzoek zijn nauwelijks aan bod gekomen in het veldonderzoek. Hierdoor zijn de

beweringen uit het literatuuronderzoek met betrekking tot de functionele en uiterlijke eigenschappen

van een sociale robot onvoldoende getoetst. Ook hier dient vervolgonderzoek voor te worden gedaan

waarbij verschillende social companions worden ontwikkeld. De social companions dienen gebruikt te

worden, waarna de voorkeur voor bepaalde eigenschappen die ZWO aangeven vergeleken worden

met de resultaten uit het literatuuronderzoek.

Tevens dienen de social companions voor ontwikkeld te worden voor verschillende

doeleinden, aansluitend op de behoeftes ZWO. Binnen dit onderzoek wordt er gericht op een social

companion als sociaal bemiddelaar, daarnaast wordt er gepraat over een social companion om voor te

zorgen en social companion die over jouw waakt. Dit zijn twee verschillende functies waar in beide

gevallen, een geheel ander ontwerp nodig is om geaccepteerd te worden. Er dienen hier dus ook twee

verschillende vervolg onderzoeken te volgen, om de ontwerpen af te stemmen op de behoeftes van

ZWO. Het is echter interessant om te kijken wat voor rol een social companion kan vervullen als

sociaal bemiddelaar. Doordat ZWO onzeker zijn bij het aangaan van nieuwe contacten en veel

negatieve ervaringen hebben bij het maken van contact, kunnen deze negatieve ervaringen leiden tot

verdere sociale isolatie. Een social companion zou dus kunnen bemiddelen bij het aangaan van

sociaal contact. Mogelijk vervolgonderzoek naar de effecten van social companions als sociaal

bemiddelaar bij ZWO zal hier meer duidelijkheid over kunnen bieden.

Tot slot zijn er in dit onderzoek te weinig mannen geinterviewd waardoor de resultaten niet

generaliseerbaar zijn voor mannelijke ZWO. Hoewel dit enigszins representatief is voor de man vrouw

verhouding bij ZWO (veel minder mannen dan vrouwen), is vervolgonderzoek gericht op mannen

noodzakelijk. Ook omdat de voorkeur voor bepaalde eigenschappen bij social companions zou

verschillen afhankelijk van geslacht. In het literatuuronderzoek kwam naar voren dat vrouwen meer

voorkeur bleken te hebben voor sociale aspecten van een social companion, waar mannen voorkeur

hadden voor technische aspecten.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 39: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

38

Literatuurlijst

Archer, J. (1997). Why do people love their pets? Evolution and Human Behavior

18(4) p. 237–259.

Allen, P., & Bennett, K. (2010). PASW Statistics by SPSS: a practical guide. Australia: Cengage

Learning.

Andersson L. (1985). Intervention against loneliness in a group of elderly women: An impact

evaluation. Soc Sci Med 1985; vol. 20 355-365.

Antonovsky, A., & Sagy, S. (1990). Confronting developmental tasks in the retirement transition. The

Geronfologist, vol. 3, 362-368.

Arras KO, Cerqui D (2005) Do we want to share our lives andbodies with robots? A 2000 people

survey. Technical Report Nr. 142 p. 605-001

Bath, P., & Agada, J. (2005). Social isolation as a predictor of health outcomes in older people. The

Gerontologist, 45, 515–515.

Baarda, B. (2009). Dit is onderzoek! Houten: Noordhoff.

Broekens, J., Heerink, M. & Rosendal, H. (2009). Assistive social robots in elderly care: a review.

Gerontechnology 2009; 8(2), p 94-103.

Byyny, R. L., & Speroff, L. (1990). A clinical guide for the care of older women. Baltimore, Williams and

Wilkins.

Breazeal C (2000). Sociable machines: expressive social exchange between humans and robots.

Geraadpleegd op 13 Maart 2014, van http://groups.csail.mit.edu/lbr/hrg/2000/phd.pdf

Cattan, M., White, M., Bond, J., & Learmouth, A. (2005). Preventing social isolation and loneliness

among older people: A systematic review of health promotion interventions. Ageing and Society, 25, p.

41–67.

CBS (2013) Huishoudensprognose 2013 - 2060: Sterke toename ouderen alleenstaande. CBS,

Bevolkingstrends 2013.

Cohen Mansfield J. (2001). Nonpharmocologic interventions for inappropriote behaviors in dementia.

American Journal of Geriatric Psychiatry , 4:361–81.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 40: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

39

College bouw zorginstellingen (2005) Domotica: superhype of superhulp? Zorg en ondernemen 2005,

nr 8.

Davis, F.D. (1989). Perceived usefulness, perceived ease of use, and user acceptance of information

technology. MIS Quarterly, 13 (3), 318-339.

de Ruyter B, Saini P, Markopoulos P, van Breemen A (2005). Assessing the effects of building social

intelligence in a robotic interface for the home. Interact Comput 17:522–541

de Groot, A.J., Spalburg, B.T., Allewijn, M. & Depla, M.F.I.A. (2013). Verborgen zorgbehoefte bij

ouderen: Ambulante geriatrisch consultatie in de praktijk, een dossieronderzoek. Tijdschrijft

Gerontologie Geriatrie, vol. 44, p 16-32

de Jong Gierveld, J. (1984). Eenzaamheid, een meersporig onderzoek. Deventer: Van Loghum

Slaterus, 328 pp.

Evers, J. (2007). Kwalitatief interviewen: Kunst én kunde. Den Haag: Lemma.

Findlay, R. A. (2003). Interventions to reduce social isolation amongst older people: Where is the

evidence? Ageing and Society, 23, 647–658.

Fokkema T, Tilburg TG van. (2005). Eenzaam en dan? De (on)mogelijkheden van interventies bij

ouderen. Den Haag: NIDI, 2005.

Forlizzi, J. (2005). Robotic products to assist the aging population. Interactions, Volume

12 Issue 2 march: 16-18.

de Kam, G.,Laura, D. & Roos Pijpers. (2012). Kwetsbaar en zelfstandig, Een onderzoek naar de

effecten van woonservicegebieden voor ouderen. Radboud Universiteit Nijmegen, 2012.

Gezondheidsraad (2009). Preventie bij ouderen: focus op zelfredzaamheid. Gezondheidsraad 2009.

Goetz J, Kiesler S (2002) Cooperation with a robotic assistant. In: Proceedings of conference on

human factors in computing systems. Minneapolis, Minnesota, pp 578–579

Giulini MV, Scopelliti M, Fornara F (2005) Elderly people at home: Technological help in everyday

activities. Proceedings of the 2005 IEEE international workshop on robots and human

interactive communication, Nashville, TN, pp 365–370

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 41: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

40

Heerink, M., Kröse, B., Evers, V. & Wielinga, B. (2010). Assessing acceptance of assistive social

agent technology by older adults: the almere model. International journal of social robotics 2010, vol.

2(4), p 361-375.

Hortulanus, R., Machielse, A.,&Meeuwesen, L. (2006). Social isolation in modern society. New York

Routledge. vol. 35, p 55-61.

Hobfoll, S. E. (2001). Social support and stress. In N. J. Smelser, & P. B. Baltes (Eds.). International

encyclopedia of the social & behavioral sciences, 1st, p 14461–14465.

Hirsch T, Forlizzi J, Hyder E, Goetz J, Stroback J, Kurtz C (2000) The Elder project: social and

emotional factors in design of eldercare technologies. In: Proceedings on the 2000 conference on

universal usability. Arlington, VA, pp 72–79

Kempen, G. I. J. M. (2009). Psychosociale aspecten van gezondheid en autonomie bij ouderen: van

determinanten naar interventie. Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie, Vol. 40, p 253-261.

Klinenberg, E. M. (2005). Dying alone: The social production of urban isolation. The sociology of

health and illness: Critical perspectives, vol 3 pp. 83–97

Kullberg, J. en M. Ras, (2004). Met zorg gekozen? Woonvoorkeuren en woningmarktgedrag

van ouderen en mensen met lichamelijke beperkingen. VROM, 120 pp.

Libin AV, Libin EV (2004). Person-robot interactions from the robo psychologists point of view: the

robotic psychology and robotherapy approach. Proc IEEE 92: p. 1789–1803.

Lopata, H. Z. (1969). Loneliness: Forms and components. Social Problems, 17, 248–261

Nomura T, Kanda T, Suzuki T, Kato K (2008). Prediction of humanbehavior in human–robot interaction

using psychological scales for anxiety and negative attitudes toward robots. IEEE Trans Robot

24:442–451

Nomura T, Suzuki T, Kanda T, Han J, Shin N, Burke J, Kato K (2008). What people assume about

humanoid and animal-type robots: cross-cultural analysis between Japan, Korea, and the USA. Int J

Humanoid Robot 5:25–46

Rijksoverheid (2014). Kwaliteit ouderenzorg moet beter. Geraadpleegd op 21 Juli 2014, van

http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2014/06/12/kwaliteit-ouderenzorg-moet-beter.html

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 42: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

41

Rosel, N. (1988). Clarification and application of Erik Erikson’s eighth stage of man. International

Journal of Aging and Human Deoelopment, 27, I l-23.

Rögels, N. (2007). Levenslooppsychologie: Jongvolwassenen, volwassenen en oudere volwassenen.

Uitgeverij Nelissen, Soest.

Rokach, A., (2000). Loneliness and the life cycle. Psychol. Rep. 86, 629–642.

CBS Statline (2009). Nog 1 miljoen alleenwonenden erbij. Geraadpleegd op 3 Juni 2014, van

http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/bevolking/publicaties/artikelen/archief/2009/2009-2845-wm.htm

Stevens N, Albrecht H. (1995). De vriendschapscursus voor oudere vrouwen. Centrum voor

psychogerontologie, Radboud Universiteit, Nijmegen.

Scopelliti M, Giuliani MV, Fornara F (2005) Robots in a domestic setting: a psychological approach.

Univers Access Inf Soc 4, p. 146–155

Taggart W, Turkle S, Kidd, C.D. (2005) An interactive robot in a nursing home: preliminary remarks. In:

Proceedings of toward social mechanisms of android science, a cognitive science society workshop,

Stresa, Italy, 2005, pp 56–61

TNS/NIPO (2008). Samenvatting eenzaamheidsonderzoek: Coalitie Erbij. TNS/NIPO, 2008.

Opgehaald van

www.eenzaam.nl/sites/eenzaam/files/samenvatting_eenzaamheidsmonitor_tns_nipo_2008.pdf

bezocht 11 Maart 2014.

Wada K, Shibata T (2007) Robot therapy in a care house: change of relationship among the residents

and seal robot during a 2-month long study. Proceedings of the 16th IEEE international

symposium on robot and human interactive communication RO-MAN, 2007, p 107–112

Wenger, C.G., R. Davies, S. Shahtahmasebi & A. Scott (1996). Social isolation and loneliness

in old age: review and model refinement. Ageing& Society, vol. 16, 333-358.

Qing-hua L., Meng MQH., & Tao M. (2005). Robotic pet based interactive home healthcare system.

Proceedings of the IEEE/ASME international conference on advanced intelligent mechatronics, p 771–

776

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 43: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

42

Bijlage 1 ZoekverslagGebruikte zoektermen

Aspect 1: Behoeften zelfstandig

wonende ouderen

Aspect 2: Acceptatie van

sociale robots bij ouderen

Aspect 3: Eerdere ervaringen

ouderen met robots

Zoektermen NL:

Behoeften

Zelfstandig wonen

Alleen wonen

Ouderen

Zelfredzaamheid

Sociale isolatie

Eenzaamheid

Huisdieren

Zoektermen NL:

Technologie

Acceptatie

Sociale robots

Ouderen

Zoektermen NL:

Sociale robots

Robots

Effecten

PARO

Ervaringen

Ouderen

Zoektermen ENG:

Needs

Independent living

Living alone

Elderly

Self-reliance

Social isolation

Loneliness

Groningen Frailty Indicator

Pets

Zoektermen ENG:

Technology

Acceptance

Social robots

Robotics

Elderly

Zoektermen ENG:

Social robots

Robots

Effects

PARO

Experiences

Elderly

Databases

Waar gezocht? Zoektermen? Hoeveel hits? Hoeveel bruikbare artikelen?

SpringerLink Needs of elderly

and living alone

Needs elderly and

10,598 Health-related quality of life and long-term care

needs among elderly individuals living alone.

(Liu et al., 2013)

Effects of social exclusion on depressive

symptoms. (Tong et al., 2011)

Living Alone: Elderly Chinese Singaporeans

(Wong & Verbrugge, 2008).

Aging society and gerontechnology: A solution

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 44: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

43

independent living

Zelfstandig

wonen and

ouderen

Self-reliance and

elderly and needs

Zelfredzaamheid

and ouderen and

zelfstandig

Social robot and

acceptance and

elderly

Technology

acceptance and

elderly

Social robots and

experiences and

elderly

32,760

412

300

82

272

2,543

492

for an independent living? (Piau et al., 2014)

Als zelfstandig wonen niet meer kan (Naafs et

al., 2010)

Family support, financial needs, and health

care needs of rural elderly in China (Li &

Tracy, 1999)

Verborgen zorgbehoeften bij ouderen (de

Groot et al., 2013)

Evaluation of a Small Socially-Assistive

Humanoid Robot in Intelligent Homes for the

Care of the Elderly (Torta et al., 2013)

Assessing Acceptance of Assistive Social

Agent Technology by Older Adults: the Almere

Model (Heerink et al., 2010)

Acceptance of Healthcare Robots for the Older

Population: Review and Future Directions

(Broadbent et al., 2009)

Relating conversational expressiveness to

social presence and acceptance of an

assistive social robot (Heerink et al., 2010)

Current status of and factors associated with

social isolation in the elderly living in a rapidly

aging housing estate community (Gouda &

Okamoto, 2012)

Granny and the robots: ethical issues in robot

care for the elderly (Sharkey & Sharkey, 2010)

Review: Seven Matters of Concern of Social

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 45: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

44

Social robots and

effects and

elderly

Sociale robots

and ervaringen

and ouderen

Loneliness and

elderly

Groningen Frailty

Indicator

483

4

1,052

132

Robots and Older People (Frennert & Östlund,

2014)

Robots in a domestic setting: a psychological

approach (Scopelliti et al., 2005)

Robots and human dignity: a consideration of

the effects of robot care on the dignity of older

people (Sharkey, 2014)

Comparison on Identification of Affective Body

Motions by Robots Between Elder People and

University Students: A Case Study in Japan

(Nomura & Nakao, 2010)

Wat doen we met Paro? (Vanlaere, 2014)

Effect evaluation of a two-year complex

intervention to reduce loneliness in non

institutionalised elderly Dutch people (Vlaming

et al., 2013)

Identifying frailty: do the Frailty Index and

Groningen Frailty Indicator cover different

clinical perspectives? a cross-sectional study

(Drubbel, 2013)

Pubmed Needs of elderly

and living alone

Needs elderly and

independent living

Robotics and

elderly and

acceptance

503

576

46

Being old and living alone in urban areas: the

meaning of self-care and health on the

perception of life situation and identity (Sundsli

et al., 2013)

Community-dwelling older adults with memory

loss: needs assessment.(Parsons et al., 2013)

Reactions to a Remote-Controlled Video-

Communication Robot in Seniors’ Homes: A

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 46: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

45

Social robots and

effects 14

Pilot Study of Feasibility and Acceptance

(Seelye, 2012)

Robotic pet based interactive home healthcare

system (Qing-hua et al., 2005)

Socially assistive robots in elderly care: a

systematic review into effects and

effectiveness (Bemelmans et al., 2012).

Personality of social robots perceived through

the appearance (Chee et al., 2012)

Sciencedirect Needs of elderly

and living alone

Needs and elderly

and living alone

Social robot and

acceptance and

elderly

Paro and social

robots

27,834

27,794

317

37

Home Health Care Needs and Willingness to

Pay for Home Health Care Among

the Empty-nest Elderly in Shanghai (Liu et al.,

2011)

Loneliness in elderly individuals, level of

dependence in activities of daily

living (ADL) and influential factors

(Hacihasanoglu et al., 2012)

Housing and social support needs of elderly

persons: a need assessment in an

independent living facility (Lewis, 1997)

Exploring influencing variables for the

acceptance of social robots (de Graaf &

Allouch, 2013)

Sociable machines: expressive social

exchange between humans and robots

(Breazeal, 2000)

Use of social commitment robots in the care of

elderly people with dementia: A literature

review (Mordoch et al., 2013)

Robot therapy in a care house: change of

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 47: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

46

Pets and elderly

and benefits 8755

relationship among the residents and seal

robot during a 2-month long study (Wada,

2007)

Pet ownerschip and older women: the

relationships among loneliness, pet attachment

support, human social support and depressed

moods (Krause-Parello, 2011)

Bieb.nu

Pets and social

robots

Behoeften

ouderen and

alleen wonen

Technologie

acceptatie

ouderen

186

261

62

Animal-assisted interventions for elderly

patients affected by dementia or psychiatric

disorders: A review (Bernabei, et al., 2012)

The psychosocial effects of a comparison

robot: A randomized controlled trial (Robison

et al., 2013)

Kwetsbaarheid bij ouderen: frailty (Slaets,

2006)

Eenzaamheidsinterventies bij ouderen:

ordening en effectiviteit (Stevens & Martina,

2006)

Big Brother is helping you: Domotica voor

mensen met dementie en hun mantelzorgers

(Pols, 2009)

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 48: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

47

Bijlage 2 Sneeuwbal methode

Sleuteldocument Citaat of verwijzing Gevonden artikel

Housing and social support

needs of elderly persons: a

needs assessment in an

independent living facility

(Lewis, 1997)

Developmental tasks

elderly

Confronting developmental tasks

in the retirement transition.

(Antovsky & Sagy, 1990)

Clarification and application of

Erik Erikson’s eighth stage of

man (Rosel, 1988).

Living Alone: Elderly Chinese

Singaporeans (Wong &

Verbrugge, 2008)

Social isolation

Intervention against

social isolation

Social isolation in modern

society. (Hortelanus et al., 2006)

Preventing social isolation and

loneliness among older people: A

systematic review of health

promotion interventions. (Cattan

et al., 2005)

Interventions to reduce social

isolation amongst older people:

Where is the evidence? (Findlay,

2003)

Dying alone: The social

production of urban isolation

(Klinenberg, 2005)

Social support and stress

(Hobfoll, 2001)

Social isolation as a predictor of

health outcomes in older people

(Bath & Agada, 2005)

Loneliness: Forms and

components (Lopata, 1969)

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 49: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

48

Loneliness in elderly

individuals, level of dependence

in activities of daily living (ADL)

and influential factors

(Hacihasanoglu et al., 2010)

Eenzaamheidsinterventies bij

ouderen: ordening en

effectiviteit (Stevens & Martina,

2006)

Verborgen zorgbehoefte bij

ouderen (de Groot et al., 2013)

Assessing acceptance of

assistive social robots by aging

adults (Heerink, 2010)

Acceptance of Healthcare

Robots for the Older population:

Review and Future Directions

(Broadbent et al., 2009)

Loneliness

Eenzaamheidsinterventie

s

Theorie of unmet needs

Robot acceptance

Acceptance healthcare

robot and elderly use

Robotic psychology

Loneliness and the life cycle.

(Rokach, 2000)

Eenzaam en dan? De

(on)mogelijkheden van

interventies bij ouderen

(Fokkema, 2005)

Vriendschapscursus voor oudere

vrouwen (Stevens & Albrecht,

1995)

Intervention against loneliness in

a group of elderly women: An

impact evaluation (Andersson,

1985)

Nonpharmocologic interventions

for inappropriote behaviors in

dementia (2001)

Robotic products to assist the

aging population (Forlizzi, 2005)

Do we want to share our lives

and bodies with robots? (Arras &

Cerqui, 2005)

Elderly people at home:

Technological help in everyday

activities. (Giulini et al., 2005)

Person-robot interactions from

the robopsychologists point of

view: the robotic psychology and

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 50: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

49

Robot human interaction

Robot perception in

cultures

Emotional factors in

design eldercare

technologies

Social effects robot use

for elderly

robotherapy approach (Libin,

2004)

An interactive robot in a nursing

home: preliminary remarks.

(Taggart et al., 2005)

Prediction of human behavior in

human–robot interaction using

psychological scales for anxiety

and negative attitudes toward

robots (Nomura et al., 2008)

What people assume about

humanoid and animal-type

robots: cross-cultural analysis

between Japan, Korea, and the

USA (Nomura et al., 2008)

Elder project: social and

emotional factors in design of

eldercare technologies (Hirsch et

al., 2000 )

Assessing the effects of building

social intelligence in a robotic

interface for the home (de Ruyter

et al., 2005)

Cooperation with a robotic

assistant (Goetz & Kiesler, 2002)

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 51: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

50

Bijlage 3 Begrippenlijst

Autonomie Zelfbestuur (Van Dale, 2014).

Domotica Domotica staat voor elektronische communicatie

tussen allerlei elektrische toepassingen in de

woning en woonomgeving ten behoeve van

bewoners en dienstverleners. Hiermee worden

zorgtaken, communicatie, ontspanning en andere

huiselijke bezigheden door talrijke elektrische

apparaten en netwerken gemakkelijker gemaakt

(College bouw zorginstellingen, 2005).

Robot Geheel van werktuigen en machines dat op een

mens lijkt. (Van Dale, 2014)

Semi gesctructureerd interview Onderwerpen en belangrijkste vragen worden

vastgelegd. Tijdens het gesprek kan de

interviewer andere vragen formuleren of de

vragen anders stellen. Ook kan er hierdoor

dieper worden ingegaan op bepaalde

onderwerpen. (Baarda, 2009).

Vergrijzing Stijging van de gemiddelde leeftijd (Van Dale,

2014).

Welbevinden Het zich goed, tevreden voelen (Van Dale, 2014).

Zelfredzaamheid Zelfredzaamheid is een begrip dat in verschillende situaties anders kan worden geïnterpreteerd. Omdat dit onderzoek gericht op het stimuleren van zelfredzaamheid bij ouderen. Hanteneren wij de definitie van zelfredzaamheid die wordt gehanteerd door de gezondheidsraad.

Vermogen om zelfstandig je leven te leiden en om je eigen problemen op te lossen (Gezondheidsraad, 2009).

