Download - Radicaal jong

Transcript
Page 1: Radicaal jong

Radicaal jong

‘Als gevolg van het ontbreken van kennis over radicalisme enradicaliseringsprocessen en door het ontbreken van competen-ties om te reageren op deze verschijnselen, krijgen jongerenvaak te weinig weerwoord van de professionals die geacht wor-den hen te begeleiden in hun ingroei in de samenleving.’ (NotaWeerbaarheid tegen radicalisering van moslimjongeren,minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, maart 2005)

Culturele spanningen tussen autochtone en allochtonegroepen jongeren zijn er al heel lang. Ook zijn er spannin-gen tussen verschillende allochtone groepen, bijvoorbeeldtussen Antillianen en Marokkanen of tussen Surinamersen Turken of Molukkers, evenals tussen verschillendeautochtone groepen (de ‘mods’ en de ‘rockers’).

Veel jongerenwerkers horen klachten over discriminatie, erva-ren dat groepen elkaar uitsluiten en elkaar soms zelfs te lijfgaan. Voor een deel is dit eigen aan jongeren en jongeren-culturen: radicaal hoort bij jong.

Maar na ‘11 september’ en de moord op Theo van Gogh zijnin veel gemeenten de culturele spanningen toegenomen. Deuitingen variëren van elkaar negeren of ontwijken tot uit-schelden, vechtpartijen en discriminatie. In sommigegemeenten is sprake van radicalisering: een klein aantal mos-

limjongeren ‘kiest’ voor het fundamentalismeen een klein aantal witte Nederlandse jongerenvoor rechts-extremisme.

Hoe kun je er als jongerenwerker voor zorgendat culturele spanningen niet verder oplopen?Of dat ze verminderen? Hoe kun je als jonge-renwerker helpen voorkomen dat jongeren radi-caliseren? Hoe kun je het proces van radicalise-ring vroegtijdig signaleren?

Vragen en antwoordenOp dit soort vragen biedt de handreiking Radicaal jong eenaantal antwoorden. Die antwoorden zijn niet door sociologenof pedagogen bedacht vanachter het bureau. Ze zijn hetresultaat van ervaringen en suggesties die jongerenwerkerszelf inbrachten tijdens de X-Session over culturele spanningenin Helmond op 29 september 2005, waaraan bijna tachtigjongerenwerkers deelnamen. Een andere bron vormen erva-ringen en tips afkomstig van drie ervaren jongerenwerkerstijdens een verdiepingsbijeenkomst op 12 oktober 2005.

Binnen deze handreiking hanteren we de volgende driedeling: 1 Wat kun je als jongerenwerker doen om culturele spannin-

gen te verminderen?2 Hoe herken je radicalisering en wat kun je daaraan als jon-

gerenwerker doen?3 Wat doe je als jongerenwerker als er sprake is van geweld-

dadige incidenten?

Een handreiking voor jongerenwerkers bij het omgaan metculturele spanningen en radicalisering

Radicaal jongRadicaal jong

NIZW Sociaal BeleidVerdiwelCentrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid

w w w. ra d i c a a l j o n g . n l

Page 2: Radicaal jong

Of je de gegeven adviezen en tipswel of niet kunt gebruiken, hangtvan allerlei omstandigheden af.

Veel problemen kun je nietalleen oplossen. Vaak heb jedaarbij anderen nodig.Jongerenwerkers opereren vaaksolistisch. Juist bij vragen op hetgebied van radicalisering en cul-turele spanningen is die hulpvan anderen, óók van je eigenorganisatie, broodnodig.

De ene gemeente zet meer jonge-renwerkers in dan de andere. In deene welzijnsorganisatie werkt hetjongerenwerk nauw samen methet onderwijs of de politie, in deandere niet. In deze brochure zijnin kaders voorbeelden opgeno-men over hoe je met de centralevragen kunt omgaan.

Profileer jongerenwerk!Wijkagenten, jongerenwerkers enandere professionals die in wijkenwerken, signaleren problemen enspanningen waar gemeenten ofdirecties van welzijnsorganisatiesgeen zicht op hebben. Het kan ookzijn dat zij wel weten dat er proble-men zijn, maar dat zij daar eenandere kijk op hebben dan de pro-fessionals. Vaak hebben professio-nals goede ideeën over oplossingenvoor problemen. Het is belangrijkdat zij met die ideeën naar hundirectie of naar de gemeente gaan.Uiteindelijk willen gemeenten enwelzijnsorganisaties dat maat-schappelijke problemen construc-tief worden aangepakt. Op deinbreng van het jongerenwerkdaarbij wordt door iedereen steedsmeer nadruk gelegd. De politievraagt erom, in de nota’s van minis-ter Verdonk wordt een beroepgedaan op de competenties vanjongerenwerkers bij preventie, inFrankrijk zaten de jongerenwerkersom de tafel met de ministers om derellen in de banlieues te bespreken.

De boodschap van deze brochure isdat het jongerenwerk dit signaalserieus moet nemen.Jongerenwerkers hebben kennisvan de leefwereld van jongeren.Daarmee kunnen ze een belang-rijke bijdrage leveren aan het signa-leren en voorkomen van radicalise-ring onder jongeren.

2

1 Wat kun je als jongerenwerkerdoen om culturele spanningente verminderen?

Onbekend maakt onbemind. Dat oude gezegdedook in beide bijeenkomsten regelmatig op. Zorgervoor dat je de jongeren zelf in ieder geval goedkent. En draag er als jongerenwerker zorg voor datjongeren uit verschillende culturele groepenelkaar beter leren kennen. Dat betekent niet directdat ze elkaar aardig hoeven te gaan vinden! Kennisvan elkaars achtergronden, leven, denken en doenkan in ieder geval kou uit de lucht halen.Bijvoorbeeld door gezamenlijk een film of theater-voorstelling te bekijken. Of door gezamenlijkemuziek- of theaterworkshops te organiseren die uit-monden in een presentatie voor publiek. Of doordebatten over onderwerpen die jongeren bezighou-den. Of door samen te sporten.Hier volgen enkele adviezen om mogelijke spannin-gen te verminderen.

