Download - Podium nummer 1

Transcript
Page 1: Podium nummer 1

podiumplatform voor schoolbestuurders in het primair onderwijs november 2011

1

Rotterdams bestuur regelt zélf meestersDe meerwaarde van de bestuurder

Krimp in aantocht? Bereid je tijdig voor!

Page 2: Podium nummer 1

Rotterdams bestuurregelt zélf meesters

Het aantal mannelijke leerkrachten neemt

drastisch af. Op veel basisscholen bestaan

de teams uit enkel vrouwen. Ongewenst,

vindt het Rotterdamse schoolbestuur RVKO.

Dankzij het Hij-instroomtraject volgen

35 mannen momenteel een tweejarige

deeltijd pabo-opleiding. Ondertussen staan

ze ook al voor de klas.

Pagina 6

Krimp in aantocht?Bereid je tijdig voor!

Krimp hoeft geen ramp te zijn, als je deze

ontwikkeling maar tijdig onder ogen wilt

zien. Drie schoolbestuurders die al met

krimp te maken hebben, vertellen hoe zij

zich hierop hebben voorbereid. Soms stuwt

de krimp besturen op tot grotere creativiteit.

Dat kan leiden tot hele nieuwe ideeën.

Pagina 12

inhoud november 2011

2 podium � november 2011

Page 3: Podium nummer 1

podium is een platform van en voor leden van de PO-Raad waar meningen, ideeën, problemen en oplos-singen uit de onderwijspraktijk aan bod komen. De PO-Raad onderschrijft niet noodzakelijk de in het blad verkondigde meningen. Hoofdredacteur: Marc Mathies. Eindredacteur: Marijke Nijboer. Redactieraad: Elise van Bockhorst, Corine van Helvoirt, Gert-Jan van Midden, Onika Pinkus. Grafische vormgeving: Thoben Offset Nijmegen. Foto omslag: Hans Roggen. Redactieadres: [email protected]

verder in deze editie 4 Voorwoord Kete Kervezee over podium, het nieuwe platform voor de leden, schoolbesturen

en de schoolleiderskamer van de PO-Raad

24 Webpoll ‘Goed dat er een sterkere focus ligt op taal en rekenen.’ Lees hoe de bezoekers

van onze website stemden. Twee bestuurders lichten hun standpunt toe.

28 Column In elk nummer reageert een politicus op een actueel onderwerp.

Nu: Cynthia Ortega-Martijn (CU) over de focus op taal en rekenen

De meerwaarde van de bestuurder

Bestuurders worden nogal eens weggezet

als veelverdieners, en besturen als een

bureaucratische leemlaag die de mensen

op de werkvloer vooral van het werk houdt.

Maar is dat terecht voor wat betreft het

primair onderwijs?

Pagina 18

3 podium � november 2011

Page 4: Podium nummer 1

Met trots presenteert de PO-Raad het eerste nummer van haar nieuwe ‘blad’: podium. Met dit blad willen we een platform geven aan onze leden, de schoolbesturen in het basisonderwijs en speciaal onderwijs en aan de nieuwe schoolleiderskamer van de PO-Raad.

podium voor schoolbesturen in het primair onderwijs

4 podium � november 2011

Page 5: Podium nummer 1

We hebben ervoor gekozen om geen traditioneel blad te maken. Er zijn

andere onderwijsbladen en u krijgt al zoveel papier op uw bureau. We

bieden podium daarom aan als elektronisch tijdschrift. Het blad is op een

vertrouwde manier gemaakt, maar wordt aangeboden via onze website.

Met de koppeling, die we per mail versturen, komt u rechtstreeks bij het

blad. Vervolgens kunt u zelf kiezen om het digitaal te lezen of om het uit te

printen en op papier te lezen.

Met de komst van podium kan de PO-Raad meer aandacht geven aan

goede voorbeelden uit de praktijk en achtergrondverhalen over en voor

schoolbestuurders in het primair onderwijs. Het is een aanvulling op de

informatievoorziening aan onze leden. Op de website en in de tweeweke-

lijkse nieuwsbrief blijft u de actuele nieuwsberichten vinden. De artikelen in

podium daarentegen zijn meer bedoeld voor uitwisseling van informatie en

ter inspiratie van de leden van de PO-Raad.

In dit eerste nummer van podium leest u onder andere over krimp op basis-

scholen in steeds meer regio’s van Nederland. Diverse schoolbestuurders

vertellen hoe zij hierop inspelen. Daarnaast discussieert Wiely Hendricks

(De Haagse Scholen) over de meerwaarde van een schoolbestuurder met

vakbondsman Patrick Banis (CNV Onderwijs). In Rotterdam spreken we met

een schoolbestuur dat het aantal mannelijke leraren wil verhogen. Tot slot

in deze podium reacties vanuit onze achterban en vanuit de politiek op een

stelling. Voor elk nummer van podium zetten we een stelling op onze web-

site. Deze keer was dat: ‘Het is goed dat er een sterkere focus ligt op taal en

rekenen’.

Ik ben heel benieuwd naar uw reacties op podium. Wat vindt u leuk aan het

blad? Hoe kunnen we het nog beter maken? En wat wilt u zelf naar voren

brengen in podium? U kunt reageren naar [email protected]. Ik hoor graag

van u.

Ik wens u veel leesplezier met podium. Ik hoop dat het blad een bijdrage

levert aan de bevlogenheid van schoolbestuurders en schoolleiders bij de

invulling van het onderwijskundig leiderschap en bij de uitvoering van de

opdracht: goed onderwijs voor elk kind.

Kete Kervezee,

Voorzitter PO-Raad

5 podium � november 2011

Page 6: Podium nummer 1

Rotterdams s regelt zelf me

Begin september nog opent het AD met de kop ‘Steeds minder mannen voor de klas’. De toon van het artikel is negatief: men ziet geen heil in landelijke initiatieven om de situatie te verbeteren. Ondertussen pakt het Rotterdamse bestuur RVKO het probleem zelf aan. Inmiddels volgen 35 mannen een tweejarige deeltijd pabo-opleiding die hen klaarstoomt voor leerkracht terwijl ze al op RVKO-scholen werken.