Zandley Zandley is een woonzorgcentrum voor ouderen in Drunen. Dit woonzorgcentrum bestaat uit aanleunwoningen voor ouderen, met snelle beschikking over thuiszorgdiensten.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 52: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

51

Bijlage 4 Ethische verantwoording

Er zullen geen mensen zijn die door dit onderzoek worden benadeeld. Deelname voor het onderzoek

is namelijk op vrijwillige basis. De deelnemers worden van te voren ingelicht over het gebruik van

opname materiaal. Daarnaast worden zij ingelicht dat er namen worden binnen dit onderzoek en

worden geanonimiseerd en dat opnamemateriaal alleen wordt ingezien door mijn

afstudeerbegeleiders en afstudeerdocent. Het doel van dit onderzoek wordt van te voren toegelicht bij

de kennismaking met de deelnemers. Tot slot kunnen de deelnemers op aanvraag een kopie van dit

onderzoek ontvangen.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 53: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

52

Bijlage 5 Topic lijst

Topic lijst – Semi gestructureerd interview

KennismakingGoedemiddag! Ik ben Peter student toegepaste psychologie. Dit betekent dat ik na mijn studie graag met mensen wil gaan werken. Ik zit op dit moment in mijn laatste jaar en ben bezig met mijn afstudeeronderzoek. WittyWorX en Fontys Hogenscholen hebben mij gevraagd te onderzoeken welke behoeftes ZWO hebben ten aanzien van een elektronisch maatje. Een elektronisch maatje is als het ware een elektronisch huisdier, die interactie aangaat met mensen en ontworpen kan worden voor verschillende rollen. Met deze gegevens willen we kijken hoe wij een elektronisch maatje kunnen ontwikkelen, waar ZWO plezier aan kunnen beleven en ondersteund in het behouden van hun onafhankelijkheid. De gegevens van dit antwoord worden vertrouwelijk behandeld. Dit houd in dat er geen namen zichtbaar worden gemaakt. Daarnaast zullen alleen ik en mijn begeleidende docent inzicht krijgen in de gehouden interviews en zullen de interviews na het onderzoek worden verwijderd. Nu wil ik van u horen welke ongemakken zelfstandig wonen voor u belemmeren en welke aspecten van een elektronisch maatje u bevallen. Mocht u het gevoel hebben dat ik iets vergeten ben te vragen dan hoor ik dit graag. Want alle informatie is bruikbaar en het liefst wat u het belangrijkst vindt.

Behoeftes ZWO

Kunt u kort vertellen wie u bent?

AlgemeenHoelang woont u al alleen?Hoe bevalt dit?Heeft u bezoek? Zo ja, met wat voor regelmaat?Hoe ziet een gemiddelde week er bij u uit?

Sociale behoeftesHeeft u contacten in het dagelijks leven? Zo ja, welke?Zijn de mensen die u helpen met klusjes vaak formele (mensen vanuit een bepaalde stichting of werkomgeving) of informele (vrienden of familie) ondersteuners?Heeft u nog behoeften aan meer contacten? (bijvoorbeeld een wekelijkse bijeenkomst/activiteit georganiseerd door de buurt.)Wanneer u behoefte heeft aan meer contact, wat zouden dan opties voor u zijn om deze behoefte te bevredigen?

AutonomieHeeft u vanwege fysieke of mentale gezondheidsklachten extra ondersteuning nodig? (bijvoorbeeld wassen, medicijnen, wekelijks dokter bezoek) Zo ja, op wat voor manier? En verwacht u dat dit in de toekomst meer nodig zal zijn?Welke acties onderneemt u op dit moment wanneer iets niet lukt?Waar denkt u nu of in de nabije toekomst aan wanneer het gaat over extra ondersteuning?

AlgemeenZijn er behoeften of benodigdheden waar ik niet naar heb gevraagd die u graag wilt aangeven?Wilt u mij nog iets meegeven voor bij het onderzoek?

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 54: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

53

Eigenschappen social companions

AlgemeenUitleg elektronisch maatje met voorbeelden.

Functionele eigenschappenWaar zou u het liefst een elektronisch maatje voor gebruiken?Wat zou een elektronisch maatje voor u moeten kunnen doen?Wanneer zou u een elektronisch maatje gebruiken?Hoe zou een elektronisch maatje zich voor u moeten gedragen? (bijvoorbeeld snel, rustig, energiek)Wanneer u naar uw eigen behoeftes kijkt, aan welke behoefte zou een elektronisch maatje dan kunnen bijdragen?Wanneer zou u een elektronisch maatje niet gebruiken? Waarom niet?

Uiterlijke eigenschappenHoe groot zou een elektronisch maatje voor u moeten zijn? (voorbeeld aangeven)Wat voor stemgeluid voor een elektronisch maatje heeft bij u de voorkeur? (vrouwenstem/mannenstem/hoog/laag)Wat voor kleur zou u het elektronisch maatje het liefst geven?Wat voor persoonlijkheid zou het elektronisch maatje voor u moeten uitstralen? (vriendelijk/serieus/opgewekt)

AlgemeenZijn er nog functies of uiterlijke eigenschappen van een elektronisch maatje die absoluut zou willen?En zijn er nog functies of uiterlijke eigenschappen van een elektronisch maatje die u absoluut niet zou willen?

Uiterlijke voorkeurWelke van de volgende elektronisch maatjes vindt u het aantrekkelijkst?

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 55: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

54

Bijlage 6 Codeboom

Activiteiten allen

Boek lezen

Buiten rondlopen

Computer spelletjes

Creatieve dingen doen

Ergens naartoe gaan

Ik kook zelf niet meer

Krant lezen

Leg puzzels

Muziek luisteren

Naaiwerk

Nieuws journaal kijken

Patience allen

Reclames bekijken

Rikken

Schilderen

Scootmobiel rondrijden

Sport kijken

Televisie kijken

Weekblad lezen

Zwemmen

Activiteiten met anderen

Biljarten

Boekenclub

Boodschappen doen

Bordspelletjes

Buiten rondlopen

Cursus schilderen

Ergens naartoe gaan

Eten bij zandley/anderen

Film club

Geen verplichtingen

Handwerken

Hetzelfde groepje is vertrouwd

Hulp terug ontvangen

Kaarten

KBO wordt van alles georganiseerd

Kletsen

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 56: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

55

Met z'n tween ergens naartoe

Muziek avonden

Niet competitie gericht

Oppassen op kleinkinderen

Samen eten

Samen iets drinken

School

Scootmobiel rondrijden

Vergaderen

Verjaardagen

Eenzaamheid

Alleen eten

Bezig blijven anders wegzakken

Buitengesloten door groepjes

Hoe ouder hoe intensere band met partner

Niemand die vraagt hoe het is

Niet zeuren over eenzaamheid

Radio de hele dag aan

Smorgens is het zo stil

Savonds is het zo stil

Voor iemand zorgen geeft voldoening

Vroeger alles samen

Wegvallen partner

Huisdieren

Allergisch voor dieren

Geen huisdier door fysieke beperking

Voorkeur voor hond

Voorkeur voor kat

Lichamelijke achteruitgang

Angst voor vallen

Bloed prikken

Dagelijks geconfronteerd met zwakte

Duizeligheid

Fysiek minder kunnen

Fysiotherapie

Gebroken botten

Huishouden te zwaar

Last met stilstaan

Last van knie en heup

Last van nek

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 57: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

56

Last van rug

Last van schouder

Medicijngebruik

Operaties

Suikerziekte

Traplopen te zwaar

Vergeetachtigheid

Verlies onafhankelijkheid door lichamelijke achteruitgang

Vermoeidheid

Onafhankelijkheid

Doen wat ik wil doen

Geen gebondenheid aan huisdier

Geen gebondenheid aan persoon

Geen vrijheid door ex man

Hier regel je alles zelf

Rekening houden met anderen

Verlies onafhankelijkheid door lichamelijke achteruitgang

Weinig verplichtingen

Zelfstandigheid belangrijk

Ontwikkeling

Algemene ontwikkeling

Behalen mavo diploma

Ontwikkeling taal en rekenen

Robot acceptatie

Blootstelling tegenover robots

Geen schaamte

Robot functionele eigenschappen

Levendige robot

Robot die dingen in de gaten houd

Robot helpen bij vergeetachtigheid

Robot persoonlijkheid neutraal

Robot uiterlijke eigenschappen

Levendige robot

Niet te grote robot

Robot niet te kinderachtig

Robot plat en klein

Robot uiterlijk plant

Uiterlijk van een dier

Sociaal netwerk

Familie

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 58: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

57

Mantelzorgers

Mensen uit de buurt

Sociale behoeftes

Affiniteit voor persoonlijk contact

Behoefte aan meer sociale contacten

Behoefte aan small talk

Bijhouden hoe het met anderen gaat

Echte interesse

Gesprekken met vertrouwde mensen

Iets voor andere mensen doen

Kletsen

Met anderen naar buiten

Openheid van mensen

Voor iemand zorgen

Sociale complicaties

Angst voor wat anderen denken

Angstig voor onbekenden

Buitengesloten door groepjes

Communicatie verloopt moeilijk

Contact blijft oppervlakkig

Geen behoefte meer aan mannen

Gevoel niet geaccepteerd te worden

Gezelschap niet van anderen verlangen

Hier wordt niks georganiseerd

Mensen zijn terughoudend

Voel me te jong voor ouderen hier

Technologie gebruik

Bang voor hackers en virussen

Behoefte aan uitleg computer

Computer spelletjes

Computer te moeilijk

Computer voor bijhouden van dingen

Computer voor bridgen

Door kinderen computer aangeschaft

Eerder blootstelling met computer

Geen behoefte aan smartphone

Internet wordt weinig gebruikt

Radio de hele dag aan

Reclames bekijken

Table gebruiksvriendelijker

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 59: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

58

Tablet te moeilijk

Zie niet in wat ik er mee kan doen

Zorgaanbod

Blootstelling aan nieuwe mensen lastig

Hulp bij douchen

Hulp bij kleren aantrekken

Hulp bij lichte klussen

Kleren aantrekken

Particuliere hulp

Sta open voor hulp

Voorkeur voor dezelfde persoon

Zelfredzaamheid

Afhankelijk van thuiszorg

Alarmknop om nek hangen

Hier regel je alles zelf

Ik kook zelf niet meer

Ik mag nog rijden

Kan nog een stukje lopen

Lichaam schoonhouden gaat moeilijk

Licht werk gaat niet meer

Licht werk kan ik zelf

Mentaal welbevinden

Met iemand anders voel ik me rustiger

Niemand komt als ik hier lig

Rustig gevoel met ouderenzorg altijd beschikbaar

Scootmobiel rondrijden

Stok voor oprapen dingen

Verlies onafhankelijkheid door lichamelijke achteruitgang

Verveel me niet vaak

Voel me hier veilig

Zingeving

Ergens naartoe leven geeft voldoening

Iets doen geeft voldoening

Jezelf ontwikkelen geeft een doel

Mentaal welbevinden

Voor iemand zorgen geeft voldoening

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 60: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

59

Bijlage 7 Netwerkview

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 61: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

60

Bijlage 8 Transcripten

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 62: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

61

Transcriptie interview 3

O= OnderzoekerR= Respondent

O1: Oke goedemiddag ik ben Peter Stuijt ik zal even kort iets uitleggen over mezelf. Ik zit momenteel in het 4e jaar Toegepaste Psychologie, dat houd in dat ik graag met mensen bezig ben na en tijdens mijn studie. En in opdracht van mijn school en WittyWorx, ben ik onderzoek aan het doen naar de inzet van sociale robots bij ouderen. R1: Sociale?O2: Sociale robots alleen dat houd in dat ik eigenlijk meer een behoeften onderzoek ga doen. Dit zijn bijvoorbeeld vragen zoals, hoe ziet u gemiddelde dag er uit, hoe vaak u sociale contacten heeft en op die manier proberen we te kijken hoe we deze informatie kunnen gebruiken bij het ontwikkelen van een sociale robot. Een sociale robot is als het ware een elektronisch maatje, die u kunt u ergens in huis neerzetten en er wordt nog over gespeculeerd hoe deze er verder uit komt te zien. Om zorg van bepaalde thuiszorg instanties uit handen te nemen en om een beleving te geven dat er wat in het huis leeft. In plaats van bijvoorbeeld een huisdier, zou in de toekomst bijvoorbeeld ook een robot in huis kunnen staan. U woont alleen, hoe lang woont u nu alleen?R2: Nou ik ben vanaf mijn 50e al alleen, en ik ben nu 79, dus 29 jaar.O3: En het is altijd deze locatie geweest?R3: Nee ik kom uit den haag en daar heb ik 38 jaar gewoond, en toen ben ik naar Heusden gegaan, daar heb ik 11 jaar gewoond en nu 4 jaar hier.O4: En hoe bevalt het hier?R4: Beter als Heusden, heusden zijn geen winkels voor ons, daar zijn alleen maar galerijen, ik heb helemaal niks aan al die dure schilderijen.O5: En u woont nu in een aanleunwoning.R5: Ik ben daar ook in een aanleunwoning begonnen wat ik niet wilde want ik was pas 64, toen heb ik me over laten halen maar ik heb er ook geen spijt van gehad maar ik deed het voor de kinderen.O6: En waarom wilde u niet in een aanleunwoning wonen?R6: Nou omdat ik pas 64 was ik stond nog volop in het leven en dan een aanleunwoning, nee.O7: Want wat is nou voor u het verschil in wonen, tussen een aanleunwoning en zelfstandig wonen?R7: Bij een aanleunwoning hadden wij bijvoorbeeld dat gas en licht over 44 huisjes huisjes verdeeld. De een gebruikte minder de andere gebruikte meer maar dat was allemaal verdeeld. Hier is het ook een soort ouderenwoning maar nu heb ik hier mijn eigen meter. Kijk dat ik alles zelf kan doen en regelen, dat kon ik daar niet.O8: Daar kon u dat niet, hier kan u dat wel en dat houd in voor het gas water en licht, verzekering en ook de televisie aansluiting.R8: Alles moet je zelf regelen hier, dan voel je je eigen zelfstandiger dan in zijn aanleunwoning. Er was daar een mevrouw die een elektrisch kacheltje erbij, dat verbruikte ik weet niet hoeveel stroom. Nou dan vroeg ik bij de woningvestiging of ze daar wat aan konden doen, en dan zeiden ze ja mevrouw daar kunnen wij toch niks aan doen. Maar iedereen betaald mee en ik was altijd heel zuinig met mijn verwarming. Terwijl iemand op een gegeven moment zij wat is het koud hier, dan dacht ik, ik ben gek. Maar ja het kost zo veel hier, dat is veel hoor de servicekosten.O9: Maar kan ik hieruit begrijpen, u zegt hier moet u alles zelf regelen, hier is alles inbegrepen en u zij dan ben je toch zelfstandig, vindt u dat belangrijk zelfstandigheid?R9: Ja nu niet meer, ik bedoel je zit hier ook in een soort verzorgingstehuis en het hangt allemaal aan elkaar. Kijk ik heb er vrede mee, ik hoef niet nog eens te verhuizen naar een andere woning anders kom hier nooit meer in.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 63: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

62

O10: Ja want dit is eigenlijk zelfstandig wonen alleen zit alles bij elkaar en is meteen direct gelinkd met de thuiszorg die kan hier snel komen.R10: Kijk ik ben pas geopereerd in m'n rug en toen kon ik alles van Zandley krijgen hier, want hier hebben ze dus ook de thuiszorg. Dus dat was een mooi systeem dat.O11: Kunt u dat systeem is uitleggen hoe dat in zijn werk gaat?R11: Nou het ziekenhuis belt hier Zandley op, kunnen jullie hulp verlenen aan mevrouw van der ...., nou en dan wordt dat geregeld. Nou dan krijg je hier een verpleegster, of mensen die je wassen. En hoe noemen ze dat, je hebt dan een soort woonondersteuning. Daar moeten we dan wel appart voor betalen, dat is ook voor dat alarm en alles. Maar dat is woonondersteuning, maar ik bedoel persoonlijke verzorging dat bedoel ik. Dan wordt je gewassen en eigenlijk moeten ze je bed opmaken ook en als je dat zelf een beetje kan dan doe je dat zelf. O12: Ja dus je kan zelf aangeven in hoeverre dingen wel of niet gaan.R12: Juist, en de kousen aan doen en dat doen ze nu nog.O13: Ja en hoevaak is dat dan in de week? R13: Nou dat was iedere dag, dat ze je kwamen helpen met wassen en alles. Maar dat was om de dag douchen ofzo, ik ben het alweer vergeten. En dat heb ik nu niet meer nodig. Ik ben voor mijn been geopereerd maar het heeft niet geholpen en in m'n rug geopereerd maar dat heeft ook niet geholpen.O14: Hoe uit zich dat dan?R14: Nou als ik loop gaat het maar als ik stil sta dan kan ik niet dan moet ik gauw doorlopen, dan trekt het hele tijd mijn benen in. O15: Dus betekent dat ook dat u dagelijks maar korte afstanden kunt afleggen. En wat is ongeveer de maximale afstand die u kunt afleggen?R15: Ja, een beetje lopen van hier naar de bus dat haal ik wel, maar dan ben ik toch wel heel erg moe als ik thuiskom hoor. Maar staan, dan moet je daar op de bus staan wachten dat kan ik niet. En staan in de bus niet en in de trein niet, in de trein moet je tegenwoordig ook staan.O16: Nou ja ik neem aan dat er altijd wel mensen zijn die hun plekje willen afstaan.R16: Ja ik vraag dus wel eens aan de chauffeur van de bus dat ik ergens kan zitten in plaats van staan, en dan zegt ie dat zou je even moeten vragen want anders moet je toch gaan staan hoor. O17: Maar om even terug te komen op de thuiszorg, u zegt ze helpen ook bij het wassen en kousen aantrekken. Is dat vaak dezelfde persoon die u krijgt aangewezen?R17: Ja ik heb nou met dat wassen waren het verschillende personen, maar voor het huishouden voor die twee uur die je hebt is dat altijd dezelfde.O18: Dat is neem ik aan wel fijn.R18: Dat is zeker fijn want anders krijg je iedere keer weer een ander.O19: Nee je stelt jezelf ook bloot iedere keer.R19: Ja en zij is goed, want ik ben zelf precies dan wil ik ook graag iemand die ook precies is. Want toen ik mijn enkel gebroken had toen was er eentje soms in de douche met de handdoek op de grond, toen vroeg ik doe je dat thuis ook. Dat was ik niet gewend.O20: Dus er is ook wel groot verschil in kwaliteit. Kom ik bij het stuk, hoe ziet u gemiddelde week er uit?R20: Ik heb het altijd druk, maandag krijg ik twee uur hulp, en dan help ik ook een beetje mee, alles wat je zelf kan doen dat moet je gewoon doen. Dat is allemaal licht werk. Nou en dan smiddags ik heb dan vaak de wasmachine al gevuld, dan ga ik de was doen en dan hang ik dat allemaal op. Dan is het meestal kwart over vijf en dan moet je alweer eten gaan maken. Want ik kook dat toch nog wel zelf, en dan moet je ook nog wel eens een boodschapje doen he, gelukkig is het hier nog allemaal dichtbij, want de dag is zo om.O21: Ja want zegt net zelf u heeft al last van lopen als u naar de bus loopt.R21: Ja maar daar hoef ik niet voor naar de bus, de bus is verder. Want als je hier naar de aldi gaat dat is dichtbij en de emté dat is ook dichtbij, en dan kan je blijven lopen je hoeft niet stil te staan.O22: Dan gaat het nog wel goed, het doet pas pijn als u stil staat?

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 64: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

63

R22: Ja verschrikkelijk.O23: Oke, drukke dag zegt u altijd wel wat te doen. R23: En nu vandaag, want ik ben op dokters advies gaan zwemmen, want ik had fysiotherapie en dat ging niet want ik kreeg zo veel pijn allemaal. En hij zegt moet geen fysiotherapie doen u moet gaan zwemmen, dat lichaam draagt geen gewicht in het water, dat is gewoon zo. Dus ik ben vanochtend weer gaan zwemmen, iedere dinsdag ga ik zwemmen op doktersadvies.O24: En vind u dat leuk?R24: Nou ik heb vroeger wel veel gezwommen in zee omdat ik uit scheveningen komen, en dat ging allemaal prima, maar de laatste jaren ben ik niet veel meer gaan zwemmen, ik had het altijd zo druk met hobbies enzo.O25: Vertel is wat heeft u voor hobbies?R25: Nou schilderen, en dit soort dingen en quilten en lapjes maken.O26: Is dat een groot deel van uw bezigheid doordeweeks?R26: Nou dat heb ik altijd graag gedaan en ik deed vroeger altijd veel naaiwerk, kleding maken, jassen, jurken alles. Veel creatieve dingen.O27: En dat doet u nou nog steeds?R27: Nou ik haal het haast niet, dan denk ik word ouder en ik haal het haast niet meer. Ik heb nog een zuster in de woongroep van Zandley, die heb ik hier heen gehaald vanuit den haag. Want ze had het helemaal niet naar d'r zin en ze wilde dood en weglopen. En ik zat daar echt mee, dan lag ik in bed te piekeren ik denk dat moet niet, ze moet hier heen komen. Nou ik heb het voor elkaar gekregen en nou zit ze hier. Nou kregen we hier mee te maken, ze kon niet eten haar slokdarm bleef volzitten. En ook veel wit slijm spuug enzo, en nou heeft mijn dochter ermee geholpen, die zit in de ziektewet omdat ze haar pols gebroken heeft. O28: Hoe oud is uw dochter?R28: 50 maar die heeft twee keer haar pols gebroken, in egypte een keer, toen was dat gemaakt en toen zat het niet goed. En toen heeft ze een hele goeie arts weten te vinden in maastricht via het jeroen post ziekenhuis geadviseerd. En nu is het beter al, maar nog niet helemaal. Maar goed ik ging dus met haar steeds naar de een specialiste in het jeroen bosch ziekenhuis, maar ze viel achter elkaar af mijn zus. Die woog op het laatst onder de 54 kilo. Maar nu ben ik veertien dagen geleden in het jeroen bosch ziekenhuis op de spoedafdeling gezeten. En toen heeft ze botox injecties gehad, vier stuks. Door die keel heen.O29: Om d'r slokdarm te verhelpen?R29: Dit hier ja, dat noem ik de slokdarm ja. In ieder geval ze heeft vier botox injecties gehad in haar kringspier. Om die kringspier slapper te maken. Dat kan met botox. Dus voorlopig is die slapper die kringspier, nu eet ze weer dus ze is weer wat bijgekomen. Maar ze is ook gedialiseerd, dus die dialyse heeft er ook achterin gezeten. Ja we hebben echt een zorgkind hier.O30: Maar even terug naar uw wekelijkse bezigheden, u zegt dat u het redelijk druk heeft. Zwemmen, dagelijkse taken, uw hobby, uw zus die hier woont. Ik kan me voorstellen dat u het best wel druk heeft, hoe vaak heeft u dan nog tijd om bezoek te ontvangen hier? Of tijd voor andere sociale contacten?R30: Ik heb hier geen vriendinnen hier, ik heb een vriendin in zoetermeer daar ga ik een enkele keer naartoe. En in oudheusden wonen twee dames daar ga ik goed mee om, maar we zien elkaar haast alleen met verjaardagen en een enkele keer ook een vriendin in vlijmen. Die zie ik ook maar een enkele keer. En savonds komen die soms op visite maar dat is misschien maar één keer in de paar maanden. En ik verveel me helemaal niet. Ik heb geen behoefte aan meer. Ik vind het goed omdat ik zoveel te doen heb.O31: En dat kan ik me voorstellen, u heeft het al druk genoeg met uw zus hier enzo.R31: Ja die haal ik hier wel eens naartoe. Ik heb zo'n apparaat daar neem ik wel eens natuurfilms op dat vind ze prachtig en ik ook. Ik kijk nooit films. Ik zit overdag ook nooit televisie te kijken, alleen 6 uur gaat hij aan het nieuws en dan laat ik hem wel aanstaan. En als er iets te lachen valt zet ik hem wel eens aan, dat vindt ze leuk, zij heeft nog nooit wat gehad.O32: U praatte ook net over uw dochter, hoe vaak komt die eigenlijk hier langs?

