Download - Rapport Wijzigingsvoorstel RO Standaarden 2008 …...3 Rapport Wijzigingsvoorstel RO Standaarden 2008 versie 4 DEEL B Hoofdstuk 1 Inleiding op het wijzigingsvoorstel Dit document beschrijft

Rapport

Wijzigingsvoorstel RO Standaarden 2008

DEEL B

Geonovum

datum

26 juli 2011

versie

V4 definitief

2 Rapport Wijzigingsvoorstel RO Standaarden 2008 versie 4 DEEL B

Inhoudsopgave 1 Inleiding op het wijzigingsvoorstel 3

1.1 Aanleiding 3

1.2 Leeswijzer 3

2 SPOOR 1 – Zelfstandige aanpassingen in RO Standaarden 5

2.1 Vereenvoudiging wijziging van RO Standaarden (praktijkrichtlijnen) 5

2.2 Verbetering en ondersteuning van planregels in objectgericht XML 5

2.3 Uitbreiding PRPCP2008 en STRI2006 publiceren niet IMRO plannen 6

2.4 Vervallen van eis van vlakdekkende enkelbestemmingen en plangrens 8

2.5 Redundantie verminderen 11

2.6 Foutherstel en kleine verbeteringen 12

2.6.1 Kleine vereenvoudigingen 12

2.6.2 Foutherstel 13

2.6.3 Kleine verbeteringen in de beschikbaarstelling 17

3 SPOOR 2 – Wijzigingen in de ministeriele regeling - in lijn met Chw/quick wins 19

3.1 Maatvoeringtabellen gelijktrekken 19

3.2 Definitie van een bouwwerk wijzigen 22

3.3 Gebruik van SHA-2 PKI overheid certificaten 22

3.4 Gebruik van punten en komma’s uniformeren via bepaling 23

3.5 Themalijsten toevoegen aan provinciale verordeningen en AMvB’s 23

3.6 Verbeelding vormvrije plannen onderdeel maken van de standaarden 24

3.7 Eenvoudiger en eenduidiger vastleggen van planonderdelen 27

3.8 Wabo/Chw/quick wins consequenties doorvoeren in standaarden 31

3.9 Systeem van aanduidingen aanpassen 40

3.10 Feature members multi-geometrieën uitbreiden met multipunt, -lijn en -vlak 45

3.11 Grondexploitatieplannen digitaal uitwisselen 47

3.12 Facultatief maken gedetailleerde eisen voor analoge verbeelding 52

3.13 IMRO aansluiten op GML 3.2 via NEN3610 52

3.14 Foutherstel en kleine verbeteringen 57

3.14.1 Kleine verbeteringen in het informatiemodel 57

3.14.2 Kleine vereenvoudigingen 61

3.14.3 Foutherstel 65

3.14.4 Kleine verbeteringen in de beschikbaarstelling 75

3.14.5 Kleine geometrische verbeteringen 76

3.14.6 Kleine verbeteringen in de aansluiting op de omgeving 76

4 SPOOR 3 – in lijn met aanpassing Bro ikv digitalisering verplichting 77

4.1 Omgang met bij plan behorende stukken op grond van de Awb verduidelijken 77

4.2 Herzien plan statussen i.s.m. procesinformatie en gerechtelijke uitspraken 77

4.3 Relaties tussen ruimtelijke besluiten vastleggen 86

4.4 Ondergrondverwijzing aanpassen 87


Hoofdstuk 1

Inleiding op het wijzigingsvoorstel

Dit document beschrijft een serie samenhangende voorstellen om de RO Standaarden 2008 op

punten te wijzigen, verbeteren, vereenvoudigen of uit te breiden. In dit hoofdstuk is de

aanleiding voor de voorstellen beschreven, waarbij kort wordt ingegaan op de procedure die

wordt gehanteerd bij het doorvoeren van de voorgestelde wijzigingen. Daarna volgt er een

beknopte leeswijzer en wordt er een overzicht gegeven van thema’s waar de voorstellen binnen

vallen.

1.1 Aanleiding

Geonovum heeft sinds medio 2008 wijzigingverzoeken betreffende de standaarden van de ruimtelijke

ordening verzameld en beoordeeld, geadviseerd door de beheergroep standaarden (BROS). Velen vinden

dat de standaarden op verschillende punten moeten worden aangescherpt of gewijzigd. Alle verzoeken tot

31 december 2010 zijn beoordeeld en waar nodig geïntegreerd in een wijzigingsvoorstel voor de

standaarden 2008.

Vanuit het kabinetsbeleid zijn er ambities geformuleerd op het gebied van het omgevingsrecht. Deze

richten zich in eerste instantie op het inbedden van delen van de Crisis- en herstelwet (Chw) in de Wabo

en Wro en het doorvoeren van quick wins in Wro/Bro, waarbij decentralisatie en complexiteitsreductie de

leidraden zijn. Hiernaast wordt ingezet op een langer traject dat het omgevingsrecht breder moet herzien.

Vanuit het ministerie van I&M is in samenwerking met Geonovum besloten het wijzigingstraject onderdeel

te laten zijn van de beleidswijzigingsporen in plaats van een gescheiden project te vormen. Dit geldt met

name voor de normatieve standaarden die verankerd blijven in de wet via de Ministeriele Regeling

standaarden ruimtelijke ordening. De toelichtende delen van de standaarden worden losgekoppeld van de

wet en kunnen onder verantwoordelijkheid van Geonovum worden aangepast.

1.2 Leeswijzer

Het volledige wijzigingsvoorstel bestaat uit twee delen. In het voorliggende Deel A worden de voorstellen

beschreven in (relatief) begrijpelijke functionele termen met daarbij steeds de verwachte indicatieve baten

en impact. In Deel B wordt de technische implementatie middels exacte was – wordt lijst gegeven met

daarbij de referenties naar de individuele wijzigingsverzoeken in de Geonovum administratie.

De voorstellen voor wijziging zijn verdeeld over vier sporen. Het document kent een opbouw waarbij ieder

spoor een hoofdstuk is. De sporen hebben de volgende betekenis. SPOOR 1 bevat voorstellen die op korte

termijn zelfstandig worden doorgevoerd door Geonovum. SPOOR 2 bevat voorstellen die worden

doorgevoerd als onderdeel en binnen het tijdspad van het Quick Wins traject. SPOOR 3 bevat voorstellen

die worden doorgevoerd als onderdeel en binnen het tijdspad van de vernieuwingen van het Wro/Bro. Het

is overigens de bedoeling dat deze sporen qua implementatiemoment gelijk oplopen.

In de separate bijlage van het wijzigingvoorstel worden de voorstellen en verzoeken genoemd die niet zijn

overgenomen in het huidige wijzigingsvoorstel. Deze worden op dit moment niet meegenomen. Of dit later

gebeurd is mede afhankelijk van toekomstige ontwikkelingen van het omgevingsrecht. Hiermee wordt

geen voorschot genomen of deze op termijn al dan niet doorgevoerd gaan worden. Verder worden daarna

ingediende voorstellen genoemd die op voorhand zijn afgewezen, voorzien van de motivatie.

Om deze redenen zijn er alleen technische uitwerkingen van het voorstel genoemd in spoor 1 t/m 3.

Versie 4 van het wijzigingsvoorstel is tot stand gekomen nadat versie 3.11 ter technische en publieke


consultatie is geweest. Versie 4 is de definitieve versie van het wijzigingsvoorstel: op deze wijze zullen de

RO Standaarden 2012 worden opgesteld.

In het voorliggende Deel B wordt in dezelfde indeling de technische implementatie middels exacte was –

wordt lijst gegeven met daarbij de referenties naar de individuele wijzigingsverzoeken in de Geonovum

administratie. De wijzigingverzoeken die bij Geonovum sinds 2008 zijn binnen zijn te raadplegen via de

website: www.geonovum.nl/dossiers/rostandaarden/beheer/melding.

Voor ieder wijziging in de standaard is met behulp van een tabel een overzicht van de wijziging gegeven

zover dit mogelijk is.

Standaard

Onderdeel

Was

Wordt

Wanneer een grote wijziging is voorgesteld voor het samenvoegen van documenten, het ontwikkelen van

een nieuwe standaard of waarvan de te wijzigingen tekst meer is dan een alinea dan is dit in de tabel bij

‘wordt’ aangegeven in groen.


Hoofdstuk 2

SPOOR 1 – Zelfstandige aanpassingen in RO Standaarden

In dit hoofdstuk worden voorstellen beschreven die door Geonovum zelfstandig zullen worden

doorgevoerd, zonder dat er een directe relatie is met wetgevingstrajecten binnen I&M. Een

aantal voorstellen in dit spoor beschrijven wijzigingen aan de diverse praktijkrichtlijnen.

Momenteel is het wijzigingen van de via de ministeriële Regeling standaarden ruimtelijke

ordening (Rsro) verankerde praktijkrichtlijnen niet mogelijk zonder aanpassing van deze

regeling. Het eerste voorstel in dit hoofdstuk beschrijft het niet langer wettelijk verankeren

van technische schema’s, toelichtingen en praktijkrichtlijnen via de Rsro. Dit voorstel is

daarmee een randvoorwaarde voor de overige voorstellen die binnen dit spoor worden gedaan.

2.1 Vereenvoudiging wijziging van RO Standaarden (praktijkrichtlijnen)

issue 3823, zie http://www.geonovum.nl/melding/ro_standaarden/3823/

Veranker alleen IMRO, SVBP en STRI met wetgeving en leg in de Regeling standaarden ruimtelijke

ordening alleen het beheer vast voor de overige onderdelen van de RO Standaarden, zoals

praktijkrichtlijnen en bijbehorende schema’s.

De toelichtende onderdelen worden in aparte praktijkrichtlijnen opgenomen.

2.2 Verbetering en ondersteuning van planregels in objectgericht XML








Het betreft het informatiemodel IMRO-PT2008 en bijbehorende praktijkrichtlijn PRPT2008. De RO

Standaarden worden op dit onderwerp op twee punten gewijzigd.

Ten eerste worden er noodzakelijke verbeteringen in IMRO-PT2008 en de bijbehorende praktijkrichtlijn

aangebracht die de interoperabiliteit vergroten. Dit is nodig, omdat het met het huidige niveau

onvoldoende gewaarborgd is. De verbeterde standaard moet goede uitwisseling van de objectgerichte

planteksten tussen applicaties mogelijk maken.

Ten tweede worden deze facultatieve onderdelen beter geïntegreerd met de overige RO Standaarden. Dit

betekent dat bijvoorbeeld RO-Online deze standaard op eenvoudige wijze gaat ondersteunen bij het

inlezen en tonen van plannen waarbij planregels in dit aanvullende formaat zijn geleverd. Het gaat hierbij

Standaard Informatie Model Ruimtelijke Ordening (IMRO)

Standaard vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP)

Standaard Toegankelijkheid Ruimtelijke Instrumenten (STRI)

Onderdeel In de gehele documenten

Was Toelichtende onderdelen verspreid in de documenten van de RO Standaarden

Wordt Toelichtende onderdelen uit IMRO, SVBP en STRI halen en in de praktijkrichtlijnen

opnemen.


om het weergeven van de teksten (het kunnen raadplegen), niet om het realiseren van alle koppelingen

tussen de objectgerichte teksten en de planobjecten. Zoals in deel A van het wijzigingsvoorstel

aangegeven heeft deze paragraaf een relatie met paragraaf 3.7. Met betrekking tot objectgerichte

planteksten zijn hieronder de wijzigingen aangegeven.

Standaard IMRO 2008 voor Planteksten (IMRO-PT)

Praktijkrichtlijn voor Planteksten (PRPT)

Onderdeel Gehele documenten

Was 7 verschillende klassen in het model

wordt Vereenvoudiging tot 3 verschillende klassen in het model: Klasse Plantekst Klasse Plantekstobject Klasse Tekst

Standaard IMRO 2008 voor Planteksten (IMRO-PT)

Praktijkrichtlijn voor Planteksten (PRPT)

Onderdeel Niet aanwezig

Was Niet aanwezig

wordt Stylesheet voor het uniform raadplegen van objectgericht planteksten

2.3 Uitbreiding PRPCP2008 en STRI2006 publiceren niet IMRO plannen



De PRPCP2008 en STRI2006 wordt uitgebreid op twee manieren. Ten eerste zodanig dat alle informatie in

bestaande papieren bestemmingsplannen kunnen worden beschikbaar gesteld, ten tweede zodanig dat ook

ander bestaande papieren RO plannen kunnen worden beschikbaar gesteld. Dit betreffen ook plannen die

tussen 1 juli 2008 en 1 januari 2010 conform nWro analoog in procedure zijn geweest. Deze zullen worden

aangemerkt als ‘gemeentelijk plan; Wro’. In de PRPCP wordt het gebruik van het vernieuwde domein

toegelicht.

Standaard Praktijkrichtlijn Plancontour & PDF (PRPCP)

Onderdeel Hoofdstuk 5 Planobject en attributen

Was Attribuut = verwijzingNaarTekstInfo

Waarde = TekstReferentie_PCP

* = 0..3

Nadere omschrijving waarde = in format bestandsnaamconventie besluitdocument,

voorschriften/-regels, toelichting of bijlage, conform STRI2006

wordt Attribuut = verwijzingNaarTekstInfo

Waarde = TekstReferentie_PCP

* = 0..n

Nadere omschrijving waarde = 0 of meer verwijzingen naar plankaart. 0 of meer

verwijzingen naar een besluitdocument. Maximaal 1 verwijzing naar voorschriften/regels.

Maximaal 1 verwijzing naar toelichting. In format bestandsnaamconventie

besluitdocument, voorschriften/- regels, toelichting of bijlage, conform STRI2006

Standaard Validatieregels - Schematron

Onderdeel additional-validator-rules-PCP2008vXXX

Was Niet aanwezig

wordt Toevoegen regel voor max 1 verwijzing naar voorschriften/regels



Onderdeel Hoofdstuk 6 Onderdelen & bestandsnaamconventies, tabel 1

Was Onderdeel van het plan = Plankaart

Naamconventie (excl. extensie) = p_[idn]

Bestandstype = PDF

Aantal (A) = 0..1

wordt Onderdeel van het plan = Plankaart

Naamconventie (excl. extensie) = p_[idn] als A=1, p_[idn]_[xxx] als A>1

Bestandstype = PDF

Aantal (A) = 0..n


Onderdeel Hoofdstuk 6 Onderdelen & bestandsnaamconventies, tabel 1

Was Niet aanwezig

wordt Onderdeel van het plan = Besluitdocument

Naamconventie (excl. extensie) = bd_[idn]

Bestandstype = PDF

Aantal (A) = 0..n


Onderdeel Hoofdstuk 7 Domeintabellen, tabel RuimtelijkPlanOfBesluit_PCP

Was gemeentelijk plan; bestemmingsplan artikel 10

gemeentelijk plan; uitwerkingsplan artikel 11

gemeentelijk plan; wijzigingsplan artikel 11

gemeentelijk plan; voorbereidingsbesluit

wordt gemeentelijk plan; bestemmingsplan artikel 10




gemeentelijk plan; overig WRO

gemeentelijk plan; Wro

provinciaal plan; WRO

provinciaal plan; Wro

rijksplan; WRO

rijksplan; Wro

Standaard IMROPCP2008.xsd

Onderdeel RuimtelijkPlanOfBesluit_PCP

Was gemeentelijk plan; bestemmingsplan artikel 10




wordt gemeentelijk plan; bestemmingsplan artikel 10




gemeentelijk plan; overig WRO

gemeentelijk plan; Wro

provinciaal plan; WRO

provinciaal plan; Wro

rijksplan; WRO

rijksplan; Wro



Onderdeel Hoofdstuk 5 Planobject en attributen

Was Niet aanwezig

wordt Toelichting geven op het gebruik van domein RuimtelijkPlanOfBesluit_PCP.

2.4 Vervallen van eis van vlakdekkende enkelbestemmingen en plangrens


Het betreft de verankering van de werkafspraak Enkelbestemmingen in inpassingsplannen1.

Bestemmingsplannen en daarmee ook inpassingsplannen moeten ten allen tijden voorzien zijn van

enkelbestemmingen die het plangebied volledig dekken. Inpassingsplannen van provincie en Rijk die alleen

iets toevoegen aan of wijzigen in onderliggende bestemmingsplannen kennen geen enkelbestemmingen.

Deze inpassingsplannen dienen echter wel aan de RO Standaarden te voldoen. Toelichting wordt

aangepast.


In par. 4.2 van de PRBP is beschreven hoe gehandeld moet worden in het geval een herziening van een

nieuw Wro bestemmingsplan wordt gemaakt. In de tekst is niet expliciet gemaakt of dit plangebied

wel/niet volledig gevuld moet worden met enkelbestemmingen (PRBP par. 3.3, typePlanobject).

Voor herzieningen moet de begrenzing van het moederplan worden overgenomen en worden alleen die

objecten in het plangebied geplaatst die worden herzien. De regel 'plangebied volledig vullen met

enkelbestemmingen' gaat in dit geval niet op.

Standaard Praktijkrichtlijn Bestemmingsplannen (PRBP)

Onderdeel Paragraaf 4.2 Gedeeltelijke herzieningen

Was Een gedeeltelijke herziening heeft altijd betrekking op een deel binnen het oorspronkelijke

plan(gebied). De plangrens blijft daarbij ongewijzigd. Een gedeeltelijke herziening kan

gering van omvang zijn en slechts een klein gedeelte van een regel betreffen of slechts

een klein gedeelte van het plangebied. Anderzijds kan ook nagenoeg het gehele plan

worden herzien, met uiteraard alle tussenliggende mogelijkheden.

Wordt Een gedeeltelijke herziening heeft altijd betrekking op een deel binnen het oorspronkelijke

plan(gebied). De plangrens van de herziening sluit aan o die delen van het plangebied die

worden herzien. Een gedeeltelijke herziening kan gering van omvang zijn en slechts een

klein gedeelte van een regel betreffen of slechts een klein gedeelte van het plangebied.

Anderzijds kan ook nagenoeg het gehele plan worden herzien, met uiteraard alle

tussenliggende mogelijkheden.


1 Zie: http://www.geonovum.nl/sites/default/files/20100125_PRBPB_wa_inpassingsplannen.pdf


Onderdeel Paragraaf 3.3 Klasse Bestemmingsvlak, toelichting typePlanobject

Was "Enkel"bestemmingen zijn te allen tijde tezamen vlakdekkend binnen het plangebied.

Wordt "Enkel"bestemmingen zijn te allen tijde tezamen vlakdekkend binnen het plangebied. Bij

inpassingsplannen die alleen iets toevoegen aan of verwijderen uit de vigerende

bestemmingen en/of bijbehorende regels is de vereiste van een door enkelbestemming

vlakdekkend plangebied niet van toepassing.



Was Als verplicht onderdeel moet het object Bestemmingsplangebied, met dezelfde begrenzing

als het oorspronkelijke plangebied en met alle attributen worden gebruikt. Ook wordt

dezelfde multipliciteit van de attributen in acht genomen, met dat verschil dat het

attribuut verwijzingNaarExternPlanInfo verplicht moet worden ingevuld.

Wordt Als verplicht onderdeel moet het object Bestemmingsplangebied, met dezelfde begrenzing

als het oorspronkelijke plangebied. Bij het plangebied van de herziening dienen net als bij

het plangebied van het bestemmingsplan alle verplichte attributen in gevuld te worden.

Ook wordt dezelfde multipliciteit van de attributen in acht genomen, met dat verschil dat

het attribuut verwijzingNaarExternPlanInfo verplicht moet worden ingevuld.

"Enkel"bestemmingen zijn te allen tijde tezamen vlakdekkend binnen het plangebied. Bij

gedeeltelijke herzieningen die alleen iets toevoegen aan, verwijderen of bestemmingen

worden vervangen uit de vigerende bestemmingen en/of bijbehorende regels is deze

vereiste niet van toepassing.



Was Daarnaast kunnen vervolgens alle herziene objecten van de klasse Bestemmingsvlak en/of

Aanduiding, met alle (nieuwe of aanpassingen van de) regels, voor zover dit de herziening

betreft, worden gecodeerd. Nadere regels zijn moeilijk te geven gezien de vele

mogelijkheden die aard, omvang en onderlinge samenhang van de te herziene gedeelten

van een bestemmingsplan met zich meebrengen. Zo kan het ook voorkomen dat een

herziening slechts de weglating van een aanduiding betreft.

De codering van objecten van de klasse Bestemmingsvlak of Aanduiding kan slechts naar

bevind van zaken worden aangebracht. Het kan daarbij praktisch zijn om de objecten die

behoren bij de gedeeltelijke herziening zodanig te kiezen en te coderen dat er voordeel

ontstaat bij het opstellen van de "geconsolideerde versie" die verderop aan de orde komt.