6 podium � november 2011

Page 7: Podium nummer 1

choolbestuur esters

TEKST JOËLLE POORTVLIET FOTO’S HANS ROGGEN

7 podium � november 2011

Page 8: Podium nummer 1

Mannen voor de klas: wetenschap-

pers zijn het niet eens over het belang

daarvan voor kinderen. Ook ‘Den Haag’

is hierover niet eenduidig. Het ministerie

van OCW erkent het probleem van de

feminisering van het onderwijs, maar

in het huidige Regeerakkoord meldt

het kabinet dat zij ‘het diversiteits/

voorkeursbeleid op basis van geslacht

en etnische herkomst beëindigt’. Een

ander spanningsveld betreft regionale

verschillen: in de Randstad kent het po

al een zeker personeelstekort (en daar-

door mogelijk een wat acutere behoefte

aan meer mannen), terwijl op landelijk

niveau eerder een overschot dreigt van-

wege de terugloop van leerlingen.

Elders mag er verdeeldheid heersen; het

Rotterdamse schoolbestuur RVKO staat

vierkant achter haar Hij-instroomtraject.

Algemeen directeur Lia Zwaan: ‘Uit

gesprekken met schoolleiders en leer-

krachten merk je de behoefte. Het is vaak

iets resultaatgerichter werken met een

man in het team, al moet je oppassen dat

je niet in clichés vervalt.’ Teams die vorig

jaar al met een ‘hij-instromer’ hebben

gewerkt, zeggen dat de sfeer positief

verandert. Zwaan: ‘Maar in de eerste

plaats gaat het om de leerlingen. Ons

doel is dat ieder kind op de basisschool

minimaal twee jaar een meester heeft.’

Een aantal RVKO- scholen staat in sociaal

zeer zwakke wijken met veel alleen-

Handvaardigheidsles op de Pabo Thomas More. Hij-instromer Diederik van Dalen: ‘Straks volgt didactiek, dat is veel inhoudelijker, maar ook in deze praktijkles heb ik goede tips gekregen. Om kinderen met klei te kunnen laten werken, moet je het materiaal kennen en weten wat je bij de kinderen wilt bereiken.’

8 podium � november 2011

Page 9: Podium nummer 1

staande moeders. Zwaan: ‘Hun kinderen

komen amper mannen tegen. Dat is een

gemis. Jongens kunnen zich identifice-

ren met mannen. Zij hebben baat bij het

fysieke, het voetballen en stoeien. Maar

ook voor meisjes is het goed. Meesters

geven andere dingen mee. Mannen en

vrouwen zijn nu eenmaal anders en dat

verschil is waardevol.’

Niet stoer genoegDe RVKO koos voor het Hij-instroom-

traject omdat het moeilijk bleek om

mannelijke studenten voor de pabo-

opleiding te werven. ‘Werken in het

primair onderwijs is voor jongens tussen

de 17 en 20 jaar simpelweg geen stoer

beroep. Zij kiezen voor het bedrijfsleven.

Pas jaren later komen ze tot de conclusie

dat ze in een omgeving zitten die niet

goed bij ze past.’ Ex-manager Diederik

van Dalen (31) zocht bijvoorbeeld een

manier om met mensen te werken ‘zon-

der de commerciële gedachte erachter’.

In augustus begon Diederik als hij-in-

stromer op kbs De Oosthoek in Bleiswijk.

‘Iedereen in m’n omgeving zei: eindelijk

gaat-ie het onderwijs in.’

Cees van Hartingsveldt (33) begeleidt

op zijn Rotterdamse stageschool de

Vijfster de kleuters. ‘Kinderen die niet

bij me in de klas zitten zijn ook blij dat

er een meester is. Ze spreken me aan en

willen dingen aan me laten zien.’ Voor

een muziekles in een hogere klas nam

hij onlangs z’n gitaar mee. ‘Een man met

een gitaar in de school: hun mond viel

open.’ Cees werkte jarenlang als verko-

per bij een internationale wijnhandel.

Een mannenwereld die hem te grimmig

en onpersoonlijk werd. Nu is hij de enige

man in het schoolteam. ‘Dat maakt mij

niet uit. Het zijn pittige dames die hun

mannetje staan.’ En dan ook nog eens bij

de kleuters? ‘Ja, ik had het van te voren

niet verwacht. Uit de gesprekken met de

RVKO bleek dat ik open en eerlijk ben.

Kleuters zijn dat ook.’

Recruitmentbedrijf Bronnson HR

selecteert de mannen voor dit traject.

Degenen die door de selectie komen

gaan bij de RVKO op gesprek. Hun moti-

vatie wordt gecheckt, onder andere met

een drijfverenonderzoek. Ook worden ze

geattendeerd op een mogelijke daling in

het salaris en twee pittige opleidingsja-

ren. Als beide partijen akkoord zijn, volgt

de koppeling aan een school. Vorig jaar

vielen uiteindelijk tien van de 25 mannen

uit. Meestal omdat ze het vak en/of de

opleiding onderschatten, aldus Zwaan.

‘Hun studieresultaten waren niet vol-

doende, of ze kregen de interactie met

de kinderen niet op gang. We hebben dit

jaar nóg beter gescreend op inlevings-

vermogen en sociale vaardigheden. De

omgang met grote en kleine mensen,

daar moet je als leerkracht energie uit

halen.’

De RVKO komt salarissen uit vorige banen

‘Ons doel is dat ieder kind minimaal twee jaar een meester heeft’

9 podium � november 2011

Page 10: Podium nummer 1

zoveel mogelijk tegemoet, maar uitein-

delijk is in het primair onderwijs minder

groei mogelijk dan in het bedrijfsleven.

Daar staan natuurlijk wel langere vakan-

ties tegenover. Diederik: ‘Mensen denken

te beperkt. Ik kan dezelfde dingen doen

als voorheen. Wat telt is dat het voor mij

persoonlijk een goede en logische stap

is.’ De belangstelling voor het traject is

enorm. Zwaan: ‘Nog wekelijks komen er

aanmeldingen binnen, terwijl we alweer

met een nieuwe jaargang begonnen zijn.’

Nieuw is dat er dit jaar vijf dames in

de ‘mannenklas’ zitten. Zwaan: ‘De

eerste lichting bestaat uit enkel man-

nen. Zij zeiden dat ze het consequente

en consciëntieuze van vrouwen in de

groep misten.’ Verder is de opleiding

om verschillende redenen verhuisd van

Dordrecht naar de Pabo Thomas More in

Rotterdam.

Initiatief uitrollenHet Hij-instroomtraject illustreert hoe

een inventief schoolbestuur zelf iets kan

doen aan een probleem. Daarbij is echter

wel enige financiële armslag nodig.