Mix samen en apart

Maak een mix van activiteiten voor samen en apart. Sluit niemand uit, zeker niet demoeilijke of radicale groepen.

Natuurlijk kunnen groepen een sterke behoefte hebben aan onderling contact. Turksemeisjes bijvoorbeeld die ervaringen willen uitwisselen over hun opvoeding of over hunrelaties met jongens. Of Marokkaanse jongens die met elkaar willen voetballen. Daar isniets op tegen. De eigen groep kan een uitstekend startpunt zijn voor emancipatie. Alsdie groepen eenmaal draaien, kun je ze ook in contact brengen met andere groepen.Zorg ervoor dat je je niet uitsluitend op één bepaalde groep richt.

Soms trekt een jongerencentrum slechts een deel van de jongeren. Sommige richtenzich alleen op allochtone, andere vooral op autochtone jongeren. Probeer alle groepenhet jongerencentrum in te krijgen. Stap op straat op groepjes jongeren af en vraag watze willen. Neem hun antwoord ook serieus, zeg dat je samen met hen activiteiten wiltorganiseren. Zorg ervoor dat ze zich thuis voelen en breng ze van daaruit in contact metandere groepen.

‘Hoe bereikt men dat positieve effecten van de contacten (tussen de groepen) beklij-ven en worden uitgebreid (…) naar meer leden? Deelnemers moeten elkaar nietalleen zien als individuen, maar het groepslidmaatschap moet saillant zijn. Dus lievermoslima’s mét dan zonder hoofddoekje.’(UIT: IN IEDEREEN SCHUILT EEN TERRORIST, R.W. MEERTENS E.A., 2005)

Laat álle jongeren voelen dat ze erbij horen

Zorg ervoor dat jongeren zich veilig en thuis voelen in het jongerencentrum. Dat ze erva-ren dat jij hun klachten en ideeën serieus neemt.

Hoe meer jongeren het gevoel hebben dat ze er niet bij horen, hoe meer ze ondervindendat ze geen stage of werk vinden of de discotheek niet binnenkomen, hoe groter hungevoel van frustratie is. En hoe groter de kans dat ze zich van de samenleving afkeren enzich daartegen gaan verzetten. Probeer samen met andere partners te voorkomen datjongeren het gevoel krijgen dat ze er niet bij horen (zie kader ‘Goede praktijken’ verderop in deze brochure).

‘Als er spanningen tussen groepen zijn, brengen wij ze bij elkaar met film, muziek,debat en eten. Om de vooroordelen te bespreken en oplossingen te zoeken. Die aanpakwerkt goed.’ADEM BOSAL (JONGERENWERKER)

Page 3: Radicaal jong

Werk vindplaatsgericht

Je bereikt meer jongeren als je vind-plaatsgericht werkt. Werk dus nietalleen in of vanuit het jongerencen-trum, maar ook vanuit scholen, opstraat en in het uitgaansleven. Dan kunje problemen oplossen waar ze spelen.

Je staat twee uur in de rij voor de dis-cotheek, dan kom je bij de ingang enzegt de portier dat je er niet in komt.Je staat met vier lotgenoten je frus-tratie te bespreken. Dan komt de poli-tie, want er is een samenscholingsver-bod. Begrijp jij wat voor een gevoel jedan bekruipt?DENNIS POOLS (JONGERENWERKER)

Vindplaatsgericht werken is niet alleenbelangrijk omdat je zo jongeren aantreftdie je wilt bereiken. Als jongerenwerkerkrijg je op deze wijze een compleetbeeld van hun leefwereld. Het is dezekennis en ervaring die jou als jongeren-werker een meerwaarde geven tenopzichte van een wijkagent, een leer-kracht of een wethouder.

Vindplaatsen

SchoolDe school is een ideale plek, omdatvrijwel alle jongeren naar schoolgaan. Met het thema discriminatiekom je scholen echter vaak moeilijkbinnen. Scholen hebben de neigingom te zeggen dat bij hen discrimina-tie niet voorkomt. Sommige scholendoen er wel iets mee. Met het themapesten kom je doorgaans gemakke-lijker binnen en van daaruit kom jealgauw op discriminatie. Werk hierinsamen met de politie. De invalshoekmoet zijn: Wat kun je er als jongerezelf aan doen? Vermijd de slacht-offerrol. Die aanpak werkte goed inHelmond.

De buurtIn veel buurten is sprake van span-ningen tussen hangjongeren enouderen. Veel ouderen zijn bangvoor hangjongeren, vooral als ze vanallochtone afkomst zijn. Als jonge-renwerker kun je met beide groepenapart in gesprek gaan. Laat zowel deouderen als de jongeren eerst hunhart luchten en duidelijk zeggen wathun dwarszit. Vraag dan welkeoplossingen zij hiervoor zien. Brengde groepen – of enkele leiders of ver-tegenwoordigers daarvan – daarnamet elkaar in contact en probeer totconcrete afspraken te komen. Het

voordeel van deze werkwijze is datbeide partijen elkaar vaak betergaan begrijpen en de ergernissenflink afnemen. Een ander voordeel isdat ouderen en jongeren zelf oplos-singen bedenken. De kans is dangroter dat ze daaraan meewerken.Veel jongerenwerkers hebben goedeervaringen met deze aanpak.