Alhoewel het juridische doel van de herziening maatgevend is, kan van de ruimte binnen

dat doel gebruik worden gemaakt om te komen tot een ook voor de codering en de

verwerking daarvan in een "geconsolideerde versie" praktische oplossing. Daarbij kan

gedacht worden aan het betrekken van bij elkaar behorende objecten bij de herziening

wanneer dat het juridisch doel van de herziening niet in de weg staat.

Wordt Daarnaast kunnen vervolgens alle herziene objecten van de klasse Bestemmingsvlak en/of

Aanduiding, met alle (nieuwe of aanpassingen van de) regels, voor zover dit de herziening

betreft, worden gecodeerd.

Alleen die bestemmingen en/ of aanduidingen waar de herziening betrekking op heeft,

worden weggelaten of opgenomen. Zo kan het ook voorkomen dat een herziening slechts

de weglating van een aanduiding betreft.

De herziening kan ook alleen betrekking hebben op de regels van het bestemmingsplan.

In dit geval worden de veranderende regels in de herziening op genomen.

Nadere regels zijn moeilijk te geven gezien de vele mogelijkheden die aard, omvang en

onderlinge samenhang van de te herziene gedeelten van een bestemmingsplan met zich

meebrengen. De codering van objecten van de klasse Bestemmingsvlak of Aanduiding kan

slechts naar bevind van zaken worden aangebracht.

In de laatste was - wordt komt nu nog niet duidelijk naar voren hoe wijziging ten opzichte van het

moederplan het beste in de herziening kunnen worden opgenomen. Bij het verwerken van dit

wijzigingsvoorstel wordt het toevoegen van voorbeelden gewenst. Geonovum behoudt zich de vrijheid om

de PRBP hoofdstuk 4 met betrekking tot omgaan met herzieningen, wijzigingen en uitwerkingen nader uit

te werken bij het opstellen van PRBP2012. Mogelijk volgen daarom meer tekstuele aanpassing dan in

bovenstaande was – wordt’s sis gegeven.



Bij herzieningen wordt nu naast de eis van vlakdekkend ook een eis gesteld aan de begrenzing. Deze moet

overeenkomen met het oorspronkelijke plangebied. In het kader van complexiteit reductie vervalt deze

eis. De eis voor de plangrens geldt voor die locatie waarop de herziening betrekking op heeft. Dit geldt

voor de volgende instrumenten:

� Structuurvisies;

� Gebiedsgerichte besluiten;

� Provinciale verordeningen;

� AMvB’s.

Dit betekent een aanpassing in de toelichting van de volgende pratijkrichtlijnen.

Standaard Praktijkrichtlijn Gebiedsgerichte Besluiten (PRGB)


Was Als verplicht onderdeel moet het object Besluitgebied_X, met dezelfde begrenzing als het

oorspronkelijke plangebied en met alle attributen worden gebruikt. Ook wordt dezelfde

multipliciteit van de attributen in acht genomen, met dat verschil dat het attribuut

verwijzingNaarExternPlanInfo verplicht moet worden ingevuld.

Wordt Als verplicht onderdeel moet het object Besluitgebied_X worden gebruikt. De begrenzing

van het plangebied heeft betrekking op de te herziene locatie. Dit kan afwijken van de

begrenzing van het oorspronkelijk plangebied waarop de herziening betrekking heeft.

Verder wordt dezelfde multipliciteit van de attributen in acht genomen, met dat verschil

dat het attribuut verwijzingNaarExternPlanInfo verplicht moet worden ingevuld.

Standaard Praktijkrichtlijn Gemeentelijke Structuurvisies (PRgSV)


Was Als verplicht onderdeel moet het object Structuurvisieplangebied_G met dezelfde

begrenzing als het oorspronkelijke plangebied en met alle attributen worden gebruikt. Ook

wordt dezelfde multipliciteit van de attributen in acht genomen, met dat verschil dat het


Wordt Als verplicht onderdeel moet het object Structuurvisieplangebied_G worden gebruikt. De

begrenzing van het plangebied heeft betrekking op de te herziene locatie. Dit kan afwijken

van de begrenzing van het oorspronkelijk plangebied waarop de herziening betrekking

heeft. Verder wordt dezelfde multipliciteit van de attributen in acht genomen, met dat

verschil dat het attribuut verwijzingNaarExternPlanInfo verplicht moet worden ingevuld.

Standaard Praktijkrichtlijn Provinciale Structuurvisies (PRpSV)


Was Als verplicht onderdeel moet het object Structuurvisieplangebied_P met dezelfde




Wordt Als verplicht onderdeel moet het object Structuurvisieplangebied_P worden gebruikt. De





Standaard Praktijkrichtlijn Rijksstructuurvisies (PRrSV)


Was Als verplicht onderdeel moet het object Structuurvisieplangebied_R met dezelfde





Wordt Als verplicht onderdeel moet het object Structuurvisieplangebied_R worden gebruikt. De





Standaard Praktijkrichtlijn Provinciale Verordening (PRPV)


Was Als verplicht onderdeel moet het object Besluitgebied_P, met dezelfde begrenzing als het




Wordt Als verplicht onderdeel moet het object Besluitgebied_P worden gebruikt. De begrenzing





Standaard Praktijkrichtlijn Algemene Maatregel van Bestuur (PRAMvB)


Was Als verplicht onderdeel moet het object Besluitgebied_A, met dezelfde begrenzing als het




Wordt Als verplicht onderdeel moet het object Besluitgebied_A worden gebruikt. De begrenzing





2.5 Redundantie verminderen


De RO Standaarden worden geredigeerd zodat er minder redundante informatie tussen enerzijds IMRO,

STRI, SVBP en de diverse praktijkrichtlijnen ontstaat. Het doel is een scheiding aan te brengen tussen de

norm (wetgeving) en toelichting (uitleg). Daarbij verwijzen de praktijkrichtlijnen naar de normen en niet

andersom. De praktijkrichtlijnen verwijzen niet naar elkaar.

Er wordt naar gestreefd om de informatie steeds zo veel mogelijk op 1 plek vast te leggen en er vanuit

andere onderdelen naar te verwijzen, waardoor deze interpretatieverschillen worden voorkomen, en

waardoor het “boek” ook substantieel dunner zal worden. Deze paragraaf heeft een relatie met paragraaf

2.1.


2.6 Foutherstel en kleine verbeteringen

Thema : Foutherstel en kleine verbeteringen

Impact van de wijziging op : RO Standaarden RO-Online bronhouders leveranciers

● o o o

Buiten de eerder in dit hoofdstuk uitgewerkte voorstellen wordt en passant een aantal fouten hersteld en

kleine verbeteringen doorgevoerd, waarbij het niet nodig is deze thematisch en per paragraaf te

behandelen in dit voorstel.

2.6.1 Kleine vereenvoudigingen

Begrenzing geometrie Structuurvisiegebied_R;


Een geometrie (begrenzing) is niet verplicht bij de attributen van een Structuurvisiegebied_R. In het IMRO

is aangegeven: 0..*. Toch staat er bij de toelichting: De definitie van het object Structuurvisiegebied_R is

"Een gebied binnen 1 structuurvisieplangebied, waarop 1 of meerdere beleidsuitspraken betrekking

hebben". Tekst verduidelijken


Onderdeel Paragraaf 4.3 Klasse Structuurvisiegebied_R, inleiding

Was De definitie van het object Structuurvisiegebied_R is: "Een gebied binnen één

structuurvisieplangebied, waarop één of meerdere beleidsuitspraken betrekking hebben".

De klasse Structuurvisiegebied_R betreft de planobjecten die een gebied binnen de

plangrenzen representeren. Een gebied kan de presentatie hebben van een vlak, lijn of

punt en kan ook zijn aangeduid met een locatienaam of een beschrijving. Aan een gebied

is altijd beleid gekoppeld. Daarnaast kunnen eventueel ook toelichtende planteksten aan

het object worden gekoppeld.

wordt De definitie van het object Structuurvisiegebied_R is: "Een gebied binnen één

structuurvisieplangebied, waarop één of meerdere beleidsuitspraken betrekking hebben".

De klasse Structuurvisiegebied_R betreft de planobjecten die een gebied binnen de

plangrenzen representeren. Wanneer een gebied een verwijzing kent naar een illustratie

met een kaartweergave van het object, is een geometrie bij de klasse

Structuurvisiegebied_R verplicht. Een gebied kan dan de presentatie hebben van een vlak,

lijn of punt. Kent het gebied geen verwijzing naar een illustratie met een kaartbeeld van

het object dan kan het gebied ook zijn aangeduid met een locatienaam of een


Standaard vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP)

Standaard Toegankelijkheid Ruimtelijke Instrumenten (STRI)

Praktijkrichtlijn Bestemmingsplannen (PRBP)

Praktijkrichtlijn Gebiedsgerichte Besluiten (PRGB)

Praktijkrichtlijn Gemeentelijke Structuurvisies (PRgSV)

Praktijkrichtlijn Provinciale Structuurvisies (PRpSV)

Praktijkrichtlijn Rijksstructuurvisies (PRrSV)

Praktijkrichtlijn Provinciale Verordening (PRPV)

Praktijkrichtlijn Algemene Maatregel van Bestuur (PRAMvB)

Onderdeel In de gehele documenten

Was Gekopieerde en herhaalde stukken uit andere documenten van de RO Standaarden, met

name IMRO, SVBP en STRI

Wordt Verwijzingen opnemen in plaats stukken tekst/ tabellen overnemen (bijlagen).


beschrijving. Aan een gebied is altijd beleid gekoppeld. Daarnaast kunnen eventueel ook

toelichtende planteksten aan het object worden gekoppeld.

2.6.2 Foutherstel

Spelfout in enumeratie in XSD


Spellingfout in het XML schema:

structuurvisiecomlex_P

structuuvisieverklaring_P

Standaard IMRO2008.xsd

Onderdeel RuimtelijkPlanobject_SVType

Was <simpleType name="RuimtelijkPlanobject_SVType">

- <restriction base="string">

<enumeration value="structuurvisiegebied_G" />

<enumeration value="structuurvisiegebied_P" />

<enumeration value="structuurvisiegebied_R" />

<enumeration value="structuurvisiecomplex_G" />

<enumeration value="structuurvisiecomlex_P" />

<enumeration value="structuurvisiecomplex_R" />

<enumeration value="structuuvisieverklaring_P" />

Wordt <simpleType name="RuimtelijkPlanobject_SVType">

- <restriction base="string">

<enumeration value="structuurvisiegebied_G" />

<enumeration value="structuurvisiegebied_P" />

<enumeration value="structuurvisiegebied_R" />

<enumeration value="structuurvisiecomplex_G" />

<enumeration value="structuurvisiecomplex_P" />

<enumeration value="structuurvisiecomplex_R" />

<enumeration value="structuurvisieverklaring_P" />

Tekstfout in PRAMvB


In de PRAMvB2008 staat: De voorliggende praktijkrichtlijn gaat uit van de geografie als ingang om het

bestemmingsplan te coderen. Hier zou moeten staan: De voorliggende praktijkrichtlijn gaat uit van de

geografie als ingang om de AMvB te coderen


Onderdeel Paragraaf 2.7 Tekst als ingang voor beleid

Was De voorliggende praktijkrichtlijn gaat uit van de geografie als ingang om het

bestemmingsplan te coderen / te raadplegen. Het is evenzo gewenst, zoals in de vorige

paragraaf is gesteld, dat vanuit de tekst een relatie met (gedeelten van) het kaartbeeld

kan worden gelegd.

Wordt De voorliggende praktijkrichtlijn hanteert de geografie als ingang om de AMvB te coderen

/ te raadplegen. Het is evenzo gewenst, zoals in de vorige paragraaf is gesteld, dat vanuit

de tekst een relatie met (gedeelten van) het kaartbeeld kan worden gelegd.

Spelfout PRAMvB


Spelfout:

In de praktijk zal het naar verwachting dat...... Deze laatste letter 't' moet een 'n' zijn.



Onderdeel Paragraaf 2.5 Structureren van het digitale plan of besluit

Was In de praktijk zal het naar verwachting dat ook niet bij alle AMvB’s mogelijk zijn om met

de in deze praktijkrichtlijn aangereikte systematiek een structuur aan te brengen die een

duidelijke meerwaarde heeft voor de gebruiker.

Wordt In de praktijk zal het naar verwachting dan ook niet bij alle AMvB’s mogelijk zijn om met

de in deze praktijkrichtlijn aangereikte systematiek een structuur aan te brengen die een

duidelijke meerwaarde heeft voor de gebruiker.

PRPV: begrenzing 1 of 1..*




Alle geven hetzelfde probleem weer.

In de tabel van het besluitvlak bij een provinciale verordening staat dat begrenzing 1x moet voorkomen.

In IMRO en de tekst van PRPV op blz 24 staat dat begrenzing verplicht is en zo vaak als gewenst. In de

PRAMvB is wel conform IMRO aangegeven 1..*. Dit geldt ook voor het besluitsubvlak.


Onderdeel Paragraaf 4.4 Klasse Besluitvlak_P, tabel

Was attribuut = begrenzing

waarde = GeometrieBesluitobject_P1

* = 1

nadere omschrijving waarde = samengesteld attribuut

Wordt attribuut = begrenzing


* = 1..n



Onderdeel Paragraaf 4.5 Klasse Besluitsubvlak_P, tabel

Was attribuut = begrenzing


* = 1


Wordt attribuut = begrenzing


* = 1..n


PlanStatusInfo (Rijk: Besluitgebied_A)


PRAMvB2008, blz 16: er wordt geschreven over PlanstatusEnDatum_PV en Planstatus_PV. Dit moet

PlanstatusEnDatum_AMB en Planstatus_AMB zijn.


Onderdeel Paragraaf 4.2 Klasse Besluitgebied_A

Was planstatusInfo (verplicht): Dit attribuut is noodzakelijk om de plangegevens te kunnen

plaatsen naar tijd en belang. Het samengesteld attribuut planstatus verwijst naar het

object PlanstatusEnDatum_PV, bestaande uit de attributen:

planstatus (verplicht)


Het domein Planstatus_PV geeft de toegestane waarden voor het attribuut planstatus

waaruit er één moet worden gekozen. De waarde van dit attribuut geeft de planstatus

weer.

Wordt planstatusInfo (verplicht): Dit attribuut is noodzakelijk om de plangegevens te kunnen

plaatsen naar tijd en belang. Het samengesteld attribuut planstatus verwijst naar het

object PlanstatusEnDatum_AMB, bestaande uit de attributen:

planstatus (verplicht)

Het domein Planstatus_AMB geeft de toegestane waarden voor het attribuut planstatus

waaruit er één moet worden gekozen. De waarde van dit attribuut geeft de planstatus

weer.

Normadressant (Rijk: Besluitvlak_A)


PRAMvB2008, blz 19 tabel normadressant, naam van de normadressant, 0..n, één of meer van de

waarden. Dit spreekt elkaar tegen.


Onderdeel Paragraaf 4.3 Klasse Besluitvlak_A, tabel

Was attribuut = verwijzingNaarTekstInfo - normadressant

waarde = naam van de normadressant

* = 0..n

nadere omschrijving waarde = één of meer van de waarden volgens domein

Normadressant_AMB; alleen indien anders dan bij object Besluitgebied_A

wordt attribuut = verwijzingNaarTekstInfo - normadressant

waarde = naam van de normadressant

* = 0..n

nadere omschrijving waarde = waarde(n) volgens domein Normadressant_AMB; alleen

indien anders dan bij object Besluitgebied_A

Begrenzing (Rijk: Besluitvlak_A)


PRAMvB2008, blz 21: "begrenzing (verplicht)". In de tabel op blz 20 staat bij begrenzing 1..n. "Verplicht"

staat telkens bij attributen waar 1 waarde ingevuld moet worden. Dit moet zijn: begrenzing bij

Besluitvlak_A is verplicht en zo vaak als gewenst. Ook voor het besluitsubvlak.


Onderdeel Paragraaf 4.3 Klasse Besluitvlak_A, toelichting begrenzing

Was begrenzing (verplicht)

Het attribuut verwijst naar het samengestelde attribuut GeometrieBesluitObject_A,

bestaande uit de attributen:

Wordt begrenzing (verplicht, zo vaak als gewenst)




Onderdeel Paragraaf 4.4 Klasse Besluitsubvlak_A, toelichting begrenzing

Was begrenzing (verplicht)



Wordt begrenzing (verplicht, zo vaak als gewenst)




typePlanobject (Rijk: Besluitsubvlak_A)


PRAMvB2008, blz 22: In tabel staat bij typePlanobject als waarde besluitsubvlak. Dit moet zijn

besluitsubvlak_A.


Onderdeel Paragraaf 4.4 Klasse Besluitsubvlak_A, tabel

Was attribuut = typePlanobject

waarde = besluitsubvlak

* = 1

nadere omschrijving waarde = vaste waarde volgens domein RuimtelijkPlanObject

Wordt attribuut = typePlanobject

waarde = besluitsubvlak_A

* = 1


typePlanobject (Provincie: Besluitsubvlak_P)


PPV2008, blz 21: In tabel staat bij typePlanobject als waarde besluitsubvlak. Dit moet zijn

besluitsubvlak_P.


Onderdeel Paragraaf 4.4 Klasse Besluitsubvlak_P, tabel

Was attribuut = typePlanobject

waarde = besluitsubvlak

* = 1


Wordt attribuut = typePlanobject

waarde = besluitsubvlak_P

* = 1


verwijzingNaarTekst en typeTekst (Provincies: verklaring)


PRpSV2008 blz. 28: "Het format dient overeenkomstig de afspraak over de bestandsnaamconventies voor

het bestandstype beleidstekst of toelichting te zijn," en "Per verwijzing naar tekst dient de vaste waarde

toelichting volgens het domein Teksttype_SV opgenomen te worden." Voor VerwijzingnaarTekst dient het

format overeenkomstig de afspraak over de bestandsnaamconventies voor het bestandstype beleidstekst

te zijn, en TypeTekst dient altijd de waarde "toelichting"; volgens het domein TeksttypeV_PSV te zijn.


Onderdeel Paragraaf 3.5 Klasse Structuurvisieverklaring_P, toelichting verwijzingNaarTekstInfo

Was verwijzingNaarTekst (verplicht)

Hier dient een hyperlink naar de tekst die betrekking heeft op dit object

Structuurvisieverklaring_P te worden opgenomen. Voor de waarde van het attribuut

verwijzingNaarTekst geldt dat geen elementen van een directorystructuur/pad mogen

worden opgenomen. Wel kan een nadere precisering naar de plaats binnen een document

worden opgenomen. Het format dient overeenkomstig de afspraak over de

bestandsnaamconventies voor het bestandstype beleidstekst of toelichting te zijn, conform

de STRI2008.

typeTekst (verplicht)


Hiermee wordt aangegeven om wat voor type tekst het gaat. Per verwijzing naar tekst

dient de vaste waarde toelichting volgens het domein Teksttype_SV opgenomen te

worden.

Wordt verwijzingNaarTekst (verplicht)

Hier dient een hyperlink naar de tekst die betrekking heeft op dit object

Structuurvisieverklaring_P te worden opgenomen. Voor de waarde van het attribuut

verwijzingNaarTekst geldt dat geen elementen van een directorystructuur/pad mogen

worden opgenomen. Wel kan een nadere precisering naar de plaats binnen een document

worden opgenomen. Het format dient overeenkomstig de afspraak over de

bestandsnaamconventies voor het bestandstype beleidstekst te zijn, conform de

STRI2012.

typeTekst (verplicht)

Hiermee wordt aangegeven om wat voor type tekst het gaat. Per verwijzing naar tekst

dient de vaste waarde toelichting volgens het domein TeksttypeV_PSV opgenomen te

worden.

Verwijzing gebruikte versie IMRO, gebruikte versie praktijkrichtlijn


PRPCP en bijbehorend IMROPCP2008 schema: het schema dat PRPCP2008 hanteert is IMROPCP2008.

Echter de verwijzing naar gebruikte versie's (PRPCP, pag. 11) is IMRO2008.


Onderdeel Hoofdstuk 5 Planobject en attributen, tabel

Was attribuut = verwijzingNorm

waarde = IMRO2008 en PRPCP2008

* = 2

nadere omschrijving waarde = verwijzing naar gebruikte versie IMRO en gebruikte versie

praktijkrichtlijn: vaste waarden.

Wordt attribuut = verwijzingNorm

waarde = IMROPCP2012 en PRPCP2012

* = 2

nadere omschrijving waarde = verwijzing naar gebruikte versie IMRO en gebruikte versie

praktijkrichtlijn: vaste waarden.