RVKO betaalt alle kosten zelf. Jaarlijks

onttrekt deze vereniging 5 300.000 aan

het eigen vermogen voor de opleidings-

en begeleidingskosten van de mannen.

Daarnaast ontvangen de deelnemende

scholen een bestuurlijke bijdrage in de

formatiekosten. Het grootste deel van de

salariskosten komt voor rekening van de

scholen.

‘Sommige leerlingen komen in hun leven amper mannen tegen. Dat is een gemis. Jongens kunnen zich identificeren met mannen. Zij hebben baat bij het voetballen en stoeien. Maar ook voor meisjes is het goed.’ Vlnr Martijn Groenewegen, Cees van Hartingsveldt, Diederik van Dalen

10 podium � november 2011

Page 11: Podium nummer 1

GELD VOOR 75 EXTRA MEESTERS

RVKO betaalt haar initiatief (nog) helemaal

zelf, maar inmiddels zijn er wel (beperkte)

fondsen beschikbaar. Het SBO, waarin de

bonden en de PO-Raad zijn vertegenwoordigd,

maakt een malig 7 300.000 vrij voor het

werven van maximaal 75 mannelijke zij-

instromers in de Randstad. Het gaat om een

tweejarig deeltijd-opleidingstraject bij een

pabo met aangepast curriculum. De mannen

zitten in één klas en worden binnen de school

intensief begeleid door zowel de pabo als

de schoolbesturen. Uitgangspunt is dat de

schoolbesturen de zij-instromers gedurende

hun opleiding een jaarcontract van minimaal

0,8 fte bieden en een salaris conform de cao.

Aanmelden voor dit traject kan bij de PO-Raad

of SBO.

Om, los van dit project, de instroom

van mannen in het basisonderwijs in de

Randstad een verdere impuls te geven

maken de sociale partners de komende

twee jaar 3 ton vrij (zie kader). Met dit

geld worden mannen aangetrokken en

opgeleid. De PO-Raad zou dit initiatief

liefst landelijk uitgerold zien en, bij

gebleken succes, langer laten duren dan

de geplande twee jaar. Een eerste aanzet

tot financiering hiervan zou gevonden

kunnen worden door de huidige zij-

instroomregeling voor het vo ook open

te stellen voor het po. De PO-Raad voert

hierover momenteel gesprekken met

diverse politieke partijen. Tot op heden

reageert OCW afwijzend met de opmer-

king dat in het po op korte termijn geen

leerkrachtentekort wordt verwacht. Dit

gaat echter voorbij aan de maatschappe-

lijke wens om meer mannen voor de klas

te krijgen in het basisonderwijs.

Enthousiast blijvenHet Rotterdamse schoolbestuur RVKO wil

in ieder geval zo lang mogelijk doorgaan

met het Hij-instroomtraject. De vereni-

ging hoopt op een opwaartse spiraal.

Zwaan: ‘Dat er straks weer meer man-

nen op de scholen werken, geeft al een

ander beeld aan potentiële leerkrachten.’

Landelijk is er momenteel een kleine

toename van het aantal mannelijke

eerstejaars pabostudenten. Op de Pabo

Thomas More is die trend nog wat ster-

ker. Op de open dag, waar hij-instromers

seksegenoten aanspraken, schreven zich

meer jongens in dan voorgaande jaren.

De pabo is vooralsnog niet van plan om,

net als de Fontys-pabo in Venlo, binnen

de reguliere opleiding gescheiden les

aan mannen en vrouwen te gaan geven.

Rob van der Veer, directeur van Thomas

More, is benieuwd naar de resultaten

in Venlo, maar voor hem is het nu van

belang dat de hij-instromers enthousiast

blijven en hun weg vinden naar een plek

voor de klas.

Rest nog de vraag hoe lang zij voor de

klas blijven. Mannen hebben immers

vaker de ambitie om door te stromen

naar een directiefunctie? Hij-instromer

Diederik: ‘Ik blijf niet tot m’n 65ste voor

de klas staan. Ooit wil ik misschien rich-

ting het directeurschap of bestuur van

een school, maar dat is nog lang niet aan

de orde. Ik kan voorlopig nog ontzettend

veel leren van het lesgeven.’ ■

11 podium � november 2011

Page 12: Podium nummer 1

Anko van Hoepen van Alpha Scholengroep

‘Bij ons ligt fuseren vanwege de vele denominaties bestuurlijk heel lastig. De oplossing is soms een uitruil.’

podium � november 201112

Page 13: Podium nummer 1

Krimp in aantocht?Niet afwachten, maar snel handelenKrimp hoeft geen ramp te zijn, zeggen school-bestuurders die hier al volop mee te maken hebben. Als je deze ontwikkeling maar tijdig onder ogen wilt zien. Ook een goede voorbereiding is essentieel. ‘We hebben te lang weggekeken.’

TEKST IRENE HEMELS

‘De tijd van groei is voorbij. Je houdt jezelf

voor de gek door niet te anticiperen op

krimp.’ Anko van Hoepen is lid van het col-

lege van bestuur van Alpha Scholengroep

in het Zeeuwse Zuid-Beveland. De zestien

christelijke basisscholen van dit bestuur

variëren in grootte van 35 tot 350 leerlin-

gen. Krimp is hier al een serieus probleem.

‘Wij hebben vorig jaar de broekriem aan-

gehaald en een officieuze personeelsstop

ingevoerd. Door de positieve beeldvor-

ming die mensen hebben van christelijk

onderwijs profiteerden we tot vijf jaar

geleden nog volop van tussentijdse

inschrijvingen. De laatste twee, drie jaar

is het leerlingenaantal stabiel. De krimp

is nu nog verstopt, maar wordt snel

zichtbaar. We zien al een aantal jaren

een daling in het aantal geboorten en

aanmeldingen van vierjarigen.’

ImagoDe Stichting Flore (32 scholen, varië-

rend van 50 tot 500 leerlingen) in het

13 podium � november 2011

Page 14: Podium nummer 1

‘Nog vóór het nieuwe schooljaar grepen we in omdat we zagen dat scholen meer uitgaven dan ze binnenkregen’

Adrie Groot van de Stichting FloreFoto Kees Rutten

14 podium � november 2011

Page 15: Podium nummer 1

leerlingenaantal zich zal ontwikkelen,

maar daarbij baseren zij zich niet op

gemeentelijke en landelijke bevolkings-

prognoses. ‘Die stellen wij standaard

naar beneden bij. Je moet vooral goed

kijken en luisteren naar cijfers en opinies

van maatschappelijke partners,’ zegt

bestuursvoorzitter John van der Vegt

van de Almeerse Scholen Groep (ASG).

