1
Open Vld West-‐Vlaanderen Het werkplan voor West-‐Vlaanderen
2
I. DE GROEI-‐ECONOMIE Het 5-‐5-‐5 Groeiplan van Open Vld is een plan voor meer tewerkstelling en het verzekeren van onze welvaart. Met 5 miljard groeistimulerende belastingverlagingen voor wie werkt, gewerkt heeft en langer werkt, maken we werken opnieuw aantrekkelijk. Hetzelfde bedrag wordt ingezet voor wie werkt geeft, om op die manier ondernemerschap, ambitie en het creëren van jobs te stimuleren. De middelen hiervoor halen wij uit hervormingen en bezuinigingen bij de overheid ten bedrage van 5% van het binnenlands product. Op die manier realiseren wij groei en concurrentiekracht, waarmee we onze zorg en onze pensioenen voor de toekomst veilig stellen. Met het 5-‐5-‐5 Groeiplan kiest Open Vld voor ambitie zonder pijn met maatregelen die vanaf dag één ingezet worden.. Vandaag is 68% van de bevolking op arbeidsleeftijd (20-‐64 jaar) aan het werk. Dat zijn 4,5 miljoen werkenden. In het kader van de Europa 2020 strategie is de Belgische doelstelling 73,2%. Dat betekent dat we in 2020 met ongeveer 300.000 personen meer aan het werk moeten zijn dan vandaag. Op basis van de prognoses van het Federale Planbureau zullen er tegen 2020 bij constant beleid 194.000 arbeidsplaatsen bijkomen. Open Vld wil daar bovenop 100.000 mensen extra aan het werk. Ondernemen zit de West-‐Vlaming in het bloed Gelukkig beschikt West-‐Vlaanderen over vele KMO’s die blijk geven van ondernemingszin, durf en veerkracht, want de provincie kampt met enkele structurele economische handicaps. We noemen de vijf voornaamste : • Een te laag aantal starters. • Een schrijnend tekort aan onmiddellijk realiseerbare bedrijfszones. • Een dringende nood aan gekwalificeerd personeel. Hoge braindrain en vergrijzing. • Havens en luchthavens die hun potentieel moeilijk waarmaken, en missing links in het
wegennet. • Te weinig budgetten en geen universitair centrum voor onderzoek en ontwikkeling. Hier werken liberalen voor West-‐Vlaanderen: • Open Vld West-‐Vlaanderen zet zich de komende vijf jaar maximaal in om deze handicaps weg te werken. De maatregelen uit ons algemeen partijprogramma zullen ook de West-‐Vlaamse ondernemingen een flinke boost geven. Bij elk hoofdstuk geven we bovendien aan hoe we de specifieke problemen in onze provincie aanpakken.
Kiezen voor een totaalaanpak Om die doelstelling te bereiken, zet het 5-‐5-‐5 Groeiplan in op 5 hefbomen: • Activeren van werkzoekenden • Remmen op de arbeidsmarkt wegnemen • Combinatie werk-‐gezin vereenvoudigen • Werkenden iets langer aan het werk houden • Meer verdienen voor wie werkt of gewerkt heeft en minder lasten voor wie werk geeft
3
We realiseren dit plan om opnieuw de nodige zuurstof te pompen in onze economie. Op die manier maken we ons land weer competitief tegenover onze belangrijkste buurlanden en motiveren we mensen om te werken door werken aantrekkelijker te maken. Om de doelstelling van 100.000 extra jobs, voornamelijk in de private sector, te bereiken kiest Open Vld voor een totaalaanpak. We nemen maatregelen zowel op het federale als op het Vlaamse niveau. Met de Zesde Staatshervorming krijgt Vlaanderen heel wat economische hefbomen bij. We werken de zesde staatshervorming samen met de gewesten en de federale overheid verder uit en we sturen bij waar nodig. We zorgen ervoor dat Vlaamse maatregelen de federale versterken en omgekeerd. Op die manier halen we maximaal effect uit de beschikbare middelen. We zetten in op het stimuleren van ondernemerschap, het activeren van werklozen, het wegnemen van remmen op de arbeidsmarkt, het verbeteren van de combinatie werk-‐gezin en iedereen een beetje langer aan het werk te houden.
4
We financieren dit plan door de groei van de overheidsuitgaven te beperken tot de gezondheidsindex. De uitgaven worden dus wel geïndexeerd, maar de overheid zal zuiniger met haar middelen moeten omspringen dan bij ongewijzigd beleid. Door dit vol te houden, daalt het overheidsbeslag tegen het einde van de legislatuur onder de 50% van het BBP. Hiermee brengen we de begroting op orde, creëren we een overschot voor de vergrijzingskosten én verlagen we de lasten voor de burgers en de werkgevers met telkens 5 miljard euro. Bovendien starten we vanaf dag 1 want de economie van ons land heeft geen dag te verliezen. Waar mogelijk gebruiken we de fiscaliteit in plaats van subsidies. We financieren dit plan door overheden op alle niveaus diepgaand en planmatig af te slanken.
Werklozen sneller ondersteunen en activeren Open Vld wil zoveel mogelijk mensen zonder job aan het werk helpen. Werk maakt mensen gelukkiger en welvarender. Daarbij is onze filosofie duidelijk: we ondersteunen iedereen die zonder werk valt en wil werken, we helpen wie geen job kan vinden en zijn streng voor de minderheid die niet wil werken. Om die filosofie in de praktijk te brengen, voorzien we een drietrapsraket. Werkloosheid kan iedereen overkomen. Dankzij de hervorming van de werkloosheidsverzekering door de huidige regering hebben we er voor gezorgd dat werklozen de eerste 3 maanden een hogere uitkering krijgen, maar vanaf dan begint wel de degressiviteit te lopen. In het 1ste jaar werkloosheid is begeleiding cruciaal. We voorzien een persoonlijke jobcoach voor elke werkzoekende, maar ook voor schoolverlaters (gedurende hun 12 maanden beroepsinschakelingstijd). We zetten dus onmiddellijk en volop in op vorming en opleiding. Daarvoor is een nauwe samenwerking tussen onderwijs, VDAB en bedrijfswereld nodig om het aantal stageplaatsen te verhogen, zeker voor jongeren (cfr. Europese jeugdgarantie). We promoten een cursus ondernemerschap bij werkzoekenden. In het 2de en 3de jaar willen we wie werkloos is strenger opvolgen. Voor jongeren onder de 30 jaar wordt het krijgen van een inschakelingsuitkering afhankelijk gemaakt van studiehervatting, opleiding of stage. Het begrip ‘passende dienstbetrekking’ wordt afgeschaft. Vanaf het derde jaar worden werklozen ook gevraagd om een activa-‐job op te nemen waarbij ze 2 halve dagen per week gemeenschapstaken uitvoeren. Vanaf het 4de jaar wordt de werkloosheidsuitkering stopgezet. Maar we laten mensen niet aan hun lot over. Er zijn nu diverse mogelijkheden. Als het moeilijk is om in het reguliere arbeidscircuit een job te vinden, moeten we inspanningen doen om andere oplossingen te vinden (bvb. in de sociale economie). Een werkloze die een leefloon aanvraagt, komt bvb. in het begeleidingstraject van art. 60 en behoudt zijn sociale vaardigheden dankzij een activa-‐job. Uit elke bevraging blijkt dat de West-‐Vlaamse ondernemers op de eerste plaats nood hebben aan gekwalificeerd personeel. De blijvende braindrain – beter opgeleide West-‐Vlamingen vestigen zich in andere provincies om er te werken en te wonen –, de hogere mate waarin de West-‐Vlaamse bevolking vergrijst, en de krapte op de arbeidsmarkt in onze provincie, vormen de grootste bedreiging maar ook de grootste uitdaging. Het rapport van West Deal bevat enkele frappante cijfers :
5
-‐ 17,1% (44.960) van de vacatures die VDAB ontvangt komen uit West-‐Vlaanderen. -‐ In 2012 telde West-‐Vlaanderen 3,2 werkzoekenden per openstaande vacature, tegenover 4,1 gemiddeld in Vlaanderen. Er zijn dus minder kandidaten voor openstaande plaatsen. -‐ 23,8% van de West-‐Vlaamse vacatures doen zich voor in knelpuntberoepen, en dat is het hoogste percentage van heel Vlaanderen. -‐ De hardnekkigste knelpuntberoepen vereisen een hoge technische kennis. De top 5 van de meeste gezochte beroepen in onze provincie zijn tekenaar, ingenieur, technicus, electricien en machinist/kraanman. Bovendien blijken gewest-‐ en landsgrenzen vaak drempels om werknemers in naburige streken te laten werken. Hier werken liberalen voor West-‐Vlaanderen : • Het Vlaamse arbeidsmarktbeleid moet mensen stimuleren om werk te zoeken in andere delen van de provincie waar de personeelskrapte groter is. Bij de tewerkstellingspremies moet interregionale mobiliteit een criterium vormen. • Waalse werknemers moeten gemotiveerd worden voor jobs in West-‐Vlaamse bedrijven. • Er moet een structurele samenwerking komen tussen de Vlaamse VDAB, de Waalse Forem en de Franse Pôle-‐Emploi. Zo kunnen deze bemiddelingsdiensten zich flexibel opstellen bij het matchen van werklozen met arbeidsplaatsen uit naburige regio’s.
De activa-‐job herstelt sociale vaardigheden Wanneer iemand 24 maanden werkloos is vragen we dus om een ‘activa-‐job’ op te nemen, wat betekent dat men twee halve dagen per week werkt voor de gemeenschap. Meer nog dan een wederdienst voor de gemeenschap is dit een manier om het sociaal netwerk en sociale vaardigheden op peil te houden om zo de kansen op een nieuwe job open te houden. De werkzoekende kan vrij kiezen welke type activa-‐job, gaande van bezoeken van senioren, voorlezen of toezicht in scholen, hulp bij het verenigingsleven en andere maatschappelijke taken. Een werkzoekende moet uiteenlopende keuzes aangeboden krijgen om een activa-‐job te vinden die aansluit bij zijn vaardigheden en interesses. Een activa-‐job is geen pestjob maar een nuttige bijdrage die aansluit bij persoonlijke ambities. Activa-‐jobs worden georganiseerd door gemeenten, zorginstellingen, onderwijs en verenigingsleven. Het huidige systeem van individuele beroepsopleiding is de ideale schakel tussen een activa-‐job en een reguliere baan.
Remmen op de arbeidsmarkt wegwerken Wie wil werken, moet kunnen werken. We maken gelegenheidsarbeid en overuren een pak aantrekkelijker voor werkgevers én werknemers. Om makkelijk en flexibel te kunnen bijverdienen, voeren we een systeem van flexi-‐jobs in. Wie minstens deeltijds werkt, kan zo fiscaal vrijgesteld iets extra bijverdienen. Ook wie gepensioneerd is, mag bijverdienen zonder dat het pensioen wordt ingekort. Dat opent heel wat perspectieven voor bvb. arbeidsintensieve sectoren. We vereenvoudigen het systeem van toekennen van niet-‐recurrente resultaatsgebonden bonussen. Het statuut van studentenarbeid wordt verder versoepeld. Dagen worden berekend in halve dagen of uren zodat er meer gewerkt mag worden. Het contingent van 50 dagen wordt verdubbeld tot 100 dagen.
6
Omdat de noden van bedrijven nooit identiek zijn, wenst Open Vld om in samenspraak met de sociale partners een hervorming van het sociaal overleg richting Scandinavisch model door te voeren. Daarbij krijgen de sociale partners op bedrijfsniveau veel vrijheid om afspraken te maken, zonder een opgelegd dwingend keurslijf van het interprofessioneel en sectoraal sociaal overleg. We bevorderen een betere aansluiting van het onderwijs op de volledige arbeidsmarkt door o.a. een modernisering van het stelsel ‘deeltijds leren’. Verworven competenties moeten makkelijker kunnen worden gevaloriseerd. De overheid heeft hierin een duidelijke voortrekkersrol te spelen. Door gerichte vormings-‐ en opleidingsinitiatieven en screening van Vlaamse werkzoekenden worden knelpuntvacatures maximaal ingevuld. De uitzendsector wordt, bij voorkeur via tendering, betrokken bij de invulling van deze knelpuntvacatures.
Combinatie werk-‐gezin vereenvoudigen Wij zijn voorstander van meer individuele vrijheid voor werknemers om hun werkuren te bepalen, in overleg met de werkgever. Omwille van de langere loopbanen maken we werk van ‘werkbaar werk’ en een aangename werkomgeving. Werknemers die autonomie hebben over hun werk en arbeidsomstandigheden (in welke functie ook), zijn immers meer gemotiveerd en productiever. We willen dan ook moderne werkvormen zoals telewerk en schoolbelcontracten stimuleren. Gezinnen ondervinden dagelijks hoe moeilijk het is om een job te combineren met de zorg voor een familie. Met het 5-‐5-‐5 Groeiplan zetten we in op het vereenvoudigen van deze combinatie. Daarom vergroten we het aanbod kinderopvangplaatsen door de private kinderopvang meer ruimte te geven. Door een ambitieuze fileaanpak, verminderen we het aantal verliesuren in de file ten voordele van onze gezinnen. We ondersteunen onze gezinnen door dienstencheques fiscaal te blijven aanmoedigen en we ondersteunen het oprichten van dienstenplatformen waardoor klussen tussen particulieren in het wit gebeurt.
Werkenden motiveren om aan de slag te blijven Mensen mogen de rol met de arbeidsmarkt niet lossen, want hoe langer ze inactief zijn, hoe slechter de vooruitzichten op een nieuwe job. Open Vld wil daarom een activeringsbeleid waarbij alle mensen die kunnen werken ook gemotiveerd worden om werk te vinden. Het Vlaams activeringsbeleid schiet daarbij momenteel duidelijk te kort. Met amper 42% behoort de activiteitsgraad van Vlaamse 55-‐plussers tot de laagste van Europa. Open Vld wil dit percentage omhoog. 55-‐plussers hebben een schat aan nuttige ervaring die kan worden ingezet op de arbeidsmarkt. Door (para)fiscale maatregelen zorgen we ervoor dat 55-‐plussers aantrekkelijk blijven voor werkgevers. Lastenverlagingen die zorgen voor koopkracht motiveren 55-‐plussers om langer aan de slag te blijven. Personen met handicap moeten toegang krijgen tot de reguliere arbeidsmarkt. Momenteel bestaan er tientallen banenplannen, die hun doel veelal voorbij schieten. Open Vld wil gerichte RSZ-‐kortingen waarbij ingezet wordt op twee groepen: jongeren en 55-‐plussers. Daarenboven laten we anciënniteit minder doorwegen in loonvorming en versterken we de band tussen gewerkte jaren en het uiteindelijke pensioenbedrag. We laten het systeem van werkloosheid met bedrijfstoeslag (brugpensioen) uitdoven en zetten in op het aanbieden van formules waarbij oudere werknemers ervoor kunnen kiezen voor een lagere werkdruk tegen een aangepast loon. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid wil Open Vld de combinatie met werken vergemakkelijken en aanmoedigen.
7
Levenslang leren is essentieel in de uitbouw van de kennissamenleving. Open Vld wil dat er concrete maatregelen komen om de 2020-‐doelstellingen te behalen.
Meer verdienen voor wie werkt of gewerkt heeft met minder lasten voor wie werk geeft In het 5-‐5-‐5 Groeiplan nemen we verschillende maatregelen om mensen te activeren. Maar er moeten natuurlijk ook voldoende jobs zijn. Daarom wil Open Vld maatregelen die werkgevers stimuleren om meer mensen aan te werven. Dat doen we door de loonlasten met 5 miljard euro te verminderen. We zetten de inspanningen van de huidige regering verder en nemen daar bovenop extra maatregelen om onze loonhandicap tegen het einde van de legislatuur fors te verminderen. Gelet op de budgettaire mogelijkheden, vooral dan voor de periode 2015-‐2016, faseren we deze maatregelen gedurende de duur van de legislatuur. Open Vld gebruikt daarbij voluit de bevoegdheden die Vlaanderen na de Zesde Staatshervorming zal hebben om de bestaande maatregelen te versterken. Verlaging van de globale loonlasten op federaal vlak In het competitiviteitspact is nu al beslist om tegen het einde van de legislatuur de loonlasten te verminderen met 1,35 miljard euro. Open Vld voert dit pact volledig uit en versterkt het vanaf 2017 door jaarlijks de loonkost bijkomend te verlagen. Dit doen we door de patronale RSZ-‐bijdragen lineair te verminderen met 1% per jaar van 33% naar 30%. Dat betekent concreet een verlaging van jaarlijks 1 miljard euro per jaar, wat aan het einde van de legislatuur een bijkomende loonkostvermindering betekent van 3 miljard euro. Verlaging van loonlasten voor jongeren en 55-‐plussers op Vlaams vlak Door de Zesde Staatshervorming worden de Gewesten zelf bevoegd voor het arbeidsmarktbeleid, inclusief het beheer over de diverse banenplannen en doelgroepmaatregelen. De meer dan 30 bestaande doelgroepmaatregelen vormen we geleidelijk om naar twee eenvoudige RSZ-‐kortingen: één voor jongeren onder de 30 jaar en één voor ouderen boven de 55 jaar. We trekken voor deze twee doelgroepen bijkomend 650 miljoen euro uit om de lasten te verlagen. Naast de bijkomende loonkostdaling verminderen we ook de administratieve lasten voor ondernemers. De RSZ-‐kortingen wil Open Vld immers rechtstreeks verrekenen via de Dimona-‐aangifte bij de RSZ op basis van de leeftijd en het bruto-‐loon van de werknemer.
Meer koopkracht voor wie werkt en gewerkt heeft Naast verlaging van de lasten voor wie werk geeft, willen we ook wie werkt en gewerkt heeft minder belastingen laten betalen. Daarvoor verhogen wij het beschikbaar inkomen. Dat geeft mensen extra koopkracht en stimuleert de consumptie en private investeringen, belangrijke motoren van onze economie. Ten tweede moedigen we mensen aan om aan de slag te gaan of te blijven door het verschil met een uitkering groter te maken. Daardoor stijgt de tewerkstelling wat opnieuw goed is voor de economie en voor het dragen van de vergrijzingkost. Op federaal vlak verlaagt en vereenvoudigt Open Vld de personenfiscaliteit door de afschaffing van 3 tarieven in de personenbelasting, nl. 30%, 40% en 50%. Op die manier realiseren we dat niemand meer dan de helft van zijn of haar verdiende inkomen aan de overheid moet afstaan. Daardoor zorgen we er ook voor dat mensen meer koopkracht hebben, wat goed is voor de economie. Federaal willen we dus slechts 2 tarieven overhouden, namelijk 25% op het belastbaar inkomen tot ongeveer 20 000 euro en 45% op het gedeelte daarboven.
8
Gelet op de budgettaire mogelijkheden is de afschaffing van de 3 tarieven niet in één stap te realiseren. Daarom opteren we voor een gefaseerde afschaffing. We beginnen onmiddellijk in 2015 met het 30%-‐tarief af te schaffen en verhogen geleidelijk de minimumgrens van het 40%-‐tarief. Deze maatregel kost 4,1 miljard euro op kruissnelheid in 2019. Op Vlaams vlak beschikken wij na de Zesde Staatshervorming over de mogelijkheden én middelen om zelf ook lastenverlagingen toe te kennen, zowel voor burgers als werkgevers. In het 5-‐5-‐5 Groeiplan gebruiken we dan ook deze nieuwe bevoegdheden van Vlaanderen om tegen het einde van de legislatuur 1 miljard euro Vlaamse lastenverlagingen toe te kennen, vooral voor wie werkt of gewerkt heeft. We doen dat via het verlagen van de opcentiemen.
9
Werken loont ook voor je pensioen We hervormen het pensioensysteem verder zodat gepensioneerden hun levensstandaard in stand kunnen houden. Daarbij zullen de wettelijke pensioenstelsels van werknemers, zelfstandigen en ambtenaren naar elkaar toegroeien zodat elke gepensioneerde van een gelijkwaardig pensioen kan genieten. De pensioenrechten worden verder geïndividualiseerd. Het onderscheid tussen gehuwden en wettelijk samenwonenden in de pensioenwetgeving vervalt. Wanneer wettelijk samenwonende of gehuwde partners uit elkaar gaan, zal het pensioen dat zij gezamenlijk hebben opgebouwd onder beide partners verdeeld worden. De wettelijke pensioenleeftijd blijft op 65 jaar. De effectieve leeftijd waarop mensen stoppen met werken bedraagt vandaag ongeveer 59 jaar. We trekken de effectieve pensioenleeftijd stapsgewijs verder op zodat we in de richting van de wettelijke pensioenleeftijd evolueren. Hoe langer een persoon werkt en hoe meer hij bijdraagt aan het systeem, hoe hoger de pensioenuitkering zal zijn. Werken moet lonen, ook voor het pensioen. Het hervormde pensioensysteem zal daarom in voldoende mate gebaseerd zijn op het verzekeringsprincipe en zal activerend werken. De opbouw van pensioenrechten zonder te werken wordt verder beperkt. Wie ziek is, voor zieken zorgt of zelf zwangerschaps-‐ of ouderschapsverlof geniet, blijft in elk geval wel pensioenrechten opbouwen. Voor wie er vrij voor kiest om minder te werken of wie langdurig werkzoekend is, wordt de pensioenopbouw afgeremd. De loopbaanduur zal ook bepalender worden voor de startdatum van het pensioen en kan daarom niet los worden gezien van hoe lang we leven. Elke loopbaankeuze heeft een impact op het pensioen, zowel op het wettelijk als op het aanvullend pensioen. Daarom krijgen burgers daarom de mogelijkheid om bij elke loopbaankeuze online een ‘pensioentoets’ te doen.