Standaard IMROPCP2008.xsd

Onderdeel verwijzingNorm

Was IMRO2008 en PRPCP2008

Wordt IMROPCP2008 en PRPCP2008

2.6.3 Kleine verbeteringen in de beschikbaarstelling

STRI2006 geleideformulier:


In de STRI2006 (versie 1.2b) wordt enkele malen expliciet vermeld staat dat geen gebruik wordt gemaakt

van een geleideformulier op de wijze zoals deze gebruikt wordt in het STRI2008 (een XML met een vast

XML-schema). Blijkbaar leidt dat tot verwarring omdat er wel een geleideformulier is opgenomen in het

schema.

Standaard Standaard Toegankelijkheid IMRO2006 plannen en plancontour & PDF (STRI2006)

Onderdeel Hoofdstuk 1, STRI2006 & STRI2008

Was • In de RO Standaarden 2008 is er een geleideformulier -in de vorm van een XML-

schema- waardoor automatisch vastgesteld kan worden welke planonderdelen een


plan omvat. In de DURP Standaarden 2006 is het geleideformulier een PDF-

document. Er wordt bij de STRI2006 geen gebruikt gemaakt van een geleideformulier

in de vorm van een XML-schema maar wel van een manifest op basis van XML;

Wordt • In de RO Standaarden 2012 is er een geleideformulier -in de vorm van een XML-

schema- waardoor automatisch vastgesteld kan worden welke planonderdelen een

plan omvat. In de DURP Standaarden 2006 is het geleideformulier een PDF-

document. Het is conform STRI2006 niet verplicht gebruik te maken van een

geleideformulier. Wanneer wel gebruik wordt gemaakt van een geleideformulier kan

dit of in PDF of XML formaat worden meegeleverd. Het manifest conform STRI2006 is

wel op basis van XML;


Onderdeel Paragraaf 2.6 Manifest en geleideformulier

Was Er wordt bij het beschikbaar stellen van IMRO2006 plannen geen gebruik gemaakt van het

gestructureerde geleideformulier. Indien er geleideformulieren (XML of PDF) zijn opgesteld

bij het IMRO2006 plan kunnen deze worden gepubliceerd, maar i.t.t. de STRI2008 is

hiervoor is geen plicht en is er ook geen XML Schema afgesproken. Zie Bijlage 1 –

Schema manifest en geleideformulier voor het exacte Manifest XML Schema.

Wordt Het is conform STRI2006 niet verplicht gebruik te maken van een gestructureerde

geleideformulier. Wanneer wel gebruik wordt gemaakt van een geleideformulier kan dit of

in PDF of XML formaat worden meegeleverd. Indien er geleideformulieren (XML of PDF)

zijn opgesteld bij het IMRO2006 plan kunnen deze worden gepubliceerd. Een voorbeeld

van een geleideformulier en het exacte Manifest XML is gegeven in Bijlage 1 – Schema

manifest en geleideformulier.

<VersieIMRO>2008</VersieIMRO> of <VersieIMRO>IMRO2008</VersieIMRO>:


In STRI2008 is over de versie van gebruikte standaard aangegeven in een voorbeeld:

<VersieIMRO>2008</VersieIMRO>

<VersiePraktijkRichtlijn>2008</VersiePraktijkRichtlijn>

STRI geef elders echter ook aan dat verwijzingNorm(norm) het gebruikte document is. In het voorbeeld

moet staan:

<VersieIMRO>IMRO2008</VersieIMRO>

<VersiePraktijkRichtlijn>PRGB2008</VersiePraktijkRichtlijn>

Standaard Standaard Toegankelijkheid Ruimtelijke Instrumenten (STRI)

Onderdeel Bijlage 3 Voorbeeld geleideformulier

Was <VersieIMRO >2008 </ VersieIMRO >

<VersiePraktijkRichtlijn >2008 </ VersiePraktijkRichtlijn >

Wordt <VersieIMRO >IMRO2008</ VersieIMRO >

<VersiePraktijkRichtlijn >PRGB2008</ VersiePraktijkRichtlijn >


Hoofdstuk 3

SPOOR 2 – Wijzigingen in de ministeriele regeling - in lijn met Chw/quick wins

In dit hoofdstuk zijn voorstellen voor de RO Standaarden opgenomen die gevolgen hebben

voor de ministeriele Regeling standaarden ruimtelijke ordening (Rsro). De meeste wijzigingen

ondersteunen of hangen samen met de zogenaamde Wro “Chw/quick wins” die naar

verwachting in juli 2012 zullen worden doorgevoerd. Tevens worden in dit kader het

verankeren c.q. ‘netter’ oplossen van bestaande werkafspraken opgenomen.

3.1 Maatvoeringtabellen gelijktrekken


Het ‘maximum aantal aaneen te bouwen wooneenheden’ is wel opgenomen in de tabel Maatvoeringen, niet

in OmvangWaarde.


Onderdeel Paragraaf 10.2 Domeinwaarden tabel Omvangwaarde

Was maximaal aantal wooneenheden

wordt maximum aantal wooneenheden


Het ‘verticale bouwdiepte (m)’ is wel opgenomen in de tabel Maatvoeringen, niet in OmvangWaarde.



Was Niet aanwezig

wordt verticale bouwdiepte (m)


De tabellen OmvangWaarde en Maatvoeringen verschillen. Deze gelijk trekken, waarbij de tabel

Maatvoeringen leidend is.



Was Niet aanwezig

wordt bebouwingspercentage (%)

maximum bebouwingspercentage (%)

minimum bebouwingspercentage (%)

aantal aaneen te bouwen wooneenheden

maximum aantal aaneen te bouwen wooneenheden

minimum aantal aaneen te bouwen wooneenheden

verticale bouwdiepte (m)

maximum verticale bouwdiepte (m)

minimum verticale bouwdiepte (m)




Was bruto vloeroppervlakte (m2)

netto vloeroppervlakte (m2)

maximum bruto vloeroppervlakte (m2)

minimum netto vloeroppervlakte (m2)

maximum bruto vloeroppervlakte (m2)

minimum netto vloeroppervlakte (m2)

wordt vloeroppervlakte; bruto (m2)

vloeroppervlakte; netto (m2)

maximum vloeroppervlakte; bruto (m2)

minimum vloeroppervlakte; netto (m2)

maximum vloeroppervlakte; bruto (m2)

minimum vloeroppervlakte; netto (m2)


Naam uit omvangwaarde aanpassen naar maximum. Alle 'maxima' worden met maximum aangeduid en

niet maximaal. Dit geldt ook voor de ‘minima’: alles wordt minimum en niet minimaal. Hierdoor is de

terminologie gelijkt met de gebruikte tabel OmvangWaarde.


Onderdeel Paragraaf 10.2 Domeinwaarden tabel Maatvoeringen

Was minimale goothoogte (m)

maximale goothoogte (m)

minimale- en maximale goothoogte (m)

minimale bouwhoogte (m)

maximale bouwhoogte (m)

minimale-maximale bouwhoogte (m)

minimale dakhelling (graden)

maximale dakhelling (graden)

maximale dakhelling (graden)

minimale goot- en bouwhoogte (m)

maximale goot- en bouwhoogte (m)

minimale-maximale goot- en bouwhoogte (m)

minimale goot-, bouwhoogte (m) en dakhelling (graden)

maximale goot-, bouwhoogte (m) en dakhelling (graden)

minimale-maximale goot-, bouwhoogte (m) en dakhelling (graden)

minimale goot-, bouwhoogte (m), dakhelling (graden) en maximum

bebouwingspercentage (%)

maximale goot-, bouwhoogte (m), dakhelling (graden) en maximum


minimale-maximale goot-, bouwhoogte (m), dakhelling (graden) en maximum


maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)

maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)

minimale en maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)

maximale bouwhoogte (m), aantal bouwlagen en maximum bebouwingspercentage (%)

wordt Naam Verklaring

minimum goothoogte (m)

maximum goothoogte (m)

minimum en maximum goothoogte (m)

minimum bouwhoogte (m)

maximum bouwhoogte (m)

minimum en maximum bouwhoogte (m)


minimum dakhelling (graden)

maximum dakhelling (graden)

maximum dakhelling (graden)

minimum goothoogte (m) en bouwhoogte (m)

maximum goothoogte (m) en bouwhoogte (m)

minimum en maximum goothoogte (m) en bouwhoogte (m)

minimum goothoogte (m), bouwhoogte (m) en dakhelling (graden)

maximum goothoogte (m), bouwhoogte (m) en dakhelling (graden)

minimum en maximum goothoogte (m), bouwhoogte (m) en dakhelling (graden)

minimum goothoogte (m), bouwhoogte (m) en dakhelling (graden) en maximum


maximum goothoogte (m), bouwhoogte (m), dakhelling (graden) en


minimum en maximum goothoogte (m), bouwhoogte (m), dakhelling (graden) en


maximum bouwhoogte (m) en bebouwingspercentage (%)

maximum goothoogte (m), bouwhoogte (m) en bebouwingspercentage (%)

minimum en maximum bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)

maximum bouwhoogte (m), aantal bouwlagen en bebouwingspercentage

(%)

Standaard Standaard vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP)

Onderdeel Bijlage 9 Verbeelding maatvoering

Was Naam Verklaring

s100 minimale goothoogte (m)

s101 maximale goothoogte (m)

s102 minimale- en maximale goothoogte (m)

s103 minimale bouwhoogte (m)

s104 maximale bouwhoogte (m)

s105 minimale-maximale bouwhoogte (m)

s106 minimale dakhelling (graden)

s107 maximale dakhelling (graden)

s108 maximale dakhelling (graden)

s110 minimale goot- en bouwhoogte (m)

s111 maximale goot- en bouwhoogte (m)

s112 minimale-maximale goot- en bouwhoogte (m)

s113 minimale goot-, bouwhoogte (m) en dakhelling (graden)

s114 maximale goot-, bouwhoogte (m) en dakhelling (graden)

s115 minimale-maximale goot-, bouwhoogte (m) en dakhelling (graden)

s116 minimale goot-, bouwhoogte (m), dakhelling (graden) en maximum


s117 maximale goot-, bouwhoogte (m), dakhelling (graden) en maximum


s118 minimale-maximale goot-, bouwhoogte (m), dakhelling (graden) en maximum


s123 maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)

s124 maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)

s125 minimale en maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)

s126 maximale bouwhoogte (m), aantal bouwlagen en maximum bebouwingspercentage

(%)

wordt Naam Verklaring

s100 minimum goothoogte (m)


s101 maximum goothoogte (m)

s102 minimum en maximum goothoogte (m)

s103 minimum bouwhoogte (m)

s104 maximum bouwhoogte (m)

s105 minimum en maximum bouwhoogte (m)

s106 minimum dakhelling (graden)

s107 maximum dakhelling (graden)

s108 maximum dakhelling (graden)

s110 minimum goothoogte (m) en bouwhoogte (m)

s111 maximum goothoogte (m) en bouwhoogte (m)

s112 minimum en maximum goothoogte (m) en bouwhoogte (m)

s113 minimum goothoogte (m), bouwhoogte (m) en dakhelling (graden)

s114 maximum goothoogte (m), bouwhoogte (m) en dakhelling (graden)

s115 minimum en maximum goothoogte (m), bouwhoogte (m) en dakhelling (graden)

s116 minimum goothoogte (m), bouwhoogte (m) en dakhelling (graden) en maximum


s117 maximum goothoogte (m), bouwhoogte (m), dakhelling (graden) en


s118 minimum en maximum goothoogte (m), bouwhoogte (m), dakhelling (graden) en


s123 maximum bouwhoogte (m) en bebouwingspercentage (%)

s124 maximum goothoogte (m), bouwhoogte (m) en bebouwingspercentage (%)

s125 minimum en maximum bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)

s126 maximum bouwhoogte (m), aantal bouwlagen en bebouwingspercentage

(%)

3.2 Definitie van een bouwwerk wijzigen


De definitie van een bouwwerk wordt aangepast.


Onderdeel Bijlage 11: begrippen

Was bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij

direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of

op de grond.

wordt bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij

direct hetzij indirect met de grond is verbonden, of direct of indirect steun vindt in of op

de grond.

3.3 Gebruik van SHA-2 PKI overheid certificaten


De wijzigingen in STRI worden gemaakt naar aanleiding van het memo dat door Geonovum is opgesteld

over nieuw type PKIoverheid certificaat per 1 januari 2011. De wijzigingen in STRI worden gemaakt naar

aanleiding van het memo dat door Geonovum is opgesteld over nieuw type PKIoverheid certificaat per 1


januari 20112.

3.4 Gebruik van punten en komma’s uniformeren via bepaling


Bij het opgeven van de maatvoeringInfo is vanuit IMRO niet duidelijk of een punt of een komma moet

worden gebruikt bij gebroken getallen: 3,5 of 3.5? In de praktijkrichtlijn is reeds aangeven dat bij niet

gehele getallen gebruikt moet worden gemaakt van de komma als scheidingsteken.

In IMRO wordt zoals in de bijbehorende partijrichtlijn expliciet aangegeven dat in het waardeveld van het

attribuut WaardeEnType gebruik dient te worden gemaakt van een komma als decimaal bij niet-gehele

getallen.


Onderdeel Paragraaf 6.4.7 Maatvoering

Was Attribuutnaam = maatvoeringInfo

m = 1..*

Toelichting = WaardeEnType: Samengesteld attribuut, bestaande uit een combinatie van

attributen om de waarden en waardetypen op te nemen:

• waarde [1]: De bij het waardeType horende waarde.

• waardeType [1]: Een keuze wordt gemaakt uit het open domein OmvangWaarde of

toegevoegd als vrije tekst.

wordt Attribuutnaam = maatvoeringInfo

m = 1..*

Toelichting = WaardeEnType: Samengesteld attribuut, bestaande uit een combinatie van

attributen om de waarden en waardetypen op te nemen:

• waarde [1]: De bij het waardeType horende waarde. Bij niet-gehele getallen wordt

gebruik gemaakt van een komma als decimaal scheidingsteken, voor duizendtallen

wordt geen scheidingsteken gehanteerd.

• waardeType [1]: Een keuze wordt gemaakt uit het open domein OmvangWaarde of

toegevoegd als vrije tekst.

3.5 Themalijsten toevoegen aan provinciale verordeningen en AMvB’s


Voor het object BESLUITVLAK_A is in de praktijkrichtlijn Algemene Maatregel van Bestuur voor het

attribuut thema geen domein opgenomen. Voor de ditzelfde object en attribuut is voor structuurvisies

(gemeentelijk, provinciaal en rijks) wel aangegeven dat een domein gebruikt kan worden.


Onderdeel Paragraaf 4.3 besluitvlak_A, tabel

Was attribuut = thema

waarde = naam thema

* = 1..n

nadere omschrijving waarde = vrije tekst

Wordt attribuut = thema

waarde = naam thema

2 Zie: http://www.geonovum.nl/sites/default/files/20110105_ros_pkioverheid_sha2.pdf


* = 1..n

nadere omschrijving waarde = vrij in te vullen, desgewenst één van de waarden volgens

voorlopig domein Thema


Onderdeel Paragraaf 4.4 besluitsubvlak_A, tabel


waarde = naam thema

* = 1..n

nadere omschrijving waarde = vrije tekst


waarde = naam thema

* = 1..n




Onderdeel Paragraaf 4.3 besluitvlak_P, tabel


waarde = naam thema

* = 1..n

Nadere omschrijving waarde = vrije tekst


waarde = naam thema

* = 1..n




Onderdeel Paragraaf 4.4 besluitsubvlak_P, tabel


waarde = naam thema

* = 1..n

Nadere omschrijving waarde = vrije tekst


waarde = naam thema

* = 1..n



3.6 Verbeelding vormvrije plannen onderdeel maken van de standaarden




Op basis van deze wijzigingverzoeken is een werkafspraak gemaakt die in de praktijk wordt toegepast: de

werkafspraak voor Verbeelding vormvrije plannen3. De werkafspraak wordt door middel van een nieuw

attribuut en nieuwe domein lijst aan het IMRO toegevoegd voor de volgende instrumenten

3 Zie: http://www.geonovum.nl/sites/default/files/20100824_ros_wa_verbeelding_vormvrije_plannen.pdf


� Structuurvisiegebied_G

� Structuurvisiecomplex_G

� Structuurvisiegebied_P

� Structuurvisiecomplex_P

� Structuurvisieverklaring_P

� Structuurvisiegebied_R

� Structuurvisiecomplex_R

� Besluitvlak_P

� Besluitsubvlak_P

� Besluitvlak_A

� Besluitsubvlak_A


Onderdeel Paragraaf 6.5.2 Structuurvisiegebied_G

Paragraaf 6.5.3 Structuurvisiecomplex_G

Paragraaf 6.6.2 Structuurvisiegebied_P

Paragraaf 6.6.3 Structuurvisiecomplex_P

Paragraaf 6.6.4 Structuurvisieverklaring_P

Paragraaf 6.7.2 Structuurvisiegebied_R

Paragraaf 6.7.3 Structuurvisiecomplex_R

Paragraaf 6.8.2 Besluitvlak_P

Paragraaf 6.8.3 Besluitsubvlak_P

Paragraaf 6.9.2 Besluitvlak_A

Paragraaf 6.9.3 Besluitsubvlak_A

Was Niet aanwezig

Wordt Attribuutnaam = cartografieInfo

m = 0..*

Toelichting = cartografieInfo: Samengesteld attribuut, bestaande uit een combinatie van

attributen om kaartnummer, kaartnaam en symboolcode op te nemen:

• kaartnummer [1]: het nummer van de kaart waartoe dit object behoort.

• kaartnaam [1]: naam van de kaart waartoe dit object behoort.

• symboolcode [0..1]: code van de gebruikte verbeelding voor weergave van het object

uit SLD SymboolCode lijst vormvrije plannen.

Standaard SLD SymboolCode lijst vormvrije plannen

Onderdeel -

Was Niet aanwezig

Wordt leveren



Onderdeel Paragraaf 10.2 Domeinwaarden

Was Niet aanwezig

wordt SymboolCode

Definitie: code van de gebruikte verbeelding van objecten in structuurvisies, provinciale

verordeningen en algemene maatregelen van bestuur.

<<enumeration>> SymboolCode


3.7 Eenvoudiger en eenduidiger vastleggen van planonderdelen



Structuurvisies hebben geen apart document toelichting:



Samenvatting van de bestandsnaam conventies in de PRGB strookt niet met hetgeen voorgeschreven in

STRI, tabel 2:




VerwijzingNaarTekst verschillende type, verschillende besluiten in PRGB;



Het betreft onder andere de verankering van de werkafspraak Bestandsnaamconventie toelichting van

een structuurvisie4. In de PRgSV,PRpSV en PRrSV staat bij het attribuut verwijzingNaarTekst: in format

bestandsnaamconventie beleidstekst of toelichting conform STRI2008. Volgens STRI2008 heeft een

structuurvisie geen apart document toelichting.

Daarnaast is in de STRI en PRGB (een praktijkrichtlijn voor een aantal verschillende instrumenten, in

tegenstelling tot de andere praktijkrichtlijnen) veel ruimte voor interpretatie zodat de VerwijzingNaarTekst

(vb_, d_ en b_) in de praktijk heel divers of dubbel worden toegepast. Gebruikers vullen de inhoud van

deze onderdelen naar eigen inzicht in waardoor de uniformiteit en de raadpleegbaarheid minder wordt.

De voorgeschreven planonderdelen per plantype worden vereenvoudigd tot minder verschillen per

plantype. Per plantype wordt duidelijk aangegeven welke planonderdelen voorgeschreven zijn. Verder

wordt de levering van Regels, Beleids/Besluitdocumenten en Toelichting gewijzigd. Dit levert de volgende

wijziging:


Onderdeel Paragraaf 2.1 Onderdelen van de Wro instrumenten

Was Volledige paragraaf inclusief tabellen

Wordt Ieder omgevingsinstrument is opgebouwd uit een samenhangende set onderdelen. Ieder

onderdeel bestaat uit één meerdere bronbestanden. Voor verschillende instrumenten is dit

een andere set, zoals gegeven in tabel 1 en tabel 2. Deze tabellen zijn limitatief. Een

omgevingsinstrument bestaat alleen uit de genoemde verplichte en optionele onderdelen.

Burgemeester en wethouders, gedeputeerde staten en de verantwoordelijke minister of

ministers (hierna aangeduid als bronhouder) stellen de geautoriseerde bronbestanden

beschikbaar aan een ieder. Bij iedere beschikbaarstelling wordt gekozen uit één van de

volgende twee opties:

Optie 1 : beschikbaar stellen met gebruikmaking van IMPRO2012, zie paragraaf 2.2;

Optie 2 : beschikbaar stellen zonder gebruikmaking van IMPRO2012, zie paragraaf 2.3.