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 65: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

64

R32: Nou mijn dochter heeft me heel veel geholpen toen ik ziek was. Maar die is nu weer genezen van die pols, ze zit in het onderwijs.O33: Hier in de buurt?R33: Nee in breda en zij heeft autisten, ik weet niet of je weet wat smog leerlingen zijn? Dat zijn kinderen aan de onderrand van de samenleving. De ergste en moeilijkste kinderen, en nu heeft ze autisten. Ze zit al 29 jaar in dit vak.O34: Daar krijg ik met toegepaste psychologie ook veel mee te maken.R34: Ja dat is best een moeilijk vak met autisten.O35: Maar ziet u haar dan vaak?R35: Nou ik zie haar toch wel geregeld, als ze even tijd heeft. En savonds komt ze natuurlijk laat thuis die komt pas om 6 uur thuis. En af en toe komt ze even langs en nu belde ze op omdat ze op vakantie is geweest. Wil je nog boodschappen doen je kan meerijden. Nou en dan kan ik meerijden en dat wil ik wel. Ze zegt schiet maar gauw op. Dan ben ik zo hier.O36: U zegt dat u al 24 jaar alleen woont of 29?R36: 29 jaar alleen.O37: Ik kan me voorstellen dat wanneer uw partner wegviel dat u dan in een groot gat valt.R37: Ja op het begin was ik nog naar school gegaan toen heb ik nog mijn mavo engels gehaald, dat was op zo'n oudere school. En dat was best gezellig.O38: U hield zich bezig de hele tijd.R38: Ja ik hield me bezig ook met mijn algemene ontwikkeling ik had nog engels gedaan, daar ben ik de helft alweer van kwijt want ik had het niet meer bijgehouden. En ik had toen ook nog een computer, dat was in het begin, toen stond nog niet alles er op.O39: U zei het was best gezellig, want vond u dan zo gezellig? R39: Wat ik gezellig vond? Die school vond ik gezellig met al die vrouwen enzo, Dat was niet alleen engels, algemene ontwikkeling ook, rekenen en taal. Ik weet nog dat die leraar zij, jij kan nog beter rekenen dan ik. Ze zij heel eerlijk, ik ben eigelijk maar kantje boord geslaagd, ik zij het gaat best ik hoef daar nooit zo mijn hoofd in te steken. O40: Ik kan me voorstellen, u zij net aan de ene kant vind ik het heel gezellig wat daar te doen was op school, maar nu mist u geen sociale contacten.R40: Nee omdat ik het druk heb, kijk ik heb niet eens meer tijd voor dit. Ik doe nu ook een cursus zeidenschilderen. Dat heeft te maken met die bloemen die daar op zitten. Maar dat is één keer in de maand en nu ligt het stil door de zomermaanden, in september gaan we daar weer mee beginnen, ik ging vroeger ook vaak naar schilderlessen, en aquarel allemaal gedaan daar ging ik in heusden en nu ook, altijd op af.O41: Dus u zorgde dat u altijd dingen bleef doen?R41: Ja maar ik hoef niet altijd vriendinnen hier te hebben enzo ik wil wat doen, ik ben bezig. Ik verveel me niks hoor, ik ben blij dat ik dan even kan zitten s'avonds dan denk ik, ik ben moe.O42: En eet u vaak alleen?R42: Ja ik eet altijd alleen en ik eet hier gewoon aan de tafel ik kook.O43: Heeft u dan wel eens behoefte aan een partner?R43: Nee, ik heb nog wel eens een partner gehad maar die was niet eerlijk, die heeft nog eens een keer wat uit mijn schuur gejat. En toen dacht ik, kijk mijn vorige partner, want ik ben wel gescheiden die heeft het slecht gedaan. En die andere partner heb ik nog niet zo lang geleden gehad, ik had een hele oude driekhoeksdoos in de schuur staan, daar zat iets in van de zee, een hele oude navigatiesysteem. En toen zij die wat is dit, ik zij ik ben het sleuteltje kwijt, en toen zij hij dan breek je hem toch open. Toen zij ik nee dat doe ik niet, ik had het sleuteltje gevonden en toen heb ik hem weer in de schuur gezet en toen veertien dagen erna was hij weg. Hij had de sleutel van mijn huis, dus hij heeft hem weggehaald. Hij was de enige die dat kan hebben gedaan en mijn dochter die kan er ook wel in maar die hoeft al die oude rotzooi niet, en dat heeft hij weggehaald. Maar dat geeft hij niet toe. Toen heb ik gezegd het is over, ik wilde hem niet meer zien. Nee daar kan ik niet tegen hoor, ze moeten je niet bestelen dat is niet eerlijk. En ik heb de sleutel terug want er waren hier ook inbraken geweest. Dus kregen we allemaal een nieuwe sleutel, en toen vroeg hij krijg ik er ook een. En toen zij ik dat weet ik niet, hij hoefde mij niet meer te bellen want ik vertrouwde

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 66: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

65

hem niet meer. Maar ja goed dat is weer een andere zaak. Maar ik heb helemaal geen behoefte meer aan een man, ik ben de leeftijd voorbij ook.O44: Ik kan me voorstellen dat u geen zin meer heeft in mannen contact maar zijn er dan soms eens momenten dat u behoefte heeft aan meer sociaal contacten van andere vrouwen of van vrienden of familie. Want ik kan me voorstellen dat het zo s'avonds bij het eten heel leeg kan zijn. R44: Nee, nee, nee ik eet net zo lekker als jij, ik kook en het smaakt me allemaal goed. Ik dek de tafel hier en ik ga eten en het smaakt me heerlijk en ik heb daar geen behoefte aan. O45: Toch zijn er altijd heel veel mensen die daar wel behoefte naar hebben dus ik vraag me af wat is nou uw geheim, of u manier van daarmee omgaan?R45: Nou ik wou net zeggen, vroeger toen ik klein was zat ik heel veel allleen, mijn moeder ging om 9 uur naar bed waardoor ik moest helpen met de was en alles, achter elkaar opnoemen wat wij iedere dag moesten doen. Maar ze was zo proper ze was zo schoon en dan ging ze om 9 uur naar bed en dan ging ik maar een plaatje draaien of zo iets. Want mijn zus was weg die mocht overal naar toe, ik mocht nergens naartoe ik moest hempies brijen en dit en dat. En mijn broers waren er ook niet mijn twee broers. Ik denk dat het daarmee te maken heeft, dat ik heb geleerd om alleen te zijn. Want ik heb er helemaal geen behoefte aan hoor.O46: En u houd zichzelf dan bezig met andere of nieuwe dingen.R46: Oh nee, ik doe zoveel ik haal het op het ogenblik niet eens allemaal wat ik wil doen.O47: En als u dan toch contacten heeft met uw zus of vrienden hier, wat vindt u dan belangrijk van of aan sociale contacten of wat vindt u aangenaam. U zegt net ik vind het leuk om dingen te doen, is dat dan ook met andere mensen? R47: Nou gewoon op de koffie gaan meer niet.O48: Oke en heeft u het dan ook naar uw zin om doet dat gewoon meer om in contact te blijven met anderen?R48: Nee dan heb ik het wel gewoon naar mijn zin, dat wel ik vind het wel gezellig eventjes. Maar dat hoeft voor mij niet altijd. Gek he, want je hoort een heleboel mensen zeggen dat ze eenzaam zijn. Ja ik kan me het ook wel voorstellen hoor want mensen worden oud en zitten dan maar in een stoel te staren en denken dan is dit het leven nou, maar ik heb dat niet.O49: U ziet er ook nog vitaal uit moet ik zeggen. Kom ik nog even terug op dat sociale contact, wat zijn nou de voornaamste dingen die u samen doet. U zegt natuur films en verder?R49: Ja natuur films kijk ik met mijn zus die ik dan naast me zet, prachtig, mooi, schitterend. Maar niet iedere avond hoor.O50: Als u alleen thuis bent, dan kan ik me voorstellen dat er wel eens dingen vallen of kapot gaan. Zijn er wel eens momenten geweest waarop het niet lukte om dingen op te lossen, dat u de hulp van anderen nodig had?R50: Dan vraag ik mijn schoonzoon, kan jij een lampje erin zetten. O51: En uw schoonzoon is er de volgende dag?R51: Ja de volgende dag is hij er, dat doet hij wel.O52: En als het iets is waar er haast bij zit?R52: Ja dan zal dat ook moeten gebeuren, ik heb niet veel gehad waar haast achter zat.O53: U zij ook dat u bij de engelse gebruik maakte van een computer.. ding dong .. hoe beviel dit?R53: Ja dat was schitterend, dat is al wel jaren geleden, dat was nog in den haag dat ik dat deed.O54: En heeft u hier ook een computer staan?R54: Nee die heb ik weg gedaan die heb ik aan hem gegeven. Nu heb ik een ipad.O55: Een ipad zit u daar vaak op?R55: Nee geen tijd.O56: Zijn er mogelijkheden en functies van een computer of ipad die u regelmatig gebruikt?R56: Nee niet regelmatig, ik ben niet regelmatig bezig. Af en toe gebruik ik het om de reclames te kijken. O57: Zijn dat voornamelijk aanbiedingen voor supermarkten enzo?

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 67: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

66

R57: Ja.O58: Ik kan me voorstellen dat je snel dingen kan opzoeken met een ipad, heeft u het gevoel dat dit ook uw zelfstandigheid vergroot?R58: Maar met internet enzo houd ik me niet zo bezig hoor. Het is meer reclames he en de krant.O59: De krant leest u ook digitaal?R59: Ja doordeweeks in het weekend heb ik de telegraaf vrijdag en zaterdag. Die lees ik nog wel hoor intensief.O60: Dat is wel fijn ook denk ik he dan heb je niet hele tijd overal die kranten liggen. Oke, samenvattend vindt u het prima zo. U heeft niet meer behoefte aan sociale contacten en andere bezigheden. R60: Af en toe gaan we nog wel eens naar beneden als het muziekavond is dat doe ik dan voor mijn zus, via Zandley geregeld maar dan doe ik dat ook voor mijn zus.O61: Merk je dat zij wel meer behoefte heeft aan sociaal contact?R61: Nee zij is net als ik eigenlijk, en ze zit natuurlijk in een groep, maar soms gaat ze wel eens alleen zitten.O62: Dus er is altijd wel de mogelijkheid om iets te doen wanneer je zou willen?R62: Ja daar is eigenlijk altijd wel de mogelijkheid tot.O63: Spreekt u eigenlijk ooit wel eens met uw buren af?R63: Haast nooit, ja ik spreek ze als ze voor de deur staan, ik praat wel maar ik ben eigenlijk nooit zo buren mens geweest.O64: Redelijk oppervlakkig contact blijft het dan. Op het moment dat dingen niet lukken, u heeft zegt dat u last van uw rug en benen gehad dat is inmiddels verholpen. En mocht er iets niet lukken dan kunt u altijd uw schoonzoon bellen.R64: En als er iets dringends gedaan moet worden dan komt er ook wel iemand he iemand van jullie ofzo.O65: En zou dat ook iemand van de thuiszorg kunnen zijn?R65: Dat zou kunnen, we hebben ook geopperd dat hier een klusjesman moet komen, dus als er iets moet gebeuren kan ik nog altijd de klussen dienst gebruiken. En van de thuiszorg, stel dat je valt en je ligt op de grond en je kan niet omhoog komen. Daar is dan die woonondersteuning voor. O66: Hoe werkt dat systeem dan precies?R66: Nou als je beneden staat te bellen dan druk ik op die knop. Een van die onderste streepjes die je daar ziet. Dan zie ik jou staan. Als ik hier op kijk dan zeg ik hallo en dan kan er iemand antwoord geven. O67: En als u valt?R67: Dan heb je een apparaat aan je nek hangen, als er iets gebeurd dan kan je daar op drukken.O68: En iedereen krijgt die een standaard hier?R68: Ja van Zandley. O69: Oke u doet veel dingen doordeweeks zoals schilderen, naaien, met uw zus afspreken. Daarnaast gebruikt u een ipad, vroeger gebruikte u ook een computer. R69: Ja dat was vooral in het verleden, tegenwoordig als je de computer aanzet dan zijn er hackers geloof ik.O70: Ja dat zou kunnen inderdaad.R70: Dochter: Ja zodra ze dingen hoort over spam en hackers dan staat ze aan de telefoon zo van, heb je dat gehoord! Kijk het voordeel van de ipad voor oudere mensen is dat het gebruiksvriendelijker is. Want op de computer krijg je vaak meldingen van ben je akkoord hiermee of ben je akkoord daar mee, ja dat kunnen ouderen vaak helemaal niet. O71: Ja dat kan ik me voorstellen, dus het is veel gebruiksvriendelijker omdat het geen knoppen heeft.R71: Ja het is een andere manier van werken, het is wennen en ik denk dat internet en mail ook wel gaan lukken bij haar. Dan heb je oefeningen nodig en door dat vaak uit te leggen gaat dat op een gegeven moment wel wennen.O72: Ja, u heeft de computer gebruikt en de ipad gebruikt waar ligt uw voorkeur?

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 68: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

67

R72: Die ipad, ik vind die computer te lastig als je er eigenlijk al voor gaat zitten is het misschien wel leuk om te doen maar als je dan dergelijke dingen ziet, nee ik word angstig.O73: Oke ik kan me voorstellen dat wanneer u ouder wordt dan bepaalde dingen minder worden. Wat zou voor u de stap zijn om naar een verzorgingstehuis te gaan?R73: Je wordt niet meer opgenomen in een verzorgingstehuis, zandley is een verzorgingstehuis. Er zijn al 7 woningen leeg omdat die mensen zijn overleden. Die woningen worden verhuurd door de woonveste, dus het worden nu gewoon huurwoningen. Wat hier opgenomen wordt zijn alleen de mensen met zorgpakket vijf. Net als mijn zus dus, dat zijn de ergste, die is hier wel opgenomen.O74: Maar die zitten dan in een woongroep waar de begeleiding meer intensief is begrijp ik?R74: Ja juist dan is de leiding intensiever.O75: En dan komt er elke dag iemand langs?R75: Ja zij is dement, dan komt er elke dag iemand langs, zij woont op een kamer en dan kan ze in die woongroep dingen doen.O76: Dus die worden allemaal meer meegesleept vanuit de omgeving?R76: Ja dat zijn allemaal mensen die in de war zijn. Op het moment is het zo dat zelfs demente mensen op straat gezet kunnen worden, maar het is zo dat ze steeds meer de kant op willen van mantelzorgers he. O77: Ja er is ook steeds minder geld vrij voor de zorg, daardoor zullen er dus andere manieren worden gevonden om ouderen het wonen gemakkelijker te maken.R77: Dochter: Dus mijn moeder die kon nu omdat ze nog te goed is, nog niet in aanmerking om naar een verzorgingstehuis te gaan. Vroeger kon je daar nog voor kiezen, nu kan dat niet meer. Respondent: Maar ja dit is nou al een verzorgingstehuis bijna, heel het complex hoort bij elkaar en gebeurt er iets, dan komen ze wel naar je toe. Of dan bel ik of die knop die ik eigenlijk moet dragen als ik daar op druk dan komt er meteen iemand langs. Kijk als je in een aanleunwoning zit met geen hulp van een verzorgingshuis zeg maar dan is het moeilijker. Dan moet je iemand van buitenaf en dan duurt het langer. Dochter: dan heet het ook geen aanleunwoning dat is het gewoon een seniorenwoning. Dit heet een aanleunwoning omdat het aan een verzorgingstehuis zit. Dan heb je ook de verzorging van een verzorgingstehuis he. O78: Ik heb nog wel een laatste vraag dat is misschien leuk. De vergrijzing is aan het toenemen en omdat er steeds minder geld beschikbaar is gemaakt voor de zorg uhm, ik merk dat ouderen het heel belangrijk vinden om hun zelfstandigheid te behouden en dat er eigenlijk allemaal manieren worden gevonden omdat in stand te kunnen houden. Als u daar eens over nadenkt, steeds minder geld voor de zorg, steeds meer vergrijzing, wat denkt u dan dat er in de toekomst kan worden bedacht om dat in balans te krijgen? Of waar denkt u dat ouderen het meeste tegenaan lopen?R78: Dat weet ik eigenlijk niet, als ouderen maar hulp krijgen in het huis, je krijgt maar twee uurtjes. Die twee uurtjes dat moet er zijn, maar voor mensen die heel eenzaam zijn en anders zitten te verschralen in die stoel is het geloof ik wel belangrijk dat er mensen zijn die hun willen opzoeken. Maar zo ver denk ik niet voor mezelf. Nee ik heb het druk zat ik heb dat niet nodig, maar ik ben wel blij dat ik twee uur hulp heb per week.O79: Die twee uur waren alleen lichte klussen he?R79: Ramen zemen, schoonmaken etc.O80: Dus het zijn voornamelijk huishoudelijke klussen?R80: Kijk er zijn veel mensen die eenzaam zijn op deze leeftijd maar dat heb ik niet.O81: Dat is harstikke fijn dat u daar geen last van hebt. Is er nog iets dat u zou willen toevoegen aan de hand van dit gesprek.R81: Ik zou niet weten wat.O82: Oke dan weet ik genoeg, hartelijk bedankt voor dit interview.R82: Ja ik hoop dat je er wat aan hebt gehad.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 69: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

68

Transcriptie interview 6

O= OnderzoekerR= Respondent

O1: Goedemiddag ik ben peter aangenaam ik ben een vierde jaar toegepaste psychologie student en ik ben nu bezig met mijn afstudeeronderzoek en hierbij wil ik weten wat de behoeftes zijn van ouderen. En hoe wij deze behoeftes kunnen vertalen naar een sociale robot. Bij een sociale robot moet je denken dat het een apparaat is wat het leven van een oudere gemakkelijker kan maken, dit onderzoek duurt maximaal een uur, daarbij wordt u naam geanonimiseerd en alles wordt vertrouwelijk behandeld. Er zijn geen goede of slechte vragen, alle informatie is goed en wij willen zoveel mogelijk informatie van u. Hoelang woont u nou al alleen?R1: 20 jaar ongeveer.O2: En waar bent u ergens woonzaam?R2: Ik woon in een centraal woontraject in Eindhoven.O3: En dat is een aanleunwoning?R3: Nee dat is een huis waar meerdere gezinnen in wonen. In mijn huis woont een gezin met 3 kinderen en één stel waarbij de kinderen al zelfstandig wonen en twee alleenstaanden. Die hebben allemaal binnen het huis een eigen appartement verticaal of horizontaal, met extra gezamenlijke ruimtes.O4: Oke dus die gezamenlijke ruimtes die zijn voor iedereen. En hoe bevalt het?R4: Heel goed ik woon er nou al 20 jaar en ik heb een lat relatie en ik zou dit echt niet op willen geven.O5: Nee, u zegt u woont al 20 jaar op uwzelf, daarvoor was u gescheiden?R5: Ja ik ben gescheiden en later is mijn man overleden. Dus sinds 20 jaar woon ik eigenlijk alleen. O6: En u woont in een huis waar u ook veel andere mensen ziet.R6: Ja waar ik in het trappenhuis of in de centrale ruimte regelmatig iemand tegenkom.O7: En eten jullie wel eens samen?R7: Ja wie zin heeft om te koken, die vraagt wie eet er mee. Dus er zijn weinig verplichtingen. We hebben een grote voor en achter tuin. En die zijn verdeeld in stukken, dus iedere volwassene heeft zijn eigen stuk tuin. En we hebben regelmatig een huisvergadering.O8: Oke dus er word actief meegedaan over hoe het huis het beste kan worden vormgegeven?R8: Ja er wordt regelmatig vergaderd over van wie doet dat en ja zoeits.O9: En hoe ziet ongeveer uw gemiddelde week er uit?R9: Uhm ik surrveilleer op de hogenschool al 25 jaar ik pas 1.5 dag per week op mijn klein kinderen die slapen dan bij mij en die breng ik naar sport enzo.O10: Oke die blijven dan bij oma slapen?R10: Ja ik zit nog bij een leesclub, een boekenclub. Met acht mensen lezen we dan hetzelfde boek en die bespreken we dan. Ik ga vaak naar literaire avonden en ik zit ook bij een film club, dus één keer in de maand gaan we samen naar de film.O11: En dan wordt het achteraf besproken?R11: Nee dat niet, het is gewoon een vaste film ochtend waar nieuwe films worden uitgekozen door het natlab. O12: Is dat het natlab van philips?R12: Ja.O13: Oke, best wel een actieve week dus.R13: Ja en ik heb 10 broers en zussen waarvan één autistisch is en de ander schizofreen. Daar zijn we eigenlijk ook regelmatig mee bezig.O14: Die ziet u vaak in de week?R14: Ja niet iedere week maar daar kijken we regelmatig naar om. O15: En bent u verder heel actief bezig met uw familie?R15: Ja daar ben ik gemiddeld gezien toch best veel mee bezig.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 70: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