Actieve ouderen zorgen voor meer welvaart Hoe actiever ouderen zijn, hoe welvarender een land. Economisch onderzoek en buitenlandse praktijken tonen aan dat een hogere tewerkstelling van ouderen ook leidt tot een hogere tewerkstelling van jongeren. Routes tot vervroegde uittreding worden afgebouwd en stimulansen om langer actief te blijven versterkt. Eens je aan de voorwaarden voor een volwaardig wettelijk pensioen voldoet, wordt dat pensioen automatisch uitgekeerd. Het staat je dan vrij om van je pensioen te genieten, om te blijven werken of om bij te verdienen. Wie niet aan de voorwaarden voor een volledig wettelijk pensioen voldoet, kan bijkomende pensioenrechten opbouwen, ook na de wettelijke pensioenleeftijd. Het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag dooft uit. Bedrijven in herstructurering kunnen de vrijgekomen middelen investeren in begeleiding en opleiding naar een nieuwe job. Levenslang leren wordt een tweede natuur. In plaats van in te zetten op uitkeringen voor mensen die thuis zitten, wordt er geïnvesteerd in werkbaar werk. Het Vlaamse ervaringsfonds (ergonomische aanpassingen op de werkvloer voor 45+) wordt vereenvoudigd en versterkt. We verwachten van werkgevers dat ze oudere werknemers niet afschrijven, maar er blijven in investeren. Een duurzame onderneming is een onderneming die ook oudere werknemers kansen geeft. Een sterk pensioenstelsel heeft een sterke tweede pijler. De opbouw van deze pijler zal, met aandacht voor de zwakkere sectoren, sterk aangemoedigd worden. Bij loononderhandelingen zal het aanwenden van een deel van de loonmarge voor een aanvullend pensioen worden gestimuleerd, met opt-‐out mogelijkheid, zodat voor alle werkenden een voldoende dekking kan worden gerealiseerd. De opbouw van rechten in de tweede pensioenpijler moet kunnen rekenen op een gewaarborgd rendement. We bouwen het aanvullend pensioen daarom verder uit zoals onder meer de Europese Commissie en de OESO aanbevelen. Werknemers moeten de kans krijgen om een deel
10
van hun inkomen te bestemmen voor de versterking van hun aanvullend pensioen. Via een cafetaria-‐plan zullen ze ook kunnen kiezen voor andere aanvullende sociale zekerheidsdekkingen zoals een hoger gewaarborgd inkomen bij ziekte en een zorgverzekering. Zelfstandigen krijgen dezelfde mogelijkheden als werknemers om een aanvullend pensioen uit te bouwen. Het pensioensparen blijft fiscaal ondersteund. Dit geldt ook voor de verwerving van een eigen woning, in ons land de vierde pensioenpijler. Het eindresultaat van deze hervorming moet zijn dat veel meer mensen langer aan de slag blijven, waardoor de pensioenen betaalbaar blijven én waardoor ze een hoger pensioen zullen opbouwen dan vandaag het geval is. Op die manier bouwen we een sociaal en financieel duurzaam pensioensysteem. De vergrijzing verzilveren in West-‐Vlaanderen Liberalen zouden liberalen niet zijn als ze geen kansen zagen in het vergrijzingsvraagstuk. Met de juiste, liberale, beleidskeuzes kunnen we de vergrijzing verzilveren. Neem de pensioenen. Om ze betaalbaar te houden heeft Vincent Van Quickenborne langer werken aantrekkelijker gemaakt. Ook bijverdienen na je pensioen werd makkelijker. Mensen met een lange loopbaan van 42 jaar kunnen na hun 65ste onbeperkt bijverdienen, voor alle anderen werden de regels versoepeld. Zo zie je maar: door de pensioenen te hervormen in een context van vergrijzing biedt de overheid de mensen nu de kans meer te gaan verdienen. Ook in de ouderenzorgsector zitten heel wat opportuniteiten verborgen. Wanneer de babyboomers op pensioen gaan en aan de derde leeftijd beginnen kunnen mannen gemiddeld nog rekenen op 20 levensjaren en vrouwen zelfs op 25. Een groot deel van hen staat een lange, welverdiende gezonde en min-‐of-‐meer onafhankelijke periode te wachten waarin vormen van zorg bijdragen aan comfort, levenskwaliteit en later geleidelijk ook steeds meer beantwoorden aan medische noden. Volgens het KCE moeten er de komende 10 jaar 45% meer rusthuisplaatsen bijkomen in West-‐Vlaanderen, oftewel zo’n 7000 extra bedden. Een aantal succesvolle sociaal voelende ondernemers speelden hier al op in. Denk aan het kleine, onafhankelijke woonzorgcentrum Eigen Tijd in Kuurne dat een maximaal geïndividualiseerd vervangende thuissituatie wil aanbieden, met aandacht en respect voor de gepersonaliseerde behoeftes van de bewoners. Daarnaast werkten sociale ondernemers zoals De Regenboog in Roeselare succesvolle en flexibele beleggingsformules uit om een deel van de zorginfrastructuur via privégeld te financieren. Dat werkt zo: de investeerder koopt vandaag een serviceflat voor de toekomst en krijgt daarvoor een obligatie in de plaats. Zolang hij niet in de serviceflat woont, krijgt hij daarvoor een jaarlijkse rente. Wanneer de obligatiehouder op oudere leeftijd beslist in zijn appartement te trekken, heeft hij het recht deze te bewonen. Een belegging die kosteloos overgaat in een woonoplossing op maat dus. 60-‐plussers zijn nu al goed voor 55% van de roerende inkomens, 35% van de onroerende inkomens en een beschikbaar inkomen dat 13% boven het nationale gemiddelde ligt. Met de komst van de babyboomers, gemiddeld genomen de rijkste generatie uit de vaderlandse geschiedenis, zal deze trend zich niet alleen verder zetten, maar zelfs worden versterkt. 60-‐plussers geven gemiddeld 17% meer uit aan Horeca, 12% meer aan reizen en 100% meer aan wellness, sectoren waar onze mooie provincie een voetje voor heeft. West-‐Vlaanderen mag dan wel de oudste provincie zijn, het zijn net
11
ook de kapitaalkrachtige senioren die mee aan de basis zullen liggen van onze groei. Open Vld wil hierop anticiperen en het juiste beleid in de stijgers zetten. Hier werken liberalen voor West-‐Vlaanderen: • Open Vld wil het privé-‐initiatief in de zorg stimuleren door in West-‐Vlaanderen de nodige ruimte te voorzien en sociale ondernemers fiscale zekerheid te bieden. Het is bijvoorbeeld niet logisch dat een woonrechtobligatie vandaag fiscaal identiek behandeld wordt als een agressieve aandelenportefeuille. De roerende voorheffing op woonrechtobligaties moet naar omlaag. Daarnaast moet de wetgeving de gebruiker/investeerder de nodige bescherming bieden zodat onze West-‐Vlaamse senioren de best kwaliteit aangeboden krijgen en tegen risico’s en misbruiken worden beschermd. • Volgens West Deal, het strategisch plan gericht op de economische transformatie in West-‐Vlaanderen, is de zorgeconomie zelfs één van de vier West-‐Vlaamse kennisclusters die verder dienen te worden ontwikkeld. Via specifieke zorginnovatieincubatoren creëren we de ruimte om te ondernemen en wakkeren we de ondernemersvonk van onze studenten aan. Veel belovende niche-‐opleidingen zoals de Bachelor Toegepaste gezondheidswetenschappen of Digital Arts and Entertainment, absolute top inzake zorggames, van de Howest Oostende en de Bachelor Zorgtechnologie van Vives Kortrijk verdienen meer aandacht en moeten zich op termijn inschrijven in een West-‐Vlaamse zorgcluster. Kijk bijvoorbeeld naar wat Haelvoet en Moments Furniture, twee bedrijven uit Ingelmunster die handig inspelen op de verouderende bevolking door aangepaste meubelen te produceren. Delta Light in Wevelgem levert dan weer aangepaste verlichting. In-‐Ham, dat Kortrijkse roots heeft, begeleidt bedrijven bij het opstarten en implementeren van (zorg) innovatieprojecten en assistieve technologie. Kortom, paradoxaal genoeg worden de zorgsector en senioren in West-‐Vlaanderen één van de innovatie en tewerkstellingsmotoren bij uitstek. • Vooral in het zuiden van onze provincie vinden werkgevers niet altijd de nodige mensen. Het blijkt gemakkelijker grensarbeiders uit Frankrijk te laten overkomen dan onze eigen mensen aan het werk te zetten. Een aantal West-‐Vlaamse bedrijven besloten er iets aan te doen en in de eerste plaats een beroep te doen op ouderen werknemers. Barco Kuurne/Kortrijk heeft met steun van het ervaringsfonds de werkposten voor 45+ aangepast en ergonomischer gemaakt. Het ervaringsfonds dat op 1 juli 14 in het kader van de 6e staatshervorming naar Vlaanderen komt willen we vereenvoudigen en versterken om dergelijke initiatieven in onze provincie te blijven aanmoedigen. Het Waregemse Renson haalde in 2012 de media omdat ze specifiek 50-‐plussers wilden aanwerven. En Daikin Oostende doet in de zomer en bij pieken in de productie beroep op 50+ interim-‐werkers, omdat zij flexibel en loyaal zijn.
Respect en ruimte om te ondernemen Wie onderneemt, creëert meerwaarde voor zichzelf en voor anderen. Succesvol ondernemen moet dus lonen en verdient respect. De overheid moet in haar regelgeving en contacten uitgaan van vertrouwen in ondernemers. Een bedrijfsvriendelijke overheid geeft zelf het goede voorbeeld en betaalt haar facturen op tijd en in elk geval binnen de 30 dagen.
12
De openingsuren van winkels worden versoepeld. Het verplichte sluitingsuur van 20u wordt verlengd tot 22u zodat avondshoppen wettelijk mogelijk wordt, net zoals zondagshoppen. We maken verder werk van een doorgedreven administratieve vereenvoudiging, met ondermeer een uniek loket voor wat alle administratieve procedures betreft. Het heeft geen zin om werken aantrekkelijk te maken als we het creëren van jobs niet stimuleren. Dat doen we door de lasten op arbeid met 5 miljard euro te verminderen. Gelet op de budgettaire mogelijkheden voeren we deze maatregelen geleidelijk in en stemmen we de nieuwe bevoegdheden van Vlaanderen en de federale maatregelen op elkaar af. Ondernemers en zelfstandigen verdienen rechtszekerheid en een stabiel fiscaal klimaat. We sluiten een fiscaal pact tussen de verschillende overheden, inclusief de gemeenten, en het bedrijfsleven. Het pact vertaalt het engagement om de lasten te verlagen en de loonhandicap weg te werken. Het garandeert een stabiel ondernemersklimaat en legt in een charter ook de contouren vast van de manier waarop de fiscus en het bedrijfsleven met elkaar omgaan. Ecocheques e.d. worden afgeschaft, evenwel met behoud van het netto voordeel voor de werknemer. De fiscale en sociale inspectiediensten werken volgens een charter dat wederzijds respect bij inspecties garandeert, de ondernemer niet benadert als een potentiële verdachte en waarbij de macht en de middelen die men mag gebruiken voor inspecties in geen geval gebaseerd kunnen zijn op beslissingen van ambtswege die normaal gezien aan de onafhankelijke rechterlijke macht toekomen, zoals huiszoekingen of beslag. We vergroten de rechtszekerheid door de verdere uitbouw van de fiscale rulingdienst waar evenwel een bindende termijn voor antwoord wordt vastgesteld. We trekken investeerders aan door een behoud van de notionele intrestaftrek. We garanderen fiscale stabiliteit gedurende een vast bepaalde investeringsperiode. Teneinde holdings en hoofdkwartieren in België te behouden en nieuwe aan te trekken, trekken we de DBI-‐vrijstelling op van 95% naar 100%. Om internationale belastingsontwijking tegen te gaan, werkt de fiscus een actieprogramma uit tegen misbruiken op het vlak van zgn. “transfer pricing”. Het gebruik van de algemene anti-‐misbruikbepaling van art. 344 WIB 92 dient verduidelijkt en dient in fine getoetst door de rechterlijke macht. We passen de faillissementswetgeving aan om ondernemers sneller een tweede kans te kunnen geven. Open Vld onderzoekt of een wettelijk kader kan worden gecreëerd voor de geleidelijke invoering van een stelsel van fiscale consolidatie. Sedert jaren worden systemen inzake fiscale consolidatie toegepast in nagenoeg alle geïndustrialiseerde landen. De invoering daarvan in België moet daarom toelaten de Belgische groepen in een zelfde concurrentiepositie te plaatsen als deze van de buitenlandse groepen. Door verstrengde kapitaaleisen van banken is het moeilijk aan langetermijn-‐financiering te raken. Open Vld wil verder gaan op de weg die ze vroeger insloeg op zowel federaal (wet financiering KMO’s) als Vlaams niveau (bankenplan). We willen het fiscaal voordeel van de win-‐win lening optrekken. Deze lening is een succesvol instrument gebleken om ondernemingen van financiering te voorzien via familie en kennissen. Daarnaast willen wij van crowdfunding een volwaardig alternatief financieringsmiddel maken voor (startende) ondernemingen. Hiervoor willen wij de resterende barrières op vlak van reglementering van financiële producten wegwerken. We voorzien een aparte vrijstelling van roerende voorheffing op interesten van aandelen en obligaties, zonder te raken aan de bevrijdende roerende voorheffing en de vrijstelling op spaarboekjes.
13
We onderzoeken de mogelijkheid om KMO’s toe te laten om te kiezen voor een vereenvoudigde vennootschapsbelasting. Dat is een simpel en verlaagd KMO-‐tarief zonder notionele intrestaftrek of specifieke aftrekmogelijkheden. Open Vld wil KMO’s de mogelijkheid geven om winsten die in de vennootschap blijven gedeeltelijk vrij te stellen van belastingen tot op het moment dat de winst wordt uitgekeerd. We creëren ook de mogelijkheid om jaarlijks een deel van de gerealiseerde winst te reserveren op een afzonderlijke rekening mits betaling van een anticipatieve heffing van 10%. Op het moment van liquidatie zal er op deze reserves bij uitkering aan de aandeelhouders geen roerende voorheffing meer verschuldigd zijn. Bovendien creëren we de mogelijkheid om een deel van de op deze afzonderlijke rekening geboekte reserve –waarop een anticipatieve heffing van 10% werd betaald-‐ uit te keren als dividend. Voor zover dit dividend betrekking heeft op reserves welke reeds vijf jaar zijn geboekt (vastgeklikt) op een afzonderlijke rekening zal er aanvullend 5% roerende voorheffing verschuldigd zijn op moment van uitkering. Voor zover dit dividend betrekking heeft op reserves welke minder dan vijf jaar zijn geboekt (vastgeklikt) op een afzonderlijke rekening zal er aanvullend 15% roerende voorheffing verschuldigd zijn op moment van uitkering.
Ook al staan we bekend om onze ondernemingszin, toch verdient West-‐Vlaanderen meer ruimte en respect om te ondernemen. Het aantal starters is te laag, er zijn bijna geen bedrijventerreinen meer beschikbaar, en we hebben vooral een maakeconomie terwijl de kleinhandel het lastig heeft. Het aantal starters in onze provincie daalde vorig jaar met 15%. De startersratio (het aantal starters t.o.v. het totaal aantal zelfstandigen) bedraagt in West-‐Vlaanderen slechts 7,2%. Dat is lager dan in Vlaanderen (8,4) en in België (9,3). Gelukkig zijn 76,2% van de starters is na 5 jaar nog actief, dat is op één na het hoogste overlevingspercentage in het Vlaamse Gewest. De provincie West-‐Vlaanderen kent een schrijnend tekort aan onmiddellijk realiseerbare bedrijfszones. In de regio’s Kortrijk en Brugge is de voorraad bijna nul. Uit het rapport West Deal blijkt dat op 1 januari 2013 West-‐Vlaanderen 881 hectare beschikbare bedrijventerreinen telde, waarvan slechts 207 hectare bouwrijp zijn. Kenmerkend voor onze provincie is bovendien de hoge industrialisatiegraad. Eind 2011 waren 7,9 personen per 100 inwoners tewerkgesteld in de industrie. In geheel Vlaanderen is dat slechts 6,3. Dat is een troef maar vormt ook een verhoogd risico. De zelfstandige kleinhandel heeft het erg moeilijk in onze provincie. -‐ De winkelleegstand is groot in de kustgemeenten, en is groter bij lokale handelaars dan bij ketenwinkels. -‐ De leegstand is het hoogst in de centrumsteden (9,76%). Bovendien is de leegstand in de West-‐Vlaamse centrumsteden hoger dan het gemiddelde in Vlaanderen (9,38%). Hier werken liberalen voor West-‐Vlaanderen :
14
• We maken meer ruimte vrij om te ondernemen. We maken werk van de ijzeren voorraad in de provincie met aandacht voor voldoende spreiding over de sub-‐regio’s van West-‐Vlaanderen: de onmiddellijk beschikbare voorraad bedrijfsruimte wordt de komende 5 jaar opgedreven tot 1.400 hectare. Reeds bestemde bedrijventerreinen moeten versneld bouwrijp gemaakt worden, en er moeten nieuwe zoekzones vastgelegd worden voor bedrijfsterreinen, vooral in de steden waar de voorraad aan onmiddellijk realiseerbare ruimte het kleinst is. • Er wordt gewerkt aan een efficiënt monitoringsysteem om beschikbare gronden op te volgen en leegstand in kaart te brengen, een snelle oplossing voor zonevreemde bedrijven, en zo eenvoudig en uniforme mogelijke vestigingsvoorwaarden op de bedrijventerreinen. • Administratieve vereenvoudiging moet het makkelijker maken voor wie goesting heeft om te beginnen ondernemen. Het programma van Open Vld voorziet concrete stappen hiervoor. We vereenvoudigen de plannings-‐ en vergunningsprocedures en stroomlijnen de maatschappelijke inspraak rond grote projecten. • Een kernversterkend beleid moet er toe bijdragen dat de kleinhandel in de binnenstad terug zuurstof en toekomstkansen krijgt. • Open Vld voorziet een fiscaal pact dat fiscale rust waarborgt voor de bedrijven tijdens de komende vijf jaar. Zo worden ondernemingen niet bijkomend belast.
Een efficiënt en ondernemersvriendelijk vergunningsbeleid Het tijdig en efficiënt toekennen van vergunningen aan ondernemingen en burgers is een kerntaak van een overheid. Vaak stellen we vast dat activiteiten of projecten niet van start gaan omdat de overheid talmt met het afleveren van de ‘nodige’ vergunningen. Open Vld pleit daarom voor een integrale aanpak van het vergunningenbeleid waarbij de overheid een partner moet worden van burgers en ondernemers in plaats van een hinderpaal. Deze integrale aanpak is gestoeld op volgende pijlers.
Lex silencio voor eenvoudige projecten Als burgers een huis willen bouwen, moeten ze daarvoor een vergunning krijgen van de overheid. De overheid heeft een wettelijk bepaalde tijd (voor bijvoorbeeld stedenbouwkundige vergunningen is dat 75 of 105 dagen) om een beslissing te nemen: positief of negatief. Zolang de overheid beslist binnen deze termijn, is er geen probleem. Indien de overheid er echter niet in slaagt om binnen deze wettelijke termijnen een beslissing te nemen, om welke reden dan ook, dan wordt de vergunning geweigerd. Voor Open Vld kan het niet dat als de overheid haar werk niet doet, de burger en de bedrijven hiervoor het gelag betalen. Open Vld wil deze redenering omdraaien. De overheid krijgt de nodige tijd om een weldoordachte beslissing te nemen. Maar als ze er niet in slaagt om dat te doen, dan wordt de vergunning verondersteld te zijn goedgekeurd. Op die manier zorgt het falen van de overheid niet voor extra kosten voor de burger of ondernemers. Snelle implementatie omgevingsvergunning voor meer complexe projecten Aanslepende procedures vertragen al te vaak nieuwe projecten, wat schadelijk is voor de competitiviteit van de Vlaamse ondernemingen. We zijn daarom voorstander van een snelle implementatie van de omgevingsvergunning, die milieu-‐ en bouwvergunning integreert. We behouden twee vergunningverlenende overheden en verdelen de bevoegdheden op coherente manier. Open Vld wil de Raad voor vergunningsbetwistingen verder uitbouwen zodat de bestaande
15
achterstand wordt weggewerkt en nieuwe dossiers een doorlooptijd van maximum 10 maanden hebben. Regelluwe zones Ondernemers stuiten te vaak op complexe regels en procedures bij het opstarten en/of uitbreiden van hun activiteiten. Om het ondernemen te stimuleren, kan de overheid ‘regelluwe zones’ instellen. Dit zijn zones (bijvoorbeeld geografisch gebied of bedrijfstypologie) waar bepaalde regelgeving en procedures -‐ tijdelijk – versoepeld worden of niet van kracht zijn. We denken hierbij bijvoorbeeld aan economisch zwaar getroffen regio’s waar snel nieuwe bedrijven en investeerders moeten aangetrokken worden. Maar het gaat om meer dan geografische zones. Overheden moeten vertrouwen geven aan ondernemers. Zo moeten bedrijven die reeds een vergunning hebben, vlotter kunnen uitbreiden. De overheid maakt hiervoor gebruik van ex-‐post controles in plaats van extra vergunningen of ze versoepelt bijvoorbeeld de socio-‐economische vergunning. Bovendien kan naar Nederlands voorbeeld gewerkt worden met maatwerkzones, waar de overheid met ondernemers rond de tafel gaat zitten om samen de regelgeving te optimaliseren. De overheid ondersteunt hiermee ondernemers en zal samen met hen de vergunning voorbereiden. Zo kunnen ondernemers zich bezighouden met hun kerntaken (ondernemen, produceren en innoveren), niet met administratieve verplichtingen.
Grote infrastructuurprojecten versnellen door te vergunnen via decreet We stellen vast dat de voorbije legislatuur geen enkel groot project in Vlaanderen van start is gegaan. Dat heeft voor een groot deel te maken met de ingewikkelde regelgeving waarbij het hele project op de helling komt te staan als er ergens een klein technisch mankement is. Open Vld pleit voor een ernstige en grote inbreng van alle betrokkenen, zowel burgers, belangengroepen, lokale besturen, ondernemingen, … voordat de voorkeursbeslissing wordt genomen. De overheid moet hierbij rekening houden met de opmerkingen van deze stakeholders. Maar eenmaal een voorkeursbeslissing is genomen, wil Open Vld dat iedereen zich daaraan ook houdt. Om die reden stelt Open Vld dat, nadat alle inspraakmomenten hebben plaatsgehad en het project klaar is voor een definitieve beslissing, deze beslissing wordt bekrachtigd door het Vlaams Parlement zodat deze kracht van wet krijgt en zeker uitgevoerd kan worden. De West-‐Vlaamse logistieke poorten, havens en luchthavens, kunnen hun potentieel moeilijk waarmaken. Zeebrugge kent de jongste jaren geen groei meer. De luchthavens blijven onderbenut. En er is een tekort aan volwaardig functionerende multimodale logistieke platformen in onze provincie. -‐ De maritieme trafiek in onze West-‐Vlaamse havens te Oostende en Zeebrugge nam de voorbije vijf jaar af met 6,6. De investeringen in Zeebrugge gingen in dezelfde periode jaarlijks gemiddeld 3,6% achteruit. -‐ Het aandeel van de West-‐Vlaamse luchthavens te Oostende en Kortrijk in de trafiek van de Belgische luchthavens is in de periode 2008-‐2011 gradueel afgenomen. Tal van missing links in ons wegennet zijn nog steeds niet voltooid, zoals de R8 rond Kortrijk, de ring rond Tielt en de ring rond Diksmuide. De verbinding Ieper-‐Veurne (de A 19) blijft al veel te lang uit.
16
Hier werken liberalen voor West-‐Vlaanderen : • Met Open Vld worden de genomen beslissingen uitgevoerd (zoals de realisatie van de A11), maar wordt bovendien niet langer gedraald met de A19, de R8 rond Kortrijk, de ring rond Tielt en de ring rond Diksmuide. Een vlot verkeer is essentieel voor bedrijven en jobs in eigen provincie. • De nieuwe structuren voor onze regionale luchthavens moeten snel operationeel worden. • De haven van Zeebrugge dient beter ontsloten te worden, voor het wegverkeer en de binnenscheepvaart. Het binnenvaartnetwerk in West-‐Vlaanderen wordt geoptimaliseerd.
Volwaardig statuut voor zelfstandigen Mensen die zelfstandig ondernemen steken hun nek uit en moeten daarvoor beloond worden. Open Vld heeft de afgelopen jaren werk gemaakt van sociale verbeteringen voor zelfstandigen en ondernemers, zoals de gelijkschakeling met werknemers van het minimum gezinspensioen, de kinderbijslag en de uitbreiding van de faillissementsverzekering tot bepaalde gevallen van gedwongen stopzetting van de activiteiten. We willen het statuut van zelfstandigen in samenspraak met de ondernemersverenigingen en individuele ondernemers verder blijven verbeteren zodat ze meerwaarde kunnen blijven bieden aan onze economie. Ook de zelfstandige kersverse moeder dient op een gelijkwaardige manier ondersteund te worden. De stiefmoederlijke behandeling die zij nu krijgt moet stoppen. Een ondersteuning op maat van de zelfstandige, zonder dat ze gedwongen wordt niet te werken!
Horeca omvormen tot een groeisector Ons land telt 50.000 horecazaken met in totaal 125.000 werknemers. Met de invoering van de geregistreerde kassa wordt de sector geconfronteerd met transitieproblemen, die 30.000 jobs kunnen kosten. De sector is kwalitatief hoogstaand, vormt één van de troeven van ons land, maar is helaas ook economisch ongezond. Fraude kan nooit een legitiem economisch systeem zijn. Voor Open Vld moeten de horeca-‐ondernemingen gebruik kunnen maken van sectorversterkende maatregelen. Open Vld wil in de horeca flexi-‐jobs invoeren, zoals eerder omschreven. Daarnaast moet er een specifiek voltijds en forfaitair horeca-‐statuut komen waarbij de horeca-‐medewerker onbeperkt extra loon, toeslagen, overuren en fooien kan ontvangen tegen een bevrijdend tarief van 25%. De registratie van tewerkstelling moet geïntegreerd worden in de geregistreerde kassa om de administratieve last te verlichten. Bedrijven moeten voor horeca-‐kosten kunnen kiezen voor een gemotiveerde aftrek van 100% wanneer alle horeca-‐uitgaven gemotiveerd worden op hun professioneel karakter. Bedrijven kunnen ook kiezen voor horeca-‐kosten die slechts voor 65% aftrekbaar zijn indien een bedrijf kiest voor het systeem zonder motivatie of beperking. De vergunningen en basisvereisten om een horecazaak te openen, vallen onder het principe van de “lex silencio positivo”. Dat wil zeggen dat als de overheid de termijnen voor een aanvraag van een vergunning laat verlopen zonder te antwoorden, de horecazaak in orde is. Regelmatig terugkerende controles worden gebundeld in één basisinspectie die op éénzelfde moment gebeurt. Ambtenaren moeten hun controles in horecazaken uitvoeren met respect voor de bedrijfsvoering en de klanten. De uitbaters hebben het recht om tijdens een controle eerst alle klanten te verzorgen. Nieuwe of aangepaste wetgeving die imapct kan hebben op de horeca moet redelijk en proportioneel zijn.