Het uitgaanslevenIn het uitgaansleven gebeurt hetvaak dat allochtone jongeren de toe-gang tot disco’s of cafés wordtgeweigerd. Dat toegangsbeleid ver-sterkt culturele spanningen. Probeerals jongerenwerker tot concreteafspraken te komen met eigenarenvan die horeca-gelegenheden en metjongeren zelf. Maak jongeren bij-voorbeeld ook bewust van kleding-codes bij uitgaansgelegenheden. Diecodes zijn soms ook een reden omiemand aan de poort te weigeren.Eventueel kun je de politie inschake-len, het Meldpunt Discriminatie ofde directeur van je eigen organisatie.

InternetEen belangrijke vindplaats (én eenbelangrijk risicogebied voor radicali-sering) is internet. Weliswaar tref jejongeren daar niet in levenden lijve,maar in de leefwereld van jongerenspeelt het wél een belangrijke rol.Zeker als ze uren per dag achter hetscherm doorbrengen, heeft dezeplek grote invloed op hoe hungedachten worden gevormd. Bij decommunicatie op internet spelengroepsidentiteiten een belangrijkerrol dan individuele identiteit. Hetrisico van snelle radicalisering islangs deze weg dan ook groter.

Werk met succesvolle allochtone jongeren

Er heerst een negatieve beeldvormingover allochtone jongeren. Het gevaar isgroot dat zij die beeldvorming op zich-zelf gaan betrekken. Of dat zij zich erzelfs naar gaan gedragen. Daarom is hetbelangrijk om met succesvolle alloch-tone jongeren samen te werken. Denkdaarbij uitdrukkelijk ook aan succesvolle( jonge) allochtone ondernemers. Zijkunnen een inspirerend voorbeeld zijnvoor andere allochtone jongeren.Bijvoorbeeld door als mentor te functio-neren. Of door betrokken te zijn bij the-mabijeenkomsten. Bovendien kunnenzij vooroordelen wegnemen bij bijvoor-beeld de politie, horeca-eigenaren,werkgevers en andere burgers.

Sport confronteert

Er zijn jongerenwerkers die erin slagenlonsdalers te laten voetballen metMarokkaanse jongeren. Misschien blij-ven de lonsdalers lonsdalers, maar dekans is groot dat je op die maniergevechten tussen deze groepen kuntvoorkomen. Spanningen tussen groepenkunnen dan via competitie in de sporteen uitweg vinden. Beter blessures ophet sportveld dan messteken op straat!Probeer iedereen die wil, mee te latendoen aan jongerenactiviteiten.

Werk samen met de politie

Veel jongerenwerkers identificeren zichmet de jongeren. In de beleving van veeljongerenwerkers staat dit haaks opsamenwerking met de politie. Die wordtdoor de jongeren, en zeker door de jon-geren die radicaliseren, als ‘de vijand’gezien. En heulen met de vijand, datdoe je niet.

Bij het voorkómen van radicalisering,culturele spanningen en criminaliteit ishet echter juist van belang om wél deverbinding te zoeken met de politie enandere veiligheidsfunctionarissen. Zijbeschikken over een ander soort kennis,die aanvullend kan zijn op de kennis dieje als jongerenwerker hebt. Bijvoorbeeldover strafbare feiten, maar ook overmeldingen van overlast door buurt-bewoners. Heel belangrijk is ook dat depolitie een stok achter de deur heeft. Zijkunnen makkelijker iets afdwingen danje als jongerenwerker kunt.Samenwerking met de politie moet dusgeen dilemma zijn.

Een paar tips:• Zorg ervoor dat je regelmatig over-

leg hebt met de politie. Zo kun jekennis met elkaar delen, maar ookactiviteiten op elkaar afstemmen.

• Zorg ervoor dat je minstens in éénnetwerk zit waarin de politie offici-eel kennis deelt met andere functi-onarissen.

• Zorg ervoor dat jullie in je werkecht aanvullend zijn op elkaar. Dejongerenwerker moet niet op destoel van de politie gaan zitten,maar de politie moet ook nietplaatsnemen op de stoel van dejongerenwerker. Zo blijft je positieen rol tegenover de jongeren ookduidelijk.

• Ga regelmatig sámen met de poli-tie in gesprek met jongeren.Organiseer bijvoorbeeld activitei-ten waaraan de politie ook kandeelnemen. Dat kan gaan van

3

Page 4: Radicaal jong

voorlichting over radica-lisering en de gevarenervan tot het organise-ren van sportactiviteiten.

• Zorg ervoor dat je eigenorganisatie afsprakenmaakt over de rolverde-ling met de politie.Opereer hierin niet solis-tisch.

Tot slot: Integratiemoet van twee kantenkomen

Integratie is een tweezijdigproces. Veel allochtone jonge-ren hebben het idee dat inte-gratie erop neerkomt dat zijzich moeten aanpassen aande Nederlandse cultuur.Probeer met allochtone jon-geren te zoeken naar manie-ren waarop zij een bijdragekunnen leveren aan de inte-gratie. Laat jongeren ervarendat de jongerencultuur inNederland sterk wordt beïn-vloed door allochtone cultu-ren, met name in de muzieken straattaal.

Een paar tips:• Houd er rekening mee

dat jongerenculturenvaak aan elkaar hangenvan rituelen die ook defunctie hebben onzeker-heden en gevoelens tekanaliseren. Vaak zit hetallemaal niet zo ratio-neel in elkaar. Probeerdus niet koste wat kostheel beredeneerd groe-pen bij elkaar te bren-gen.

• Kijk ook eens uit welkeelementen de groepscul-tuur is opgebouwd. Vaakis het ook een uitvergro-ting van het gedrag vande volwassenencultuurwaar de jongeren uitafkomstig zijn. Dat kanwel eens aanknopings-punten bieden om jonge-rengroepen met elkaar incontact te brengen.