69

O16: Heeft u het gevoel dat u meer of minder sociale contacten zou willen doordeweeks?R16: Ik heb regelmatig van die dagen dat ik heel veel doe met en voor een ander. Maar ik heb ook regelmatig een dag dat ik denk, nou doe ik vandaag helemaal niks. Dan heb ik echt van die lees of lummel dagen.O17: Ja echt dagen die helemaal voor uzelf zijn. En misschien een beetje een abstracte vraag, wat vindt u belangrijk aan sociale contacten, wat maken jou vrienden belangrijk of wat vindt u belangrijk, wilt u vaak wat doen of een goed gesprek hebben?R17: Ja allebij wel, ik vind iets doen wel voldoening geven maar een goed gesprek dat iemand echt interesse heeft dat mensen mij persoonlijk dingen vertellen. Of vertrouwde dingen vertellen vind ik ook wel heel leuk.O18: En doet u dat bijvoorbeeld met uw boekenclub, of gaat het dan voornamelijk over boeken?R18: Nee het gaat niet alleen maar over boeken, boeken zijn vaak een aanleiding om te zeggen hoe je met je eigen referentiekader zo'n boek leest en wat je er dan van vindt.O19: Oke het is dus eigenlijk dat je via het boeken lezen jouw wereldbeeld verteld.R19: Ja het is eigenlijk een heel gevarieerde groep, dus lees je zo'n boek met een hele andere achtergrond.O20: Doen jullie ook wel eens spelletjes samen?R20: Met de leesclub is alleen maar praten.O21: En met andere contacten?R21: Ik houd wel van spelletjes doen met mijn kleinkinderen maar ik ben niet zo competitie gericht.O22: Heeft u een computer thuis en maakt u daar veel gebruik van?R22: Ja, ik mail en lees mail, af en toe iets op zoeken maar niet zoveel. Verder niet zoveel.O23: Spelletjes enzo niet, en een tablet heeft u die?R23: Nee die heb ik niet.O24: En een mobiele telefoon zo'n nieuwe?R24: Mobiele telefoon wel maar dat is zo'n oude.O25: Heeft u daar wel eens behoefte aan als u dat bij anderen ziet?R25: Nee dat gaat me soms te ver als ik dat anderen zie doen, dan denk ik ik zou niet de hele dag daarmee bezig willen zijn. Dat is me gewoon teveel. Ik houd dan meer van persoonlijke contacten, maar niet dat je je afzonderd met die tablet lezen en meteen reageren, dat vind ik teveel. O26: Vind u het belangrijk om altijd bereikbaar te zijn?R26: Nee ik hoef niet altijd bereikbaar te zijn, daarom vind ik mail wel fijn dat kan ik rustig lezen en reageren wanneer mij dat uitkomt.O27: Nee niet dat dat meteen wordt verwacht dat u iets terugstuurd.R27: Nee en dat is ook het nadeel van de tablet, alleen op vakantie mis ik het wel eens. Dat ik dan niet weet, want ik doe bijvoorbeeld ook. Wij wonen in de straat met 10 clusters, 10 huizen met verschillende gezinnen, we hebben dan ook samen een buurthuisje waarvan ik de verhuur doe. O28: Oh u doet de verhuur van de huizen?R28: Nee dat is van het wijkgebouw, sommige mailtjes zou ik dan wel willen weten maar die krijg ik dan niet.O29: U heeft toch best wel een actief leven zo te horen, veel aan het ondernemen.R29: Maar ik probeer daar wel heel goed balans in te krijgen.O30: En hoe doet u dat?R30: Ja daar gewoon te zeggen nee, dat doe ik niet of gewoon een dag vrij. Of ik kom niet of zoeits. Beetje de boot afhouden.O31: En vind u het ook belangrijk om actief bezig te blijven?R31: Ja dat vind ik wel belangrijk, als ik teveel dagen alleen maar thuis zit en niemand belt of niemand komt. Dan heb ik een beetje de neiging om weg te zakken.O32: Kunt u daar wat meer over vertellen over weg zakken?R32: Dat is een beetje moeilijk uit te leggen maar dat is niet zo goed voor mij.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 71: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

70

O33: Is het het gevoel dat je niet meer mee participeert, of dat je minder voldoening haalt en minder nodig bent in de wereld?R33: Ja ik heb toch die afwisseling wel nodig of iets voor mensen doen en laten. Maar het moet ook niet te lang duren ik zou denk ik niet. Ik zou het wel belangrijk vinden om het wel eens uit te proberen, om ergens 14 dagen alleen te zitten om te kijken wat het met mij doet. Nou heb ik dat eigenlijk nooit langer dan enkele dagen. O34: Dat is denk ik ook wel fijn hoor om mee te blijven doen binnen de maatschappij.R34: Ja al teveel hoeft dat niet maar ik heb dat toch wel nodig om iets van mensen te horen of te zien. O35: En dat zijn dan voornamelijk mensen zoals uw familie of vrienden?R35: Ja eerder nog vrienden dan familie.O36: En heeft u fysieke of mentale beperkingen die vaak gepaard gaan bij het ouder worden?R36: Nee fysiek, ja ik merk wel dat ik fysiek wat minder kan dan eerder maar dat zijn maar hele kleine dingen.O37: Wat zijn dat voor dingen?R37: Bijvoorbeeld een paar jaar geleden kon ik makkelijk in het keukenkastje door mijn knieen zakken. En dat gaat nu een beetje stroef. Maar ik doe ook verder niks aan sport en ik fiets ook eigenlijk nooit. De auto staat altijd voor de deur, dus ik loop of ga met de auto. Maar verder ben ik lichamelijk en psychisch heel sterk.O38: Ja want eigenlijk alles lukt nog, sommige dingen gaan wat moeilijker dan voorheen.R38: Ja maar als ik vergelijk met leeftijdsgenoten dan ben ik fysiek heel sterk. Ik schilder en ik doe nog alles.O39: Want hoe oud bent u nu eigenlijk?R39: Ik ben 75.O40: Zo dan bent u nog heel kwiek. Zijn er wel eens momenten geweest dat dingen niet meer gingen? Dat u hulp van anderen nodig had?R40: Nee, nee eigenlijk nooit.O41: Dan heeft u geluk gehad zeg.R41: En als er iemand gaat verhuizen van mijn vrienden ofzo dan sta ik ook hele tijd te klussen. Dat vind ik eigenlijk wel heel leuk om te doen.O42: Ja en mocht er iets gebeuren, dan lijkt mij het wel fijn dat u nog altijd op uw buren kunt rekenen.R42: Ja ik heb huisgenoten, buren ik heb drie vriendinnen van dezelfde leeftijd, drie alleenstaande vriendinnen in de straat dat komt eigenlijk ook bijna nooit voor en omdat we dus een wijkgebouwtje hebben, waar vaak koffie gedronken word heb je dus meer contacten met elkaar. Ik heb twee vriendinnen in de straat die COPD hebben en eentje heeft 24 uur per dag zuurstof, die kan fysiek eigenlijk weinig. Ik vind het wel leuk om op die manier iets voor elkaar te kunnen doen. En op mijn huisgenoten kan ik dan ook wel rekenen als er iets is.O43: Het lijkt me best wel fijn om zo'n groot netwerk om u heen te hebben die u meteen kunt inschakelen. We hadden het er al net over dat u regelmatig samen eet met huisgenoten. Heeft u wel eens momenten dat u zich eenzaam voelt? R43: Nee die heb ik nooit, nee dat heb ik echt nooit. O44: En als dingen in de toekomst minder worden, fysiek.R44: Ja ik heb een heel zorgzame vriend ik heb 10 broers en zussen en ik heb mijn huisgenoten en kennissen en drie vriendinnen in de straat. Ik heb gezorgd dat ik meerdere potjes op het vuur heb, mensen kunnen altijd op mij rekenen maar ik kan ook altijd op anderen rekenen. Ik vind ook dat iedereen daar eigenlijk in moet proberen te investeren. O45: In een groot netwerk behouden?R45: Ja zorgen dat je er bent voor een ander, zodat je iets makkelijker een beroep op anderen kan doen wanneer je dat nodig hebt. O46: Bent u daar bewust mee bezig ja?R46: Ja daar ben ik bewust mee bezig.O47: En u had ook een lat relatie kunt u daar iets meer over vertellen?

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 72: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

71

R47: Ik heb hem een kleine twee jaar geleden leren kennen en ik ben meestal in de weekenden met hem en dan gaan we soms dingen doen buiten huis. Regelmatig maken we tripjes naar meestal steden trippen naar parijs, antwerpen, groningen, friesland. We hebben dezelfde interesses.O48: Is het een intellectueel persoon?R48: Ja het is een etaleur, schrijver, schilder.O49: Hebben jullie behoefte om samen te gaan wonen?R49: Nee dat heb ik gezegd dat ik dat vanaf het begin niet wilde doen.O50: Waarom niet als ik vragen mag?R50: Omdat we best goed bij elkaar passen maar niet goed genoeg om zeven dagen in de week. En bovendien ik ben al heel lang gewend om alleen te wonen en mijn eigen ding te doen en mijn eigen vrienden en kennissen te ontvangen en daarmee om te gaan. Dat past niet helemaal.O51: Daarvoor woonde u wel samen met uw man, en toen was het uit gegaan, hoe heeft u dat toen ervaren om alleen te zijn, ik kan me voorstellen dat het dan ineens heel leeg is.R51: Voor mij? Nee helemaal niet, ik voelde me nooit helemaal vrij want hij lette de hele dag op mij van smorgens vroeg tot savonds laat dus dat was helemaal geen prettige situatie. Maar ik heb gewacht met scheiden totdat de kinderen de deur uit waren en we hadden ook best een groot huis dus hadden we best veel privacy.O52: Ja, u zei ik was niet helemaal vrij en als u dan kijkt naar de rest van uw leven, er zijn veel dingen die u onderneemt. Die zelfstandigheid die je daar in hebt, vindt hij dat ook een belangrijk iets?R52: Ja dat vindt hij ook goed, ik wil me ook wel aanpassen maar uhm. Ik ben de oudste van 12 kinderen dus ik heb me altijd aan moeten passen aan mijn familie dus ik heb nooit veel kunnen doen wat ik graag wou. En ik heb mij heel erg moeten aanpassen aan mijn man omdat die ook niet helemaal psychisch zo geweldig goed in zijn vel zat. En ik heb gezegd dat ga ik echt nooit meer doen, ik kan me wel aanpassen maar tot zekere hoogte. O53: En dat heeft u vroeger teveel gedaan?R53: Ja dat heb ik vroeger teveel gedaan.O54: Nu bent u daar veel zelfstandiger in merk ik, veel meer vrijheid. Is onafhankelijkheid nu ook een belangrijker thema geworden voor u?R54: Ja het is goed voor mij om te doen en laten wat bij mij past. En ik wil niet dat iemand mij daarin afremt. Ik wil niet als ik dood ga denken, jeetje ik had mijn leven anders in willen richten.O55: Zijn er nog wel eens dingen die, de onafhankelijkheid wel eens beperken?R55: Nee, nee hooguit dat ik denk als ik dit of dat doe dan zou die of die dat wel niet leuk vinden. Dus dat ik rekening moet houden met anderen. O56: Oke, gebruikt u wel eens medicijnen?R56: Nee alleen één tabletje omdat ik wel eens last van mijn maag heb.O57: Voor de rest niks, de meeste vrienden van u waren informele vrienden toch? Want u doet hier surveilleren en dat zou u kunnen scharen onder formele vrienden. Spreekt u veel met de mensen hier af?R57: Toevallig zijn twee vriendinnen van mij hier bij gekomen, en met anderen spreek ik wel maar spreek ik niet af.O58: En heeft u huisdieren?R58: Nee.O59: Heeft u die ooit willen hebben?R59: Nee, dat heeft denk ik ook te maken met dat ik onafhankelijk wil zijn en niet aan een huisdier gebonden wil zijn. Ik heb ook nooit poppen gehad. Dat ligt mij niet zo, ik heb altijd broertjes of zusjes gehad die jonger waren.O60: En daar ging u dan veel voor zorgen?R60: Ja.O61: Ik kan me ook voorstellen dat je dan hele tijd iemand moet zoeken die voor de dieren moet zorgen.R61: Ja dat wil ik niet.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 73: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

72

O62: Oke u hecht naar mijn mening veel waarde aan uw onafhankelijkheid, en fysiek wordt het minder, waardoor u minder mobiel bent. Hoe verwacht u dan dat het gaat in mate van uw onafhankelijkheid, of denkt u daar nog niet over na?R62: Ik denk dat ik daar niet zo'n moeite mee zou hebben, dat iemand mij komt helpen en dingen voor mij doet. Ik hoef niet per se alles zelf te doen. Geweldig als een ander dat voor mij doet. Of ik het nou wel of niet fysiek kan, ze mogen het voor mij allemaal doen. Het huis schoonmaken of koken ofzo ik vind het allemaal prima.O63: Oke ik kan me voorstellen dat dat op bepaalde hoogte gebeurd, kijk het huis schoonmaken, zwaardere klussen ofzo. U zult dan zelf ook minder op reis kunnen, u kunt u zich bezig houden dat heeft u de afgelopen 20 jaar gedaan dus dat zou niet zo'n probleem worden, maar u kunt er dan wel minder op uit.R63: Ja dat is eigenlijk een weg zoeken om te kijken nog wel kan, dat is eigenlijk wel logisch dat je bedenkt ik heb de beste jaren gehad, en dat je dan een weg zoekt naar wat nog wel kan.O64: Want u zou er dan wel mee kunnen leven met die situatie?R64: Het is te hopen ja ik denk het wel, ik ben me ervan bewust dat zeker bepaalde dingen, langere reizen of wat dan ook die moet ik echt nu doen. Daar moet ik niet mee wachten totdat ik bijvoorbeeld 80 ben want dan kan ik het misschien niet meer.O65: Ik kan me voorstellen, in de trend van een sociale robot, dat je zo'n robotje op tafel hebt staan. Het oogpunt waarvoor we die sociale robot zouden willen inzetten is om de zelfstandigheid van mensen te verhogen. Dat zouden dingen kunnen zijn zoals het bijhouden van medicatie of als een alarmdienst kunnen fungeren. Ook het sociale aspect willen we hierbij betrekken door het meer op een huisdier te laten lijken want dan zouden mensen het gevoel hebben om voor iets te zorgen. Wat zou u daarvan vinden?R65: Nou niet in de vorm van een huisdier, maar een robotje die dingen in de gaten houd als ik een hersenbloeding gehad zou hebben. Of die bepaalde dingen zou doen daar zou ik geen probleem mee hebben.O66: Wat voor dingen zouden dat dan zijn?R66: Huishoudelijke dingen, of medicatie herrineren en dingen die met vergeetachtigheid te maken hebben enzo.O67: Ja dus vooral met dingen herinneren enzo. Als je dat beeld eens voor je schetst, wat voor kleur of vorm zou u dan het meest aanspreken. Ik heb hier een aantal voorbeelden.R67: Een vogel misschien.O68: Dit zijn verschillende robots, welke spreekt u het meeste aan?R68: Ik denk deze (3) die is mooi plat.O69: Dus het zou niet te groot moeten zijn?R69: Nee het zou zeker niet te groot moeten zijn, dit zou ik kiezen.O70: Iets plats en iets kleins.R70: Iets plats en iets kleins ja, dit vind ik te kinderachtig en dit vind ik te anoniem. Ik kies voor 1 en 3.O71: Zou u dit ding ook laten zien aan anderen?R71: Ja ik denk het wel.O72: En zou u zich daarvoor schamen?R72: Nee ik denk het niet, ik hoop het niet. Je moet toch accepteren dat je bepaalde dingen niet kan, dus daar hoef je je niet voor te schamen.O73: En wat voor persoonlijkheid zou zo'n robot moeten hebben voor u? Is misschien ook een abstracte vraag.R73: Te blij houd ik niet van en neerslachtig ook niet, dus misschien een beetje er tussenin. Dit vind ik ook neutraal 1 en 3.O74: Zijn er nog andere behoeftes of dingen die u belangrijk vind in het leven of waar u meer behoefte naar heeft. Op bijvoorbeeld sociaal gebied?R74: Nee, nee.O75: Oke dan heb ik voldoende informatie, hartstikke bedankt.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 74: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

73

Transcriptie interview 7

O= OnderzoekerR= Respondent

O1: Goedemiddag ik ben peter stuijt ik ben 4e jaar student toegepaste psychologie ik heb u hiervoor al benaderd en ik zal nogmaals het doel van het interview uitleggen. Dat is om de behoeftes van ouderen in kaart te krijgen, zodat wij deze behoeftes kunnen vertalen in een sociale robot. Een sociale robot is een klein apparaat wat u op tafel kan zetten en het doel van deze robot is om zoveel mogelijk zorg uit handen te nemen en het leven van een oudere te vergemakkelijken. Er zijn geen goede of slechte antwoorden, alles antwoorden zijn goed en al deze informatie die wordt vertrouwelijk behandeld. Dat houd in dat uw naam wordt weggelaten uit het onderzoek. Mochten er dingen zijn waarvan u denkt dat ik die vergeet of dat er vragen zijn die u niet wilt beantwoorden dan mag je dat gewoon zeggen. R1: En kan ik jou gewoon onderbreken?O2: Ja u kunt mij gewoon onderbreken. Hoelang woont u hier nou op deze plek?R2: Vier jaar.O3: En hiervoor woonde u gezamenlijk?R3: 34 jaar in het vorige huis met mijn man en daarvoor nog in een huurhuis voor een jaar of zes. En met trouwen hadden we een bovenwoning gehad want toen konden we nog geen heel huis krijgen want we zouden toen al 48 jaar getrouwd zijn bijna.O4: En 4 jaar geleden is uw man overleden?R4: Ja kort voor de verhuizing.O5: En is dat de reden waarom u verhuist bent in die tijd?R5: Nee we zouden hier samen komen wonen maar toen is hij eerder overleden. Hij is eind november overleden en begin februari kreeg ik hier de sleutel. En dan zitten er ook de feestdagen tussen he, en dan alle spullen inpakken. Dat was echt een heftige tijd hoor, en ik moest ook gelijk mijn man zijn kleren weg doen.O6: Dus heel hectisch alles?R6: Eigenlijk dat afgelopen jaar, dan denk ik ik weet heel veel dingen niet, want alles ging maar langs mij af. En toen ben ik ook nog hier gevallen en daar heb ik nou weer therapie voor want mijn nek zit vast.O7: Hoe oud bent u nu eigenlijk?R7: Ik ben 71.O8: En wat was voor u de reden dat u hier naartoe ging verhuizen met uw man?R8: Omdat wij een koophuis hadden en allebij de leeftijd hadden, en mijn man kreeg meer moeite om de tuin te doen. Toen hadden we ook een aantal keer de tuinman laten komen. En ik moest een nieuwe knie maar ik wilde het steeds uitstellen, dus wij hadden besloten om het huis te verkopen en dan een appartement. Gelijksvloers dat was voor mijn knieen beter en mijn man was toen ook al ziek.O9: Want u zegt gelijk vloers, doet u hier alles met de lift?R9: Ja je kan hier ook met de trap maar ik hoef geen trap te lopen en daar had ik een heel huis met twee trappen en op de zolder stond bij al die huizen een wasmachine en de droger. Dan ben je beneden en dan denk je ik ben dit vergeten, dus hoe dikwijls loop je dan wel niet de trap op. Dus dat is de reden dat ik wilde verhuizen, ik vond dat makkelijk en ik zat met die tuin en de knie.O10: Ontving u toen ook al thuiszorg?R10: Nee dat heb ik nooit gehad, want die hulp die ik nu heb is particulier, en je hebt mensen die hebben altijd hulp, maar zij komt 1x in de vier vijf weken. Ik kan stofzuigen en de badkamer doen enzo, maar net zoals dit niet ramen, vitrage enzovoorts. O11: En hoe doet u dat nu dan?R11: Met de hulp, die komt één keer in de maand. De meeste klusjes kan ik allemaal zelf nog. En de badkamer met die tegels daar kan ik niet tot bovenaan komen. Dus zij begint daar dan en dan begin ik beneden. Het zijn gewoon de dingen waarbij ik op de trap moet, omdat ik dikwijls duizelig ben.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 75: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

74

O12: Duizelig? Hoe komt dat?R12: Ja dat weet ik niet ik heb nou dikwijls een stijve nek, en dan zeggen ze bij de therapie dat het aan die nek zou kunnen liggen. Maar ik ben pas vijf keer geweest en ik wacht wel af, als het na 10 keer niet verbeterd dan houd ik er maar mee op. En of ze die duizeligheid nou kunnen verbeteren dat weet ik ook niet.O13: En hoe bevalt het nou om hier te wonen?R13: Goed, omdat het zo gelopen is, als wij langer in dat huis hadden gewoond en mijn man was overleden, dan had ik daar alleen gezeten. Ik vind een appartement een veiliger idee dan zo'n groot huis. Hier kunnen ze niet zomaar naar binnen, als je hier aanbeld en je gezicht staat mij niet aan dan laat ik jou niet binnen. Je weet er staat niet zomaar iemand aan de deur.O14: Mensen moeten zich hier via de intercom verifiëren?R14: Ja als je met de auto komt dat zag je net, en als je hier via beneden komt dan moet je ook die knoppen indrukken, dat was vanochtend met die hulp ook. Die stond ineens hier voor de deur, ik dacht wat gebeurt hier nou weer. Want dat mogen wij eigenlijk niet zomaar doen. Maar al zijn ze nog binnen met iemand meegelopen, dan zijn ze hier niet nog niet he. O15: Dus hoeveel deuren zijn er voordat je in jou huis komt?R15: Als je met de auto bent dan heb je dat gezien, dan moet je toetsen. Dan komt er een deur maar daar kunnen wij alleen maar in, en aan de andere kant dat is voor de bezoekers.O16: We hadden het net over veiligheid, u vindt het hier fijn omdat het hier ook zo veilig is.R16: Ja net als bij mijn vorige huis dan had je de schuur en de poort, en dan zat ik binnen te denken heb ik de poort nou op slot gedaan. Ik vind het voor mezelf hier een veel veiliger idee, dat hadden ze me aangeleerd dat je meteen de sleutel dicht draait. Want stel iemand is naar binnen gekomen, dan hebben ze zo'n kaartje en dan kunnen ze zo naar binnen komen.O17: Was u tijdens uw man ook bezorgd dat er zomaar iemand binnen kwam?R17: Nee want dan was je samen en mijn man sloot af, dat was toch anders vond ik. En inbreken dat wordt overal gedaan he, maar dat heb ik hier niet.O18: Oke dat is dus één reden waarom het hier zo bevalt.R18: Ja en niet zo eenzaam, wij zitten op deze verdieping ook maar met vieren. Hier zit een jong stel naast en ik zit hier alleen, en mijn overbuurman die is sinds een half jaar weduwnaar geworden. Die kende wij nog niet zo lang want die komt uit eindhoven uit hanevoet, en die had ook een eigen huis. Dat was een echtpaar, die kon z'n huis niet kwijt vanwege die crisis, en toen was er een regeling hij heeft het in kunnen ruilen voor dit hier. En zij was toen al ziek, zij heeft misschien ook gedacht, ik ben er straks niet meer. Voor mijn man alleen is dit ook fijn anders heeft hij een heel huis. Die moet ook de tuin en alles doen en op den duur wordt dat te zwaar.O19: Zoals ik nu hoor is dat u zich hier ook minder eenzaam voelt en u kunt hier dingen met mensen in de omgeving doen. R19: Ja maar dit is wel, hier woont jong en oud, je hebt er senioren en bejaardenhuizen. En je hebt beneden een ruimte waar gebiljart wordt en waar samen koffie wordt gedronken, daar worden dingen georganiseerd. Maar hier wordt niks georganiseerd.O20: Hoe gaat u daar dan mee om, want dan is er niet zoveel verandering vergeleken met uw oude huis. R20: Ja dan had je met de buren contact, maar dan was je met z'n twee en dan ging je met je man ergens naartoe. Nou voel je je echt eenzaam, gister had mijn zoon mij thuisgebracht. Maar als ik hier dan binnen kom dan is er niemand die zegt och wat leuk, en dat mis ik echt.O21: Ja je zegt je komt binnen en er is niemand die vraagt och das leuk ofzo, zijn het echt dat soort dingen die je eenzaam doen voelen?R21: Ja en de bezigheden he, ik was vroeger nergens bij. Want wij gingen altijd samen op vakantie of op een avond dat was samen. Toen ik hier een paar maanden woonden, toen stond ik op de bus te wachten. Was ik in gesprek geraakt met een vrouwtje en die zij ja je moet er zelf op uit gaan want ze komen niet naar jou. Anders gebeurt er niks, en die zij toen ik ben bij de KBO en daar wordt van alles georganiseerd. Je hoeft daar niet verplicht naartoe. Je kan koers ballen en kienen, dat vind ik al helemaal zo'n gedoe. En ik ben donderdags smorgens bij een clubje dat heet handwerken, er is geen juffrouw er is geen les.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 76: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