17
De landbouw liberaliseert Boeren zijn ondernemers! De diversiteit en hoge specialisatiegraad van de Vlaamse familiale land-‐ en tuinbouw maakt de sector weerbaar en sterk. We waken erover dat onze land-‐ en tuinbouwers kunnen beschikken over voldoende en betaalbare landbouwgrond en moedigen investeringen ter bevordering van de duurzaamheid aan. We hechten veel belang aan dierenwelzijn, maar handhaven in ruil investeringssteun en realistische overgangsperiodes met het oog op de economische haalbaarheid van de gevraagde aanpassingen. Met de Zesde Staatshervorming wordt Dierenwelzijn een Vlaamse bevoegdheid. Teneinde het welzijn van dieren te optimaliseren, rekening houdende met de rechtmatige belangen van eenieder, willen we een dubbele aanpak waarbij de uitoefening van het beleid inzake Dierenwelzijn wordt ondergebracht bij het departement leefmilieu. Voor wat de nutsdieren betreft ressorteert de bevoegdheid bij het departement landbouw. Om landbouwers te verzekeren van een eerlijk inkomen moeten we waken over een eerlijke prijszetting voor landbouwproducten, bijvoorbeeld via ketenoverleg. We doen aan risicobeheersing met een betaalbare verzekering tegen noodweer en andere natuurrampen en zorgen voor voldoende fiscale stimuli. We ondersteunen de verdere uitbouw van biologische landbouw en de korte keten. Pro landbouw en agrofood West-‐Vlaanderen is zonder twijfel dé landbouwprovincie. Uit recente studies blijkt dat één derde van de Vlaamse land-‐ en tuinbouwbedrijven en agrarische arbeidskrachten is in West-‐Vlaanderen gesitueerd. Maar ook in West-‐Vlaanderen daalt – zoals elders in Vlaanderen -‐ het totale aantal landbouwbedrijven. De trend is evenwel dat de overblijvende landbouwbedrijven groter worden, het risisco is dat daardoor de landbouw haar traditionele familiale karakter verliest. Daarnaast daalt ook het aantal werknemers door de toenemende mechanisatie en automatisering. Positief is evenwel dat het economisch belang (uitgedrukt in productiewaarde) van de landbouwbedrijven, de toeleverende en de verwerkende industrie nog elk jaar stijgt. Uit een studie afgenomen door de provincie West-‐Vlaanderen (in 2008-‐2009) kunnen we volgende zaken afleiden: • In totaal zijn er ongeveer 15.000 bedrijven in de provincie die direct of indirect verbonden zijn
met de landbouwsector. • Bijna 46.000 mensen werken in deze bedrijven. Dit is bijna 10% van de West-‐Vlaamse
arbeidsbevolking. • Deze bedrijven creëren in totaal ongeveer 8 miljard euro, opnieuw ongeveer 10% van de totale
omzet in West-‐Vlaanderen. Landbouwers zijn duurzame ondernemers, de basisopdracht – het voeden van de wereldbevolking – wordt nog steeds vervuld, maar daarnaast is een landbouwer ook een energieproducent, leverancier van grondstoffen voor industrie, en helpt hij mee aan milieu-‐ en natuurbeleid. Hier werken liberalen voor West-‐Vlaanderen:
18
• De pachtwetgeving moderniseren zodat de jonge en de actieve boeren gedurende hun loopbaan rechts-‐ en bedrijfszekerheid hebben;
• Administratieve vereenvoudiging verder doorvoeren in de landbouwsector, het aanhouden van nutteloze regels en decreten fnuikt ondernemerschap. Het doorvoeren en valoriseren van de autocontrolesystemen is een prioriteit;
• Het sociaal statuut van landbouwers (zelfstandigen) geleidelijk aan op gelijke voet brengen als dat van loontrekkenden;
• De bevoegdheid over dierenwelzijn opsplitsen: daar waar het de nutsdieren betreft om dit onder te brengen bij landbouw, de andere dieren vallen onder de bevoegdheid leefmilieu;
• Gedecentraliseerde elektriciteitsproductie op het platteland sneller mogelijk maken: dit enerzijds door het sneller verlenen van een vergunning (windenergie – biomassa) en anderzijds door de nodige investeringen in het net te voorzien. Een landbouwer is nu eenmaal een ondernemer, die alles in zijn bedrijf integreert: van voedselproductie over de aanlevering van grondstoffen tot energieproductie: de diversificatie is in deze van groot belang!;
• Innovatie binnen de landbouwsector stimuleren, innovatieve projecten op bedrijfsniveau ondersteunen en geleidelijk laten uitgroeien tot een volwaardig onderdeel van een landbouwbedrijf;
• Een correcte en eerlijke prijsvorming voor landbouwproducten voorzien, hiertoe moet het Ketenoverleg in de agro-‐voedingsketen initiatieven kunnen nemen om de relaties doorheen de keten blijvend te verbeteren;
• Het plattelandsfonds structureel verankeren. Er wordt afgestapt van de projectmatige aanpak en het plattelandsfonds wordt een structureel financieringsinstrument zodat de bestuurskracht van onze plattelandsgemeenten versterkt wordt.
19
Respect voor onze vissers Onze vissers hebben een zwaar en onregelmatig leven. Hun beroep verdient meer respect. We moedigen de ontwikkeling van duurzame en selectieve vangtechnieken aan om de gevolgen van de verplichte aanlanding en het nakende teruggooiverbod het hoofd te kunnen bieden, maar ook om overbevissing tegen te gaan. We bevorderen onderzoek naar energiebesparende maatregelen om de productiekosten te verminderen. We scheppen een kader om de ontwikkeling van aqua-‐ en maricultuur in Vlaanderen vorm te geven.
De creatieve economie als motor voor innovatie Innovatie is voor Open Vld de motor voor onze toekomstige werkgelegenheid en welvaart. Om te groeien, moeten we de dingen anders durven doen. Enkel de ontwikkeling van nieuwe producten, diensten en productieprocessen zorgen voor een duurzame economische groei. Regio’s die zich het best en het snelst aanpassen aan nieuwe maatschappelijke uitdagingen, hebben een voorsprong om nieuwe marktopportuniteiten te verzilveren. De Vlaamse bevoegdheden spelen een cruciale rol inzake onderzoek & ontwikkeling (O&O). Vlaanderen heeft zich aangesloten bij de EU2020-‐doelstelling om 3% van het BRP te besteden aan O&O, waarvan 1% wordt gerealiseerd door de Vlaamse overheid en 2% door de private sector. De 3%-‐norm is echter slechts een middel, geen doel op zich. We willen van een inputgericht naar een outputgericht innovatiebeleid met een goed evenwicht tussen gericht en niet-‐gericht onderzoek. Omdat de voorbereiding en uitvoering van onderzoek vaak jaren duurt, dient een stabiel groeipad bij aanvang van de legislatuur te worden vastgelegd in een meerjarenbegroting. Daarom wordt de stapsgewijze verhoging van de Vlaamse publieke middelen voor wetenschap en innovatie (1% norm) decretaal verankerd, waarbij alle vormen van kennisontwikkeling en –valorisatie op een evenwichtige manier worden uitgebouwd. Tegelijkertijd wordt een nieuw innovatiepact afgesloten waarbij de in Vlaanderen gevestigde bedrijven zich engageren om hun R&D uitgaven verder op te voeren (2% norm). Wij willen een verregaande rationalisering, waarbij we versnippering tegengaan en initiatieven worden getoetst op hun innovatievermogen. Wat goed werkt, kan blijven bestaan. Wat niet goed werkt, wordt bijgestuurd of dooft uit. Wij vergemakkelijken de toegang tot de O&O-‐instrumenten voor bedrijven en kennisinstellingen door stroomlijning van de instrumenten en integratie van de front offices van het IWT, het Agentschap Ondernemen, FIT en PMV. O&O subsidies moeten veel meer toegankelijk worden voor KMO's. De definitie van O&O-‐project wordt versoepeld en de administratieve procedures vereenvoudigd. De kennis van onze excellente kenniscentra wordt onvoldoende omgezet in commerciële toepassingen. Wij willen deze innovatieparadox wegwerken door meer samenwerking, meer vraaggedreven basisonderzoek, meer innovatie bij kmo’s (door minder administratieve lasten, meer middelen gericht op kmo’s). Tevens dienen de innovatiecentra versterkt te worden. Om een geïntegreerde beleidsaanpak te bevorderen, dienen de bevoegdheden Economie, Wetenschap en Innovatie, en Hoger Onderwijs te worden ondergebracht bij één minister. Om spin-‐offs te faciliteren, hebben bedrijvenzones en -‐centra de nodige voorzieningen om deze een startkans te geven zonder administratieve overhead.
20
Het bestaande onevenwicht aan de universiteiten tussen het aantal professoren (ZAP) enerzijds en het aantal doctoraatstudenten en post-‐docs anderzijds moet weggewerkt worden door prioritair het aantal ZAP-‐posities te verhogen. Het financieringssysteem van de universiteiten wordt herzien waarbij de onderlinge vergelijking van de prestaties van Vlaamse universiteiten wordt vervangen door het vergelijken van de evolutie van de positie van elke Vlaamse universiteit t.o.v. een referentiegroep van buitenlandse universiteiten. We behouden de fiscale maatregelen voor onderzoekers. De toegang tot deze maatregel wordt vergemakkelijkt voor KMO’s door overheidstoelagen niet langer te laten doorwegen in de beoordeling. Wij willen bedrijven op andere manieren stimuleren om samen te werken met publieke kennisinstellingen door een gunstige fiscale regeling voor de uitgaven die ze doen om (een gedeelte van) onderzoeksprojecten aan deze instellingen te laten uitvoeren. Wij geloven dat de maakindustrie ook in ons land een belangrijke rol kan spelen. Belgie is een open economie en 85% van ons nationaal inkomen verdienen we met export. Tegelijk zorgt een dynamische maakindustrie voor heel wat jobs. Om in de geglobaliseerde economie van morgen overeind te blijven moet ons land de plek zijn waar de maakindustrie inzet op innoverende producten met hoge toegevoegde waarde. Hoe we wonen, ons verplaatsen, ons werk uitvoeren, onze vrije tijd invullen,… door te innoveren kan de maakindustrie nieuwe oplossingen aanreiken. Maar dan moeten we vandaag in Vlaanderen wel de ingenieurs en technici van morgen opleiden. Dat begint bij jongeren warm te maken voor techniek en de band tussen technisch onderwijs en het bedrijfsleven te versterken met bedrijfsstages en competentiecentra waar leerlingen kunnen leren werken met de nieuwste machines en technologieën. Competitieve productie is het verlengstuk van sterke innovatie-‐inspanningen. De verdere verlaging van de loonkosten zoals voorzien in ons groeiplan is voor de toekomst van de maakindustrie in ons land dan ook cruciaal. Slechts 3% van het Vlaamse budget voor onderzoek en ontwikkelingen gaat naar het West-‐Vlaams hoger onderwijs. Het ontbreken van een universitair onderzoekscentrum in West-‐Vlaanderen is daar niet vreemd aan. Maar het gevolg is een braindrain richting Gent en Leuven, en een tekort aan technisch geschoold personeel bij de West-‐Vlaamse bedrijven. Met 9,3% scoort West-‐Vlaanderen het laagst voor wat betreft tewerkstelling in de hightechsector. Slechts 11% van de KMO’s in onze provincie werkt samen met een universiteit en 13% met een hogeschool. West-‐Vlaamse KMO’s vinden ook te weinig de weg naar projecten en subsidies voor onderzoek en ontwikkeling. Hier werken liberalen voor West-‐Vlaanderen : • Open Vld West-‐Vlaanderen zal er op toezien dat méér middelen voor onderzoek en ontwikkeling toegewezen worden aan de instellingen voor hoger onderwijs in onze provincie.
21
• Het innovatiebeleid van de Vlaamse overheid zal meer afgestemd worden op de noden en de mogelijkheden van de KMO’s.
Vlotte en veilige mobiliteit in Vlaanderen Mobiliteit is een basisvoorwaarde voor de ontplooiing van individu en economie. Maar we staan stil in Vlaanderen. We zijn zelfs filekampioenen, zoals blijkt uit internationale cijfers. Vlaanderen is momenteel de trieste Europese recordhouder met 59 file-‐uren per capita per jaar. Al dat fileleed kost ons miljarden euro’s aan welvaart. Het zet onze logistieke troeven en welvaart onder druk, bezorgt de pendelaar en de burger in het algemeen veel tijdverlies en is niet alleen nadelig voor onze economie maar ook voor ons leefmilieu en onze gezondheid. Vlaanderen heeft nood aan een snelle doorbraak met een effectief anti-‐fileplan. Daarom kiest Open Vld voor een totaalaanpak met maatregelen langs vraag-‐ en aanbodzijde. Veiligheid is hierbij een belangrijk aandachtspunt. Verkeersveiligheid is een prioriteit. We reduceren het aantal verkeersdoden tegen 2020 met 50%. Verkeerscontroles op plaatsen en tijdstippen met een verhoogd veiligheidsrisico zetten aan tot een veiliger rijgedrag, waarbij de opbrengst van verkeersboetes integraal geïnvesteerd wordt in een betere verkeersveiligheid. Bij de aanleg van nieuwe wegen, fiets-‐ en voetpaden, evenals het onderhoud ervan, wordt rekening gehouden met de veiligheidsimpact. Innovatieve, veiligheidsbevorderende voertuigtoebehoren (adaptive cruise control, lane departure warning, E-‐call, …) worden verder aangemoedigd. De autoverzekering moet gemakkelijk toegankelijk blijven voor nieuwe bestuurders. Open Vld engageert zich om het SAVE-‐Charter van de vzw Ouders van Verongelukte Kinderen in alle gemeenten te laten ondertekenen. Elk ongeval dat vermeden wordt, bespaart een hoop menselijke miserie. We maken van Vlaanderen een fietsland en investeren in fietspaden en –infrastructuur. Met snelle fietsverbindingen en het stimuleren van elektrische fietsen wordt fietsen een volwaardig alternatief voor langere afstanden en woon-‐werkverkeer. Om ons wegennet aan te passen aan de noden van vandaag, zijn doelgerichte investeringen nodig in missing links, maar ook in extra rijruimte, nieuwe wegen en spitsstroken. Om deze investeringen te versnellen, vindt de maatschappelijke participatie plaats vòòr de voorkeursbeslissing. Wij versnellen ook de investeringen in dynamische verkeersmanagementsystemen (met o.a. groene golven en flexibele wegrichtingen), het onderhoud aan onze wegen, de afwikkeling van ongevallen en de optimalisering van de op-‐ en afritten. In Antwerpen, die de grootste Vlaamse flessenhals vormt, wordt snel een reeks van tijdelijke maatregelen genomen. Om het economisch weefsel in West-‐Vlaanderen te versterken, is een vlotte bereikbaarheid van onze havens, economische centra en industriezones van cruciaal belang. In dit kader willen we een aantal missing links effectief realiseren! Hierbij houden we rekening met verkeersveiligheid, bereikbaarheid en de leefbaarheid van de omwonenden.
22
Hier werken liberalen voor West-‐Vlaanderen: • We realiseren en finaliseren volgende projecten: -‐ de omvorming van de N49 Westkapelle –Zelzate tot autosnelweg -‐ het optimaliseren van de doortocht van de N31door Lissewege -‐ de aanleg van de A11 ten zuiden van Zeebrugge • Ontsluiting Westhoek We kiezen resoluut voor het doortrekken van de A19. Daartoe worden de nodige voorbereidingen getroffen. We wachten niet met de verbeteringswerken op de N8. We pakken dit prioritair aan om de leefbaarheid langs de N8 en de verkeersveiligheid te verzekeren. De grensoverschrijdende verbinding tussen Poperinge en de Franse industriesteden Rijsel en Duinkerken wordt geoptimaliseerd. • Ringverkeer We kiezen resoluut voor de voltooiing van de ring rond Tielt, zodat het zwaar verkeer niet langer door het centrum moet. We zorgen voor een doorbraak bij de aanleg van de ring rond Diksmuide, door samenwerking tussen de federale regering (bevoegd voor Infrabel) ende Vlaamse regering (bevoegd voor AWV) • Privatisering luchthavens Na meer dan 15 jaar procedures, is het tijd voor de definitieve privatisering van de luchthaven Oostende-‐Brugge. Alleen door de luchthaven door zelfstandige ondernemers te laten uitbaten, kan opnieuw een stijgende trafiek gegenereerd worden, met bijkomende tewerkstelling tot gevolg. Ook de exploitatie van de luchthaven van Wevelgem gebeurt beter via een private onderneming. We willen vanuit de Vlaamse regering hierover in overleg treden met de bevoegde lokale besturen. • Onderhoud gewestwegen We hechten voldoende aandacht aan een degelijk onderhoud van alle gewestwegen, met het oog op verkeersveiligheid en leefbaarheid voor de omwonenden.
Investeringen in een efficiënt wegennet Om de druk op ons wegennet te verlichten, willen wij een concurrentieel en een vraaggericht openbaar vervoer. De overheid stelt een duidelijk kwalitatief kader op voor de organisatie van openbaar vervoer en houdt zich niet bezig met het uitvoeren ervan.. Dit moet maximaal aan de private sector uitbesteed worden, waarbij zowel op financieel als servicevlak de concurrentie speelt binnen servicenormen die de overheid definieert. Daarbij wordt gefocust op de uitbouw van het aanbod woon-‐werkverkeer. Lokale besturen krijgen bovendien meer zeggenschap over het aanbod van openbaar vervoer op hun grondgebied. Openbaar vervoer moet zoveel mogelijk geïntegreerd en op regionale basis (per stedelijke kern) worden georganiseerd. Het beleid rond collectief vervoer is te lang en te sterk tariefgeoriënteerd geweest. Het openbaar vervoersbeleid neemt bijna 80% van de mobiliteitsuitgaven bij de overheid voor haar rekening terwijl er maar 10% van de verplaatsingskilometers worden afgelegd door openbaar vervoer. De klant heeft eerder nood aan een kwalitatief, stipt, betrouwbaar en comfortabel alternatief voor een autoverplaatsing. We hervormen het tariefbeleid en houden rekening met mensen die het nodig
23
hebben, gerichte derdebetalersystemen en variabele tarifering. Basismobiliteit wordt aangepast zodat het meer geënt is op individuele reizigers dan op kwantitatieve criteria. Werkgevers moeten de mobiliteitsopties voor hun werknemers kunnen uitbreiden door hen een fiscaalvriendelijk multimodaal ‘mobiliteitsbudget’ aan te bieden, eerder dan fiscale voordelen die gericht zijn op één enkele vervoersvorm. Zo bieden wij aan werkenden een echte keuze tussen een bedrijfswagen en een andere vervoersmiddel. Ook het telewerken wordt verder gestimuleerd. De kusttram is in onze provincie een uniek gegeven aangezien deze tramlijn een zeventigtal stopplaatsen kent in alle kustgemeenten en op deze manier hét vervoermiddel langs de kust is. Hier werken liberalen voor West-‐Vlaanderen: • de modernisering van de kusttramlijn, dit ook in functie van de verkeersveiligheid. De nieuw kusttram moet gekenmerkt worden door een hoger comfortniveau en een uitstraling waardig voor de 21ste eeuw. Dit alles in nauw overleg met de kustgemeenten. • het promoten en bevorderen van het gebruik van collectief vervoer zodat onze West-‐Vlaamse bedrijven of bedrijfszones hiervan maximaal kunnen meegenieten. Er is vraag naar werknemers in de regio Kortrijk-‐Roeselare, terwijl de werkloosheid aan de kust vrij hoog is. Via efficiënte en nieuwe mobiliteitsvormen kunnen beide in contact worden gebracht, wat belangrijke voordelen biedt voor de economische ontwikkeling van onze provincie.
24
II. DE VRIJE SAMENLEVING Ieder mens is uniek. Vele unieke mensen bij elkaar maken een diverse samenleving. Mensen zijn veel belangrijker dan zuilen, structuren en instellingen. Wij kiezen er daarom voor om personen centraal te stellen in alle domeinen van het leven. Want individuele vrijheid is de motor van een samenleving die opnieuw vooruitgaat. Individuele vrijheid creëert vertrouwen en engagement tussen burgers. Inzetten op mensen is inzetten op onderwijs, want onderwijs vormt zelfredzame mensen. Inzetten op mensen is keuzevrijheid in welzijn en zorg promoten. Een eigen woonst voor zoveel mogelijk mensen bereikbaar maken. Alle gezinsvormen gelijk behandelen. Het recht op zelfbeschikking garanderen. En de meerwaarde van cultuur en diversiteit valoriseren.
Excellent onderwijs haalt het beste uit iedereen Onderwijs in Vlaanderen scoort internationaal nog steeds sterk. Toch verliezen we terrein, aan de boven-‐ en de onderkant. We laten te veel talent onbenut en maken te veel eenheidsworst van onderwijs. 1 op 7 jongeren verlaat de secundaire schoolbanken zonder diploma, in steden is de schoolse achterstand vaak dubbel zo groot dan in de rest van Vlaanderen, heel wat jongeren kiezen een verkeerde studierichting en de socio-‐economische context van het gezin bepaalt nog steeds te sterk de schoolresultaten en doorstromingskansen van jongeren in het secundair onderwijs. Onze focus ligt op het groeiproces van elk kind . Omgekeerd halen we steeds minder de top en laten we op die manier kansen liggen. Zeker in de moderne tijd zijn hersenen onze belangrijkste grondstof. Daarom is onderwijs voor Open Vld een topprioriteit met drie hoofdlijnen : een versterking van het basisonderwijs en het optimaliseren van de overgang tussen basis-‐ en secundair onderwijs, een focus op het onderwijzend personeel en op structurele investeringen inzake scholenbouw. Kinderen moeten van jongsaf veilig en bewust leren omgaan met internet. De onderwijsreglementering moet ruimte laten aan lokale besturen om een beleid op maat te kunnen uitwerken en voldoende middelen voorzien om dat beleid lokaal vorm te geven. De grootstedelijke problematiek benodigt een bijzonder aandacht. Open Vld stapt in het basisonderwijs af van de omschrijving ‘sterke’ en ‘zwakke’ leerlingen. Voor ons zijn alle kinderen “sterk”, ook al hebben ze allemaal een ander specifieke talent: ‘abstraherend sterk’, ‘technisch sterk’, ‘creatief sterk’ of ‘sportief sterk’, zonder hiërarchie tussen deze talenten. Het is in het basisonderwijs dat we volop kunnen inzetten op talentherkenning, talentontwikkeling en talentoriëntering. Geen hiërarchie betekent ook geen waterval. Het beste uit iedereen halen begint bij in het vroegste stadium iedereen betrekken en gelijke kansen geven. We verlagen de leerplicht tot 3 jaar en we moeten de consequenties daarvan op het schoolpact nationaal pragmatisch aankaarten . Op die manier worden kinderen meteen in een omgeving gebracht waarin ze de Nederlandse Taal alsook bepaalde motorische vaardigheden kunnen aanleren en bijgevolg de schoolse achterstand beperkt wordt.
25
Ieder kind krijgt tijdens zijn schoolloopbaan een eigen studieportfolio. Hierin worden de competenties en de realisaties van de studieloopbaan bijgehouden. Voor het beheer van deze portfolio gelden strikte privacyregels. Kinderen en jongeren hebben het recht op ontdekken, spelen en te leren mislukken. Taalonderricht moet een hoofdaccent blijven doorheen het basis-‐ en het secundair onderwijs. Geen enkel kind mag de basisschool verlaten zonder Nederlands te kunnen lezen en schrijven. De kennis van minimum twee moderne vreemde talen moet extra gestimuleerd worden. We starten daarom veel vroeger met vreemde talenonderwijs. Het gebruik van vreemde talen moet sterker in de verschillende vakken geïntegreerd worden. Daartoe moeten leerkrachten zelf ook meer ondersteund worden in de uitbreiding van hun talenkennis. Inclusief onderwijs kan de druk op het buitengewoon onderwijs verlichten, maar vereist financiële middelen en tijd om capaciteitsdruk en vorming leerkrachten in het regulier onderwijs op te vangen. Onderwijs is ontegensprekelijk van nationaal belang, maar er zijn ook regio gebonden aandachtspunten. Hier werken liberalen voor West-‐Vlaanderen : • Het onderwijs wordt beter afgestemd op de noden van de West-‐Vlaamse bedrijven door het
technisch onderwijs te ondersteunen, meer middelen voor onderzoek en ontwikkeling toe te kennen aan de West-‐Vlaamse hoger onderwijsinstellingen.
• De masteropleidingen in de industriële wetenschappen worden definitief verankerd in het hoger onderwijs in onze provincie.
• Professionele bachelors en HBO5-‐opleidingen die afgestemd zijn op de noden van de arbeidsmarkt moeten alle kansen krijgen om zich ook in West-‐Vlaanderen te ontwikkelen.
• Stimuleer ondernemerschap in alle opleidingen in het middelbaar onderwijs door het verplicht op te nemen in alle curricula.
