FOD FINANCIEN
Nationale Kas
voor
Oorlogspensioenen
Verslag 2010
JAARVERSLAG
OVER DE VERRICHTINGEN EN DE TOESTAND
van de
NATIONALE KAS VOOR OORLOGSPENSIOENEN
door de wet van 23 januari 1925 opgericht
en beheerd door de
FOD FINANCIEN - ADMINISTRATIE DER THESAURIE
bij toepassing van de wet van 30 november 1979
en van het koninklijk besluit van 21 december 1979
JAAR 2010
INHOUDSTAFEL A. Oorlogspensioenen 1914 - 1918
1. Pensioenen toegekend aan militaire invaliden ................................................................... 6
2. Weduwen- en wezenpensioenen....................................................................................... 6
3. Toelagen aan ascendenten .............................................................................................. 10
4. Frontstrepenrenten ........................................................................................................... 10
5. Renten aan weduwen en wezen van houders van frontstrepen...................................... 11
6. Gevangenschapstrepenrenten ......................................................................................... 12
7. Renten aan weduwen en wezen van houders van gevangenschapstrepen ................... 12
8. Renten ten voordele van de politieke gevangenen ........................................................... 13
9. Renten aan weduwen en wezen van politieke gevangenen ............................................ 13
10. Renten ten voordele van agenten van de inlichtingsdiensten ........................................ 13
11. Renten aan weduwen en wezen van agenten van de inlichtingsdiensten..................... 13
12. Renten ten voordele van strijders van Eupen-Malmedy................................................. 13
13. Renten aan weduwen en wezen van strijders van Eupen-Malmedy ............................. 14
14. Uitkeringen aan burgerlijke slachtoffers ......................................................................... 15
15. Uitkeringen aan rechthebbenden van burgerlijke slachtoffers ....................................... 16
16. Renten ten voordele van gedeporteerden ...................................................................... 18
17. Renten ten voordele van de zeevissers ......................................................................... 19
B. Militaire pensioenen vredestijd vóór 25.08.1939
1. Pensioenen toegekend aan militaire invaliden ................................................................. 20
2. Weduwen- en wezenpensioenen..................................................................................... 21
3. Toelagen aan ascendenten .............................................................................................. 22
C. Oorlogspensioenen 1940 - 1945
1. Vergoedingspensioenen toegekend aan militaire invaliden.............................................. 23
2. Weduwen- en wezenpensioenen..................................................................................... 26
3. Vergoedingspensioenen van ascendenten ...................................................................... 32
4. Pensioenen aan begunstigden van art.12 of 13 van de wet van 11 april 2003 ................ 32
5. Strijders- en gevangenschapsrenten ............................................................................... 33
6. Renten aan weduwen en wezen van strijders en gevangenen ....................................... 38
7. Renten toegekend aan militairen gemobiliseerd in 1939 - 1940 ...................................... 40
8. Renten aan begunstigden van art.12 of 13 van de wet van 11 april 2003 ....................... 40
9. Herstelpensioenen aan burgerlijke slachtoffers ............................................................... 41
10. Herstelpensioenen aan rechthebbenden van burgerlijke slachtoffers ........................... 42
11. Renten toegekend aan gedeporteerden en werkweigeraars voor de
verplichte tewerkstelling en aan weerstanders tegen het nazisme ............................... 46
12. Renten aan begunstigden van art. 15 van de wet van 11 april 2003 ............................. 49
13. Renten ten voordele van de zeevissers ......................................................................... 50
14. Vergoedingen ingesteld bij de wet van 10 februari 1964 ................................................ 51
15. Renten ten voordele van de verplicht ingelijfden bij het Duitse leger en aan
hun rechthebbenden....................................................................................................... 52
D. Militaire pensioenen van vredestijd na 25.08.1947 1. Vergoedingspensioenen toegekend aan militaire invaliden.............................................. 53
2. Weduwen- en wezenpensioenen..................................................................................... 54
3. Ascendentenpensioenen .................................................................................................. 56
E. Renten in de nationale orden
1. Renten toegekend aan titularissen van nationale orden .................................................. 57
2. Renten toegekend aan weduwen en wezen van titularissen van nationale orden
(1914 - 1918) ........................................................................................................................ 58
3. Renten voor nationale orden toegekend aan rechthebbenden die al dan
niet oorlogsdiensten hebben vervuld ................................................................................ 58
BEWEGINGEN DER PENSIOENEN EN RENTEN 1. Nieuwe pensioenen en renten in 2010 ............................................................................. 59
2. Wijzigingen der pensioenen en renten in 2010 ................................................................ 61
3. Pensioenen en renten in 2010 uitgedoofd ingevolge het overlijden van de titularis ........ 63
4. Bedragen der betalingen .................................................................................................. 65
2
B E H E E R
De Minister van Financiën heeft aan de Administrateur-generaal van de Administratie der
Thesaurie bepaalde bevoegdheden opgedragen, inzonderheid de bevoegdheid om het
dagelijks bestuur van de Kas waar te nemen.
In de uitoefening van zijn bevoegdheden ten aanzien van de Nationale Kas voor
Oorlogspensioenen voert de Administrateur-generaal van de Administratie der Thesaurie
de titel van Administrateur van de Nationale Kas voor Oorlogspensioenen.
De Administrateur van de Kas wordt bijgestaan door een Raadgevend Comité dat tot taak
heeft alle voorstellen te doen die van aard zijn het vervullen van de opdracht van de Kas te
vergemakkelijken.
SAMENSTELLING VAN HET RAADGEVEND COMITE
VOORZITTER :
M. MONBALIU, Administrateur
LEDEN :
D. DE NEEF, Afgevaardigde van de Voorzitter van het Coördinatiecomité
der verenigingen van Weggevoerden, Werkweigeraars en
Burgerlijke slachtoffers van beide oorlogen
A. BERTOUILLE, Algemeen Secretaris van het Sociaal Fonds van Politieke
Gevangenen, Ascendenten, Weduwen en Wezen
M. AVART, Auditeur-generaal van financiën bij de Pensioendienst
Openbare Sector
Chr. BINAME, Eerstaanwezend adviseur bij BNP Paribas
3
JAARVERSLAG VAN DE BEWERKINGEN EN DE TOESTAND VAN DE
NATIONALE KAS VOOR OORLOGSPENSIOENEN
Bij toepassing van de wet van 30 november 1979 en van het koninklijk besluit van 21
december 1979, wordt de Nationale Kas voor Oorlogspensioenen beheerd in de schoot
van de FOD Financiën door de Administratie der Thesaurie.
In de loop van het jaar 2010 heeft de Nationale Kas 2 369 nieuwe pensioenen en renten ten
laste genomen, waarvan 1 860 vanwege de Pensioendienst Openbare Sector en 509
vanwege de Dienst voor de Burgerlijke Oorlogsslachtoffers.
In de loop van datzelfde jaar ontving de Kas 11 925 uittreksels uit akten van overlijden.
Ingevolge de verhoging van het indexcijfer der consumptieprijzen, heeft de Kas de renten
en pensioenen gekoppeld aan dit indexcijfer, verhoogt op 1 oktober 2010 :
- coëfficiënt 1,5157
wat in totaal 92 505 wijzigingen vertegenwoordigt.
Op 31 december 2010 beliep het aantal pensioenen en renten 116 876a tegen 126 432 op
31 december 2009.
In 2010 gaf de betaling der oorlogspensioenen en -renten aanleiding tot een uitgave van
182 461 191,16 € tegen 196 853 403,77 € in 2009.
Ingevolge budgettaire wijzigingen zijn de renten voor nationale orden, toegekend
aan rechthebbenden die al dan niet oorlogsdiensten hebben vervuld, inbegrepen
in het verslag en dit vanaf 2006.
aRekening houdend met een miniem aantal pensioenen en renten uitgedoofd om diverse redenen
(beslissing van het opdrachtgevend departement, verstrijken van de termijn van het pensioen, tweede
huwelijk, vermoeden van overlijden).
4
ARBEIDSVELD
De Nationale Kas heeft om en bij de honderd twintigduizend pensioenen en renten ten
laste die onderverdeeld worden in de volgende categorieën.
(Aantal op 31.12.2010)
A. PENSIOENEN EN RENTEN VAN DE OORLOG 1914-1918 2009 2010
1. Militaire invaliditeitspensioenen
2. Weduwen- en wezenpensioenen
3. Toelagen aan ascendenten
4. Frontstrepenrenten
5. Renten aan weduwen en wezen van houders van frontstrepen
6. Gevangenschapstrepenrenten
7. Renten aan weduwen en wezen van houders van
gevangenschapstrepen
8. Renten ten voordele van politieke gevangenen
9. Renten aan weduwen en wezen van politieke gevangenen
10. Renten ten voordele van agenten van de inlichtingsdiensten
11. Renten aan weduwen en wezen van agenten van de
inlichtingsdiensten
12. Renten ten voordele van strijders van Eupen-Malmedy
13. Renten aan weduwen en wezen van strijders van Eupen-Malmedy
14. Uitkeringen aan burgerlijke slachtoffers
15. Uitkeringen aan rechthebbenden van burgerlijke slachtoffers
16. Renten ten voordele van gedeporteerden
17. Renten ten voordele van zeevissers
0
91
0
0
372
0
24
0
0
0
0
0
1
13
70
2
0
0
74
0
0
315
0
18
0
0
0
0
0
0
9
59
1
0
TOTALEN 573 476
B. MILITAIRE PENSIOENEN VREDESTIJD VOOR 25.08.1939
1. Militaire invaliditeitspensioenen
2. Weduwen- en wezenpensioenen
3. Ascendententoelagen
0
1
0
0
1
0
TOTALEN 1 1
5
C. PENSIOENEN EN RENTEN VAN DE OORLOG 1940-
1945
2009 2010
1. Vergoedingspensioenen aan invaliden
2. Vergoedingspensioenen aan weduwen en wezen
3. Vergoedingspensioenen aan ascendenten
4. Pensioenen toegekend aan begunstigden bedoeld in art.12 of 13
van de wet van 11 april 2003
5. Strijders- en gevangenschapsrenten
6. Renten aan weduwen en wezen van strijders en gevangenen
7. Renten ten behoeve van militairen gemobiliseerd in 1939-1940
8. Renten toegekend aan begunstigden bedoeld in art.12 of 13 van
de wet van 11 april 2003
9. Herstelpensioenen aan burgerlijke slachtoffers
10. Herstelpensioenen aan rechthebbenden van burgerlijke
slachtoffers
11. Renten ten voordele van gedeporteerden en werkweigeraars voor
de verplichte tewerkstelling en van weerstanders tegen het
nazisme
12. Renten toegekend aan begunstigden van art.15 van de wet van 11
april 2003
13. Renten ten voordele van zeevissers
14. Vergoedingen toegekend door de wet van 10.2.1964
15. Renten van de verplicht ingelijfden bij het Duitse leger en hun
rechthebbenden
3 880
15 542
9
19
13 765
23 277
5 533
23
3 217
2 701
17 303
2 375
91
611
1 376
3 223
14 117
9
18
11 773
21 387
4 263
21
3 034
2 580
15 863
2 335
80
551
1 246
TOTALEN 89 722 80 500
D. MILITAIRE PENSIOENEN VREDESTIJD NA 25.08.1947
1. Militaire invaliditeitspensioenen
2. Weduwen- en wezenpensioenen
3. Ascendentenpensioenen
10 947
930
313
10 856
917
306
TOTALEN 12 190 12 079
E. RENTEN VERBONDEN AAN DE NATIONALE ORDEN
1. Renten ten voordele van de titularissen van nationale orden
2. Renten aan weduwen en wezen van titularissen van nationale
orden
3. Renten voor nationale orden toegekend aan rechthebbenden
die al dan niet oorlogsdiensten hebben vervuld
1 767
13
22 166
1 522
12
22 286
TOTALEN 23 946 23 820
ALGEMENE TOTALEN 126 432 116 876
6
A. OORLOGSPENSIOENEN 1914-1918
1. Pensioenen toegekend aan militaire invaliden
De wetten op de militaire pensioenen, samengeordend bij het koninklijk besluit van
11 augustus 1923, kennen een pensioen toe aan de militairen die een lichamelijke
schade ondergaan hebben bij het vervullen van hun plicht tegenover het vaderland.