75

Maar dat vind ik gewoon leuk omdat het elke keer hetzelfde groepje is en we drinken koffie, dan heb je tenminste een gesprek he.O22: Je merkt dat het fijn is om soms dezelfde gezichten te zien?R22: Ja en dat is op de donderdagmorgen, en dat uiteten gaan dat doet niet iedereen dus dan zie je steeds weer anderen.O23: Doet u dan ook wel eens spelletjes samen?R23: Nee daar ben ik niet zo van.O24: Oke, om uw eenzaamheid te verminderen bent u dus bij de KBO gegaan en daar worden dingen georganiseerd zoals handwerken enzo. Om even terug te komen op eenzaamheid, wat zijn de momenten waarop u zich het meest eenzaam voelt?R24: Als ik zit te eten, je moet koken. En dat doe ik ook niet graag voor mezelf. Als mike komt eten dan heb ik meer een doel, dan doe je weer iets meer voor je eigen. En woensdag dan komt mijn zoon altijd eten dat vind ik dan echt een reden om te koken. Dat vind ik fijner als alleen eten, dan heb ik heel de week warm eten gegeten. En morgen dan komt rob (zoon), maar overmorgen, dan pak ik wel eens de boterham erbij. Dat eten alleen vind ik niet leuk. Maar mijn week is best gevuld, want ik doe met mijn vroegere buurvrouw, zij komt maandags hier en dan kom ik de week erop daar. En dinsdag ging ik altijd naar een oudere vrouw maar die is nu overleden. Woensdag dan doe ik vaak niet veel en donderdag dan heb ik dat clubje. En vrijdag dan doen we altijd wandellen, in Knegsel bijvoorbeeld. En dan gaan we anderhalfuur lopen, en dan gaan we bij de kempen koffie drinken. Dus ik heb heel mijn week wel gevuld hoor. Net als vandaag dan dit dan dat.O25: Ja want dat was mijn volgende vraag, hoe ziet uw gemiddelde week er uit maar dat weet ik dus nu. Op momenten dat u niks te doen heeft waar vermaakt u zich dan het liefste mee?R25: Ik lees een krantje en ik denk zelf ook wel eens, wat heb ik nou vandaag gedaan? Maar je bent toch bezig. Batterij is op en apparaat valt uitO26: Oke we gaan vanaf daar verder, de batterij was op, ik ga verder waar we waren gebleven. Op het moment dat u niks te doen hebt en je bent alleen waar vermaakt u zich dan het liefst mee?R26: Ja maar je hebt altijd wel wat te doen, de boodschappen of ik doe de was voor mike. O27: U zij dat u best een drukke week heeft en u had net al verteld dat u thuis het liefst tv kijkt of een leg puzzel doet, al bent u daar momenteel nog niet aan begonnen.R27: Ja maar net als dat vrouwtje hier beneden dat komt elke week rond een uur of 5 en dan drinken we samen een wijntje. En die overbuurman die hier straks was, dan ga ik daar wel eens een kopje koffie drinken. Ik had ze natuurlijk nog niet gezien, en toen vroeg hij hoe de vakantie was. Die zie ik dan toch regelmatig. Maar dadelijk gaan ze voor een week of 6 met de caravan weg. En dan doe ik hun planten.O28: Dus er zijn genoeg klusjes. Je zij net ook op het moment dat er iets gebeurd kunt u altijd naar uw overburen of uw zoon die kunnen altijd te hulp schieten en dat zijn dan ook weer bezigheden. Nu weet ik niet of we het stuk van het computer gebruik al hebben gehad. Nu weet ik niet of we het over uw computer gebruik hebben gehad. R28: Nee dat was aan mij niet besteed ik heb er geen geduld voor of ik zie niet in wat ik er mee kan doen. Ik vind het zo'n zenuw gedoe, daar in dat hotel ook die zaten bij elkaar aan tafel met hun ipad of tablet. O29: Waren er veel mensen die daar mee bezig waren?R29: Ja maar daar ga ik niet bij staan want dat snap ik toch niet. En dan staat er iemand bij de receptie die heeft het over twitter en over een app, ik doe ook geen moeite meer om dat te weten.O30: Wat zijn nou eigenlijk verder dingen waarmee u zich graag vermaakt als u alleen bent?R30: Ja wat doe ik nou. En nou zaterdagmorgen ga ik met een vrouwtje die ik van henk haar moeder ken dan gaan we naar de stad en dan gaan we bij mike langs. Dan gaan we samen naar de stad, ik zeg al ik verveel me nooit. O31: Het zijn dan voornamelijk dingen met andere mensen?R31: Ja hier wel maar dat is voornamelijk kopje koffie drinken.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 77: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

76

O32: Kunt u goed alleen zijn?R32: Ja dat moet wel maar ik zeg al het ergste vind ik als je s'avonds tv hebt gekeken, dan is er geluid en dan wil je naar bed gaan, en dan is het zo stil. Als ik smorgens opsta voordat ik thee heb dan doe ik de radio aan. Dat is het eerste wat ik doe dat er geluid is. En dan vraag jij mij welke liedje er zijn geweest dat weet ik zo niet.O33: Het gaat erom dat er iets op de achtergrond leeft.R33: Ja en nou laatst toen ik hier kwam wonen toen had ik nog een hele schoenendoos met singeltjes en een koffer vol lp's die heb ik allemaal over verhuisd. En toen kreeg ik op mijn eerste verjaardag hier, toen kreeg ik een pick up. En dan kon je op de computer singeltjes luisteren maar dat is nog geen 3 minuten. En dat zou dan op de pick up kunnen, na een tijdje kwam hij hier met de laptop hebben we een uur zitten doen, en dat lukte niet. Nou moeder dat doen we nog wel een keer zij hij. Daar waar ik nou ben kun je ook terecht met je computer, en die man was hier ook een uur geweest maar die kreeg het ook niet voor elkaar. En toen wist mike dat op te lossen, toen had ik van rob een usb stick gekregen. En toen hebben mike en roos daar liedjes op gezet. Toen heb ik de titels die ik leuk vond, die hebben dat allemaal voor mij opgenomen. Dat vind ik ook nog leuk om die oude liedjes te horen. Ik kom mijn tijd wel door.O34: Heeft u eigenlijk ook een huisdier gehad?R34: Ja voor de kinderen vroeger een cavia. En toen was ik allergisch toen kreeg ik allemaal streepjes op mijn armen en dat was huisstof en dieren. Toen zij de KNO arts heeft u dieren? Ja ik zij we hebben een cavia, en die moesten we toen weg doen he. En ik dacht ze hebben liever dat ik ging dan dat die cavia weg ging. En toen was het vakantie tijd en dan hebben veel mensen van de dieren weg. Toen kreeg ik een brief van die allergie en toen hebben we de cavia naar een kinderboerderij in eindhoven gebracht. Toen zijn we verschillende zondagen daar naartoe gegaan en eten mee.O35: U bent allergisch voor veel dieren? Ook honden en katten?R35: Ja voor alle dieren, hiernaast hadden ze bijvoorbeeld konijnen en die hadden toen nog geen auto, terwijl ze af en toe naar groningen moesten. Toen heb ik een paar keer dat konijn hierbij mij binnen gehad, nou dat was zo'n konijntje in zo'n kooi. Die stond achter de bank maar al was het maar een weekend, maar toen gingen ze een keer met de kerst weg en toen zij ik dat kan ik niet doen. Want dan moet ik hem ook verschonen en met dat hooi dat gaat niet.O36: Maar vind u huisdieren wel leuk ondanks uw allergie?R36: Nee dat zou ik nou niet meer willen, want ze zeiden je moet nog een hond nemen. Dan dacht ik dat moet je smorgens voor dag en douw dat beest uitlaten. En savonds ga ik ook niet over straat, dan vind ik het te gevaarlijk. En weer of geen weer je moet er dan toch wel uit.O37: En een cavia of zo?R37: Nee want dan zou ik soms weg willen en dan moet ik altijd andere mensen lastig vallen. En dan is een poes makkelijker dan een hond.O38: Heeft u eigenlijk medicijnen?R38: Ik heb diabetes en ik heb schildklier. Dat is geen kanker, daarvoor moet ik elk half jaar naar de internist. Dat moest ik eerst elke twee jaar. En als ik dan daar naartoe moet dan moet ik bloed prikken van te voren. O39: Ben u wel eens vergeten medicijnen in te nemen?R39: Nee dat is zo'n gewoonte.O40: Ik kan me voorstellen dat het best wel beangstigend is, wanneer je een keer zo'n pilletje zou vergeten dan ben je meteen de pineut.R40: Dat merk je niet meteen denk ik. En omdat ik diabetes heb dan heb ik meer kans op een hoge cholesterol en daar heb ik ook een pilletje voor. Voor de schildklier voor de cholesterol en voor diabetes. En dan denk ik als het nog met medicijnen te doen is dan he.O41: Ja en we hadden het nog over de zuidzorg kan ik me herrineren. Wat zou voor u een reden zijn om de zuidzorg in te schakelen?R41: Dat zou dan zijn wanneer ik die hulp niet heb, maar dan heb je dikwijls dat iemand ziek is. En nou ik hele tijd dezelfde, en ik hoef ook niet iemand elke week.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 78: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

77

O42: Ja en de meeste klusjes kunt u nog zelf doen.R42: Ja en in andere gevallen heb ik mijn buren.O43: En mocht het zo ver komen dat bepaalde dingen niet gaan?R43: Ja dat kan dan dat vrouwtje doen en als dat niet meer gaat dan schakel ik de zuidzorg wel in. Ja en als ik een keer die knie heb laten opereren dan moet ik revalideren, dat is waar die bus stopte zo straks. Dat is voor te revalideren. Ja en als het nodig is kan je ook een alarm aanvragen wat je om je nek kan doen. Ja je hebt gelukkig genoeg uhm.O44: Ja dat zie je inderdaad bij veel ouderen dat ze zo'n knop om hun nek hebben hangen en dan komt er meteen iemand aan de deur staan wanneer er iets gebeurd.R44: Ja mijn vroegere buurvrouw had dat ook, dat is aangesloten bij meerenveld een verzorgingstehuis. En dan gaat daar het alarm af, die komen dan natuurlijk, maar die hebben ook het adres van de kinderen zodat ze die ook meteen kunnen waarschuwen dat er wat met je moeder is. En ja als ik hier ineens lig dan kan ik niemand bereiken.O45: Ben je daar wel eens bang voor?R45: Nee daar denk ik niet te diep over naar. Maar dan denk je zo'n alarm he, maar als je zo ineens valt en je kunt daar ook niet bij dan heb je ook niks, dat is net als met een mobieltje. Dat heb je toch niet altijd bij, je kunt hier vallen en dat daar je mobieltje ligt.O46: Ja want je zei dat je al een keer was gevallen, hoe deed je dat toen?R46: Ja toen ben ik bij bewustzijn gekomen en ben ik opgestaan, ik had gelukkig helemaal nergens last van. O47: Is dat ook een tijdje geleden dat u was gevallen?R47: Ja dat was een tijd geleden toen stonden hier nog verhuisdozen enzo en dat kan goed zijn. Dat had toen nog niks met duizeligheid te maken maar ik was gewoon gevallen over de stofzuiger. Dat duizelig zijn is iets van de laatste tijd. Toen ik zo duizelig was ben ik naar de huisarts geweest en toen moest ik naar de neuroloog en die zij om alles uit te sluiten laten we een scan maken. Toen die uitslag van die scan, het was goed he het was niks verontrustend. En toen ben ik bij de KNO arts terecht gekomen, toen had ik de eplee maneuvere, want je hebt oorsteentjes en die zitten in je hoofd, dat had ook gekunt. Maar de oefening kon ik niet goed met mijn nek, toen heb ik medicijnen gekregen en nu zitten hier een hoop huisartsen bij elkaar. Dus ik had die medicijnen voor de duizeligheid toen kreeg ik van de apotheek bericht dat er medicijnen voor mij klaar waren. Ik dacht als ik een keer in de buurt ben dan kom ik ze een keer ophalen. Kreeg ik negen doosjes tegelijk mee voor de duizeligheid. En ik wilde ze hier opbergen.O48: En die medicijnen werkte bij u?R48: Ja niet echt dus ik dacht ik ga terug, en toen kreeg ik weer een andere die zij ik kan niks voor u betekenen, gooi die medicijnen maar weg want die werken niet. Dat zeg je toch niet, als ik een probeersel krijg oke maar nu zij die gooi ze maar weg. Als ik ze naar de apotheek breng dan verkopen ze die weer he. Nu slik ik niks meer maar ik ben nog steeds duizelig. En bijvoorbeeld met aankleden en met douchen moet ik mezelf altijd vasthouden, ik vertrouw het gewoon niet. En ook bij het uitstappen. Als ik niks doe dan ben ik niet duizelig maar als ik buk of beweeg dan heb ik soms het gevoel dat ik verder door kukel.O49: Ja ik kan me voorstellen dat als u daar op valt dat het veel schade kan opleveren.R49: Ja daar zullen we wel niet aan denken.O50: Ik had ook zoeits gehad en dat lag inderdaad aan de kristalletjes in mijn oren.R50: Wil je iets anders drinken?O51: Nee dat is goed zo. Verwacht jij in de toekomst meer ondersteuning nodig te hebben?R51: Ja dat verwacht ik wel als ik ouder ben.O52: En vind u het dan fijn als je dezelfde persoon blijft krijgen?R52: Ja dat vind ik wel fijn ja, met steunkousen kan wel maar met douchen enzo dan heb ik liever dezelfde. Dat vind ik ook met de dokters, vroeger had je een huisdokter die kende je en vertrouwde je. Maar nu heb je steeds een andere die vertrouw je toch niet meer.O53: Ik wil tot slot nog een keer praten over de dingen die u graag in huis doet, u zij al dat u graag tv kijkt en het liefst doet u dingen met andere mensen zoals kopje koffie drinken.R53: Ja gewoon een praatje maken.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 79: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

78

O54: We hadden het ook erover dat het tijdens het avond eten dat u vaak geen zin heeft om alleen voor uzelf te koken. Ook hadden we het erover dat u regelmatig afwast voor mike, vind u dat soort dingen vervelend om te doen?R54: Nee dat vind ik helemaal niet erg om te doen, want vaak als mike komt komt roos mee, en dan komen ze net voor etenstijd binnen en dan nog even zitten. En dan zeg ik jonge voordat jij thuis bent heb ik allang afgewassen. Ik laat dat gewoon staan en dan doe ik dat thuis wel. Als ze er zijn dan vind ik dat gezellig en dan zet ik koffie of thee en dan vind ik het leuk om nog even te kletsen. O55: De bezigheden die u met andere doet is het liefste kletsen. Net als die handarbeid die u bij de KBO doet, draait voornamelijk om het kletsen?R55: Ja ja.O56: En heeft u soms behoefte om de mensen van de KBO meer te zien?R56: Er zat bij de KBO ook een vrouwtje die zit hier in het vijfde blok en die regelt het eten daar. Zo kom je toch weer met mensen in contact, die zie ik niet heel vaak maar vanavond bijvoorbeeld wel.O57: Voor de KBO was dat anders?R57: Ja ik denk dat ik hier een paar maanden zat en toen ben ik erbij gegaan. En nou dat reisje dat is ook van de KBO dat stond ook in dat boek zoals dingen als effe weg. En nou heb ik binnenkort, 20 mei ofzoeits een dagje naar de chocolade fabriek.O58: Verkade?R58: Nee in belgie is dat, dan laten ze ook zien hoe ze bijvoorbeeld prallines maken, en dat is dan een halve dag. En dan smiddags in roermond daar kun je winkelen daar hebben ze ook die grote outlet daar ben ik ook nog nooit geweest. We hadden daar wel vrienden zitten maar als je daar zondags kwam dan zij je niet na een uur dan ga ik naar die outlet, dat stond ook nog in dat boek. En nou ken ik een vrouwtje en daarmee ga ik samen naar een verrassings tocht, nou dan laten we onszelf maar een keer verrassen he. En dan in september dan ga ik vijf dagen naar duitsland.O59: Hoe deed u dat voor de KBO, die paar maanden dat u hier alleen bent geweest?R59: Ja toen had ik zoveel aan mijn hoofd en daarvoor had ik mijn man. Ik zat nog met dat huis.O60: Dus de keuze viel eigenlijk al snel om bij de KBO te gaan?R60: Ja en ik wist eigenlijk nog niet eens wat de KBO was.O61: Bent u gelovig?R61: Ja maar ik doe er niks mee, ik ben katholiek opgevoed. En nou al die schandalen in de kerk, nou ze zoeken het maar uit. Ik denk als priesters zouden kunnen trouwen dat er veel minder van die ellende zou zijn geweest.O62: Dat denk ik ook. We hadden het er net al over dat wanneer er iets gebeurd dat u bij uw overbuurman kan komen en dan had u uw zoon, daarnaast komt er maandelijks nog de particuliere hulp langs. Zijn er eigenlijk nog dingen die u het leven makkelijker zou kunnen maken? R62: Nou ik vind dat ik het eigenlijk al wel goed heb, we hebben van te voren aangegeven wat wij in dit huis wilden. Daardoor heb ik allerlei verschillende voorzieningen hier in huis. Bijvoorbeeld die kapstok had daar niet kunnen hangen, dus hebben we nou mooi dat nisje daar waar we onze jassen kunnen ophangen. En toen moesten die spullen die we samen uit hadden gezocht, moesten overnieuw worden uitgezocht. We hadden een brief gekregen van de stoffeerder en die kwam de maten opnemen maar die was failliet. Ik had hem opgebeld en toen kregen we echt zo'n toon van het is dicht. En toen had mijn zoon de KvK opgebeld en toen bleken ze faillier te zijn. Dus toen ben ik met de bus naar waalre gegaan naar de profita en daar was een meisje en die zei kan ik u helpen, en daar hadden ze toevallig die stoffen die ik nodig had ook.O63: Oke, ik heb eigenlijk heel veel bruikbare informatie, zijn er eigenlijk nog benodigdheden of behoeftes waarnaar ik niet naar heb gevraagd? Die u wellicht nog kwijt wilt?R63: Nee je hebt mij het hemd van het lijf gevraagd. O64: Dan wil ik het hier bij laten, hartstikke bedankt.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 80: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

79

Transcriptie interview 8

O= OnderzoekerR= Respondent

O1: Goedemiddag ik ben Peter aangenaam, ik ben een vierde jaars toegepast psycholoog, dat houd in dat ik een studie doe waarbij ik wil weten waarom mensen dingen doen zoals ze ze doen. Momenteel ben ik bezig met mijn afstudeeronderzoek in naam van Fontys Hogenscholen en WittyWorX. Dit betreft een onderzoek naar de inzet van social companions dat zijn als het ware robots die worden ingezet om zorg uit handen te nemen van zorginstellingen en ouderen het wonen aangenamer te maken. Er zijn geen goede of slechte antwoorden daarmee bedoel ik dat alle informatie goed is. Het interview duurt maximaal een uur, vaak blijkt dit rond een half uur te duren. Het gesprek wordt daarnaast opgenomen zoals eerder verteld, echter zal uw naam worden geanonimiseerd, dat betekent dat uw naam niet terug komt in het onderzoek. En op het moment dat u geen antwoord wilt geven dan kunt u dat gewoon aangeven. Hoe lang woont u hier al?R1: Vanaf februari is het 2 jaar geweest dus nog geen 2.5 jaar. Eind februari zijn we hier komen wonen.O2: Dat was toen met uw man?R2: Ja mijn man had heel erge COPD die had het heel benauwd en toen hebben we vier maanden hier gewoond, twee keer longontsteking. En het ging niet meer hij kreeg niks geen lucht en het was hier hele droge lucht. En dat is dan veel erger, droge lucht is niet goed voor een COPD iemand en ja toen is hij overleden. Ja, ik kan er niks aan doen. En nou zit ik alleen, maar ja ik heb veel kinderen.O3: Die wonen hier dicht in de buurt?R3: Ja vier zitten er dichtbij en twee zitten er verder.O4: Hoelang is dat nu dat uw man is overleden?R4: Dat is nou twee jaar, ik ben vier maanden jonger eind jullie was het twee jaar dat hij overleden is. Zit ik hier nou een beetje te huilen.O5: Ach dat is begrijpelijk mevrouw.R5: Ach als je 53 jaar getrouwd bent.O6: Ja dat kan ik me goed voorstellen. En hoe ervaart u het nu om alleen te wonen?R6: Ik vind eigenlijk dat het nog wel mee valt. Je moet er toch het beste van maken. En dat kan ik eigenlijk wel hoor. Ik kan zelf nog naar buiten en ik kan nog een stukje lopen en ik kan naar beneden wanneer ik wil. Ik kan niet meer poetsen ofzo dat kan ik niet meer.O7: Was dat daarvoor ook al zo?R7: Nee van die knie heb ik altijd last gehad en ja ik heb altijd wel iemand gehad van theben om te poetsen. Of altijd, tenminste best lang.O8: Want u eerst woonde u samen met uw man in een vrijstaand huis?R8: Ja we zijn vroeger op een boerderij, want we hadden een boerderij. En toen ging onze zoon in de boerderij en toen zijn wij naar een vrijstaand huis gegaan. Daar hebben we nog 20 jaar gewoond en toen zijn we hier naartoe gegaan.O9: En wat was de reden om hier uiteindelijk naartoe te verhuizen?R9: Omdat mijn man in dat huis met de trappen en alles en drempels, en die zat ook veel in de scootmobiel. Wat moesten we in zo'n groot huis doen, hij zij we gaan ons huis verkopen. En ik zeg ja, ik stond er eigenlijk ook wel achter en dan. Als jij hier ergens graag wil wonen. En binnen een maand tijd waren we ons huis kwijt. Dat was net voor die grote crisis. En toen hadden we nog geen ander, ik zeg oh jeej, nou hebben we ons huis verkocht. We waren wel blij dat we hem kwijt waren dat hadden we ook neit voor het zeggen. En toen kwam dit vrij en dat hebben we achter elkaar gepakt. O10: Dus als ik het zo begrijp, zijn jullie echt gaan verhuizen op het moment dat jullie dachten het gaat zo niet langer met uw man. En u zelf zij het gaat ook al wat moeilijker met uw knie. Was dat toen ook al?R10: Ja de ene knie was al wat moeilijker en in mijn heup had ik het ook gehad. Ik kon het allemaal nog wel maar hij was het ergste. We hadden toen een trap lift en alles bij elkaar

