Download - Plant stories 2010

Transcript

2010

2

Inhoud

Januari ‘Wintertakken’ blz. 3

Februari ‘Groen en geel’ blz. 5

Maart ‘Schaduwplanten’ blz. 7

April ‘Bloesempracht’ blz. 9

Mei ‘Kleurrijke klimmers’ blz. 11

Juni ‘Rozengeur’ blz. 13

Juli ‘Bloementuin’ blz. 15

Augustus ‘Bramen en bottels’ blz. 17

September ‘Herfstbloeiers’ blz. 20

Oktober ‘Siervruchten’ blz. 22

November ‘Bodembedekkend siergroen’ blz. 25

December ‘Groen effect’ blz. 28

3

Januari

Wintertakken

Nu het aangloeiende winterlicht over het lage land strijkt, zijn heesters en bomen met kleurrijke of opvallende takken hoofdrolspelers in het tuintoneel. Alles wat kleur heeft, springt er uit en verdrijft de weemoed van de koude dagen.

Kleur zet aan tot actie, positiviteit, ademt energie en vertrouwen. Zeker in de winter is dat uiterst welkom. Groenblijvende heesters spelen natuurlijk ook een belangrijke rol, maar het mooiste zijn de bomen en struiken met kleurige, opvallende takken. Ervaar het zelf, zet ze in de tuin en geniet ervan. Keus genoeg!

Kleurige suggesties

Een van de mooist getinte heesters is de witte kornoelje (Cornus alba ‘Sibirica’) die – anders dan de Nederlandse naam doet vermoeden – felrode takken heeft. De winterkleur ervan is het mooiste als de struik regelmatig wordt gesnoeid: jonge twijgen hebben de felste kleur.

Deze rode bast wordt veroorzaakt door een rode kleurstof (anthocyaan). Die kleurstof ontstaat vooral onder invloed van zonlicht, waardoor de zonzijde van de twijg vaak roder is, en er soms kleurverschil ontstaat tussen boven- en onderzijde.

Geel, groen en oranje

Totaal anders is het vrolijke geelgroen van Cornus sericea. Vooral de variëteit ‘Flaviramea’ heeft bijna gele twijgen. Hoe dichter bij de grond, des te groener ze worden. Ook deze uitlopers vormende plant moet goed worden gesnoeid. Heel bijzonder is een derde kornoelje: Cornus sanguinea ‘Winter Beauty’ met wintertakken die onderaan oranjegeel zijn, daarboven roze en aan de einden rood. De twee laatstgenoemde hebben bovendien goudgeel herfstkleurend blad.

De reuzenkornoelje Cornus controversa ‘Winter Orange’ wordt een hoge struik of kleine boom met ’s winters roze takken en is daarvoor ook met gouden herfstkleur getooid. De kardinaalshoed Euonymus alatus valt sterk op door de merkwaardige kurklijsten op de takken.

4

Bamboes met prachtige stengels

Bij Phyllostachys nigra var. henonis kleuren de stengels aan de zonzijde geelbruin, bij de soort (Ph. nigra) worden ze van groen, glanzend zwart.

Soms groeien ze vreemd bochtig en kronkelend (Ph. flexuosa), hebben ze prachtige ‘knopen’ (Ph. aurea) of vertonen fraai opgezwollen stengeldelen (Pseudosasa japonica ‘Tsutsumiana’) die ’s winters sterk opvallen.

Grote bomen

Acer palmatum ‘Sangokaku’ is een tot 6 m hoog groeiende Japanse esdoorn met koraalroze jonge twijgen die langzaam donkerder worden. De Tibetaanse kers (Prunus serrula) heeft een prachtige, gladde, afbladderende, bruinrode schors op stam en takken.

Bij Acer griseum is de schors oranjebruin. ’s Winters vallen ook berken met witte basten, zoals Betula utilis subsp. jacquemontii, extra op, net als bijzondere groeivormen, bijvoorbeeld van de kurkentrekkerwilg (Salix babylonica ‘Tortuosa’) en de kurkentrekkerhazelaar (Corylus avellana ‘Contorta’).

Tuintips voor januari:

In deze maand valt er buiten weinig te doen. Loop niet over bevroren gras of op plekken waar vaste planten groeien of bollen zijn gepoot.

Tijdens vorstvrij weer kan er worden gesnoeid (met name fruitbomen) en geplant (in pot gekweekte bomen, heesters en vaste planten)

Zorg dat paden en terras goed beloopbaar blijven Bescherm groenblijvende heesters tegen felle, ‘kale’ vorst Meer tips voor de tuin vindt u bij Tuinonderhoud voor de maand januari

5

Februari

Groen en geel

Heesters en vaste planten die in de winter en vroege lente bloeien, zijn uiterst welkom in de tuin. Het is een select gezelschap en als ze ook nog geuren zijn ze absoluut onmisbaar.

Plaatsen van heesters en vaste planten

Hun bloemen komen het beste uit tegen een donkerder achtergrond: een groene haag, wintergroene heesters (sommige zijn zelf wintergroen), of een muur. Opvallend is dat gele tot oranje bloemen in deze tijd van het jaar sterk overheersen. Sommige zijn afgestemd op bestuiving door de wind en vormen wolken stuifmeel, andere moeten het hebben van bevruchting door al vroeg voedsel zoekende insecten en dat zijn vaak geurende bloemen.

Vorst

Het is niet zo dat winter- en vroege voorjaarsbloeiers continu bloeien. Ze hebben allemaal eigen systemen om hun bloemen tegen vorst te beschermen. Tijdens vorst stopt de bloei even. Als het daarna weer vorstvrij is (dat komt tijdens de wintermaanden regelmatig voor) bloeien ze weer uitbundig door. Met winterbloeiers is er volop kleur en geur!

Vroeg en geel bloeiende heesters

De schijnhazelaar (Corylopsis pauciflora) bloeit soms al in februari (tot april) met hangende trosjes lichtgele bloemen aan de nog kale takken. Het zijn tot 1,5 m hoog uitgroeiende, dichtvertakte struiken. Bij de gele kornoelje (Cornus mas, een schilderachtige grote struik of kleine boom tot 5 m hoog) ontspruiten ze in honderden vrolijk gele ‘boeketjes’ aan de takken.

6

De verschillende soorten en cultivars mahoniestruiken bloeien bijna allemaal geel in uitwaaierende toeven vol bloemen die soms 15-20 cm lang kunnen zijn (bij Mahonia bealei en de iets kleinere M. japonica) of nog langer (zelfs 40 cm en sierlijk overhangend bij Mahonia × media). Ze geuren sterk en kruidig en deze struiken zijn wintergroen. In zachte winters kunnen sommige al in december bloeien, maar de meeste bloeien vanaf februari. De kronkelhazelaar (Corylus avellana ‘Contorta’) bloeit vanaf februari met 3-6 cm lange lichtgele katjes aan de kale takken. Nog vrij onbekend is de staartaar (Stachyurus praecox) uit Japan, een prachtige, tot 2 m hoge heester die in maart-april aan de nog kale takken bloeit met (heideachtige) gele klokjes in talloze 5-8 cm lange trosjes.