• Veroordeel nooit de per-soon zelf om wat hij is(gabber, lonsdaler, mos-lim enz.), maar kijk naarzijn concrete gedrag enwat hij te bieden heeft.

4

Radicalisering is een heel lastig vraag-stuk. Niet iedere jongen met eenLonsdale-jack is een gevaarlijke rechts-extremist en niet elke jongen met eenlange baard en een djellaba is een mos-limterrorist. Niet alle Lonsdale-jongerenzijn wit en onder radicale moslimsbevinden zich ook witte Nederlanders.Het is en blijft heel erg moeilijk om aande buitenkant te zien of een jongereradicaliseert. De centrale boodschapluidt: trek niet te snel conclusies, zekerniet op basis van uiterlijke kenmerken,praat met jongeren van wie je vermoedt datze radicaliseren. Van jou als jongerenwerkerwordt verwacht dat je de leef- en denkwereldvan de jongeren kent en doorgrondt. Op basisvan je kennis van die leefwereld word jegeacht signalen van radicalisering zo vroegmogelijk op te vangen.

Checklist voor radicalisering• Jongeren laten hun baard groeien en

gaan zich traditioneel islamitisch kleden,of ze laten hun hoofd kaal scheren engaan kleding dragen van de merkenLonsdale of Karl Kani.

• Ze gaan zich anders gedragen, komenniet meer in het jongerencentrum of opandere ontmoetingsplekken waar zevoorheen wél kwamen.

• Hun kritiek op de samenleving neemttoe. Ze nemen er geen verantwoordelijk-heid meer voor en keren zich ervan af.

• Ze bekritiseren andere etnisch-culturelegroepen (bijvoorbeeld Joden ofMarokkanen).

• Ze bezoeken radicale websites en dragenextremistische standpunten uit.

• Ze worden opeens trouwe bezoekers vande moskee.

• Ze maken zich onzichtbaar, vooral als zeplannen maken om geweld te gebruiken.

• Ze komen plotseling niet meer op school,werk of andere plaatsen die door henvoorheen als belangrijk werdenbeschouwd.

‘Bij een voetbaltoernooi schreef een groepjeMarokkaanse jongens zich in als “DeHofstadgroep” en een andere als “Hamas”.Pure provocatie! Die jongens zijn echt geenterroristen. Daar moet je niet te serieus opingaan. Ik zei: “Zou je geen andere naamkiezen?”’DENNIS POOLS (JONGERENWERKER)

Wat doe je als je vermoedt dat eenjongere radicaliseert?

Zoals gezegd is niet iedere Lonsdale-jongereeen gevaarlijke rechts-extremist en niet elkeMarokkaanse jongen met een baard een ter-rorist. Als je vermoedt dat een jongere radica-liseert, moet je dat checken in een gesprekmet die jongere. Wees heel open in datgesprek. Stel vragen: Klopt je vermoeden? Wilde jongere alleen provoceren of is hij daad-werkelijk aan het radicaliseren? Wat voorredenen heeft de jongere om te provoceren ofte radicaliseren? Is de jongere van plan omalleen of met anderen geweld te gebruikentegen andere groepen?Gebruik daarbij vooral je eigen kennis van deleefwereld en leefomgeving van de jongere.

Leg contact met betekenisvolle anderen

Als het je niet lukt om zelf met ogenschijnlijkradicaliserende jongeren in gesprek te komen,moet je je vermoeden ook via anderen contro-leren. Bijvoorbeeld via school, de werkgever ofeen sleutelfiguur uit de etnische groep van dejongere. Dat kunnen de ouders zijn. Of eenoudere broer, een voorbeeldjongere, eenimam of een vertegenwoordiger van een zelf-organisatie. Of een voetbaltrainer, een vriendof een informele leider van een groep.

‘In conflictsituaties kun je proberen ouderebroers van Turkse of Marokkaanse jongensin te schakelen. Die genieten respect enhebben vaak veel invloed.’ADEM BOSAL (JONGERENWERKER)

Schakel andere professionals in

In veel gemeenten functioneren buurtnetwer-ken jeugdhulpverlening, waarin politie, hetonderwijs, het welzijnswerk, de jeugdzorg ende leerplichtambtenaar risicojongeren‘bespreken’ en werkafspraken maken over wiewat doet. Via deze netwerken – of variantendaarop – kun je ook afspraken maken over hetcommuniceren met jongeren die lijken te

2 Hoe herken je radicalisering en wat kun je daaraan alsjongerenwerker doen?

Page 5: Radicaal jong

radicaliseren. Zorg er in ieder geval voor dat je een belangrijken kundig onderdeel wordt van zo’n netwerk!

Ontwikkel gedragscodes om radicaliseringbespreekbaar te maken

Er zijn scholen die gedragscodes hebben om radicalise-ring en extremisme bespreekbaar te maken. Die scho-len stellen vertrouwenspersonen aan en trainendocenten in het bespreekbaar maken van deze the-ma’s, het individueel aanspreken van leerlingen op hungedrag en het in gesprek gaan met hun ouders. In hetbuurtnetwerk jeugdhulpverlening of contacten tussenjouw organisatie met scholen of de gemeente kun jepleiten voor het invoeren van een dergelijke gedrags-code op scholen.