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 81: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

80

was veels te groot dat huis. We hadden eerst ook kinderen maar die hebben er al lang niet meer gewoond. We waren wel blij dat we het kwijt waren en dat we hier zo'n groot appartement konden krijgen. Want het is hier heel groot he, en het is mooi. En onze kinderen vinden het allemaal mooi, ik zet er wel graag.O11: En u zij net al het gaat, maar hoe bevalt het nou verder om hier alleen te wonen.R11: Och ja het gaat, dat gaat eigenlijk best goed.O12: Wat had u verwacht toen?R12: Wat ik verwacht had, niet beter dan dat het nou is maar ook niet slechter ook niet, maar het is me niet tegen gevallen. Ja kijk als er nou nooit niemand kwam weet je wel, maar wij hadden zes kinderen en 18 klein kinderen. Ik heb best goeie vrienden en ik kan altijd beroep doen op de verzorging hier. Als er iets is, en bijvoorbeeld alleen douchen kan ik ook niet, met een been valt dat niet mee. Dan is het allemaal een beetje glad enzo. Ja ik en ik voel me dan zo onzeker.O13: Die onzekerheid die u dan voelt is dat omdat het moment dat u valt dat er dan niemand in de buurt is?R13: Ja dat kan ik niet riskeren he, ze moeten toch doen dat ik heel strakke steunkousen aan heb. En ze moeten een paar keer in de week helpen met douchen en dan heb ik een veel rustiger gevoel. Want anders zit ik daar te tobben met een douche en daar word ik best wel een beetje onzeker van, dat ik maar niet val.O14: Dus die angst is constant aanwezig?R14: Ja en dat komt door die ene knie, omdat die knie daar kan ik niks van op aan. Ik moet altijd steun hebben. En de rolator moet dicht bij staan want als ik overeind moet, moet ik dat ding hebben. Want met één been kan je niet veel he.O15: Wat gebeurt er eigenlijk op het moment dat u valt of dat er geen rollator dicht bij is, is dat een keer voorgekomen?R15: Ja dat is een keer voorgekomen, toen had ik te weinig zout in mijn bloed en als je te weinig zout in je bloed hebt kan je duizelig worden. En toen kon ik mijn rollator, toen draaide ik om en kon ik hem net niet meer pakken. En toen viel ik achterover, en toen kwam ik tegen een punt aan van dat kleine kastje. En ik had in 2 minuten tijd een grote bult op mijn hoofd van hier naar ginder. En ik kon natuurlijk niet overeind, als ik val dat kan ik niet. En daarvoor heb ik dit alarm om. En toen kwam de zuster, maar ik was duizelig en ik had dit en dat en toen ben ik nog naar het ziekenhuis geweest. Toen hadden ze nog een scan gemaakt, er zat echt zo'n bult op in een hele korte tijd. Dus kijk maar er was niks verkeerd maar het was wel een flinke hersenschudding.O16: Dat is wel even schrikken ja.R16: Ja ik was zo geschrokken, de stoel die viel om want ik stond daar tussen in, en dat was van te weinig zout in het bloed. Dat is een keer gebeurd ja en dat is fijn dat mijn kinderen, dat ik toch op een goede plek zit.O17: Uw kinderen zitten hier dicht in de buurt?R17: Ja een woont een kilometer hier van af en eentje in vlijmen, 4 zitten er hier tamelijk dichtbij, en een in kerkdriel en een in rijen.O18: Oke u zegt het is eigenlijk veel beter bevallen dat verwacht het alleen wonen, misschien ook omdat u veel kinderen en kennissen in de buurt hebt wonen waar u beroep op kunt doen. Hoe zijn eigenlijk de momenten dat er geen mensen zijn, bv. tijdens het avondeten.R18: Ja daar wen je aan, niet dat dat leuk is. Ik moest vroeger een grote pan eten koken voor die grote beesten. Er zaten kinderen bij die twee meter waren en ik was altijd de kleinste en ik ben nou ook niet zo klein. En nou zit ik voortaan maar alleen. Maar ja dan moet ik toch maar weer het beste er uit halen.O19: En wat zijn de dingen die u het meest mist.R19: Ja dat je savonds zo alleen zit dan zou ik wel eens willen buurten, maar dat kan je toch niet verlangen, is dat niet dan?O20: Dat is zo ja.R20: Ja tuurlijk die kinderen hebben ook hun eigen gezin.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 82: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

81

O21: Ja maar het zijn wel dingen die u misschien meer zou willen en die dingen kan je inderdaad niet van iemand verlangen.R21: Ja daar kan je toch niet over lopen te zeuren, er zijn zoveel dingen in het leven dat je liever anders ziet. Maar dat gaat toch niet. Ik heb heel mijn leven vermaakt er was altijd iemand. Het is niet zo van, ik heb het altijd naar mijn zin zo is het leven niet.O22: Ik was vorige week bij mvr. Aerts, er zijn wel dingen die hier worden georganiseerd vanuit de schakelring, gaat u daar vaak naartoe?R22: Nee niet vaak, ik voel me eigen daar nog te jong voor, mevrouw aerts is dan 89 en ik ben 76. En ik ga daar wel eens naartoe, af en toe, kaarten.O23: Met mvr. AertsR23: Met mvr. Aerts ga ik daar wel eens mee naartoe, ze komt dan wel eens vragen hoe het gesteld is met me. En ik zeg ja ik ben ziek het gaat niet. Ik weet zeker dat ze vanmiddag nog even komt, zulke dingen allemaal. Ze is wel nieuwsgierig hoor, ik zeg niet meer als dat.O24: Nee dat hoeft ook niet hoor.R24: Weet je wel, ze wilt alles weten, en dan denk ik ho moeder even mond houden want straks weet heel drunen dat. En een heel goed meisje, ze heeft veel vrienden en kennissen. Ik zou het ook jammer vinden als er niet meer was. Ze is heel vriendelijk en spontaan en ze wil van alleman iets. Zo is ze gewoon, en zodoende kan ik er ook goed mee overweg.O25: Oke dus de vraag was eigenlijk, gaat u wel eens naar beneden naar die dingen toe?R25: Ja af en toe dus, kaarten dan gaan we samen, maar dat is een keer in de maand. En als er iets van muziek is wat wij leuk vinden, maar al da joullen en dat bingo enzo daar ga ik neit naartoe.O26: Daar voelt u zich nog een beetje te jong voor?R26: Ja maar er zitten ook heel veel mensen die 90 zijn en een stelleke zit daar elke middag te kaarten en die zijn 90. Daar heb ik dan wel bewondering voor, maar ik heb daar geen zin in om dan te zitten. Ik kan dat nog niet goed.O27: Waarom kunt u dat niet goed?R27: Ja weet ik niet, ik ben pas 76 en ik ga hier niet de hele middag zitten hoor.O28: Voelt u zich dan te jong?R28: Ik voel eigen te jong om daarbij te gaan zitten.O29: En stel dat het meer jongeren waren dan zou het anders zijn?R29: Misschien wel maar ik ken ze nog allemaal niet weet je wel, dus ja het is misschien te gek ofnie?O30: Nee dat is niet te gek, u doet toch gewoon waar u zelf zin in heeft.R30: Het liefste ga ik eigenlijk naar buiten met m'n scootmobiel met mijn zus enzo.O31: En met de auto rijden?R31: Nee ik met mijn scootmobiel en zij met de fiets als het goed weer is.O32: En zeg is hoe ziet uw gemiddelde week er ongeveer uit, is dat druk?R32: Nee ik heb het niet zo druk want van eten koken word ik ook nog wel moe. Want het aanrecht is voor mij ietsje te laag. En dan moet ik iets, en nou heb ik het ook wel in mijn rug en mijn knieen zijn slecht. En je kan niet eten koken terwijl je jezelf hele tijd vast houd. Dan moet ik eerst het vlees braden en aardappelen koken en wat groenten klaar maken. En als de aardappel gaar is dan wil je graag eten. Dan heb ik die voorbereidingen klaar en dan ben ik best wel moe.O33: En u kookt elke dag voor uwzelf?R33: Ja meeste tijd dan doe ik het voor twee dagen, van vlees. En van de kinderen krijg ik ook wel eens iets en dat vind ik het leukste. O34: Uw kinderen komen hier regelmatig op bezoek?R34: Ja die komen hier wel eens een keer.O35: Hoe vaak ongeveer in de week?R35: Nou vanmiddag verwacht ik er ook weer een en die is gister ook geweest. En die twee dochters zie ik in de week ook altijd wel een of twee keren. En mijn zoon zie ik het minste want die woont in rijen. En die andere twee komen zondags voor de middag en vaak met 14 dagen er tussen. Ik heb dan 3 dochters en 3 zonen en de dochters zie ik het meeste. En die

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 83: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

82

doen bij mij dan ook de boodschappen dan ga ik graag ook mee. Die dochters komen wel regelmatig.O36: En heeft u wel eens behoefte aan meer sociale contacten doordeweeks?R36: Och nee eigenlijk niet zo, hier beneden zitten ook ene paar vrouwen die komen uit elshout daar ga ik ook regelmatig naar toe, die zijn in de 90 maar daar zaten vroeger maar vier huizen tussen. Dan kunnen we altijd lekker over vroeger praten enzo maar die is al in de 90. En ja ik ga hier wel eens bij mensen op bezoek die ik ken, dat doe ik ook wel eens.O37: Maar u zegt u gaat vaak naar anderen op bezoek en u heeft niet echt behoefte aan meer sociale contacten begrijp ik? R37: Ja er mogen gerust wel wat meer mensen komen geregeld. Want ik heb nog wel een paar vriendinnen, waarvan ik wel eens wil dat ze smiddags eens even langs komen. Dat zou ik best leuk vinden, maar die hebben ook haar eigen gezin en die vriendin heeft ook 5 kinderen. Ik ga daar ook wel eens langs op mijn scootmobiel.O38: En wat vind u dan het belangrijkste aan sociale contacten, is misschien een beetje een moeilijke vraag, maar vind u het belangrijkste.R38: Ja eenbeetje kletsen samen een bakje drinken, voor de gezelligheid eigenlijk. O39: Is dat dan ook het gevoel dat er wat leeft in huis?R39: Ja dat kan ook natuurlijk maar ik ga ook graag ergens naartoe, en de kinderen ook, even een bakje drinken bij mij. En als het mooi weer is, dan komt mijn dochter even koffie drinken. Dus kijk.O40: Altijd wel wat te doen.R40: Ja daarom, en twee keer in de week komen ze poetsen en voor de middag komen ze m'n kousen aan doen en dan koken en dat douchen is ook regelmatig.O41: En dan komen altijd mensen van de thuiszorg helpen met douchen?R41: Ja dat is hier van de schakelring.O42: Hoe ervaart u het om jezelf bloot te stellen tegenover iemand die eigenlijk niet goed kent.R42: Ja och ja, daar ben je op een gegeven moment wel aan gewend, dat ik eigenlijk het beste voor mij. Ik kan het gewoon niet zonder hulp, dat is beter dan dat ik val.O43: Dus die angst voor het vallen is hoger dan jezelf openstellen aan nieuwe mensen?R43: Ja zeker wel, want als je valt, wie weet wat er dan weer gebeurd met je knieen en je heupen. Als je ouder wordt, dan komen de gebreken he.O44: Ja je kan je lichaam op bepaalde dingen niet meer vertrouwen he.R44: Nee dat heb je dan zo'n beetje, ik moet het heel voorzichtig doen, want als ik val dan breekt er iets. O45: En hoe was dat tijdens dat uw man nog leefde?R45: Ja toen voelde ik mezelf meer gerustiger, toen deed mijn been wel zeer maar toen kon ik nog wel gewoon lopen. Maar dat kan nu niet meer, ik denk dat als mijn man nou nog leefde dan zou ik niet meer voor hem kunnen zorgen, want ik heb genoeg aan mezelf.O46: En dat was daarvoor nog wel?R46: Oh ja ik heb heel veel voor hem gezorgd, maar het douchen hier hadden ze toen ook al over genomen hoor die vier maanden. In dat andere huis trouwens ook al, toen kwamen ze van theben en hier zijn we naar schakelring gegaan. Daar moest je toch lid van worden van de schakelring. En dat hebben we toen gedaan.O47: U zij ook daarnet, u heeft veel dingen doordeweeks te doen, er komen veel familie en vrienden langs, als het niet koken is dan is het wel wat anders. Zijn er echter wel eens momenten dat u niks te doen heeft en wat doet u dan graag?R47: Lezen, ja ik doe wel graag een boek lezen.O48: En zijn er nog andere dingen die u graag doet?R48: Nou ja tv kijken en lezen dat doe ik graag.O49: En zet u wel eens de tv aan zonder dat u er naar kijkt?R49: Nee dat doe ik nooit, en ik heb hem eigenlijk overdag ook nooit aan, als ik last heb van mijn rug dan doe ik niks meer. Dan pak ik een stoel en dan ga ik lezen.O50: Lezen en doet u nog wel eens spelletjes?R50: Ja op de computer doe ik wel eens spelletjes.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 84: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

83

O51: Ja kunt u wat meer over die computer vertellen, hoe lang heeft u dat ding nou?R51: Ja ik had dat ding in de tijd van mijn man nog, want onze kinderen die zijn allemaal computer gericht. En toen zeiden ze pa, ma schaf toch zo'n ding aan. En toen hebben wij eerst een begincursus gedaan, de grondslag weet je wel. Dat was bij de bejaardenbond, toen konden we zo'n cursus volgen. Daar zijn we toen samen naartoe gegaan.O52: Wie is wij?R52: Oh mijn man en ik, daar hadden we niet zoveel mee gedaan toch wel een beetje. Want als er in drunen wat gebeurd of in elshout, evenementen en 50 jaar getrouwd. En nou ja kijk toen heb ik ook nog telebankieren geleerd en een mailtje versturen. Maar toen ik eenmaal met die knie zolang ben weggeweest, toen ben ik in oktober geopereerd. Boven het ziekenhuis in waalwijk, daar is voor knie en heupen een revalidatiecentrum. Dat is ook nog een etage in het ziekenhuis en daar ben ik naartoe gegaan, en daar kreeg ik twee keer per dag therapie. Je kon daar eten en slapen en alles. En daar ben ik toen naartoe gegaan en toen scheurde dat daar af, die knie maar ik heb toch niet zo'n hoge pet op van dat revalidatiecentrum. Ik heb heel lang benen en die wc's waren veels te laag, en als jij met een slechte knie die geopereerd is op die wc moet zitten, ik kwam haast niet omhoog. En zodoende was die knie weer afgescheurd. En de wastafel was veels te laag, en er stond maar een gemakkelijke stoel, ik dacht ik weet niet. O53: En die dingen waren allemaal veels te laag?R53: Ja alles was veels te laag, ik heb mij zo erg moeten inspannen om overeind te blijven, altijd moest ik iemand roepen om naar de wc te gaan. Ik dacht dat verzorgingscentrum is niet goed gericht voor mensen die eigenlijk makkelijk naar de wc kunnen.O54: Bedoelt u daarmee dat het laag is gemaakt omdat het dan makkelijker is om daarop te stappen voor mensen die moeilijk ter been zijn?R54: Ja ik wil een beetje hoger zitten, maar toen moest ik weer een nieuwe knie die moest geopereerd worden, toen kwam ik pas half januari thuis. Ik ben eind oktober geopereerd, twee operaties en twee keer gerevalideerd. Zo lang ben ik weg geweest, dat bedoel ik met die computer, ik was zo moe overal van, dat telebankieren ik was het helemaal vergeten. Ik zeg ik kan het allemaal niet meer hoor, dus nu doet onze zoon dat allemaal.O55: Oke u hebt dus die laptop aangeschaft, een cursus gevolgd, aantal dingen geleerd, toen was een tijdje uit de roulatie en toen wist u bepaalde dingen niet meer.R55: Ja ik had er helemaal geen zin meer in weet je wel, ik zag overal tegenop en mijn man was toen ook nog niet zo lang overleden. En toen had ik die nieuwe knie toen kon ik ook slechter lopen. O56: U zag toen overal tegenop?R56: Ja gewoon moe was ik van het revalideren en twee operaties in vijf weken tijd dat is ook niet niks.O57: Wat waren toen de dingen waarmee u zich nog wel kon vermaken of die u nog wel deed?R57: Ja niet zo veel, want de kinderen kwamen veel. Ik moest gewoon een beetje aansterken. Vooral lezen deed ik nog wel, en veel revalidatie hier beneden. O58: Dus ze kwamen vaak hier en even praten en buurten en veel lezen, en uw computer heeft u in die tijd veel gebruikt.R58: Ja niet veel voor in te spannen.O59: Wel veel voor spelletjes?R59: Ja dat had ik wel eens gedaan ja, maar niet. En nou ook met dat telebankieren dat is er uit gegroeid. Maar ik zit wel de rabobank eruit te halen even kijken wat de stand is en of ik nog geld heb. Ik houd het wel bij, maar onze zoon.O60: En wat voor spelletjes doet u graag op dat ding?R60: Allemaal iets met kaarten, patiance bijvoorbeeld.O61: Doet u dat graag met andere mensen?R61: Nee dat doe ik alleen te doen als ik niks te doen heb bijvoorbeeld.O62: Patiancen met andere mensen?R62: Kan dat dan? Dat kan toch niet, ik zit zelf maar een beetje te zoeken en bijvoorbeeld bij de supermarkt kijken wat er in de aanbieding is. Dat kijk ik dan en dan schrijf ik het op.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 85: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

84

O63: Oke om even alles op een rijtje te zetten, u bent nu 2.5 hier woonzaam, vier maanden nadat jullie hier zijn gaan wonen is uw man overleden. In je eentje wonen is eigenlijk makkelijker gegaan dan verwacht. Want u heeft nog veel vrienden en familie in de buurt die langskomen. U zou soms wel eens meer sociale contact willen hebben bijvoorbeeld tijdens het eten en om even te buurten. Maar het probleem is dat iedereen andere levens heeft waardoor je dat niet kan verwachten van andere mensen. En de dingen die hier in de buurt worden georganiseerd, dat doet u niet heel graag, omdat u zich daar een beetje te jong voor voelt.R63: Jij lacht me uit haha.O64: Nee, dat zijn uw woorden. In uw vrije tijd gaat u graag lezen of tv kijken of computerspelletjes spelen. Maar het liefst gaat u met uw rollator naar buiten op pad gaan.R64: Ja mijn scootmobiel dat is het makkelijkst he ik loop toch al niet zo gemakkelijk. En als ik dan op dat ding zit dan denk ik heerlijk.O65: Is dat dan altijd met anderen als u naar buiten gaat?R65: Nee dikwijls ga ik ook alleen naar buiten.O66: Heeft u dan wel eens angst dat er wat mis gaat?R66: Helemaal niet, mijn zus zegt ook dat kan niemand zo goed als jij dat rijden met die scootmobiel. Ik voel me er zo gerust op. Ik zeg ik blijf gerust een stukje van de weg, ik ga niet op dat randje rijden, ik blijf zo rijden en ik voel me zo rustig als ik weet niet wat.O67: Dat is vreemd eigenlijk want als u in de douche staat of rond aan het lopen bent in huis, dan bent u bang om te vallen. Maar als u op uw scootmobiel zit waar u niet uw alarm apparaat mee heeft dan heeft u eigenlijk helemaal geen angst.R67: Nee helemaal niks dan is er geen angst.O68: Waar zit hem dat nou in denkt u?R68: Is dat abnormaal?O69: Nee dat is niet abnormaal er is hier geen slecht of goed in.R69: Ja zo ben ik nou eenmaal.O70: Ik vind het interessant om te kijken dat u zich op zo'n ding zo vertrouwd voelt.R70: Ja ik voel me zo vertrouwd op dat ding.O71: Is het misschien dat het fijn is om buiten te zijn.R71: Ik denk dat ik het weet, eerst fietste ik en dan voel ik me altijd onzeker. Want als je fiets dan sta je met twee benen en als er dan iets aankomt dan moet je nog maar zien of je blijft staan. Maar op die scootmobiel dan laat je het gas los en dan gebeurt er helemaal niks. Ik kan dan ook niet vallen ofzo, dus ik denk dat daar het verschil in zit. Op een fiets voel ik me heel onrustig. Ook van ik kan niet goed genoeg van mijn fiets af, dan was ik heel onzeker. Ja echt waar want dat zij mijn man altijd, jij bent zo onzeker, ik zeg daar kan ik ook niks doen dat komt door mijn knieen. Hij was ook zo'n verschrikkelijk grote man dan stond hij meteen stil op de fiets maar ik kon dat niet en dan voelde ik me altijd heel onzeker. En op zo'n scootmobiel dan denk ik ja, het rijd.O72: Ja dan ben je minder afhankelijk van je benen.R72: Ja helemaal niet ik zit alleen op te letten op het sturen en richting aanwijzen, en dat ik dan buiten ben, dus zoeits.O73: Ik heb nog een vraag, u heeft uw computer een tijdje geleden aangeschaft, maar na het revalideren had ik iets minder zin om er dingen op te doen behalve spelletjes. Als u nieuw apparatuur aanschaft wat zijn dan vaak dingen waarvan u niet van houd? Wat vind u bijvoorbeeld vervelend aan een apparaat, u zij bijvoorbeeld dat u dingen snel weer was vergeten. Is het te moeilijk vaak?R73: Ja over het algemeen is het vaak te moeilijk voor mij.O74: En waarom vind u het dan vaak te moeilijk?R74: Ja onze kinderen hebben vaak, niet dat ik er spijt van heb. Maar ik haal er bij lange na niet uit wat je er mee kan. Daar is mijn interesse niet zo breed voor, ik wil alleen met mijn eigen spelletjes een beetje spelen.O75: Oke en nu een andere vraag, u zegt u heeft last van uw knie, zijn er nog meer dingen waarvan u regelmatig last heeft?