Deze plant houdt van zure grond. De bekende forsythia of Chinees klokje (vooral cultivars van Forsythia × intermedia) is er in allerlei maten en gele bloeitinten. Ze bloeien in maart. De ranonkelstruik (Kerria japonica) bloeit iets later (april-mei). De bloemkleur is geel-oranje. Bij ‘Pleniflora’ zijn de bloemen dicht gevuld.

Vroege vaste planten met gele bloemen

Een van de mooiste vroege bloeiers is het bekende hondstandras (Erytronium tuolumnense ‘Pagoda’), met grote lelieachtige bloemen (3-4 bij elkaar aan een stengel, maart-april, 25 cm hoog). Het kleine, tapijtvormende speenkruid (Ranunculus ficaria) is inheems en bloeit in maart-mei met gele sterrenbloemen boven het glinsterend groene blad.

Iedereen kent de voorjaarszonnebloem (Doronicum orientale); een van de mooiste is de gevuldbloemige, rijkbloeiende ‘Frühlingspracht’ (maart-april). Een lichtgeel bloeiende smeerwortel (Symphytum grandiflorum) bloeit iets later. Cipreswolfsmelk (Euphorbia cyparissias) bloeit al vanaf maart met bloemen in schermen met daar omheen warmgele schutbladen.

Tuintips voor februari:

Bessenstruiken snoeien Appels en peren zo nodig nog begin februari snoeien Top de twijgen van kruisbessen om aantasting door meeldauw tegen te gaan U kunt ook al zomer- en herfstbloeiers snoeien Snoei alleen tijdens vorstvrij weer Tijdens ‘kale vorst’ wintergroene planten tegen de zon beschermen om uitdroging te

voorkomen. Composthoop omzetten Tijdens vorstvrij weer en als de grond niet is bevroren, kunt u bladverliezende bomen

en struiken planten

7

Maart

Schaduwplanten

Schaduwplanten zijn meestal plantensoorten die van nature in de schaduw van bomen en struiken, vaak op de bosbodem, groeien. De situaties kunnen daar sterk verschillen.

Schaduwtuin

Er wordt vooral onderscheid gemaakt tussen droge schaduwplekken en vochtige, koele, groeiplaatsen. Die verschillen zijn er ook in de tuin. Er is een enorm aantal vaste planten geschikt voor een schaduwplek. Tuiniers hebben vaak moeite met het vinden van geschikte planten voor relatief droge schaduwplekken onder bomen. U vindt hieronder daarom ook soorten vermeld die daarvoor speciaal worden aanbevolen.

Er zijn maar weinig planten die echt diepe schaduw verdragen. Daarom is het goed – als dat kan – diepe schaduw wat te verminderen, door te snoeien bijvoorbeeld. Geef op zeer droge plekken regelmatig water en breng organische mulch (compost) op de grond rond de planten aan.

Vaste planten voor droge schaduwplekken

Vooral veel bodembedekkende vaste planten voldoen erg goed. Uitstekende soorten zijn: het zich vanuit de wortels uitbreidende lelietje-van-dalen (Convallaria majalis) met zijn heerlijk geurende, witte bloempjes in de lente. De polvormende elfenbloem Epimedium × perralchium (er zijn meer geschikte soorten) bloeit geel en blijft ’s winters groen.

De tot 60 cm hoge Tellima grandiflora met klokvormige aren gele bloemen heeft harig, soms wat paarsgetint groenblijvend blad. Ook het tranend hartje Dicentra formosa doet het goed in droge schaduw en bloeit met knikkende donkerroze trossen bloempjes (‘Luxuriant’ is een uitstekende varieteit).

Heel mooi is het labradorviooltje (Viola labradorica) met paarsgroen blad en paarse bloemen in april-juni. Van de ooievaarsbekken zijn vooral Geranium macrorrhizum (paarsrode bloemen) en Geranium nodosum (lilaroze bloemen) aan te raden. Salomonszegel (Polygonatum multiflorum) doet het ook nog goed in droge schaduw.

8

Vaste planten voor vochtige, koele schaduwplekken

Vaste planten voor vochtige, koele schaduwplekken zijn er honderden. Enkele voorbeelden: alle tientallen soorten Hosta met hun prachtige bladeren in tal van kleuren kunnen goed tegen koele schaduwplekken. Ook

de fors groeiende Kaukasische vergeet-mij-niet (Brunnera macrophylla) met zijn hemelsblauwe bloemen in april-mei groeit graag in de schaduw, net zoals de meeste soorten nieskruid (Helleborus), waar ook de ’s winters bloeiende kerstroos toe behoort.

Heel bekende schaduwplanten zijn de rijkbloeiende soorten en cultivars van longkruid (Pulmonaria) met witte, roze, rode of blauwe bloemen (veel pasteltinten!). De bodembedekkende maagdenpalmsoorten (Vinca) bloeien wit, blauw of paars in de periode maart-juni. Ook walstro-soorten (Galium) zijn goede bodembedekkers voor in de schaduw. Lieve-vrouwebedstro (Galium odoratum) behoort er ook toe.

Ten slotte zijn er uiteraard tientallen soorten schitterende varens die graag in de schaduw groeien en vaak dichte groepen kunnen vormen.

Tuintips voor maart:

Winterbeschermingsmiddelen bij de planten opruimen Bladverliezende bomen en struiken kunt u bij vorstvrij weer tot in april planten Ook alle vaste planten kunnen nu worden geplant Gazon zo nodig beluchten of verticuteren Vaste planten opschonen (het afgestorven materiaal weghalen) Organische basisbemesting geven Boomspiegels met schors- of houtsnippers bedekken Compost omzetten Meer tips voor de tuin op www.colour-your-life.nl

9

April

Bloesempracht

Wanneer de sierkersen of andere prachtige bomen bloeien, is het pas echt lente. Eén voluit bloeiende boom in het voorjaar is even indrukwekkend als hele velden krokussen, narcissen of andere bloemen.

Magnolia's en andere bloembomen

Een bloeiende magnolia tegen een blauwe lucht is adembenemend mooi. De schoonheid die deze bomen geven, kunt u nu beleven in nieuwe vormen die ook in kleine tuinen passen. De hierna genoemde bloemenbomen hebben nog iets gemeen: u hoeft er weinig aan te doen als u ze eenmaal hebt geplant. Snoei is niet of nauwelijks nodig.

Enkele bloemrijke ideeën

Sierkersen (Prunus) zijn er in tientallen vormen en ze bloeien ongelooflijk rijk in april (en vaak nog in mei) met witte, lichtgele, roze, lila of zelfs paarse bloemen. Soms zijn het struiken, soms echte stambomen. Aan u de keus. Heel mooi is de veelgeprezen treurvorm Prunus serrulata ‘Kiku-shidare’ die al begin april bloeit met roze warmroze bloemen.