Er zijn geen rechthebbenden meer.
2. Weduwen- en wezenpensioenen
a) Weduwenpensioenen Onder bepaalde voorwaarden o.a. voorzien bij de samengeordende wetten op de
militaire pensioenen of de wet van 4.6.1982 kunnen de weduwen van militaire oorlogsinvaliden een pensioen genieten.
Het bedrag van dit pensioen wordt bepaald in functie van verschillende elementen
zoals blijkt uit de hiernavolgende tabellen. INDELING PER CATEGORIE EN PER REGIME DER WEDUWENPENSIOENEN
(Aantal op 31.12.2010)
- weduwen van invaliden 100% en meer of geamputeerden
REGIME
Niet-hertrouwde
rechthebbende op een
pensioen
Her-
trouwde
Her-
trouwde
opnieuw
weduwe
TOTALEN
volledig vermin-
derd
met een
vierde
vermin-
derd
met
de helft
1. Weduwen van
rechthebbenden op statuut
groot-invaliden (wet van
13.05.1929)
2. Weduwen van
geamputeerden niet-
rechthebbende op statuut
groot-invaliden
3. Weduwen van invaliden
100% of meer niet-
rechthebbende op statuut
groot-invaliden
3
2
-
-
-
2
-
-
-
-
-
-
-
-
-
3
2
2
7
TOTALEN 5 2 - - - 7
8
- weduwen regime wet van 4.6.1982
Niet-hertrouwde weduwe van
% invaliditeit van de
rechtgever
gerechtigde op wet
van 21.07.1930
niet-gerechtigde op
de wet van
21.07.1930
TOTALEN
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
65
70
75
80
85
90
95
5
3
5
2
5
2
1
3
-
1
4
2
1
-
-
-
-
1
-
-
1
-
2
-
1
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
5
3
6
2
7
2
2
4
-
1
4
2
1
-
-
-
-
1
TOTALEN 35 5 40
9
- weduwe regime samengeordende wetten op de militaire pensioenen
REGIME
Niet-hertrouwde
rechthebbende op een
pensioen
Her-
trouwd
e
Her-
trouwd
e op-
nieuw
weduw
e
TOTA-
LEN
Volledig Vermin-
derd
met een
vierde
Vermin-
derd
met de
helft
1. Weduwen rechthebbende
op een pensioen op basis
van art. 13 § I a van de
s.w.m.p. (huwelijk vóór
schadelijk feit)
2. Weduwen rechthebbende
op een pensioen op basis
van art. 13 § II van de
s.w.m.p. (huwelijk na
schadelijk feit)
3. Weduwen rechthebbende
op een pensioen op basis
van art. 13 § III van de
s.w.m.p. (pensioenen
beperkt tot een fractie van
het geheel van het
invaliditeitspensioen)
4. Weduwen rechthebbende
op een pensioen op basis
van art. 13 § I b van de
s.w.m.p. (pensioenen
beperkt tot een fractie van
het geheel van het
invaliditeitspensioen)
2
-
1
-
-
-
-
-
-
1
-
-
-
-
-
-
-
1
-
-
2
2
1
-
TOTALEN 3 - 1 - 1 5
Totaal aantal weduwen : 52
Geen enkele weduwe genoot een verhoging wegens kinderen ten laste.
10
b) Wezenpensioenen
De wezen van vader en moeder hebben gezamenlijk recht op een pensioen gelijk
aan hetgeen aan hun moeder zou verleend geweest zijn als niet-hertrouwde
weduwe.
Dit pensioen eindigt wanneer zij de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt. Nochtans
behouden zij het genot ervan na hun meerderjarigheid, ingeval zij aangetast zijn
door een lichaamsgebrek, waarbij zij bestendig in de onmogelijkheid verkeren in hun
onderhoud te voorzien; deze mogelijkheid bestaat echter niet in het regime van
4.6.1982.
INDELING PER CATEGORIE EN PER REGIME DER WEZENPENSIOENEN
(Aantal op 31.12.2010)
- wezen van invaliden 100% en meer of van geamputeerden
REGIME
Rechthebbende op een pensioen
TOTALEN
Volledig Vermin-
derd met
een vierde
Vermin-
derd met
de helft
1. Wezen van rechthebbenden op
statuut groot-invaliden (wet van
13.05.1929)
2. Wezen van geamputeerden, niet-
rechthebbende op statuut groot-
invaliden
3. Wezen van invaliden 100% of meer,
niet-rechthebbende op statuut groot-
invaliden
2
-
-
-
-
2
-
-
-
2
-
2
TOTALEN 2 2 - 4
- wezen regime wet van 4.6.1982 : 1 rechthebbende
11
- wezen regime samengeordende wetten op de militaire pensioenen
REGIME
Rechthebbende op een pensioen
TOTALEN
Volledig Vermin-
derd met
een vierde
Vermin-
derd met
de helft
1. Wezen van rechthebbenden op een
pensioen op basis van art. 13 § I a van
de s.w.m.p.
2. Wezen van rechthebbenden op een
pensioen op basis van art. 13 § II van
de s.w.m.p.
3. Wezen van rechthebbenden op een
pensioen op basis van art. 13 § III van
de s.w.m.p.
4. Wezen van rechthebbenden op een
pensioen op basis van art. 13 § I b van
de s.w.m.p.
-
-
7
-
1
3
-
-
-
6
-
-
1
9
7
-
TOTALEN 7 4 6 17
Totaal aantal wezen : 22
Geen enkele wees genoot een verhoging wegens broer(s) en/of zuster(s) ten laste.
3. Toelagen aan ascendenten
Bij ontstentenis van weduwe of wees, hebben de vader en de moeder van de
overleden militair of de andere, door de wet op de militaire pensioenen aangeduide
personen, recht op een ascendententoelage.
Er zijn geen rechthebbenden meer.
4. Frontstrepenrenten
Militairen en gelijkgestelden, houders van frontstrepen, hebben recht op een lijfrente.
Er zijn geen rechthebbenden meer.
12
5. Renten aan weduwen en wezen van houders van frontstrepen
Bij het overlijden van een houder van frontstrepen kan zijn weduwe of bij
ontstentenis van deze kunnen zijn kinderen van minder dan 18 jaar een rente
genieten.
De renten toegekend aan de weduwe van wie de echtgenoot vóór 1 februari
1920 overleden is, wordt met 100% verhoogd voor zover zij een volledig
weduwepensioen en een rente op basis van een totaal van tenminste 8 front- en/of
gevangenschapstrepen geniet.
Dezelfde regel geldt voor de wezen vermeld in alinea 1.
INDELING PER CATEGORIE DER FRONTSTREPENRENTEN TOEGEKEND AAN
WEDUWEN EN WEZEN
(Aantal op 31.12.2010)
CATEGORIE
RECHTHEBBENDEN
Aantal renten per aantal strepen TO-
TALEN
1 2 3 4 5 6 7 8
WEDUWEN €
88,35
€
132,48
€
176,70
€
221,12
€
264,97
€
309,42
€
361,03
€
397,74
die genieten van een
pensioen als weduwe
van een invalide
overleden vóór 1.2.1920
-
-
-
-
-
-
-
-
-
€
44,13
€
66,34
€
88,35
€
110,57
€
132,48
€
154,79
€
176,70
€
198,91
die genieten van een
pensioen als weduwe
van een invalide
overleden na 31.1.1920
die niet genieten van
een pensioen als
weduwe van een
invalide
1
38
1
30
2
24
2
37
1
28
2
32
-
25
-
92
9
306
TOTALEN 39 31 26 39 29 34 25 92 315
WEZEN - - - - - - - - -
ALGEMENE
TOTALEN
39 31 26 39 29 34 25 92 315
13
6. Gevangenschapstrepenrenten
De krijgsgevangenen van de veldtocht 1914-1918 hebben recht op een lijfrente voor
gevangenschapstrepen.
Er zijn geen rechthebbenden meer.
7. Renten aan weduwen en wezen van houders van gevangenschapstrepen
Bij het overlijden van een houder van gevangenschapstrepen kan zijn weduwe of bij ontstentenis van deze kunnen zijn kinderen van minder dan 18 jaar een rente genieten.
De gevangenschapstrepenrente toegekend aan de weduwe van wie de echtgenoot vóór 1 februari 1920 overleden is, wordt met 100% verhoogd voor zover zij een volledig weduwepensioen en een rente op basis van tenminste 8 gevangenschap- en/of frontstrepen geniet.
Dezelfde regel geldt voor de wezen vermeld in alinea 1.
INDELING PER CATEGORIE VAN DE GEVANGENSCHAPSTREPENRENTEN TOEGEKEND AAN
WEDUWEN EN WEZEN
(Aantal op 31.12.2010)
Categorie
rechthebbenden
Aantal renten per aantal strepen TO-
TALEN
1 2 3 4 5 6 7 8 9
WEDUWEN
€
40,56
€
81,12
€
121,37
€
162,23
€
202,48
€
243,34
€
283,60
€
324,45
€
364,71
die genieten van een
pensioen als weduwe
van een invalide
overleden vóór 1.2.1920
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
€
20,13
€
40,56
€
60,69
€
81,12
€
101,24
€
121,67
€
141,80
€
162,23
€
182,35
die genieten van een
pensioen als weduwe
van een invalide over-
leden na 31.1.1920
die niet genieten van
een pensioen als we-
duwe van een invalide
-
1
-
3
-
1
-
-
-
-
-
2
-
10
-
-
-
1
-
18
TOTALEN 1 3 1 - - 2 10 - 1 18
WEZEN - - - - - - - - - -
ALGEMENE
TOTALEN
1 3 1 - - 2 10 - 1 18
14
8. Renten ten voordele van de politieke gevangenen
De politieke gevangenen van de oorlog 1914-1918 die een hechtenis van ten minste
zes maanden hebben ondergaan om aan de verdediging van het land te hebben
medegewerkt, hebben recht op een lijfrente.
Er zijn geen rechthebbenden meer.
9. Renten aan weduwen en wezen van politieke gevangenen
Een weduwe van een politiek gevangene van de oorlog 1914-1918 of, bij ontstentenis
van deze, hebben de kinderen onder bepaalde voorwaarden recht op een rente.
Er zijn geen rechthebbenden meer.
10. Renten ten voordele van agenten van de inlichtingsdiensten
De burgers die tijdens de oorlog 1914-1918 hun medewerking hebben verleend aan
de Inlichtingsdiensten van het Algemeen Belgisch Hoofdkwartier of aan een
geallieerde inlichtingsdienst hebben recht op een lijfrente.
Er zijn geen rechthebbenden meer.
11. Renten aan weduwen en wezen van agenten van de inlichtingsdiensten
De wet kent een oorlogsrente toe aan weduwen en wezen van agenten van
inlichtingsdiensten.
Er zijn geen rechthebbenden meer.
12. Renten ten voordele van strijders van Eupen-Malmedy
De onderhorigen van de kantons Eupen, Malmedy en Sankt-Vith en van Kelmis, die in
de rangen van het Duitse leger hebben deelgenomen aan de oorlog 1914-1918 en die
Belg geworden zijn door het Verdrag van Versailles hebben recht op een lijfrente.
Er zijn geen rechthebbenden meer.
15
13. Renten aan weduwen en wezen van strijders van Eupen-Malmedy
Onder bepaalde voorwaarden kent de wet een rente toe aan rechtverkrijgenden van
de onderhorigen der Oostkantons die tijdens de oorlog 1914-1918 in het Duitse leger
gediend hebben en die door het Verdrag van Versailles Belg geworden zijn en een
strijdersrente genoten.
INDELING PER CATEGORIE DER RENTEN TOEGEKEND AAN WEDUWEN EN WEZEN
VAN STRIJDERS VAN EUPEN-MALMEDY
(Aantal op 31.12.2010)
Categorie
rechthebbenden Aantal renten per aantal semesters
TO-
TALEN
4 5 6 7 8 9 forf.