‘Groepen pellen’

Er zijn natuurlijk ook lonsdalers en radicale moslimsdie helemaal niets meer met andere groepen jongeren temaken willen hebben. En ook niet met jou als jongerenwer-ker. In zo’n situatie kan radicalisering bij individuen ontstaanzonder dat je er zicht op hebt.Wat je dan kunt doen, is de meelopers scheiden van de over-tuigde radicalen. Veel jongerenwerkers maken daarbij gebruik van de metho-diek ‘groepen pellen’. Binnen een grote groep maken professi-onals onderscheid tussen verschillende groepen, zoals meelo-pers en risicogroepen, tot ze de harde kern overhouden. Zoalsje de rokken van een ui kunt pellen. Voor elke onderscheidengroep wordt dan een specifieke benadering afgesproken. Depolitie concentreert zich op jongeren die zich schuldig makenaan crimineel gedrag, de jeugdzorg richt zich op jongeren diehulp nodig hebben en het jongerenwerk organiseert activitei-ten voor de overige jongeren. Meelopers scheiden van radica-liserende jongeren kan onderdeel zijn van deze aanpak.Evenals het voorkomen dat risicojongeren uitgroeien tot cri-minelen. Bij dat ‘groepen pellen’ kun je als jongerenwerkereen belangrijke rol spelen. Jij kunt immers de verschillendeschillen in zo’n groep goed onderscheiden.

Een paar tips:• Probeer in een groep goed in de gaten te houden wie de

leiders en de informele leiders zijn. Ga met hen ingesprek over wat wel en niet ‘normaal’ is en maak daarafspraken over.

• Probeer ook de omgeving van de jongeren nauwer tebetrekken bij activiteiten die op ‘waarden en normen’zijn gericht: de ouders, de school, de werkgever, de mos-kee of de kerk.

• Maak duidelijk aan de jongeren dat je er niet alleen bentvoor de leuke activiteiten, maar probeer je ook, op eenlichte manier, de rol van opvoeder aan te meten.

‘Zodra wij van de politie horen dat buurtbewoners last heb-ben van een groep jongeren, dan benaderen wij die jonge-ren. Daar moet je eerst vertrouwen mee zien op te bouwen.Vanuit dat vertrouwen ga je met die jongeren praten overde buurtbewoners die last van ze hebben. Vervolgens orga-niseren we een gesprek tussen die jongeren en die buurtbe-woners. Dan wordt alles besproken. Soms wordt er geschol-den. Maar uiteindelijk maak je dan samen afspraken. Dieaanpak is bij ons tot nu toe altijd gelukt.’M’HAMED YAHIA (JONGERENWERKER)

5

3 Wat doe je als jongerenwerker als er sprake is van gewelddadige incidenten?

Stel dat er sprake is van een gewelddadig incident: er is eenbrand gesticht in een school, een moskee of een kerk. Groepenjongeren zijn in de buurt en dreigen met elkaar in gevecht tegaan. Wat kun je dan doen als jongerenwerker?

Handhaving van de openbare orde is een taak van de politie. Diekan eventueel groepen uit elkaar halen en zelfs arrestaties ver-richten. Maar ook in het heetst van de strijd kunnen jongeren-werkers in actie komen.Hier volgen enkele suggesties.

Geef je oren en ogen de kost

Jongerenwerkers kunnen groepen uit elkaar halen. Ze kunnenproberen jongeren die zich opgefokt gedragen te kalmeren.Tegelijkertijd kunnen ze hun oren goed de kost geven, hetgedrag van jongeren observeren en vragen stellen om erachterte komen wat er aan de hand is. Wat zijn de oorzaken van despanningen? Welke groepjes of groepen spelen een rol? Welkeinstituties (media, politiek) kunnen kalmerend of juist ophit-send werken?

Blijf loyaal, maar ken je maatschappelijke verantwoordelijkheid

Als je weet welke jongere of jongeren brand hebben gesticht,bevind je je in een lastige situatie. Wat is dan je verantwoorde-lijkheid als jongerenwerker? De traditionele jongerenwerkerstelde zich vierkant achter de jongeren op. Natuurlijk blijft loy-aliteit belangrijk, maar als jongeren een school, een kerk of eenmoskee in brand hebben gestoken, veroorzaken ze grote maat-schappelijke onrust. Culturele spanningen lopen verder op. Alsjongerenwerker heb je ook je maatschappelijke verantwoorde-lijkheid, zoals de organisatie waarvoor je werkt die ook heeft.Vanuit die verantwoordelijkheid kun je met de betreffende jon-geren in gesprek gaan en ze voor de keus stellen: of je geeftjezelf aan, of ik geef je aan.

Het is ook mogelijk dat je een sterk vermoeden hebt dat eenbepaalde jongere een dergelijke brand heeft gesticht. Dan kunje hem uitnodigen voor een rustig gesprek in een ruimte die zichdaarvoor leent. Neem de tijd en gebruik je antennes optimaal.Zet eerst de feiten op een rij. En probeer erachter te komenwelke rol de jongere heeft gespeeld in het incident.

Page 6: Radicaal jong

Laat duidelijk weten wat wel en niet acceptabel is

Na een brandstichting of een ander ernstig incident is het vanbelang dat jongeren goed weten wat wel en niet acceptabelis. Dat hun duidelijk wordt wat het voor gevolgen voorgebruikers van een ruimte heeft als die in brand wordt gesto-ken. Over deze vraagstukken kun je met individuele en groe-pen jongeren in gesprek gaan. En eventueel met gebruikersvan het betreffende gebouw.

‘Bij geconstateerde moord en doodslag, verkrachting enberoving geef ik iemand direct aan!’DENNIS POOLS (JONGERENWERKER)

Verminder spanningen

Los van het feit of de dader wel of niet wordt gepakt, blijft despanning tussen groepen jongeren en tussen bevolkingsgroe-pen bestaan. Om die spanningen te verminderen, kun je put-ten uit de eerder vermelde adviezen. Bijvoorbeeld in gesprekgaan met formele of informele leiders of vertegenwoordigersvan verschillende groepen. Of een debat organiseren. Of insamenwerking met de gemeente en andere partners zorgenvoor bepaalde maatregelen, activiteiten of voorzieningen omde oorzaken van de spanningen te verminderen.