Een nauwe verwant is de bekende P. serrulata ‘Kanzan’, die wat later bloeit en zowel als struik en als stamvorm wordt gekweekt (de laatste wordt tot 10 m hoog). De elegante vaasvorm van de takkenkroon is heel typerend. Ook ‘Kanzan’ bloeit rijk en roze. ‘Amanogawa’ groeit uit als slanke zuilvorm en bloeit heel lichtroze (geurend!). ‘Taihaku’ wordt een flinke struik die al begin april met enorm grote, witte bloemen bloeit.

Tientallen soorten Magnolia's

Misschien wel de bekendste groep valse tulpenbomen of beverbomen, zoals de schitterend bloeiende magnolia’s ook wel worden genoemd, is de Magnolia Soulangeana Groep.

Ze vormen grote struiken of kleine bomen tot 5 à 8 m hoog en ze bloeien (april-mei) met massa’s grote, rechtop staande, klokvormige bloemen aan de kale takken. Heel mooi zijn bijv. ‘Lennei Alba’ en ‘Amabilis’(beide wit), de kleinblijvende ‘Genie’ (3 m, warmrood!) en tal van roze bloeiende, zoals ‘Brozzoni’ en ‘Sundew’.

10

Een prachtige judasboom

De judasbomen (Cercis) vormen een geslacht met zeven soorten bladverliezende bomen uit Europa, China en Noord-Amerika. Een van de mooiste is de nieuwe Cercis canadensis ‘Forest Pansy’, een prachtige, roodbladige judasboom (zacht fluwelig rood dat in de loop van het seizoen wat groener wordt) die uiteindelijk ca. 3 m hoog wordt.

In april-mei verschijnen de fraaie, roze, eetbare bloemen aan de dan nog kale takken. De bloemen smaken lichtzuur. Lekker in een frisse salade. Deze boom (ook zeer geschikt als leiboom) trekt door zijn bijzondere kleur altijd de aandacht. Ideaal als solitair en geschikt voor iedere maat tuin. Plant hem op een zonnige, beschutte plek in goed doorlatende grond.

Hanami – Japans kersenbloesemfeest

Eind maart/begin april bloeien in Japan de kersenbomen (sakura). Deze explosie van kleur wordt als nationaal feest gevierd. Men ontmoet elkaar in massale picknicks in de parken onder de bloeiende bomen. Voor Japanners symboliseert de korte, uitbundige bloei de rijkdom en vergankelijkheid van het leven. Wij genieten er ook zonder die symboliek niet minder van.

Nog meer bloeiende bomen

In april-mei bloeien onder andere ook: sierappels (Malus); de prachtige sneeuwvlokkenboom (Halesia carolina); de Anna Paulownaboom (Paulownia tomentosa) met grote, blauwe bloemen; krentenboompjes zoals de witbloeiende Amelanchier arborea ‘Robin Hill’; kastanjes: heel mooi is de roodbloeiende Aesculus × carnea ‘Aureomarginata’ met goudgerand blad.

Tuintips voor april:

Gras maaien Mos in het gazon bestrijden Buxushaagjes knippen Balkonbakken klaarmaken Vaste planten opschonen en nalopen op verlies door vorst Heesters snoeien

11

Mei

Kleurrijke klimmers

Er zijn allerlei kleurrijke klimplanten, zoals blauweregen (Wisteria), bruidssluier (Fallopia), passiebloemen (Passiflora), kamperfoelie (Lonicera) en natuurlijk klimrozen. Maar hier bedoelen we vooral de enorme variatie aan clematissen, die ook wel bosrank of bosdruif worden genoemd.

Clematis

De Clematis komt in het wild vooral op het noordelijk halfrond voor. Er zijn zo’n 250 soorten van de Clematis bekend. Het gekweekte assortiment omvat vele honderden variëteiten, waarbij grootbloemige en kleinbloemige Clematissen worden onderscheiden.

De meeste zijn bladverliezend, maar er zijn ook wintergroene clematissen, zoals Clematis armandii uit China, die leerachtig, glanzend, donkergroen blad heeft en in april-mei bloeit met grote trossen kleine, roomwitte, geurende bloemen. Er zijn zoveel schitterende clematissen, dat we hieronder slechts een heel beperkte keuze kunnen noemen.

Kleinbloemige soorten en variëteiten

Clematis alpina is een soort uit Noord-Europa en Azië met tal van variëteiten die in april-mei bloeien met knikkende blauwe (‘Blue Giant’), roze (‘Willy’), zuiver witte (White Moth’) of rozerode bloemen (‘Ruby’). De bekende ‘Pamela Jackman’ bloeit lichtblauw.

Clematissen uit de Tangutica Groep vallen op door het schitterende vruchtpluis na de rijke, indrukwekkende bloei. Deze Clematis bloeit van de zomer tot ver in de herfst met allerlei goudgele (‘Golden Tiara’, ‘Helios’) tot zelfs naar oranje verkleurende, knikkende bloemen. ‘Blue Bird’ vormt grote, gevulde, lilablauwe bloemen. ‘Durandii’ bloeit de hele zomer met zuiverblauwe bloemen met gele meeldraden.

Prachtig zijn ook de langdurig vanaf mei bloeiende variëteiten van Clematis macropetala, zoals ‘Purple Spider’, ‘Maidwell Hall’ (lavendelblauw), ‘Rödklokke’ en ‘Markham’s Pink’. Ook vanaf mei bloeien de krachtig groeiende variëteiten van Clematis montana, o.a. de lichtroze, heerlijk geurende ‘Elizabeth’ of de magentaroze ‘Marjorie’.

12

Clematis vitalba is de ook in België en Nederland inheemse, roomwit bloeiende bosrank die zelfs moeiteloos in hoge bomen klimt. De variëteit ‘Rubra’ van de Italiaanse clematis (C. viticella) bloeit dieprood, ‘Royal Velours’ diep, fluweelachtig paars.

Grootbloemige variëteiten

Bij de grootbloemige Clematis is de keuze zo mogelijk nog groter. Kies op bloeiperiode, kleur en klimhoogte. Er zijn twee grote groepen Clematissen: de variëteiten die vooral in mei-juni bloeien en de groep die pas in juli-augustus bloeit.

Tot de vroegbloeiende Clematissen behoren prachtige, grootbloemige variëteiten zoals ‘Barbara Jackman’ (paars gestreept), ‘Fujimusume’ (zuiver blauw), ‘Duchess of Edinburgh’ (roomwit), ‘Kardynal Wyszynski’ (purperrood), ‘Piilu’ (paarsrood), ‘Moonlight’ (zachtgeel) en ‘Niobe’ (dieprood).