Verklaring bij tabel 1 en tabel 2:

Bestandstype

bestandstype van het onderdeel; voor exacte bestandsformaten zie Hoofdstuk 3;

4 Zie: http://www.geonovum.nl/sites/default/files/20100125_PRxSV_wa_toelichting.pdf


[idn]

identificatienummer van het omgevingsinstrument, zie Hoofdstuk 5;

[xxx]

tekstuele extensie als onderdeel van de bestandsnaam, zie Hoofdstuk 6;

Multipliciteit

1 het onderdeel komt altijd precies 1 keer voor en is daarmee dus verplicht;

0..1 het onderdeel komt 0 of 1 keer voor en is dus optioneel;

0..* het onderdeel komt 0 of meer keer voor en is dus optioneel.

Nieuwe tabellen voor paragraaf 2.1 STRI:

Tabel 1 Bronbestanden indien er WEL gebruik wordt gemaakt van XML planteksten

Onderdeel van het

omgevingsinstrument

Naamconventie

(excl. extensie)

Bestandstype Multipliciteit

IMRO

[idn] GML 1

Planteksten

pt_[idn] XML 1

Vaststellingsbesluit

vb_[idn]

HTML, XHTML of

PDF 0..1

Bijlage

b_[idn]_[xxx]

HTML, XHTML of

PDF 0..*

Illustratie

i_[idn]_[xxx] JPEG, PNG of PDF 0..*

Geleideformulier

g_[idn] XML 1


Tabel 2 Bronbestanden indien er GEEN gebruik wordt gemaakt van XML planteksten

Plan : bestemmingsplan, beheersverordening, inpassingsplan, rijksbestemmingsplan, wijzigingsplan,

uitwerkingsplan

Besluit : aanwijzingsbesluit, amvb, provinciale verordening, reactieve aanwijzing,

voorbereidingsbesluit, omgevingsvergunning, exploitatieplan, gerechtelijke uitspraak

Visie : structuurvisie

Onderdeel van het

omgevingsinstrument

Naamconventie

(excl. extensie)

Bestandstype Multipliciteit

Plan Besluit Visie

IMRO

[idn] GML 1

Regels

r_[idn] HTML of XHTML 1 0..1 0

Beleids-/Besluitdocument

d_[idn]

HTML, XHTML of

PDF 0 0..1 0..1

Toelichting

t_[idn]

HTML, XHTML of

PDF 1 0..1 0..1

Vaststellingsbesluit

vb_[idn]

HTML, XHTML of

PDF 0..1

Bijlage

b_[idn]_[xxx]

HTML, XHTML of

PDF 0..*

Illustratie

i_[idn]_[xxx] JPEG, PNG of PDF 0..*

Geleideformulier

g_[idn] XML 1

Verwijzingen naar tekst en verwijzing naar objectgerichte tekst zijn conditioneel en sluiten elkaar uit.

Dit komt bij alle plangebieden en bij alle planobjecten in IMRO met een tekstverwijzing voor.

Als voorbeeld het bestemmingsplangebied.


Onderdeel Paragraaf 6.4.1 Bestemmingsplangebied

Was verwijzingNaarTekstInfo

TekstReferentiePG_BP: Samengesteld attribuut waarin opgenomen:

• verwijzingNaarTekst [1]: Verwijzing naar de plantekst in format conform de

STRI2008. Opgenomen wordt het identificerende gedeelte van een (hyper)link naar

een bestand en of locatie daarin. De locatie van het bestand zelf wordt niet

opgenomen. De waarde kan als een hyperlink geïmplementeerd worden.

• typeTekst [1]: aanduiding van het type tekst waarnaar verwezen wordt. Domein:

TeksttypePG_BP.

Attribuut wordt met de volgende cardinaliteit opgenomen:

1 verwijzing naar volledige toelichting.

1 verwijzing naar volledige regels.

0..1 verwijzing naar elk typeTekst volledige bijlagen.


wordt verwijzingNaarTekstInfo

Verwijzing naar tekst.

Dit attribuut is conditioneel: het attribuut is opgenomen indien het attribuut

verwijzingNaarObjectgerichteTekst niet is opgenomen en andersom.

TekstReferentiePG_BP: Samengesteld attribuut waarin opgenomen:

• verwijzingNaarTekst [1]: Verwijzing naar de plantekst in format conform de

STRI2012. Opgenomen wordt het identificerende gedeelte van een (hyper)link naar

een bestand en of locatie daarin. De locatie van het bestand zelf wordt niet

opgenomen. De waarde kan als een hyperlink geïmplementeerd worden.

• typeTekst [1]: aanduiding van het type tekst waarnaar verwezen wordt. Domein:

TeksttypePG_BP.

Attribuut wordt met de volgende cardinaliteit opgenomen:

1 verwijzing naar volledige toelichting.

1 verwijzing naar volledige regels.

0..1 verwijzing naar elk typeTekst volledige bijlagen.



Was verwijzingNaarObjectgerichteTekst

Verwijzing naar de tekst in objectgerichte vorm.

Dit attribuut is conditioneel: het attribuut is opgenomen indien het attribuut

verwijzingNaarTekstInfo niet is opgenomen en andersom.

Bestandsnaam conform bestandsnaamconventie PRPT2012 en STRI2012. Opgenomen

wordt het identificerende gedeelte van een (X)link naar een XML bestand en de locatie

daarin. De locatie van het bestand wordt niet opgenomen.

De waarde wordt als Xlink geïmplementeerd in het IMRO-GML uitwisselingsformaat.

wordt verwijzingNaarObjectgerichteTekst

Verwijzing naar de plantekst in objectgerichte vorm. Bestandsnaam conform

bestandsnaamconventie PRPT2012 en STRI2012. Opgenomen wordt het identificerende

gedeelte van een (X)link naar een XML bestand en de locatie daarin. De locatie van het

bestand wordt niet opgenomen.

De waarde wordt als Xlink geïmplementeerd in het IMRO-GML uitwisselingsformaat.

Waarden voor verwijzingen naar tekst of illustratie zijn in IMRO bestand conform afspraak in STRI. OCL

constraints zijn opgesteld die dat vastleggen. Een voorbeeld.


Onderdeel Hoofdstuk 8 OCL Model Constraints

Was afwezig

wordt Format voor verwijzing vaststellingsbesluit Inv FormatVerwijzingBesluit:

Context: IMRO2012::Bestemmingsplangebied def: namespace : String = self.identificatie.NEN361 0ID.namespace


def: lokaalID : String = self.identificatie.NEN3610 ID.lokaalID def: planID : String = namespace + '.' + lokaalID + '-' + versie def: aantalKarakters : Integer = planID.size() and

self.verwijzingNaarVaststellingsbesluit.substring(1 ,aantalKarakters + 3) =

'vb_' + planID


Onderdeel Gehele document

Was Praktijkrichtlijn voor 7 documenten. Niet per instrument precies aangegeven wat wordt

verwacht en moet worden ingevuld.

Wordt Gehele document aanpassen naar instrumenten: • voorbereidingsbesluit • beheersverordening • aanwijzingsbesluit (proactieve aanwijzing) • reactieve aanwijzing Daarnaast aangeven wat is bedoeld. In lijn met de uitleg in het document Structuurvisies en gebiedsgerichte besluiten.


Onderdeel Gehele document

Was Praktijkrichtlijn geeft onduidelijkheden op het punt van te koppelen teksten

(VerwijzingNaarTekst)

Wordt Praktijkrichtlijn verduidelijken op het punt van te koppelen teksten: beleidstekst of

besluittekst. Wanneer wordt welke gebruikt. Dit moet aansluiten op het xml-schema en

het aangepaste schema in STRI (VerwijzingNaarTekst)

3.8 Wabo/Chw/quick wins consequenties doorvoeren in standaarden

Het betreft de verankering van een deel van de werkafspraak Terminologie Wabo in SVBP5 en de

werkafspraak Elektronisch publiceren kennisgeving omgevingsvergunning6.



Het Wro instrument binnenplanse ontheffing bestaat na inwerkingtreden Wabo niet meer. In het kader van

de Wabo worden dit afwijkingsregels. De SVBP gaat uit van ontheffingen.


Onderdeel Paragraaf 10.2 Domeinwaarden tabel Gebiedsaanduidingen

Was wro-zone - ontheffingsgebied

wro-zone – ontheffingsgebied ..

wordt wro-zone - afwijkingsgebied

wro-zone – afwijkingsgebied ..


Onderdeel Paragraaf 4.2 Gebiedsaanduiding, tabel

Was wro-zone

- moderniseringsgebied

- ontheffingsgebied

5 Zie: http://www.geonovum.nl/sites/default/files/20101104_svbp_wa_wabo.pdf 6 Zie: http://www.geonovum.nl/sites/default/files/20101104_ros_wa_wabo.pdf


- verwerkelijking in naaste toekomst

- wijzigingsgebied

Wordt wro-zone

- afwijkingsgebied


- verwezenlijking in naaste toekomst


Implementatie van werkafspraak voor de Wabo7 Elektronisch publiceren kennisgeving

omgevingsvergunning. De RO Standaarden worden integraal aangepast zodanig dat er een volledige

aansluiting met de Wabo wordt gerealiseerd. Dit betekent ten eerste dat de planvormen projectbesluit,

buiten toepassingverklaring beheersverordening en de tijdelijke ontheffing buitenplans komen te vervallen.

Verder wordt er binnen de RO Standaarden een betere voorziening getroffen om een kennisgeving van een

omgevingsvergunning die is verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, sub 3e van

de Wabo beschikbaar te stellen (het voormalig projectbesluit Wro). Deze noodzakelijk basiswijziging kan

worden aangevuld door niet alleen de kennisgeving, maar de gehele omgevingsvergunning inclusief

ruimtelijke onderbouwing en bijlagen beschikbaar te stellen. Dit zowel voor de status ontwerp als de

verleende omgevingsvergunning van artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, sub 3e van de Wabo. Het

projectuitvoeringsbesluit wordt vanuit de Crisis- en herstelwet (Chw) ook onder gebracht in de Wabo en

krijgt een zelfde verplichting en uitwerking als het voormalig projectbesluit Wro. Met beide vormen van de

omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bestemmingsplan.

NB: voor de goede orde wordt opgemerkt dat het voormalig Wro projectbesluit en nu nog

projectuitvoeringsbesluit Chw nog geen duidelijke nieuw te hanteren begrippen kent die als zodanig

eenvoudig in de RO Standaarden 2012 kunnen worden overgenomen. Om die reden is de onderstaande

was-wordt gebruik gemaakt van de volgende begrippen: � De omgevingsvergunning (voormalig Wro projectbesluit)

� De omgevingsvergunning (voormalig Chw projectuitvoeringsbesluit)

De begrippen kunnen daarmee nog anders worden in het definitieve wijzigingsvoorstel.


Onderdeel Paragraaf 6.10 IMRO voor overige gebiedsgerichte besluiten

Was Het model voor Overige Gebiedsgerichte Besluiten. Onder deze groep vallen de volgende

besluittypen: - Het voorbereidingsbesluit - De beheersverordening - Het projectbesluit - De ontheffing buitenplans - De buiten toepassingsverklaring beheersverordening - Het aanwijzingsbesluit (proactieve aanwijzing) - De reactieve aanwijzing.

Wordt Het model voor Overige Gebiedsgerichte Besluiten. Onder deze groep vallen de volgende

besluittypen: - Aanwijzingsbesluit (proactieve aanwijzing) - Beheersverordening - Omgevingsvergunning (voormalig Wro projectbesluit)

- Omgevingsvergunning (voormalig Chw projectuitvoeringsbesluit) - Reactieve aanwijzing - Voorbereidingsbesluit


Onderdeel Paragraaf 10.2 Domein RuimtelijkPlanOfBesluit_XGB

7 Zie http://www.geonovum.nl/dossiers/rostandaarden/standaard/werkafspraken


Was aanwijzingsbesluit

beheersverordening

buiten toepassing verklaring beheersverordening

projectbesluit

reactieve aanwijzing

tijdelijke ontheffing buitenplans

voorbereidingsbesluit

Wordt aanwijzingsbesluit

beheersverordening

omgevingsvergunning (voormalig Wro projectbesluit)

omgevingsvergunning (voormalig Chw projectuitvoeringsbesluit)




Onderdeel Paragraaf 10.2 Domein Instrument_GSV

Was beheersverordening

bestemmingsplan

coördinatieregeling

inpassingsplan

ontheffing buitenplans

proactieve aanwijzing

projectbesluit


verordening


zienswijze

Wordt beheersverordening

bestemmingsplan


inpassingsplan





verordening


zienswijze


Onderdeel Paragraaf 10.2 Domein Instrument_PSV

Was bestuurlijke afspraken (convenanten)


inpassingsplan


projectbesluit


verordening

vooroverleg

zienswijze

Wordt bestuurlijke afspraken (convenanten)



inpassingsplan





verordening

vooroverleg

zienswijze


Onderdeel Paragraaf 10.2 Domein Instrument_RSV

Was amvb

beheersverordening

bestemmingsplan

bestuurlijke afspraken


inpassingsplan

ontheffing buitenplans


projectbesluit

verordening


vooroverleg

zienswijze

Wordt amvb

beheersverordening

bestemmingsplan

bestuurlijke afspraken


inpassingsplan




verordening


vooroverleg

zienswijze


Onderdeel Paragraaf 1.1 Aanleiding

Was De PRGB2008 is van toepassing op de instrumenten: • voorbereidingsbesluit • beheersverordening • projectbesluit • tijdelijke ontheffing buitenplans • buiten toepassingsverklaring beheersverordening • aanwijzingsbesluit (proactieve aanwijzing) • reactieve aanwijzing

Wordt De PRGB2008 is van toepassing op de Wro instrumenten: • aanwijzingsbesluit (proactieve aanwijzing) • beheersverordening • reactieve aanwijzing • voorbereidingsbesluit Daarnaast is de PRGBP2008 van toepassing op de volgende onderdelen van de omgevingsvergunning van de Wabo:


• omgevingsvergunning (voormalig Wro projectbesluit) • omgevingsvergunning (voormalig Chw projectuitvoeringsbesluit)


Onderdeel Paragraaf 2.2 De gebiedsgerichte besluiten

Was het projectbesluit: artikel 3.10, 3.27 en 3.29

Het projectbesluit biedt de mogelijkheid om vooruitlopend op een bestemmingsplan een

project te realiseren. Een projectbesluit dient binnen een tot vijf jaar verplicht te worden

opgenomen in een nieuw bestemmingsplan.

de tijdelijke ontheffing buitenplans: artikel 3.22

Dit betreft een ontheffing om met het oog op de voorziening in een tijdelijke behoefte

voor een bepaalde termijn af te wijken van het bestemmingsplan, vergelijkbaar met

artikel 17 WRO.

de buiten toepassingverklaring beheersverordening: artikel 3.40, 3.41 en 3.42

Dit betreft een besluit van de gemeenteraad dat de beheersverordening ten behoeve van

de verwe-zenlijking van een project buiten toepassing blijft. De beheersverordening is een

nieuw instrument.

Wordt Tekst verwijderen



Was Niet aanwezig

Wordt De omgevingsvergunning (voormalig Wro projectbesluit) Uitleg* De omgevingsvergunning (voormalig Chw projectuitvoeringsbesluit) Uitleg* * in de uitleg in de PRGB zal worden aangegeven dat het voor beide type omgevingsvergunningen mogelijk is, naast alleen de kennisgeving, ook de gehele omgevingsvergunning inclusief ruimtelijke onderbouwing en bijlagen optioneel beschikbaar te stellen.


Onderdeel Paragraaf 2.3 Samenvatting, tabel

Was projectbesluit

art. 3.10 gem. PRGB2008

art. 3.27 prov. id.

art. 3.29 Rijk id.

art. 3.40, lid 1 gem. id.


art. 3.22 gem. PRGB2008

buiten toepassingverklaring beheersverorde-ning art. 3.40 gem. PRGB2008 art. 3.41 prov. id. art. 3.42 Rijk id.

Wordt Tekst verwijderen




Was GEBIEDSGERICHTE BESLUITEN VOLGENS DE Wro

naam gebiedsgericht besluit wetsartikel Wro 1) Overheid praktijkrichtlijn

structuurvisie art. 2.1 art. 2.2 art. 2.3

gem.

prov.

Rijk

PRgSV2008

PRpSV2008

PRrSV2008

voorbereidingsbesluit art. 3.7 art. 3.26, lid 2 art. 3.28, lid 2 art. 4.1, lid 5 art. 4.2, lid 3 art. 4.3, lid 4 art. 4.4, lid 3 art. 10.3, lid 2

gem.

prov.

Rijk

prov.

prov.

Rijk

Rijk

Rijk

PRGB2008

id.

id.

id.

id.

id.

id.

id.

bestemmingsplan art. 3.1 gem. PRBP2008

uitwerkingsplan van bestemmingsplan art. 3.6 gem. PRBP2008

wijzigingsplan van bestemmingsplan art. 3.6 gem. PRBP2008

inpassingsplan art. 3.26 art. 3.28

prov.

Rijk

PRBP2008

id.

uitwerkingsplan van inpassingsplan art. 3.26, lid 4 art. 3.28, lid 4

prov.

Rijk

PRBP2008

id.

wijzigingsplan van inpassingsplan art. 3.26, lid 4 art. 3.28, lid 4

prov.

Rijk

PRBP2008

id.

rijksbestemmingsplan art. 10.3 Rijk PRBP2008

uitwerkingsplan van rijksbestemmingsplan art. 10.3, lid 2 Rijk PRBP2008

wijzigingsplan van rijksbestemmingsplan art. 10.3, lid 2 Rijk PRBP2008

beheersverordening art. 3.38 gem. PRGB2008

projectbesluit art. 3.10 art. 3.27 art. 3.29 art. 3.40, lid 1

gem.

prov.

Rijk

gem.

PRGB2008

id.

id.

id.


tijdelijke ontheffing buitenplans art. 3.22 gem. PRGB2008

buiten toepassingverklaring beheersverordening art. 3.40 art. 3.41 art. 3.42

gem.

prov.

Rijk

PRGB2008

id.

id.

provinciale verordening art. 4.1 prov. PRPV2008

aanwijzingsbesluit (proactieve aanwijzing) art. 4.2 art. 4.4

prov.

Rijk

PRGB2008

id.

reactieve aanwijzing art. 3.8, lid 6 prov., Rijk PRGB2008

amvb art. 4.3 Rijk PRAMvB2008

KB landsverdediging art. 10.4 Rijk

gerechtelijke uitspraken - rechtban-

ken/ABRS

grijs: betrokken in de voorliggende praktijkrichtlijn PRGB2008 1) artikelnummers overeenkomstig het staatsblad nr. 566, jaargang 2006

Wordt GEBIEDSGERICHTE BESLUITEN VOLGENS DE Wro EN Wabo

naam gebiedsgericht besluit wetsartikel Overheid praktijkrichtlijn

aanwijzingsbesluit (proactieve aanwijzing) Wro art. 4.2

Wro art. 4.4

prov.

Rijk

PRGB2008

id.

beheersverordening Wro art. 3.38 gem. PRGB2008


ken/ABRS


Wabo art. 2.12, lid 1,

onderdeel a, sub 3e

gem.

prov.

Rijk

gem.

PRGB2008

id.

id.

id.

omgevingsvergunning (voormalig Chw

projectuitvoeringsbesluit)

Wabo art. 2.2,

onderdeel a

gem.

prov.

Rijk

gem.

PRGB2008

id.

id.

id.

reactieve aanwijzing Wro art. 3.8, lid 6 prov., Rijk PRGB2008

voorbereidingsbesluit Wro art. 3.7

Wro art. 3.26, lid 2

gem.

prov.

PRGB2008

id.



Wro art. 4.1, lid 5

Wro art. 4.2, lid 3

Wro art. 4.3, lid 4

Wro art. 4.4, lid 3


Rijk

prov.

prov.

Rijk

Rijk

Rijk

id.

id.

id.

id.

id.

id.



Onderdeel Paragraaf 4.2 Klasse Besluitgebied_X, tabel

Was Attribuut = typePlan

waarde = voorbereidingsbesluit, beheersverordening, projectbesluit, tijdelijke ontheffing

buitenplans, buiten toepassing verklaring beheersverordening, aanwijzingsbesluit of


* = 1

Nadere omschrijving waarde = één van de waarden volgens domein

RuimtelijkPlanOfBesluit_XGBP

Wordt Attribuut = typePlan

waarde = voorbereidingsbesluit, beheersverordening, aanwijzingsbesluit, reactieve

aanwijzing of omgevingsvergunning (voormalig Wro projectbesluit) en


* = 1




Onderdeel Paragraaf 4.2 Klasse Besluitgebied_X, toelichting typePlan

Was • voorbereidingsbesluit, • beheersverordening, • projectbesluit, • tijdelijke ontheffing buitenplans, • buiten toepassing verklaring beheersverordening, • aanwijzingsbesluit of

• reactieve aanwijzing Wordt • aanwijzingsbesluit

• beheersverordening,

• omgevingsvergunning (voormalig Wro projectbesluit)

• omgevingsvergunning (voormalig Chw projectuitvoeringsbesluit)

• reactieve aanwijzing

• voorbereidingsbesluit



In bijlage 11 van de SVBP is het begrip bouwen opgenomen. Met de inwerkingtreding van de Wabo moet

dit begrip aangepast worden.