Slimme, niet-‐structuurgebonden maatregelen in het secundair onderwijs Open Vld wil éérst leerlingen en leerkrachten versterken, door in te grijpen in het basisonderwijs, en door de lerarenopleiding en de lerarenloopbaan te versterken, alvorens de secundaire structuren te veranderen. Structuurveranderingen in het secundair onderwijs worden niet van bovenaf opgelegd maar zijn er op gericht om meer maatwerk mogelijk te maken. De secundaire hervorming van Open Vld is dus gericht op minder sturing en minder regels. Wij kiezen voor meer onderwijsvrijheid en meer maatwerk, wat ook beter aansluit op de organisatie van het Hoger Onderwijs. Daarom willen we in die grootsteden waar schooluitval en schoolse achterstand zeer groot zijn, een specifiek grootstedelijk beleid op maat van de noden, in samenwerking met de onderwijsnetten faciliteren. We willen geen eenheidsworst in het onderwijs. Wie wil, kan zijn studiekeuze langer uitstellen. Omgekeerd mag wie klaar is om te kiezen onmiddellijk aan de slag. Naast kennis introduceren we ook competenties in het secundair onderwijs. Hieruit kunnen competentiegerichte eindtermen en leerplandoelen worden afgeleid.
26
We maken het mogelijk om het algemeen en technisch onderwijs beter op elkaar af te stemmen. Concreet zullen leerlingen kunnen kiezen tussen theorie of techniek, maar ook voor opleidingen die elementen van de huidige richtingen combineren. Door ze beter met elkaar te verbinden, versterken we een totaalaanpak en stappen we af van de vooroordelen en de hiërarchie die onterecht leeft. De vertaling van deze aanpak laten we aan de schoolgemeenschap en wordt niet door “Brussel” van bovenaf opgelegd. In het ASO blijft abstracte en theoretische kennis de prioriteit, maar we geven de kans aan de leerlingen van het ASO om ook meer praktijkgerichte opleidingen te volgen. Omgekeerd kunnen leerlingen uit technische richtingen voor bepaalde interesses hun vaardigheden aanvullen met meer een meer theoretische ondersteuning. Leerlingen die de ASO-‐ of TSO-‐opleidingen van vandaag willen volgen, zullen dat ook in de toekomst kunnen doen.
27
Wie een beroep wil leren, moet dat snel en hoog kwalitatief kunnen. We geven het beroepsonderwijs een volwaardige plaats in het onderwijs. We investeren in modern lesmateriaal en verkleinen de afstand tussen de school en de werkplek door meer samen te werken met de private sector. Verder wil Open Vld leerkrachten die deels op de werkvloer staan, deels in het onderwijs. Ook is er nood aan kleinere klasgroepen voor de algemene vakken en meer samenwerking in de hogere jaren met de VDAB, Syntra en de bedrijfswereld. moet beter ondersteund en uitgewerkt worden. Het leercontract wordt een volwaardig onderdeel van ons onderwijssysteem op maat. Met deze ingrepen willen we van de keuze voor een beroepsopleiding een positieve keuze maken. Leerlingen die voor een arbeidsgerichte opleiding kiezen moeten meer dan vandaag voelen dat de samenleving hen nodig heeft. De eindtermen van het middelbaar onderwijs, zowel in ASO, TSO als BSO moeten het onderwerp “herinneringseducatie rond de Holocaust en mensenrechten” bevatten. Ons onderwijs is performant maar brengt te weinig ondernemers voort. We zetten in op participatie en ondernemerschap in het onderwijs. We geven scholen de vrijheid dit zelf in te vullen maar voegen stimuleren van ondernemerschap toe aan de doelstellingen van het secundair onderwijs.
Leerkrachten maken het verschil Open Vld investeert liever in leerkrachten dan in structuren. Wij kiezen daarom ook voor een sterkere lerarenopleiding en lerarenloopbaan. Door bijvoorbeeld meer praktijkervaring én meer masters in het lerarenteam van het basisonderwijs. We bouwen het aspect 'omgaan met diversiteit' mee in het curriculum van de lerarenopleiding en we verhogen het aantal praktijkgerichte opdrachten. De vorming en navorming van leerkrachten moet versterkt worden. Er moeten meer en kwalitatief betere stageplaatsen komen. We investeren in het vermogen tot gedifferentieerd lesgeven en aspecten zoals leren leren, sociale vaardigheden en gelijke kansen. Om dit te ondersteunen moet een ‘Schools of Education’ gerealiseerd worden die een regionaal verankerd center of excellence moet worden waar praktijk en academische kennis gebundeld worden. Open Vld wil meer mensen warm maken om leerkracht te worden als een uitbreiding of sluitstuk van hun carrière in andere sectoren. Mensen met praktijkervaring kunnen het onderwijs en het beroep verrijken. Het onderwijs moet zich manifesteren als een uitdagende omgeving voor oudere werknemers op zoek naar een nieuwe uitdaging. Startende leerkrachten moeten na een betere basisopleiding, goed opgevangen en begeleid worden in hun eerste jaren in het onderwijs. We voeren daarom de mentoruren opnieuw in, zorgen voor een blijvend contact met de lerarenopleiding en via digitale platformen maken we het mogelijk voor leerkrachten om nog meer dan vandaag materiaal en goede praktijken uit te wisselen.
Investeren in moderne schoolgebouwen Elk kind heeft recht op een plaats in een school naar keuze . Daarom zetten we prioritair in op meer capaciteit in het onderwijs en geven daarbij bijzondere aandacht aan de noden in steden. Er is nood aan een meerjarenbegroting scholeninfrastructuur. Onderwijs in deze nieuwe tijd vraagt om eigentijdse instructuur en lesmateriaal. We investeren daarom fors in nieuwe schoolgebouwen en ICT. Samenwerking met de private sector is geen taboe maar een troef. De kindergolf die eerst de crèches en vandaag de basisscholen bereikt, zal weldra voelbaar zijn in het secundair onderwijs. We anticiperen op die verandering door ook de infrastructuur in het secundair onderwijs bij de tijd te brengen.
28
Nog meer dan vandaag moeten steden en gemeenten kunnen sturen hoe ze de bijkomende capaciteit willen realiseren, zodat volop kan ingezet worden op synergieën met andere beleidsdomeinen. We pakken de verkokering tussen beleidsdomeinen aan en stemmen de subsidieregelingen in verschillende domeinen beter op elkaar af zodat projecten op maat van gemeente of stad kunnen gerealiseerd worden. We grijpen de kans om scholenbouw samen met andere sectoren te bekijken. Scholen moeten minder ‘eilanden’ worden. We laten sport-‐ en andere activiteiten beter aansluiten op de schoolinfrastructuur en bekijken de mogelijkheden om tussen scholen en andere voorzieningen faciliteiten zoals parking of energievoorzieningen te delen. Regelgeving met betrekking tot scholenbouw moet rekening houden met de ruimtelijke beperkingen in steden De scholen van de toekomst zouden ook na de schooluren toegankelijk moeten zijn voor de gemeenschap. Onderzoek & Valorisatie in West-‐Vlaanderen: een oproep tot daadwerkelijke samenwerking met alle betrokken stakeholders. Sinds een vijftal jaar wordt de problematiek rond het gebrek en de te lage kritische massa aan onderzoek en valorisatie in West-‐Vlaanderen aan de orde gesteld. Deze regio kent een zuigeffect van technologen en wetenschappers naar de kennis-‐ en innovatiepolen te Gent en te Leuven. In de toekomstige kennismaatschappij waar economische welvaart in hoge mate zal gebouwd worden op innovatie en onderzoek houdt deze situatie belangrijke risico’s in. Enkele kenmerken van de huidige situatie illustreren dit: • Het nagenoeg volledig ontbreken van spin-‐offs; zelfs starters die uit de hogescholen ontstaan dreigen zich steeds meer te installeren bij de echte groeipolen; • Onvoldoende aanbod tot laagdrempelige en hoogwaardige ondersteuning en stimulansen tot innovatie voor zowel kleine, middelgrote als grote bedrijven • … Onder impuls van het provinciebestuur werd een actieplan opgesteld (WestDeal) waarbij opgeroepen wordt alle krachten te bundelen en significante investeringen te plannen rond een aantal economische speerpunten voor de regio: in eerste instantie voeding, kunststoffen/textiel en nieuwe materialen, mechatronica, en “blue energy”, gevolgd door sectoren als ICT-‐beeld-‐gaming en zorg. Hier werken liberalen voor West-‐Vlaanderen: • dienstverlening en technologische samenwerking tussen kenniscentra en industrie, • het ontwikkelen van kernen van topexperts, • het weldoordacht inrichten van masteropleidingen die relevant zijn voor het socio-‐economisch weefsel , • het stimuleren van lokale stages en student-‐ondernemersinitiatieven (ook voor studenten te Leuven en Gent),
29
Een noodzakelijke voorwaarde om dit plan te laten slagen bestaat erin dat alle stakeholders het competitiemodel ombuigen tot een alliantie om voldoende hefbomen, stimulansen en kritische massa te genereren: • De universiteiten van Gent en Leuven, beiden met campussen aanwezig in de provincie, én de beide hogescholen Vives en Howest; • Het bedrijfsleven met belangrijke bedrijven uit de bedoelde sectoren, én met de koepelorganisaties VOKA en UNIZO; • De politieke verantwoordelijken, over alle partijen en subregio’s heen; • De Vlaamse gemeenschap die in haar innovatiebeleid hefbomen moet bieden aan deze speerpunten Het geschetste alliantiemodel is een hefboom bij het zoeken naar excellentie en internationale reputatie. Dit zal echter niet volstaan: verankering van de inspanningen met de ontwikkelingen in de naburige regio’s (Eurometropool Lille-‐Kortrijk-‐Tournai, Zeeuws Vlaanderen en Zuid Engeland) moeten eveneens bijdragen tot het beoogde doel.
30
Tijden veranderen, gezinnen ook Vrijheid is een hol begrip als je niet zelf mag kiezen met wie je samenleeft. Voor ons is geen enkele gezinsvorm moreel of wettelijk superieur. Daarom nemen wij in de fiscaliteit, de sociale zekerheid en de openbare diensten het individu als maatstaf. Onze samenleving kent inmiddels tal van gezinsvormen naast dat van het klassieke getrouwde heterokoppel met twee kinderen. De wetgeving moet de rechten en plichten van alle leden van een gezin waarborgen. Wij willen onder andere een wettelijk statuut voor pleegouders, dat hen bepaalde rechten en plichten ten aanzien van het pleegkind toekent. Alleenstaanden in België zijn op dit moment de zwaarst belaste categorie van de hele wereld. Het kan niet dat mensen die vrijwillig of onvrijwillig single blijven en geen kinderen krijgen, hiervoor dubbel en dik gestraft worden. De overheid mag immers noch fiscaal noch sociaal bepaalde samenlevingsvormen bestraffen. Daarom erkent Open Vld ook de alleenstaanden zonder kinderen als een moderne gezinsvorm. Open Vld zal maatregelen voorstellen om de fiscale lasten van alleenstaanden te verlagen.
Een goed evenwicht tussen werk en gezin 'Mama of papa -‐zijn' is de beste baan die er bestaat. Maar wie die opdracht vlot wil combineren met een job, moet soms kunnen toveren. Het vinden van een evenwicht tussen gezin en werk is een enorme uitdaging voor de huidige en komende generaties mama’s en papa’s. Wij maken daarom voor ouders een kader waarin het zowel financieel als organisatorisch gemakkelijker wordt om professioneel en privé te combineren. Open Vld wil een kinderopvangplaats voor elk kind. Ouders moeten genieten van zwangerschap en geboorte, in plaats van met kopzorgen in de wachtrij van de crèche te staan. Om dat te realiseren geven we meer kans aan vrij initiatief. We stimuleren opvanginitiatieven van piepklein tot professioneel, met regelmatige of flexibele uren en met een inkomensgebonden of vrije prijszetting, zodat ouders de vrije keuze hebben. Kwaliteit is uiteraard essentieel. We meten die op een eerlijke manier, met gezond verstand en zonder overdreven regeldrift zodat zelfstandige, particuliere initiatieven niet gefnuikt worden. Zo zorgen we voor meer opvangplaatsen en werken we wachtlijsten weg waardoor ouders werkelijk een vrije keuze kunnen maken uit het opvangaanbod. Het Vlaamse decreet kinderopvang is op dat vlak een gemiste kans. Door een overdaad aan bijkomende regels en voorschriften dreigt de leefbaarheid van nog meer opvangvoorzieningen in het gedrang te komen. In plaats van te zorgen voor meer plaatsen, riskeren we er net heel veel te verliezen. Open Vld wil het decreet on hold zetten en ervoor zorgen dat zelfstandige kinderopvanginitiatieven betere ondersteuning genieten in hun streven naar toegankelijke en kwaliteitsvolle opvang, al dan niet via het systeem van inkomensgerelateerde ouderbijdragen (IKG). Zo behouden we de bestaande opvangplaatsen en creëren we er ook veel meer bij. Meer naschoolse kinderopvang in scholen moet mogelijk zijn. Daarvoor moeten middelen worden voorzien. De regelgeving met betrekking tot kinderopvang moet rekening houden met de lokale realiteit.
31
Kindergeld afgestemd op de fase van je behoeften Kindergeld is een financiële premie van de overheid die een stukje tegemoet komt aan de kosten die je maakt om kinderen groot te brengen. Vandaag stijgt het bedrag per kind naarmate er meer kinderen zijn in een gezin. Wij willen dat principe voor nieuwe geboortes omdraaien, zodat wie de stap zet om kinderen te krijgen, meer ondersteuning krijgt dan vandaag. We behouden een toeslag voor weeskinderen en kinderen met bijzondere zorgen. Het bedrag van het kindergeld blijft ook stijgen naarmate kinderen ouder worden. We verminderen het aantal uitbetalinginstellingen. De studietoelagen zouden als gevolg van de zesde staatshervorming moeten geïntegreerd worden in het kindergeld.
Dienstencheques en een klussenplatform Dienstencheques zijn een succesvol systeem waarmee huishoudelijke taken zoals poetsen, wassen, strijken en koken kunnen makkelijk en betaalbaar uitbesteed worden. We pleiten voluit voor het behoud en de betaalbaarheid voor de gebruiker van de dienstencheques. In geen geval beperken we de toegang tot het systeem voor werkende mensen. We organiseren een platform waar mensen elkaar kunnen helpen met kleine klussen. We laten mensen toe om maximum voor 500 euro per maand te klussen bij iemand anders, of om voor datzelfde bedrag kluswerk thuis te laten doen. We denken daarbij bijvoorbeeld aan licht tuinwerk, bijlessen voor schoolvakken of woensdagnamiddagopvang. We vertrekken van het principe van helpende handen en maken van het klussenplatform een vrij systeem met steekproefcontrole in plaats van verstikkende regeltjes.
Zelf kiezen wie van je erft Vandaag laat het erfrecht bijzonder weinig keuzevrijheid toe. Open Vld wil een erfrecht waarmee iedereen kan bepalen aan wie zijn of haar erfenis toekomt en wil in elk geval het verbod op het afsluiten van erfovereenkomsten opheffen. Als dat principe de norm wordt, kunnen bestaande dwingende bepalingen door de wetgever tot een minimum beperkt worden. Het zal ook voor de nodige transparantie zorgen, want het soms ingewikkelde systeem van de voorbehouden erfdelen is nu net de aanleiding voor heel wat spanningen en ruzies binnen families. Ouders van zorgenkinderen moeten meer mogelijkheden krijgen om regelingen op maat van hun kind uit te werken in hun testament. Een vrij erfrecht betekent ook dat de successierechten niet onredelijk hoog mogen zijn. Daarom stellen we voor om voor de categorieën "broers en zussen" en "anderen" (vandaag tarieven van 45% tot 65%) de tarieven te verlagen. Op de eerste schijf tot 50 000 euro stellen we 20% voor, op de volgende schijf tot 250 000 euro willen we 30% en op het gedeelte boven 250 000 euro 40%. Uit alle voorgaande hervormingen van de registratie-‐, schenkings-‐ en successierechten is gebleken dat de opbrengsten van deze belastingen stijgen als de tarieven dalen. De overheid brengt alle documenten, nodig na een overlijden, binnen een redelijke termijn in orde.
32
Uiteraard houden we rekening met de voorrang die echtgenoten elkaar willen geven om wat ze samen hebben gespaard te delen of om zelfs, bij overlijden van een van de partners, alles aan de langstlevende te laten. Een paar bouwt samen zijn vermogen op. Echtgenoten kunnen daarom beslissen om kosteloos van mekaar te erven, waarbij de successierechten pas vergoed moeten worden in de volgende erffase. Om de generatiewissel in de landbouw te vergemakkelijken worden gronden die met langlopende pachtcontracten verpacht worden, vrijgesteld van successierechten. Een kind en gezinsvriendelijke provincie Willen werken is één zaak, kunnen werken een andere. Flexibele werkuren en voldoende kinderopvang zijn daarbij doorslaggevende elementen om werk en gezin te kunnen combineren. Volgens onderzoek van WES zijn er vandaag 3000 kinderopvangplaatsen tekort in West-‐Vlaanderen. Als er niets gebeurt neemt de wachtlijst met 100 kinderen per jaar toe. Ook schoolkinderen vinden alsmaar moeilijker opvang na school of tijdens de vakantie. En het ziet er niet naar uit dat de situatie er in de toekomst op vooruit zal gaan. Zelfstandige uitbaters vrezen door de regeldrift en eenheidsworst van het nieuwe kinderopvangdecreet van Minister van welzijn Vandeurzen (CD&V) te worden gewurgd. Het had niet veel gescheeld of kinderdagverblijf Baby Belle in Roeselare moest haar 5 vestigingen sluiten waardoor 210 kinderen plots zonder opvang zouden hebben gezeten. Dit is voor Open Vld niet de juiste aanpak. Gelukkig vochten ouders en uitbaters terug en kreeg Baby Belle na enkele dagen alsnog een vergunning voor een merendeel van haar plaatsen. Hier werken liberalen voor West-‐Vlaanderen: • We zorgen tegen 2016 voor 3000 bijkomende plaatsen in de West-‐Vlaamse crèches om de desinvesteringspolitiek van de voorbije 5 jaar enigszins goed te maken. Ook de naschoolse opvang bouwen we verder uit. • We herzien het kinderopvangdecreet en geven meer kans aan het vrij initiatief. Eenheidsworst en regulitis zijn geen liberale recepten. • Het systeem van het kindergeld wordt op zijn kop gezet. Het eerste kind krijgt het meest. Die toegenomen financiële slagkracht voor jonge, werkende ouders zal het privé-‐initiatief stimuleren en de wachtlijsten helpen wegwerken. • Liberalen investeren liever in mensen dan in structuren. Daarom bouwen we het aantal uitbetalinginstellingen af en gebruiken we dat geld om de wachtlijsten te helpen wegwerken. • Om ouders te ontlasten behouden we het dienstenchequesysteem en bouwen we een klusplatform uit. We laten mensen toe om maximum voor 500 euro per maand bij te werken bij iemand anders, of om voor datzelfde bedrag kluswerk thuis te laten doen. We denken bijvoorbeeld aan licht tuinwerk, bijlessen voor schoolvakken of woensdagnamiddagopvang.
33
Een eigen woning, een eigen thuis Een eigen woning betekent vrijheid. Wie een woning kan verwerven, verwerft meteen ook de beste sociale bescherming en creëert voor zichzelf een vierde pensioenpijler. Daarom kiezen wij voor een beleid dat mensen stimuleert om eigenaar te worden van een eigen woning. Renovatie-‐ en aanpassingswerken aan de woning van ouderen moeten gestimuleerd, begeleid en ondersteund worden. De mogelijkheid voor alternatieve formules (actualisering van de verkoop op lijfrente en de invoering van een omgekeerde hypotheek) zal onderzocht worden. We verlagen daarom het verdeelrecht terug naar 1% en stellen het tarief op 0% voor verdeling bij een echtscheiding of beëindiging van een wettelijke samenwoning. Wie ervoor kiest te huren of wie huurt omdat kopen buiten de mogelijkheden ligt, moet meer keuzevrijheid krijgen. Om dat mogelijk te maken, hebben we een sterkere private huurmarkt nodig. Sociale huisvesting is en zal altijd een noodzakelijk vangnet blijven, maar wij willen dat het voor zoveel mogelijk mensen een tijdelijk karakter krijgt. Sociale huisvesting wordt een schakel in het woonbeleid die mensen helpt vooruitgaan.
We behouden de woonbonus Als burger kun je kiezen tussen twee systemen : de woonbonus of de verlaagde registratierechten. Je kiest het systeem dat het meest aansluit bij je behoeften en je situatie. De woonbonus voor starters en jonge gezinnen Starters en jonge gezinnen hebben het steeds moeilijker een huis of appartement te kopen. Daarom willen wij de woonbonus, het fiscale voordeel gekoppeld aan de hypotheek, behouden. De woonbonus blijft dus behouden voor nieuwbouw, aankoop én renovatie. We wijzigen bovendien ook niets aan de bestaande contracten. De verlaagde registratierechten met afgeschafte hypotheekrechten De registratierechten van 10% zijn de grootste extra kost en belemmering bij het kopen van een woning (en bouwgrond). We willen mensen die een woning kopen, die hun enige en eigen woning zal zijn, een flinke duw in de rug geven door deze rechten te verlagen naar 5% voor gewone woningen en 2,5% voor bescheiden woningen. We bieden mensen die hun eerste eigen woning aankopen, de kans om deze rechten gespreid te betalen over maximaal tien jaar. Wie vandaag een hypothecaire lening aangaat, betaalt daarop een belasting van in totaal 1,3%. Dat is een asociale maatregel, want wie meer moet lenen betaalt dus ook meer. Daarom schaffen we deze belastingen op hypotheken af. Daarnaast maken we het hypothecair onderpand mobiel, zodat het wisselen van bank niet met een nieuwe hypotheekvestiging gepaard gaat. West-‐Vlaanderen, beste provincie om te wonen. West-‐Vlaanderen is de meest kwalitatieve regio om te wonen. Er is veel ruimte en groen, we hebben leefbare steden en een frisse zeebries zorgt voor een uitstekend ondernemersklimaat en veel jobs. Afgezien van de kustregio is West-‐Vlaanderen niet de goedkoopste maar zeker ook niet de duurste regio om te wonen. Heel wat mensen investeerden hun welverdiende centen in hun huis of in een tweede verblijf aan de kust. De prijzen van woningen en bouwgronden mogen niet dalen, want dan worden vele mensen letterlijk armer. Tegelijk willen we ervoor zorgen dat jonge mensen de mogelijkheid hebben om een woning te verwerven. Op die manier blijft men in onze provincie
34
Hier werken liberalen voor West-‐Vlaanderen: • We zorgen tegen 2019 dat 50.000 starters en jonge gezinnen kunnen rekenen op de woonbonus of verlaagde registratierechten bij de aanschaf van hun woning. Een woning bezitten is de beste dam tegen armoede. • Door de historische ligging of een iets grotere bouwoppervlakte hebben heel wat West-‐Vlaamse woningen een kadastraal inkomen dat hoger ligt dan 745 euro. Al wie vandaag zo’n woning koopt betaalt 10% registratierechten. Open VLD wil dat alle mensen die een enige woning kopen kunnen genieten van een halvering van die registratierechten, namelijk 5%. Deze lasten verminderen, zorgt voor een betere arbeidsmobiliteit en geeft meer mensen de mogelijkheid om de woning van hun dromen aan te schaffen. • Open Vld wil de hypotheekrechten afschaffen. Zo helpen we meer dan 50 000 West-‐Vlamingen de komende jaren een hypotheek afsluiten. Wie vandaag een hypothecaire lening aangaat, betaalt daarop een belasting van in totaal 1,3%. Dat is een asociale maatregel, want wie meer moet lenen betaalt dus ook meer. Daarnaast maken we het hypothecair onderpand mobiel, zodat het wisselen van bank niet met een nieuwe hypotheekvestiging gepaard gaat.
35
Een sterke private huurmarkt is goed voor iedereen Een lawine aan regels en rechtsonzekerheid hebben van de private huurmarkt een restsegment gemaakt. Maar wie geen uitzicht heeft op een eerlijk rendement van zijn investering, verhuurt natuurlijk niet. Da’s een kwalijke evolutie, want een haperende huurmarkt zorgt voor een dalend aanbod en kwaliteit. Wij willen een huurbeleid dat stimuleert. Daarom zijn we tégen een belasting op reële huurinkomsten en voor meer rechtszekerheid voor verhuurders – bijvoorbeeld bij voortdurende wanbetalingen door de huurder. We willen de huurpremie voor huurders met een zwak inkomensprofiel geleidelijk uitbreiden. Het doel is die subsidie toe te kennen van zodra iemand 1 jaar op een wachtlijst voor een sociale woning staat. Om het aanbod op de private huurmarkt te vergroten, moedigen we meer eigenaars aan om de stap naar de huurmarkt te zetten. We verlagen de successie-‐ en schenkingsrechten als erfgenamen of begiftigden ervoor kiezen het verkregen pand voor negen jaar te verhuren.