Dat geldt ook voor Alpha Scholengroep.

Van Hoepen: ‘Wij hebben in 2010 een

analyse van de leerlingaantallen laten

maken waarbij de krimp in beeld is

gebracht. De cijfers sloegen in als een

bom en zijn veel negatiever dan de

gemeentelijke cijfers, die nog steeds

uitgaan van voorzichtige groei. Terwijl

je overal ziet dat woningbouwpro-

jecten niet van de grond komen of

tegenvallen. We hebben onszelf als

onderwijsaanbieders al te lang voor de

gek gehouden. Veel nieuwe scholen zijn

te groot bij aanvang. Wij waren bezig

samen te gaan met een school van een

andere vereniging. Op basis van nieuwe

prognoses hebben we een verdieping

van het geplande gebouw afgehaald. Bij

aanvang zullen we wat krap zitten, maar

binnen de kortste keren is het gebouw

groot genoeg.’

Fuseren

Hoewel de bestuurders diversiteit in

schoolaanbod belangrijk vinden, is

geen van hen voorstander van hand-

having van kleine schooltjes rond de

opheffingsnorm. Dat komt de kwaliteit

niet ten goede, vinden ze. Toch is voor

de Zeeuwse Alpha Scholengroep een

fusie met het openbaar onderwijs nog

een brug te ver. Van Hoepen: ‘Wat

Noordhollandse Noord-Kennemerland

voerde in april 2009 al een onmiddel-

lijke vacaturestop in. Bestuursvoorzitter

Adrie Groot: ‘We hebben een begro-

ting per kalenderjaar en een integrale

schooljaarbegroting. Door deze twee

begrotingen naast elkaar te leggen

maak je snel mutatiegolven zichtbaar

en ben je meer up to date. Nog vóór het

nieuwe schooljaar grepen we in omdat

we zagen dat scholen meer uitgaven

dan ze binnenkregen. Daarnaast werken

we sinds vorig jaar meer met tijdelijke

krachten via een ‘payroll’-constructie.

Dat is qua loonkosten duurder, maar je

gaat geen langdurige verplichtingen

aan en dat geeft je de flexibiliteit die je

nodig hebt.’

Groot maakt veelvuldig mee dat ver-

krampt wordt omgegaan met krimp.

‘Besturen hebben de neiging het te

ontkennen uit vrees dat het hun imago

zal aantasten. Er wordt nog te vaak

gedacht dat een dalend leerlingenaantal

een indicatie is voor de kwaliteit van je

school of bestuur. Ik kom veel wantrou-

wen en dubbele agenda’s tegen in de

regio. Als ik met mijn mensen praat hoor

ik soms ook geluiden van: laten we ons

scherp profileren om zo kinderen binnen

te halen. Nee, zeg ik dan. We hebben

de verantwoordelijkheid om elk kind

goed onderwijs te bieden. Als we dit

probleem gezamenlijk aanpakken dan

komen we ergens. Vroeg of laat krijgt

ook de school die zich profileert met

krimp te maken.’

Goed kijken en luisteren De bestuurders proberen zo goed

mogelijk in te schatten hoe hun

15 podium � november 2011

Page 16: Podium nummer 1

dat betreft benijd ik de katholieken in

Limburg. Bij ons ligt fuseren vanwege

de vele denominaties bestuurlijk heel

lastig. De oplossing is soms een uitruil.

In plaats X sluiten we de openbare

school en houden we de christelijke

school open en in plaats Y sluiten we de

christelijke school en blijft de openbare

school open. Maar als de leerlingenaan-

tallen sterk verschillen, ligt dit al een

stuk moeilijker.’

Bij Stichting Flore is deze zomer het

scholenaantal teruggelopen van 34

naar 32, vertelt Groot. ‘Deze weken zit ik

bij de teams, medezeggenschapsraden

en ouders van twee scholen in Graft-

De Rijp. Ik ga hen informeren over de

leerlingendaling en hen vragen hoe zij

hun toekomst zien. Ik heb dit proces

van fuseren nu al drie, vier keer meege-

maakt en steeds zie ik dat als je mensen

vanaf het begin meeneemt en zelf laat

nadenken over oplossingen, het altijd

goed komt. Als je het als bestuur maar

tijdig aankaart en iedereen vanaf het

begin de ruimte geeft.’

Omslag Ook Almere, lang een groeigemeente,

heeft met krimp te maken. Van der

Vegt van ASG: ‘Wij zijn 35 jaar lang van

groei uitgegaan, dus dat vergt wel een

omslag.’ Het bestuur is momenteel

gebouwen aan het ‘indikken’. Recent

zijn vier basisscholen samengegaan tot

twee basisscholen. Net als de Stichting

Flore geeft ASG de betrokkenen een

belangrijke stem: ‘We hebben níet tegen

de vier schoolleiders gezegd dat er twee

scholen moeten sluiten. We hebben de

cijfers en ontwikkelingen geschetst en

aangegeven dat we terug moeten in

kosten. Ook moest er een aansprekend

profiel overblijven zodat ouders wat te

kiezen hebben. Vervolgens zijn de scho-

len zelf aan de slag gegaan.’

Almere werkt eveneens met een flexi-

bele pool aan arbeidskrachten. Van der

Vegt: ‘We kunnen nog steeds ieder-

een een plek geven omdat we zoveel

scholen onder ons bestuur hebben,

maar de keuzemogelijkheden worden

John van der Vegt van ASG: ‘We hebben níet tegen de vier schoolleiders gezegd dat er twee scholen moeten sluiten. We hebben de cijfers en ontwikkelingen geschetst en aangegeven dat we terug moeten in kosten. Ook moest er een aansprekend profiel overblijven zodat ouders wat te kiezen hebben. Vervolgens zijn de scholen zelf aan de slag gegaan.’ Foto: Fotostudio André Ruigrok, Almere.

16 podium � november 2011

Page 17: Podium nummer 1

Onderwijs vlak bij huis is een belangrijke voorziening. Maar tegen welke prijs houd je een school open?

steeds minder. Op lange termijn gaan

we het ook hier niet mee redden.’