Onderdeel Bijlage 11: Begrippen

Was bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het

vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of

veranderen van een standplaats.

wordt bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het

vergroten van een bouwwerk.


3.9 Systeem van aanduidingen aanpassen















Wanneer de systematiek van aanduidingen wordt aangepast, heeft dit effect op met name op de SVBP en

PRBP waarin de werkwijze is toegelicht.

Daarnaast betreft het de verankering van de werkafspraak Verwezenlijking naaste toekomst in een wro-

zone8. Artikel 3.4 Wro spreekt van de aanwijzing van gronden voor 'verwezenlijking' in de naaste

toekomst'. De SVBP (versie 1.1 van dec. 2008) spreekt over gebiedsaanduiding 'wro-zone -

verwerkelijking in de naaste toekomst'.

De systematiek met gebiedsaanduidingen wordt als volgt:

� Gebiedsaanduidinggroep “wro-zone” wordt vervangen door “wetgevingzone”;

� Gebiedsaanduidinggroep “wetgevingzone” wordt voorzien van meerdere wetgeving voorbeelden;

� Gebiedsaanduidinggroep “overig” wordt vervangen door “overige zone”;

� Gebiedsaanduidinggroep “overige zone” wordt voorzien van voorbeelden;

� In de SVBP wordt beter toegelicht wanneer er van een dubbelbestemming resp. een

gebiedsaanduiding moet worden gebruikt.



Was wro-zone

wro-zone - ..

wro-zone - afwijkingsgebied

wro-zone – afwijkingsgebied ..

wro-zone – moderniseringsgebied

wro-zone – moderniseringsgebied ..

wro-zone – verwezenlijking in naaste toekomst

wro-zone – verwezenlijking in naaste toekomst ..

wordt wetgevingzone

wetgevingzone - ..

wetgevingzone - afwijkingsgebied

wetgevingzone – afwijkingsgebied ..

wetgevingzone – moderniseringsgebied

wetgevingzone – moderniseringsgebied ..

wetgevingzone – natura2000

8 Zie: http://www.geonovum.nl/sites/default/files/20100125_SVBP_wa_verwezelijking_wro-zone.pdf


wetgevingzone – natura2000 ..

wetgevingzone – tracé wet

wetgevingzone – tracé wet ..

wetgevingzone – verwezenlijking in naaste toekomst

wetgevingzone – verwezenlijking in naaste toekomst

wetgevingzone – waterwet

wetgevingzone – waterwet ..

wetgevingzone – wet geluidhinder

wetgevingzone – wet geluidhinder ..



Was niet aanwezig

wordt overige zone

overige zone - ..

overige zone – archeologische waarde

overige zone – archeologische waarde ..

overige zone – natuurwaarde

overige zone – natuurwaarde ..


Onderdeel Paragraaf 10.2 Domeinwaarden tabel Gebiedsaanduidinggroep

Was wro-zone

overig

Wordt wetgevingzone

overige zone



Was wro-zone

- afwijkingsgebied



Wordt wetgevingzone

- afwijkingsgebied


- natura2000

- tracé wet


- waterwet

- wet geluidhinder



Was overig

Wordt overige zone

- archeologische waarde

- natuurwaarde



Was


Groep van gebiedsaanduidingen Specifieke gebiedsaanduidingen

geluidzone

- industrie - spoor - weg

luchtvaartverkeerzone

vrijwaringszone

- buisleidingenstraat - dijk - duin - molenbiotoop - radar - spoor - straalpad - vaarweg - weg

veiligheidszone

- bevi - leiding - lpg - munitie - vervoer gevaarlijke stoffen - vuurwerk

- windturbine

milieuzone

- bodembeschermingsgebied - geluidsgevoelige functie - geurzone - grondwaterbeschermingsgebied - stiltegebied - waterwingebied - zones Wet milieubeheer

wro-zone

- moderniseringsgebied - ontheffingsgebied - verwerkelijking in naaste toekomst

- wijzigingsgebied

reconstructiewetzone

- extensiveringsgebied - landbouwontwikkelingsgebied - verwervingsgebied

overig

Wordt

Groep van gebiedsaanduidingen Specifieke gebiedsaanduidingen

geluidzone

- industrie

- spoor

- weg

luchtvaartverkeerzone

milieuzone

- bodembeschermingsgebied

- geluidsgevoelige functie

- geurzone

- grondwaterbeschermingsgebied

- stiltegebied

- waterwingebied

- zones Wet milieubeheer

reconstructiewetzone

- extensiveringsgebied

- landbouwontwikkelingsgebied

- verwervingsgebied

veiligheidszone

- bevi

- leiding


- lpg

- munitie

- vervoer gevaarlijke stoffen

- vuurwerk

- windturbine

vrijwaringszone

- buisleidingenstraat

- dijk

- duin

- molenbiotoop

- radar

- spoor

- straalpad

- vaarweg

- weg

waarde - archeologie

- natuur

wetgevingzone

- afwijkingsgebied


- natura2000

- tracé wet


- waterwet

- wet geluidhinder

overige zone

- archeologische waarde

- natuurwaarde


Onderdeel Paragraaf 4.2 Gebiedsaanduiding

Was Niet aanwezig

Wordt Toelichten wanneer er van een dubbelbestemming resp. een gebiedsaanduiding moet

worden gebruikt en het gebruik van ´wetgevingzone´ en ´overige zone´ bij een

gebiedsaanduiding.

De systematiek met functieaanduidingen wordt als volgt:

� ‘specifieke vorm van’ vervalt;

� Er kan gebruik worden gemaakt van de bestaande functieaanduidingen lijst, deze is vrij uitbreidbaar;

� De lijst wordt opgenomen in de toelichting op de SVBP (de praktijkrichtlijn voor vergelijkbare

bestemmingsplannen) en komt te vervallen in IMRO en SVBP. Wel is de lijst opgenomen in het IMRO

schema voor implementatie en gebruik in software. De lijst wordt door de beheerder van de RO

Standaarden periodiek geactualiseerd.


Onderdeel Paragraaf 6.4.5 Functieaanduidingen

Was Attribuut = naam

m = 1

Toelichting = Naam van de functieaanduiding. Domein: Functieaanduidingen

Wordt Attribuut = naam

m = 1

Toelichting = De volledige naam van de functieaanduiding volgens de regel.


Onderdeel Paragraaf 4.3 Functieaanduiding

Was Volledige paragraaf


Wordt Aanpassen


Onderdeel Paragraaf 3.4.3 Klasse Functieaanduiding, tabel


* = 1

Waarde = naam Functieaanduiding

Nadere omschrijving waarde = één van de waarden uit domein Functieaanduidingen; in

met name genoemde gevallen aangevuld met vrije tekst; conform SVBP2008

Wordt Attribuut = naam

* = 1

Waarde = naam Functieaanduiding

Nadere omschrijving waarde = De volledige naam van de functieaanduiding volgens de

lijst PRVBP2012 of een nieuw te geven naam.


Onderdeel Paragraaf 3.4.3 Klasse Functieaanduiding, toelichting

Was naam (verplicht)

De waarde van het attribuut naam wordt bepaald door de lijst van functies die wordt

voorgeschreven door de SVBP2008 en die is opgenomen als domein Functieaanduidingen.

Deze waarde is in principe een van de vaste waarden uit de domeinlijst Functie-

aanduidingen.

In het geval de gewenste functie daarin niet voorkomt dient als waarde de functie te

worden opgenomen die in de bijbehorende regel wordt genoemd. Dit betreft dan de

functie die in de SVBP2008 wordt bedoeld met "specifieke vorm van … - …". Op de plaats

van de tweede serie puntjes moet de gewenste functie worden ingevuld. De waarde van

het attribuut naam wordt in dit geval bijvoorbeeld: "specifieke vorm van bedrijf -

autoreparatiebedrijf".

Overeenkomstig de SVBP kent het domein Functieaanduidingen ook functies die kunnen

worden uitgesloten. Daarvoor geldt hetzelfde als hierboven omschreven. In het geval met

een functieaanduiding een ongewenste functie wordt benoemd, luidt de waarde van het

attribuut naam in het hiervoor genoemde voorbeeld: "specifieke vorm van bedrijf

uitgesloten - autoreparatiebedrijf". Het woord autoreparatiebedrijf wordt dan ingevuld ter

plaatse van de tweede serie puntjes: "specifieke vorm van … uitgesloten - … ". Een

vergelijkbare situatie doet zich voor bij bijvoorbeeld de functieaanduiding "bedrijf tot en

met categorie … uitgesloten. Ter plaatse van de puntjes wordt dan de categorie ingevuld.

Het attribuut naam is essentieel voor een juist juridisch gebruik van het bestemmingsplan.

Bij de digitale raadpleging van een bestemmingsplan zal de waarde van het attribuut

naam getoond worden. De waarde van het attribuut naam moet daartoe identiek zijn aan

de functie die in de planregel wordt genoemd.

Een applicatie kan behulpzaam zijn bij het op de juiste wijze invullen van de waarde van

dit attribuut.

Wordt Aanpassen


Onderdeel Paragraaf 3.4.3 Klasse Functieaanduiding, toelichting

Was Niet aanwezig

Wordt Toelichten


Onderdeel Paragraaf 10.2 Domeinwaarden tabel Functieaanduidingen

Was aanwezig


Wordt verplaatsen naar IMRO.xsd, waaruit ´specifieke vorm van´is verwijderd


Onderdeel Bijlage 6 verbeelding functieaanduidingen

Was Tabel met functieaanduidingen

Wordt verplaatsen naar PRVBP2012, waaruit ´specifieke vorm van´is verwijderd

3.10 Feature members multi-geometrieën uitbreiden met multipunt, -lijn en -vlak


Het betreft de verankering van de werkafspraak Multigeometrie9.

Het samengesteld geometrietype PuntLijnVlakCombi staat combinaties van verschillende

geometrieprimitieven toe in 1 featureMember. Dat is voor interoperabiliteit ongewenst. In het huidige

model kan dit type op alle plaatsen vervangen worden door PuntLijnVlakMulti zonder dat dat beperkingen

voor geometrie modellering inhoudt.


Onderdeel Hoofdstuk 7 Geometrietypen

Was Imro2008::PuntLijnVlakCombi

Wordt Verwijderen


Onderdeel Paragraaf 6.5.2 Structuurvisiegebied_G

Was Associaties

begrenzing [1..*]: Verwijzing naar een object GeometrieBesluitobject_A bestaande uit:

- geometrie [1]: Coördinaten in GML format. Domein: PuntLijnVlakCombi. Punt,

lijn, vlak of combinatie daarvan. Zie hoofdstuk 7: Geometrietypen.

Wordt Associaties


- geometrie [1]: Coördinaten in GML format. Domein: PuntLijnVlakMulti. Punt, lijn,

vlak of multiversies daarvan. Zie hoofdstuk 7: Geometrietypen.


Onderdeel Paragraaf 6.5.3 Structuurvisiecomplex_G

Was Associaties



lijn, vlak of multiversies daarvan. Zie hoofdstuk 7: Geometrietypen.

Wordt Associaties



vlak of combinatie daarvan. Zie hoofdstuk 7: Geometrietypen.


Onderdeel Paragraaf 6.6.2 Structuurvisiegebied_P

9 Zie: http://www.geonovum.nl/sites/default/files/20100831_imro_wa_multigeometrie.pdf


Was Associaties




Wordt Associaties





Onderdeel Paragraaf 6.6.3 Structuurvisiecomplex_P

Was Associaties




Wordt Associaties





Onderdeel Paragraaf 6.7.2 Structuurvisiegebied_R

Was Associaties




Wordt Associaties





Onderdeel Paragraaf 6.7.3 Structuurvisiecomplex_R

Was Associaties




Wordt Associaties





Onderdeel Paragraaf 6.8.3 Besluitsubvlak_P

Was Associaties





Wordt Associaties





Onderdeel Paragraaf 6.9.3 Besluitsubvlak_A

Was Associaties




Wordt Associaties











Onderdeel In alle documenten

Was beschrijving van punt, lijn, vlak of combinatie daarvan

Wordt beschrijving van punt, lijn, vlak of meervoudige versies daarvan (multipunt, multilijn,

multivlak).

3.11 Grondexploitatieplannen digitaal uitwisselen


Het grondexploitatieplan wordt als gebiedsgericht besluit in de RO Standaarden opgenomen. Dit betekent

naast de wijziging van het IMRO en de PRGB in het kader van de Wabo (zie paragraaf 3.8) nog een nieuw

instrument toevoegen.




besluittypen: - Het voorbereidingsbesluit - De beheersverordening - Het projectbesluit - De ontheffing buitenplans - De buiten toepassingsverklaring beheersverordening - Het aanwijzingsbesluit (proactieve aanwijzing) - De reactieve aanwijzing.


besluittypen:


- Aanwijzingsbesluit (proactieve aanwijzing) - Beheersverordening

- Exploitatieplan - Omgevingsvergunning (voormalig Wro projectbesluit) - Omgevingsvergunning (voormalig Chw projectuitvoeringsbesluit) - Reactieve aanwijzing

- Voorbereidingsbesluit




beheersverordening

buiten toepassing verklaring beheersverordening

projectbesluit





beheersverordening

exploitatieplan







Was De PRGB2008 is van toepassing op de instrumenten: • voorbereidingsbesluit • beheersverordening • projectbesluit • tijdelijke ontheffing buitenplans • buiten toepassingsverklaring beheersverordening • aanwijzingsbesluit (proactieve aanwijzing) • reactieve aanwijzing

Wordt De PRGB2012 is van toepassing op de Wro instrumenten: • aanwijzingsbesluit (proactieve aanwijzing) • beheersverordeningexploitatieplan • reactieve aanwijzing • voorbereidingsbesluit Daarnaast is de PRGBP2008 van toepassing op de volgende onderdelen van de omgevingsvergunning van de Wabo: • omgevingsvergunning (voormalig Wro projectbesluit) • omgevingsvergunning (voormalig Chw projectuitvoeringsbesluit)



Was Niet aanwezig

Wordt Het exploitatieplan: artikel 6.1 Uitleg




Was GEBIEDSGERICHTE BESLUITEN VOLGENS DE Wro

naam gebiedsgericht besluit wetsartikel Wro 1) Overheid praktijkrichtlijn

structuurvisie art. 2.1 art. 2.2 art. 2.3

gem.

prov.

Rijk

PRgSV2008

PRpSV2008

PRrSV2008

voorbereidingsbesluit art. 3.7 art. 3.26, lid 2 art. 3.28, lid 2 art. 4.1, lid 5 art. 4.2, lid 3 art. 4.3, lid 4 art. 4.4, lid 3 art. 10.3, lid 2

gem.

prov.

Rijk

prov.

prov.

Rijk

Rijk

Rijk

PRGB2008

id.

id.

id.

id.

id.

id.

id.

bestemmingsplan art. 3.1 gem. PRBP2008

uitwerkingsplan van bestemmingsplan art. 3.6 gem. PRBP2008

wijzigingsplan van bestemmingsplan art. 3.6 gem. PRBP2008

inpassingsplan art. 3.26 art. 3.28

prov.

Rijk

PRBP2008

id.

uitwerkingsplan van inpassingsplan art. 3.26, lid 4 art. 3.28, lid 4

prov.

Rijk

PRBP2008

id.

wijzigingsplan van inpassingsplan art. 3.26, lid 4 art. 3.28, lid 4

prov.

Rijk

PRBP2008

id.

rijksbestemmingsplan art. 10.3 Rijk PRBP2008

uitwerkingsplan van rijksbestemmingsplan art. 10.3, lid 2 Rijk PRBP2008

wijzigingsplan van rijksbestemmingsplan art. 10.3, lid 2 Rijk PRBP2008

beheersverordening art. 3.38 gem. PRGB2008

projectbesluit art. 3.10 art. 3.27 art. 3.29 art. 3.40, lid 1

gem.

prov.

Rijk

gem.

PRGB2008

id.

id.

id.


tijdelijke ontheffing buitenplans art. 3.22 gem. PRGB2008

buiten toepassingverklaring beheersverordening art. 3.40 art. 3.41 art. 3.42

gem.

prov.

Rijk

PRGB2008

id.

id.

provinciale verordening art. 4.1 prov. PRPV2008

aanwijzingsbesluit (proactieve aanwijzing) art. 4.2 art. 4.4

prov.

Rijk

PRGB2008

id.

reactieve aanwijzing art. 3.8, lid 6 prov., Rijk PRGB2008

amvb art. 4.3 Rijk PRAMvB2008

KB landsverdediging art. 10.4 Rijk


ken/ABRS

grijs: betrokken in de voorliggende praktijkrichtlijn PRGB2008 1) artikelnummers overeenkomstig het staatsblad nr. 566, jaargang 2006

Wordt GEBIEDSGERICHTE BESLUITEN VOLGENS DE Wro EN Wabo



Wro art. 4.4

prov.

Rijk

PRGB2012

id.


exploitatieplan Wro art. 6.1 gem. PRGB2012



onderdeel a, sub 3e

gem.

prov.

Rijk

gem.

PRGB2012

id.

id.

id.



Wabo art. 2.2,

onderdeel a

gem.

prov.

Rijk

gem.

PRGB2012

id.

id.

id.





gem.

prov.

Rijk

PRGB2012

id.

id.


Wro art. 4.1, lid 5

Wro art. 4.2, lid 3

Wro art. 4.3, lid 4

Wro art. 4.4, lid 3


prov.

prov.

Rijk

Rijk

Rijk

id.

id.

id.

id.

id.


ken/ABRS








* = 1




waarde = exploitatieplan, voorbereidingsbesluit, beheersverordening, aanwijzingsbesluit,

reactieve aanwijzing of omgevingsvergunning (voormalig Wro projectbesluit) en


* = 1





Was • voorbereidingsbesluit, • beheersverordening, • projectbesluit, • tijdelijke ontheffing buitenplans, • buiten toepassing verklaring beheersverordening, • aanwijzingsbesluit of

• reactieve aanwijzing Wordt • aanwijzingsbesluit


• exploitatieplan





3.12 Facultatief maken gedetailleerde eisen voor analoge verbeelding

Het voorstel betreft die onderdelen van de SVBP die specifiek betrekking hebben op de vormgeving van de

analoge plankaart. Deze worden in een toelichtend document op de SVBP geplaatst.


Onderdeel Geheel document

Was Toelichtende onderdelen voor analoge verbeelding

wordt Toelichtende onderdelen voor analoge verbeelding uit SVBP verwijderen en in een aparte

toelichting (de praktijkrichtlijn voor vergelijkbare bestemmingsplannen- PRVBP2012)

plaatsen.

3.13 IMRO aansluiten op GML 3.2 via NEN3610







In GML4NL, het Nederlandse GML profiel waar vanuit IMRO via NEN3610 naar wordt verwezen, zal worden

verwezen naar GML3.2. in plaats van GML 3.1.1. Dit betekent dat ook binnen de nieuwe RO Standaarden

impliciet gewerkt zal worden met GML3.2.

Toelichting:

GML4NL sluit voor GML 3.2 aan op het GML Simple feature profile van de OGC. Voor GML 3.1 hield een

profiel in, dat je een gestripte versie van de GML xsd maakte met daarin alleen die dingen die in je profiel

zaten. Het is echter gebleken dat dat technische problemen opleverde met een aantal XML tools (parsers).

Een gestripte GML xsd had dezelfde namespace als de volledige; sommige parsers cachen de xsd op basis

van de namespace en kwamen daardoor in de problemen. Daarom wordt voor GML 3.2 niet meer op deze

manier gewerkt. Het Simple Feature profile houdt nu in dat het een tekst document is waarin de subset

van GML beschreven wordt, wat je kunt valideren met Schematron regels. Een implementatie hiervan is te

vinden op de website van Geonovum10.

Het GML Simple Feature profile11 heeft 3 niveau’s (levels), 0, 1, en 2. 0 is de meest eenvoudige, 2 de

meest uitgebreide. GML4NL hanteert nu de afspraak dat in Nederland GML Simple Feature profile level 2

wordt toegepast. Dit houdt in grote lijnen in dat de volgende geometrieën ondersteund worden, en de rest

wordt uitgesloten:

In GML UML equivalent Restricties Welk GML Schema document

gml:Point GM_Point geometryBasic0d1d.xsd

gml:Curve GM_Curve gml:LineString of gml:Curve

met gml:LineStringSegment,

gml:Arc, gml:Circle of

gml:CircleByCenterPoint

gml:Surface GM_Surface ondersteund wordt:

gml:Polygon of gml:Surface

met gml:PolygonPatch patches.