Schitterende grootbloemige laatbloeiende Clematissen zijn o.a. ‘Ernest Markham’ (purperrood), ‘Hagley Hybrid’ (dieproze), ‘Jackmanii Superba’ (donker violetblauw), ‘Jan Pawel II’ (lichtroze).

Verzorging

Alle clematissen groeien graag in lichte, wisselende schaduw tot volle zon, als hun wortels maar beschaduwd zijn. Het zijn immers bosrandplanten. Plant daarom lage planten rond hun voet en plant in humusrijke, goed doorlatende grond. Zorg voor een klimsteun waaraan de Clematis zich met zijn tentakels kan vasthouden.

Snoei van de Clematis is afhankelijk van de bloeitijd. Vroege bloeiers eventueel na de bloei terugsnoeien, zomer- en laatbloeiers in het vroege voorjaar (maart). De in Nederland gekweekte soorten en variëteiten zijn allemaal redelijk tot volkomen winterhard. Laat de grond waarin de Clematis groeit niet uitdrogen. Geef bij het inplanten een goede, organische basisbemesting herhaal dat ieder voorjaar.

Tuintips voor mei:

Onkruid bestrijden Gras maaien (het groeit nu hard) Vanaf half mei kuipplanten buiten zetten Winterheide snoeien Uitgebloeide voorjaarsbloeiende heesters snoeien Tot half mei nog kluitplanten (groenblijvers, coniferen) planten Vijver beplanten Potten, bakken en (hang)manden beplanten

13

Juni

Rozengeur

De meeste rozenliefhebbers willen dat hun rozen geuren. Meer dan op kleur en bloemvorm wordt vooral daarop gelet. En er is ruime keuze aan heerlijk geurende rozen: voor ieder soort toepassing, van bodembedekkers tot klimmers, op stam en als struik, met overdadige trossen bloemen of schitterend en edel grootbloemig.

Geschiedenis van rozen

Vooral daarom worden rozen al zeker 5000 jaar gekweekt. De eerste waarschijnlijk door Chinezen of Soemeriërs. Tuiniers hebben sinds de vroegste historie een speciale voorliefde voor rozen gehad, als die tenminste voorkwamen in het gebied (op het noordelijk halfrond) waar ze woonden.

Er zijn ca. 100 soorten rozen bekend uit Europa, Azië en Noord-Amerika en waarschijnlijk (niemand weet dat precies) zo’n 10.000 variëteiten. Geen andere bloem is zo veel geroemd in symboliek, schilderkunst, muziek en literatuur. Geen plant werd zo sterk veredeld als de roos en die verfijning gaat nog altijd door.

Geur in bloemblaadjes

Bij rozen zit de geur in de etherische oliën in de bloemblaadjes. Hoe meer blaadjes, des te meer geur. Sterk gevulde rozen geuren daarom vaak intenser dan andere. Per roos verschilt de altijd rijke geur. Die kan kruidig, fruitig, zelfs pittig en vooral honingzoet zijn.

De beroemde rozenolie wordt in landen als Turkije, Bulgarije en Marokko gewonnen uit de bloemblaadjes van de Damascusroos (Rosa damascena). Voor één druppelrozenolie zijn meer dan honderd rozenbloemblaadjes nodig. Er zijn ook rozen waarbij ook de groene bladeren geuren.

Bij de in België en Nederland inheemse egelantier geuren niet alleen de (enkele) bloemen heerlijk, maar geuren de bladeren naar appels als je ze even wrijft.

14

Enkele verrukkelijk geurende rozen

Struikrozen: ‘Graham Thomas’ (goudgeel); ‘Papa Meilland’ (karmozijnrood); ‘Apricot Queen Elizabeth’ (tros, abrikoosroze); ‘Boule de Neige’ (wit); ‘Blue Moon’ (met een kleur die het dichtst van alle rozen blauw benadert); ‘Peace’ (abrikoos-crème-roze); ‘Mullard Jubilee’ (warm donkerroze); ‘Just Joey’ (kopergeel).

Klimrozen: ‘Albéric Barbier’ (tros, crème); ‘Bobbie James’ (halfdubbel, tros, wit met gele meeldraden); ‘Sympathie’ (rood, oranje bottels); ‘Dorothy Perkins’ (tros, roze); ‘New Dawn’ (roze); ‘Rambling Rector’ (tros, wit, gele meeldraden).

Stamrozen: ‘Schneewittchen’ (tros, wit); ‘New Dawn’ (zie klimrozen, ook als treurroos op stam); ‘Queen Elizabeth’ (roze).

Engelse rozen (de zogenaamde Austin-rozen, naar de kweker van deze neo-klassieke rozen, David Austin): ‘Gertrude Jekyll’ (struik, roze); ‘Heritage’ (struik, roze); ‘Abraham Darby’ (struik, abrikoos). Bodembedekkende rozen: ‘Max Graf’ (roze); ‘Macrantha Raubritter’(zilverroze, iets meeldauwgevoelig).

Verzorging

Rozen hebben behoefte aan voeding waarin o.a. voldoende magnesium moet zitten. Geef uw rozen daarom altijd speciale rozenmest, dan blijven ze optimaal sterk met veel weerstand tegen ziekten en aantastingen. Raadpleeg voor de snoei gespecialiseerde informatie in boeken, tijdschriften of op internet.

Tuintips voor juni:

Maai het gras tijdens droge perioden niet te kort Uitgebloeide bloemen wegnemen Klimplanten aanbinden (ook klimrozen) Controleer op schimmelaantastingen zoals meeldauw Hagen snoeien rond de langste dag (21 juni) Geef kuipplanten ook voeding Vijver controleren, alg verwijderen Denk aan vakantieoppas voor uw tuin en planten

15

Juli

Bloementuin

De zomerse tuin is vol geuren en kleuren – ook licht en schaduw wisselen elkaar intenser af dan in andere jaargetijden. Het plantenleven is nu rijk, sterk, volwassen, op z’n hoogtepunt. De tuin vormt de tegenpool van het hectische leven van alledag, een plek om je in op te laden, jezelf te hervinden en de dingen weer in een juist perspectief te zien. De zachte, beloftevolle kracht die bloeiende planten uitstralen, helpt daarbij enorm. In een bloementuin bent u er middenin. En er bloeit nu veel, heel veel…

Prachtige composities

In de natuur zoeken plantengemeenschappen hun eigen balans: met elkaar, met de bodem, met weer en wind en water. In de tuin maken wij onze combinaties, veel eenvoudiger en voor ons begrijpelijker met goed gebruik van hoogte- en vormverschillen, blad- en bloemvormen, harmoniërende kleuren en een zo eenvoudig mogelijke verzorging.

De ervaring van anderen die bij aanschaf van de planten op de etiketten te vinden is, wijst de eerste weg. Daarna groeit het geheel onder uw handen en doen de planten het toch voor een deel zelf. U dirigeert.