6

Goede praktijken

De preventieve aanpak in Helmond

Het jongerenwerk van Stichting Welzijn Helmond (SWH)werkt niet alleen in jongerencentra, maar hanteert nadruk-kelijk een vindplaatsgerichte werkwijze: in de wijken, opscholen en in uitgaansgelegenheden. Er kwamen signalenbinnen van discriminatie onder jongeren. Er is als invalshoekvoor het thema pesten gekozen om discriminatie bespreek-baar te maken. Een aantal allochtone jongeren die een voor-beeldfunctie kunnen vervullen, is getraind om op scholenmet andere jongeren in gesprek te gaan. Na de moord op Theo van Gogh namen de culturele span-ningen tussen autochtone en allochtone jongeren toe.Salaam was een werkgroep van zes succesvolleMarokkaanse meiden. De werkgroep breidde zich uit metzeven succesvolle Marokkaanse jongens en nam het initia-tief om met de gemeente een stadsdebat te organiserenover de culturele spanningen. M’hamed Yahia en zijn collegaWendy Daniëls (beiden jongerenwerkers bij StichtingWelzijn Helmond) ondersteunen Salaam. Eerst organiseerdeSalaam een debat op ROC ter AA. Daarna vond het stads-debat plaats, waaraan de burgemeester en de wethoudersdeelnamen, evenals buurtbewoners en vertegenwoordigersvan uiteenlopende maatschappelijke organisaties.Tijdens dit stadsdebat zijn vier thema’s vastgesteld: arbeids-participatie, communicatie, veiligheid en politiek. Er zijn vierkoppels gevormd die voor elk van deze thema’s concrete ver-volgactiviteiten moesten bedenken. De duo’s bestaan uiteen lid van Salaam en een wethouder, de burgemeester, decorpschef van de politie en de veiligheidscoördinator.Omdat in de praktijk blijkt dat veel allochtone leerlingengeen stageplaats vinden – en daardoor soms voortijdig hunopleiding stoppen – heeft het koppel ‘arbeidsparticipatie’het plan uitgewerkt dat de gemeente, het ROC en werkge-vers op het ROC een conferentie wijden aan deze problema-tiek. Daarnaast willen zij dat er een promotieteam komt vansuccesvolle jongeren dat voorlichting geeft aan werkgevers.Ten slotte wil het koppel campagnes realiseren om scholie-ren te stimuleren voor techniek te kiezen, omdat daarin veelmeer werk is dan in de populaire richting van verkoop enhandel. Het koppel ‘communicatie’ wil de communicatie tus-sen verschillende bevolkingsgroepen op wijkniveau bevorde-ren met uiteenlopende, laagdrempelige bijeenkomsten in dewijken. Het koppel ‘veiligheid’ wil enerzijds een aantal dis-cussies organiseren over veiligheid en culturele diversiteitvanuit een positieve insteek. Anderzijds is het streven datjongeren die zich gediscrimineerd voelen dat melden en zijdaarop meteen een reactie krijgen. Plus een teambuildings-

dag voor politieagenten over onder andere de islam enandere culturen. Het koppel ‘politiek’ wil allochtonen beterbetrekken bij de lokale politiek. Daartoe zal de burgemees-ter van Helmond een gastcollege geven aan allochtone jon-geren en zullen vertegenwoordigers van politieke partijenideeën uitwisselen met Salaam.

Deëscalatie in Uden

In 1945 was Uden nog een agrarisch dorp met 5000 inwo-ners. Een halve eeuw later is het een multi-etnischegemeente met 40.000 inwoners. Jongerenwerkers van jon-gerencentrum De Pul constateerden enkele jaren geleden aldat de spanningen tussen autochtone en allochtone jonge-ren in Uden toenamen. Dit maakten zij kenbaar bij de poli-tie, maar die deed niets met de informatie. Kort na demoord op Theo van Gogh was er tweemaal sprake vanbrandstichting in de islamitische basisschool Bedir.Gemeente en politie houden het op een ‘kwajongensstreek’.De tweede brand, op eerste paasdag 2005, werd daarente-gen bestempeld als een racistische daad.Turkse jongens worstelden met wraakgevoelens, maarTurkse meiden wisten hen in toom te houden. De Turksejongeren trokken zich terug in hun eigen groep. Wat deedDe Pul in deze situatie? ‘De jongerenwerkers zochten con-tact met verschillende groepen jongeren’, antwoordt direc-teur Loek Borrél. ‘Het bespreekbaar maken van de reactieswerkte deëscalerend.’Het traditionele jongerenwerk is volgens Loek niet meer vandeze tijd. Enkele jaren geleden maakte De Pul de omslagnaar ‘dynamisch jongerenwerk’, dat met zijn activiteiten wilaansluiten op de leefwereld en opvattingen van de jonge-ren. Waar mogelijk worden jongeren zelf verantwoordelijkgemaakt voor hun uitingen. De jongerenwerkers doen eenberoep op hun creativiteit en verantwoordelijkheidsgevoelen die aanpak slaat vooral aan bij allochtone jongeren.Preventief werken is een belangrijke component van dyna-misch jongerenwerk. Daarbij richten de jongerenwerkerszich niet alleen op de jongeren zelf, maar ook op hunouders. Ook activiteiten in het vmbo-onderwijs vormen eenbelangrijk onderdeel van het dynamisch jongerenwerk.Daarbij gaat het niet alleen om workshops over seksualiteit,loverboys en drugs, maar ook om concerten en introductie-dagen. Bepaalde activiteiten differentieert De Pul naar ver-schillende etnische groepen, maar daarnaast wil het jonge-rencentrum culturele activiteiten organiseren omverschillende groepen jongeren samen te brengen. In de gestichte branden ziet Loek aanleiding om het bereikvan het dynamisch jongerenwerk in Uden te vergroten. DePul is in gesprek met de gemeente over nieuw jongeren-beleid.