Surface grenzen kunnen

beschreven worden met

gml:LinearRing of gml:Ring met

enkele gml:Curve met

gml:LineStringSegment,

gml:Arc, gml:Circle of

gml:CircleByCenterPoint

geometryBasic0d1d.xsd

geometryPrimitives.xsd

gml:Geometry ondersteund wordt:

gml:Point,gml:LineString,

gml:Curve, gml:Polygon,

gml:Surface, gml:MultiPoint,

gml:MultiCurve,

gml:MultiSurface

geometryBasic0d1d.xsd

gml:MultiPoint geen geometryAggregates.xsd

10 Zie: http://validatie-dataspecificaties.geostandaarden.nl/genericvalidator/content/standard/157. 11 Het GML Simple feature profile is een internationale standaard:

http://portal.opengeospatial.org/files/?artifact_id=42729.


gml:MultiCurve zelfde als gml:Curve geometryAggregates.xsd

gml:MultiSurface zelfde als gml:Surface geometryAggregates.xsd

gml:MultiGeometry zelfde als gml:Geometry geometryAggregates.xsd

Verder worden de volgende onderdelen van GML niet ondersteund:

� Rasters (coverages)

� Topologie

� Tijd en dynamische features

� Observaties/metingen

De wijzigingen met betrekking tot GML 3.2 en NEN 3610 hebben betrekking op IMRO. De onderstaande

was – wordt is gegeven in deze volgorde:

� GML 3.2;

� NEN3610:2011 format voor identificatie (plangebieden en planobjecten);

� Format van gml:id;

� Wijziging van OCL constraints

GML 3.2


Onderdeel Hoofdstuk 11.1 GML versie en profiel

Was

wordt

NEN3610:2011 format voor identificatie

NEN 3610 omvat een twintigtal regels die binnen de context van NEN 3610 verplicht zijn. Een aantal

regels zijn daarbij wel alleen geldig onder condities. De meeste regels worden door IMRO2008 al gevolgd.

Er is voor IMRO2012 wel een regel die een aanpassing vergt ten opzichte van IMRO2008. Het betreft een

afspraak voor het uitwisselen van de identificatie informatie. IMRO2008 voldoet al aan het format voor de

IMRO2008: gml3.1.1

<imro:FeatureCollectionIMRO gml:id="Collectie" xmlns:imro="http://www.geonovum.nl/imro/2008/1" xmlns:xlink="http://www.w3.org/1999/xlink" xmlns:gml="http://www.opengis.net/gml" xmlns:xsi="http://www.w3.org/2001/XMLSchema-instance" xsi:schemaLocation="http://www.geonovum.nl/imro/2008/1 http://schemas.geonovum.nl/imro/2008/1.1/IMRO2008.xsd">

<imro:verwijzingNorm>PRBP2008</imro:verwijzingNorm> <imro:geometrie> <gml:Surface srsName ="urn:ogc:def:crs:EPSG::28992"> <gml:patches> <gml:PolygonPatch> <gml:exterior> <gml:Ring> <gml:curveMember> <gml:Curve>

IMRO2008: gml 3.2

<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?> <imro:FeatureCollectionIMRO gml:id="Collectie" xmlns:imro="http://www.geonovum.nl/imro/2008/1" xmlns:xlink="http://www.w3.org/1999/xlink" xmlns:gml="http://www.opengis.net/gml/3.2" xmlns:xsi="http://www.w3.org/2001/XMLSchema-instance" xsi:schemaLocation="http://www.geonovum.nl/imro/2008/1 IMRO2008_gml32.xsd">

<imro:verwijzingNorm>PRBP2008</imro:verwijzingNorm> <imro:geometrie> <gml:Surface gml:id="a" srsName ="urn:ogc:def:crs:EPSG::28992"> <gml:patches> <gml:PolygonPatch> <gml:exterior> <gml:Ring> <gml:curveMember> <gml:Curve gml:id="b">


gml:id maar het attribuut <identificatie> wordt uitgebreid met drie geneste attributen die samen de

identificatie beschrijven. De technische impact hiervan is beperkt, er worden twee attributen toegevoegd.

Voorbeeld:


Onderdeel Hoofdstuk 6.2.1 GeoObject

Was identificatie

Een unieke identificatie voor een geo-object. Het format van de identificatiecode wordt bij

de specifieke subklassen uitgewerkt.

wordt identificatie

NEN3610ID: Dit is een attribuut overgenomen uit NEN 3610:2011. Het attribuut zorgt

voor een unieke identificatie van objecten binnen de NEN 3610 geo-informatie modellen.

Het attribuut is samengesteld uit:

• namespace [1]: unieke verwijzing naar een registratie van objecten.

Het attribuut ‘namespace’ is een unieke verwijzing naar de registratie die de identificatie

uitdeelt. Deze lijst van registraties wordt beheerd binnen de context van NEN 3610.

Binnen Nederland zal deze namespace vrijwel altijd met ‘NL’ beginnen. De volgende

karakters mogen in een namespaceaanduiding voorkomen: {”A”…”Z”, “a”…”z”,

”0”…”9”, “_”, “- “, “,”, ”.”}

• lokaalID: [1]: unieke identificatiecode binnen een registratie.

‘lokaalID’ is de identificatiecode die een object heeft binnen een (lokale) registratie. De

volgende karakters mogen in een lokaal ID voorkomen: {”A”…”Z”, “a”…”z”, ”0”…”9”,

“_”, “-“, “,”, ”.”}

• versie: [0..1]: versie-aanduiding van een object.

Maximaal 25 karakters.

Bij alle Plangebieden de volgende wijziging:


Onderdeel Hoofdstuk 6.4.1 Bestemmingsplangebied en alle andere plangebieden

Was identificatie

Identificatiecode van het plan. Het format is conform de STRI2008. Hiervoor geldt de

volgende reguliere expressie.

NL\.IMRO\.[0-9]{4}\.[A-Za-z0-9]{1,18}-[A-Za-z0-9]{4}

<imro:featureMember> <imro:Bestemmingsplangebied gml:id="NL.IMRO.0999.BP2008000001-0005"> <imro:identificatie> <imro:NEN3610ID> <imro:namespace> NL.IMRO</imro:namespace> <imro:lokaalID>0999.BP2008000001</imro:lokaalID> <imro:versie>0005</imro:versie> </imro:NE3610ID> </imro:identificatie> <imro:featureMember>


wordt identificatie

NEN3610ID: Identificatiecode. Een attribuut samengesteld uit:

• namespace [1]: ‘NL.IMRO’

• lokaalID: [1]: unieke identificatiecode binnen IMRO.

Het format is conform de STRI2012. Hiervoor geldt de volgende reguliere expressie.

[0-9]{4}\.[A-Za-z0-9]{1,18}

• versie: [0..1]: versie-aanduiding van het plangebied.

Hiervoor geldt de volgende reguliere expressie [A-Za-z0-9]{4}.

Toelichting: Uit de waarden van deze attributen wordt de bestandsnaam van het plan

opgebouwd conform STRI2012:

namespace.lokaalID-versie.

Bij alle planobjecten de volgende wijziging


Onderdeel Hoofdstuk 6.4 2 Bestemmingsvlak en alle andere planobjecten

Was identificatie

Identificatiecode. De code moet uniek zijn binnen de dataset. Maximaal 32 tekens. Format

volgens de volgende reguliere expressie:

NL\.IMRO\.[A-Za-z0-9]{1,24}

In woorden: ‘NL.IMRO.’ gevolgd door maximaal 24 alfanumerieke tekens.

wordt identificatie

NEN3610ID: Identificatiecode. Een attribuut samengesteld uit:

• namespace [1]: ‘NL.IMRO’

• lokaalID: [1]: unieke identificatiecode binnen IMRO.

Het format is conform de STRI2012. Hiervoor geldt de volgende reguliere expressie:[0-

9]{4}\.[A-Za-z0-9]{1,18}

• versie: [0..1]: wordt niet gebruikt

Format van gml:id


Onderdeel Hoofdstuk 11.2.4 gml:id

Was Elk object in het GML krijgt een <gml:id>. Dit waarde voor <gml:id> is voor alle

planobjecten gelijk aan de waarde ingevuld bij <identificatie>.

wordt Elk object in het GML krijgt een <gml:id>. Dit gml:id heeft geen informatiewaarde maar is

nodig om interne en externe referenties te realiseren. Er zijn in een IMRO bestand drie

verschillende situatie met betreking tot het gml:id:

Object Plangebied: De waarde voor gml:id is opgebouwd uit de waarden van het

samengestelde attribuut <imro:identificatie> volgens het format gml:id =

<namespace>’.’<lokaalID>’-’<versie>.

Object Planobject: De waarde voor gml:id is opgebouwd uit de waarden van het


samengestelde attribuut <imro:identificatie> volgens het format gml: id=

<namespace>’.’<lokaalID>.

Objecten die een gml geometrie representeren: Geen afgesproken format anders dat

het met een alfanumeriek teken moet beginnen en uniek moet zijn binnen een bestand.

Voor geometrien hoeft het gml:id hoeft niet persistent te zijn en mag elke keer opnieuw

worden gegenereerd.

Wijziging van OCL constraints


Onderdeel Paragraaf 6.8.1 Besluitgebied_P

Was -

wordt De lijst met en inhoud van de constraints is aangepast.

Het is niet overzichtelijk om de aanpassingen hier letterlijk weer te geven.

In hoofdzaak betreft het constraints voor het vastleggen van de relatie tussen een tekst of

illustratie verwijzing en het format van de ingevulde waarde. De ingevulde waarde volgt

de regels van de STRI en is afhankelijk van het type tekst en de idn van een plangebied.

3.14 Foutherstel en kleine verbeteringen

3.14.1 Kleine verbeteringen in het informatiemodel

Valideren aanwezigheid waarde bouwvlak:


De naam van het object Bouwvlak dient altijd ‘bouwvlak’ te zijn. Een extra controle (OCL constraint) van

het IMRO toevoegen.


Onderdeel Hoofdstuk 8 OCL Model Constraints, bestemmingsplan

Was Niet aanwezig

wordt Naam Bouwvlak is altijd bouwvlak

Context IMRO2012::Bouwvlak

Inv Bouwvlaknaam: self.naam = ‘bouwvlak’

Standaard Validatieregels – Schematron

Onderdeel imro2012-rulesvxxx.sch

Was Niet aanwezig

wordt Nader beschrijven

Definitie plaatsingspunt label in bestemmingsplan:


Het plaatsingspunt van het label van bestemmingen, functieaanduidingen, bouwaanduidingen en figuren is

niet voorgeschreven in IMRO. Voor goede interpretatie in de praktijk wordt dit opgenomen.


Onderdeel Paragraaf 6.4.2 Bestemmingsvlak

Was labelInfo

Label: Een samengesteld attribuut voor verwijzing naar een te plaatsen labeltekst en

positie daarvan:

• tekst [1]: tekst voor het label conform SVBP2008.


• positie [0..*]: Labelpositie: Samengesteld attribuut:

- plaatsingspunt [1]: coördinaten van het plaatsingspunt van het label.

- aanpijlingspunt [0..1]: coördinaten van het punt waar het label bij hoort (indien

dit niet het plaatsingspunt is). De lijn tussen plaatsingspunt en aanpijlingspunt

wordt niet opgenomen.

- hoek [0..1]: hoek waaronder het label geplaatst wordt. Eenheid: graden; tov

Noordpijl; rechtsom = positief.

wordt labelInfo


positie daarvan:

• tekst [1]: tekst voor het label volgens SVBP2012


- plaatsingspunt [1]: coördinaten van het plaatsingspunt van het label. Punt links

beneden (bottom left) t.o.v. de labeltekst.







Onderdeel Paragraaf 6.4.5 Functieaanduiding

Was labelInfo


positie daarvan:









wordt labelInfo


positie daarvan:








- hoek [0..1]: hoek waaronder het label geplaatst wordt. Eenheid: graden; t.o.v.




Onderdeel Paragraaf 6.4.6 Bouwaanduiding

Was labelInfo


positie daarvan:









wordt labelInfo


positie daarvan:








- hoek [0..1]: hoek waaronder het label geplaatst wordt. Eenheid: graden; t.o.v.



Onderdeel Paragraaf 6.4.8 Figuur

Was labelInfo


positie daarvan:









wordt labelInfo


positie daarvan:











locatieNaam (Provincie|Rijk, Besluitgebied_X):


Tekst in tabel en toelichting op het besluitgebied zijn met elkaar in tegenspraak. Toelichting wordt

aangepast.


Onderdeel Paragraaf 4.2 Besluitgebied_X, toelichting

Was locatieNaam (indien gewenst/voorwaardelijk verplicht)

Het kan gewenst zijn om de geografische naam van de locatie waarbinnen de

structuurvisie zich bevindt kenbaar te maken. De naam (namen) van die locatie kan bij dit

attribuut worden ingevuld. Het is verplicht het attribuut locatieNaam te gebruiken voor

zover het een plan/besluit betreft dat door een provincie wordt opgesteld en dit

plan/besluit provinciegrensoverschrijdend is, of voor zover het plan / besluit door het Rijk

wordt opgesteld. In dat geval worden bij dit attribuut alle provincienamen en

gemeentenamen opgenomen waarbinnen het besluit/plan valt.

Wordt

Het kan gewenst zijn om de geografische naam van de locatie waarbinnen de

gebiedsgericht besluit zich bevindt kenbaar te maken. De naam (namen) van die

relevante locatie (bv. Groene Hart) kan bij dit attribuut worden ingevuld. Het is verplicht

het attribuut locatieNaam te gebruiken voor zover het een plan/besluit betreft dat door

een provincie wordt opgesteld of voor zover het plan / besluit door het Rijk wordt

opgesteld.


Onderdeel UML schema en hoofdstuk 8 Contraints

Overige gebiedsgerichte besluiten

Was niet aanwezig

Wordt Attribuut locatieNaam is verplicht indien attribuut beleidsmatigVerantwoordelijkeOverheid

= provinciale - of nationale overheid

Context: IMRO2008::Besluitgebied_X

Inv LocatienaamVerplichtXGB:

self.planstatusInfo.planstatus = Planstatus_XGB::pr ovinciale overheid or

self. planstatusInfo.planstatus = Planstatus_XGB::n ationale overheid

implies

self.locatieNaam.notEmpty()

Verbeelding maatvoering s127: naamgeving te beperkt


In de naam van matrix s127 is aangegeven dat de maximum oppervlakte een BVO maximum oppervlakte

betreft. Hierdoor is de matrix beperkt toepasbaar. Voor bijvoorbeeld maximum verkoopvloeroppervlak

VVO moet nu s130 worden gebruikt. Wijzig de naam van de matrix naar 'maximum oppervlakte' en geef


nadere details als BVO en VVO aan met de attributen van het object in combinatie met de regels.


Onderdeel Bijlage 9 Verbeelding maatvoering

Was Naam Verklaring

s127 maximum oppervlakte (BVO) (m2)

Wordt Naam Verklaring

s127 maximum oppervlakte (m2)

Datumveld van string naar xml:date


Verzoek om datum velden in IMRO schema definiëren als 'date' in plaats van 'string' type.


Onderdeel XSD

Was <element name="datum" type="string"/>

Wordt alle datumvelden

<element name="datum" type="date"/>

3.14.2 Kleine vereenvoudigingen

Haal begrip ´bestemmingsplan´ uit de naam van het plan;


Bij het attribuut naam, waarde 'naam van het plan' moet worden ingevuld de volledige naam van het plan

volgens de aanhaaltitel, voorgaand door het woord bestemmingsplan (resp.

inpassingsplan/rijksbestemmingsplan). Bij 'Type plan' vul je namelijk ook al in wat het type plan is. In

IMRO wordt voor wat betreft het bestemmingsplan verwezen naar de aanhaaltitel (uitleg) in de SVBP. Voor

de overige plannen en besluiten wordt de naam in de praktijkrichtlijnen toegelicht.




m = 1

Toelichting = De naam van het bestemmingsplan volgens de aanhaaltitel. De volledige

naam, inclusief het voorafgaand woord bestemmingsplan, inpassingsplan of

rijksbestemmingsplan.

wordt Attribuut = naam

m = 1

Toelichting = De naam van het bestemmingsplan volgens de aanhaaltitel zoals

aangegeven in de SVBP2012.


Onderdeel Paragraaf 6.5.1 Structuurvisieplangebied_G


m = 1

Toelichting = De naam van de structuurvisie volgens de (aanhaal)titel. De volledige naam,

inclusief het eventueel voorafgaand woord structuurvisie.


m = 1

Toelichting = De naam van de structuurvisie volgens de (aanhaal)titel.



Onderdeel Paragraaf 6.6.1 Structuurvisieplangebied_P


m = 1




m = 1



Onderdeel Paragraaf 6.7.1 Structuurvisieplangebied_R


m = 1




m = 1



Onderdeel Paragraaf 5.7 Slotregel

Was Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan…… Van het

bestemmingsplan dient de volledige naam te worden vermeld.

Wordt Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan……

Van het bestemmingsplan dient de volledige naam te worden vermeld. De volledige naam

is de aanhaaltitel.


Onderdeel Paragraaf 3.2 Klasse Bestemmingsplangebied, toelichting naam


In het waardeveld van het attribuut naam dient de naam van het bestemmingsplan te

worden opgenomen zoals deze volgens de aanhaaltitel in het plan wordt genoemd. De

volledige naam wordt gebruikt, inclusief het eventuele voorafgaande woord

"bestemmingsplan", "inpassingsplan", "Rijksbestemmingsplan" enz.

wordt naam (verplicht)

In het waardeveld van het attribuut naam dient de volledig naam van het

bestemmingsplan te worden opgenomen zoals deze in de Slotregel in de planregels is

opgenomen. De volledige naam is gelijk aan de aanhaaltitel in de planregels.



Onderdeel Paragraaf 4.2 Klasse Besluitgebied_X, toelichting naam


In het waardeveld van het attribuut naam dient de naam van het gebiedsgerichte besluit

te worden opgenomen zoals deze volgens de (aanhaal)titel daarvan wordt genoemd. De

volledige naam wordt gebruikt, inclusief eventueel voorafgaande woorden als

"beheersverordening", "projectbesluit" enz.


In het waardeveld van het attribuut naam dient de volledige naam van het

gebiedsgerichte besluit te worden opgenomen zoals deze volgens de (aanhaal)titel

daarvan wordt genoemd. De volledige naam wordt gebruikt. Indien er sprake is van een

aanhaaltitel in het besluit dan wordt deze gebruikt.

Standaard Praktijkrichtlijn Gemeentelijke Structuurvisies (PRgSV)

Onderdeel Paragraaf 4.2 Klasse Structuurvisieplangebied_G, toelichting naam


In het waardeveld van het attribuut naam dient de naam van de structuurvisie te worden

opgenomen. Het gaat daarbij om de volledige naam, inclusief het eventueel daaraan

voorafgaande woord "structuurvisie". Indien er sprake is van een aanhaaltitel in het plan

dan wordt deze gebruikt.



opgenomen. Het gaat daarbij om de volledige naam. Indien er sprake is van een

aanhaaltitel in het plan dan wordt deze gebruikt.


Onderdeel Paragraaf 3.2 Klasse Structuurvisieplangebied_P, toelichting naam












Onderdeel Paragraaf 4.2 Klasse Besluitgebied_P, toelichting naam


In het waardeveld van het attribuut naam dient de naam van de provinciale verordening

te worden opgenomen. Het gaat daarbij om de volledige naam, inclusief het eventueel de

daaraan voorafgaande woord "provinciale verordening". Indien er sprake is van een

aanhaaltitel dan wordt deze gebruikt.


In het waardeveld van het attribuut naam dient de naam van de provinciale verordening

te worden opgenomen. Het gaat daarbij om de volledige naam. Indien er sprake is van

een aanhaaltitel in het plan dan wordt deze gebruikt.


Onderdeel Paragraaf 4.2 Klasse Structuurvisieplangebied_R, toelichting naam











Aanpassing verbeeldingeisen kaartvenster


In de SVBP zijn verbeeldingeisen voor een overzichtvenster weergegeven, met name voor het gebruik van

gebiedsaanduidingen. Eisen met betrekking tot de verbeelding van het overzichtvenster zijn hier ook aan

toegevoegd. Wijzigingverzoek 3857 vraagt om het afschaffen van het overzichtvenster.


Onderdeel Paragraaf 1.7 Analoge en digitale verbeelding

Was Bij de digitale verbeelding wordt gewerkt met twee kaartvensters. Een venster met een

overzichtskaart en een venster met daarin de bestemmingsplankaart, aangeduid als

kaartvenster. Het venster voor de overzichtskaart wordt ook gebruikt voor het weergeven

van de gebiedsaanduidingen.