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 86: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

85

R75: Ja lichamelijk, ja mijn bloed hebben ze onderzocht en ze zijden je bent zo gezond als ik weet niet wat, als je knieen maar niet zo slecht waren. Want ergens heb ik tabletjes.O76: Heeft u veel medicijnen?R76: Ja vroeger heb ik een hele lichte vorm van epilepsie gehad, maar daar is in 30 jaar iets meer mee gebeurd. En toen zij de dokter, nou om dit helemaal af te schaffen, dus moet ik sochtends en savonds een pilletje nemen. En voor de bloeddruk slik ik ook pilletjes. Maar die drie, voor de rest heb ik helemaal niks.O77: Vergeet u die wel eens in te nemen?R77: Nee helemaal nooit, dat is een routine dat vergeet ik nooit, drie tabletjes per dag.O78: U zegt u bent harstikke gezond, het enige wat lastig is heeft met uw knieen te maken, douchen en trap lopen dat gaat niet meer. Zijn er wel eens dingen die op dat moment moeten gebeuren in huis die u niet meer kunt doen. Zo ja hoe gaat u daar dan mee om?R78: Ja daar heb ik nou een stokje voor aangeschaft, ik kan heel slecht, ik heb veels te veel druk op mijn knie, om iets op te rapen. Dat vind ik zo moeilijk, dat doet mijn zoon dan vaak wel. O79: Ja dus op zulke momenten kunt u uw zoon roepen, of komt er dan iemand uit de buurt?R79: Ja ik heb daar die grijper daar kan ik het mee oprapen, en als het echt iets is dan moet ik mijn kinderen inschakelen, maar dat heb ik eigenlijk nog nooit gehad.O80: Oke en om terug te komen op momenten dat u helemaal alleen bent, zijn er dan wel eens momenten dat u zich eenzaam voelt?R80: Echt eenzaam dat kan ik eigenlijk niet zeggen, dat kan best wel eens dat ik mij eenzaam voel. Maar niet dat ik daar dan over lig te zeuren. Dat is nou eenmaal zo, ik vind het wel gezellig als er iemand kom maar als er niemand komt dan pak ik mijn boek wel. Dan vermaak ik mezelf wel, daar moet ik niet teveel mee inzitten. Je kan wel gaan zeuren, maar mijn kinderen zeggen ook wel eens, moeder ik vind dat je het goed doet. Dat is voor de kinderen ook niet leuk dat je dan thuiskomt en dat je moeder ligt te brommen. O81: Heeft u wel eens behoefte gehad aan huisdieren of heeft u deze wel eens gehad?R81: Ja vroeger op de boerderij daar hadden we een hoop koeien en varkens, maar ook een hond. En daar had ik wel veel plezier van, maar ik zou nou niet meer een huisdier willen.O82: Waarom niet? Dat je hem dan moet uitlaten en verzorgen?R82: Ja, ja daarom, wij hebben zoveel beesten gehad thuis dat vond ik wel fijn. Paarden enzo.O83: Kat zou geen optie zijn?R83: Nee een kat vind ik niks dan heb ik liever een hond. Hier beneden hebben ze ook een hond en die man komt hier vaak langs met z'n hond. Mooi beestje, die hond daar trok ik zoveel mee op vroeger, dat vond ik zo gezellig. Maar dat was een koeien drijver. Dat was zijn instinct dat was eigenlijk een schapen drijver, die dreef ze allemaal mooi de stal in, die kwam dan wel eens binnen en die kwam wel eens met mij buurten. O84: Maar een hond zou u dus niet meer willen?R84: Ja ik heb eigenlijk zat aan mijn eigen verzorging, ik heb er al genoeg aan om naar de zaal te lopen, dat is ook al een heel eind. En dat doe ik ook wel eens een keer.O85: Oke en dit is misschien een wat moeilijkere vraag, maar mochten er in de toekomst robotjes ontwikkeld zijn.R85: Robotjes?O86: Ja die houd bijvoorbeeld bij wanneer u medicijnen in moet nemen, en daar zit een sensor in die maakt geluid wanneer er binnen komt. Zou u dat wat vinden waarom wel of niet?R86: Ik denk het niet, nee een robot dan heb ik liever een hond hoor. Ik hou wel van levendig spul maar niet van robots.O87: Waarom niet?R87: Nou omdat ik er nog nooit iets mee te maken heb gehad denk ik, ik weet het niet hoor.O88: Dus het is ook vooral omdat u er nog nooit wat mee te maken heeft gehad?R88: Dat denk ik ja.O89: En als u gaat kijken naar die computer daar had u ook nog nooit ervaring mee gehad. Toch heeft u daar gebruik van gemaakt. Hoe beviel dit achteraf gezien?

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 87: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

86

R89: Ja ik vind het eigenlijk toch wel gezellig dat ik het een beetje erbij kan houden, en als ik iets wil lezen bijvoorbeeld dan kan dat altijd. Maar zo'n robot dat weet ik niet hoor. O90: En wat vind u dan van de vorm van dit apparaat, wanneer het in elke vorm zou mogen kunnen, dat zou bijvoorbeeld een plant of een hond kunnen zijn. Welke vorm zou dat dan zijn.R90: Ja dan het liefsteen plant denk ik, dat ding daar is alweer bijna dood.O91: Een keer het water verversen?R91: Dat moet helemaal niet zeggen ze, dat was met moederdag dat ik hem kreeg.O92: Denkt u in de toekomst dat er nog dingen zullen zijn waarbij u meer ondersteuning nodig denkt te hebben?R92: Ja dat weet ik zo niet, misschien als ik straks niet meer goed uit mijn bed kan komen en kan aankleden. Nu kan ik twee keer in de week douchen dan, maar dan doe ik de rest al de andere dagen. En dan komt de zuster bijvoorbeeld een keer en dan ga ik een boterham eten, en dan doet zij mijn kousen aan. Want die heb ik nodig, heel strakke kousen dat heb ik nodig ter ondersteuning. Maar als ik bijvoorbeeld niet meer mijn bed uit kan, dat weet ik niet.O93: Als u hierover praat, wat is dan eigenlijk uw grootste angst voor de toekomst?R93: Dat kan ik eigenlijk nog niet over nadenken, ik vind het eigenlijk wel een rustig gevoel dat ik hier in een huis zit waarbij ik altijd iemand kan roepen. Tegenover waar we eerst zaten, dan kon je niet meteen iemand roepen.O94: Daar kwam 1 keer in de week de thuiszorg langs?R94: Ja twee keer in de week kwam die langs, maar voor mijn man kwamen ze toen ook al helpen voor het douchen en voor het aankleden.O95: Ja wellicht dat in de toekomst nog steeds die knie een probleem kan zijn.R95: Ja daar moet ik wel voor opletten en met drempels bijvoorbeeld daar moet ik voor opletten. Gister kwam mijn zoon en toen liep ik buiten en dan zo'n overstap dan moest ik even op die knie steunen, en dan moet ik echt met veel zorg doen. Want als je hij een beetje naar voren is, dan zak ik er doorheen. Dat is zo gevaarlijk he.O96: Ja die knie zal in de toekomst ook nog wel slechter worden. Denkt u daar wel eens over na?R96: Ja alles wat ik doe met lopen dan moet ik heel erg erop letten dat die knie blijft staan, net als met dat drempeltje of die bloemen water geven dan moet ik mezelf zo bij vasthouden. Met die rollator kan ik daar niet op met dat ding.O97: Oke stel dat u nou nog een keer valt, bent u bang voor wat er daarna gebeurt, want u kunt op die knop drukken en dan staat er iemand meteen voor de deur. Is het vooral angst voor de pijn?R97: Nou niet die pijn, het is meer dat ik dan minder zelf kan zou ik zeggen. Weetjewel.O98: Minder zelfstandig zijn?R98: Ja want dat kan gebeuren dat er iets gebeurt met die andere knie ofzo.O99: Hecht u veel waarde aan uw zelfstandigheid?R99: Ja daar hecht ik wel veel waarde aan, ik heb zoveel moeten doen in mijn leven en nu moet ik zoveel stappen terug nemen. Met al mijn kinderen in 7.5 jaar tijd en zes kinderen ik heb altijd zoveel te doen gehad. En dan wil je toch zelf iets kunnen doen en als je dan een stap terug moet doen dan vind ik dat wel erg.O100: Oke dus uw zelfstandigheid wilt u graag behouden, uw knie belemmert u daarbij. En zijn er dan nog meer dingen die uw zelfstandigheid dreigen te belemmeren? R100: Ja dat been he, daar draait alles om, ik zeg al ik ben niet ziek ik kan eten en drinken. Dus ik weet dat anders niet dat been he, dat been daar heb ik zoveel zorg over. Als het maar goed blijft gaan. En als ik ga lopen dan moet ik alles met zorg doen, dat ik voorzichtig lopen moet, ik ben denk ik veels te voorzichtig. O101: Maar dat komt dus door die knie? En u bent niet zo voorzichtig als u op die scootmobiel zit.R101: Als ik er op zit dan denk ik ik ben veilig, dan zit ik goed. Dus dat is eigenlijk ja met die knie he, das het grootste euvel. Met dat revalideren, dat heb ik dikwijls gedacht dat ze daar toch niet beter sanitair hadden daar. Ik was wel een van de grootste maar zo'n kleine wc dat

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 88: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

87

is voor niemand iets, en dan zulke kleine knieen. Dat kan je je eigen ook wel voorstellen dat dat makkelijk moet zijn. Die leuningen op die stoelen daar waren ook veel te laag.O102: Dus dingen die beter kunnen, zouden bijvoorbeeld hogere toiletten zijn.R102: Ja dat heb ik hier in huis ook, een toilet verhoger dat ik makkelijk naar de wc kan. Maar ik kan bij de kinderen eigenlijk haast niet naar de wc, daar hebben ze ook van die kleine dingen. O103: Hoe doet u dat dan?R103: Ja als ik bij de kinderen bent dan moeten ze mij hijsen, dan moet ik met één hand op de wc en de andere gaan hun armen onder.O104: Ik heb nu eigenlijk alle vragen gehad, zijn er nog vragen of opmerkingen die u zou willen geven in de trend van dit gesprek, bijvoorbeeld dingen waar u nog meer behoefte aan heeft op het moment?R104: Nee.O105: Dan wil ik het hierbij laten, hartstikke bedankt.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 89: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

88

Transcriptie interview 9

O= OnderzoekerR= Respondent

O1: Goedemiddag ik ben peter stuijt ik ben een student toegepaste psychologie, ik zit in mijn vierde jaar en ik doe onderzoek naar de behoeftes van ouderen. En hoe wij deze behoeftes kunnen vertalen naar een sociale robot. Een sociale robot is een apparaat die u ergens in de kamer kan neerzetten en die u het leven gemakkelijker kan maken en zorg uit handen neemt van thuiszorginstanties. Dit is in opdracht van Fontys Hogescholen en WittyWorX. Dit gesprek duurt maximaal een uur maar duurt regelmatig rond de 30 minuten. Er zijn geen goede of slechte antwoorden alle informatie is goed. En mocht ik iets vergeten of u wil iets niet beantwoorden, dan kunt u dat gewoon aangeven. Allereerst hoelang woont u nu hier?R1: Vier jaar, bijna vier jaar.O2: Hiervoor woonde u ergens anders. Woonde u toen nog met uw vrouw?R2: Ja mijn vrouw is vorig jaar gestorven. Die is nu net een jaar dood.O3: Hoe heeft u dit ervaren? Of vier jaar geleden bent u hier naartoe verhuist, wat was de reden om hier naartoe te verhuizen?R3: Ja omdat we hulp nodig hadden, voor mijn vrouw.O4: Want hiervoor woonde u zelfstandig in een huis?R4: Ja zelfstandig en met hulp van het huis hier he. Een hulp die kwamen helpen douchen en aankleden en steunkousen aandoen. En met mijn schouder kan ik mij eigen niet goed aankleden.O5: Oke en u zegt u bent vier jaar geleden hiernaartoe verhuisd, in de tussen tijd heeft u hier gewoond met uw vrouw die een jaar geleden is overleden. Gecondoleerd daarvoor. Hoe ervaart u het nu om alleen te wonen?R5: Slecht. O6: Slecht, vertel.R6: Ja we waren 62 jaar getrouwd en hoe ouder je wordt hoe meer dat je bij elkaar bent dag en nacht. En mijn vrouw was de laatste jaren ziek, tenminste gehandicapt en dus die moest ik de hele dag helpen de laatste vier, vijf jaar. Dus dan heb je zo'n band samen en als dat dan wegvalt. Dan is dat heel zwaar.O7: Wat is het zwaarste daar aan?R7: Dat gemis he, dat alleen zijn. Dat is heel moeilijk.O8: Ja dat kan ik me voorstellen, u zegt dat valt dan weg. Dan valt er in één keer ook een heel groot gat.R8: Heel de dag was ik daarmee bezig, en dan valt dat ineens weg en dan val je in een gat zeggen ze wel eens he.O9: Ze zeggen je valt in een gat inderdaad, hoe moet ik me dat voorstellen? Is het dan dat je in één keer niet meer weet wat je moet doen?R9: Dat heb ik gelukkig nog wel, ik weet wel wat ik moet doen en laten. Dat wel, ik ben niet dement of. Dat gelukkig niet, maar kijk nou sta je smorgens op dan gaat het al aan het ontbijt. En de aanspraak, nu zit je daar alleen en er is niemand die iets zegt hoor. En dat is zo heel de dag hoor, ik ga weg ik kom thuis.O10: Zijn er mensen hier in de buurt die u nog regelmatig ziet?R10: Ja ik ga hier eten want ik kook zelf niet meer.O11: Is dat wekelijks of dagelijks dat u gaat eten?R11: Dagelijks, en dan zit je anderhalf uur daar, er is hier wel het een en ander te doen hoor. Kijk het is hier, vrouwen hebben de overhand. Als ik hier savonds aan tafel zit, en dan zitten meestal vaste mensen samen. Als er dan twee mannen aan de tafel zitten dan is dat veel. Ik zit er wel eens alleen tussen. Allemaal vrouwen.O12: Mannen gaan eerder dood. En kan je met die vrouwen praten?R12: Ja meestal eten we alleen maar, en dan zit het helemaal vol hier. Maar dan zitten er ook dementen tussen. Ik ben daar smiddags ook wel eens geweest een maar dan zit ik anderhalf uur naar het plafond te kijken dan kan ik met niemand communiceren he. Die

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 90: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

89

mensen die weten het niet meer he, die mensen hebben met mij ook niks. Savonds zitten er nog wel mensen die meer met hun hoofd erbij zijn. Maar dat zijn mensen die last hebben van hun heup of hun benen en die dan aan tafel zitten die zijn allemaal nog goed.O13: Dus u zegt uw vrouw is overleden vorig jaar en in de tussentijd voelt u zicht heel erg alleen want u staat op en er is niemand om tegen te praten. Ik neem aan dat er mensen van de thuiszorg langskomen.R13: Ja als die klaar zijn en die zijn weg dan zit ik weer alleen en dan zie je niemand meer tot de avond. Want ik heb vrijdag hulp.O14: Want u heeft alleen hulp nodig voor uw benen?R14: Ik heb steunkousen aan en die kan ik niet aantrekken. Dus die doen ze smorgens aan en de laatste tijd heb ik iets aan mijn schouder ik heb vier of vijf zes weken bij de fysiotherapeut gelopen. Maar dat schiet tegenwoordig niet meer op, dat duurt twee keer zo lang. Bij normale mensen, mensen van middelbare leeftijd dan lukt dat sneller.O15: U zegt net u zit alleen en u gaat vaak naar beneden toe om te eten smiddags en savonds.R15: En als het klaar is, ik heb nog een auto daar staan want ik mag nog avond rijden. Dus ik ga smiddags met de auto naar mijn zwager die zit ook alleen of ik ga naar een oud collega, die zit in het kijzerspark. En iemand hiervoor in de flat die heeft een herseninfarct gehad, dan maken we een ritje ergens naar toe, koffie drinken.O16: Dus u ziet nog regelmatig mensen doordeweeks?R16: Jawel, want ik ga smorgens een eindje lopen, vanmorgen ook een rondje gedaan.O17: Loopt u elke dag?R17: Ja ik loopt elke dag, dan ga ik naar het dorp ofzo. Ik moet iedere dag lopen anders ga ik van de been. Eerst liep ik alleen met de stok, maar naar de stok komt een rollator en na de rollator komt de rolstoel of de scootmobiel en daarna komt dat weetje wel. Dat is de volgorde.O18: U kunt er in ieder geval om lachen.R18: Ja het is zo.O19: Hoe ziet eigenlijk uw gemiddelde week er uit?R19: U gaat hier elke dag eten, sochtends eet ik hier een boterhammetje en savonds ga ik daar eten. O20: Vaak gaat u daar ook nog kaarten?R20: Nee kaarten doe ik bij mijn familie en mijn dochter en bij mijn nichtjes ofzo. Maar hier kom je niet makkelijk tussen.O21: Waarom niet?R21: Ja die hebben allemaal groepjes weet je wel en die klagen weet je wel, daar kom je niet zo makkelijk tussen.O22: Heeft u het wel eens geprobeerd?R22: Nee ik heb dat persoonlijk nog niet geprobeerd, ik hoor dat.O23: U hoort dat, dan zou je het eigenlijk nog niet kunnen weten.R23: Maar dat komt wel als ik geen auto meer mag rijden, nou ga ik smiddags altijd weg.O24: Dus u zou daar wel naartoe kunnen gaan, maar u gaat liever buitenshuis naar mensen die u al kent. Oke, dus in uw gemiddelde week rijd u elke dag wel even ergens naartoe of gaat u de deur uit. Wat doet u dan het liefst?R24: Gaan buurten bij mijn zwager en bij de andere hebben we het over voetbal of ik rijd ergens naartoe of kaatsheuvel naar het winkelcentrum en dan gaan we daar een beetje rondlopen. O25: Is dat dan in uw eentje?R25: Nee ik heb mijn zwager bij me of mijn oud collega bij me. Alleen dan zit ik net zo lief op de bank.O26: En wat doet u op momenten als er geen mensen zijn?R26: Lezen en televisie doe ik overdag niet veel, alleen savonds maar ik heb een dikke krant die ik lees. En dan heb ik nog wel het één en het ander, weekblad ofzo.O27: Ik hoor ook de radio aanstaan hier, gaat die vanaf sochtends aan?

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 91: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

90

R27: Smorgens gaat de televisie aan met het nieuws die gaat 9 uur uit en dan gaat de radio aan. Die staat dan de hele dag aan.O28: Was dat ook al toen uw vrouw nog leefde?R28: Ja.O29: Het sociale contact doordeweeks is voornamelijk met uw zwager en oud collega, soms met mensen hier uit de buurt maar dat is moeilijk om tussen te komen. Ziet u uw kinderen vaak nog?R29: Ja ik heb één dochter nog, mijn zoon is gestorven toen hij 37 was maar mijn dochter heb ik gelukkig nog en die komt iedere dag.O30: Die woont hier in de buurt?R30: Die woont hier in de buurt ja, die was hier vanochtend nog.O31: Helpt die dan vaak met dingen?R31: Ja die is mantelzorger alle dingen die regelt dat wel, boodschappen die gedaan moeten worden.O32: Boodschappen doet u dan samen met haar?R32: Nee ik ga soms wel eens dingen halen die ik graag heb en mijn dochter of mijn schoonzoon die brengt dan het noodzakelijke. Voor de boterham he maar meer heb ik niet nodig.O33: Oke in uw vrije tijd doet u graag televisie kijken, overdag niet meer maar savonds meer. Lezen doet u graag en overdag rondrijden en rondjes lopen. R33: Die laatste week ga ik niet zoveel meer weg omdat ik veel last heb van mijn schouder.O34: Wat is er met uw schouder aan de hand?R34: Ja een ontsteking ofzo iets met die zenuwen weet ik veel, dat is al een week of vijf zes.O35: En naast uw schouder heeft u ook last van uw been?R35: Na mijn hartoperatie heb ik die steunkousen gekregen dat is al 20 jaar.O36: Ik kan me voorstellen dat je dan elke dag over de vloer krijgt die u eigenlijk niet goed kent, die uw steunkousen aan doet, die helpt dan ook bij het douchen?R36: Ja dat is dezelfde die die steunkousen aan doet.O37: Is dat een aardig persoon?R37: Dat is bijna iedere dag een andere.O38: En hoe ervaart u dat om uwzelf constant open te stellen aan een nieuw persoon?R38: Op het begin niet prettig maar er zijn niet veel anderen je krijgt op d'n duur wel dezelfde. Het is niet zo dat er 365 dagen, 365 verschillenden zijn. Maar het veranderd wel, dat zijn dan jongere dames en dat vind je in het begin helemaal niet prettig want je staat daar in je nakie.O39: Daar wen je op een gegeven moment aan?R39: Ja daar wen je aan maar dat duurt wel lang. Als je dan weer iemand ziet die je nog niet hebt gehad dan denk je ja.O40: Ik kan me voorstellen dat er soms dingen in huis moeten gebeuren, hiervoor heb je de thuiszorg die iedere week komt schoonmaken.R40: Ja die komt iedere week.O41: Zijn er nog wel eens dingen in huis die moeten gebeuren die u zelf niet meer kan?R41: Stofzuigen ja.O42: Ja dat doet de thuiszorg dan, zijn er nog andere dingen die u niet kunt?R42: Ja strijken ja, maar daar heb ik een kennis voor die dat doet. Daar heb ik wel geluk meegehad.O43: Heeft u wel eens behoefte aan meer sociale contacten om u heen?R43: Ja voor de gezelligheid.O44: Voor de gezelligheid, u heeft uw dochter uw zwager en uw broer. Daar zitten mensen te kaarten toch zegt u daar kom ik niet zo makkelijk tussen.R44: Dat ga je niet opschrijven he?O45: Nee dat ga ik niet opschrijven.R45: Dat zijn een beetje vaste groepjes weetjewel en daar kom je niet makkelijk tussen zeggen ze. Dan voel je je een beetje buitengesloten worden. O46: Voelt u dan een bepaalde ongemakkelijkheid ofzo?