Het is volop genieten als de kleur- en vormmuziek die ontstaat misschien zelfs mooier is dan u ervan verwachtte. Vloeiende overgangen met hier en daar een fel accent, of zacht en dromerig, ruim en weids in blauw en lilaroze, of bruisend rood, geel, oranje en warmbruin.

Verschillende sferen in uw tuin

Wat dacht u van klokjesbloemen (Campanula) in blauwe, lila, roze tinten en wit. Ze combineren prachtig met soorten als vingerhoedskruid, duizendblad, kattenstaart en teunisbloemen. Montbretia (Crocosmia) groeit graag op een zonnige, beschutte plek, ‘Lucifer’ is vurig rood. Combineer met gele Mimulus en bruinbladige Heuchera.

Daglelie (Hemerocallis) is er in duizend kleuren die passen bij irissen, eendagsbloemen, monnikskap of bijv. Erigeron, afhankelijk van hun kleur en uw smaak. Vuurpijlen (Kniphofia) passen fantastisch bij siergrassen, fijn gipskruid en Verbena. Magnifiek en sterk van vorm. Echte accentplanten!

16

Koekoeksbloemen (Lychnis) hebben iets vertederends, maar de scharlakenrode brandende liefde (Lychnis chalcedonica) schreeuwt het uit. Combineer met grijze lamsoor, ooievaarsbekken, Campanula’s en zachtgetinte salie.

Andere mogelijkheden met bloemen

Kattenstaart (Lythrum) harmonieert goed met siergrassen, allerlei irissen en eendagsbloemen. Bergamotplanten (Monarda) met rode, roze en witte tinten zijn heel mooi met Veronica, Astilbe, Cimicifuga, siergrassen enz. Kattenkruid (Nepeta) in vooral blauw en wit is schitterend bij rozen, Monarda en Potentilla zorgen voor veel geur en vlinders.

Dat geldt ook voor marjolein (Origanum; ‘Herrenhausen’ en ‘Hopleys’ zijn geweldige weefplanten), lavendel, salies, tijm enz. Slangenkop (Penstemon; rood, wit, roze) past weer goed bij Nepeta, salie en bijv. Limonium. Van de vlambloemen (Phlox) zijn de vele hoge en lage vormen eigenlijk onmisbaar in borders en bakken. Er valt eindeloos mee te combineren, zo groot is hun verscheidenheid!

En dat zijn maar enkele van de honderden soorten die u nu zelfs bloeiend, zo vanuit hun potjes, kunt planten. Meteen genieten!

Verzorging

Vaste planten zijn heel gemakkelijk. Kies ze voor zon of schaduw, voor vochtige of droge grond. Er zijn groenblijvende en in de herfst bovengronds afstervende soorten. Als ze het naar hun zin hebben komen ze – eenmaal geplant – ieder jaar terug.

Omdat ze geen verhoutende stengels vormen, worden ze ieder jaar even hoog. Ze groeien hooguit in de breedte en u hoeft ze alleen in het voorjaar op te schonen. Geef ze dan ook een goede basisbemesting en zet een groeisteun bij hoge soorten. Tijdens droge perioden extra water geven. Vaste planten zijn ook vaak uitstekende snijbloemen.

Tuintips voor juli:

Bladluizen kunnen nu lastig zijn – zware aantastingen bestrijden Bloemenweiden na de bloei maaien Graskanten bijwerken Sproei in droge perioden liefst ’s avonds of ’s morgens vroeg Rozen mesten voor herbloei Wilde scheuten bij rozen weghalen Hoge vaste planten steunen Liguster en andere bladverliezende hagen snoeien Heeft u al vakantieoppas voor uw tuin?

17

Augustus

Bramen en bottels

Bramen vol heerlijk sap en struiken vol rozenbottels. Wat een rijkdom! En dan heeft u ook al kunnen genieten van de bloei van bramen en bottels! In de tuin zijn sierplanten met culinaire meerwaarde ideaal. Steeds meer mensen zoeken die combinatie. Bramen zijn geweldig om van te snoepen, in desserts te verwerken of om sap en jam van te maken. Rozenbottels zijn heerlijk gekookt als zoete saus, in jams en compotes, om thee van te trekken en in ijs. Plant bramen beschut als leiplant tegen de schutting en zet bottelrozen gewoon tussen de sierplanten. Een aanwinst voor uw tuin en eettafel!

Bramen zijn ook rozen

Er zijn zoveel soorten bramen met vaak grote verschillen dat de indeling erg lastig is. Veel gecultiveerde bramen stammen af van Amerikaanse bramensoorten. De echte Europese bosbraam is Rubus fruticosus met hoekige stengels die in een grote boog groeien. Iedereen kent deze planten met hun grote stekels en heerlijke vruchten.

De vruchten bestaan uit een cluster kleine steenvruchten die rond een centrale kolf of spil zijn gegroepeerd. Ze beginnen groen, worden dan rood en, als ze rijp zijn, glanzend zwart. Kies uit rassen met gestekelde takken (bijv. ‘Himalaya’) of stekelloze (doornloze), zoals Rubus ‘Thornless Evergreen’, ‘Thornfree’, ‘Dirksen Thornless’ of ‘Smoothstem’. Ze geven grote vruchten, ieder jaar kilo’s opbrengst en per ras verschilt de smaak van zoet tot friszuur. Proef en kies. Het is er nu de tijd voor (oogst van juli-augustus tot oktober).

18

Goede bottelrozen

De bekendste leveranciers van bottels (speciaal voor de productie van bottels) zijn vormen van de Japanse bottelroos of rimpelroos (Rosa rugosa) die het ook aan de kust goed doet. Deze roos trekt zich niets aan van zoute lucht.. Er zijn diverse variëteiten, zoals de wit bloeiende ‘Alba’, en hybriden met Rosa rugosa als een van de ouders, bijvoorbeeld de paarsroze ‘Fru Dagmar Hastrup’. Deze bottelrozen bloeien in juni-september.

De bottelrozen leveren bottels die wel 2 cm groot kunnen zijn, glad en kogelvormig tot platrond, oranjerood. Ook vogels zijn gek op deze bottels (vooral groenlingen!). Ook bij de Engelse of Austin rozen komen bottelproducenten voor, zoals de sterke, halfgevuld en roze bloeiende Rosa ‘Dapple Dawn’.

Kleur van bottels

De échte bottelroos (qua Nederlandse naam) heet Rosa villosa en komt uit Oost-Europa en de Kaukasus. Deze bottelroos heeft iets roodachtige, berijpte twijgen, grijsgroen, lichtbehaard blad en lichtrode, enkele bloemen in juni-juli. Al in augustus verschijnen de eerste bottels (groot en rood) aan deze tot 2 m hoge heester.

Nog een goede, tot 1,5 m hoge bottelroos: de eglantier (Rosa rubiginosa) met geurende, rode bloemen (juni-juli), naar frisse appels geurend blad en ronde, oranje bottels. Lang niet alle rozenbottels zijn (oranje)rood. Bij de Chinese roos (Rosa chinensis) worden ze blauwgroen, bij de duinroos (Rosa pimpinellifolia) zijn ze bruinzwart.