Sociale huisvesting als transit naar een eigen woning Iedereen heeft recht op betaalbare en goede huisvesting, ook wie het moeilijk heeft. Daarom voorzien we kwaliteitsvollere sociale woningen. Ook een sociaal woonbeleid kan bijdragen aan de sociale mobiliteit. Wij willen dat mensen vooruitgaan. Daarom maken we het interessant voor sociale huurders om hun sociale woning aan te kopen. Huurcontracten organiseren we met contracten op basis van de 3/6/9-‐regel. Door te kiezen voor een rotatieprincipe verkleinen we de wachtlijsten. Wie in een sociale woning woont, kan rekenen op de solidariteit van de gemeenschap. Tegenover dat recht staan ook verplichtingen op het vlak van samenleven, onderhoud en het correct betalen van rekeningen.
Moderne gezinnen vragen om moderne woonvormen Het demografische gelaat van onze samenleving verandert. Steeds meer mensen leven alleen, maar ook samenleven gebeurt op steeds meer verschillende manieren. Een modern woonbeleid houdt daar rekening mee en is per definitie flexibel. Daarom willen we een meegaand en eenvoudig administratief kader voor formules zoals meegroeiwoningen, cohousing, friendswonen en kangoeroewonen. Meer dan 130 000 mensen staan op een wachtlijst voor een sociale woning. Zeventien procent van die kandidaat-‐huurders komt uit West-‐Vlaanderen. Het beleid van de huidige Vlaamse Regering heeft gefaald. Ondanks miljarden extra euro’s worden de wachtlijsten steeds langer, ook in onze provincie. Tegelijk zorgt een lawine aan regels en rechtsonzekerheid dat de private huurmarkt een restsegment werd. Wie geen uitzicht heeft op een eerlijk rendement van zijn investering, verhuurt natuurlijk niet. Dat is een kwalijke evolutie, want een haperende huurmarkt zorgt voor een dalend aanbod en dalende kwaliteit. Toch heeft elke West-‐Vlaming recht op kwalitatief wonen. In de geest van de West-‐Vlaamse werkersmentaliteit willen we elke sociale huurder aanmoedigen om zich te verbeteren. Daarom moet het sociale huurbeleid herzien worden. Hier werken liberalen voor West-‐Vlaanderen:
36
• Open Vld zegt heel duidelijk neen aan het belasten van huurinkomsten. Om het aanbod op de huurmarkt te vergroten moedigen we eigenaars aan om de stap naar de huurmarkt te zetten. We willen de huurpremie voor huurders met een zwak inkomensprofiel geleidelijk uitbreiden. • Door de invoering van tijdelijke contracten (3/6/9-‐regel) kan wie zich verbetert z’n sociale woning afstaan aan iemand die het op dat moment echt nodig heeft. • Wij willen dat mensen vooruitgaan. Daarom maken we het interessant voor sociale huurders om hun sociale woning aan te kopen. Dat is echte sociale mobiliteit. • Open Vld maakt werk van kwalitatieve sociale huisvesting. Net zoals de ecologische sociale woonwijkproject in de Venning te Kortrijk, zorgen we dat we de energiekost voor sociale huurders kunnen terugdringen. Dit kan door meer in zetten op de renovatie van sociale woningpatrimonium, in plaats van blindelings blijven bijbouwen zonder de fundamentele problemen aan te pakken. • In West-‐Vlaanderen slaat de vergrijzing het hardst toe. Ook op vlak van wonen moeten we ons aanpassen. Dit kan door sensibilisering en gerichte stimulansen inzake de realisatie van meegroeiwoningen.
37
De patiënt als spil van een moderne gezondheidszorg We hebben in ons land een gezondheidszorg die internationaal hoog aangeschreven staat. Zowel de goede kwaliteit als dat internationaal aanzien kunnen we behouden én versterken als we toekomstgericht hervormen. Door de verspillingen en misbruiken weg te werken kunnen wij innoverende medicatie en technieken sneller terugbetalen. Elke beslissing moet wetenschappelijk en gezondheidseconomisch onderbouwd zijn. Toegang tot gezondheidszorg van hoge kwaliteit voor iedereen is voor ons altijd de prioriteit. Daarom willen we de kansen grijpen die het koppelen van alle digitale gegevens biedt. We kiezen ook voor meer samenwerking in de zorg, zodat ons systeem nog vele jaren lang efficiënt én betaalbaar blijft. Om die reden willen we ook inzetten op het economische en jobcreërende potentieel van onze gezondheidszorg.
Data omzetten in toegevoegde waarde Meer en meer informatie is digitaal, ook in de medische wereld. Als we die gegevens aan elkaar kunnen koppelen, en de data uitwisselbaar maken effenen we het pad voor meer kwaliteit en medische informatie. Zorgverleners kunnen dan gegevens vlot uitwisselen, en veel kennis creëren voor preventie en langdurig onderzoek. Het overlegmodel moet dynamischer worden en uitgebreid worden met andere betrokken actoren zoals de patiënten en de medische industrie. De 'big data' van de ziekenfondsen moeten ontsloten worden voor o.a. de overheid, de zorginstellingen, onderzoeksinstellingen en medische industrie, binnen de grenzen van de privacy en de proportionaliteit. De spil tot die digisprong voorwaarts is de patiënt en zijn elektronisch Globaal Medisch Dossier (eGMD). Het eGMD moet verplicht worden, maar de patiënt beslist altijd autonoom over de toegang ertoe.
Samenwerken is slimmer verzorgen We morsen soms met middelen, en elders benutten we niet altijd de volledige capaciteit van onze gezondheidszorg. Dat komt omdat die nog te veel in hokjes is georganiseerd. Die willen we wegwerken, zodat zorgverleners en budgetten meer communiceren en de krachten bundelen. Een modernisering van de ziekenhuisfinanciering is nodig en betaling van zorgverstrekkers voor meer samenwerking en kwaliteit. Private initiatieven en ondernemerschap kunnen een hefboom vormen in de gezondheidszorg. We spelen daarnaast in op de evolutie van de vraag. We leven steeds langer en dus hebben we meer zorg nodig. Patiënten, bv. bij chronische aandoeningen, krijgen de mogelijkheid om een eigen zorgbudget te beheren of te laten beheren door een zorgmanager. Ook een betere geestelijke gezondheidszorg moet meer ondersteuning geven.
38
39
De mondige patiënt beslist mee De structuren in onze gezondheidszorg kunnen een verjongingskuur gebruiken. De besluitvorming is een complex kluwen van bestuursniveaus en belangengroepen dat niet alle maatschappelijke evoluties even makkelijk absorbeert en veel versnippering kent en daardoor nogal conservatief met die evoluties omgaat. Wij willen de sector hervormen door te kiezen voor transparantie, eenvoud, en meer democratie – meer inspraak voor patiënten en patiëntenverenigingen. De huisarts blijft de belangrijkste speler in de samenwerkingsverbanden; hij/zij staat de patiënt bij van de wieg tot het graf. Het overlegmodel moet uitgebreid worden met andere betrokken actoren zoals de patiëntenverenigingen en de medische industrie.
Onze knowhow valoriseren en exporteren Ons land staat wereldwijd aan de medische top. Innovatieve gezondheidstechnologie wordt bij ons belichaamd door duizenden KMO’s en instellingen zoals IMEC. Zij creëren de producten en behandelingen van morgen. Daarom willen we dat het beleid inspeelt op ondernemerschap, innovatie en de internationale dimensie van de medische sector.
40
Zorg op maat Het recht om vrije keuzes te maken stopt niet wanneer we zorgbehoevend worden. Ook op dat moment willen we als individu de regie over ons leven zo veel mogelijk in eigen handen houden. Elke persoon weet immers best wat hij of zij wil. De overheid dient daarom verder de omslag te maken van een aanbodgestuurde naar een vraaggestuurde zorgsector. Dat kan perfect wanneer mensen zelf de middelen in handen krijgen om hun zorg te organiseren en te financieren. Via een persoonlijk zorgbudget belanden de middelen niet langer rechtstreeks bij de gesubsidieerde structuren. Zo creëren we meer keuzevrijheid en marktwerking in de zorg.
We hebben alle initiatief nodig Ondernemerschap in de zorg moet dus alle kansen krijgen. We hebben alle initiatief nodig om de vergrijzingsuitdaging tot een goed einde te brengen. Het mag er niet toe doen of een voorziening een openbaar, vzw-‐ of vennootschapsstatuut heeft. Wat telt, is de financiële toegankelijkheid en de kwaliteit van de zorg. Daarover waken is de taak van de overheid. Niet zelf voor bouwheer spelen of de sector verkavelen om machtsposities van dominante spelers veilig te stellen. Een tweede argument voor de zorgbehoevende als regisseur van de zorg, en dus voor een persoonlijk zorgbudget, is dat die anticipeert op de wensen van de meeste ouderen én op de toekomst. Tijden veranderen, geesten evolueren. Mensen willen liefst zo lang mogelijk in hun eigen omgeving blijven wonen. Dankzij de vooruitgang van digitale communicatie en technologie zullen de mogelijkheden daarvoor toenemen. Zorgbehoevenden zélf hun zorg op maat laten inkopen zal deze evolutie alleen maar versnellen en nog meer zorgen voor een match tussen vraag en aanbod.
Denken voorbij de handicap Meer dan 20.000 personen met een handicap wachten in Vlaanderen nog steeds op gepaste opvang en zorg. In een zo welvarende regio als Vlaanderen is zoiets eigenlijk een schande. Het aanpakken van deze wachtlijsten kan evenwel niet alleen een zaak zijn van extra middelen. We moeten het roer ook drastisch omgooien. Onze partij stond aan de wieg van het Persoonlijk Assistentiebudget in 2001. Dat geeft mensen de mogelijkheid om met een eigen budget zelf assistentie te organiseren en betalen en biedt een alternatief voor opvang in een voorziening of instelling. We zorgen ervoor dat ook inwonende zorgverleners voldoende sociale bescherming genieten. Na meer dan tien jaar politiek getalm willen we daarom een grote stap verder zetten in die richting. Via een persoonlijk zorgbudget willen we niet alleen assistentie, maar alle zorg en ondersteuning van personen met een handicap gaan financieren. Zo’n budget wordt bepaald op basis van een zorgindicatiestelling en kan cash of als voucher worden toegekend. Die keuze ligt bij de zorgbehoevende zelf. Ook hier geldt het credo dat dergelijke financiering de aanbodsturing in de sector ombuigt naar een vraaggestuurde zorg op maat en hierdoor de keuzevrijheid alleen maar kan toenemen.
41
Langer thuis Niet alleen de zieke, de persoon met een beperking, of de oudere verdienen zorg. Ook de mensen die voor hen zorgen hebben nood aan ondersteuning. Professionals helpen we via administratieve vereenvoudiging en loon naar werk. We geven hen meer vrijheid door de arbeidswetgeving flexibeler te maken en door ervoor te zorgen dat zij zich op hun kerntaken kunnen concentreren. Dat werkt motiverend. Mantelzorgers, familie en vrienden die vrijwillig een zorgbehoefte opvangen, bouwen via hun statuut betaalde rustperiodes en bijkomende rechten op, ongeacht het arbeidsstatuut waar ze inzitten. Via een digitaal netwerk staan ze in contact met alle schakels van de zorgvoorziening, van de kruidenier die boodschappen aan huis levert, de verpleegster en de arts die regelmatig binnenspringen, tot de kleinkinderen die een potje willen kaarten. Voor een aantal handelingen worden ze wettelijk beschermd en kunnen ze terugvallen op mobiele teams en expertise wanneer het allemaal een beetje te veel wordt. Zo houden we mensen langer thuis of in een vertrouwde, huiselijke omgeving. Via persoonlijke zorgbudgetten laten mensen zorg op maat thuis afleveren. Zorg op afstand en tele-‐applicaties en technologie worden geleidelijk aan in de terugbetaling opgenomen wanneer blijkt dat ze doelmatig zijn. We gaan voor leeftijdsvriendelijke dorp-‐ en stadskernen en promoten het levenslang bouwen. Door thuiszorg te faciliteren spelen we in op een sociologische realiteit, en vangen we een deel van de vergrijzing op. De zorg centraal Zoals duidelijk te zien is in onderstaande kaart, is West-‐Vlaanderen de oudste provincie van het land, en die trend zal zich in de toekomst verder zetten. Tegen 2025 moeten er volgens het Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) in onze provincie 7000 bijkomende plaatsen in de residentiële zorg komen, een stijging met 45% op 10 jaar tijd! De zorgbehoevendheid zal in West-‐Vlaanderen de grootste van het land zijn. Voor onze provincie wordt de vergrijzing dus extra uitdagend. Hoe financieren we de zorginfrastructuur van morgen? Hoe vinden we voldoende personeel en hoe kunnen we beter inspelen op de behoeftes en verlangens van onze senioren? Zijn onze steden en gemeenten wel voldoende voorbereid op een verouderde bevolking? Een nieuw beleid dringt zich op.
42
Hier werken liberalen voor West-‐Vlaanderen: • Persoonsgebonden budgetten: het recht om vrije keuzes te maken stopt niet wanneer we zorgbehoevend worden. Ook op dat moment willen we als individu de regie over ons leven zo veel mogelijk in eigen handen houden. De overheid dient daarom verder de omslag te maken van een aanbodgestuurde naar een vraaggestuurde zorgsector. Dat kan perfect wanneer mensen zelf de middelen in handen krijgen om hun zorg te organiseren en te financieren. Via een persoonlijk zorgbudget belanden de middelen niet langer rechtstreeks bij de gesubsidieerde structuren. Zo creëren we meer keuzevrijheid en marktwerking in de zorg. • De 200 miljoen euro subsidies van het Vlaams Investeringsfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenhedensubsidies moeten grondig hervormd worden: we investeren niet langer in bakstenen, wel in de meest kwetsbare senioren om hun recht op kwaliteitsvolle zorg te waarborgen. Het bedrag kan bovenop het persoonsgebonden budget komen in een digitale zorgrekening. • We gaan verder op de ingeslagen weg van kwaliteitsindicatoren voor ziekenhuizen en trekken deze door naar de residentiële ouderenzorg. Transparantie zal de kwaliteit naar boven stuwen en de informatiehonger van de nieuwe ouderen stillen. • De West-‐Vlaamse centrumsteden moeten door de Wereld Gezondheidsorganisatie van de Verenigde Naties (VN) als eerste leeftijdsvriendelijke steden van Vlaanderen erkend worden. Bedoeling is niet om van pakweg Brugge, Kortrijk, Roeselare of Oostende steden voor ouderen te maken, maar wel om senioren een gelijkwaardige plaats te geven in de bruisende West-‐Vlaamse stadskernen. De erkenning door de VN duurt vijf jaar en iedereen die eraan wil meewerken in specifieke werkgroepen kan dat, in het bijzonder de ouderen. We werken actieplannen uit, gaande van de vlotte toegang tot parken en gebouwen over aangepast wonen tot de nabijheid van
43
zorgvoorzieningen. Onze steden worden zo in een wereldwijd netwerk van leeftijdsvriendelijke steden opgenomen dat hen expertise, ondersteuning en good practices biedt . • We zorgen voor voldoende personeel door de instroom van verzorgend personeel te blijven aanmoedigen. Dat doen we door een West-‐Vlaamse zorgambassadrice aan te stellen en in te investeren in de zorgopleidingen aan onze hogescholen. Daarnaast nemen we maatregelen om de beschikbare zorghanden optimaal in te zetten. De arbeidswetgeving moet meer flexibiliteit toelaten, de personeelsnormen moeten worden geactualiseerd en het takenpakket van de verschillende zorgberoepen wordt uitgezuiverd. De zorgverstrekkers zelf ondersteunen doen we door in te zetten op technologie, digitale zelfroosters die hen meer inspraak geven in het combineren van werk en gezin, en administratieve vereenvoudiging via eZorg.
44
Geef armoede geen kans Het wegwerken van onvrijheid door ongelijke startkansen is de beste garantie om iedereen de kans te geven om uit te groeien tot een zelfstandig en vrij individu. De overheid moet investeren in het bestrijden van kansarmoede zonder de vrijheid en het initiatief van mensen te beknotten. De essentie van armoedebeleid moet emancipatie zijn. Het moet dus een springplank zijn, niet een uitkeringsmodel dat mensen verankert in de armoede. De ministers van werk en onderwijs zijn eveneens dé ministers van de strijd tegen armoede.
Kinderen uit hun sociaal isolement halen Het fundament van kansarmoede wordt gelegd in de wieg. Open Vld wil een aanpak en programma’s die er op gericht zijn om ouders en kinderen uit het kansarm isolement te halen en hen te laten participeren aan sociale netwerken en activiteiten in de eigen omgeving. De leeftijd van 0 tot 3 is hierbij precair. In samenwerking met de doelgroep, de gemeenten, onderwijs en het middenveld wordt ingezet op de creatie van sociale netwerken en contact, het geven van prikkels voor de allerjongsten en hun familie en het tegengaan van stressvolle omgevingen. Op jonge leeftijd moet op school en daarbuiten geïnvesteerd worden in communicatievaardigheden als alternatief voor negatieve fysieke reacties zoals agressie. Daarom pleit Open Vld ervoor om een snoezelklas in te richten op elke school zodat deze kinderen hun emotioneel gedrag leren benoemen, herkennen, erkennen en uiten. Want agressie wijst vaak op onderliggende emoties van opgekropte woede, intens verdriet of extreme angsten.
Weerbaarder, sterker en onafhankelijker tegen armoede Ook voor andere leeftijdsgroepen zet Open Vld in op sociale emancipatie om kansengroepen weerbaarder, sterker en onafhankelijker te maken. Het stimuleren van participatie aan de samenleving om isolement te doorbreken gebeurt in eerste instantie door tewerkstelling en anderzijds door socio-‐culturele buurtgebonden netwerken en initiatieven. Hierdoor ontstaat een grotere cohesie tussen de mensen. Ouderen (65plussers) kennen een hoger armoedepercentage dan de totale bevolking. We moeten hen dus zowel naar inkomen (pensioen, inkomensgarantie voor ouderen, tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden) als naar duurzame woonbehoeften (zowel individueel als collectief) toe doelgericht benaderen. De beperkte zichtbaarheid van achterstelling en armoede op het platteland (de stille armoede) met een multidimensionaal karakter verdient bijzondere aandacht. De OCMW’s, met hun jarenlang opgebouwde expertise, moeten door de overheid ondersteund worden om de centrale actor te zijn in het aanpakken van de economische kant van kansarmoede. Hun administratieve last moet verlicht worden en ze moeten meer autonomie krijgen. Vooral de stijgende woonkosten van de 25% Vlamingen die geen eigen woning hebben zijn voor Open Vld een uitdaging.
45
Inzetten op werk, onderwijs en een thuis Wie een job heeft beperkt zijn of haar armoederisico tot minder dan 5%. Ook onderwijs is een bijzonder efficiënt wapen tegen armoede. Beide hefbomen spelen namelijk in op zelfredzaamheid, en daarom zijn activering en onderwijs voor ons de belangrijkste instrumenten van een geslaagd armoedebeleid. Armoede is complex, en niet te reduceren tot een gebrek aan centen. Maar bijna alle facetten van armoede nemen de bovenhand wanneer men dak-‐ of thuisloos is. Daarom willen we het Housing First-‐experiment verlengen en uitbreiden. Met dit model investeren we eerst in huisvesting en vervolgens in begeleiding naar een regulier leven.
Blijven inspannen voor een dekkend leefloon Ondanks de crisis en het beperkte overheidsbudget verhoogden we in 2013 het leefloon met 2%. We beseffen dat ook de nieuwe bedragen niet altijd toereikend zijn en dus willen we nieuwe inspanningen altijd bestuderen in het kader van een volledige sociaaleconomische beleidsstrategie. We willen er wel over waken dat we geen activiteitsvallen creëren, en dus willen we dat er voldoende spanning blijft met de minimumlonen. Maatschappelijke integratie bevorderen is een gezamenlijke taak van de volgende federale en Vlaamse regering. Er moet meer aandacht komen voor de vaak verborgen armoedeproblemen bij zelfstandigen. Het was confronterend toen het nieuwe Kortrijkse bestuur bij het begin van de beleidsperiode vernam dat de kansarmoede bij kinderen de voorbije jaren gestegen was tot 18 procent. Het betekent dat in de stad elk jaar ongeveer 130 kinderen in armoede worden geboren. Op basis van betrouwbare gegevens zijn er meer dan 11.000 mensen die in armoede leven. In een stad die gezien wordt als een rijke stad in een rijke regio. Open Vld heeft er van meet af aan voor gekozen om hier een antwoord op te bieden. Armoedebestrijding is benoemd als beleidsdomein, wordt gecoördineerd door één schepen en gedragen door alle leden van het college. De aanpak van armoede bespeelt vele fronten met vaak originele initiatieven. Hier werken liberalen voor West-‐Vlaanderen: • Opstart van ‘Zero food waste’ project in samenwerking met de grootwarenhuizen. Dagelijks
halen vrijwilligers van verschillende organisaties voedsel op bij een filiaal van Delhaize. Hierdoor wordt nu ook verse voeding herverdeeld. Het gestarte proefproject biedt intussen genoeg voor zowat 150 verse maaltijden per dag.
• We investeren in de brede school in functie van armoedebestrijding. We subsidiëren hiervoor brugfiguren in scholen die een hoog percentage leerlingen uit kwetsbare gezinnen hebben en/of in een aandachtsbuurt liggen. Brugfiguren zijn figuren die de verbinding maken tussen de school, de leerling, het gezin en de verschillende dien-‐ sten die kunnen bijdragen aan betere onderwijskansen en leefomstandigheden voor het kind en het gezin.
• We werken samen met alle West-‐Vlaamse voetbalclubs een sterke community werking uit. Hierbij willen we samen met de club verschillende sociale projecten opzetten en ondersteunen. Eén van de acties hierbij zijn de sociale tarieven, zowel om zelf te voetballen,
46
als om naar het voetbal te gaan kijken. KV Kortrijk is hierin momenteel de meest vooruitstrevende club uit de Belgische competitie.
47
Diversiteit en inburgering Het wordt hoog tijd om de feiten van de cliché’s te scheiden in het integratiedebat. De bril waarmee we naar migratie en inburgering kijken, is aan een positieve update toe. Want het integratiedebat is al te lang in handen geweest van wie ofwel de problemen negeert, ofwel ze uitvergroot. En dat gaat ten koste van iedereen, autochtoon én nieuwkomer. Vooraleer we beleid maken of analyseren, moeten we ons afvragen waar we heen willen. Willen we de kansen die een diverse samenleving ons biedt, grijpen? Of willen we ze uit angst afwijzen, en ze net daardoor zelf teniet doen? Ons antwoord is duidelijk: een open blik op diversiteit is de beste garantie om in het jaar 2064 niet 100 jaar migratie te herdenken, zoals dit jaar het geval was, maar om het te vieren.
Verplichte inburgering als basis van zelfredzaamheid Iedereen die in Vlaanderen zijn toekomst wil uitbouwen moet zich blijven inspannen (verplichte inburgering) om zelfredzaam te worden: Nederlands leren, werken, participeren aan de samenleving. We verwachten van nieuwkomers dat ze de hoofdwaarden kennen, respecteren en naleven die het samenleven in diversiteit in Vlaanderen mogelijk maken: vrijheid (religie, meningsuiting, vereniging), gelijkheid (man en vrouw, non-‐discriminatie), solidariteit, respect en burgerschap (pluralisme, democratie). We verwachten van de Vlamingen dat ze open staan voor (de integratie van) nieuwkomers. We verwachten van de overheid dat ze een beleid voert dat nieuwkomers helpt inburgeren en integreren en dat mensen van vreemde origine helpt emanciperen en participeren en hen gelijke kansen geeft. We verwachten van de overheid dat ze er mee over waakt dat we geen duimbreed toegeven op verworvenheden als de gelijkheid en gelijkwaardigheid van man en vrouw of holebi-‐rechten. We verzetten ons tegen elke vorm van discriminatie. Nog al te vaak worden mensen omwille van huidskleur, geslacht, ras, afkomst gediscrimineerd in de arbeidsmarkt en de woningmarkt. Daarom maken we werk van zelfregulering: we zorgen met de sectoren voor 'mystery tests' waardoor we misbruiken kunnen identificeren en weg kunnen werken. We zetten veel meer in op het potentieel van ondernemerschap door allochtonen, met bijzondere aandacht voor vrouwen. West-‐Vlaanderen is een gastvrije provincie. We ontvangen bezoekers met open armen en staan open voor de positieve invloeden die ze met zich mee brengen. Dat geldt ook voor bezoekers op lange termijn, voor nieuwe inwoners, of die nu van binnen of van buiten de landsgrenzen komen. Hier werken liberalen voor West-‐Vlaanderen: • Een fair inburgeringsbeleid, met respect voor iedereen. • De West-‐Vlaamse ondernemer die een nieuwe Belg als werknemer wil inzetten, mag daarbij niet gehinderd worden door klanten die de werknemer omwille van zijn afkomst, ras… niet bij hen binnen willen laten.
48
• Iedereen die wil werken én Nederlands spreekt, is welkom. Onze regio bestaat niet uit ‘allochtone’ en ‘autochtone’ inwoners, maar uit authentieke West-‐Vlamingen.