Tegelijkertijd zet ASG echter ook in op

het binnenhalen van getalenteerde

pabo-afgestudeerden. ‘Als je kijkt naar

het natuurlijk verloop en prognoses

van lerarentekorten dan besef je dat

we snel weer in de situatie kunnen

komen dat we hen hard nodig hebben.’

Verder worden steeds vaker afspraken

op bestuursniveau gemaakt over de

verdeling van wijken. ‘Voorheen zetten

drie schoolbesturen in een nieuwe wijk

elk een school neer. Dat gebeurt nu niet

meer standaard.’

Meer creativiteit Bij de Alpha Scholen-

groep in Zeeland lijkt het inzetten op

mobiliteit niet haalbaar, omdat veel

onderwijsgevenden bewust kiezen voor

het werken op een christelijke school.

Maar de krimp stuwt besturen op tot

grotere creativiteit. Dat leidt soms tot hele

nieuwe ideeën. Van Hoepen: ‘We moe-

ten kritisch kijken naar hoe we het jaren

geleden hebben geregeld. Misschien

kunnen we dingen op een andere manier

beter organiseren. Je kunt jonge kinderen

bijvoorbeeld dichter bij huis naar school

laten gaan en voor oudere basisschool-

kinderen het vervoer zo regelen dat zij

op een andere plek naar school kunnen.

Wie weet kunnen we bovenbouwgroe-

pen van de basisschool combineren met

onderbouwgroepen van het voortgezet

onderwijs.’ ■

KRIMP TREFT STEEDS MEER REGIO’S

Vergrijzing, een wegtrekkende bevolking en economische stagnatie eisen hun tol. Hoewel Zeeland, Limburg en de drie noordelijke provincies voorop lopen, krijgen andere delen van Nederland ook steeds meer met krimp te maken. Zoals Brabant, de Achterhoek, Noord-Holland Noord, gemeenten rond de grote steden en het platteland.

Landelijk daalt het aantal basisschoolleerlingen tussen 2010 en 2015 waarschijnlijk met gemiddeld zeven procent; in krimpgebieden met ongeveer twaalf procent met uitschieters naar boven.

17 podium � november 2011

Page 18: Podium nummer 1

De meerwaarde van de bestuurder

Bestuurders worden nogal eens weggezet als veelverdieners, en besturen als een bureaucratische leem laag die de

mensen op de werkvloer vooral van het werk houdt. Maar is dat terecht voor wat betreft het primair onderwijs?

Wiely Hendricks, voorzitter van het College van Bestuur van

De Haagse Scholen.

18 podium � november 2011

Page 19: Podium nummer 1

Daarover gaan bestuurder Wiely Hendricks (de Haagse Scholen) en vakbondsman Patrick Banis (CNV Onderwijs) in gesprek. Hun meningen botsen hier en daar, maar beiden zien tenminste twee belangrijke punten van meerwaarde. Onderwijsbestuurders zijn nodig om de maatschappelijke eisen te vertalen naar de onderwijspraktijk en moeten zorgen voor goed werkgeverschap.

TEKST SUSAN DE BOER

Patrick Banis, lid van het dagelijks bestuur van onderwijsvakbond

CNV Onderwijs.

19 podium � november 2011

Page 20: Podium nummer 1

Grote scholen en grote besturen zijn uit

de gratie. Patrick Banis van de vakbond

CNV Onderwijs: ‘Er heerst een ideaal

van kleine scholen waar de directeur

iedereen bij naam kent, waar de lijnen

kort zijn. Mensen maken zich zorgen

om de onderwijskwaliteit bij grote

onderwijsorganisaties.’ Lang niet altijd

terecht, reageert Wiely Hendricks. ‘Zijn’

De Haagse Scholen is met 54 scholen

een grote organisatie. Hendricks: ‘Het

pedagogisch-didactische beleid ligt pri-

mair bij de scholen zelf. Wij hebben een

toezichthoudende en ondersteunende

rol, en zorgen ervoor dat de school-

leiders daar zo min mogelijk last van

hebben.’ Hij wijst op de voordelen van

In het po komen de meeste bestuurders

uit het onderwijsveld, maar er is een

tendens om mensen van buiten het

onderwijs aan te trekken en die hebben

vaak een zakelijker blik.’

Grote reservesDe meeste bestuurders in het po

verdienen onder de ton per jaar; ver

onder de Balkenendenorm (5 187.000).

Banis: ‘Transparantie over het inkomen

is goed, maar je moet uitkijken dat

die geen opdrijvend effect krijgt. Dat

zie je nu in het voortgezet onderwijs.

We moeten voorkomen dat dat in het

po ook gaat gebeuren.’ Er zijn tot op

heden geen grote gevallen van financi-

schaalgrootte, zoals minder overhead.

‘Bij personeelsadministratie en gebou-

wenbeheer maakt het niet zoveel uit of

je dat voor vijf of vijftig scholen doet.

Daarnaast kun je voordeliger inkopen,

bijvoorbeeld bij schoonmaakbedrijven.’

Volgens Banis kleven er wél bezwaren

aan grootschaligheid. ‘Grote besturen

hebben de neiging om te gaan unifor-

meren. Dat is niet goed, de schoolleider

moet autonoom blijven en er moet wat

te kiezen blijven voor ouders. Verder

focussen veel grote besturen vooral

op de financiën. De begroting is dan

belangrijker dan de onderwijskwaliteit.

eel wanbeheer aan het licht gekomen,

zoals recentelijk in het hbo. Wel ziet

Banis een paar problemen, onder meer

doordat in het po de lumpsum relatief

kort geleden is ingevoerd. ‘Er is nog veel

onkunde. Niet alle bestuurders kunnen

de risico’s goed inschatten. Sommige

besturen houden teveel reserves aan.

Wij pleiten dan ook voor meer professio-

naliteit bij schoolleiders en bestuurders.’

Hendricks is het daarmee eens, maar

kijkt anders aan tegen grote reserves.

‘Die kunnen een spaarpot vormen voor

toekomstige grote uitgaven. Daarnaast

is er een calamiteitendeel nodig. De

‘Een goede bestuurder kan een inhoudelijk verhaal vertellen, pept de mensen op, spreekt

de achterban bevlogen toe’

20 podium � november 2011

Page 21: Podium nummer 1

bezuiniging die nu op onderdelen van

passend onderwijs wordt doorgevoerd

kon ik drie jaar geleden niet zien aanko-

men, maar ik moet het wel opvangen.’