€
64,66
€
80,82
€
96,98
€
113,14
€
129,31
€
145,47
€
145,47
WEDUWEN :
van strijders van
Eupen-Malmedy
overleden binnen de
erkende periode
van strijders van
Eupen-Malmedy
overleden buiten de
erkende periode
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
TOTALEN - - - - - - - -
WEZEN :
van strijders van
Eupen-Malmedy
overleden binnen de
erkende periode
van strijders van
Eupen-Malmedy
overleden buiten de
erkende periode
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
TOTALEN - - - - - - - -
ALGEMENE
TOTALEN
- - - - - - - -
16
14. Uitkeringen aan burgerlijke slachtoffers
Deze uitkeringen hebben tot doel aan de niet tot het leger behorende Belgen de
schade te vergoeden, berokkend door overlijden, verwonding en ziekte of lichaamsgebreken en die het gevolg zijn van maatregelen of feiten van de oorlog 1914-1918.
Veroorzaakt het schadelijk feit een bestendige onbekwaamheid, dan heeft het
slachtoffer recht op een uitkering vastgesteld in verhouding tot de graad van invaliditeit. Het basisbedrag van deze invaliditeitsuitkeringen verandert naargelang de schade al dan niet het gevolg is van een vaderlandslievende daad van het slachtoffer.
Binnen elk van deze categorieën krijgen de geamputeerde invaliden alsook de
invaliden die een pensioen genieten verbonden aan een invaliditeitsgraad van 100% en meer een vergoeding wegens hulp van een derde persoon.
De invaliditeitsuitkeringen worden op dezelfde basis betaald als de herstelpensioenen
voor de burgerlijke slachtoffers van de oorlog 1940-1945.
INDELING DER UITKERINGEN AAN BURGERLIJKE SLACHTOFFERS
(Aantal op 31.12.2010)
Invaliditeits-
graad Aantal uitkeringen aan
TOTALEN
slachtoffers van
plichtsvervulling
andere slachtoffers
niet verhoogd verhoogd niet verhoogd verhoogd
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
65
70
75
80
85
90
95
100
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
3
1
1
-
-
1
-
-
-
-
2
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
3
1
1
-
-
1
-
-
-
1
2
-
-
-
-
-
-
-
TOTALEN 1 - 8 - 9
17
15. Uitkeringen aan rechthebbenden van burgerlijke slachtoffers
A. Echtgenoten en wezen 1. Gewone regime
Onder bij de wet bepaalde voorwaarden wordt een uitkering verleend aan de
langstlevende echtgenoot van een burgerlijk oorlogsslachtoffer. De wezen bekomen elk tot de ouderdom van 18 jaar een tijdelijke uitkering
gelijk aan deze die eventueel zou toegekend worden aan hun moeder als niet-hertrouwde echtgenote.
Het bedrag van de uitkering wordt vastgesteld in functie van de verschillende elementen zoals blijkt uit de hierna volgende tabellen.
2. Reversiepensioen
De wet van 30 juni 1983, aangevuld bij koninklijk besluit van 3 december 1984
en 3 juli 1985, en aangevuld bij koninklijk besluit van 9 maart 1989 en de wet van 7 juni 1989, voorziet de toekenning, onder bepaalde voorwaarden van een pensioen waarvan het bedrag evenredig is met het invaliditeitspensioen dat overeenstemt met de invaliditeitsgraad welke vergoed werd aan de invalide één jaar vóór zijn overlijden.
INDELING DER UITKERINGEN AAN ECHTGENOTEN VAN BURGERLIJKE SLACHTOFFERS
(Aantal op 31.12.2010)
1. Echtgenoten gewone regime
REGIME
Niet-hertrouwde echtgenoten
rechthebbende op een uitkering Hertrouwde Hertrouw -
de
opnieuw
weduw(e)
(naar)
TOTALEN
volledig
vermin-
derd
met een
vierde
vermin-
derd
met de
helft
Volledig
vermin-
derd
met een
vierde
vermin-
derd met
de helft
ECHTGENOTEN
1. van slachtoffers van
plichtsvervulling
- huwelijk vóór
schadelijk feit
- huwelijk na
schadelijk feit
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
2. van andere slachtoffers
- huwelijk vóór
schadelijk feit
- huwelijk na
schadelijk feit
16
-
-
-
-
-
-
1
-
-
17
TOTALEN 16 - - - 1 - - 17
18
2. Reversiepensioenen aan langstlevende echtgenoot - art. 5 § 3bis van de gecoördineerde wetten
REGIME
TOTALEN
LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT
1. van slachtoffers van plichtsvervulling
2. van ander slachtoffer
4
38
TOTALEN 42
Totaal aantal weduwen : 59
INDELING VAN DE UITKERINGEN AAN WEZEN VAN BURGERLIJKE SLACHTOFFERS
(Aantal op 31.12.2010)
1. Wezen gewoon regime
REGIME
Rechthebbende op een pensioen
TOTALEN
Volledig
verminderd
met een
vierde
verminderd
met de
helft
WEZEN
1. van slachtoffers van plichtsvervulling
- huwelijk vóór schadelijk feit
- huwelijk na schadelijk feit
2. van andere slachtoffers
- huwelijk vóór schadelijk feit
- huwelijk na schadelijk feit
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
TOTALEN - - - -
2. Reversiepensioenen aan wezen - art. 5 § 3bis van de gecoördineerde wetten
Geen rechthebbenden.
B. Ascendenten
De ascendenten of ermee gelijkgestelde personen hebben onder de bij de wet bepaalde
voorwaarden recht op een uitkering.
Er zijn geen rechthebbenden meer.
19
16. Renten ten voordele van gedeporteerden
Een lijfrente is ingesteld ten voordele van de gedeporteerden van de oorlog 1914-1918
zoals bepaald bij de wet.
Er zijn geen rechthebbenden meer.
De weduwen van de gedeporteerden van de oorlog 1914-1918 genieten een rente
onder de bij de wet bepaalde voorwaarden.
INDELING DER RENTEN TOEGEKEND AAN WEDUWEN VAN GEDEPORTEERDEN
(Aantal op 31.12.2010)
Categorie
rechthebbenden
Aantal renten per aantal semesters TO-
TALEN
2 3 4 5 6 7 8 9 forf.
€
32,33
€
48,49
€
64,66
€
80,82
€
96,98
€
113,14
€
129,31
€
145,47
€
161,63
WEDUWEN
van slachtoffer
overleden binnen een
bepaalde periode
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
van slachtoffer
overleden buiten een
bepaalde periode
-
-
1
-
-
-
-
-
-
1
TOTALEN - - 1 - - - - - - 1
20
17. Renten ten voordele van de zeevissers
De zeevissers, die tijdens de oorlog 1914-1918 gevaren hebben onder Belgische of
geallieerde vlag, hebben recht op een lijfrente. Deze bedraagt 5,7 € per aantal
maanden vaart.
Er zijn geen rechthebbenden meer.
De weduwe van een zeevisser heeft onder bepaalde voorwaarden recht op een
rente die 2/5 bedraagt van de rente per aantal maanden vaart van de zeevissers.
Een forfaitair bedrag is voorzien voor de weduwen wanneer de zeevisser
gedurende de vaartperiode is overleden.
Er zijn geen rechthebbenden meer.
21
B. MILITAIRE PENSIOENEN VREDESTIJD VOOR 25.08.1939
1. Pensioenen toegekend aan militaire invaliden
De militairen welke in vredestijd vóór 25.08.1939 een lichamelijk letsel opliepen tijdens
plichtsvervulling tegenover het vaderland genieten een pensioen onder de bij de wet
bepaalde voorwaarden.
Naargelang het schadelijk feit al dan niet veroorzaakt werd wegens de dienst is het
bedrag der pensioenen bepaald op 80% van het bedrag in dezelfde voorwaarden
voorzien, hetzij ten gunste van de invaliden van de oorlog 1940-1945, hetzij ten gunste
van de invaliden van de oorlog 1914-1918 (art. 12).
INDELING PER REGIME EN PER INVALIDITEITSGRAAD VAN DE
INVALIDITEITSPENSIOENEN VAN VREDESTIJD VOOR 25.08.1939
(Aantal op 31.12.2010)
Invaliditeits-
graad
Rechthebben-
den op een
volledig bedrag
Rechthebben-
den op een
verminderd
bedrag
Groot-invaliden Totalen per
invaliditeits-
graad
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
65
70
75
80
85
90
95
100
+100
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
TOTALEN - - - -
22
2. Weduwen- en wezenpensioenen
De weduwen van invalide militairen van vredestijd, voor zover in principe het huwelijk vóór het schadelijk feit plaats vond, mogen van een pensioen genieten waarvan het bedrag wordt bepaald in functie van verschillende elementen zoals blijkt uit de hiernavolgende tabel.
INDELING PER CATEGORIE EN PER REGIME VAN DE PENSIOENEN VAN
WEDUWEN VAN MILITAIRE INVALIDEN VAN VREDESTIJD
(Aantal op 31.12.2010)
REGIME
Niet-hertrouwde
rechthebbende op een
pensioen
Her-
trouwde
Her-
trouwde
opnieuw
weduwe
TO-
TALEN
volledig vermin-
derd
met een
vierde
vermin-
derd
met
de helft
1. Weduwen van recht-
hebbenden op statuut
groot-invaliden
2. Weduwen van geampu-
teerden niet-rechtheb-
bende op statuut groot-
invaliden
3. Weduwen van invaliden
100% of meer niet-recht-
hebbende op statuut
groot-invaliden
4. Andere weduwen uitge-
zonderd deze hernomen
onder 5
5. Weduwen van recht-
hebbenden op een
pensioen op basis van art.
13 § I b van de s.w.m.p.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
-
TOTALEN - - 1 - - 1
23
De wezen van vader en moeder hebben gezamenlijk recht op een pensioen gelijk aan dat welke hun moeder zou bekomen hebben als niet-hertrouwde weduwe.
Dit pensioen neemt een einde, wanneer ze de ouderdom van 21 jaar bereiken.
Niettemin behouden de wezen, getroffen door een gebrekkigheid waardoor ze op
permanente wijze in de onmogelijkheid verkeren in hun eigen onderhoud te voorzien,
het genot van hun pensioen na hun meerderjarigheid.
In 2010 was geen enkele wees rechthebbende op een pensioen.
3. Toelagen aan ascendenten
Bij ontstentenis van weduwen of wees, hebben de vader en de moeder van de
overleden militair of andere bij de wet voorziene personen recht op een
ascendententoelage.
Geen enkele ascendententoelage werd uitgekeerd in 2010.
24
C. OORLOGSPENSIOENEN 1940-1945
1. Vergoedingspensioenen toegekend aan militaire invaliden
De invaliditeitspensioenen van de oorlog 1940-1945 worden toegekend als vergoeding
voor de lichamelijke schade, veroorzaakt door de uitoefening van de militaire of
burgerlijke plicht, of door gevallen gelijkgesteld met de uitoefening van deze plicht.
Het schadelijk feit moet voorgevallen zijn na 9 mei 1940 en vóór 26 augustus 1947,
datum van de afkondiging van de wet op de vergoedingspensioenen.
Uitzonderingen zijn voorzien, wanneer de schade zich heeft voorgedaan gedurende
het tijdperk van de mobilisatie van 26 augustus 1939 tot 9 mei 1940, ook wanneer de
schade werd ondergaan door een lid van de eenheid ontmijners van het leger of van
het expeditiecorps voor Korea.
De samengeordende wetten op de vergoedingspensioenen zijn eveneens van
toepassing betreffende de gevolgen van sommige schadelijke feiten die zich hebben
voorgedaan op het grondgebied van de Republiek Kongo (Kinshasa), van Ruanda en
van Burundi.
Buiten de militairen kunnen andere belangrijke categorieën invaliden aanspraak maken
op een vergoedingspensioen. Het betreft hier vooral politieke gevangenen, gijzelaars,
weerstanders, werkweigeraars en opgeëiste burgers.
Onder bepaalde voorwaarden kent de wet een forfaitaire invaliditeit toe aan de politieke
gevangenen van de oorlog 1940-1945 ter vergoeding van hun asthenie (20 %), evenals
aan de gevangenen van de oorlog 1940-1945 ter vergoeding van de laattijdige gevolgen
van hun gevangenschap (10 %).