Soms zijn ze borstelig of behaard, zoals bij Rosa × damascena, of flesvormig zoals bij Rosa moyesii, peervormig (Rosa omeiensis) of eivormig (en donkerrood) (Rosa wichuraiana).

Verzorging

In pot gekweekte bramen en bottelrozen kunt u het hele jaar door planten. Bramen ca. 1,5 m uit elkaar planten. Bind de scheuten aan. Ze geven tot in oktober bramen. Snoei in de periode november-maart (raadpleeg een goed snoeiboek). Geef begin augustus nog een keer kalirijke mest. Bottelrozen tijdens de bloei rozenmest geven. In december-februari snoeien. In september-oktober bottels oogsten.

19

Tuintips voor augustus:

Pas op voor schimmelaantastingen nu het vochtiger wordt (dauw!) Lavendel terugsnoeien Pioenrozen worden niet graag verplant, maar als het moet, doe het dan nu Het gazon voor de laatste keer bemesten Nieuw gazon inzaaien Coniferenhagen snoeien Rozen op aantastingen controleren Woekerende vijverplanten uitdunnen Tuinkruiden oogsten om te drogen Afgedragen scheuten bij frambozen wegnemen

20

September

Herfstbloeiers

Herfstbloeiende planten kleuren van nature naar het lage licht: krachtig en warm, verzadigd, soms sereen. De herfstbloeiers onder de vaste planten zijn opvallend vaak hoog. Hun groeitijd is langer en daardoor valt hun bloeitijd later. Veel herfstbloeiende planten die de zomerse border kleurden, hebben hun best al gedaan. Het is oogsttijd in de natuur. De cyclus wordt voltooid. Langzaam begint de voorbereiding op de rust die winter heet. Maar juist in deze overgangsperiode zijn prachtig bloeiende planten uiterst welkom.

Nectar snoepen bij hoge herfstasters

Vlinders (Atalanta’s) en bijen bezoeken graag twee soorten herfstasters: de ruwbladige Aster novae-angliae en de gladbladige Aster novi-belgii. De vele variëteiten van de eerste soort vormen sterke, houtachtige stengels (tussen de 1,5 en 2 m hoog!) die geen steun nodig hebben. Deze herfstbloeiende planten woekeren niet en ze hebben weinig last van meeldauw. Bekende herfstbloeiende variëteiten zijn bijv. ‘Andenken an Alma Pötschke’ (karmijnrood), ‘Purple Dome’ (paars), ‘Barr’s Pink’ (roze) en ‘Herbstschnee’ (wit).

De variëteiten van Aster novi-belgii groeien uit een kruipende wortelstok, ze blijven wat lager (75-150 cm) en vragen soms wat steun. Bij deze groep zijn met name de blauwe herfstbloeiers uitzonderlijk mooi. Voorbeelden: ‘Blue Bouquet’ (slechts 75 cm hoog!), ‘Plenty’ (lavendelblauw), ‘Eventide’ (grote blauwe, halfgevulde bloemen).

21

Er zijn ook prachtige wit, roze, rood en paars bloeiende vormen. Maar er zijn meer herfstbloeiende asters, bijv. de wit bloeiende sluieraster (Aster ericoides) Goede variëteiten: ‘Golden Spray’ (geel), ‘Erlkönig’ (violet) en ‘Pink Cloud’ (roze). Ook roze en overvloedig bloeit de hoge (120-150 cm) hybride-herfstaster ‘Pink Spray’.

Andere, prachtige herfstbloeiers

Er zijn zo veel prachtige herfstbloeiende planten dat we maar een greep doen: Japanse en herfstanemonen (Anemone hybrida en Anemone hupehensis). De roze bloeiende ‘Königin Charlotte’ kan wel 150 cm hoog worden. ‘Honorine Jobert’ bloeit zuiver wit met gele meeldraden; de Hupehensis-variëteit ‘Prinz Heinrich’ warm wijnrood. Prachtplanten zijn het!

Vergeet ook de monnikskappen niet. De tot wel 2 m hoge Aconitum carmichaelii ‘Barker’s Variety’ bloeit pas in oktober volop (violetblauw). Vanaf augustus bloeit de vaste-plantzonnebloem Helianthus decapetalus ‘Capenoch Star’ met citroengele bloemen (175 cm hoog).

Een echte laatbloeier is ook de zilverkaars Cimicifuga simplex ‘White Pearl’ (150 cm). Pampagras (Cortaderia) en prachtriet (Miscanthus sinensis) dragen nu hun rijke pluimen. Ook de armeluisorchidee Tricyrtis formosana bloeit volop. Bij sommige herfstbloeiende vaste planten zorgen niet de bloemen, maar bessen nu voor kleur, bij Actaea rubra (50 cm) zijn ze bloedrood.

Verzorging

Herfstbloeiende vaste planten (meerjarige kruidachtige planten) zijn makkelijk te verzorgen. Laat ze rustig afsterven. Schoon de straks afgestorven stengel- en bladermassa in het voorjaar op. Het geeft wortels winterbescherming. Zorg dat groenblijvende herfstbloeiers niet worden afgedekt. Geef in het voorjaar een goede organische basisbemesting.

Tuintips voor september:

Niet meer mesten, de planten moeten afharden Lelies nu (ver)planten Uitgebloeide balkon- en perkplanten weghalen Van allerlei planten kunt u nu zaden oogsten Breng een verse mulchlaag aan Gazon niet meer mesten Ranken van klimplanten aanbinden Groenblijvende heesters en bomen nu planten Hagen dit jaar voor de laatste maal knippen Vijvervissen minder gaan voeren De hazelnoten (en veel andere vruchten) zijn rijp

22

Oktober

Siervruchten

De natuur heeft ook in de tuin haar jaarlijkse cyclus weer volbracht met een overdaad aan heerlijke en prachtige vruchten. Vroeger waren de mensen daar zeer nauw bij betrokken en vierde men uitbundige feesten om die weergaloze siervruchten te vieren. Tegenwoordig is dat natuurgevoel anders. Niet minder betrokken, maar nu staat de schoonheid voorop. Wij genieten vooral van al die vruchten in vormen en kleuren die struiken en sommige bomen nog tot laat in het seizoen sieren.

Heesters met lekkere siervruchten

Het plezier in siervruchten wordt nog groter als er ook nog allerlei vogels op af komen. Vogelbezoek is nu gegarandeerd als u een van de volgende soorten heesters in uw tuin heeft:

- Meidoorn (Crataegus-soorten, rode bessen) - Dwergmispel (bijv. Cotoneaster × watereri ‘Cornubia’; massa’s grote rode bessen). - Gelderse roos (Viburnum opulus; nu samen met de herfstkleur van het blad ook vol schermen glanzende, rode bessen). - Bottelrozen (bijv. Rosa rugosa met bottels bomvol vitamine C; de vogels weten dat ook!). - Hulst (Ilex; de vrouwelijke planten dragen rode, gele of zelfs witte bessen (afhankelijk van soort en varieteit).