Banis werpt tegen: ‘De commissie

Don (Commissie Vermogensbeheer

Onderwijsinstellingen, red.) heeft

duidelijke aanbevelingen gedaan

over reserves. Daar zijn indicatoren

voor.’ Hendricks: ‘Maar een risico zoals

een plotselinge bezuiniging door de

overheid staat daar niet bij. En deze

bezuiniging drukt sterk op De Haagse

Scholen, omdat wij veel scholen voor

speciaal onderwijs hebben.’

De achterban inspirerenOm een organisatie goed te leiden is

een bestuur nodig dat huisvesting en

personeel regelt, en dat de eisen van de

overheid en de maatschappij vertaalt

naar schoolbeleid. Maar de schoolbe-

stuurder moet geen kille boekhouder

zijn, vinden beiden. Banis: ‘Een goede

bestuurder is ook in staat een inhou-

delijk verhaal te vertellen, de mensen

op te peppen, de achterban bevlogen

toe te spreken. Professionalisering en

differentiatie zijn geen termen waar

de achterban van gaat juichen, maar je

moet als bestuurder toch dat verhaal

Schaalgrootte biedt bepaalde voordelen. Je kunt voordeliger inkopen, bijvoorbeeld bij schoonmaakbedrijven.

21 podium � november 2011

Page 22: Podium nummer 1

houden.’ Hendricks: ‘Hoe hoger je in de

organisatie komt, hoe minder affiniteit

met onderwijs nodig is voor je functi-

oneren. Ik moet verstand hebben van

beleid en bedrijfsvoering, niet van

het onderwijsinhoudelijke proces. Mijn

taak is om de veranderende maatschap-

pelijke verwachtingen op een goede

manier in relatie te brengen met de

onderwijspraktijk.’

Banis: ‘Ook als aanspreekpunt voor

de buitenwacht is een bestuurder

onmisbaar. Een bestuur kan lobbyen

bij de gemeente of samen met andere

instellingen afspraken maken.’ Een

andere belangrijke taak is die van werk-

gever. Hendricks: ‘Het gaat erom de

continuïteit te waarborgen. Het bestuur

moet de risico’s in kaart brengen van

bijvoorbeeld krimpsituaties, en een

goed werkgever zijn. Je bent verant-

woordelijk voor de werkgelegenheid van

je mensen. Daarbij kijken we ook naar

hun loopbaanperspectief. Onze mensen

houden zelf een bekwaamheidsdossier

bij en daar hoort een gesprekscyclus

bij.’ Banis: ‘Dat is belangrijk. Het gesprek

tussen de schoolleider en de leerkracht

over diens functioneren is op veel scho-

len nog niet vanzelfsprekend.’

Scheiding bestuur en toezichtBeiden zijn positief over het effect

van de nieuwe wet Goed Onderwijs,

Goed Bestuur, die een scheiding

voorschrijft tussen bestuurlijke en

toezichthoudende taken. Hendricks: ‘Bij

veel schoolbesturen heeft dit geresul-

teerd in een College van Bestuur voor

bestuurstaken en een Raad van Toezicht

voor toezichttaken. De controle op het

bestuur is hiermee sterker verankerd

dan voorheen. Wat mij betreft is dat

toereikend.’ De Haagse Scholen heeft,

na anderhalf jaar van voorbereiding,

sinds 1 augustus een Raad van Toezicht.

Hendricks: ‘We hebben veel over de

nieuwe rollen gediscussieerd en casuïs-

tiek besproken. De scheiding zorgt voor

een goede balans in de organisatie. Bij

ons was de toezichthoudende taak van

het bestuur minder scherp belegd dan

nu het geval is.’

De Raad van Toezicht moet kijken naar

de resultaten en niet naar het proces,

vinden beiden. Banis: ‘Die scheiding in

rollen betekent dat je professionaliseert

op bestuurlijk niveau. Maar het is ook

spannend. Het gaat echt om toezicht

houden, en het is moeilijk om kritisch

te zijn en elkaar scherp te houden.’

‘Hoe hoger je in de organisatie komt, hoe minder affi niteit met onderwijs nodig is

voor je functioneren.’

22 podium � november 2011

Page 23: Podium nummer 1

‘Je moet uitkijken dat het geen old boys network wordt. Dat is niet goed voor het

kritisch oordeel’

Hendricks: ‘De leidraad voor scholen in

het primair onderwijs is opbrengstge-

richt werken. Het zou vreemd zijn als in

de bestuurskolom langs een andere lat

zou worden gemeten.’

De controlerende rol hoeft de goede

verhoudingen niet in de weg te staan.

Hendricks: ‘Ik overleg regelmatig met de

voorzitter van de Raad van Toezicht en

dat heeft meerwaarde. Onze RvT bestaat

uit mensen die eerder al in het bestuur

van de organisatie zaten. Het zijn

mensen die verantwoordelijkheid willen

nemen.’ Banis: ‘Je moet wel uitkijken dat

het geen old boys network wordt. Vooral

bij grote besturen zie je dat mensen in

meerdere RvT’s zitten. Dat is niet goed

voor het kritisch oordeel. Op lokaal

niveau is het gevaar dat de mensen

elkaar te vaak informeel tegenkomen.’

Hendricks geeft toe dat het invullen van

de nieuwe rollen niet vanzelf gaat: ‘Het

is een zoekproces.’ Banis: ‘Het zou goed

zijn om in een Rvt ook altijd een perso-

neelslid te benoemen. Dan voorkom je

dat old boys network.’

Integriteit Scholen ervaren hun bestuur weleens

als veeleisend. Banis: ‘De politiek komt

met taal, rekenen, opbrengstgericht

werken, passend onderwijs. Als de

school in een krimpregio staat zorgt

dat voor nog meer onzekerheid, en dan

heeft het bestuur ook nog eens een

lijstje prioriteiten. Dat ervaart het team

als een stapeling. Dat is niet helemaal

terecht. Het is juist goed als een bestuur

proactief omgaat met bijvoorbeeld

passend onderwijs. Wij zijn niet tegen

de stelselwijziging passend onderwijs,

maar het vraagt veel van leerkrachten

en schoolleiders. Als bestuur moet

je daar een goed verhaal van maken.