49
Het recht op zelfbeschikking Mensen hebben de vrijheid om zelf de keuzes te maken die de route van hun levenspad bepalen. Meer dan waar ook moet deze keuzevrijheid gegarandeerd zijn bij de belangrijkste beslissingen in het leven. Dan hebben we het over het begin van het leven en het einde ervan. Over de keuze van onderwijs. Over de partner, de manier van samenleven en het vormen van een gezin. In de ethische vraagstukken van het leven moeten de mensen zelf hun keuzes kunnen maken. Omdat niemand zijn of haar leven beter kan invullen dan hem-‐ of haarzelf.
De keuze voor holebi’s om een gezin te stichten We realiseren mee-‐ouderschap. Elf jaar nadat het mogelijk is voor personen van hetzelfde geslacht om te huwen en zeven jaar nadat hen het mogelijk is gemaakt om een kind te adopteren, is dat een nieuwe en broodnodige stap in de strijd tegen de discriminatie van holebikoppels. Het is onaanvaardbaar dat twee vrouwen of twee mannen, wanneer ze uit liefde de beslissing nemen een gezin te stichten, een slopende adoptieprocedure moeten doorlopen. Net als bij heterokoppels het geval is, moet het ook voor hen mogelijk zijn het kind dat ze met hun partner wensen, simpelweg te erkennen. En om dit niet enkel voor lesbische koppels, maar ook voor homoseksuele koppels mogelijk te maken, moet er werk gemaakt worden van een wetgevend kader voor draagmoederschap.
Wensouders en de rechten van het kind Wensouders hebben nood aan donoreicellen en -‐zaad om hun kinderwens te realiseren. Net als bijvoorbeeld bewust ongehuwde moeders. In tegenstelling tot andere landen zijn donoren bij ons daarom anoniem. Zo garanderen wij dat er voldoende donoreicellen en -‐zaadcellen voorhanden zijn. Anderzijds moeten we de rechten van het kind indachtig houden. Zij willen op latere leeftijd vaak hun biologische ouders kennen. Om zowel de rechten van de wensouders als de wenskinderen tegemoet te komen moeten we daarom naar een wetgeving die meer vrijheid en flexibiliteit toelaat. Vijf donorprofielen toelaten, waarbij anonieme donatie mogelijk blijft, maar donoren er tegelijk voor kunnen kiezen persoonlijke kenmerken vrij te geven of contact toe te laten, is het antwoord op dit ethisch vraagstuk.
Een juiste weerspiegeling van de samenleving Onderwijs moet de samenleving weerspiegelen. Het moet onze kinderen voorbereiden op onze samenleving in al haar facetten. Daarom moet er ook in de godsdienst-‐ of zedenleerlessen aandacht zijn voor alle culturen aanwezig in onze multiculturele en –religieuze samenleving. Zodat kinderen elkaars achtergrond leren kennen en onwetendheid plaats ruimt voor begrip. Religieuze en levensbeschouwelijke vakken willen we aanvullen met een vak LEF (Levensbeschouwing, Ethiek en Filosofie). Daarin worden de fundamentele waarden in onze samenleving geduid, zoals de scheiding van kerk en staat, de gelijkheid van man en vrouw of de vrijheid van meningsuiting. Vanuit deze universeel erkende waardesokkel kan onze multiculturele samenleving bloeien en evolueren we naar een interculturele samenleving.
50
Autonoom en vrij beslissen bij het eindelevensvraagstuk Elke persoon in onze samenleving moet in alle vrijheid zelf een antwoord kunnen geven op het moeilijkste vraagstuk in het leven, namelijk het eindelevensvraagstuk. Om deze vrijheid te garanderen moeten we enerzijds de palliatieve zorgen versterken en anderzijds de lacunes in de huidige euthanasiewetgeving aanpakken. We moeten af van de beperkte geldigheid van vijf jaar van de wilsbeschikking en de ondertekenaar hier zelf een termijn op laten plakken. Geen enkele arts mag worden verplicht, noch verhinderd om onder wettelijke voorwaarden euthanasie toe te passen. Geen enkele medische instelling heeft dan ook het recht haar filosofie aan haar artsen op te leggen, en moet de keuzevrijheid van elke patiënt binnen haar instelling garanderen. Tenslotte moet ook de vraag van patiënten met een ongeneeslijke en onomkeerbare hersenaandoening en die in een wilsverklaring om een waardig levenseinde verzoeken, gerespecteerd worden. We garanderen iedereen een leven waarin men op een zelfstandige manier kan functioneren in de samenleving. Personen met een handicap beschikken ook over talenten die ze ondanks hun beperking perfect kunnen gebruiken. We nemen daarom alle remmen op de ontwikkeling van die talenten weg. We toetsen infrastructuur af op haar toegankelijkheid voor blinden, rolstoelpatiënten en personen met andere beperkingen. Dienstverlening binnen het openbaar vervoer voor mensen met een beperking wordt geoptimaliseerd zodat die tot bij de beste van de wereld hoort. We stimuleren werkgevers om mensen met een beperking aan een job te helpen.
Cultuur emancipeert De intrinsieke waarde van cultuur dient opnieuw centraal gesteld te worden. Het is een bindmiddel voor burgerzin, wakkert het gemeenschapsgevoel aan, stimuleert kritische zelfreflectie en draagt bij aan de levenskwaliteit. Cultuur is de motor van maatschappelijke groei en veranderingCultuur is daarnaast, net zoals innovatie, een hefboom voor de uitstraling van Vlaanderen in het buitenland. Het cultuurbeleid moet ook de focus leggen om cultuuruitingen uit het buitenland naar Vlaanderen te halen zodat door een kruisbestuiving nieuwe ideeën en investeringen in de creatieve sector kunnen plaats vinden.
Cultuur die verschil maakt Vlaanderen moet ruimte scheppen voor cultuur die op Europees niveau verschil maakt. De inspanningen hiervoor moeten geëvalueerd worden op hun maatschappelijke return en daardoor hun return voor onze immateriële en materiële welvaart. Bij het beoordelen van deze projecten willen wij maximaal gebruik maken van de inzichten van de cultuursector, maar het is de politiek die hier finaal de verantwoordelijkheid moet dragen voor de keuzes die gemaakt worden. Quasimonopolies (bv. SABAM) worden doorbroken door het loskoppelen van de gegevens over auteursrechten, enerzijds, en het beheer ervan, anderzijds, via een Centraal Kruispunt Auteursrechten. Vanuit het federale niveau moet de aandacht en het budget voor de federale cultuurinstellingen verhoogd worden. Ons land beschikt over een prachtig patrimonium dat helaas vaak in slechte omstandigheden wordt geconserveerd en tentoongesteld. Samen met andere federale cultuurinstellingen moet hier rond een actieplan opgemaakt worden om te kunnen functioneren op het ambitieniveau van vergelijkbare buitenlandse instellingen, zoals bijvoorbeeld het vernieuwde Rijksmuseum.
Voortdurende vernieuwing in de cultuursector
51
Open Vld wil resoluut inzetten op een divers en kwaliteitsvol cultuuraanbod met veel ruimte voor experiment en artistieke vernieuwing. Nieuwe dynamieken worden op gang gebracht via projectsubsidies. Zij creëren meer flexibiliteit om thema˙s in te vullen, geven sneller aansluiting bij nieuwe tendensen en uitdagingen. De verhouding tussen de structurele en projectsubsidies dient te worden aangepast in het voordeel van de projectsubsidies.
Alternatieve financiering en een aangepast fiscaal systeem De Belgische filmsector heeft bewezen dat de tax-‐shelter een vruchtbaar systeem is om de private sector een rol te geven in het stimuleren van cultureel-‐commerciële projecten. Daarom wil Open Vld het systeem uitbreiden naar een brede waaier van andere cultuurprojecten zoals tentoonstellingen, theater, opera, musical, concerten en andere. Met deze uitbreiding zullen tezelfdertijd remmen ingebouwd worden om projecten te vermijden waar de Vlaamse creatieve inbreng uiterst minimaal tot symbolisch is. Wij willen een wettelijk kader uitwerken voor het bedrijfsmecenaat (met fiscale incentives). Open Vld wil de kunstensector financieel weerbaarder maken. Dit kan door meer in te zetten op managements-‐ en ondernemerschapsvaardigheden en een klimaat te creëren waardoor culturele spelers zelf meer en makkelijker naar eigen inkomsten gaan zoeken en vinden. Private actoren moeten meer aangemoedigd worden om mee te investeren in de culturele sectoren. Het cultureel samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse en Franse Gemeenschap is hiervoor een geschikt platform voor overleg met het federaal niveau omtrent het scheppen van een fiscaal gunstig klimaat en het constructief op zoek gaan naar systemen van alternatieve financiering. Voorbeelden zijn stimuleren van het mecenaat, automatische toepassing van belastingvermindering van giften, crowdfunding,” Open Vld pleit er tevens voor om de tax-‐shelter uit te breiden naar een brede waaier van andere creatieve producten zoals musical, het boekenvak, muzieksector en andere. Met de uitbreiding van de tax-‐shelter naar andere sectoren zullen in de wetgeving tegelijkertijd remmen worden ingebouwd om projecten te vermijden waar de Vlaamse creatieve inbreng uiterst minimaal tot symbolisch is. Verder moeten de financieringsvormen die afwijken van de traditionele subsidiëring uitgebreid worden. Zo moeten de instrumenten van CultuurInvest uitgebouwd zodat het spoor van investeringen voor gesubsidieerde organisaties mogelijk wordt gemaakt.
52
Een sportbeleid dat resultaten haalt Sport maakt vrij, is gezond en leert attitude. Daarom investeren we in sport voor allen en dit in goede en veilige omstandigheden. We geven kansen aan jong talent om zich ten volle te kunnen ontwikkelen op sportief vlak en creëren een topsportklimaat waarin topsport ten volle ondersteund wordt. Open Vld wil dat de gemeenten de eigen klemtonen in hun sportbeleid kunnen leggen, zonder betutteling van bovenaf, om op die manier een duurzaam sportaanbod te kunnen aanbieden. Om de bouw van sportinfrastructuur te ondersteunen voeren we een tax-‐shelter in. Onze topsporters moeten naar best vermogen kunnen presteren en mogen niet gehinderd worden door onze politieke structuren. Daarom willen we de samenwerking tussen de Gemeenschappen op vlak van topsport versterken, zeker waar het om ploegsporten gaat.
53
Veilig samenleven Burgers hebben recht op een efficiënte rechtsstaat, die rechtszekerheid biedt, snelle procedures voor conflicten en bestraffing van misdrijven en misdaden, en maximale waarborgen inzake veiligheid in het dagelijkse leven.
Veiligheid als gedeelde verantwoordelijkheid Veiligheid is een basisbehoefte en de sokkel voor onze democratische rechtstaat. Zonder veiligheid is er geen vrijheid en geldt enkel de wet van de sterkste. Vrijheid kan ook niet zonder verantwoordelijkheid, solidariteit en rechtvaardigheid. Veiligheid is een gedeelde verantwoordelijkheid van de overheid, de burgers en de private sector. De veiligheid garanderen we op een integrale en geïntegreerde manier, waarbij andere sectoren zoals welzijn, onderwijs, mobiliteit, economische-‐ en sociale inspectiediensten worden betrokken. Een goed veiligheidsbeleid werkt op vier assen – preventie, detectie, repressie, nazorg -‐ en is dus niet louter sanctionerend. Wijkwerking, buurtinformatienetwerken, sociale controle en inzet van nieuwe technologieën zoals vaste en mobiele slimme camera’s, datamining software, sociale media en andere passen in die evolutie. Open Vld wil een duidelijk wettelijk kader dat op soepele wijze de recente technologische evoluties kan integreren in de politiewerking. Respect voor privacy blijft daarbij een basiswaarde (zie verder). Op federaal niveau kan men de krijtlijnen uitzetten voor een nationaal veiligheidsbeleid, maar ook regionaal kan men accenten leggen. Hier werken liberalen voor West-‐Vlaanderen: • West-‐Vlaanderen toont aan een innoverende regio te zijn. Het West-‐Vlaamse cameraschild dat de grenscriminaliteit de kop moet indrukken, werkt met gesofisticeerde vaste en mobiele ANPR-‐camera's, camera's die de nummerplaat van een voertuig herkennen. Dit systeem is ook efficiënt en kostenbesparend: een uur een ANPR-‐camera inzetten is gelijk aan bijna 33 manuren. Het cameraschild verhoogt de veiligheid zonder een exuberante kost. • De kleine groep hardleerse delinquenten die steeds hervallen, wordt intensief aangepakt in overleg met alle hulpverleners en het parket. • Wanneer jongeren voor overlast of onveiligheid zorgen, maken we werk van een gestructureerde en kordate aanpak. Daarbij wordt de ouders aangesproken en bekijken we de bredere context waarin deze jongere opgroeit. We treden sanctionerend op, waarbij herstellen van de schade en het terug op het rechte spoor brengen ons objectief is. • Het preventiewerk wordt ernstiger genomen. Stadswachten dragen bij tot het aanpakken en oplossen van overlastfenomenen. Een beter meet-‐, meld-‐ en opvolgsysteem voor stadswachten verhoogt hun efficiëntie. Buurtopbouwwerk en buurtbemiddeling houden naast de sociale aspecten ook rekening met de veiligheid.
Geïntegreerde veiligheidsaanpak voor betere resultaten
54
Alle bestuursniveaus dragen bij aan de veiligheid van de burgers: lokaal, regionaal en federaal maar ook Europa en internationaal. De Europese Unie moet een eigen veiligheidsbeleid uitbouwen voor onder meer grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit, rondtrekkende daderbendes, wapen-‐ en drugssmokkelaars, mensenhandelaars, terrorisme en gewelddadig radicalisme. Een harmonisering van de Europese wetgeving is daar een middel toe, maar ook en vooral operationele samenwerking over de grenzen heen. Criminaliteit stopt niet aan de grens. Het is een boutade, maar in onze provincie klopt ze als een bus. In West-‐Vlaanderen worden we nog te vaak geconfronteerd met het fenomeen van de grenscriminaliteit. Om dit te bestrijden, moeten we eveneens inzetten op een geïntegreerde aanpak. Hier werken liberalen voor West-‐Vlaanderen: • Open Vld pleit ervoor de door Annemie Turtelboom ingestelde snelrechtkamers hier een rol in te geven, om criminelen zo snel mogelijk na de feiten te bestraffen. Daarbij moet men niet enkel oog hebben voor de provinciehoofdsteden, ook kwetsbare regio’s zoals de grensstreek verdienen aandacht. Daarnaast willen we ook andere maatregelen bekijken, zoals nog meer bevoegdheden voor de Belgische politie om over de Franse grens op te treden. • Wij willen harder optreden tegen de mensensmokkel die in West-‐Vlaanderen nog steeds een probleem is. Een nauwere samenwerking met Frankrijk en Groot-‐Brittannië is daarbij essentieel. • Momenteel resideren een 800-‐tal transitillegalen net over de Belgische grens in zes kampen. Hoewel de ferrylijn in Oostende in 2013 is opgedoekt, proberen heel wat illegalen nog steeds via Zeebrugge Groot-‐Brittannië te bereiken. Tijdens een recente controleactie werden in Jabbeke nog 22 mensensmokkelaars opgepakt. Kleinere ingrepen zoals de bermbegroeiing rond parkings verwijderen kunnen helpen, maar Open Vld wil een meer structurele, internationaal overlegde, oplossing.
Vlaamse hefbomen voor een geïntegreerd veiligheidsbeleid Vlaanderen beschikt over heel wat hefbomen inzake een integraal en geïntegreerd veiligheidsbeleid en moet die dringend gebruiken. Dat vereist ook samenwerking met het lokale niveau, met de burgemeester aan het hoofd. Het lokale bestuur moet de spil zijn in het netwerk van scholen, huisvestingsmaatschappijen, het justitiehuis, de welzijnssector, de politie,... Gemeentelijke administratieve sancties blijven een nuttig instrument als ze dienen om asociaal en storend gedrag te bestraffen.
55
Een gemeenschapsgerichte politiezorg die wordt verzekerd door een goed uitgebouwde nabijheidspolitie staat borg voor de handhaving, de bevordering en het herstel van onze veiligheid. Alle vormen van criminaliteit moeten op een gepaste wijze worden aangepakt. Open Vld wil ook de bestuurlijke aanpak van (georganiseerde) criminaliteit verder uitbouwen. De wijkagent vervult hierbij een essentiële rol. Een terugkoppeling naar de lokale bevolking is noodzakelijk en er zullen op regelmatige basis inspraakmomenten voorzien worden. Een doorgedreven digitalisering van politietaken en een verdere administratieve vereenvoudiging moeten ervoor zorgen dat politieagenten meer aanwezig zijn op straat voor veiligheidstoezicht, aanspreekbaar zijn voor de burgers en paraat voor snelle interventies. Administratieve taken moeten daarom zoveel mogelijk worden geautomatiseerd of door anderen verricht: burgerpersoneel, ander overheidspersoneel of de private sector. Open Vld pleit voor een overheveling van sommige politietaken naar derden, in het bijzonder de private sector. Het komt er op aan de publieke rol van de private veiligheid te definiëren. De private bewaking moet worden erkend als een volwaardige speler in het veiligheidsbeleid. Een vereenvoudigd personeelsstatuut, functionele verloning en een soepel evaluatie-‐ en tuchtrecht zijn de aangewezen instrumenten om tot een flexibele en wendbare organisatie te komen. Bovendien moet de Interzonale politiesamenwerking en schaalvergroting voor te kleine politiezones worden aangemoedigd om de nodige capaciteit te vrij te maken zodat een gelijkwaardige politiezorg in alle politiezones wordt gerealiseerd. Ook brandweer en civiele bescherming dragen bij aan de veiligheidszorg in de brede betekenis van het woord. De Civiele Bescherming wordt in de brandweerstructuur geïntegreerd. De vrijwilligers blijven een centrale rol vervullen in de brandweerhervorming als lokale schakel binnen de brandweerzones. Het kunstpatrimonium van onze burgers behoeft een specifieke bescherming. Wij vragen de oprichting van een voor het publiek toegankelijke databank gestolen kunst en dit om de kunstdieven te ontmoedigen.
Respect voor rechtszekerheid en mensenrechten Open Vld heeft de Justitiehervorming doorgevoerd waar het land al dertig jaar op wachtte. In de volgende legislatuur moeten haar doelstellingen worden waargemaakt: efficiënter beheer, meer specialisatie van magistraten, een klantgerichte aanpak met meer transparantie en communicatie, kortere termijnen en het verdwijnen van de gerechtelijke achterstand. Budget en personeel worden, via recurrente evaluatie, voortaan toegewezen in functie van de resultaten en de kwaliteit van de dienstverlening. In 2019 moet Justitie eindelijk over ICT beschikken die op het niveau staat van andere maatschappelijke sectoren. Recht spreken gebeurt onafhankelijk, in een verstaanbare taal en binnen een zo kort mogelijke termijn. Alternatieve geschillenbeslechting wordt een volwaardig middel om conflicten op te lossen. Justitie specialiseert steeds verder en bouwt expertise op om ook complexe criminaliteit efficiënt aan te pakken. Informatiedoorstroming naar slachtoffers moet eenvoudig en transparant verlopen. Elke burger heeft recht op een efficiënte, betaalbare en toegankelijke rechtsbedeling die rechtszaken binnen een redelijke termijn afhandelt. Het systeem van de rechtsbijstand moet eenvoudig, transparant en rechtvaardig zijn. De hervorming van de pro Deo-‐vergoedingen is noodzakelijk zodat het systeem financieel draagbaar blijft en de toegang tot justitie gegarandeerd blijft voor zij die het écht nodig hebben.
56
De overbevolking van de gevangenissen daalt sinds vorig jaar, en moet tegen 2019 verdwenen zijn. Het gebruik van de gevangenis van Tilburg eindigt ten laatste in 2016. De aanpak van gedetineerden wordt maximaal gericht op opsluiting als ultiem middel, op herintegratie na de straf en op diversifiëring van de sanctie, zowel binnen en tussen de penitentiaire instellingen als inzake methodes (probatie, werkstraf, enkelband …). De deelstaten en Volksgezondheid zullen gespreid over meerdere jaren de kosten en de verantwoordelijkheid van de zorg voor gezondheid en psychische bijstand van gedetineerden overnemen. Alle door rechters uitgesproken straffen blijven hoe dan ook verder effectief uitgevoerd worden. De overbrenging van gevangenen van vreemde nationaliteit naar hun land van herkomst wordt verder opgedreven, onder meer via nieuwe bilaterale samenwerkingsakkoorden. Het nieuw gerechtelijk arrondissement West-‐Vlaanderen is gebaseerd op de territoriale omschrijvingen van de provincies (Brugge – Kortrijk – Veurne – Ieper). Voor de West-‐Vlaamse burger is deze hervorming een goede zaak: door een efficiëntere organisatie zal de dienstverlening verbeteren en zal het vertrouwen in justitie in stijgende lijn gaan. Hier werken liberalen voor West-‐Vlaanderen: • We dragen er zorg voor dat de nabijheid van justitie niet wijzigt, per provincie blijven er evenveel zittingsplaatsen. Hoewel het actieterrein van de magistraten dus groter wordt, hoeft de burger zich niet verder te verplaatsen. De rechtszoekende kan nog steeds terecht op de vertrouwde adressen in de nabije omgeving. • De gevangenissen van Brugge en Ieper zullen mee voordeel halen uit de daling van de overbevolking. • Een nieuwe gevangenis in Oostende en een uitbreiding van de Ieperse gevangenis komt de werkgelegenheid in onze provincie ten goede. Als het gewicht wordt beperkt, dan is een uitbreiding van de Ieperse gevangenis mogelijk op de bestaande paalfundering. Dat blijkt uit het stabiliteitsonderzoek. Sinds 2005 zijn er grondige verbouwings-‐ en uitbreidingswerken aan de gang in de gevangenis van Ieper. De federale ministerraad heeft eind februari het licht op groen gezet om een concessie te sluiten met de Oostendse haven om er een gevangenis te bouwen. Oostende krijgt straks op Plassendale een klassieke gevangenis met een cellencapaciteit voor 312 gedetineerden. De stad Oostende stelde einde 2012 in een brief aan minister van Justitie Annemie Turtelboom haar kandidatuur voor om een gevangenis te bouwen op Plassendale I. De regering heeft de plannen nu geconcretiseerd. De gevangenis moet straks zo'n 300 jobs opleveren.
De herziening van het strafprocesrecht De herziening van het strafprocesrecht, waartoe de Europese wetgeving ons land noopt, moet gericht zijn op minstens een halvering van de behandelings-‐ en procestermijnen en –procedures. Dat is de essentiële doelstelling, die – als redelijke duurtijd – ook als mensenrecht is erkend door het Europees Hof. Het risico – door het kortwieken van vele procedures -‐ op een vermindering van de waarborgen voor de verdediging wordt opgevangen door een erkende betrokkenheid van die verdediging in alle fases van de procedure en door het creëren van evaluatie-‐ en sanctionerings-‐instanties post factum inzake het naleven van elementaire mensenrechten.
57
Specifieke aandacht daarbij is vereist voor de onderzoeks-‐ en vervolgingsprocedures inzake mogelijke misdrijven inzake fiscaliteit. De onderzoeken van de fiscus moeten efficiënter worden, door ze veel meer te richten op fenomenen met een maatschappij-‐ of concurrentie-‐ontwrichtende werking in plaats van op de naleving van de reglementaire procedures bij alle burgers. Tegelijk moet de fiscus over een wettelijk kader beschikken dat naar analogie met het strafrecht een erkende betrokkenheid van de verdediging in alle fases van de procedure voorziet, net als evaluatie-‐ en sanctionerings-‐instanties post factum inzake het naleven van elementaire mensenrechten.
Zorg voor privacy en cybercriminaliteit De volgende regering moet, in het licht van de evolutie van de Europese regelgeving, de noden en toepassingen van de privacy en de desbetreffende wetgeving in ons land aan een volledige evaluatie onderwerpen en bijsturen in functie van de nieuwe mogelijkheden op het internet en in de gsm-‐, gps-‐ en ICT-‐technologie. De bedoeling is tot een nieuwe, maar even betrouwbare gevoeligheid inzake privacy-‐bescherming te komen. De verkoop van privé-‐gegevens van klanten aan derden kan enkel mits uitdrukkelijke toestemming van de klant. De klant kan deze toestemming op eender welk moment weer intrekken. Daartoe behoort ook de strijd tegen cybercriminaliteit, spionage en afluisterpraktijken, die verder wordt opgevoerd. Het aspect cyberveiligheid nemen we op in aanbestedingstrajecten van de overheid. Op Europees niveau dient gestreefd te worden naar een geharmoniseerde aanpak en informatiedeling bij risico’s en veiligheidslekken. De overheid dient bij de opmaak van haar regelgeving en bij de
58
uitbouw van haar ICT-‐infrastructuur een privacy impactanalyse uit te voeren om ongeoorloofde inmenging in het privéleven uit te sluiten. Om de groeiende privacy-‐problemen aan te pakken moet er een staatssecretaris komen voor privacy. Niet als extra functie maar als vervanging van een ander staatssecretariaat.