25
INDELING PER REGIME EN PER INVALIDITEITSGRAAD VAN DE
MILITAIRE INVALIDITEITSPENSIOENEN
(Aantal op 31.12.2010)
Invaliditeits-
graad
Gewone
invaliden
Geampu-
teerden
Groot-
invaliden
Forf. inval.
Art. 4 § 1
Wet van
07.06.1989
TOTALEN
per invalidi-
teitsgraad
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
65
70
75
80
85
90
95
100
110
100 + 10
120
110 + 10
100 + 20
130
120 + 10
110 + 20
140
130 + 10
120 + 20
150
140 + 10
130 + 20
160
150 + 10
140 + 20
170
160 + 10
150 + 20
180
170 + 10
160 + 20
935
160
483
155
159
88
106
51
110
54
69
77
56
54
62
42
47
49
81
110
1
66
-
9
1
-
-
1
-
-
-
-
1
1
-
-
2
-
-
-
-
-
-
-
-
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
1
-
2
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
22
3
-
3
-
-
4
-
-
-
-
-
2
-
-
-
-
-
2
-
-
2
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
63
-
-
2
-
-
3
-
-
5
-
-
5
1
-
4
-
-
2
935
160
483
156
159
88
106
51
110
54
69
77
56
54
63
43
47
51
103
113
1
69
-
72
5
-
2
1
-
3
2
-
6
1
-
5
5
-
4
2
-
2
26
Invaliditeits-
graad
Gewone
Invaliden
Geampu-
teerden
Groot-
invaliden
Forf. inval. TOTALEN
190
180 + 10
170 + 20
200
190 + 10
180 + 20
210
200 + 10
190 + 20
220
210 + 10
200 + 20
230
220 + 10
210 + 20
240
230 + 10
220 + 20
250
240 + 10
230 + 20
260
250 + 10
240 + 20
270
260 + 10
250 + 20
280
270 + 10
260 + 20
290
280 + 10
270 + 20
300
290 + 10
280 + 20
4
-
5
-
-
-
-
-
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
5
-
-
2
-
-
11
-
-
8
-
-
-
-
-
1
-
-
-
-
-
-
-
-
1
-
-
-
-
-
1
-
-
1
-
-
-
-
-
1
-
7
-
-
6
-
-
10
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
9
-
5
3
-
7
11
-
7
8
-
10
-
-
-
1
-
-
-
-
-
-
-
-
1
-
1
-
-
-
1
-
-
1
-
-
TOTALEN 3 040 5 68 110 3 223
Onder de 3 223 invalide militairen die recht hebben op een pensioen, waren 87 lid van
het expeditiekorps voor Korea en 37 slachtoffer van de onlusten in Kongo.
27
Bovendien hadden 46 geamputeerden, waarvan de invaliditeit erkend werd krachtens
de specificaties vervat in het Officieel Belgisch Barema der Invaliditeiten, buiten het eigenlijk invaliditeitspensioen, een vergoeding wegens amputatie bekomen.
Tenslotte genoten 54 invaliden, die onbekwaam waren alleen de noodzakelijke
levensverrichtingen te vervullen, een bijzondere vergoeding voor hulp van een derde persoon.
2. Weduwen- en wezenpensioenen
a. Weduwenpensioenen Onder bepaalde voorwaarden o.a. voorzien bij de samengeordende wetten op de
vergoedingspensioenen of de wet van 4.6.1982 kunnen de weduwen van militaire oorlogsinvaliden een pensioen genieten.
Het bedrag van dit pensioen wordt bepaald in functie van verschillende elementen
zoals blijkt uit de hiernavolgende tabel.
INDELING PER CATEGORIE EN PER REGIME DER WEDUWENPENSIOENEN
(Aantal op 31.12.2010)
- weduwen van invaliden 100% en meer of geamputeerden
REGIME
Niet-hertrouwde rechthebbende op een
pensioen
Her-
trouwde
Her-
trouwde
op-
nieuw
weduwe
TO-
TALEN
volledig vermin-
derd
met een
vierde
vermin-
derd
met de
helft
vermin-
derd
wegens
over-
dracht
1. Weduwen van rechthebbenden op
statuut groot-invaliden
2. Weduwen van geamputeerden niet-
rechthebbende op statuut groot-
invaliden
3. Weduwen van invaliden 100% of
meer, niet-rechthebbende op statuut
groot-invaliden
255
66
-
-
-
934
-
-
-
-
-
-
1
-
3
2
-
-
258
66
937
TOTALEN 321 934 - - 4 2 1 261
28
- weduwen regime wet van 4.6.1982
% invaliditeit van de rechtgever niet-hertrouwde
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
65
70
75
80
85
90
95
100
5 389
683
1 368
661
635
299
415
201
325
155
283
220
220
176
182
136
153
93
2
TOTAAL 11 596
29
- weduwen regime geldend vóór de wet van 4 juni 1982
REGIME
Niet-hertrouwde rechthebbende op een
pensioen
Her-
trouwde
Her-
trouwde
op-
nieuw
weduwe
TO-
TALEN
volledig vermin-
derd
met een
vierde
vermin-
derd
met de
helft
vermin-
derd
wegens
over-
dracht
1. Weduwen van rechthebbenden op
een pensioen op basis van art. 21 der
s.w.m.p. (huwelijk vóór schadelijk
feit)
2. Weduwen van rechthebbenden op
een pensioen op basis van de wet
van 24.04.1958 (huwelijk na
schadelijk feit)
3. Weduwen van rechthebbenden op
een pensioen op basis van de wet
van 8.7.1970
347
34
-
41
59
-
119
297
-
-
-
24
45
7
1
199
9
1
751
406
26
TOTALEN 381 100 416 24 53 209 1 183
Totaal aantal weduwen : 14 040
30
b. Wezenpensioenen
De wezen van vader en moeder hebben onder bepaalde voorwaarden
gezamenlijk recht, tot zij de leeftijd van 21 jaar bereikt hebben, op een pensioen
gelijk aan hetgeen aan hun moeder zou verleend geweest zijn, als niet-hertrouwde
weduwe. Nochtans behouden zij het genot ervan na hun meerderjarigheid, ingeval
zij aangetast zijn door een lichaamsgebrek, waarbij zij bestendig in de
onmogelijkheid verkeren in hun onderhoud te voorzien. Deze mogelijkheid bestaat
echter niet in het regime wet van 4.6.1982.
INDELING PER CATEGORIE EN PER REGIME DER WEZENPENSIOENEN
(Aantal op 31.12.2010)
- wezen van invaliden 100 % en meer of van geamputeerden
REGIME
Rechthebbende op een pensioen TO-
TALEN
volledig vermin-
derd met
een
vierde
vermin-
derd met
de helft
vermin-
derd
wegens
over-
dracht
1. Wezen van rechthebbenden op
statuut groot-invaliden
2. Wezen van geamputeerden niet-
rechthebbende op statuut groot-
invaliden
3. Wezen van invaliden 100% of
meer, niet-rechthebbende op
statuut groot-invaliden
6
-
-
-
-
3
-
-
-
-
-
-
6
-
3
TOTALEN 6 3 - - 9
31
- wezen regime wet van 4.6.1982
% invaliditeit van de rechtgever niet-hertrouwde
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
65
70
75
80
85
90
95
-
-
2
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
TOTAAL 2
32
- wezen regime geldend vóór de wet van 4 juni 1982
REGIME
Rechthebbende op een pensioen TOTALEN
volledig vermin-
derd met
een
vierde
vermin-
derd met
de helft
vermin-
derd
wegens
over-
dracht
1. Wezen rechthebbende op een
pensioen op basis van art. 21 der
s.w.v.p. (huwelijk vóór schadelijk
feit)
2. Wezen rechthebbende op een
pensioen op basis van de wet van
24.04.1958 (huwelijk na
schadelijk feit)
3. Wezen rechthebbende op een
pensioen op basis van de wet van
8.7.1970
45
-
-
6
2
-
10
1
-
-
-
2
61
3
2
TOTALEN 45 8 11 2 66
Totaal aantal wezen : 77
33
3. Vergoedingspensioenen van ascendenten
Bij ontstentenis van weduwe of wees, kunnen de vader en de moeder van de
overleden militair of de andere, door de wetten op de vergoedingspensioenen
aangeduide personen, aanspraak maken op een ascendentenpensioen.
Dit pensioen wordt verhoogd wanneer het ongegoede begunstigden betreft.
INDELING PER REGIME VAN DE PENSIOENEN AAN ASCENDENTEN
(Aantal op 31.12.2010)
REGIME Aantal
A. Ongegoede begunstigden
1. Titularissen van een pensioen volgens spanning 6
2. Titularissen van een pensioen volgens spanning 3
B. Andere begunstigden
1. Titularissen van een pensioen volgens spanning 2
2. Titularissen van een pensioen volgens spanning 1
2
5
1
1
TOTAAL 9
4. Pensioenen aan begunstigden van art 12 of 13 van de wet van 11 april 2003
Maatregelen ten gunste van de joodse slachtoffers en de zigeunerslachtoffers
(Aantal op 31.12.2010)
Gewone
Groot-
invalide
Invalide
forfaitair
bedrag
Rechtheb-
bende van
groot-
invalide
geamputeer
de
Rechtheb-
bende van
invalide
100% en
meer
Andere
recht-
hebbende
TOTAAL
1. Invalide - - 17 - - - 17
2. Langstlevende
echtgenoot
- - - - - 1 1
3. Wees - - - - - - -
TOTAAL - - 17 - - 1 18
34
5. Strijders- en gevangenschapsrenten
De strijdersrenten wordt onder de voorwaarden bepaald bij de wet van 24.04.1958
toegekend aan de Belgische militairen van de oorlog 1940-1945, aan de inlichtings-
en actieagenten, aan de Belgische burgers die recht hebben op de titel van politiek
gevangene, evenals aan de erkende weerstanders. Het bedrag is vastgesteld in
functie van het aantal semesters dat ze behoord hebben tot een van deze
categorieën.
De gevangenschapsrente wordt onder de bij de wet bepaalde voorwaarden
toegekend aan de gevangenen van de oorlog 1940-1945 en aan de politieke
gevangenen, die gerechtigd zijn op het statuut maar niet op de titel.
Als in de berekening van een rente een periode voorkomt die betrekking heeft op de
categorie van begunstigden op het statuut van politiek gevangene, wordt deze rente
met 50% verhoogd.
De strijders- en gevangenschapsrente, toegekend aan sommige ontvluchten, wordt
verhoogd met 50%. Een nieuwe verhoging van 50% wordt toegekend aan de
ontvluchten gedurende een periode behoord hebben tot de categorie van de
gerechtigden op het statuut van politieke gevangenen.