23

- Fazantenbes (Leycesteria formosa) is een bijzondere, vaste-plantachtige halfheester met siervruchten ( tot 2 m hoog). In de zomer verschijnen hangende trossen witte bloemen met bordeauxrode kelkbladen. Daarna volgen de paarsrode bessen.

Heesters met 'vieze' siervruchten

Er zijn ook genoeg heesters met siervruchten die minder gauw door vogels worden gegeten (waarschijnlijk omdat ze niet zo lekker smaken). Dat zijn bijvoorbeeld:

- Schoonvrucht (Callicarpa, bijv. C. bodinieri var. giraldii; nu rijk bezet met clusters lilapaarse bessen, ook nog aan de straks kale takken. Het blad heeft een schitterende herfstkleur. De cultivar ‘Profusion’ draagt zo mogelijk nog rijker dan de variëteit). - Kardinaalshoed (o.a. Euonymus planipes met gevleugelde roze siervruchten in een oranje vruchtmantel en oranjerood verkleurend herfstblad. Bij E. hamiltoniana ‘Red Elf’ zijn de (trossen) siervruchten warmroze met oranje zaden). - Glansmispel (Photinia davidiana; wintergroen met rood uitlopend jong blad en de hele winter door blijven de rode siervruchten). - Parelbes (Pernettya mucronata, lage struikjes met lang aanblijvende bessen die per variëteit van kleur verschillen. Bij ‘Wintertime’ zijn het witte siervruchten. Bij ‘Parelmoer’ spreekt de naam voor zich).

Bomen met siervruchten

Denk aan sierappeltjes (Malus) met rode siervruchten (‘Red Sentinel’) of gele siervruchten (‘Wintergold’), oranjerode siervruchten (‘Professor Sprenger’), oranje siervruchten(‘John Downie’) en nog veel meer vruchtkleuren. Hetzelfde geldt voor lijsterbessen (Sorbus) die niet alleen oranje en felrode siervruchten heeft (S. scalaris), maar ook witte (S. forrestii en S. cashmiriana) en zelfs gele siervruchten (S. ‘Joseph Rock’) kunnen hebben. Hulst (Ilex) noemden we al.

24

Verzorging

Alle genoemde siervruchtgewassen zijn in pot of met kluit te koop en nu, vaak zelfs beladen met siervruchten, direct plantbaar. Plant ze even diep (in een ruim plantgat) als ze in de pot of op de kwekerij hebben gestaan en zorg door rondom aantrappen (met de neus van schoen of laars naar de stam of grondtakken gericht) dat de grond goed rond de wortels aansluit. Geef de eerste paar weken extra water.

Tuintips voor oktober:

Nog steeds onkruid wieden – het scheelt volgend jaar echt Bladverliezende heesters en bomen zijn nu goed te (ver)planten Zet de laatste kuipplanten tijdig binnen Hark afgevallen blad bij elkaar – geeft prima compost Vijver afdekken tegen inwaaiend blad Gazon bladvrij houden Plantensteunen verwijderen Winterbloeiende heide planten

25

November

Bodembedekkend siergroen

Als het maar even mogelijk is, bedekt de natuur ieder oppervlak dat licht en lucht ontvangt, met levend groen. Het begint met algen, wieren en mossen. Daarna volgen andere bodembedekkende planten. De lucht is vol met sporen en zaden die kiemen waar ze maar kans zien. De eeuwige strijd tegen ‘ onkruid’ die daaruit ontstaat, wordt nooit gewonnen, tenzij u doet wat de natuur wil: de grond bedekken met groen.

Voordelen bodembedekkend siergroen

Maar dan met groen dat ú mooi vindt! Bodembedekkend siergroen onderdrukt wilde onkruidgroei, beschermt het bodemleven en houdt de bodem langer vochtig. Het reguleert bovendien de temperatuur bij de wortels van uw planten. En het is – als u dat wilt – zelfs wintergroen!

Prachtige bodembedekkers als groene basis

Denk bij bodembedekkende planten niet alleen aan gazons. Er zijn veel meer planten die laag blijven, kussen- of tapijtvormend uitgroeien en de grond perfect bedekken.

U vindt deze bodembedekkende planten bij coniferen, heesters (ook sommige rozen) en vaste planten. Er zijn ook bodembedekkende planten die met hun wortels de grond op hellingen en taluds uitstekend vasthouden. We noemen voorbeelden uit alle groepen.

Bodembedekkende coniferen

Kruipende jeneverbessen: Juniperus communis ‘Green Carpet’ (15 cm hoog, jaarrond heldergroene naaldjes); J. c. ‘Repanda’ (25 cm, frisgroen); J. procumbens ‘Nana’ (30 cm, blauwgroen); J. horizontalis ‘Plumosa’ (15 cm, grijsgroen); J. squamata ‘Blue Carpet’ (30 cm, blauwgrijs).

26

Microbiota decussata wordt 30 cm hoog en heeft heldergroen schubvormig loof dat ’s winters bronsgroen kleurt. Taxus baccata ‘Repandens Aurea’ wordt 45 cm hoog en heeft geelgerand groen naaldvormig blad. Het zijn allemaal wintergroene bodembedekkende planten.

Bodembedekkende heesters

Wintergroene bodembedekkende planten zijn o.a.: klimop (bijv. de groene Hedera helix, de zilvergrijze, witgerande H.h. ‘Glacier’, de glanzende, donkergroene ‘Ivalace’) en de Ierse klimop (H. hibernica). Hertshooi (Hypericum calycinum, 30 cm, goudgele bloemen). Kleine maagdenpalm (Vinca minor, 10 cm, met blauwe, paarse of witte bloemen.

Leptospermum rupestre vormt een dicht donkergroen (’s winters bronsgroen) tapijt. ’s Zomers massa’s witte bloempjes. Dwergmispel (Cotoneaster dammeri, 25 cm, met groen blad, witte bloemen, rode winterbessen). Pachysandra terminalis, 10 cm, witte bloemen in het voorjaar. Wintergroene kardinaalshoed (Euonymus fortunei ‘Vegetus’ wordt maar 30 cm hoog, frisgroen).

Bodembedekkende rozen

Rosa ‘Max Graf’ (45 cm hoog, rankt tot 3 m ver, dieproze, naar appels geurende bloemen in de zomer); ‘Grouse’ (ranken tot 3 m, bloeit bleekroze, geurend); ‘The Fairy’ (rankt tot 90 cm hoog en ver, roze doorbloeier); ‘Seagull’ (rankt tot 4 m, in de zomer halfgevulde, witte, geurende bloemen met een geel hart.)