Page 7: Radicaal jong

Jongeren gebruiken massaalinternet. Populair onder jon-geren zijn de profielensiteswaar jongeren zich presente-ren, chatrooms, msn enonline discussiefora.Gabberjongeren bijvoorbeeldhebben aan internet een digi-taal podium voor de gabber-cultuur, waar hardcoreplaat-jes, muziek en kledingstukkenworden aangeboden en uit-gewisseld. Gabbers zijn veelalin muziek geïnteresseerd enniet politiek gemotiveerd (zie www.lonsdalenews.nl).Islamitische jongeren bezoeken websites waar zij problemenuit het dagelijks leven onderling bespreken (ziewww.marokko.nl, www.yasmina.nl). Het kan gaan over depositie van meisjes, etnische achtergrond, trouwen met eenniet-moslim, homoseksualiteit, discriminatie enzovoort. Vooralle jongeren geldt dat internet een belangrijke en positieverol speelt bij het ontwikkelen van een jongerenidentiteit.

Internet heeft naast positieve, ook negatieve aspecten vooridentiteitsvorming. Allerlei radicaal-extremisten misbruikeninternet als vrijplaats voor het ronselen van jongeren. De digi-tale snelweg is een propaganda-, opleidings-, financierings-en rekruteringsmiddel voor extremisten, ongeacht of hetautochtonen of allochtonen betreft. Zo is www.holland-hardcore.com bijvoorbeeld een bekendewebsite waar extreem-rechtse ideeën en vreemdelingenhaatde boventoon voeren. Daar roept een kleine minderheid vanrechts-radicale gabbers autochtone jongeren op tot confron-taties met allochtone jongerengroepen, tot het vernielen vanallochtone gebouwen en het bedreigen van allochtone perso-nen, en worden veelvuldig discriminerende uitingen geplaatstover met name moslims. Via internet bereiken deze oproepeneen groot aantal gabberjongeren. Sommige lokale gabber-groepen radicaliseren daardoor en geven er gevolg aan. Hunacties lokken reacties van moslimjongeren uit. Dit versterkt inbepaalde wijken en buurten al langer bestaande etnisch-cul-turele spanningen. Radicale islamitische individuen en organisaties gebruiken intoenemende mate internet. In de laatste vijf jaar is het aantaljihad-sites toegenomen van nog geen twintig tot ruim vier-duizend. Islamitische jongeren kunnen terecht op websiteswaar zelfbenoemde ‘imams’ een radicale boodschap verkon-digen. Ronselaars beïnvloeden jongeren en werven voor dejihad. Jongeren beïnvloeden elkaar ook onderling in chat-rooms, waar zij in kleine groepen radicaal-islamitische stuk-ken uitwisselen. Deze groepsdynamiek versterkt de neigingvan sommige moslimjongeren om zich van de maatschappijaf te keren; internet werkt ‘zelfontbranding’ van jongeren inde hand. Enkelen radicaliseren in zo’n mate dat zij zich tegenautochtonen ( jongeren) keren en gevoelig zijn voor terroristi-sche ronselaars. De radicalisering van gabbergroepen draagt bij aan de radica-lisering van islamitische groepen en omgekeerd. Deze nega-tieve spiraal doet de verhouding tussen allochtonen enautochtonen verharden.

Wat kun je als jongerenwer-ker doen als jongeren radi-cale websites bezoeken?Je wilt de negatieve spiraaldoorbreken. Eerst moet je jerealiseren dat je zelf moetleren je weg (beter) te vindenop internet. Als je in het jon-gerencentrum je bezoekerszomaar laat surfen, is heteinde zoek. Evenzogoed geldtdat als je het bezoeken van(radicale) websites simpel-weg verbiedt, je het risico

loopt dat de jongeren niet meer komen. Hierdoor zou je hetcontact kwijtraken, wat uiteraard onwenselijk is. Geef de jon-geren dus speelruimte, maar begrens deze ruimte; ga met dejongeren in gesprek, confronteer ze. Laat de jongeren vooralniet over je heen lopen.

‘Mijn jongeren leg ik helder uit dat het bezoeken van radi-caal-extremistische sites niet is toegestaan. Behalve als wijer een discussie over hebben. Zij mogen de sites bezoeken,maar binnen een pedagogische context waarover ikcontrole heb. Ik blokkeer dus niet de toegang tot die sites.Wel moet ik als eindverantwoordelijke hun internetgedragconstant kunnen monitoren. Ik doe dit met behulp vanspeciaal hiervoor geschikte software.’HERMIJN MOLENAAR (PEDAGOOG BIJ EEN ONDERWIJS-INSTELLING)

Het is zaak de boel goed in de gaten te houden. Ben je opzoek naar tips en begeleiding? Voor advies, ondersteuning enscholing kun je bij het Meldpunt Discriminatie Internet / MDI(www.meldpunt.nl) terecht. Jongerenwerkers kunnen hetMDI benaderen om bijvoorbeeld eens een keer met de jonge-ren samen over internet en culturele spanningen te praten. Gelukkig zijn er gabber- en islamitische sites die ‘deugen’ (ziekader ‘Websites’). Zorg ervoor dat de jongeren deze sitesbezoeken. Op deze digitale hangplekken worden overigensregelmatig ‘radicaliserende’ discussies gevoerd. Dit kan voorjou een mooie aanleiding vormen om aan de slag te gaan.Zoek de samenwerking met websitebeheerders, organisato-ren van gabber-‘events’, geestelijk leiders (imams) en het MDI.Spreek met hen af dat jullie bijvoorbeeld gezamenlijk aanchatsessies of forumdiscussies deelnemen. Ga zo in gesprekmet (radicaliserende) jongeren in hun eigen digitale leefwe-reld. Deze benadering zorgt voor een contact in een digitaleomgeving waar de jongeren zich veilig voelen in eigen kring.Dit is een eerste stap. Vervolgens kun je werken aan de ont-moeting. Het is zaak om de nieuwsgierigheid van jongerennaar elkaar te stimuleren. Zorg ervoor dat een gabber eenseen Marokkaanse website bezoekt, en omgekeerd dat islami-tische rappers naar een gabbersite surfen. Zorg er zodoendevoor dat er tussen gabbers en islamieten een dialoog ont-staat. Zo ontstaan dwarsverbanden, krijgen zij binding metelkaar. Ook in het echte leven. En daar is het je uiteindelijk omte doen. Toch?