35
INDELING VAN DE STRIJDERS- EN GEVANGENSCHAPSRENTEN IN
FUNCTIE VAN HET AANTAL SEMESTERS
(Aantal op 31.12.2010)
Gewone titularissen
Aantal
semesters
€ Strijders-
renten
Gevangen-
schapsrente
Strijders-
+ gevangen-
schapsrente
SALDI TOTALEN
A.Niet-
verhoogde
rente
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
40,56
81,12
121,67
162,23
202,78
243,34
283,89
324,45
365,00
405,56
446,11
486,67
527,22
567,78
608,34
1 206
2 108
472
114
44
27
23
16
14
7
6
1
-
-
-
700
494
38
26
19
11
5
6
18
1 161
10
-
-
-
-
3
9
23
11
3
3
2
2
2
-
2
-
-
-
-
25
8
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1 934
2 619
534
151
66
41
30
24
34
1 168
18
1
-
-
-
TOTALEN 4 038 2 488 60 34 6 620
B.Verhoogde
rente
wet van
9.7.76
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
60,79
121,67
182,45
243,34
304,12
365,00
425,79
486,67
547,45
608,34
669,12
730,00
790,69
851,67
120
86
88
69
60
61
50
54
22
3
-
-
-
-
187
82
27
10
22
17
8
9
4
2
-
-
-
-
2
10
7
3
10
4
2
1
3
2
-
-
-
-
1
2
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
310
180
122
82
92
82
60
64
29
7
-
-
-
-
36
TOTALEN 613 368 44 3 1 028
C. Verhoogde
rente wet
van
12.7.79
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
60,79
121,67
182,45
243,34
304,12
365,00
425,79
486,67
547,45
608,34
669,12
-
-
1
3
2
2
-
1
1
-
-
-
-
-
-
1
-
-
-
-
1
-
-
1
7
2
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
18
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
2
3
2
2
-
2
1
-
1
25
3
-
-
TOTALEN 10 12 19 - 41
D.Verhoogde
rente wet
van 9.7.76
en van
12.7.79
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
91,13
182,45
273,68
365,00
456,13
547,45
638,68
730,00
821,13
912,45
1.003,68
1.095,00
1.186,13
3
1
1
3
3
3
12
9
2
2
-
-
-
3
-
1
1
1
-
-
3
2
-
-
1
-
-
1
-
-
-
-
1
1
2
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
6
2
2
4
4
3
13
13
6
2
-
1
-
TOTALEN 39 12 5 - 56
ALGEMENE
TOTALEN
4 700
2 880
128
37
7 745
37
INDELING VAN DE STRIJDERS- EN GEVANGENSCHAPSRENTEN IN
FUNCTIE VAN HET AANTAL SEMESTERS
(Aantal op 31.12.2010)
Begunstigde titularissen van het koninklijk besluit van 6 februari 2003
Aantal
semesters
€ Strijders-
renten
Gevangen-
schapsrente
Strijders-
+ gevangen-
schapsrente
SALDI TOTALEN
A.Niet-
verhoogde
rente
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
869,52
910,07
950,63
991,18
1.031,74
1.072,29
1.112,85
1.153,40
1.193,96
1.234,51
1.275,07
464
833
753
669
432
354
165
106
43
4
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
7
6
6
5
8
6
2
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
464
834
760
675
438
359
173
112
45
4
1
TOTALEN 3 824 - 41 - 3 865
B.Verhoogde
rente
wet van
9.7.76
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
910,07
970,85
1.031,74
1.092,52
1.153,40
1.214,19
1.275,07
1.335,85
1.396,74
1.457,52
1.518,40
2
15
13
13
14
7
9
7
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
3
2
2
3
2
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
2
18
15
15
17
9
10
7
-
-
-
TOTALEN 80 - 13 - 93
38
C. Verhoogde
rente wet
van
12.7.79
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
910,07
970,85
1.031,74
1.092,52
1.153,40
1.214,19
1.275,07
1.335,85
1.396,74
1.457,52
1.518,40
2
10
9
6
4
11
12
8
2
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
2
10
9
6
4
11
12
8
3
1
-
TOTALEN 65 - 1 - 66
D.Verhoogde
rente wet
van 9.7.76
en van
12.7.79
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
970,85
1.062,08
1.153,40
1.244,53
1.335,85
1.427,08
1.518,40
1.609,53
1.700,85
1.792,08
1.883,40
-
1
1
1
-
-
-
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
1
1
-
-
-
1
-
-
-
TOTALEN 4 - - - 4
ALGEMENE
TOTALEN
3 973
-
55
-
4 028
39
6. Renten aan weduwen en wezen van strijders en gevangenen
De weduwe van een rechthebbende op een strijders- of gevangenschapsrente kan
aanspraak maken op een oorlogsrente bij toepassing van de wet van 8 juli 1970.
De bedragen van de rente aan weduwen van gerechtigden op het statuut van
politieke gevangenen 1940-1945 worden met 100% verhoogd.
Bij ontstentenis van weduwe wordt de rente gezamenlijk toegekend aan de wezen
die de leeftijd van 18 jaar niet bereikt hebben. De leeftijdslimiet vervalt voor het kind
dat lichamelijk niet in staat is in zijn levensonderhoud te voorzien.
INDELING VAN DE RENTEN TOEGEKEND AAN WEDUWEN EN WEZEN VAN STRIJDERS EN
GEVANGENEN
(Aantal op 31.12.2010)
Semesters
weduwen van politieke
gevangenen
andere weduwen
TOTALEN
€ aantal € aantal
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
forf.
wet 1976
forf.
wet 1979
32,33
64,66
96,98
129,31
162,23
193,96
226,28
258,61
290,93
324,45
-
-
479
245
204
194
188
215
181
160
113
52
164
-
16,17
32,33
48,49
64,66
80,82
96,98
113,14
129,31
145,47
162,23
193,96
258,61
290,93
324,45
-
-
1
3 464
1 781
1 432
1 403
823
881
503
416
8 234
2
3
2
-
128
58
480
3 709
1 985
1 626
1 591
1 038
1 062
663
529
8 286
2
3
2
-
292
58
TOTALEN 2 195 19 131 21 326
40
Semesters
wezen van politieke gevangenen andere wezen
TOTALEN
€ aantal € aantal
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
forf.
wet 1976
forf.
wet 1979
32,33
64,66
96,98
129,31
162,23
193,96
226,28
258,61
290,93
324,45
324,45
-
3
-
-
-
-
-
-
1
-
1
13
-
16,17
32,33
48,49
64,66
80,82
96,98
113,14
129,31
145,47
162,23
162,23
324,45
-
6
-
1
1
1
3
2
4
17
3
5
3
6
-
1
1
1
3
3
4
18
16
5
TOTALEN 18 43 61
ALGEMENE
TOTALEN
2 213
19 174
21 387
41
7. Renten toegekend aan militairen gemobiliseerd in 1939-1940
Een lijfrente wordt verleend ten behoeve van militairen die tijdens de verschillende
fazen van de mobilisatie 1939-1940 dienst hebben volbracht, onder de bij de wet van
12 juli 1979 bepaalde voorwaarden en gewijzigd bij de wet van 3 juni 1982 (B.S. van
17 juni 1982) en het koninklijk besluit van 13 september 1991 (B.S. van 28
september 1991).
Ingevolge het koninklijk besluit van 13 september 1991 (B.S. van 28 september
1991) is de mobilisatierente cumuleerbaar met een andere oorlogsrente.
Het bedrag dat jaarlijks betaald wordt is bepaald op 60,26 €.
MOBILISATIERENTEN
(Aantal op 31.12.2010)
Aantal
mobilisatierente, titularis is niet gerechtigd op een oorlogsrente 1940-1945 2 376
mobilisatierente, titularis is eveneens gerechtigd op een rente van verplicht
ingelijfde of op een rente van burgerlijk slachtoffer van de oorlog 1940-1945
132
mobilisatierente, titularis is eveneens gerechtigd op een strijders- en of
gevangenschapsrente 1940-1945
1 755
TOTAAL 4 263
8. Renten aan begunstigden van art. 12 of 13 van de wet van 11 april 2003
Maatregelen ten gunste van de joodse en de zigeunerslachtoffers
(Aantal op 31.12.2010)
Aantal
Titularis 20
Weduwe 1
Wezen -
TOTAAL 21
42
9. Herstelpensioenen aan burgerlijke slachtoffers
Deze pensioenen worden verleend aan slachtoffers van de oorlog 1940-1945 als herstel van
schade geleden ingevolge oorlogsfeiten andere dan deze welke te wijten zijn aan het vervullen van
een militaire of daarmee gelijkgestelde plicht.
Het basisbedrag van het pensioen verschilt naargelang de aantasting van de l ichamelijke gaafheid,
ondergaan door het slachtoffer, veroorzaakt werd tijdens of wegens hetzij de periode van dienst - en
werkweigering (vrijwillige onttrekking aan verplichtingen van militaire aard en aan
arbeidsverplichtingen opgelegd door de vijand of zijn agenten) of de periode R.C.B.L. (periode
gedurende dewelke jonge mannen van 16 tot 35 jaar, ingevolge een oproep van de regering, een
rekruteringscentrum van het Belgische leger poogden te bereiken) of de periode koopvaardij
(periode dewelke de zeelieden van de koopvaardij actief deelnamen aan de oorlog 1940-1945 door
de logistiek te verzekeren aan de geallieerde legers, en niet gerechtigd op grond van de op 5
oktober 1948 - wet van 07.06.1989, art. 37, & 1 - samengeordende wetten op de
vergoedingspensioenen), hetzij de periode van wegvoering voor verplichte arbeid, of nog naargelang
het schadelijk feit los staat van deze bedoeld in de drie vermelde categorieën.
Bovendien bekomen, binnen elk van deze categorieën, een verhoogd pensioen de geamputeerde
invaliden alsook de invaliden welke een pensioen genieten verbonden aan een invaliditeitsgraad van
100% en een vergoeding wegens constante hulp van een derde persoon.
INDELING DER HERSTELPENSIOENEN VOOR BURGERLIJKE SLACHTOFFERS
(Aantal op 31.12.2010)
Invalidi-
teits-
graad
Werkweigeraars
of R.C.B.L.
Gedeporteerden Andere slachtoffers Slachtoffers van
Zaïre
TOTA-
LEN
Niet
verhoogd
Verhoogd Niet
verhoogd
Verhoogd Niet
verhoogd
Verhoogd Niet
verhoogd
Verhoogd
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
65
70
75
80
85
90
95
100
22
11
16
7
11
6
11
2
2
1
-
1
3
-
2
2
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
3
-
1
1
64
44
37
12
14
13
9
4
12
3
5
4
1
1
6
-
1
-
3
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
2
2
-
2
617
401
318
192
155
141
142
88
76
47
55
48
40
22
29
14
10
11
4
-
-
-
-
-
-
-
-
1
-
1
1
1
1
50
38
29
19
80
8
5
11
5
5
4
3
4
2
2
1
1
2
1
-
2
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
-
3
711
461
382
216
185
164
165
98
93
53
62
55
47
25
87
61
45
31
93
TOTA-
LEN 98 5 233 6 2 410 221 57 4 3 034
43
10. Herstelpensioenen aan rechthebbenden van burgerlijke slachtoffers
A. Echtgenoten en wezen
1. Gewoon regime
Onder de bij de wet bepaalde voorwaarden wordt een pensioen verleend
aan de langstlevende echtgenoot van een burgerlijk oorlogsslachtoffer.
De wezen van vader en moeder hebben tot de ouderdom van 21 jaar
gezamenlijk recht op een pensioen gelijk aan hetgeen aan hun vader en
moeder zou verleend geweest zijn als niet-hertrouwde echtgeno(o)t(e).
De leeftijdslimiet vervalt voor het kind dat reeds vóór deze ouderdom niet in
staat is enig beroep uit te oefenen ingevolge zijn lichamelijke of mentale
toestand.
Het bedrag van het pensioen wordt vastgesteld in functie van de
verschillende elementen zoals blijkt uit de hierna volgende tabellen.
2. Reversiepensioen
De wet van 30 juni 1983 aangevuld bij koninklijk besluit van 3 december
1984 en 4 juli 1985 en aangevuld bij K.B. van 9 maart 1989 en de wet van 7
juni 1989 voorziet de toekenning, onder bepaalde voorwaarden, aan de
langstlevende echtgenoot een pensioen, waarvan het bedrag evenredig is
met het invaliditeitspensioen dat overeenstemt met de invaliditeitsgraad
welke vergoed werd aan de invalide één jaar vóór zijn overlijden.