Professionaliseren is goed, opbrengst-

gericht werken is goed, je wilt toch geen

zwakke scholen?’ Hendricks kijkt daar

iets anders tegenaan. ‘We hebben een

relatief systeem, er is geen absolute

norm voor zwakke scholen. Er is altijd

een zwakste tien procent. Een absolute

norm zou beter zijn.’

Wat vinden zij de belangrijkste ken-

merken van goed bestuur? Banis: ‘Het

nemen van je rol. Als bestuurder moet je

zichtbaar zijn op hoofdlijnen, in gesprek-

ken moet je dat uitstralen. Maar tegelijk

moet je de schoolleider zelf aan de slag

laten gaan.’ Hendricks: ‘Integriteit. Als

je resultaten niet in orde zijn, kun je

verbeteren. Als je niet integer bent, als

mensen niet op je kunnen vertrouwen,

als je niet transparant en eerlijk bent, is

dat het failliet van je organisatie.’ ■

23 podium � november 2011

Page 24: Podium nummer 1

Grote respons op webpoll:

‘Goed dat er een sterkere focus ligt op taal en rekenen’Minister Van Bijsterveldt noemt taal en rekenen de ‘zuurstof van het onderwijs’. De lat moet van haar omhoog, en in het basisonderwijs moet de nadruk daarbij liggen op deze twee vakken. De stelling van onze webpoll luidde de afgelopen periode dan ook: ‘Het is goed dat er een sterkere focus ligt op taal en rekenen’. Hierop reageerden 150 mensen. Van hen reageerden er 86 (57%) instemmend, 64 (43%) waren het hiermee oneens. Een bloemlezing uit de reacties:

web poll

24 podium � november 2011

Page 25: Podium nummer 1

Voorstanders schrijven onder andere: ‘Deze vakken zijn in de verdruk-

king gekomen door allerlei nieuwe verplichtingen.’ ‘Taal en rekenen zijn

bepalend voor het schoolsucces van kinderen. Dat betekent niet dat ande-

re zaken er niet toe doen, maar een focus op taal+rekenen is terecht.’ ‘Een

stevige basis van taal en rekenen geeft kinderen meer kans op een succes-

volle (school)loopbaan.’ ‘Met name taal- en leesvaardigheden dragen sterk

bij aan een meer volwaardig (kunnen) participeren in de samenleving.’

‘We ontkomen er niet aan om op deze maatschappelijk belangrijke vakge-

bieden duidelijke opbrengsten te behalen. Het is aan de identiteit en visie

van scholen om zich naast taal en rekenen te onderscheiden in thema’s en

vakgebieden. Dit is het mooie van ons onderwijssysteem met z’n brede

keuzevrijheid, waar iedere school naast de hoofdvakken z’n accenten kan

leggen.’

Veel reacties zaten tussen ‘eens’ en ‘oneens’ in. Zo relativeerde iemand:

‘Goed voor havo- en vwo-leerlingen. Maar onze vmbo- leerlingen gaan we

onnodig belasten. Er zijn meer talenten dan alleen taal en rekenen.’ Een

ander: ‘Belangrijk is dat taal en rekenen binnen de context van diverse

themagebieden en vakgebieden worden meegenomen, zodat de leertijd

voor taal en rekenen enerzijds vergroot wordt, en anderzijds de tijd voor

de brede benadering van het onderwijs niet teniet wordt gedaan.’

Tegenstanders van de stelling schrijven: ‘Er wordt nu al veel tijd en

energie aan rekenen en taal gegeven. Onze wettelijke opdracht is brede

ontwikkeling en algemene vorming.’ ‘Teveel focus op taal en rekenen heeft

het gevaar in zich dat de kinderen teveel de kant op gaan van prestatie-

gerichtheid. Bij een goede ontwikkeling hoort een evenwichtige opbouw

van kennis.’ ‘Pedagogisch klimaat, veilige leeromgeving en emotioneel

stabiele omgeving lijken wel van de agenda verdwenen. Volgens mij zijn

die meer bepalend voor het welzijn van een kind.’ ‘Taal en rekenen zijn

slechts een middel. Doel is kinderen een basis te geven waarmee zij kun-

nen participeren in de samenleving, een bestaansbasis kunnen creëren,

zich persoonlijk kunnen ontwikkelen in relatie tot anderen. Daarvoor is

goed taal- en rekenonderwijs nodig, maar in evenwicht met het ontwik-

kelen van de ‘zijnskwaliteit’, waaronder leren om een democratisch burger

te zijn die autonoom en kritisch nadenkt.’ Een cynicus: ‘Over tien jaar doen

we het vast weer anders: dan is het welzijn of de creativiteitsontwikkeling

van het kind misschien wel weer nummer één.’

Op de volgende pagina lichten twee bestuurders hun mening toe.

25 podium � november 2011

Page 26: Podium nummer 1

Dennis Bode, voorzitter college van bestuur Consent

(33 basisscholen in en rond Enschede):

‘Kinderen moeten dat gereedschap echt meekrijgen’

‘De basisschool legt de basis voor de toekomst

van kinderen. Theo Thijssen, een groot schrijver

en pedagoog, zei honderd jaar geleden al dat het

goed leren van lezen, taal en rekenen de enige weg

omhoog was voor de arbeiderskinderen. Kinderen

maken in het voortgezet onderwijs ook weinig kans

als ze die vakken niet goed beheersen. Helaas is

het in het vo bedroevend gesteld met spelling en

rekenen. Kinderen moeten dat gereedschap echt

meekrijgen. Dat het onderwijs daardoor te smal

zou worden, vind ik geen argument. De basisschool

moet natuurlijk een evenwichtig pakket aanbieden,

inclusief kunst en cultuur, biologie, aardrijkskunde

enzovoort. Het is wat mij betreft niet het een of het

ander. Maar ik ben ervoor om ook binnen die vakken taal en rekenen te integreren.

Wij hebben een paar traditionele vernieuwingsscholen die dat doen, met heel goede

resultaten. In de jaren tachtig speelde deze discussie al. En in hún tijd discussieerden

Theo Thijssen en Jan Ligthart hier al over. Het is nu een loopgravendiscussie gewor-

den. Alleen maar meer taal en rekenen geven zegt weinig; het gaat erom dat je goede

leerkrachten in dienst hebt die de juiste dingen doen. Wij zijn met verbetertrajecten

gestart voor taal en rekenen, waarbij we vooral kijken naar de leerkrachten. Ze zijn

allemaal op cursus geweest, waarbij er ook aandacht was voor hun pedagogisch didac-

tisch functioneren. Het resultaat is gewoon goed onderwijs. Als leerkrachten goed

kunnen differentiëren, gaat het rendement flink omhoog. Dan blijft er voldoende tijd

over voor kunst en cultuur.’