7

Internet en radicalisering

Page 8: Radicaal jong

Websites

Kijk ook eens op de volgende websites:

Lonsdale NewsVoorlichting over achtergronden van hetmerk Lonsdale en gabbermuziekwww.lonsdalenews.nl

Marokko Community. Virtuele gemeen-schap voor Marokkaanse jongerenwww.marokko.nl

Centrum voor Criminaliteitspreventie enVeiligheid. Informatie over rijks-, lokaalen buitenlands beleid op het gebied vanradicalisering www.hetccv.nl

Linken naar andere sites: www.radicaaljong.nl

Radicalisering en culturele spanningen

Wat is radicalisering? In de notaWeerbaarheid en integratiebeleid van deminister van Vreemdelingenzaken enIntegratiebeleid is een heldere definitiegeformuleerd: ‘een houding en denk-wijze die gericht is op diepgaande her-vorming van het maatschappelijk en/ofpolitiek systeem. Radicalisering verwijstdan naar het proces waarin individuen intoenemende mate overgaan op verrei-kende doelen en middelen. In uiterstegevallen gaan radicalen over tot hetopleggen van de eigen waarheid aananderen, het zaaien van haat tegen

onwelvallige groepen, het bestraffen vanafvalligen en het plegen van geweld omde doeleinden te bereiken.’Radicalisering verwijst dus vooral naarindividuen die de samenleving, haarregels en waarden en normen afwijzenén die denkwijze ook omzetten in daden.Culturele spanningen zijn eerder tebegrijpen als een frictie tussen waarde-stelsels (van een minderheid tegenovereen meerderheid) die verbonden zijnmet het lidmaatschap van een (etnisch-culturele) groep. Wat de vraagstukkenvan culturele spanningen en radicalise-ring bij jongeren compliceert, is het feitdat jongerenculturen vaak wordengeboetseerd uit een verscheidenheid aanstijlkenmerken, die de volwassenenwe-reld, waar de jongeren deel van uitma-ken, echoën of uitvergroten.Radicalisering of culturele spanningenzijn in dat geval ook te begrijpen als een(stijl)kenmerk van jongeren(sub)cultu-ren, behorend bij een bepaalde levens-fase.

8

Colofon

Auteurs

Mellouki CadatKees NeefjesArd Sprinkhuizen

© 2006 NIZWTweede druk, mei 2006.

Deze brochure is uitgegeven door hetNederlands Instituut voor Zorg en Welzijn /NIZW Sociaal Beleid, de Vereniging vanDirecteuren van lokale Welzijnsorganisaties /Verdiwel en het Centrum voorCriminaliteitspreventie en Veiligheid / Het CCV

De informatie in deze brochure is mede geba-seerd op een X-Session (georganiseerd door X-S2, NIZW en Verdiwel) op 29 september 2005 inHelmond en een verdiepingsbijeenkomst op 12oktober 2005. Aan laatstgenoemde bijeenkomstnamen deel:M’hamed Yahia (Stichting Welzijn Helmond)Adem Bosal (Wel.kom, Roermond)Dennis Pools (De Schoor, Almere)

Foto’s: Hollandse Hoogte

Inlichtingen

[email protected]@[email protected]

ISBN 10: 90-5957-335-813: 978-90-5957-335-2

Goede praktijk

Straathoekwerk na molotovcocktail in moskee in Venray

Net als in Uden was er ook in Venrayal enkele jaren sprake van spanningentussen allochtone en autochtone jon-geren, waaronder een groepLonsdale-jongeren. Zij ontmoetenelkaar in een jongerencentrum datzichzelf bedruipt en waarop welzijns-organisatie Synthese noch degemeente vat heeft. Het jongeren-werk van Synthese richt zich met eenjongerenbus, straathoekwerk, opvangvoor risicojongeren, de jongereninfo-theek en het netwerk Jeugd enJongeren op zowel autochtone alsallochtone jongeren, maar bereiktmet name de allochtonen.Autochtone jongeren klagen dat ervoor hen te weinig wordt gedaan.Vanaf 2003 zijn er diverse incidentengeweest. Zo zijn twee moskeeën ver-schillende keren beklad en warendaar pogingen tot brandstichting.Lonsdale-jongens bekogelden eenMarokkaanse vrouw met stenen.

Er was een vechtpartij tussen alloch-tone en autochtone jongeren. Na demoord op Theo van Gogh namen despanningen toe. In het jongerencen-trum was een hardcorefestival dat totruzie leidde tussen autochtone enallochtone jongeren. Toen de lonsda-lers een molotovcocktail in de moskeegooiden, kon de politie verdere esca-latie ternauwernood voorkomen.Om de communicatie met en tussenautochtone en allochtone jongeren teverbeteren, zijn twee gespecialiseerdestraathoekwerkers aangetrokken vanwelzijnsorganisatie Wel.kom uitVenlo. Inmiddels hebben zij informa-tie verzameld over de diverse groepenen organiseren zij daarvoor activitei-ten. Gezamenlijke activiteiten vooralle jongerengroepen zijn de volgendestap.