Wordt verwijderen


Onderdeel Paragraaf 4.2.2 Digitale verbeelding

Was De gebiedsaanduiding dient ook zichtbaar te zijn in de overzichtskaart (zie paragraaf 1.7).

De wijze waarop de gebiedsaanduiding in dit venster wordt weergegeven is ook in bijlage

5 aangegeven.

Wordt Verwijderen


Onderdeel Bijlage 5: verbeelding gebiedsaanduidingen

Was Digitaal (in overzichtsvenster)

Wordt Verwijderen

3.14.3 Foutherstel

Tekstuele fout IMRO2008 document



Bij de voorbeelden van een bestemmingsvlak is een overbodige zin opgenomen: “We onderscheiden

hierin.”. De wordt verwijderd.



Was Gebruik/ voorbeelden

Een bestemmingsvlak is het belangrijkste planobject in een bestemmingsplan. Aan het

bestemmingsvlak is de bestemming gekoppeld. We onderscheiden hierin. Er moet een

keuze gemaakt worden uit twee subklassen van de klasse bestemmingsvlak:

Enkelbestemming: Bestemming die van toepassing is op een gebied.

Dubbelbestemming: Een bestemming die (een) andere bestemming(en) willekeurig

overlapt.

Wordt Gebruik/ voorbeelden

Een bestemmingsvlak is het belangrijkste planobject in een bestemmingsplan. Aan het

bestemmingsvlak is de bestemming gekoppeld. Er moet een keuze gemaakt worden uit

twee subklassen van de klasse bestemmingsvlak:

Enkelbestemming: Bestemming die van toepassing is op een gebied.

Dubbelbestemming: Een bestemming die (een) andere bestemming(en) willekeurig

overlapt.

Discrepantie in multipliciteit naamOverheid



Discrepantie in tekst PRrSV en PRpSV in NaamOverheid



PRPV2008, blz 13, 15: In de tabel staat dat "provincie" of "regio" moet worden ingevuld. In de tekst op blz

15 staat dat "provincie" moet worden ingevuld. Alleen "provincie" toestaan omdat bij overheidsCode een

CBS-nummer van een provincie moet worden ingevuld en de beleidsmatigVerantwoordelijkeOverheid ook

"provinciale overheid" is.

In de PRpSV staat in de tabel KLASSE STRUCTUURVISIEPLANGEBIED_P een multipliciteit voor

naamOverheid van 1 gespecificeerd, net als in IMRO. Maar in de uitleg er onder staat "naamOverheid

(verplicht, zo vaak als nodig)". Dit is een discrepantie. In de praktijk blijkt dat daar waar de rijksoverheid

plannen/ besluiten en visies maakt dit overwegend samen met andere overheden doet: verschillende

ministeries of een ministerie met een provincie. Daarom wordt het IMRO en de onderliggende

praktijkrichtlijnen zo aangepast dat bij “naamOverheid” altijd alle betrokken overheden kunnen worden

benoemd.



Was Attribuutnaam = naamOverheid

m = 1

toelichting = Naam van de beleidsmatig verantwoordelijke overheid. Volgens format in de

vorm: gemeente …, deelgemeente/ stadsdeel …, provincie …., of ministerie …..

wordt Attribuutnaam = naamOverheid

m = 1..*


vorm gemeente …, deelgemeente/ stadsdeel …, provincie …., of ministerie ….. In het geval

er meerdere verantwoordelijke overheden zijn, wordt naamOverheid evenzoveel maal

opgenomen.



Onderdeel Paragraaf 6.7.1 Structuurvisieplangebied_R


m = 1


vorm: ministerie …


m = 1..*


vorm: ministerie … In het geval er meerdere verantwoordelijke ministeries zijn, wordt

naamOverheid evenzoveel maal opgenomen.


Onderdeel Paragraaf 6.8.1 Besluitgebied_P


m = 1

toelichting = Naam van de beleidsmatig verantwoordelijke overheid. Volgens format:

provincie …. of regio …


m = 1..*

toelichting = Naam van de beleidsmatig verantwoordelijke overheid. Volgens format:

provincie … In het geval er meerdere verantwoordelijke overheden zijn, wordt



Onderdeel Paragraaf 6.9.1 Besluitgebied_A


m = 1


vorm: ministerie …


m = 1..*


vorm: ministerie … In het geval er meerdere verantwoordelijke ministeries zijn, wordt



Onderdeel Paragraaf 6.10.1 Besluitgebied_X


m = 1


vorm: gemeente …, deelgemeente/ stadsdeel …, provincie …., of ministerie …..


m = 1..*


vorm gemeente …, deelgemeente/ stadsdeel …, provincie …., of ministerie ….. In het geval

er meerdere verantwoordelijke overheden zijn, wordt naamOverheid evenzoveel maal

opgenomen.,


Onderdeel Paragraaf 4.2 Klasse Besluitgebied_P, tabel

Was attribuut = naamOverheid

waarde = naam van de overheid


* = 1

nadere omschrijving waarde = volgens format in de vorm: provincie …. of regio ….

Wordt attribuut = naamOverheid


* = 1

nadere omschrijving waarde = volgens format in de vorm: provincie ….

Het verwijderen van “regio” heeft wellicht op meer plaatsen in de tekst(en) van de PR’s gevolgen.


Onderdeel Paragraaf 3.2 Klasse Structuurvisieplangebied_P, toelichting naamOverheid

Was naamOverheid (verplicht, zo vaak als nodig)

Hier wordt de naam van de beleidsmatig verantwoordelijke overheid opgenomen, in de

vorm van de tekst “provincie …….”.

Wordt naamOverheid (verplicht)

Hier wordt de naam van de beleidsmatig verantwoordelijke overheid opgenomen, in de

vorm van de tekst “provincie ….”


Onderdeel Paragraaf 3.2 Klasse Bestemmingsplangebied, tabel



* = 1

Nadere omschrijving waarde = volgens format in de vorm: gemeente …., deelgemeente/

stadsdeel …., provincie …. Of ministerie ….



* = 1.. n


stadsdeel …., provincie …. Of ministerie …. In het geval er meerdere verantwoordelijke

ministeries zijn, wordt naamOverheid evenzoveel ingevuld,


Onderdeel Paragraaf 4.2 Klasse Structuurvisieplangebied_R, tabel



* = 1.. n

Nadere omschrijving waarde = volgens format in de vorm: ministerie ….



* = 1.. n

Nadere omschrijving waarde = volgens format in de vorm: ministerie …. In het geval er

meerdere verantwoordelijke ministeries zijn, wordt naamOverheid evenzoveel ingevuld,


Onderdeel Paragraaf 4.2 Klasse Besluitgebied_P, tabel



* = 1

Nadere omschrijving waarde = volgens format in de vorm: provincie …. of regio ….




* = 1

Nadere omschrijving waarde = volgens format in de vorm: provincie …. of regio …. In het

geval er meerdere verantwoordelijke ministeries zijn, wordt naamOverheid evenzoveel

ingevuld,


Onderdeel Paragraaf 4.2 Klasse Besluitgebied_A



* = 1

Nadere omschrijving waarde = volgens format in de vorm: ministerie ….



* = 1.. n

Nadere omschrijving waarde = volgens format in de vorm: ministerie …. In het geval er

meerdere verantwoordelijke ministeries zijn, wordt naamOverheid evenzoveel ingevuld,


Onderdeel Paragraaf 4.2 Klasse besluitgebied_X



* = 1


stadsdeel …., provincie …. Of ministerie ….



* = 1.. n


stadsdeel …., provincie …. Of ministerie …. In het geval er meerdere verantwoordelijke

ministeries zijn, wordt naamOverheid evenzoveel ingevuld,

Voorbeeld IDN verkeerd opgenomen in bijlage 11 SVBP


Het voorbeeld van de plan identificatie is verkeerd. De reeks y moet gevolgd worden door een –

(koppelteken) in plaats van een . (punt). Dit komt zowel in de SVBP als in de STRI voor.


Onderdeel Bijlage 11: Begrippen

Was plan:

het bestemmingsplan …. van de gemeente….

bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand

NL.IMRO.xxxx.yyyyyyyyyyy.zzzz met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen*).

* afhankelijk van plan.

Wordt plan:

het bestemmingsplan* … met identificatienummer [idn]** van de gemeente….

* de term bestemmingsplan kan vervangen worden door inpassingsplan of

rijksbestemmingsplan wanneer van toepassing

** bij [idn] wordt het identificatienummer van het plan ingevuld in het formaat zoals

vastgelegd in hoofdstuk 5 van de STRI2012.


bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en eventuele

bijlagen*).

* afhankelijk van plan.

Verschil tussen IMRO2008 en PRBP2008


IMRO2008 geeft aan (pag. 22) dat de labelpositie van een bestemmingsvlak (labelInfo > positie) een

cardinaliteit kent van 0..*. Maar in de PRBP staat (op pag. 19) 1..n. De praktijkrichtlijn geeft de juiste

cardinaliteit, maar het IMRO is normatief (Regeling standaarden ruimtelijke ordening).



Was labelInfo


Wordt labelInfo



Onderdeel Paragraaf 6.4.5 Functieaanduiding

Was labelInfo


Wordt labelInfo



Onderdeel Paragraaf 6.4.8 Figuur

Was labelInfo


Wordt labelInfo



Onderdeel Paragraaf 6.4.9 Gebiedsaanduiding

Was labelInfo


Wordt labelInfo


Verschil dubbelbestemming waterberging/ waterbergingsgebied


In hoofdstuk 3 van de SVBP zijn voorbeelden van functies gegeven voor de hoofdgroepen van

dubbelbestemmingen. In de tabel wordt gesproken over 'waterberging'. In de bijlage 4 wordt echter

gesproken over 'waterbergingsgebied'.



Onderdeel Bijlage 4: verbeelding hoofdgroepen van dubbelbestemmingen

Was Waterstaat - Waterbergingsgebied

Wordt Waterstaat - Waterberging

Tekstfout in IMRO2008 document


In IMRO2008 staat dat de herkomst van definitie Besluitgebied_A de PRGB2008 is maar dat moet de IMRO

zijn.


Onderdeel Paragraaf 6.9.1 Besluitgebied_A

Was Herkomst definitie

PRGB2008

Wordt Herkomst definitie

IMRO

Lijst figuren wel/ niet limitatief


In de SVBP is aangegeven wat de limitatieve lijst van figuren is: paragraaf 4.7:

� as van de weg;

� dwarsprofiel;

� gevellijn;

� hartlijn leiding;

� hartlijn leiding - brandstof;

� hartlijn leiding - gas;

� hartlijn leiding - hoogspanning;

� hartlijn leiding - hoogspanningsverbinding;

� hartlijn leiding - olie;

� hartlijn leiding - riool;

� hartlijn leiding - water;

� relatie

In bijlage 10 wordt met 'voorbeelden hartlijn' gesuggereerd dat de lijst uitbreidbaar is.

Ook bij de enumeratie in IMRO, pag. 91 en PRBP, pag. 59/ 60 wordt deze suggestie gegeven door:

"Figuur waarvan de naam aangevuld moeten worden in het waardeveld van

het attribuut naam: hartlijn leiding - ..". De lijst is limitatief maar kan voor de verschillende hartlijn

leidingen worden aangevuld.


Onderdeel Paragraaf 4.7 Figuur

Was Er zijn in de praktijk aanduidingen die voor een goede planologische regeling van belang

kunnen zijn, maar die niet zijn onder te brengen onder de hiervoor bedoelde categorieën

van aanduidingen. Het betreft hier zogenaamde figuren.

Als zodanig zijn aangemerkt: - as van de weg; - dwarsprofiel; - gevellijn. - hartlijn leiding; - hartlijn leiding - brandstof; - hartlijn leiding - gas; - hartlijn leiding - hoogspanning; - hartlijn leiding - hoogspanningsverbinding; - hartlijn leiding - olie; - hartlijn leiding - riool;


- hartlijn leiding - water; - relatie

Wordt Er zijn in de praktijk aanduidingen die voor een goede planologische regeling van belang

kunnen zijn, maar die niet zijn onder te brengen onder de hiervoor bedoelde categorieën

van aanduidingen. Het betreft hier zogenaamde figuren.

Als zodanig zijn aangemerkt: - as van de weg; - dwarsprofiel; - gevellijn; - hartlijn leiding; - hartlijn leiding - brandstof; - hartlijn leiding - gas; - hartlijn leiding - hoogspanning; - hartlijn leiding - hoogspanningsverbinding; - hartlijn leiding - olie; - hartlijn leiding - riool; - hartlijn leiding - water; - relatie. Voor de figuur hartlijn leiding kan de naam van het object worden aangevuld met de specifieke leidingsoort, aanvullend op de reeds in deze paragraaf benoemde leidingsoorten.

Voorbeeldplannen RO Standaarden


Tekst in een voorbeeld bestemmingsplan:

3.2.1 Bouwen van gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht;

b. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de plankaart is aangeduid;

De tekst ('plankaart') duidt op analoge verbeelding. Voorbeeldplan is echter voor digitaal plan.

Opgemerkt dient te worden dat bij aanpassingen van de RO Standaarden, in ieder geval nieuwe

voorbeeldplannen worden gemaakt. Deze worden gebruikt bij testbeds tijdens het wijzigingproces.

Standaard Geen standaard; voorbeeldplan van bestemmingsplan

Onderdeel Regels

Was 3.2.1 Bouwen van gebouwen



b. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de plankaart is

aangeduid;

Wordt 3.2.1 Bouwen van gebouwen



b. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan de ter plaatse van de

aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven waarde;

Verwijzing bouwvlak naar bestemming in IMRO Schema


Het bouwvlak heeft in IMRO schema een facultatieve verwijzing naar bestemmingsvlak. Deze moet

verplicht, zoals aangegeven in PRBP. IMRO schema aanpassen.


Onderdeel UML schema en hoofdstuk 8 Contraints

Was -

Wordt Blijft onveranderd:


Het UML geeft nog niet het detail van die relatie weer. De relatie is nader ingeperkt in de

constraints van hoofdstuk 8 (constraint 12) .

Uitleg:

Het objecttype Bouwvlak is een subtype van het objecttype Aanduiding.

Het objecttype Aanduiding heeft facultatief een relatie met objecttype Bestemmingsvlak.

Dit is de relatie zoals in het UML (en XML) gelegd. Dmv de constraints is deze relatie

verder beperkt: Bouwvlak verwijst altijd naar een bestemmingsvlak. In de validator wordt

die relatie gecontroleerd.

Naam dubbelbestemming: met hoofdgroep


In de PRBP is niet duidelijk aangegeven hoe de naamgeving van dubbelbestemmingen tot stand komt. In

de PRBP staat dat het "volgens de regel" moet zijn. In de SVBP (paragraaf 3.3) lijkt impliciet te staan dat

je de naam opbouwt met bestemmingshoofdgroep + bijbehorende (hoofd)functie, maar het staat er niet

met zoveel woorden. Dit is niet expliciet benoemd.


Onderdeel Hoofdstuk 3 Dubbelbestemmingen

Was Niet duidelijk aangegeven hoe de naamgeving van dubbelbestemmingen tot stand komt

Wordt Beter beschrijven hoe de naamgeving van dubbelbestemmingen tot stand komt.

Provinciale verordening en AmvB: relatie GeometriePlangebied-Besluitgebied


In het UML diagram is de relatie tussen de klasse GeometriePlangebied en Besluitgebied_P of

Besluitgebied_A naar beide kanten. Dat is niet zo bedoeld. De relatie moet alleen van Besluitgebied naar

GeometriePlangebied verwijzen.


Onderdeel Paragraaf 6.8 IMRO voor Provinciale Verordening, schema

Was

Wordt



Onderdeel Paragraaf 6.9 IMRO voor Algemene Maatregel van Bestuur, schema

Was

Wordt

Attribuut Thema niet in tabel Besluitvlak_A


In de PRAMvB bestaat er een thema attribuut voor KLASSE BESLUITVLAK_A maar dat komt in het


IMRO2008 niet voor, dit moet wel in IMRO opgenomen zijn.


Onderdeel Paragraaf 6.9.2 Besluitvlak

Paragraaf 6.9.3 Besluitsubvlak

Was Geen attribuut thema aanwezig

Wordt Attribuutnaam = thema

m = 1..*

Toelichting = Thema’s waarmee het beleid van toepassing kan worden getypeerd.

3.14.4 Kleine verbeteringen in de beschikbaarstelling

Plangebied VerwijzingNaarTekst verschil IMRO/ PRBP en STRI:


In IMRO/ PRBP staat bij bestemmingsplangebied:

1 verwijzing naar de volledige toelichting

1 verwijzing naar de volledige regels

0..1 verwijzing naar elke typetekst volledige bijlagen

STRI tabel 1 geeft voor de regels, toelichting en bijlagen van beiden niet deze expliciete tekst weer, maar

geeft meer ruimte.


Onderdeel Paragraaf 2.5, tabel

Was Onderdeel = (_[A-Za-z0-9\.]{1,20})?

Betekenis = als een logisch onderdeel (bijvoorbeeld de regels van een bestemmingsplan)

uit meerdere individuele bestanden bestaat, wordt het identificatienummer gevolgd door

een underscore _ en daarna een nadere aanduiding van minimaal 1 en maximaal 20

alfanumerieke tekens en punten, te bepalen door de bronhouder

Wordt Onderdeel = (_[A-Za-z0-9\.]{1,20})?

Betekenis = als een logisch onderdeel (bijvoorbeeld de regels van een bestemmingsplan)

uit meerdere individuele bestanden bestaat, wordt het identificatienummer gevolgd door

een underscore _ en daarna een nadere aanduiding van minimaal 1 en maximaal 20

alfanumerieke tekens en punten, te bepalen door de bronhouder. Het plan kent 1

verwijzing naar de volledige toelichting en 1 verwijzing naar de volledige regels. Maximaal

1 verwijzing naar de volledige bijlagen naar elk typetekst

STRI2006 besluitdocument ook voor bestemmingsplannen:


Een vastgesteld (WRO) bestemmingsplan publiceren in IMRO2006 met een besluitdocument (bd_[idn])is

niet mogelijk omdat STRI2006 dit niet kent. Dit is in STRI2008 wel benoemd.


Onderdeel Paragraaf 2.1 onderdelen van de IMRO2006 plannen, tabel

Was Onderdeel van het plan = Besluitdocument (alleen bij besluiten)


Bestandstype = HTML of PDF

Aantal = 0..1

Gebruik door RO-Online = √

Wordt Onderdeel van het plan = Besluitdocument


Bestandstype = HTML of PDF

Aantal = 0..1

Gebruik door RO-Online = √


Standaard Validatieregels – Schematron

Onderdeel imro2012-rulesvxxx.sch

Was Niet aanwezig

Wordt Nader beschrijven

3.14.5 Kleine geometrische verbeteringen

Validatieregels geometrie aanpassen mbt draairichting polygonen:


De GML-standaard specificeert in welke richting de vertices van een polygoon moeten zijn opgenomen

(tegen de klok in, dan wel met de klok mee, afhankelijk hoe je naar het vlak kijkt). ISO 19107 geldt ook

voor de RO Standaarden. Dit moet duidelijker in het model naar voren komen. Software dient hiernaar te

handelen.


Onderdeel 11 GML specificaties

Was afwezig

Wordt 11.2.6 Draairichting van polygonen.

Hiervoor gelden de regels van ISO19107: Geographic information – Spatial Schema.

Voor een polygoon die je van de bovenkant bekijkt: exterior ring tegen de klok in, interior

ring met de klok mee. In 2d GIS bekijk je polygonen altijd van de bovenkant.

3.14.6 Kleine verbeteringen in de aansluiting op de omgeving

Verschil Bro en SVBP: anti-dubbeltelbepaling vs. anti-dubbeltelregel:


In artikel 3.2.4 Bro is de 'anti-dubbeltelbepaling' in een bestemmingsplan voorgeschreven. In de

SVBP2008 wordt gesproken over 'anti-dubbeltelregel'.


Onderdeel Paragraaf 5.2 Indeling hoofdstukken

Was - Hoofdstuk 3 Algemene regels ο anti-dubbeltelregel

Wordt - Hoofdstuk 3 Algemene regels

ο anti-dubbeltelbepaling


Hoofdstuk 4

SPOOR 3 – in lijn met aanpassing Bro ikv digitalisering verplichting

In dit hoofdstuk zijn voorstellen opgenomen in lijn met wijzigingen van het Bro zullen worden

doorgevoerd. Het betreft hier het verduidelijken en eenduidig maken van de

digitaliseringverplichtingen welke in 2011 in een wetswijzigingtraject moeten meelopen. De

voorgestelde wijzigingen zijn in twee groepen te verdelen: wel onderdeel van de MR Rsro of

niet onderdeel van de MR Rsro. Wanneer de wijziging geen onderdeel uit maakt van de MR kan

deze door Geonovum zelfstandig worden uitgevoerd.