Bodembedekkende vaste planten

Bodembedekkende vaste planten voor zon o.a.: Hoornbloem (Cerastium tomentosum, 10 cm, zilvergrijs blad, witte bloemen); zeepkruid (Saponaria ocymoides, 15 cm, roze of witte bloempjes); bloedooievaarsbek (Geranium sanguineum var. striatum, 10 cm, bloeit lichtroze); duizendknoop (Persicaria affinis ‘Donald Lowndes’, 15 cm, roze bloemen); Kaukasische ereprijs (Veronica peduncularis ‘Georgia Blue’, 15 cm, paarse lentebloemen).

Bodembedekkende vaste planten schaduw o.a.: schuimkaars (Tiarella cordifolia, 20 cm, in het vroege voorjaar ijle, witte pluimen); Waldsteinia ternata (10 cm, gele bloemen); gele dovenetel (Lamiastrum galeobdolon ‘Florentinum’, 25 cm, gele bloemen in mei); mansoor (Asarum europaeum, 15 cm, hartvormig, glanzend, donkergroen blad). De meeste genoemde vaste planten zijn wintergroen. Een redelijk goed beloopbare bodembedekker is loopkamille (Chamaemelum nobile ‘Treneague’).

Alle genoemde bodembedekkende soorten zijn in pot gekweekt direct plantbaar (mits het niet vriest en ook de grond niet bevroren is).

27

Tuintips voor november:

Afgevallen blad verzamelen – verwijder het ook regelmatig van de netten boven de vijver

Fruitbomen en bladverliezende heesters planten Geef bij nieuwe aanplant extra water Gazon laatste maal maaien Niet over bevroren gras lopen Reparaties in de tuin uitvoeren Zorg dat alles stormvast is Boombanden controleren Leiheesters en stamrozen goed aanbinden Zorg voor winterbescherming van gevoelige planten

28

December

Groen effect

Groene planten zijn onmisbaar in natuur, tuin en milieu. Ze maken de zuurstof die de basis van ons leven vormt. ‘Eeuwig groene’ planten vormen daarbij de superklasse.

Waarom groen?

Groen is de basiskleur van het leven. Dat komt door het groene chlorofyl in levende plantencellen. Groen is absoluut (ook gevoelsmatig) de belangrijkste kleur in een tuin. Groen is – heel symbolisch – de verbindende mengkleur tussen aarde (rood en geel) en lucht/water (indigo en donkerblauw).

De levende, groene laag op onze aarde ontstaat letterlijk uit de verbinding van aarde, lucht en water. Samen met de ‘harde materialen’ zijn groenblijvende planten de meest constante elementen in een tuin en in deze tijd van het jaar brengen we ze ook graag in huis. Geniet ervan!

Het hele jaar een groene tuin

Planten die de tuin altijd groen kleuren, worden ook wel ‘wintergroene’ planten genoemd. Dat kunnen loofbomen, coniferen, heesters of vaste planten zijn. Wintergroene planten trekken zich weinig of niets aan van onze seizoenen. Ze gaan in de koude maanden niet in rust, verminderen hooguit hun activiteit een beetje en behouden hun blad.

29

Het is niet zo dat wintergroene planten geen blad laten vallen. Dat doen ze alleen niet ineens, maar geleidelijk (blaadje na blaadje het hele jaar door, net zoals bij veel planten in de tropen). Vaak hebben ze een special soort winterbescherming ontwikkeld: leerachtig blad, een waslaag op het blad, ze kunnen het opkrullen (bamboe) of de bladstand veranderen (Rhododendron) om de verdamping te verminderen en niet uit te drogen.

Soms veranderen ze ’s winters ook een beetje van kleur om zich te beschermen (volgroen wordt bij sommige coniferen bijv. bronskleurig of roodachtig).

Goede groenblijvers

Er zijn er honderden om uit te kiezen en mee te combineren. Ze komen bij alle plantengroepen voor:

Loofbomen

Vooral hulstsoorten en -cultivars (Ilex), met groen, blauwgroen, of goud- en zilverbont blad en rode, oranje, gele of witte bessen (aan vrouwelijke planten, als er tenminste een mannetje van dezelfde soort in de buurt staat) blijven goed groen.

Coniferen

Bijna alle soorten coniferen zijn wintergroen (uitzonderingen zijn de bladverliezende Larix, Metasequioa, de moerascipres (Taxodium) en Ginkgo). Het loof is fijn en schubachtig (bijv. bij Thuja’s) of naaldvormig (zoals bij sparren, dennen, ceders enz.). Soms zijn die naalden zacht en zelfs mosachtig, soms hard en stug.

Ze zijn er in allerlei tinten groen, blauw, geel, bont en u kunt kiezen uit hoog opgaande tot breed spreidende en zelfs miniatuur- en smalle zuilvormen. Heel bekend zijn (met naaldvormig blad): venijnbomen (Taxus), jeneverbessen (Juniperus), dennen (Pinus), sparren (Picea), zilversparren (Abies), mammoetboom (Sequoiadendron) en ceders (Cedrus). Geschubd loof hebben o.a. Chamaecyparis, Thuja, leylandcipres (× Cupressocyparis), Microbiota en Thujopsis.

Heesters

Heel mooi en sterk zijn laurierkersen (Prunus laurocerasus) en de soort met kleiner blad (Prunus lusitanica subsp. azorica). Ze vertakken sterk en dicht (met als extra witte, geurende bloemen en rode resp. paarse bessen). Rhododendron’s kent iedereen, evenals het broodboompje (Aucuba) en het randpalmpje (Buxus sempervirens).

30

Hedera hibernica is een prachtige wintergroene klimop. Olijfwilgen (Elaeagnus) zijn er ook met goud- of zilverbont blijvend blad, evenals wintergroene sneeuwballen (Viburnum-soorten), de rood uitlopende en wit bloeiende Photinia × fraseri ‘Red Robin’, bamboes, bodembedekkers zoals Pachysandra en bergthee (Gaultheria) en nog veel meer.

Vaste planten

Groenblijvend zijn o.a. schoenlappersplant (Bergenia cordifolia), palmlelies (Yucca), dubbelloofvaren (Blechnum) en Nieuw-Zeelands vlas (Phormium).

Tuintips voor december:

Plant vroeg in het jaar bloeiende groenblijvers niet op het oosten om vorstbeschadiging van de bloemknoppen te voorkomen

Bescherm groenblijvende planten tijdens ‘ kale vorst’ en fel zonlicht tegen uitdroging door ze tijdelijk af te schermen (bijv. met tuinvlies)

Gereedschappen schoonmaken, zo nodig repareren en (laten) slijpen en opbergen Heesters en bomen die met kale wortels worden geleverd, direct planten of tijdelijk

inkuilen Vruchtbomen en (klim)heesters snoeien Gooi oude bestrijdingsmiddelen weg (chemisch afval) Berg tuinslangen droog op Zorg voor goede waterafvoer en winterbescherming bij planten in potten en bakken Noppenfolie isoleert heel goed Vergeet de vogels niet