III. EEN MODERNE OVERHEID Open Vld ziet de overheid als partner, die meer mogelijk maakt voor mensen. Bij een nieuwe tijd, hoort een moderne overheid. Een overheid als partner, die meer mogelijk maakt voor mensen. Wij kiezen voor een overheid die ruimte geeft aan vrij initiatief van burgers, ondernemers, verenigingen, ouders of studenten. Vandaag zijn complexe overheidsstructuren een rem voor wie vooruit wil. Er zijn te veel regels en in plaats van vrij initiatief te stimuleren, zijn wantrouwen en controledrift het uitgangspunt. Een doeltreffende en efficiënte overheid begint bij eenvoudige en afdwingbare regelgeving. Regelgeving moet vooraf en nadien worden geëvalueerd op vlak van zijn coherentie en toegevoegde waarde. We stellen voor om iedereen die afstudeert automatisch een ondernemingsnummer te geven en bij uitbreiding iedere burger; als recht om te ondernemen. Overal rondom ons wordt dienstverlening eenvoudig en gebruiksvriendelijk. Klanten zitten aan het stuur. Ze willen waar voor hun geld, leggen fouten en tekortkomingen genadeloos bloot en beslissen mee over dienstverlening en producten. Die standaard mag ook voor de overheid tellen, want ook daar willen we waar voor ons (belasting)geld.
Communautaire rust en samenwerking Ons land heeft communautaire rust nodig. Daarom beginnen we niet aan een nieuwe staatshervorming maar voeren we eerst de Zesde Staatshervorming uit. De komende legislatuur is een unieke gelegenheid voor de Vlaamse én de federale overheid om samen de focus te leggen op de samenleving, jobcreatie en de economie. Wij kiezen voor samenwerkingsfederalisme. We herwaarderen het overleg en de samenwerking tussen overheden, zodat Vlaamse, federale en Europese beleidskeuzes elkaar maximaal versterken. Door problemen gezamenlijk aan te pakken, boeken we betere resultaten en besturen we efficiënt en zuiniger. Overheden denken vanuit het standpunt van de burger en organiseren hun dienstverlening vanuit een klantgerichte aanpak, in plaats van elkaar tegen te werken. Bij samenwerkingsfederalisme horen samenwerkingsstructuren. We hervormen het overlegcomité van een plaats van blokkering naar een methode om te beslissen. De Senaat is de ontmoetingsruimte voor de vertegenwoordigers uit de deelstaten. Omdat de federale bevoegdheden in het belang van alle Belgen worden uitgeoefend, kiezen we in de Kamer van Volksvertegenwoordigers een aantal leden in een federale kieskring. Samenvallende verkiezingen verhinderen dat het beleid aangetast wordt door permanente verkiezingskoorts.
59
Een slanke maar daadkrachtige overheid De overheid treedt in de markt op als scheidsrechter, niet als speler. Ze treedt terug uit sectoren zoals telecom, post en banken. Ze stimuleert concurrentie in het openbaar vervoer. De minimale dienstverlening wordt gegarandeerd. Onze overheden zijn keizer-‐kosterziek. De vrijheid van burgers en ondernemers wordt te veel beknot door regel-‐ en controledrift. De Zesde Staatshervorming is een uitgelezen kans om Vlaanderen en België beter te organiseren. Nieuwe bevoegdheden worden niet louter geabsorbeerd, maar zijn een hefboom om de regeldrift en organisatie van de overheid in vraag te stellen. Wij kiezen voor een andere aanpak. Met een interne hervorming maken we een Vlaamse overheid die past bij deze nieuwe tijd. We geven meer ruimte aan vrij initiatief van burgers, ondernemers, verenigingen, ouders of studenten. Het is tijd voor minder overheid, en meer vrijheid. Minder regelgeving, meer samenleving. In het nieuwe Vlaanderen zal de overheid niet langer ‘zorgen voor’ maar ‘zorgen dat’ bepaalde maatschappelijke doelstellingen worden gehaald. In West-‐Vlaanderen zijn er 9 gemeenten met meer dan 30.000 inwoners . Ze vertegenwoordigen 42% van alle West-‐Vlamingen. Wat houdt de Vlaamse overheid tegen om meer bevoegdheden over te hevelen? Hier werken liberalen voor West-‐Vlaanderen: • De Vlaamse overheid decentraliseert veel van haar bevoegdheden: De Lijn, de VDAB, kinderopvang, armoedebeleid,…
Vereenvoudiging van de Vlaamse en federale administratie De liberale aanpak voor een slank en sterk Vlaanderen volgt een dubbel spoor. Op korte termijn herorganiseren we het vastgeroest adviesmodel en schaffen we minstens 2/3e van de 193 instellingen af. Tegelijk zetten we een eenvoudige en burgervriendelijke organisatie op het spoor. We werken klantgericht en maken de toegang tot de Vlaamse overheid voor mensen, verenigingen, investeerders of ondernemingen simpel en helder. We hervormen de Vlaamse organisatie naar 5 grote beleidsdomeinen, die telkens overeenkomen met een kerntaak van Vlaanderen: zorgen (welzijn), vormen (onderwijs en vorming), vooruitgaan (economie), de leefomgeving organiseren (ruimte) en de centen beheren (financiën). Deze 5 beleidsdomeinen werken niet in kokers naast elkaar, maar gedragen zich door samen te werken als één klantgerichte overheid. Naar analogie met de gestroomlijnde Vlaamse overheid beperkt ook de federale regering haar organisatie tot 5 beleidsdomeinen: binnenland, buitenland, sociale zekerheid, gezondheid en financiën. Een burger, onderneming of lokaal bestuur komt op die manier in contact met maximaal 10 ministeries of overheidsdiensten over alle niveaus heen. Ieder beleidsdomein wordt geleid door een competente overheidsmanager die wordt afgerekend op de resultaten die zijn afgesproken met het politieke niveau. Ook de not-‐for-‐profit organisaties en bedrijven die overheidsopdrachten uitvoeren, worden geresponsabiliseerd tot een meer zuinige, efficiënte en doeltreffende dienstverlening. Lineaire besparingen worden vervangen door moderne, responsabiliserende technieken voor efficiëntieverbetering. Overheidsorganisaties mogen de gerealiseerde efficiëntiewinsten deels herinvesteren.
60
61
Meer beleidsruimte voor steden en gemeenten Lokale besturen zijn regisseur van het beleid op hun grondgebied. Steden en gemeenten krijgen meer vrijheid en zeggenschap. Burgers kunnen met inspraak en samenspraak mee bepalen wat er in hun leven en in hun omgeving gebeurt. De bestuurskracht van de lokale besturen gaat omhoog. Open Vld wil dat de beleidsruimte voor de gemeenten in eerste fase met minimum 50% stijgt door overheveling van Vlaamse en provinciale bevoegdheden en middelen. De huidige steden en gemeenten werken daarom samen in voldoende grote verbanden waarbij we hen aanmoedigen om op termijn tot fusies te komen. Dat staat een wijk-‐ en burgergerichte aanpak niet in de weg, maar laat wel een hogere professionalisering toe. OCMW’s smelten samen met de gemeente om één lokaal sociaal beleid te realiseren. De taken van provincies worden overgenomen door Vlaanderen of door de steden en gemeenten. Tegelijk slanken we ook de intermediaire structuren zoals intercommunales en autonome gemeentebedrijven af. Vandaag werken we met intercommunales voor elektriciteit, gas, water, huisvuilverbranding, medische zorgen,… De lijst is lang, te lang. Grotendeels uit noodzaak, maar de politieke legitimiteit ontbreekt. In West-‐Vlaanderen bestaan er bijvoorbeeld meer dan honderd regionale samenwerkingsverbanden. Hier werken liberalen voor West-‐Vlaanderen: • 5 stadsgewesten rond Brugge, Kortrijk, Ieper, Oostende en Roeselare • Fusie van de huisvestingsmaatschappijen en één unieke inschrijvingslijst • Goede samenwerkingsverbanden (cf. het zwembad van Moorslede)
Een leefbaar platteland Onze ambitie is een leefbaar platteland met een bereikbare basisdienstverlening. We versterken de bestuurskracht van plattelandsgemeenten door een hervorming van het Plattelandsfonds van een projectmatig naar een structureel financieringsinstrument. We maken tevens werk van een duidelijk concept van stadslandbouw.
Een overheid van en voor mensen Het probleem van een complexe overheid zijn niet de mensen, wèl de regels en structuren. De manier waarop we werken bij de overheid organiseren, komt uit de vorige eeuw. We hebben een andere organisatie nodig, die afstapt van frustrerende gewoontes of regels die leiden tot verzuring en onefficiëntie. Een moderne overheid is een klant-‐ en resultaatgedreven organisatie waar het fijn is om te werken en je meebouwt aan een project ten dienste van samenleving en economie. We bekijken het werken voor de overheid daarom op een andere manier. In plaats van je leven lang voor de staat werken, maken we het mogelijk om je competenties meer projectmatig en doelgericht in te zetten. Dat betekent dat mensen zonder belemmering kunnen overstappen van de private naar de publieke sector en omgekeerd. Contractuele afspraken worden de regel, het apart ambtenarenstatuut is de uitzondering en wordt meer flexibel en modern. Wanneer de werklast piekt, kan ook de overheid perfect beroep doen op interim-‐arbeid. We herbekijken de loopbaan en carrièremogelijkheden van ambtenaren, zodat prestatiegerichte verloning, niet-‐leeftijdsgebonden carrièreontwikkeling en evaluatiebeleid de praktijk van de
62
privésector evenaren. We stappen dus af van anciënniteit als basis voor verloning, maar gaan op zoek naar de juiste competentie op de juiste plaats. Om dezelfde reden geloven we niet in een rigide aanwezigheidspolitiek, maar maken we mensen waar mogelijk regisseur van hun eigen werk. We laten competentie zwaarder doorwegen dan anciënniteit of ervaring. Zo een aanpak spreekt meer talenten aan, en geeft ook vrouwen meer kansen op leidinggevende functies.
63
We investeren minder in bureaus of vierkante meters en meer in digitalisering en een aangename werkomgeving. We maken werken voor de overheid mobiel en projectgericht, niet alleen binnen eenzelfde overheid maar ook tussen verschillende bestuursniveaus. We maken van de overheid een platform waar beschikbare informatie ook voor burgers ter beschikking wordt gesteld. We werken -‐ met respect voor regels van privacy -‐ een open-‐data strategie uit en geven op die manier vrij initiatief meer kansen om samenlevingsproblemen op te lossen.
De belangrijke rol van Brussel Brussel gaat ons allemaal aan. Meer dan we denken. Het is samen met Waals en Vlaams Brabant een belangrijke motor van onze Belgische economie, Brussel is het grootste tewerkstellingsbekken voor Brusselaars, Vlamingen en Walen, het is de zetel van talloze internationale bedrijven, het is een belangrijk internationaal beslissingscentrum met wereldwijde uitstraling, een belangrijke culturele stad ook, ook voor de Nederlandse taal en cultuur … Het is een bruisende stad om te wonen, te komen werken of van te genieten. De Brusselse begroting is in evenwicht zonder de belastingen te verhogen en het Nederlandstalig onderwijs in de hoofdstad boomt en levert jaarlijks nieuwe generaties meertalige ketjes op de arbeidsmarkt af. De mythes over de Brusselse bodemloze putten liggen achter ons. Met de zesde staatshervorming willen we de komende jaren extra investeren in jobs, in onze economie en in de mobiliteit in en rond Brussel: het Gewestelijke Expressnet van de NMBS, Brabantnet met snelle tramverbindingen van De Lijn en extra metro-‐ en tramlijnen van de MIVB. We investeren in de economische groeimogelijkheden die de hoofdstad biedt. We moeten hiervoor samenwerken met wederzijds respect in één Brussels Metropolitan Region. Als liberalen zetten we alles op alles voor de verdere uitbouw van het (Nederlandstalig) onderwijs in de hoofdstad. We vangen omwille van de sterke bevolkingsexplosie de behoefte aan nieuwe en goede scholen op. Dit is het eerstelijnsbeleid tegen jeugdwerkloosheid en samenlevingsproblemen. We investeren de komende jaren in een aantrekkelijke hoofdstad om te wonen, te ondernemen en te bezoeken: we zetten in op netheid en veiligheid en behouden de woonbonus. We schaffen de gewestbelasting van €89 af en maken de belastingdruk van gemeenten en gewest doorzichtig voor alle ondernemers.
Een eeuw van inspraak en participatie Als eerste en sterk signaal van ons vertrouwen in de vrijheid en de verantwoordelijkheid van mondige burgers schaffen we de opkomstplicht af. In de plaats komt het recht om te stemmen, vanaf 16 jaar. We gaan van inspraak naar participatie. Participeren aan het beleid levert het meest op als mensen goed en vlot worden geïnformeerd. Daarom willen wij dat alle overheden de schat aan gegevens en informatie niet langer opsluit in vuistdikke technische dossiers in hermetische taal, maar de kansen benut die online en sociale media en grafische technologie bieden. Daarom willen wij in de volgende legislatuur experimenten met open data en open apps, zodat burgers en ondernemingen zelf kunnen meebouwen aan toepassingen die het leven beter maken.
64
Mensen hebben het recht te weten waar hun belastinggeld heen gaat. Daarom willen we dat de federale en de Vlaamse overheid de begroting vertaalt in eenvoudige en visueel aantrekkelijke (digitale) informatiefiches. Die vertaling vertrekt vanuit de leefwereld van de burger en laat zien naar welke beleidssegmenten elk deel van zijn of haar belastinggeld gaat. Mensen informeren is niet hetzelfde als mensen laten deelnemen aan het beleid. Daarom willen we, naar analogie met de initiatieven in steden zoals Kortrijk en Mechelen en in bepaalde Antwerpse districten, gecontroleerde experimenten met budget games. Dat betekent dat burgers mee beslissen waar belastinggeld aan wordt besteed en welke beleidsdomeinen meer dan wel minder middelen moeten krijgen. Echte participatie vergt steeds een goede organisatie en afweging tegenover een efficiënte besluitvorming. Schijnparticipatie, een ontransparant kluwen van ondemocratische adviesraden en eindeloos rekbare procedures zijn hinderpalen en zetten de samenleving vast in besluiteloosheid. Procedures worden daarom dus opnieuw redelijk en we leggen de eindverantwoordelijkheid voor het beleid steeds bij de politiek. Kortrijk heeft als 1e Vlaamse centrumstad inspraak tot een integraal onderdeel van haar wijze van besturen gemaakt. Onder de noemer ‘Kortrijk Spreekt’ betrok het bestuur de bevolking van alle 128 wijkcomités in de deelgemeenten en de binnenstad bij het schrijven van het bestuursakkoord voor de legislatuur 2013-‐2018. En ze deden dit massaal. Meer dan 4.000 Kortrijkse gezinnen namen deel aan dit participatief traject, de helft daarvan via 98 wijkcomités die deelnamen. Dit is meer dan 1 op 8 Kortrijkse gezinnen. De resultaten waren verrassend. Veilige en vlotte fietsverbindingen, inzetten op veiligheid en het verlagen van armoede werden door de Kortrijkzaan naar voor geschoven. Alle reacties werden gebundeld en vormden inspiratie voor ‘Plan Nieuw Kortrijk’, het bestuursakkoord van de nieuwe ploeg. Budget Games In het meerjarenplan beslissen de inwoners van Kortrijk mee over de besteding van 6 miljoen euro. In Aalbeke en Heule, twee Kortrijkse deelgemeenten, wordt dit concept nu al toegepast. De rest volgt. Hier werken liberalen voor West-‐Vlaanderen: • We nemen Kortrijk als voorbeeld, en betrekken in heel West-‐Vlaanderen de bevolking bij het bestuur. We geven inspraak aan de burger, want het is de burger die concreet weet wat er leeft in zijn of haar buurt, wat de problemen en opportuniteiten zijn. De regionale overheid moet luisteren naar wat de inwoners te zeggen hebben, de overheid is er immers voor de burger en niet omgekeerd.
65
IV. DE WERELD Het is hoog tijd om anders te denken over energie en klimaat. De opwarming van de aarde is een wereldwijde realiteit en een uitdaging, net als het opdrogen van fossiele energiebronnen. Deze bronnen zijn eindig, vergen steeds grotere kosten om te ontginnen en zijn vervuilend voor mens en milieu. Maar het kan anders. Een samenleving zonder vervuiling, waarin energie betaalbaar en quasi onuitputtelijk is, waarin economische groei samen gaat met een schonere omgeving en er ruimte ontstaat voor extra jobs. Dat is geen vaag droombeeld… het is een blauwe economie. Het is de economie van morgen, maar de bouwstenen ervoor leggen we vandaag. Om de omwenteling naar een blauwe economie mogelijk te maken moeten we verder inzetten op hernieuwbare energie.
Europese klimaatdoelstellingen halen in een ééngemaakte energiemarkt De omwenteling naar een blauwe economie realiseren we niet alleen. We werken hiervoor samen met Europa. Dat doen we door ambitieuze Europese doelstellingen uit te voeren om CO2 uitstoot te reduceren en hernieuwbare energieproductie te doen stijgen. Dat doen we ook door werk te maken van een geïntegreerde energiemarkt. Door op grotere schaal samen te werken is het immers mogelijk om schone energie efficiënter en aan de laagst mogelijke prijs te ontwikkelen. Binnen het federale België maken we afspraken tussen de verschillende overheden over het realiseren van de doelstellingen. Samenwerking op grote schaal betekent samenwerking en verdeling van inspanningen in Onderzoek en Ontwikkeling alsook in de eigenlijke productie van hernieuwbare energie. Doordat hernieuwbare energieproductie geografisch gespreid wordt, is aandacht voor de interconnectiecapaciteit essentieel in een ééngemaakte energiemarkt. Enkel als de energie ook effectief van het zonnige zuiden naar het winderige noordwesten getransporteerd kan worden is de markt echt ééngemaakt. Wij zijn daarom voorstander van een sterk uitgebouwd Noordzeenet, dat op termijn de hoge spanningstransmissie van elektriciteit kan verzorgen langs de kusten en windmolenparken van Europa. Een sterke ééngemaakte vrije markt zorgt voor eerlijkere en lagere prijzen.
Een evenwichtige energiemix voor de toekomst Momenteel bevinden we ons in een transitiefase naar een blauwe economie. In die fase blijft een evenwichtige energiemix nodig. Daarin koppelen we de noodzaak aan meer hernieuwbare energie aan een beperking van de transitiekosten en aan verzekering van de energiebevoorrading.
66
We vertrekken daarbij van de wettelijk bepaalde uitfasering van kernenergie. Bestaande hernieuwbare energie is niet constant (wind, zon, …). We werken daarom met alle partners in de energiesector een systeem van bevoorradingszekerheid uit gebaseerd op inter-‐connectie met de buurlanden, flexibiliseren van de vraag en kostenefficiënte reservecapaciteit, zolang het nodig is. De opslag van elektriciteit is -‐na de lokale productie en het vraagbeheer-‐ de ‘next frontier’ in de evoluerende energiemarkt. Om de kosten voor energiegebruikers verder te kunnen doen dalen is er opslag nodig van de goedkope elektriciteit in daluren en uren met overschot aan productie via wind en zon; tevens kan opslag de flexibiliteit bieden om het net in evenwicht te houden. Netbeheerders, regulator en overheid maken hiervoor een kader waarin het vrije initiatief zich maximaal kan ontwikkelen.
Energieomwenteling van rationeel verbruik en hergebruik van grondstoffen Om de overgang naar een blauwe economie te maken is inzetten op rationeel energieverbruik belangrijk. We kunnen de omschakeling immers versnellen door afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te beperken door het verbruik ervan te beperken maar evenzeer door slimmer te verbruiken. De overheid heeft hier een belangrijke taak te vervullen, zowel op het vlak van normering, bvb. bij nieuwbouw en renovatie, als door het toekennen van fiscale stimulansen voor energiebesparende investeringen, als door zelf het voorbeeld te geven met energiezuinige overheidsgebouwen en voertuigen. Deze stimulansen moeten ertoe leiden dat meer gebouwen energieneutraal worden en zelfs energie produceren: een echte opstart van decentrale productie waarbij consumenten Prosumenten worden. Maar we gaan verder. Door uit te gaan van het Cradle to Cradle-‐ principe willen we ernaar streven om alle gebruikte materialen in een bepaald product nuttig om te zetten in een ander product, voor energie en alle andere producten. Op die manier wordt het afval van het ene product een grondstof voor het volgende. Bedrijventerreinen en woninggebieden worden zo ingericht dat de restwarmte van de ene als energie van de buur dient of dat het afval van een de ander als grondstof voor nog een ander dient. Zo zetten we bijvoorbeeld in op slim gebruik van energie uit biomassa, waarbij de CO2 hergebruikt wordt als meststof. We investeren in het verder herdenken van ons energieverbruik. De overvloed van hernieuwbare energie manifesteert zich immers eveneens in het afstemmen van productie en verbruik. Één van de grote uitdagingen aan hernieuwbare energie is de wisselvalligheid. Meer nog dan tijdelijke tekorten is tijdelijke overproductie een grote bedreiging voor het net. We versterken de stabiliteit van het net met concepten waarbij overschotten van hernieuwbare energie gebruikt worden. Zo kan de overschot aan windenergie gebruikt worden in serres om via specifiek led-‐licht groenten te kweken. In plaats van energie op te slaan in vervuilende batterijen die chemische energie omzetten in elektrische energie, en in plaats van serres te
67
installeren met energieverslindende UV lampen, zetten we elektrische energie om in (bio)chemische energie: voedsel als batterij.
Energiehandicap terugdringen door daling van het overheidsbeslag op energiefactuur De sterke stijging van de energiefactuur de laatste jaren is voornamelijk toe te schrijven aan het overheidsbeslag, waarbij maatschappelijke kosten via allerlei heffingen en toeslagen in de eindfactuur terecht komen. Wij pleiten voor het hanteren van een energienorm, waarbij het doorrekenen van overheidsverplichtingen in de elektriciteitsfactuur transparant wordt gemaakt en beperkt wordt tot een bepaald niveau. Het aanpakken van het huidige systeem van subsidiëring van groene stroomcertificaten in Vlaanderen is hierbij de voornaamste prioriteit. Wij pleiten voor een beperking van de doorrekening van certificaten in de energiefactuur en een verschuiving naar technologie-‐neutrale investeringssteun. Verder is de energiefactuur niet het instrument om een sociaal beleid te voeren. Iedereen moet weten wat zijn energie kost. Energie-‐ en andere armoede wordt bestreden door steun voor energiebesparende maatregelen en sociale ondersteuning te bieden waar nodig. Sociaal beleid wordt transparant en uit de eigen middelen van de overheid gefinancierd. Ook dubbele belastingen, zoals het heffen van BTW bovenop accijnzen wordt aangepakt. De overheid hoeft geen belasting te heffen op een kost die ze zelf oplegt en waakt erover dat de lasten op energie in lijn zijn met die van de buurlanden en de geïntegreerde Europese markt. Hierdoor wordt de energiehandicap voor mensen en bedrijven teruggedrongen.
The Grid als het netwerk van de toekomst Elk energiesysteem is maar zo sterk als zijn netwerk. Om onze doelstellingen te realiseren is een sterk en decentraal netwerk nodig. Niet alleen van kabels en pijpen maar ook van data verkeer. Het staat vast dat een modern energiebeheer slim gestuurd moet kunnen werken. We zetten daarom in op de verdere uitrol van slimme meters en slimme netwerken… op het slim gebruik van het netwerk. Om een dergelijk performant net uit te bouwen hebben we sterke partners nodig. We evalueren de werking van intercommunales en netbeheerders en zorgen ervoor dat de tariefmethodes klaar zijn voor de omwenteling. Zo introduceren we een capaciteitstarief: wie minder hoge vermogens nodig heeft betaalt minder, wie een hoog vermogen slechts enkele keren per jaar nodig heeft betaalt een vergoeding voor de beschikbaarheid. Dit houdt de kosten voor het ganse net betaalbaar en zorgt ervoor dat netbeheerders voluit mee kunnen werken aan de uitrol van een hernieuwbaar energiesysteem. Om de netbeheerders als sterke partner te hervormen worden ze ‘verlost’ van allerlei taken die niet echt met netbeheer te maken hebben, we voeren hierover een kerntakendebat. Tegelijk bekijken we hoe we de opgebouwde expertise kunnen valoriseren door private partners via beursgang te laten deel uitmaken. West-‐Vlaanderen als duurzaam energieknooppunt De opwarming van de aarde is een feit, en dit gegeven moeten we dan ook als een uitdaging te beschouwen. De oplossing heeft een naam: de blauwe economie. De blauwe economie heeft als doel een samenleving zonder vervuiling, waarin energie betaalbaar en quasi onuitputtelijk is, waarin economische groei samen gaat met een schonere omgeving en er ruimte ontstaat voor extra jobs. Het is de economie van morgen, maar de bouwstenen ervoor moeten we vandaag leggen.
