Presenteren 2
De InspiratiefaseEen goede voorbereiding
Situatieanalyse + Materiaal verzamelen
De Situatieanalyse‘oriëntatiefase’
Doelstelling
Tijd PlaatsRuimte
Kader
Publiek
Onderwerp
Jij
De Situatieanalyse A Wat is het onderwerp?
Wat wil het publiek hiermee? Vrij of vastgelegd? Wat heb jij hiermee? Actueel / relevant / leuk / interessant?
Wat is het doel? Informeren / inzicht geven / verdiepen Affectief / expressief / emotioneel Verbinden / motiveren Beïnvloeden / overtuigen / verkoop? Persoonlijk / zakelijk / ‘gelegenheid’ Wie is en wat wil de opdrachtgever?
Waarom zou jij het moeten doen? Kun je dit / wil je dit? Ben je geloofwaardig? Deskundigheid?
De Situatieanalyse B Wat/wie is je publiek?
Wie zijn zij? (leeftijd, beroep, niveau en sociale status) Wat willen zij? Wat zijn hun vragen? Hun motieven & verwachtingen Wat weten ze al / wat willen weten? Hoe staan ze t.o.v. dit onderwerp: +/-? Hoe zien ze jou?
Tijd, plaats en ruimte? Morgen / middag / avond Eigenschappen van de plaats en de zaal Aanwezigheid van hulpmiddelen (microfoon e.d.)
Wat is het ‘Kader’? Serie lezingen of éénmalig? Forum / debat Onderdeel van een geheel? Hoofdspreker of bijrol? Andere sprekers?
De Situatieanalyse ‘Samenspel’ > Keuzes
Doelstelling
Tijd PlaatsRuimte
Kader
Publiek
Onderwerp
Jij
Keuzes Wat?
Hoe?
De SituatieanalyseDe 6 W’s
Wat onderwerp? Waarom doelstelling? Wie publiek? Wie spreker? Waar plaats /
accommodatie? Wanneer tijd?
>> welke wijze
De SituatieanalyseDoelformulering
Onderwerp met kerndoelstelling!
& voorlopige boodschap?
De InspiratiefaseVerdieping /
Bronnenstudie Brainstorming
Wat weet ik al / wat wil ik nog meer weten Mind-mapping / associëren / intuïtie
Privé bronnen raadplegen Artikelen / boeken / persoonlijk archief Kennissen
Internet Kritisch gebruiken Wikipedia
Bibliotheek Handboeken / encyclopedieën Tijdschriften / jaarboeken / DVD’s
Deskundigen
VerdiepingDivergeren <> Convergeren
Divergerenbrainstormenassociërenverzamelen
ConvergerenRubricerenRangschikkenstrepenKiezen
De Kern van je boodschap
Wat ga ik doen? Waarover? Met welk doel? Voor wie? Op welke wijze? Waar en wanneer?
(in één zin te zeggen?)
Top Related