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 92: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

91

R46: Dat vertel ik niet graag. Dat denk ik he.O47: Dat is verder helemaal niet erg he, en als u daar geen antwoord op wilt geven dan mag u dat gewoon zeggen.R47: Ik vertel nou iets dat ik niet graag heb dat ze dat weten.O48: Dat krijgen ze ook niet te weten.R48: Die vrouwen, daar zitten toevallig twee echtparen. Maar hier boven daar zitten alleen maar vrouwen. Maar je voelt de terughoudendheid. Het lijkt net alsof ze bang zijn dat ik dan een huwelijksaanzoek doe ofzo. De terughoudendheid, als ze dan met mij staan te praten en er komt een ander langs dan houd het gesprek ineens op, want die mogen dan niet zien dan ik met hun sta te praten. Die indruk heb ik weetjewel. Zo eng doen ze he, die heb je hier bij hoor. Ik heb er ook twee gehad waar ik wel op de koffie kan. Dan heb ik dat vertrouwen gewonnen en dan doe ik dat ook wel he. Dat is hier boven en eentje die zit hier verder op. Dat zijn twee weduwe vrouwen daar kan koffie pakken.O49: En die doen er dan ook niet moeilijk over?R49: Nee die doen niet moeilijk, maar dat was een paar weken geleden, ze zegt je bent toch niet bang dat ze zo over u gaan praten. Ik zeg hoezo? Als jij met mij koffie gaat praten zegt ze. Ik zeg dat mogen ze gerust, ik zeg ik weet wat ik doe en dat weet jij ook. Dat interesseert mij niks daar blijf ik niet voor terug hoor, dat mogen ze gerust zijn. Ik zat eerst bij een aan tafel en toen moest ze naar de tandarts. Ik zij mevrouw ik heb een auto en ik rijd voor iedereen. Nou dat had ze één keer gedaan maar de tweede keer al niet meer.O50: En waarom denk je dat dat zo gaat?R50: Ik denk, maar dat moet er niet in komen ofzo, vorige week was dat. Er zit hier altijd een vaste kern weet je wel, zijn er vijf zes zeven. Ik blijf altijd zitten tot het laatste van de tafel he. En die vrouw bleef alleen over toen die anderen allemaal weg waren. En dan haastte zich ook in één keer weg, alsof die anderen niet mogen zien dat we samen nog zitten te praten.O51: Ik vind dat heel raar, want iedereen heeft behoefte aan sociaal contact, vooral mensen die weduwe zijn of die alleen zijn. Maar op een één of andere manier bestaat er een angst om elkaar te leren kennen, omdat anderen dan mogelijk dingen zouden gaan denken.R51: Ik denk dat dat van die vrouwtjes zijn die allemaal roddellen.O52: En daar zit dan de angst voor?R52: Ja daar zit dan de angst voor weetjewel, dat ze dat van haar ook zouden zeggen. Maar die ene is daar niet bang voor, ze zij oh nee dat mogen ze over mij zeggen. We gaan wel eens naar heusden en dan horen ze dat. Maar als ik dan zeg je kan mee rijden, dat doen ze niet hoor. Er zijn er een paar hier die graag praten.O53: U zegt aan de ene kant zou u meer sociaal contact willen en meer gezelligheid. R53: Ja, ik word hier ook een beetje terughoudend van.O54: Leg uit?R54: Ja dan denk ik dan ga ik ook maar niet, als ze zo terughoudend zijn.O55: Dus het is eigenlijk een wisselwerking, u zou het wel graag willen maar er bestaat zo'n terughoudendheid waardoor heel het gebeuren niet lukt.R55: Ja er zijn overal aparte, die praten over die is wat meer en wat minder.O56: En ontstaan er nog wel eens relaties hier?R56: Ik weet niet hoor.O57: U bent ook gewoon puur op zoek naar contact, geen andere vrouwen?R57: Nee dat moet ik niet hebben. En al gaan ze met een vrouw en een man om dat geeft toch niks. Als zij dat zo graag willen, wat maakt dat dan uit?O58: Dat maakt ook niet uit.R58: Ik heb daar geen behoefte aan maar wat geeft dat nou, dat geeft toch niks. Laat ze toch plezier maken, bij elkaar in het nest kruipen dat gaat toch niet. Als ze liefde hebben dan hebben ze toch plezier.O59: Zou u het leuker vinden als mensen wat opener kunnen zijn naar elkaar toe?R59: Ja een beetje vlotter en een beetje opener.O60: Hoe denkt u dat zoiets het beste bereikt kan worden?R60: Die mensen hebben ook iemand verloren dat snap ik wel. Maar dan hoef je zo nog niet te doen weetjewel.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 93: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

92

O61: Wat zijn de dingen die nu al worden ondernomen waardoor het contact gemakkelijker gaat?R61: Ja als die vrouwen hun mannen kwijt zijn, dat ze dan denken ik hoef geen man meer. Niet eens meer als vriendschap weetjewel. Ik heb zo'n idee dat de meeste vrouwen mannen dan helemaal afschrijven, geen contact meer alleen als ze niet anders kunnen maar anders laat maar zitten.O62: Wat vindt u eigenlijk het belangrijkste aan sociale contacten?R62: Ja kaarten en hier en daar heen gaan en een rondje lopen weetjewel. Gewoon even dat contact maar het contact blijft beperkt tot hier op de gang en als er dan een bekende langskomt dan wordt dat gauw afgekapt.O63: Ja dus behalve op het moment als u vertrouwd ben met een persoon en je kan naar binnen gaan dan pas kan je een normaal gesprek voeren?R63: Ja.O64: Oke we hebben het hele tijd over sociale contacten gehad, daarnaast deed u in uw vrije tijd van lezen en van voetbal.R64: Jij houd ook van voetbal?O65: Ja ik houd daar van ja. Ja volgende week champions league finale he.R65: Waarvan? O66: Champions league. Oke naast die dingen, voetballen, lezen zijn er dan nog andere dingen die u graag doet?R66: Ja vroeger vissen maar dat doe ik allang niet meer. Rikken, kaarten ik heb gebridged maar dat heb ik niet meer opgepakt. Dat is best moeilijk he, voor mensen van mijn leeftijd. Bridgen doet ik niet meer, rikken nog wel. Dan kan je nog joullen en biljarten dat heb ik vroeger nog gedaan.O67: Waarom zou u dat niet meer doen?R67: Door die groepjes he.O68: Daar wordt je dan niet geaccepteerd?R68: Nee, die mensen spelen op zijn tijd en dan zit daar zo'n krikkemik tussen, dat gaat niet.O69: Oke u heeft meer behoefte aan sociaal contact, u gaat soms met uw zwager en collega er uit. Hoe lost u dat dan op?R69: Ja ik ga dus één keer in de twee weken met mijn nichtjes kaarten, dan met die en dan weer hier.O70: Dus dat is dan voornamelijk met mensen die u kent?R70: Ja, dan heb ik het gevoel dat ik ook meer geaccepteerd wordt. Maar net als ik zeg, als ik geen auto meer mag rijden ofzo, dan zou ik toch meer proberen om daar tussen te komen. Dan moet ik wel met een ander groepje.O71: Ja dus op het moment dat auto rijden wegvalt dan zou u zich wel gaan mengen, als de nood echt aan de man is?R71: Ja, ja dat scheelt natuurlijk wel he. Omdat ik toch een bezigheid heb he. En als ik geen bezigheid meer heb dan ja.O72: Rijd u nog goed met uw auto op het moment?R72: Nou ik ben 88 nog twee jaar en dan moet het rijbewijs vernieuwd worden, alhoewel mijn ogen nog goed zijn. Ik kan nog lezen zonder bril. Kijk ik rijd iedere dag auto en ook op de grote weg, snelheid rijden. En dan rijd ik naar oosterwijk, naar tilburg dus ik blijf wel in de running he.O73: Wat ervaart u eigenlijk als vervelend van ouder worden, of waar u het meeste last van heeft?R73: Dat je gebreken hebt, ik heb hier een oud collega een oud inwoner, die komt ook van elshout. Daar ben ik laatst mee in drunen geweest en die is 10 jaar ouder als ik. Die wordt dadelijke 99 en die fietste laatst een bult op en die fietste iedere dag. Maar als je zo oud wordt dan is het mooi, maar iedere dag heb je last van je handicap he. En iedere dag wordt je er mee geconfronteerd. Je kan beter omdraaien. Ik zeg nog wel eens hier zitten er allemaal die over de datum zijn en heel veel mensen die boven de 90 zijn. De helft hiervan zegt, ik wil vanavond worden ingeslapen.O74: Die willen dat zelf?

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 94: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

93

R74: Ja dat hoor je dat wel eens links en rechts en daar praten we op de tafel ook wel over. Als je iedere dag pijn hebt, als je heel de dag in een rolstoel zit wat is er dan nog he.O75: Ik kan me dat voorstellen, maar ik kan aan de andere kant voorstellen dat als je zo gaat denken, dat je op wilt houden met je leven. Dat het dan ook heel snel gaat, als je er geen zin meer in hebt. Zijn er dan niet nog dingen die het leven heel leuk maken?R75: Welke leuke dingen zijn dat nou, nou mijn dochter en schoondochter die hebben voor mij een vakantie geregeld, ik zeg dat doe ik niet. Dat is een veels te zware belasting, ik kan niet goed lopen. En toen zei mijn klein dochter, opa als ik nou mee ga. Dan zij ik van dat zal ik dan nog wel eens overwegen. Op vakantie naar berlijn voor vijf dagen. O76: Terwijl je het eigenlijk heel leuk vindt?R76: Toen zei ik het zal niet mee vallen.O77: Wat me heel erg opvalt is dat ouderen zeggen, ze beginnen last te krijgen van dingen en alles wordt moeilijker en ze raken hun zelfstandigheid kwijt want je wilt dingen in eigen handen blijven houden. Maar wat dan het probleem vaak is, is dat ze anderen niet tot last willen zijn. Zoals ik u nu hoor eigenlijk wilt je heel graag naar duitsland en de deur uit gaan maar je wil niet anderen tot last zijn. Wat zijn dan de dingen die u het makkelijker zouden maken om nog zelf dingen te blijven doen. Want het onderzoek is dus gericht op het gemakkelijker maken van uw leven, dus wat zijn nou de dingen die u het leven moeilijker maakt?R77: Ja me eigen aankleden en zelf douchen, maar dat is moeilijk te vervangen. En boterham klaarmaken dat kan ik nog, dat kan niet meer iedereen, daar kunnen jullie misschien iets op vinden. Maar een robot die mij aankleed dat zal moeilijk worden.O78: Ja wat ik wel merk is dat uw radio aanstaat, er leeft iets in huis. Dat kan al heel veel schelen he.R78: Ja nu staat hij nog zacht als ik wakker wordt zet ik de radio aan.O79: Mist u het nog wel eens om voor iemand te kunnen zorgen?R79: Ja op het begin jaren geleden wel ja.O80: Want u zegt u mist uw vrouw dat valt dan in één keer weg.R80: Ja want je bent de hele tijd voor iemand aan het zorgen en dat ben je dan zo gewend en dat valt dan weg, dan heb je toch eigenlijk geen doel meer. Dat is het ook he, dat je dan geen doel meer hebt, dat is weg.O81: Ja je bent zo gewend om voor iemand te zorgen en dan kan ik me voorstellen dat dat een doel geeft. En dat valt dan weg en dan is het zo van wat nu, dan moet je jezelf maar gaan vermaken. Wat zijn de dingen waar uit u het meest plezier haalt op het moment?R81: Televisie kijken, sport, voetballen of wielrennen en tennis kijken. Morgen is er muziek weet je wel klassieke muziek.O82: Zet u vaak zelf ook cd'tjes op?R82: Ja die heb ik wel ja, klassieke muziek.O83: Wat u belangrijk vond aan sociale contacten zoals net begrepen is het iemand om tegen te praten iemand om voor te zorgen. R83: Ja heel veel mensen zeggen ik wou dat ik ook dood was omdat het leven geen doel meer heeft. En dat zeg ik, wat voor doel heeft dat leven nou, niks. Alleen proberen uzelf het aangenaam te maken. Dat leven heeft toch geen doel meer.O84: Gelukkig zijn.R84: Ja..O85: Dat is niet echt een doel, maar als je zo gaat kijken wat ons leven uberhaupt voor zin heeft. We worden geboren we leven en we gaan dood. Wat betekent het nou. Als je dan gaat kijken, we worden geboren en we gaan dood, dus laten we die tijd er tussen dan maar zo leuk mogelijk maken, en dat is dan eigenlijk het doel. Want meer hebben we niet, we weten niet wat het voor zin heeft, denk ik.R85: Heb jij een relatie?O86: Ja beginnende relatie.R86: Je leeft toch ergens naartoe als je jong bent, je probeert nou te slagen. Wat probeer je te halen?O87: Mijn hbo diploma.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 95: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

94

R87: Dan leef je daar naartoe, en dan een vriendin en dan samenwonen, kinderen je moet een bepaald doel hebben in jouw leven. O88: En u heeft nu het idee dat er geen doel meer is?R88: Ja ik weet niet, ik heb geen doel meer om te leven, ja nou op vakantie.O89: Maar moet het leven per se een doel hebben?R89: Ik denk het wel, anders heeft het leven toch geen zin als je geen doel hebt. Jij gaat toch ook studeren voor een bepaald iets.O90: Laten we er van uit gaan dat we niet weten wat we op deze aarde doen, en in de tussentijd hebben we wel een doel binnen deze maatschappij. Maar wat maakt het de wereld uit dat wij leven. Die wereld maakt het niet dat wij leven, wij zijn slechts een vlieg op de aardbol. Wat is ons doel dan, dan hebben we de hele tijd gewerkt en gestudeerd. Heeft het dan een doel, ik denk dat je een doel in je eigen hoofd moet creeren, je moet voldoening halen en voldoening haal je uit doelen behalen. Ik weet het niet, dus accepteer ik maar dat ik leef en dat ik het liefst zoveel mogelijk wil leven en wil voelen dat ik een mensen ben. Dat is hetgene waar het meeste waarheid in zit voor mij. Dus ja stel je bent oud dan zijn er wellicht nog steeds dingen waarvan je het gevoel kan krijgen dat je leeft en dat je een mens bent. En dat zou dan een doel kunnen zijn.R90: Als je jong bent, dan leef je toch ergens naartoe. En ik leef nu meer ergens naartoe, waar moet ik naartoe leven? Ik heb geen doel meer, ik hoef voor niemand meer te zorgen. Ja ik kan voor een vreemde gaan zorgen, maar ik heb nog gewoon mijn eigen.O91: Oke u heeft last van u schouder en benen, u gaat regelmatig de deur uit en u kunt nog zelf rijden. Boodschappen doen gaat niet goed meer, dat doet u dochter vaak voor u. Waar denkt u in de toekomst nog ondersteuning bij nodig te hebben?R91: Als ik nog ouder wordt en als ik nog blijf leven, ik heb zo'n idee dat ik geen hulp meer nodig heb.O92: Heeft u eigenlijk een computer?R92: Ja.O93: Waar gebruikt u die voornamelijk voor?R93: Flauwekul, om te kijken hoe duur de huizen zijn. En om de voetbal uitslagen te zien. O94: Vindt u de computer gemakkelijk in gebruik?R94: Ik was hier de eerste die een computer had, want ik had dat vroeger nodig voor de administratie van mijn bedrijf. Daar waren de klanten wel blij mee want die kregen ieder kwartaal een overzicht dat ze nog geld hadden. En dan draaide ik dat uit he. Dus ik heb altijd een computer gebruikt. En ik moest mijn eigen administratie doen. O95: En als u zo nadenkt over nieuwe technologieën zou u daarvan veel willen gebruiken? Of speelt u wel eens spelletjes op die computer?R95: Ja dat doe ik wel eens ja, bridgen soms.O96: Heeft u eigenlijk een huisdier?R96: Ja een vis.O97: Geen honden of katten?R97: Nee geen behoefte aan, vroeger wel maar nu al jaren niet meer. Want dat wordt lastig met mijn fysieke gesteldheid.O98: Oke dan heb ik denk ik genoeg informatie, hartstikke bedankt voor dit inteview.

Samevatting interviews Interview 1Mevrouw geeft aan een half jaar op zichzelf te wonen. Het alleen wonen gaat haar goed af, ze zegt echter s'avonds moeite te hebben alleen te wonen. Ze denkt vooral bang te zijn voor mensen die in één keer binnen komen wanneer iedereen weg is. Omdat ze zoveel hoort van mensen uit de buurt dat er wordt ingebroken. Een gemiddelde week van haar bestaat uit: naar de gym gaan, kletsen met een vriendin en andere bezigheden die kunnen verschillen. Gym is voor haar een manier om contact te zoeken en ze drinkt hierbij ook altijd een bakje koffie. Daarnaast kookt zij nog voor zichzelf wat ook veel tijd kost en eet altijd alleen. Kaarten

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 96: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

95

houd zij ook van en doet ze regelmatig met vriendinnen. Ze is aangesloten bij de KBO en daar doet zij regelmatig dingen mee. Ze zegt dat ze alles nog kan, ze gaat zelf naar de supermarkt op de fiets en heeft zelfden iemand nodig om haar te helpen. Haar familie woont in de buurt en helpt haar soms met de administratie. Ook heeft ze een tuin die ze niet meer onderhoud. Ze zegt soms wel eens behoefte te hebben aan sociaal contact, maar daarna zegt zij meteen dat ze eigenlijk altijd wel mensen om zich heen heeft en het heel druk te hebben voor meer contacten. Ze maakt nog geen gebruik van de thuiszorg omdat ze veel mensen in de buurt heeft. Ze heeft geen behoefte aan technologie en social companions daarnaast zegt ze ook niet handig te zijn daarin. Ze geeft ook aan het niet te weten wanneer er ingebroken wordt bij haard. Ze hoeft geen alarm omdat het teveel gedoe is. Haar buurvrouw heeft echter een alarmknop die ze om haar nek had, ze is echter overleden. Ze vertelt als laatst vooral last te hebben van hangjongeren uit de buurt. Die savonds rond haar huis heen hangen.

Interview 4Zij woont nu net een jaar alleen en is een half jaar geleden verhuisd met haar man naar Zandley omdat ze een dagje ouder werd en het huishouden niet meer kon bijhouden. Ze zegt moeite te hebben met lopen en daardoor iemand van de thuiszorg te hebben één keer in de veertien dagen. Die doet voor haar schoonmaken, boodschappen en zware klussen. Ze zegt doordeweeks voornamelijk met mensen koffie te drinken en te buurten. Savonds gaat zij vaak eten met andere mensen uit het complex. Maar ze kookt ook regelmatig alleen. Ze had vroeger altijd geborduurd, aan handwerken gedaan maar doet dit nu niet meer. Ze zegt behoefte te hebben aan meer sociaal contact maar weet niet wat. Ze zegt zelf in haar eentje te puzzelen en boeken te lezen. Ze zegt dat het hier moeilijk gaat om contact te maken, omdat zij uit vlijmen komt en de anderen hier uit drunen. Er wordt hier wel gekaart maar daar geeft ze niet veel omdat veel mensen slecht zien. Ze had vroeger wel altijd veel gekaart met anderen maar ze heeft er geen behoefte meer aan zij ze. Ze zegt het te missen om af en toe haar verhaal kwijt te kunnen, dat ze dan thuis komt en dat er niemand is die vraagt hoe het met haar is. Ze gaat soms naar muziekavonden in de buurt. Wel geeft ze aan altijd mensen te kunnen bellen wanneer er wat is. Ze heeft geen computer en geeft aan dat dat ook helemaal niet zou gaan bij haar. Ze zegt spelletjes wel leuk te vinden maar het toch graag met anderen te doen. Ze durft niet op een scootmobiel te rijden omdat ze bang was om iets aan te rijden. Ze zegt het meeste te missen dat ze geen aanspraak meer heeft en in een leeg huis aankomt. Ze zegt uiteindelijk niet naar beneden te willen omdat het onbekenden zijn en ze uit drunen komen. Alleen ze zegt dat ze er maar mee moet leren leven.

Interview 5Ze woont nu twee jaar op zichzelf haar man is twee jaar geleden overleden. Ze zegt veel steun aan haar buren te hebben. En ze geeft ook aan zelfstandig te zijn. Haar man was dit niet waardoor ze blij is dat haar man eerder is gestorven. Ze zegt last te hebben gehad van haar knie wat een half jaar duurde. De thuiszorg komt bij haar langs en helpt haar bij het aantrekken van dr kousen en bij het schoonhouden van het huis ze is hier afhankelijk van om op te staan. Dit ervaart ze niet als een probleem want ze kan toch gewoon lekker in bed blijven liggen. Ze zegt hier echter wel moeite mee te hebben en het liefst zelf schoon te maken. Ze slikt pillen en maakt deze zelf klaar. Ze zegt zich nooit te vervelen regelmatig naar benden te gaan naar de muziek avonden. Ook geeft ze aan veel sociale contacten te hebben. Deze contacten komen vaak bij haar thuis en ze geeft aan dat beter is dan beneden zitten waar er dingen worden georganiseerd. Nieuwe contacten maken met de mensen beneden gaat moeilijk maar ze heeft hier geen moeite mee. Er zitten hier veel dementerenden waarmee het moeilijk is contact te leggen. Als ze alleen is zit ze graag te naaien met anderen gaat ze graag rummicuppen. Ze zegt altijd blij te zijn. Toen haar man overleed had zij gemixte gevoelens. Er viel een last van haar schouders af omdat ze altijd veel voor dr man moest zorgen. Ze zegt problemen maak je zelf. Wanneer het echt mis gaat heeft ze een knopje om haar nek hangen waar ze op kan drukken. Ze had vroeger een hond maar heeft er nu geen behoefte meer aan.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.

Page 97: Scriptie sociale robots voor zelfstandig wonende ouderen

96

Interview 10Mevrouw woont 18 jaar al alleen en is verhuisd omdat haar vorige huis te weinig ramen had. Dit belemmerde haar om aan haar handwerken te werken. Haar dochter woont nog in de buurt en ze had negen kinderen waarvan er één dood is. Die helpen haar ook bij het doen van de boodschappen. Ze viel in een gat wanneer haar man overleed en de laatste dochter weg was. Handwerken hielp haar door deze moeilijke tijd te komen, omdat ze constant haar gedachten erbij moest houden. Ze heeft een cursus gedaan in bridgen en geeft aan altijd bezig te zijn geweest. Tegenwoordig doet ze koffie schenken voor de mensen hier in de buurt. Nu heeft zij een clubje opgericht met andere mensen en drinken zij samen koffie. Ze zegt dat mensen zich niet eenzaam hoeven te voelen. Ze vindt het niet moeilijk nieuwe mensen te leren kennen en hoopt dat meerderen dit ook willen. Anderen willen dat echter niet. Ze gaat andere dagen kaarten en bingo'en met anderen. Ze zit ook in de organisatie van deze clubjes. Daarnaast zegt ze in een zangkoor te zitten en alles is vrijwillig. Ze zegt niet meer bezig te zijn met het gat waarin zij zat nadat haar man overleed. Ze vertelt dat ze het het leuksts vindt als mensen tevreden zijn want dan is zij ook tevreden. Want als zij dit niet doet dan is er niemand die het over wilt nemen. Ze heeft geen behoefte aan meer sociaal contact omdat ze nauwelijks tijd heeft om voor zichzelf te zorgen. Twee uur in de week komt er iemand van de thuiszorg om haar te helpen met schoonmaken. Ze is een hartpatient en heeft een versleten schouder. Haar kinderen komen regelmatig langs. Ze begint dingen te vergeten en dan met name de namen van anderen. En ze vertelt dat anderen in de buurt hier ook last van hebben. Ze heeft daarnaast een computer in huis en doet daar haar geldzaken mee en wat spelletjes. De spelletjes zijn bingo en blokjes stapelen. Ze doet de spelletjes alleen en maakt hierbij geen gebruik van het internet. Ze vindt het belangrijk dat de mensen niet vereenzamen. Ze vertelt dat ze denkt dat die mensen die alleen zitten niet gelukkig zijn. De klusjes die ze kan doen doet ze zelf en als ze dat niet meer kan dan vraagt ze het aan anderen. Ze zegt lichamelijk nog niet zo toegetakeld te zijn dat ze een alarm om dr nek heeft hangen. Mevrouw heeft een kanarie in huis en vindt het leuk dat de kanarie voor wat levendigheid in huis zorgt. Ze zegt soms bang te zijn haar onafhankelijkheid te verliezen doordat ze mogelijk dement kan worden of haar benen het begeven. Ze geeft ook aan zichzelf nooit te vervelen.

De mogelijkheden van social companion gebruik bij zelfstandig wonende ouderen.