CONFERENTIE OPBRENGSTGERICHT LEIDERSCHAP

Naast een sterkere focus op taal en rekenen, is ook opbrengst gericht werken een belangrijk instrument waarmee de onderwijsprestaties kunnen worden verbeterd. Welke rol kunnen bestuur en directie daarbij spelen?

Daarover gaat de conferentie Opbrengst-gericht Leiderschap op 16 november aanstaande. De samenwerking tussen bestuur en directie en de verschillende niveaus in de schoolorganisatie staan centraal. Aan de orde komen onder andere kennis en kunde op het gebied van meten en analyseren, invloeden van buitenaf, het kiezen en

web poll

26 podium � november 2011

Page 27: Podium nummer 1

Cécile Servaes, voorzitter college van bestuur van Catent (30 basisscholen

en twee sbo-scholen in Friesland, Drenthe, Overijssel en Gelderland):

‘Er moet ook ruimte zijn voor thematisch, zelfontdekkend leren’

‘Taal en rekenen worden vaak op één lijn gesteld, maar

ik geef prioriteit aan taal. Als de woordenschat en het

begrijpend lezen tekortschieten, krijgt een kind te

maken met allerlei andere leerproblemen. Als ik met

mijn directeuren praat, wil ik ook altijd als eerste de

scores voor taal/lezen zien. Met name de woorden-

schat is zó belangrijk. Ik vind dat je die moet aanpassen

aan je populatie. Op één van onze dorpsscholen zitten

bijvoorbeeld alleen maar kinderen van agrariërs. Die

kinderen weten alles van die wereld. Als je hen vraagt

wat een vleugel is, komen ze na enig nadenken op een

lichaamsdeel van een vogel. Maar de andere beteke-

nis, een piano, kennen ze niet. Ik vind dat je als school

je woordenschat moet afstemmen op de woonsituatie van kinderen. Kinderen op een

dorpsschool moet je andere woorden leren dan kinderen op een school in een vinex-

wijk in Zwolle.

Verder vind ik dat je er niet bent door puur naar de scores te kijken. Je moet beslist ook

uitzoeken wat daar ónder zit: welke vaardigheden mist een kind, waardoor z’n scores

op E-niveau blijven hangen? Dat kan bijvoorbeeld een zwak woordbeeld zijn.

Ik vind kennisoverdracht heel belangrijk, maar je moet kinderen ook via thematische

projecten de wereld laten ontdekken. Wij hebben daar noodgedwongen voor geko-

zen op een aantal kleine krimpende scholen waar meerdere leerjaren bij elkaar zitten.

Daar zien we dat kinderen enorm veel opsteken van het zelfontdekkende leren.’ ■

uitvoeren van interventies en het belang van een opbrengstgerichte cultuur. Inleider is prof. dr. Roel in ’t Veld, hoogleraar Governance and sustainability aan de Universiteit van Tilburg en oud-directeur-generaal onderwijs. In de workshops vertellen bestuurders en schoolleiders over hun ervaringen met het project Opbrengst gericht leiderschap.

Experts geven hoorcolleges over onder andere toezicht op bestuurlijk handelen en integratie van opbrengstgericht werken en kwaliteitszorg. Locatie: NBC, Nieuwegein. Deelname, inclusief een lunch en

dinerbuffet:7125 pp. Aanmelden kan via de website van de PO-Raad.

27 podium � november 2011

Page 28: Podium nummer 1

politiek

In elk nummer van podium reageert een politicus op de stelling van onze webpoll. Cynthia Ortega-Martijn, Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie, reageert op de stelling: ‘De huidige focus op taal en rekenen is goed’.

Foto

: An

ne

Pau

l Ro

uke

ma/

inh

isim

age.

nl

28 podium � november 2011

Page 29: Podium nummer 1

Niet doorschieten

Enkele jaren geleden maakte ik deel uit van de parlementaire onderzoeks-

commissie Dijsselbloem. Deze commissie trok onder meer de conclusie

dat basisvaardigheden op het gebied van taal en rekenen te vaak onvol-

doende beheerst worden. Een belangrijke aanbeveling was dat duidelijker

moet worden vastgelegd wat leerlingen moeten kennen en kunnen als zij

de basisschool afronden, beter bekend als het ‘wat’. Ook moeten leraren in

hun opleidingen beter worden toegerust in deze vakken.

Inmiddels zie ik in het onderwijsveld grote verbeteringen in taal- en reken-

resultaten. De extra aandacht voor deze vakken werpt zijn vruchten af. Het

gevaar is nu dat we gaan doorschieten in de focus op slechts twee vakken

en de rest van het brede onderwijsaanbod vergeten.

Overdreven nadruk op taal en rekenen kan brede vorming en de vrij-

heid van scholen om het eigen onderwijs in te richten aantasten. We

moeten daarom bijvoorbeeld geen bekostigingsprikkels koppelen aan

CITO-toetsresultaten. Het geeft een perverse prikkel om slechts op twee

vakken goed resultaat te halen en het leidt tot een ongewenste afreken-

cultuur. Scholen met veel achterstandsleerlingen of zorgleerlingen komen

in de problemen met een zware nadruk op prestaties. Een doorgeslagen

focus van de overheid op taal en rekenen miskent bovendien de eigen

verantwoordelijkheid van scholen en gaat voorbij aan de waarde van het

Nederlandse onderwijs om leerlingen brede sociale en cognitieve vaardig-

heden bij te brengen.

Helaas staren politici zich nog wel eens blind op internationale lijstjes. Het

internationaal vergelijkende PISA-onderzoek laat de stand van zaken zien

op het gebied van onderwijsresultaten. Dat is zeker behulpzaam, maar de

staat van het Nederlandse onderwijs is niet alleen uit te drukken in cijfer-

matige opbrengsten. Tot slot blijft het opmerkelijk dat de regering wel de

lat steeds hoger legt en meer prestaties van scholen vraagt, maar niet een

daarmee gepaard gaande extra investering in het onderwijs steekt. ■

Cynthia Ortega-Martijn

29 podium � november 2011

Page 30: Podium nummer 1

goed onderwijs voor elk kind