44
INDELING DER PENSIOENEN AAN ECHTGENOTEN VAN BURGERLIJKE SLACHTOFFERS
(Aantal op 31.12.2010)
1. Echtgenoten gewoon regime
REGIME
Niet-hertrouwde echtgenoten
die genieten
van een pensioen
Hertrouwde echtgenoten
die genieten
van een pensioen
Echt-
genoten
her-
trouwd
opnieuw
weduwe
(naar)
TO-
TALEN
volledi
g
vermin
-derd
met
een
vierde
vermin-
derd
met de
helft
volledig
vermin-
derd
met een
vierde
vermin-
derd
met de
helft
ECHTGENOTEN
1. van rechthebbenden op het
statuut van werkweigeraars of
R.C.B.L. of koopvaardij
- huwelijk vóór schadelijk feit
- huwelijk na schadelijk feit
2. van gedeporteerden
- huwelijk vóór schadelijk feit
- huwelijk na schadelijk feit
3. van andere slachtoffers
- huwelijk vóór schadelijk feit
- huwelijk na schadelijk feit
4. van slachtoffers van Zaïre
- huwelijk vóór schadelijk feit
- huwelijk na schadelijk feit
20
9
32
11
235
15
65
-
-
1
-
1
2
4
-
-
1
1
1
10
5
10
1
-
1
-
22
6
-
-
1
-
1
-
-
-
6
4
59
1
40
59
353
73
TOTALEN 387 8 29 29 1 1 70 525
2. Reversiepensioenen aan langstlevende echtgenoot - art. 17 quater van de wet
REGIME
TOTALEN
WEDUWEN :
1. van werkweigeraars of R.C.B.L. of koopvaardij
2. van gedeporteerden
3. van andere slachtoffers
233
566
1 190
TOTALEN 1 989
Totaal aantal : 2 514
45
INDELING VAN DE PENSIOENEN AAN WEZEN VAN BURGERLIJKE
SLACHTOFFERS
(Aantal op 31.12.2010)
1. Wezen gewoon regime
REGIME Rechthebbende op een pensioen
TOTALEN
Volledig Vermin-
derd met
een vierde
Vermin-
derd met
de helft
WEZEN
1. van rechthebbenden op het statuut
van werkweigeraar of R.C.B.L. of
koopvaardij
- huwelijk vóór schadelijk feit
- huwelijk na schadelijk feit
2. van gedeporteerden
- huwelijk vóór schadelijk feit
- huwelijk na schadelijk feit
3. van andere slachtoffers
- huwelijk vóór schadelijk feit
- huwelijk na schadelijk feit
4. van slachtoffers van Zaïre
- huwelijk vóór schadelijk feit
- huwelijk na schadelijk feit
-
1
-
-
40
-
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
-
-
40
-
1
-
TOTALEN 42 - - 42
2. Reversiepensioenen aan wezen - art. 17 quater van de wet
Géén rechthebbenden.
B. Ascendenten
Bij ontstentenis van echtgeno(o)t(e) of wees hebben de ascendenten of andere
bij de wet aangeduide personen recht op een pensioen.
46
INDELING VAN DE PENSIOENEN AAN ASCENDENTEN VAN BURGERLIJKE
SLACHTOFFERS
(Aantal op 31.12.2010)
REGIME
zonder belastbaar
inkomen
met belastbaar
inkomen
TOTALEN
vader en
moeder
(a) of de
ermee
gelijk-
gestelde
personen
andere
ascendent
vader en
moeder
(a) of de
ermee
gelijk-
gestelde
personen
andere
ascendent
ASCENDENTEN
1. van rechthebbenden op het
statuut van werkweigeraar of
R.C.B.L. of koopvaardij
2. van gedeporteerden
3. van andere slachtoffers
4. van slachtoffers van Zaïre
-
-
5
2
-
-
7
-
-
-
6
1
-
-
3
-
-
-
21
3
TOTALEN 7 7 7 3 24
De wet betreffende de herstelpensioenen voor de burgerlijke slachtoffers van de oorlog
1940-1945 en hun rechthebbenden (gewoon regime) zijn eveneens toepasselijk op de
gevolgen van sommige schadelijke feiten die zich hebben voorgedaan op het
grondgebied van Kongo (Kinshasa), van Ruanda en Burundi (in de tabellen hierboven
genaamd "Slachtoffers van Zaïre").
Er bestaat een vaste verhouding tussen de bedragen van de herstelpensioenen van de
burgerlijke slachtoffers en de bedragen van de gelijkaardige pensioenen voorzien door
de samengeordende wetten op de vergoedingspensioenen.
------------
(a) ingeval van overlijden van de vader of de moeder wordt dit pensioen slechts toegestaan aan de
overlevende echtgeno(o)t(e), ingeval deze niet hertrouwt.
47
11. Renten toegekend aan gedeporteerden en werkweigeraars voor de verplichte
tewerkstelling en aan weerstanders tegen het nazisme
De gedeporteerden en de werkweigeraars van de verplichte tewerkstelling en de
weerstanders tegen het nazisme genieten een lijfrente onder de bij de wet bepaalde voorwaarden.
INDELING VAN DE RENTEN PER AANTAL SEMESTERS
(Aantal op 31.12.2010)
Renten aan gedeporteerden
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 TOTAAL
€
40,56
€
81,12
of €
396,48
€
121,67
of €
437,03
€
477,59
€
518,14
€
558,70
€
599,25
€
639,81
€
680,36
€
720,92
€
761,47
€
802,03
182 476 242 1 984 1 026 9 - 2 1 1 - - 3 923
Renten aan werkweigeraars
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 TOTAAL
€
40,56
€
81,12
of €
396,48
€
121,67
of €
437,03
€
477,59
€
518,14
€
558,70
€
599,25
€
639,81
€
680,36
€
720,92
305 647 1 322 353 70 4 - 1 - - 2 702
Renten aan weerstanders tegen het nazisme erkend op een andere basis dan enkel art. 2, 4° van het statuut
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 TOTAAL
€
40,56
€
81,12
€
121,67
€
162,23
€
202,78
€
243,34
€
283,89
€
324,45
€
365
€
405,56
€
446,11
€
486,67
3 6 9 - 3 1 - 5 10 - - - 37
48
Renten aan weerstanders tegen het nazisme erkend op basis van enkel art. 2, 4° van het statuut
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 TOTAAL
€
40,56
€
81,12
€
121,67
€
162,23
€
202,78
€
243,34
€
283,89
€
324,45
€
365
€.
405,56
€
446,11
€
486,67
- 1 1 2 1 - 1 25 8 2 - - 41
Renten aan werkweigeraars en weerstanders tegen het nazisme die tijdens de verschillende fazen van de
mobilisatie 1939-1940 dienst hebben volbracht
€ 40,56
-
49
De weduwen en wezen van de gedeporteerden en werkweigeraars voor de verplichte tewerkstelling en van de weerstanders tegen het nazisme genieten een rente onder de bij de wet bepaalde voorwaarden. INDELING VAN DE RENTEN AAN WEDUWEN EN WEZEN PER AANTAL SEMESTERS
(Aantal op 31.12.2010)
Renten aan weduwen en wezen van gedeporteerden
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 forf. TOTAAL
€
32,33
€
48,49
€
64,66
€
80,82
€
96,98
€
113,14
€
129,31
€
145,47
€
162,23
€
177,79
€
193,96
€
162,23
650 402 2 854 1 659 59 4 - - 3 - - 16 5 647
Renten aan weduwen en wezen van werkweigeraars
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 forf. TOTAAL
€
32,33
€
48,49
€
64,66
€
80,82
€
96,98
€
113,14
€
129,31
€
145,47
€
162,23
€
177,79
€
193,96
€
162,23
739 1 843 681 159 16 1 2 - 2 - - 5 3 448
Renten aan weduwen en wezen van weerstanders tegen het nazisme erkend op een andere basis dan enkel art. 2, 4° van het statuut
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 TOTAA
L
€
32,33
€
48,49
€
64,66
€
80,82
€
96,98
€
113,14
€
129,31
€
145,47
€
162,23
€
177,79
€
193,96
4 10 4 6 3 4 8 2 - - - 41
Renten aan weduwen en wezen van weerstanders tegen het nazisme erkend op basis van enkel art. 2, 4° van het statuut
2 3 4 5 6 7 8 9 10 TOTAA
L
€
32,33
€
48,49
€
64,66
€
80,82
€
96,98
€
113,14
€
129,31
€
145,47
€
162,23
- - - 1 2 - 14 7 - 24
50
12. Renten toegekend aan begunstigden van art.15 van de wet van 11 april 2003
(Aantal op 31.12.2010)
Aantal
Renten aan kinderen/volwassenen ondergedoken wegens rassenvervolging
Renten aan wezen, wiens vader en moeder overleden zijn tijdens
deportatie ten gevolge de rassenvervolgingen
2 210
125
TOTALEN 2 335
51
13. Renten ten voordele van de zeevissers
De zeevissers, die tijdens de oorlog 1940-1945 gevaren hebben onder Belgische of
geallieerde vlag, hebben recht op een lijfrente onder de bij de wet bepaalde
voorwaarden.
Het jaarbedrag van die renten bedraagt 5,7 € per aantal maanden vaart.
INDELING DER RENTEN TEN VOORDELE VAN ZEEVISSERS
(Aantal op 31.12.2010)
Renten toegekend op basis van een totale vaartperiode van een aantal maanden van TOTAAL
6 tot 12 13 tot 18 19 tot 24 25 tot 30 31 tot 36 37 tot 42 43 tot 48 49 tot 54 55 en
meer
8 8 1 3 1 3 3 3 1 31
De weduwe van een zeevisser heeft onder bepaalde voorwaarden recht op een
rente.
Het jaarbedrag van die rente bedraagt 2/5 van de rente per aantal maanden vaart
van de zeevisser.
Een forfaitair bedrag is voorzien voor de weduwen wanneer de zeevisser gedurende
de vaartperiode is overleden.
INDELING DER RENTEN TOEGEKEND AAN WEDUWEN VAN ZEEVISSERS
(Aantal op 31.12.2010)
Renten toegekend op basis van een totale vaartperiode van de titularis van een aantal maanden
van
TOTAAL
12 tot 18 19 tot 24 25 tot 30 31 tot 36 37 tot 42 43 tot 48 49 tot 54 55 tot 60 60 forf.
9 1 5 5 11 12 6 - - 49
52
14. Vergoedingen ingesteld bij de wet van 10 februari 1964
Onder bepaalde bij de wet voorziene voorwaarden kunnen de verplicht ingelijfden bij
het Duitse leger tijdens de oorlog 1940-1945, als oorlogsslachtoffer, evenals hun
rechthebbenden, een vergoeding bekomen.
Deze vergoeding is gelijk aan het verschil tussen het jaarlijkse bedrag van de
pensioenen en vergoedingen verschuldigd in hun hoedanigheid van burgerlijk
oorlogsslachtoffer en het jaarlijkse bedrag van de pensioenen en vergoedingen die
zouden toegekend worden volgens de wet op de vergoedingspensioenen van de
oorlog 1940-1945.
Dit verschil wordt op één januari van elk jaar opnieuw berekend en maakt op die
datum het nieuwe bedrag van de vergoeding uit.
De vergoedingen zijn telkens betaalbaar voor het voorbije halfjaar en zijn aan de
belanghebbenden verschuldigd zolang zij het herstelpensioen als burgerlijk
slachtoffer van de oorlog 1940-1945 ontvangen.
In afwijking van de voor de oorlogspensioenen van kracht zijnde wetgeving, wordt het
recht op deze vergoedingen niet gewijzigd door een nationaliteitswijziging, op
voorwaarde dat de Staat, waarvan de belanghebbende de nationaliteit verworven
heeft, zich daartegen niet verzet.
Op 31 december 2010 bedroeg het aantal door de Nationale Kas uitbetaalde
vergoedingen 551.
53
15. Renten ten voordele van de verplicht ingelijfden bij het Duitse leger en aan
hun rechthebbenden
Ingevolge de wet van 7 juni 1989 wordt een levenslange rente ingesteld ten behoeve
van de personen die voor een duur van minstens zes maanden het statuut genieten
van de verplicht ingelijfde bij het Duitse leger, ingesteld bij de wet van 21 november
1974.
Deze rente is evenredig aan de tijd waarvoor de betrokkenen erkend zijn als
begunstigden van dit statuut door een in kracht van gewijsde gegane beslissing van de
door de voornoemde wet bedoelde rechtscolleges.
Het jaarlijks bedrag van de rente wordt vastgesteld op 40,56 € per volledig semester
dat begrepen is in de bij § 2 bedoelde tijd.
Er wordt een levenslange rente ingesteld ten behoeve van de weduwen van wie de
echtgenoot de in artikel 1 bedoelde voorwaarden vervulde om een rente te bekomen
berekend op basis van minstens twee semesters.
Kunnen aanspraak maken op een rente, voor zover ze volle wezen zijn, de kinderen
van de personen die de voorwaarden vervullen welke door artikel 3 in hoofde van de
echtgenoot worden gesteld voor de opening van het recht op de rente ten voordele
van de weduwe.
De rente wordt gezamenlijk toegekend aan de wezen die de leeftijd van 18 jaar niet
hebben bereikt en wordt betaald tot de jongste van hen deze leeftijd zal bereikt
hebben.