4.1 Omgang met bij plan behorende stukken op grond van de Awb verduidelijken


4.2 Herzien plan statussen i.s.m. procesinformatie en gerechtelijke uitspraken








In essentie beschrijft het manifest welke plannen er door bronhouder beschikbaar gesteld zijn en op welke

url het plan beschikbaar is gesteld. Dit was zo en dit blijft ook zo. De volgende wijzigingen worden

doorgevoerd.

Het Manifest is een XML bestand en geeft een overzicht van alle elektronisch beschikbaar gestelde

omgevingsinstrumenten van één bronhouder. Iedere bronhouder heeft één actueel Manifest beschikbaar

op een via het internet toegankelijk webadres (bijvoorbeeld een webadres als








Onderdeel In de documenten

Was Niet aanwezig

wordt Teksten bij attribuut verwijzingNaarTekstInfo verduidelijken: welke bijlagen worden er

precies bedoeld? Nadere instructies opnemen voor de verwijzing naar andere

instrumenten.

Mogelijk apart hoofdstuk toevoegen in alle praktijkrichtlijnen waarbij in wordt gegaan op

de procedure-kant. Dan wordt per plan ook duidelijk welke informatie omtrent duur

beschikbaarstelling etc. maar ook jurisprudentie opgenomen dient te worden.


http://ro.durperdam.nl/Manifest.xml). Het Manifest wordt op dagelijkse basis actueel gehouden. In het

Manifest zijn alle beschikbare omgevingsinstrumenten gerangschikt per dossier. Dit betekent dat alle

plannen met hetzelfde dossiernummer conform de betekenis gerangschikt zijn binnen een <Dossier>

element, conceptueel als volgt:

<Manifest>

<Dossier>

<Plan />

<Plan />

[...]

</Dossier>

<Dossier>

<Plan>

<Plan>

[...]

</Dossier>

[...]

</Manifest>

Naast het Manifest wordt bij ieder omgevingsinstrument een geleideformulier meegeleverd voor een

gedetailleerd overzicht van het desbetreffende individuele instrument. Ook het geleideformulier is een XML

bestand. Manifest en Geleideformulier zijn beide voorzien van een waarmerk.

In de systematiek van beschikbaar stellen wordt als uitgangspunt gehanteerd dat de planstatus

onveranderlijk is en in IMRO (GML bestand) en geleideformulier is opgenomen. De status van het dossier

is daarentegen dynamisch en wordt alleen beschikbaar gesteld in het Manifest. De volgende

aandachtspunten zijn hierbij van belang:

� Er is een onderscheid aangebracht tussen status van het omgevingsinstrument en de status van het

dossier waar het plan binnen valt;

� Ieder plan kent een (statische) planstatus die niet aan verandering onderhevig is, en die dus ook niet

gewijzigd wordt door een veranderde dossierstatus. Een plan hoeft nooit opnieuw te worden

gewaarmerkt en beschikbaar gesteld ten gevolge van een wijziging van de dossierstatus. Alle

dynamische (proces-)informatie wordt alleen opgenomen in het Manifest;

� De status van het instrument is vastgelegd in de IMRO GML en het XML geleideformulier;

� Ieder plan valt binnen een dossier;

� De status van het dossier is dynamisch en wordt vastgelegd en beschikbaar gesteld in het Manifest;

� Het Manifest bevat minder informatie over een instrument dan het geleideformulier. Alleen de Naam,

Datum, Id en de URL naar het desbetreffende geleideformulier worden opgenomen;

� Gerechtelijke uitspraken op het plan worden niet verwerkt in het plan, waarmee het authentieke plan

na uitspraak blijft zoals het is. Het vastgestelde plan is daarmee het laatste plan dat beschikbaar

wordt gesteld, afgezien van een separate geconsolideerde versie waar het plan in opgenomen kan

worden. Hier na wordt alleen nog de Status van het dossier aangepast;

� De status die wordt weergegeven bij ieder dossier is altijd de actuele status. Dit is dus een

dynamische waarde.

N.B. Bij bovenstaand voorstel hoort een gewijzigd XML Schema voor Geleideformulier en Manifest. Dit is

echter niet tekstueel gekopieerd in dit wijzigingsvoorstel, maar wordt geleverd als apart document.

Daarnaast zal uitleg over de te gebruiken status, wanneer van status gewisseld moet worden en een plan

van de weblocatie dient te worden gehaald, worden opgenomen in de toelichting op de STRI

(praktijkrichtlijn toegankelijkheid ruimtelijke instrumenten- PRTRI2012).

Het wijzigen van de statussen heeft tot gevolg dat dit in IMRO ook moet worden aangepast. De

verschillende enumeratie tabellen kunnen worden samengevoegd tot 1 tabel.



Onderdeel Paragraaf 10.2 Domeinwaarden

Was Enumeratie Planstatus_AMB

Enumeratie Planstatus_BP

Enumeratie Planstatus_PV

Enumeratie Planstatus_SV

Enumeratie Planstatus_XGB

wordt Enumeratie Planstatus:

concept

voorontwerp

ontwerp

vastgesteld

geconsolideerd


Onderdeel 6.4.1 Bestemmingsplangebied

Was verwijzingNaarVaststellingsbesluit

Verwijzing naar de tekst van het vaststellingsbesluit. Alleen toegestaan en verplicht vanaf

de planstatus vastgesteld. Opgenomen wordt het identificerende gedeelte van een

(hyper)link naar een bestand en of locatie daarin. De locatie van het bestand zelf wordt

niet opgenomen.

De waarde kan als een hyperlink geïmplementeerd worden.

wordt verwijzingNaarVaststellingsbesluit

Verwijzing naar de tekst van het vaststellingsbesluit. Alleen toegestaan en verplicht voor

de planstatus vastgesteld. Opgenomen wordt het identificerende gedeelte van een

(hyper)link naar een bestand en of locatie daarin. De locatie van het bestand zelf wordt

niet opgenomen.

De waarde kan als een hyperlink geïmplementeerd worden.

Besluitnummer voor planstatus 'geconsolideerde versie'


In het IMRO2008 document bij de OCL regels is de term 'vanaf' geïnterpreteerd als alle planstatussen

vanaf de waarde ‘vastgesteld’ in de respectievelijke domeintabellen Planstatus_BP, Planstatus_AMB en

Planstatus_XGB. Die lijst lijkt een soort volgordelijkheid te suggereren. Met 'vanaf' is daarom abusievelijk

ook de planstatus 'geconsolideerde versie' begrepen. In de Validator is die fout al herstelt (02-06-2009).

In het IMRO dient nog te worden verwerkt.



Was 7 Attribuut besluitnummer en verwijzingNaarVaststellingsbesluit alleen

toegestaan en verplicht vanaf planstatus = vastgesteld

Context: IMRO2008::Bestemmingsplangebied

Inv BesluitnummerVerplichtBP:

if self.planstatusInfo.planstatus = Planstatus_BP:: vastgesteld

or self.planstatusInfo.planstatus = Planstatus_BP:: onherroepelijk

or self.planstatusInfo.plamstatus = Planstatus_BP:: geconsolideerde

then self.besluitnummer.notEmpty()and

self.verwijzingNaarVaststellingsbesluit.notEmpty()


else self.besluitnummer.isEmpty()and

self.verwijzingNaarVaststellingsbesluit.isEmpty()

endif

Wordt 7 Attribuut besluitnummer en verwijzingNaarVaststellingsbesluit alleen

toegestaan en verplicht indien planstatus = vastgesteld

Context: IMRO2012::Bestemmingsplangebied

Inv BesluitnummerVerplichtBP:

if self.planstatusInfo.planstatus = Planstatus_BP:: vastgesteld





endif





Context: IMRO2008::Besluitgebied_A

Inv BesluitnummerVerplichtAMB:

if self.planstatusInfo.planstatus = Planstatus_AMB: :vastgesteld





endif










endif







if self.planstatusInfo.planstatus = Planstatus_AMB: :vastgesteld or

self.planstatusInfo.planstatus = Planstatus_AMB::on herroepelijk





endif











endif

Het verwerken van gerechtelijke uitspraken geschied niet in het ruimtelijke plan zelf. De uitspraak wordt

als gebiedsgericht besluit door de bronhouder beschikbaar gesteld.




besluittypen: - Aanwijzingsbesluit (proactieve aanwijzing) - Beheersverordening

- Exploitatieplan - Omgevingsvergunning (voormalig Wro projectbesluit) - Omgevingsvergunning (voormalig Chw projectuitvoeringsbesluit) - Reactieve aanwijzing - Voorbereidingsbesluit


besluittypen: - Aanwijzingsbesluit (proactieve aanwijzing) - Beheersverordening

- Exploitatieplan

- Gerechtelijke uitspraken - Omgevingsvergunning (voormalig Wro projectbesluit) - Omgevingsvergunning (voormalig Chw projectuitvoeringsbesluit) - Reactieve aanwijzing

- Voorbereidingsbesluit




beheersverordening

exploitatieplan






beheersverordening

exploitatieplan

gerechtelijke uitspraken








Was De PRGB2012 is van toepassing op de Wro instrumenten: • aanwijzingsbesluit (proactieve aanwijzing) • beheersverordening • exploitatieplan • reactieve aanwijzing • voorbereidingsbesluit Daarnaast is de PRGBP2012 van toepassing op de volgende onderdelen van de omgevingsvergunning van de Wabo: • omgevingsvergunning (voormalig Wro projectbesluit) • omgevingsvergunning (voormalig Chw projectuitvoeringsbesluit)

Wordt De PRGB2012 is van toepassing op de Wro instrumenten: • aanwijzingsbesluit (proactieve aanwijzing) • beheersverordening • exploitatieplan • reactieve aanwijzing • voorbereidingsbesluit Daarnaast is de PRGBP2012 van toepassing op de volgende onderdelen van de omgevingsvergunning van de Wabo: • omgevingsvergunning (voormalig Wro projectbesluit) • omgevingsvergunning (voormalig Chw projectuitvoeringsbesluit) En: Gerechtelijke uitspraken



Was Niet aanwezig

Wordt Gerechtelijke uitspraken Uitleg




Was

GEBIEDSGERICHTE BESLUITEN VOLGENS DE Wro EN Wabo



Wro art. 4.4

prov.

Rijk

PRGB2012

id.





onderdeel a, sub 3e

gem.

prov.

Rijk

gem.

PRGB2012

id.

id.

id.



Wabo art. 2.2,

onderdeel a

gem.

prov.

Rijk

gem.

PRGB2012

id.

id.

id.





Wro art. 4.1, lid 5

Wro art. 4.2, lid 3

Wro art. 4.3, lid 4

Wro art. 4.4, lid 3


gem.

prov.

Rijk

prov.

prov.

Rijk

Rijk

Rijk

PRGB2012

id.

id.

id.

id.

id.

id.

id.


ken/ABRS

Wordt

GEBIEDSGERICHTE BESLUITEN VOLGENS DE Wro EN Wabo


aanwijzingsbesluit (proactieve aanwijzing) Wro art. 4.2 prov. PRGB2012


Wro art. 4.4 Rijk id.




ken/ABRS

PRGB2012



onderdeel a, sub 3e

gem.

prov.

Rijk

gem.

PRGB2012

id.

id.

id.



Wabo art. 2.2,

onderdeel a

gem.

prov.

Rijk

gem.

PRGB2012

id.

id.

id.





Wro art. 4.1, lid 5

Wro art. 4.2, lid 3

Wro art. 4.3, lid 4

Wro art. 4.4, lid 3


gem.

prov.

Rijk

prov.

prov.

Rijk

Rijk

Rijk

PRGB2012

id.

id.

id.

id.

id.

id.

id.








* = 1




waarde = exploitatieplan, voorbereidingsbesluit, gerechtelijke uitspraken,

beheersverordening, aanwijzingsbesluit, reactieve aanwijzing of omgevingsvergunning

(voormalig Wro projectbesluit) en omgevingsvergunning (voormalig Chw


* = 1





Was • aanwijzingsbesluit


• exploitatieplan




• voorbereidingsbesluit Wordt • aanwijzingsbesluit


• exploitatieplan

• gerechtelijke uitspraken





STRI2008 @datum geleideformulier:

Bij de uitleg over het kenmerk '@Datum' van het element 'Geleideformulier' staat de omschrijving:

'Datum en tijd waarop deze versie van het Manifest is gegenereerd' is.


Onderdeel Bijlage 2 Documentatie manifest en geleideformulier, element geleideformulier

Was @Datum

Datum en tijd waarop deze versie van het Manifest is gegenereerd

Wordt @Datum

Datum waarop deze versie van het Geleideformulier is gegenereerd


4.3 Relaties tussen ruimtelijke besluiten vastleggen


In het kader van de wijzigingen Bro die zullen worden doorgevoerd worden de RO Standaarden aangepast

zodat beter wordt vastgelegd wat onderlinge relaties tussen ruimtelijke besluiten zijn. Binnen de

praktijkrichtlijnen wordt duidelijk gemaakt hoe complexe procedures met bijvoorbeeld reactieve

aanwijzingen verlopen qua beschikbaarstelling door diverse bronhouders, in lijn met de Wro vereisten. Te

denken valt aan de volgende situaties:

� Op een gemeentelijk plan wordt ingegrepen door rijk/provincie dmv een reactieve aanwijzing;

� Een plan wordt (gedeeltelijk) vernietigd of gewijzigd door een gerechtelijke uitspraak.

� Er wordt een voorlopige voorziening aangevraagd bij de RvS;

� Er wordt een omgevingsvergunning (met planologisch karakter) verleend in afwijking op een plan.

Vooralsnog is het mogelijk de alleen de praktijkrichtlijnen van de RO Standaarden aan te passen. Het

IMRO hoeft vooralsnog niet te worden aangepast omdat het nu al mogelijk is relaties

(verwijzingNaarExternPlanInfo) met andere plannen aan te geven.

Indien nadere vereisten aan de huidige systematiek worden gesteld kan in IMRO bijvoorbeeld wel de

domeintabellen RolExternPlan voor de verschillende instrumenten worden uitgebreid. Daarnaast zou

naamExternPlan ook van striktere eisen kunnen worden voorzien.

Uit de technische consultatie (vanuit het ministerie van Infrastructuur en Milieu) is tevens gebleken dat

een relatie moet kunnen worden gelegd met het instrument ministeriële regeling. Deze ontbreekt echter

als instrument in de RO Standaarden. Deze wordt toegevoegd.

Standaard Validatieregels - Schematron

Onderdeel additional-validator-rulesvXXX

Was Niet aanwezig

wordt Toevoegen regel voor controle opbouw opgegeven planidn bij

verwijzingNaarExternPlanInfo.


Onderdeel Paragraaf 10.2 Domeinwaarden tabel RuimtelijkePlanOfBesluit_AMB

Was amvb

Wordt amvb

regeling








Onderdeel In de documenten

Was Niet aanwezig

wordt Teksten bij attribuut verwijzingNaarTekstInfo verduidelijken. Nadere instructies opnemen

voor de verwijzing naar andere instrumenten.

Mogelijk apart hoofdstuk toevoegen in alle praktijkrichtlijnen waarbij in wordt gegaan op

de procedure-kant. Dan wordt per plan ook duidelijk welke informatie omtrent

planstatussen in relatie tot andere instrumenten opgenomen dient te worden.


4.4 Ondergrondverwijzing aanpassen


De RO Standaarden worden aangepast zodat het mogelijk wordt om gestructureerd te refereren naar een

domein met mogelijk gebruikte ondergrond(en). In geval geen gebruik is gemaakt van een ondergrond uit

het domein Ondergronden wordt de naam van de ondergrond gegeven.



Paragraaf 6.5.1 Structuurvisieplangebied_G

Paragraaf 6.6.1 Structuurvisieplangebied_P

Paragraaf 6.7.1 Structuurvisieplangebied_R

Paragraaf 6.8.1 Besluitgebied_P

Paragraaf 6.9.1 Besluitgebied_A

Paragraaf 6.10.1 Besluitgebied_X

Was Attribuutnaam = ondergrond

m = 1..*

Toelichting = Naam en versie van de gebruikte ondergrond.

Wordt Attribuutnaam = ondergrond

m = 1..*

Toelichting = samengesteld attribuut.

• ondergrondType [1]: naam van de ondergrond volgens domein Ondergronden

• ondergrondDatum [1]: datum van de gebruikte ondergrond.

Indien geen gebruik is gemaakt van een ondergrond uit het domein Ondergronden wordt

een eenduidige referentie naar de gebruikte ondergrond(en) gegeven.


Onderdeel Paragraaf 10.2 Domeinwaarden tabel Ondergronden

Was Niet aanwezig

Wordt Ondergronden

Definitie: naamgeving van de gebruikte ondergrond bij het instrument.

Opmerking: wanneer niet gebruik is gemaakt van een ondergrond uit het domein dient de

naam van de ondergrond ingevuld te worden als vrije tekst.

<<enumeration>>

<<CodeList>>

Ondergronden

Grootschalige Basiskaart (GBK)

basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT)

basisregistratie Topografie (BRT)

basisregistratie Kadaster (BRK)


Onderdeel Paragraaf 1.7 Analoge en digitale verbeelding

Was Bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan moet worden aangegeven welke ondergrond is gebruikt. Deze ondergrond zal bij de analoge verbeelding moeten worden toegepast. Bij de digitale verbeelding kunnen andere ondergronden worden gebruikt. Op verzoek dient wel de bij het besluit tot vaststelling van het plan gebruikte ondergrond te worden getoond.

Wordt De ondergrond gebruikt bij een bestemmingsplan maakt geen onderdeel uit van het

bestemmingsplan. In de Standaard Toegankelijkheid Ruimtelijke Instrumenten

(STRI2012) is aangegeven uit welke geautoriseerde bronbestanden langs elektronische

weg worden vastgelegd. Bij de digitale verbeelding kunnen andere ondergronden worden


gebruikt, dan de ondergrond die gebruikt is bij het vastgestelde bestemmingsplan.








Onderdeel Paragraaf 3.2 Klasse Bestemmingsplangebied, tabel

Paragraaf 4.2 Klasse Structuurvisieplangebied_G, tabel

Paragraaf 3.2 Klasse Structuurvisieplangebied_P, tabel

Paragraaf 4.2 Klasse Structuurvisieplangebied_R, tabel

Paragraaf 4.2 Klasse Besluitgebied_P, tabel

Paragraaf 4.2 Klasse Besluitgebied_A, tabel

Paragraaf 4.2 Klasse Besluitgebied_X, tabel

Was Attribuutnaam = ondergrond

Waarde = omschrijving

* = 1..*

Nadere omschrijving waarde = naam/versie van de gebruikte ondergrond

Wordt Attribuutnaam = ondergrond

Waarde = omschrijving

* = 1..*

Nadere omschrijving waarde = één van de waarden volgens domein Ondergronden.

Ingeval geen gebruik is gemaakt van een ondergrond uit het domein Ondergronden wordt

een eenduidige referentie naar de gebruikte ondergrond(en) gegeven. .








Onderdeel Paragraaf 3.2 Klasse Bestemmingsplangebied, omschrijving

Paragraaf 4.2 Klasse Structuurvisieplangebied_G, omschrijving

Paragraaf 3.2 Klasse Structuurvisieplangebied_P, omschrijving

Paragraaf 4.2 Klasse Structuurvisieplangebied_R, omschrijving

Paragraaf 4.2 Klasse Besluitgebied_P, omschrijving

Paragraaf 4.2 Klasse Besluitgebied_A, omschrijving

Paragraaf 4.2 Klasse Besluitgebied_X, omschrijving

Was ondergrond (verplicht, zo vaak als gewenst)

De Wet ruimtelijke ordening verplicht om kenbaar te maken welke ondergrond is gebruikt.

Dit attribuut maakt dit mogelijk. Aangezien voor de meestal gebruikte grootschalige

basiskaart (GBKN) of topografische kaart (top10-vector) een copyright bestaat, is er geen

vrije beschikbaarheid, die ontstaat door het opnemen van een link, mogelijk. Bovendien

wordt er vaak een eigen samenstel van kaartlagen, met soms eigen aanvullende

informatie gebruikt. Daarom dient hier een zodanige omschrijving van de naam en versie

te worden gegeven dat de terugvindbaarheid van de ondergrond in de organisatie van de

bronhouder is verzekerd. Er zijn meerdere waarden mogelijk.

Wordt ondergrond (verplicht, zo vaak als gewenst)

De Wet ruimtelijke ordening verplicht om kenbaar te maken welke ondergrond is gebruikt.


Dit attribuut maakt dit mogelijk. Welke ondergrond is gebruikt dient te worden aangeven

met behulp van het domein Ondergronden. Is van een andere ondergrond dan uit het

domein Ondergronden gebruik gemaakt dan wordt een eenduidige referentie naar de

gebruikte ondergrond ingevuld.

Er zijn meerdere waarden mogelijk.