68
De omwenteling naar een blauwe economie realiseren we niet alleen, maar we beginnen wel in West-‐Vlaanderen! De Noordzee is een troef én een uitdaging. De Noordzee biedt een zee aan mogelijkheden om hernieuwbare energie te produceren: van offshore windmolens over golfslag tot de opslag van elektriciteit in een atol. De uitdaging is om deze elektriciteit aan land te brengen én ervoor te zorgen dat we ook in West-‐Vlaanderen nog extra hernieuwbare energie op land kunnen produceren (zonne-‐energie, onshore windmolens, biomassa,…). Verder is onze provincie ook de plaats waar de interconnectie gemaakt wordt met Frankrijk en nog moet maken met UK. Het is onredelijk dat er grote verschillen zijn in distributienettarieven: in het zuiden van West-‐Vlaanderen zijn de distributienettarieven de duurste zijn in Vlaanderen. Een bedrijf, een gezin dat zich daar wil vestigen, weet dat ze een grotere hap in het budget moeten voorzien voor de energiekosten. De nood aan redelijke energieprijzen is zeer groot, dit zowel voor de bedrijven als voor de gezinnen. De bedrijven ondervinden rechtstreeks concurrentienadeel bij hoge energiekosten: als een bedrijf met eenzelfde productiepatroon net over de grens een energiefactuur heeft die 20% lager ligt dan eenzelfde bedrijf in West-‐Vlaanderen, dan is dit wraakroepend. Vandaar dat Open Vld pleit om naast de loonnorm ook een energienorm in te voeren. Zo zal direct een knipperlicht branden als de norm overschreden wordt, want dan betekent dit dat er een concurrentienadeel is voor onze bedrijven. Het aanpakken van het huidige systeem van subsidiëring van groene stroomcertificaten in Vlaanderen is hierbij de voornaamste prioriteit. Open Vld pleit voor een beperking van de doorrekening van certificaten in de energiefactuur en een verschuiving naar technologie-‐neutrale investeringssteun. Bedrijventerreinen en woninggebieden worden zo ingericht dat de restwarmte van de ene als energie van de buur dient of dat het afval van een de ander als grondstof voor nog een ander dient. Zo zetten we bijvoorbeeld in op slim gebruik van energie uit biomassa, waarbij de CO2 hergebruikt wordt als meststof. Door het uitblijven van het Stevin-‐project (uitbreiding van het hoogspanningsnet tussen Zomergem en Zeebrugge) dat de energie geproduceerd door de offshore windmolens aan land moet brengen, dreigt er geen enkele energieproductie op het West-‐Vlaamse land bij te komen. De manier waarop vergunningen voor grote infrastructuurwerken afgeleverd worden, is dringend aan herziening toe. Investeringen aan zowel het hoogspanningsnet als distributienet is van cruciaal belang om ons net te optimaliseren gezien iedere consument en prosument (producent van eigen energie) wordt. In West-‐Vlaanderen zijn er heel wat diepvriesfabrikanten, ook deze bedrijven dragen actief hun steentje bij in de bevoorradingszekerheid: wanneer er problemen zijn op het net, dan schakelen zij een aantal uur hun energieverbruik uit tot de problemen opgelost zijn. Deze tool – demand side management – moet verder actief ondersteund worden. Ook de bouwsector speelt een actieve rol in het energievraagstuk, door energiebesparende investeringen zorgen zij immers dat een gebouw minder energie verbruikt dan vroeger. Energiebesparing is dé oplossing bij uitstek om de energiefactuur te laten dalen.
69
Hier werken liberalen voor West-‐Vlaanderen: • De troeven van West-‐Vlaanderen als blue energy – provincie (hernieuwbare energie-‐provincie)
uit te spelen; • Op een energie-‐neutrale manier nieuwe vormen van energieproductie te ondersteunen via een
investeringssteun; • Het Stevin-‐project bovenaan op de politieke agenda te plaatsen, zodat er geen
bevoorradingsproblemen zijn in West-‐Vlaanderen; • De distributienettarieven af te slanken, enkel de net-‐gerelateerde kosten doorrekenen en de
kosten gelieerd aan sociaal en ecologisch energiebeleid via de algemene middelen betalen; • De netbeheerders als sterke partner te hervormen, ze worden ‘verlost’ van allerlei taken die niet
echt met netbeheer te maken hebben, we voeren hierover een kerntakendebat; • Investeringen in het hoogspannings-‐ en distributienet actief te ondersteunen, zodat de
decentrale productie ook in West-‐Vlaanderen een groter aandeel heeft in de energiebevoorrading;
• De bedrijven aan te moedigen zich in te schrijven in het demand side management en dit tegen een correcte vergoeding;
• Bedrijvenparken en woongebieden CO2-‐neutraal in te richten, waarbij de restwarmte van een bedrijf gebruikt kan worden om een woongebied of een zwembad te verwarmen.
70
“Wij in de wereld, de wereld bij ons” Op deze planeet zijn mensen met elkaar verbonden. De economie gaat van lokaal naar globaal. Geen enkel land of regio kan nog geïsoleerd alle uitdagingen aan. Een visie over de grenzen heen is daarom van wereldbelang. Een volwaardig buitenlands beleid gaat over het behartigen van materiële belangen maar evenzeer over het uitdragen van humane waarden, zoals vrede en veiligheid, mensenrechten en burgerlijke vrijheden. We verdedigen beide met evenveel overtuiging. Bovendien staan we als land ook open voor wie onze bescherming nodig heeft, door een efficiënt asielbeleid. En we willen economische migratie op Europees niveau mogelijk maken voor zij die willen bijdragen tot onze samenleving en onze universele waarden delen. Die inbreng kan een verrijking betekenen.
Een coherent buitenlands beleid Om de belangen van onze burgers en bedrijven in het buitenland te verdedigen dienen alle beleidsniveaus optimaal samen te werken. Maximale afstemming, doelmatigheid en efficiëntie zijn daarbij de maatstaf voor het beleid. In het verleden kwamen het regionale en federale niveau op vlak van buitenlands beleid wel eens in botsing. Aan dergelijk haantjesgedrag hebben onze burgers en bedrijven, noch onze buitenlandse partners, een boodschap. We maken keuzes in de plaatsen waar we actief zijn. Dit betekent een afgeslankt netwerk van diplomatieke posten: maximaal 100 ambassades tegenover 140 nu. Die posten willen we dan wel beter bestaffen, zodat we onze middelen maximaal inzetten op de plaatsen waar we de grootste belangen hebben en waar het grootste groeipotentieel aanwezig is. Naar Nederlands en Zwitsers voorbeeld pleiten we voor geïntegreerde ambassades, waarbij de vertegenwoordigers van alle federale en regionale administraties onder één dak wonen en veel beter samenwerken, in plaats van nog meer, dure en aparte Vlaamse huizen.
Krachtige economische diplomatie Het internationaal ondernemen door Vlaamse bedrijven verdient maximale ondersteuning. Het volstaat daarbij niet dat de export toeneemt, maar ook dat ons marktaandeel stijgt. Dit vergt een geconcentreerde inspanning en doelgerichte samenwerking tussen actoren. We willen de acties van de verschillende overheden, op federaal en regionaal niveau, beter op elkaar afstemmen. De aandacht gaat in eerste instantie naar landen buiten West-‐Europa. Het is op de verre en moeilijke markten dat ondernemers de grootste toegevoegde waarde kunnen vinden en waar de meeste groeikansen liggen voor onze bedrijven. De twintig belangrijkste groeilanden zijn onze prioriteit. Concreet betekent dit dat de regionale exportpromotiediensten onze KMO’s meer strategisch begeleiden in hun business development, om hen te helpen nieuwe kansen te identificeren. Een proactieve opstelling is de norm. Brede prinselijke economische missies en sectorale regionale zendingen blijven middelen om onze economische belangen te ondersteunen. We versterken ook onze netwerken rond ambassades en in internationale fora, zodat niet alleen onze grote bedrijven, maar ook KMO’s met een goed verhaal contacten kunnen leggen in het buitenland.
71
Verdediging van mensenrechten en burgerlijke vrijheden Mensenrechten zijn voor liberalen universele rechten, waarop we niets afdingen. Ze zijn dus prominent aanwezig in zowel de Europese Unie als in onze bilaterale en multilaterale acties. We verzetten ons met klem tegen alle vormen van discriminatie op basis van afkomst, geslacht, godsdienst, levensbeschouwing of politieke overtuiging. We blijven discriminatie tegen holebi’s en transgender fel bestrijden. Beperkingen van de vrije meningsuiting en politieke intimidatie zijn uit den boze. We stellen niet alleen misbruiken aan de kaak, maar vergroten ook de bewustwording rond deze universele rechten. Zoals we dat in het verleden hebben gedaan met onze actie tegen landmijnen of clustermunitie, willen we dat ons land in de strijd tegen discriminatie een internationale voortrekkersrol speelt. We willen ook een voortrekkersrol spelen wanneer het gaat over gelijk loon voor gelijk werk. Het is niet aanvaardbaar dat vrouwen voor eenzelfde job minder betaald worden dan hun mannelijke collega's.
Dienstverlening aan de burger in het buitenland Belgen in het buitenland blijven volwaardige burgers van ons land. Onder impuls van liberale ministers van buitenlandse zaken zijn op dit vlak de voorbije vijftien jaar enorme stappen gezet. Denken we maar aan de paraatheid bij natuurrampen. We blijven investeren in nieuwe diensten die de burger in het buitenland nodig heeft. Concreet pleiten we voor een langere geldigheidsduur van paspoorten, het gebruik van biometrie en een doorgedreven gebruik van e-‐government, zodat Belgen in het buitenland zich minder naar een diplomatieke post hoeven te verplaatsen. We willen ook het stemrecht voor Belgen in het buitenland vereenvoudigen en uitbreiden naar het regionale niveau. We zetten hier in op elektronisch stemmen via beveiligde internetsystemen.
Het belang van de trans-‐Atlantische relatie Een sterke en zelfbewuste Europese Unie en een sterke trans-‐Atlantische relatie gaan hand in hand. Wij delen met de Verenigde Staten en Canada belangrijke waarden en belangen. Ook economisch blijven wij belangrijke partners. Het is in ons gemeenschappelijk belang om in deze verhouding te investeren. Deze relatie is evenwel gebaseerd op wederzijds vertrouwen: vrienden bespieden elkaar niet.
Een moderne en verantwoordelijke Defensie De vrijheid en de veiligheid waarin we in Europa leven, zijn nooit definitief verworven, maar worden elke dag verdiend. De verdediging van onze waarden en onze economische belangen heeft steeds een militaire pijler nodig om geloofwaardig te zijn. Als klein land dragen ook wij ons steentje bij tot een vreedzame en veilige wereld. De drie D’s van ons veiligheidsconcept -‐ Development, Diplomacy & Defence – stemmen we op elkaar af. Op de drie domeinen leveren we als een verantwoordelijke partner een bijdrage, ook op vlak van militaire missies. Bij deze operaties krijgt de veiligheid en het welzijn van de ingezette militairen de grootste aandacht. Deelname aan een militaire missie volgt pas na een parlementair debat en met steun van de Kamer van
72
Volksvertegenwoordigers. Daarbij onderstrepen we de primaire rol voor de internationale rechtsorde. Militaire interventies vinden in principe plaats binnen het kader van de VN-‐veiligheidsraad. Enkel bij een volledige blokkering binnen de Veiligheidsraad kan gekeken worden naar alternatieven. Maar ook dan dient elke actie gedragen te zijn door een brede internationale coalitie.
Een Defensie afgestemd op de toekomst Om een geloofwaardige partner te zijn voor onze bondgenoten in EU-‐ en NAVO-‐verband neemt ons land haar verantwoordelijkheid op door een billijk deel van de budgettaire lasten en risico’s te dragen. Er is daarbij een beter evenwicht tussen uitgaven voor personeel enerzijds en voor investeringen en werking anderzijds. De volgende regering vervangt de F16’s door nieuwe gevechtsvliegtuigen.. Dat is noodzakelijk voor onze veiligheid en leidt ertoe dat we maximaal kunnen genieten van economische terugverdieneffecten voor de Vlaamse een Belgische industrie. Tot slot dient Defensie zich verder open te stellen voor de samenleving via betere samenwerking met het onderwijs en (hoogtechnologische) bedrijven. We investeren in de aantrekkingskracht van Defensie als werkgever. De gemeenschappelijke, militaire aanpak in Benelux-‐verband dient voor ons als een voorbeeld voor een sterkere samenwerking binnen de Europese Unie. Dat kan uitmonden in een echt Europees leger, met een gemeenschappelijk aankoopbeleid, een centrale planning en één operationeel hoofdkwartier. De enorme schaalvoordelen die daaruit voortvloeien laten de Europese lidstaten toe om in tijden van krimpende budgetten toch meer toegevoegde waarde te leveren. Een Europees leger is geen concurrent van de NAVO, maar is als Europese pijler net een versterking van de NAVO.
Ontwikkelen door samen te werken en te handelen Anders dan de huidige vormen van ontwikkelingssamenwerking leidt het vrij verkeer van kapitaal, goederen, diensten en ideeën tot meer welvaart en welzijn voor steeds meer mensen. Wereldwijde vrijhandel is het beste recept tegen armoede. Het relatieve belang van de klassieke ontwikkelingssamenwerking in de totale geldstroom naar het Zuiden daalt. In 1970 bedroeg die 70%; in 2015 is dat minder dan 10%. Andere geldstromen zijn belangrijker: directe investeringen, handel, leningen, transferten door emigranten en fiscale opbrengsten in de partnerlanden. Door te kiezen voor vrijhandel, duurzame menselijke ontwikkeling, veiligheid, democratisering en investeringen laten we het betuttelend paternalisme van het verleden los. Afhankelijkheid van hulp is nefast voor zelfredzaamheid. Het beleid rond ontwikkelingssamenwerking dient de economische ambities van de ontwikkelingslanden te flankeren en ondersteunen. Daarom ijveren we voor democratische, stabiele rechtsstaten, die productieve investeringen in handel toelaten, en voor een sterke privésector. Beleidscoherentie is daarbij fundamenteel. De ontwikkelingskansen in het Zuiden worden steeds meer bepaald door andere beleidsdomeinen, zoals handel, landbouw, fiscaliteit, klimaat, dan enkel door ontwikkelingssamenwerking.
73
Efficiënte hulp onder duidelijke voorwaarden We stellen kwaliteit en niet kwantiteit centraal. Het streefdoel van de 0,7% stamt uit een vorig tijdperk, toen ontwikkelingshulp nog de enige financieringsbron voor het Zuiden was. Resultaten, kwaliteit en impact zijn nu de uitgangspunten, niet de vraag hoeveel geld wordt uitgegeven. Financiële steun via ontwikkelingssamenwerking is daarom gekoppeld aan resultaten. Partners die goede resultaten kunnen voorleggen, krijgen meer middelen. Mensenrechten, democratische basisprincipes en goed financieel beheer zijn steeds de voorwaarden voor financiële hulp. De impact van onze interventies verhoogt wanneer we ons concentreren op 15 partnerlanden en een aantal multilaterale partnerorganisaties. We leggen ons toe op de armste en fragiele landen en, in die landen, op onderwijs, vrouwen, klimaat, water, voedselzekerheid en steun aan de lokale privésector. Federale en regionale overheden coördineren daarbij hun ontwikkelingsbeleid zodat hun acties elkaar versterken. Nu kent de overheid aan de Belgische Technische Coöperatie (BTC) het monopolie toe op de uitvoering van de gouvernementele programma’s en projecten. Dit staat haaks op de noodzaak om de kostprijs van de interventies te verlagen, de kwaliteit te verhogen en de uitvoeringsduur te verkorten. Dat monopolie is niet meer van deze tijd.
Kansen voor de Belgische economie Net zoals onze buurlanden willen we in functie van de economische troeven van ons land de sectoren kiezen waarin de Belgische ontwikkelingssamenwerking actief is. Zo ontstaat een band met onze bedrijven. Dat betekent evenwel geen terugkeer naar de tijd van de witte olifanten, waarbij landen en partners verplicht werden om de ontvangen middelen te gebruiken voor de aankoop van goederen en diensten van het donorland. Alles dient via transparante aanbestedingsprocedures te verlopen.
Een hedendaagse visie op migratie Elke mens, waar ook ter wereld en hoe anders ook, verdient vrijheid en respect als mens. We staan dus open voor wie bescherming zoekt en zien migratie in de eerste plaats als een positief en toekomstgericht verhaal. Globalisering en migratie gaan immers hand in hand. Toch kan geen enkel land de toevlucht van de hele wereld aan. Daarom maken we regels en houden we ons er aan. Onder impuls van de liberalen is er eindelijk een streng, maar rechtvaardig beleid rond asiel en migratie. Die aanpak zetten we verder en willen we ook uitdragen op Europees niveau. Wie asiel en subsidiaire bescherming behoeft, blijft welkom in ons land. Wij blijven immers uitermate waakzaam voor de vaak extreme discriminaties die wereldwijd nog bestaan. Dat kadert ook in onze strijd tegen elke vorm van uithuwelijking, eerwraak, eremoord, seksuele uitbuiting, gendercide, geweld op vrouwen en genitale verminking. Het asiel-‐ en opvangbeleid hoort zoals nu bij één minister thuis. Die zorgt voor een snelle behandeling van de aanvragen. Aan de hand van een lijst van veilige landen, aanpassingen aan de procedures en via gerichte ontradingscampagnes, kon de instroom van kansloze asielzoekers worden beperkt. Bij een negatieve beslissing is terugkeer de volgende stap: vrijwillig als het kan, gedwongen als het moet. Het terugkeertraject, waarbij gespecialiseerde coaches de uitgewezen asielzoekers intensief begeleiden, wordt verder geïmplementeerd.
74
Regels die misbruik tegengaan Een naïeve politiek van open grenzen, zeker in combinatie met een open sociale zekerheid, leidt tot sociale catastrofes en misbruiken. Migratie is dus aan voorwaarden verbonden. We verstrengden reeds de voorwaarden voor gezinshereniging, waarbij we vragen dat nieuwkomers aantonen over voldoende bestaansmiddelen en huisvesting te beschikken. Schijnhuwelijk en schijnsamenwoonst worden strenger aangepakt. We blijven strijden tegen illegale immigratie, in het bijzonder tegen mensenhandel en –smokkel, omdat ze mensonterend is. Een sluitend migratiebeleid staat of valt met een goede uitvoering. Daar zijn enorme inspanningen geleverd. Dat creëert ook perspectieven voor een vorm van georganiseerde economische migratie op Europees niveau. Migratie kan immers een verrijking zijn en zorgt voor economische, creatieve, sociale en culturele kruisbestuivingen. Wij willen nieuwkomers de kans geven op een beter leven. Hiervoor creëren we een systeem van volwaardige “blue cards” dat economische migratie toelaat volgens quota en met criteria zoals opleidingsniveau. Dit naar analogie met het Amerikaanse “green card”-‐systeem.
Welkom aan wie deelneemt aan onze samenleving Migratie is geen eenrichtingsverhaal. We vragen ook inspanningen terug. Wie op onze hulp wil rekenen, levert ook een bijdrage aan onze maatschappij. We verstrengden daarom reeds onze nationaliteitswetgeving. We vertrekken daarbij steeds vanuit een universele seculiere waardensokkel en combineren een kordate aanpak inzake taal, werk en integratie van nieuwkomers met de vaste overtuiging dat veel nieuwkomers met hun ondernemingszin, hun wil om vooruit te komen in het leven en de talenten die ze meebrengen een belangrijke positieve impuls geven aan onze samenleving. Zo versterken we eveneens de opwaartse sociale mobiliteit. Wie zich vijandig opstelt tegenover deze waarden, heeft bij ons geen plaats. Daarom versterken we de mogelijkheden om de Belgische nationaliteit terug te verliezen, bijvoorbeeld bij een veroordeling wegens terrorisme, zware criminaliteit, mensenhandel-‐ en smokkel, eerwraak, genitale verminking, enz.
75
10 Werken voor West-‐Vlaanderen Voor West-‐Vlaanderen heeft Open Vld een eigen programma op maat gemaakt. We nemen concrete maatregelen -‐‘werken’-‐ om onze provincie te versterken, verbeteren en vleugels te geven.
Want er is nog werk aan de winkel om van West-‐Vlaanderen een op en top liberale provincie te maken. Daarom deze “10 Werken voor West-‐Vlaanderen”:
1. We maken werk van de doortrekking van de A19 en realiseren andere missing links We trekken de A19 door, we verbeteren de N8, we voltooien de ring rond Tielt en Poperinge én we zorgen voor een doorbraak bij de aanleg van de ring rond Diksmuide. We realiseren en finaliseren de omvorming van de N49 Westkapelle–Zelzate tot autosnelweg, het optimaliseren van de doortocht van de N31 door Lissewege en de aanleg van de A11 ten zuiden van Zeebrugge.
2. We maken werk van het West-‐Vlaams cameraschild We maken werk van meer (slimme) veiligheidscamera's zodat we een echt cameraschild kunnen bouwen langs de grens met Frankrijk. Zo strijden we tegen de grenscriminaliteit.
3. We zorgen ervoor dat wie werk heeft, 500 euro kan bijverdienen, ook in de horeca Om makkelijk en flexibel te kunnen bijverdienen, voeren we een systeem van flexi-‐jobs in. We laten iedereen die werkt tot 500 euro netto bijverdienen per maand, zeker in de horeca.
4. We maken werk van betere fietspaden We maken van West-‐Vlaanderen dé fietsprovincie bij uitstek. We nemen het allerbeste fietspad uit het Fietspadenrapport 2013, de Provenseweg in Poperinge, als voorbeeld en streven naar dezelfde kwaliteit voor alle fietspaden van de provincie.
5. We behouden de woonbonus, maken werk van de fusie dan de huisvestigings-‐maatschappijen en één unieke inschrijvingslijst We zorgen in West-‐Vlaanderen tegen 2019 dat 50.000 starters en jonge gezinnen kunnen rekenen op de woonbonus of verlaagde registratierechten bij de aanschaf van hun woning. Een woning bezitten is de beste dam tegen armoede. En een fusie van de huisvestingsmaatschappijen verhoogt het aanbod en één unieke inschrijvingslijst verduidelijkt de reële wachttijd.
6. We zorgen voor ruimte om te ondernemen West-‐Vlaanderen heeft nood aan een ijzeren voorraad van 1.400 ha. De reeds bestaande bedrijventerreien maken we versneld bouwrijp. Vooral regio Brugge is het grootste zorgenkind. De afbakening van het stedelijk gebied is daar een absolute prioriteit.
7. We gaan voor VN-‐erkenning van onze centrumsteden als eerste leeftijdsvriendelijke steden
76
De West-‐Vlaamse centrumsteden moeten door de Wereld Gezondheidsorganisatie van de Verenigde Naties (VN) als eerste leeftijdsvriendelijke steden van Vlaanderen erkend worden. Bedoeling is niet om van pakweg Brugge, Kortrijk, Roeselare of Oostende steden voor ouderen te maken, maar wel om senioren een gelijkwaardige plaats te geven in de bruisende West-‐Vlaamse stadskernen.
8. We maken werk van een technisch-‐universitaire alliantie (Kulak, Howest, Vives en UGent), een volwaardige bachelor-‐universiteit en meer unieke opleidingen om studenten aan onze provincie te binden Het onderwijs wordt beter afgestemd op de noden van de West-‐Vlaamse bedrijven door het technisch onderwijs te ondersteunen, meer middelen voor onderzoek en ontwikkeling toe te kennen aan de West-‐Vlaamse hoger onderwijsinstellingen.
9. We stellen voldoende zwembadcapaciteit en sportinfrastructuur beschikbaar voor gans West-‐Vlaanderen We maken werk van de bouw van zwembaden in heel wat steden en gemeenten. We verzekeren de leefbaarheid van kleine(re) wielerwedstrijden en rekenen geen politiekosten door. We voorzien voldoende sportterreinen en –infrastructuur in de hele provincie en ijveren voor een beter sportstatuut voor trainers en vrijwilligers.
10. We zetten actief in op armoedbestrijding We volgen het Kortrijkse voorbeeld waar het ‘Zero food waste’ project werd opgestart in samenwerking met de grootwarenhuizen, waardoor verse voeding wordt herverdeeld. We subsidiëren brugfiguren in scholen die een hoog percentage leerlingen uit kwetsbare gezinnen hebben en/of in een aandachtsbuurt liggen. We werken samen met alle West-‐Vlaamse voetbalclubs aan een sterke community werking (sociale projecten opzetten en ondersteunen).
Top Related