Het jaarlijks bedrag van de aan de weduwen en wezen toegekend rente wordt
vastgesteld op 16,17 € per volledig semester dat begrepen is in de bij artikel 1, § 2,
bedoelde tijd.
Aantal toegekende renten op 31.12.2010 : 1 246
54
D. MILITAIRE PENSIOENEN VAN VREDESTIJD NA 25.08.1947
1. Vergoedingspensioenen toegekend aan militaire invaliden
Onder de bij de samengeordende wetten op de vergoedingspensioenen bepaalde
voorwaarden kunnen de militairen van vredestijd na 25.08.1947, die een lichamelijk
letsel ondergingen gedurende en wegens de dienst, een pensioen bekomen
waarvan het bedrag wijzigt in functie van de invaliditeitsgraad.
De bedragen van die pensioenen en van alle erbijhorende toelagen zijn bepaald op
80% van deze voorzien ten gunste van de militaire invaliden van de oorlog
1940-1945 die aan dezelfde voorwaarden voldoen.
INDELING PER REGIME EN PER INVALIDITEITSGRAAD VAN DE
INVALIDITEITSPENSIOENEN VAN VREDESTIJD NA 25.08.1947
(Aantal op 31.12.2010)
Invaliditeits-
graad
Gewone
invaliden
Geamputeerden Groot-
invaliden
TOTALEN
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
65
70
75
80
85
90
95
100
110
120
130
140
150
160
170
180
190
200
3 175
2 415
1 682
894
694
410
300
190
226
145
143
116
83
63
76
36
36
24
33
3
2
1
2
-
1
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
-
-
-
-
-
-
-
9
8
5
3
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
46
6
4
4
1
2
3
1
2
3
7
3 175
2 415
1 682
894
694
410
301
190
226
145
143
116
83
63
85
44
41
27
79
9
6
5
3
2
4
2
2
3
7
TOTALEN 10 751 26 79 10 856
55
2. Weduwen en wezenpensioenen
a. Weduwenpensioenen Onder bepaalde voorwaarden hebben de weduwen van invaliden van vredestijd,
waarvan het huwelijk in principe dagtekent van vóór het schadelijk feit, recht op een pensioen.
Het bedrag ervan wordt bepaald op 80% van het bedrag in dezelfde voorwaarden
voorzien ten gunste van de weduwen van invaliden van de oorlog 1940-1945. INDELING PER CATEGORIE EN PER REGIME VAN DE PENSIOENEN
VAN WEDUWEN EN MILITAIRE INVALIDEN VAN VREDESTIJD
(Aantal op 31.12.2010)
REGIME
Niet-hertrouwde
rechthebbende op een
pensioen
Her-
trouwde
op-
nieuw
weduwe
TO-
TALEN
volledig vermin-
derd met
een
vierde
vermin-
derd met
de helft
1. Weduwen van rechthebbenden op
statuut groot-invaliden (art. 13 tot
15 der s.w.v.p.)
2. Weduwen van geamputeerden
niet-rechthebbende op statuut
groot-invaliden
3. Weduwen van invaliden 100% of
meer, niet-rechthebbende op
statuut groot-invaliden
4. Weduwen van rechthebbenden op
een pensioen op basis van art. 21
van de s.w.v.p. en van de wet van
9.3.1953
5. Weduwen van ontmijners,
rechthebbende op een pensioen
op basis van art. 21 van de
s.w.v.p.
32
16
-
483
11
1
-
33
39
-
-
-
-
274
-
-
-
-
12
2
33
16
33
808
13
TOTALEN 542 73 274 14 903
56
b. Wezenpensioenen
De wezen van vader en moeder hebben onder bepaalde voorwaarden
gezamenlijk recht, tot zij de leeftijd van 21 jaar bereikt hebben, op een pensioen
gelijk aan hetgeen aan hun moeder zou verleend geweest zijn als niet-
hertrouwde weduwe.
Nochtans behouden zij het genot ervan na hun meerderjarigheid, ingeval zij
aangetast zijn door een lichaamsgebrek, waarbij zij bestendig in de
onmogelijkheid verkeren in hun onderhoud te voorzien.
INDELING PER CATEGORIE EN PER REGIME VAN DE PENSIOENEN
VAN WEZEN VAN INVALIDE MILITAIREN VAN VREDESTIJD
(Aantal op 31.12.2010)
REGIME
Rechthebbende op een pensioen
TOTALEN
Volledig Vermin-
derd met
een vierde
Vermin-
derd met
de helft
1. Wezen van rechthebbenden op statuut
groot-invaliden (art. 13 tot 15 der s.w.v.p.)
2. Wezen van geamputeerden, niet-
rechthebbende op statuut groot-invaliden
3. Wezen van invaliden 100% of meer, niet-
rechthebbende op statuut groot-invaliden
4. Wezen van rechthebbenden op een
pensioen op basis van art. 21 van de
s.w.v.p.
5. Wezen van rechthebbenden op een
pensioen op basis van art. 26 van de
s.w.v.p.
-
-
-
14
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
14
-
TOTALEN 14 - - 14
57
3. Ascendentenpensioenen
Bij ontstentenis van weduwe of wees hebben de vader en de moeder van de
overleden militair of andere bij de wet aangeduide personen, onder de bij de wetten
op de vergoedingspensioenen bepaalde voorwaarden, recht op een
ascendentenpensioen.
Het bedrag is bepaald op 80% van het enig bedrag voorzien ten gunste van
ascendenten van militairen van de oorlog 1940-1945.
INDELING PER REGIME VAN DE PENSIOENEN VAN ASCENDENTEN
VAN INVALIDE MILITAIREN VAN VREDESTIJD
(Aantal op 31.12.2010)
REGIME Aantal toelagen
A. Ongegoede begunstigden
1. Titularissen van een pensioen volgens spanning 6
2. Titularissen van een pensioen volgens spanning 3
B. Andere begunstigden
1. Titularissen van een pensioen volgens spanning 2
2. Titularissen van een pensioen volgens spanning 1
52
15
189
50
TOTAAL 306
58
E. RENTEN IN DE NATIONALE ORDEN
1. Renten toegekend aan titularissen van nationale orden
De militairen, lager in rang dan officier, die een invaliditeitspensioen bekomen
hebben op grond van artikel 7 der samengeordende wetten (oorlogstijd), kunnen,
voor zover hun invaliditeit minstens 50% bedraagt, een nationale orde bekomen
welke recht geeft op een rente waarvan het bedrag als volgt is bepaald :
Eretekens Jaarbedragen
Orde van Leopold II
Kroonorde
Orde van Leopold
12,39 €
18,59 €
24,79 €
De renten mogen gecumuleerd worden.
(Aantal op 31.12.2010)
Nationale orden bekomen door de titularissen Bedrag van
de rente
Aantal
titularissen
Orde van Leopold II
Kroonorde
Orde van Leopold
Orde van Leopold II en Kroonorde
Orde van Leopold II en Orde van Leopold
Kroonorde en Orde van Leopold
Orde van Leopold II en Kroonorde en orde van Leopold
12,39 €
18,59 €
24,79 €
30,99 €
37,18 €
43,38 €
55,78 €
873
8
-
345
-
-
296
TOTAAL 1 522
59
2. Renten toegekend aan weduwen en wezen van titularissen van nationale
orden (1914-1918)
Indien het ereteken toegekend werd met palm kan de weduwe of kunnen de wezen
van de houder aanspraak maken op de overdracht van de helft van de rente.
(Aantal op 31.12.2010)
Nationale orden bekomen door de
titularissen
Bedrag
van de
rente
Aantal TO-
TALEN
Weduwe
n
Wezen
Orde van Leopold II
Kroonorde
Orde van Leopold
Orde van Leopold II en Kroonorde
Orde van Leopold II en Orde van Leopold
Kroonorde en Orde van Leopold
Orde van Leopold II en Kroonorde en Orde van
Leopold
6,20 €
9,30 €
12,39 €
15,49 €
18,59 €
21,69 €
27,89 €
9
1
-
-
-
-
-
2
-
-
-
-
-
-
11
1
-
-
-
-
-
TOTALEN 10 2 12
3. Renten voor nationale orden toegekend aan rechthebbenden die al dan niet
oorlogsdiensten hebben vervuld
(Aantal op 31.12.2010)
Ongeacht de hoedanigheid van de titularis, zijn deze renten toegekend vanaf 1 april
1986.
Nationale orden Bedrag van
de rente
Aantal
Orde van Leopold II
Kroonorde
Orde van Leopold
Orde van Leopold II en Kroonorde
Orde van Leopold II en Orde van Leopold
Kroonorde en Orde van Leopold
Orde van Leopold II en Kroonorde en Orde van Leopold
12,39 €
18,59 €
24,79 €
30,99 €
37,18 €
43,38 €
55,78 €
10 955
202
55
6 306
80
116
4 572
TOTAAL 22 286
60
BEWEGINGEN DER PENSIOENEN EN RENTEN
1. NIEUWE PENSIOENEN EN RENTEN IN 2010
De opdrachtgevende departementen (Pensioendienst Openbare Sector en Dienst
voor de Burgerlijke Oorlogsslachtoffers) belast met het onderzoek van het recht der
betrokkenen, hebben aan de Nationale Kas 2 369 nieuwe dossiers van pensioenen
en renten overgemaakt.
A. PENSIOENEN EN RENTEN VAN DE OORLOG 1914-1918
1. Militaire invaliditeitspensioenen
2. Weduwen- en wezenpensioenen
3. Toelagen aan ascendenten
4. Frontstrepenrenten
5. Renten aan weduwen en wezen van houders van frontstrepenrenten
6. Gevangenschapstrepenrenten
7. Renten aan weduwen en wezen van houders van
gevangenschapstrepen
8. Renten ten voordele van politieke gevangenen
9. Renten aan weduwen en wezen van politieke gevangenen
10. Renten ten voordele van agenten van de inlichtingsdiensten
11. Renten aan weduwen en wezen van agenten van de
inlichtingsdiensten
12. Renten ten voordele van strijders van Eupen-Malmedy
13. Renten aan weduwen en wezen van strijders van Eupen-Malmedy
14. Uitkeringen aan burgerlijke slachtoffers
15. Uitkeringen aan rechthebbenden van burgerlijke slachtoffers
16. Renten ten voordele van gedeporteerden
17. Renten ten voordele van zeevissers
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
TOTALEN 0
B. MILITAIRE PENSIOENEN VREDESTIJD VOOR 25.08.1939
1. Militaire invaliditeitspensioenen
2. Weduwen- en wezenpensioenen
3. Ascendententoelagen
0
0
0
TOTALEN 0
61
C. PENSIOENEN EN RENTEN VAN DE OORLOG 1940-1945
1. Vergoedingspensioenen aan invaliden
2. Vergoedingspensioenen aan weduwen en wezen
3. Vergoedingspensioenen aan ascendenten
4. Pensioenen toegekend aan begunstigden bedoeld in art.12 of 13 van de
wet van 11 april 2003
5. Strijders- en gevangenschapsrenten
6. Renten aan weduwen en wezen van strijders en gevangenen
7. Renten ten behoeve van militairen gemobiliseerd in 1939-1940
8. Renten toegekend aan begunstigden bedoeld in art.12 of 13 van de wet
van 11 april 2003
9. Herstelpensioenen aan burgerlijke slachtoffers
10. Herstelpensioenen aan rechthebbenden van burgerlijke slachtoffers
11. Renten ten voordele van gedeporteerden en werkweigeraars voor de
verplichte tewerkstelling en van weerstanders tegen het nazisme
12. Renten toegekend aan begunstigden van art.15 van de wet van 11 april
2003
13. Renten ten voordele van zeevissers
14. Vergoedingen toegekend door de wet van 10.2.1964
15. Renten van de verplicht ingelijfden bij het Duitse leger en hun
rechthebbenden
1
300
0
0
35
561
3
0
52
96
317
28
1
15
27
TOTAAL 1 436
D. MILITAIRE PENSIOENEN VREDESTIJD NA 25.08.1947
1. Militaire invaliditeitspensioenen
2. Weduwen- en wezenpensioenen
3. Ascendentenpensioenen
232
23
6
TOTAAL 261
E. RENTEN VERBONDEN AAN DE NATIONALE ORDEN
1. Renten ten voordele van de titularissen van nationale orden
2. Renten aan weduwen en wezen van titularissen van nationale orden
3. Renten voor nationale orden toegekend aan rechthebbenden die al dan
niet oorlogsdiensten hebben vervuld
0
0
672
TOTAAL 672
ALGEMEEN TOTAAL 2 369
62
2. WIJZIGINGEN DER PENSIOENEN EN RENTEN IN 2010
Enkel de wijzigingen medegedeeld door de opdrachtgevende departementen
komen voor in onderstaande tabel.
De mechanische wijzigingen welke voortspruiten uit de toepassing van nieuwe
barema's of de verhoging van de index der prijzen werden er niet in opgenomen.
A. PENSIOENEN EN RENTEN VAN DE OORLOG 1914-1918
1. Militaire invaliditeitspensioenen
2. Weduwen- en wezenpensioenen
3. Toelagen aan ascendenten
4. Frontstrepenrenten
5. Renten aan weduwen en wezen van houders van frontstrepenrenten
6. Gevangenschapstrepenrenten
7. Renten aan weduwen en wezen van houders van gevangenschapstrepen
8. Renten ten voordele van politieke gevangenen
9. Renten aan weduwen en wezen van politieke gevangenen
10. Renten ten voordele van agenten van de inlichtingsdiensten
11. Renten aan weduwen en wezen van agenten van de inlichtingsdiensten
12. Renten ten voordele van strijders van Eupen-Malmedy
13. Renten aan weduwen en wezen van strijders van Eupen-Malmedy
14. Uitkeringen aan burgerlijke slachtoffers
15. Uitkeringen aan rechthebbenden van burgerlijke slachtoffers
16. Renten ten voordele van gedeporteerden
17. Renten ten voordele van zeevissers
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
TOTAAL 1
B. MILITAIRE PENSIOENEN VREDESTIJD VOOR 25.08.1939
1. Militaire invaliditeitspensioenen
2. Weduwen- en wezenpensioenen
3. Ascendententoelagen
0
0
0
TOTAAL 0
63
C. PENSIOENEN EN RENTEN VAN DE OORLOG 1940-1945
1. Vergoedingspensioenen aan invaliden
2. Vergoedingspensioenen aan weduwen en wezen
3. Vergoedingspensioenen aan ascendenten
4. Pensioenen toegekend aan begunstigden bedoeld in ar.12 of 13 van de
wet van 11 april 2003
5. Strijders- en gevangenschapsrenten
6. Renten aan weduwen en wezen van strijders en gevangenen
7. Renten ten behoeve van militairen gemobiliseerd in 1939-1940
8. Renten toegekend aan begunstigden bedoeld in art.12 of 13 van de wet
van 11 april 2003
9. Herstelpensioenen aan burgerlijke slachtoffers
10. Herstelpensioenen aan rechthebbenden van burgerlijke slachtoffers
11. Renten ten voordele van gedeporteerden en werkweigeraars voor de
verplichte tewerkstelling en van weerstanders tegen het nazisme
12. Renten toegekend aan begunstigden van art.15 van de wet van 11 april
2003
13. Renten ten voordele van zeevissers
14. Vergoedingen toegekend door de wet van 10.2.1964
15. Renten van de verplicht ingelijfden bij het Duitse leger en hun
rechthebbenden
15
5
0
1
2
3
0
0
11
2
2
0
0
0
0
TOTAAL 41
D. MILITAIRE PENSIOENEN VREDESTIJD NA 25.08.1947
1. Militaire invaliditeitspensioenen
2. Weduwen- en wezenpensioenen
3. Ascendentenpensioenen
240
0
0
TOTAAL 240
E. RENTEN VERBONDEN AAN DE NATIONALE ORDEN
1. Renten ten voordele van de titularissen van nationale orden
2. Renten aan weduwen en wezen van titularissen van nationale orden
3. Renten voor nationale orden toegekend aan rechthebbenden die al dan
niet oorlogsdiensten hebben vervuld
0
0
541
TOTAAL 541
ALGEMEEN TOTAAL 823
64
3. PENSIOENEN EN RENTEN IN 2010 UITGEDOOFD INGEVOLGE HET
OVERLIJDEN VAN DE TITULARIS
In onderstaande tabel komen enkel de gevallen voor welke in de loop van het jaar
een uittreksel uit de akte van overlijden aan de kas hebben voorgelegd.
A. PENSIOENEN EN RENTEN VAN DE OORLOG 1914-1918
1. Militaire invaliditeitspensioenen
2. Weduwen- en wezenpensioenen
3. Toelagen aan ascendenten
4. Frontstrepenrenten
5. Renten aan weduwen en wezen van houders van frontstrepenrenten
6. Gevangenschapstrepenrenten
7. Renten aan weduwen en wezen van houders van gevangenschapstrepen
8. Renten ten voordele van politieke gevangenen
9. Renten aan weduwen en wezen van politieke gevangenen
10. Renten ten voordele van agenten van de inlichtingsdiensten
11. Renten aan weduwen en wezen van agenten van de inlichtingsdiensten
12. Renten ten voordele van strijders van Eupen-Malmedy
13. Renten aan weduwen en wezen van strijders van Eupen-Malmedy
14. Uitkeringen aan burgerlijke slachtoffers
15. Uitkeringen aan rechthebbenden van burgerlijke slachtoffers
16. Renten ten voordele van gedeporteerden
17. Renten ten voordele van zeevissers
0
17
0
0
57
0
6
0
0
0
0
0
1
4
11
1
0
TOTAAL 97
B. MILITAIRE PENSIOENEN VREDESTIJD NA 25.08.1939
1. Militaire invaliditeitspensioenen
2. Weduwen- en wezenpensioenen
3. Ascendententoelagen
0
0
0
TOTAAL 0
65
C. PENSIOENEN EN RENTEN VAN DE OORLOG 1940-1945
1. Vergoedingspensioenen aan invaliden
2. Vergoedingspensioenen aan weduwen en wezen
3. Vergoedingspensioenen aan ascendenten
4. Pensioenen toegekend aan begunstigden bedoeld in art.12 of 13 van de
wet van 11 april 2003
5. Strijders- en gevangenschapsrenten
6. Renten aan weduwen en wezen van strijders en gevangenen
7. Renten ten behoeve van militairen gemobiliseerd in 1939-1940
8. Renten toegekend aan begunstigden bedoeld in art.12 of 13 van de wet
van 11 april 2003
9. Herstelpensioenen aan burgerlijke slachtoffers
10. Herstelpensioenen aan rechthebbenden van burgerlijke slachtoffers
11. Renten ten voordele van gedeporteerden en werkweigeraars voor de
verplichte tewerkstelling en van weerstanders tegen het nazisme
12. Renten toegekend aan begunstigden van art.15 van de wet van 11 april
2003
13. Renten ten voordele van zeevissers
14. Vergoedingen toegekend door de wet van 10.2.1964
15. Renten van de verplicht ingelijfden bij het Duitse leger en hun
rechthebbenden
658
1 725
0
1
2 027
2 451
1 273
2
235
217
1 757
68
12
75
157
TOTAAL 10 658
D. MILITAIRE PENSIOENEN VREDESTIJD NA 25.08.1947
1. Militaire invaliditeitspensioenen
2. Weduwen- en wezenpensioenen
3. Ascendentenpensioenen
323
36
13
TOTAAL 372
E. RENTEN VERBONDEN AAN DE NATIONALE ORDEN
1. Renten ten voordele van de titularissen van nationale orden
2. Renten aan weduwen en wezen van titularissen van nationale orden
3. Renten voor nationale orden toegekend aan rechthebbenden die al dan
niet oorlogsdiensten hebben vervuld
245
1
552
TOTAAL 798
ALGEMEEN TOTAAL 11 925
* Voor de schorsingen van betaling ingevolge het overlijden van de titularis waarvoor echter nog geen
uittreksel uit de akte van overlijden aan de kas werd toegestuurd in de loop van hetzelfde jaar, werd geen
speciale tabel opgemaakt.
66
4. BEDRAGEN DER BETALINGEN
INDELING VAN DE BETALINGEN VERRICHT IN 2010
A. PENSIOENEN EN RENTEN VAN DE OORLOG 1914-1918
1. Militaire invaliditeitspensioenen
2. Weduwen- en wezenpensioenen
3. Toelagen aan ascendenten
4. Frontstrepenrenten
5. Renten aan weduwen en wezen van houders van frontstrepen
6. Gevangenschapstrepenrenten
7. Renten aan weduwen en wezen van houders van gevangenschap-
strepen
8. Renten ten voordele van politieke gevangenen
9. Renten aan weduwen en wezen van politieke gevangenen
10. Renten ten voordele van agenten van de inlichtingsdiensten
11. Renten aan weduwen en wezen van agenten van de inlichtingsdiensten
12. Renten ten voordele van strijders van Eupen-Malmedy
13. Renten aan weduwen en wezen van strijders van Eupen-Malmedy
14. Uitkeringen aan burgerlijke slachtoffers
15. Uitkeringen aan rechthebbenden van burgerlijke slachtoffers
16. Renten ten voordele van gedeporteerden
17. Renten ten voordele van zeevissers
0,00
374 969,56
0,00
0,00
67 475,05
0,00
3 527,91
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
108,06
52 904,02
294 220,86
96,07
0,00
TOTAAL 793 301,53
B. MILITAIRE PENSIOENEN VREDESTIJD VOOR 25.08.1939
1. Militaire invaliditeitspensioenen
2. Weduwen- en wezenpensioenen
3. Ascendententoelagen
0,00
4 622,18
0,00
TOTAAL 4 622,18
67
C. PENSIOENEN EN RENTEN VAN DE OORLOG 1940-1945
1. Vergoedingspensioenen van invaliden
2. Vergoedingspensioenen aan weduwen en wezen
3. Vergoedingspensioenen aan ascendenten
4. Pensioenen toegekend aan begunstigden bedoeld in art.12 of 13 van
de wet van 11 april 2003
5. Strijders- en gevangenschapsrenten
6. Renten aan weduwen en wezen van strijders en gevangenen
7. Renten ten behoeve van militairen gemobiliseerd in 1939-1940
8. Renten toegekend aan begunstigden bedoeld in art.12 of 13 van de
wet van 11 april 2003
9. Herstelpensioenen aan burgerlijke slachtoffers
10. Herstelpensioenen aan rechthebbenden van burgerlijke slachtoffers
11. Renten ten voordele van gedeporteerden en werkweigeraars voor de
verplichte tewerkstelling en van weerstanders tegen het nazisme
12. Renten toegekend aan begunstigden van art.15 van de wet van 11 april
2003
13. Renten ten voordele van zeevissers
14. Vergoedingen toegekend door de wet van 10.2.1964
15. Renten van de verplicht ingelijfden bij het Duitse leger en hun
rechthebbenden
30 172 146,49
49 851 392,34
17 229,09
167 962,48
8 129 220,81
3 760 107,22
265 821,89
8 981,20
18 425 182,61
9 759 160,76
5 033 402,23
1 697 660,09
13 551,41
573 759,35
257 413,31
TOTAAL 128 132 991,28
D. MILITAIRE PENSIOENEN VREDESTIJD NA 25.08.1947
1. Militaire invaliditeitspensioenen
2. Weduwen- en wezenpensioenen
3. Ascendentenpensioenen
44 526 225,12
7 962 105,48
399 104,13
TOTALEN 52 887 434,73
E. RENTEN VERBONDEN AAN DE NATIONALE ORDEN
1. Renten ten voordele van de titularissen van nationale orden
2. Renten aan weduwen en wezen van titularissen van nationale orden
3. Renten voor nationale orden toegekend aan rechthebbenden die al dan
niet oorlogsdiensten hebben vervuld
39 627,62
83,70
603 130,12
TOTAAL 642 841,44
ALGEMEEN TOTAAL 182 461 191,16
68
BETALINGEN
De betalingen in 2010 hebben aanleiding gegeven tot de uitgifte van :
91 331 circulaire cheques ;
220 041 overschrijvingen ;
11 549 betaalstukken ten laste van de speciale rekenplichtigen van de Thesaurie.
============================
69
Top Related